1. Inhoud van deze Nieuwsbrief
|
|
- Tobias van de Veen
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Nieuwsbrief maart 2009, Jaargang 4 - vol Inhoud van deze Nieuwsbrief In deze zijn de volgende onderwerpen opgenomen (de cijfers verwijzen naar de paragraaf van deze Nieuwsbrief): 2. Pensioen en kredietcrisis; 3. Ontheffing indienen korte termijn herstelplan; 4. Uitstel controle toeslagenlabel; 5. Pensioen bij overgang van een onderneming; 6. Wetsvoorstel uitstel inkoop pensioen bij premieovereenkomst; 7. Wetsvoorstel shoppen met partnerpensioen; 8. Afstand recht op waardeoverdracht; 9. Rechtspraak; 10. Lezingen Pensioenactualiteiten 2008; 11. Leergang Pensioenrecht. Colofon Het Expertisecentrum Pensioenrecht doet onderzoek naar en adviseert de pensioenwereld, overheden en het bedrijfsleven over juridische en fiscale aspecten van pensioenen en verzorgt daarover publicaties en organiseert studiemiddagen en leergangen. Adresgegevens: Expertisecentrum Pensioenrecht Vrije Universiteit Amsterdam Fac. der Rechtsgeleerdheid Prof. dr. Erik Lutjens De Boelelaan HV Amsterdam tel mobiel fax e : e.lutjens@rechten.vu.nl i: isecentrum-pensioenrecht/index.asp Eerder verschenen exemplaren van de Nieuwsbrief zijn te raadplegen op de website van het Expertisecentrum. VU Lezing over pensioen en kredietcrisis op 11 maart Zie aan het slot van deze Nieuwsbrief. 1
2 2. Pensioen en kredietcrisis De kredietcrisis heeft belangrijke gevolgen voor pensioenregelingen. Ook de onderwerpen 3, 4 en 6 houden hier mee verband. Hieronder een inventarisatie van enige aandachtspunten. Herstelplannen Indien niet meer kan worden voldaan aan de eisen voor het vereiste of minimumvermogen dient een lange termijn- of korte termijnherstelplan bij DNB ingediend te worden. Dat moet binnen 3 resp. 2 maanden en gericht zijn op een herstel na 15 resp. 3 jaar. Van de laatste termijn heeft de minister thans ontheffing verleend, zie par. 3 van deze Nieuwsbrief. Van de indieningstermijn had DNB ontheffing verleend tot 1 april 2009 met toepassing van artikel 141 Pensioenwet. Het is de vraag of dit artikel de ruimte biedt voor de in wezen collectieve ontheffing die DNB verleent. Zie daarover het artikel van E. Lutjens op de site van het Expertisecentrum Pensioenrecht. Advies Deelnemersraad De Deelnemersraad dient onmiddellijk geïnformeerd te worden over het bestaan van de verplichting een herstelplan in te dienen en in de gelegenheid te worden gesteld advies uit te brengen over herstelplannen. Het advies wat betreft het lange termijnherstelplan wordt gevraagd tijdig voor het nemen van het besluit daarover, wat betreft het korte termijn herstelplan na het informeren als hiervoor bedoeld. Waardeoverdracht Het individuele recht op waardeoverdracht geldt niet zolang of het overdragende of het ontvangende pensioenfonds in onderdekking zit (technische voorzieningen zijn niet meer volledig door waarden gedekt. De plicht tot waardeoverdracht herleeft nadat deze situatie niet meer aanwezig is. Dat kan enige tijd duren, misschien jaren. Wat precies de gevolgen zijn op de over te dragen of in te kopen pensioenaanspraken in de periode dat waardeoverdracht niet heeft plaatsgevonden, zal nog nader doorgedacht moeten worden. Vragen komen op als de gevolgen van tussentijdse kortingen, overlijdensgevallen, rentevergoeding, waardedalingen e.d. Zie voor de gevolgen van een nabestaandenpensioen op risicobasis ook de Kamervragen van Omtzigt van 17 februari 2009, nr Pensioenleeftijd Onder invloed laait de discussie over de pensioenleeftijden weer op. Met name ook verhoging van de AOW-leeftijd. Dat die verhoging alleen stapsgewijs realiseerbaar is en derhalve pas op langere termijn effect sorteert zal hierbij goed voor ogen gehouden moeten worden. 3. Uitstel termijn korte termijnherstelplan De minister van SZW heeft met een wijziging van de Regeling Pensioenwet uitstel van de termijn voor het korte termijn herstelplan van 3 naar 5 jaar onder voorwaarden mogelijk gemaakt. Hiermee is invulling gegeven aan de ontheffingsbevoegdheid die de minister 2
3 op grond van artikel 142 Pensioenwet heeft voor gevallen van een uitzonderlijke economische situatie. Hieronder de overigens tijdelijke, want per 2011 vervallende tekst van de regeling. Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 4 maart 2009, Directie Arbeidsverhoudingen, AV/PB/2009/5005, tot wijziging van de Regeling Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling in verband met verlenging van de termijn voor het kortetermijnherstelplan De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Gelet op artikel 142 van de Pensioenwet en artikel 137 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling; Besluit: Artikel I Na artikel 6 van de Regeling Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling wordt een nieuwe paragraaf ingevoegd, luidende: 2a. Vrijstelling termijn kortetermijnherstelplan Artikel 6a. Vrijstelling termijn kortetermijnherstelplan 1. Een fonds wordt vrijgesteld van de termijn van drie jaar, bedoeld in artikel 140, tweede lid, van de Pensioenwet of artikel 135, tweede lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling indien het, met inachtneming van het bepaalde in dit artikel, een kortetermijnherstelplan indient met een looptijd van maximaal vijf jaar. 2. In het kortetermijnherstelplan wordt opgenomen: a. hoe het fonds, zonder vermindering van pensioenaanspraken en pensioenrechten, in uiterlijk vijf jaar zal voldoen aan artikel 131 van de Pensioenwet of artikel 126 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling (hierna te noemen: het minimaal vereist eigen vermogen); en b. welke aanvullende maatregelen, waaronder zonodig vermindering van pensioenaanspraken en/of pensioenrechten, genomen zullen worden om opnieuw op een haalbaar herstelpad te komen indien gedurende de looptijd van het kortetermijnherstelplan alsnog blijkt dat naar verwachting niet zal kunnen worden voldaan aan het minimaal vereist eigen vermogen. 3. Indien De Nederlandsche Bank gedurende de looptijd van het kortetermijnherstelplan vast-stelt dat de feitelijke ontwikkeling van de dekkingsgraad afwijkt van de daarin veronderstelde ontwikkeling, zodanig dat naar verwachting niet aan het einde van de looptijd zal kunnen worden voldaan aan, het minimaal vereist eigen vermogen, worden uiterlijk een jaar nadien de aanvullende maatregelen, bedoeld in het tweede lid, onder b, uitgevoerd, tenzij het fonds ten genoegen van De Nederlandsche Bank aantoont dat de feitelijke ontwikkeling van de dekkingsgraad zodanig is dat naar verwachting opnieuw zal worden voldaan aan het minimaal vereist eigen vermogen. 4. Voor de toepassing van het derde lid wordt de feitelijke ontwikkeling van de dekkingsgraad vastgesteld op 31 december van enig jaar. 5. Indien een fonds geen kortetermijnherstelplan als bedoeld in het tweede lid, onderdeel a, kan indienen omdat vermindering van pensioenaanspraken en pensioenrechten nodig is om aan het einde van de looptijd van het plan te voldoen aan het minimaal 3
