bijlagen bij de Toelichting

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "bijlagen bij de Toelichting"

Transcriptie

1 bijlagen bij de Toelichting

2 Rho adviseurs voor leefruimte

3 65 Bijlage 1 Bezonningsstudie Rho adviseurs voor leefruimte

4 Rho adviseurs voor leefruimte

5 Bezonningsstudie 21 maart 9:00 Weena Weena Postbus Postbus TEL tel KOKON Groothandelsgebouw Groothandelsgebouw ingang ingang C3 C3 3001GC 3001GC Rotterdam Rotterdam FAX fax W4639 Oud-Beijerland Beijerland Locatie - Rembrandt Egmondshof, bezonningsstudie VAN MIERLO planontwikkeling Van Mierlo architectuur & stedenbouw

6 Bezonningsstudie 21 maart 12:00 Weena Weena Postbus Postbus TEL tel KOKON Groothandelsgebouw Groothandelsgebouw ingang ingang C3 C3 3001GC 3001GC Rotterdam Rotterdam FAX fax W4639 Oud-Beijerland Beijerland Locatie - Rembrandt Egmondshof, bezonningsstudie VAN MIERLO planontwikkeling Van Mierlo architectuur & stedenbouw

7 Bezonningsstudie 21 maart 15:00 Weena Weena Postbus Postbus TEL tel KOKON Groothandelsgebouw Groothandelsgebouw ingang ingang C3 C3 3001GC 3001GC Rotterdam Rotterdam FAX fax W4639 Oud-Beijerland Beijerland Locatie - Rembrandt Egmondshof, bezonningsstudie VAN MIERLO planontwikkeling Van Mierlo architectuur & stedenbouw

8 Bezonningsstudie 21 maart 17:30 Weena Weena Postbus Postbus TEL tel KOKON Groothandelsgebouw Groothandelsgebouw ingang ingang C3 C3 3001GC 3001GC Rotterdam Rotterdam FAX fax W4639 Oud-Beijerland Beijerland Locatie - Rembrandt Egmondshof, bezonningsstudie VAN MIERLO planontwikkeling Van Mierlo architectuur & stedenbouw

9 Bezonningsstudie 21 juni 9:00 Weena Weena Postbus Postbus TEL tel KOKON Groothandelsgebouw Groothandelsgebouw ingang ingang C3 C3 3001GC 3001GC Rotterdam Rotterdam FAX fax W4639 Oud-Beijerland Beijerland Locatie - Rembrandt Egmondshof, bezonningsstudie VAN MIERLO planontwikkeling Van Mierlo architectuur & stedenbouw

10 Bezonningsstudie 21 juni 12:00 Weena Weena Postbus Postbus TEL tel KOKON Groothandelsgebouw Groothandelsgebouw ingang ingang C3 C3 3001GC 3001GC Rotterdam Rotterdam FAX fax W4639 Oud-Beijerland Beijerland Locatie - Rembrandt Egmondshof, bezonningsstudie VAN MIERLO planontwikkeling Van Mierlo architectuur & stedenbouw

11 Bezonningsstudie 21 juni 15:00 Weena Weena Postbus Postbus TEL tel KOKON Groothandelsgebouw Groothandelsgebouw ingang ingang C3 C3 3001GC 3001GC Rotterdam Rotterdam FAX fax W4639 Oud-Beijerland Beijerland Locatie - Rembrandt Egmondshof, bezonningsstudie VAN MIERLO planontwikkeling Van Mierlo architectuur & stedenbouw

12 Bezonningsstudie 21 juni 18:00 Weena Weena Postbus Postbus TEL tel KOKON Groothandelsgebouw Groothandelsgebouw ingang ingang C3 C3 3001GC 3001GC Rotterdam Rotterdam FAX fax W4639 Oud-Beijerland Beijerland Locatie - Rembrandt Egmondshof, bezonningsstudie VAN MIERLO planontwikkeling Van Mierlo architectuur & stedenbouw

13 Bezonningsstudie 21 juni 20:00 Weena Weena Postbus Postbus TEL tel KOKON Groothandelsgebouw Groothandelsgebouw ingang ingang C3 C3 3001GC 3001GC Rotterdam Rotterdam FAX fax W4639 Oud-Beijerland Beijerland Locatie - Rembrandt Egmondshof, bezonningsstudie VAN MIERLO planontwikkeling Van Mierlo architectuur & stedenbouw

14 Bezonningsstudie 21 dec 9:00 Weena Weena Postbus Postbus TEL tel KOKON Groothandelsgebouw Groothandelsgebouw ingang ingang C3 C3 3001GC 3001GC Rotterdam Rotterdam FAX fax W4639 Oud-Beijerland Beijerland Locatie - Rembrandt Egmondshof, bezonningsstudie VAN MIERLO planontwikkeling Van Mierlo architectuur & stedenbouw

15 Bezonningsstudie 21 dec 12:00 Weena Weena Postbus Postbus TEL tel KOKON Groothandelsgebouw Groothandelsgebouw ingang ingang C3 C3 3001GC 3001GC Rotterdam Rotterdam FAX fax W4639 Oud-Beijerland Beijerland Locatie - Rembrandt Egmondshof, bezonningsstudie VAN MIERLO planontwikkeling Van Mierlo architectuur & stedenbouw

16 Bezonningsstudie 21 dec 15:00 Weena Weena Postbus Postbus TEL tel KOKON Groothandelsgebouw Groothandelsgebouw ingang ingang C3 C3 3001GC 3001GC Rotterdam Rotterdam FAX fax W4639 Oud-Beijerland Beijerland Locatie - Rembrandt Egmondshof, bezonningsstudie VAN MIERLO planontwikkeling Van Mierlo architectuur & stedenbouw

17 67 Bijlage 2 Bureauonderzoek ecologie In dit bureauonderzoek is de bestaande situatie vanuit ecologisch oogpunt beschreven en is vermeld welke ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt. Vervolgens is aangegeven waaraan deze ontwikkelingen wat ecologie betreft moeten worden getoetst. Hierbij is een onderscheid gemaakt tussen het toetsingskader dat door wettelijke regelingen wordt bepaald en het toetsingskader dat wordt gevormd door het beleid van Rijk, provincie en gemeente. Huidige situatie Naast bebouwing en parkeerterrein bestaat het plangebied uit forse groenstroken. Aan de zuidkant van het plangebied zijn ook waterpartijen aanwezig. Beoogde ontwikkelingen Het bestemmingsplan voorziet in herontwikkeling van het gebied. Hiervoor moeten de volgende werkzaamheden worden uitgevoerd: verwijderen beplanting en bomen; (ver)graven waterpartijen; sloopwerkzaamheden; bouwrijp maken; bouwwerkzaamheden. Toetsingskader Beleid De Nota Ruimte geeft het beleidskader voor de duurzame ontwikkeling en een verantwoord toekomstig grondgebruik in de vorm van onder andere de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). De EHS is een samenhangend netwerk van bestaande en te ontwikkelen natuurgebieden. Het netwerk wordt gevormd door kerngebieden, natuurontwikkelingsgebieden en ecologische verbindingszones. De EHS is op provinciaal niveau uitgewerkt. Normstelling Flora- en faunawet Voor de soortenbescherming is de Flora- en faunawet (hierna Ffw) van toepassing. Deze wet is gericht op de bescherming van dier- en plantensoorten in hun natuurlijke leefgebied. De Ffw bevat onder meer verbodsbepalingen met betrekking tot het aantasten, verontrusten of verstoren van beschermde dier- en plantensoorten, hun nesten, holen en andere voortplantings- of vaste rust- en verblijfplaatsen. De wet maakt hierbij een onderscheid tussen 'licht' en 'zwaar' beschermde soorten. Indien sprake is van bestendig beheer, onderhoud of gebruik, gelden voor sommige, met name genoemde soorten, de verbodsbepalingen van de Ffw niet. Er is dan sprake van vrijstelling op grond van de wet. Voor zover deze vrijstelling niet van toepassing is, bestaat de mogelijkheid om van de verbodsbepalingen ontheffing te verkrijgen van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. Voor de zwaar beschermde soorten wordt deze ontheffing slechts verleend, indien: er sprake is van een wettelijk geregeld belang (waaronder het belang van land- en Rho adviseurs voor leefruimte

18 68 bosbouw, bestendig gebruik en dwingende reden van groot openbaar belang); er geen alternatief is; geen afbreuk wordt gedaan aan een gunstige staat van instandhouding van de soort. Bij ruimtelijke ontwikkelingen dient in het geval van zwaar beschermde soorten of broedende vogels overtreding van de Ffw voorkomen te worden door het treffen van maatregelen, aangezien voor dergelijke situaties geen ontheffing kan worden verleend. Met betrekking tot vogels hanteert het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie de volgende interpretatie van artikel 11: De verbodsbepalingen van artikel 11 beperken zich bij vogels tot alleen de plaatsen waar gebroed wordt, inclusief de functionele omgeving om het broeden succesvol te doen zijn, én slechts gedurende de periode dat er gebroed wordt. Er zijn hierop echter verschillende uitzonderingen, te weten: Nesten die het hele jaar door zijn beschermd Op de volgende categorieën gelden de verbodsbepalingen van artikel 11 van de Ffw het gehele seizoen. 1. Nesten die, behalve gedurende het broedseizoen als nest, buiten het broedseizoen in gebruik zijn als vaste rust- en verblijfplaats (voorbeeld: steenuil). 2. Nesten van koloniebroeders die elk broedseizoen op dezelfde plaats broeden en die daarin zeer honkvast zijn of afhankelijk van bebouwing of biotoop. De (fysieke) voorwaarden voor de nestplaats zijn vaak zeer specifiek en limitatief beschikbaar (voorbeeld: roek, gierzwaluw en huismus). 3. Nesten van vogels, zijnde geen koloniebroeders, die elk broedseizoen op dezelfde plaats broeden en die daarin zeer honkvast zijn of afhankelijk van bebouwing. De (fysieke) voorwaarden voor de nestplaats zijn vaak specifiek en limitatief beschikbaar (voorbeeld: ooievaar, kerkuil en slechtvalk). 4. Vogels die jaar in jaar uit gebruikmaken van hetzelfde nest en die zelf niet of nauwelijks in staat zijn een nest te bouwen (voorbeeld: boomvalk, buizerd en ransuil). Nesten die niet het hele jaar door zijn beschermd In de 'aangepaste lijst jaarrond beschermde vogelnesten' worden de volgende soorten aangegeven als categorie 5. Deze zijn buiten het broedseizoen niet beschermd. 5. Nesten van vogels die weliswaar vaak terugkeren naar de plaats waar zij het hele jaar daarvoor hebben gebroed of de directe omgeving daarvan, maar die wel over voldoende flexibiliteit beschikken om, als de broedplaats verloren is gegaan, zich elders te vestigen. De soorten uit categorie 5 vragen soms wel om nader onderzoek, ook al zijn hun nesten niet jaarrond beschermd. Categorie 5-soorten zijn namelijk wel jaarrond beschermd als zwaarwegende feiten of ecologische omstandigheden dat rechtvaardigen. De Ffw is voor dit bestemmingsplan van belang, omdat bij de voorbereiding van het plan moet worden onderzocht of deze wet de uitvoering van het plan niet in de weg staat. Natuurbeschermingswet 1998 Uit het oogpunt van gebiedsbescherming is de Natuurbeschermingswet 1998 van belang. Deze wet onderscheidt drie soorten gebieden, te weten: a. door de minister van EL&I (voormalig Ministerie van LNV) aangewezen gebieden, zoals bedoeld in de Vogel- en Habitatrichtlijn; b. door de minister van EL&I (voormalig Ministerie van LNV) aangewezen beschermde natuurmonumenten; Rho adviseurs voor leefruimte

19 69 c. door Gedeputeerde Staten aangewezen beschermde landschapsgezichten. De wet bevat een zwaar beschermingsregime voor de onder a en b bedoelde gebieden (in de vorm van verboden voor allerlei handelingen, behoudens vergunning van Gedeputeerde Staten of de Minister van EL&I). De bescherming van de onder c bedoelde gebieden vindt plaats door middel van het bestemmingsplan. De speciale beschermingszones (a) hebben een externe werking, zodat ook ingrepen die buiten deze zones plaatsvinden verstoring kunnen veroorzaken en moeten worden getoetst op het effect van de ingreep op soorten en habitats. Bij de voorbereiding van het bestemmingsplan moet worden onderzocht of de Natuurbeschermingswet 1998 de uitvoering van het plan niet in de weg staat. Dit is het geval wanneer de uitvoering tot ingrepen noodzaakt waarvan moet worden aangenomen dat daarvoor geen vergunning ingevolge de Natuurbeschermingswet 1998 zal kunnen worden verkregen. Onderzoek Gebiedsbescherming Het plangebied vormt geen onderdeel van een natuur- of groengebied met een beschermde status, zoals Natura Het plangebied maakt ook geen deel uit van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Het Natura 2000-gebied Oude Maas, tevens EHS, ligt circa 1,7 km ten noordoosten van het plangebied. Het Spui, de Oude Maas en de oevers daarlangs maken deel uit van de EHS. Ten oosten van het plangebied vormt de Oud-Beijerlandsche Kreek een ecologische verbinding. Langs het Oeverpad is de Oud-Beijerlandsche Kreek, met oevers, aangewezen als EHS. Figuur B2.1 Ligging plangebied (rode cirkel) ten opzichte van beschermde natuurgebieden (bron: geo-loket provincie Zuid-Holland) Soortenbescherming De huidige ecologische waarden zijn vastgesteld aan de hand van foto's van het plangebied, algemene ecologische kennis en verspreidingsatlassen/gegevens (onder andere en waarin de waarnemingen zijn aangegeven. Rho adviseurs voor leefruimte

20 70 Vaatplanten De laanbeplanting, de bermen en groenstroken binnen het plangebied bieden groeiplaatsen aan de beschermde brede wespenorchis. In en langs de waterpartijen zijn naar verwachting groeiplaatsen van de beschermde zwanenbloem en dotterbloem aanwezig. Het ruige plantsoen in het plangebied biedt groeiplaatsen aan de beschermde grote kaardenbol. Vogels In de plantsoenen en groenstroken komen tuin- en struweelvogels voor. Hier zijn soorten als koolmees, roodborst, winterkoning en merel aanwezig. Spreeuw, huismus, gierzwaluw en kauw kunnen broeden in (de omgeving van) de bebouwing. De bomen bieden mogelijk nestgelegenheid aan de buizerd, kraai en grote bonte specht. De waterpartijen bieden leefgebied aan watervogels als meerkoet, wilde eend en waterhoen. Zoogdieren Het plangebied biedt geschikt leefgebied aan algemeen voorkomende, licht beschermde soorten als mol, egel, gewone bosspitsmuis, dwergspitsmuis, huisspitsmuis, veldmuis, bosmuis, rosse woelmuis, hermelijn, wezel, haas en konijn. De bomen en bebouwing kunnen plaats bieden aan vaste verblijfplaatsen van vleermuizen. De groenstroken en waterpartijen kunnen daarnaast fungeren als foerageergebied of onderdeel zijn van een migratieroute van vleermuizen. Amfibieën Algemene amfibieën als bruine kikker, middelste groene kikker, kleine watersalamander en gewone pad zullen zeker gebruik zullen maken van het plangebied als schuilplaats in struiken, onder stenen, in kelders en als voortplantingsplaats in de waterpartijen. Vissen De waterpartijen bieden waarschijnlijk leefgebied aan de matig beschermde kleine modderkruiper. Andere beschermde vissoorten zijn hier niet te verwachten. Overige soorten Er zijn, gezien de voorkomende biotopen, geen beschermde reptielen en/of bijzondere insecten of overige soorten te verwachten op de planlocatie. Deze soorten stellen hoge eisen aan hun leefgebied; het plangebied voldoet hier niet aan. In onderstaande tabel staat aangegeven welke beschermde soorten er binnen het plangebied (naar verwachting) voorkomen en onder welk beschermingsregime deze vallen Rho adviseurs voor leefruimte

