Installatiehandleiding systeembeheerder. MiniTester 2.11
|
|
- Lander de Jonge
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Installatiehandleiding systeembeheerder MiniTester 2.11
2 ICT-examenhelpdesk Het gebruik van MiniTester 2.11 bij de examens wordt ondersteund door de ICT-examenhelpdesk. Informatie over de bereikbaarheid en openingstijden van deze helpdesk vindt u op en kies: ICT-examenhelpdesk. Stichting Cito Instituut voor Toetsontwikkeling Arnhem (2015) Niets uit dit werk mag zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Stichting Cito Instituut voor Toetsontwikkeling worden openbaar gemaakt en/of verveelvoudigd door middel van druk, fotokopie, scanning, computersoftware of andere elektronische verveelvoudiging of openbaarmaking, microfilm, geluidskopie, film- of videokopie of op welke wijze dan ook. Versie: februari 2015
3 Inhoud 1 Inleiding Leeswijzer Verschillen tussen MiniTester versie 2.10B en versie Begrippen en symbolen Basisbegrippen Rollen in de organisatie Gebruikte symbolen Configuratie Schema Toelichting Systeemeisen MiniTester 2.11 en netwerkverkeer Beveiliging Instructie per stap Overzicht stappen Voorbereiding Installatie Installatie en configuratie LocalServer Installatie gebruikersmodules Storingen Geen communicatie LocalServer - GlobalServer Geen Communicatie LocalServer TestManager/TestCenter Technische storing bij examenafname Verwijderen MiniTester Verwijderen gebruikersmodules Verwijderen LocalServer Back-up datamap Bijlage A: MiniTester 2.11 & Novell A.1 Inleiding A.2 Schema A.3 Authenticatie A.4 Novell Client (4.91 SP4 / SP5) A.5 LocalServer A.6 Checklist... 41
4 1 Inleiding 1.1 Leeswijzer Dit is een handleiding voor de werkzaamheden van de systeembeheerder bij de installatie van MiniTester 2.11 op scholen. MiniTester is het computerprogramma waarmee digitale minitoetsen kunnen worden afgenomen in het cspe (centraal schriftelijk en praktisch examen) in het vmbo. De installatie binnen een Windows-netwerk is het uitgangspunt van deze handleiding. Voor de installatie binnen een Novell-omgeving is een bijlage in dit document opgenomen. Deze handleiding is gebaseerd op het werken met MiniTester onder Windows 7. Als u met ExamenTester onder een ander besturingssysteem werkt, kunnen de hier getoonde schermafdrukken en teksten afwijken van wat u te zien krijgt. Op plaatsen waar in deze handleiding (versie december 2014) MiniTester staat vermeld dan is daarmee bedoeld MiniTester versie 2.11 tenzij uitdrukkelijk anders is aangegeven. Het is noodzakelijk om MiniTester versie 2.11 te installeren voor de cspe s van 2015 en vorige versies te deïnstalleren. Deze handleiding bestaat uit de volgende hoofdstukken: 1 Inleiding 2 Begrippen en symbolen: Een overzicht van belangrijke begrippen, symbolen en iconen 3 Configuratie: Een overzicht van de te realiseren configuratie voor MiniTester, inclusief toelichting en minimum systeemeisen. 4 Instructie per stap: Een overzicht van de taken voor de systeembeheerder bij de installatie van MiniTester 2.11 in een Windows-netwerk en een instructie bij elk van deze taken. 5 Storingen: Richtlijnen voor acties bij systeemuitval en dergelijke. 6 Verwijderen MiniTester: Instructie voor het verwijderen van MiniTester. Dit icoon geeft aan dat u efficiënter met MiniTester kunt werken als u deze opmerking in acht neemt. Dit icoon geeft een waarschuwing. De gegeven informatie is van belang voor een correcte afhandeling van de examens. Deze pijl naar rechts geeft aan dat u een handeling in de software doet. < > Met tekst tussen deze tekens wordt een toets op uw toetsenbord bedoeld, zoals <delete>. Installatiehandleiding systeembeheerder MiniTester /41
5 1.2 Verschillen tussen MiniTester versie 2.10B en versie 2.11 MiniTester 2.11 is op een aantal punten verbeterd ten opzichte van MiniTester 2.10B die in het schooljaar werd gebruikt. Nieuw wachtwoord op de package installatie bestanden (pkg-bestanden). Packages worden sneller geladen door een aanpassing van de LocalServer. De totale performance blijft natuurlijk ook afhankelijk van de infrastructuur waarop ExamenTester is geïnstalleerd en het aantal examens dat tegelijk wordt ingeladen. Installatiehandleiding systeembeheerder MiniTester /41
6 2 Begrippen en symbolen 2.1 Basisbegrippen MiniTester TestManager TestCenter GlobalServer LocalServer LocalAgent Datamap Packages Synchronisatie Dataretour MiniTester bestaat uit drie modules: TestManager, TestCenter, en de LocalServer die via internet gegevens uitwisselt met de GlobalServer bij Cito. TestManager is de module die de examensecretaris of de systeembeheerder gebruikt om examenpackages te installeren en is de module voor de dataretour. TestManager communiceert met de LocalServer. TestCenter is de module die de leerlingen gebruiken om een examen te maken. De docent/examinator start de examenafname in TestCenter met een wachtwoord. TestCenter communiceert met de LocalServer. De GlobalServer staat bij Cito. Via een beveiligde internetverbinding vindt gegevensuitwisseling plaats met de servers van scholen waarop de LocalServer is geïnstalleerd. De LocalServer staat in het schoolnetwerk. De LocalServer regelt het dataverkeer en -opslag in het netwerk van de school en het dataverkeer met Cito. De LocalServer communiceert met TestManager, TestCenter en de GlobalServer. De LocalAgent (ook wel LocalServer Service genoemd) is een onderdeel van de LocalServer. Deze Windows-service regelt het dataverkeer en de data-opslag in het netwerk van de school. De Datamap in het schoolnetwerk bevat alle gegevens van de school in versleutelde vorm. Deze gegevens hebben onder andere betrekking op de leerlingrapporten. Het dataverkeer van en naar de Datamap loopt via de LocalServer (LocalAgent). Een Package bevat één of meer toetsen in versleutelde vorm. Bij het installeren van packages in TestManager worden de packages in de datamap geplaatst. Een package voor MiniTester bevat alle minitoetsen per vak, per leerweg. Tijdens synchronisatie worden de gegevens uitgewisseld tussen de LocalServer op school en de GlobalServer bij Cito. Synchronisatie wordt automatisch uitgevoerd bij het opstarten en afsluiten van TestManager. Dataretour kan via TestManager worden uitgevoerd. Bij dataretour worden de afnameresultaten van de school via een beveiligde internetverbinding naar de GlobalServer (Cito) gestuurd. De gegevens worden daar opgeslagen in een centrale database. Installatiehandleiding systeembeheerder MiniTester /41
7 2.2 Rollen in de organisatie Docent/examin ator Examensecreta ris (coördinator) Systeembeheer der Vakdocent. Zorgt voor de uitvoering van de examenafnames in het lokaal met de werkstations tijdens de afname van het cspe. Hij/zij geeft leerlingen toegang tot TestCenter. De examensecretaris is contactpersoon voor Cito. Hij/zij ontvangt van Cito de materialen en distribueert deze naar de bevoegde schoolmedewerkers (systeembeheerder en vakdocenten). De examensecretaris installeert alle packages met TestManager. Bepaalt in overleg met de examensecretaris de plaats van installatie op het netwerk. Installeert alle MiniTester-modules. 2.3 Gebruikte symbolen Dit is het icoon van de setup bestanden voor de modulen TestManager en TestCenter. Deze setup bestanden worden bij de installatie van de LocalServer aangemaakt. Dit icoon wordt geplaatst op het bureaublad bij installatie van de modulen TestManager en TestCenter. Voor beide modulen zijn de iconen identiek, alleen de benaming verschilt. U start de module TestManager via het icoon met de tekst TestManager MiniTester Dit icoon wordt geplaatst in de taakbalk waarop de LocalServer geïnstalleerd is. Hiermee kan de LocalServer Agent benaderd worden. Installatiehandleiding systeembeheerder MiniTester /41
8 3 Configuratie In dit hoofdstuk wordt toegelicht hoe MiniTester functioneert. We raden u dringend aan om dit hoofdstuk goed door te nemen voordat u met de installatie begint. 3.1 Schema MiniTester 2.11 bestaat uit drie modules: LocalServer TestCenter TestManager De modules kunnen in een netwerk op verschillende servers en werkstations worden geïnstalleerd of op één computer. Een internetverbinding is een basisvoorwaarde bij de installatie van MiniTester In schema: Installatiehandleiding systeembeheerder MiniTester /41
9 3.2 Toelichting LocalServer De LocalServer bestaat uit drie onderdelen: LocalServer MiniTester 2.11 service, MiniTester 2.11 LocalAgent en een datamap. De service en de LocalAgent zijn geïnstalleerd op een Windows-server in het schoolnetwerk. De service LocalServer MiniTester 2.11 zorgt voor al het dataverkeer binnen MiniTester en heeft als enige toegang tot de datamap van MiniTester. De LocalServer moet een connectie met het internet hebben om contact te kunnen maken met de GlobalServer bij Cito. Deze connectie wordt gebruikt om relevante gegevens in de datamap van MiniTester te synchroniseren met de centrale database bij Cito en om leerlingresultaten naar Cito te sturen (dataretour). Dataopslag De dataopslag (in de map Data ) van MiniTester moet plaatsvinden op een server binnen de school. Dit kan een Windows-server zijn, maar ook een andere server zoals Novell. Belangrijk is dat de server waarop de datamap zich bevindt, voorzien is van automatische back-upvoorzieningen. De datamap is een onderdeel van de module LocalServer van MiniTester en bevat alle gegevens van de examens van een school in versleutelde vorm. De gegevens hebben betrekking op alle afnameresultaten van de leerlingen. De datamap mag niet rechtstreeks benaderd kunnen worden vanuit de werkstations van de examensecretaris of leerlingen. Toegang tot de datamap hoort alleen mogelijk te zijn via de LocalService van de LocalServer. GlobalServer Dit is de centrale server bij Cito waarop bepaalde gegevens vanuit MiniTester worden opgeslagen. De GlobalServer wordt via een internetverbinding door de LocalServer benaderd voor gegevensuitwisseling (synchronisatie en dataretour). Op de GlobalServer staat (na synchronisatie) een kopie van de meeste gegevens uit de datamap van de school met uitzondering van de leerlingrapporten (pdf's). TestManager TestManager is de module die de examensecretaris gebruikt om examenpackages te installeren en afnamegegevens naar het Cito terug te sturen via de optie dataretour. De systeembeheerder installeert deze module op een werkstation dat beschikbaar is voor de examensecretaris maar niet toegankelijk is voor onbevoegden. TestManager communiceert met de LocalServer als het gaat om bekijken, wijzigen en verwijderen van gegevens. TestCenter TestCenter wordt geïnstalleerd op de afnamecomputers. De leerling gebruikt deze module om het examen te maken. Ook TestCenter is afhankelijk van de LocalServer als het gaat om het laden van examens en het opslaan van antwoorden. 3.3 Systeemeisen Er zijn verschillende minimale systeemeisen voor: de LocalServer; het werkstation van de examensecretaris die werkt met TestManager en de afnamecomputers van de leerlingen die examens maken in TestCenter; Een volledig overzicht van deze systeemeisen vindt u via het internetadres (kies: handleidingen en systeembeheer, vervolgens systeemeisen). Installatiehandleiding systeembeheerder MiniTester /41
