Beheerhandleiding van Cisco WebEx Meetings Server

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Beheerhandleiding van Cisco WebEx Meetings Server"

Transcriptie

1 Eerste publicatie: 29 maart 2012 Laatste wijziging: 24 augustus 2012 Americas Headquarters Cisco Systems, Inc. 170 West Tasman Drive San Jose, CA USA Tel: NETS (6387) Fax:

2 THE SPECIFICATIONS AND INFORMATION REGARDING THE PRODUCTS IN THIS MANUAL ARE SUBJECT TO CHANGE WITHOUT NOTICE. ALL STATEMENTS, INFORMATION, AND RECOMMENDATIONS IN THIS MANUAL ARE BELIEVED TO BE ACCURATE BUT ARE PRESENTED WITHOUT WARRANTY OF ANY KIND, EXPRESS OR IMPLIED. USERS MUST TAKE FULL RESPONSIBILITY FOR THEIR APPLICATION OF ANY PRODUCTS. THE SOFTWARE LICENSE AND LIMITED WARRANTY FOR THE ACCOMPANYING PRODUCT ARE SET FORTH IN THE INFORMATION PACKET THAT SHIPPED WITH THE PRODUCT AND ARE INCORPORATED HEREIN BY THIS REFERENCE. IF YOU ARE UNABLE TO LOCATE THE SOFTWARE LICENSE OR LIMITED WARRANTY, CONTACT YOUR CISCO REPRESENTATIVE FOR A COPY. The Cisco implementation of TCP header compression is an adaptation of a program developed by the University of California, Berkeley (UCB) as part of UCB's public domain version of the UNIX operating system. All rights reserved. Copyright 1981, Regents of the University of California. NOTWITHSTANDING ANY OTHER WARRANTY HEREIN, ALL DOCUMENT FILES AND SOFTWARE OF THESE SUPPLIERS ARE PROVIDED AS IS" WITH ALL FAULTS. CISCO AND THE ABOVE-NAMED SUPPLIERS DISCLAIM ALL WARRANTIES, EXPRESSED OR IMPLIED, INCLUDING, WITHOUT LIMITATION, THOSE OF MERCHANTABILITY, FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE AND NONINFRINGEMENT OR ARISING FROM A COURSE OF DEALING, USAGE, OR TRADE PRACTICE. IN NO EVENT SHALL CISCO OR ITS SUPPLIERS BE LIABLE FOR ANY INDIRECT, SPECIAL, CONSEQUENTIAL, OR INCIDENTAL DAMAGES, INCLUDING, WITHOUT LIMITATION, LOST PROFITS OR LOSS OR DAMAGE TO DATA ARISING OUT OF THE USE OR INABILITY TO USE THIS MANUAL, EVEN IF CISCO OR ITS SUPPLIERS HAVE BEEN ADVISED OF THE POSSIBILITY OF SUCH DAMAGES. Cisco and the Cisco logo are trademarks or registered trademarks of Cisco and/or its affiliates in the U.S. and other countries. To view a list of Cisco trademarks, go to this URL: Third-party trademarks mentioned are the property of their respective owners. The use of the word partner does not imply a partnership relationship between Cisco and any other company. (1110R) Any Internet Protocol (IP) addresses used in this document are not intended to be actual addresses. Any examples, command display output, and figures included in the document are shown for illustrative purposes only. Any use of actual IP addresses in illustrative content is unintentional and coincidental Cisco Systems, Inc. All rights reserved.

3 INHOUD Licentie-informatie en overzicht 9 Licentie-informatie 9 Over dit document 9 Installatiehandleiding van Cisco WebEx-vergaderingsserver 11 VMware vsphere gebruiken met uw systeem 13 VMware vsphere gebruiken 13 De ESXi-host configureren om een NTP-server te gebruiken 13 Een back-up maken met VMware vcenter 14 Een momentopname maken met VMware vcenter 15 Een bestaand VMDK-bestand aan een nieuwe virtuele machine koppelen 16 Netwerkcontrolelijst voor uw systeem 19 Netwerkcontrolelijsten voor een systeem met openbare toegang en zonder split-horizon DNS 19 Netwerkcontrolelijst voor een systeem met openbare toegang en split-horizon DNS 20 Netwerkcontrolelijst voor een systeem zonder openbare toegang 20 Uw systeem installeren met automatische implementatie 21 Algemene concepten voor de implementatie van uw systeem 22 Controlelijst voor de installatie 23 Vereiste gegevens voor een automatische implementatie 23 Het OVA-bestand van de VMware vsphere-client implementeren 26 Uw netwerkconfiguratie controleren na een mislukte OVA-implementatie 38 Uw taal voor installatie selecteren 38 De grootte van uw systeem bevestigen 39 Kiezen welk systeem u moet installeren 39 Het type systeemimplementatie kiezen 40 VMware vcenter-gebruikersgegevens opgeven 40 vcenter-instellingen voor uw virtuele mediamachine selecteren 41 Netwerkinformatie voor de virtuele mediamachine invoeren 41 Openbare toegang toevoegen 42 iii

4 Inhoud vcenter-instellingen voor uw Reverse Proxy kiezen 42 De netwerkinformatie voor de Reverse Proxy-virtuele machine invoeren 43 Het openbare VIP-adres invoeren 43 Het persoonlijke VIP-adres invoeren 44 URL's van WebEx-site en WebEx-beheer 44 De URL's voor de WebEx-site en het WebEx beheer invoeren 45 Bevestigen dat uw netwerk op de juiste manier is geconfigureerd 46 Uw virtuele machines implementeren 46 Uw systeem controleren 47 Uw systeem installeren met handmatige implementatie 49 Algemene concepten voor de implementatie van uw systeem 49 Controlelijst voor de installatie 50 Vereiste gegevens voor een handmatige implementatie 51 Het OVA-bestand van de VMware vsphere-client implementeren 52 Uw netwerkconfiguratie controleren na een mislukte OVA-implementatie 64 Uw taal voor installatie selecteren 64 De grootte van uw systeem bevestigen 65 Kiezen welk systeem u moet installeren 65 Het type systeemimplementatie kiezen 66 Openbare toegang toevoegen 66 Het openbare VIP-adres invoeren 67 Het persoonlijke VIP-adres invoeren 67 URL's van WebEx-site en WebEx-beheer 68 De URL's voor de WebEx-site en het WebEx beheer invoeren 69 Bevestigen dat uw netwerk op de juiste manier is geconfigureerd 69 Uw virtuele machines implementeren 70 Uw systeem controleren 71 Uw mailserver, tijdzone en landinstellingen configureren 73 De mailserver voor uw systeem instellen 73 De tijdzone en landinstelling voor het systeem instellen 74 De mailserver, tijdzone en landinstellingen bevestigen 74 Het eerste beheerdersaccount voor uw systeem instellen 74 Het systeem testen 75 Het systeem na de installatie wijzigen 77 Hoge beschikbaarheid toevoegen of het systeem bijwerken, upgraden of uitbreiden 77 iv

5 Inhoud Voorbereiden op een systeemwijzigende procedure 78 Een systeem met hoge beschikbaarheid toevoegen 81 Een systeem met hoge beschikbaarheid toevoegen met automatische implementatie 81 Een systeem met hoge beschikbaarheid toevoegen met handmatige implementatie 84 Bevestigen dat uw primair systeem en uw HA-systeem dezelfde versie hebben 86 Een systeem met hoge beschikbaarheid toevoegen 87 Het systeem testen 88 Uw systeem uitbreiden naar een groter systeemformaat 89 Voorbereiden op systeemuitbreiding 89 Voorbereiden op een systeemwijzigende procedure 90 Het systeem uitbreiden met automatische implementatie 91 Het systeem uitbreiden met handmatige implementatie 95 Het systeem testen 99 Het systeem updaten 101 uw systeem uitbreiden, een systeem met hoge beschikbaarheid toevoegen, publieke toegang inschakelen, uw systeem bijwerken of upgraden, enzovoort. 101 ISO-bestand van de update op het cd/dvd-station verbinden 102 Verdergaan met de updateprocedure 103 De updateprocedure voltooien 104 Het systeem bijwerken 105 Voorbereiden op een upgrade 105 Het systeem bijwerken met automatische implementatie 106 Het systeem bijwerken met handmatige implementatie 110 Het systeem testen 114 Configuratiehandleiding van Cisco WebEx-vergaderingsserver 115 Uw dashboard gebruiken 117 Uw dashboard gebruiken 119 Alarmen weergeven en bewerken 121 Uw Geschiedenis hulpmiddelen weergeven 123 Trends vergadering weergeven 123 Over de onderhoudsmodus 124 Gebruikers beheren 127 Over het beheren van gebruikers 127 Gebruikers toevoegen 128 Gebruikers bewerken 128 v

6 Inhoud Gebruikers activeren 129 Gebruikers deactiveren 129 Over door komma's en tabs gescheiden bestanden 130 Veldwaarden instellen voor het importeren van bestanden 131 Gebruikers importeren 134 Gebruikers exporteren 135 Gebruikers importeren naar een nieuw systeem met een geëxporteerd bestand 135 Traceercodes configureren 136 Traceercodes bewerken 137 Gebruikers en 138 Uw systeem configureren 139 Systeemeigenschappen configureren 139 De instellingen van uw virtuele machine aanpassen 139 Een systeem met hoge beschikbaarheid configureren 140 Een systeem met hoge beschikbaarheid toevoegen 140 Een systeem met hoge beschikbaarheid verwijderen 141 Uw virtuele IP-adres wijzigen 142 Openbare toegang configureren 142 Openbare toegang aan uw systeem toevoegen 143 Openbare toegang uitschakelen 144 Systeemgrootte uitbreiden 145 Uw systeem bijwerken 145 Algemene instellingen configureren 146 Uw site-instellingen wijzigen 146 Uw beheerinstellingen wijzigen 147 Servers configureren 148 Een mailserver configureren 148 Een SMTP-server configureren 149 Een opslagserver configureren 149 De noodherstelfunctie gebruiken 150 Uw SNMP-instellingen configureren 152 Communityreeksen configureren 152 Communityreeksen toevoegen 152 Communityreeksen bewerken 153 USM-gebruikers configureren 154 vi