21 71 vrijstellingsregeli ng Ffw nader onderzoek nodig tabel 1 brede wespenorchis, grote Nee kaardenbol, zwanenbloem en dotterbloem mol, egel, gewone bosspitsmuis, dwergspitsmuis, huisspitsmuis, veldmuis, bosmuis, rosse woelmuis, hermelijn, wezel, haas en konijn ontheffingsregeli ng Ffw bruine kikker, gewone pad, kleine watersalamander en de middelste groene kikker tabel 2 kleine modderkruiper Ja tabel 3 bijlage 1 AMvB geen Nee bijlage IV HR alle vleermuizen Ja vogels cat. 1 t/m 4 buizerd, gierzwaluw en huismus Ja Toetsing en conclusie Gebiedsbescherming Het plangebied ligt niet in de EHS en maakt ook geen deel uit van een Natura 2000-gebied. Deze gebieden liggen met name aan de noordkant van Oud-Beijerland. De ontwikkeling in het plangebied is, gezien de afstand en tussenliggende verstoringsbronnen, niet van invloed op het functioneren en in stand houden van deze gebieden. De Natuurbeschermingswet 1998 en het beleid van de provincie staan de uitvoering van het plan dan ook niet in de weg. Soortenbescherming Het bestemmingsplan is het besluit dat ingrepen mogelijk maakt en een aantasting van beschermde dier- of plantensoorten kan betekenen. Uiterlijk bij het nemen van een besluit dat ruimtelijke veranderingen mogelijk maakt, zal daarom zekerheid moeten zijn verkregen dat overtredingen van de Ffw niet optreden. Het bestemmingsplan voorziet in de herontwikkeling van het plangebied. De benodigde werkzaamheden ten behoeve van deze ontwikkeling kunnen leiden tot aantasting van te beschermen natuurwaarden. Er is geen ontheffing nodig voor de tabel 1-soorten van de Ffw omdat hiervoor een vrijstelling geldt van de verbodsbepalingen van de Ffw. Uiteraard geldt wel de algemene zorgplicht. Dat betekent dat iedereen voldoende zorg in acht moet nemen voor alle in het wild voorkomende planten en dieren en hun leefomgeving. Tijdens werkzaamheden dient rekening te worden gehouden met het broedseizoen. Verstoring van broedende vogels is verboden. Overtreding van verbodsbepalingen ten aanzien van vogels wordt voorkomen door de werkzaamheden buiten het broedseizoen uit te voeren. In het kader van de Ffw wordt geen standaardperiode gehanteerd voor het broedseizoen. Van belang is of een broedgeval aanwezig is, ongeacht de periode. Indien de werkzaamheden uitgevoerd worden op het moment dat er geen broedgevallen (meer) aanwezig zijn, is overtreding van de wet niet aan de orde. De meeste vogels broeden overigens tussen 15 maart en 15 juli (bron: Verblijfplaatsen van vogels die hun verblijfplaats het hele jaar gebruiken, zijn jaarrond Rho adviseurs voor leefruimte

22 72 beschermd. Slechts een beperkt aantal soorten bewoont het nest permanent of keert elk jaar terug naar hetzelfde nest. Deze soorten staan vermeld in categorie 1 t/m 4 van de 'Aangepaste lijst van jaarrond beschermde vogelnesten (Ministerie van LNV, 2009). 1. Op basis van veldonderzoek (zie bijlage 3) zijn geen aanwijzingen gevonden van vaste rust-, verblijf- en voortplantingsplaatsen van vleermuizen of vogels in en in de directe omgeving van verpleeghuis De Egmontshof. De gebouwen zijn hiertoe ook minder geschikt. Wel werden enkele gewone dwergvleermuizen foeragerend vastgesteld. Deze algemene soort is weinig verstoringsgevoelig en kan ook foerageren in de omgeving. Effecten op vleermuizen en vogels als gevolg van de beoogde sloopwerkzaamheden worden daarom uitgesloten. Een ontheffing van de Ffw voor de sloop van verpleeghuis De Egmontshof te Oud-Beijerland is derhalve niet vereist. 2. Veldonderzoek in de rest van het plangebied (zie bijlage 4) heeft uitgewezen dat het opgaand groen foerageergebied is voor gewone dwergvleermuis en ruige dwergvleermuis. Deze soorten hebben er tevens enkele baltsplaatsen. Met de realisatie zal een deel van het groen verloren gaan en wordt er nieuw groen en oppervlaktewater gerealiseerd. Het is aannemelijk dat als gevolg hiervan geen effecten worden voorzien op het foerageren en dat het baltsen doorgang kan vinden. Daarbij komt dat gewone dwergvleermuis en ruige dwergvleermuis soorten zijn die weinig verstoringsgevoelig zijn. Effecten op vleermuizen worden derhalve niet voorzien. Op basis van het veldonderzoek en interpretatie van effecten kan worden geconcludeerd dat met de realisatie van de plannen geen verbodsbepalingen van de Ffw worden overtreden. Op grond hiervan kan worden gesteld dat de uitvoering van het plan niet in strijd is met het gestelde binnen de Ffw. Op basis van het veldonderzoek (bijlage 4) wordt verder geconcludeerd dat er geen beschermde vissen zijn waargenomen in het plangebied. Dit neemt echter niet weg dat van de bij het dempen watergangen en -partijen de zorgplicht in acht gehouden moet worden. Dit betekent dat bij voorkeur vanaf één kant wordt gestart met dempen. Op deze manier hebben eventueel aanwezige vissen en amfibieën de kans om weg te zwemmen Rho adviseurs voor leefruimte

23 73 Bijlage 3 Aanwezigheid vleermuizen en broedvogels in De Egmontshof Rho adviseurs voor leefruimte

24 Rho adviseurs voor leefruimte

25 Eindrapport VLEERMUIZEN EN BROEDVOGELS IN EN DIRECT ROND VERPLEEGHUIS DE EGMONTSHOF TE OUD BEIJERLAND

26 Eindrapport VLEERMUIZEN EN BROEDVOGELS IN EN DIRECT ROND VERPLEEGHUIS DE EGMONTSHOF TE OUD BEIJERLAND rapportnr juni 2012 In opdracht van: RBOI Postbus AD ROTTERDAM Adviesbureau Mertens B.V. Bureau voor natuur, ruimtelijke ordening en ecotoxicologie Bezoekadres: Dr. Willem Dreeslaan 1 te Bennekom Postadres: Postbus 367, 6700 AJ te Wageningen T: M: E: info@adviesbureau-mertens.nl I:

27 Adviesbureau Mertens BV, Wageningen, Deze rapportage mag zonder schriftelijke toestemming vrij worden vermenigvuldigd. De verzamelde data zijn alleen te gebruiken voor het hier geschetste onderzoek en mogen niet voor andere doeleinden worden gebruikt.

28 Vleermuizen en broedvogels in en direct rond verpleeghuis De Egmontshof te Oud Beijerland. Eindrapportage juni 2012 INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING INLEIDING HET PLANGEBIED OPBOUW RAPPORT ECOLOGIE VLEERMUIZEN VOGELS FLORA- EN FAUNAWET FLORA- EN FAUNAWET RODE LIJST METHODE INLEIDING POTENTIELE GESCHIKTHEID VELDINVENTARISATIE VLEERMUIZEN VELDINVENTARISATIE BROEDVOGELS RESULTAAT POTENTIËLE GESCHIKHEID VLEERMUIZEN BROEDVOGELS CONCLUSIE GERAADPLEEGDE LITERATUUR BIJLAGEN 1. LIGGING PLANGEBIED BEGRIPPEN Adviesbureau Mertens 1 Wageningen

29 Vleermuizen en broedvogels in en direct rond verpleeghuis De Egmontshof te Oud Beijerland. Eindrapportage juni INLEIDING 1.1 Inleiding Er is het voornemen voor de sloop van verpleeghuis De Egmontshof te Oud Beijerland. In bebouwing is het in potentie mogelijk dat beschermde vleermuizen en vogels voorkomen. Op grond hiervan is aan Adviesbureau Mertens BV te Wageningen gevraagd om het voorkomen en het terreingebruik van vleermuizen en vogels met vaste rust- en verblijfplaatsen inzichtelijk te maken. In onderhavig rapport wordt verslag gedaan van een veldinventarisatie naar deze soortgroepen. 1.2 Het plangebied Het plangebied is gelegen aan de Renbrandtstraat te Oud Beijerland (zie figuur 1 en bijlage 1). Het betreft een verzorgingstehuis. In figuur 2 wordt een foto-impressie gegeven van verpleeghuis De Egmontshof te Oud Beijerland. P P P Figuur 1. Verpleeghuis De Egmontshof te Oud Beijerland (doorgetrokken lijn: onderzoeks-gebied, stippellijn: te slopen bebouwing, kruis: reeds gesloopt, p: parkeerplaats). Adviesbureau Mertens 2 Wageningen

30 Vleermuizen en broedvogels in en direct rond verpleeghuis De Egmontshof te Oud Beijerland. Eindrapportage juni 2012 Figuur 2. Foto-impressie van verpleeghuis De Egmontshof te Oud Beijerland. 1.3 Opbouw rapport Na een korte uitleg over de ecologie van vleermuizen en vogels (hoofdstuk 2) en de Flora- en faunawet (hoofdstuk 3) komen achtereenvolgens aan de orde: De onderzoeksmethoden. Een beschrijving van de aanwezigheid van vleermuizen en vogels. De conclusie over de betekenis van het plangebied voor vleermuizen en vogels. In Bijlage 2 wordt een overzicht gegeven van de gehanteerde begrippen. Adviesbureau Mertens 3 Wageningen

31 Vleermuizen en broedvogels in en direct rond verpleeghuis De Egmontshof te Oud Beijerland. Eindrapportage juni ECOLOGIE 2.1 Vleermuizen Vleermuizen zijn vliegende zoogdieren die zich voeden met insecten. Per nacht wordt een grote hoeveelheid voedsel gegeten. Vleermuizen zijn aangewezen op een grote diversiteit aan ecotypen, welke een groot en constant voedselaanbod opleveren. Daarnaast zijn vleermuizen afhankelijk van landschapselementen. Door de landschapselementen (bomenlanen, huizenrijen, houtwallen e.d.) kunnen vleermuizen zich oriënteren door middel van het uitzenden van geluiden. Open landbouwgebieden zijn daarom bijvoorbeeld onaantrekkelijk voor vleermuizen. Vleermuizen verblijven overdag, gedurende het zomerseizoen, in kleine ruimten als spouwmuren of gaten in bomen. Afhankelijk van de soort, bewonen vleermuizen bomen of gebouwen. Alleen de grootoorvleermuis maakt gebruik van zowel bomen als gebouwen. Vooral vrouwtjes zitten veel bij elkaar, in een kolonie. Hier worden de jongen in groot gebracht. Als de schemering valt vliegen de vleermuizen uit en gaan via vaste routen, de vliegrouten, naar de foerageerplaatsen. Soms liggen foerageerplaatsen en kolonies wel meer dan 10 km uit elkaar. Op de foerageerplaatsen wordt gedurende de gehele nacht gefoerageerd. Bij het aanbreken van de dag vliegen de vleermuizen via de vliegrouten weer terug naar de kolonie. Tegen de herfst breekt het paarseizoen aan. Vleermuizen leven dan solitair of in kleine groepjes. De paring vindt in de herfst plaats, in tegenstelling tot de meeste andere zoogdieren. De jongen worden in het daarop volgende voorjaar geboren. De vleermuizen leven in de herfst nagenoeg niet meer in kolonies, maar solitair. Voor de paring worden paarplaatsen gebruikt die vaak afwijken van de kolonieplaatsen. Vaak worden in de herfst ook andere soorten en aantallen vleermuizen aangetroffen. Een voorbeeld hiervan is de ruige dwergvleermuis. Daarnaast worden in de herfst vaak andere foerageerplaatsen gebruikt. De vleermuizen zijn immers niet meer gebonden aan de kolonieplaats. Kort na het paarseizoen tot enkele maanden later, als de winter aanbreekt, trekken de vleermuizen naar ruimten met een stabiel klimaat als (ijs)kelders, grotten en bunkers om daar door middel van de winterslaap de winter door te brengen. Vleermuizen gebruiken dus verblijfplaatsen eveneens in de winter, wanneer zij hun winterslaap houden. De plaatsen zijn donkere, koele ruimten met een constant microklimaat. Afhankelijk van de soort zijn dit gebouwen (bunkers, grotten e.d.) of dikke bomen. Slechts zeer sporadisch komen de winterverblijfplaatsen overeen met de zomerverblijfplaatsen. Doordat vleermuizen voor hun oriëntatie gebruik maken van echolocatie zijn vleermuizen gevoelig voor ingrepen in het landschap. Oriëntatie vindt plaats aan de hand van opgaande elementen als bijvoorbeeld bomenlanen en houtwallen. Verlies daarvan resulteert in verminderde oriëntatiemogelijkheden. Oriëntatie is noodzakelijk om van kolonieplaats naar foerageergebied te vliegen en om voedsel te vinden. Bij de afweging van de effecten van ruimtelijke ingrepen in natuur en landschap spelen derhalve opgaande elementen een belangrijke rol. Vleermuizen worden meer en meer betrokken bij de besluitvorming rond ingrepen in het landelijk en stedelijk gebied. Alle soorten zijn namelijk nationaal en internationaal streng beschermd via de Flora- en faunawet en de Habitatrichtlijn. Adviesbureau Mertens 4 Wageningen

32 Vleermuizen en broedvogels in en direct rond verpleeghuis De Egmontshof te Oud Beijerland. Eindrapportage juni Vogels Vogels komen doorgaans overal in Nederland voor waar enige beschutting is en waar mogelijkheden zijn om te nestelen. Er zijn vogels die ieder jaar een nest bouwen om daarin te broeden. Er zijn daarnaast vogels die jaarrond een zelfde nest gebruiken om in te slapen en te broeden (bijvoorbeeld uilen) en er zijn vogels die jaarlijks terugkeren naar hun nestplaats om het nest opnieuw te gebruiken om daarin te broeden (zoals veel soorten roofvogels). De Flora- en faunawet ziet toe op de bescherming van nesten die jaarrond of jaarlijks worden gebruikt; deze zijn ook buiten het broedseizoen beschermd. Sinds de zomer van 2009 heeft het bevoegd gezag inzake de Flora- en faunawet een lijst met jaarrond beschermde vogels gepubliceerd (LNV-DLG, 2009a). De verblijfplaatsen van deze vogels zijn ook buiten het broedseizoen beschermd via de Flora- en faunawet (LNV-DLG, 2009b). Adviesbureau Mertens 5 Wageningen

33 Vleermuizen en broedvogels in en direct rond verpleeghuis De Egmontshof te Oud Beijerland. Eindrapportage juni FLORA- EN FAUNAWET 3.1 Flora- en faunawet De soortbescherming in Nederland wordt geregeld via de Flora- en faunawet. In de Flora- en faunawet die per 1 april 2002 in werking is getreden, zijn regels gegeven over de bescherming van de in het wild levende planten- en diersoorten, mede ter uitvoering van Europese Richtlijnen (Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn). De soortenbescherming van de Habitatrichtlijn is geïntegreerd in de Flora- en faunawet. Deze soortenbescherming houdt in dat handelingen zoals het doden, opzettelijk verontrusten, verstoren of vernietigen van vaste rust- en verblijfplaatsen, holen, nesten, eieren van dieren en het uitgraven, plukken en vernietigen van groeiplaatsen van planten verboden zijn. Vrijwel elke ruimtelijke ingreep gaat gepaard met verstoring, vernietiging en andere effecten op planten en dieren. Om toch een ruimtelijk plan tot uitvoering te kunnen brengen is, indien er effecten te verwachten zijn op beschermde soorten, een ontheffing noodzakelijk van het Ministerie van Economische zaken, Landbouw en Innovatie. Om ontheffing te kunnen verkrijgen moet aangetoond worden dat de voorgenomen ruimtelijke ingreep geen afbreuk zal doen aan de gunstige staat van instandhouding van de beschermde soorten die in het plangebied zijn aangetroffen. Ook mag het natuurlijk verspreidingsbeeld niet worden beïnvloed. Op basis van dit criterium gelden er drie beschermingsregimes, afgestemd op de mate waarin soorten in hun voortbestaan bedreigd zijn. Algemeen voorkomende soorten (categorie 1: lichte bescherming) Voor algemeen voorkomende soorten zoals haas, egel, veldmuis, bruine kikker of gewone pad geldt sinds begin 2005 dat er een algemene vrijstelling is. Deze soorten zijn zo algemeen, dat zelfs als ze een keer geschaad worden, het voortbestaan van de soort niet in gevaar komt. Voor deze soorten hoeft geen ontheffing te worden aangevraagd als zij worden geschaad op voorwaarde dat met deze soorten goed omgegaan wordt: zij mogen niet onnodig gedood of gewond worden en activiteiten dienen buiten de kritieke periode plaats te vinden (zorgplicht). Minder algemeen voorkomende soorten (categorie 2: matige bescherming) Voor soorten die minder algemeen voorkomen als eekhoorn, steenmarter, levendbarende hagedis en diverse soorten orchideeën geldt dat een ontheffing vereist blijft bij ruimtelijke ingrepen omdat zij minder algemeen zijn en dus extra aandacht verdienen. Een uitzondering hierop kan gemaakt worden als wordt gewerkt volgens een door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit goedgekeurde gedragscode. In zo n gedragscode geeft een sector of initiatiefnemer zelf aan welke gedragslijnen men volgt om het schaden van beschermde soorten zo veel mogelijk te voorkomen. Bij het hebben van een gedragscode voor de minder algemeen voorkomende soorten is alleen nog een ontheffing nodig voor werkzaamheden die voortaan anders dan voorheen (gedragscode) uitgevoerd worden. Strikt beschermde soorten (categorie 3: strikte bescherming) Voor soorten die in bijlage IV van de Habitatrichtlijn staan en in bijlage 1 van het vrijstellingsbesluit beschermde planten en dieren (o.a. ringslang, hazelworm, boommarter, das, noordse woelmuis, otter en vleermuizen) geldt dat uitgebreid getoetst dient te worden op het criterium de gunstige staat van instandhouding en het natuurlijk verspreidingsbeeld mag niet worden beïnvloed. Een ontheffing wordt slechts verleend wanneer er sprake is van een in de wet genoemd belang en er geen andere bevredigende oplossing voor de ingreep bestaat. Adviesbureau Mertens 6 Wageningen