4 vereist eigen vermogen, wordt deze vermindering van pensioenaanspraken en pensioenrechten uiterlijk 1 augustus 2010 uitgevoerd, tenzij het fonds tot genoegen van De Nederlandsche Bank aantoont dat de feitelijke ontwikkeling van de dekkingsgraad zodanig is dat naar verwachting zonder die vermindering aan het eind van de looptijd zal worden voldaan aan het minimaal vereist eigen vermogen. 6. Dit artikel is uitsluitend van toepassing indien de beslissing met betrekking tot de instemming met het kortetermijnherstelplan, bedoeld in artikel 140 van de Pensioenwet of artikel 135 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling, wordt genomen na inwerkingtreding van dit artikel. 7. Dit artikel vervalt met ingang van 1 januari 2011, met dien verstande dat het bepaalde in het artikel van toepassing blijft op de kortetermijnherstelplannen die met toepassing daarvan zijn vastgesteld. Artikel II Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst. Den Haag, 4 maart 2009 de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J.P.H. Donner 4. Uitstel controle toeslagenlabel De AFM heeft besloten om in 2009 geen controle te verrichten op het gebruik van het toeslagenlabel. Eerder was al besloten om de controle op het label uit te stellen tot 1 april 2009, waar het gebruik per 1 januari 2009 verplicht was. Dit heeft de AFM medegedeeld in een algemeen persbericht over de informatie door pensioenuitvoerders over de gevolgen van de kredietcrisis. Hieronder de tekst van het persbericht van 5 maart Tekst persbericht De pensioenuitvoerders zullen voor de zomer hun deelnemers per brief informeren over de individuele gevolgen van de kredietcrisis op hun pensioen. Hierover wordt nu overleg gevoerd tussen de AFM, DNB, het ministerie van SZW en de pensioenkoepels. Als de pensioenuitvoerders hun deelnemers per brief goed informeren, hoeven ze in 2009 het toeslagenlabel niet te gebruiken. De mondiale financiële crisis heeft ook de Nederlandse pensioenfondsen hard geraakt. Hierover is al veel algemene informatie beschikbaar, maar daarmee is nog niet duidelijk waar een individuele deelnemer aan toe is. Het is voor deelnemers, gewezen deelnemers en pensioengerechtigden belangrijk om te weten hoe de specifieke situatie is ten aanzien van hun eigen pensioenfonds. Daarom is het van belang om transparant en pro-actief te communiceren met belanghebbenden. Dit komt het vertrouwen in de fondsen en het Nederlandse pensioenstelsel ten goede. De AFM, DNB, het ministerie van SZW en de pensioenkoepels overleggen op welke manier de pensioenuitvoerders hun belanghebbenden het beste kunnen informeren. Naar verwachting leidt dit tot een modelbrief die alle pensioenuitvoerders kunnen gebruiken om hun 4
5 deelnemers op begrijpelijke wijze te informeren. De AFM vindt dat een heldere communicatie met de deelnemers over de gevolgen van de crisis en de eventuele herstelplannen voor indexatie, premies, behoud van rechten, en waardeoverdracht hoge prioriteit heeft. Daarom is besloten om in 2009 af te zien van controle op het toeslagenlabel, die eerder al was uitgesteld tot 1 april Voorwaarde hiervoor is dat pensioenuitvoerders de modelbrief in het tweede kwartaal van 2009 aan hun belanghebbenden versturen. Uiteraard hebben pensioenuitvoerders de mogelijkheid om het toeslagenlabel wel te gebruiken. Voor verzekeraars (waar de problematiek van de herstelplannen niet speelt) wordt nog bezien of een modelbrief een goed alternatief is, of dat het toeslagenlabel zoals gepland wordt ingevoerd. De pensioenuitvoerders zullen na afronding van het overleg zo spoedig mogelijk worden geïnformeerd, naar verwachting in de loop van maart. De modelbrief zal dan ook ter beschikking worden gesteld. Omdat dit operationele gevolgen heeft voor de sector kiest de AFM er voor om nu reeds met dit bericht naar buiten te komen. Commentaar E. Lutjens: bij gebreke van wettelijke ontheffingsmogelijkheid wordt wel makkelijk besloten tot een niethandhavend optreden. Daar is misschien reden voor, maar wellicht had men beter vooraf kunnen bedenken of het toeslagenlabel wel zo n goed idee is. Of rekening is gehouden met de effecten voor die pensioenuitvoerders die ongetwijfeld kostbare maatregelen hebben genomen om tijdig aan hun wettelijke verplichtingen te voldoen, blijkt niet. De AFM overweegt blijkbaar nog om onderscheid te maken in de controle tussen pensioenfondsen en verzekeraars. Of die differentiatie die dan ontstaat bijdraagt aan het met het uniforme label beoogde doel, kan men zich afvragen. 5. Pensioen bij overgang van een onderneming Bij de overgang van een onderneming gaan de rechten en plichten uit een pensioenovereenkomst van rechtswege op de verkrijger van een onderneming (artikel 7:663 BW). Hierop geeft artikel 7:664 BW enkele uitzonderingen. In artikel 7:664 lid 1 onder a BW lag onder de PSW de uitzondering besloten voor het geval de verkrijgende werkgever aan de overgenomen werknemers dezelfde toezegging doet, die hij reeds voor het tijdstip van de overgang heeft gedaan aan zijn werknemers. Bij de Wijzigingswet Pensioenwet is deze formulering gewijzigd met het doel het aan te passen aan de terminologie van de Pensioenwet. In plaats van toezegging doet, staat thans sinds invoering van de Wijzigingswet Pensioenwet in de tekst van artikel 7:664 lid 1 onder a BW dat de uitzondering op de overgang van rechten en plichten uit de pensioenovereenkomst geldt, wanneer de verkrijgende werkgever dezelfde pensioenovereenkomst sluit. Deze formulering eist het sluiten van een pensioenovereenkomst, dus niet alleen aanbod van de werkgever, maar ook aanvaarding door de werknemer. De oude formulering (toezegging doet) zou duiden op een eenzijdige rechtshandeling van de werkgever. 5
6 Of de formulering pensioenovereenkomst sluit de bedoeling juist weergeeft en gewenst recht is, is in de literatuur debat ontstaan. De wetgever heeft naar aanleiding daarvan opgemerkt dat pensioentoezegging doet een eenzijdig aanbod van de werkgever veronderstelde en dat met introductie van de Pensioenwet hierin geen wijziging werd beoogd. In de Verzamelwet SZW-wetgeving 2009 wordt daarom voorgesteld artikel 7:664 lid 1 onder a BW als volgt te formuleren (kamerstuk , nr. 2): Artikel 664, eerste lid, onderdeel a, komt te luiden: a. de verkrijger aan de werknemer, bedoeld in artikel 663, een zelfde aanbod doet tot het sluiten van een pensioenovereenkomst, als hij reeds voor het tijdstip van overgang heeft gedaan aan zijn werknemers;. 6. Wetsvoorstel uitstel inkoop pensioen bij premieovereenkomst Bij een premieovereenkomst moet de premie volgens de definitie van artikel 1 Pensioenwet uiterlijk op de pensioendatum worden omgezet in pensioenuitkering. Indien juist nu door de kredietcrisis de waarde van het pensioenkapitaal ernstig zou zijn aangetast, zou het gewenst zijn om de inkoop van pensioen uit te kunnen stellen. In antwoorden op Kamervragen hierover had de minister van SZW al aangegeven dat hij een knip zou toestaan, waarmee tijdelijk de mogelijkheid zou worden geboden een deel van de inkoop van het pensioen uit te stellen. Het wetsvoorstel is opgenomen in de Verzamelwet SZWwetgeving 2009 (kamerstuk , nr. 8). Tekstvoorstel tot wijziging van de Pensioenwet in verband met inkoopknip Aan artikel 2 wordt een lid toegevoegd, luidende: 9. Bij regeling van Onze Minister kunnen regels worden gesteld met betrekking tot een premieovereenkomst waarbij de premie wordt belegd tot de pensioendatum en waarbij op de pensioendatum het pensioen wordt gesplitst in een eerst ingaande tijdelijke uitkering en een direct aansluitende levenslange uitkering. In deze regeling: a. kan een dergelijk pensioen, en een daarbij horend nabestaandenpensioen, worden gelijkgesteld met een pensioen als bedoeld in artikel 1; b. kan worden bepaald dat dit pensioen voldoet aan de artikelen 15 en 63; c. kan worden bepaald dat pensioenuitvoerders verplicht zijn mee te werken aan splitsing van het pensioen zoals beschreven in de aanhef; en d. kunnen regels worden gesteld betreffende een goede uitvoering. Uit de toelichting Bij premieovereenkomsten waarbij de premie wordt belegd tot de pensioendatum (zuivere premieovereenkomsten) komt het beleggingsrisico geheel voor rekening van de deelnemer. Het risico dat de beleggingen vlak voor de pensioendatum minder waard worden, met als gevolg een lagere pensioenuitkering (conversierisico), kan op twee 6
