INHOUDSOPGAVE VOORWOORD... 4 INLEIDING... 4 ALGEMENE BEPALINGEN... 7 DEEL 1 ALGEMEEN DEEL Uitgangspunten van het onderwijs van de HAN

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "INHOUDSOPGAVE VOORWOORD... 4 INLEIDING... 4 ALGEMENE BEPALINGEN... 7 DEEL 1 ALGEMEEN DEEL Uitgangspunten van het onderwijs van de HAN"

Transcriptie

1 Opleidingsstatuut Voor de volledig aan het experiment leeruitkomsten deelnemende deeltijdse en duale Associate degree opleiding Juridisch Medewerker van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. Studiejaar Vastgesteld d.d. 3 juli 2019 Na erratum vastgesteld d.d. 19 december

2 INHOUDSOPGAVE VOORWOORD... 4 INLEIDING... 4 ALGEMENE BEPALINGEN... 7 DEEL 1 ALGEMEEN DEEL Uitgangspunten van het onderwijs van de HAN De opbouw van de opleiding(en) Opleidingsspecifieke informatie Organisatie van de hogeschool Studentenvoorzieningen Jaarrooster De regelingen in Deel 2: doel en korte beschrijving DEEL 2 REGELINGEN BETREFFENDE HET ONDERWIJS EN DE TENTAMENS DEEL 2A KADER OER Associate degree- opleiding Juridisch Medewerker deeltijd/duaal Inleiding Paragraaf 1: Algemene bepalingen Paragraaf 2: Toelating tot de opleiding Paragraaf 3: Opbouw van de opleiding Paragraaf 4: De opleiding Paragraaf 5: Studieadvies Paragraaf 6: Niet van toepassing Paragraaf 7: Tentamens en examens van de opleiding Paragraaf 8: Studiebegeleiding Paragraaf 9: Judicium Abeundi Paragraaf 10: Slotbepalingen DEEL 2B OVERIGE REGELINGEN REGLEMENT EXAMENCOMMISSIE REGELING TENTAMENBUREAU REGLEMENT OPLEIDINGSCOMMISSIE DEEL 3 BESCHRIJVING VAN HET ONDERWIJS Hoofdstuk 1: Curriculumoverzicht deeltijdse/duale Associate degree-opleiding Juridisch Medewerker. 84 Samenstelling opleiding Hoofdstuk 2: Gegevens eenheden van leeruitkomsten Hoofdstuk 3: Gegevens eenheden van leeruitkomsten postpropedeutische fase Hoofdstuk 4: Verkorte programma s

3 Hoofdstuk 5: Gegevens HAN-gecertificeerde minoren en daartoe behorende eenheden van leeruitkomsten Hoofdstuk 6: Opsomming eenheden van leeruitkomsten van Ad-opleiding Juridisch Medewerker naar bachelorgraad opleiding HBO-Rechten DEEL 4 ONDERWIJSARSENAAL BIJLAGE 1 BEGRIPPENLIJST OPLEIDINGSSTATUUT EN STUDENTENSTATUUT

4 VOORWOORD Verschillende varianten van de OER en het OS De opleiding wordt in de deeltijdvariant en de duale variant uitgevoerd. Voor deze variant(en) heeft de opleiding de informatie voor de Onderwijs en ExamenRegeling (OER) en het OpleidingsStatuut (OS) in verschillende documenten beschreven. In dit deel van de OER en het OS wordt de deeltijdvariant en de duale variant beschreven. Pilot flexibel hoger onderwijs Sinds 1 september 2016 participeert de HAN in een door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap gestarte pilot, genaamd de pilot Flexibilisering. Binnen deze pilot bieden de opleidingen van de HAN geen standaard programma s meer aan die iedere student moet volgen. In plaats daarvan hanteren we een benadering die uitgaat van te behalen leeruitkomsten (wat moeten studenten kennen en kunnen aan het eind van hun opleiding; ongeacht waar, hoe en in hoeveel tijd iemand dat leert). Op deze manier ontstaat ruimte om opleidingstrajecten flexibeler en meer op maat in te richten. De HAN sluit hierbij nadrukkelijk aan bij wat studenten al kennen en kunnen en wat dus in hun opleidingstraject niet meer geleerd hoeft te worden, terwijl de kwaliteit en de maatschappelijke waardering van de diploma s even hoog blijft. Om studenten goed te begeleiden tijdens de studie werkt de HAN met studiebegeleiders 1. De studiebegeleiders stellen gedurende de hele opleiding samen met de student vast welke persoonlijke leerroute een student binnen de opleiding kiest en ondersteunen bij het kiezen van de meest geschikte modules voor de leerdoelen. Tijdens de individuele gesprekken die u hebt met de studiebegeleider wordt gesproken over de studievoortgang en de wijze waarop u tijdens uw studie door de docenten en praktijkbegeleiders wordt begeleid. Ook wordt bekeken hoe u aan de verwerving van leeruitkomsten wilt werken, of op welke manier u wellicht kunt aantonen dat u bepaalde leeruitkomsten al beheerst. Meer informatie over bovenstaande kunt u nalezen in Deel 1: Studiegids in paragraaf 1: Uitgangspunten van het onderwijs. Uiteraard kan ook de studiebegeleider van uw opleiding u meer informatie geven over de werkwijze van de opleiding binnen de pilot Flexibilisering. De HAN heeft altijd oog voor continuïteit in het opleidingsaanbod voor studenten. Het feit dat u aan een opleiding studeert die aan een pilot deelneemt, doet hier niets aan af. De pilot Flexibilisering zegt iets over een nieuwe, flexibele aanpak. Een dergelijke ontwikkeling komt vaker voor en is doorgaans zelfs een doorlopend proces, maar de opleiding zelf blijft de stabiele factor. Mocht in uw studieperiode de ontwikkeling terug richting traditioneler onderwijs of nog verder richting flexibilisering gaan, dan voorziet zowel de regelgeving als de studiebegeleiding aan de HAN er in dat u als student in deze ontwikkeling mee kunt gaan zonder verlies aan tijd of kwaliteit. De HAN is enthousiast over deze pilot omdat het extra mogelijkheden geeft om aan te sluiten bij volwassen en werkende lerenden. We horen graag van u of u dit ook zo ervaart! INLEIDING In dit statuut informeren wij u over de gang van zaken tijdens uw studie aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. U treft informatie aan over de jaarplanning, uitgangspunten voor ons onderwijs, studieopbouw, ondersteunende faciliteiten, de examenregeling en de procedures met betrekking tot uw rechtsbescherming. Volgens de Wet op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek (WHW, artikel 7.59) dient een hboinstelling een studentenstatuut vast te stellen en aan alle studenten bekend te maken. 1 Bij het instituut HAN deeltijdstudies EMR studieadviseurs genoemd 4