10 3.4 MiniTester 2.11 en netwerkverkeer Poort 443 De communicatie via internet wordt gebruikt voor de synchronisatie en dataretour van MiniTester 2.11B. Deze communicatie verloopt tussen de LocalServer (school) en de GlobalServer (Cito). De gegevensuitwisseling vindt plaats op een veilige manier. Er wordt gebruik gemaakt van het veelgebruikte https-protocol dat de gegevens beveiligd ( encrypted ) verzendt. Om uw schoolnetwerk te beschermen tegen ongewenst internetverkeer van buiten, heeft u waarschijnlijk een firewall opgenomen in uw netwerk. Het is van belang dat uw firewall het dataverkeer voor MiniTester doorlaat. Zonder deze doorgang kunnen de dataretour en synchronisatie met MiniTester niet functioneren. In uw firewall moet poort 443 openstaan voor het dataverkeer van MiniTester. Poort 443 is de standaardpoort voor https-verkeer. Waarschijnlijk staat deze poort al gedeeltelijk open. Deze poort hoeft niet volledig open te staan. Poort 443 moet openstaan voor: outbound verkeer van het programma Cito.CitoTester.LocalServer.Service.exe naar url: De applicatie die een verbinding met internet maakt is LocalServer (Cito.CitoTester.LocalServer.Service.exe). Wij raden u aan om de internetverbinding van de LocalServer open te laten staan in de perioden waarin MiniTester gebruikt wordt. Alleen op deze manier bent u er zeker van dat de informatie in uw lokale database regelmatig gesynchroniseerd wordt met de centrale database bij Cito Proxy servers Mogelijk maakt u binnen uw schoolnetwerk gebruik van een proxyserver om internettoegang te versnellen. Voor het dataverkeer van MiniTester is het nodig dat er geen oude informatie verstrekt wordt vanaf een proxyserver, wanneer de LocalServer de GlobalServer om informatie vraagt. Het dataverkeer van MiniTester is daarom zo ingericht dat het nooit hergebruikt wordt. Al het dataverkeer van MiniTester heeft als extra kenmerk expires immediately meegekregen. Elke keer dat er een verzoek om informatie naar Cito gaat, wordt ook echt de laatste informatie opgevraagd en wordt de informatie op de proxyserver genegeerd. U hoeft hier niets voor in te stellen en u kunt uw Proxyserver gewoon blijven gebruiken Communicatie LocalServer TestManager/TestCenter TestManager en TestCenter communiceren met de LocalServer op basis van het tcp/ip protocol. De communicatie tussen TestManager/TestCenter en de LocalServer verloopt over poortnummer Tijdens het starten van TestManager en TestCenter wordt gezocht naar de DNS-naam van de LocalServer. De DNS-server in uw netwerk dient de betreffende DNS-naam te kunnen vertalen naar een IP-adres. Installatiehandleiding systeembeheerder MiniTester /41
11 3.5 Beveiliging De beveiliging van de digitale examens met MiniTester 2.11 wordt op volgende wijze gerealiseerd: Beveiligde opslag dvd s (cdroms) Bewaren wachtwoorden Afgeschermde afname Automatische back-up datamap Synchronisatie met GlobalServer Dataverkeer via het https-protocol Opslag dvd Van Cito of van DUO ontvangt de examensecretaris een of meer dvd s met de systeembestanden en examenbestanden ( packages ). De examensecretaris of de systeembeheerder bewaart deze dvd( s) op een veilige plaats zodat deze niet in handen van onbevoegden kunnen komen Bewaren wachtwoorden Van Cito en/of DUO ontvangt de examensecretaris een aantal wachtwoorden. De examensecretaris of de systeembeheerder bewaart deze wachtwoorden op zo n manier dat deze niet in handen van onbevoegden kunnen komen, maar wel beschikbaar zijn voor eigen gebruik. De docenten bewaren hun wachtwoorden op zo n manier dat deze niet in handen van onbevoegden kunnen komen, maar wel beschikbaar zijn voor eigen gebruik. Dit is een verantwoordelijkheid van de gebruiker! Afgeschermde afname MiniTester sluit de mogelijkheid uit om tijdens een examenafname andere programma s op te starten, zoals een internetbrowser Automatische back-up datamap De uitvoering van een (automatische) back-up van de datamap is een verantwoordelijkheid van de school. Aangeraden wordt de datamap op een server te plaatsen die valt onder de back-upprocedure van de school Dataverkeer via het https-protocol De gegevensuitwisseling tussen de school (LocalServer) en Cito (GlobalServer) vindt plaats via het https-protocol. Bij het gebruik van https worden data versleuteld ( encrypted ) verzonden over het internet, waardoor het voor een buitenstaander niet mogelijk is om te achterhalen welke gegevens verstuurd worden. Installatiehandleiding systeembeheerder MiniTester /41
12 4 Instructie per stap 4.0 Overzicht stappen De installatie van MiniTester 2.11 is een taak voor de systeembeheerder. De systeembeheerder zet hierbij de volgende stappen. 4.1 Voorbereiding Installatie Ontvangen en bewaren informatie en materiaal Verwijderen oudere versies van MiniTester Bepaal configuratie Openstellen firewall 4.2 Installatie en configuratie LocalServer Installatie LocalServer op Windows OS Opgeven locatie datamap Opgeven locatie map ClientSetups Opgeven locatie map snelkoppelingen Overzicht gekozen instellingen LocalServer configureren Aanmaken setup bestanden gebruikersmodules 4.3 Installatie gebruikersmodules Voorbereiding installatie gebruikersmodules Installatie TestManager Installatie TestCenter Installatiehandleiding systeembeheerder MiniTester /41
13 4.1 Voorbereiding Installatie Ontvangen en bewaren informatie en materiaal Uw school (de examensecretaris) ontvangt een of meer dvd s met: systeembestanden van MiniTester 2.11 digitale minitoetsen ( packages ) documentatie De examensecretaris bewaart deze dvd s op een veilige plaats, zodat deze niet in handen van onbevoegden kunnen komen. Daarbij ontvangt de school (de examensecretaris) de volgende soorten gebruikersnamen en wachtwoorden: Om tijdens installatie van de LocalServer een verbinding te realiseren tussen de LocalServer en de GlobalServer; te gebruiken door de systeembeheerder. De gebruikersnaam en het wachtwoord zijn uniek toegewezen aan uw schoolvestiging, en mogen alleen worden gebruikt voor installatie van de LocalServer als de meegeleverde schoolgegevens (naam en adres) kloppen. Neem in geval van twijfel eerst contact op met de ICT-examenhelpdesk. Een gebruikersnaam en -wachtwoord om aan te kunnen melden in TestManager (deze is niet te wijzigen), te gebruiken door de examensecretaris; Een wachtwoord per package om de package te kunnen installeren in TestManager, te gebruiken door de examensecretaris; Een vakwachtwoord om de minitoetsen van één vak op te kunnen starten in TestCenter, te gebruiken door de docent/examinator. De examensecretaris bewaart de gebruikersnamen en wachtwoorden op een veilige plaats zodat deze niet in handen van onbevoegden kunnen komen Verwijderen oudere versies van MiniTester Vóór installatie van MiniTester 2.11 moet u alle oude versies van MiniTester (zowel de gebruikersmodules als de LocalServer) verwijderen. In de meeste gevallen is dit MiniTester 2.10B. In hoofdstuk 6 Verwijderen van MiniTester wordt uitgelegd hoe u MiniTester 2.11 kunt verwijderen. Deze stappen zijn voor MiniTester 2.10B identiek. Bij het verwijderen van MiniTester worden de programma s, componenten, objecten en snelkoppelingen verwijderd. De programmamap van MiniTester is na afloop opgeruimd. De datamap blijft bewaard. De datamap bevat exameninformatie (Reports) die tot zes maanden na de diplomering van leerlingen bewaard moeten worden. Let op dat u de map met de pdf s van de leerlingresultaten bewaart Bepaal configuratie Bepaal in overleg met de examensecretaris op welke server/computers van de school de onderdelen van MiniTester worden geïnstalleerd. Het betreft: LocalServer, Datamap en ClientSetups TestManager TestCenter Controleer of de computers voldoen aan de systeemeisen (zie ook paragraaf 3.3). Installatiehandleiding systeembeheerder MiniTester /41
14 4.1.4 Openstellen firewall De MiniTester functies dataretour en synchronisatie werken alleen als er gegevensuitwisseling met de GlobalServer (Cito) mogelijk is (zie ook paragraaf 3.4). Open Poort 443 voor: outbound verkeer van het programma Cito.CitoTester.LocalServer.Service.exe naar url: Installatie en configuratie LocalServer De LocalServer van MiniTester bestaat uit een Windows service (LocalAgent) en een bijbehorende datamap. De locaties waar deze twee onderdelen worden geïnstalleerd, kunt u tijdens de set-up zelf instellen. De LocalAgent moet op een Windows besturingssysteem geïnstalleerd worden. Voor scholen die beschikken over een Novell netwerk zijn instructies voor de installatie opgenomen in een bijlage van dit document. Per server kan er één LocalServer voor MiniTester en één LocalServer voor ExamenTester geïnstalleerd worden. Iedere LocalServer beschikt over zijn eigen Datamap en Client-setups. Het is niet mogelijk meerdere installaties van MiniTester of ExamenTester op dezelfde server uit te voeren. De installatie maakt gebruik van de op cd-rom of dvd onder de submap 'Installatiebestanden' aangeleverde bestanden. Als u de installatie vanaf het netwerk wilt uitvoeren, kopieer dan behalve het setup bestand ook de submap System naar de door u gewenste (veilige) locatie Installatie LocalServer op Windows-server Sluit alle Windows programma s De installatie van MiniTester moet zo mogelijk gestart worden vanuit Configuratiescherm Software Nieuwe programma s toevoegen. Indien de installatie van MiniTester niet vanuit Configuratiescherm Software Nieuwe programma s toevoegen wordt geïnstalleerd, bestaat de mogelijkheid op een onvolledige installatie! Onder Server 2008 is de aanbevolen werkwijze: rechtermuisklik op het bestand MiniTester Setup.exe en run as Administrator kiezen. Open het installatiebestand MiniTester Setup.exe van MiniTester Installatiehandleiding systeembeheerder MiniTester /41
