Vlees op tafel bij de klimaatonderhandelingen
|
|
- Rosa van der Pol
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Vlees op tafel bij de klimaatonderhandelingen Johan Albrecht en Désirée Vandenberghe, Universiteit Gent 15 november 2015 ABSTRACT Koolstofarme energietechnologieën staan centraal in zowat alle klimaatdiscussies. Maar ook het voedingspatroon - in het bijzonder onze vleesconsumptie - heeft een zeer belangrijke impact op de uitstoot van broeikasgassen. Zo bedraagt het aandeel van de veeteelt in de globale antropogene broeikasuitstoot 14,5 tot 18%. Ook in Europa tekent de veeteelt voor 12 tot 17% van de totale antropogene uitstoot. Tegen 2050 wordt verwacht dat de globale vleesconsumptie (zeer) sterk zal stijgen waardoor het aandeel van de veeteelt in de totale uitstoot kan oplopen tot 25% of zelfs 33%. Een groot aandeel van de CO 2-winsten door investeringen in koolstofarme technologieën dreigt dan ook gecompenseerd te worden door hogere emissies van de veeteelt als gevolg van spontane wijzigingen in het globale dieet. Powell en Lenton (2012) tonen aan dat een extreem high meat/low efficiency scenario zelfs kan leiden tot een relatieve toename van de CO 2-concentratie met 80 ppm en een temperatuurverschil van bijna 0.5 C. Alle wetenschappers die dergelijke scenario s ontwikkelen, concluderen dat dergelijke vooruitzichten zonder meer catastrofaal zijn. Om de effectiviteit van het internationale klimaatbeleid op lange termijn te vrijwaren, verdient de evolutie van de vleesconsumptie nu al een prominente plaats aan tafel bij de klimaatonderhandelingen. Prof.dr. Johan Albrecht Universiteit Gent - Faculteit Economie & Bedrijfskunde Tweekerkenstraat 2, B-9000 Gent Tel: ++ (0) / Fax: ++ (0) / Johan.Albrecht@ugent.be
2 Eind 2015 poogt de internationale gemeenschap in Parijs een ambitieus globaal akkoord te onderhandelen om de klimaatsverandering te beperken tot 2 graden Celsius. In de aanloop naar deze belangrijke conferentie publiceerden stakeholders zoals het Internationale Energie Agentschap (IEA) 1 en Greenpeace 2 indrukwekkende rapporten om alle betrokken beleidsmakers en onderhandelaars te inspireren. Hoewel deze studies verschillen in methodologie en conclusies, blijkt het beperken van de globale klimaatverandering in essentie een technologisch vraagstuk te zijn. De combinatie van betere en goedkopere nieuwe technologieën biedt in principe het potentieel om een relatief kostenefficiënte energietransitie te realiseren die aansluit bij de beoogde klimaatdoelstellingen. Centraal hierin staan betere hernieuwbare en koolstofarme energietechnologieën, grootschalige en kleinschalige opslagsystemen, de elektrificatie van transport en industriële processen, biobrandstoffen, investeringen in energie-efficiëntie en tijdelijke opties zoals koolstofopslag. Deze mogelijke energietransitie is van cruciaal belang en moet sterk ondersteund worden door een ambitieus R&Dbeleid en sterke marktinstrumenten zoals een globale prijs op CO 2. Hierdoor zal elke economische agent van individu tot buurtcomité, KMO en multinational op termijn attractieve technologische keuzes kunnen maken om de uitstoot van broeikasgassen te beperken. De nadruk op koolstofarme energietechnologie doet vergeten dat elke consument ook via het voedingspatroon een belangrijke klimaatkeuze kan maken. Vooral de productie van vlees is en blijft immers zeer energie- en koolstofintensief. Volgens de laatste berekeningen van het Intergovernmental Panel on Climate Change bedraagt het aandeel van de globale veeteelt in de totale uitstoot van broeikasgassen ongeveer 14.5%. 3 Bovendien stijgt de vleesconsumptie per capita sterk in de ontwikkelingslanden, waardoor het aandeel van veeteelt in de totale uitstoot verder kan toenemen in de komende decennia. Toch werden voedingskeuzes nooit een centraal thema in discussies over het klimaatbeleid. Lord Nicholas Stern 4 stelde in 2008 in diverse kranteninterviews dat een vegetarisch dieet een belangrijke bijdrage kan leveren in de strijd tegen de klimaatverandering 5. Dergelijke pleidooien worden geïnterpreteerd als vrijblijvende suggesties maar halen zelden of nooit de onderhandelingstafels. Er zijn echter enkele sterke argumenten om vlees en voeding wel een meer prominente plaats te geven in het internationale klimaatdebat. Hiertoe overlopen we eerst de literatuur over het huidige aandeel van de veeteelt in de totale uitstoot van broeikasgassen. Vervolgens gaan we na hoe de mondiale vleesconsumptie kan evolueren en welke impact deze evoluties kunnen hebben op de globale CO 2-equivalente uitstoot en de te verwachten temperatuursverandering. Deze analyse laat toe te concluderen dat vlees zeker een plaats aan de onderhandelingstafel verdient. 1 IEA. (2015). Energy Technology Perspectives Mobilizing Innovation to Accelerate Climate Action. ummaryenglishversion.pdf 2 Greenpeace. (2015). The Energy [R]evolution IPCC. (2014). Climate Change 2014: Mitigation of Climate Change. Working Group III contribution to the Fifth Assessment Report of the Intergovernmental Panel on Climate Change. (O. Edenhofer, R. Pichs-Madruga, Y. Sokona, J. C. Minx, E. Farahani, S. Kadner, T. Zwickel, Eds.). Cambridge, UK and New York, NY, USA. Cambridge University Press. 4 Auteur van de bekende Stern Review on the Economics of Climate Change 5 The Times, 27 oktober 2008
3 1. Het aandeel van de veeteelt in de totale uitstoot van broeikasgassen Reeds in 2006 concludeerde de Food and Agricultural Organisation (FAO) in Livestock s Long Shadow 6 dat de vleesproductie vanuit een levenscyclusperspectief verantwoordelijk is voor ongeveer 18% van de totale uitstoot van broeikasgassen. Met deze publicatie flakkerde de discussie over het klimaatbelang van onze vleesconsumptie tijdelijk op. Indien de globale vleesproductie effectief voor dit aandeel verantwoordelijk is, overtreft de uitstoot van de veestapel deze van de globale transportsector 7. Intussen werken alle autoconstructeurs aan energiezuinigere motoren, lichtere materialen, hybride technologieën en elektrische auto s om de CO 2-uitstoot per gereden kilometer te beperken. Dit is zeer positief en onze mobiliteit zal in de komende decennia alsmaar energiezuiniger verlopen 8. Echter, intussen zal ook de wereldbevolking toenemen en is de kans groot dat de consumptie van vlees meer dan evenredig groeit. Tussen 1991 en 2007 steeg de consumptie van vlees in de ontwikkelingslanden immers met 4.1% per jaar 9. Bovendien stijgt de vraag naar vlees vooral in regio s met een eerder extensieve veeteelt. Deze heeft volgens de analyse van het FAO uit 2006 een aandeel van 13% in het globaal aandeel van 18%. De eerder intensieve of industriële veeteelt in de Westerse landen levert de resterende 5% in het globaal aandeel van 18% de CO 2-uitstoot van de veeteelt. Wanneer de groeiende wereldbevolking in toenemende mate kiest voor extensief geproduceerd vlees in het voedselpatroon, dreigen de inspanningen in de transportsector meer dan gecompenseerd te worden door de groeiende CO 2-uitstoot bij de productie van meer vlees. Het aandeel van 18% dat FAO in 2006 aan de veeteelt toekende, werd nadien vanuit academische hoek bevestigd. In 2009 publiceerden Robert Goodland 10 en Jeff Anhang in het World Watch Institute rapport Livestock and Climate Change: What if the key actors in climate change are cows, pigs and chickens? echter een sterk afwijkende analyse. Goodland en Anhang stellen dat FAO het aandeel van de vleesproductie in de totale uitstoot sterk onderschat en dat de veestapel verantwoordelijk zou zijn voor maar liefst 51% van de totale uitstoot van broeikasgassen. Dit zeer opzienbarende cijfer kreeg tijdelijk veel weerklank en wordt ook vandaag nog frequent geciteerd. Het enorme verschil tussen de 18% van FAO en de 51% van Goodland en Anhang is problematisch en suggereert dat wetenschappers blijkbaar geen eenduidige conclusie kunnen formuleren inzake het aandeel van de veestapel in de globale CO 2-uitstoot. Dit gebrek aan consensus kan een argument zijn om vlees en voeding niet op te nemen in klimaatdebatten, want wat als andere wetenschappers overmorgen concluderen dat het aandeel van vlees geen 18% of 51% bedraagt maar slechts 8%? Het grote verschil tussen FAO en Goodland en Anhang is toe te schrijven aan drie factoren: a. Goodland en Anhang nemen de uitstoot van broeikasgassen bij de ademhaling van dieren mee op in hun analyse; b. Goodland en Anhang kwantificeren de verloren opportuniteit voor de vermindering van broeikasgassen mocht het land gebruikt voor veeteelt terug bos worden; 6 FAO. (2006). Livestock s long shadow - Environmental Issues and options. (H. Steinfeld, P. Gerber, T. Wassenaar, V. Castel, M. Rosales, & C. de Haan, Eds.) Rome. doi: /s Transport was in 2004 verantwoordelijk voor 13% van de totale antropogene broeikasuitstoot (IPCC, 2007) en in 2010 voor 14% van het totaal (IPCC, 2014) 8 Omwille van het rebound effect en het hoeveelheidseffect (globaal meer voertuigen per inwoner) kan de totale reductie van het energieverbruik beperkt zijn ondanks een sterke verbetering van de CO2-uitstoot per gereden kilometer. 10 Robert Goodland werkte 23 jaar voor de Wereldbank als lead environmental advisor en overleed eind Zijn publicaties zijn beschikbaar op :