34 Vleermuizen en broedvogels in en direct rond verpleeghuis De Egmontshof te Oud Beijerland. Eindrapportage juni 2012 Vogels De Flora- en faunawet ziet toe op de bescherming van gebruikte nesten van vogels in het broedseizoen of nesten van vogels die jaarrond of jaarlijks worden gebruikt; deze zijn ook buiten het broedseizoen beschermd. Sinds de zomer van 2009 heeft het bevoegd gezag inzake de Flora- en faunawet een lijst met jaarrond beschermde vogels gepubliceerd (LNV-DLG, 2009a). De verblijfplaatsen van deze vogels zijn dus ook buiten het broedseizoen beschermd via de Flora- en faunawet (LNV-DLG, 2009b). 3.2 Rode lijst De Rode lijst met bedreigde soorten is eind 2004 gepubliceerd in de Staatscourant en voor een deel in 2009 herzien. Bij aantasting van door de Flora- en faunawet beschermde, en op de Rode lijst geplaatste soorten zal goed moeten worden bekeken of de 'gunstige staat van instandhouding' van die soorten niet in gevaar komt. Daarnaast mag het natuurlijk verspreidingsbeeld niet veranderen. Andere bedreigde soorten van de Rode lijst zijn alleen meer impliciet beschermd via de zogenaamde zorgplicht. Er is geen directe relatie tussen de gepubliceerde Rode Lijsten en de Flora- en faunawet: een soort geniet alleen bescherming als deze benoemd is als beschermde soort in de Flora- en faunawet. Alleen op basis van 'gunstige staat van instandhouding' kunnen bij beschermde Rode lijstsoorten "zwaardere" randvoorwaarden gelden dan voor algemene soorten. Zo zal het bij zeer algemeen voorkomende soorten die niet afnemen in aantal (geen Rode lijstsoort) relatief eenvoudig zijn om aan te tonen dat de "gunstige staat van instandhouding" niet in het geding komt. Voor soorten met een beperkt verspreidingsbeeld en die afnemen in aantal (soorten die wél op de Rode lijst staan) is een uitbreide effectenstudie wenselijk, ondanks dat zij niet zijn beschermd. Voor deze soorten geldt namelijk de zorgplicht (artikel 2 van de Flora- en faunawet). Deze zorgplicht houdt in dat iedereen voldoende zorg in acht moet nemen voor alle in het wild levende dieren, inclusief hun leefomgeving en voor alle planten en hun groeiplaats. Adviesbureau Mertens 7 Wageningen

35 Vleermuizen en broedvogels in en direct rond verpleeghuis De Egmontshof te Oud Beijerland. Eindrapportage juni METHODE 4.1 Inleiding Ten behoeve van de inventarisatie van vleermuizen en vogels met vaste rust- en verblijfplaatsen zijn twee inventarisatieronden uitgevoerd. In tabel 1 wordt van deze inventarisatieronden een overzicht gegeven. Tabel 1. Overzicht inventarisatieronden naar het voorkomen van vleermuizen en vogels met vaste rust- en verblijfplaatsen in en direct rond verpleeghuis De Egmontshof te Oud Beijerland. Datum Vleermuizen Vogels - Donderdag 17 mei 2012 Kolonies, vliegroutes en foerageerplaatsen Nestlocaties - Maandag 4 juni 2012 Kolonies, vliegroutes en foerageerplaatsen Nestlocaties 4.2 Potentiele geschiktheid Ter bepaling van de potentiële geschiktheid van verpleeghuis De Egmontshof te Oud Beijerland naar de kans op de aanwezigheid van vleermuizen en vogels in de gebouwen is op donderdag 17 mei 2012 tevens gekeken naar gaten in de gebouwen. Tevens is beoordeeld of door of langs de gebouwen een vleermuisroute (vlieg- of migratieroute) zou kunnen lopen. Ook is beoordeeld of boven of langs de gebouwen veel zou kunnen worden gefoerageerd. 4.3 Veldinventarisatie vleermuizen Vleermuizen zijn geïnventariseerd door middel van batdetector-onderzoek (Petterson D-240). Met de batdetector worden de, voor mensen onhoorbare, ultrasone geluiden van vleermuizen omgezet naar de voor het menselijk oor hoorbare geluiden. Soorten kunnen door de geluiden (frequentie, ritme en klank) en zichtbeelden worden onderscheiden. Door interpretatie hiervan kan tevens het gedrag afgeleid worden en kunnen onder andere foerageerplaatsen, vliegroutes en verblijfplaatsen worden opgespoord. 4.4 Veldinventarisatie broedvogels Voorafgaand aan het vleermuisonderzoek op 17 mei en 4 juni 2012 is het gebied geïnventariseerd op nesten, sporen en territoriaal gedrag van vogels met jaarrond beschermde nesten. Adviesbureau Mertens 8 Wageningen

36 Vleermuizen en broedvogels in en direct rond verpleeghuis De Egmontshof te Oud Beijerland. Eindrapportage juni RESULTAAT 5.1 Potentiële geschikheid Verpleeghuis De Egmontshof te Oud Beijerland is grotendeels gebouwd met platen die de buitenwanden bekleden. In deze platen zijn geen geschikte openingen aangetroffen voor vleermuizen en vogels. Deze platen zijn tevens te glad voor vogels en vleermuizen om zich daaraan vast te houden. Aan de noordzijde is de (stenen) bebouwing laag en doorgaans ongeschikt voor vleermuizen en vogels. Door het ontbreken van geschikte openingen en de beperkte hoogte is de kans op voorkomen nihil. Als foerageergebied lijkt de (groene) omgeving met opgaande beplanting veel geschikter. Als vlieg- en migratieroute van vleermuizen vervult verpleeghuis Rembrand geen belangrijke functie. Het gebouw is namelijk niet rechtlijnig in relatie met omliggende opgaande elementen zoals bomen. 5.2 Vleermuizen Er is één soort vleermuis vastgesteld gedurende beide onderzoekronden. Het betreft de gewone dwergvleermuis. De gewone dwergvleermuis is zwaar beschermd en niet bedreigd volgens de Rode lijst. De soort werd in relatief lage dichtheid foeragerend vastgesteld. Er zijn geen aanwijzingen gevonden van het voorkomen van kolonies of vliegroutes. In de (ruime) omgeving van verpleeghuis De Egmontshof werden meer foeragerende dieren aangetroffen. 5.3 Broedvogels Er zijn geen aanwijzingen gevonden van het voorkomen van vogels met (vaste rust- en verblijf)plaatsen in en direct rondom verpleeghuis Rembrandt. Adviesbureau Mertens 9 Wageningen

37 Vleermuizen en broedvogels in en direct rond verpleeghuis De Egmontshof te Oud Beijerland. Eindrapportage juni CONCLUSIE In de gebouwen van verpleeghuis De Egmontshof te Oud Beijerland zijn geen aanwijzingen gevonden van vaste rust-, verblijfs- en voortplantingsplaatsen van het voorkomen van van vaste rust-, verblijfs- en voortplantingsplaatsen van vleermuizen of vogels. De gebouwen zijn hiertoe ook minder geschikt. Wel werden enkele gewone dwergvleermuizen foeragerend vastgesteld. Deze algemene soort is weinig verstoringsgevoelig en kan ook foerageren in de omgeving. Effecten op vleermuizen en vogels als gevolg van de beoogde ingrepen worden derhalve uitgesloten. Een ontheffing van de Flora- en faunawet voor de sloop van verpleeghuis De Egmontshof te Oud Beijerland is derhalve niet vereist. Adviesbureau Mertens 10 Wageningen

38 Vleermuizen en broedvogels in en direct rond verpleeghuis De Egmontshof te Oud Beijerland. Eindrapportage juni 2012 GERAADPLEEGDE LITERATUUR - EEG, Richtlijn 79/43/EEG inzake het behoud van de Vogelstand. Publicatieblad Europese Gemeenschap, nummer L EEG, Richtlijn 92/43/EEG inzake de instandhouding van wilde flora en fauna. Publicatieblad van de Europese Gemeenschap, nummer L. 206/7. - Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit, Besluit Rode lijsten diverse soortgroepen. - Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit, Wet van 25 mei 1998, houdende regels ter bescherming van in het wild levende planten en diersoorten (Flora en Faunawet). Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden 402, Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit, Dienst Regelingen, 2009a. Aangepaste lijst jaarrond beschermde vogelnesten ontheffing Flora- en faunawet ruimtelijke ingreep. Ministerie van LNV (Dienst Regelingen), Den Haag. - Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit, Dienst Regelingen, 2009b. Uitleg aangepaste beoordeling ontheffing ruimtelijke ingrepen Flora- en faunawet. Ministerie van LNV (Dienst Regelingen), Den Haag. - Netwerk Groene Bureaus, Vleermuisinventarisatie-protocol; Introductie, toelichting en tabel. Odijk. Adviesbureau Mertens 11 Wageningen

39 BIJLAGE 1. LIGGING PLANGEBIED

40 BIJLAGE 2. BEGRIPPEN Baltsplaats Foerageergebied Foerageerplaats Kolonie Migratieroute Paarplaats Verblijfplaats Vliegroute Voorbijvliegend Plaats waar een vleermuis al roepend rondvliegt in de herfst en die doorgaans wordt verdedigd tegen andere mannetjes. Een gebied waar een vleermuis of een groep van vleermuizen foerageert. Dat gebied wordt regelmatig bezocht door vleermuizen om in te foerageren en dat doorgaans meerdere foerageerplaatsen kent die langere tijd worden gebruikt. Plek (jachtplek) waar wordt gejaagd door vleermuizen. De plek kan in de directe omgeving van de kolonieplaats liggen maar ook kilometers verderop. Groep vleermuizen (kleine groep mannetjes of meestal grotere groep vrouwtjes, soms gemengd (soorten, geslacht)) die in het voorjaar tot de herfst bijeen blijven. De groep kan zich vestigen in gebouwen (in spouwmuren of onder daklijsten e.d.) of bomen (spechtengaten, scheuren). Een groep vrouwelijke vleermuizen wordt ook wel aangeduid als een kraamkolonie. In zo'n groep worden jongen geboren en grootgebracht. Een kolonie maakt vaak gebruik van meerdere verblijfplaatsen die soms gelijktijdig worden gebruikt. Een vaste route van zomerverblijfplaats naar winterverblijfplaats en visa versa (zie ook vliegroute) of een route in een andere tijd; bijvoorbeeld tussen foerageerplaatsen. Territorium van territoriale mannetjes. Voor de ruige dwergvleermuis en de rosse vleermuis is dit doorgaans te vinden in boomholten. Voor de laatvlieger en de dwergvleermuis is dit te vinden in gebouwen. Voor de watervleermuis is dit te vinden in bomen en later, tegen de winter, zijn ze te vinden in overwinteringverblijven. Het mannetje vormt een harem met meerdere vrouwtjes. De paartijd valt in de herfst (uitgezonderd de grootoorvleermuis waarbij het in april valt (vroege voorjaar). De hier geschetste situatie van de paring wordt in dit rapport omschreven als herfst situatie. Een object (huis, boom, bunker, grot, kast en dergelijke) waarin een of meerdere vleermuizen verblijven (overdag of s winters permanent). Route die door vleermuizen elke avond wordt gebruikt om van de kolonieplaats naar foerageergebied te vliegen en visa vers (zie ook migratieroute). Vrouwtjes met jongen keren soms midden in de nacht terug om de jongen te zogen en gebruiken dan de route. Vliegroutes liggen over het algemeen langs lijnvormige (landschaps)elementen als bomenlanen, huizenrijen e.d. De functies zijn beschutting bij winderig en koud weer, oriëntatie in verband met de echolokatie-geluiden en het vinden van voedsel. Vleermuizen die voorbijvliegen, niet via een vaste route. Het betreft meestal zwervers of trekkers. Zwermen Direct na het uitvliegen, naar vooral voor het invliegen bij een kolonie zwermt een deel van de kolonie rond de kolonieplaats. Zwermgedrag is derhalve een indicatie voor een eventuele kolonieplaats. Winterverblijfplaats Een verblijfplaats waar in de winter een of meerdere vleermuizen in winterslaap (hybernation) gaan. Deze ruimte is doorgaans donker, heeft een hoge luchtvochtigheid en temperatuurwisselingen zijn nihil. Zomerverblijfplaats Een verblijfplaats die gebruikt wordt door vleermuizen die niet in winterslaap zijn waarvan

41 niet aangetoond is dat het een kraamverblijfplaats dan wel een paarverblijfplaats is. In sommige gevallen vormen bijvoorbeeld mannetjes kleine groepjes.

42

43 75 Bijlage 4 Aanwezigheid vleermuizen en broedvogels in omgeving voormalig verpleeghuis Egmontshof Rho adviseurs voor leefruimte

44 Rho adviseurs voor leefruimte

45 Eindrapport VLEERMUIZEN, BROEDVOGELS EN VISSEN ROND HET VOORMALIGE VERPLEEGHUIS DE EGMONTSHOF TE OUD BEIJERLAND

46 Eindrapport VLEERMUIZEN, BROEDVOGELS EN VISSEN ROND HET VOORMALIGE VERPLEEGHUIS DE EGMONTSHOF TE OUD BEIJERLAND rapportnr b oktober 2012 In opdracht van: RBOI Postbus AD ROTTERDAM Adviesbureau Mertens B.V. Bureau voor natuur, ruimtelijke ordening en ecotoxicologie Bezoekadres: Dr. Willem Dreeslaan 1 te Bennekom Postadres: Postbus 367, 6700 AJ te Wageningen T: M: E: info@adviesbureau-mertens.nl I:

47 Adviesbureau Mertens BV, Wageningen, Deze rapportage mag zonder schriftelijke toestemming vrij worden vermenigvuldigd. De verzamelde data zijn alleen te gebruiken voor het hier geschetste onderzoek en mogen niet voor andere doeleinden worden gebruikt.

48 Vleermuizen, broedvogels en vissen rond het voormalige verpleeghuis De Egmontshof te Oud Beijerland. Eindrapportage oktober 2012 INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING INLEIDING HET PLANGEBIED DE PLANNEN OPBOUW RAPPORT ECOLOGIE VLEERMUIZEN VOGELS VISSEN FLORA- EN FAUNAWET FLORA- EN FAUNAWET RODE LIJST METHODE INLEIDING VELDINVENTARISATIE VLEERMUIZEN VELDINVENTARISATIE BROEDVOGELS VISSEN RESULTAAT VLEERMUIZEN BROEDVOGELS VISSEN CONCLUSIE GERAADPLEEGDE LITERATUUR BIJLAGEN 1. LIGGING PLANGEBIED BEGRIPPEN Adviesbureau Mertens 1 Wageningen

49 Vleermuizen, broedvogels en vissen rond het voormalige verpleeghuis De Egmontshof te Oud Beijerland. Eindrapportage oktober INLEIDING 1.1 Inleiding Er is het voornemen voor de nieuwbouw van verpleeghuis De Egmontshof te Oud Beijerland. Het oude verpleeghuis is reeds afgebroken. Als gevolg van de nieuwbouw en herinrichting van het plangebied is het mogelijk dat beschermde vleermuizen, vogels en vissen negatief worden beïnvloedt. Op grond hiervan is aan Adviesbureau Mertens BV te Wageningen gevraagd om het voorkomen en het terreingebruik van beschermde vleermuizen, vogels met vaste rust- en verblijfplaatsen en vissen inzichtelijk te maken. In onderhavig rapport wordt verslag gedaan van een veldinventarisatie naar deze soortgroepen. 1.2 Het plangebied De nieuwbouwlocatie van verpleeghuis De Egmontshof te Oud Beijerland is gelegen aan de Renbrandtstraat te Oud Beijerland (zie figuur 1 en bijlage 1). Het betreft een gebied waarin de huidige bebouwing reeds is gesloopt en afgevoerd. Wat rest is de tuin met cultuurgroen en opgaande boomstructuur aan de randen. In figuur 2 wordt een foto-impressie gegeven van de groenstructuur. P P P Figuur 1. Plangebied nieuwbouwlocatie verpleeghuis De Egmontshof te Oud Beijerland (doorgetrokken lijn) met de daarin afgebroken bebouwing (kruis)) en watergangen (blauw). Adviesbureau Mertens 2 Wageningen

50 Vleermuizen, broedvogels en vissen rond het voormalige verpleeghuis De Egmontshof te Oud Beijerland. Eindrapportage oktober 2012 Figuur 2. Foto-impressie van het groen dat gerooid dient te worden ten behoeve van de nieuwbouw van verpleeghuis De Egmontshof te Oud Beijerland. 1.3 De plannen De plannen bestaan uit de nieuwbouw van verpleeghuis De Egmontshof te Oud Beijerland en de herinrichting van het terrein. Als gevolg hiervan wordt een groot deel van de opgaande beplanting gerooid en is uitbreiding van water voorzien. In figuur 2 wordt een impressie weergegeven van de plannen. Adviesbureau Mertens 3 Wageningen

51 Vleermuizen, broedvogels en vissen rond het voormalige verpleeghuis De Egmontshof te Oud Beijerland. Eindrapportage oktober 2012 Figuur 3. Impressie van de plannen van de nieuwbouw van verpleeghuis De Egmontshof te Oud Beijerland. 1.4 Opbouw rapport Na een korte uitleg over de ecologie van vleermuizen, vogels en vissen (hoofdstuk 2) en de Flora- en faunawet (hoofdstuk 3) komen achtereenvolgens aan de orde: De onderzoeksmethoden. Een beschrijving van de aanwezigheid van vleermuizen, vogels en vissen. De conclusie over de betekenis van het plangebied voor vleermuizen, vogels en vissen. In Bijlage 2 wordt een overzicht gegeven van de gehanteerde begrippen. Adviesbureau Mertens 4 Wageningen

