Evaluatie van Arbobegeleidingsprogramma s voor mensen met aanhoudende vermoeidheidsklachten. Eindrapport

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Evaluatie van Arbobegeleidingsprogramma s voor mensen met aanhoudende vermoeidheidsklachten. Eindrapport"

Transcriptie

1 rapport nummer Evaluatie van Arbobegeleidingsprogramma s voor mensen met aanhoudende vermoeidheidsklachten Projectnummer Eindrapport In opdracht van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid & het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Drs. M.C.W. Joosen Prof. dr. M.H.W. Frings-Dresen Dr. J.K. Sluiter Coronel Instituut voor Arbeid en Gezondheid, Academisch Medisch Centrum Postbus 22660, 1100 DD Amsterdam Tel: Fax: m.c.joosen@amc.nl november 2008

2 Voorwoord Voor u ligt het rapport waarin de resultaten van onderzoek naar de effectiviteit van arbobegeleidingsprogramma s voor mensen met aanhoudende vermoeidheidsklachten worden gepresenteerd. Voorafgaand aan het ZonMw onderzoeksprogramma Chronisch Vermoeidheidssyndroom werd vanuit het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport voorgesteld een evaluatie van arbozorg bij mensen met aanhoudende vermoeidheid uit te voeren. Het Coronel Instituut voor Arbeid en Gezondheid (AMC, Amsterdam) onderhoudt actief contacten met enkele netwerken van behandelaars en heeft, na het verkrijgen van de opdracht, drie instellingen gevraagd om mee te werken aan het onderbouwen van begeleidingsprogramma s voor mensen met aanhoudende vermoeidheidsklachten gericht op vermindering van participatieproblemen en behoud van werk. In de loop van het onderzoek zijn er aanpassingen geweest in de inhoud en duur van het onderzoek en zijn, in overleg met de begeleidingscommissie, een aantal doelen bijgesteld. Naast de onderzoekers namen deel aan de begeleidingscommissie: Henny Overbosch (tot ) (Min. SZW), Aleid Ringelberg (vanaf ) (Min. SZW), Yvonne de Nas (Min. VWS) en Frank van Dijk (Coronel Instituut voor Arbeid en Gezondheid, AMC). Als bijlage is aan dit rapport het plan voor het implementeren van de resultaten van het onderzoek toegevoegd. Amsterdam, november 2008 Margot CW Joosen, Monique HW Frings-Dresen en Judith K Sluiter 2

3 Inhoudsopgave Voorwoord 2 Inhoudsopgave 3 Samenvatting 5 1. Inleiding Aanleiding Onderzoeksvragen Methode Onderzoekspopulatie en insluitcriteria Design en begeleidingstrajecten 14 Begeleidingstraject 1 (Energy Control) 15 Begeleidingstraject 2 (Reaplus) 15 Begeleidingstraject 3 (Winnock) Medisch Ethische Commissie Variabelen en meetinstrumenten 18 Effectiviteit van arbobegeleidingsprogramma s 18 Procesevaluatie 20 Cliëntenperspectief 20 Werkgeversperspectief Analyses Resultaten Begeleidingstraject 1 23 Populatie 23 Effectiviteit van het begeleidingsprogramma 23 Effectiviteit van care-as-usual en experimenteel programma 26 Proces begeleidingstraject Begeleidingstraject 2 32 Populatie 32 Effectiviteit van het begeleidingsprogramma 32 Effectiviteit van care-as-usual en experimenteel programma 35 Proces begeleidingstraject Begeleidingstraject 3 40 Populatie 40 Effectiviteit van het begeleidingsprogramma 41 3

4 Effectiviteit van care-as-usual en experimenteel programma 43 Proces begeleidingstraject Overzichtstabel: resultaten onderzoeksvraag Cliëntenperspectief 53 Belemmeringen om te functioneren in het werk 53 Ervaren effectiviteit v/h programma op functioneren 55 Ervaren effectiviteit v/h programma op belemmeringen in werk Werkgeversperspectief 62 Mogelijkheden voor het regelen van werkaanpassingen 62 Belemmeringen voor het regelen van werkaanpassingen Conclusie Effectiviteit begeleidingstraject Effectiviteit begeleidingstraject Effectiviteit begeleidingstraject Procesevaluatie Cliëntenperspectief Werkgeversperspectief Discussie Conclusie en aanbevelingen 74 Literatuur 75 Dankwoord 77 Bijlage A Implementatieplan 78 4

5 Samenvatting Aanleiding Aanhoudende vermoeidheidsklachten komen veel voor in de algemene en werkende populatie en kunnen leiden tot ziekteverzuim en/of tot arbeidsongeschiktheid. In dit onderzoek worden drie bestaande arbobegeleidingstrajecten voor mensen met aanhoudende vermoeidheidsklachten geëvalueerd. Het onderzoek wordt uitgevoerd door het Coronel Instituut voor Arbeid en Gezondheid, AMC in Amsterdam, in opdracht van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. De volgende vragen zijn onderwerp van studie: 1. Wat is het effect tot zes maanden na de begeleiding van drie begeleidingstrajecten bij mensen met aanhoudende vermoeidheidsklachten op de mate van vermoeidheid, functionele beperkingen, arbeidsparticipatie en fysiologische status? 2. Waar bestaan de drie begeleidingstrajecten in de praktijk uit? Welke begeleiding wordt er gegeven: inhoud van de training, aantal sessies, groeps- of individuele begeleiding? 3. Wat zijn voor de cliënt, voorafgaand aan het begeleidingstraject, belemmeringen om te functioneren in het werk en wat is de ervaren effectiviteit van het begeleidingstraject in relatie tot functioneren en ervaren belemmeringen in de werksituatie? 4. Hoe gaan organisaties/bedrijven om m.b.t. verzuim en re-integratie bij werknemers met langdurige gezondheidsproblemen en participatieproblemen? Is er een concreet verzuim/re-integratiebeleid opgesteld en wat zijn de mogelijkheden en onmogelijkheden voor het uitvoeren van werkaanpassingen? Methode Het onderzoek werd uitgevoerd onder mensen met aanhoudende vermoeidheidsklachten en participatieproblemen die zich nieuw aanmeldden bij één van de drie deelnemende begeleidingstrajecten. Het effect van drie begeleidingstrajecten over de tijd (voor-na de begeleiding) werd per begeleidingstraject onderzocht. Binnen elk begeleidingstraject werden twee programma s met elkaar vergeleken door middel van het berekenen van effectgroottes (effect sizes). Deelnemers werden per instelling na de basismeting gerandomiseerd naar care-as-usual of naar een experimenteel programma. Vanwege de verschillende wijzen van instroom en de locaties was het niet mogelijk de drie begeleidingstrajecten met elkaar te vergelijken. Voorafgaand aan de begeleiding (t0) werd door middel van het invullen van vragenlijsten zowel vermoeidheid, functionele beperkingen als arbeidsparticipatie in kaart gebracht. 5

6 Daarnaast werd tijdens lichte fysieke inspanning de fysiologische status (hartslagvariabiliteit (HRV) en ademhalingsfrequentie) gemeten. Direct na afloop van de begeleiding (t1), drie maanden na afloop van de begeleiding (t2) en zes maanden na afloop van de begeleiding (t3) werden dezelfde vragenlijsten ingevuld. De fysiologische status werd tevens nog eenmaal op t1 of t3 onderzocht. Een procesevaluatie werd uitgevoerd om de inhoud van de begeleidingsprogramma s in kaart te brengen. Om het cliënten- en werkgeversperspectief te onderzoeken werden zes maanden na afloop van de begeleiding (t3) interviews gehouden met deelnemers en werden werkgevers telefonisch geïnterviewd. Meetinstrumenten De mate van vermoeidheid werd door middel van de Checklist Individuele Spankracht (CIS) gemeten en werkgerelateerde vermoeidheid werd met de VBBA Herstelbehoefte schaal gemeten. De functionele beperkingen werden in kaart gebracht met behulp van zes subschalen van de SF-36; fysiek functioneren, fysieke rolbeperkingen, emotionele rolbeperkingen, sociaal functioneren, vitaliteit en mentale gezondheid. Arbeidsparticipatie werd gemeten met 1) zelf ingeschat werkvermogen (een item van de WAI) en 2) het verzuimpercentage (in kaart gebracht door middel van zelf geformuleerde vragen). De hartslagvariabiliteit en ademhalingsfrequentie werden met behulp van de Co2ntrol gemeten tijdens lichte fysieke inspanning (tesamen fysiologische status genoemd). Verwacht werd dat vermoeidheid en beperkingen zouden verminderen na de begeleidingstrajecten en dat arbeidsparticipatie zou verbeteren. Verder werd verwacht dat na het volgen van de begeleidingstrajecten hartslagvariabiliteit zou verbeteren (d.w.z. hoge SDNN, RMSSD en HF-waardes) en dat ademhalingsfrequentie zou verlagen. Resultaten begeleidingstraject 1 Vanaf augustus 2006 volgden 34 deelnemers begeleidingstraject 1 (een 18 weken durend trainingsprogramma, waarbij meerdere malen per week aerobe fysieke training werd afgewisseld met ademhalings- en ontspanningsoefeningen). De deelnemers hebben gemiddeld 31 trainingsdagen gevolgd. Voorafgaand aan de begeleiding is de duur van vermoeidheidsklachten gemiddeld 5,5 jaar en ervaren deelnemers gemiddeld 3,7 jaar beperkingen in het dagelijks leven. Direct na afloop van het programma, drie en zes maanden later zijn zowel vermoeidheid als functionele beperkingen significant verminderd. Het verzuimpercentage daalt significant van 32% op t0 naar 18% op t3 en het ervaren werkvermogen verbetert significant na afloop van de begeleiding. Significante verbeteringen zijn waargenomen bij de hartslagvariabiliteit (op twee parameters) en de ademhalingsfrequentie. 6

7 Wat betreft het verschil tussen care-as-usual (16 deelnemers) en het experimentele programma (13 deelnemers), dat bestond uit care-as-usual plus een fysieke training gericht op opbouw van kracht, blijkt het experimentele programma na afloop van het programma een groter effect te hebben op beperkingen, werkvermogen, verzuimpercentage en ademhalingsfrequentie. Care-as-usual blijkt een groter effect te genereren op de hartslagvariabiliteit dan het experimentele programma. Resultaten begeleidingstraject 2 Het begeleidingstraject 2 (multidisciplinair cognitief gedragsmatige training) werd door 30 deelnemers gevolgd. In het 18 weken durende programma met meerdere sessies per week hebben deelnemers gemiddeld 50 sessies gevolgd. De deelnemers hebben gemiddeld 31 trainingsdagen gevolgd. Voorafgaand aan de begeleiding is de gemiddelde duur van vermoeidheidsklachten 3 jaar en ervaren deelnemers gemiddeld 2,6 jaar beperkingen in het dagelijks leven. Over alle meetmomenten zijn zowel vermoeidheid als beperkingen significant gedaald. Het verzuimpercentage is significant gedaald van 68% op t0 naar 20% op t3. Daarnaast verbetert het werkvermogen significant over de vier meetmomenten. De hartslagvariabiliteit verbetert op drie van de vier parameters significant na afloop van het programma en de ademhalingsfrequentie daalt significant (hetgeen als positief resultaat wordt beschouwd). Wat betreft het verschil tussen care-as-usual (15 deelnemers) en het experimentele programma (13 deelnemers) dat bestond uit cognitief gedragsmatige training plus haptonomie, is er geen verschil in effect sizes gevonden voor de mate van vermoeidheid, werkgerelateerde vermoeidheid, fysieke rolbeperkingen, vitaliteit en arbeidsparticipatie. Het experimentele programma blijkt een groter effect (in positieve zin) te hebben op emotionele rolbeperkingen, mentale gezondheid, de hartslagvariabiliteit en ademhalingsfrequentie. Resultaten begeleidingstraject 3 Het begeleidingstraject 3 werd door 44 deelnemers gevolgd. In dit begeleidingstraject werd onderscheid gemaakt tussen psychisch vermoeiden cliënten en lichamelijk vermoeiden cliënten. Het programma bestond uit cognitief gedragsmatige training (CGT) bij psychische indicatie en CGT met extra fysieke training bij lichamelijke indicatie. De duur van het traject was afhankelijk van de verzuimduur van de deelnemers 4, 5 of 6 weken. De deelnemers hebben gemiddeld 39 sessies gevolgd. De deelnemers hebben gemiddeld 31 trainingsdagen gevolgd. Voorafgaand aan de begeleiding is de duur van vermoeidheidsklachten gemiddeld 3,5 jaar en ervaren deelnemers gemiddeld 3 jaar beperkingen in het dagelijks leven. Vermoeidheid en functionele beperkingen verminderen 7