4 c. Goodland en Anhang hanteren een veel hogere Global Warming Potential (GWP) voormethaanemissies; d. Goodland en Anhang voegen enkele uitstootcategorieën toe die FAO niet of onvolledig heeft opgenomen. Het opnemen van de CO 2-uitstoot bij de ademhaling van levende wezens is echter niet correct omdat levende wezens voeding verbranden waarin voorheen CO 2 is gefixeerd door fotosynthese. FAO (2006) en diverse andere auteurs stellen dan ook terecht dat respiration by livestock is not a net source of CO 2. Door zonder sterke argumenten af te wijken van deze logische premisse hebben Goodland en Anhang hun eigen analyse onnodig in diskrediet gebracht. Hierdoor worden enkele andere elementen uit hun analyse ook van tafel geveegd terwijl deze wel relevant kunnen zijn. Andere auteurs zoals Herrero et al. (2011) bevestigen immers dat het FAO in 2006 vrij conservatieve hypothesen 11 hanteerde bij de becijfering van de uitstoot, en enkele rubrieken niet opnam omwille van ontbrekende gegevens. Vooral inzake het gewijzigde gebruik en beheer van gronden door de toenemende productie van veevoeder en vlees sluit FAO (2006) bewust enkele belangrijke rubrieken uit; Other possibly important but unquantified livestock-related deforestation as reported from for example Argentina is excluded from this estimate. (FAO, p.91.). En dit terwijl Argentinië een belangrijke vleesproducent is. Omwille van de liefde voor de steak stoot de gemiddelde Argentijn meer CO 2 uit dan de gemiddelde Fransman of Italiaan 12. Ook gebruikte FAO in 2006 een GWP voor methaan van 23 terwijl intussen de wetenschappelijke consensus uitkomt bij een GWP tussen 28 en Hierdoor krijgen dezelfde methaanemissies een hoger gewicht in de totale uitstoot. De veel hogere GWP-waarde die Goodland en Anhang gebruiken in hun analyse geldt echter voor een periode van 20 jaar in plaats van de veelal gehanteerde periode van 100 jaar. Kortom, er zijn zeker enkele gegronde redenen om het cijfers van 18% uit 2006 naar boven te corrigeren maar deze correctie is eerder beperkt. De 51% van Goodland en Anhang heeft het debat eerder vertroebeld dan vooruit geholpen In Europa Na de publicatie van het FAO-rapport werd vooral in de VS gesuggereerd dat 18% misschien representatief was voor de globale vleesproductie maar dat het aandeel in de uitstoot van de superefficiënte industriële veeteelt in Europa en de VS aanzienlijk lager zou zijn. Vooral de inefficiënte veeteelt in ontwikkelingslanden met een grote impact op het grondgebruik - ontbossing voor de productie van veevoeders of voor grasweiden - werd met de vinger gewezen. Het tegendeel blijkt echter waar te zijn. Uit een gedetailleerde analyse voor de EU-27 op basis van MITERRA-Europe model gebaseerd op cijfers voor de periode concludeerden Lesschen 14 en co-auteurs in 2011 dat de Europese veeteelt verantwoordelijk is voor ongeveer 17,8% van de totale CO 2-equivalente uitstoot in de EU In hun analyse van de verschillen tussen FAO (2006) en Goodland en Anhang (2009) stellen Herrero et al. (2011) in Animal Feed Science and Technology (2011) immers While estimates from FAO (2006) may be conservative in many aspects, the argument and analysis by the authors [Goodland en Anhang] raises some questions. 12 De Standaard, Het broeikaseffect van een Argentinian steak, 10 september Het IPCC (2013) verhoogde het Global Warming Potential van methaan over een tijdspanne van 100 jaar naar Lesschen, J.P. et al. (2011). Greenhouse gas emission profiles of European livestock sectors. Animal Feed Science and Technology (2011), 16-28
5 Markant hierbij is dat de auteurs in hun conclusies stellen dat de emissies van de veeteelt ongeveer 10% van de totale uitstoot uitmaken en vervolgens emissietotalen van nog niet opgenomen activiteiten vermelden. De lezer moet deze zelf optellen om te komen tot een finaal aandeel van 17,8%. Dit aandeel is overigens gebaseerd op een vrij conservatieve FAO-inschatting van de CO 2-impact van ontbossing in Latijns-Amerika als gevolg van een toenemende soja-teelt voor de productie van veevoeders. Over dit laatste onderwerp evolueert de wetenschappelijk kennis permanent zodat het mogelijk is dat deze impact later hoger wordt ingeschat. Weiss en Leip (2012) 15 bestudeerden de broeikasemissies (CH 4, N 2O en CO 2) in het jaar 2004 van de EU-27 (218 NUTS 2 regio s) op basis van het CAPRI-model met een LCA van cradle to farm gate. Deze levenscyclusanalyse omvat het kweken van vee, productie van veevoeder, kunstmest, pesticiden, en verdere energie voor transport en verwerking van het veevoeder. Niet opgenomen zijn de emissies uit transport, verpakking, distributie en afvalverwerking. In tegenstelling tot de Vries en de Boer (2010), voegen Weiss en Leip ook de emissies van gewijzigd landgebruik toe op basis van drie scenario s. Weiss en Leip (2012) concluderen dat de Europese veeteelt in 2004 een aandeel van 12 tot 17% heeft in de totale CO 2-equivalente uitstoot van de EU-27. Bellarby et al. (2013) 16 bouwen verder op de methode van Weiss en Leip (2012) om de broeikasuitstoot in het jaar 2007 voor de EU-27 te berekenen. Ook deze auteurs concluderen dat veeteelt - afhankelijk van het landgebruik - verantwoordelijk is voor 12 tot 17% van de totale antropogene broeikasgasemissies in de EU-27. Belangrijk hierbij is wel dat de impact van geïmporteerde veevoeders niet wordt opgenomen in de analyse, evenals de uitstoot bij deze transporten. Kortom, de werkelijke uitstoot kan hoger zijn maar gedetailleerde data ontbreken voor een betere analyse. Uit bovenstaande cijfers blijkt wel dat de EU-27 met slechts 7.5% van de wereldbevolking een vleesindustrie heeft die verantwoordelijk is voor 12% van de globale emissies uit veeteelt. Het kleine Europa tekent immers voor 21% van de globale vraag naar vlees. Ook blijkt dat de efficiënte veeteelt in ontwikkelde regio s geen aanzienlijk lagere broeikasuitstoot heeft. Het inefficiënte profiel van vleesproductie Naast het aandeel van vlees in de totale CO 2-equivalente uitstoot, is er ook de sterk verschillende CO 2- intensiteit van vleesproducten. Detailanalyses van o.a. Lesschen et al. (2011) bevestigen keer op keer de hoge CO 2-intensiteit en ruimtebeslag van vooral de productie van rundsvlees. Wie één kilogram rundsvlees uit de EU-27 consumeert, veroorzaakt indirect een totale CO 2-uitstoot van 22,6 kg, wat te vergelijken valt met de uitstoot door een autorit van 200 kilometer met een efficiënte dieselwagen. Weiss en Leip (2012) becijferen voor Europees rundsvlees een CO 2-uitstoot van 21 tot 28 kg per kg product. De CO 2-intensiteit van de productie in Europa van gevogelte is veel lager maar nog altijd veel hoger dan de CO 2-intensiteit van de productie en distributie van groenten en fruit (niet opgenomen in Tabel 1). Tussen ontwikkelde landen zijn er grote verschillen in de CO 2-intensiteit van de vleesproductie. De Vries 17 en de Boer (2010) concluderen dat de productie van rundsvlees in 16-OESO landen resulteert in een uitstoot van 14 tot 32 kg CO 2-eq per kilogram. Voor varkensvlees varieert de CO 2-uitstoot van 3,9 tot 10 kilogram. Voor gevogelte vinden de Vries en de Boer een uitstoot van 3,7 tot 6,9 kilogram 15 Weiss, F., & Leip, A. (2012). Greenhouse gas emissions from the EU livestock sector: A life cycle assessment carried out with the CAPRI model. Agriculture, Ecosystems and Environment, 149, doi: /j.agee Bellarby, J., Tirado, R., Leip, A., Weiss, F., Lesschen, J. P., & Smith, P. (2013). Livestock greenhouse gas emissions and mitigation potential in Europe. Global Change Biology, 19(1), doi: /j x 17 De Vries, M. en de Boer, I.J.M (2010). Comparing environmental impacts for livestock products: a review of of life-cycle assessments. Livestock Science 128, 1-11
6 CO 2-eq. Ook voor koemelk en eieren zijn er heel wat ontwikkelde landen met een aanzienlijk hogere CO 2-intensiteit dan gerapporteerd in Tabel 1. Tabel 1 Voederconversie, ruimtebeslag en CO 2-equivalente uitstoot per categorie in de EU-27 Product Conversieratio veevoeder (kg veevoeder / kg product Ruimtebeslag voor voeders en grazen Broeikasgasemissies (kg CO 2eq / kg product) (m 2 /kg product) Koemelk Rundsvlees Varkensvlees Gevogelte Eieren Bron: Lesschen, J.P. et al. (2011). Greenhouse gas emission profiles of European livestock sectors. Animal Feed Science and Technology (2011), Naast deze cijfers voor de EU-27 valt op dat er globaal zeer grote verschillen zijn in de CO 2-uitstoot per kilogram rundsvlees. Onderstaande figuur uit een meer recente analyse van FAO (2013) 18 toont een globaal gemiddelde van 46,2 kg CO 2-eq per kilogram rundvlees. Vooral in Zuid-Azië, Sub-Sahara Afrika (SSA) en Latijns-Amerika (LAC) bedraagt de uitstoot een veelvoud van de Europese uitstoot. Uit de analyse van FAO (2013) blijkt bovendien dat de Europese (runds)veeteelt veel minder CO 2 produceert dan de productie van rundsvlees in de Verenigde Staten. Deze grote regionale verschillen zijn niet alleen het gevolg van efficiëntieverschillen maar ook van de sterk verschillende melkproductie per regio. In regio s waar dieren zowel melk als vlees produceren (dairy herds) wordt de CO 2-uitstoot verdeeld over de productie van melk en de productie van rundsvlees. In regio s met een zeer lage melkproductie en een gespecialiseerde veeteelt (specialized beef) wordt de integrale CO 2-uitstoot toegewezen aan de vleesproductie. Figuur 1 leert dat ongeveer één derde - of 24 kg CO 2 van de uitstoot per kilogram rundsvlees in Latijns- Amerika en de Caraïben (LAC) toe te schrijven is aan een gewijzigd grondgebruik of ontbossing door de expansie van de veestapel (LUC; pasture expansion). Zonder dit gewijzigde grondgebruik in één weliswaar zeer belangrijke regio (de totale productie van rundsvlees is in LAC hoger dan in de VS) zou de globale uitstoot per kilogram rundsvlees minder dan 40 kg CO 2 bedragen (in plaats van 46,2 kg). Over dit belangrijke aandeel van gewijzigd grondgebruik schrijft FAO (2013) zelf: This estimate is to be taken with caution, given the numerous methodological and data uncertainties affecting land-use emissions estimates (p.26). De werkelijke uitstoot kan significant afwijken van de cijfers in Figuur Gerber, P., Steinfeld, H., Henderson, B., Mottet, A., Opio, C., Dijkman, J., Tempio, G. (2013). Tackling Climate Change Through Livestock - A Global Assessment of Emissions and Mitigation Opportunities. Rome: Food and Agriculture Organization of the United Nations (FAO).