5 Het studentenstatuut bestaat uit twee delen: het instellingsspecifieke deel (HAN) en het opleidingsspecifieke deel (de opleiding), zie figuur 1. Het instellingsspecifieke deel - verder het studentenstatuut genoemd - bevat een beschrijving van uw rechten en plichten, zoals die voortvloeien uit de wet, en een overzicht van de regelingen die uw rechten beschermen: een beschrijving van de procedures voor bezwaar en beroep binnen de instelling, een beschrijving van de beroepsrechten die zijn ontleend aan de WHW en andere wettelijke regelingen, en; een beschrijving van aanvullende procedures die door de HAN zijn getroffen ter bescherming van uw rechten. Dit instellingsspecifieke deel kunt u terugvinden op HAN website: Het opleidingsspecifieke deel - we noemen dat verder het opleidingsstatuut (OS) - bestaat uit vier delen: 1. Algemeen deel In het algemene deel vindt u informatie over de opbouw van de opleiding en over de kwalificaties die in uw opleiding centraal staan. Verder krijgt u informatie over de organisatie van de opleiding, de invulling van studiebegeleiding en de faciliteiten die er binnen de opleiding, het instituut of de HAN voor u zijn. Ook krijgt u de algemene informatie die voor alle HAN- studenten geldt, zoals de jaarplanning, de vakantie- en de tentamen- en herkansingsperiodes. Dit deel is zuiver informatief. Er zijn geen rechten aan te ontlenen. De delen 2 en 3 die hierna worden beschreven zijn juridisch geldende regelingen, waar wel rechten en plichten aan ontleend kunnen worden. Deel 4 geeft een beschrijving van te kiezen onderwijsaanbod. 2. Regelingen betreffende het onderwijs en de tentamens (OER). Hier vindt u met name de regels voor de uitvoering van het onderwijs en de tentamens en examens. Deze regelingen zijn opgesteld als juridische documenten. Omdat ze daardoor niet voor iedereen even gemakkelijk te lezen zijn, geven we in hoofdstuk 4 van het algemene deel een korte beschrijving van de inhoud en het doel van de regelingen. 3. Beschrijving van het onderwijs. In deel 3 vindt u onder andere informatie over het curriculum van uw opleiding, de eenheden van leeruitkomsten, de tentaminering en de minoren van uw opleiding. De informatie in dit deel maakt onlosmakelijk deel uit van de onderwijs- en examenregeling (OER) die in deel 2 van het opleidingsstatuut is gepresenteerd. 4. Onderwijsarsenaal. Omdat in de OER alleen maar wordt beschreven hoe de leeruitkomsten en de toetsing en beoordeling binnen de eenheden van leeruitkomsten 2 er uit zien is een apart document nodig om het onderwijsaanbod te beschrijven dat wij u bieden. Deze beschrijving vindt u in het onderwijsarsenaal. Figuur: Studentenstatuut en Opleidingsstatuut 2 Afkorting: EVL en 5

6 6

7 ALGEMENE BEPALINGEN Dit statuut is het opleidingsspecifieke deel van het studentenstatuut als bedoeld in artikel 7.59 lid 4 van de wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW), hierna te noemen opleidingsstatuut. Dit opleidingsstatuut is van toepassing op de deeltijdse/duale Associate degree opleiding Juridisch Medewerker hierna te noemen de opleiding, in het studiejaar In dit opleidingsstatuut zijn uw rechten en plichten enerzijds en die van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, anderzijds zo goed mogelijk vastgelegd. Dit opleidingsstatuut omvat onder andere een beschrijving van de studieopbouw en de ondersteunende faciliteiten die u door de instelling worden aangeboden, de vastgestelde onderwijs- en examenregeling, de procedures voor uw rechtsbescherming in aanvulling op die van de instelling en het onderwijsarsenaal dat wij u bieden. Dit opleidingsstatuut is vastgesteld bij besluit van de faculteitsdirectie van 19 december De faculteitsraad heeft op 19 december 2019 ingestemd met de tekst van het opleidingsstatuut. Wijzigingen van dit opleidingsstatuut worden door de faculteitsdirectie bij afzonderlijk besluit vastgesteld. Wijzigingen gedurende het lopende studiejaar vinden uitsluitend plaats indien dit noodzakelijk is voor de bescherming van de belangen van studenten. Wijzigingen kunnen al eerder genomen beslissingen op basis van het opleidingsstatuut, of één van de daarin opgenomen reglementen, niet ten nadele van studenten beïnvloeden. De faculteitsdirectie draagt zorg voor een passende bekendmaking van dit opleidingsstatuut, de daarin opgenomen reglementen en van eventuele wijzigingen van deze documenten. Een belangstellende kan het opleidingsstatuut raadplegen op HAN Insite en op de website van de HAN. 7

8 DEEL 1 ALGEMEEN DEEL Dit is het opleidingsstatuut van de volgende opleiding(en) van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (BRIN-nummer: 25KB 3 ): Opleiding Instituut CROHO-nummer Graad en titel na diplomering Juridisch Medewerker HAN deeltijdstudies Economie Management en Recht Associate degree Dit statuut geldt voor iedereen die in het studiejaar staat ingeschreven voor de opleiding als student of als extraneus. Het studiejaar loopt van 1 september 2019 tot en met 31 augustus De digitale versie van het opleidingsstatuut is te vinden op OnderwijsOnline en op insite: site/economie/deeltijd 1. Uitgangspunten van het onderwijs van de HAN Visie op het onderwijs De HAN beschrijft haar visie op het onderwijs als volgt: Het beleid van de HAN is expliciet gericht op een leven lang gepersonaliseerd leren, onderzoeken en werken in een door technologie ondersteunde sociale en open leerwerkomgeving. Samenwerking met het werkveld is hierbij essentieel. We geven ons onderwijs en onderzoek vorm in nauwe samenwerking met het werkveld en onze omgeving. Het werkveld geeft als mede-eigenaar daadwerkelijk gestalte aan onderwijs en onderzoek. In het deeltijdse en duale onderwijs gaan we uit van standaardisatie op maat 4, waarbij al het onderwijs wordt georganiseerd op basis van standaardcomponenten; ook wel modules genoemd. Modules hebben de volgende kenmerken: 1. Modules zijn opgebouwd rond herkenbare taakgebieden uit de beroepspraktijk. 2. Modules zijn als zelfstandige eenheden te volgen en worden afgesloten met een certificaat. 3. Modules hebben een omvang van 30 studiepunten Binnen een opleiding is een deel verplicht en een deel ter keuze, om aan te sluiten op verschillen in loopbaanambities. 5. Binnen modules kunnen studenten beperkt zelf vorm geven aan hun onderwijs. 6. Blended learning (inclusief werkplekleren) biedt mogelijkheden tot personalisering binnen een module. 7. De leeropbrengsten van een module bevatten voor de beroepspraktijk relevante resultaten die bijdragen aan de ontwikkeling van de werkplek. 3 De Basisregistratie Instellingen (BRIN) is een register dat door het Nederlandse Ministerie van OCW wordt uitgegeven en alle scholen en aanverwante instellingen bevat. Elke onderwijsinstelling wordt hierin geïdentificeerd aan de hand van het nummer in het register, het zogenoemde BRIN-nummer. 4 Beschreven in Opmaat naar flexibel deeltijdonderwijs, Adviesrapport van de raamleerplancommissie deeltijd van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. Gepubliceerd in april Op deze omvang zijn in enkele situaties uitzonderingen mogelijk. Deze uitzonderingen zijn beschreven in Artikel 3.5, lid 7 van de OER (Deel 2A van dit onderwijsstatuut). 8

