GEMEENTE EMMEN NOTA VAN UITGANGSPUNTEN GLASTUINBOUWGEBIED ERICA

Transcriptie

1 GEMEENTE EMMEN NOTA VAN UITGANGSPUNTEN GLASTUINBOUWGEBIED ERICA

2 Nota van uitgangspunten Glastuinbouwgebied Erica Code /

3 GEMEENTE EMMEN / NOTA VAN UITGANGSPUNTEN GLASTUINGEBIED ERICA INHOUDSOPGAVE blz INLEIDING 1. Situatie-schets 2. Doel 2. ALGEMENE UITGANGSPUNTEN Globaal bestemmingsplan Digitalisering Plangebied 3 3. UITGANGSPUNTEN VOOR DE BESTEMMINGEN Glastuinbouwgebied Agrarische bufferzones Nieuwe ontwikkelingen 7 4. OVERIGE UITGANGSPUNTEN Omgevingsaspecten Exploitatieplan Mer-beoordeling 9

4 blzj_ 1. INLEIDING Situatie-schets Ten zuidoosten van Erica, tussen Erica en Amsterdamscheveld, ligt het glastuinbouwgebied Erica. Het glastuinbouwgebied dateert uit de jaren 50 en 60 en voldoet niet meer aan de eisen van de moderne glastuinbouwgebieden. Voor de glastuinbouwbedrijven is ruimte voor schaalvergroting van belang voor de levensvatbaarheid. Maar in het gebied is een deel van de bedrijven kleinschalig en er is sprake van achterstallig onderhoud. Ook andere functies komen voor, zoals een warmtekrachtcentrale, een paardenhouderij, een mestopslag, twee loonbedrijven en een caravanstalling. In het gebied staan meerdere bedrijven te koop. De woningen in het gebied, die als bedrijfswoning zijn bestemd, functioneren steeds meer als particuliere woning. Ze worden bewoond door particulieren die geen binding hebben met de glastuinbouwbedrijven, of door werknemers van de tuinders. De geringe vraag naar glastuinbouw is een probleem van het gebied. Het aanbod van terreinen in de gemeente is groot door de beschikbare ruimte op het terrein van het Rundedal (Klazienaveen), dat is uitgebreid en voldoet aan moderne criteria. Ook is een aantal onbebouwde terreinen beschikbaar in eigendom van particulieren. Door het overaanbod aan glastuinbouwgebied is een negatieve druk op de grondprijs ontstaan en ontstaat op de bestaande terreinen steeds meer verrommeling. De gemeente Emmen zet in op een herstructurering en transformatie van het glastuinbouwgebied, zodat een toekomstperspectief voor de tuinders kan worden geboden Doel Het doel is het opstellen van een bestemmingsplan voor het bestaande glastuinbouwgebied Erica. Dit bestemmingsplan zal de vigerende bestemmingsplannen vervangen. Naast het geven van actuele bouw- en gebruiksregelingen, heeft het bestemmingsplan tot doel nieuwe gewenste ontwikkelingen op een soepele wijze mogelijk te maken en zo mogelijk nieuwe initiatieven te genereren. Ingezet wordt op herstructurering en transformatie. Uitgangssituatie bij de herstructurering is dat bestaande glastuinbouw wordt vervangen door nieuwe glastuinbouw. Bij transformatie kunnen bedrijven die gerelateerd zijn aan de glastuinbouw worden toegestaan.

5 biz ALGEMENE UITGANGSPUNTEN Globaal bestemmingsplan Het bestemmingsplan is globaal van opzet. Het plan biedt ruimte aan de gewenste functies, zonder een eindbeeld vast te leggen. Uitwisselbaarheid van functies is een belangrijk uitgangspunt van het bestemmingsplan. Ook de bouwregels zullen globaal en flexibel zijn en een optimale ruimte voor bebouwing geven. De bestemmingen en regels zullen echter wel zodanig zijn, dat voldaan wordt aan een goede ruimtelijke ordening. Het bestemmingsplan mag geen blanco cheque zijn of ongewenste ontwikkelingen toestaan. Met het opstellen van een globaal bestemmingsplan wordt gehoor gegeven aan de oproep van het kabinet en de wens van het college van B&W van Emmen om meer globaler te gaan bestemmen. Het te maken bestemmingsplan leent zich daarvoor. Het onderdeel water geeft een duidelijke ruimtelijke structuur weer in het gebied. Uitgangspunt is in goed overleg met het waterschap, de wateropgave specifiek te bestemmen en buiten de globale bestemming te houden Digitalisering Het bestemmingsplan voldoet aan alle eisen die daaraan in het kader van de digitalisering worden gesteld. Het plan voldoet aan de Regeling standaarden ruimtelijke ordening (Rsro).