8 significant over alle meetmomenten. Het verzuimpercentage daalt significant van 69% op t0 naar 12% op t3 en het werkvermogen verbetert significant over de vier meetmomenten. De hartslagvariabiliteit en ademhalingsfrequnetie zijn zes maanden na afloop van het programma niet significant veranderd. Tussen de cognitieve gedragsmatige training bij psychische indicatie (10 deelnemers) en de cognitieve gedragsmatige training met extra fysieke training bij lichamelijke indicatie (20 deelnemers) is geen verschil in effect sizes waarneembaar op de mate van vermoeidheid, functionele beperkingen en arbeidsparticipatie. CGT bij psychische indicatie blijkt een groter effect te hebben (in positieve zin) op fysiologische status dan CGT met extra fysieke training bij lichamelijke indicatie, dit effect is echter klein. Bij het verschil in effect tussen care-as-usual (cognitieve gedragsmatige training bij psychische indicatie) (10 deelnemers) en het experimentele programma (cognitieve gedragsmatige training met extra fysieke training bij psychische indicatie) (7 deelnemers) blijkt care-as-usual een groter effect te hebben op werkgerelateerde vermoeidheid en fysiek functioneren als beperking. Het experimentele programma blijkt een groter effect te hebben op ademhalingsfrequentie dan care-as-usual. Cliëntenperspectief Vanuit het cliëntenperspectief is uit interviews met 43 deelnemers (random steekproef van alle deelnemers van de drie begeleidingstrajecten) naar voren gekomen dat belemmeringen om het werk uit te voeren, voorafgaand aan het begeleidingstraject, worden ervaren op 1) het persoonlijke vlak, 2) in de privé situatie of 3) in het werk. In de interviews is tevens gevraagd naar de ervaren effectiviteit van het begeleidingsprogramma op functioneren. Er zijn drie aspecten van functioneren naar voren gekomen die zijn beïnvloed door het gevolgde begeleidingsprogramma, namelijk functioneren in het werk, coping van klachten en functioneren op mentaal, emotioneel en fysiek vlak. Zes maanden na afloop van het programma geven tien van de 26 deelnemers van begeleidingstraject 1, d.m.v. een zelf geformuleerde vraag, aan de vermindering in belemmeringen in het werk volledig toe te schrijven aan het gevolgde programma. Bij begeleidingstraject 2 geeft meer dan de helft van de deelnemers aan de vermindering in ervaren belemmeringen in de werksituatie volledig toe te schrijven aan het programma. Bij begeleidingstraject 3 geeft meer dan de helft van de deelnemers aan de vermindering van ervaren belemmeringen gedeeltelijk toe te schrijven aan het gevolgde programma. 8

9 Werkgeversperspectief Uit telefonische interviews met een selectie van 20 werkgevers, van de werknemers die de begeleidingsprogramma s hadden gevolgd, kwam naar voren dat allen de afspraken en regels van de Wet verbetering poortwachter (Wvp) toepassen bij de begeleiding van langdurige zieke werknemers. Verder geven deze werkgevers aan dat, indien het een grote organisatie betreft, er veel mogelijkheden zijn voor het regelen van werkaanpassingen bij werknemers met langdurige gezondheidsproblemen. Beperkingen voor het regelen van werkaanpassingen worden genoemd wanneer er in de organisatie voornamelijk functies zijn met een specialistisch karakter, wanneer het kleine organisaties betreft of organisaties in een periode van reorganisatie. Conclusies en aanbevelingen Geconcludeerd wordt dat de drie arbobegeleidingstrajecten effectief blijken in het verminderen van vermoeidheid en functionele beperkingen en in het verbeteren van arbeidsparticipatie bij mensen met aanhoudende vermoeidheidsklachten. Daarnaast zijn er aanwijzingen dat de fysiologische status op een positieve manier wordt beïnvloed. Tevens is gebleken dat deelnemers het gevolgde programma gedeeltelijk tot volledig effectief ervaren op het verminderen van belemmeringen in de werksituatie. Vanuit kwalitatieve interviews kan geconcludeerd worden dat deelnemers belemmeringen om terug te keren naar werk kunnen ervaren op zowel persoonlijk vlak, in de privé situatie als in het werk. Deelnemers ervaren het gevolgde programma effectief op functioneren in het werk, coping van klachten en functioneren op mentaal, emotioneel en fysiek vlak. Werkgevers van deelnemers hebben weinig mogelijkheden voor het regelen van werkaanpassingen voor werknemers met langdurige gezondheidsklachten wanneer het een kleine organisatie betreft, bij een organisatie met specialistische functies en in een periode van reorganisatie. Aanbevolen wordt om het inzetten van arbobegeleidingsprogramma s gericht op het verbeteren van het cognitief en fysiek functioneren bij mensen met aanhoudende vermoeidheidsklachten te stimuleren. Hierbij zou de duurzaamheid (lange termijn) van de effecten van arbobegeleidingstrajecten verder onderzocht dienen te worden. 9

10 Overzichtstabel: resultaten onderzoeksvraag 1 Overzicht van het effect van de begeleiding over de totale populatie per traject (overall effect en t0-t1) en het effect van care-as-usual en een experimenteel programma per traject op de mate van vermoeidheid, beperkingen, arbeidsparticipatie en fysiologische status. Uitkomstmaten Overall effect Begeleidingstraject 1 Begeleidingstraject 2 Begeleidingstraject 3 CaU Exp. CaU Exp. CaU 1 CaU 2 Exp. t0-t1 t0-t1 t0-t1 Overall effect t0-t1 t0-t1 t0-t1 Overall effect t0-t1 t0-t1 t0-t1 t0-t1 Vermoeidheid Werkgerelateerde vermoeidheid n.g. n.g. n.g. Fysiek functioneren n.g. n.g. n.g. - Sociaal functioneren n.g. - - n.g. - n.g. - Fysieke rolbeperking n.g. n.g. n.g. Emotio. rolbeperking n.g. n.g. - n.g. Mentale gezondheid n.g. n.g. n.g. Vitaliteit n.g. n.g. n.g. Werkvermogen n.g. n.g. n.g. Verzuimpercentage - Hartslagvariabiliteit: t0-t3 t0-t3 t0-t3 t0-t3 SDNN (ms) n.g. - n.g. n.g. - RMSSD (ms) n.g. - n.g. n.g. - LF (ms 2 ) n.g. - - n.g. n.g. - HF (ms 2 ) n.g. - n.g. n.g. - Ademhalingsfrequentie n.g. n.g. n.g. n.g. - (n. min -1 ) CaU = Fysieke training gericht op opbouw van aeroob vermogen Exp. = Fysieke training gericht op opbouw aeroob vermogen + kracht CaU = Cognitieve gedragsmatige training (CGT) Exp. = Cognitieve gedragsmatige training + haptonomie CaU 1 = CGT + fysiek bij lichamelijke indicatie CaU 2 = CGT bij psychische indicatie Exp. = CGT + fysiek bij psychische indicatie - = verslechtering / geen effect = geen verschil / klein effect = < 0,05 / middelgroot effect = < 0,01 / groot effect n.g. = niet gemeten - = verslechtering / geen effect = geen verschil / klein effect = < 0,05 / middelgroot effect = < 0,01 / groot effect n.g. = niet gemeten - = verslechtering / geen effect = geen verschil / klein effect = < 0,05 / middelgroot effect = < 0,01 / groot effect n.g. = niet gemeten

11 1. Inleiding 1.1 Aanleiding Vermoeidheid is een veelvoorkomende klacht, in de algemene en werkende populatie (1-3). De prevalentie van aanhoudende vermoeidheidsklachten ligt tussen de 10 20% in de algemene bevolking (2-4) en is 22% in de Nederlandse werkende populatie (1). Acute vermoeidheidsklachten kunnen ontstaan na een periode van mentale of fysieke inspanning en zijn van tijdelijke duur. Soms houden vermoeidheidsklachten echter aan met consequenties voor het persoonlijk, sociaal en beroepsmatig functioneren. De consequenties kunnen leiden tot ziekteverzuim en/of tot arbeidsongeschiktheid (5-7). In dit onderzoek wordt gesproken van aanhoudende vermoeidheid wanneer de cliënt vermoeidheid als belangrijke subjectieve klacht aangeeft en beperkingen in het dagelijks leven ervaart door de vermoeidheid. Over de oorzaak van vermoeidheidsklachten bestaat geen eenduidigheid (8;9), maar deze is doorgaans multifactorieel van aard (4). Risicofactoren voor het ontstaan van aanhoudende vermoeidheid zijn psychosociale factoren (3) en kenmerken van het werk (10;11). Daarnaast zijn er aanwijzingen dat chronische stress en fysiologische stress reacties een rol spelen bij het ontstaan en het in stand houden van aanhoudende vermoeidheidsklachten (12). Een ontregeling van lichamelijke regelsystemen of van de communicatie tussen regelsystemen zouden een verklaring kunnen zijn voor het klachtenpatroon waarbij vermoeidheid op de voorgrond staat. De oorzaak van deze ontregeling van systemen (waaronder het autonome zenuwstelsel, het hormoonstelsel, het immuunsysteem en de energiehuishouding) ligt in een verstoring van het evenwicht tussen belasting en draagkracht, waardoor mechanismen op den duur uit balans raken (8;13). Zowel biologische processen als psychologische processen spelen een rol in deze disbalans. Gezien het bovenstaande, lijken behandelingen voor mensen met vermoeidheidsklachten met zowel fysiologische als psychologische aangrijpingspunten op individueel, beroepsmatig en sociaal functioneren het meest kansrijk. Om de stijging van het aantal arbeidsongeschiktheidsuitkeringen in Nederland te verminderen is er de laatste jaren een stroom van nieuwe wetgeving ontstaan. De meest recente verandering is de invoering van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wia per 1 januari 2006). Werkgever en werknemer krijgen een grotere verantwoordelijkheid als het gaat om de activering en re-integratie van zieke werknemers. Mede door deze ontwikkelingen wordt de re-activatie van patiënten met beperkingen belangrijk en spelen begeleidingstrajecten gericht op het verminderen van participatieproblemen en behoud van werk of werkhervatting een belangrijke rol. In