52 Vleermuizen, broedvogels en vissen rond het voormalige verpleeghuis De Egmontshof te Oud Beijerland. Eindrapportage oktober ECOLOGIE 2.1 Vleermuizen Vleermuizen zijn vliegende zoogdieren die zich voeden met insecten. Per nacht wordt een grote hoeveelheid voedsel gegeten. Vleermuizen zijn aangewezen op een grote diversiteit aan ecotypen, welke een groot en constant voedselaanbod opleveren. Daarnaast zijn vleermuizen afhankelijk van landschapselementen. Door de landschapselementen (bomenlanen, huizenrijen, houtwallen e.d.) kunnen vleermuizen zich oriënteren door middel van het uitzenden van geluiden. Open landbouwgebieden zijn daarom bijvoorbeeld onaantrekkelijk voor vleermuizen. Vleermuizen verblijven overdag, gedurende het zomerseizoen, in kleine ruimten als spouwmuren of gaten in bomen. Afhankelijk van de soort, bewonen vleermuizen bomen of gebouwen. Alleen de grootoorvleermuis maakt gebruik van zowel bomen als gebouwen. Vooral vrouwtjes zitten veel bij elkaar, in een kolonie. Hier worden de jongen in groot gebracht. Als de schemering valt vliegen de vleermuizen uit en gaan via vaste routen, de vliegrouten, naar de foerageerplaatsen. Soms liggen foerageerplaatsen en kolonies wel meer dan 10 km uit elkaar. Op de foerageerplaatsen wordt gedurende de gehele nacht gefoerageerd. Bij het aanbreken van de dag vliegen de vleermuizen via de vliegrouten weer terug naar de kolonie. Tegen de herfst breekt het paarseizoen aan. Vleermuizen leven dan solitair of in kleine groepjes. De paring vindt in de herfst plaats, in tegenstelling tot de meeste andere zoogdieren. De jongen worden in het daarop volgende voorjaar geboren. De vleermuizen leven in de herfst nagenoeg niet meer in kolonies, maar solitair. Voor de paring worden paarplaatsen gebruikt die vaak afwijken van de kolonieplaatsen. Vaak worden in de herfst ook andere soorten en aantallen vleermuizen aangetroffen. Een voorbeeld hiervan is de ruige dwergvleermuis. Daarnaast worden in de herfst vaak andere foerageerplaatsen gebruikt. De vleermuizen zijn immers niet meer gebonden aan de kolonieplaats. Kort na het paarseizoen tot enkele maanden later, als de winter aanbreekt, trekken de vleermuizen naar ruimten met een stabiel klimaat als (ijs)kelders, grotten en bunkers om daar door middel van de winterslaap de winter door te brengen. Vleermuizen gebruiken dus verblijfplaatsen eveneens in de winter, wanneer zij hun winterslaap houden. De plaatsen zijn donkere, koele ruimten met een constant microklimaat. Afhankelijk van de soort zijn dit gebouwen (bunkers, grotten e.d.) of dikke bomen. Slechts zeer sporadisch komen de winterverblijfplaatsen overeen met de zomerverblijfplaatsen. Doordat vleermuizen voor hun oriëntatie gebruik maken van echolocatie zijn vleermuizen gevoelig voor ingrepen in het landschap. Oriëntatie vindt plaats aan de hand van opgaande elementen als bijvoorbeeld bomenlanen en houtwallen. Verlies daarvan resulteert in verminderde oriëntatiemogelijkheden. Oriëntatie is noodzakelijk om van kolonieplaats naar foerageergebied te vliegen en om voedsel te vinden. Bij de afweging van de effecten van ruimtelijke ingrepen in natuur en landschap spelen derhalve opgaande elementen een belangrijke rol. Vleermuizen worden meer en meer betrokken bij de besluitvorming rond ingrepen in het landelijk en stedelijk gebied. Alle soorten zijn namelijk nationaal en internationaal streng beschermd via de Flora- en faunawet en de Habitatrichtlijn. Adviesbureau Mertens 5 Wageningen

53 Vleermuizen, broedvogels en vissen rond het voormalige verpleeghuis De Egmontshof te Oud Beijerland. Eindrapportage oktober Vogels Vogels komen doorgaans overal in Nederland voor waar enige beschutting is en waar mogelijkheden zijn om te nestelen. Er zijn vogels die ieder jaar een nest bouwen om daarin te broeden. Er zijn daarnaast vogels die jaarrond een zelfde nest gebruiken om in te slapen en te broeden (bijvoorbeeld uilen) en er zijn vogels die jaarlijks terugkeren naar hun nestplaats om het nest opnieuw te gebruiken om daarin te broeden (zoals veel soorten roofvogels). De Flora- en faunawet ziet toe op de bescherming van nesten die jaarrond of jaarlijks worden gebruikt; deze zijn ook buiten het broedseizoen beschermd. Sinds de zomer van 2009 heeft het bevoegd gezag inzake de Flora- en faunawet een lijst met jaarrond beschermde vogels gepubliceerd (LNV-DLG, 2009a). De verblijfplaatsen van deze vogels zijn ook buiten het broedseizoen beschermd via de Flora- en faunawet (LNV-DLG, 2009b). 2.3 Vissen In allerlei wateren komen verschillende soorten vissen voor. Het voorkomen hiervan is afhankelijk van de milieufactoren zoals stroomsnelheid, doorzicht en diepte. Kleine modderkruiper De kleine modderkruiper komt wijd verspreid over Nederland, in zowel stilstaande als stromende wateren, voor. De soort wordt met name in kleinere wateren vastgesteld met relatief veel plantengroei. Hier worden ook veel juveniele soorten aangetroffen hetgeen wijst op voorplanting. De voortplantingsperiode vindt plaats van april tot juni. Eieren worden dan willekeurig afgezet aan planten en stenen. De soort wordt met name op de bodem vastgesteld. Deze typische bodembewoner is dan ook voornamelijk s nachts actief. Overdag houdt de kleine modderkruiper zich schuil. Bittervoorn De bittervoorn is een zeer kleine vissoort (5 tot 8 cm, max 10 cm) die behoort tot de karperachtigen. Hij bezit een hoge rugvin en heeft een (blauwe) anaalstreep. Van de meeste inheemse Nederlandse vissen is het voedsel overwegend dierlijk. De bittervoorn heeft echter een lange darm en is daardoor aangepast aan een dieet met veel plantaardig materiaal zoals kiezelalgen. Deze microscopisch kleine algen worden van stenen gegraasd reden waarom de vis vaak onder stenen bruggetjes en duikers te vinden is. Het voorkomen van de bittervoorn is sterk gerelateerd aan het voorkomen van schildersmosselen of zwanenmosselen (grote zoetwatermosselen), die nodig zijn bij de voortplanting. De eieren van bittervoorn worden in de mantelholte van de mosselen afgezet; ze komen daar uit en de larven blijven er tot ze gaan zwemmen. Gedurende het leggen van de eieren worden jonge mosselen uitgestoten en hechten zich gedurende enige tijd aan de kieuwen van de bittervoorn. Dit is tevens een manier voor mosselen om zich te verspreiden. Evenals de bittervoorn komen mosselen voor in vrij heldere, kleine wateren. Aldaar moet de sliblaag niet te dik zijn omdat de mosselen zich anders niet kunnen vastzetten. Enig slib (modder) is echter optimaal voor de voedselvoorziening van de mosselen. Als door baggerwerkzaamheden of ander onderhoud de mosselen van de bodem verdwijnen, is het paaibiotoop van de bittervoorn verdwenen. De paaitijd loopt van april tot juni. De bittervoorn vereist daarnaast voldoende waterplanten omdat anders de verschillen in milieuomstandigheden zoals zuurstofhoeveelheid te groot zijn. De bittervoorn wordt dan ook aangetroffen in stilstaande wateren, zoals schone poldersloten en vijvers met een gevarieerde plantengroei en plantenrijke oevers en meren. In zeer langzaamstromend water (onder de 10 cm/s) komt de bittervoorn voor in begroeide oevers en rivieren en meanders van laaglandbeken. De minimale waterdiepte voor het voorkomen van bittervoorn bedraagt 50 cm. In diepe droogmakerijen komt de soort niet voor; op veel plaatsen welt zout water op waardoor het water ongeschikt leefgebied is voor zoetwatermosselen. Als gevolg van kanalisatie en watervervuiling is de bittervoorn op de Rode lijst van bedreigde diersoorten gekomen als kwetsbaar (tweede categorie) en is zwaar beschermd onder de Floraen faunawet. Adviesbureau Mertens 6 Wageningen

54 Vleermuizen, broedvogels en vissen rond het voormalige verpleeghuis De Egmontshof te Oud Beijerland. Eindrapportage oktober FLORA- EN FAUNAWET 3.1 Flora- en faunawet In de Flora- en faunawet die per 1 april 2002 in werking is getreden, zijn regels gegeven over de bescherming van de in het wild levende planten- en diersoorten, mede ter uitvoering van de soortbescherming in de Europese Richtlijnen (Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn). Deze soortenbescherming van de Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn zijn geïntegreerd in de Flora- en faunawet. Deze soortenbescherming houdt in dat handelingen zoals het doden, opzettelijk verontrusten, verstoren of vernietigen van vaste rust- en verblijfplaatsen, holen, nesten, eieren van dieren en het uitgraven, plukken en vernietigen van groeiplaatsen van planten verboden zijn. Een ruimtelijke ingreep kan gepaard gaan met negatieve effecten op planten en dieren. Om een ruimtelijk plan tot uitvoering te kunnen brengen die negatieve effecten heeft op beschermde soorten, is in een aantal gevallen een ontheffing van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie noodzakelijk. Om een dergelijke ontheffing te kunnen verkrijgen, moet aangetoond worden dat de voorgenomen ruimtelijke ingreep geen afbreuk zal doen aan de gunstige staat van instandhouding van de beschermde soorten. Qua mate van bescherming kan onderscheid worden gemaakt in de volgende drie beschermingsregimes. Algemeen voorkomende soorten (categorie 1: lichte bescherming) Voor algemeen voorkomende soorten zoals haas, egel, veldmuis, bruine kikker of gewone pad geldt sinds begin 2005 dat er een algemene vrijstelling is. Voor deze soorten hoeft geen ontheffing te worden aangevraagd als zij worden geschaad op voorwaarde dat met deze soorten goed omgegaan wordt: zij mogen niet onnodig gedood of gewond worden en activiteiten dienen buiten de kritieke periode plaats te vinden (zorgplicht). Minder algemeen voorkomende soorten (categorie 2: matige bescherming) Voor soorten die minder algemeen voorkomen als eekhoorn, steenmarter, levendbarende hagedis en diverse soorten orchideeën geldt dat een ontheffing vereist blijft bij ruimtelijke ingrepen die negatieve effecten voor deze soorten hebben. Een uitzondering hierop kan gemaakt worden als wordt gewerkt volgens een door de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie goedgekeurde gedragscode. In zo n gedragscode geeft een sector of initiatiefnemer zelf aan welke gedragslijnen men volgt om het schaden van beschermde soorten zo veel mogelijk te voorkomen. Bij het hebben van een gedragscode voor de minder algemeen voorkomende soorten is alleen nog een ontheffing nodig voor werkzaamheden die niet conform de gedragscode worden uitgevoerd. Strikt beschermde soorten (categorie 3: strikte bescherming) Voor soorten die in bijlage IV van de Habitatrichtlijn staan, vanwege de Vogelrichtlijn te beschermen vogelsoorten en soorten die zijn opgenomen bijlage 1 van het Besluit vrijstelling beschermde dier- en plantensoorten (o.a. ringslang, hazelworm, boommarter, das en waterspitsmuis) geldt dat een ontheffing alleen wordt verleend als geen afbreuk wordt gedaan aan de gunstige staat van instandhouding van deze soorten, er geen andere bevredigende oplossing voor de ingreep bestaat en er sprake is van een in of bij de wet genoemd belang. Volgens de in 2009 uitgevaardigde Uitleg Aangepaste beoordeling ontheffing ruimtelijke ingrepen Floraen faunawet van de Dienst Regelingen die namens de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie de ontheffingsaanvragen in behandeling neemt, is geen ontheffing benodigd, indien door Adviesbureau Mertens 7 Wageningen

55 Vleermuizen, broedvogels en vissen rond het voormalige verpleeghuis De Egmontshof te Oud Beijerland. Eindrapportage oktober 2012 mitigerende maatregelen de functionaliteit van de voortplantings- en/of vaste rust- en verblijfplaatsen kan worden gegarandeerd. Om zekerheid te verkrijgen of de mitigerende maatregelen voldoende zijn en er inderdaad geen ontheffing nodig is, kan een ontheffing aangevraagd worden ter goedkeuring van die maatregelen. 3.2 Rode lijst Alleen op basis van 'gunstige staat van instandhouding' kunnen bij beschermde Rode lijstsoorten "zwaardere" randvoorwaarden gelden dan voor algemene soorten. Zo zal het bij zeer algemeen voorkomende soorten die niet afnemen in aantal (geen Rode lijstsoort) relatief eenvoudig zijn om aan te tonen dat de "gunstige staat van instandhouding" niet in het geding komt. Voor beschermde soorten met een beperkt verspreidingsgebied en die afnemen in aantal (soorten die wél op de Rode lijst staan) is een uitbreide effectenstudie vereist). Deze zorgplicht houdt in dat iedereen voldoende zorg in acht moet nemen voor alle in het wild levende dieren, inclusief hun leefomgeving en voor alle planten en hun groeiplaats. Adviesbureau Mertens 8 Wageningen

56 Vleermuizen, broedvogels en vissen rond het voormalige verpleeghuis De Egmontshof te Oud Beijerland. Eindrapportage oktober METHODE 4.1 Inleiding Ten behoeve van de inventarisatie van vleermuizen, vogels met vaste rust- en verblijfplaatsen en vissen zijn vier inventarisatieronden uitgevoerd. In tabel 1 wordt van deze inventarisatieronden een overzicht gegeven. Tabel 1. Overzicht inventarisatieronden naar het voorkomen van beschermde vleermuizen, vogels met vaste rust- en verblijfplaatsen en vissen rond verpleeghuis De Egmontshof te Oud Beijerland. Datum Vleermuizen Vogels Vissen Voorjaar Herfst - 17 mei 2012 Kolonies, vliegroutes en foerageerplaatsen Nestlocaties juni 2012 Kolonies, vliegroutes en foerageerplaatsen Nestlocaties Afvissen wateren - 24 augustus 2012 Balts-, paar- en foerageerplaatsen september 2012 Balts-, paar- en foerageerplaatsen - Afvissen wateren 4.2 Veldinventarisatie vleermuizen Vleermuizen zijn geïnventariseerd door middel van batdetector-onderzoek (Petterson D-240). Met de batdetector worden de, voor mensen onhoorbare, ultrasone geluiden van vleermuizen omgezet naar de voor het menselijk oor hoorbare geluiden. Soorten kunnen door de geluiden (frequentie, ritme en klank) en zichtbeelden worden onderscheiden. Door interpretatie hiervan kan tevens het gedrag afgeleid worden en kunnen onder andere foerageerplaatsen, vliegroutes en verblijfplaatsen worden opgespoord. De onderzoeksronden in het voorjaar waren gericht op het in beeld brengen van kolonies, vliegroutes en foerageerplaatsen en de herfstronden waren gericht op het in beeld brengen van balts-, paar- en foerageerplaatsen. 4.3 Veldinventarisatie broedvogels Voorafgaand aan het vleermuisonderzoek op 17 mei en 4 juni 2012 is het gebied geïnventariseerd op nesten, sporen en territoriaal gedrag van vogels met jaarrond beschermde nesten. 4.4 Vissen Vissen zijn geïnventariseerd door middel van schepnetonderzoek. Met het net worden veelvuldig kleine vissen gevangen zoals de kleine modderkruiper die voor kleinere wateren een representatief beeld geven van de aanwezige vissenfauna. Het gebruikte schepnet dat werd gebruikt is geleverd voor professionele inventarisaties. Met dit net worden relatief kleine vissen gevangen die een representatief beeld geven van Adviesbureau Mertens 9 Wageningen

57 Vleermuizen, broedvogels en vissen rond het voormalige verpleeghuis De Egmontshof te Oud Beijerland. Eindrapportage oktober 2012 de aanwezige vissen. De methode wordt landelijk gebruikt en wordt uitgedragen door Stichting RAVON te Nijmegen (Spikmans & Jong, 2006). Met het schepnet zijn alle wateren integraal bemonsterd vanaf de oever, eventueel met waadbroek vanuit het water. De methode wordt erkend door het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, Dienst Regelingen, de organisatie die bevoegd is inzake de Flora- en faunawet. Adviesbureau Mertens 10 Wageningen

58 Vleermuizen, broedvogels en vissen rond het voormalige verpleeghuis De Egmontshof te Oud Beijerland. Eindrapportage oktober RESULTAAT 5.1 Vleermuizen Voorjaar Er is één soort vleermuis vastgesteld in zowel het voorjaar als de herfst. Het betreft de gewone dwergvleermuis. De soort werd alleen foeragerend vastgesteld. Dit is ook aannemelijk omdat de gewone dwergvleermuis uitsluitend gebouw bewonend is. Er zijn tevens geen aanwijzingen gevonden van het voorkomen van vliegroutes. In figuur 4 worden de waarnemingen van vleermuizen in het voorjaar weergegeven. Legenda = Gewone dwergvleermuis Figuur 4. Foerageerplaatsen van gewone dwergvleermuis in het voorjaar rondom het voormalige verpleeghuis De Egmontshof te Oud Beijerland. Herfst Er is zijn twee soorten vleermuizen aangetroffen in de herfst. Het betreft de gewone dwergvleermuis en ruige dwergvleermuis. De soorten werden foeragerend en baltsend aangetroffen. Er zijn van gewone dwergvleermuis en ruige dwergvleermuis respectievelijk drie en één baltsplaats aangetroffen. Bij een baltsplaats vliegt een vleermuis rond met sociale geluiden. In figuur 5 worden de waarnemingen van vleermuizen in de herfst weergegeven. Adviesbureau Mertens 11 Wageningen

