Ballistiek en schotwonden

Transcriptie

1

2 Wij kunnen te maken krijgen met schotwonden. De aard van het wapen en de kogel kunnen een invloed hebben op de aard van de wonde. Wat moet een arts weten over wapens en ballistiek?

3 1. Ballistiek 2. Schotwonden

4 1. Ballistiek basistheorie wapens en munitie 2. Schotwonden TC³ locatie van de wonde

5

6

7

8

9

10 Kinetische Energie E kin = (mv²). 1/2

11

12 Kinetische Energie E kin = (mv²). 1/2 Variabelen: v: snelheid m: massa

13

14 Hogere druk (P)

15 Langere tijd (t)

16 Kinetische Energie E kin = (mv²). ½ Variabelen: v: snelheid m: massa

17

18

19 inch vs millimeter? Angelsaksisch vs rest

20

21 .22 = cal 22 = 0.22 inch.357 = cal 357 = inch.38 = cal 38 = 0.38 inch.44 = cal 44 = 0.44 inch.45 = cal 45 = 0.45 inch.50 = cal 50 = 0.50 inch

22 1 inch = 2.54 cm

23 1 inch = 25.4 mm

24 0.22 inch = 0.22 x 25.4 mm = mm inch = x 25.4 mm = mm 0.38 inch = 0.38 x 25.4 mm = mm 0.44 inch = 0.44 x 25.4 mm = mm 0.45 inch = 0.45 x 25.4 mm = mm 0.50 inch = 0.5 x 25.4 mm = 12.7 mm

25 0.22 inch = mm inch = mm 0.38 inch = mm 0.44 inch = mm 0.45 inch = mm 0.50 inch = 12.7 mm

26 van klein naar groot: 5.56 mm (NATO standaard) mm - 9 mm

27 5.56 mm M16

28 5.56 mm

29 0.22 inch = mm.22 long rifle

30 7.62 mm AK 47

31 7.62 mm Automatisch Kalashnikov Machinegeweer 1947

32 AK 47

33 AK 47

34 9 mm inch = mm 0.38 inch = mm 0.44 inch = mm 0.45 inch = mm

35

36 pistolen

37 GP 9 mm

38 Glock 17

39 Glock 19

40 revolver

41 .357 magnum S&W

42 Colt.38 special

43 .44 magnum

44 .44 magnum

45 Colt.45

46 Colt.45

47 .50

48 .50

49

50

51

52 Kogelvrije vesten IV: keramische platen - breekbaar - éénmalig ook zonder penetratie toch trauma

53 Tijdelijke en permanente caviteiten

54 Tijdelijke en permanente caviteiten

55 Type munitie

56

57

58 1. Ballistiek 2. Schotwonden TC³ locatie van de wonde

59 2. Schotwonden TC³ locatie van de wonde

60 TC³ : tactical combat casualty care 3 soorten gekwetsten 1. Zij, die toch sterven 2. Zij, die toch niet sterven 3. Zij, die niet sterven omdat wij iets deden

61 TC³ : tactical combat casualty care 3 soorten gekwetsten 1. Zij, die toch sterven 2. Zij, die toch niet sterven 3. Zij, die niet sterven omdat wij iets deden

62 TC³ : tactical combat casualty care 3 soorten gekwetsten 1. Zij, die toch sterven 2. Zij, die toch niet sterven 3. Zij, die niet sterven omdat wij iets deden

63 TC³ : tactical combat casualty care 3 soorten gekwetsten 1. Zij, die toch sterven 2. Zij, die toch niet sterven 3. Zij, die niet sterven omdat wij iets deden

64 Combat Deaths KIA: 31% Penetrating head trauma KIA: 25% Surgically uncorrectable torso trauma KIA: 10% Potentially surgically correctable trauma KIA: 9% Hemorrhage from extremity wounds KIA: 7% Mutilating blast trauma KIA: 5% Tension pneumothorax KIA: 1% Airway problems DOW: 12% Mostly from infections and complications of shock

65 TC³ : tactical combat casualty care

66 TC³ : tactical combat casualty care

67 TC³ : tactical combat casualty care - USA - militair - warzone - geneeskunde = intra muros

68 TC³ : tactical combat casualty care garot punctie 2 de intercostaal ruimte veiligheidshouding tot intubatie

69 Needle Chest Decompression

70 TC³: spanningspneumothorax Progressive respiratory distress in the presence of unilateral penetrating chest trauma should be considered tension pneumothorax Tension pneumothorax is the 2 nd leading cause of preventable death on the battlefield Cannot rely on typical signs such as shifting trachea, etc. Needle chest decompression is life-saving

71 2. Schotwonden TC³ locatie van de wonde

72 2. Schotwonden TC³ locatie van de wonde (civiele methode)

73 2. Schotwonden TC³ locatie van de wonde (civiele methode) Hersenen Hals en nek Thorax Abdomen perifeer

74 2. Schotwonden TC³ locatie van de wonde (ATLS) Hersenen Hals en nek Thorax Abdomen perifeer

75 Altijd de zelfde aanpak: - eerste onderzoek - reanimatie - tweede (volledig) onderzoek - definitieve behandeling

76 Altijd de zelfde aanpak: - eerste onderzoek 15 - reanimatie - tweede (volledig) onderzoek - definitieve behandeling

77 Altijd de zelfde aanpak: - eerste onderzoek 15 - ABCDE - reanimatie - tweede (volledig) onderzoek - definitieve behandeling