9 Het deeltijdse en duale onderwijs wordt daarnaast ook nog verder geflexibiliseerd door: 1. Meerdere instroommomenten: iedere opleiding heeft minimaal 2 instroommomenten per jaar. 2. Intake op moduleniveau: per module wordt gekeken, welk leerarrangement het beste past bij de student. 3. Mogelijk maken van tempoverschillen. 4. Variatie in werkvormen: deeltijdstudenten moeten (deels) tijd- en plaatsonafhankelijk kunnen studeren. Door deel te nemen aan het Experiment Leeruitkomsten van het ministerie van OCW is de HAN in staat om sneller uitvoering te geven aan de gewenste flexibilisering van het deeltijdse en duale onderwijs. In dit experiment wordt een opleiding beschreven in eenheden van leeruitkomsten. Daarbij staat in de beschrijving van de opleiding niet meer centraal staat welk onderwijs er gegeven wordt, maar welke kennis, inzicht en vaardigheden en attitude een student moet aantonen. Waar en hoe een student die kennis, inzicht en vaardigheden en attitude heeft verworven of zal verwerven wordt per student individueel bezien. In dit experiment kunnen studenten er dus voor kiezen om niet al het onderwijs dat de opleiding aanbiedt ook daadwerkelijk te volgen. Dat kan het geval zijn als ze van mening zijn dat ze de inhoud van bepaalde eenheden van leeruitkomsten al beheersen of deze beter op hun werk dan in lessen en practica op school kunnen verwerven. Iedere eenheid van leeruitkomsten wordt afgesloten met een tentamen. Een tentamen kan één of meer eenheden van leeruitkomsten beslaan. Een tentamen kan bestaan uit meerdere deeltentamens. Zelfsturing Wij leiden op tot beroepsbeoefenaren die in staat zijn om hun beroepstaken zelfstandig uit te voeren, hun beroepshandelen continu te verbeteren en zelfstandig hun loopbaan te ontwikkelen. Bij onze studenten gaan we uit van een toenemende mate van zelfstandigheid en zelfsturing bij het vormgeven van hun leertraject. Toetsing en beoordeling De vorm van een opleiding kan verschillen (voltijd, deeltijd of duaal), echter de voor de opleiding geformuleerde eindkwalificaties zijn hetzelfde. Bij toetsing en beoordeling wordt gestreefd naar een maximale validiteit en betrouwbaarheid. Bij validiteit stellen we ons de vraag of het tentamen meet wat het zou moeten meten. Bij betrouwbaarheid kijken we naar de vergelijkbaarheid van de resultaten. Modules en eenheden van leeruitkomsten In het experiment leeruitkomsten zijn alle deeltijdse en duale opleidingen van de HAN opgebouwd uit eenheden van leeruitkomsten. Een opleiding is gedefinieerd als een samenhangend geheel van eenheden van leeruitkomsten. De eenheden van leeruitkomsten zijn gegroepeerd in modules met een omvang van 30 studiepunten 6. Modules zijn dus vaststaande sets van eenheden van leeruitkomsten. Eenheden van leeruitkomsten hebben een omvang van 2,5 studiepunten of meer, tot een maximum van 30 studiepunten. Alle modules worden geprogrammeerd binnen de vier onderwijsperioden van het HAN-jaarrooster. Iedere eenheid van leeruitkomsten wordt afgesloten met een tentamen, dat kan bestaan uit meerdere deeltentamens. Studiebegeleiding De HAN hecht eraan zorg en ondersteuning te bieden bij het studeren aan de HAN en bij het inrichten van uw studie. Studiebegeleiding is daarom een belangrijk aspect van ons onderwijs. De studiebegeleider, die bij onze 6 Op deze omvang zijn in enkele situaties uitzonderingen mogelijk. Deze uitzonderingen zijn beschreven in Artikel 3.5, lid 7 van de OER (Deel 2A van dit onderwijsstatuut). 9

10 opleiding wordt aangeduid met de term studieadviseur, helpt u bij het ontwikkelen van de zelfsturing die u nodig heeft om uw studie te volbrengen. Tevens is hij voor u het eerste aanspreekpunt in bijzondere situaties; bijvoorbeeld als de studie niet zo verloopt als u gepland had of bij langdurige ziekte of handicap. Hij kan u dan helpen wegen te zoeken om uw resultaten bij de studievoortgang te verbeteren. Een bijzondere taak van de studiebegeleider is het samen met u vaststellen van de leerroute die u kiest en het ondersteunen bij het kiezen van de meest geschikte modules (en waar mogelijk de volgorde daarvan) in de hoofdfase van uw opleiding. Onderwijsovereenkomst Het experiment leeruitkomsten geeft u als student meer ruimte om uw eigen leerroute te bepalen. U kunt er bijvoorbeeld voor kiezen om niet al het onderwijs dat wij u aanbieden ook daadwerkelijk te volgen. We maken voorafgaand aan de module afspraken over de wijze waarop u zich gaat voorbereiden op het tentamen of de tentamens van de module en het moment waarop u dit tentamen of de tentamens - of de deeltentamens waaruit een tentamen bestaat - aflegt. Deze afspraken worden vastgelegd in de onderwijsovereenkomst die wordt ondertekend door u en door de HAN. Praktijkleerovereenkomst In ons deeltijdonderwijs neemt werkplekleren een belangrijke plaats in. Als een deel van uw leerroute zich afspeelt op uw werkplek leggen we dat in een overeenkomst tussen u, de werkgever en de HAN vast. Onderwijsarsenaal Bij iedere eenheid van leeruitkomsten uit een module beschrijft de opleiding hoe u kunt aantonen dat u beschikt over het inzicht en de kennis en vaardigheden en attitude die nodig zijn om het tentamen behorende bij die eenheid van leeruitkomsten te behalen. In Deel 4 van dit statuut, het onderwijsarsenaal beschrijven wij welk onderwijsaanbod wij u doen. We beschrijven per module welk onderwijs er wordt gegeven en wanneer en hoe dat wordt gegeven. Zoals al aangegeven onder het kopje Onderwijsovereenkomst : u kunt besluiten om niet al het onderwijs dat wij u aanbieden ook daadwerkelijk te volgen 7. De informatie in het onderwijsarsenaal heeft u nodig om: - besluiten te nemen over de leerroute die u kiest (zie ook Onderwijsovereenkomst) - samen met uw studiebegeleider een keuze te maken uit de modules waaruit de opleiding bestaat en de volgorde te bepalen waarin u deze gaat doorlopen De opbouw van de opleiding(en) Uw opleiding is een samenhangend geheel van eenheden van leeruitkomsten. Eenheden van leeruitkomsten een omvang van 2,5 studiepunten of meer tot een maximale omvang van 30 studiepunten. De Asssociate degreeopleiding telt 120 studiepunten. Met studiepunten drukken wij het gewicht uit van de eenheden van leeruitkomsten ten opzichte van de hele opleiding. 10