12 Nederland worden diverse begeleidingstrajecten met een multifactoriële benadering (d.w.z. een fysiologische en psychologische benadering op individueel en sociaal gebied) in de praktijk aangeboden voor mensen met aanhoudende vermoeidheidsklachten (14;15). Hoewel er in de praktijk veel wordt ondernomen op het gebied van begeleiding van mensen met vermoeidheidsklachten is de effectiviteit van deze begeleidingstrajecten nog nauwelijks wetenschappelijk onderzocht. Het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport hebben het Coronel Instituut voor Arbeid en Gezondheid (AMC, Amsterdam) opdracht gegeven om bestaande arbobegeleidingstrajecten te evalueren. Drie instellingen zijn bereid gevonden om mee te werken aan het evalueren van hun eigen begeleidingstraject op inhoud en werking. Deze drie instellingen zijn benaderd vanwege eerdere contacten die het Coronel Instituut met deze instellingen heeft. De inhoud van de begeleidingtrajecten, ontworpen door de instellingen zelf, onderscheiden zich door de nadruk die wordt gelegd op fysieke trainingsopbouw, cognitieve herstructurering en ontspanningsoefeningen, het betrekken van de werkgever/werksituatie van de cliënt, het begeleiden op individueel niveau of in groepsverband en de duur van de begeleiding. Alle drie de begeleidingstrajecten richten zich op mensen met aanhoudende vermoeidheidsklachten maar de cliëntengroepen zijn, vanwege de wijze waarop de cliënten worden gerekruteerd, niet geheel vergelijkbaar. In twee van de drie instellingen zijn de cliënten voornamelijk werknemers die meer of minder langdurig zijn uitgevallen van werk vanwege vermoeidheidsklachten en wordt het begeleidingstraject ingezet op advies van de bedrijfsarts en/of werkgever. De financiering geschiedt in de meeste gevallen door de werkgever. Bij de derde instelling melden mensen met vermoeidheidsklachten zich zelf aan en wordt het begeleidingstraject in de meeste gevallen zelf bekostigd. Door de verschillende wijzen van instroom en de locatie van de instellingen is het niet mogelijk de instellingen onderling te vergelijken, maar kan er wel een vergelijking worden gemaakt tussen twee programma s binnen elke instelling. Het doel van het onderzoek is om de inhoud en de effectiviteit van de drie arbobegeleidingstrajecten voor mensen met aanhoudende vermoeidheidsklachten op de mate van vermoeidheid, functionele beperkingen, arbeidsparticipatie, fysiologische status, cliëntenperspectief en werkgeversperspectief te onderzoeken. 12

13 1.2 Onderzoeksvragen Met betrekking tot de inhoud van het effect van de begeleidingstrajecten zijn de volgende vragen onderzocht: 1. Wat is het effect tot zes maanden na de begeleiding van drie begeleidingstrajecten bij mensen met aanhoudende vermoeidheidsklachten op de mate van vermoeidheid, functionele beperkingen, arbeidsparticipatie en fysiologische status? 2. Waar bestaan de drie begeleidingstrajecten in de praktijk uit? Welke begeleiding wordt er gegeven: inhoud van de training, aantal sessies, groeps- of individuele begeleiding? Met betrekking tot het cliëntenperspectief en werkgeversperspectief zijn de volgende vragen onderzocht: 3. Wat zijn voor de cliënt, voorafgaand aan het begeleidingstraject, belemmeringen om te functioneren in het werk en wat is de ervaren effectiviteit van het begeleidingstraject in relatie tot functioneren en ervaren belemmeringen in de werksituatie? 4. Hoe gaan organisaties/bedrijven om met werknemers met langdurige gezondheidsproblemen en participatieproblemen m.b.t. verzuim en re-integratie? Is er een concreet verzuim/re-integratiebeleid opgesteld en wat zijn de mogelijkheden en onmogelijkheden voor het uitvoeren van werkaanpassingen? 13

14 2. Methode In dit project werden de effecten van drie verschillende arbobegeleidingstrajecten voor mensen met aanhoudende vermoeidheidsklachten in Nederland geëvalueerd. De betrokken instellingen waren Energy Control (traject 1) te Weesp, Reaplus (traject 2) te Dordrecht en Winnock re-integratie (traject 3) met 10 vestigingen in Nederland. 2.1 Onderzoekspopulatie en insluitcriteria De onderzoekspopulatie bestond uit mensen met vermoeidheid als belangrijke klacht en met beperkingen in het dagelijks leven. Cliënten tussen de 18 en 60 jaar die zich nieuw aanmeldden bij één van de deelnemende instellingen werden geïncludeerd op vrijwillige basis. Per instelling werd de steekproefgrootte bepaald door middel van een general power analysis programme (G*POWER) (16). Er werd gestreefd naar een onderzoekspopulatie van 30 deelnemers per instelling. 2.2 Design en begeleidingstrajecten Een onderzoek met herhaalde metingen binnen personen werd uitgevoerd. De metingen vonden plaats voorafgaand aan de begeleiding (t0), na afloop van de begeleiding (t1), drie maanden na beëindiging van de begeleiding (t2) en zes maanden na beëindiging van de begeleiding (t3) (zie figuur 1). Naast het uitvoeren van effectmetingen voor alle begeleidingstrajecten, werden binnen de drie instellingen aparte onderzoeksvragen gesteld. Per instelling werden twee verschillende, door de instelling gekozen, programma s vergeleken. Op deze manier werd de mogelijkheid gecreëerd om een nieuw of veelbelovend onderdeel binnen de instellingen op een gecontroleerde wijze door middel van randomisatie te onderzoeken. De keuze van het te onderzoeken onderdeel of programma werd in samenspraak met de betreffende instelling gemaakt. Begeleidingsprogramma Aanmelding t0 t1 (einde begeleiding) t2 (3 mnd na t1) t3 (6 mnd na t1) Traject 1 (Energy Control): 18 weken Traject 2 (Reaplus): 18 weken Figuur 1: Meetmomenten Traject 3 (Winnock): 4, 5, 6 weken 14

15 Begeleidingstraject 1 (Energy Control) In het begeleidingstraject werden voornamelijk fysieke trainingen gegeven gericht op de opbouw van het aëroob (uithoudings) vermogen, begeleid door een inspannings- en ontspanningsdeskundige. Daarnaast werden ontspanningsimpulsen en ademhalingsoefeningen gegeven. Het trainingsprogramma duurde 18 weken op individueel niveau met een frequentie van drie keer per week. Het doel van het programma was het verminderen van vermoeidheidsklachten door het herwinnen van de balans tussen activiteit en rust. Naast het standaard programma (fysieke training van het aëroob vermogen en ademhalings- en ontspanningsoefeningen) werd er tevens een fysieke training gegeven waarbij naast het opbouwen van het aëroob vermogen tevens opbouw van kracht als doel werd gesteld. De onderzoeksvraag binnen begeleidingstraject 1 was: 1a. Wat is het verschil in effectiviteit tussen een training gericht op opbouw van het aëroob vermogen en een training gericht op opbouw van het aëroob vermogen én kracht op vermoeidheid, functionele beperkingen, arbeidsparticipatie en fysiologische status? Cliënten met vermoeidheidsklachten en participatieproblemen meldden zich zelf aan bij traject 1 en financiering geschiedde meestal door de cliënt zelf. Deelnemers aan het onderzoek werden, na toestemming, at random verdeeld over het care-as-usual programma (fysieke training van het aëroob vermogen) en het experimentele programma (fysieke van het aëroob vermogen + kracht training) (zie figuur 2). Inclusie/exclusie Basispopulatie traject 1 Onderzoekspopulatie Basismeting Randomisatie Care-as-usual: Aëroob vermogen Experimenteel: Aëroob + kracht Figuur 2: Onderzoeksdesign begeleidingstraject 1 Begeleidingstraject 2 (Reaplus) In dit multidisciplinaire begeleidingstraject werd het normaliseren van de balans tussen belasting en belastbaarheid in leven en werk als doel gesteld. In het programma van 18 weken (drie periodes van 6 weken met een frequentie van drie keer naar één keer per 15

16 week) werden fysieke training, cognitief gedragsmatige sessies en terugkeer naar werk sessies afgewisseld, zowel in groepsverband als individueel. Het programma werd begeleid door o.a fysiotherapeuten, bewegingswetenschappers, psychologen, arbeids- en organisatiedeskundigen en Neurolinguïstisch Programmeren (NLP)-coaches. Een nieuw onderdeel binnen het huidige programma was haptonomie; dit onderdeel werd als aanvulling op het reguliere programma aangeboden. De onderzoeksvraag binnen begeleidingstraject 2 was: 1b. Wat is het verschil in effectiviteit tussen een cognitief gedragsmatige training zonder haptonomische aanpak en een cognitief gedragsmatige training met haptonomische aanpak op vermoeidheid, functionele beperkingen, arbeidsparticipatie en fysiologische status? Cliënten werden voornamelijk verwezen door bedrijfsarts en/of werkgever en het programma werd bekostigd door de werkgever of het UWV. Deelnemers aan het onderzoek werden, na toestemming, at random verdeeld over het care-as-usual programma (cognitieve gedragsmatige training zonder haptonomie (CGT)) en het experimentele programma (cognitieve gedragsmatige training met haptonomie (CGT + haptonomie))(zie figuur 3). Inclusie/exclusie Basispopulatie traject 2 Onderzoekspopulatie Basismeting Randomisatie Care-as-usual: CGT Experimenteel: CGT + haptonomie Figuur 3: Onderzoeksdesign begeleidingstraject 2 Begeleidingstraject 3 (Winnock) In dit multidisciplinaire begeleidingstraject werd door middel van cognitief gedragsmatige therapie en een graduele opbouw in activiteiten getracht terugkeer naar werk te bereiken. De duur van de begeleiding (4, 5 of 6 weken) was afhankelijk van de verzuimduur van de cliënt. Het begeleidingsteam bestond uit fysiotherapeuten, bewegingswetenschappers, psychologen, re-integratiedeskundigen en een medisch specialist. Binnen de groep met 16

17 mensen met vermoeidheidsklachten, werd onderscheid gemaakt in een lichamelijk programma (cognitief gedragsmatige training met extra fysieke training) en een psychisch programma (cognitief gedragsmatige training). Het lichamelijke programma werd aangeboden aan cliënten met o.a de diagnose CVS (chronisch vermoeidheidssyndroom) terwijl het psychische programma werd aangeboden aan cliënten met de diagnose Burnout. De onderzoeksvraag binnen traject 3 was: 1c. Wat is het verschil in effectiviteit tussen een cognitief gedragsmatige training (bij psychische indicatie) en een cognitief gedragsmatige training met extra fysieke training (bij lichamelijke indicatie) op vermoeidheid, functionele beperkingen, arbeidsparticipatie en fysiologische status? 1d. Wat is binnen de groep cliënten met een psychische indicatie, het verschil in effectiviteit tussen een cognitief gedragsmatige training zonder extra fysieke training en een cognitief gedragsmatige training met extra fysieke training op vermoeidheid, functionele beperkingen, arbeidsparticipatie en fysiologische status? Deelnemers met een lichamelijke indicatie volgden het lichamelijke programma (CGT + extra fysieke training). Deelnemers met een psychische indicatie werden, na toestemming, at random verdeeld over het care-as-usual programma (psychische programma (CGT)) en het experimentele programma (lichamelijke programma (CGT + extra fysieke training)) (zie figuur 4). Cliënten werden voornamelijk verwezen door bedrijfsarts en/of werkgever en het programma werd bekostigd door de werkgever of UWV. Inclusie/exclusie Basispopulatie traject 3 Onderzoekspopulatie Basismeting Lichamelijke indicatie Psychische indicatie Care-as-usual: CGT + fysiek Randomisatie Vraag 1c Care-as-usual: CGT Experimenteel: CGT + fysiek Vraag 1d Figuur 4: Onderzoeksdesign begeleidingstraject 3 17