7 Inhoud USM-gebruikers toevoegen 154 USM-gebruiker bewerken 156 Meldingsdoelen configureren 157 Doel voor meldingen bewerken 158 Meldingsdoelen configureren 158 Licenties beheren 159 Licenties toevoegen 160 Over licenties 161 Instellingen configureren 165 Uw bedrijfsgegevens configureren 166 Uw brandinginstellingen configureren 167 Een bedrijfslogo verwijderen 167 Uw vergaderinstellingen configureren 168 Over het configureren van uw audio-instellingen 169 Uw audio-instellingen voor de eerste keer configureren 169 Uw audio-instellingen configureren 171 Uw video-instellingen configureren 174 Uw mobiele instellingen configureren 174 Servicekwaliteit (Quality of Service QoS) configureren 174 Wachtwoorden configureren 175 Uw algemene wachtwoordinstellingen configureren 176 Uw gebruikerswachtwoordinstellingen configureren 176 Uw vergaderwachtwoorden configureren 178 Uw instellingen configureren 179 Over sjablonen 179 Uw downloadinstellingen configureren 182 Over downloads 182 Certificaten beheren 183 SSL-certificaten genereren 184 Een CSR maken (Ondertekeningsaanvraag certificaat) 184 Een SSL-certificaat importeren 185 Een SSL-certificaat exporteren 187 Een zelfondertekend certificaat genereren 187 SSO IdP-certificaten importeren 188 Certificaten voor beveiligde teleconferenties importeren 188 vii

8 Inhoud Veiligheid gebruikerssessie configureren 189 Gefedereerd eenmalig aanmelden (SSO) configureren 190 SSO uitschakelen 194 Uw cloudfuncties configureren 194 Beveiliging van de virtuele machine configureren 195 Uw encryptiesleutels bijwerken 195 Over FIPS 195 FIPS-compatibele codering inschakelen 196 FIPS-compatibele codering uitschakelen 196 Rapporten genereren en bekijken 197 Maandelijkse rapporten downloaden 197 Over maandelijkse rapporten 197 Aangepaste gegevensrapporten genereren 199 Over aangepaste gegevensrapporten 200 De ondersteuningsfuncties gebruiken 203 Uw logboek aanpassen 203 Een account voor Remote Support instellen 204 Een account voor Remote Support uitschakelen 205 De vergaderingstest gebruiken 205 De systeembrontest gebruiken 206 Problemen oplossen 207 viii

9 HOOFDSTUK 1 Licentie-informatie en overzicht Licentie-informatie, pagina 9 Over dit document, pagina 9 Licentie-informatie Licenties en kennisgevingen van derden (inclusief gratis en open-sourcesoftware) Licentieovereenkomst voor eindgebruikers Aanvullende licentieovereenkomst voor eindgebruikers Over dit document De Installatiehandleiding voor de Cisco WebEx-vergaderingsserver biedt gedetailleerde procedures voor de implementatie van uw systeem met behulp van de VMWare OVA-wizard en het voortzetten van de implementatie van uw primaire systeem. We bieden installatie- en netwerkcontrolelijsten zodat u beslissingen kunt nemen vóór de eigenlijke implementatie. Bovendien worden procedures voor systeemwijzigingen besproken, die u kunt uitvoeren na de implementatie: Het toevoegen van een hoge beschikbaarheid (HA-systeem) Uw systeem uitbreiden naar een groter systeemformaat Uw systeem bijwerken of upgraden naar de recentste versie De Beheerdershandleiding voor de Cisco WebEx-vergaderingsserver beschrijft hoe u gebruik kunt maken van de beschikbare functies op de Beheersite en omvat de volgende rubrieken: Dashboard Uw dashboard toont uw systeemmonitor en bevat koppelingen naar uw alarminstellingen, de pagina Trends vergadering, de pagina Geschiedenis hulpmiddelen, systeempagina's en instellingenpagina's. Zie Uw dashboard gebruiken voor meer informatie. Gebruikersbeheer Met deze functies kunt u gebruikers toevoegen, importeren, activeren en deactiveren, traceercodes configureren en de gebruikers op uw systeem en. Zie Gebruikers beheren, op pagina 127 voor meer informatie. 9

10 Over dit document Licentie-informatie en overzicht Systeem Configureer met deze functies systeemeigenschappen, URL's van sites en beheersites, servers, SNMP-instellingen en licenties. Zie Uw systeem configureren, op pagina 139 voor meer informatie. Instellingen Configureer met deze functies uw instellingen, waaronder bedrijfsinformatie, functies voor branding, vergaderingsinstellingen, audio, video, mobiliteit, servicekwaliteit, wachtwoorden, instellingen, downloads en beveiligingsinstellingen. Zie Instellingen configureren, op pagina 165 voor meer informatie. Rapportbeheer Configureer en bekijk uw maandelijkse rapporten. Zie Rapporten genereren en bekijken, op pagina 197 voor meer informatie. Ondersteuningstoegang en -informatie U kunt met deze functies ondersteuningscases openen en weergeven, fouttraceringsfuncties configureren en systeembronnen- en vergaderingstests uitvoeren. Zie De ondersteuningsfuncties gebruiken, op pagina 203 voor meer informatie. 10

11 DEEL II Installatiehandleiding van Cisco WebEx-vergaderingsserver VMware vsphere gebruiken met uw systeem, pagina 13 Netwerkcontrolelijst voor uw systeem, pagina 19 Uw systeem installeren met automatische implementatie, pagina 21 Uw systeem installeren met handmatige implementatie, pagina 49 Uw mailserver, tijdzone en landinstellingen configureren, pagina 73 Het systeem na de installatie wijzigen, pagina 77 Een systeem met hoge beschikbaarheid toevoegen, pagina 81 Uw systeem uitbreiden naar een groter systeemformaat, pagina 89 Het systeem updaten, pagina 101 Het systeem bijwerken, pagina 105

12

13 HOOFDSTUK 2 VMware vsphere gebruiken met uw systeem VMware vsphere gebruiken, pagina 13 De ESXi-host configureren om een NTP-server te gebruiken, pagina 13 Een back-up maken met VMware vcenter, pagina 14 Een momentopname maken met VMware vcenter, pagina 15 Een bestaand VMDK-bestand aan een nieuwe virtuele machine koppelen, pagina 16 VMware vsphere gebruiken De virtuele machines voor uw systeem zijn met VMware vsphere geïmplementeerd. Op virtuele Vmware-machines moet Cisco WebEx-vergaderingsserver zijn geïnstalleerd, onderhevig aan de volgende beperkingen: Gebruik VMware vsphere 5.0 en 5.0 Update 1. Eerdere versies van vsphere worden niet ondersteund. Gebruik VMware ESXi 5.x. Gebruik van eerdere versies van ESXi leidt tot verwarrende foutberichten over 'niet-ondersteunde hardware' die het probleem niet expliciet aangeven. Zorg ervoor dat de DNS-server die op de ESXi-host is geconfigureerd, de hostnamen van de virtuele machines die op die ESXi-host zijn geïmplementeerd, kan omzetten. Zie de Systeemvereisten voor Cisco WebEx-vergaderingsserver voor meer informatie over ondersteunde VMware-configuraties. De ESXi-host configureren om een NTP-server te gebruiken Het systeem gebruikt de ESXi-host om de tijd in te stellen. Configureer de ESXi-host om Network Time Protocol (NTP) voor kloksynchronisatie te gebruiken. 13

14 Een back-up maken met VMware vcenter Dit is een procedure van hoog niveau. Zie uw VMware ESXi-documentatie voor gedetailleerde instructies. Belangrijk Zorg dat u NTP-configuratie instelt vanuit de ESXi-host. Procedure Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4 Stap 5 Selecteer de ESXi-host in het overzichtsvenster met gebruik van uw vsphere-client. Selecteer het tabblad Configuratie en selecteer Tijdconfiguratie in de softwaresectie. Selecteer Eigenschappen rechtsboven in het venster. Selecteer NTP-client ingeschakeld. Selecteer Opties om de NTP-serverinstellingen te configureren. Cisco raadt aan dat u Starten en stoppen met host selecteert om de mogelijkheid dat de ESXi-host foutief wordt vermindert. Een back-up maken met VMware vcenter Voordat u een systeemomvattende procedure uitvoert, beveelt Cisco aan dat u een back-up maakt van elke virtuele machine. U kunt dit doen door VMware Data Recovery te gebruiken of een momentopname van een virtuele machine te nemen. (VMware Data Recovery is een onderdeel van VMware vsphere.) Momentopnamen van virtuele machines zijn een 'beeld' van uw systeem op een specifiek tijdstip, en zijn niet hetzelfde als een back-up. Waarschuwing Momentopnamen worden opgeslagen op de fysieke schijven waar uw virtuele machines op staan. Als u momentopnamen maakt en deze niet tijdig verwijdert, kunnen uw eindgebruikers kwaliteitsproblemen met audio en video ervaren. Dit is een bekend probleem dat de prestaties van virtuele machines beïnvloedt. Om goede prestaties te garanderen, moet u de back-ups van uw virtuele machine op een andere locatie bewaren dan de fysieke schijven waar uw virtuele machine op staat. Zie Een momentopname maken met VMware vcenter, op pagina 15 voor meer informatie over momentopnames en dit bekend prestatieprobleem. Procedure Stap 1 Plaats het systeem in onderhoudsmodus. Meer informatie vindt u in Over de onderhoudsmodus, op pagina