78 A : airway B : breathing C : circulation D : disability (neurlogical) E : exposure

79 Airway: - vreemde voorwerpen, bloed. - chin lift, jaw trust. - CWZ controleren en beveiligen.

80 Wanneer GEEN stiffneck? a. Traumamechanisme éénduidig b. Traumamechanisme niet eenduidig, maar Bewuste, coöperatieve patiënt Geen distracting pain Pijnloze palpatie van de nek Normale pijnloze beweeglijkheid

81 Breathing ademhaling bewegingen thoraxwand v. jugularis (CVD)

82 Circulation BD / pols huidkleur perifere bloedingen

83 Disability (neurologisch) pupillen (Eye) bewegingen (Movement) verbale communicatie (Verbal)

84 GCS : Glasgow Coma Scale Beste oogbewegingsreactie (Eye) Het actief openen van één of beide ogen: Geen opening van de ogen 1 Alleen opening van de ogen bij pijnprikkel 2 Opening van de ogen bij aanspreken 3 Spontaan 4

85 GCS : Glasgow Coma Scale Beste motorische reactie (Movement) De reactie die een patiënt geeft op een bevel of pijnprikkel: Geen motorische reactie 1 Strekken bij pijnprikkel 2 Pathologisch buigen bij pijnprikkel 3 Normaal buigen bij pijnprikkel 4 Lokaliseren van pijnprikkel 5 Opdrachten uitvoeren 6

86 GCS : Glasgow Coma Scale Beste verbale reactie (Verbal) De reactie die een patiënt geeft na stimulatie met de stem of een pijnprikkel: Geen geluid 1 Onverstaanbaar (enkel geluid) 2 Inadequaat (woorden) 3 Verward (zinnen) 4 Helder en georiënteerd. 5

87 GCS : Glasgow Coma Scale E (min: 1 max 4) M (min 1 max 6) V (min 1 max 5) GCS (min 3 max 15)

88 Exposure aan wat werd mijn pt blootgesteld? pt bloot leggen voor reanimatie en verder onderzoek.

89 Altijd de zelfde aanpak: - eerste onderzoek 15 - ABCDE - reanimatie - tweede (volledig) onderzoek - definitieve behandeling

90 Altijd de zelfde aanpak: - eerste onderzoek 15 - ABCDE - reanimatie - tweede (volledig) onderzoek - definitieve behandeling

91 reanimatie O ² / intubatie/ ventilatie vocht : IV lijn(en) monitoring: EKG, BD, P

92 Altijd de zelfde aanpak: - eerste onderzoek 15 - ABCDE - reanimatie - tweede (volledig) onderzoek - definitieve behandeling

93 Altijd de zelfde aanpak: - eerste onderzoek 15 - ABCDE - reanimatie - tweede (volledig) onderzoek - definitieve behandeling

94 tweede (volledig) onderzoek volledige (hetero-)anamnese volledig klinisch onderzoek

95 tweede (volledig) onderzoek volledige (hetero-)anamnese AMPLE volledig klinisch onderzoek

96 tweede (volledig) onderzoek volledige (hetero-)anamnese Allergies Medication Past illnesses Last meal Event volledig klinisch onderzoek

97 Is de patiënt stabiel of onstabiel? vitale parameters (BD, P, GCS, bloedgassen, ) life-threatening limb-threatening Antecedenten (>55j, CAD, COPD, )

98 Onstabiel? bloeding? Stelpen! shock? Vullen! (2 brede infusen!) progressief dyspnoe? Spanningspnoe? thoraxtrauma? Thoraxdrain? tamponade?

99 2. Schotwonden TC³ locatie van de wonde (ATLS) Hersenen Hals en nek Thorax Abdomen perifeer

100 Hersenen Neurologische schade Bloedverlies infectiegevaar

101 Hersenen Eerste evaluatie Reanimatie Tweede evaluatie Neurologische activiteit? + - OR Harvest?

102 Hals en nek

103

104 Hals en nek zone 1: onder cricoid nog structuren van thorax vasculaire structuren pleura trachea en oesophagus

105 Hals en nek zone 1: onder cricoid Hoge mortaliteit instabiel => OR

106

107 Hals en nek zone 2: tussen cricoid en mandibulahoek meest frequent goed bereikbaar ook chirurgisch lichte compressie meestal voldoende

108

109 Hals en nek zone 3: tussen mandibulahoek en schedelbasis grote vasculaire structuren neurlogisch! moeilijk bereikbaar

110 Thorax!Kliniek! Vasculair Respiratoir

111 Thorax Vasculair bloedverlies intrathroacaal veneuse retour spanningspnoe tamponade cardiaal

112 Thorax Respiratoir pneumothorax haemothorax bronchiaal trauma contusie (hart en/of long)

113 Spanningspnoe of tamponade? Denk er aan! Klinisch moeilijk te differentiëren Spanningspnoe is frequenter Spanningspnoe is makkelijker te behandelen

114 Abdomen vooraan en flank gevaarlijker rug eerder conservatief visualiseer traject tussen ingang en uitgang met de nodige achterdocht met veel creativiteit

115 Perifeer bloedingen stelpen infectie (bot!) vermijden verzamel gegevens over type wapen en munitie

116