15 Het volgende scherm verschijnt: Klik op Volgende Het venster Systeemvereisten verschijnt. Met de knop Geavanceerd komt u in het venster Selectie van systeemvereisten (geavanceerd). In dat venster kun u zien welke programma-onderdelen in de installatie worden meegenomen (de voor uw systeem verplichte of aanbevolen onderdelen zijn automatisch geselecteerd). Klik op Volgende. Installatiehandleiding systeembeheerder MiniTester /41
16 Kies de installatiemap voor de LocalServer op de Windows-server, en klik op Volgende Opgeven locatie datamap U kunt nu de locatie instellen voor de datamap van de LocalServer. De datamap is een map op een server van uw school, die wel voor de LocalAgent toegankelijk is, maar die niet voor de overige gebruikers / computers van uw netwerk toegankelijk mag zijn. Gebruik in geen geval de datamap van een oudere versie van MiniTester. Installatiehandleiding systeembeheerder MiniTester /41
17 Zorg ervoor dat de datamap wordt geplaatst op een server met back-upvoorziening. Dit is ter beveiliging van de inhoud van de datamap, zoals de leerlingantwoorden van reeds afgenomen examens. Selecteer de locatie voor de datamap, en klik op Volgende. Er wordt nu gecontroleerd of er genoeg schijfruimte is om op de aangegeven plek te installeren. Deze controle kan enige tijd duren. Mogelijk krijgt u de volgende melding: Dit kan betekenen dat u: onvoldoende ruimte beschikbaar heeft op dit station; een niet bestaande/bereikbare server heeft ingevuld; geen/onvoldoende lees- of schrijfrechten heeft voor dit station / deze netwerkverbinding Opgeven locatie map ClientSetups Na afloop van de installatie zal de LocalServer automatisch opstarten en contact zoeken met de GlobalServer. Nadat de communicatie met de GlobalServer succesvol tot stand is gebracht, worden automatisch de setup bestanden aangemaakt die u nodig heeft voor de installatie van TestManager en TestCenter. In het volgende scherm kunt u de locatie opgegeven waar deze setup-bestanden moeten worden bewaard. Klik op Volgende. Installatiehandleiding systeembeheerder MiniTester /41
18 4.2.4 Opgeven locatie map snelkoppelingen Tot slot krijgt u de gelegenheid de locatie van de map met snelkoppelingen in het startmenu in te stellen. Klik op Volgende Overzicht gekozen instellingen U krijgt een overzicht van de gekozen instellingen. Installatiehandleiding systeembeheerder MiniTester /41
19 Controleer de installatie-instellingen, en klik op Voltooien. Als de systeemvereisten Microsoft.Net Framework v2.0. of Internet Explorer niet zijn geïnstalleerd dan zullen deze nu automatisch geïnstalleerd worden. De installatie kan enige minuten in beslag nemen. Daarna verschijnen vensters die de voortgang van de installatie tonen, eerst een Windows venster en daarna een DOS -venster. Na een succesvolle installatie verschijnt het volgende venster: Klik op Sluiten. Tijdens de installatie is het icoon van de LocalServer (MiniTester 2.11 Agent) op het bureaublad geplaatst. Na de installatie start de LocalServer automatisch op en zoekt via het internet verbinding met de GlobalServer van Cito. Dit kan enige tijd duren. In de map 'C:\Program Files\LocalServer MiniTester 2.11' staat het bestand netcfg.ini. In dit bestand staat op de derde regel 'LocalServerId=', gevolgd door de naam van de LocalServer (de fysieke server). Als u in dit bestand de naam van de LocalServer wijzigt in het ip-adres van de LocalServer kunt u mogelijk snelheidwinst behalen. De 'client setups' worden vervolgens gemaakt met deze instelling. Installatiehandleiding systeembeheerder MiniTester /41
20 4.2.6 LocalServer configureren Bij de automatische start zoekt de LocalServer via het internet verbinding met de GlobalServer van Cito. Dit kan enige tijd duren. De service LocalServer MiniTester 2.11 wordt standaard gestart onder het lokale systeemaccount. Communicatie tussen de LocalServer en de GlobalServer is in een aantal gevallen niet mogelijk omdat het lokale systeemaccount niet geautoriseerd is om via poort 443 het internet te kunnen benaderen. In dat geval kunt u het lokale systeemaccount, waaronder de service LocalServer MiniTester 2.11 gestart wordt, wijzigen in een account met meer bevoegdheden. Als de LocalServer voor de eerste keer wordt geïnstalleerd, verschijnt de melding dat de LocalServer nog niet is geconfigureerd: Als u meerdere vensters heeft geopend, kan het zijn dat deze melding zich achter een ander venster bevindt. Sluit in dat geval de andere vensters zodat u de melding kunt zien. Klik op OK. Klik in bovenstaand venster op het tabblad Aanmelden, en selecteer de volgende instellingen: Aanmelden toetsleider: Manual Aanmelden leerling: Manual Installatiehandleiding systeembeheerder MiniTester /41
21 Identificatie van leerling: Leerlingnummer Klik vervolgens op het tabblad Internet. Vul hier de gebruikersnaam en het wachtwoord in zoals de examensecretaris van Cito of DUO heeft ontvangen ten behoeve van de installatie van MiniTester 2.11B, en klik op OK. De gebruikersnaam en het wachtwoord zijn uniek toegewezen aan uw schoolvestiging, en mogen alleen worden gebruikt als de meegeleverde schoolgegevens (naam en adres) exact kloppen. Neem in geval van twijfel contact op met de ICT-examenhelpdesk. Klik op het tabblad Standaardinstellingen. Installatiehandleiding systeembeheerder MiniTester /41
22 In dit venster zijn de TCP standaardwaarden te zien en zo nodig aan te passen. De standaardwaarde voor de TCP Timeout is 5 seconden en de standaardwaarde voor de TCP Buffer is 8192 bytes. In het algemeen zullen deze standaardwaarden voor de TCP Timeout en de TCP Buffer voldoen. Maar bij bijvoorbeeld draadloze netwerken kan het zijn dat een hogere TCP Timeout leidt tot een betere performance. Klik op OK Het volgende venster verschijnt: Klik op Ja. Klik tot slot op het tabblad Gebruiker, en controleer of de instellingen overeenkomen met de gegevens zoals in de volgende schermafdruk. Pas de gegevens zonodig aan. Installatiehandleiding systeembeheerder MiniTester /41
23 Indien nodig kunt u de configuratiegegevens van de LocalServer bekijken door met de rechter muisknop te klikken op het icoon van de LocalAgent, rechtsonder in de taakbalk van uw scherm. Klik op Settings. Bekijk de instellingen Aanmaken setup bestanden gebruikersmodules Zodra u de instellingen heeft opgeslagen, worden in de submap '\ClientSetups' van de installatiemap automatisch de volgende set-upbestanden aangemaakt: 1. TestCenterSetup.exe: voor installatie op de leerlingcomputers die voor de afnames van examens worden gebruikt. 2. TestManagerSetup.exe: voor installatie van TestManager op de computer van de examensecretaris. De installatie van de LocalServer (LocalAgent en datamap) is hiermee afgerond. Als er geen verbinding tot stand is gekomen met de GlobalServer van Cito dan worden geen setup bestanden aangemaakt. Probeer de verbinding te herstellen en kies voor de menu-optie Build Setup. Zo worden de setup bestanden alsnog gemaakt. Installatiehandleiding systeembeheerder MiniTester /41
24 4.3 Installatie gebruikersmodules Voorbereiding installatie gebruikersmodules Ter afsluiting van de installatie van de LocalServer (paragraaf 4.2) zijn de installatiebestanden aangemaakt waarmee u TestCenter en TestManager van MiniTester kunt installeren op de computers van de leerlingen en de examensecretaris. De installatiebestanden voor TestCenter en TestManager zijn standaard in de submap '\ClientSetups' van de installatiemap van de LocalAgent geplaatst. Eventueel heeft u een andere locatie gekozen (zie paragraaf 4.2.3). De twee installatiebestanden hebben hetzelfde icoon: Maak de installatiebestanden beschikbaar voor de computers waarop TestManager en TestCenter worden geïnstalleerd. Plaats de installatiebestanden eventueel in een aparte setup map. Het is essentieel dat bij de installatie van de gebruikersmodules de setup bestanden gebruikt worden die zijn aangemaakt bij het installeren van de LocalServer. De setups van de gebruikersmodules gebruiken namelijk de identificatie van de computer waarop de LocalServer is geïnstalleerd. Eventuele herinstallatie van de LocalServer op een andere computer betekent dat ook de gebruikersmodules opnieuw geïnstalleerd moeten worden met de installatiebestanden die bij de laatste setup zijn aangemaakt. Opmerking: Na het installeren van de LocalServer op een andere server, kunt u er ook voor kiezen de reeds geïnstalleerde modules TestManager en TestCenter handmatig (of via een script) te wijzigen door het bestand netcfg.ini aan te passen op de afnamecomputers. In dat geval dient het bestand netcfg.ini van de modules TestManager en TestCenter zodanig aangepast te worden dat deze verwijzen naar de nieuwe server van de LocalServer Installatie TestManager Bepaal in overleg met de examensecretaris op welke computer van de school TestManager wordt geïnstalleerd. Het is niet toegestaan om meerdere versies van TestManager gelijktijdig te gebruiken. In bijzondere gevallen kan dit ertoe leiden dat wijzigingen die in TestManager zijn aangebracht niet worden opgeslagen. NB: Om gelijktijdig gebruik van TestManager op meerdere computers te voorkomen, ontraden wij u ten stelligste TestManager op meer dan één computer te installeren. Controleer of de betreffende computer voldoet aan de systeemeisen. Open de submap \Clientsetups' van de installatiemap van de LocalServer. Dubbelklik op TestManagerSetup.exe. Installatiehandleiding systeembeheerder MiniTester /41