7 manieren worden tegengegaan. In de eerste plaats door niet te kiezen voor een «zuivere premieovereenkomst», maar voor een premieovereenkomst waarbij tijdens de opbouwfase al geregeld een aanspraak op kapitaal of uitkering wordt ingekocht. Het is aan sociale partners om een bepaalde pensioenvorm te kiezen. In de tweede plaats kan het conversierisico worden beperkt door zodanig te beleggen, dat het beleggingsrisico kleiner wordt naarmate de pensioendatum nadert. Indien mensen met een premieovereenkomst die binnenkort met pensioen gaan, hebben belegd volgens dit «life cycle»- principe, hebben zij geen of slechts beperkt last van de recente koersdalingen. In artikel 52 van de Pensioenwet is bepaald dat bij premieovereenkomsten moet worden belegd conform het «life cycle»-principe. Als het een premieovereenkomst betreft met beleggingsvrijheid, en betrokkene maakt van die vrijheid gebruik, dan adviseert de pensioenuitvoerder betrokkene hoe hij de beleggingen zodanig kan spreiden dat aan het «life cycle»-principe wordt voldaan. De regering acht deze regels in de structurele situatie toereikend om het conversierisico zoveel mogelijk te beperken. De zojuist aangehaalde regelgeving is evenwel van zeer recente datum, en heeft derhalve nog nauwelijks effect kunnen sorteren in de gevallen waarin mensen kort na inwerkingtreding van deze regels met pensioen zijn gegaan of nog gaan. Voor die gevallen kan in de praktijk de behoefte worden gevoeld om de inkoop van een deel van de uitkering te verschuiven naar de toekomst. Dit heeft de regering tot de conclusie gebracht dat het wenselijk is tijdelijk de mogelijkheid te creëren om op pensioendatum het pensioen te splitsen in een eerst ingaande tijdelijke uitkering en een direct aansluitende levenslange uitkering. Voor deze mogelijkheid wordt een grondslag gecreëerd in artikel 2 van de Pensioenwet (en het daarmee corresponderende artikel 2 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling). In de te treffen regeling wil de regering de mogelijkheid van een beleggingsknip creëren voor degenen die binnen afzienbare tijd met pensioen gaan. Hierbij denkt de regering aan degenen die uiterlijk op 1 januari 2014 pensioneren. Zij krijgen de mogelijkheid om op pensioendatum de inkoop van een deel van hun pensioen uit te stellen met maximaal 5 jaar. De wijziging van artikel 2 van de PW ziet daarop. Er is gekozen voor nader te stellen regels bij ministeriële regeling, om in goed overleg met de minister van Financiën eventuele voorwaarden voor de tijdelijke beleggingsknip te kunnen afstemmen. Zo wordt voorkomen dat op grond van de pensioenregelgeving pensioenregelingen mogelijk zijn die niet fiscaal worden gefaciliteerd. Dat zou verwarring kunnen creëren, wat onwenselijk is. Tevens kan door de delegatiebepaling met verzekeraars, waar de gevallen als zojuist bedoeld zich concentreren, worden overlegd over uitvoeringsaspecten. Een pensioen dat is gesplitst in een korte tijdelijke uitkering gevolgd door een direct aansluitende levenslange uitkering voldoet niet aan de definitie(s) van pensioen in artikel 1 van de Pensioenwet en artikel 1 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling. Onderdeel van deze definities is namelijk dat het moet 7
8 gaan om een «geldelijke, vastgestelde uitkering». Het begrip «vastgestelde» geeft aan dat de hoogte van de uitkering vanaf de pensioendatum moet vaststaan en niet mag variëren op grond van een onzekere factor. Een «gesplitst» pensioen voldoet hier niet aan omdat de hoogte van de levenslange uitkering op de pensioendatum niet bekend is. Voorgesteld wordt om de mogelijkheid op te nemen om bij ministeriële regeling te bepalen dat onder voorwaarden dit pensioen en een daarbij horend nabestaandenpensioen, wordt gelijkgesteld met een pensioen in de zin van de Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling. Ook kan in deze regeling worden bepaald dat een dergelijk pensioen voldoet aan de artikelen 15 Pensioenwet en 31 Wet verplichte beroepspensioenregeling (de pensioenovereenkomst moet erin voorzien dat een ouderdomspensioen levenslang wordt uitgekeerd) en de artikelen 63 Pensioenwet en 74 Wet verplichte beroepspensioenregeling (deze artikelen schrijven de maximale variatie van de pensioenuitkering voor en bepalen dat de mate van variatie uiterlijk op de ingangsdatum van het pensioen vast moet staan). In de regeling kan eveneens worden opgenomen onder welke voorwaarden pensioenuitvoerders verplicht zijn mee te werken aan splitsing van het pensioen. Het ligt in de rede dat splitsing alleen aan de orde is indien de deelnemer daarom verzoekt. Tenslotte kunnen in de regeling regels worden opgenomen die nodig zijn voor de uitvoering. Het gesplitste pensioen wordt een, tijdelijk toegestane, uitzondering op de normale regelgeving. Aangezien het pensioen wordt gelijkgesteld met pensioen in de zin van de Pensioenwet zijn de Pensioenwetbepalingen in beginsel van toepassing op dit pensioen. In de uitvoering kan echter blijken dat bepaalde bepalingen niet (zonder meer) toegepast kunnen worden. 7. Wetsvoorstel shoppen met partnerpensioen De Pensioenwet geeft in de artikelen 80 en 81 de mogelijkheid tot het shoppen met pensioen, de overdracht naar een andere uitvoerder op pensioendatum bij een kapitaal- en premieovereenkomst. De wet biedt deze mogelijkheid thans alleen aan de deelnemer en gewezen deelnemer, dus niet aan de rechthebbende op nabestaandenpensioen. Dat recht wordt thans met het wetsvoorstel Verzamelwet SZWwetgeving 2009 gegeven (kamerstuk , nr. 8). Tekst wetsvoorstel inzake shoppen. Artikel 80, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd: 1. In de aanhef wordt de zinsnede «van de deelnemer of gewezen deelnemer» vervangen door: van de deelnemer, gewezen deelnemer of andere aanspraakgerechtigde. 2. In onderdeel c wordt de zinsnede «van de deelnemer» vervangen door: van de deelnemer, gewezen deelnemer of andere aanspraakgerechtigde. In artikel 81 en 89 Pensioenwet komen overeenkomstige wijzigingen. Uit de toelichting Met de voorgestelde wijzigingen wordt uitvoering gegeven aan de 8