11 Het onderwijs organiseren we in modules met een vaste omvang van 30 studiepunten 8. Studieadvies Uiterlijk aan het einde van het eerste jaar van inschrijven krijgt u een schriftelijk studieadvies, gebaseerd op het aantal behaalde studiepunten. De HAN kent zowel een niet-bindend als een bindend studieadvies. Een nietbindend advies hoeft u niet op te volgen, maar u bent wel zelf verantwoordelijk voor de keuze die u maakt. Bij een bindend negatief studieadvies (BNSA) heeft u geen keuze. De opleiding schrijft u direct uit en u kunt zich gedurende 3 jaar niet meer voor dezelfde opleiding inschrijven bij de HAN. Een student die een bindend negatief studieadvies heeft gekregen kan hiertegen in beroep gaan via het Bureau Klachten en Geschillen. Indeling Associate degree-opleiding De Associate degree-opleiding is gericht op een specifiek functieprofiel en omvat 120 studiepunten. De Associate degree-opleiding heeft géén propedeutische fase. De juridisch medewerker is een praktisch ingestelde juridische professional op AD-niveau. Afhankelijk van de specialisatie heeft hij als juridisch adviseur MKB en consument een gedegen juridische theoretische kennis van het in Nederland geldende burgerlijk (proces)recht. De expertise van de juridisch medewerker (de)centrale overheid ligt op het gebied van het bestuursrecht, staatsrecht en Europees recht. Daarnaast beschikt de juridisch medewerker op AD-niveau over basiskennis op de rechtsgebieden burgerlijk (proces)recht, bestuursrecht, staatsrecht, Europees recht én straf(proces)recht, zodat de medewerker een overzicht heeft van de belangrijkste rechtsgebieden en de onderlinge verhouding tussen deze rechtsgebieden. Tevens beschikt de juridisch medewerker over analytisch vermogen, (sociaal) communicatieve vaardigheden en onderzoeksvaardigheden. De beoogde leerresultaten van de AD Juridisch medewerker zijn afgeleid van de HBO-Rechten competenties (zie tabel Competenties HAN AD Juridisch medewerker), omdat de Juridisch medewerker wel vaak in hetzelfde werkveld verkeerd als de hbo-jurist, maar meestal werkzaam is als ondersteuner van een hbo- of wo-jurist binnen een organisatie die een juridisch primair proces kent, met kennis op het gebied van het burgerlijk (proces)recht òf het bestuursrecht. Denk hierbij aan: (de)centrale overheid: provincies, waterschappen en voornamelijk gemeenten en andere overheidsinstellingen zoals Jeugdzorg, het UWV, de IND, de SVB en de rechtbanken. Advocatuur en notariaat Gerechtsdeurwaarders MKB: middelgrote bedrijven en adviesbureaus voor het kleinbedrijf Juridische adviesbureaus De opleiding sluit hierop aan met de specialisatiejaren Juridisch adviseur MKB en consument en Juridisch medewerker (de)centrale overheid. Overzicht van de eindkwalificaties waaruit de opleiding bestaat In onderstaand overzicht wordt duidelijk gemaakt hoe de eenheden van leeruitkomsten waaruit de opleiding bestaat, zich verhouden tot elkaar, tot de eindkwalificaties van de opleiding en tot de HBO-Rechten competenties op niveau 2. Deze eindkwalificaties zijn vastgelegd in de OER en sluiten aan op de vrijwillige beroepsvereisten op basis van zelfregulering waaraan de opleiding zich conformeert. Deze zijn te vinden via 8 Op deze omvang zijn in enkele situaties uitzonderingen mogelijk. Deze uitzonderingen zijn beschreven in Artikel 3.5, lid 7 van de OER (Deel 2A van dit onderwijsstatuut). 11

