Ruimtelijke onderbouwing Kinderboerderij Assenrade

Transcriptie

1 Ruimtelijke onderbouwing Kinderboerderij Assenrade

2 2

3 Ruimtelijke onderbouwing Kinderboerderij Assenrade Datum: 28 maart

4 4

5 Inhoudsopgave Inleiding 7 pag. Planbeschrijving 7 Huidige situatie 7 Toekomstige situatie 8 Afwijking bestemmingsplan 10 Beleidskader 11 Stedenbouw en beeldkwaliteit 11 Diverse onderzoeksaspecten 11 Milieu 11 Verkeer en parkeren 12 Geluid 12 Luchtkwaliteit 13 Flora en Fauna 13 Water 13 Archeologie 14 Economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid 14 Conclusie 15 5

6 6

7 Inleiding Er is een aanvraag omgevingsvergunningg binnengekomen voor het oprichten van een kinderboerderij in de oostelijke groenzone van Assenrade. Het gaat om het perceel tussen de wijk Assenrade en de Geldersedijk. Het gaat om een plan voor een kleinschalige kinderboerderij met een dierenverblijf/stal een hooiberg en een kippenhok. Het bouwplan wijkt op onderdelen af van het ter plaatse vigerendee bestemmingsplan Assenrade. Voor realisatie van de kinderboerderij is het nodig dat een omgevingsvergunning wordt verleend in afwijking van het bestemmingsplan. Deze procedure dient vergezeld te gaan van een verklaring van geen bedenkingen op basis van een goede ruimtelijke onderbouwing. Planbeschrijving Huidige situatie Zoals in de inleiding is aangegeven gaat het bij de aanvraag om een locatiee bij nieuwbouwwijk Assenrade. De locatie ligt tussen de Geldersedijk en de wijk Assenrade. Op de onderstaande luchtfoto is huidige gebied goed te zien. Het ligt tussen bomengroep aan de linkerzijde van de foto en de bestaande boerderij op het perceel Geldersedijk 27. Op het moment van opstellen van deze ruimtelijke onderbouwing (maart 2014) iss een deel van het omliggende gebied bouwrijp gemaakt enn is de grote watergangg door Assenrade vormgegeven. De locatie vanuit de lucht 7

8 Het plan grenst aan een deel van de wijk Assenrade waar nog geen g definitieve verkaveling is opgesteld. De onderstaande afbeelding iss een globale schets van het bouwplan en de omgeving. Situering kinderboerderij Toekomstige situatie De aanvraag voor de omgevingsvergunning betreft een kleinschalige kinderboerderij.. Het gaat om een erf met een aantal kleine gebouwen, een boomgaard, weidegrond en een toegangsweg. Bij de gebouwen gaat het om een stal (dierenverblijf met opslagruimte en een toilet) een hooiberg en een kippen/konijnenhok. Voor de bouww van deze gebouwen is i een vergunning aangevraagd. Het stedenbouwkundig plan voor de wijkk Assenradee is aangepast op de (komst van de) kinderboerderij. Coördinerendd stedenbouwkundige Peter van Woerkom iss betrokken bij het ontwerp van de kinderboerderij en heeftt het ontwerp van de wijk w en het ontwerp van de kinderboerderij op elkaar aan laten sluiten. Het erf van de kinderboerderijj is aan het einde van één van de zichtassen gesitueerd. Dee kinderboerderij maakt onderdeel uit van de groenzone tussen de wijk Assenrade en de Geldersedijk. 8

9 Op de volgende twee afbeeldingen is hett ontwerp van de kinderboerderij weergegeven. 9

10 Afwijking bestemmingsplan Het vigerende bestemmingsplan is het bestemmingsplan Assenrade. Dit bestemmingsplan is op 21 mei 2007 vastgesteld. Een uitsnede van de kaart van het bestemmingsplan iss hieronder weergeven. De kaart van het bestemmingsplan De op de plankaart voor groen aangewezen gronden zijn bestemd voor groenvoorzieningen, paden, speelvoorzieningen, parkeerstroken, waterhuishoudkundige voorzieningen en voorzieningen ten behoeve van de extensievee recreatie; met daarbij behorende andere bouwwerken en verhardingen. Het bestemmingsplan staat bouwwerken toe met een hoogte van niet meer dan 2,,50 en heeft een vrijstellingsmogelijkheid voor gebouwen met een hoogte van niet meer dan 3,00 meter. De realisatie van een kinderboerderij is niet mogelijk binnen dee aanduidingg extensieve recreatie. Aangezien de hoogte van tweee van de gebouwen (stal en hooiberg) meer iss dan 3,00 meter behoort een binnenplanse afwijking (voorheen vrijstelling/ontheffing) niet tot de mogelijkheden. Een kleine buitenplanse afwijking (de zogenaamde kruimellijst) kan ook niet worden toegepast omdat het hier gaat zelfstandige gebouwen in plaats van bijbehorende 10