7 Figuur 1 Regionale verschillen in CO 2-uitstoot per kilogram rundsvlees Bron: Gerber, P. et al. (2013). Tackling Climate Change Through Livestock - A Global Assessment of Eissions and Mitigation Opportunities. Rome: Food and Agriculture Organization of the United Nations (FAO). Deze hoge CO 2-intensiteit van de vleesproductie illustreert de grote inefficiëntie van de productie van vlees. Van al de energie die runderen consumeren, wordt 46% omgezet in mest terwijl 43% omgezet wordt in de productie van warmte die aan de omgeving wordt afgegeven. 6% van de geconsumeerde energie wordt omgezet in het broeikasgas methaan en 1% leidt tot afval in het slachthuis. Slechts 4% van de geconsumeerde energie wordt omgezet in vlees als finaal product voor de consument 19. Dit finale product bevat dan ook nog verzadigde vetten, cholesterol en andere minder wenselijke componenten terwijl dieren planten eten zonder deze vetten of cholesterol. Uit alle analyses blijkt dat de productie van plantaardig voedsel groenten en fruit ongeveer 25 keer meer energie-efficiënt is dan de productie van vlees. Hierdoor is het aandeel van de veeteelt in de globale consumptie van biomassa zeer hoog. De globale consumptie van plantaardig voedsel is goed voor 12% van de totale biomassaproductie terwijl de veeteelt 58% van de globale biomassaproductie opeist (als voeder of graasweide). Ongeveer 78% van het globale landbouwareaal wordt gebruikt als grasweide of voor de productie van veevoeders. FAO na 2006 Na Livestock s Long Shadow uit gebaseerd op data van , publiceerde FAO aanvullende studies over de emissies van broeikasgassen door de veeteelt. Een interessant element hierbij is dat Goodland en Anhang door FAO uitgenodigd werden om hun cijfers toe te lichten. Goodland stelt in zijn blog 20 bij de New York Times dat er binnen FAO onenigheid heerste over de conclusies van het rapport 19 T. Powell & T. Lenton. (2012). Future carbon dioxide removal via biomass energy constrained by agricultural efficiency and dietary trends. Energy & Environmental Science; DOI: /C2EE21592F 20
8 uit 2006 en over de impliciete beleidsaanbeveling om de consumptie en productie van vlees op termijn te beperken. Goodland hekelt vervolgens het partnership vanaf 2011 tussen FAO en de vleesindustrie (o.a. met International Meat Secretariat en International Dairy Federation) om de milieuprestaties van de vleessector grondig te analyseren en te verbeteren. Frank Mitloehner, de Amerikaanse voorzitter van dit partnership, stelde eerder al zonder cijfers aan te voeren dat de 18% uit Livestock s Long Shadow niet representatief zou zijn voor de Amerikaanse veeteelt. In 3 opeenvolgende FAO-studies (Gerber et al., 2010; MacLead et al., 2013; Opio et al. 2013) werd telkens eenzelfde cradle to retail LCA-framework gebruikt en werden de emissies per regio meer gedetailleerd bestudeerd. Vervolgens publiceerde FAO in 2013 het overkoepelend rapport Tackling climate change through livestock (Gerber et al., 2013) waarin bovenvermelde studies samengevoegd werden. Hierin schatten de auteurs van FAO (2013) de broeikasgasuitstoot uit veeteelt op 7.1 gigaton CO 2-eq in 2005, goed voor 14.5% van alle antropogene broeikasemissies in dat jaar (49 gigaton CO 2- eq). Dit cijfer is wat lager dan de 18% uit het rapport van De gehanteerde assumptie inzake de emissies door het gewijzigde landgebruik in Latijns-Amerika kan een deel verklaren van het lagere cijfer uit De levenscyclusanalyse van FAO laat echter een aantal belangrijke emissieposten uit de analyse, voornamelijk emissies die met landgebruik, verandering in landgebruik en bosbouw (Land Use, Land Use Change and Forestry, LULUCF) te maken hebben zoals veranderingen in carbon stocks, verbranding van biomassa... Dit is belangrijk aangezien deze LULUCF-categorie volgens IPCC (2014) verantwoordelijk is voor 12% van de globale antropogene uitstoot. Uiteraard is dit percentage niet volledig aan veeteelt of aan de vleesproductie toe te kennen. In vergelijking met deze totale antropogene broeikasuitstoot is de veeteelt volgens FAO goed voor 5% van de totale antropogene CO 2-uitstoot, 44% van de antropogene CH 4-uitstoot en 53% van de antropogene N 2O-uitstoot. 21 De emissies uit de veeteelt bestaan uit CH 4 (44%), N 2O (29%) en CO 2 (27%). In het laatste FAO-rapport van 2013 wordt ook het potentieel om de globale CO 2-uitstoot te verminderen gekwantificeerd; A 30 percent reduction of GHG emissions would be possible if [all] producers adopted the technologies and practices currently used by the 10 percent of producers with the lowest emission intensity (Gerber et al., 2013, p. xiii). Dit belangrijke theoretische reductiepotentieel heeft echter een meerkost en kan bovendien conflicteren met lokale belangen, bijvoorbeeld deze van de producenten van veevoeders die lokale markten niet willen openstellen voor nieuwe aanbieders. Uit ervaringen in landen zoals Australië blijkt dat een sterk beleid o.a. inzake landgebruik en ontbossing kan leiden tot emissiereducties. Zo daalde de CO 2-uitstoot van de Australische veeteelt tussen 1981 en 2010 met 14% (zonder rekening te houden met emissies als gevolg van een gewijzigd landgebruik) Hierbij gebruikte FAO 2004-schattingen voor de totale antropogene broeikasemissies en GLEAM-berekeningen voor de emissiewaarden uit Wiedemann, SG et al. (2015). Resource use and greenhouse gas intensity of Australian beef production: Agricultural Systems 133,
9 2. De evolutie van de vleesconsumptie Het huidige aandeel van de vleesproductie in de totale uitstoot van broeikasgassen is belangrijk, maar vooral de potentiële evolutie van de globale vleesconsumptie en productie is van fundamenteel belang voor de effectiviteit van het klimaatbeleid. Vanaf 1960 steeg de globale vraag naar vlees van 78 miljoen ton in 1963 tot 308 miljoen ton in 2014, wat neerkomt op een toename van de gemiddelde per capita consumptie van 26 kg vlees per jaar rond 1970 tot 39 kg per jaar rond Uit Tabel 2 blijken de duidelijke verschillen tussen ontwikkelingslanden en ontwikkelde landen; ontwikkelingslanden zijn belangrijk voor de groei na 1961 maar ook in ontwikkelde landen blijft de hoge vleesconsumptie verder toenemen. Alexandratos en Bruinsma (2012) van FAO benadrukken wel dat deze groei niet in alle ontwikkelingslanden terug te vinden is en voornamelijk door China en Brazilië wordt geleid. De empirische analyse van OECD en FAO in de Agricultural Outlook van 2015 concludeert dat de globale vleesconsumptie tot 2024 jaarlijks gemiddeld met 1.4% stijgt, wat de totale vleesconsumptie tegen 2024 met 51 miljoen ton zal verhogen. Tabel 2 Toename van de vleesconsumptie 23 per jaar (%) / / Wereld Ontwikkelingslanden Ontwikkelde landen Bron: Alexandratos, N. and J. Bruinsma. (2012.) World agriculture towards 2030/2050: the 2012 revision. ESA Working paper No Rome, FAO In Tabel 3 tonen we op basis van het werk van Gill et al. (2015) de evolutie van de consumptie per hoofd van enkele basiscategorieën in Europa, China, India en Brazilië voor de periode van 1961 tot Tabel 3 Evolutie van de consumptie per hoofd (kg/hoofd per jaar) Rundsvlees Gevogelte Varkensvlees Melk Groenten Fruit Europa China India Brazilië Bron: Gill, M. et al. (2015). The environmental impact of nutrition transition in three case study countries, Food Security (2015) 7: Tabel 3 toont dat de consumptie van voedsel spectaculair toenam in alle regio s maar dat er grote verschillen zijn in de samenstelling van het dieet per regio. Brazilianen eten veel meer fruit dan Europeanen maar quasi evenveel rundsvlees. Chinezen eten evenveel varkensvlees als Europeanen maar amper rundsvlees. Dit compenseren ze met een zeer hoge consumptie van groenten en een vergelijkbare consumptie van fruit. Indiërs eten zeer weinig vlees maar ook minder groenten en fruit dan Europeanen. Mocht het dieet van de wereldburgers in de komende decennia convergeren naar bijvoorbeeld het Europese dieet, dan stijgt op termijn de consumptie van vlees en melk in de emerging 23 Som van rundsvlees, schapenvlees, kippen- en varkensvlees