25 TestManager wordt automatisch geïnstalleerd op de betreffende computer in de map '\Program Files\MiniTester Nadat de installatie is voltooid, verschijnt de volgende icoon op het bureaublad: TestManager wordt gebruikt (door de examensecretaris) om de packages van de minitoetsen te installeren en afnamegegevens naar het Cito terug te sturen via de optie dataretour. Het gebruik van de TestManager wordt nader toegelicht in een aparte gebruikershandleiding voor de examensecretaris. Als u de gebruikersmodules installeert op een werkstation voorzien van Microsoft Vista Business of Windows 7/8 en er is Gebruikersaccountbeheer (User Account Control) ingeschakeld dan krijgt u een melding met de vraag of u de installatie wilt annuleren of toestaan. Windows Vista en Windows 7/8 zien de installatie als systeemwijziging en u kunt dit accepteren door op Toestaan te klikken Installatie TestCenter Bepaal in overleg met de examensecretaris dan wel de docent/examinatoren op welke computers van de school de minitoetsen afgenomen worden. Controleer of deze afnamecomputers voldoen aan de minimale systeemeisen. Zorg ervoor dat de kandidaat schrijfrechten heeft op de tijdelijke (temp) directory van de afnamecomputer, gedefinieerd in de omgevingsvariabele TMP. Verder loopt alle gegevensopslag via de LocalServer. Open op elke afnamecomputer de map met het installatiebestand TestCenterSetup.exe en dubbelklik op dit bestand. TestCenter wordt automatisch geïnstalleerd in de map '\Program Files\MiniTester Nadat de installatie is voltooid verschijnt het icoon op het bureaublad. Om te controleren of deze computer aan de systeemeis voor de flashversie voldoet opent u TestCenter. Dubbelklik op de snelkoppeling om TestCenter op te starten. (Of klik op Start -> Programma s -> MiniTester > TestCenter MiniTester 2.11.) Het venster TestCenter Hoofdmenu verschijnt: Installatiehandleiding systeembeheerder MiniTester /41
26 Klik op de knop Ondersteuning. Het volgende venster dat verschijnt, toont u rechtsboven het versienummer van de op dit werkstation geïnstalleerde Flashplayer. Na elke afname wordt in de map Report van de datamap van de LocalServer een leerling-rapport opgeslagen. Het leerling-rapport wordt opgeslagen als een pdfdocument onder een automatisch aangemaakte bestandsnaam waarin de volgende gegevens zijn opgenomen: voornaam leerling achternaam leerling naam minitoets datum rapport (jaar-maand-dag) tijdstip rapport (uur-minuten-seconden). De bestandsnaam ziet er bijvoorbeeld als volgt uit: voornaam01_achternaam01_bb-tl-2015-opdr13-varc_ _ pdf De datamap is een map op een server van uw school, die wel voor de LocalAgent toegankelijk is, maar die niet voor de overige gebruikers / computers van uw netwerk toegankelijk mag zijn. Na de toetsafnames kunt u de bestanden uit de map Report van de datamap kopiëren naar een locatie waar deze voor de betreffende docent toegankelijk is. Let op dat deze locatie niet toegankelijk is voor leerlingen. Installatiehandleiding systeembeheerder MiniTester /41
27 5. Storingen In dit hoofdstuk worden een aantal mogelijke storingen en de oplossing ervoor beschreven. De te ondernemen acties kunnen op het werkterrein van de systeembeheerder of van de examensecretaris liggen. Voor meer informatie verwijzen wij u naar de internetpagina: en kies: ICT-examenhelpdesk. U vindt hier een actueel overzicht van veelgestelde vragen over MiniTester 2.11 en informatie over de bereikbaarheid van de ICT-examenhelpdesk. 5.1 Geen communicatie LocalServer - GlobalServer Indien communicatie tussen LocalServer en GlobalServer niet mogelijk is, kunnen ook onderstaande aanpassingen een oplossing bieden: Controleer de datum en tijd van de LocalServer. De datum en tijd dienen actueel te zijn ingesteld voor communicatie tussen LocalServer en GlobalServer. De service LocalServer MiniTester 2.11 wordt standaard gestart onder het lokale systeemaccount. Communicatie tussen de LocalServer en de GlobalServer is vaak niet mogelijk onder dit account omdat het lokale systeemaccount niet geautoriseerd is om via poort 443 het internet te kunnen benaderen. Indien uw firewall en/of proxyserver authenticatie toepast, mogen alleen geautoriseerde gebruikers via poort 443 het internet benaderen. U kunt het lokale systeemaccount, waaronder de services LocalServer MiniTester 2.11 gestart wordt, wijzigen in een account met meer bevoegdheden. Afhankelijk van de infrastructuur kan het noodzakelijk zijn om clientsoftware behorende bij de firewall, proxyserver (bijvoorbeeld ISA-client bij Microsoft ISA server) te installeren om communicatie via poort 443 met het internet mogelijk te maken. 5.2 Geen Communicatie LocalServer TestManager/TestCenter TestManager en TestCenter communiceren met de LocalServer op basis van het tcp/ip protocol. De communicatie tussen TestManager/TestCenter en de LocalServer verloopt via poort nummer Tijdens het starten van TestManager en TestCenter wordt gezocht naar de DNS-naam van de LocalServer. De DNS-server in uw netwerk dient de betreffende DNS-naam te kunnen vertalen naar een ip-adres! Indien tussen TestManager/TestCenter en de LocalServer geen communicatie mogelijk is of de communicatie traag verloopt, kunnen de volgende aanpassingen een oplossing bieden: De DNS-naam van de LocalServer is opgeslagen in het bestand netcfg.ini. Het bestand netcfg.ini staat in de programmamap van MiniTester op het werkstation van TestManager en/of TestCenter. In dit bestand kan de DNS-naam van de LocalServer aangepast worden in het ip-adres van de LocalServer. Het bestand netcfg.ini kan centraal aangepast worden in de programma map van de LocalServer. Na een aanpassing in het netcfg.ini-bestand kunnen met behulp van de LocalServer Agent nieuwe clientsetups worden aangemaakt. Hierdoor wordt het netcfg.ini bestand in de nieuwe clientsetups opgenomen. Installatiehandleiding systeembeheerder MiniTester /41
28 Klik met de rechter muisknop op het icoon van de LocalAgent, rechtsonder in de taakbalk van uw scherm en klik op Build Setup. De DNS-naam en het ip-adres van de LocalServer kunnen worden opgenomen in het hosts-bestand van Windows. Deze is te vinden in de map: %systemroot%\system32\drivers\etc. 5.3 Technische storing bij examenafname Het kan voorkomen dat het examen van de leerling voortijdig wordt afgebroken. Bijvoorbeeld bij een crash van de afnamecomputer, bij stroomuitval of bij het verbreken van de verbinding van de afnamecomputer met het netwerk van de school. In dat geval kan de examenafname van de leerling opnieuw worden opgestart. In geval van een defecte computer kan worden uitgeweken naar een reservecomputer. Bij het herstarten van dezelfde minitoets moet de leerling de eerder beantwoorde opgaven opnieuw maken Handmatig afbreken vastgelopen examenafname Bij sommige technische problemen wordt de afname niet automatisch afgebroken en moet dit handmatig gebeuren. Dit kan voorkomen wanneer het toetsenbord of de muis niet meer reageert op input of wanneer tijdens de toetsafname blijkt dat de geluidskaart niet (meer) goed werkt. In dergelijke situaties kunt u de afname afbreken door de resetknop van de computer langer dan 6 seconden ingedrukt te houden TestCenter sluit af bij aanpassen volumeregeling Dit probleem kan worden veroorzaakt door de multimediasoftware van de geluidskaart. Bij het aanpassen van het geluid vanuit TestCenter kan de multimediasoftware aangeroepen worden. Hierdoor kan bijvoorbeeld een grafische balk gepresenteerd worden op het scherm. TestCenter beschouwt dit als onveilig en breekt de afname direct af TestCenter sluit af bij aanpassing via multimediatoetsenbord Dit probleem kan worden veroorzaakt door de multimediasoftware van het toetsenbord. Bij het gebruik van multimediatoetsen op het toetsenbord, zoals het volume aanpassen, kan de multimediasoftware van het toetsenbord worden aangeroepen. Hierdoor kan bijvoorbeeld een grafische balk gepresenteerd worden op het scherm. TestCenter beschouwt dit als onveilig en breekt de afname direct af. Bij het gebruik van TestCenter zijn de normale aansturingsfuncties die via het toetsenbord of muis mogelijk zijn, uitgeschakeld. Alleen de functies die bij de afname van de toets zijn toegestaan zijn mogelijk. Omdat zich complicaties kunnen voordoen met software voor ondersteuning van het toetsenbord (zoals itouch bij Logitech toetsenborden), moet deze software voorafgaand aan het gebruik van TestCenter zijn uitgeschakeld. Installatiehandleiding systeembeheerder MiniTester /41
29 5.3.3 Traag opstarten van Minitoetsen Het installeren van een groot aantal packages kan tot gevolg kan hebben dat het opstarten van de minitoetsen traag verloopt. Als u dit trage opstarten als storend ervaart, adviseren wij u het volgende: Zorg ervoor dat in de periode waarin minitoetsen worden afgenomen het aantal geïnstalleerde packages niet onnodig groot is. U kunt overwegen om voor een bepaalde minitoets afname alleen die packages te installeren, die u op dat moment nodig heeft en overige packages (tijdelijk) te deïnstalleren. Het is aan te bevelen voor deïnstallatie eerst een dataretour uit te voeren zoals beschreven in hoofdstuk 5 van de 'Gebruikershandleiding MiniTester 2.11 voor de examensecretaris en de docent/examinator'. Installatiehandleiding systeembeheerder MiniTester /41
30 6. Verwijderen MiniTester Bij het verwijderen van MiniTester 2.11 worden de programma s, componenten, objecten en snelkoppelingen verwijderd. De programmamap van MiniTester 2.11 is na afloop opgeruimd. De datamap blijft staan. 6.1 Verwijderen gebruikersmodules Bij het verwijderen van MiniTester 2.11 worden eerst de gebruikersmodules verwijderd: TestManager en TestCenter. De modules moeten verwijderd worden van elke computer waarop een module is geïnstalleerd. Ga naar Start Configuratiescherm, en kies Programma s en onderdelen. Klik op MiniTester 2.11 (remove only). Klik op Wijzigen/Verwijderen om de installatie ongedaan te maken. De MiniTester 2.11 Uninstaller wordt gestart. Het venster MiniTester 2.11 Uninstaller verschijnt. Installatiehandleiding systeembeheerder MiniTester /41