6 biz Plangebied De begrenzing van het plangebied staat op onderstaande figuur weergegeven. Het gebied bestaat uit de glastuinbouw-bedrijvigheid tussen de Hoogeveensche Vaart en het Dommerskanaal. Figuur 1. Begrenzing van het plangebied

7 biz UITGANGSPUNTEN VOOR DE BESTEMMINGEN Glastuinbouwgebied Het bestaande glastuinbouwgebied kan in twee gebieden worden gesplitst. Het kerngebied, waar ook in de huidige situatie de grotere glastuinbouwbedrijven zitten, en het kleinschalige gebied aan de noordkant en de zuidoostzijde, grenzend aan Amsterdamscheveld. Glastuinbouw - kerngebied Voor het kerngebied is een herstructurering gewenst, met als uitgangspunt 'glas voor glas'. Het bestemmingsplan zal hier op ingaan door te kiezen voor een globale bestemming waarbinnen glastuinbouw bij recht wordt toegestaan. Het uitgangspunt voor het gebied is herstructurering door nieuw glas, maar ook 'glastuinbouwgerelateerde bedrijvigheid' kan een positieve bijdrage leveren aan de herstructurering. Deze activiteiten worden niet bij recht toegestaan, maar bij wijziging. De gemeente kan hierdoor sturing geven aan welke bedrijvigheid gewenst is in het gebied. Ook kan sturing worden gegeven aan een zorgvuldige overgang van de bedrijfsgebouwen naar de omliggende omgeving toe. Glastuinbouwgerelateerde bedrijven zijn bedrijven die producten of diensten leveren die een bijdrage leveren aan het product of het productieproces van een of meerdere glastuinbouwbedrijven of aan de ontwikkeling van het glastuinbouwgebied Erica in zijn totaliteit. Onder het leveren van een product of proces wordt een activiteit verstaan die een bijdrage leveren aan de verwerking of het verhandelen van glastuinbouwproducten. Dit kunnen zelfstandige bedrijven zijn die aan de glastuinbouw gerelateerd zijn, maar ook ondergeschikte nevenactiviteiten van glastuinbouwbedrijven, zoals bijvoorbeeld de visteelt. Bestaande gebouwen die niet onder het begrip glastuinbouw of gerelateerd bedrijf vallen, zullen specifiek worden aangeduid. Dit houdt in dat deze gevestigd mogen blijven, maar dat deze functie uit het bestemmingsplan kan worden gehaald nadat de betreffende functie ter plaatse is beëindigd. De bestaande woningen zijn bedrijfswoningen en worden mogelijk gemaakt binnen de bestemming. De globaliteit van de bestemming maakt uitbreiding of vernieuwing binnen de glastuinbouw mogelijk. Glastuinbouw krijgt in het concentratiegebied de planologische ruimte voor herstructurering, zodat een optimale verkaveling kan worden gerealiseerd. Uitgangspunt is het gebied te bestemmen als 'Agrarisch - Glastuinbouw' met de aanduiding 'kerngebied'.