12 De eindkwalificaties van de AD Juridisch medewerker vloeien voort uit het beroepsprofiel van de opleiding HBO- Rechten deeltijd/duaal van de HAN en zijn geformuleerd in vier competenties. In tegenstelling tot de bachelor opleiding HBO-Rechten, kent de AD Juridisch medewerker NIET de competentie Belangen behartigen. De Juridisch medewerker verkeert meestal wel in hetzelfde werkveld als de hbo-jurist, maar is dan werkzaam als ondersteuner van een hbo- of wo-jurist. Competenties HAN AD Juridisch medewerker 1. Rechtsvragen formuleren en beantwoorden, op basis van een analyse van de praktijk en juridisch relevante feiten en juridische bronnen (Analyseren) 2. Voor de praktijk bruikbare juridische adviezen geven op basis van een analyse (Adviseren) 3. De rechtspositie van één of enkele (rechts)personen vaststellen, verantwoorden en vastleggen, na het duiden en wegen van juridische argumenten en maatschappelijke factoren. (Beslissen) 4. Organisatieprocessen efficiënt en effectief uitvoeren en regisseren in een juridische context, met aandacht voor legal tech, juridisch proces- en kwaliteitsmanagement, kennis- en informatiemanagement en innovatie (Organiseren) Het niveau van de eindkwalificaties is afgestemd op de Zelcom Matrix (zie Tabel Zelcom Matrix ), de Dublin Descriptoren en NLQF 5 (zie tabel NLQF). Daardoor is gegarandeerd dat onze opleidingen op het juiste, nationaal en internationaal vastgestelde niveau zijn. De getuigschriften voldoen aan alle wettelijke vereisten en zijn daardoor vergelijkbaar met en gelijkwaardig aan (soortgelijke) getuigschriften van andere hogescholen in en buiten Nederland. Gedurende het eerste jaar worden alle vakken aangeboden op niveau 1. In het tweede jaar worden alle leeruitkomsten afgesloten op niveau 2. Tabel Zelcom Matrix Complexiteit HOOG en Zelfstandigheid LAAG Complexiteit: hoog Er moet een diversiteit aan opdrachten worden uitgevoerd in wisselende situaties. Werkzaamheden zijn complex, onbekend en ongestructureerd. De problemen moeten geanalyseerd worden. De benodigde gegevens moeten worden verzameld. Er is geen standaardaanpak, er moeten nieuwe procedures worden ontwikkeld. Er zijn geavanceerde specialistische en vakoverstijgende kennis en vaardigheden nodig. Er moeten nieuwe technologieën worden Toegepast. Er moet nieuwe kennis en vaardigheden worden ontwikkeld. De situaties zijn onbekend, dynamisch en niet-transparant. Complexiteit en Zelfstandigheid Gemiddeld Complexiteit: gemiddeld Er moeten meerdere opdrachten worden uitgevoerd in één bepaalde situatie of één opdracht in wisselende situaties. Werkzaamheden zijn divers, complex en gestructureerd. Het probleem is deels bekend, en moet deels nog geanalyseerd worden. De benodigde gegevens moeten worden verzameld. Er is sprake van standaardprocedures, die moeten worden aangepast in wisselende situaties. Er zijn specialistische kennis en vaardigheden nodig. De situatie is onbekend maar transparant. De organisatie is van gemiddelde grootte en er zijn regels waar rekening mee gehouden moet worden. Er is tijdsdruk. De impact en/of de politieke lading van de werkzaamheden is redelijk groot. Er moet met meerdere partijen rekening worden gehouden. 12 Complexiteit LAAG en Zelfstandigheid HOOG Complexiteit: laag Er moet één opdracht worden uitgevoerd in één bepaalde situatie. Werkzaamheden zijn eenvoudig en gestructureerd. Het probleem is bekend. De benodigde gegevens zijn bekend. Er is sprake van standaardprocedures. Er zijn basiskennis en basisvaardigheden nodig. De organisatie is klein en er zijn weinig regels. Er is weinig tijdsdruk. De impact en politieke lading van de werkzaamheden zijn klein. Er zijn weinig partijen bij betrokken.

13 De organisatie is groot en er zijn veel regels waar rekening mee gehouden moet worden. Er is een grote tijdsdruk. De impact van de werkzaamheden is groot. Er moet met meerdere partijen en politieke Gevoeligheden rekening worden gehouden. Zelfstandigheid: laag De student of beroepsbeoefenaar: krijgt instructie, begeleiding en/of toezicht; Handelt volgens opdracht/instructie, niet uit eigen initiatief; krijgt begeleiding bij hanteren van eigen ontwikkelingsproces; neemt niet zelfstandig besluiten; schakelt hulp in bij onverwachte omstandigheden; heeft een operationele rol; heeft een assisterende, ondersteunende of uitvoerende functie; - is verantwoordelijk voor goede uitvoering van de eigen werkzaamheden. Zelfstandigheid: gemiddeld De student of beroepsbeoefenaar: krijgt tussentijds begeleiding of begeleiding op afstand of op afroep; handelt (ook) uit eigen initiatief; hanteert grotendeels zelfstandig eigen ontwikkelinsproces; maakt voor onderdelen van de opdracht zelfstandig keuzes en neemt zelfstandig besluiten; speelt (binnen grenzen) in op onverwachte omstandigheden; heeft een tactische rol; heeft een uitvoerende, adviserende of organiserende functie; is verantwoordelijk voor goede uitvoering van de eigen werkzaamheden; stimuleert anderen; begeleidt anderen; Zelfstandigheid: hoog De student of beroepsbeoefenaar: krijgt weinig sturing en begeleiding; handelt uit eigen initiatief; hanteert zelfstandig eigen ontwikkelingsproces; reflecteert zelfstandig op eigen werkzaamheden en rol; maakt zelfstandig keuzes en neemt zelfstandig besluiten; speelt in op onverwachte omstandigheden; heeft veelal een strategische rol; heeft een adviserende, organisatorische, leidinggevende of beleidsbepalende functie; is in grote mate verantwoordelijk voor eigen werk en voor de resultaten van teams/projecten; stimuleert anderen; leidt anderen op; stuurt anderen aan. Het opleidingsprofiel van de AD Juridisch medewerker is afgeleid van de Dublin Descriptoren (short Cycle 1), het NLQF niveau 5 (eindniveau van de Associate Degrees) en de HBO-Rechten deeltijd/duaal competenties. Zie tabel NLQF hieronder: Tabel NLQF Context: Een onbekende, wisselende leef- en werkomgeving, ook internationaal. Beschrijving Niveau 5 Associate degree Short Cycle 1 AD Juridisch medewerker Competenties 13

14 Informatievaardigheden Leer- en ontwikkel vaardighede Probleemoplossende vaardigheden Oordeelsvorming Toepassen van kennis Toepassen kennis en inzicht Methodisch handelen Kennis en inzicht Bezit ruime, verdiepte of gespecialiseerde kennis van een beroep en kennisdomein. Bezit gedetailleerde kennis van enkele beroep en kennisdomeinen, Begrip van een beperkte reeks van basistheorieën, principes en concepten. Bezit beperkte kennis en begrip van enkele belangrijke actuele onderwerpen en specialismen gerelateerd aan het beroep en kennisdomein. Heeft aantoonbare kennis en inzicht van een vakgebied waarbij wordt voortgebouwd op algemeen voortgezet onderwijs, functioneert doorgaans op het niveau van gevorderde leerboeken, heeft een kennisondergrond voor een beroepenveld of een beroep, voor persoonlijke ontwikkeling en voor verdere studie om de eerste cyclus (bachelor) af te ronden. Heeft algemene basiskennis van het strafrecht. Heeft ruime theoretische en technologische kennis die aansluit bij de juridisch adviseur voor MKB en consument of juridisch medewerker bij de (de)centrale overheid. Heeft gespecialiseerde kennis van het civiele recht of het bestuursrecht. Heeft kennis van de basistheorieën met betrekking tot onderzoek, procederen in het civiele of bestuursrecht, argumenteren en betogen. 1. Analyseren 2. Adviseren 3. Beslissen 4. Organiseren Reproduceert en analyseert de kennis en past deze toe, ook in andere contexten, om een antwoord te geven op problemen die gerelateerd zijn aan een beroep en kennisdomein. Gebruikt procedures flexibel en inventief. Signaleert beperkingen van bestaande kennis in de beroepspraktijk en in het kennisdomein en onderneemt actie. Analyseert complexe (beroeps)taken en voert deze uit. Onderkent en analyseert complexe problemen in de beroepspraktijk en in het kennisdomein en lost deze op creatieve wijze op door gegevens te identificeren en te gebruiken Ontwikkelt zich door reflectie en beoordeling van eigen (leer) resultaten Is in staat om kennis en inzicht in beroepsmatige contexten toe te passen. Heeft de vaardigheid om gegevens te identificeren en te gebruiken, teneinde een respons te bepalen met betrekking tot duidelijk gedefinieerde, concrete en abstracte problemen. Kan de gespecialiseerde kennis van het civiele recht of het bestuursrecht toepassen op enigszins complexe juridische casussen in de context van beroep van de juridisch adviseur voor MKB en consument of de juridisch medewerker (de)centrale overheid. Kan door juridische analyse, praktijk gericht juridisch onderzoek, een beslissing nemen met betrekking tot enigszins complexe juridische casussen en hierover adviseren. Is in staat om persoonlijk leiderschap te nemen, door middel van reflectie en beoordeling van de eigen resultaten 1. Analyseren 2. Adviseren 3. Beslissen 4. Organiseren 1. Analyseren 2. Adviseren 3. Beslissen 1. Analyseren 3. Beslissen 4. Organiseren Verkrijgt, verwerkt, combineert en analyseert brede, verdiepte en gedetailleerde informatie over beperkte reeks van basistheorieën, principes en concepten, van en gerelateerd aan een beroep en kennisdomein evenals beperkte informatie over enkele belangrijke actuele onderwerpen en specialismen, gerelateerd aan het beroep en kennisdomein en geeft deze informatie weer. Kan door juridische analyse, praktijk gericht juridisch onderzoek, een beslissing nemen met betrekking tot complexe juridische casussen en hierover adviseren. 1. Analyseren 2. Adviseren 3. Beslissen 4. Organiseren 14