18 2.3 Medisch Ethische Commissie Toestemming van de Medisch Ethische Commissie van het AMC werd verkregen voordat het onderzoek werd gestart. Alle instellingen en deelnemers ondertekenden een toestemmingsverklaring. 2.4 Variabelen en meetinstrumenten Om de effectiviteit van de begeleidingstrajecten te onderzoeken werd de mate van vermoeidheid, functionele beperkingen, arbeidsparticipatie en fysiologische status in kaart gebracht op de verschillende meetmomenten zoals getoond in figuur 1 (vraagstelling 1). Procesmetingen werden uitgevoerd om te onderzoeken waar de begeleiding in de praktijk uit bestond (vraagstelling 2). Het cliëntenperspectief werd door middel van vragenlijsten en face-to-face diepte-interviews onderzocht (vraagstelling 3). Ten slotte werd de rol van werkgevers bij het re-integratieproces door middel van telefonische interviews onderzocht (vraagstelling 4). Effectiviteit van arbobegeleidingsprogramma s Mate van vermoeidheid De mate van vermoeidheid werd in kaart gebracht met de Checklist Individuele Spankracht (CIS) (17). Op een 7-punt schaal, van 1 (nee, dat klopt helemaal niet) tot 7 (ja, dat klopt helemaal), werd aangegeven in welke mate de uitspraken over vermoeidheid gedurende de afgelopen twee weken van toepassing waren voor de cliënt. De totale CISscore loopt van 20 tot 140, waarbij een hogere score een hogere mate van vermoeidheid weerspiegelt. In dit onderzoek werden de somscores getransformeerd naar scores variërend tussen 0 en 100. De CIS werd betrouwbaar bevonden (α = 0,90) (17) en gevalideerd in de Nederlandse werkende populatie (18). Werkgerelateerde vermoeidheid werd gemeten met behulp van de herstelbehoefte schaal van de VBBA (Vragenlijst Beleving en Beoordeling van de Arbeid) (19). De herstelbehoefte schaal bestaat uit 11 dichotome items, te beantwoorden met ja en nee. De score werd berekend door de individuele scores van de 11 items op te tellen en te transformeren naar scores variërend van 0 tot 100. Hogere scores duiden op een hogere behoefte aan herstel na het werk. Deze vragenlijst kan alleen worden afgenomen als mensen werkzaam zijn. 18

19 Functionele beperkingen De functionele beperkingen werden door middel van de kwaliteit van leven vragenlijst SF- 36 (Short-Form-36 Health Survey) (20) in kaart gebracht. De SF-36 is een gestandaardiseerde vragenlijst om het functioneren van patiënten met medische klachten in kaart te brengen. De SF-36 meet acht dimensies van kwaliteit van leven, waarvan er zes werden meegenomen in dit onderzoek; fysiek functioneren (10 items), sociaal functioneren (2 items), fysieke rolbeperkingen (4 items), emotionele rolbeperkingen (3 items), mentale gezondheid (5 items) en vitaliteit (4 items). Per dimensie werden de scores op de items gesommeerd en getransformeerd. Per schaal varieert de score van 0 tot 100, waarbij een hogere score een betere gezondheidstoestand en minder beperkingen weergeeft. Arbeidsparticipatie Werkhervatting werd gemeten door een vragenlijst met zelfgeformuleerde open vragen. Opgenomen werden het aantal contracturen en het aantal werkuren op verschillende meetmomenten. Het verzuimpercentage werd berekend door het aantal verzuimuren per week op de vier meetmomenten te delen door het aantal contracturen op t0. Zelf ingeschat werkvermogen werd met behulp van twee items van de Workability Index (21) gemeten. Het huidige werkvermogen vergeleken met het beste werkvermogen ooit behaald werd met bepaald door middel van een Visuele Analoge Schaal (VAS) (een 10 cm lange horizontale lijn die loopt van niet in staat om te werken tot werkvermogen in uw beste periode ). Daarnaast werd de eigen prognose van werkvermogen over twee jaar gemeten. Fysiologische status Om de fysiologische status te meten werden hartslagvariabiliteit (HRV) en ademhalingsfrequentie met behulp van de Co2ntrol (Decon Medical Systems, Weesp, The Netherlands) in kaart gebracht. De Co2ntrol is een klein en licht apparaat dat is bevestigd aan een borstband. Het apparaatje signaleert de R-toppen van het QRS complex (een deel van het elektrocardiogram dat het samentrekken van de hartkamers weergeeft) en stelt de tijd tussen opeenvolgende R-toppen (dus tussen opeenvolgende hartslagen) vast met een nauwkeurigheid van 1 ms. De variatie in de tijd tussen de hartslagen is de hartslagvariabiliteit en werd gemeten met vier parameters: standard deviation of NN intervals (SDNN), square root of the mean of the sum of square of differences between adjacent NN intervals (RMSSD), low frequency-component (LF) en high frequencycomponent (HF) (22). Hartslagvariabiliteit wordt gezien als een indicatie van het functioneren van het autonome zenuwstelsel (d.w.z. de activiteit van het sympathische en 19

20 parasympathische deel van het autonome zenuwstelsel) en een hoge hartslagvariabiliteit wordt beschouwd als gezond (22). Er wordt verwacht dat de begeleidingstrajecten een positief effect hebben op de hartslagvariabiliteit (d.w.z. hoge HRV overeenkomstig met een hoge parasympathische activiteit; hoge SDNN, hoge RMSSD en hoge HF waardes en lage sympathische activiteit; lage LF waarde). Naast HRV werd ook de ademhalingsfrequentie in kaart gebracht door middel van de elastische borstband waar de Co2ntrol aan bevestigd was. Deze band signaleerde het uitzetten van de borstomvang bij elke (in)ademhaling en werd door de Co2ntrol elke milliseconde geregistreerd. Zowel HRV als ademhalingsfrequentie werden voorafgaand aan het begeleidingsprogramma (t0) en na afloop (t1) of zes maanden na afloop van de begeleiding (t3) gemeten tijdens een gestandaardiseerde test: vijf minuten rust in zittende positie en vervolgens 12 minuten fietsen op een ergometer (EC-Bike 1000WS) met een lichte weerstand van 50 Watt en een trapsnelheid tussen de omwentelingen per minuut. De Co2ntrol is ontwikkeld volgens de richtlijnen van the European and North American Task Force (22) en kan reproduceerbare HRV en ademhalingsfrequentie metingen in een gezonde populatie (23) en bij patiënten met aanhoudende vermoeidheid vaststellen (24). Procesevaluatie Door middel van een procesevaluatie werd de begeleiding bij de trajecten, welke de cliënt werkelijk had ontvangen in kaart gebracht (inhoud, duur en frequentie). Elke dag werden de sessies die aan bod waren geweest op een checklist aangekruist door de begeleiders van de begeleidingstrajecten. Het 18 weken durende traject 1 bestond uit maximaal 54 trainingen. Het 18 weken durende traject 2 bestond uit minimaal 56 sessies en maximaal 90 sessies. Het aantal sessies bij traject 3 was afhankelijk van de duur van het programma (4, 5 of 6 weken), maar minimaal 31 sessies en maximaal 63 sessies. Cliëntenperspectief Op verschillende meetmomenten werd de ervaren effectiviteit van het begeleidingstraject op belemmeringen in de werksituatie van de deelnemers in kaart gebracht door middel van een zelf geformuleerde vraag in de vragenlijst. In de vragenlijst konden deelnemers aangeven of de ervaren belemmeringen op het werk helemaal niet, enigszins, gedeeltelijk of helemaal waren beïnvloed door het begeleidingstraject. Daarnaast werd er, om meer inzicht te krijgen in wat voor cliënten belemmeringen waren om goed te functioneren op het werk en hoe zij de begeleiding vanuit het begeleidingstraject hebben ervaren, een face-to-face interview met semi-gestructureerde vragen afgenomen. De interviews werden zes maanden na afloop van het 20

21 begeleidingsprogramma (t3) afgenomen op locatie (bij de instelling waar de begeleiding werd gevolgd). De interviews werden door één onderzoeker (MJ) afgenomen, aan de hand van een topiclist (zie box 1). De onderwerpen waren gebaseerd op eerder onderzoek (25), enkele proefinterviews en op de expertise van het onderzoeksteam. Het gesprek werd, na toestemming van de deelnemer, opgenomen op bandrecorder. Box 1 Topiclist interview deelnemers 1. Ervaren belemmeringen om te functioneren in de werksituatie vóór de start van het begeleidingstraject; doorvragen op belemmeringen over werktijden, werktaken, werkplek, woon-werkverkeer, communicatie leidinggevende en collega s, begrip van leidinggevende, acceptatie van de klachten. 2. Ervaren effectiviteit van het gevolgde begeleidingstraject op maatregelen en op het functioneren. Werkgeversperspectief Om de rol van de werkgever bij re-integratie van langdurig zieke werknemers te onderzoeken werd een telefonisch interview afgenomen bij werkgevers van de deelnemers aan het onderzoek. Tijdens het laatste meetmoment van het onderzoek (= zes maanden na afloop van het begeleidingsprogramma) werd aan de deelnemers toestemming gevraagd om diens werkgever telefonisch te benaderen voor een interview over het gevoerde re-integratiebeleid van de organisatie. Het telefonische interview werd gevoerd met een persoon in de organisatie die betrokken is bij de uitvoering van het verzuim/reintegratiebeleid, bij voorkeur een P&O functionaris (of bij het ontbreken van deze functie: een direct leidinggevende of directielid). Het gestructureerde interview werd door één onderzoeker/interviewer (MJ) afgenomen (zie box 2). Het gesprek werd, na toestemming van de respondent, opgenomen op bandrecorder. Het transcript werd na afloop ter verificatie opgestuurd. Box 2 Topiclist interview werkgevers 1. Functie van de respondent 2. Beleid om langdurig zieke werknemers zo snel mogelijk te laten terugkeren naar werk. 3. Mogelijkheden en onmogelijkheden in de organisatie voor het regelen van werkaanpassingen (eventueel in andere functies) binnen het bedrijf. 21

22 2.5 Analyses Voor het analyseren van de effectiviteit van de verschillende begeleidingstrajecten op de mate van vermoeidheid, functionele beperkingen en arbeidsparticipatie werd binnen elke begeleidingstraject een analyse voor herhaalde metingen uitgevoerd waarbij alle deelnemers werden meegenomen. Wanneer de somscores van de variabelen op de vier meetmomenten normaal verdeeld waren (getoetst met de Shapiro-Wilk toets), werd een General Lineair Models (GLM) procedure uitgevoerd. Wanneer de data niet normaal verdeeld waren, werd de Friedmantoets gebruikt. De fysiologische HRV data werd met behulp van HRV Analysis software ( (26) geanalyseerd waarbij gebruik werd gemaakt van de Fast Fourier Transform analyse (22). Voor het analyseren van het verschil tussen t0 en t1 of t3 op fysiologische status werd, wanneer de data normaal verdeeld waren, een gepaarde t-toets uitgevoerd. Een Wilcoxon rangtekentoets werd gebruikt bij geen normaalverdeling. Voor het toetsen van het verschil in effectiviteit tussen de twee interventies binnen elke instelling werden effect sizes berekend. Hierbij werd een effect size van 0-0,20 beschouwd als geen verschil, 0,20-0,50 als een klein verschil, 0,50-0,80 als een middelgroot verschil en > 0,80 als een groot verschil. Alle statistische analyses werden uitgevoerd in SPSS (SPSS inc., Chicago, IL, USA). Een significantieniveau van α = 0,05 werd aangehouden. De inhoud van de begeleidingsprogramma s werd beschrijvend geanalyseerd. Voor het analyseren van de kwalitatieve data van het cliënten- en werkgeversperspectief werd gebruik gemaakt van het softwareprogramma MAXqda2 (Berlin, Germany, versie 2M). Alle op band opgenomen interviews werden zo volledig en letterlijk mogelijk uitgetypt. Aan de hand van literatuur, het open coderen van vijf interviews (alleen bij het patiëntenperspectief) en op basis van de vraagstellingen werd een codeboom opgesteld door de eerste onderzoeker/interviewer (MJ). De uitkomsten werden vergeleken en bediscussieerd om in het onderzoeksteam tot een codeboom te komen welke gebruikt werd om de overige interviews te analyseren, tot verzadiging werd bereikt. Deze methode werd voor zowel de interviews afgenomen in het kader van het patiëntenperspectief als voor de interviews met de werkgevers toegepast. 22