59 Vleermuizen, broedvogels en vissen rond het voormalige verpleeghuis De Egmontshof te Oud Beijerland. Eindrapportage oktober 2012 Legenda Foera- Baltsgeerpl. plaats = Gewone dwergvleermuis = Ruige dwergvleermuis Figuur 5. Waarnemingen van vleermuizen in de herfst rondom het voormalige verpleeghuis De Egmontshof te Oud Beijerland. 5.2 Broedvogels Er zijn geen aanwijzingen gevonden van het voorkomen van vogels met (vaste rust- en verblijf)plaatsen in en direct rondom verpleeghuis Rembrandt. Wel werden diverse andere soorten broedvogels aangetroffen in de bossages en opgaande vegetaties zoals merel, zanglijster, winterkoning, vink en roodborst. 5.3 Vissen Er zijn geen beschermde vissen aangetroffen. Wel werden rietvoorn, brasem, snoek en snoekbaars vastgesteld. Geen van deze soorten is bedreigd volgens de Rode lijst (2009). Adviesbureau Mertens 12 Wageningen

60 Vleermuizen, broedvogels en vissen rond het voormalige verpleeghuis De Egmontshof te Oud Beijerland. Eindrapportage oktober CONCLUSIE In verband met de nieuwbouw van het voormalige verpleeghuis De Egmontshof te Oud Beijerland is er een gerichte inventarisatie uitgevoerd naar het voorkomen van vleermuizen, broedvogels met vaste rusten verblijfplaatsen en vissen. Er zijn alleen vleermuizen aangetroffen. Uit de inventarisatie kijkt dat het opgaand groen foerageergebied is voor gewone dwergvleermuis en ruige dwergvleermuis. Deze soorten hebben er tevens enkele baltsplaatsen. Met de realisatie zal een deel van het groen verloren gaan en wordt er nieuw groen en oppervlaktewater gerealiseerd. Het is aannemelijk dat als gevolg hiervan geen effecten worden voorzien op het foerageren en dat het baltsen gewoon doorgang kan vinden. Daarbij komt dat gewone dwergvleermuis en ruige dwergvleermuis soorten zijn die weinig verstoringsgevoelig zijn. Effecten op vleermuizen worden derhalve niet voorzien. Op basis van bovenstaande inventarisatie en interpretatie van effecten kan worden geconcludeerd dat met de realisatie van de plannen geen verbodsbepalingen van de Flora- en faunawet worden overtreden. Op grond hiervan kan worden gesteld dat de uitvoering van het plan niet in strijd is met het gestelde binnen de Flora- en faunawet. Adviesbureau Mertens 13 Wageningen

61 Vleermuizen, broedvogels en vissen rond het voormalige verpleeghuis De Egmontshof te Oud Beijerland. Eindrapportage oktober 2012 GERAADPLEEGDE LITERATUUR - EEG, Richtlijn 79/43/EEG inzake het behoud van de Vogelstand. Publicatieblad Europese Gemeenschap, nummer L EEG, Richtlijn 92/43/EEG inzake de instandhouding van wilde flora en fauna. Publicatieblad van de Europese Gemeenschap, nummer L. 206/7. - Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit, Besluit Rode lijsten diverse soortgroepen. - Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit, Wet van 25 mei 1998, houdende regels ter bescherming van in het wild levende planten en diersoorten (Flora en Faunawet). Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden 402, Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit, Dienst Regelingen, 2009a. Aangepaste lijst jaarrond beschermde vogelnesten ontheffing Flora- en faunawet ruimtelijke ingreep. Ministerie van LNV (Dienst Regelingen), Den Haag. - Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit, Dienst Regelingen, 2009b. Uitleg aangepaste beoordeling ontheffing ruimtelijke ingrepen Flora- en faunawet. Ministerie van LNV (Dienst Regelingen), Den Haag. - Netwerk Groene Bureaus, Vleermuisinventarisatie-protocol; Introductie, toelichting en tabel. Odijk. - Nie, H.W. de, Atlas van de Nederlandse Zoetwatervissen. Media Publishing, Doetinchem, Spikmans, F, Jong, T. de, Het waarnemen van zoetwatervissen, Nijmegen, 1-5. Adviesbureau Mertens 14 Wageningen

62 BIJLAGE 1. LIGGING PLANGEBIED

63 BIJLAGE 2. BEGRIPPEN Baltsplaats Foerageergebied Foerageerplaats Kolonie Migratieroute Paarplaats Verblijfplaats Vliegroute Voorbijvliegend Plaats waar een vleermuis al roepend rondvliegt in de herfst en die doorgaans wordt verdedigd tegen andere mannetjes. Een gebied waar een vleermuis of een groep van vleermuizen foerageert. Dat gebied wordt regelmatig bezocht door vleermuizen om in te foerageren en dat doorgaans meerdere foerageerplaatsen kent die langere tijd worden gebruikt. Plek (jachtplek) waar wordt gejaagd door vleermuizen. De plek kan in de directe omgeving van de kolonieplaats liggen maar ook kilometers verderop. Groep vleermuizen (kleine groep mannetjes of meestal grotere groep vrouwtjes, soms gemengd (soorten, geslacht)) die in het voorjaar tot de herfst bijeen blijven. De groep kan zich vestigen in gebouwen (in spouwmuren of onder daklijsten e.d.) of bomen (spechtengaten, scheuren). Een groep vrouwelijke vleermuizen wordt ook wel aangeduid als een kraamkolonie. In zo'n groep worden jongen geboren en grootgebracht. Een kolonie maakt vaak gebruik van meerdere verblijfplaatsen die soms gelijktijdig worden gebruikt. Een vaste route van zomerverblijfplaats naar winterverblijfplaats en visa versa (zie ook vliegroute) of een route in een andere tijd; bijvoorbeeld tussen foerageerplaatsen. Territorium van territoriale mannetjes. Voor de ruige dwergvleermuis en de rosse vleermuis is dit doorgaans te vinden in boomholten. Voor de laatvlieger en de dwergvleermuis is dit te vinden in gebouwen. Voor de watervleermuis is dit te vinden in bomen en later, tegen de winter, zijn ze te vinden in overwinteringverblijven. Het mannetje vormt een harem met meerdere vrouwtjes. De paartijd valt in de herfst (uitgezonderd de grootoorvleermuis waarbij het in april valt (vroege voorjaar). De hier geschetste situatie van de paring wordt in dit rapport omschreven als herfst situatie. Een object (huis, boom, bunker, grot, kast en dergelijke) waarin een of meerdere vleermuizen verblijven (overdag of s winters permanent). Route die door vleermuizen elke avond wordt gebruikt om van de kolonieplaats naar foerageergebied te vliegen en visa vers (zie ook migratieroute). Vrouwtjes met jongen keren soms midden in de nacht terug om de jongen te zogen en gebruiken dan de route. Vliegroutes liggen over het algemeen langs lijnvormige (landschaps)elementen als bomenlanen, huizenrijen e.d. De functies zijn beschutting bij winderig en koud weer, oriëntatie in verband met de echolokatie-geluiden en het vinden van voedsel. Vleermuizen die voorbijvliegen, niet via een vaste route. Het betreft meestal zwervers of trekkers. Zwermen Direct na het uitvliegen, naar vooral voor het invliegen bij een kolonie zwermt een deel van de kolonie rond de kolonieplaats. Zwermgedrag is derhalve een indicatie voor een eventuele kolonieplaats. Winterverblijfplaats Een verblijfplaats waar in de winter een of meerdere vleermuizen in winterslaap (hybernation) gaan. Deze ruimte is doorgaans donker, heeft een hoge luchtvochtigheid en temperatuurwisselingen zijn nihil.

64 Zomerverblijfplaats Een verblijfplaats die gebruikt wordt door vleermuizen die niet in winterslaap zijn waarvan niet aangetoond is dat het een kraamverblijfplaats dan wel een paarverblijfplaats is. In sommige gevallen vormen bijvoorbeeld mannetjes kleine groepjes.

65

66 77 Bijlage 5 Verkennend bodemonderzoek Rho adviseurs voor leefruimte

67 Rho adviseurs voor leefruimte

68 Verkennend bodemonderzoek BP Rembrandt te Oud Beijerland Datum : 29 december 2011 Kenmerk : 1108D509/DBI/rap1 Auteur : De heer D.D.C.A. Bijl Vrijgave : C. Brouwer bba (projectleider) :. Opdrachtgever : RBOI-Rotterdam bv : De heer W. Verweij : Postbus 150 : 3000 AD Rotterdam IDDS bv. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd, opgeslagen in een geautomatiseerd bestand en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm, elektronisch of anderszins zonder voorafgaande, schriftelijke toestemming van de uitgever. BRL SIKB 2000 VKB-protocollen 2001 & 2002

Bijlage 1 Ecologisch onderzoek

Bijlage 1 Ecologisch onderzoek Page 1 of 5 Bijlage 1 Ecologisch onderzoek Plan: Hoofdwinkelcentrum Status: vastgesteld Plantype: bestemmingsplan IMRO-idn: NL.IMRO.0406.BPHWC2011-VG01 In dit bureauonderzoek is de bestaande situatie vanuit

Nadere informatie

Eindrapport BESCHERMDE SOORTEN TER PLAATSTE VAN EN DIRECT ROND FIETSPAD BERNHARDSTRAAT TE RUCPHEN

Eindrapport BESCHERMDE SOORTEN TER PLAATSTE VAN EN DIRECT ROND FIETSPAD BERNHARDSTRAAT TE RUCPHEN Eindrapport BESCHERMDE SOORTEN TER PLAATSTE VAN EN DIRECT ROND FIETSPAD BERNHARDSTRAAT TE RUCPHEN Eindrapport BESCHERMDE SOORTEN TER PLAATSTE VAN EN DIRECT ROND FIETSPAD BERNHARDSTRAAT TE RUCPHEN rapportnr.

Nadere informatie

Eindrapport HET VOORKOMEN VAN VLEERMUIZEN EN BROEDVOGELS IN HET VOORMALIGE POLITIEBUREAU EN GEMEENTEHUIS VAN DE LIER

Eindrapport HET VOORKOMEN VAN VLEERMUIZEN EN BROEDVOGELS IN HET VOORMALIGE POLITIEBUREAU EN GEMEENTEHUIS VAN DE LIER Eindrapport HET VOORKOMEN VAN VLEERMUIZEN EN BROEDVOGELS IN HET VOORMALIGE POLITIEBUREAU EN GEMEENTEHUIS VAN DE LIER Eindrapport HET VOORKOMEN VAN VLEERMUIZEN EN BROEDVOGELS IN HET VOORMALIGE POLITIEBUREAU

Nadere informatie

Eindrapportage HET VOORKOMEN VAN VLEERMUIZEN AAN DE MAATWEG 1 TE AMERSFOORT

Eindrapportage HET VOORKOMEN VAN VLEERMUIZEN AAN DE MAATWEG 1 TE AMERSFOORT Eindrapportage HET VOORKOMEN VAN VLEERMUIZEN AAN DE MAATWEG 1 TE AMERSFOORT Eindrapportage HET VOORKOMEN VAN VLEERMUIZEN AAN DE MAATWEG 1 TE AMERSFOORT rapportnr. 2011.1247 september 2011 In opdracht van:

Nadere informatie

- er sprake is van een wettelijk geregeld belang (waaronder het belang van land- en bosbouw,

- er sprake is van een wettelijk geregeld belang (waaronder het belang van land- en bosbouw, Bureauonderzoek ecologie, wijzigingsplan IJsseldijk-West Ecologie Bij de voorbereiding van een ruimtelijk plan dient onderzocht te worden of de Flora- en faunawet, de Natuurbeschermingswet 1998 en het

Nadere informatie

Concept HET VOORKOMEN VAN VLEERMUIZEN IN EN ROND DE CONTREIE TE OOSTERHOUT

Concept HET VOORKOMEN VAN VLEERMUIZEN IN EN ROND DE CONTREIE TE OOSTERHOUT Concept HET VOORKOMEN VAN VLEERMUIZEN IN EN ROND DE CONTREIE TE OOSTERHOUT Concept HET VOORKOMEN VAN VLEERMUIZEN IN EN ROND DE CONTREIE TE OOSTERHOUT oktober 2009 In opdracht van: RBOI-Middelburg BV Postbus

Nadere informatie

Eindrapport VLEERMUIZEN TER PLAATSE VAN EN DIRECT ROND DE LOOCH TE VIANEN

Eindrapport VLEERMUIZEN TER PLAATSE VAN EN DIRECT ROND DE LOOCH TE VIANEN Eindrapport VLEERMUIZEN TER PLAATSE VAN EN DIRECT ROND DE LOOCH TE VIANEN Eindrapport VLEERMUIZEN TER PLAATSE VAN EN DIRECT ROND DE LOOCH TE VIANEN rapportnr. 2016.2287 december 2016 In opdracht van: Rho

Nadere informatie

Eindrapport HET VOORKOMEN VAN VLEERMUIZEN EN VOGELS IN EN DIRECT ROND ACHTERVELD TE LEUSDEN

Eindrapport HET VOORKOMEN VAN VLEERMUIZEN EN VOGELS IN EN DIRECT ROND ACHTERVELD TE LEUSDEN Eindrapport HET VOORKOMEN VAN VLEERMUIZEN EN VOGELS IN EN DIRECT ROND ACHTERVELD TE LEUSDEN Eindrapport HET VOORKOMEN VAN VLEERMUIZEN EN VOGELS IN EN DIRECT ROND ACHTERVELD TE LEUSDEN rapportnr. 2010.1112

Nadere informatie

Bureauonderzoek Flora en fauna

Bureauonderzoek Flora en fauna Bureauonderzoek Flora en fauna Ecologie In dit bureauonderzoek is de bestaande situatie vanuit ecologisch oogpunt beschreven en is vermeld welke ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt. Vervolgens is aangegeven

Nadere informatie

Bijlage 1 Onderzoek ecologie

Bijlage 1 Onderzoek ecologie Bijlage 1 Onderzoek ecologie In dit bureauonderzoek is de bestaande situatie vanuit ecologisch oogpunt beschreven en is vermeld welke ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt. Vervolgens is aangegeven waaraan

Nadere informatie

Concept rapport VLEERMUIZEN EN BROEDVOGELS TER PLAATSTE VAN EN DIRECT ROND GODELINDEHOF TE NIEUW-LOOSDRECHT

Concept rapport VLEERMUIZEN EN BROEDVOGELS TER PLAATSTE VAN EN DIRECT ROND GODELINDEHOF TE NIEUW-LOOSDRECHT Concept rapport VLEERMUIZEN EN BROEDVOGELS TER PLAATSTE VAN EN DIRECT ROND GODELINDEHOF TE NIEUW-LOOSDRECHT Concept rapport VLEERMUIZEN EN BROEDVOGELS TER PLAATSTE VAN EN DIRECT ROND GODELINDEHOF TE NIEUW-LOOSDRECHT

Nadere informatie

Vervolgonderzoek flora en fauna

Vervolgonderzoek flora en fauna Bijlage 4 Vervolgonderzoek flora en fauna Rho adviseurs voor leefruimte 053100.19264.00 Eindrapport VLEERMUIZEN EN HUISMUSSEN TER PLAATSTE VAN EN DIRECT ROND EEN NIEUWBOUWLOCATIE VAN EEN SCHOOL AAN DE

Nadere informatie

Eindrapport VLEERMUIZEN EN BROEDVOGELS IN EN DIRECT ROND DE VOERT 10 TE BERGEN

Eindrapport VLEERMUIZEN EN BROEDVOGELS IN EN DIRECT ROND DE VOERT 10 TE BERGEN Eindrapport VLEERMUIZEN EN BROEDVOGELS IN EN DIRECT ROND DE VOERT 10 TE BERGEN Eindrapport VLEERMUIZEN EN BROEDVOGELS IN EN DIRECT ROND DE VOERT 10 TE BERGEN rapportnr. 2010.1172 september 2011 In opdracht

Nadere informatie

VLEERMUIZEN IN HET PLANGEBIED EN OMGEVING VAN DE UITBREIDING VAN BASISSCHOLEN DE AKKER EN DE DR. SCHAEPMANSCHOOL TE BARENDRECHT

VLEERMUIZEN IN HET PLANGEBIED EN OMGEVING VAN DE UITBREIDING VAN BASISSCHOLEN DE AKKER EN DE DR. SCHAEPMANSCHOOL TE BARENDRECHT VLEERMUIZEN IN HET PLANGEBIED EN OMGEVING VAN DE UITBREIDING VAN BASISSCHOLEN DE AKKER EN DE DR. SCHAEPMANSCHOOL TE BARENDRECHT VLEERMUIZEN IN HET PLANGEBIED EN OMGEVING VAN DE UITBREIDING VAN BASISSCHOLEN

Nadere informatie

Huidige situatie Het plangebied bestaat uit de kom Bleiswijk met bebouwing, tuinen, groenstroken, laanbeplanting en watergangen.