15 Communicatievaardig heden Communicatie Leervaardigheden Communiceert doelgericht op basis van in de context en de beroepspraktijk geldende conventies met gelijken, leidinggevenden en cliënten Bezit de leervaardigheden om een vervolgopleiding die een zeker mate van autonomie vraagt, aan te gaan. Kan communiceren met gelijken, leidinggevenden en cliënten over begrip, vaardigheden en werkzaamheden. Beroepsethiek en maatschappelijke oriëntatie en onderzoekend vermogen Kan tekst en presentatie aanpassen aan de beoogde lezer/toehoorder en aan de situatie, waarbij hij zich bewust is van de gelaagdheid (inhoud, beroep/appel, relatie, expressie) van de boodschap die hij brengt. De tekst of presentatie bevat een duidelijke opbouw en rode draad Bezit leervaardigheden om na het behalen van de AD graad de bacheloropleiding HBO-Rechten aan te gaan. 1. Analyseren 2. Adviseren 3. Beslissen 4. Organiseren Werkt samen met gelijken, leidinggevenden en cliënten. Draagt verantwoordelijkheid voor resultaten van eigen activiteiten, werk en studie. Draagt gedeelde verantwoordelijkheid voor het resultaat en activiteiten en werk van anderen en voor het aansturen van processen Versneld traject Associate degree-opleidingen kennen geen versneld traject. 3. Opleidingsspecifieke informatie Missie en visie van de opleiding Met het AD-programma Juridisch medewerker geeft de HAN gevolg aan de signalen uit het juridische werkveld. De vraag naar hoger opgeleide juridisch medewerkers neemt toe. Als gevolg van digitalisering van werkzaamheden is er behoefte aan het bijscholen van zittende juridisch MBO-medewerkers. Een AD-programma juridisch medewerker met een specialisatie op het gebied van het civiele recht of het bestuursrecht, draagt bij aan het gericht bijscholen van deze medewerkers, zodat zij op het gebied van het civiele recht of het bestuursrecht op bijna hbo-niveau kunnen functioneren. De doelgroep van de AD Juridisch medewerker bestaat uit werkende juridische professionals op MBO4-niveau, die zich in twee jaar willen specialiseren in het civiele recht of bestuursrecht. De AD Juridisch medewerker valt vooralsnog onder het Instituut HAN Deeltijdstudies Economie, Management en Recht (DT-EMR). Dit instituut versnelt en verbetert met haar opleidingen persoonlijke ontwikkeling, verhoogt de arbeidsproductiviteit en innovatief vermogen van professionals en verbetert daardoor de prestaties van de organisaties waarvoor zij werken. Hierdoor dragen wij tevens bij aan (regionale) economische en maatschappelijke (netwerk)ontwikkeling. Wij richten ons primair op het ontwikkelen van beroepscompetenties op de terreinen van management, economie en recht op AD-, hbo- en post-hbo-niveau en stimuleren een ondernemende en onderzoekende houding. De studenten van het instituut DT-EMR zijn mensen die werken, studeren en sociaal leven combineren. Het vraagt veel van de student om alle onderdelen van zijn leven op elkaar af te stemmen. De werkend lerende moet alle ballen in de lucht kunnen houden en dat lukt alleen maar met voldoende flexibiliteit op alle fronten. Dit vraagt flexibiliteit van de opleiding, waardoor het onderwijsprogramma meer kan aansluiten bij de interesse of behoefte van de student. Daarnaast moet in het leertraject zoveel mogelijk rekening worden gehouden met de vooropleiding, relevante kennis, vaardigheden, werk- en levenservaring die de student al bezit. Inhoud en organisatie van de opleiding De Ad Juridisch medewerker is een tweejarige opleiding en gericht op de juridische beroepspraktijk. Het eerste jaar 15