23 3. Resultaten De resultaten worden beschreven per begeleidingstraject. Per traject worden de karakteristieken tijdens de basismeting beschreven, het effect van het begeleidingsprogramma over alle deelnemers in de tijd en wordt het verschil in effect tussen twee programma s binnen elke begeleidingstraject gepresenteerd Begeleidingstraject 1 Populatie Tussen augustus 2006 en december 2007 zijn 35 deelnemers geïncludeerd, 8 mannen en 27 vrouwen. Voor aanvang van het begeleidingsprogramma (t0) is één deelnemer uitgevallen vanwege financiële redenen. De gemiddelde leeftijd van de overige 34 deelnemers is 47 jaar (SD 9,1; range jaar). Op t0 is de gemiddelde duur van vermoeidheidsklachten 5,5 jaar (SD 5,3), variërend van 4,5 maanden tot 17 jaar. Deelnemers ervaarden gemiddeld 3,7 jaar (SD 4,5) beperkingen in het dagelijks leven vanwege vermoeidheidsklachten, variërend van geen beperkingen tot een duur van 15 jaar. De mate van vermoeidheid (CIS) is gemiddeld 65 (SD 16,7), waarbij een minimale score van 36 en maximale score van 98 is gemeten. Na aanvang van het begeleidingsprogramma zijn twee deelnemers uitgevallen vanwege tijdsgebrek of een financiële reden. Effectiviteit van het begeleidingsprogramma Van 29 deelnemers, zes mannen en 23 vrouwen, zijn de fysiologische data op t0 (voorafgaand aan het programma) en op t1 (na afloop van het programma) beschikbaar. Voor de variabelen vermoeidheid, beperkingen en arbeidsparticipatie zijn van 26 deelnemers data beschikbaar op alle vier de meetmomenten. De gemiddelde leeftijd is 47 jaar (SD 8,3) en vermoeidheidsklachten variëren in duur van 4,5 maanden tot 17 jaar. Vermoeidheid De gemiddelde CIS percentagescore op t0 is 66 (SD 17,5); deze verbetert significant (p = 0,001) tijdens het begeleidingsprogramma. Over de vier meetmomenten is een significante verbetering (p = 0,002) van de werkgerelateerde vermoeidheid waargenomen (zie tabel 1). Deze vragenlijst is alleen ingevuld door deelnemers die aan het werk zijn. 23

24 Tabel 1 Aantallen (n), gemiddelden (Gem), standaarddeviaties (SD) en p-waardes voorafgaand (t0), na afloop van het programma (t1), 3 maanden (t2) en 6 maanden (t3) na afloop van het programma op de mate van vermoeidheid (0-100) en werkgerelateerde vermoeidheid. Mate van vermoeidheid (CIS) Werkgerelateerde vermoeidheid (herstelbehoefte) Meetmomenten: n Gem SD n Gem SD basismeting (t0) (17,5) (23,8) Na afloop programma (18 wkn) (t1) (22,2) 1* (31,1) 3 maanden na afloop (t2) (23,0) 1* (28,9) 6 maanden na afloop (t3) (24,3) 1* (32,8) P = <0,001 2 P = 0,002 3 Een hogere waarde betekent meer vermoeidheidsklachten. 1 post-hoc analyses binnen personen (t.o.v. t0): *p<0,001; 2 General Linear Model voor herhaalde metingen; 3 Friedmantoets over vier metingen Functionele beperkingen De deelnemers hebben op alle vier de meetmomenten de zes subschalen van de SF-36 vragenlijst ingevuld. Over de gehele onderzoeksperiode verbetert de gemiddelde score significant op de subschalen: fysiek functioneren, fysieke rolbeperkingen, emotionele rolbeperkingen, mentale gezondheid en vitaliteit. De gemiddelde score van de subschaal sociaal functioneren, verandert niet significant (p = 0,875) over de tijd (zie tabel 2). Tabel 2 Aantallen (n), gemiddelden (Gem), standaarddeviaties (SD) en p-waardes voorafgaand (t0), na afloop van het programma (t1), 3 maanden (t2) en 6 maanden (t3) na afloop van het programma op functionele beperkingen. N Basismeting Na afloop prog 3 mnd na afloop 6 mnd na afloop (t0) (t1) (t2) (t3) Beperkingen: Gem SD Gem SD Gem SD Gem SD p-waarde Fysiek functioneren (15,7) 85 (19,4) 86 (19,5) 86 (18,9) <0,001 Sociaal functioneren (10,9) 57 (8,9) 55 (8,7) 55 (8,1) 0,875 Fysieke rolbeperking (28,4) 57 (46,1) 61 (44,5) 69 (42,6) <0,001 Emotionele rolbeperking (46,2) 88 (27,0) 74 (36,0) 80 (36,0) <0,001 Mentale gezondheid (17,3) 71 (15,9) 73 (14,9) 73 (21,1) <0,001 Vitaliteit (10,2) 54 (17,0) 59 (17,8) 61 (21,6) <0,001 Een hogere score betekent betere gezondheidstoestand en minder beperkingen. 24

25 Arbeidsparticipatie Van 19 deelnemers zijn de complete verzuimgegevens opgenomen in de analyse. Op t0 en t1 hebben vier deelnemers geen betaalde baan, op t2 hebben vijf deelnemers geen betaalde baan en op t3 is dit aantal gestegen naar zeven deelnemers. Op t0 verzuimen de deelnemers gemiddeld 32% van het aantal contracturen op t0. Op t1 is het verzuimpercentage significant afgenomen (p = 0,05) naar 22%. Op t2 en t3 daalt het verzuim verder naar 18% van het aantal contracturen op t0 (zie tabel 3). Het huidige werkvermogen vergeleken met het beste werkvermogen ooit behaald stijgt significant (p = <0,001) over de meetmomenten van gemiddeld 4 op t0 tot gemiddeld 6 zes maanden na afloop van het begeleidingsprogramma (zie tabel 3). Vier (17%) van de 24 deelnemers geven tijdens de basismeting aan dat het onwaarschijnlijk is dat men het huidige werk over twee jaar uit kan voeren. Elf (46%) deelnemers denken dat het huidige werk misschien kan worden uitgevoerd en negen (38%) deelnemers geven aan het huidige werk zeer waarschijnlijk te kunnen uitvoeren. Na afloop van het begeleidingsprogramma (t1) is het aantal deelnemers dat de prognose onwaarschijnlijk acht gedaald van vier (17%) naar één (4%). Het aantal deelnemers dat de prognose zeer waarschijnlijk acht stijgt op t1 van negen (38%) naar 17 (71%). Tabel 3 Aantallen (n), gemiddelden (Gem), standaarddeviaties (SD) en p-waardes voorafgaand (t0), na afloop van het programma (t1), 3 maanden (t2) en 6 maanden (t3) na afloop van het programma op verzuimpercentage en werkvermogen. Verzuimpercentage t.o.v. Werkvermogen (0-100) contracturen t0 Meetmomenten: n Gem SD n Gem SD Basismeting (t0) (40,1) 26 4 (2,6) Na afloop programma (18 wkn) (t1) (36,8) 1* 26 6 (2,6) 3 maanden na afloop (t2) (30,4) 26 6 (2,5) 6 maanden na afloop (t3) (33,6) 26 6 (2,8) P = 0,04 2 P = <0,001 2 Een hogere waarde betekent een beter werkvermogen. 1 Wilcoxon rangtekentest t.o.v. t0; 2 Friedmantoets over vier metingen; *p=0,05 Fysiologische status Het gemiddelde van de hartslagvariabiliteit variabele SDDN stijgt significant (p = 0,01) in de verwachte richting van 15 ms voorafgaand aan het begeleidingsprogramma naar 18 ms na afloop (t1). RMSSD laat een niet-significante verandering zien op t1 in de verwachte richting. Gedurende het begeleidingsprogramma verandert de LF-component (van 80ms 2 25

Duurzame Re-integratie

Duurzame Re-integratie Duurzame Re-integratie van mensen met aanhoudende vermoeidheidsklachten Margot Joosen Monique Frings-Dresen Judith Sluiter Coronel Instituut voor Arbeid en Gezondheid Academisch Medisch Centrum, Amsterdam

Nadere informatie

Vocational Rehabilitation of Patients with Prolonged Fatigue

Vocational Rehabilitation of Patients with Prolonged Fatigue Samenvatting Proefschrift Vocational Rehabilitation of Patients with Prolonged Fatigue ACADEMISCH PROEFSCHRIFT ter verkrijging van de graad van doctor aan de Universiteit van Amsterdam op gezag van de

Nadere informatie

Duurzame Re-integratie

Duurzame Re-integratie Duurzame Re-integratie van mensen met aanhoudende vermoeidheidsklachten Margot Joosen Monique Frings-Dresen Judith Sluiter Coronel Instituut voor Arbeid en Gezondheid Academisch Medisch Centrum, Amsterdam

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting Langdurig ziekteverzuim is een erkend sociaal-economisch en sociaal-geneeskundig probleem op nationaal en internationaal niveau. Verschillende landen hebben wettelijke maatregelen genomen

Nadere informatie

Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking Geeke Waverijn, Mieke Rijken

Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking Geeke Waverijn, Mieke Rijken Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking, G. Waverijn & M. Rijken, NIVEL, januari

Nadere informatie

Het belang van begeleiding

Het belang van begeleiding Het belang van begeleiding Langdurig zieke werknemers 9 en 18 maanden na ziekmelding vergeleken Lone von Meyenfeldt Philip de Jong Carlien Schrijvershof Dit onderzoek is financieel mogelijk gemaakt door

Nadere informatie

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers ummery amenvatting Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers 207 Algemene introductie Werkgerelateerde arm-, schouder- en nekklachten zijn al eeuwen

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 119 120 Samenvatting 121 Inleiding Vermoeidheid is een veel voorkomende klacht bij de ziekte sarcoïdose en is geassocieerd met een verminderde kwaliteit van leven. In de literatuur

Nadere informatie

Chapter 11. Nederlandse samenvatting

Chapter 11. Nederlandse samenvatting Chapter 11 Nederlandse samenvatting Chapter 11 Reumatoïde artritis (RA) is een chronische aandoening die wordt gekenmerkt door ontstekingen van de gewrichten. Symptomen die optreden zijn onder andere pijn,

Nadere informatie

Prediction and early intervention in employees at risk for sickness absence due to psychosocial health complaints

Prediction and early intervention in employees at risk for sickness absence due to psychosocial health complaints Prediction and early intervention in employees at risk for sickness absence due to psychosocial health complaints Dr. Saskia Duijts Dr. IJmert Kant Dr. Gerard Swaen Prof. dr. Piet van den Brandt Effectiviteit

Nadere informatie

Stressklachten bij werkenden, van inzicht naar interventie

Stressklachten bij werkenden, van inzicht naar interventie Stressklachten bij werkenden, van inzicht naar interventie Dr. Karen Nieuwenhuijsen voor Arbeid en Gezondheid, AMC, Amsterdam Amsterdam, 17 juni 2016 Disclosure belangenverstrengeling (potentiële) belangenverstrengeling

Nadere informatie

Arbeidsrevalidatie. Huizen en Almere

Arbeidsrevalidatie. Huizen en Almere Arbeidsrevalidatie Huizen en Almere Arbeidstraining bij De Trappenberg is voor werknemers met chronische pijnklachten aan het houdings- en bewegingsapparaat zonder duidelijke oorzaak, al dan niet gecombineerd

Nadere informatie

Cobi Oostveen Bedrijfsarts Bedrijfsartsconsulent oncologie. Nascholing NVAB Noord 6 april 2017

Cobi Oostveen Bedrijfsarts Bedrijfsartsconsulent oncologie. Nascholing NVAB Noord 6 april 2017 Cobi Oostveen Bedrijfsarts Bedrijfsartsconsulent oncologie Nascholing NVAB Noord 6 april 2017 De brug van kanker naar arbeid Aanleiding Arbeidsparticipatie van mensen die behandeld worden of zijn voor

Nadere informatie

GEZONDHEID SUBSTANTIEEL VERBETERD

GEZONDHEID SUBSTANTIEEL VERBETERD RESULTATEN ANALYSE 2014 GEZONDHEID SUBSTANTIEEL VERBETERD De Rughuis Methode heeft aangetoond dat de gezondheidstoestand en kwaliteit van leven bij patiënten met chronische rugklachten enorm kan toenemen.