31 Klik op Yes. De MiniTester-modules worden van de computer verwijderd. Het bevestigingsvenster Uninstall Ready verschijnt. Klik op OK 6.2 Verwijderen LocalServer Na het verwijderen van de gebruikersmodules wordt de LocalServer verwijderd van de Windowsserver. Ga naar Start Configuratiescherm en kies Programma s en onderdelen Klik op LocalServer MiniTester 2.11 Installatiehandleiding systeembeheerder MiniTester /41
32 Klik op Verwijderen om de installatie ongedaan te maken. Het venster LocalServer MiniTester 2.11 verwijderen verschijnt. Klik op Voltooien. U krijgt vervolgens een aantal meldingen in DOS-schermen en tenslotte:. Installatiehandleiding systeembeheerder MiniTester /41
33 Klik op Sluiten. MiniTester 2.11 is nu verwijderd. 6.3 Back-up datamap Bij het verwijderen van de software wordt de datamap niet verwijderd. De systeeminstellingen en de data blijven zodoende bewaard. Na het maken van een back-up kunt u de datamap handmatig verwijderen. De datamap bevat exameninformatie (Reports) die tot zes maanden na de diplomering van leerlingen bewaard moeten worden! Brand een kopie van de datamap en alle onderliggende mappen op een dvd. Bewaar de back-up op een veilige plaats, bijvoorbeeld in een datakluis. Ga naar de Verkenner en verwijder de datamap. Installatiehandleiding systeembeheerder MiniTester /41
34 Bijlage A: MiniTester 2.11 & Novell A.1 Inleiding Deze bijlage betreft de installatie van MiniTester 2.11 binnen een Novell netwerk, en beschrijft hoe u ervoor kunt zorgen dat de LocalServer (LocalAgent) op een correcte wijze kan communiceren met de datamap op een Novell server. De aanwijzingen in deze bijlage vormen een aanvulling op de eerder beschreven installatiestappen. U wordt geacht ook de stappen uit de voorgaande hoofdstukken uit te voeren. De informatie in deze bijlage is gebaseerd op testen die Cito indertijd samen met Novell experts heeft uitgevoerd met (door Novell zelf ondersteunde) Novell software. Dit is Netware 6.5, Novell Open Enterprise Server (OES 2) en de Novell Client 4.91 SP4 en SP5. A.2 Schema MiniTester 2.11 bestaat uit de volgende modules: LocalServer (LocalAgent en datamap) TestCenter TestManager De LocalServer (LocalAgent) maakt gebruik van een Windows service die geïnstalleerd moet worden op een Windows platform. De datamap kan op de Novell (Netware 6.5 of OES2) server elders op het schoolnetwerk worden geplaatst. U geeft de locatie van de datamap aan bij de installatie van de LocalServer (paragraaf 4.2.2) Belangrijk is dat de server waarop de datamap zich bevindt, voorzien is van automatische back-up voorzieningen. Installatiehandleiding systeembeheerder MiniTester /41
35 A.3 Authenticatie De Windows service (LocalServer) dient middels authenticatie de datamap op de Novell Server te kunnen benaderen. Er zijn meerdere manieren om een Novell omgeving te configureren met betrekking tot authenticatie. De meest voorkomende configuratie is die waarbij de authenticatie wordt uitgevoerd door een Novell Client. Afgelopen examenjaar is gebleken dat de authenticatie wordt geweigerd bij een Windows service als de Novell Client 4.91 SP4 wordt gebruikt. Als gevolg van een bug in de Novell Client 4.91 SP4 wordt authenticatie tussen de LocalServer en de datamap op de Novell Server onjuist afgehandeld. De LocalServer zal daardoor geen toegang kunnen krijgen tot de datamap. Voor de Novell Client 4.91 SP4 is een patch verschenen die deze bug herstelt waardoor bij een Windows service authenticatie door de Novell Client 4.91 SP4 toch mogelijk is. Novell Client 4.91 SP5 kan zonder patch gebruikt worden. Hieronder wordt aangegeven met welke Novell Client de communicatie (authenticatie) tussen de Windows service op de Windows server en de datamap op een Novell server gerealiseerd kan worden. Vervolgens wordt ingegaan op de configuratie van LocalServer (Windows server en Windows service). A.4 Novell Client (4.91 SP4 / SP5) De communicatie tussen de Windows service (LocalServer) op de Windows server en de datamap op een Novell server kan gerealiseerd kan worden met Novell Client MiniTester werkt zowel met SP4 als SP5. Mocht u niet de nieuwste versie van Novell Client 4.91 gebruiken (SP5), dan kan MiniTester 2.11 alleen werken door een patch te installeren. Verder zijn de stappen voor beide versies gelijk. A.4.1 Installatie met NMAS Om de communicatie tussen de LocalServer en de datamap op de Novell server mogelijk te maken, moet de Novell Client 4.91 geïnstalleerd worden op de Windows server. De Novell Client 4.91 moet geïnstalleerd zijn met de NMAS (Novell Modular Authentication Service) client. NMAS dient op de Windows server geïnstalleerd te worden tijdens de installatie van de Novell client NMAS kunt u tijdens de installatie van de Novell client 4.91 als optie aanvinken. Wij raden u aan een Novell client zonder NMAS eerst te deïnstalleren. Zonder de installatie van NMAS kan de LocalServer geen toegang verkrijgen tot de datamap op de Novell Server. Deïnstalleer de Novell Client indien deze is geïnstalleerd zonder NMAS client. Installeer de Novell Client 4.91 met de NMAS client. Installatiehandleiding systeembeheerder MiniTester /41
36 A.1.2 Patch 491psp4_login_5.zip Sla onderstaande aanwijzingen over als u gebruik maakt van SP5 voor Novell Client De patch is in dat geval niet nodig. Na installatie met de Novell Client 4.91 SP4 zal de LocalServer zich proberen te authenticeren bij de Novell Server. Als gevolg van een bug in de Novell client 4.91 SP4 wordt authenticatie tussen de LocalServer en de datamap op de Novell Server onjuist afgehandeld. De LocalServer zal daardoor geen toegang kunnen krijgen tot de datamap. Deze bug is verholpen in een patch voor de Novell client 4.91 SP4. Deze patch 491psp4_login_5.zip kan gedownload worden vanaf Download het bestand 491psp4_login_5.zip vanaf Installeer de patch 491psp4_login_5.zip. A.5 LocalServer Aan de hand van de volgende paragrafen past u de Windows server en de Windows service van de LocalServer aan zodat er communicatie kan plaatsvinden met de datamap via de Novell client. A.5.1 Gebruikersaccount Maak op de Windows server èn op de Novell server een gebruikersaccount aan met identieke gebruikersnaam en wachtwoord (let op: deze is hoofdlettergevoelig). Geef dit gebruikersaccount rechten tot volledig beheer op de datamap van de LocalServer. Op de Windows server hoeft geen Windows gebruikersaccount te worden aangemaakt als er gewerkt wordt met ZENworks en Dynamic Local User policies. In dat geval wordt automatisch een Windows gebruikersaccount aangemaakt. A.5.2 Installatie LocalServer Installeer de LocalServer volgens aanwijzingen in paragraaf 4.2. U installeert de LocalServer op de Windows server waarop ook Novell Client 4.91 is geïnstalleerd. De LocalServer maakt gebruik van een Windows service LocalServer MiniTester 2.11B en een Agent die zichtbaar is in de system tray, rechtsonder in het beeldscherm naast de klok. De Windows service maakt standaard gebruik van het account van de beheerder die de Windows service (LocalServer) heeft geïnstalleerd. Doordat deze standaard gebruiker niet de juiste gebruiker is voor de Novell installatie toont de LocalAgent (fout)meldingen na de installatie, rechtsonder in het beeldscherm. De service kan namelijk niet gestart worden. Negeer deze meldingen. U stelt de service in met het gebruikersaccount dat u eerder heeft aangemaakt. (paragraaf A.5.1) Installatiehandleiding systeembeheerder MiniTester /41
37 Voer uit voorzorg de volgende acties uit om de LocalServer te stoppen. Hierna kunnen de instellingen van de service gewijzigd worden. Stop de LocalServer service LocalServer MiniTester 2.11 via: Start Uitvoeren Services.msc. Sluit de LocalAgent af: klik met de rechter muisknop op het icoon in de system tray en kies close agent. A.5.3 Account LocalServer De LocalServer wordt automatisch gestart onder het lokale systeemaccount van de Windows server. Deze heeft geen toegang tot de datamap op de Novell server. Het gebruikersaccount waaronder de LocalServer wordt gestart, past u als volgt aan: Klik op Start Uitvoeren Services.msc. Vraag de eigenschappen op van LocalServer MiniTester Kies het tabblad Aanmelden. Installatiehandleiding systeembeheerder MiniTester /41
38 Selecteer de optie 'Dit account'. Vul het gebruikersaccount in dat u eerder heeft aangemaakt (hoofdstuk A.5.1). Het gebruikersaccount dat u eerder heeft aangemaakt, moet via de LocalServer door poort 443 kunnen communiceren naar de GlobalServer. Afhankelijk van de instellingen op uw infrastructuur kan er authenticatie op gebruikersniveau plaats vinden. Zorg in dit geval dat het gebruikersaccount, waaronder u de LocalServer laat starten, voldoende rechten heeft om te mogen communiceren met de GlobalServer. A.5.4 Handmatig starten Bij de installatie van de LocalServer met de datamap op een Windows server zal na een herstart van de Windows server de LocalServer automatisch starten. Bij de installatie van de LocalServer met de datamap op een Novell server kan de LocalServer niet automatisch gestart worden. Na een herstart van de Windows server zal de LocalServer zich willen authentiseren via de Novell client om toegang te verkrijgen tot de datamap. Doordat de Novell client nog niet (volledig) is aangemeld, kan de authenticatie niet worden uitgevoerd. Het gevolg hiervan is dat de LocalServer niet meer gestart kan worden. Ook niet door een handmatige start door een systeembeheerder. We raden u aan de Windows server (LocalServer) continue aan laten staan, zodat een handmatige herstart van de Windows service wordt voorkomen. Bij authenticatie met een Novell client moet het automatisch starten van de LocalServer worden aangepast in handmatig starten. U kunt de LocalServer dan starten met de snelkoppeling van de LocalAgent. Na een herstart van de Windows server moet er altijd door een gebruiker/systeembeheerder worden aangemeld op de Windows server om de LocalAgent te kunnen starten. In de twee onderstaande paragrafen wordt beschreven hoe het automatisch starten van de LocalServer kan worden aangepast in handmatig starten. MSConfig De instelling voor het automatisch opstarten van service kunt u als volgt wijzigen: Klik op Start Uitvoeren MsConfig. Selecteer het tabblad Opstarten. Haal het vinkje weg bij Item voor opstarten Cito - Opdracht C:\Program Files\LocalServer MiniTester Klik op OK Installatiehandleiding systeembeheerder MiniTester /41