10 economies samen met een stijgende bevolking. Een dergelijke convergentie is een hypothese op basis van het historische verband tussen de evolutie van inkomens en de per capita consumptie van vlees. Naast deze economische factoren zijn er ook culturele elementen. Zo valt op dat de consumptie van rundsvlees in China ongewijzigd bleef tussen 1961 en 2011 terwijl deze wel sterk toenam in India en Brazilië. De consumptie van varkensvlees steeg dan weer wel zeer sterk in China maar niet in India of Brazilië. Met de stijging van de globale vleesconsumptie gaat ook een wijziging in de samenstelling hiervan gepaard. Een FAO rapport uit voorspelde al dat er in 2050, in vergelijking met 2010, 2,3 keer meer kippenvlees geconsumeerd zou worden en tussen 1,4 en 1,8 keer meer van de andere vleesproducten. OECD-FAO (2015) en Henchion et al. (2014) 25 verwachten dat vanaf 2024 de consumptie van kippenvlees deze van rundsvlees overstijgt. In 2024 zou kippenvlees dan de helft van de volledige vleesconsumptie uitmaken. De redenen hiervoor zijn voornamelijk dat kippenvlees goedkoper is, als een gezondere voedingscomponent wordt beschouwd en geen religieuze bezwaren oproept. De consumptie van varkensvlees zou slechts stijgen met 1%, terwijl de consumptie van duurdere alternatieven zoals rundsvlees en schapenvlees respectievelijk met 1,3 en 1,9% stijgt. De eerder genoemde convergentie naar het Europese dieet zou niet alleen problematisch zijn voor de globale CO 2-uitstoot. Al de welvaartsziekten gekoppeld aan het Westerse dieet worden eveneens geglobaliseerd. In Tabel 4 presenteren we ter illustratie de gemiddelde BMI-waarden voor de landen in Tabel 3. Tabel 4 BMI-percentages voor Europa, China, India en Brazilië Aandeel bevolking Aandeel pre-obees; met normale BMI 25 < BMI < 29.9 ( ) Obesitas; aandeel bevolking met BMI > 30 Europa (beperkt tot België) 55 % 30.2 % 10.8 % China 58.9 % 16 % 2.9 % India 62.5 % 3.8 % 0.7 % Brazilië 55.4 % 29.5 % 11.1 % Bron: WHO (2015).Global Database on Body Mass Index ( Uit de vergelijking tussen Tabel 3 en Tabel 4 blijkt dat Europa (België) en Brazilië niet alleen een voorkeur voor rundsvlees delen maar ook een sterk vergelijkbaar BMI-profiel waarbij meer dan 10% van de bevolking obees is met een BMI hoger dan 30. Chinezen eten net zoals Europeanen veel varkensvlees maar drinken veel minder melk. In combinatie met hun grote consumptie van groenten - inclusief rijst - leidt dit niet tot een groot aandeel Chinezen met een BMI hoger dan 30. Deze observaties wijzen niet op een causaliteit - andere factoren dan de consumptie van vlees spelen hier zeker een rol - maar sluiten wel aan bij de literatuur over de negatieve gezondheidsconsequenties van een (te) hoge vleesconsumptie FAO, (2006). World agriculture: towards 2030/2050 Interim report. Rome. ( 25 Henchion, M., McCarthy, M., Resconi, V. C., & Troy, D. (2014). Meat consumption: Trends and quality matters. Meat Science, 98(3), doi: /j.meatsci Voor een overzicht, zie; Tilman, D. & Clark M. (2014). Global diets link environmental sustainability and human health. Nature (515),
11 3. Evolutie van de CO 2-uitstoot bij een toename van de globale vleesconsumptie In hun analyse over het verband tussen bevolkingstoename, inkomenstoename en een graduele maar niet-complete convergentie van het mondiale voedingspatroon stellen Tilman en Clark in Nature dat een toename van de wereldbevolking met 36% tussen 2009 en 2050 zal resulteren in een toename van CO 2-equivalente emissies door de globale consumptie van voeding met 80%. Dit hoge percentage mag niet verward worden met de toename van de emissies door een toename van alleen de vleesconsumptie. In 2050 eet de wereldburger immers niet alleen vlees. De toename van de vraag naar vlees draagt wel bij tot de sterke stijging van de emissies. Mocht de wereldbevolking tegen 2050 opteren voor een vegetarisch dieet een vrij extreme variant -, zou deze toename met 80% omgezet worden in een daling van de CO 2-equivalente uitstoot door de globale consumptie van voedsel 27. Om het belang van de vleesproductie in het globale klimaatbeleid duidelijk te maken, moet de mogelijke evolutie van de CO 2-uitstoot door de productie van vlees gerelateerd worden aan de beoogde reductie van de globale CO 2-uitstoot tussen vandaag en Vandaag bedraagt de totale uitstoot ongeveer 49 Gt CO 2-eq maar het is wenselijk dat deze tegen 2050 aanzienlijk daalt, eventueel met zelfs 80%. Hiertoe zijn ingrijpende inspanningen nodig in alle sectoren. Een sterk klimaatbeleid zal overigens leiden tot een lagere CO 2-footprint van de vleesproductie omdat bijvoorbeeld de productie van veevoeders of het transport van veevoeders en van vlees minder koolstofintensief kan worden. Er kunnen ook nieuwe technologieën ontwikkeld worden om mest beter te benutten enzovoort. Maar wat er binnenin de koe gebeurt, kan niet zomaar door technologische ingrepen radicaal veranderd worden; de productie van dierlijke proteïnen blijft relatief inefficiënt in vergelijking tot de productie van plantaardige proteïnen. En een verdere ontbossing leidt altijd tot een verlies aan carbon sinks. Alexandratos en Bruinsma (2012) stellen dat de globale vraag naar vlees stijgt met gemiddeld 1.6% tot 2030 en met 1.3% tussen 2007 en 2050 (zie Tabel 3). Deze groeivoeten liggen een stuk lager dan in voorgaande decennia; de auteurs geven hiervoor een aantal hoofdredenen. Ten eerste zal per capita consumptie in ontwikkelde landen een lage groei vertonen. Ten tweede, zal de per capita consumptie in China en Brazilië nog steeds significant stijgen maar aan een lager tempo dan hiervoor. Een derde observatie is dat de per capita vleesconsumptie in India stabiel blijft. Ten slotte blijft het inkomensniveau in vele ontwikkelingslanden relatief laag. Mocht de samenstelling van de vraag naar vlees niet wijzigen tussen vandaag en 2050 met andere woorden, Chinezen eten ook in 2050 zeer weinig rundsvlees etc. dan stijgt de CO 2-uitstoot uit de productie van vlees quasi proportioneel met de toename van de globale vraag. Intussen zullen ook maatregelen genomen worden om de CO 2-footprint van de vleesproductie te beperken. Indien deze effectief zijn, zal de toename van de CO 2-uitstoot per kg vlees lager uitvallen dan de toename van de productie. In Figuur 2 stijgt de CO 2-uitstoot van de globale uitstoot door veeteelt van 7.1 Gt CO 2 vandaag tot 10.2 Gt CO 2-eq in Deze toename met 44% is lager dan de verwachte toename van de consumptie van vlees volgens Alexandratos en Bruinsma (2012) en sluit aan bij een divergentie-hypothese. Deze hypothese houdt in dat ontwikkelingslanden niet opteren voor dezelfde vleesconsumptie als de ontwikkelde landen ( CO 2 vlees DIV in Figuur 2). De groeivoeten van Alexandratos en Bruinsma (2012) werden lager ingeschat om rekening te houden met divergentie en beleidsmaatregelen. Indien er toch een (beperkte) convergentie naar een Europees dieet optreedt, ligt de toename van de CO 2-uitstoot aanzienlijk hoger ( CO 2 vlees CONV in Figuur 2). De jaarlijkse groeivoet van de emissies 27 Tilman, D., & Clark, M. (2014). Global diets link environmental sustainability and human health. Nature, 515(7528), doi:
12 verschilt niet sterk maar cumulatief wegen deze kleine verschillen tegen 2050 wel zwaar door. Aangezien het overgrote deel van bevolkingsgroei in ontwikkelingslanden zal plaatsvinden, heeft een wijziging van hun dieet zeer grote effecten op de globale uitstoot. In Figuur 2 maken we een onderscheid 28 tussen de CO 2-uitstoot door de productie van vlees en de CO 2- uitstoot door alle andere sectoren. De optelsom van beide grootheden geeft de totale CO 2-uitstoot van ongeveer 49 Gt CO 2-eq in Tussen 2015 en 2050 daalt de uitstoot in de rest van de wereldeconomie met ongeveer 25% 30. Deze daling staat in contrast met de toename van de uitstoot van vlees/veeteelt waardoor het aandeel van de vleesproductie in de totale uitstoot toeneemt van 14.5% vandaag tot 25% (CO2 vlees DIV) of zelfs 33% (CO 2 vlees CONV). Merk hierbij op dat bij CO 2 vlees CONV -hypothese de totale uitstoot inclusief de CO 2-uitstoot van de vleesproductie aanzienlijk hoger is dan de totale uitstoot bij de hypothese van geen convergentie (CO 2 vlees DIV). De forse toename van het aandeel van de vleesproductie in de totale uitstoot is vooral het gevolg van de daling van de uitstoot in de rest van de economie. Figuur 2 Projectie CO 2-uitstoot veeteelt en andere sectoren (Gt), ,00 50,00 40,00 30,00 20,00 10,00 0,00 CO2 vlees DIV CO2 vlees CONV CO2 rest Deze sterk vereenvoudigde voorstelling toont aan dat de globale uitbouw van een nieuwe koolstofarme energie-infrastructuur zeker belangrijk is om de klimaatambities waar te maken. Maar als we keuzes inzake voeding overlaten aan de vrije marktwerking die sterk verstoord wordt door verkeerde prijzen, negatieve externaliteiten en enorme subsidiestromen dreigt een deel van de CO 2- reductie dankzij clean tech gecompenseerd te worden door een hogere mondiale vleesconsumptie. Dit hoeft niet te gebeuren. Een daling van de CO 2-uitstoot door een dalende vleesconsumptie of door een stabiele vleesconsumptie met een verschuiving van de vraag naar minder CO 2-intensieve 28 Dit onderscheid is in de praktijk niet altijd te maken, bijvoorbeeld voor het transport van vlees. 29 Cijfers voor de totale antropogene broeikasuitstoot gebaseerd op IPCC (2014) en IEA (2012) 30 Deze eerder conservatieve hypothese sluit niet aan bij de doelstellingen van een ambitieus klimaatbeleid waarin hogere reducties beoogd worden. Maar klimaatambities alleen leiden niet tot klimaatrealisaties zodat achteraf deze conservatieve hypothese misschien te optimistisch blijkt te zijn.