9 toezegging zoals verwoord in de antwoorden op de vragen van het lid Blok over de Pensioenwet en de achterblijvende partners (Aanhangsel Handelingen II, , nr. 11, blz. 25). Daarin was geconstateerd dat door de invoering van de Pensioenwet onbedoeld de mogelijkheid tot shoppen voor de partner van de (gewezen) deelnemer was vervallen. Naast de toegezegde aanpassing van de Pensioenwet wordt voorgesteld ook de vergelijkbare bepalingen in de Wet verplichte beroepspensioenregeling aan te passen. De wijzigingen hebben zoals gezegd betrekking op het introduceren van de mogelijkheid van «shoppen» voor de achterblijvende partner. Dit wordt gerealiseerd door in de tekst toe te voegen «een andere aanspraakgerechtigde». Met de term «een andere aanspraakgerechtigde» wordt gedoeld op degene die geen aanspraakgerechtigde is voor het ouderdomspensioen, maar die aanspraakgerechtigde is voor het nabestaandenpensioen. Daarbij kan het gaan om de achterblijvende partner in het kader van het partnerpensioen of een achterblijvend kind in het kader van het wezenpensioen. De term aanspraakgerechtigde is in artikel 1 van de Pensioenwet gedefinieerd als: de begunstigde voor een nog niet ingegaan pensioen. Op het moment dat een deelnemer of gewezen deelnemer overlijdt, zal, mits de pensioenregeling daarin voorziet, het kapitaal voor het nabestaandenpensioen beschikbaar komen. De term «pensioendatum» is in de Pensioenwet niet gedefinieerd omdat de betekenis afhankelijk is van het karakter van het pensioen. Bij een ouderdomspensioen is de pensioendatum het tijdstip waarop de deelnemer of gewezen deelnemer zijn ouderdomspensioen gaat ontvangen. Bij een nabestaandenpensioen is de pensioendatum de datum waarop de deelnemer of gewezen deelnemer overlijdt en het nabestaandenpensioen door de pensioenuitvoerder verschuldigd wordt. Uiteraard kan er enige tijd verlopen tussen het tijdstip van overlijden en het tijdstip waarop de uitkering daadwerkelijk kan worden uitbetaald. Zolang het op de pensioendatum (lees de overlijdensdatum van de deelnemer of gewezen deelnemer) beschikbaar gekomen kapitaal nog niet is aangewend, wordt de begunstigde voor het nabestaandenpensioen nog aangeduid als: aanspraakgerechtigde. Pas wanneer de uitkering daadwerkelijk wordt verricht verandert de status van de aanspraakgerechtigde in de status van een pensioengerechtigde. Voorgesteld wordt om voor het creëren van de mogelijkheid van shoppen voor nabestaanden in de artikelen 80, 81 en 89 Pensioenwet de term «of een andere aanspraakgerechtigde» toe te voegen. In de laatste zin van artikel 80, eerste lid, en artikel 81, eerste lid, is de zinsnede «deelnemer of gewezen deelnemer» niet vervangen door «deelnemer, gewezen deelnemer of andere aanspraakgerechtigde» omdat de instemming van de partner die begunstigde is uiteraard niet nodig is voor waardeoverdracht als de partner zelf om die waardeoverdracht vraagt. Met de voorgestelde tekst van artikel 82, eerste lid, wordt voorzien in het verschil tussen de 9
10 pensioendatum bij ouderdomspensioen enerzijds en bij nabestaandenpensioen anderzijds. 8. Afstand recht op waardeoverdracht In geval van het recht op waardeoverdracht kan de werkgever zich geconfronteerd zien met een (soms) aanzienlijke bijbetalingsverplichting. De oorzaken daarvan blijven hier buiten beschouwing. In deze Nieuwsbrief wordt nog eens ingegaan de opvatting van E. Lutjens (zie Pensioen & Praktijk 20089/11) dat de werknemer afstand kan doen van zijn recht op waardeoverdracht, bijvoorbeeld in het kader een beding in de arbeids- of pensioenovereenkomst met de werkgever. Die opvatting is bekritiseerd als zou het afstand doen strijdig zijn met de Pensioenwet. Dat lijkt mij niet het geval. In artikel 71 Pensioenwet betreffende het recht op waardeoverdracht wordt weliswaar gesteld dat elk beding strijdig met dit artikel nietig is. Dit artikel 71 bepaalt echter niet een onvervreembaar recht van de werknemer tot waardeoverdracht. Artikel 71 regelt (slechts) de verplichting voor de pensioenuitvoerder om op de in dit artikel aangegeven wijze mee te werken aan waardeoverdracht na een verzoek van de gewezen deelnemer. Afspraken op grond waarvan deze medewerkingsplicht niet geldt, zijn daarom nietig. Dat treft dan ook bepalingen die de uitvoeringsbepalingen inzake dit recht op waardeoverdracht in het Besluit Pensioenwet, zoals de bijbetalingsplicht van de werkgever, opzij zetten. De werknemer is op grond van de Pensioenwet echter niet verplicht om het verzoek om waardeoverdracht te doen. Het is een vrije bevoegdheid. De werknemer mag besluiten niet om waardeoverdracht te verzoeken. Er staat niets in de weg dat hij die wil om niet om waardeoverdracht te verzoeken openbaar maakt en kenbaar maakt aan de werkgever. In het verlengde daarvan staat niets er aan in de weg dat de werknemer overeenkomt dat hij niet om waardeoverdracht zal verzoeken. Een dergelijke overeenkomst werkt mogelijk niet tegen de pensioenuitvoerder indien de werknemer toch om waardeoverdracht verzoekt. Maar de werkgever kan de werknemer wel op het niet naleven van die overeenkomst aanspreken en bijvoorbeeld schadevergoeding claimen. 9. Rechtspraak Evenredige kostentoedeling in premieovereenkomst Rechtbank Amsterdam 21 mei 2008 De premieovereenkomst brengt in de eerste jaren van deelneming meer kosten ten laste van de premie dan in latere jaren. Een werknemer stelt dat hiermee in strijd is gehandeld met artikel 7a PSW, de regel inzake evenredige opbouw en financiering. De rechtbank erkent dat artikel 7a van toepassing is op premieovereenkomsten maar acht de handelwijze niet strijdig met artikel 7a: Uit de wettekst en uit de hiervoor aangehaalde wetsgeschiedenis is slechts af te leiden dat het de wetgever om te 10
11 doen is dat ook bij beschikbare premieregelingen sprake is van een tijdsevenredige opbouw van de pensioenaanspraken en de financiering daarvan. A. heeft niet toegelicht waarom daarvan slechts sprake kan zijn indien alle op de beschikbare premie in mindering te brengen kosten gelijkelijk over de (boogde) looptijd van de verzekering worden gespreid. Dat had op haar weg gelegen nu [.] terecht heeft aangevoerd dat een zelfde premie gedurende de eerste jaren [ ] tot een hogere pensioenopbouw leidt dan gedurende de latere jaren Niet in te zien is echter, waarom een verzekeraar terzake van aanvangskoten werknemers in bescherming moet nemen die om wat voor reden ook slechts kort in dienst blijven, zolang de kostenallocatie ten opzichte van die werknemers niet onredelijk is en beantwoordt aan de eis van onevenredige pensioenopbouw van artikel 7a PSW. Tegen de uitspraak is hoger beroep ingsteld. Geen premie, wel recht Kantonrechter Amsterdam 4 april en 6 augustus 2008 In de periode voor inwerkingtreding van de Pensioenwet is geen premie betaald. De pensioenuitvoerder stelt dat daarom geen opbouw van pensioenaanspraken heeft plaatsgevonden. De vordering tot opbouw is inmiddels volgens de pensioenuitvoerder ook verjaard. De kantonrechter oordeelt dat het opbouwen van pensioenaanspraken alleen een administratieve handelen is en geen rechten vestigt. Derhalve kan er ook geen verjaring zijn van een vordering tot het (niet) opbouwen van pensioenaanspraken. Derhalve oordeelt de kantonrechter dat bij het (eerste) uitkeringsmoment de verjaring pas aan de orde kan zijn en nu die vordering in dit geval onder de Pensioenwet moet worden beoordeeld er geen sprake van is dat door niet betalen van premie geen aanspraken zijn opgebouwd. Commentaar E. Lutjens: Tegen de uitspraak is hoger beroep ingesteld. Het oordeel dat het opbouwen van aanspraken enkel maar administratieve betekenis heeft, doet naar mijn oordeel geen recht aan de aanname dat (opgebouwde) pensioenaanspraken weliswaar voorwaardelijke vermogensrechten zijn (zie Hoge Raad in het Boon/van Loon arrest) en derhalve voor verrekening in aanmerking komen. Daarom ook is waardeoverdracht van opgebouwde rechten mogelijk. Omzetting vervroegd ingaand keuzepensioen naar ouderdomspensioen als reactie op VPL-wetgeving, Gerechtshof s-hertogenbosch 3 maart 2009 De Pensioenuitvoerder (ABP) zet individueel overeengekomen keuzepensioen in reactie op aanpassingen aan de VPL-wetgeving om in ouderdomspensioen. Het gerechtshof oordeelt dat sociale partners en ABP bevoegd waren de pensioenovereenkomst en het pensioenreglement te wijzigen, maar dat de omzetting van het pensioen als een waardeoverdracht moet worden aangemerkt die op grond van artikel 83 Pensioenwet niet tegen de kenbaar gemaakte wil van de rechthebbende toegestaan is. De instemming van de rechthebbende blijkt volgens het 11