Nadere informatie

De gevolgen van een verminderd werkvermogen voor duurzame inzetbaarheid

De gevolgen van een verminderd werkvermogen voor duurzame inzetbaarheid De gevolgen van een verminderd werkvermogen voor duurzame inzetbaarheid Tilja van den Berg & Lex Burdorf Afdeling Maatschappelijke Gezondheidszorg Erasmus MC, Rotterdam Aanleiding Zorgsector Aanleiding

Nadere informatie

Deel I Het startpunt van het Vital@Work onderzoek

Deel I Het startpunt van het Vital@Work onderzoek De babyboomer generatie, een langere levensverwachting en lagere geboortecijfers hebben als gevolg dat de samenleving vergrijst. Om de gevolgen van de vergrijzende samenleving, zowel vanuit bedrijfs- als

Nadere informatie

PPMO (periodiek preventief medisch onderzoek) voor repressief brandweerpersoneel: V: beoordeling

PPMO (periodiek preventief medisch onderzoek) voor repressief brandweerpersoneel: V: beoordeling Rapportnr. 1102 PPMO (periodiek preventief medisch onderzoek) voor repressief brandweerpersoneel: V: December 2010 Opgesteld voor VNG in opdracht van de STICHTING A+O FONDS GEMEENTEN door: Dr JK Sluiter,

Nadere informatie

Is cognitive gedragstherapie voor het chronisch vermoeidheidssyndroom ook effectief als groepstherapie?

Is cognitive gedragstherapie voor het chronisch vermoeidheidssyndroom ook effectief als groepstherapie? Nijmeegs Kenniscentrum Is cognitive gedragstherapie voor het chronisch vermoeidheidssyndroom ook effectief als groepstherapie? Jan-Frederic Wiborg, Jose van Bussel, Agaat van Dijk, Gijs Bleijenberg, Hans

Nadere informatie

Gerandomiseerd onderzoek naar het effect op terugkeer naar werk met lichttherapie / magnetische veld therapie en coaching bij werknemers met burnout

Gerandomiseerd onderzoek naar het effect op terugkeer naar werk met lichttherapie / magnetische veld therapie en coaching bij werknemers met burnout Gerandomiseerd onderzoek naar het effect op terugkeer naar werk met lichttherapie / magnetische veld therapie en coaching bij werknemers met burnout Toine Schoutens 1,2 Monique H.W. Frings-Dresen 1 Karen

Nadere informatie

ERGOTHERAPIE NA UITVAL WEGENS DEPRESSIE

ERGOTHERAPIE NA UITVAL WEGENS DEPRESSIE ERGOTHERAPIE NA UITVAL WEGENS DEPRESSIE Dr. Hiske Hees Psycholoog Afdeling Stemmingsstoornissen AMC Psychiatrie 20 maart 2013 Depressie Veelvoorkomend:11-21% Recidiverend: 50-90% Ernstige beperkingen in

Nadere informatie

Wat werkt voor de oudere werknemers?

Wat werkt voor de oudere werknemers? Wat werkt voor de oudere werknemers? Hoe houdenwe mensenlangergezondaanhet werk Drs Wendy Koolhaas Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) Disciplinegroep Gezondheidswetenschappen, Sociale Geneeskunde

Nadere informatie

Werkgerichte interventies bij psychische klachten

Werkgerichte interventies bij psychische klachten Werkgerichte interventies bij psychische klachten Dr. Karen Nieuwenhuijsen voor Arbeid en Gezondheid, AMC Goed Gestemd aan het werk, 20 maart 2013 Inhoud I. Psychische aandoeningen en problemen in werk

Nadere informatie

Bijlage bij hoofdstuk 7 Ervaren gezondheid, leefstijl en zorggebruik

Bijlage bij hoofdstuk 7 Ervaren gezondheid, leefstijl en zorggebruik Bijlage bij hoofdstuk 7 Ervaren gezondheid, leefstijl en zorggebruik B7.1 Constructie van de maten voor fysieke en psychische gezondheid SF-12 vragen in SING 09 In gezondheidsonderzoek wordt vaak de zogenaamde

Nadere informatie

Onderzoek heeft aangetoond dat een hoge mate van herstelbehoefte een voorspellende factor is voor ziekteverzuim. Daarom is in de NL-SH ook de relatie

Onderzoek heeft aangetoond dat een hoge mate van herstelbehoefte een voorspellende factor is voor ziekteverzuim. Daarom is in de NL-SH ook de relatie Samenvatting Gehoor en de relatie met psychosociale gezondheid, werkgerelateerde variabelen en zorggebruik. De Nationale Longitudinale Studie naar Horen Slechthorendheid is een veelvoorkomende chronische

Nadere informatie

S De afgelopen decennia is het aantal mensen met kanker toegenomen, maar is tevens veel vooruitgang geboekt op het gebied van vroegdiagnostiek en behandeling van kanker. Hiermee is de kans op genezing

Nadere informatie

Samenvatting SAMENVATTING

Samenvatting SAMENVATTING Samenvatting 147 Samenvatting Bezorgdheid om te vallen is een algemeen probleem onder zelfstandig wonende ouderen en vormt een bedreiging voor hun zelfredzaamheid. Deze bezorgdheid is geassocieerd met

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting 8. * COgnitive Functions And Mobiles; in dit advies aangeduid als het TNO-onderzoek.

Samenvatting. Samenvatting 8. * COgnitive Functions And Mobiles; in dit advies aangeduid als het TNO-onderzoek. Samenvatting In september 2003 publiceerde TNO de resultaten van een onderzoek naar de effecten op het welbevinden en op cognitieve functies van blootstelling van proefpersonen onder gecontroleerde omstandigheden

Nadere informatie

WORKSHOP. Determinanten van doorwerken tot en na de pensioengerechtigde leeftijd: maken ouderen nog kans op de arbeidsmarkt?

WORKSHOP. Determinanten van doorwerken tot en na de pensioengerechtigde leeftijd: maken ouderen nog kans op de arbeidsmarkt? WORKSHOP Determinanten van doorwerken tot en na de pensioengerechtigde leeftijd: maken ouderen nog kans op de arbeidsmarkt? Afdeling Determinanten van doorwerken: TOT de pensioengerechtigde leeftijd NA

Nadere informatie

Kanker en Werk Naar betere zorg voor de werkende patiënt

Kanker en Werk Naar betere zorg voor de werkende patiënt Kanker en Werk Naar betere zorg voor de werkende patiënt Drs. Desiree Dona Klinisch arbeidsgeneeskundige oncologie / bedrijfsarts Radboudumc Marikenhuis 23-02-2016 Kanker en werk cijfers kanker en werk

Nadere informatie

Werk, participatie en gezondheid

Werk, participatie en gezondheid Werk, participatie en gezondheid Prof Dr Lex Burdorf Afdeling Maatschappelijke Gezondheidszorg, Erasmus MC Coordinator academische werkplaats CEPHIR ism Dr Merel Schuring Afdeling Maatschappelijke Gezondheidszorg,

Nadere informatie

Factoren die kunnen en willen doorwerken tot 65 beïnvloeden

Factoren die kunnen en willen doorwerken tot 65 beïnvloeden Het verhogen van duurzame inzetbaarheid van de beroepsbevolking is een van de grootste uitdagingen voor de geïndustrialiseerde landen in de komende decennia. Omdat de beroepsbevolking krimpt en vergrijst

Nadere informatie

Samenvatting. The Disability Assessment Structured Interview, Its reliability and validity in work disability assessment, 2010

Samenvatting. The Disability Assessment Structured Interview, Its reliability and validity in work disability assessment, 2010 Samenvatting The Disability Assessment Structured Interview, Its reliability and validity in work disability assessment, 2010 Als werknemers door ziekte hun werk niet meer kunnen doen betaalt de werkgever

Nadere informatie

Werk, participatie en gezondheid: meer dan alleen!

Werk, participatie en gezondheid: meer dan alleen! Werk, participatie en gezondheid: meer dan alleen! Prof Dr Alex Burdorf Afdeling Maatschappelijke Gezondheidszorg, Erasmus MC Coordinator academische werkplaats CEPHIR Arbeidsparticipatie en gezondheid

Nadere informatie

Arbeidsgehandicapten in Nederland

Arbeidsgehandicapten in Nederland Arbeidsgehandicapten in Nederland Ingrid Beckers In 2003 waren er in Nederland ruim 1,7 miljoen arbeidsgehandicapten; 15,8 procent van de 15 64-jarige bevolking. Het aandeel arbeidsgehandicapten is daarmee

Nadere informatie

Effect van werkstijl op het onderhouden van RSI-klachten in een veranderende werkomgeving

Effect van werkstijl op het onderhouden van RSI-klachten in een veranderende werkomgeving Effect van werkstijl op het onderhouden van RSI-klachten in een veranderende werkomgeving Prof. dr Monique HW Frings-Dresen e-mail: m.frings@amc.uva.nl Dr Eline M Meijer Dr Judith K Sluiter voor Arbeid

Nadere informatie

Vroeginterventie via het internet voor depressie en angst

Vroeginterventie via het internet voor depressie en angst Samenvatting 141 Vroeginterventie via het internet voor depressie en angst Hoofdstuk 1 is de inleiding van dit proefschrift. Internetbehandeling voor depressie en angst is bewezen effectief. Dit opent

Nadere informatie

Groepskenmerken Aantal cliënten 103 Gemiddelde leeftijd 52 (Dit is gebaseerd op 42 cliënten) 56 Mannen, 47 Vrouwen en 0 niet ingevuld

Groepskenmerken Aantal cliënten 103 Gemiddelde leeftijd 52 (Dit is gebaseerd op 42 cliënten) 56 Mannen, 47 Vrouwen en 0 niet ingevuld Verslag Kwaliteit van Leven vragenlijst Vertrouwelijk verslag In opdracht van Floww International Periode 23--202 tot en met 0-2-204 De gebruikte vragenlijst heeft in de kern de Nederlandse vertaling van

Nadere informatie

arbo 42 11-10-2013 17:27:30

arbo 42 11-10-2013 17:27:30 arbo 42 11-10-2013 17:27:30 e brengen een hoge werkdruk vaak in verband met een breed scala aan gezondheids- en veiligheidsrisico s, variërend van vermoeidheid en fysieke klachten tot hartziekten of ongelukken

Nadere informatie

Work Ability Index Duurzame inzetbaarheid van uw medewerkers

Work Ability Index Duurzame inzetbaarheid van uw medewerkers Work Ability Index Duurzame inzetbaarheid van uw medewerkers JA-Groep Arbo Verzuimmanagement Licentiehouder Blikopwerk.nl Het Ravelijn 1 (gebouw Kamer van Koophandel) 8233 BR Lelystad T 0320 286724 info@jonkmanassurantiegroep.nl

Nadere informatie

Chronische vermoeidheid: Revalidatie of cognitieve gedragstherapie? Dr. Desirée Vos-Vromans

Chronische vermoeidheid: Revalidatie of cognitieve gedragstherapie? Dr. Desirée Vos-Vromans Chronische vermoeidheid: Revalidatie of cognitieve gedragstherapie? Dr. Desirée Vos-Vromans Onderzoeksgroep: Prof. Rob Smeets Prof. André Knottnerus Dr. Ivan Huijnen Drs. Nieke Rijnders Dr. Albère Köke