8 biz 5 Glastuinbouw - transformatieaebied De bedrijven die buiten het kerngebied voor glastuinbouw liggen, zijn de bedrijvigheid aan de Tuindershof en in de zuidoosthoek bij Amsterdamscheveld. De bestaande bedrijvigheid is hier kleiner van schaal dan in het concentratiegebied. Het is gewenst dat hier een opwaardering van het gebied plaatsvindt. Uitgangspunt voor dit gebied is een herstructurering van glas door glas, maar indien herstructurering in dit gebied niet mogelijk is, dan wordt ingezet op transformatie. Planologisch wordt dit mogelijk gemaakt door binnen de globale bestemming zowel glastuinbouwbedrijven als ook glastuinbouwgerelateerde bedrijvigheid toe te staan. Ook niet-tuinbouw bedrijven die meer dan 1000 m 2 glas nodig hebben voor de bedrijfsvoering zijn passend in dit gebied. Uitgangspunt is het gebied te bestemmen als 'Agrarisch - Glastuinbouw' met als aanduiding 'transformatiegebied'. Figuur 2. kerngebied en transformatiegebied glastuinbouw Bebouwing Voor de bebouwing in beide gebieden geldt een maximale goothoogte van 8 meter en een bouwhoogte van 10 meter. Deze hoogtes zijn afgeleid van de nieuwste glastuinbouwontwikkelingsgebieden. Hogere bebouwing is niet passend in de omgeving. In het bestemmingsplan worden afstanden opgenomen van de bebouwing tot de wegen, zodat een gevellijn ontstaat. Bebouwingspercentages worden opgenomen om ruimte te behouden voor parkeren en bijvoorbeeld opslag van goederen.

9 biz Infrastructuur De infrastructurele voorzieningen zullen onderdeel worden van de globale bestemming. Illegale functies Bestaande gebouwen, die niet onder het begrip glastuinbouw of aanverwant bedrijf vallen, zullen specifiek worden aangeduid. Dit houdt in dat de betreffende functies aanwezig mogen blijven, maar dat deze functies uit het bestemmingsplan kunnen worden gehaald nadat de betreffende functie ter plaatse is beëindigd. Functies die in het vigerende plan illegaal zijn, maar passen binnen de uitgangspunten van het nieuwe bestemmingsplan, worden als zodanig bestemd. De illegale functies zijn de functies die niet passen binnen het vigerende bestemmingsplan. Het betreffen: Huidig gebruik Caravanstalling Adres Beekweg 21, 23 Glastuinbouw gerelateerd Overig Wijze van Bestemmen Aanduiding Landwinkel Beekweg 8 Bij recht Transportbedrijf Beekweg 10 Bij recht Paardenhouderij Beekweg 20, 22 Aanduiding Loonbedrijf, gevel en glasreiniging Loonbedrijf Warmoesweg 10 Beekweg 17 Bij recht Bij recht Rosarium Peelstraat Bij recht Warmte krachtcentrale Ganzenopvang Gietwater bedrijf Beekweg 12 Tuinderslaan 29 Warmoesweg 7 Bestemming Niet in bestemmingsplan Bij recht Hengelsport Beekweg 50 Aanduiding Uitzendbureau Warmoesweg 23 Aanduiding Tijdelijke woningen Niet in bestemmingsplan De functies die staan aangegeven met een aanduiding, zijn ook in het nieuwe bestemmingsplan niet-passende functies. Deze zullen uit het bestemmingsplan worden gehaald indien de functies zijn beëindigd. De illegale functies die in het bestemmingsplan worden aangeduid, mogen niet uitbreiden.

10 biz 7 De illegale activiteiten betreffende huisvesting, zullen in de toekomst niet worden gedoogd en gehandhaafd. Hiervoor zal een traject voor worden opgestart Agrarische bufferzones Grenzend aan het kerngebied glastuinbouw, ligt een gebied met een grondgebonden agrarische hoofdfunctie. Uitgangspunt is dit gebied open te houden. Wellicht is in de toekomst een uitbreiding van glastuinbouw mogelijk in dit gebied. Uitgangspunt is dit gebied te bestemmen als 'Agrarisch - Cultuurgrond'. Figuur 3. agrarische bufferzone Nieuwe ontwikkelingen (Co ) vercjistingsinstallatie Vergistingsinstallaties zijn passend op een glastuinbouwterrein of een bedrijventerrein. Op het glastuinbouwterrein is het van belang dat de vergisting inspeelt op het benutten van restwarmte van de overige glastuinbouwbedrijven. Bij vestiging is een randvoorwaarden dat hierdoor synergievoordelen worden behaald, zoals het gebruik van restwarmte. De vergistingsinstallaties die passend zijn op een bedrijventerrein, zijn de categorie D-bedrijven, zoals het Rijk deze heeft ingedeeld.