12 gerechtshof niet uit de binding aan het pensioenreglement in algemene zin. Aangezien ABP heeft toegezegd het keuzepensioen toch in de oude vorm te blijven betalen, is de omzettingsoperatie niettemin volgens het hof toegestaan. Met verwijzing naar eerdere oordelen van de Commissie Gelijke Behandeling acht het gerechtshof geen verboden leeftijdonderscheid aanwezig. Bindende keuze voor pensioenregeling na fusie, kantonrechter Haarlem 2 juli 2008 In het kader van de fusie van ondernemingen maakt de werknemer een keuze voor een nieuwe pensioenregeling. De keuze blijkt nadelig uit te pakken. De werknemer beroept zich op dwaling, stellende dat hij onvoldoende is geïnformeerd. De kantonrechter oordeel dat de werkgever zijn informatieplicht niet heeft geschonden. De werknemer is voldoende over de positieve en negatieve kansen op de hoogte gesteld. Wijziging pensioenregeling als gevolg van wijziging in fiscale wetgeving toegestaan, kantonrechter Amsterdam 28 oktober 2008 Deze zaak betreft een aanpassing aan de Witteveen-wijzigingen in de Wet op de Loonbelasting. Aanvankelijk was bij de wijziging van eindloon naar middelloon een aanvullende regeling getroffen om het eindloonniveau te behouden. De werkgever beëindigt deze aanvullende regeling. De kantonrechter acht deze wijziging van de arbeidsovereenkomst toegestaan omdat er sprake is van strijd met de fiscale wetgeving, de werkgever een groot financieel belang heeft en de Ondernemingsraad heeft ingestemd. Opzegging aansluitingsovereenkomst in verband met VPL wetgeving niet toegestaan, kantonrechter Amsterdam 3 november 2008 Een pensioenfonds zegt de aansluitingsovereenkomst met een werkgever op nadat het fonds in verband met de VPLwetgeving het prepensioen heeft laten vervallen. De rechtbank acht de opzegging niet rechtsgeldig omdat de VPL-wetgeving niet meebrengt dat de overeenkomst nietig zou zijn, want opbouw van prepensioen is nog steeds mogelijk, zij het alleen voor werknemers van 55 jaar en ouder op de peildatum fiscaal gefaciliteerd. 10. VU Lezingen Pensioenactualiteiten 2009 Hieronder het programma van de Lezingen Pensioenactualiteiten Het volledige programma is te vinden op de site van het Expertisecentrum Pensioenrecht en op onder opleidingen, postacademisch onderwijs. 11 maart Gevolgen van de kredietcrisis Inventarisatie van feitelijke en juridische gevolgen voor pensioenuitvoerders, (gewezen) deelnemers en werkgevers. Te behandelen onderwerpen onder meer: 12
13 18 juni - Werken met toeslagenmatrix en toeslagenlabel Achtergronden en inhoud van de toeslagenregels, begrijpelijk communiceren, afwijkingsmogelijkheden, toepassing in de praktijk, beleid van AFM vula@rechten.vu.nl - telefoon (020) , website onder VU Law Academy of opleidingen. 6 oktober - Vrijstelling van Bpf: mogelijkheden en voorwaarden Wanneer is vrijstelling mogelijk, voorschriften aan vrijstelling, beleid Bpf, toetsing in rechtspraak, bescherming vrijgestelde werknemer, toetsing op gelijkwaardigheid 18 november Nationale en internationale waardeoverdracht Wanneer is waardeoverdracht mogelijk, bijstortingsplicht werkgever, bevat de Pensioenwet nog leemten, fiscale behandeling, overdracht en emigratie Aanmelding Vrije Universiteit Amsterdam, Fac. Rechtsgeleerdheid, VU Law Academy Fax: ; VULA@rechten.vu.nl 11. Leergang Pensioenrecht In het najaar 2009 start aan de Vrije Universiteit Amsterdam wederom een editie van de Leergang Pensioenrecht. Informatie en aanmelding Vrije Universiteit Amsterdam - VU Law Academy - Faculteit der Rechtsgeleerdheid Het Expertisecentrum Pensioenrecht van de Vrije Universiteit Amsterdam verricht onderzoek op het brede pensioenterrein. Ook verstrekt het Expertisecentrum in opdracht van instellingen, bedrijfsleven of overheid adviezen over pensioenjuridische en pensioenbeleidsmatige vraagstukken. Voor informatie: contact E. Lutjens, zie het colofon op blz 1 van deze Nieuwsbrief of bezoek de website ecentrum-pensioenrecht/index.asp Lopende promotieonderzoeken binnen het Expertisecentrum betreffen de rechtspositie van de oudere werknemer (door Mark Heemskerk) en informatie- en zorgplichten bij pensioen en andere financiële producten (door Sijbren Kuiper). 13
Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
STAATSCOURANT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. 10855 17 juli 2009 Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 15 juli 2009, nr. AV/PB/2009/14387,
Nadere informatieDe Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2009Z02723/2080913600. Kamervragen van het lid Omtzigt
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon (070) 333 44 44 Fax (070) 333 40 33
Nadere informatiePensioenwet De Pensioenwet is op 1 januari 2007 (gedeeltelijk) in werking getreden: Wet van 7 december 2006, Stb. 2006, 705.
Nieuwsbrief januari 2007, Jaargang 2 - vol. 1 Pensioenwet De Pensioenwet is op 1 januari 2007 (gedeeltelijk) in werking getreden: Wet van 7 december 2006, Stb. 2006, 705. Samenhangende regelgeving De met
Nadere informatieVoorstel van wet houdende invoering van de Pensioenwet (Invoerings- en aanpassingswet Pensioenwet)
Voorstel van wet houdende invoering van de Pensioenwet (Invoerings- en aanpassingswet Pensioenwet) Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben,
Nadere informatieADDENDUM BIJ DE PENSIOENOVEREENKOMST
ADDENDUM BIJ DE PENSIOENOVEREENKOMST In aanvulling op de eerder tussen de werkgever en diens werknemers gesloten pensioenovereenkomst maken met ingang van 1 januari 2008 de hierna vermelde bepalingen deel
Nadere informatieDNB en AFM zijn op grond van de Europese pensioenrichtlijn (2003/31/EG) verplicht om te dit overzicht te publiceren.
Overzicht van het toepasselijke sociaal en arbeidsrecht, de informatievoorschriften en beleggingsrestricties die van toepassing zijn op Nederlandse pensioenregelingen die worden uitgevoerd door een pensioeninstelling
Nadere informatieNieuwsbrief van het Expertisecentrum Pensioenrecht van de Vrije Universiteit Amsterdam ter ondersteuning van de Leergang Pensioenrecht.
Nieuwsbrief van het Expertisecentrum Pensioenrecht van de Vrije Universiteit Amsterdam ter ondersteuning van de Leergang Pensioenrecht. Editie 2013/9 Kamervragen Instemmingsrecht Ondernemingsraad bij PPI
Nadere informatieOverzicht Nederlands sociaal en arbeidsrecht en voorschriften van informatieverstrekking
Bij de uitvoering van de pensioenregeling van een in Nederland gevestigde werkgever door een pensioeninstelling uit een andere lidstaat blijven, op grond van de Europese Richtlijn EU 2016/2341/EU, het
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 013 Wijziging van de Pensioenwet en enige andere wetten (Verzamelwet pensioenen 2012) Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN Dit wetsvoorstel
Nadere informatieNieuwsbrief Leergang Pensioenrecht
Jaar 2018 Uitgave 18 Datum: 25 mei 2018 Nieuwsbrief Leergang Pensioenrecht In deze aflevering: Expertisecentrum Pensioenrecht Recente rechtspraak Samengesteld door Prof. dr. Erik Lutjens 2 Inhoud 18.1.
Nadere informatieDit besluit is per 1 januari 2015 vervangen door het besluit van 23 september 2014, nr. BLKB2014/1702M) Het vervallen besluit is hierna opgenomen.