Nadere informatie

Stap voor stap weer aan het werk

Stap voor stap weer aan het werk Stap voor stap weer aan het werk Re-integratie en diagnose van arbeidsbelastbaarheid Volwassenenrevalidatie Kinderrevalidatie Arbeidsrevalidatie Rijndam Rijndam is hét medisch geneeskundig revalidatiecentrum

Nadere informatie

Richtlijnen aanpak verzuim om psychische redenen

Richtlijnen aanpak verzuim om psychische redenen Richtlijnen aanpak verzuim om psychische redenen HR&O november 2014 Opgesteld door: Asja Gruijters, adviseur HR&O 1 1. Inleiding Om te komen tot een integraal PSA-beleid is het belangrijk richtlijnen op

Nadere informatie

Samenvatting Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie

Samenvatting Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie Zoals beschreven in hoofdstuk 1, is artrose een chronische ziekte die vaak voorkomt bij ouderen en in het bijzonder

Nadere informatie

Gezondheid en arbeidsparticipatie: determinanten, gevolgen en bouwstenen voor reïntegratie

Gezondheid en arbeidsparticipatie: determinanten, gevolgen en bouwstenen voor reïntegratie Gezondheid en arbeidsparticipatie: determinanten, gevolgen en bouwstenen voor reïntegratie Prof Dr Lex Burdorf Afdeling Maatschappelijke Gezondheidszorg Erasmus MC, Rotterdam Gezondheid van uitkeringsgerechtigden

Nadere informatie

Jaarrapport Cenzo totaal 2013

Jaarrapport Cenzo totaal 2013 Jaarrapport Cenzo totaal 2013 Copyright Niets uit deze uitgave mag zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Cenzo worden verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt. Voor het gebruik van de informatie

Nadere informatie

Evaluatie van Preventief Medisch Onderzoek in de gehandicaptenzorg

Evaluatie van Preventief Medisch Onderzoek in de gehandicaptenzorg Evaluatie van Preventief Medisch Onderzoek in de gehandicaptenzorg Jurriaan Blekemolen Carel Hulshof Judith Sluiter voor Arbeid en Gezondheid, AMC, Amsterdam AMC 27 mei 2016 Even voorstellen Sinds 1991

Nadere informatie

Enkelvoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden

Enkelvoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden Er is onderzoek gedaan naar rouw na het overlijden van een huisdier (contactpersoon: Karolijne van der Houwen (Klinische Psychologie)). Mensen konden op internet een vragenlijst invullen. Daarin werd gevraagd

Nadere informatie

The Disability Assessment Structured Interview

The Disability Assessment Structured Interview RIJKSUNIVERSITEIT GRONINGEN The Disability Assessment Structured Interview Its reliability and validity in work disability assessment Proefschrift ter verkrijging van het doctoraat in de Medische Wetenschappen

Nadere informatie

Een effectiviteitsanalyse van de

Een effectiviteitsanalyse van de Verzuimende werknemers Een effectiviteitsanalyse van de verzuimbegeleiding door Top-Care Onderzoek naar de effectiviteit van de verzuimspecifieke aanpak van Top-Care Esther Hilbers 1 In deze rapportage

Nadere informatie

Meervoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden

Meervoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden Er is onderzoek gedaan naar rouw na het overlijden van een huisdier (contactpersoon: Karolijne van der Houwen (Klinische Psychologie)). Mensen konden op internet een vragenlijst invullen. Daarin werd gevraagd

Nadere informatie

Chronische zieke werknemers: Werkbeleving & ziekteverzuim

Chronische zieke werknemers: Werkbeleving & ziekteverzuim Chronische zieke werknemers: Werkbeleving & ziekteverzuim dr. Nathalie Donders drs. Karin Roskes dr. Joost van der Gulden Afdeling Eerstelijnsgeneeskunde Centrum voor Huisartsgeneeskunde, Ouderengeneeskunde

Nadere informatie

De ziektelastmeter COPD: de betrouwbaarheid en de ervaringen van huisartsen tot nu toe. Onno van Schayck. Cahag Conferentie 15-1-2015.

De ziektelastmeter COPD: de betrouwbaarheid en de ervaringen van huisartsen tot nu toe. Onno van Schayck. Cahag Conferentie 15-1-2015. De ziektelastmeter COPD: de betrouwbaarheid en de ervaringen van huisartsen tot nu toe Onno van Schayck Cahag Conferentie 15-1-2015 Disclosure belangen spreker (Potentiële) belangenverstrengeling Voor

Nadere informatie

(Na)zorg bewust meten

(Na)zorg bewust meten 26 Het volgen van uitbehandelde patiënten levert waardevolle inzichten op (Na)zorg bewust meten Tekst: Simone Fens, Ellis van Duist, Marjon Woudstra Qualizorg en MTCZorg zijn twee jaar geleden een initiatief

Nadere informatie

De effectiviteit van de werkwijze in het verkorten van de arbeidsongeschiktheidsduur van zieke vangnetters met psychische klachten

De effectiviteit van de werkwijze in het verkorten van de arbeidsongeschiktheidsduur van zieke vangnetters met psychische klachten De effectiviteit van de werkwijze in het verkorten van de arbeidsongeschiktheidsduur van zieke vangnetters met psychische klachten Selwin S. Audhoe, Karen Nieuwenhuijsen, Jan L. Hoving, Judith K. Sluiter

Nadere informatie

SAMENVATTING. Samenvatting

SAMENVATTING. Samenvatting Samenvatting SAMENVATTING PSYCHOMETRISCHE EIGENSCHAPPEN VAN ADL- EN WERK- GERELATEERDE MEETINSTRUMENTEN VOOR HET METEN VAN BEPERKINGEN BIJ PATIËNTEN MET CHRONISCHE LAGE RUGPIJN. Chronische lage rugpijn

Nadere informatie

Chronische longziekten en werk

Chronische longziekten en werk Chronische longziekten en werk Mensen met een longziekte hebben meer moeite om aan het werk te blijven of een betaalde baan te vinden dan de rest van de bevolking. Slechts 42% van de mensen met COPD heeft

Nadere informatie

Kanker en Werk Begeleiding en Re-integratie Stap.nu in mogelijkheden

Kanker en Werk Begeleiding en Re-integratie Stap.nu in mogelijkheden Kanker en Werk Begeleiding en Re-integratie Stap.nu in mogelijkheden Regionaal Genootschap Fysiotherapie Midden Nederland Zelfmanagement bij kanker De realiteit 100.000 nieuwe diagnoses in 2012 Het aantal

Nadere informatie

- 172 - Prevention of cognitive decline

- 172 - Prevention of cognitive decline Samenvatting - 172 - Prevention of cognitive decline Het percentage ouderen binnen de totale bevolking stijgt, en ook de gemiddelde levensverwachting is toegenomen. Vanwege deze zogenaamde dubbele vergrijzing

Nadere informatie

Stressgerelateerde stoornissen

Stressgerelateerde stoornissen Stressgerelateerde stoornissen Werkhervatting en effectiviteit Prof. dr. R.W.B. Blonk Inleiding Stressgerelateerde stoornissen Effectstudies Stressgerelateerde stoornissen Even recapituleren Volgens de

Nadere informatie

Jaarrapport Het Voorbeeld BV 2007

Jaarrapport Het Voorbeeld BV 2007 Jaarrapport Het Voorbeeld BV 2007 Copyright Niets uit deze uitgave mag zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Cenzo worden verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt. Voor het gebruik van

Nadere informatie

Samenvatting. Werkhervatting bij werknemers met stressgerelateerde klachten Kosteneffectiviteit van de participatieve werkaanpassing

Samenvatting. Werkhervatting bij werknemers met stressgerelateerde klachten Kosteneffectiviteit van de participatieve werkaanpassing Samenvatting Werkhervatting bij werknemers met stressgerelateerde klachten Kosteneffectiviteit van de participatieve werkaanpassing Psychische klachten komen vaak voor in Nederland. De meeste psychische

Nadere informatie

NeDerLANDse samenvatting

NeDerLANDse samenvatting CHAPTER 10 259 NEDERLANDSE SAMENVATTING Benzodiazepines zijn psychotrope middelen met anxiolytische, sederende, spierverslappende en hypnotische effecten. In de praktijk worden zij voornamelijk ingezet

Nadere informatie

Programma Participatie en Gezondheid

Programma Participatie en Gezondheid Programma Participatie en Gezondheid TNO & VUmc met AWVN voor Ministeries SZW, VWS en BZK Donderdag 20 November 2008 1 Programma participatie en gezondheid 1. Behoud en bevorderen van een gezonde arbeidsparticipatie

Nadere informatie

Het voorkomen van geneesmiddel gerelateerde problemen bij oudere patiënten met polyfarmacie ontslagen uit het ziekenhuis

Het voorkomen van geneesmiddel gerelateerde problemen bij oudere patiënten met polyfarmacie ontslagen uit het ziekenhuis Samenvatting Het voorkomen van geneesmiddel gerelateerde problemen bij oudere patiënten met polyfarmacie ontslagen uit het ziekenhuis Hoofdstuk 1 bevat de algemene inleiding van dit proefschrift. Dit hoofdstuk

Nadere informatie

Herstellen doe je zelf; Evaluatie van een cliëntgestuurde cursus

Herstellen doe je zelf; Evaluatie van een cliëntgestuurde cursus Herstellen doe je zelf; Evaluatie van een cliëntgestuurde cursus Aanleiding onderzoek Meer kennis over cliëntgestuurde interventies nodig; belangrijk voor ontwikkelingen GGz Interventies door cliënten:

Nadere informatie

DUURZAME INZETBAARHEID VAN OUDEREN

DUURZAME INZETBAARHEID VAN OUDEREN TNO-rapport DUURZAME INZETBAARHEID VAN OUDEREN Resultaten van de eerste twee metingen van STREAM 2012 TNO Auteurs: 18 februari 2013 Swenneke van den Heuvel Voor het Ministerie van Sociale Zaken Jan Fekke

Nadere informatie

Kanker en werk. Joke Brinkhuis Klinisch arbeidsgeneeskundige IKA-Ned

Kanker en werk. Joke Brinkhuis Klinisch arbeidsgeneeskundige IKA-Ned Kanker en werk Joke Brinkhuis Klinisch arbeidsgeneeskundige IKA-Ned Indeling Inleiding Wet verbetering poortwachter Casus Wat kan de oncologisch verpleegkundige bijdragen? Oncopol Re-integratie bevorderende

Nadere informatie

SAMENVATTING EVALUATIE PROGRAMMA SCHAKEL!

SAMENVATTING EVALUATIE PROGRAMMA SCHAKEL! SAMENVATTING EVALUATIE PROGRAMMA SCHAKEL! Aanleiding Het Vervangingsfonds voert regelmatig grootschalige projecten of programma s uit om een extra impuls te geven aan de aanpak van het ziekteverzuim in

Nadere informatie

Belastbaarheideisen in het PMO in relatie tot zelf-ingeschat werkvermogen.

Belastbaarheideisen in het PMO in relatie tot zelf-ingeschat werkvermogen. BG dagen 26&27 mei 2016 Belastbaarheideisen in het PMO in relatie tot zelf-ingeschat werkvermogen. Drs. Art van Schaaijk Dr. Julitta Boschman Prof. Dr. Monique Frings-Dresen Prof. Dr. Judith Sluiter MBA

Nadere informatie

Dit proefschrift presenteert de resultaten van het ALASCA onderzoek wat staat voor Activity and Life After Survival of a Cardiac Arrest.

Dit proefschrift presenteert de resultaten van het ALASCA onderzoek wat staat voor Activity and Life After Survival of a Cardiac Arrest. Samenvatting 152 Samenvatting Ieder jaar krijgen in Nederland 16.000 mensen een hartstilstand. Hoofdstuk 1 beschrijft de achtergrond van dit proefschrift. De kans om een hartstilstand te overleven is met

Nadere informatie

HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN

HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN Inleiding Statistische gevolgtrekkingen (statistical inference) gaan over het trekken van conclusies over een populatie op basis van steekproefdata.