Installatiehandleiding voor de systeembeheerder. ExamenTester 2.11
Installatiehandleiding voor de systeembeheerder EamenTester 2.11 ICTeamenhelpdesk Het gebruik van EamenTester 2.11 bij de eamens wordt ondersteund door de ICTeamenhelpdesk. Informatie over de bereikbaarheid
Nadere informatieICT-helpdesk. Telefoon rechtstreeks: 026 352 52 52 e-mail ICTBB@cito.nl
Installatiehandleiding voor de systeembeheerder EamenTester MBO 2.9.8 ICThelpdesk Telefoon rechtstreeks: 026 352 52 52 email ICTBB@cito.nl Stichting Cito Instituut voor Toetsontwikkeling Arnhem (2011)
Nadere informatieVerkorte Installatiehandleiding ExamenTester MBO 2.11
Verkorte Installatiehandleiding ExamenTester MBO 2.11 ExamenTester MBO 2.11.14 Setup.exe Verkorte Installatiehandleiding ExamenTester MBO 2.11 1 1. Inleiding Deze handleiding is bedoeld om de huidige LocalServer
Nadere informatieICT-helpdesk Telefoon rechtstreeks:
Releasenotes ExamenTester MBO 2.11.14 ICT-helpdesk Telefoon rechtstreeks: 026 352 52 52 e-mail: ICTBB@cito.nl Stichting Cito Instituut voor Toetsontwikkeling Arnhem (2014) Niets uit dit werk mag zonder
Nadere informatieGebruikershandleiding voor de examensecretaris en de docent/examinator. MiniTester 2.11
Gebruikershandleiding voor de examensecretaris en de docent/examinator MiniTester 2.11 ICT-examenhelpdesk Het gebruik van MiniTester 2.11 bij de examens wordt ondersteund door de ICT-examenhelpdesk. Informatie
Nadere informatieInstallatie- en gebruikshandleiding Risicoverevening. 11 april 2007 ZorgTTP
Installatie- en gebruikshandleiding Risicoverevening 11 april 2007 ZorgTTP Inleiding In het kader van Risicoverevening wordt gepseudonimiseerd informatie aangeleverd aan het College voor Zorgverzekeringen
Nadere informatieNieuwe Installatie/Factuur2King 2.1 MU bijwerken
Nieuwe Installatie/Factuur2King 2.1 MU bijwerken Volg de onderstaande stappen om Factuur2King 2.1 MU te installeren of een bestaande installatie bij te werken. Werkt u op dit moment nog met Factuur2King
Nadere informatieGebruikershandleiding docent/corrector. ExamenTester 2.11
Gebruikershandleiding docent/corrector ExamenTester 2.11 ICT-examenhelpdesk Het gebruik van ExamenTester 2.11 bij de examens wordt ondersteund door de ICT-examenhelpdesk. Informatie over de bereikbaarheid
Nadere informatieHandleiding installatie Rental Dynamics
Handleiding installatie Rental Dynamics Versie: 1.1 Datum: 9 januari 2015 1. Inleiding Deze handleiding beschrijft de procedure voor de installatie van Rental Dynamics en de benodigde software. In hoofdstuk
Nadere informatieInstallatiehandleiding TiC Narrow Casting Manager
Installatiehandleiding TiC Narrow Casting Manager Inhoudsopgave 1. Algemeen - 3-2. Installatie PostgreSQL database server - 4-3. Installatie FTP server - 9-4. Aanmaken account in FileZilla server - 13
Nadere informatieHandleiding Installatie en Gebruik Privacy- en Verzend Module Stichting Farmaceutische Kengetallen
Handleiding Installatie en Gebruik Privacy- en Verzend Module Stichting Farmaceutische Kengetallen Uitgebracht door : ZorgTTP Referentie : Handleiding installatie en gebruik Privacy- en Verzend Module
Nadere informatieHandleiding Opslag Online Client voor Windows. Versie maart 2015
Handleiding Opslag Online Client voor Windows Versie maart 2015 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1. Inleiding 3 Hoofdstuk 2. Installatie 4 2.1 Systeemeisen 4 2.2 Downloaden van de software 4 2.3 Installeren van
Nadere informatieNieuwe Installatie/Factuur2King bijwerken
Nieuwe Installatie/Factuur2King bijwerken Volg de onderstaande stappen om een nieuwe versie van Factuur2King 2.1 te installeren of een bestaande installatie bij te werken. 1. Uitpakken zipbestanden Pak
Nadere informatieHandleiding. Opslag Online. voor Windows. Versie februari 2014
Handleiding Opslag Online voor Windows Versie februari 2014 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1. Inleiding 3 Hoofdstuk 2. Installatie 4 2.1 Systeemeisen 4 2.2 Downloaden van software 4 2.3 Installeren van de software
Nadere informatieFactuur2King 2.1 installeren (ook bij upgrades)
Factuur2King 2.1 installeren (ook bij upgrades) Pak het Factuur2King.zip bestand uit en plaats de bestanden op de gewenste locatie op de PC (de locatie maakt niet uit). Controleer dat de volgende twee
Nadere informatiecbox UW BESTANDEN GAAN MOBIEL! VOOR LAPTOPS EN DESKTOPS MET WINDOWS PRO GEBRUIKERSHANDLEIDING
cbox UW BESTANDEN GAAN MOBIEL! VOOR LAPTOPS EN DESKTOPS MET WINDOWS PRO GEBRUIKERSHANDLEIDING Inleiding cbox is een applicatie die u eenvoudig op uw computer kunt installeren. Na installatie wordt in de
Nadere informatieNieuwe Installatie/Factuur2King 2.2 MU bijwerken
Nieuwe Installatie/Factuur2King 2.2 MU bijwerken Volg de onderstaande stappen om Factuur2King 2.2 MU te installeren of een bestaande installatie bij te werken. Factuur2King 2.2 maakt een wijzing in de
Nadere informatieInstallatiehandleiding. Facto minifmis
Installatiehandleiding Facto minifmis 1. Installatie Facto MiniFMIS 1.1 Achtergrond Facto MiniFMIS biedt facilitaire organisaties een eenvoudige en gebruikersvriendelijke hulpmiddel bij het uitvoeren van
Nadere informatieOpenVPN Client Installatie
OpenVPN Client Installatie Windows Vista, Windows 7 Auteurs: Sven Dohmen Laatste wijziging: 23-09-2013 Laatst gewijzigd door: Sven Dohmen Versie: 2.4 Inhoud Ondersteuning... 3 Troubleshooting... 4 Windows
Nadere informatieInstallatie- en gebruikshandleiding Privacy & Verzend Module ten behoeve van Risicoverevening (RVE) & Genees- en hulpmiddelen Informatie Project (GIP)
Installatie- en gebruikshandleiding Privacy & Verzend Module ten behoeve van Risicoverevening (RVE) & Genees- en hulpmiddelen Informatie Project (GIP) Mei 2009 ZorgTTP E-mail servicedesk@zorgttp.nl Tel.
Nadere informatieHandleiding Migratie. Bronboek Professional
Handleiding Migratie Bronboek Professional Laatste wijziging: 25/02/2015 Inhoudsopgave Controles en acties vooraf pag. 1 Installatie en configuratie Microsoft SQL met de Bronboek Helpdesk Tool pag. 3 Migratie
Nadere informatieInstallatiehandleiding Easy-Car
Installatiehandleiding Easy-Car 1. Na het downloaden van het Easy-Car Setup programma voert u deze Setup uit (uitvoeren = dubbelklikken op de icoon). 2. Indien blijkt dat de versie van Microsoft.NET Framework
Nadere informatieHandleiding Sportlink Club
Handleiding Sportlink Club Dit document is automatisch gegenereerd. We raden u aan de handleiding online te raadplegen via www.sportlinkclub.nl/support. 1. Installatiehandleiding.........................................................................................
Nadere informatieGebruikershandleiding toetsleider. ExamenTester MBO 2.9.8
Gebruikershandleiding toetsleider EamenTester MBO 2.9.8 ICThelpdesk Telefoon rechtstreeks: 026 352 52 52 email ICTBB@cito.nl Stichting Cito Instituut voor Toetsontwikkeling Arnhem (2011) Niets uit dit
Nadere informatieWat te doen na de aanschaf van:
Wat te doen na de aanschaf van: - Een nieuw werkstation - Een nieuwe server Inhoud Inleiding... 2 De juiste werkomgeving... 2 Eén computer, één gebruiker... 2 De database op een server en één of meerdere
Nadere informatieInstallatie King Task Centre
Installatie King Task Centre In deze handleiding wordt beschreven hoe u het King Task Centre moet installeren. Deze handleiding geldt voor zowel een nieuwe installatie, als voor een upgrade van een bestaande
Nadere informatieHandleiding Standalone-installatie NIEUWE DIAS-VERSIES OP WINDOWS PC
Handleiding Standalone-installatie NIEUWE DIAS-VERSIES OP WINDOWS PC Oktober 2015 Hoofdstuk 1, Standalone-installatie nieuwe Dias versie op Windows PC Inhoud 1 Standalone-installatie nieuwe Dias versie
Nadere informatieOpenVPN Client Installatie
OpenVPN Client Installatie Windows 8 Auteurs: Sven Dohmen Laatste wijziging: 23-09-2013 Laatst gewijzigd door: Sven Dohmen Versie: 2.4 Inhoud Ondersteuning... 3 Troubleshooting... 4 Windows 8... 5 Benodigdheden...
Nadere informatieUpgrade Web Client met ESS naar 3.5.0
Upgrade Web Client met ESS naar 3.5.0 I Upgrade Web Client met ESS naar 3.5.0 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Upgrade Web Client met ESS naar versie 3.5.0 1 1.1 Stap... 0 - Voorbereidingen 1 1.2 Stap... 1 -
Nadere informatieInstallatiehandleiding Queen 5
Inhoud 1. INLEIDING... 2 Aandachtspunten bij installatie onder Windows Vista /7/8(.1)/10/Windows Server 2008... 2 Aandachtspunten bij installatie onder Windows 7... 2 2. NIEUWE INSTALLATIE... 2 3. INVOEREN
Nadere informatieInstallatiehandleiding FWG 3.0/2011-2012. Stand-alone / Netwerkversie. Nieuwe Installatie van FWG 3.0/2011-2012 met een MS Access database
Installatiehandleiding FWG 3.0/2011-2012 Stand-alone / Netwerkversie Nieuwe Installatie van FWG 3.0/2011-2012 met een MS Access database Wij willen u er op wijzen dat ons systeem FWG3.0 Cd-rom versie dit
Nadere informatieInstallatie PlanCare Dossier educatief
Installatie PlanCare Dossier educatief Verwijder eerst de voorgaande versie(s) van PlanCare educatief met behulp van het Windows Configuratiescherm. De nieuwe software wordt aan licentiehouders ter beschikking
Nadere informatieRabo CORPORATE CONNECT. Certificaatvernieuwing
Rabo CORPORATE CONNECT Certificaatvernieuwing Inhoud 1 INLEIDING... 3 2 SYSTEEMVEREISTEN... 4 3 CERTIFICAAT VERNIEUWEN... 6 4 TROUBLESHOOTING... 8 5 ONDERSTEUNING EN SERVICE... 9 BIJLAGE 1 INSTALLATIE
Nadere informatieHandleiding Installatie Civiel 8
Handleiding Installatie Civiel 8 Met behulp van het stappenplan (pagina 2-5) kunt u de upgrade van Civiel 7 naar Civiel 8 correct uitvoeren. U dient drie verschillende bestanden te installeren: 1. Civiel
Nadere informatieBack-up Online van KPN Handleiding Mac OS X 10.6 en hoger. Mac OS X Client built 2013 13.0.0.13196
Back-up Online van KPN Handleiding Mac OS X 10.6 en hoger Mac OS X Client built 2013 13.0.0.13196 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 3 1.1 Systeemeisen... 3 2 Installatie... 4 3 Back-up Online configureren...