Dit besluit is per 1 januari 2015 vervangen door het besluit van 23 september 2014, nr. BLKB2014/1702M) Het vervallen besluit is hierna opgenomen. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der
Nadere informatieArtikel Beursbengel: Einde deelname aan de pensioenregeling vóór pensioendatum
Artikel Beursbengel: Einde deelname aan de pensioenregeling vóór pensioendatum Zeker ook in de huidige economische crisis zal het nog meer voor gaan komen, dat werknemers niet tot hun pensioendatum kunnen
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2014 527 Wet van 10 december 2014 tot wijziging van de Pensioenwet, de Wet verplichte beroepspensioenregeling en enkele andere wetten in verband met
Nadere informatie2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE
> Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333
Nadere informatieBESCHIKBARE PREMIE REGELING (DC Pensioenfonds)
BESCHIKBARE PREMIE REGELING (DC Pensioenfonds) BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN Artikel 1 1. De pensioenovereenkomst zoals neergelegd in dit reglement draagt het karakter van een premieovereenkomst. 2. De ingevolge
Nadere informatieAandachtspuntenlijst reglementen rechtstreekse regeling
Aandachtspuntenlijst reglementen rechtstreekse regeling Dit reglement betreft een: (versie augustus 2012) A. Verplichte PW artikelen
Nadere informatieBijlage 1 bij de pensioenovereenkomst
Bijlage 1 bij de pensioenovereenkomst van Janssen Biologics B.V. Janssen Cilag B.V. Johnson & Johnson Medical B.V. Johnson & Johnson Consumer B.V. Mentor Medical Systems B.V. Crucell Holland B.V. Versie
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 101 Besluit van 5 februari 2002 tot vaststelling van een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in de artikelen 2b, vijfde lid, 2c, tweede
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 32 043 Toekomst pensioenstelsel Nr. 338 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer
Nadere informatieDNB-intern. 27 januari Volledig herverzekerde fondsen 2011/ Vinken, W.C.M. Geacht bestuur,
Toezicht Pensioenfondsen en beleggingsondernemingen Amsterdam Postbus 98 1000 AB Amsterdam DNB-intern Volledig herverzekerde fondsen 27 januari 2011 Uw kenmerk Behandeld door Vinken, W.C.M. Doorkiesnummer
Nadere informatieeen goedkeuring voor pensioenregelingen met een toezegging van partner en wezenpensioen voor werknemers geboren voor 1950;
Belastingdienst/Directie Vaktechniek Belastingen Besluit van 23 juni 2014, nr. BLKB2014/0351M De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten Dit besluit is een herziening van het besluit
Nadere informatiePensioenwet Risicodekking nabestaandenpensioen
Nieuwsbrief juli/augustus 2007, Jaargang 2 - vol. 7/8 Pensioenwet Risicodekking nabestaandenpensioen Indien de pensioenovereenkomst voorziet in een partnerpensioen op risicobasis behoudt de deelnemer,
Nadere informatieWijziging van een aantal wetten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Verzamelwet SZW-wetgeving 2009)
31 811 Wijziging van een aantal wetten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Verzamelwet SZW-wetgeving 2009) NOTA VAN WIJZIGING Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd: 1 In artikel
Nadere informatie1. In het eerste en tweede lid wordt schriftelijk vervangen door: schriftelijk of elektronisch.
CONCEPT Voorontwerp van het voorstel van wet tot wijziging van de Pensioenwet en de Wet verplichte beroepspensioenregeling in verband met verbetering van de pensioencommunicatie (Wet pensioencommunicatie)
Nadere informatieIORP II De implementatie is nu een feit: Communicatie
Nieuwsbericht Datum: 28 januari 2019 Van: Swalef pensioenjuristen en academie Onderwerp: IORP II De implementatie is nu een feit: Communicatie Nieuwsbericht 2 van 4 In werking! Op 13 januari 2019 is de
Nadere informatieHet wetsvoorstel is op 3 juli 2014 aangenomen door de Tweede Kamer. ChristenUnie, SGP, VVD, Van Vliet, D66, GroenLinks en PvdA stemden voor.
Overzicht van stemmingen in de Tweede Kamer afdeling Inhoudelijke Ondersteuning aan De leden van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) datum 3 juli 2014 Betreffende wetsvoorstel:
Nadere informatieAddendum 2 bij het Pensioenreglement pensioenregeling A, van Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland, contractnummer
Pagina 1 van het addendum 2 bij het Pensioenreglement Sanoma pensioenregeling A, contractnummer 27339 Addendum 2 bij het Pensioenreglement pensioenregeling A, van Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland,
Nadere informatieDe beschikbare premieregeling: de feiten op een rij
De beschikbare premieregeling: de feiten op een rij 3 De beschikbare premieregeling In Nederland bestaan grofweg twee categorieën pensioenregelingen: beschikbare premieregelingen enerzijds en middelloon-
Nadere informatie1. Pensioenwet - Inwerkingtreding 2008
Nieuwsbrief december 2007, Jaargang 2 - vol. 9 1. Pensioenwet - Inwerkingtreding 2008 De Pensioenwet is op 1 januari 2007 in werking getreden, maar voor belangrijke onderdelen is in uitgestelde werking
Nadere informatieAandachtspuntenlijst reglementen (Bpf)
Aandachtspuntenlijst reglementen (Bpf) Dit reglement betreft een: (versie augustus 2012) A. Verplichte PW artikelen Datum in- Nr. Aard
Nadere informatie2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamerder Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE
> Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamerder Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2008 2009 31 811 Wijziging van een aantal wetten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Verzamelwet SZW-wetgeving 2009) C MEMORIE VAN ANTWOORD
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2011 13 Besluit van 14 januari 2011 tot wijziging van het Besluit financieel toetsingskader pensioenfondsen in verband met herverzekerde fondsen 0
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 226 Enige wijzigingen in de Pensioenwet, de Wet verplichte beroepspensioenregeling en enige andere wetten Nr. 2 VOORSTEL VAN WET Wij Beatrix,
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 344 Wijziging van de Pensioenwet, de Wet verplichte beroepspensioenregeling en de Wet op de loonbelasting 1964 in verband met invoering van
Nadere informatieAddendum 2 bij het Pensioenreglement Sanoma 2009 pensioenregeling, van Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland, contractnummer
Pagina 1 van het addendum 2 bij het Pensioenreglement Sanoma 2009 pensioenregeling, contractnummer 27339 Addendum 2 bij het Pensioenreglement Sanoma 2009 pensioenregeling, van 27339. Stichting Pensioenfonds
Nadere informatieRegeling voor vrijwillig individueel pensioensparen (pensioenleeftijd 67)
Regeling voor vrijwillig individueel pensioensparen (pensioenleeftijd 67) artikel 1. Algemeen Deze regeling is een bijlage bij het pensioenreglement van 1 van Stichting Pensioenfonds General Electric Nederland,
Nadere informatieAandachtspuntenlijst reglementen (Opf)
Aandachtspuntenlijst reglementen (Opf) Dit reglement betreft een: (versie augustus 2012) A. Verplichte PW artikelen Datum in- Nr. Aard
Nadere informatieVeelgestelde vragen en antwoorden
Veelgestelde vragen en antwoorden Algemeen 1. Wat is een UPO? UPO staat voor Uniform Pensioenoverzicht. Het UPO geeft u inzicht in uw huidige en toekomstige financiºle situatie (en de situatie voor uw
Nadere informatieREGLEMENT AANVULLINGSREGELINGEN PER 1 JANUARI 2006 STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE HANDEL IN BOUWMATERIALEN
REGLEMENT AANVULLINGSREGELINGEN PER 1 JANUARI 2006 STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE HANDEL IN BOUWMATERIALEN Februari 2011 HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1.1 Inleidende bepalingen 1.
Nadere informatiePensioenreglement. van AEGON Levensverzekering N.V. voor de werknemers op wie van toepassing was de pensioenregeling van:
van AEGON Levensverzekering N.V. voor de werknemers op wie van toepassing was de pensioenregeling van: de stichting Algemeen mijnwerkersfonds van de steenkolenmijnen in Limburg. 45284 Inhoudsopgave Algemene
Nadere informatie1. In het opschrift wordt aan pensioengerechtigden bij pensioeningang vervangen door: voorafgaand aan de pensioeningang.
34 008 Wijziging van de Pensioenwet en de Wet verplichte beroepspensioenregeling in verband met verbetering van de pensioencommunicatie (Wet pensioencommunicatie) Nota van wijziging Het voorstel wordt
Nadere informatie2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE
> Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4
Nadere informatieOverzicht vragen gesteld tijdens inloopsessies met betrekking tot de nieuwe pensioenregeling
Overzicht vragen gesteld tijdens inloopsessies met betrekking tot de nieuwe pensioenregeling 1. Waarom wordt het nieuwe pensioenreglement pas later uitgereikt? Antwoord: De pensioenregeling is gebaseerd
Nadere informatieNotitie inzake: NETTO PENSIOEN IN DE TWEEDE PIJLER EXPERTISECENTRUM PENSIOENRECHT
EXPERTISECENTRUM PENSIOENRECHT Notitie inzake: NETTO PENSIOEN IN DE TWEEDE PIJLER Prof. mr. Herman Kappelle Prof. dr. Erik Lutjens Mr. Ivor Witte - hoogleraar Fiscaal Pensioenrecht - hoogleraar Pensioenrecht
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 34 008 Wijziging van de Pensioenwet en de Wet verplichte beroepspensioenregeling in verband met verbetering van de pensioencommunicatie (Wet pensioencommunicatie)
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 330 Wijziging van de Wet op de loonbelasting 1964 en van enige andere wetten (Wet aanvullend overgangsrecht fiscale behandeling pensioen) Nr.