Huidige situatie Het plangebied bestaat uit de kom Bleiswijk met bebouwing, tuinen, groenstroken, laanbeplanting en watergangen. Bijlage 1 Bureauonderzoek flora en fauna Ecologie In dit bureauonderzoek is de bestaande situatie vanuit ecologisch oogpunt beschreven en is vermeld welke ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt. Vervolgens

Nadere informatie

Eindrapport VLEERMUIZEN TER PLAATSTE VAN EN DIRECT ROND ING. SMEDINGPLEIN 2 TE WIERINGERWERF

Eindrapport VLEERMUIZEN TER PLAATSTE VAN EN DIRECT ROND ING. SMEDINGPLEIN 2 TE WIERINGERWERF Eindrapport VLEERMUIZEN TER PLAATSTE VAN EN DIRECT ROND ING. SMEDINGPLEIN 2 TE WIERINGERWERF Eindrapport VLEERMUIZEN TER PLAATSTE VAN EN DIRECT ROND ING. SMEDINGPLEIN 2 TE WIERINGERWERF rapportnr. 2015.2050

Nadere informatie

Eindrapport VLEERMUIZEN EN VOGELS MET VASTE RUST- EN VERBLIJFPLAATSEN IN EN ROND EEN RECONSTRUCTIEGEBIED TE EMMEN

Eindrapport VLEERMUIZEN EN VOGELS MET VASTE RUST- EN VERBLIJFPLAATSEN IN EN ROND EEN RECONSTRUCTIEGEBIED TE EMMEN Eindrapport VLEERMUIZEN EN VOGELS MET VASTE RUST- EN VERBLIJFPLAATSEN IN EN ROND EEN RECONSTRUCTIEGEBIED TE EMMEN Eindrapport VLEERMUIZEN EN VOGELS MET VASTE RUST- EN VERBLIJFPLAATSEN IN EN ROND EEN RECONSTRUCTIEGEBIED

Nadere informatie

Tussenrapportage VLEERMUIZEN EN VOGELS MET VASTE RUST- EN VERBLIJFPLAATSEN IN EN ROND EEN RECONSTRUCTIEGEBIED TE EMMEN

Tussenrapportage VLEERMUIZEN EN VOGELS MET VASTE RUST- EN VERBLIJFPLAATSEN IN EN ROND EEN RECONSTRUCTIEGEBIED TE EMMEN Tussenrapportage VLEERMUIZEN EN VOGELS MET VASTE RUST- EN VERBLIJFPLAATSEN IN EN ROND EEN RECONSTRUCTIEGEBIED TE EMMEN Tussenrapportage VLEERMUIZEN EN VOGELS MET VASTE RUST- EN VERBLIJFPLAATSEN IN EN ROND

Nadere informatie

Concept rapportage VLEERMUIZEN IN EN DIRECT ROND EEN NIEUWBOUWLOCATIE TE OUDEWATER

Concept rapportage VLEERMUIZEN IN EN DIRECT ROND EEN NIEUWBOUWLOCATIE TE OUDEWATER Concept rapportage VLEERMUIZEN IN EN DIRECT ROND EEN NIEUWBOUWLOCATIE TE OUDEWATER Concept rapportage VLEERMUIZEN IN EN DIRECT ROND EEN NIEUWBOUWLOCATIE TE OUDEWATER rapportnr. 2011.1169 juni 2011 In opdracht

Nadere informatie

Eindrapport VLEERMUIZEN TER PLAATSE VAN EN DIRECT ROND OPEN WAARD TE OUD BEIJERLAND

Eindrapport VLEERMUIZEN TER PLAATSE VAN EN DIRECT ROND OPEN WAARD TE OUD BEIJERLAND Eindrapport VLEERMUIZEN TER PLAATSE VAN EN DIRECT ROND OPEN WAARD TE OUD BEIJERLAND Eindrapport VLEERMUIZEN TER PLAATSE VAN EN DIRECT ROND OPEN WAARD TE OUD BEIJERLAND rapportnr. 2012.1420 oktober 2012

Nadere informatie

Eindrapport VLEERMUIZEN TER PLAATSE VAN EN DIRECT ROND EEN RECONSTRUCTIELOCATIE AAN DE BOUTENSLAAN TE EINDHOVEN

Eindrapport VLEERMUIZEN TER PLAATSE VAN EN DIRECT ROND EEN RECONSTRUCTIELOCATIE AAN DE BOUTENSLAAN TE EINDHOVEN Eindrapport VLEERMUIZEN TER PLAATSE VAN EN DIRECT ROND EEN RECONSTRUCTIELOCATIE AAN DE BOUTENSLAAN TE EINDHOVEN Eindrapport VLEERMUIZEN TER PLAATSE VAN EN DIRECT ROND EEN RECONSTRUCTIELOCATIE AAN DE BOUTENSLAAN

Nadere informatie

Resultaten veldbezoek vleermuizen en vogels Hotels van Oranje te Noordwijk

Resultaten veldbezoek vleermuizen en vogels Hotels van Oranje te Noordwijk Resultaten veldbezoek vleermuizen en vogels Hotels van Oranje te Noordwijk 9 maart 015 Aanleiding Er is het voornemen voor de renovatie, (gedeeltelijke)vervanging en nieuw- en uitbouw van de Hotels van

Nadere informatie

Huidige situatie Het plangebied bestaat uit bebouwing, verharding, opgaande beplanting en watergangen.

Huidige situatie Het plangebied bestaat uit bebouwing, verharding, opgaande beplanting en watergangen. Ecologie In dit bureauonderzoek is de bestaande situatie vanuit ecologisch oogpunt beschreven en is vermeld welke ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt. Vervolgens is aangegeven waaraan deze ontwikkelingen

Nadere informatie

Eindrapport. VLEERMUIZEN IN EN DIRECT ROND KRUISSTRAAT 3a TE KERKWIJK

Eindrapport. VLEERMUIZEN IN EN DIRECT ROND KRUISSTRAAT 3a TE KERKWIJK Eindrapport VLEERMUIZEN IN EN DIRECT ROND KRUISSTRAAT 3a TE KERKWIJK Eindrapport VLEERMUIZEN IN EN DIRECT ROND KRUISSTRAAT 3a TE KERKWIJK rapportnr. 2012.1452 oktober 2012 In opdracht van: Gemeente Zaltbommel

Nadere informatie

Eindrapport VLEERMUIZEN EN HUISMUSSEN TER PLAATSE VAN EN DIRECT ROND HET HATTEMS DEEL VAN BEDRIJVENTERREIN H2O

Eindrapport VLEERMUIZEN EN HUISMUSSEN TER PLAATSE VAN EN DIRECT ROND HET HATTEMS DEEL VAN BEDRIJVENTERREIN H2O Eindrapport VLEERMUIZEN EN HUISMUSSEN TER PLAATSE VAN EN DIRECT ROND HET HATTEMS DEEL VAN BEDRIJVENTERREIN H2O Eindrapport VLEERMUIZEN EN HUISMUSSEN TER PLAATSE VAN EN DIRECT ROND HET HATTEMS DEEL VAN

Nadere informatie

Onderzoek flora en fauna

Onderzoek flora en fauna Bijlage 3 Onderzoek flora en fauna Ecologie In dit onderzoek is de bestaande situatie vanuit ecologisch oogpunt beschreven en is vermeld welke ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt. Vervolgens is aangegeven

Nadere informatie

HET VOORKOMEN VAN VLEERMUIZEN IN HET PLANGEBIED EN DIRECTE OMGEVING VAN DE BIEZENKAMP TE LEUSDEN

HET VOORKOMEN VAN VLEERMUIZEN IN HET PLANGEBIED EN DIRECTE OMGEVING VAN DE BIEZENKAMP TE LEUSDEN HET VOORKOMEN VAN VLEERMUIZEN IN HET PLANGEBIED EN DIRECTE OMGEVING VAN DE BIEZENKAMP TE LEUSDEN HET VOORKOMEN VAN VLEERMUIZEN IN HET PLANGEBIED EN DIRECTE OMGEVING VAN DE BIEZENKAMP TE LEUSDEN oktober

Nadere informatie

Concept rapport ACTUALISEREND VELDONDERZOEK VLEERMUIZEN EN VOGELS TER PLAATSTE VAN EN DIRECT ROND TAXANDRIAWEG 3 TE WAALWIJK

Concept rapport ACTUALISEREND VELDONDERZOEK VLEERMUIZEN EN VOGELS TER PLAATSTE VAN EN DIRECT ROND TAXANDRIAWEG 3 TE WAALWIJK Concept rapport ACTUALISEREND VELDONDERZOEK VLEERMUIZEN EN VOGELS TER PLAATSTE VAN EN DIRECT ROND TAXANDRIAWEG 3 TE WAALWIJK Concept rapport ACTUALISEREND VELDONDERZOEK VLEERMUIZEN EN VOGELS TER PLAATSTE

Nadere informatie

Eindrapport VLEERMUIZEN TER PLAATSE VAN EN DIRECT ROND EEN GEBIED AAN DE J.P. GOUVERNEURLAAN 20 TE SASSENHEIM

Eindrapport VLEERMUIZEN TER PLAATSE VAN EN DIRECT ROND EEN GEBIED AAN DE J.P. GOUVERNEURLAAN 20 TE SASSENHEIM Eindrapport VLEERMUIZEN TER PLAATSE VAN EN DIRECT ROND EEN GEBIED AAN DE J.P. GOUVERNEURLAAN 20 TE SASSENHEIM Eindrapport VLEERMUIZEN TER PLAATSE VAN EN DIRECT ROND EEN GEBIED AAN DE J.P. GOUVERNEURLAAN

Nadere informatie

Eindrapport VLEERMUIZEN IN EN ROND STADSDEELHART ANKLAAR TE APELDOORN

Eindrapport VLEERMUIZEN IN EN ROND STADSDEELHART ANKLAAR TE APELDOORN Eindrapport VLEERMUIZEN IN EN ROND STADSDEELHART ANKLAAR TE APELDOORN Eindrapport VLEERMUIZEN IN EN ROND STADSDEELHART ANKLAAR TE APELDOORN Rapportnr. 2009.1005 Januari 2010 In opdracht van: Gemeente Apeldoorn

Nadere informatie

Eindrapport VLEERMUIZEN EN BROEDVOGELS IN EN DIRECT ROND BEBOUWING OP EEN WEGTRACÉ IN SINT WILLEBRORD SPRUNDEL

Eindrapport VLEERMUIZEN EN BROEDVOGELS IN EN DIRECT ROND BEBOUWING OP EEN WEGTRACÉ IN SINT WILLEBRORD SPRUNDEL Eindrapport VLEERMUIZEN EN BROEDVOGELS IN EN DIRECT ROND BEBOUWING OP EEN WEGTRACÉ IN SINT WILLEBRORD SPRUNDEL Eindrapport VLEERMUIZEN EN BROEDVOGELS IN EN DIRECT ROND BEBOUWING OP EEN WEGTRACÉ IN SINT

Nadere informatie

Eindrapport VLEERMUIZEN IN EN DIRECT ROND DE MAKADO TE SCHAGEN

Eindrapport VLEERMUIZEN IN EN DIRECT ROND DE MAKADO TE SCHAGEN Eindrapport VLEERMUIZEN IN EN DIRECT ROND DE MAKADO TE SCHAGEN Eindrapport VLEERMUIZEN IN EN DIRECT ROND DE MAKADO TE SCHAGEN rapportnr. 2011.1306 juni 2012 In opdracht van: RBOI Postbus 150 3000 AD ROTTERDAM

Nadere informatie

Eindrapport BESCHERMDE DIERSOORTEN TER PLAATSE VAN EN DIRECT ROND ZORGLOCATIE DOGGERSBANK TE HOOGVLIET

Eindrapport BESCHERMDE DIERSOORTEN TER PLAATSE VAN EN DIRECT ROND ZORGLOCATIE DOGGERSBANK TE HOOGVLIET Eindrapport BESCHERMDE DIERSOORTEN TER PLAATSE VAN EN DIRECT ROND ZORGLOCATIE DOGGERSBANK TE HOOGVLIET Eindrapport BESCHERMDE DIERSOORTEN TER PLAATSE VAN EN DIRECT ROND ZORGLOCATIE DOGGERSBANK TE HOOGVLIET

Nadere informatie

Eindrapport BESCHERMDE PLANTEN- EN DIERSOORTEN TER PLAATSE VAN EN DIRECT ROND BEELLANDSTRAAT 6, 8 EN 10 TE HEESCH

Eindrapport BESCHERMDE PLANTEN- EN DIERSOORTEN TER PLAATSE VAN EN DIRECT ROND BEELLANDSTRAAT 6, 8 EN 10 TE HEESCH Eindrapport BESCHERMDE PLANTEN- EN DIERSOORTEN TER PLAATSE VAN EN DIRECT ROND BEELLANDSTRAAT 6, 8 EN 10 TE HEESCH Eindrapport BESCHERMDE PLANTEN- EN DIERSOORTEN TER PLAATSE VAN EN DIRECT ROND BEELLANDSTRAAT

Nadere informatie

Vleermuizen en de grote bonte specht in en rond het plangebied van drie bebouwingslocaties te Rozenburg (ZH)

Vleermuizen en de grote bonte specht in en rond het plangebied van drie bebouwingslocaties te Rozenburg (ZH) Vleermuizen en de grote bonte specht in en rond het plangebied van drie bebouwingslocaties te Rozenburg (ZH) Vleermuizen en de grote bonte specht in en rond het plangebied van drie bebouwingslocaties te

Nadere informatie

Concept rapportage ACTUALISEREND ONDERZOEK NAAR HET VOORKOMEN VAN VLEERMUIZEN IN HET GEBIED EN OMGEVING VAN GOLFCLUB HOOGE VORSSEL TE NISTELRODE

Concept rapportage ACTUALISEREND ONDERZOEK NAAR HET VOORKOMEN VAN VLEERMUIZEN IN HET GEBIED EN OMGEVING VAN GOLFCLUB HOOGE VORSSEL TE NISTELRODE Concept rapportage ACTUALISEREND ONDERZOEK NAAR HET VOORKOMEN VAN VLEERMUIZEN IN HET GEBIED EN OMGEVING VAN GOLFCLUB HOOGE VORSSEL TE NISTELRODE Concept rapportage ACTUALISEREND ONDERZOEK NAAR HET VOORKOMEN

Nadere informatie

Eindrapport VLEERMUIZEN EN BROEDVOGELS TER PLAATSTE VAN EN DIRECT ROND NIEUWE BEGRAAFPLAATS OUDDORP

Eindrapport VLEERMUIZEN EN BROEDVOGELS TER PLAATSTE VAN EN DIRECT ROND NIEUWE BEGRAAFPLAATS OUDDORP Eindrapport VLEERMUIZEN EN BROEDVOGELS TER PLAATSTE VAN EN DIRECT ROND NIEUWE BEGRAAFPLAATS OUDDORP Eindrapport VLEERMUIZEN EN BROEDVOGELS TER PLAATSTE VAN EN DIRECT ROND NIEUWE BEGRAAFPLAATS OUDDORP rapportnr.

Nadere informatie

Huidige situatie Het plangebied bestaat uit bebouwing, verharding, gazon, weiland, opgaande beplanting en oppervlaktewater.