Nadere informatieINSTALLATIE VAN KING 5.50 IN EEN WINDOWS-NETWERK
INSTALLATIE VAN KING 5.50 IN EEN WINDOWS-NETWERK Dit document beschrijft de installatie van King in een Windows-netwerk. Bij de netwerk-installatie staan de King-administraties op het netwerk (server)
Nadere informatieHandleiding Back-up Online Mac Versie april 2017
Handleiding Back-up Online Mac Versie april 2017 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1. Inleiding 3 1.1 Dashboardmail 3 Hoofdstuk 2. Installatie 4 2.1 Installatieprocedure vanuit de installatiemail: Installatie van
Nadere informatieHoe download en installeer ik de software 15.2? Lees voordat u begint dit document volledig door en sluit alle programma s af.
Hoe download en installeer ik de software 15.2? Lees voordat u begint dit document volledig door en sluit alle programma s af. Let op! Als u nog offertes hebt opgeslagen in CBS 14.2, kunt u deze alleen
Nadere informatieHandleiding installatie Visual Rental Dynamics
Handleiding installatie Visual Rental Dynamics Versie: 1.4 Datum: 10 oktober 2017 1. Inleiding Deze handleiding beschrijft de procedure voor de installatie van Visual Rental Dynamics en de benodigde software.
Nadere informatieHANDLEIDING Installatie TESTS 2012
HANDLEIDING Installatie TESTS 2012 INHOUDSOPGAVE: Algemeen:... 2 Installatie instructies voor stand-alone computer.. 2 Uitsluitend voor netwerk-installatie.. 6 Client installatie deel 1... 6 Deel 2 netwerkinstallatie:
Nadere informatieServicedocument (versie 3) ExamenTester MBO 2.10
Servicedocument (versie 3) ExamenTester MBO 2.10 ICT-helpdesk Telefoon rechtstreeks: 026 352 52 52 e-mail ICTBB@cito.nl Stichting Cito Instituut voor Toetsontwikkeling Arnhem (2012) Niets uit dit werk
Nadere informatieBRIGHT-NET INSTALLATIE HANDLEIDING
BRIGHT-NET INSTALLATIE HANDLEIDING JOS VAN DER SANDEN VERSIE 0.7 24 NOV 2015 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding... 4 2. Server... 5 2.1 Installatie.NET op Windows Server... 5 2.2 Installatie BRIGHT-Net Server...
Nadere informatie(2) Handleiding Computer Configuratie voor USB ADSL modem
(2) Handleiding Computer Configuratie voor USB ADSL modem Raadpleeg eerst de Quick-Start Guide voor het installeren van uw DSL-aansluiting voordat u deze handleiding leest. Versie 30-08-02 Handleiding
Nadere informatieInternet Veiligheidspakket van KPN Handleiding Windows XP, Vista, 7,8 Versie 13.04.19
Internet Veiligheidspakket van KPN Handleiding Windows XP, Vista, 7,8 Versie 13.04.19 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 3 2 Systeemeisen... 4 3 Installatie... 5 4 Gebruik en instellingen... 12 4.1 Algemeen...
Nadere informatieVIVA2.0. Opstarten. VIVA2.0 Opstart instructie
Opstarten VIVA2.0 VIVA2.0 Opstart instructie CORILUS BV - PELMOLEN 20-3994 XZ HOUTEN - T 0031 (0)30 634 72 50 - F: 0031 (0)30 606 78 71 - info@corilus.nl - www.corilus.nl Voorwoord Beste Viva gebruiker,
Nadere informatieSCENARIO ADVIES INSTALLATIEHANDLEIDING. Versie 1.3
SCENARIO ADVIES INSTALLATIEHANDLEIDING Versie 1.3 1 Handleiding Installatie Scenario Advies... 1 2 Voorbereiding installatie Scenario Advies... 1 2.1 Downloaden programmatuur... 2 3 Serverinstallatie Scenario
Nadere informatieHandleiding: MRJ Online Back-up versie 1.0
Handleiding: MRJ Online Back-up versie 1.0 Inhoudsopgave. Over deze handleiding.... 3 Inleiding... 4 1. Installatie Windows XP/Vista/7/2000/2003 of 2008... 5 2. Backupset maken... 11 3. Extra Backupset
Nadere informatieHandleiding Installatie en Gebruik Privacy -en Verzend Module Netwerk Acute Zorg Zwolle
Handleiding Installatie en Gebruik Privacy -en Verzend Module Netwerk Acute Zorg Zwolle Uitgebracht door: ZorgTTP Referentie: 20150408 Handleiding Installatie en gebruik PVM Netwerk Acute Zorg Zwolle.docx
Nadere informatieRemote Back-up Personal
handleiding Remote Back-up Personal Versie 4 1 INLEIDING... 3 1.1 SYSTEEMEISEN... 3 1.2 BELANGRIJKSTE FUNCTIES... 3 2 INSTALLATIE BACK-UP MANAGER... 4 2.1 VOLLEDIGE DATA BESCHIKBAARHEID IN 3 STAPPEN...
Nadere informatieInstallatie. NB: de software wordt in principe altijd lokaal geïnstalleerd.
Installatie VR-plus bestaat eigenlijk uit twee gedeelten: 1. de database: deze bevat de vestigingsgegevens. 2. de software: dit programma is de schil om de database heen en stelt de gebruiker in staat
Nadere informatieHandleiding Back-up Online
Handleiding Back-up Online April 2015 2015 Copyright KPN Zakelijke Markt Alle rechten voorbehouden. Zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van KPN Zakelijke Markt mag niets uit dit document worden
Nadere informatieInstallatie Handleiding voor: TiC Narrow Casting Certified. System Integrators
Installatie Handleiding voor: TiC Narrow Casting Certified System Integrators Installatiehandleiding TiC Narrow Casting Manager Inhoudsopgave 1. Algemeen - 3-2. Installatie PostgreSQL database server -
Nadere informatieInstallatie Handleiding voor: TiC Narrow Casting Certified. System Integrators
Installatie Handleiding voor: TiC Narrow Casting Certified System Integrators Installatiehandleiding TiC Narrow Casting Manager Inhoudsopgave 1. Algemeen - 3-2. Installatie PostgreSQL database server -
Nadere informatieINSTALLATIE VAN KING 5.50 STAND ALONE
INSTALLATIE VAN KING 5.50 STAND ALONE Dit document beschrijft de installatie van King stand alone. Dat wil zeggen: u werkt single user en zowel programmatuur als administraties staan op dezelfde computer.
Nadere informatieIn dit artikel zal ik u uitleggen hoe u rechtstreeks vanuit Troublefree Retail kan afdrukken
Auteur: Evert-Jan Steenvoorden Datum: 24-06-2015 Printers configureren In dit artikel zal ik u uitleggen hoe u rechtstreeks vanuit Troublefree Retail kan afdrukken Wat heb je nodig Om rechtstreeks af te
Nadere informatieInstallatie Remote Backup
Juni 2015 Versie 1.2 Auteur : E.C.A. Mouws Pagina 1 Inhoudsopgave BusinessConnect Remote Backup... 3 Kenmerken... 3 Beperkingen... 3 Gebruik op meerdere systemen... 3 Systeemeisen... 4 Support... 4 Installatie...
Nadere informatieCloud2 Online Backup - CrashplanPRO
Cloud2 Online Backup - CrashplanPRO Handleiding- CrashplanPRO - Online Backup Download de clients hier: Windows 32- bit: http://content.cloud2.nl/downloads/back01- cra.backupnoc.nl/crashplan_x86.exe Windows
Nadere informatieSYSTEEMEISEN EN VX COMPONENTEN INSTALLATIE. Versie Status Datum Auteur Opmerking 1.0 Definitief 14-3-2012 Servicedesk
SYSTEEMEISEN EN VX COMPONENTEN INSTALLATIE Versie Status Datum Auteur Opmerking 1.0 Definitief 14-3-2012 Servicedesk INHOUDSOPGAVE 1 SYSTEEMEISEN VOOR HET INSTALLEREN EN WERKEN MET VERZUIMXPERT... 3 2
Nadere informatieInstallatie Mplus Touch Screen Kassa
Installatie Mplus Touch Screen Kassa Deze handleiding beschrijft de installatie van Mplus Touch Screen Kassa en de installatie van Mplus Touch Screen Kassa Update. Index Hoofdstuk 1 - Downloaden van de
Nadere informatieSnelstartgids PVM ZorgTTP
Snelstartgids PVM ZorgTTP Uitgebracht door: ZorgTTP Referentie: Snelstartgids PVM ZorgTTP Datum: 09-10-2018 Versie: 1.2 1 Doel van dit document In dit document wordt kort en bondig aangegeven welke stappen
Nadere informatieBASIS HANDLEIDING CLOUD ASSISTENT
BASIS HANDLEIDING CLOUD ASSISTENT 2018 web2work Pagina 1 van 8 Inhoudsopgave 1. Installatie... 3 2. Instellingen... 5 3. Problemen/oplossingen... 7 2018 web2work Pagina 2 van 8 1. Installatie In dit hoofdstuk
Nadere informatieBRIGHT-NET INSTALLATIE HANDLEIDING
BRIGHT-NET INSTALLATIE HANDLEIDING JOS VAN DER SANDEN VERSIE 0.10 29 DEC 2015 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding... 4 2. Server... 5 2.1 Installatie... 5 2.2 Configuratie... 9 2.3 Waarschuwingen... 9 2.4 Beschikbaarheid
Nadere informatieNieuwe Installatie/Factuur2King bijwerken
Nieuwe Installatie/Factuur2King bijwerken Volg de onderstaande stappen om een nieuwe versie van Factuur2King 2.1 te installeren of een bestaande installatie bij te werken. 1. Uitpakken zipbestanden Pak
Nadere informatieLandelijk Indicatie Protocol (LIP)
Handleiding Landelijk Indicatie Protocol programma pagina 1 of 18 Landelijk Indicatie Protocol (LIP) Welkom bij LIP Lip is ontstaan uit een toegevoegde module aan het kraamzorg administratie pakket van
Nadere informatieSnelstartgids PVM UCP 2.0
Snelstartgids PVM UCP 2.0 Uitgebracht door: ZorgTTP Referentie: Snelstartgids PVM ZorgTTP Datum: 20-05-2019 Versie: 2.0 1 Doel van dit document In dit document wordt kort en bondig aangegeven welke stappen
Nadere informatieDuboCalc 4.0. Installatie instructie
DuboCalc 4.0 Installatie instructie Inhoudsopgave 1 Inleiding... 2 2 Verwijderen bestaande installaties... 3 3 Installatie DuboCalc Project... 4 4 Foutmeldingen... 8 1 DuboCalc Project 2.2 Installatie
Nadere informatieHandleiding Back-up Online Windows Versie april 2014
Handleiding Back-up Online Windows Versie april 2014 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1. Inleiding 3 Hoofdstuk 2. Installatie 4 2.1 Installatie procedure vanuit de installatie-email 4 2.2 Installatie procedure
Nadere informatieZIEZO Remote Back-up Personal
handleiding ZIEZO Remote Back-up Personal Versie 4 1 INLEIDING... 3 1.1 SYSTEEMEISEN... 3 1.2 BELANGRIJKSTE FUNCTIES... 3 2 INSTALLATIE BACK-UP MANAGER... 4 2.1 VOLLEDIGE DATA BESCHIKBAARHEID IN 3 STAPPEN...