15 Een momentopname maken met VMware vcenter Zorg dat er geen actieve vergaderingen zijn en dat u een tijdstip hebt geselecteerd waar u uw gebruikers zo weinig mogelijk hindert. Stap 2 Volg de instructies in uw VMware vsphere-documenten en gebruik VMware Data Recovery om een back-up te maken van uw systeem en elke virtuele machine. Zie de Beheerdershandleiding van VMware-gegevensherstel voor een overzicht van deze back-up. Cisco beveelt aan back-ups te verwijderen nadat uw systeemomvattende procedure is voltooid, u het systeem hebt getest en tevreden bent met de resultaten. Een momentopname maken met VMware vcenter Voordat u een systeemomvattende procedure uitvoert, beveelt Cisco aan dat u een back-up maakt van elke virtuele machine. U kunt dit doen door VMware Data Recovery te gebruiken of een momentopname van een virtuele machine te nemen. (VMware Data Recovery is een onderdeel van VMware vsphere.) Om goede prestaties te garanderen, moet u de back-ups van uw virtuele machine op een andere locatie bewaren dan de fysieke schijven waar uw virtuele machine op staat. Momentopnamen van virtuele machines zijn een 'beeld' van uw systeem op een specifiek tijdstip, en zijn niet hetzelfde als een back-up. Onthouden Als uw systeem meerdere virtuele machines bevat, dient u een momentopname te maken van elke virtuele machine, na het selecteren van In-/uitschakelen > Gast uitschakelen. Label de momentopname voor elke virtuele machine met hetzelfde voorvoegsel, bijvoorbeeld "20 augustus", zodat u weet dat deze momentopnames hetzelfde moment uitgevoerd zijn. Waarschuwing Momentopnamen worden opgeslagen op de fysieke schijven waar uw virtuele machines op staan. Als u momentopnamen maakt en deze niet tijdig verwijdert, kunnen uw eindgebruikers kwaliteitsproblemen met audio en video ervaren. Dit is een bekend VMware-probleem dat de prestaties van virtuele machines beïnvloedt. Voor meer informatie over dit bekend probleem met VMware-momentopnames, gaat u naar de VMware-website en leest u het witboek Beste praktijken om VMware vsphere uit te voeren op netwerkopslag. U kunt ook de VMware Knowledgebase doorzoeken naar "momentopname impact prestatie" voor meer informatie. Cisco adviseert u momentopnamen niet langer dan ongeveer 24 uur te bewaren. Als u ze langer wilt bewaren, neemt u in plaats daarvan een back-up. Zie Een back-up maken met VMware vcenter, op pagina 14 voor meer informatie over VMware Data Recovery. 15

16 Een bestaand VMDK-bestand aan een nieuwe virtuele machine koppelen Procedure Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4 Plaats het systeem in onderhoudsmodus. Meer informatie vindt u in Over de onderhoudsmodus, op pagina 124. Zorg dat er geen actieve vergaderingen zijn en dat u een tijdstip hebt geselecteerd waar u uw gebruikers zo weinig mogelijk hindert. In VMware vcenter selecteert u In-/uitschakelen > Gast uitschakelen voor elke virtuele machine. Selecteer Momentopname > Momentopname nemen voor elke virtuele machine. Voer een naam in voor de momentopname en selecteer OK. Volgende stappen Voltooi de procedure en test uw systeem om te bevestigen dat het gelukt is. Als u moet terugkeren naar een momentopname moet u ervoor zorgen dat de momentopname voor elke virtuele machine op hetzelfde moment genomen werd. Een systeem inschakelen met verkeerd gecombineerde momentopnamen kan leiden tot mogelijke corruptie van de database. Een bestaand VMDK-bestand aan een nieuwe virtuele machine koppelen Dit gedeelte beschrijft hoe u VMDK-bestanden van een bestaande virtuele beheermachine aan een nieuwe virtuele beheermachine koppelt met behulp van VMware vcenter. Hoewel er meerdere redenen zijn voor het verplaatsen van een virtual disk VMDK-bestand, concentreert deze rubriek zich alleen op de procedure voor het verplaatsen van gegevens van een virtuele beheermachine naar een andere virtuele beheermachine. U maakt gebruik van deze procedure als u uw systeem uitbreidt of upgradet. (We hergebruiken de systeemgegevens opgeslagen op harde schijf 4 van de virtuele beheermachine.) Waarschuwing Maak een kopie van het VDMK-bestand op harde schijf 4 en kopieer het rechtstreeks in de virtuele machinemap van de virtuele beheermachine in het geüpgrade of uitgebreide systeem. Als u de harde schijf 4 gewoon toevoegt, staan de gegevens nog steeds opgeslagen in de virtuele machinemap van de oude virtuele beheermachine. Als u per ongeluk de oude virtuele beheermachine in de vcenter-inventaris wist, verliest uw huidige systeem toegang tot de harde schijf 4. Wanneer u gebruik maakt van Direct-attached storage (DAS), moet u het virtuele machine VMDK-bestand migreren naar een LUN waar de nieuwe virtuele beheermachine er toegang tot heeft. We verwijzen naar de virtuele beheermachine voor de systeemomvattende procedure als de 'bestaande' virtuele beheermachine. De virtuele beheermachine wordt na de uitbreiding of upgrade de 'nieuwe' virtuele beheermachine genoemd. 16

17 Een bestaand VMDK-bestand aan een nieuwe virtuele machine koppelen Procedure Stap 1 Stap 2 Navigeer de inventaris in VMware vcenter en zoek de bestaande virtuele beheermachine voor uw systeem. Klik met de rechter muisknop op de naam van de virtuele machine en selecteer Instellingen bewerken... Het venster Eigenschappen virtuele machine wordt weergegeven. Stap 3 Selecteer het tabblad Hardware en selecteer vervolgens Harde schijf 4. Stap 4 Stap 5 Stap 6 Stap 7 Stap 8 Stap 9 Stap 10 Stap 11 Kopieer en plak de locatie van het Schijfbestand in een ander document ter referentie voor later. Dit beschrijft de locatie van dat VMDK-bestand in VMware vcenter. De reeks is vergelijkbaar met [EMC-LUN10-RAID5] webex-sysa-admin/webex-sysa-admin_ vmdk. Noteer de opslaglocatie voor Harde schijf 4 en de mapnaam van de virtuele machine. De reeks is vergelijkbaar met [EMC-LUN8-RAID5] webex-sysb-admin. Sluit het venster Instellingen bewerken... zonder wijzigingen uit te voeren. Wijzig de weergave van vcenter naar de weergave Gegevensopslag en Cluster gegevensopslag. Selecteer Weergave > Inventaris > Gegevensopslag en Clusters gegevensopslag. Selecteer de opslaglocatie waar uw bestaande virtuele beheermachine zich bevindt (in stap 5) en selecteer Bladeren in deze gegevensopslag Selecteer de opslaglocatie waar uw pas geïmplementeerde (voor het uitgebreide of bijgewerkte systeem) virtuele beheermachine zich bevindt, en selecteer Bladeren in deze gegevensopslag. Plaats de twee browservensters voor gegevensopslag (voor de bestaande en de nieuwe virtuele beheermachine) naast elkaar zodat u de mappen van beide virtuele beheermachines kunt zien. Open de mappen van de beide virtuele machines en kopieer het VMDK-bestand van de map van de bestaande virtuele beheermachine naar de map van de nieuwe virtuele beheermachine. a) Zoek in de map van de bestaande virtuele beheermachine het VMDK-bestand dat aan Harde schijf 4 is gekoppeld. Gebruik de bestandslocatie die u in stap 4 hebt genoteerd om de nauwkeurigheid te bevestigen. b) Klik met rechtermuisknop op het bestand en selecteer Kopiëren. c) Klik met de rechter muisknop in de map van de nieuwe virtuele beheermachine en selecteer Plakken. Sluit de beide gegevensopslagvensters wanneer de plakbewerking is voltooid. d) Plaats de weergave van vcenter terug op een lijst met hosts en clusters door Weergave > Inventaris > Hosts en Clusters te selecteren. Stap 12 Stap 13 Navigeer de inventaris in VMware vcenter en zoek de nieuwe (uitgebreide of bijgewerkte) virtuele beheermachine voor uw systeem. Klik met de rechter muisknop op de naam van de pas geïmplementeerde virtuele machine en selecteer Instellingen bewerken... Het venster Eigenschappen virtuele machine wordt weergegeven. Stap 14 Selecteer het tabblad Hardware en selecteer vervolgens Harde schijf 4. Stap 15 Selecteer Verwijderen. Deze handeling verwijdert de virtuele schijf niet onmiddellijk. Het verwijderen van de bestaande virtuele schijf wordt gepland. Stap 16 Selecteer Toevoegen. 17

18 Een bestaand VMDK-bestand aan een nieuwe virtuele machine koppelen De wizard Hardware toevoegen verschijnt. Stap 17 Stap 18 Stap 19 Stap 20 Stap 21 Stap 22 Stap 23 Selecteer Harde schijf en daarna Volgende. Selecteer Een bestaande virtuele schijf gebruiken en daarna Volgende. Selecteer Bladeren en navigeer naar de gegevensopslag waar de nieuwe, uitgebreide of bijgewerkte virtuele beheermachine zich bevindt. Ga naar de map van de nieuwe virtuele beheermachine. Dubbelklik op deze map en selecteer de virtuele schijf die u in stap 11 hebt gekopieerd. Selecteer OK. In het vervolgkeuzemenu Knooppunt virtueel apparaat selecteert u SCSI (0:3) Harde schijf 4 en daarna Volgende. Controleer uw wijzigingen. Als alles correct is, selecteert u Voltooien. Anders selecteert u Vorige en corrigeert u mogelijke fouten. Nadat de wizard is voltooid, ziet u een nieuwe schijf de klaar staat om toegevoegd te worden in het tabblad Hardware. Voer de handelingen Toevoegen en Verwijderen uit door OK te selecteren. Bekijk de herconfiguratietaak van deze virtuele machine in het VMware vcenter-deelvenster Recente taken om zeker te zijn dat er geen fouten zijn. 18