Nadere informatie

Omschrijving Interventiebedrijf. - Kort voorstellen

Omschrijving Interventiebedrijf. - Kort voorstellen Bijlage 13: Omschrijving Interventiebedrijf - Kort voorstellen Symphony is in 2004 opgericht en heeft 3 bedrijfsonderdelen. Bij alle drie de bedrijfsonderdelen van Symphony werken wij vanuit een holistische

Nadere informatie

17-1-2013. De ontwikkeling van de ziektelastmeter Behandelalgoritme / computer programma Het onderzoek

17-1-2013. De ontwikkeling van de ziektelastmeter Behandelalgoritme / computer programma Het onderzoek Patiënt-empowerment; het individueel zorgplan en de ziektelastmeter bij COPD Onno van Schayck CAHAG 7e conferentie Utrecht, 24 januari 2013 Inhoud De ontwikkeling van de ziektelastmeter Behandelalgoritme

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 hoofdstuk 3

Hoofdstuk 2 hoofdstuk 3 s Samenvatting Door de hogere participatiegraad van oudere werknemers en de afname van de aanwas van jongere werknemers door daling van het geboortecijfer (ontgroening) vergrijst de beroepsbevolking.

Nadere informatie

SAMENVATTING Depressie en verzuim Voorspellers voor verzuim en werkhervatting hoofdstuk 2 hoofdstuk 3

SAMENVATTING Depressie en verzuim Voorspellers voor verzuim en werkhervatting hoofdstuk 2 hoofdstuk 3 Samenvatting SAMENVATTING SAMENVATTING Depressie en verzuim Ongeveer 15% van de Nederlandse bevolking krijgt eens in zijn of haar leven een depressie. Het hebben van een depressie beïnvloedt het leven

Nadere informatie

Nederlandse standaarden voor de verzekeringsarts

Nederlandse standaarden voor de verzekeringsarts Nederlandse standaarden voor de verzekeringsarts Drs. A.E. DE WIND Leuven, 27-04-2007 WIA: wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen: Hervorming en verbetering claimbeoordelingsproces Gebruik wetenschappelijk

Nadere informatie

Rapportage Ervaringsonderzoek WOT's

Rapportage Ervaringsonderzoek WOT's Rapportage Ervaringsonderzoek WOT's Versie 5.0.0 Drs. J.J. Laninga December 2015 www.triqs.nl Voorwoord Met genoegen bieden wij u hierbij de rapportage aan over het uitgevoerde ervaringsonderzoek naar

Nadere informatie

SAMENVATTING SAMENVATTING. Werk en Psychische Gezondheid: Studies naar de invloed van werk kenmerken, sociale rollen en gender

SAMENVATTING SAMENVATTING. Werk en Psychische Gezondheid: Studies naar de invloed van werk kenmerken, sociale rollen en gender SAMENVATTING Werk en Psychische Gezondheid: Studies naar de invloed van werk kenmerken, sociale rollen en gender In de jaren negentig werd duidelijk dat steeds meer werknemers in Nederland, waaronder in

Nadere informatie

Onderzoek naar een participatieve ondersteunende methode voor terugkeer naar werk van vangnetters met psychische klachten

Onderzoek naar een participatieve ondersteunende methode voor terugkeer naar werk van vangnetters met psychische klachten Onderzoek naar een participatieve ondersteunende methode voor terugkeer naar werk van vangnetters met psychische klachten APRIL 2013 Lieke Lammerts, Dr. Sylvia Vermeulen, Dr. Frederieke Schaafsma, Prof.

Nadere informatie

Verzuim- en reïntegratietraject

Verzuim- en reïntegratietraject Verzuim- en reïntegratietraject Q-koorts Juan Bouwmans, bedrijfsarts 30 november Even voorstellen Bedrijfsarts Arbo Unie Den Bosch en Tilburg Projectleider infectieziekten Brabants Kennisnetwerk Zoönosen

Nadere informatie

Biowalking voor ouderen

Biowalking voor ouderen Biowalking voor ouderen Een pilot onderzoek naar de effecten van en ervaringen met Biowalking voor ouderen Dr. Jolanda Maas Vrije Universiteit Amsterdam, afdeling Klinische Psychologie 1. Inleiding IVN

Nadere informatie

Poliklinische revalidatie programma s

Poliklinische revalidatie programma s Poliklinische revalidatie programma s Mensen met chronische pijnklachten van het bewegingsapparaat (rug, nek, schouder, knie) kunnen revalideren met behulp van gespecialiseerde revalidatieprogramma s.

Nadere informatie

Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie

Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie Wouter Pinxten (contact: Wouter.Pinxten@UGent.be) Prof. Dr. John Lievens Achtergrond

Nadere informatie

Relatie gehoorverlies & herstelbehoefte, werk eigenschappen en verzuim

Relatie gehoorverlies & herstelbehoefte, werk eigenschappen en verzuim Relatie gehoorverlies & herstelbehoefte, werk eigenschappen en verzuim Resultaten van de NL-SH Research Programme > Quality of Care Janneke Nachtegaal, Joop Kuik, Han Anema, Theo Goverts, Joost Festen

Nadere informatie

Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131. chapter 10 samenvatting

Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131. chapter 10 samenvatting Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131 chapter 10 samenvatting Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 132 Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 133 Zaadbalkanker wordt voornamelijk bij jonge mannen vastgesteld

Nadere informatie

INDUCTIEVE STATISTIEK VOOR DE GEDRAGSWETENSCHAPPEN OPLOSSINGEN BIJ HOOFDSTUK 5

INDUCTIEVE STATISTIEK VOOR DE GEDRAGSWETENSCHAPPEN OPLOSSINGEN BIJ HOOFDSTUK 5 INDUCTIEVE STATISTIEK VOOR DE GEDRAGSWETENSCHAPPEN OPLOSSINGEN BIJ HOOFDSTUK 5 1. De onderzoekers van een preventiedienst vermoeden dat werknemers in een bedrijf zonder liften fitter zijn dan werknemers

Nadere informatie

Arbeidsrevalidatie bij klachten aan houding- en bewegingsapparaat. Informatie voor de verwijzer

Arbeidsrevalidatie bij klachten aan houding- en bewegingsapparaat. Informatie voor de verwijzer Arbeidsrevalidatie bij klachten aan houding- en bewegingsapparaat Informatie voor de verwijzer Arbeidsrevalidatie bij De Trappenberg is voor werknemers met chronische pijnklachten aan het houdings- en

Nadere informatie

Chronisch zieken en werk

Chronisch zieken en werk Chronisch zieken en werk Hemochromatose Vereniging Nederland. d l b d ijf b i Ad Vorselaars, bedrijfsarts Arbo Unie Peter van den Berge, bedrijfsarts Arbo Unie Onze missie Wij helpen mensen om een leven

Nadere informatie

Multidisciplinaire Leidraad. Participatieve Aanpak op de Werkplek

Multidisciplinaire Leidraad. Participatieve Aanpak op de Werkplek Multidisciplinaire Leidraad Participatieve Aanpak op de Werkplek Cliënt versie voor werkgevers en werkenden Versie maart 2016 Auteurs: Joyce Becker Msc, Dr. Maaike Huysmans, Dr. Frederieke Schaafsma, Drs.

Nadere informatie

Welkom! Olijfdag Sessie Werk en kanker na en tijdens gynaecologische kanker!

Welkom! Olijfdag Sessie Werk en kanker na en tijdens gynaecologische kanker! Welkom! Olijfdag 2017 Sessie Werk en kanker na en tijdens gynaecologische kanker! 1 2 FEIT OF FABEL? Het aantal diagnoses stijgt aanzienlijk tot 2020! Nieuwe diagnoses 2015 2020 Bevolking 103.800 123.000

Nadere informatie

Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten. G.E. Wessels

Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten. G.E. Wessels Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten G.E. Wessels Datum: 16 augustus 2013 In opdracht van: Stichting Informele Zorg Twente 1. Inleiding Het belang van mantelzorg wordt in Nederland

Nadere informatie

samenvatting Hoofdstuk 1

samenvatting Hoofdstuk 1 Samenvatting Hoofdstuk 1 gaat in op uitdagingen en kansen op het gebied van gezondheidsbevordering op het werk. Op de eerste plaats is er sprake van vergrijzing van de beroepsbevolking. Hierdoor zal een

Nadere informatie

hoofdstuk 2-4 hoofdstuk 2

hoofdstuk 2-4 hoofdstuk 2 Samenvatting Het doel van het onderzoek, zoals beschreven in dit proefschrift, is het identificeren van fysiologische parameters voor het meten van stress bij vleesvarkens. Stress, veroorzaakt door de

Nadere informatie

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting xvii Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting Samenvatting IT uitbesteding doet er niet toe vanuit het perspectief aansluiting tussen bedrijfsvoering en IT Dit proefschrift is het

Nadere informatie

Werkbelevingsonderzoek 2013

Werkbelevingsonderzoek 2013 Werkbelevingsonderzoek 2013 voorbeeldrapport Den Haag, 17 september 2014 Ipso Facto beleidsonderzoek Raamweg 21, Postbus 82042, 2508EA Den Haag. Telefoon 070-3260456. Reg.K.v.K. Den Haag: 546.221.31. BTW-nummer:

Nadere informatie

SAMENVATTING. MVW_proefschrift_170x240_17042013.indd 172

SAMENVATTING. MVW_proefschrift_170x240_17042013.indd 172 SAMENVATTING MVW_proefschrift_170x240_17042013.indd 172 ALIFE@WORK DE EFFECTEN VAN EEN LEEFSTIJLPROGRAMMA MET BEGELEIDING OP AFSTAND VOOR GEWICHTSCONTROLE BIJ WERKNEMERS ACHTERGROND Overgewicht, waarvan

Nadere informatie

S1: Chronische vermoeidheid: onderzoek naar kwetsbaarheid. S1: Chronische vermoeidheid: onderzoek naar kwetsbaarheid

S1: Chronische vermoeidheid: onderzoek naar kwetsbaarheid. S1: Chronische vermoeidheid: onderzoek naar kwetsbaarheid S1: Chronische vermoeidheid: onderzoek naar kwetsbaarheid Drs. Maud De Venter Drs. Jela Illegems Prof. dr. Filip Van Den Eede S1: Chronische vermoeidheid: onderzoek naar kwetsbaarheid Chronische vermoeidheid:

Nadere informatie

De functionele mogelijkheden van neuropsychologisch onderzoek

De functionele mogelijkheden van neuropsychologisch onderzoek De functionele mogelijkheden van neuropsychologisch onderzoek Max van Dormolen Registerpsycholoog NIP / arbeid en organisatie MfN Registermediator (Potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk

Nadere informatie

PTSS - diagnostiek en behandeling. drs. Mirjam J. Nijdam psycholoog / onderzoeker Topzorgprogramma Psychotrauma AMC De Meren

PTSS - diagnostiek en behandeling. drs. Mirjam J. Nijdam psycholoog / onderzoeker Topzorgprogramma Psychotrauma AMC De Meren PTSS - diagnostiek en behandeling drs. Mirjam J. Nijdam psycholoog / onderzoeker Topzorgprogramma Psychotrauma AMC De Meren Opbouw Diagnose PTSS Prevalentiecijfers PTSS en arbeid Preventie van PTSS Behandeling

Nadere informatie

BEHOEFTEPEILING WERKENDEN MET EEN CHRONISCHE ZIEKTE

BEHOEFTEPEILING WERKENDEN MET EEN CHRONISCHE ZIEKTE BEHOEFTEPEILING WERKENDEN MET EEN CHRONISCHE ZIEKTE Bijlage 1 Inventarisatie behoeften van werkenden met een chronisch ziekte: Resultaten van de vragenlijststudie November 2014 BEHOEFTEPEILING CHRONISCH

Nadere informatie