16 Het eerste studiejaar kent een algemene opzet. Dit studiejaar bevat een inleiding in het civiele recht, het staatsen bestuursrecht en het strafrecht, zodat je een compleet overzicht krijgt van de belangrijkste rechtsgebieden en de onderlinge verhouding tussen deze rechtsgebieden. Daarnaast wordt er veel aandacht besteed aan mondelinge en schriftelijke communicatie en juridische vaardigheden. Deze vaardigheden zijn volgens het werkveld van groot belang. Het tweede jaar De Ad Juridisch medewerker heeft twee specialisatierichtingen: - Juridisch adviseur MKB en consument - Juridisch medewerker (de-)centrale overheid Juridisch adviseur MKB en consument De eerste helft van dit specialisatiejaar jaar bestaat uit theoretische vakken en praktijkopdrachten. Dit maakt een verdieping en verbreding van de kennis en vaardigheden in de tweede helft van het specialisatiejaar mogelijk. De specialisatie Juridisch adviseur MKB en consument wordt afgesloten met een afstudeeropdracht. Juridisch medewerker (de)centrale overheid Bij de specialisatie juridisch medewerker (de)centrale overheid ligt de nadruk op de bestuurs(proces)rechtelijke vakken, in samenhang met staats- en Europees recht. In de eerste helft van dit specialisatiejaar wordt de theoretische basis gelegd voor verdieping en verbreding van kennis en vaardigheden in de tweede helft van dit jaar. Ook deze specialisatie wordt afgesloten met een afstudeeropdracht. Wijze van opleiden en begeleiden Binnen de HAN is een onderwijsvisie speciaal voor deeltijdopleidingen ontwikkeld welke vastgelegd is in het raamleerplan en het groene boekje (HAN, 2014, Op maat naar flexibel onderwijs). Met dit HAN brede onderwijsconcept doet de HAN mee aan de landelijke experimenten leeruitkomsten. Dit onderwijsconcept is bij alle opleidingen binnen het instituut geïmplementeerd. De onderwijsvisie doet recht aan de doelgroep van werkend lerenden door de volgende basisprincipes: - Onderwijs is opgebouwd uit modules; - Flexibel curriculum met standaardisatie op maat; - Flexibilisering door intake, leerwegonafhankelijke toetsing en validering; - Blended learning. Om deze blend van werkplekleren, contactonderwijs en online leren voortdurend te kunnen optimaliseren werken wij met open, betrokken en bevlogen teams of wel professionele leergemeenschappen. In deze professionele leergemeenschappen werken docenten, onderzoekers en staf samen en staan in open verbinding met onze werkend lerenden en het werkveld. Betrokkenheid van werkveld en beroepenveld Essentieel kenmerk van de opleidingen van DT EMR is het combineren van werken en leren. Hetgeen studenten leren in de studie, is zo veel mogelijk direct toepasbaar in de dagelijkse praktijk. Deeltijdse en duale studenten beschikken over een werkplek die van dien aard is dat op deze werkplek ook daadwerkelijk geleerd kan worden. Iedere student is tegelijkertijd verankerd in het werkveld van de opleiding. In het onderwijsconcept beschouwen wij de student als actieve partner waarbij student uitdrukkelijk worden uitgenodigd om met hun 16

17 praktijkervaringen het onderwijs voor zichzelf en anderen te verrijken. Dat vraagt om een goede afstemming van onderwijsritme op arbeidsritme en co-creatie. Op die manier draagt DT EMR niet alleen bij aan het transformationeel ontwikkelingsproces van de student zelf, maar ook aan verbetering en innovatie van de eigen praktijk. Werkplekleren of werk gerelateerd leren heeft een centrale plek in binnen het flexibele onderwijs van ons instituut. Het ontwikkelen van competenties met een (in)direct rendement voor de organisatie is hierbij het vertrekpunt. De AD Juridisch medewerker kent een eigen klankbordgroep. Lectoraten Diverse docenten zijn betrokken bij activiteiten van het kenniscentrum. Keuzemogelijkheden in de opleiding Zoals uit hoofdstuk 1 van deel 1 al blijkt wordt binnen de deeltijdse en duale opleidingen gewerkt aan flexibilisering. Deze flexibilisering biedt standaardisatie op maat waarbinnen studenten tal van keuzemogelijkheden hebben. De student kan in februari of in september starten met de opleiding. Binnen de opleiding heeft de student de keuze om het onderwijsarsenaal te volgen, met de hieraan verbonden eisen, voorwaarden en toetsen. De student kan er ook voor kiezen om op andere wijze aan te tonen dat hij de leeruitkomsten heeft behaald. Een combinatie van beide keuzes is ook mogelijk. De verschillende mogelijkheden worden voor aanvang van de opleiding besproken tijdens de intake en tijdens de opleiding met de studieadviseur. Een en ander wordt per (half) jaar vastgelegd in een onderwijsovereenkomst, die (half)jaarlijks wordt bijgesteld. Deze onderwijsovereenkomst wordt door de student en de studieadviseur (namens de HAN) getekend. Kwaliteitszorg van de opleiding Het instituut peilt regelmatig de mening van studenten over zaken die betrekking hebben op het onderwijs in de ruime zin van het woord. In de eerste plaats het feitelijke onderwijs dat in een bepaalde periode wordt aangeboden, maar bijvoorbeeld ook het studiemateriaal, de planning van de contacturen en studietaken. Per semester wordt een semestermonitoring afgenomen waarin over een aantal vakken uit de voorbije twee periodes centraal staan. Gedurende twee jaar komen zo alle vakken van het curriculum aan bod. Twee keer per jaar vindt een klassengesprek plaats met opleidingscoördinator of studieadviseur. Hiervan wordt verslag gedaan. Op basis van semestermonitoring en klassengesprek bepaalt het docententeam van de opleiding wat de belangrijkste aandachtspunten zijn en op welke manier waaraan gewerkt zal gaan worden. Studenten worden hierover schriftelijk geïnformeerd. Eigen bijdrage Op grond van artikel 7.50 van de Wet op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek kan de HAN bij de inschrijving voor de opleiding, naast het collegegeld, een eigen bijdrage verlangen ter dekking van bepaalde kosten die rechtstreeks verband houden met het onderwijs. Voor deze kosten krijgt de HAN namelijk geen vergoeding van de overheid. Welke kosten dit zijn is bepaald in paragraaf 2.7 van de OER. De HAN kan voor deze kosten een financiële tegemoetkoming verlenen aan de student als deze zich de eigen bijdrage niet kan permitteren, en daarom geen gebruik zou kunnen maken van het onderwijsarsenaal. Voor het aanvragen van financiële tegemoetkoming kun je je richten tot de studentendecaan: studentendecanen@han.nl. 17

18 4. Organisatie van de hogeschool Faculteiten en instituten De HAN kent de volgende 4 faculteiten: Economie en Management (FEM), Educatie (FE); Gezondheid, Gedrag en Maatschappij (FGGM); Techniek (FT). Daarnaast heeft de HAN twee interfacultaire instituten: het Centrum voor Valorisatie en Ondernemerschap (CvVO) en het instituut HAN Masterprogramma s (HMP). Elke faculteit bestaat uit een aantal instituten, waarbinnen de verschillende opleidingen vallen. Uw opleiding hoort bij de faculteit Economie en Management en het instituut HAN deeltijdstudie Economie, Management en Recht. Meer informatie over de faculteiten en instituten staat op de HAN website. De ondersteunende diensten van de HAN zijn ondergebracht in het Service Bedrijf. Management en organisatie op faculteits- en instituutsniveau Op HAN Insite vindt u informatie over de inrichting, organisatie en mensen van uw opleiding en instituut, en de faculteit waarbij deze horen: Op HAN Insite staat ook wie deel uitmaken van de faculteitsdirectie en de instituutsdirectie. Wie de opleidingscoördinatoren zijn en wie er in de opleidingscommissie zit vind je via deze link: te/economie Examencommissie en examinatoren De examencommissie stelt vast of een student voldoet aan de voorwaarden die in de onderwijs- en examenregeling (OER) worden gesteld ten aanzien van de kennis, het inzicht en de vaardigheden en de attitude die nodig zijn voor het verkrijgen van de hbo graad Associate degree. De examencommissie wijst voor het afnemen van tentamens en het vaststellen van de uitslag daarvan examinatoren aan. De leden van de examencommissie worden benoemd door de faculteitsdirecteur. De taken en verantwoordelijkheden van onze examencommissie staan in het Reglement Examencommissie. Daarin staan ook aanvullende regels met betrekking tot examinering en tentaminering voor zover die tot de bevoegdheid van de examencommissie behoren. Zie ook het reglement examencommissie (in Deel 2B van dit opleidingsstatuut). De leden van de examencommissie zijn te vinden op HAN Insite: nsite/economie De examencommissie van uw opleiding is te bereiken via Karin Westland, medewerker, Karin.Westland@han.nl. De opleiding heeft een of meer externe toezichthouders benoemd. Een externe toezichthouder beoordeelt of de kwaliteit van het Associate degree-examen van de opleiding voldoende is. De externe toezichthouder is geen examinator. De regels over tentamens en examens die voor u gelden staan in de OER. De specifieke regels over de organisatie van tentamens staan in de regeling Tentamenbureau (OER, Deel 2B). 18