19 HOOFDSTUK 3 Netwerkcontrolelijst voor uw systeem Netwerkcontrolelijsten voor een systeem met openbare toegang en zonder split-horizon DNS, pagina 19 Netwerkcontrolelijst voor een systeem met openbare toegang en split-horizon DNS, pagina 20 Netwerkcontrolelijst voor een systeem zonder openbare toegang, pagina 20 Netwerkcontrolelijsten voor een systeem met openbare toegang en zonder split-horizon DNS Tijdens de implementatie van uw systeem geven we een pagina weer met koppelingen naar de netwerkcontrolelijsten. Deze controlelijsten bieden een samenvatting van de DNS-server, firewall en andere netwerkwijzigingen die vereist zijn voor succesvolle implementatie. Zorg dat u deze noodzakelijke wijzigingen uitvoert voordat u de implementatie start, aangezien we vlak voor het einde van het implementatieproces een controle van de netwerkverbinding uitvoeren. De DNS zonder split-horizon is de meest voorkomende DNS-configuratie voor bedrijven. Voor meer informatie over deze DNS zonder split-horizon raadpleegt u de Planningshandleiding van Cisco WebEx-vergaderingsserver. Als u een groot systeem implementeert, moet u een handmatige implementatie kiezen. Selecteer de geschikte controlelijst in de Planningshandleiding van Cisco WebEx-vergaderingsserver. Automatische implementatie: zie "Netwerkcontrolelijst voor installatie of uitbreiding met automatische implementatie, openbare toegang en een DNS zonder split-horizon" Handmatige implementatie: zie "Netwerkcontrolelijst voor installatie of uitbreiding met handmatige implementatie, openbare toegang en een DNS zonder split-horizon" 19

20 Netwerkcontrolelijst voor een systeem met openbare toegang en split-horizon DNS Netwerkcontrolelijst voor een systeem met openbare toegang en split-horizon DNS Tijdens de implementatie van uw systeem geven we een pagina weer met koppelingen naar de netwerkcontrolelijsten. Deze controlelijsten bieden een samenvatting van de DNS-server, firewall en andere netwerkwijzigingen die vereist zijn voor succesvolle implementatie. Zorg dat u deze noodzakelijke wijzigingen uitvoert voordat u de implementatie start, aangezien we vlak voor het einde van het implementatieproces een controle van de netwerkverbinding uitvoeren. Als u een groot systeem implementeert, moet u een handmatige implementatie kiezen. Selecteer de geschikte controlelijst in de Planningshandleiding van Cisco WebEx-vergaderingsserver. Automatische implementatie: zie "Netwerkcontrolelijst voor installatie of uitbreiding met automatische implementatie, openbare toegang en een split-horizon DNS" Handmatige implementatie: zie "Netwerkcontrolelijst voor installatie of uitbreiding met handmatige implementatie, openbare toegang en een split-horizon DNS" Netwerkcontrolelijst voor een systeem zonder openbare toegang Tijdens de implementatie van uw systeem geven we een pagina weer met koppelingen naar de netwerkcontrolelijsten. Deze controlelijsten bieden een samenvatting van de DNS-server, firewall en andere netwerkwijzigingen die vereist zijn voor succesvolle implementatie. Zorg dat u deze noodzakelijke wijzigingen uitvoert voordat u de implementatie start, aangezien we vlak voor het einde van het implementatieproces een controle van de netwerkverbinding uitvoeren. Als u een groot systeem implementeert, moet u een handmatige implementatie kiezen. Selecteer de geschikte controlelijst in de Planningshandleiding van Cisco WebEx-vergaderingsserver. Automatische implementatie: zie "Netwerkcontrolelijst voor installatie of uitbreiding met automatische implementatie en zonder openbare toegang" Handmatige implementatie: zie "Netwerken Controlelijst voor een installatie of uitbreiding met handmatige installatie en geen openbare toegang" 20

21 HOOFDSTUK 4 Uw systeem installeren met automatische implementatie Algemene concepten voor de implementatie van uw systeem, pagina 22 Controlelijst voor de installatie, pagina 23 Vereiste gegevens voor een automatische implementatie, pagina 23 Het OVA-bestand van de VMware vsphere-client implementeren, pagina 26 Uw taal voor installatie selecteren, pagina 38 De grootte van uw systeem bevestigen, pagina 39 Kiezen welk systeem u moet installeren, pagina 39 Het type systeemimplementatie kiezen, pagina 40 VMware vcenter-gebruikersgegevens opgeven, pagina 40 vcenter-instellingen voor uw virtuele mediamachine selecteren, pagina 41 Netwerkinformatie voor de virtuele mediamachine invoeren, pagina 41 Openbare toegang toevoegen, pagina 42 vcenter-instellingen voor uw Reverse Proxy kiezen, pagina 42 De netwerkinformatie voor de Reverse Proxy-virtuele machine invoeren, pagina 43 Het openbare VIP-adres invoeren, pagina 43 Het persoonlijke VIP-adres invoeren, pagina 44 URL's van WebEx-site en WebEx-beheer, pagina 44 De URL's voor de WebEx-site en het WebEx beheer invoeren, pagina 45 Bevestigen dat uw netwerk op de juiste manier is geconfigureerd, pagina 46 Uw virtuele machines implementeren, pagina 46 Uw systeem controleren, pagina 47 21

22 Algemene concepten voor de implementatie van uw systeem Algemene concepten voor de implementatie van uw systeem Systeemgroottes Systeem voor 50 gelijktijdige gebruikers Geschikt voor een bedrijf met 500 tot 1000 werknemers Primair systeem (zonder hoge beschikbaarheid) bevat een virtuele beheermachine en een optionele Reverse Proxy (voor openbare toegang) Systeem voor 250 gelijktijdige gebruikers Geschikt voor een bedrijf met 2500 tot 5000 werknemers Primair systeem (zonder hoge beschikbaarheid) bevat een virtuele beheermachine, een virtuele mediamachine en een optionele Reverse Proxy (voor openbare toegang) Systeem voor 800 gelijktijdige gebruikers Geschikt voor een bedrijf met 8000 tot werknemers Primair systeem (zonder hoge beschikbaarheid) bevat een virtuele beheermachine, een virtuele mediamachine en een optionele Reverse Proxy (voor openbare toegang) Systeem voor 2000 gelijktijdige gebruikers Geschikt voor een bedrijf met tot werknemers Primair systeem (zonder hoge beschikbaarheid) bevat een virtuele beheermachine, 3 virtuele mediamachines, 2 webmachines en een optionele Reverse Proxy (voor openbare toegang) Gebruikte termen tijdens de implementatie Veldnaam URL van WebEx-site URL van WebEx-beheer Openbare VIP Persoonlijk VIP Beschrijving Beveiligde http-url voor gebruikers om vergaderingen te hosten en bij te wonen. Beveiligde http-url voor beheerders om het systeem te configureren, controleren en beheren. IP-adres voor de URL van de WebEx-site IP-adres voor de URL van de beheersite Het IP-adres voor de URL van de WebEx-site (alleen voor interne gebruikers, als u een DNS met split-horizon hebt). 22

23 Controlelijst voor de installatie Controlelijst voor de installatie Netwerkwijzigingen Raadpleeg de toepasselijke netwerkchecklist voor uw implementatie. Er zijn twee overwegingen: Openbare toegang: of gebruikers wel of niet buiten uw firewall vergaderingen kunnen hosten of toegang tot vergaderingen kunnen krijgen via internet of mobiele apparaten. Cisco beveelt openbare toegang aan, omdat dit tot een betere gebruikerservaring voor uw mobiele werkkrachten leidt. Type DNS-instelling in uw bedrijf: DNS met split-horizon of een DNS zonder split-horizon (meest voorkomende DNS-configuratie). Voor meer informatie over deze typen DNS-instelling kunt u de Planningshandleiding van Cisco WebEx-vergaderingsserver raadplegen. Open poort op het bureaublad van de beheerder voor de virtuele beheermachine. Poort wordt gebruikt door de webbrowser tijdens de implementatie. Selecteer de juiste controlelijst voor uw implementatie: Netwerkcontrolelijsten voor een systeem met openbare toegang en zonder split-horizon DNS, op pagina 19 Netwerkcontrolelijst voor een systeem zonder openbare toegang, op pagina 20 Netwerkcontrolelijst voor een systeem met openbare toegang en split-horizon DNS, op pagina 20 Vereiste gegevens Welke gegevens zijn vereist, is afhankelijk van de implementatie die u uitvoert; een automatische implementatie (ondersteunt 50 gelijktijdige gebruikers, 250 gelijktijdige gebruikers en 800 gelijktijdige gebruikers) of een handmatige implementatie (ondersteunt alle systeemgroottes). Cisco raadt u aan een automatische implementatie te selecteren, tenzij u een systeem met 2000 gebruikers implementeert. In dat geval is een handmatige implementatie vereist. Raadpleeg de toepasselijke koppeling hieronder. Kies een van de volgende opties voor een controlelijst van de vereiste gegevens voor uw implementatietype: Vereiste gegevens voor een automatische implementatie, op pagina 23 Vereiste gegevens voor een handmatige implementatie, op pagina 51 Vereiste gegevens voor een automatische implementatie Dit zijn de vereiste gegevens voor uw systeem, op volgorde. 23

24 Vereiste gegevens voor een automatische implementatie Zorg dat u de FQDN's, de IP-adressen, URL s van WebEx-site en beheersite en VIP-adressen van de virtuele machine aan uw DNS-servers toevoegt voordat u het systeem implementeert. Wij zullen deze informatie gebruiken om IP-adressen voor u op te zoeken tijdens de implementatie. Veldnaam vcenter-url vcenter-gebruikersnaam vcenter-wachtwoord (alleen voor systemen met 250 en 800 gelijktijdige gebruikers) ESXi-host (alleen voor systemen met 250 en 800 gelijktijdige gebruikers) Gegevensopslag (Alleen voor systemen met 250 en 800 gelijktijdige gebruikers) Poortgroep voor virtuele machines (alleen voor systemen met 250 en 800 gelijktijdige gebruikers) FQDN voor de virtuele mediamachine. (alleen voor systemen met 250 en 800 gelijktijdige gebruikers) IPv4-adres voor de virtuele mediamachine Beschrijving Beveiligd http-adres van de vcenter-server voor de virtuele machines in uw systeem. Gebruikersnaam om de virtuele machines voor uw systeem te implementeren. Deze gebruiker moet over beheerdersrechten beschikken: om virtuele machines te gebruiken, configureren, in- of uit te schakelen en te verwijderen. Wachtwoord van de vcenter-gebruiker. ESXi-host voor de virtuele mediamachine. Deze ESXi-host moet zich op dezelfde vcenter bevinden als de URL van de vcenter hierboven. Gegevensopslag voor de virtuele mediamachine. Poortgroep voor de virtuele mediamachine. Cisco raadt u aan dezelfde poortgroep te kiezen als de poortgroep die u voor de virtuele beheermachine hebt geselecteerd. Volledige domeinnaam van de virtuele mediamachine. IPv4-adres voor de virtuele mediamachine. Wij zullen automatisch het overeenstemmende IPv4-adres opzoeken voor deze virtuele mediamachine. Waarde voor uw systeem 24