13 vleessoorten 31 zou de klimaatinspanningen in andere sectoren van de economie versterken in plaats van compenseren. De impact van mondiale voedingspatronen op CO 2-concentratie en de temperatuursverandering zal in belangrijke mate afhangen van de efficiënte van de globale landbouwsector tussen vandaag en Hoe efficiënter de landbouw, hoe minder ontbossing en hoe meer gronden gebruikt kunnen worden voor energiegewassen. De productie van energiegewassen voor bijvoorbeeld biobrandstoffen van de tweede of derde generatie is belangrijk om het gebruik van fossiele brandstoffen te beperken in toepassingen die niet of zeer moeilijk te elektrificeren zijn. Zo zijn biobrandstoffen voor vrachtschepen of vliegtuigen voorlopig zowat de enige optie om hun activiteiten te decarboniseren. Een sterke toename van de productie van biomassa voor energiedoeleinden laat dus toe de CO 2-uitstoot te beperken. Deze potentiële klimaatbaat valt in het water indien de wereldbevolking kiest voor een hogere vleesconsumptie per capita. Omwille van de inherent inefficiënte productie van vlees zal nog meer grond gebruikt worden voor de veeteelt waardoor er letterlijk geen plaats is voor energiegewassen. Deze en gerelateerde interacties werden door Powell en Lenton 32 gemodelleerd om de impact van het toekomstige biomassagebruik op de CO 2-concentratie in kaart te brengen. Biomassa biedt het potentieel om CO 2 tijdens de groei op te slaan en achteraf via koolstofopslag voor lange tijd uit de atmosfeer te houden. In hun analyse veronderstellen Powell en Lenton dat de globale vraag naar voedsel tegen 2050 zal stijgen met 70%, waarbij de verwachte toename van de vleesconsumptie per capita de belangrijkste drijvende factor is: de per capita vleesconsumptie zou stijgen van 16% van de huidige dagelijkse calorie-inname tot 18,8 % van de toekomstige dagelijkse calorie-inname. Hierdoor stijgt de vraag naar energie voor de productie van voedsel met 82% (of van 26 EJ naar 46 EJ per jaar). Powell en Lenton veronderstellen dat de dagelijkse calorie-inname stijgt van vandaag tot kcal in Om de verwachte toename van de vraag naar voedsel in te vullen, moet de plantaardige productie stijgen met 76% en de dierlijke productie met 110%. Om de impact op het landgebruik, biomassaproductie en CO 2-sinks te analyseren laten Powell en Lenton in hun analyse de efficiëntie van het globale landbouwsysteem en de preferenties in het dieet variëren. Dit leidt tot vier scenario s: high-meat, low-efficiency, low-meat, low-efficiency, high-meat, highefficiency en low-meat, high-efficiency. In de low-efficiency scenario s blijft de landbouwproductie even efficiënt als vandaag. In de highmeat scenario s vertegenwoordigt de consumptie van vlees 18,8% van de calorie-inname terwijl dit aandeel in de low-meat scenario s daalt tot 15% van de (stijgende) calorie-inname. Dit aandeel van 15% is vergelijkbaar met de globale per capita consumptie van vlees in Om te evolueren naar deze 15% is wel een halvering van de per capita vleesconsumptie nodig in de Westerse landen. Al deze inputgegevens worden verwerkt tot een CO 2 removal potentieel per scenario waarbij rekening wordt gehouden met fysieke beperkingen maar ook met CCS, types van herbebossing, de relatieve opportuniteit van biomassa in vergelijking tot andere hernieuwbare energiebronnen etc. Figuur 3 toont een belangrijk resultaat uit de complexe analyse door Powell en Lenton. In het highmeat, low-efficiency met ontbossing en geen ruimte voor energiegewassen (en biomassasinks) is er geen potentieel tot CO 2-absorptie waardoor de CO 2-concentratie dramatisch toeneemt. Volgens Powell en Lenton is dit scenario met een toename van 55 ppm a catastrophe for natural ecosystems and thus for humans that depend on their services. Het alternatief met een sterke beperking van de 31 Europeanen eten bijvoorbeeld minder rundsvlees maar meer gevogelte. 32 T. Powell, T. Lenton. Future carbon dioxide removal via biomass energy constrained by agricultural efficiency and dietary trends. Energy & Environmental Science, 2012; DOI: /C2EE21592F
14 vleesconsumptie in de Westerse landen en een globaal meer efficiënte landbouw biedt veel ruimte tot extra biomassaproductie en CO 2-removal waardoor de CO 2-concentratie kan dalen met 25 ppm. Het verschil tussen de twee extreme scenario s bedraagt volgens Powell en Lenton dus maar liefst 80 ppm. Figuur 3 Verandering in de CO 2-concentratie; high-meat versus low-meat Bron: Powell, T. & Lenton, T. (2012). Future carbon dioxide removal via biomass energy constrained by agricultural efficiency and dietary trends. Energy & Environmental Science; DOI: /C2EE21592F Figuur 4 Verandering in de globale temperatuur: high-meat versus low-meat Bron: Powell, T. & Lenton, T., (2012). Can Negative Emissions Technologies Help Avoid Climate Tipping Points? University of Exeter.
15 In een presentatie over deze modelresultaten presenteren Powell en Lenton de mogelijke impact van deze veranderingen in de CO 2-concentratie op de evolutie van de globale temperatuur. Figuur 4 toont dat de evolutie van de samenstelling van het dieet tegen 2050 kan leiden tot een verschil in de te verwachten temperatuurstoename van bijna 0.5 C Het modelwerk van Powell en Lenton levert vooral indicatieve resultaten omdat de onderliggende complexiteit van al de beschouwde interacties ver van definitief uitgeklaard is. Wel maakt deze analyse overduidelijk dat het gewicht van vlees in het dagelijkse dieet van zeer groot belang is voor onze capaciteit om de temperatuursverandering onder controle te houden. 4. Conclusies In debatten over het te voeren klimaatbeleid ligt de nadruk steevast op combinaties van nieuwe koolstofarme energietechnologieën. Deze fixatie gaat ten koste van het besef dat ook ons voedingspatroon een belangrijke invloed heeft op de uitstoot van broeikasgassen. In deze paper bekeken we de literatuur over het huidige aandeel van de veeteelt in de totale broeikasuitstoot en projecties over de toekomstige vleesconsumptie en de hieraan gekoppelde globale CO 2-equivalente uitstoot. Deze driedelige analyse leert ons dat er ondanks de onenigheid over exacte cijfers een belangrijke rol gespeeld wordt door veeteelt en vlees in de totale broeikasuitstoot. Een recente analyse van FAO (2013) berekent het aandeel van veeteelt in de globale antropogene broeikasuitstoot op 14,5% in Ook in Europa tekent de veeteelt voor 12 tot 17% van de totale antropogene uitstoot. Wat betreft de CO 2-efficiëntie zijn er grote verschillen zowel tussen regio s als tussen vleesproducten, wat ruimte kan creëren voor verschuivingen in productie- en consumptiepatronen. De toekomstige jaarlijkse groei van vleesconsumptie ligt lager in vergelijking met voorgaande decennia. Wel wordt een jaarlijkse groei van 1,3 % verwacht tussen 2005/2007 en Vooral ontwikkelingslanden zijn verantwoordelijk voor de verdere toename van de globale vleesconsumptie. De evolutie van de vleesconsumptie bepaalt de rol die veeteelt en vlees zullen spelen in de toekomstige uitstoot van broeikasgassen. Op basis van een vereenvoudigde voorstelling van de toekomstige broeikasuitstoot door vlees en door de rest van de economie, tonen we aan dat de globale vleesconsumptie in 2050 kan tekenen voor een vierde tot zelfs een derde van de globale uitstoot. Het belang van veranderingen in onze voedingskeuze wordt door Powell en Lenton (2012) scherp aangetoond in hun analyses van high meat/low efficiency (scenario met ontbossing en geen ruimte voor energiegewassen) tot low meat/high efficiency (scenario met beperking van vleesconsumptie en meer efficiënte landbouw). Het verschil tussen deze twee extreme gevallen bedraagt volgens de auteurs maar liefst 80 ppm, wat neerkomt op een temperatuursverschil van bijna 0.5 C tegen Los van de inherente onzekerheden bij al deze analyses en simulaties kunnen we wel met zekerheid stellen dat vlees- en voedingspatronen wel een plaats aan tafel verdienen bij de (inter)nationale klimaatonderhandelingen.
VLEES OP TAFEL BIJ DE KLIMAATONDER HANDELINGEN?
VLEES OP TAFEL BIJ DE KLIMAATONDER HANDELINGEN? Er zijn vele gegronde redenen om over te schakelen naar een plantaardig dieet. Voor mij primeerden de gezondheidsvoordelen vanuit een preventieperspectief.
Nadere informatieMinder dierlijke producten, meer verantwoord. EVA vzw St.-Pietersnieuwstraat 130, 9000 Gent info@vegetarisme.be 09/329.68.51 - www.vegetarisme.
Minder dierlijke producten, meer verantwoord EVA vzw St.-Pietersnieuwstraat 130, 9000 Gent info@vegetarisme.be 09/329.68.51 - www.vegetarisme.be Inhoud Even over EVA Het globale plaatje De milieucrisis
Nadere informatieCuraçao Carbon Footprint 2015
Willemstad, March 2017 Inhoudsopgave Inleiding 2 Methode 2 Dataverzameling 3 Uitstoot CO2 in 2010 3 Uitstoot CO2 in 2015 4 Vergelijking met andere landen 5 Central Bureau of Statistics Curaçao 1 Inleiding
Nadere informatieVerduurzaming van de veehouderij: urgentie vanuit mondiaal perspectief
Verduurzaming van de veehouderij: urgentie vanuit mondiaal perspectief Conferentie Keuzes voor landbouw en veehouderij Huidige mondiale impact van veehouderij Biodiversiteit, aandeel 30% in mondiaal verlies
Nadere informatieKlimaat op je bord. Hans Blonk Blonk Consultants
Klimaat op je bord Hans Blonk Blonk Consultants Inhoud 1. De klimaat-impact van voedingsmiddelen 2. Klimaatvriendelijker eten Productiekant Consumptiekant 3. Het aardappelklimaat 2 1. 1 De klimaatimpact
Nadere informatieSamenvatting. Indicatoren voor ecologische effecten hangen sterk met elkaar samen
Samenvatting Er bestaan al jaren de zogeheten Richtlijnen voor goede voeding, die beschrijven wat een gezonde voeding inhoudt. Maar in hoeverre is een gezonde voeding ook duurzaam? Daarover gaat dit advies.