Nadere informatieDe Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon (070) 333 44 44 Fax (070) 333 40 33
Nadere informatieUit dienst. Versie 29-12-2015
Uit dienst Versie 29-12-2015 Versie 29-12-2015 Uit dienst Je gaat uit dienst, maar je gaat nog niet met pensioen. Je hebt een andere baan gevonden, begint een eigen bedrijf of er is een andere reden waarom
Nadere informatieBESCHIKBARE PREMIE REGELING (DC-Pensioenfonds)
BESCHIKBARE PREMIE REGELING (DC-Pensioenfonds) BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN Artikel 1 1. De pensioenovereenkomst zoals neergelegd in dit reglement draagt het karakter van een premieovereenkomst. 2. De ingevolge
Nadere informatieStichting Pensioenfonds Buizerdlaan. Waardeoverdracht uit dienst
Stichting Pensioenfonds Buizerdlaan Waardeoverdracht uit dienst Inleiding... 3 1. Veranderen van baan en uw pensioen... 4 1.1. U treedt uit dienst... 4 1.2 Vervallen dekking partnerpensioen... 4 1.3 Recht
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2009 598 Besluit van 12 november 2009 tot wijziging van het Besluit uitvoering Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling in verband met
Nadere informatieDNB-intern. 27 januari Gedeeltelijk herverzekerde fondsen 2011/ Vinken, W.C.M. Geacht bestuur,
Toezicht Pensioenfondsen en beleggingsondernemningen Postbus 98 1000 AB Amsterdam DNB-intern Gedeeltelijk herverzekerde fondsen 27 januari 2011 Uw kenmerk Behandeld door Vinken, W.C.M. Doorkiesnummer Bijlage(n)
Nadere informatieIn deze editie wet- en regelgeving: 1. Inwerkingtreding Wet waardeoverdracht klein pensioen. 2. Financiering voorwaardelijk pensioen (VPL pensioen)
Nieuwsbrief van het Expertisecentrum Pensioenrecht van de Vrije Universiteit Amsterdam ter ondersteuning van de Leergang Pensioenrecht samengesteld in samenwerking met pensioenrechtadvocaten van DLA Piper
Nadere informatieAanvullend reglement. Pensioenopbouw boven Salarisgrens (laag) 2016. 20150622 Reglement Pensioenopbouw boven Salarisgrens (laag)
Aanvullend reglement 1 Aanvullend reglement Pensioenopbouw boven Salarisgrens (laag) 2016 20150622 Reglement Pensioenopbouw boven Salarisgrens (laag) Aanvullend reglement 2 Voorwoord De verplichte pensioenregeling
Nadere informatieCollectieve Arbeidsovereenkomst over pensioenen. Tronox Pigments (Holland) B.V. Rotterdam-Botlek
Collectieve Arbeidsovereenkomst over pensioenen Voor de werknemers in dienst van Tronox Pigments (Holland) B.V. te Rotterdam-Botlek Looptijd 1 januari 2015 t/m 31 december 2019 Tronox Pigments (Holland)
Nadere informatieReglement arbeidsongeschiktheidspensioen Stichting Voorzieningsfonds Getronics
Reglement arbeidsongeschiktheidspensioen Stichting Voorzieningsfonds Getronics Inhoud REGLEMENT ARBEIDSONGESCHIKTHEIDSPENSIOEN STICHTING VOORZIENINGSFONDS GETRONICS Begripsomschrijvingen... 3 Artikel 1
Nadere informatiePensioenreglement. van AEGON Levensverzekering N.V. voor de werknemers op wie van toepassing was de pensioenregeling van:
van AEGON Levensverzekering N.V. voor de werknemers op wie van toepassing was de pensioenregeling van: de stichting Beambtenfonds voor het mijnbedrijf. 45283 Inhoudsopgave Algemene Bepalingen Artikel 1.
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2014 2015 34 008 Wijziging van de Pensioenwet en de Wet verplichte beroepspensioenregeling in verband met verbetering van de pensioencommunicatie (Wet pensioencommunicatie)
Nadere informatieUit dienst. Versie
Uit dienst Versie 26-10-2017 Versie 26-10-2017 Uit dienst Je gaat uit dienst, maar je gaat nog niet met pensioen. Je hebt een andere baan gevonden, begint een eigen bedrijf of er is een andere reden waarom
Nadere informatieStichting Pensioenfonds Allianz Nederland. Waardeoverdracht uit dienst
Stichting Pensioenfonds Allianz Nederland Waardeoverdracht uit dienst Inleiding... 3 1. Veranderen van baan en uw pensioen... 4 1.1. U treedt uit dienst... 4 1.2. Recht op waardeoverdracht... 4 1.3. Redenen
Nadere informatieWijziging van de Pensioenwet en enige andere wetten in verband met de invoering van een algemeen pensioenfonds (Wet algemeen pensioenfonds)
34 117 Wijziging van de Pensioenwet en enige andere wetten in verband met de invoering van een algemeen pensioenfonds (Wet algemeen pensioenfonds) Nota van wijziging Het voorstel van wet wordt als volgt
Nadere informatieToelichting Uniform Pensioenoverzicht
Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Wat u moet weten over uw pensioen Het Uniform Pensioenoverzicht geeft u duidelijkheid over wat u krijgt bij pensionering.
Nadere informatieInfo over de PENSIOENWET voor Bedrijfstakpensioenfondsen. Nieuwe verdeling verantwoordelijkheden tussen werkgever, werknemer en pensioenuitvoerder
Info over de PENSIOENWET voor Bedrijfstakpensioenfondsen Nieuwe verdeling verantwoordelijkheden tussen werkgever, werknemer en pensioenuitvoerder De Pensioenwet Na jarenlange discussie is de Pensioenwet
Nadere informatieStartbrief. 1. Algemeen. Waardeoverdracht. Informatie die u geeft. Wanneer bent u deelnemer in de Basisregeling?
Startbrief Deze startbrief bestaat uit 3 delen: Algemeen, Basisregeling en Plusregeling. 1. Algemeen Uw werkgever: Tentoo Collective Freelance & Flex B.V. Uw pensioenuitvoerder: ABN AMRO Pensioenen Soort
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 711 Wijziging van de Pensioen- en spaarfondsenwet en enige andere wetten (recht van keuze voor ouderdomspensioen in plaats van nabestaandenpensioen
Nadere informatie2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE
> Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333
Nadere informatie- U bent actief deelnemer - U bent actief deelnemer én u neemt via uw werkgever deel aan de aanvullende pensioenregeling - U bent arbeidsongeschikt
Toelichting Uniform Pensioenoverzicht 2018 Uitkeringsovereenkomst Voor wie is deze toelichting? - U bent actief deelnemer - U bent actief deelnemer én u neemt via uw werkgever deel aan de aanvullende pensioenregeling
Nadere informatieAandachtspuntenlijst reglementen (Brf)
Aandachtspuntenlijst reglementen (Brf) Art 28 WvB. Dit reglement betreft een: (versie augustus 2012) A. Verplichte WvB artikelen Datum
Nadere informatieDe Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van, tot wijziging van de Regeling Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling in verband met de invulling van het begrip consistentie
Nadere informatieVoorbeeld Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Model 1A <Uitkeringsovereenkomst> <Premieovereenkomst>
Voorbeeld Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Model 1A Wat heeft u aan het Uniform Pensioenoverzicht? Het Uniform Pensioenoverzicht geeft u inzicht in wat
Nadere informatieAanvullend reglement Extra Pensioenopbouw Boven de Salarisgrens 2015
Aanvullend reglement 1 Aanvullend reglement Extra Pensioenopbouw Boven de Salarisgrens 2015 20150324 Reglement Pensioenopbouw Extra pensioenopbouw Boven de Salarisgrens 2015 Aanvullend reglement 2 Voorwoord
Nadere informatieREGLEMENT AANVULLEND PENSIOEN STICHTING PENSIOENFONDS ALLIANCE
REGLEMENT AANVULLEND PENSIOEN STICHTING PENSIOENFONDS ALLIANCE 1 INHOUDSOPGAVE REGLEMENT AANVULLEND PENSIOEN Inhoudsopgave BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN... 3 ARTIKEL 1. AANSPRAKEN... 3 ARTIKEL 2. VARIABEL PENSIOENGEVEND
Nadere informatieKemira Rotterdam B.V.