25 Vereiste gegevens voor een automatische implementatie Veldnaam (alleen openbare toegang) ESXi-host (alleen openbare toegang) Gegevensopslag (alleen openbare toegang) Poortgroep virtuele machine (alleen openbare toegang) FQDN voor de Reverse Proxy (alleen openbare toegang) Reverse Proxy IPv4-adres (alleen openbare toegang) IPv4-gateway (alleen openbare toegang) IPv4-Subnetmasker (alleen openbare toegang) IPv4-adres primaire DNS-server Beschrijving ESXi-host voor de Reverse Proxy virtuele machine. Cisco raadt u aan een andere ESXi-host te selecteren dan de host die u hebt gekozen voor de virtuele beheermachine en andere interne virtuele machine. Om verkeer op de Reverse Proxy in te schakelen, moet u ervoor zorgen dat de ESXi host is geconfigureerd met een poortgroep die de VLAN kan doorsturen waarvan het IP-adres wordt gebruikt door de Reverse Proxy. Gegevensopslag voor de Reverse Proxy virtuele machine. Poortgroep voor de Reverse Proxy virtuele machine. Cisco raadt u voor uw veiligheid aan een andere poortgroep te selecteren dan de host die u hebt gekozen voor de virtuele beheermachine. Volledige domeinnaam voor de Reverse Proxy virtuele machine. IPv4-adres voor de Reverse Proxy virtuele machine. Wij zullen automatisch het overeenstemmende IPv4-adres opzoeken voor deze Internet Reverse Proxy virtuele machine. IPv4-gateway voor de Reverse Proxy virtuele machine. Subnetmasker voor de Reverse Proxy virtuele machine. DNS-server voor de Reverse Proxy virtuele machine. Waarde voor uw systeem 25

26 Het OVA-bestand van de VMware vsphere-client implementeren Veldnaam (alleen openbare toegang) IPv4-adres secundaire DNS-server Openbaar VIP Persoonlijk VIP Beschrijving (Optioneel) Extra DNS-server voor de Reverse Proxy virtuele machine. IP-adres voor de URL van de WebEx-site (toegang voor sitegebruikers om vergaderingen te hosten en bij te wonen) IP-adres voor de URL van de beheersite (voor beheerders om het systeem te configureren, controleren en beheren.) Het IP-adres voor de URL van de WebEx-site (alleen voor interne gebruikers, als u een DNS met split-horizon hebt). Waarde voor uw systeem URL van WebEx-site URL van WebEx-beheer Beveiligde http-url voor gebruikers om vergaderingen te hosten en bij te wonen. Beveiligde http-url voor beheerders om het systeem te configureren, controleren en beheren. Wat moet u nog meer doen Met deze informatie start u de implementatie van het systeem door de implementatie-url in te voeren in een browservenster. (De implementatie-url wordt weergegeven in het consolevenster voor de virtuele beheermachine.) Als het systeem opnieuw is opgestart voordat de configuratie is voltooid, wordt een nieuwe toegangscode gegenereerd en moet u de implementatie-url gebruiken met de nieuwe toegangscode. Het OVA-bestand van de VMware vsphere-client implementeren Voordat u uw systeem implementeert, moet u de VMware vsphere-client gebruiken om de virtuele beheermachine voor uw systeem te implementeren. De volgende procedure wordt verstrekt als algemene handleiding. De precieze schermen die u ziet tijdens de OVA-implementatie is afhankelijk van uw vcenter, opslag en netwerkconfiguratie en kan enigszins verschillen van deze procedure. Bekijk uw VMware vsphere-documentatie voor volledige informatie over de OVA-wizard. 26

27 Het OVA-bestand van de VMware vsphere-client implementeren Voordat u begint Verkrijg het OVA-bestand van de Cisco WebEx-vergaderingsserver voor uw systeem en plaats het in een locatie die toegankelijk is vanaf VMware vsphere. Procedure Stap 1 Stap 2 Meld u aan bij uw VMware vsphere-client. Zorg dat u zich als gebruiker met beheerdersrechten aanmeldt: om virtuele machines te gebruiken, te configureren, in- en uit te schakelen en te verwijderen. Selecteer Bestand > OVF-sjabloon implementeren... Stap 3 Selecteer Bladeren om naar de locatie te navigeren waar het OVA-bestand staat. Selecteer Volgende. U kunt de koppeling Cisco WebEx-vergaderingsserver selecteren om naar een webpagina met gedetailleerde informatie over dit systeem te gaan. 27

28 Het OVA-bestand van de VMware vsphere-client implementeren Stap 4 Stap 5 Stap 6 Lees de licentieovereenkomst voor eindgebruikers en selecteer Accepteren en dan Volgende. Selecteer in de vcenter-inventaris de locatie waar u de virtuele beheermachine wilt plaatsen. Voer de naam van de virtuele beheermachine in voor uw systeemgrootte en selecteer Volgende. Voor meer informatie over het selecteren van de juiste grootte voor uw bedrijf, raadpleegt u Systeemgroottes, op pagina 22. Zorg ervoor dat u de virtuele beheermachine vóór alle andere virtuele machines implementeert. Indien u automatische implementatie selecteert (aanbevolen), implementeren wij de andere virtuele machines voor u. Indien u handmatige implementatie kiest (vereist voor systemen met 2000 gelijktijdige gebruikers), moet u de andere virtuele machines implementeren met deze wizard, nadat u de implementatie van de virtuele beheermachine voltooit. Cisco raadt aan het type in uw virtuele machinenaam te gebruiken; bijvoorbeeld Admin in uw virtuele beheermachine, zodat deze gemakkelijk kan worden geïdentificeerd in uw vcenter-overzicht. Alle interne virtuele machines voor uw systeem moeten zich in hetzelfde subnet bevinden als de virtuele beheermachines. (Afhankelijk van de systeemgrootte die u selecteert, hebt u mogelijk een of meer interne virtuele machines voor media en web nodig.) 28

29 Het OVA-bestand van de VMware vsphere-client implementeren Stap 7 Selecteer in de vervolgkeuzelijst de virtuele machine voor uw systeemgrootte en selecteer Volgende. Zorg ervoor dat u de virtuele beheermachine vóór alle andere virtuele machines in uw systeem implementeert. 29

30 Het OVA-bestand van de VMware vsphere-client implementeren Stap 8 Navigeer door het vcenter-overzicht en selecteer de ESXi-host of het cluster waar u de virtuele machines voor uw systeem wilt implementeren. Selecteer Volgende. 30

31 Het OVA-bestand van de VMware vsphere-client implementeren Stap 9 Als het cluster een resource-pool bevat, selecteert u de resource-pool waar u het OVA-sjabloon wilt implementeren en selecteert u Volgende. 31

32 Het OVA-bestand van de VMware vsphere-client implementeren Stap 10 Selecteer de gegevensopslag en het soort provisioning voor uw virtuele machine. U moet thick provisioning selecteren en de maximaal vereiste virtuele schijfruimte voor uw systeem maken. Met Thin Provision kent VMware de ruimte voor het bestandssysteem toe 'wanneer nodig', resulterend in slechte prestaties. 32

33 Het OVA-bestand van de VMware vsphere-client implementeren 33

34 Het OVA-bestand van de VMware vsphere-client implementeren Stap 11 Netwerktoewijzing instellen. Selecteer een doelnetwerk voor elk bronnetwerk in de vervolgkeuzelijst in de kolom Doelnetwerken. Selecteer Volgende. Zowel het 'VM-netwerk' als het 'VIP-netwerk' moeten gemapt worden aan dezelfde waarde in de kolom 'Bestemmingsnetwerk'. U kunt het waarschuwingsbericht negeren over netwerken met meerdere bronnen gemapt aan hetzelfde hostnetwerk. 34

35 Het OVA-bestand van de VMware vsphere-client implementeren Stap 12 Voer de volgende informatie in voor de virtuele machine en selecteer Volgende: Hostnaam van de virtuele machine (neem het domein niet op; deze voert u in het volgende veld in) Domein voor de virtuele machine IPv4-adres (Eth0) van de virtuele machine Subnetmasker van de virtuele machine Gateway-IP-adres Primaire DNS-server die vermeldingen voor de hostnaam en het IP-adres van deze virtuele machine bevat Secundaire DNS-server die vermeldingen voor de hostnaam en het IP-adres van deze virtuele machine bevat De taal die tijdens het installatieproces wordt gebruikt nadat de virtuele beheermachine is ingeschakeld 35

36 Het OVA-bestand van de VMware vsphere-client implementeren Stap 13 Stap 14 Bevestig de informatie die u hebt ingevoerd. Als er fouten zijn, selecteert u Terug en verbetert u de fouten. Vink het selectievakje Inschakelen na implementatie aan en selecteer Voltooien. 36

37 Het OVA-bestand van de VMware vsphere-client implementeren Stap 15 Als u een virtuele beheermachine implementeert, gaat u naar vcenter en opent u een consolevenster voor de virtuele machine. Zodra het wordt ingeschakeld, controleren we de netwerkinformatie die u hebt ingevoerd tijdens de OVA-implementatie. Als de verbinding kan worden bevestigd, wordt een groen vinkje weergegeven. Als er een probleem is, wordt een rood X-teken weergegeven. Herstel de fout en probeer de OVA-implementatie opnieuw. Stap 16 Zodra alle informatie is bevestigd, noteert u de hoofdlettergevoelige URL die in het consolevenster wordt weergegeven. Een softwarebeheerder typt deze URL in een webbrowser en gaat verder met de systeemimplementatie. Als het systeem opnieuw opgestart is voordat de configuratie voltooid is, wordt een nieuwe toegangscode gegenereerd en moet u de URL gebruiken met de nieuwe toegangscode. Volgende stappen Indien u een handmatige implementatie uitvoert, kunt u alle virtuele machines voor uw systeem op dit moment implementeren. Als de implementatie is voltooid, gaat u verder met de systeemimplementatie in een browservenster. 37