Huidige situatie Het plangebied bestaat uit bebouwing, verharding, gazon, weiland, opgaande beplanting en oppervlaktewater. In dit bureauonderzoek is de bestaande situatie vanuit ecologisch oogpunt beschreven en is vermeld welke ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt. Vervolgens is aangegeven waaraan deze ontwikkelingen wat

Nadere informatie

Concept rapport VLEERMUIZEN EN BROEDVOGELS IN EN DIRECT ROND BESOYEN TE WAALWIJK

Concept rapport VLEERMUIZEN EN BROEDVOGELS IN EN DIRECT ROND BESOYEN TE WAALWIJK Concept rapport VLEERMUIZEN EN BROEDVOGELS IN EN DIRECT ROND BESOYEN TE WAALWIJK Concept rapport VLEERMUIZEN EN BROEDVOGELS IN EN DIRECT ROND BESOYEN TE WAALWIJK rapportnr. 2012.1453 juni 2013 In opdracht

Nadere informatie

2. ECOLOGIE VLEERMUIZEN...

2. ECOLOGIE VLEERMUIZEN... INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING... 2 1.1 INLEIDING... 2 1.2 HET GEBIED... 2 1.3 OPBOUW RAPPORT... 3 2. ECOLOGIE VLEERMUIZEN... 4 3 METHODE... 5 4 RESULTAAT... 6 5 CONCLUSIE... 8 LITERATUUR... 9 Adviesbureau

Nadere informatie

Eindrapport HET VOORKOMEN VAN VLEERMUIZEN IN EN DIRECT ROND EEN WOONZORGCENTRUM AAN DE LOOWAARD 3 TE AMSTERDAM

Eindrapport HET VOORKOMEN VAN VLEERMUIZEN IN EN DIRECT ROND EEN WOONZORGCENTRUM AAN DE LOOWAARD 3 TE AMSTERDAM Eindrapport HET VOORKOMEN VAN VLEERMUIZEN IN EN DIRECT ROND EEN WOONZORGCENTRUM AAN DE LOOWAARD 3 TE AMSTERDAM Eindrapport HET VOORKOMEN VAN VLEERMUIZEN IN EN DIRECT ROND EEN WOONZORGCENTRUM AAN DE LOOWAARD

Nadere informatie

HET VOORKOMEN VAN VLEERMUIZEN IN HET PLANGEBIED EN DIRECTE OMGEVING VAN GAGELDIJK 71 TE MAARSSEN

HET VOORKOMEN VAN VLEERMUIZEN IN HET PLANGEBIED EN DIRECTE OMGEVING VAN GAGELDIJK 71 TE MAARSSEN HET VOORKOMEN VAN VLEERMUIZEN IN HET PLANGEBIED EN DIRECTE OMGEVING VAN GAGELDIJK 71 TE MAARSSEN HET VOORKOMEN VAN VLEERMUIZEN IN HET PLANGEBIED EN DIRECTE OMGEVING VAN GAGELDIJK 71 TE MAARSSEN juni 2009

Nadere informatie

Eindrapport BESCHERMDE SOORTEN IN EN DIRECT ROND EEN LOCATIE AAN DE KERKSTRAAT, -SINGEL EN HEUVELSTRAAT TE DIESSEN

Eindrapport BESCHERMDE SOORTEN IN EN DIRECT ROND EEN LOCATIE AAN DE KERKSTRAAT, -SINGEL EN HEUVELSTRAAT TE DIESSEN Eindrapport BESCHERMDE SOORTEN IN EN DIRECT ROND EEN LOCATIE AAN DE KERKSTRAAT, -SINGEL EN HEUVELSTRAAT TE DIESSEN Eindrapport BESCHERMDE SOORTEN IN EN DIRECT ROND EEN LOCATIE AAN DE KERKSTRAAT, -SINGEL

Nadere informatie

Tussen rapportage VELDONDERZOEK BESCHERMDE SOORTEN TER PLAATSTE VAN EN DIRECT ROND KLAVERWEIDE TE BARNEVELD

Tussen rapportage VELDONDERZOEK BESCHERMDE SOORTEN TER PLAATSTE VAN EN DIRECT ROND KLAVERWEIDE TE BARNEVELD Tussen rapportage VELDONDERZOEK BESCHERMDE SOORTEN TER PLAATSTE VAN EN DIRECT ROND KLAVERWEIDE TE BARNEVELD Tussen rapportage VELDONDERZOEK BESCHERMDE SOORTEN TER PLAATSTE VAN EN DIRECT ROND KLAVERWEIDE

Nadere informatie

Tussen rapport BESCHERMDE SOORTEN TER PLAATSTE VAN EN DIRECT ROND JULIANASTRAAT 122 TE DONGEN

Tussen rapport BESCHERMDE SOORTEN TER PLAATSTE VAN EN DIRECT ROND JULIANASTRAAT 122 TE DONGEN Tussen rapport BESCHERMDE SOORTEN TER PLAATSTE VAN EN DIRECT ROND JULIANASTRAAT 122 TE DONGEN Tussen rapport BESCHERMDE SOORTEN TER PLAATSTE VAN EN DIRECT ROND JULIANASTRAAT 122 TE DONGEN rapportnr. 2013.1627

Nadere informatie

Eindrapport VLEERMUIZEN EN GIERZWALUWEN TER PLAATSE VAN EN DIRECT ROND EEN SUPERMARKTLOCATIE TE KAATSHEUVEL

Eindrapport VLEERMUIZEN EN GIERZWALUWEN TER PLAATSE VAN EN DIRECT ROND EEN SUPERMARKTLOCATIE TE KAATSHEUVEL Eindrapport VLEERMUIZEN EN GIERZWALUWEN TER PLAATSE VAN EN DIRECT ROND EEN SUPERMARKTLOCATIE TE KAATSHEUVEL Eindrapport VLEERMUIZEN EN GIERZWALUWEN TER PLAATSE VAN EN DIRECT ROND EEN SUPERMARKTLOCATIE

Nadere informatie

ACTUALISEREND ONDERZOEK FLORA- EN FAUNAWET KREKENBUURT TE ELST

ACTUALISEREND ONDERZOEK FLORA- EN FAUNAWET KREKENBUURT TE ELST ACTUALISEREND ONDERZOEK FLORA- EN FAUNAWET KREKENBUURT TE ELST ACTUALISEREND ONDERZOEK FLORA- EN FAUNAWET KREKENBUURT TE ELST november 2009 In opdracht van: GEM Westeraam Elst CV Postbus 83 6660 AB ELST

Nadere informatie

Eindrapport VLEERMUIZEN EN BROEDVOGELS TER PLAATSTE VAN EN DIRECT ROND DE ZWAAIKOM TE OOSTERHOUT

Eindrapport VLEERMUIZEN EN BROEDVOGELS TER PLAATSTE VAN EN DIRECT ROND DE ZWAAIKOM TE OOSTERHOUT Eindrapport VLEERMUIZEN EN BROEDVOGELS TER PLAATSTE VAN EN DIRECT ROND DE ZWAAIKOM TE OOSTERHOUT Eindrapport VLEERMUIZEN EN BROEDVOGELS TER PLAATSTE VAN EN DIRECT ROND DE ZWAAIKOM TE OOSTERHOUT rapportnr.

Nadere informatie

Eindrapport VLEERMUIZEN, BROEDVOGELS EN DE RUGSTREEPPAD IN EN DIRECT ROND FASE 5 VAN BESTEMMINGSPLAN SCHIEVESTE

Eindrapport VLEERMUIZEN, BROEDVOGELS EN DE RUGSTREEPPAD IN EN DIRECT ROND FASE 5 VAN BESTEMMINGSPLAN SCHIEVESTE Eindrapport VLEERMUIZEN, BROEDVOGELS EN DE RUGSTREEPPAD IN EN DIRECT ROND FASE 5 VAN BESTEMMINGSPLAN SCHIEVESTE Eindrapport VLEERMUIZEN, BROEDVOGELS EN DE RUGSTREEPPAD IN EN DIRECT ROND FASE 5 VAN BESTEMMINGSPLAN

Nadere informatie

Concept rapport VLEERMUIZEN EN VOGELS MET VASTE RUST- EN VERBLIJFPLAATSEN TER PLAATSTE VAN EN DIRECT ROND ALBERT VERWEIJSTRAAT TE LEIDEN

Concept rapport VLEERMUIZEN EN VOGELS MET VASTE RUST- EN VERBLIJFPLAATSEN TER PLAATSTE VAN EN DIRECT ROND ALBERT VERWEIJSTRAAT TE LEIDEN Concept rapport VLEERMUIZEN EN VOGELS MET VASTE RUST- EN VERBLIJFPLAATSEN TER PLAATSTE VAN EN DIRECT ROND ALBERT VERWEIJSTRAAT TE LEIDEN Concept rapport VLEERMUIZEN EN VOGELS MET VASTE RUST- EN VERBLIJFPLAATSEN

Nadere informatie

Bureauonderzoek flora en fauna

Bureauonderzoek flora en fauna Bijlage 1 Bureauonderzoek flora en fauna 1 Ecologie In dit bureauonderzoek is de bestaande situatie vanuit ecologisch oogpunt beschreven en is vermeld welke ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt. Vervolgens

Nadere informatie

Eindrapport BESCHERMDE SOORTEN TER PLAATSTE VAN EN DIRECT ROND DE HOOGT TE DONGEN

Eindrapport BESCHERMDE SOORTEN TER PLAATSTE VAN EN DIRECT ROND DE HOOGT TE DONGEN Eindrapport BESCHERMDE SOORTEN TER PLAATSTE VAN EN DIRECT ROND DE HOOGT TE DONGEN Eindrapport BESCHERMDE SOORTEN TER PLAATSTE VAN EN DIRECT ROND DE HOOGT TE DONGEN rapportnr. 2013.1524 december 2013 In

Nadere informatie

ACTUALISATIE 2009 VAN HET VOORKOMEN VAN VLEERMUIZEN, GROTE BONTE SPECHT EN STEENUIL IN EN ROND KORTENOORD TE WAGENINGEN

ACTUALISATIE 2009 VAN HET VOORKOMEN VAN VLEERMUIZEN, GROTE BONTE SPECHT EN STEENUIL IN EN ROND KORTENOORD TE WAGENINGEN ACTUALISATIE 2009 VAN HET VOORKOMEN VAN VLEERMUIZEN, GROTE BONTE SPECHT EN STEENUIL IN EN ROND KORTENOORD TE WAGENINGEN ACTUALISATIE 2009 VAN HET VOORKOMEN VAN VLEERMUIZEN, GROTE BONTE SPECHT EN STEENUIL

Nadere informatie

Eindrapport ACTUALISERENDE QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET HORSTERWEG 151 TE ERMELO

Eindrapport ACTUALISERENDE QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET HORSTERWEG 151 TE ERMELO Eindrapport ACTUALISERENDE QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET HORSTERWEG 151 TE ERMELO Eindrapport ACTUALISERENDE QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET HORSTERWEG 151 TE ERMELO rapportnr. 2012.1383 maart 2012 In opdracht

Nadere informatie

Eindrapport VLEERMUIZEN EN BROEDVOGELS IN EN DIRECT ROND DE WOONWIJK BUIJSE TE ZIERIKZEE

Eindrapport VLEERMUIZEN EN BROEDVOGELS IN EN DIRECT ROND DE WOONWIJK BUIJSE TE ZIERIKZEE Eindrapport VLEERMUIZEN EN BROEDVOGELS IN EN DIRECT ROND DE WOONWIJK BUIJSE TE ZIERIKZEE Eindrapport VLEERMUIZEN EN BROEDVOGELS IN EN DIRECT ROND DE WOONWIJK BUIJSE TE ZIERIKZEE rapportnr. 2012.1392 november

Nadere informatie

Eindrapport BESCHERMDE SOORTEN TER PLAATSTE VAN EN DIRECT ROND DE HAVENDIJKSTRAAT TE MIDDELBURG

Eindrapport BESCHERMDE SOORTEN TER PLAATSTE VAN EN DIRECT ROND DE HAVENDIJKSTRAAT TE MIDDELBURG Eindrapport BESCHERMDE SOORTEN TER PLAATSTE VAN EN DIRECT ROND DE HAVENDIJKSTRAAT TE MIDDELBURG Eindrapport BESCHERMDE SOORTEN TER PLAATSTE VAN EN DIRECT ROND DE HAVENDIJKSTRAAT TE MIDDELBURG rapportnr.

Nadere informatie

Eindrapport BESCHERMDE VLEERMUIZEN, BROEDVOGELS EN PLANTEN IN EN DIRECT ROND DE TUIN VAN NOORD TE ROTTERDAM

Eindrapport BESCHERMDE VLEERMUIZEN, BROEDVOGELS EN PLANTEN IN EN DIRECT ROND DE TUIN VAN NOORD TE ROTTERDAM Eindrapport BESCHERMDE VLEERMUIZEN, BROEDVOGELS EN PLANTEN IN EN DIRECT ROND DE TUIN VAN NOORD TE ROTTERDAM Eindrapport BESCHERMDE VLEERMUIZEN, BROEDVOGELS EN PLANTEN IN EN DIRECT ROND DE TUIN VAN NOORD

Nadere informatie

Concept rapport HET VOORKOMEN VAN VLEERMUIZEN EN BROEDVOGELS IN EN DIRECT ROND DE KEIZERSWEG TE HEURNE, AALTEN

Concept rapport HET VOORKOMEN VAN VLEERMUIZEN EN BROEDVOGELS IN EN DIRECT ROND DE KEIZERSWEG TE HEURNE, AALTEN Concept rapport HET VOORKOMEN VAN VLEERMUIZEN EN BROEDVOGELS IN EN DIRECT ROND DE KEIZERSWEG TE HEURNE, AALTEN Concept rapport HET VOORKOMEN VAN VLEERMUIZEN EN BROEDVOGELS IN EN DIRECT ROND DE KEIZERSWEG

Nadere informatie

Eindrapport VLEERMUIZEN EN BROEDVOGELS IN EN DIRECT ROND TUINSTADWIJK TE LEIDEN

Eindrapport VLEERMUIZEN EN BROEDVOGELS IN EN DIRECT ROND TUINSTADWIJK TE LEIDEN Eindrapport VLEERMUIZEN EN BROEDVOGELS IN EN DIRECT ROND TUINSTADWIJK TE LEIDEN Eindrapport VLEERMUIZEN EN BROEDVOGELS IN EN DIRECT ROND TUINSTADWIJK TE LEIDEN rapportnr. 2012.1405 oktober 2012 In opdracht

Nadere informatie

Eindrapport. Vleermuizen, broedvogels en vissen in en rond Bedrijventerrein Oost te Barendrecht

Eindrapport. Vleermuizen, broedvogels en vissen in en rond Bedrijventerrein Oost te Barendrecht Eindrapport Vleermuizen, broedvogels en vissen in en rond Bedrijventerrein Oost te Barendrecht Eindrapport Vleermuizen, broedvogels en vissen in en rond Bedrijventerrein Oost te Barendrecht rapportnr.

Nadere informatie

Bijlage 1 Bureauonderzoek flora en fauna

Bijlage 1 Bureauonderzoek flora en fauna Bijlage 1 Bureauonderzoek flora en fauna Ecologie In dit bureauonderzoek is de bestaande situatie vanuit ecologisch oogpunt beschreven en is vermeld welke ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt. Vervolgens

Nadere informatie

Eindrapport VLEERMUIZEN, BROEDVOGELS EN VISSEN IN EN DIRECT ROND EEN VOORMALIGE SCHOOL AAN DE KLAAS KATERSTRAAT / DOCTOR KUYPERSTRAAT TE RIDDERKERK

Eindrapport VLEERMUIZEN, BROEDVOGELS EN VISSEN IN EN DIRECT ROND EEN VOORMALIGE SCHOOL AAN DE KLAAS KATERSTRAAT / DOCTOR KUYPERSTRAAT TE RIDDERKERK Eindrapport VLEERMUIZEN, BROEDVOGELS EN VISSEN IN EN DIRECT ROND EEN VOORMALIGE SCHOOL AAN DE KLAAS KATERSTRAAT / DOCTOR KUYPERSTRAAT TE RIDDERKERK Eindrapport VLEERMUIZEN, BROEDVOGELS EN VISSEN IN EN

Nadere informatie

1.1 INLEIDING... 2 1.2 DOELSTELLINGEN VAN HET ONDERZOEK... 2 1.3 DE PLANNEN... 3 1.4 OPBOUW RAPPORT... 3 2.1 FLORA- EN FAUNAWET...

1.1 INLEIDING... 2 1.2 DOELSTELLINGEN VAN HET ONDERZOEK... 2 1.3 DE PLANNEN... 3 1.4 OPBOUW RAPPORT... 3 2.1 FLORA- EN FAUNAWET... INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING... 2 1.1 INLEIDING... 2 1.2 DOELSTELLINGEN VAN HET ONDERZOEK... 2 1.3 DE PLANNEN... 3 1.4 OPBOUW RAPPORT... 3 2 FLORA- EN FAUNAWET... 4 2.1 FLORA- EN FAUNAWET... 4 2.2 RODE LIJST...