11 bouwwerken. Er kan alleen worden meegewerkt aan het voorliggende initiatief wanneer er in afwijking van het vigerende bestemmingsplan een omgevingsvergunning wordt verleend. Bij deze uitgebreide procedure omgevingsvergunning moet een verklaring van geen bedenkingen door de raad worden afgegeven op basis van een ruimtelijke onderbouwing. Er wordt in afwijking van het bestemmingsplan Assenrade medewerking verleend aan het bouwen van de dierenverblijven en de hooiberg en van het gebruik van dit gebouwencluster als kinderboerderij. Beleidskaders Het gaat bij deze aanvraag omgevingsvergunning om een beperkte afwijking van het bestemmingsplan. Het voorliggende initiatief is dan ook niet in strijd met rijksbeleid en provinciaal beleid. Ook in het gemeentelijk beleid is geen aanleiding om niet mee te werken aan deze aanvraag. Stedenbouw en beeldkwaliteit Zoals bij de planomschrijving is aangegeven is het plan mede ontworpen door de coördinerend stedenbouwkundige van de wijk Assenrade (Peter van Woerkom). In het ontwerp is aandacht besteed aan de situering ten opzichte van de wijk Assenrade, de vormgeving van het erf en het ontwerp van de gebouwen. Het initiatief past in de ruimtelijke benadering van de groenzone die de begrenzing vormt van de wijk Assenrade aan de zijde van de Geldersedijk. Er is een keuze gemaakt om deze zone een groenblijvend karakter te geven en daar sluit een kleinschalige kinderboerderij goed bij aan. Voor wat betreft architectuur is gekozen voor contrast met de woonbebouwing van Assenrade: landelijk versus stedelijk. De gebouwen van de kinderboerderij hebben een landelijke uitstraling door gebruik van (donkere) houten planken en klassieke dakbedekking. De commissie ruimtelijke kwaliteit (welstand) heeft een positief advies afgegeven voor het voorliggende bouwplan. Diverse onderzoeksaspecten Op grond van artikel 3.2 van de Awb dient een bestuursorgaan bij de voorbereiding van een besluit de nodige kennis te vergaren over de relevante feiten en de af te wegen belangen. Een ruimtelijke ontwikkeling kan gevolgen hebben voor de belangen van natuur, milieu, archeologische waarden, de waterhuishouding en andere waarden. Het grootste deel van deze onderzoeksaspecten zijn al in beeld gebracht bij het bestemmingsplan Assenrade en bij de diverse uitwerkingsplannen (Uitwerkingsplan Assenrade fase 1 en Uitwerkingsplan Assenrade fase 2). De van belang zijnde onderzoeksaspecten worden in het onderstaande hoofdstuk behandeld. 11