38 Uw taal voor installatie selecteren Ga naar Uw netwerkconfiguratie controleren na een mislukte OVA-implementatie, op pagina 38 als de implementatie is mislukt Uw netwerkconfiguratie controleren na een mislukte OVA-implementatie Bevestig de netwerkwaarden voor de virtuele machine. Belangrijk Gebruik niet Instellingen bewerken... voor de virtuele machines in uw systeem, behalve na een mislukte implementatie. Zodra het systeem operationeel is, dient u de WebEx-beheersite te gebruiken om verdere wijzigingen aan de instellingen van de virtuele machine door te voeren. Als u gebruikmaakt van uw vsphere Client, worden deze wijzigingen niet aanvaard door het systeem. Raadpleeg uw VMware vsphere-documenten voor gedetailleerde stappen. Procedure Stap 1 Selecteer in de vsphere client Afsluiten > Gast sluiten op de virtuele machine. Stap 2 Zoek de virtuele machine in de inventaris en klik met de rechtermuisknop op Instellingen bewerken... Stap 3 Stap 4 Selecteer het tabblad Opties. Selecteer Eigenschappen en bevestig dat alle netwerkinformatie correct is ingevoerd. Als er veranderingen nodig zijn, dient u de OVA opnieuw te implementeren met de juiste instellingen. Een mogelijke reden van een netwerkprobleem is dat de VLAN-routering niet correct is ingesteld voor de ESXi-host. Omdat de virtuele machine op die VLAN staat, zal de virtuele machine geen netwerkverbinding hebben. Via het netwerk waar de ESXi-host zich bevindt, moet u het IP-adres van de standaard gateway kunnen pingen van de VLAN die u gaat gebruiken voor de virtuele machines in uw systeem. Uw taal voor installatie selecteren Bepaal uw voorkeurstaal voor het instellen van het systeem. Sluit dit browservenster niet totdat de systeemimplementatie is voltooid. Als u de browser te vroeg sluit, moet u de implementatie mogelijk opnieuw starten. Voordat u begint Zorg dat u de virtuele beheermachine van VMware vcenter hebt geïmplementeerd. ziehet OVA-bestand van de VMware vsphere-client implementeren, op pagina 26 38

39 De grootte van uw systeem bevestigen Procedure Stap 1 Stap 2 Selecteer de taal in het vervolgkeuzemenu. Selecteer Volgende. De grootte van uw systeem bevestigen U hebt de grootte van uw systeem geselecteerd toen u de virtuele beheermachine hebt geïmplementeerd met gebruik van het OVA-bestand. Bevestig dat de systeemgrootte die u hebt geselecteerd tijdens de OVA-implementatie juist is. Als de systeemgrootte die u hebt geselecteerd juist is, selecteert u Volgende. Als de systeemgrootte die u hebt geselecteerd onjuist is, selecteert u Ik wil de systeemgrootte wijzigen. a) Selecteer In-/uitschakelen > Gast afmelden met gebruik van uw VMware vsphere-client voor de virtuele beheermachine met de onjuiste systeemgrootte. b) Klik met uw rechtermuisknop op de virtuele machine en selecteer Verwijderen van schijf. c) Implementeer het OVA-bestand opnieuw en selecteer de virtuele beheermachine voor de juiste systeemgrootte. Kiezen welk systeem u moet installeren Procedure Stap 1 Stap 2 Bepaal het type installatie. Als u dit systeem voor de eerste keer installeert, kiest u Installeer een primair systeem. Als u al een primair systeem hebt geïnstalleerd en een redundant systeem met hoge beschikbaarheid wilt, kiest u Een redundant systeem met hoge beschikbaarheid maken (HA high availability). U dient geen HA-systeem te installeren alvorens het primaire systeem te installeren, daar u het HA-systeem niet kunt gebruiken totdat het primaire systeem geïnstalleerd is. Selecteer Volgende. 39

40 Het type systeemimplementatie kiezen Het type systeemimplementatie kiezen Bepaal hoe u elke andere virtuele machine wilt implementeren die vereist is voor uw systeem. Als u een systeem voor 2000 gebruikers hebt geselecteerd, moet u een handmatige implementatie selecteren. Procedure Stap 1 Selecteer of u de virtuele machines zelf wilt implementeren of dat wij ze voor u implementeren. Automatisch: Dit is de snelste installatiemethode. Wij implementeren alle virtuele machines die vereist zijn voor uw systeem. Cisco raadt u aan Automatisch te selecteren tenzij u een systeem met 2000 gebruikers implementeert, wat een handmatige implementatie vereist. Door Cisco WebEx-beheer te gebruiken, kunt u nog steeds wijzigingen aanbrengen aan uw systeem, na de implementatie. Handmatig: U moet elke virtuele machine handmatig implementeren met VMware vcenter. Nadat u nog een aantal vragen over uw systeem hebt beantwoord, geven wij een lijst met virtuele machines die vereist zijn voor uw systeem. Uw beslissing wat betreft automatische of handmatige implementatie hangt af van het volgende: Als u tijdsdruk hebt, is een automatische implementatie sneller dan een handmatige implementatie. Als u de voorkeur geeft aan stapsgewijze instructies, selecteert u een automatische implementatie. Als u bekend bent met VMware vcenter en uw vcenter-gegevens niet wilt verschaffen, selecteer dan handmatige implementatie. Stap 2 Selecteer Volgende. VMware vcenter-gebruikersgegevens opgeven Als u een automatische implementatie hebt geselecteerd, moet u vcenter-gebruikersgegevens opgeven om virtuele machines voor u te implementeren. Voordat u begint Houd rekening met het volgende: Alle virtuele machines voor uw systeem moeten tot hetzelfde VMware vcenter behoren. De vcenter-gebruikersnaam en het wachtwoord dat u hieronder invoert, moeten beheerdersrechten bevatten: om virtuele machines te gebruiken, te configureren, in- en uit te schakelen en te verwijderen. 40

41 vcenter-instellingen voor uw virtuele mediamachine selecteren Procedure Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4 Voer de beveiligde https-url voor het vcenter in waar uw systeem wordt geïmplementeerd. Voer de gebruikersnaam in die we gebruiken om de virtuele beheermachines te implementeren. Voer het wachtwoord in voor de eerder ingevoerde gebruikersnaam. Bevestig dat u de vcenter-informatie juist hebt ingevoerd en selecteer Volgende. vcenter-instellingen voor uw virtuele mediamachine selecteren De virtuele mediamachine is vereist voor 250 gebruikers en 800 systeemimplementaties van gebruikers. Procedure Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4 Kies de ESXi-host voor de virtuele mediamachine in de vervolgkeuzelijst. Kies de gegevensopslag voor de virtuele mediamachine. Kies de poortgroep van de virtuele machine voor de virtuele mediamachine. Cisco raadt u aan dezelfde poortgroep te kiezen als de poortgroep die u voor de virtuele beheermachine hebt geselecteerd. Selecteer Volgende. Netwerkinformatie voor de virtuele mediamachine invoeren Door de volledige domeinnaam van de virtuele mediamachine in te voeren, proberen wij de netwerkinformatie voor u in te vullen. De virtuele mediamachine moet zich op hetzelfde subnet als de virtuele beheermachine bevinden. Daarom kunt u het domein, de IPv4-gateway, het subnetmasker en de DNS-servers niet bewerken voor de virtuele mediamachine. Procedure Stap 1 Stap 2 Voer de FQDN voor de virtuele mediamachine in. U moet de hostnaam en het IP-adres van de virtuele mediamachine al in uw DNS-servers hebben ingevoerd. Wij zullen het veld Ipv4-adres opzoeken en invullen. Selecteer Volgende. 41

42 Openbare toegang toevoegen Openbare toegang toevoegen Als u openbare toegang toevoegt, kunnen gebruikers vergaderingen hosten of bijwonen via internet of mobiele apparaten. Voor aanvullende informatie over het instellen hiervan voor uw bedrijf, raadpleegt u de Planningshandleiding van Cisco WebEx-vergaderingsserver. U kunt deze optie altijd wijzigen via de WebEx-beheersite. Procedure Stap 1 Kies of externe gebruikers vergaderingen kunnen hosten of bijwonen. Als u openbare toegang wilt toevoegen, bevestigt u dat het selectievakje Een Reverse Proxy-virtuele machine is geselecteerd. Als u wilt dat alleen interne gebruikers (achter uw bedrijfsfirewall) vergaderingen hosten of bijwonen, schakelt u het selectievakje Een Reverse Proxy-virtuele machine maken uit. Stap 2 Selecteer Volgende. Volgende stappen Met openbare toegang: vcenter-instellingen voor uw Reverse Proxy kiezen, op pagina 42 Zonder openbare toegang: Het persoonlijke VIP-adres invoeren, op pagina 44 vcenter-instellingen voor uw Reverse Proxy kiezen Openbare toegang vereist een Reverse Proxy-virtuele machine. Voer de waarden in die u hebt ingevuld in uw installatiecontrolelijst. Hoewel dit niet verplicht is, raadt Cisco u voor uw veiligheid aan de Reverse Proxy op een ander subnet dan de virtuele beheermachine te plaatsen. Dit maakt het mogelijk een veilig netwerk tot stand te brengen tussen de Reverse proxy en uw interne (beheer en media, indien van toepassing) virtuele machines. Dit is een goede beveiliging om uw DMZ-netwerk en uw interne netwerk gescheiden te houden. Procedure Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4 Kies de ESXi-host voor de Reverse Proxy-virtuele machine in de vervolgkeuzelijst. Kies de gegevensopslag voor de Reverse Proxy. Kies de poortgroep van de virtuele machine voor de Reverse Proxy. Selecteer Volgende. 42