Nadere informatieMilieu-actualiteit NON-ETS. 3 mei 2018
Milieu-actualiteit NON-ETS 3 mei 2018 Europees beleid NON-ETS sectoren (effort sharing regulation) Welke doelstellingen 2021-2030? Europese doelstellingen 2030 (tov 2005) - 40 % BKG emissies - 30 % voor
Nadere informatieOpwarming aarde niet de schuld van het vee
focus juni 219 Opwarming aarde niet de schuld van het vee Europese landbouwhuisdieren hebben vrijwel geen aandeel in de opwarming van de aarde. Dat blijkt uit data van het Amerikaanse Carbon Dioxide Information
Nadere informatieMAATSCHAPPIJ ONDERSCHAT ERNST EN TAAIHEID KLIMAATPROBLEEM
MAATSCHAPPIJ ONDERSCHAT ERNST EN TAAIHEID KLIMAATPROBLEEM De maatschappelijke discussie over klimaatverandering wordt onvoldoende scherp gevoerd. Er wordt nauwelijks nagedacht over de ernst van de problematiek
Nadere informatieCopernicus Institute of Sustainable Development. Koe en klimaat. Dr. Jerry van Dijk Dr. Karin Rebel. Copernicus Institute of Sustainable Development
Copernicus Institute of Sustainable Development Koe en klimaat Dr. Jerry van Dijk Dr. Karin Rebel Inhoud presentatie Hoe zat het ook al weer met klimaatverandering? Broeikasgasemissies in Nederland Klimaatbeleid
Nadere informatieRelevantie van (carbon) footprinting voor telers. Jasper Scholten 23 juni 2011
Relevantie van (carbon) footprinting voor telers Jasper Scholten 23 juni 2011 Inhoud 1. Blonk Milieu Advies 2. Levenscyclusanalyse (LCA) 3. Carbon Footprinting 4. Footprint van brouwgerst 5. Footprint
Nadere informatieAquaPath Module 4 DUURZAME LEVENSSTIJLEN EN WATER
AquaPath Module 4 DUURZAME LEVENSSTIJLEN EN WATER SAMENVATTING Weet je dat de meeste van onze dagelijkse activiteiten, inclusief voedsel, kleding en reizen, een hoog waterverbruik betekenen en daarmee
Nadere informatieEmissie broeikasgassen in Europa,
Indicator 11 januari 2011 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In 2009 nam de Europese uitstoot
Nadere informatieTechnisch-economische scenario s voor Nederland. Ton van Dril 20 mei 2015
Technisch-economische scenario s voor Nederland Ton van Dril 20 mei 2015 Overzicht Energieplaatje in historisch perspectief Hoeveel en hoe gebruiken we energie? Wat gebeurt er met verbruik en uitstoot
Nadere informatieEconomie en melkproductie
Economie en melkproductie Productschap Zuivel onderwijsdag Pierre Berntsen Directeur Agrarische Bedrijven ABN AMRO 19 november 2013 Agenda Stand van de economie Beschikbaarheid van grondstoffen en zuivel
Nadere informatieSonEnergie, 25 maart 2019 Jacques Hagoort
SonEnergie, 25 maart 2019 Jacques Hagoort Klimaat & Klimaatverandering Gevolgen klimaatverandering Opwarming van de Aarde Broeikaseffect Klimaatmodellen An Inconvenient Truth VN - Akkoord van Parijs Nederlands
Nadere informatieKlimaatverandering en klimaatscenario s in Nederland
Page 1 of 6 Klimaatverandering en klimaatscenario s in Nederland Hoe voorspeld? Klimaatscenario's voor Nederland (samengevat) DOWNLOAD HIER DE WORD VERSIE In dit informatieblad wordt in het kort klimaatverandering
Nadere informatieHoe voeden we 9 mrd mensen optimaal: lokaal of mondiaal? Aalt Dijkhuizen MVO
Hoe voeden we 9 mrd mensen optimaal: lokaal of mondiaal? Aalt Dijkhuizen MVO 12-03-2015 NL Agri & Food: oprecht een topsector! Tweede exporteur ter wereld Stevige pijler onder de economie 10% v/h BNP;
Nadere informatieEnergyNL2050, een serie van 4 bijeenkomsten, Korte uitleg over de bijeenkomsten. KIVI-E/USI energynl2050 UvU 13 /10/16
EnergyNL2050, een serie van 4 bijeenkomsten, 2016-2017 Korte uitleg over de bijeenkomsten KIVI-E/USI energynl2050 UvU 13 /10/16 EnergyNL2050, een serie van 4 bijeenkomsten, 2016-2017 (1) Organisatie: KIVI
Nadere informatieVegan in het licht van duurzame en gezonde voedingspatronen
NVVL symposium Vegan, een duurzame hype? Vegan in het licht van duurzame en gezonde voedingspatronen Roline Broekema Senior consultant, Blonk Consultants s-hertogenbosch 13 juni 2019 1 Roline Broekema
Nadere informatieet broeikaseffect een nuttig maar door de mens ontregeld natuurlijk proces
H 2 et broeikaseffect een nuttig maar door de mens ontregeld natuurlijk proces Bij het ontstaan van de aarde, 4,6 miljard jaren geleden, was er geen atmosfeer. Enkele miljoenen jaren waren nodig voor de
Nadere informatieSLOGANS & MEGATRENDS. Duurzaam ondernemen. Recycling. Cradle to grave. Bioplastics. Greenhouse gas emissions
SLOGANS & MEGATRENDS Green economy Global warming Sustainability Energy consumption Cradle to cradle Biomass Duurzaam ondernemen Recycling Cradle to grave Bioplastics Greenhouse gas emissions CO 2 reduction
Nadere informatieBroeikasgasemissies Landbouw en Visserij: cijfers en beleid
Broeikasgasemissies Landbouw en Visserij: cijfers en beleid Rondetafel Klimaat, 20/06/2016 Departement Landbouw en Visserij Inhoud (1) Waar wil Europa naartoe? (2) Waar staat Vlaanderen? Landbouw en visserij?
Nadere informatieAgrifood voor klimaat. Klimaattop 2016
Agrifood voor klimaat Klimaattop 2016 Initiatiefnemers 2 GHG emission (Mton CO2-eq) Verschillende uitstoot per sector 250 200 150 100 CO2 Land use change soybean CO2 fossil fuel consumption CO2 fertilizer
Nadere informatieBiomassa: brood of brandstof?
RUG3 Biomassa: brood of brandstof? Centrum voor Energie en Milieukunde dr ir Sanderine Nonhebel Dia 1 RUG3 To set the date: * >Insert >Date and Time * At Fixed: fill the date in format mm-dd-yy * >Apply
Nadere informatiePERSBERICHT Brussel, 23 juli 2014
1/7 PERSBERICHT Brussel, 23 juli 2014 Minder vleesconsumptie in België maar aanzienlijk meer uitvoer Vleesconsumptie daalt in België. De productie van de vleessector blijft echter hoog dankzij de uitvoer.
Nadere informatieklimaatverandering en voedsel
klimaatverandering en voedsel Parijs; wat is er afgesproken en gaat het lukken? Wat betekent dit voor landbouw en voeding? Energie transitie als voorbeeld voor producent en consument Duurzaamheid als paradigma.
Nadere informatieDiscussie over voor- en nadelen van windenergie
Argumenten in het maatschappelijke debat en de politieke besluitvorming rondom wind op zee Mogelijkheden en beperkingen van MKBA s 04/11/2014, KIVI, Den Haag Discussie over voor- en nadelen van windenergie
Nadere informatieWORLD ENERGY TECHNOLOGY OUTLOOK 2050 (WETO-H2) KERNPUNTEN
WORLD ENERGY TECHNOLOGY OUTLOOK 2050 (WETO-H2) KERNPUNTEN In het kader van de WETO-H2-studie is een referentieprognose van het wereldenergiesysteem ontwikkeld samen met twee alternatieve scenario's, een
Nadere informatieDe PIN code van de wereld verandert... Amerikas Europa Afrika Azië
Naar een klimaatbestendige akkerbouw Cees van den Bos 15 november 2018 De PIN code van de wereld verandert... Vandaag 2100 2050 Amerikas Europa Afrika Azië 1 2 3 4 5 6 7 8 9 0 Akkerbouwland is niet evenredig
Nadere informatieKlimaatslimme landbouw en het recht
Jonathan Verschuuren Actualiteitendag VMR 23 Maart 2017 Klimaatslimme landbouw en het recht Photocredit: GettyImages Landbouw en klimaatverandering: 3 uitdagingen 1. Terugdringen broeikasgasemissies Wereldwijde
Nadere informatieHouten producten in de strijd tegen klimaatswijziging
Houten producten in de strijd tegen klimaatswijziging Meer hout voor een betere planeet Beleidsmakers zoeken allerlei manieren om broeikasgasemissies te verminderen. De rol van bossen en bosbouw vormt
Nadere informatieKlimaatslimme landbouw en het recht
Jonathan Verschuuren Actualiteitendag VMR 23 Maart 2017 Klimaatslimme landbouw en het recht Photocredit: GettyImages Landbouw en klimaatverandering: 3 uitdagingen 1. Terugdringen broeikasgasemissies Wereldwijde
Nadere informatieHet Klimaatdebat. 09/01/2013 Bart Strengers
Het Klimaatdebat 1 De Klimaatwetenschap Brede overeenstemming over grote lijn en dat is in toenemende mate al decennia lang het geval De aarde warmt op en dat komt grotendeels door de mens. Wetenschap
Nadere informatieMalthus (1766 1834) Kan landbouw de wereld blijven redden? Het ongelijk van Malthus. An essay on the principle of population 25/11/2013
Kan landbouw de wereld blijven redden? Malthus (1766 1834) Piet VANTHEMSCHE Voorzitter Boerenbond KULeuven Universiteit 3 e Leeftijd 03-12-2013 An essay on the principle of population Het ongelijk van
Nadere informatieWat is vandaag de dag nog duurzaam?