11 biz Categorie D is geen bedrijfseigen activiteit, maar betreft industriële installaties. De mest is hoofdzakelijk van derden, eigen of niet eigen co-substraten en het digestaat gaat hoofdzakelijk naar derden. Voor een vergistingsinstallatie tot een capaciteit van 100 ton per dag, is geen mer-beoordelingsplicht noodzakelijk. Indien de installatie een capaciteit van meer dan 100 ton per dag heeft, bestaat er wel een merbeoordelingsplicht. In dat geval dient het bevoegd gezag te beslissen of een MER moet worden gemaakt, het bestemmingsplan is dan Planmerplichtig. Uitgangspunt is (co)vergistinginstallaties met een capaciteit tot 100 ton per dag toe te staan binnen de bestemming 'glastuinbouw'. Het bestemmingsplan is daarmee niet planmer-plichtig. In het gebied loopt een initiatief voor een vergistinginstallatie met een capaciteit van 260 ton per dag. Dit initiatief wordt via een aparte bestemmingsplanprocedure planologisch geregeld. Uitgangspunt voor covergistingsinitiatieven met een capaciteit groter dan 100 ton per dag is deze buitenplans te regelen. Waterberging Er ligt in het gebied een opgave van m 3 voor waterberging. Uitgangspunt is deze opgave in overleg met het waterschap regionaal op te lossen. Aardwarmte Bij het opstellen van het bestemmingsplan zal worden bezien of het nodig is om regels te stellen ten aanzien van het gebruik van aardwarmte. Deze regels zullen dan betrekking hebben op het verbeteren van de mogelijkheden van het gebruik van aardwarmte. Regulering kan gewenst zijn om een optimaal resultaat te halen.

12 blz_9 4. OVERIGE UITGANGSPUNTEN Omgevingsaspecten De benodigde quick-scan naar de omgevingsaspecten zal worden uitgevoerd nadat de uitgangspunten als genoemd in deze notitie akkoord zijn bevonden. Pas dan kan er immers gericht naar een aspect worden gekeken Exploitatieplan Het bestemmingsplan maakt het mogelijk dat er bouwplannen worden gerealiseerd die onder het regime van de grondexploitatie van de Wro en het Bro vallen. Bovendien maakt de gemeente kosten aan de planvorming en/of aan de herinrichting c.q. herstructurering van het glastuinbouwgebied. Omtrent het verhaal van deze kosten zijn nog geen overeenkomsten getekend. De kosten zijn dus nog niet verzekerd. In deze gevallen dient er op basis van de Wro een exploitatieplan gemaakt te worden. Bij de voorbereiding van het bestemmingsplan zal nader worden bezien hoe dit exploitatieplan tot stand zal worden gebracht en met welke kosten en kostentoedelingen rekening gehouden moet worden. Het exploitatieplan is een zelfstandig plan, dat tegelijk met het bestemmingsplan in procedure wordt gebracht en gelijktijdig met het bestemmingsplan door de gemeenteraad wordt vastgesteld Mer-beoordeling Het Besluit-mer bepaalt dat de aanleg, uitbreiding of wijziging van een glastuinbouwgebied mer-beoordelingsplichtig is, wanneer er sprake is van een oppervlakte van 50 hectare of meer. Door de globale bestemming 'glastuinbouw' wordt wijziging en uitbreiding van het glastuinbouwgebied mogelijk gemaakt. De grens van 50 hectare wordt overschreden door een geringe uitbreidingsmogelijkheid bij de bestaande bedrijven én doordat glastuinbouw mogelijk wordt gemaakt op de locaties van 'illegale bedrijvigheid'. In het bestemmingsplan wordt een mer-beoordeling opgenomen, waarin wordt onderzocht of de uitbreiding en wijziging van het glastuinbouwgebied die het bestemmingsplan mogelijk maakt, belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu kan hebben.

13 Bezoekadres: Stania State, Rengersweg 98, 9062 EJ Oenkerk Postadres: Postbus 81, 9062 ZJ Oenkerk tel.: (058) fax: (058) info@burovijn.nl internet: vwvw.burovijn.nl burovijn adviseurs voor ruimtelijke ordening en stedebouw