43 De netwerkinformatie voor de Reverse Proxy-virtuele machine invoeren De netwerkinformatie voor de Reverse Proxy-virtuele machine invoeren Met Reverse Proxy kunnen gebruikers vergaderingen hosten of bijwonen via internet en mobiele apparaten. Cisco raadt u aan een ander subnet dan uw interne (beheer en media, indien van toepassing) virtuele machines te gebruiken. Voordat u begint Uit veiligheidsoverwegingen raadt Cisco aan de Internet Reverse Proxy op uw DMZ-netwerk te plaatsen. Voer de hostnaam en het IP-adres van de Reverse Proxy in uw DNS-servers in om zoekopdrachten vanaf een extern netwerk in te schakelen. Als u DNS-servers hebt die zoekopdrachten vanaf interne netwerken inschakelen, voert u de hostnaam en het IP-adres van de Reverse Proxy ook in deze DNS-servers in. Dit maakt het mogelijk een veilige verbinding tot stand te brengen tussen uw interne virtuele machines (beheer en media, indien van toepassing) en de Reverse Proxy. Voer het volgende in voor de Reverse Proxy en selecteer Volgende: Volledige domeinnaam (FQDN) U moet de hostnaam en het IP-adres van de Reverse-proxy virtuele mediamachine al in uw DNS-servers hebben ingevoerd. Wij zullen het veld Ipv4-adres opzoeken en voor u invullen. IPv4-gateway IPv4-Subnetmasker IPv4-adres primaire DNS-server (optioneel) IPv4-adres secundaire DNS-server Het openbare VIP-adres invoeren Dit openbaar VIP-adres moet zichtbaar zijn van zowel internet als het interne netwerk (alleen split-horizon DNS). Het openbare VIP-adres moet zich op hetzelfde subnet bevinden als de Reverse Proxy-virtuele machine. Als u geen split-horizon DNS hebt, gebruiken alle gebruikers het openbare VIP-adres om vergaderingen te hosten en bij te wonen. Als u een split-horizon DNS hebt en openbare toegang hebt toegevoegd, gebruiken externe gebruikers het openbare VIP-adres om vergaderingen te hosten en bij te wonen. Voor meer informatie over DNS zonder split-horizon en met split-horizon en openbare toegang, raadpleegt u de Planningshandleiding van Cisco WebEx-vergaderingsserver. 43

44 Het persoonlijke VIP-adres invoeren Als u een systeem met hoge beschikbaarheid (HA high availability) maakt, hoeft u deze informatie niet opnieuw in te voeren, omdat we de informatie gebruiken die u voor het primaire systeem hebt ingevoerd. Voer het openbare VIP IPv4-adres in en selecteer Volgende. Het persoonlijke VIP-adres invoeren Beheerders configureren, controleren en onderhouden het systeem via de URL van de beheersite die wordt gekoppeld aan het persoonlijke VIP-adres. Als u een split-horizon DNS hebt, gebruiken interne gebruikers het persoonlijke VIP-adres om vergaderingen te hosten en bij te wonen. Als u een systeem met hoge beschikbaarheid (HA high availability) toevoegt, hoeft u deze informatie niet opnieuw in te voeren, omdat we de informatie gebruiken die u voor het primaire systeem hebt ingevoerd. Voordat u begint Het persoonlijke virtuele IP-adres (VIP) moet zich op hetzelfde subnet bevinden als uw interne (beheer en media, indien van toepassing) virtuele machines. Voer het persoonlijke VIP-adres van PIv4 in en selecteer Volgende. URL's van WebEx-site en WebEx-beheer URL van WebEx-site Eindgebruikers hebben toegang tot de URL van de WebEx-site voor het hosten of bijwonen van vergaderingen. Deze URL verwijst naar het persoonlijke VIP-adres of het openbare VIP-adres, afhankelijk van of u wel of niet een split-horizon DNS gebruikt. Verwijst naar het openbare VIP-adres voor alle gebruikers, als u geen split-horizon DNS hebt. Verwijst naar het openbare VIP-adres voor externe gebruikers als u split-horizon DNS hebt. Verwijst naar het persoonlijke VIP-adres voor interne gebruikers als u split-horizon DNS hebt. URL van WebEx-beheer Beheerders hebben toegang tot de URL van het WebEx-beheer voor het configureren, beheren en controleren van het systeem. Deze URL verwijst naar het persoonlijke VIP-adres. 44

45 De URL's voor de WebEx-site en het WebEx beheer invoeren Namen voor de URL's van de WebEx-site en WebEx-beheer U kunt bijna alle namen voor deze URL's kiezen. De volgende namen kunt u echter niet als hostnaam in de site-url's gebruiken: dezelfde naam als de hostnamen voor de virtuele machines die deel uitmaken van het systeem verificatie client bedrijfslogo verzender documenten elm-admin elm-client-services berichten onderhoud manager orion oriondata oriontemp nbr npp probe herinnering ROOT solr TomcatROOT upgradeserver url0107ld versie WBXService webex De URL's voor de WebEx-site en het WebEx beheer invoeren U kunt de hostnamen van de virtuele machines in uw systeem niet hergebruiken in het hostnaamgedeelte van de URL's van het Beheer of de WebEx-site De URL van de WebEx-site Site moet verschillen van de URL van het WebEx-beheer. 45

46 Bevestigen dat uw netwerk op de juiste manier is geconfigureerd Als u een systeem met hoge beschikbaarheid (HA high availability) toevoegt, hoeft u deze informatie niet opnieuw in te voeren, omdat we de informatie gebruiken die u voor het primaire systeem hebt ingevoerd. Voer de volgende beveiligde (https) URL's in en selecteer Volgende. URL van de WebEx-site voor gebruikers om vergaderingen te hosten en bij te wonen URL van WebEx-beheer voor systeembeheerders om uw systeem te beheren Bevestigen dat uw netwerk op de juiste manier is geconfigureerd Dit scherm bevat koppelingen naar online Help voor de netwerkwijzigingen die vereist zijn voor uw systeem. De online Help bevat informatie over DNS-serverwijziging en firewallinstellingen. U moet de nodige aanpassingen aan uw DNS-server en firewall uitvoeren, omdat wij de netwerkverbinding in de volgende stap zullen testen. Als u dit nog niet hebt gedaan, voltooit u de netwerkconfiguratie en selecteert u Volgende. Zodra u Volgende selecteert: Automatische implementatie: Wij beginnen met het implementeren van de virtuele machines die vereist zijn voor uw systeem. Handmatige implementatie: Op het volgende scherm voert u de hostnamen in voor uw virtuele machines en implementeert u ze, als u dat nog niet gedaan hebt. Als u ze al hebt geïmplementeerd, schakelt u ze in en controleert u of alle virtuele machines goed opstarten. Uw virtuele machines implementeren Gebaseerd op de informatie die u eerder hebt ingevoerd, implementeren wij de virtuele machines die vereist zijn voor uw systeem. De implementatie duurt een paar minuten om te voltooien. Verlaat deze pagina niet totdat alle virtuele machines zijn geïmplementeerd en ingeschakeld, of de implementatie is mislukt en foutberichten het probleem aangeven. Voltooi een van de volgende opties Als er geen fouten zijn en de status allemaal groene vinkjes toont, selecteert u Volgende. Als u fouten ziet, herstelt u de fouten en selecteert u Volgende. 46

47 Uw systeem controleren Mogelijk wilt u Logbestand downloaden selecteren om het logbestand voor deze implementatie te verkrijgen. Hiermee krijgt u een opname van de implementatie, die u kunt gebruiken om problemen bij een mislukte implementatie op te lossen. Voordat u de implementatie opnieuw uitvoert, moet u virtuele machines met problemen uitschakelen. Anders ziet u mogelijk foutberichten over bestaande virtuele machines wanneer u de systeemimplementatie opnieuw uitvoert. Uw systeem controleren Gebaseerd op de informatie die u eerder hebt ingevoerd, controleren wij de configuratie van uw systeem. We bevestigen dat de virtuele machines de vereiste minimale configuratie hebben en we valideren de URL's van de WebEx-site en het WebEx-beheer. De systeemcontrole duurt een paar minuten om te voltooien. Verlaat deze pagina niet totdat alle controles zijn voltooid of de systeemcontrole is mislukt, met foutberichten die het probleem aangeven. Als u de pagina opnieuw laadt voordat de controles zijn voltooid, wordt u terugverwezen naar de eerste pagina van deze systeemimplementatie. Als de controles echter zijn voltooid, wordt u naar de eerste pagina van basisconfiguratie gebracht (waar u de mailserver en een beheerder instelt). Voltooi een van de volgende opties: Als er geen fouten zijn en de status allemaal groene vinkjes toont, selecteert u Volgende. Doorgaan met De mailserver voor uw systeem instellen, op pagina 73. Als er een probleem is met de netwerkverbinding, controleert u of de URL's van uw WebEx-site en beheer en de IP-adressen juist zijn ingevoerd. Controleer of deze sites zich in het juiste subnet bevinden en juist in uw DNS-servers zijn ingevoerd. Als er problemen zijn met uw systeem bij het voldoen aan de minimale systeemcapaciteit, hebt u twee opties. We raden u aan alle virtuele machines van VMware vcenter uit te schakelen en deze handmatig te verwijderen. Probeer vervolgens de systeemimplementatie op een systeem met hulpbronnen die voldoen aan de minimale vereisten of ze overschrijden. U kunt ervoor kiezen om verder te gaan met uw huidige installatie. Als u doorgaat, erkent u dat u afstand doet van het recht op technische ondersteuning van Cisco. Bevestig door het selectievakje in het foutbericht aan te vinken en selecteer Volgende. 47

48 Uw systeem controleren Als er andere problemen zijn met een of meer van uw virtuele machines, schakelt u deze virtuele machines uit vanaf VMware vcenter en verwijdert u ze handmatig. Probeer vervolgens de systeemimplementatie opnieuw nadat de problemen zijn opgelost. Voordat u de implementatie opnieuw uitvoert, moet u virtuele machines met problemen uitschakelen. Anders ziet u mogelijk foutberichten over bestaande virtuele machines wanneer u de systeemimplementatie opnieuw uitvoert. In zeldzame gevallen kunt u Niet getest zien. Dit betekent niet dat er een probleem is met uw virtuele machines. Dit zegt gewoon dat we de systeemcontroles niet voltooid hebben; bijvoorbeeld vanwege een tijdelijk verlies van netwerkverbinding. Zodra u de implementatie voltooid hebt, kunt u zich aanmelden bij de Beheersite en deze bronnen controleren. Selecteer Doorgaan om naar de eerste pagina van de basisconfiguratie te gaan (waar u de mailserver en een beheerder instelt). Indien een andere beheerder de basisconfiguratie doet, schrijft u deze URL op en verzendt u deze naar de softwarebeheerder. 48