Wat is vandaag de dag nog duurzaam? Duurzame voeding Schaal als spanningsveld VU Amsterdam 3 oktober 04 Inderdaad... Bron: NRC 7/0/04 Harry Aiking Overzicht Duurzaamheid is dynamisch Duurzaamheid en voedselzekerheid
Nadere informatieNationale Energieverkenning 2014
Nationale Energieverkenning 2014 Remko Ybema en Pieter Boot Den Haag 7 oktober 2014 www.ecn.nl Inhoud Opzet van de Nationale Energieverkenning (NEV) Omgevingsfactoren Resultaten Energieverbruik Hernieuwbare
Nadere informatieKlimaatverandering. Klimaatverandering. Klimaatverandering. Klimaatverandering. Klimaatverandering 8-10-2012. Klimaatverandering
Zonne-energie 2012: prijs 21 ct per kwh; 2020 prijs 12 ct kwh Groen rijden; energiehuizen, biologisch voedsel Stimular, de werkplaats voor Duurzaam Ondernemen Stichting Stimular www.stimular.nl 010 238
Nadere informatieD e f i n i n g s u s t a i n a b l e n u t r i t i o n
D e f i n i n g s u s t a i n a b l e n u t r i t i o n Hoe komen we tot gezonde en duurzame voedingspatronen? Gerard Kramer Manager Sustainable Nutrition Blonk Consultants Slotdebat It s the food, my
Nadere informatieReden = straalstroom
Europa juni2017 Reden = straalstroom Europa juni2017 Straalstroom ligt ten noorden Sterk hoge-drukgebied blokkeert de ligging van de straalstroom Straalstroom paar weken geblokkeerd Europa januari2017
Nadere informatieEnergie, technologie en milieuproblemen: Europees onderzoek schetst somber wereldbeeld in 2030
IP/3/661 Brussel, 12 mei 23 Energie, technologie en milieuproblemen: Europees onderzoek schetst somber wereldbeeld in 23 In 23 zal het wereldenergieverbruik verdubbeld zijn; fossiele brandstoffen, voornamelijk
Nadere informatieInternationale varkensvleesmarkt 2012-2013
Internationale varkensvleesmarkt 212-213 In december 212 vond de jaarlijkse conferentie van de GIRA Meat Club plaats. GIRA is een marktonderzoeksbureau, dat aan het einde van elk jaar een inschatting maakt
Nadere informatieNRC Infographic, Prinsjesdag
Naar een volgende fase in het milieubeleid: Urgentie vanuit de wetenschap Let wel: Wetenschap gaat over het verleden en heden (begrijpen van processen), terwijl beleid de toekomst omvat (beïnvloeden van
Nadere informatieHet nieuwe Europese klimaatplan voor 2030: behoudt de EU haar voortrekkersrol?
Het nieuwe Europese klimaatplan voor 2030: behoudt de EU haar voortrekkersrol? Dr. Jos Delbeke, DG Klimaat Actie, Europese Commissie, Universiteit Hasselt, 25/2/2014 Overzicht 1. Klimaat en energie: waar
Nadere informatieBiomassa in het Voorstel voor Hoofdlijnen van het Klimaatakkoord (VHKA)
Biomassa in het Voorstel voor Hoofdlijnen van het Klimaatakkoord (VHKA) Marit van Hout, PBL 10 oktober 2018, Den Bosch TKI BBE overleg Wat staat er over biomassa in het Voorstel voor Hoofdlijnen van het
Nadere informatieDe landbouwsector als essentieel onderdeel van het Vlaams- en Europees klimaatbeleid
De landbouwsector als essentieel onderdeel van het Vlaams- en Europees klimaatbeleid Rondetafel Transport en Klimaat Julien Matheys Afdeling Lucht Dienst Klimaat Tania Van Mierlo Afdeling Lucht, Hinder,
Nadere informatieKunstlaan 47-49, 1000 BRUSSEL Eric AERDEN Vooruitgangsstraat 56, 1210 BRUSSEL T GSM Persbericht
Cel Externe Communicatie Kunstlaan 47-49, 1000 BRUSSEL Eric AERDEN Vooruitgangsstraat 56, 1210 BRUSSEL T. 02-2773408 GSM 0473-916424 Persbericht Datum: 26 november 2007 Betreft: Bijna 200 indicatoren geven
Nadere informatieVermeden CO 2 emissies door recycling van e-waste
Vermeden CO 2 emissies door recycling van e-waste Monitoring 2013 Datum: 6-5-2014 Versie: Eindrapport Project nummer: CL1039 In opdracht van: Hendrik Bijker, Wecycle. Uitgevoerd door: Jorrit Leijting,
Nadere informatieSamenvatting. - verlies van biodiversiteit, door ontbossing, vervuiling en monocultures;
1. Inleiding 1.1 Dierlijke voedselproducten en milieu Dierlijke voedselproducten zoals, vlees, melk en eieren, zijn voor de meeste mensen een vast onderdeel van het menu. Deze producten leveren belangrijke
Nadere informatieDe Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG
> Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres Postbus 20401
Nadere informatieEDITIE 7 DE TOEKOMST VAN VLEES. De toekomst van vlees - Archief. http://www.vakbladvoedingsindustrie.nl/archief/automatisering-2015/de-toekomst-va...
Page 1 of 5 Nº EDITIE 7 MAAND 10 2015 Door: Theo Verkleij - TNO DE TOEKOMST VAN VLEES Page 2 of 5 Jaarlijks is er het International Congress of Meat Science and Technology : een wereldcongres waar zo n
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting 1. Inleiding Klimaatverandering is een urgent probleem waarmee de samenleving vrijwel dagelijks wordt geconfronteerd. De Conventie voor Klimaatverandering van de Verenigde Naties
Nadere informatieWORKSHOP CIRCLE SCAN. Door Wouter-Jan Schouten
WORKSHOP CIRCLE SCAN Door Wouter-Jan Schouten WOUTER-JAN SCHOUTEN Doctoraal Bedrijfskunde, Erasmus Universiteit 21 jaar bij the Boston Consulting Group - Partner & Managing Director - Leider van NL Consumer
Nadere informatieEmissie broeikasgassen in Europa (EU-15),
Indicator 14 januari 2010 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De emissie van broeikasgassen
Nadere informatieOntwikkelen en Testen Carbon- en Water Footprint Module voor MasterLink (49)
Ontwikkelen en Testen Carbon- en Water Footprint Module voor MasterLink (49) Programma Precisie Landbouw Verplichtingennr: 1400007552 Agrifirm Plant Maart 2012 INHOUD INLEIDING... 3 1. CARBON FOOTPRINT...
Nadere informatieNutriënten en organische stof stromen en voorraden op wereld en Europese schaal. Jan Peter Lesschen. Kimo van Dijk en Oene Oenema
Nutriënten en organische stof stromen en voorraden op wereld en Europese schaal Jan Peter Lesschen Kimo van Dijk en Oene Oenema Introductie Bodemvruchtbaarheid ongelijk verdeeld in de wereld Natuurlijke
Nadere informatieDe Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG
> Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres Postbus 20401
Nadere informatieUmsetzungsmaßnahmen CO 2 - Footprint aus Kundensicht/ Realisatie van CO 2 - Footprint uit visie van de klant
Umsetzungsmaßnahmen CO 2 - Footprint aus Kundensicht/ Realisatie van CO 2 - Footprint uit visie van de klant 1 Recordwaarde bij CO 2 Meting van NOAA (National Oceanic and Atmospheric Administration) op
Nadere informatieKlimaatverandering: beleid Gepubliceerd op Compendium voor de Leefomgeving (
Indicator 14 november 2006 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In het Kyoto-protocol en het
Nadere informatieRegionale voedselproductie en duurzaamheid. Jasper Scholten 24 september 2013
Regionale voedselproductie en duurzaamheid Jasper Scholten 24 september 2013 Methodology and tools Sustainability performance LCA Sustainable nutrition Quiz Vraag 1: Heeft een aardbei die in de supermarkt
Nadere informatieVermeden broeikaseffect door recycling van e-waste
Vermeden broeikaseffect door recycling van e-waste 29-214 Datum: 27 juli 215 Versie: 1.1 In opdracht van: Opgesteld door: Hendrik Bijker Wecycle Laura Golsteijn Marisa Vieira Dit rapport is geschreven
Nadere informatieCaro De Brouwer 27/11/2013
Caro De Brouwer 27/11/2013 Caro De Brouwer 2e Master Irw Energie, KUL Erasmus Imperial College London Thesis: Solvent storage for postcombustion CCS in coal fired plants Voorzitter YERA Young Energy Reviewers
Nadere informatieP. DE BOORDER & ZOON B.V.
Footprint 2013 Wapeningscentrale P. DE BOORDER & ZOON B.V. Dit document is opgesteld volgens ISO 14064-1 Datum Versie Opsteller Gezien 31 maart 2014 Definitief Dhr. S.G. Jonker Dhr. K. De Boorder 2 Inhoudsopgave
Nadere informatieAan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag
> Retouradres Postbus 20951 2500 EZ Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Rijnstraat 8 Postbus 20951 2500 EZ Den Haag www.vrom.nl Betreft Beantwoording
Nadere informatieMilieu- en klimaatuitdagingen voor de 21ste eeuw: van Europese visie naar lokale betekenis en actie. Hans Bruyninckx, Mortsel, 9 oktober 2105
Milieu- en klimaatuitdagingen voor de 21ste eeuw: van Europese visie naar lokale betekenis en actie Hans Bruyninckx, Mortsel, 9 oktober 2105 Presentation by Dr. Hans Bruyninckx, Executive Director, EEA
Nadere informatieLuchtkwaliteit: een Europees perspectief
Luchtkwaliteit: een Europees perspectief Conferentie Luchtkwaliteit Brussel, 5 december 2014 Dr Hans Bruyninckx Executive Director European Environment Agency EEA rapporten 2014 Luchtverontreiniging een
Nadere informatieZonnestroom en windstroom Samen meer
Zonnestroom en windstroom Samen meer Van niche naar impact Wim Sinke -- Peter Eecen Perslunch ECN Amsterdam, CASA 400 2 juni 2015 www.ecn.nl Structuur Context klimaat + economie Uitzicht op 2050 Wind Technologie,
Nadere informatieBroeikasgasemissies in Nederland,
Indicator 19 mei 2009 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De totale uitstoot van broeikasgassen
Nadere informatieWageningen University & Research. Wageningen, 04 November 2017 Prof. dr Arthur Mol, Rector Magnificus
Wageningen University & Research Wageningen, 04 November 2017 Prof. dr Arthur Mol, Rector Magnificus 2017 Het begon in 1918 Van Landbouwhogeschool tot University & Research of the Life Sciences 1960s:
Nadere informatieKlimaatrisico en energietransitie CFA Society VBA Netherlands 20 september Ridzert van der Zee
Energietransitie Wat zijn de beleggingsrisico's gerelateerd aan de energietransitie? Wat zijn de onderliggende CO 2 risico factoren? Screening beleggingen op transitierisico's Klimaatrisico en energietransitie
Nadere informatieBiodieselproductie uit palmolie en jatropha in Peru en impact voor duurzaamheid.