Nadere informatie

Eindrapport BESCHERMDE SOORTEN TER PLAATSTE VAN EN DIRECT ROND DORP 7 TE WAARDER

Eindrapport BESCHERMDE SOORTEN TER PLAATSTE VAN EN DIRECT ROND DORP 7 TE WAARDER Eindrapport BESCHERMDE SOORTEN TER PLAATSTE VAN EN DIRECT ROND DORP 7 TE WAARDER Eindrapport BESCHERMDE SOORTEN TER PLAATSTE VAN EN DIRECT ROND DORP 7 TE WAARDER rapportnr. 2013.1601 oktober 2013 In opdracht

Nadere informatie

VLEERMUIZEN EN BROEDVOGELS OP HET TERREIN VAN HET ASIELZOEKERSCENTRUM TE DRONTEN

VLEERMUIZEN EN BROEDVOGELS OP HET TERREIN VAN HET ASIELZOEKERSCENTRUM TE DRONTEN VLEERMUIZEN EN BROEDVOGELS OP HET TERREIN VAN HET ASIELZOEKERSCENTRUM TE DRONTEN VLEERMUIZEN EN BROEDVOGELS OP HET TERREIN VAN HET ASIELZOEKERSCENTRUM TE DRONTEN oktober 2009 In opdracht van: RBOI-Rotterdam

Nadere informatie

Eindrapport VLEERMUIZEN, VISSEN EN BROEDVOGELS TER PLAATSTE VAN EN DIRECT ROND SCHOOLLOCATIE BILWIJKERWEG TE STOLWIJK

Eindrapport VLEERMUIZEN, VISSEN EN BROEDVOGELS TER PLAATSTE VAN EN DIRECT ROND SCHOOLLOCATIE BILWIJKERWEG TE STOLWIJK Eindrapport VLEERMUIZEN, VISSEN EN BROEDVOGELS TER PLAATSTE VAN EN DIRECT ROND SCHOOLLOCATIE BILWIJKERWEG TE STOLWIJK Eindrapport VLEERMUIZEN, VISSEN EN BROEDVOGELS TER PLAATSTE VAN EN DIRECT ROND SCHOOLLOCATIE

Nadere informatie

Projectplan ontheffingsaanvraag Flora- en faunawet drie bebouwingslocaties te Rozenburg (ZH)

Projectplan ontheffingsaanvraag Flora- en faunawet drie bebouwingslocaties te Rozenburg (ZH) Projectplan ontheffingsaanvraag Flora- en faunawet drie bebouwingslocaties te Rozenburg (ZH) Projectplan ontheffingsaanvraag Flora- en faunawet drie bebouwingslocaties te Rozenburg (ZH) september 2009

Nadere informatie

Eindrapport VLEERMUIZEN TER PLAATSE VAN EN ROND WONINGBOUW T ZAND TE SCHAGEN

Eindrapport VLEERMUIZEN TER PLAATSE VAN EN ROND WONINGBOUW T ZAND TE SCHAGEN Eindrapport VLEERMUIZEN TER PLAATSE VAN EN ROND WONINGBOUW T ZAND TE SCHAGEN Eindrapport VLEERMUIZEN TER PLAATSE VAN EN ROND WONINGBOUW T ZAND TE SCHAGEN rapportnummer 2017.2678 maart 2018 In opdracht

Nadere informatie

Eindrapport QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET DEO GRATIAS TE DEN HAAG

Eindrapport QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET DEO GRATIAS TE DEN HAAG Eindrapport QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET DEO GRATIAS TE DEN HAAG Eindrapport QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET DEO GRATIAS TE DEN HAAG rapportnr. 2012.1491 oktober 2012 In opdracht van: RBOI Postbus 150 3000

Nadere informatie

Eindrapport VLEERMUIZEN, BROEDVOGELS EN VISSEN IN EN DIRECT ROND EEN TWEETAL PROJECTLOCATIES TE BINNENMAAS

Eindrapport VLEERMUIZEN, BROEDVOGELS EN VISSEN IN EN DIRECT ROND EEN TWEETAL PROJECTLOCATIES TE BINNENMAAS Eindrapport VLEERMUIZEN, BROEDVOGELS EN VISSEN IN EN DIRECT ROND EEN TWEETAL PROJECTLOCATIES TE BINNENMAAS Eindrapport VLEERMUIZEN, BROEDVOGELS EN VISSEN IN EN DIRECT ROND EEN TWEETAL PROJECTLOCATIES TE

Nadere informatie

Eindrapport VLEERMUIZEN, BROEDVOGELS EN DE RUGSTREEPPAD IN EN DIRECT ROND FASE 5 VAN BESTEMMINGSPLAN SCHIEVESTE

Eindrapport VLEERMUIZEN, BROEDVOGELS EN DE RUGSTREEPPAD IN EN DIRECT ROND FASE 5 VAN BESTEMMINGSPLAN SCHIEVESTE Eindrapport VLEERMUIZEN, BROEDVOGELS EN DE RUGSTREEPPAD IN EN DIRECT ROND FASE 5 VAN BESTEMMINGSPLAN SCHIEVESTE Eindrapport VLEERMUIZEN, BROEDVOGELS EN DE RUGSTREEPPAD IN EN DIRECT ROND FASE 5 VAN BESTEMMINGSPLAN

Nadere informatie

Eindrapport BESCHERMDE PLANTEN- EN DIERSOORTEN TER PLAATSE VAN EN DIRECT ROND MOLENSTRAAT TE ZEVENBERGEN

Eindrapport BESCHERMDE PLANTEN- EN DIERSOORTEN TER PLAATSE VAN EN DIRECT ROND MOLENSTRAAT TE ZEVENBERGEN Eindrapport BESCHERMDE PLANTEN- EN DIERSOORTEN TER PLAATSE VAN EN DIRECT ROND MOLENSTRAAT TE ZEVENBERGEN Eindrapport BESCHERMDE PLANTEN- EN DIERSOORTEN TER PLAATSE VAN EN DIRECT ROND MOLENSTRAAT TE ZEVENBERGEN

Nadere informatie

QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET VOOR HET PERCEEL KAATSWEG 3 RODERESCH

QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET VOOR HET PERCEEL KAATSWEG 3 RODERESCH Eindrapport QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET VOOR HET PERCEEL KAATSWEG 3 RODERESCH September 2015 Quick scan Flora- en faunawet Kaatsweg 3 Roderesch Pagina 1 INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding 1.1 Inleiding 1.2 Het

Nadere informatie

Eindrapport QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET VOOR EEN PERCEEL AAN DE PHILIPSLAAN TE ZALTBOMMEL

Eindrapport QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET VOOR EEN PERCEEL AAN DE PHILIPSLAAN TE ZALTBOMMEL Eindrapport QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET VOOR EEN PERCEEL AAN DE PHILIPSLAAN TE ZALTBOMMEL Eindrapport QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET VOOR EEN PERCEEL AAN DE PHILIPSLAAN TE ZALTBOMMEL rapportnr. 2010.1186

Nadere informatie

VLEERMUIZEN EN VISSEN IN HET PLANGEBIED EN DIRECTE OMGEVING VAN BESTEMMINGSPLAN HET PLAATJE TE SLIEDRECHT

VLEERMUIZEN EN VISSEN IN HET PLANGEBIED EN DIRECTE OMGEVING VAN BESTEMMINGSPLAN HET PLAATJE TE SLIEDRECHT Ill II MPGSD 2009090413500076 GSD 04.09.2009 0076 VLEERMUIZEN EN VISSEN IN HET PLANGEBIED EN DIRECTE OMGEVING VAN BESTEMMINGSPLAN HET PLAATJE TE SLIEDRECHT september 2009 In opdracht van: Gemeente Sliedrecht

Nadere informatie

Concept QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET RECONSTRUCTIE- LOCATIE HOOFDWEG TE OOSTVOORNE

Concept QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET RECONSTRUCTIE- LOCATIE HOOFDWEG TE OOSTVOORNE Concept QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET RECONSTRUCTIE- LOCATIE HOOFDWEG TE OOSTVOORNE Concept QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET RECONSTRUCTIE- LOCATIE HOOFDWEG TE OOSTVOORNE Rapport 2010.1123 juni 2010 In opdracht

Nadere informatie

Eindrapport ACTUALISERENDE QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET INBREIDINGSLOCATIE DM-TERREIN TE WAGENINGEN

Eindrapport ACTUALISERENDE QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET INBREIDINGSLOCATIE DM-TERREIN TE WAGENINGEN Eindrapport ACTUALISERENDE QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET INBREIDINGSLOCATIE DM-TERREIN TE WAGENINGEN Eindrapport ACTUALISERENDE QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET INBREIDINGSLOCATIE DM-TERREIN TE WAGENINGEN

Nadere informatie

Het voorkomen van vleermuizen en vissen op camping t Kalverland te Eck en Wiel

Het voorkomen van vleermuizen en vissen op camping t Kalverland te Eck en Wiel Het voorkomen van vleermuizen en vissen op camping t Kalverland te Eck en Wiel Het voorkomen van vleermuizen en vissen op camping t Kalverland te Eck en Wiel september 2007 In opdracht van: RBOI Postbus

Nadere informatie

Onderzoek flora en fauna

Onderzoek flora en fauna Onderzoek flora en fauna 1. Conclusie Geconcludeerd wordt dat voor de beoogde functieveranderingen geen ontheffing in het kader van de Flora- en faunawet vereist is. Hierbij dient wel gewerkt te worden

Nadere informatie

Eindrapport BESCHERMDE DIERSOORTEN IN EN DIRECT ROND BESTEMMINGSPLAN RUSTENBURG TE PUTTERSHOEK

Eindrapport BESCHERMDE DIERSOORTEN IN EN DIRECT ROND BESTEMMINGSPLAN RUSTENBURG TE PUTTERSHOEK Eindrapport BESCHERMDE DIERSOORTEN IN EN DIRECT ROND BESTEMMINGSPLAN RUSTENBURG TE PUTTERSHOEK Eindrapport BESCHERMDE DIERSOORTEN IN EN DIRECT ROND BESTEMMINGSPLAN RUSTENBURG TE PUTTERSHOEK rapportnr.

Nadere informatie

Eindrapport QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET JULIANASTRAAT TE LISSE

Eindrapport QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET JULIANASTRAAT TE LISSE Eindrapport QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET JULIANASTRAAT TE LISSE Eindrapport QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET JULIANASTRAAT TE LISSE rapportnr. 2014.1981 april 2015 In opdracht van: Rho adviseurs voor leefruimte

Nadere informatie

Conceptrapport QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET SCHARLOO 5 T/M 8 TE BRIELLE

Conceptrapport QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET SCHARLOO 5 T/M 8 TE BRIELLE Conceptrapport QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET SCHARLOO 5 T/M 8 TE BRIELLE Conceptrapport QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET SCHARLOO 5 T/M 8 TE BRIELLE rapportnr. 2015.2129 november 2015 In opdracht van: Rho

Nadere informatie

Eindrapport QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET WONINGBOUW LANGERAK TE LEIDSCHE RIJN, UTRECHT

Eindrapport QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET WONINGBOUW LANGERAK TE LEIDSCHE RIJN, UTRECHT Eindrapport QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET WONINGBOUW LANGERAK TE LEIDSCHE RIJN, UTRECHT Eindrapport QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET WONINGBOUW LANGERAK TE LEIDSCHE RIJN, UTRECHT rapportnr. 2015.1971 juni

Nadere informatie

Eindrapport QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET UITBREIDING RTM-MUSEUM TE OUDDORP

Eindrapport QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET UITBREIDING RTM-MUSEUM TE OUDDORP Eindrapport QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET UITBREIDING RTM-MUSEUM TE OUDDORP Eindrapport QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET UITBREIDING RTM-MUSEUM TE OUDDORP rapportnr. 2014.1898 december 2014 In opdracht van:

Nadere informatie

Terneuzen. Quickscan Flora en fauna. Wulpenbek 16 te Hoek. <NL.IMRO.Invullen> concept. I. Dekker MSc. identificatiecode: datum: status:

Terneuzen. Quickscan Flora en fauna. Wulpenbek 16 te Hoek. <NL.IMRO.Invullen> concept. I. Dekker MSc. identificatiecode: datum: status: Terneuzen Quickscan Flora en fauna Wulpenbek 16 te Hoek identificatie planstatus identificatiecode: datum: status: 16-09-2016 concept projectnummer: auteur I. Dekker MSc. Inhoud van

Nadere informatie

NOTITIE ECOLOGISCHE QUICKSAN

NOTITIE ECOLOGISCHE QUICKSAN NOTITIE ECOLOGISCHE QUICKSAN Notitie Ecologische quicksan Code 149929.02 / 17 03 15 VAN DER PEET BLOEMBOLLENBEDRIJF V.O.F. 149929.02 / 17 03 15 NOTITIE ECOLOGISCHE QUICKSAN TOELICHTING INHOUDSOPGAVE

Nadere informatie

Quickscan flora en fauna

Quickscan flora en fauna Bijlage 3 Quickscan flora en fauna Rho adviseurs voor leefruimte 053100.19264.00 Eindrapport QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET NIEUWBOUW SCHOOL AAN DE IJDENHOVE TE HENDRIK IDO AMBACHT Eindrapport QUICK SCAN

Nadere informatie

Eindrapport QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET VAN OLDEBARNEVELDWEG 17 TE OOSTERWOLDE

Eindrapport QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET VAN OLDEBARNEVELDWEG 17 TE OOSTERWOLDE Eindrapport QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET VAN OLDEBARNEVELDWEG 17 TE OOSTERWOLDE Eindrapport QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET VAN OLDEBARNEVELDWEG 17 TE OOSTERWOLDE rapportnr. 2015.2098 oktober 2015 In opdracht

Nadere informatie

Eindrapport VLEERMUIZEN EN VOGELS MET VASTE RUST- EN VERBLIJFPLAATSEN TER PLAATSTE VAN EN DIRECT ROND EEN GEBIED AAN DE SATURNUSSTRAAT TE APELDOORN

Eindrapport VLEERMUIZEN EN VOGELS MET VASTE RUST- EN VERBLIJFPLAATSEN TER PLAATSTE VAN EN DIRECT ROND EEN GEBIED AAN DE SATURNUSSTRAAT TE APELDOORN Eindrapport VLEERMUIZEN EN VOGELS MET VASTE RUST- EN VERBLIJFPLAATSEN TER PLAATSTE VAN EN DIRECT ROND EEN GEBIED AAN DE SATURNUSSTRAAT TE APELDOORN Eindrapport VLEERMUIZEN EN VOGELS MET VASTE RUST- EN

Nadere informatie

Eindrapport ACTUALISERENDE QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET JAN MATTHIJSSENLAAN TE BRIELLE

Eindrapport ACTUALISERENDE QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET JAN MATTHIJSSENLAAN TE BRIELLE Eindrapport ACTUALISERENDE QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET JAN MATTHIJSSENLAAN TE BRIELLE Eindrapport ACTUALISERENDE QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET JAN MATTHIJSSENLAAN TE BRIELLE rapportnr. 2015.2047 juli

Nadere informatie

Eindrapport BESCHERMDE SOORTEN TER PLAATSTE VAN EN DIRECT ROND DE VOORSTRAAT TE ECHTELD

Eindrapport BESCHERMDE SOORTEN TER PLAATSTE VAN EN DIRECT ROND DE VOORSTRAAT TE ECHTELD Eindrapport BESCHERMDE SOORTEN TER PLAATSTE VAN EN DIRECT ROND DE VOORSTRAAT TE ECHTELD Eindrapport BESCHERMDE SOORTEN TER PLAATSTE VAN EN DIRECT ROND DE VOORSTRAAT TE ECHTELD rapportnr. 2013.1519 oktober

Nadere informatie

Eindrapport QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET FLORIDALAAN TE IJSSELSTEIN

Eindrapport QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET FLORIDALAAN TE IJSSELSTEIN Eindrapport QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET FLORIDALAAN TE IJSSELSTEIN Eindrapport QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET FLORIDALAAN TE IJSSELSTEIN rapportnr. 2015.2057 juli 2015 In opdracht van: Rho adviseurs voor

Nadere informatie

Eindrapport QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET MOLENKADE 2 TE BERKEL EN RODENRIJS

Eindrapport QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET MOLENKADE 2 TE BERKEL EN RODENRIJS Eindrapport QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET MOLENKADE 2 TE BERKEL EN RODENRIJS Eindrapport QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET MOLENKADE 2 TE BERKEL EN RODENRIJS rapportnr. 2013.1525 februari 2013 In opdracht

Nadere informatie

Eindrapport QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET BREEDSTRAAT 4 TE DONGEN

Eindrapport QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET BREEDSTRAAT 4 TE DONGEN Eindrapport QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET BREEDSTRAAT 4 TE DONGEN Eindrapport QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET BREEDSTRAAT 4 TE DONGEN rapportnr. 2015.205 juli 2015 In opdracht van: Rho adviseurs voor leefruimte

Nadere informatie

Eindrapport QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET SLOOP EN NIEUWBOUW NIJVERHEIDSSTRAAT 95 TE DORDRECHT

Eindrapport QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET SLOOP EN NIEUWBOUW NIJVERHEIDSSTRAAT 95 TE DORDRECHT Eindrapport QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET SLOOP EN NIEUWBOUW NIJVERHEIDSSTRAAT 95 TE DORDRECHT Eindrapport QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET SLOOP EN NIEUWBOUW NIJVERHEIDSSTRAAT 95 TE DORDRECHT rapportnr.

Nadere informatie

Eindrapport QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET CHRISTINASTRAAT 1 TE LISSE

Eindrapport QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET CHRISTINASTRAAT 1 TE LISSE Eindrapport QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET CHRISTINASTRAAT 1 TE LISSE Eindrapport QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET CHRISTINASTRAAT 1 TE LISSE rapportnr. 2015.2022 mei 2015 Adviesbureau Mertens B.V. Bureau

Nadere informatie

Eindrapport QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET BUITENWEG TE EMMEN

Eindrapport QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET BUITENWEG TE EMMEN Eindrapport QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET BUITENWEG TE EMMEN Eindrapport QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET BUITENWEG TE EMMEN rapportnr. 2013.1622 januari 2014 In opdracht van: Gemeente Emmen Postbus 30.001

Nadere informatie

Eindrapport QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET BASISSCHOOL PRANGELAAR TE WOUDENBERG

Eindrapport QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET BASISSCHOOL PRANGELAAR TE WOUDENBERG Eindrapport QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET BASISSCHOOL PRANGELAAR TE WOUDENBERG Eindrapport QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET BASISSCHOOL PRANGELAAR TE WOUDENBERG rapportnr. 2014.1825 juli 2014 In opdracht

Nadere informatie

Eindrapport QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET OUDE MEENTWEG 8 TE S-GRAVELAND

Eindrapport QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET OUDE MEENTWEG 8 TE S-GRAVELAND Eindrapport QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET OUDE MEENTWEG 8 TE S-GRAVELAND Eindrapport QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET OUDE MEENTWEG 8 TE S-GRAVELAND rapportnr. 2016.2226 april 2016 In opdracht van: Rho adviseurs

Nadere informatie

Eindrapport ACTUALISERENDE QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET VIERSLAG-MIDDEN TE ELST

Eindrapport ACTUALISERENDE QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET VIERSLAG-MIDDEN TE ELST Eindrapport ACTUALISERENDE QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET VIERSLAG-MIDDEN TE ELST Eindrapport ACTUALISERENDE QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET VIERSLAG-MIDDEN TE ELST rapportnr. 2015.2034 september 2015 In

Nadere informatie