12 Milieu Een kinderboerderij onderscheidt zich van een agrarisch bedrijf door een hobymatig karakter. Ook is er verschil in het aantal dieren dat wordt gehouden. Er geldt een maximaal aantal dieren dat mag worden gehouden op een kinderboerderij (zie onderstaande lijst Activiteitenbesluit kinderboerderijen en kleinschalige veehouderijen). 10 schapen 5 paarden en pony's 10 geiten 25 kippen, eenden en parelhoenders 25 konijnen 10 overige landbouwhuisdieren Vanwege het kleinschalige karakter van deze kinderboerderij zullen deze aantallen zeker niet worden overschreden. De minimale afstand van de gebouwencluster van de kinderboerderij tot aan de bestemming wonen moet minimaal 30 meter bedragen. Het gebouwencluster van deze kinderboerderij is zo gesitueerd dat deze afstand meer is dan de genoemde 30 meter. De tijdelijke opslag van mest zal aan de oostzijde van het erf plaatsvinden om zo de afstand tot de woonbebouwing zo groot mogelijk te maken. Kinderboerderijen vallen normaal gesproken alleen onder het Activiteitenbesluit. Een milieuvergunning is in dit geval niet nodig. Verkeer en parkeren De kinderboerderij wordt ontsloten via de wegenstructuur van de wijk Assenrade. Het zal niet mogelijk zijn om via de Geldersedijk (of de parallelweg) het terrein te bereiken. Het terrein zal worden ontsloten via een tijdelijke bouwweg die is aangesloten op de ontsluitingswegen van de wijk Assenrade. Deze bouwweg zal na het realiseren van dat deel van de wijk worden gebruikt als definitieve ontsluiting van de kinderboerderij. Er zal op dat moment een toplaag worden aangebracht. De tijdelijke verharding wordt vanaf dat moment gebruikt als onderlaag/fundering van de weg. Het gaat bij het voorliggende initiatief om een kleinschalige kinderboerderij. Dit komt ook terug in de verwachte verkeersaantrekkende werking. Het grootste deel van het bezoek (uit Assenrade en de andere noordelijke wijken van Hattem) zal met de fiets of te voet naar de kinderboerderij komen. Bezoekers van verder weg zullen voor een deel met de auto komen. Langs de ontsluitingsweg is ruimte gereserveerd voor parkeerplaatsen (tot maximaal 10 parkeerplaatsen). Dit is conform de CROW richtlijn voor parkeren bij kinderboerderijen (12 parkeerplaatsen per ha. netto terrein). De kinderboerderij heeft een netto terrein van maximaal 0.7 ha. (12 x 0.7 = 8.4 parkeerplaatsen). Omdat autoverkeer zo veel mogelijk wordt ontmoedigd zullen de parkeerplaatsen alleen worden aangelegd als er daadwerkelijk behoefte aan is. De zone zal anders groen worden ingericht. Voor fietsparkeren wordt op het 12

13 terrein van de kinderboerderij zelf ruimte gereserveerd. Geluid Op basis van de Wet geluidhinder is een kinderboerderij geen gevoelige bestemming. Hiervoor hoeft dan ook geen akoestisch onderzoek te worden uitgevoerd. Luchtkwaliteit Projecten die 'niet in betekenende mate' (nibm) van invloed zijn op de luchtkwaliteit hoeven niet meer te worden getoetst aan de grenswaarden voor luchtkwaliteit. De criteria om te kunnen beoordelen of er voor een project sprake is van nibm, zijn vastgelegd in de AMvBnibm. Het voorliggende plan valt ruim onder deze richtlijn. Daarom is een onderzoek naar de luchtkwaliteit en/of toetsing aan de grenswaarden niet nodig. Flora en Fauna Bij ruimtelijke ingrepen dient rekening te worden gehouden met de natuurwaarden ter plaatse. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen gebiedsbescherming en soortenbescherming. Gebiedsbescherming kan volgen uit de aanwijzing van een gebied in het kader van bijvoorbeeld de Vogel of Habitatrichtlijn. Wat betreft soortenbescherming is de Floraen faunawet van toepassing. Hierin wordt onder andere de bescherming van dier en plantensoorten geregeld. Als bij ruimtelijke ontwikkelingen sprake is van negatieve effecten op de aanwezige natuurwaarden, moet ontheffing of vrijstelling worden aangevraagd. Vanwege de voorgenomen woningbouw is in 2006 door EcoGroen Advies BV een quickscan natuurtoets uitgevoerd in het kader van de Flora en faunawet voor de gehele wijk Assenrade. Deze quickscan is later aangevuld met een onderzoek door EcoGroen Advies naar de strikt beschermde Waterspitsmuis in 2007 en Steenuil in Het onderzoek heeft uitgewezen dat in het plangebied circa 30 broedparen van de Huismus aanwezig zijn en één vaste verblijfplaats van Steenuil. Beide vogelsoorten zijn aangemerkt als broedvogel met jaarrond beschermde nesten waarvoor bij aantasting mitigerende maatregelen nodig zijn. Als gevolg van de doorvoering van de Aangepaste beoordeling ontheffing ruimtelijke ingrepen Flora en faunawet is het in veel gevallen niet meer noodzakelijk om ontheffing annex artikel 75 van de Flora en faunawet aan te vragen (Dienst Regelingen 2009a). Indien beoordeeld wordt dat de functionaliteit van de voortplantings en/of vaste rust en verblijfplaats niet in gevaar komt, is het aanvragen van ontheffing niet noodzakelijk. Om die reden is een mitigatieplan opgesteld, tevens ecologisch werkprotocol, welke ingaat op de mitigerende maatregelen die getroffen moeten worden om de functionaliteit van de voortplantings en/of vaste rust en verblijfplaats van de aanwezige broedvogels met jaarrond beschermde nesten te bewaren en een positieve afwijzing van een ontheffingsaanvraag te verkrijgen. Op 25 februari 2013 is een ontheffing toegekend voor het verplaatsen van de verblijfplaats van de Steenuil. In september 2013 is de verblijfplaats daadwerkelijk verplaatst conform het bovengenoemde mitigatieplan. 13