Biodieselproductie uit palmolie en jatropha in Peru en impact voor duurzaamheid. Een Levens Cyclus Duurzaamheids Analyse Auteur: Baukje Bruinsma November 2009 Samenvatting. Door het verbranden van fossiele
Nadere informatieConstructieve Flexibiliteit. Rijk Blok
Constructieve Flexibiliteit Constructief Ontwerper Part Time Universitair Docent Constructief Ontwerpen Department for the Built Environment TU/e Eindhoven University of Technology Rotterdam Mysterieland
Nadere informatieBroeikasgasemissies in Nederland,
Indicator 8 september 2010 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De totale uitstoot van broeikasgassen
Nadere informatieAgri & Food: de kracht van Nederland!
Agri & Food: de kracht van Nederland! Aalt Dijkhuizen FromFarmers Ledenbijeenkomst 22 april 2015 NL Agri & Food: oprecht een topsector! Tweede exporteur ter wereld Stevige pijler onder de economie 10%
Nadere informatieKlimaatverandering en internationaal beleid: de weg van Kyoto naar Kopenhagen.
Open klimaatlezingen 2009 Klimaatverandering en internationaal beleid: de weg van Kyoto naar Kopenhagen. Hans Bruyninckx De eerste stappen in internationaal klimaatbeleid 1979: 1ste World Climate Conference
Nadere informatieCO2 impact kringloopbedrijven
CO2 impact kringloopbedrijven CO2 besparing gerealiseerd in 2014 door Stichting Aktief Dhr. G. Berndsen Gildenstraat 43 7005 bl Doetinchem Tel. 0314330980 g.berndsen@aktief-groep.nl Samenvatting Met 1
Nadere informatieWereldwijde uitstoot CO2 dit jaar
1 van 5 7-12-2018 06:32 volkskrant.nl Wereldwijde uitstoot CO2 dit jaar weer toegenomen 6-8 minuten IJsklif in West-Groenland. Beeld Credit: Sarah Das / Woods Hole Oceanographic Institution De stijging
Nadere informatieVergelijking met buitenland
Vergelijking met buitenland Michel de Haan Wageningen UR - LR USA NL Our Mission: Create a better understanding of milk production world-wide India China Ethiopia Argentinië Brazil Waarom vergelijking
Nadere informatieOntwikkelingen Nederlandse luchtvaart. Een beknopt overzicht
Ontwikkelingen Nederlandse luchtvaart Een beknopt overzicht Ontwikkelingen Nederlandse luchtvaart Een beknopt overzicht Dit rapport is geschreven door: Jasper Faber Eric Tol Wilhelmina van Wijlen Delft,
Nadere informatieReductie van ammoniak- en methaanemissie via het voerspoor
Reductie van ammoniak- en methaanemissie via het voerspoor Onderzoek naar de wisselwerking tussen de excretie van Totaal Ammoniakaal Stikstof (TAN) en de emissie van enterisch methaan Mei 2017 Rapportnummer
Nadere informatieCO 2 -uitstootrapportage 2011
Programmabureau Klimaat en Energie CO 2 -uitstootrapportage 2011 Auteurs: Frank Diependaal en Theun Koelemij Databewerking: CE Delft, Cor Leguijt en Lonneke Wielders Inhoud 1 Samenvatting 3 2 Inleiding
Nadere informatieKlimaatveranderingen 2014: Beperking van de klimaatverandering
5 de Evaluatierapport van het IPCC Bijdrage van Werkgroep III: Klimaatveranderingen 2014: Beperking van de klimaatverandering Belangrijkste punten van de "Samenvatting voor beleidsmakers" De bijdrage van
Nadere informatieAggiornamento. Bedreigingen en uitdagingen voor de. industrie VWEC. Een perspectief voor Vlaanderen. Een perspectief voor Vlaanderen
Een perspectief voor Vlaanderen Bedreigingen en uitdagingen voor de Aggiornamento industrie Een perspectief voor Vlaanderen VWEC auteur functie datum Marc Van den Bosch Sr. Adviseur energie en milieu VOKA
Nadere informatieKlimaatbeleid en hernieuwbare energie: het EU pakket voor Ger Klaassen DG Milieu Europese Commissie
Klimaatbeleid en hernieuwbare energie: het EU pakket voor 22 Ger Klaassen DG Milieu Europese Commissie Overzicht Lange termijn visie en doelstellingen 22 Het EU pakket voor 22 Gevolgen van het pakket Lange
Nadere informatieFactsheet klimaatverandering
Factsheet klimaatverandering 1. Klimaatverandering - wereldwijd De aarde is sinds het eind van de negentiende eeuw opgewarmd met gemiddeld 0,9 graden (PBL, KNMI). Oorzaken van klimaatverandering - Het
Nadere informatieHet Europese Emissiehandel systeem ( ETS) Speerpunt van het Europese klimaatbeleid Impact op de Europese Staalsector
Het Europese Emissiehandel systeem ( ETS) Speerpunt van het Europese klimaatbeleid Impact op de Europese Staalsector R. Mortier Opwarming is een natuurlijk verschijnsel Probleem : evenwicht is verstoord
Nadere informatieLandbouw richting 2020
A Landbouw richting 2020 Bert-Jan Aling Rabobank Nederland Sectormanager Food & Agri Financieringsvolume 1996-2009 30,0 28,1 30,1 28,0 26,0 23,4 25,8 24,0 22 22,2 22,0 19,7 20,5 20,0 18,2 19 18,0 17,1
Nadere informatieFootprint Rollecate Group. Dit document is opgesteld volgens ISO
Footprint 2016 Rollecate Group Dit document is opgesteld volgens ISO 14064-1 Datum Versie Opsteller Gezien Handtekening Mei 2017 Definitief S.G. Jonker R. van t Hull AMK Inventis Advies en Opleiding 1
Nadere informatieDe club van Rome had toch gelijk!
De club van Rome had toch gelijk! Bernard Dam MECS, Chemical Engineering, Faculty of Applied Science, Delft University of Technology 11 november 2009 Delft University of Technology Challenge the future
Nadere informatieNIVE masterclass Kansen van duurzaam ondernemen
NIVE masterclass Kansen van duurzaam ondernemen Felix Gruijters Nuon Amsterdam ArenA 12 oktober 2011 1 A convenient truth 44 triljard dollar staat op het spel Die waarde biedt kansen A convenient truth
Nadere informatieOpinieonderzoek Klimaatakkoord
bezoekadres Marnixkade 109 1015 ZL Amsterdam postadres Postbus 15262 1001 MG Amsterdam E moti@motivaction.nl T +31 (0)20 589 83 83 W www.motivaction.nl Opinieonderzoek Klimaatakkoord Beknopt rapport Natuur
Nadere informatieEmissielekken in België
Milieu-economische analyses voor België, de Gewesten en Europa 13 september 2012 Emissielekken in België Guy Vandille Federaal Planbureau Wat is een emissielek? Emissielek = verschil tussen : emissies
Nadere informatieEcht duurzaam hoeft niet duur te zijn!
Echt duurzaam hoeft niet duur te zijn! Roadmap DURABILIT Drivers and barriers Refurbishment, hergebruik en grondstoffen Footprint reductie door hergebruik Value matrix Succesfactoren Discussie DURABILIT
Nadere informatieWageningen University & Research. Wageningen, 14 Oktober 2017 Prof. dr Arthur Mol, Rector Magnificus
Wageningen University & Research Wageningen, 14 Oktober 2017 Prof. dr Arthur Mol, Rector Magnificus 2017 Het begon in 1918 Van Landbouwhogeschool tot University & Research of the Life Sciences 1960s: primair
Nadere informatieProf. Jos Uyttenhove. E21UKort
Historisch perspectief 1945-1970 Keerpunten in de jaren 70 oliecrisis en milieu Tsjernobyl (1986) ramp door menselijke fouten Kyoto protocol (1997) (CO 2 en global warming problematiek) Start alternatieven
Nadere informatiePerspectives and Key Arguments in the Food - Fuel Debate BIOFUELS
Perspectives and Key Arguments in the Food - Fuel Debate BIOFUELS Master Thesis by Anouke de Jong VU supervisor B.J. Regeer Introductie Biobrandstoffen; brandstoffen gemaakt van biomassa 1 ste generatie
Nadere informatieBeperking van de klimaatverandering
Intergovernmental Panel on Climate Change WG III, 9 de sessie 4 de Evaluatierapport Bijdrage van Werkgroep III Beperking van de klimaatverandering Synthesenota 4 mei 2007 Voorwoord Deze synthesenota is
Nadere informatieUitdagingen voor de internationale en Nederlandse landbouw
Uitdagingen voor de internationale en Nederlandse landbouw Prof. Martin van Ittersum Groep Plantaardige Productiesystemen, Wageningen University Met dank aan Bert Rijk Toekomst: Mogelijkheden beschikbaarheid
Nadere informatieHet klimaat verandert, wat nu?
Het klimaat verandert, wat nu? Lesley De Cruz, Rozemien De Troch Koninklijk Meteorologisch Instituut De Limburgse Klimaattop, 18 september 2017 De Cruz et al. (KMI) Klimaatverandering 20170918 1 / 23 1
Nadere informatieProf. Gerbrand Komen. (ex-) Directeur Klimaatonderzoek KNMI. 12 Maart 2009 NNV Sectie Energie en Klimaat
Prof. Gerbrand Komen (ex-) Directeur Klimaatonderzoek KNMI 12 Maart 2009 NNV Sectie Energie en Klimaat Jaargemiddelde temperatuur (afwijking van 1951-1980) in Nederland (rode lijn) en wereldgemiddeld (blauwe
Nadere informatie