19 Medezeggenschap en inspraak Hieronder vindt u een kort overzicht van de commissies en raden van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. Zij praten mee over beleid en beslissingen binnen de HAN, en hebben hier ook invloed op. Opleidingscommissie (OC) Elke opleiding of groep van opleidingen heeft een opleidingscommissie (OC). Een opleidingscommissie bestaat uit evenveel docenten als studenten. De opleidingscommissie adviseert de opleiding over het bevorderen en waarborgen van de kwaliteit van de opleiding en beoordeelt jaarlijks hoe de opleiding de OER uitvoert. De opleidingscommissie heeft ook inspraakrechten. Via de opleidingscommissie kunt u meedenken en meebeslissen over het onderwijs en de organisatie van uw opleiding. Wilt u lid worden van de opleidingscommissie? Vraag aan de opleidingscoördinator om meer informatie. De opleidingscommissie heeft een eigen reglement. Dit is opgenomen in de OER, deel 2B. Faculteitsraad (FR) Elke faculteit heeft een faculteitsraad (FR). Deze raad heeft het recht om alle faculteitszaken te bespreken en vragen te stellen aan de faculteitsdirectie. De faculteitsraad heeft onder andere inspraakrechten op het beleid en de begroting van de faculteit. Een faculteitsraad bestaat uit twaalf leden: zes personeelsleden en zes studenten. In de faculteitsraad kunt u meepraten en meebeslissen over het beleid van de faculteit als geheel, maar ook over het beleid van alle instituten die onder de faculteit vallen. Wilt u lid worden van de faculteitsraad? Vraag bij de opleidingscoördinator om meer informatie over de faculteitsraad. Meer informatie of verkiesbaar stellen? Ga naar: klik in de linker kolom op de faculteit die u zoekt, en dan op het tabblad Over ons. Medezeggenschapsraad (MR) Via de medezeggenschapsraad hebben personeel en studenten op HAN-niveau inspraak. Deze raad heeft instemmingsrecht op bepaalde onderdelen van het beleid, de hoofdlijnen van de instellingsbegroting, het algemeen geldende deel van de onderwijs- en examenregelingen, en meer. De medezeggenschapsraad bestaat uit zestien leden: acht personeelsleden en acht studenten. In de medezeggenschapsraad gaat het over het algemene beleid van de HAN. Wilt u lid worden van de medezeggenschapsraad? Vraag bij uw opleidingscoördinator om meer informatie. Meer informatie over de Medezeggenschapsraad? Ga naar HAN Insite: en klik in de linker kolom op Medezeggenschap. 5. Studentenvoorzieningen Ondersteuning Als student kunt u rekenen op goede begeleiding bij uw studieloopbaan. Binnen de opleiding wordt u begeleid en geadviseerd bij uw studie en uw studievoortgang. Aanvullend daarop is er HAN Studiesucces. Dat is een team van experts dat zich samen inzet voor één doel: uw groei als student. HAN Studiesucces Voor begeleiding, advies, training en coaching kunt u als student terecht bij HAN Studiesucces. Dit is een netwerk van experts op het gebied van studentbegeleiding. Ze hebben expertise op het gebied van: - Studievaardigheden, taalvaardigheden en persoonlijke ontwikkeling - Studieswitch of vertraging - Psychologische hulpverlening - Studiefinanciering, financiële regelingen en ondersteuning en vragen over financiën 19

20 - Studeren met een functiebeperking of chronische ziekte - Studiekeuze en doorstuderen - Diverse wettelijke en hogeschoolregelingen - Klachten, bezwaar-/beroepsprocedures - Studeren als topsporter - Zingeving en religie Kijk op HAN Studiesucces voor meer informatie en contactgegevens: Vertrouwenspersonen Bij de HAN gaan we met respect met elkaar om. Helaas kan het echter ook gebeuren dat u te maken krijgt met ongewenst en/of storend gedrag. U kunt zich dan tot één van de vertrouwenspersonen. Meer informatie en de contactgegevens van de vertrouwenspersonen vindt u op HAN Insite: studiesucces Bureau Klachten en Geschillen Heeft u een klacht, geschil, bezwaar of beroep, dan probeert u er in eerste instantie samen uit te komen, eventueel met ondersteuning van de studiebegeleider. Lukt dit niet, dan dient u uw klacht in bij het Bureau Klachten en Geschillen. Het Bureau Klachten en Geschillen zorgt ervoor dat klachten en beroepschriften bij de juiste hogeschoolorganen terechtkomen. Het verzorgt ook het secretariaat van het College van Beroep voor de Examens. E: Bureau.klachtengeschil@han.nl T: A: Verlengde Groenestraat 75 Nijmegen / Postbus 6960, 6503 CD NIJMEGEN: Ombudsman Met klachten die niet onder een van de bestaande klachten- en beroepsprocedures vallen, kunt u terecht bij een onafhankelijke ombudsman. Zijn rol is bemiddelend. E: ombudsman@han.nl Informatievoorziening Vraagpunt Studentzaken Heeft u vragen over uw studie? Bijvoorbeeld over uw inschrijving, de betaling van collegegeld, tentamens, lesroosters en het studieinformatiesysteem (Alluris)? Dan kunt u die stellen bij het Vraagpunt Studentzaken. Meer informatie hierover vindt u op HAN Insite: Studiecentra In de studiecentra kunt u zoeken in papieren en digitale bronnen, of rustig werken. Daarnaast kunt u dvd s, cd s, cd-roms, digitale informatiebronnen en online video s bekijken. Meer informatie, bijvoorbeeld over de openingstijden en telefoonnummers, op de website van de studiecentra: 20