14 Water In 2010 is een eindontwerp voor de waterhuishouding en riolering voor de hele woonwijk Assenrade opgesteld (Oranjewoud, projectnummer ). Het waterhuishoudings en rioleringsplan voldoet aan waterhuishoudkundige eisen en wensen die de gemeente Hattem, het Waterschap Veluwe (nu Vallei en Veluwe) en Oranjewoud samen hebben opgesteld. Het ontwerp van de grote watergang door de wijk voldoet aan de eis voor het bieden van berging voor het eigen gebied en een deel van de stedelijke wateropgave. Het grootste deel van het terrein van de kinderboerderij bestaat uit weidegrond en boomgaard. Een klein deel van het terrein bestaat uit verhard oppervlak (erf en gebouwen). Regenwater zal niet via riolering worden afgevoerd. In de omgeving van de kinderboerderij worden extra watergangen gemaakt die dienst doen als berging voor regenwater. Deze watergangen vormen ook een logische afbakening van het terrein. Voor het graven van de watergangen wordt een vergunning aangevraagd bij het waterschap Vallei en Veluwe. Dit is verplicht in verband met de gedeeltelijke ligging in de beschermingszone van de IJsseldijk. Archeologie Ten behoeve van de bouw van de wijk Assenrade is op verschillende momenten archeologisch onderzoek uitgevoerd. In het laatste onderzoek (bijlage bij Uitwerkingsplan Assenrade fase 2) is ook het gebied van de Kinderboerderij meegenomen. Geconcludeerd wordt dat alleen op het terrein van de buitenplaats Assenrade (de plek van het hoofdgebouw met omliggende grachten) nog sprake kan zijn van archeologische resten. Om die reden is in het uitwerkingsplan Assenrade fase 2 voor die zone een dubbelbestemming Waarde Archeologie opgenomen. De overige gebieden van de wijk Assenrade (waaronder het gebied van de kinderboerderij) zijn vrijgegeven door de Archeologiedienst Zwolle. Er zijn vanuit archeologie dan ook geen belemmeringen voor realisatie van het initiatief. Economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid Hattem heeft nog geen kinderboerderij en deze kinderboerderij voorziet dan ook in een behoefte. Zowel onder de Hattemse bevolking als in de politiek lijkt breed draagvlak voor dit initiatief van een kinderboerderij. Voor de vergunningsaanvraag worden de reguliere legesbedragen in rekening gebracht bij de initiatiefnemer. De leges zijn dekkend voor de kosten die de gemeente moet maken voor deze procedure. Er is bovendien een anterieure exploitatieovereenkomst gesloten tussen de gemeente en de initiatiefnemer waarin het kostenverhaal is geregeld. In deze anterieure overeenkomst is ook planschadeverhaal geregeld. 14

15 Conclusie Het voorgenomen plan voor de aanleg van een kinderboerderij wijkt op onderdelen af van het vigerende bestemmingsplan. Om dit initiatief doorgang te kunnen geven, is het nodig dat er een omgevingsvergunning wordt verleend in afwijking van het bestemmingsplan. Hiervoor is een verklaring van geen bedenkingen (vvgb) nodig. Deze vvgb kan alleen worden verleend op basis van een goede ruimtelijke onderbouwing. Het voorgenomen initiatief is niet in strijd met het beleid van de verschillende overheden. Vanuit de diverse onderzoeksaspecten (verkeer, milieu, water, etc.) zijn er ook geen belemmeringen voor het verenen van planologische medewerking aan het initiatief. 15