Nadere informatieHandleiding Online Boekhouden
Handleiding Online Boekhouden Het online boekhoudprogramma kan gestart worden op de site van Horeca Boekhouden.nl (http://www.horecaboekhouden.nl/fin_administratie.php). Om verbinding te maken, moet op
Nadere informatieHandleiding Internet Veiligheidspakket Windows & Mac Versie april 2014
Handleiding Internet Veiligheidspakket Windows & Mac Versie april 2014 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1. Inleiding 3 Hoofdstuk 2. Bestellen van het Internet Veiligheidspakket 4 Hoofdstuk 3. Installatie 9 3.1
Nadere informatieHandleiding voor snelle installatie
Handleiding voor snelle installatie ESET NOD32 Antivirus v3.0 ESET NOD32 Antivirus biedt de beste beveiliging voor uw computer tegen kwaadaardige code. Gebouwd met de ThreatSense scanmachine, die geïntroduceerd
Nadere informatieInstallatie Handleiding Alimentatie Rekendisk. 2011 Sdu Uitgeverij / A. Koppenaal
Installatie Handleiding Alimentatie Rekendisk / A. Koppenaal I Installatie Handleiding Alimentatie Rekendisk Inhoudsopgave A Inleiding 1 B Installatie 2 C Troubleshoot 4 1 Melding:... Kan database niet
Nadere informatieBoutronic. MSSQL Express server voor Log functie. >> Installatie handleiding << 2 april 2012, versie 1.0d
Boutronic MSSQL Express server voor Log functie >> Installatie handleiding
Nadere informatieInstallatie SQL: Server 2008R2
Installatie SQL: Server 2008R2 Download de SQL Server 2008.exe van onze site: www.2work.nl Ga naar het tabblad: Downloads en meld aan met: klant2work en als wachtwoord: xs4customer Let op! Indien u een
Nadere informatieINSTALLATIE VAN QUEEN 5.42
INSTALLATIE VAN QUEEN 5.42 Dit document beschrijft de installatie van King. Onderstaande procedure voert u uit op de computer waarop u met Queen wilt gaan werken. Aandachtspunten bij installatie onder
Nadere informatieInstallatie handleiding Reinder.NET.Optac
Installatie handleiding Reinder.NET.Optac Versie : 2012.1.0.1 Inhoudsopgave 1 Systeemvereisten... 2 2 Pincode... 2 3 Licentie... 2 4 Installatie... 2 5 Eerste gebruik... 4 Titel Pagina 1 van 6 23-1-2012
Nadere informatieInstallatiehandleiding
Installatiehandleiding AAN DE SLAG MET INTRAMED November 2017 INSTALLATIEHANDLEIDING 2 Hulp nodig? Ondanks dat we met zorg deze handleiding hebben samengesteld, is het mogelijk dat je vragen hebt over
Nadere informatieInstallatiehandleiding Windows XP / Vista / Windows 7
Installatiehandleiding Windows XP / Vista / Windows 7 Versie 1.4 Datum 11 januari 2011 Status definitief Inhoud 1 Downloaden installatiebestand 3 2 SafeSign installeren 4 3 Certificaten toevoegen aan de
Nadere informatieINSTALLATIE VAN KING 5.45 STAND ALONE
INSTALLATIE VAN KING 5.45 STAND ALONE Dit document beschrijft de installatie van King stand alone. Dat wil zeggen: u werkt single user en zowel programmatuur als administraties staan op dezelfde computer.
Nadere informatieUpgrade Accowin van versie 1 naar versie 2
Upgrade Accowin van versie 1 naar versie 2 Versie 2.0.2 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 2 2. AccowinUpgrade uitvoeren... 2 2.1 Taalkeuze... 2 2.2 Belangrijke opmerking... 2 2.3 Selecteren map waarin de huidige
Nadere informatieINSTALLATIE VAN QUEEN 5.48
INSTALLATIE VAN QUEEN 5.48 Dit document beschrijft de installatie van Queen. Onderstaande procedure voert u uit op de computer waarop u met Queen wilt gaan werken. Aandachtspunten bij installatie onder
Nadere informatieINSTALLATIEHANDLEIDING
INSTALLATIEHANDLEIDING Update van uw Mamut programma EEN GEDETAILLEERDE STAP-VOOR-STAP BESCHRIJVING VAN HOE U EEN UPDATE KUNT MAKEN VAN UW MAMUT BUSINESS SOFTWARE PROGRAMMA (VAN VERSIE 9.0 OF NIEUWER).
Nadere informatieGebruikershandleiding examensecretaris. ExamenTester 2.11
Gebruikershandleiding eamensecretaris EamenTester 2.11 ICTeamenhelpdesk Het gebruik van EamenTester 2.11 bij de eamens wordt ondersteund door de ICTeamenhelpdesk. Informatie over de bereikbaarheid en openingstijden
Nadere informatieDownloaden beveiligingscertificaat BRON Voor Windows versies vanaf Windows Vista
BRON Voor Windows versies vanaf Windows Vista DUO 137a/Versie 0.6 26 juni 2014 Inhoud 1. INLEIDING 3 2. VOORBEREIDING 4 3. DOWNLOADEN VAN HET BEVEILIGINGSCERTIFICAAT 5 3.1 TOEVOEGEN WEBSITE IB-GROEP.NL
Nadere informatieINSTALLATIE VAN QUEEN 5.45
INSTALLATIE VAN QUEEN 5.45 Dit document beschrijft de installatie van Queen. Onderstaande procedure voert u uit op de computer waarop u met Queen wilt gaan werken. Aandachtspunten bij installatie onder
Nadere informatieInstallatiehandleiding SCENARIO ADVIES. Oktober Versie 1.3
Installatiehandleiding SCENARIO ADVIES Oktober 2015 Versie 1.3 Hoofdstuk 1, Installatiehandleiding Scenario Advies Inhoud 1 Installatiehandleiding Scenario Advies... 1 2 Voorbereiding installatie Scenario
Nadere informatieOrganisationConnect your webbased telephone center
Dit is de handleiding voor de Windows client voor OrganisationConnect versie 2.1. [1/10] Voys Telcom Inhoudsopgave 1 Het installeren/upgraden van de OrganisationConnect Windows client... 3 2 Het starten
Nadere informatieUpgrade naar People Inc 3.5.0
I Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 1 1.1 Installeren... van de upgrade 2 1.2 Uitvoeren... van de upgrade 5 1.3 Installatie... Applicatie Server 9 1.4 Installatie... Gebruikers programma's 15 1.5 Afronding...
Nadere informatieOpenVPN Client Installatie
OpenVPN Client Installatie Windows XP Auteurs: Sven Dohmen Laatste wijziging: 23-09-2013 Laatst gewijzigd door: Sven Dohmen Versie: 2.4 Inhoud Ondersteuning... 3 Troubleshooting... 4 Windows XP... 5 Benodigdheden...
Nadere informatieOpenVPN voor Windows XP en Windows Vista
OpenVPN voor Windows XP en Windows Vista Een VPN (Virtual Private Network) biedt de mogelijkheid om bestanden op de schoolserver via een beveiligde verbinding over het Internet te benaderen. Voorbereiding
Nadere informatieDownloaden beveiligingscertificaat BRON Voor Windows XP en eerdere versies van Windows
BRON Voor Windows XP en eerdere versies van Windows DUO 137/Versie 1.7 26 juni 2014 Inhoud 1. INLEIDING 3 2. VOORBEREIDING 4 3. DOWNLOADEN VAN HET BEVEILIGINGSCERTIFICAAT 5 3.1 DOWNLOADEN MET INTERNET
Nadere informatieInstallatie VTP. versie
Pagina 1 van 15 Installatie VTP versie 2.1108 afdeling pagina Voor u begint. 1 Stap 1: Installeren VTP 2 t/m 5 Stap 2: Instellen VTP 6 t/m 11 Stap 3: Instellen automatische taak 12 t/m 17 Voor u begint:
Nadere informatieGebruikershandleiding E-Zorg Remote Access.
Gebruikershandleiding E-Zorg Remote Access. Inhoud 1) Inleiding Pagina 2 2) Het token Pagina 2 3) De eerste keer inloggen Pagina 2 4) Terminal Sessions Pagina 5 5) Gebruik vanaf Apple of Linux systemen
Nadere informatieMet deze module heeft u de mogelijkheid om gemakkelijk, snel en efficiënt uw documenten als naslag in Unit 4 Multivers te koppelen.
Handleiding Scan+ Introductie Met Scan+ gaat een lang gekoesterde wens voor vele gebruikers van Unit 4 Multivers in vervulling: eenvoudig koppelen van documenten in relatiebeheer of documentmanagement
Nadere informatieHosted Exchange Handleiding
Hosted Exchange Handleiding 1 Inhoud 1. Inleiding... 3 2. Installatie... 4 2.1 Vooraf... 4 2.1.1 Systeemeisen... 4 2.1.2 Firewall... 4 2.1.3 Migratie richtlijnen... 5 2.2 Mobile... 6 2.2.1 ActiveSync instellen...
Nadere informatieINSTALLATIE VAN KING STAND ALONE
INSTALLATIE VAN KING STAND ALONE Dit document beschrijft de installatie van King stand alone. Dat wil zeggen: u werkt single user en zowel programmatuur als administraties staan op dezelfde computer. Alle
Nadere informatie