Kemira Rotterdam B.V. Collectieve arbeidsovereenkomst over pensioenen 2019-2023 Pagina 1 van 7 COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST OVER PENSIOENEN Ondergetekenden: Kemira Rotterdam B.V. te Botlek-Rotterdam
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 34 765 Wijziging van de Pensioenwet, de Wet verplichte beroepspensioenregeling en de Invoerings- en aanpassingswet Pensioenwet in verband met waardeoverdracht
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2010 287 Besluit van 7 juli 2010 tot wijziging van het Besluit financieel toetsingskader pensioenfondsen in verband met het tijdelijk buiten beschouwing
Nadere informatieJuridische complexiteit van streefregelingen
Juridische complexiteit van streefregelingen Workshop van Nederlands Pensioenbureau 28 september 2017 door Mr. W.P.M. Thijssen (Pensioenadvocaten.nl en VU Expertisecentrum Pensioenrecht) Presentatie te
Nadere informatieONTSLAG EN PENSIOEN. Vereniging voor Arbeidsrecht 30 mei 2013 Prof. dr. E. Lutjens
ONTSLAG EN PENSIOEN Vereniging voor Arbeidsrecht 30 mei 2013 Prof. dr. E. Lutjens PENSIOEN EN ARBEIDSOVEREENKOMST Zonder arbeidsovereenkomst geen pensioenovereenkomst - Uitsluiting: directeur-grootaandeelhouder
Nadere informatiePrepensioenreglement van Stichting Pensioenfonds Jacobs Nederland. versie 1 oktober 2014
Prepensioenreglement van Stichting Pensioenfonds Jacobs Nederland 2004 versie 1 oktober 2014 1 INHOUDSOPGAVE Artikel 1 Artikel 2 Artikel 3 Artikel 4 Artikel 5 Artikel 6 Artikel 7 Artikel 8 Artikel 9 Artikel
Nadere informatieDe PPI ook voor zelfstandigen?
. De PPI ook voor zelfstandigen? Prof. Dr. Erik Lutjens Hoogleraar Pensioenrecht Vrije Universiteit Amsterdam Expertisecentrum Pensioenrecht - Fac. Rechtsgeleerdheid Initium De Boelelaan 1105 1081 HV Amsterdam
Nadere informatieBelastingdienst/Directie Vaktechniek Belastingen. Besluit van 23 september 2014, nr. BLKB2014/1702M
Loonheffingen. Pensioenen en stamrechten; tegemoetkomingen voor partneren wezenpensioenen, conversie van opgebouwde pensioenaanspraken, premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid en opnemen van stamrechten
Nadere informatieVOORSTEL VAN WET ZOALS GEWIJZIGD NAAR AANLEIDING VAN HET ADVIES VAN DE AFDELING ADVISERING VAN DE RAAD VAN STATE
34 255 Voorstel van wet van het lid Lodders tot wijziging van de Pensioenwet, de Wet verplichte beroepspensioenregeling, de Wet loonbelasting 1964 en de Invoerings- en aanpassingswet Pensioenwet in verband
Nadere informatiePensioen. Waardeoverdracht bij indiensttreding
Uw Pensioen Waardeoverdracht bij indiensttreding In deze brochure over waardeoverdracht staat algemene informatie en is bedoeld om deelnemers aan het Stichting Pensioenfonds SNT (STPS) algemene informatie
Nadere informatieStichting Pensioenfonds Allianz Nederland. Waardeoverdracht in dienst
Stichting Pensioenfonds Allianz Nederland Waardeoverdracht in dienst Inleiding... 3 1. Wat is waardeoverdracht?... 4 1.1. Recht op waardeoverdracht... 4 1.2. Snelheid is geboden... 4 1.3. Redenen van een
Nadere informatieToelichting Uniform Pensioenoverzicht
Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Wat u moet weten over uw pensioen Op het Uniform Pensioenoverzicht staan de bedragen die u ontvangt bij pensionering
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 863 Wijziging van de Pensioenwet, de Wet verplichte beroepspensioenregeling en enkele andere wetten in verband met het van toepassing worden
Nadere informatieindividu werkgever pensioenuitvoerder bevordering beperking pensioenbreuk dekking nabestaandenpensioen
> Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4
Nadere informatieuit dienstbetrekking voortvloeiende rechtsbetrekking tussen overheidswerkgever
2. Pensioenwet (PW) 2.1 Pensioenovereenkomst 1 ¾ Pensioenovereenkomst is ¾ hetgeen tussen werkgever en werknemer over pensioen is overeengekomen ¾ navolgende gelijkgestelde rechtsbetrekkingen uit dienstbetrekking
Nadere informatieAllen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Voorstel van wet tot wijziging van de Pensioenwet en de Wet verplichte beroepspensioenregeling in verband met de implementatie van Richtlijn 2014/50/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april
Nadere informatieStichting Pensioenfonds Trespa. Brochure Pensioenregeling
Brochure Pensioenregeling Wat houdt de brochure Pensioenregeling in? De brochure maakt deel uit van de startbrief. In de brochure wordt de pensioenregeling in begrijpelijke taal toegelicht aan de hand
Nadere informatieMemo. Van TKP. Kenmerk. Datum 15 juni Onderwerp Communicatie-verplichtingen IORP II. Aantal pagina s 7 1/7
Van TKP Datum Onderwerp Communicatie-verplichtingen IORP II Aantal pagina s 7 Inleiding Deze notitie gaat in op de informatieverplichtingen die voortvloeien uit de IORP II-richtlijn en het wetsvoorstel
Nadere informatieAanvullend reglement Pensioenopbouw boven Salarisgrens (hoog)
Aanvullend reglement 2017 Pensioenopbouw boven Salarisgrens (hoog) Aanvullend reglement 2 Inhoudsopgave Voorwoord 3 1. Definities 4 2. Algemeen 5 3. Deelname 5 4. Vaststelling Aanvullende pensioengrondslag
Nadere informatieVoorbeeld Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Model 1 <Uitkeringsovereenkomst> <Premieovereenkomst>
Voorbeeld Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Model 1 Wat heeft u aan het Uniform Pensioenoverzicht? Het Uniform Pensioenoverzicht geeft u inzicht in wat
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2017 505 Wet van 13 december 2017 tot wijziging van de Pensioenwet, de Wet verplichte beroepspensioenregeling en de Invoerings- en aanpassingswet
Nadere informatieAddendum bij de pensioenreglementen geldig vóór 1 januari 2018 van Stichting Pensioenfonds Lloyd s Register Nederland
Addendum bij de pensioenreglementen geldig vóór 1 januari 2018 van Stichting Pensioenfonds Lloyd s Register Nederland Per 1 januari 2018 zijn de bepalingen uit dit addendum van toepassing voor alle gewezen
Nadere informatieKemira Rotterdam B.V.
Kemira Rotterdam B.V. Collectieve arbeidsovereenkomst over pensioenen 2014-2018 Pagina 1 van 9 COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST OVER PENSIOENEN Ondergetekenden: Kemira Rotterdam B.V. te Botlek-Rotterdam
Nadere informatieAanvullend pensioenreglement "Excedent middelloon "
Aanvullend pensioenreglement "Excedent middelloon " STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR HET BEROEPSVERVOER OVER DE WEG voor de werknemers geboren op of na 1 januari 1950 ORSIMA April 2018 1 Voorwoord
Nadere informatieToelichting Uniform Pensioenoverzicht
Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Wat u moet weten over uw pensioen Op het Uniform Pensioenoverzicht staan de bedragen die u ontvangt bij pensionering
Nadere informatieFlexibele elementen/ factoren (versie 2013) behorende bij het. Pensioenreglement. van. Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland
Flexibele elementen/ factoren (versie 2013) behorende bij het Pensioenreglement van gevestigd te Utrecht Inhoudsopgave Algemeen... 3 1. Omzettingsfactoren kapitaal in pensioenaanspraken en uitruilfactoren
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 255 Voorstel van wet van het lid Lodders tot wijziging van de Pensioenwet, de Wet verplichte beroepspensioenregeling, de Wet loonbelasting 1964
Nadere informatie