49 HOOFDSTUK 5 Uw systeem installeren met handmatige implementatie Algemene concepten voor de implementatie van uw systeem, pagina 49 Controlelijst voor de installatie, pagina 50 Vereiste gegevens voor een handmatige implementatie, pagina 51 Het OVA-bestand van de VMware vsphere-client implementeren, pagina 52 Uw taal voor installatie selecteren, pagina 64 De grootte van uw systeem bevestigen, pagina 65 Kiezen welk systeem u moet installeren, pagina 65 Het type systeemimplementatie kiezen, pagina 66 Openbare toegang toevoegen, pagina 66 Het openbare VIP-adres invoeren, pagina 67 Het persoonlijke VIP-adres invoeren, pagina 67 URL's van WebEx-site en WebEx-beheer, pagina 68 De URL's voor de WebEx-site en het WebEx beheer invoeren, pagina 69 Bevestigen dat uw netwerk op de juiste manier is geconfigureerd, pagina 69 Uw virtuele machines implementeren, pagina 70 Uw systeem controleren, pagina 71 Algemene concepten voor de implementatie van uw systeem Systeemgroottes Systeem voor 50 gelijktijdige gebruikers Geschikt voor een bedrijf met 500 tot 1000 werknemers 49

50 Controlelijst voor de installatie Primair systeem (zonder hoge beschikbaarheid) bevat een virtuele beheermachine en een optionele Reverse Proxy (voor openbare toegang) Systeem voor 250 gelijktijdige gebruikers Geschikt voor een bedrijf met 2500 tot 5000 werknemers Primair systeem (zonder hoge beschikbaarheid) bevat een virtuele beheermachine, een virtuele mediamachine en een optionele Reverse Proxy (voor openbare toegang) Systeem voor 800 gelijktijdige gebruikers Geschikt voor een bedrijf met 8000 tot werknemers Primair systeem (zonder hoge beschikbaarheid) bevat een virtuele beheermachine, een virtuele mediamachine en een optionele Reverse Proxy (voor openbare toegang) Systeem voor 2000 gelijktijdige gebruikers Geschikt voor een bedrijf met tot werknemers Primair systeem (zonder hoge beschikbaarheid) bevat een virtuele beheermachine, 3 virtuele mediamachines, 2 webmachines en een optionele Reverse Proxy (voor openbare toegang) Gebruikte termen tijdens de implementatie Veldnaam URL van WebEx-site URL van WebEx-beheer Openbare VIP Persoonlijk VIP Beschrijving Beveiligde http-url voor gebruikers om vergaderingen te hosten en bij te wonen. Beveiligde http-url voor beheerders om het systeem te configureren, controleren en beheren. IP-adres voor de URL van de WebEx-site IP-adres voor de URL van de beheersite Het IP-adres voor de URL van de WebEx-site (alleen voor interne gebruikers, als u een DNS met split-horizon hebt). Controlelijst voor de installatie Netwerkwijzigingen Raadpleeg de toepasselijke netwerkchecklist voor uw implementatie. Er zijn twee overwegingen: Openbare toegang: of gebruikers wel of niet buiten uw firewall vergaderingen kunnen hosten of toegang tot vergaderingen kunnen krijgen via internet of mobiele apparaten. 50

51 Vereiste gegevens voor een handmatige implementatie Cisco beveelt openbare toegang aan, omdat dit tot een betere gebruikerservaring voor uw mobiele werkkrachten leidt. Type DNS-instelling in uw bedrijf: DNS met split-horizon of een DNS zonder split-horizon (meest voorkomende DNS-configuratie). Voor meer informatie over deze typen DNS-instelling kunt u de Planningshandleiding van Cisco WebEx-vergaderingsserver raadplegen. Open poort op het bureaublad van de beheerder voor de virtuele beheermachine. Poort wordt gebruikt door de webbrowser tijdens de implementatie. Selecteer de juiste controlelijst voor uw implementatie: Netwerkcontrolelijsten voor een systeem met openbare toegang en zonder split-horizon DNS, op pagina 19 Netwerkcontrolelijst voor een systeem zonder openbare toegang, op pagina 20 Netwerkcontrolelijst voor een systeem met openbare toegang en split-horizon DNS, op pagina 20 Vereiste gegevens Welke gegevens zijn vereist, is afhankelijk van de implementatie die u uitvoert; een automatische implementatie (ondersteunt 50 gelijktijdige gebruikers, 250 gelijktijdige gebruikers en 800 gelijktijdige gebruikers) of een handmatige implementatie (ondersteunt alle systeemgroottes). Cisco raadt u aan een automatische implementatie te selecteren, tenzij u een systeem met 2000 gebruikers implementeert. In dat geval is een handmatige implementatie vereist. Raadpleeg de toepasselijke koppeling hieronder. Kies een van de volgende opties voor een controlelijst van de vereiste gegevens voor uw implementatietype: Vereiste gegevens voor een automatische implementatie, op pagina 23 Vereiste gegevens voor een handmatige implementatie, op pagina 51 Vereiste gegevens voor een handmatige implementatie Bij een handmatige implementatie maakt u alle virtuele machines voor uw systeem aan met de OVA-wizard van uw vsphere-client. Daarna installeert u uw systeem met een handmatige implementatie. U moet voor een handmatige implementatie kiezen wanneer u een systeem voor 2000 gebruikers implementeert. Zorg dat u de FQDN's, de IP-adressen, URL s van WebEx-site en beheersite en VIP-adressen van de virtuele machine aan uw DNS-servers toevoegt voordat u het systeem implementeert. Wij gebruiken deze informatie om de netwerkverbinding aan het einde van de implementatie te controleren. Dit zijn de vereiste gegevens voor uw systeem, op volgorde. 51

52 Het OVA-bestand van de VMware vsphere-client implementeren Veldnaam Openbare VIP Persoonlijk VIP Beschrijving IP-adres voor de URL van de WebEx-site (toegang voor sitegebruikers om vergaderingen te hosten en bij te wonen) IP-adres voor de URL van de beheersite (voor beheerders om het systeem te configureren, controleren en beheren.) Het IP-adres voor de URL van de WebEx-site (alleen voor interne gebruikers, als u een DNS met split-horizon hebt). Waarde voor uw systeem URL van WebEx-site URL van WebEx-beheer FQDN voor de interne virtuele machines (alleen openbare toegang) FQDN voor de Reverse Proxy Beveiligde http-url voor gebruikers om vergaderingen te hosten en bij te wonen. Beveiligde http-url voor beheerders om het systeem te configureren, controleren en beheren. Afhankelijk van de systeemgrootte die u hebt geselecteerd, de volledige domeinnaam van de virtuele mediamachines en virtuele internetmachines. Als u van plan bent openbare toegang toe te voegen, moet u de volledige domeinnaam van de Reverse Proxy virtuele machine opgeven. Wat moet u nog meer doen Met deze informatie start u de implementatie van het systeem door de implementatie-url in te voeren in een browservenster. (De implementatie-url wordt weergegeven in het consolevenster voor de virtuele beheermachine.) Als het systeem opnieuw is opgestart voordat de configuratie is voltooid, wordt een nieuwe toegangscode gegenereerd en moet u de implementatie-url gebruiken met de nieuwe toegangscode. Het OVA-bestand van de VMware vsphere-client implementeren Voordat u uw systeem implementeert, moet u de VMware vsphere-client gebruiken om de virtuele beheermachine voor uw systeem te implementeren. 52

53 Het OVA-bestand van de VMware vsphere-client implementeren De volgende procedure wordt verstrekt als algemene handleiding. De precieze schermen die u ziet tijdens de OVA-implementatie is afhankelijk van uw vcenter, opslag en netwerkconfiguratie en kan enigszins verschillen van deze procedure. Bekijk uw VMware vsphere-documentatie voor volledige informatie over de OVA-wizard. Voordat u begint Verkrijg het OVA-bestand van de Cisco WebEx-vergaderingsserver voor uw systeem en plaats het in een locatie die toegankelijk is vanaf VMware vsphere. Procedure Stap 1 Stap 2 Meld u aan bij uw VMware vsphere-client. Zorg dat u zich als gebruiker met beheerdersrechten aanmeldt: om virtuele machines te gebruiken, te configureren, in- en uit te schakelen en te verwijderen. Selecteer Bestand > OVF-sjabloon implementeren... Stap 3 Selecteer Bladeren om naar de locatie te navigeren waar het OVA-bestand staat. Selecteer Volgende. U kunt de koppeling Cisco WebEx-vergaderingsserver selecteren om naar een webpagina met gedetailleerde informatie over dit systeem te gaan. 53

54 Het OVA-bestand van de VMware vsphere-client implementeren Stap 4 Stap 5 Stap 6 Lees de licentieovereenkomst voor eindgebruikers en selecteer Accepteren en dan Volgende. Selecteer in de vcenter-inventaris de locatie waar u de virtuele beheermachine wilt plaatsen. Voer de naam van de virtuele beheermachine in voor uw systeemgrootte en selecteer Volgende. Voor meer informatie over het selecteren van de juiste grootte voor uw bedrijf, raadpleegt u Systeemgroottes, op pagina 22. Zorg ervoor dat u de virtuele beheermachine vóór alle andere virtuele machines implementeert. Indien u automatische implementatie selecteert (aanbevolen), implementeren wij de andere virtuele machines voor u. Indien u handmatige implementatie kiest (vereist voor systemen met 2000 gelijktijdige gebruikers), moet u de andere virtuele machines implementeren met deze wizard, nadat u de implementatie van de virtuele beheermachine voltooit. Cisco raadt aan het type in uw virtuele machinenaam te gebruiken; bijvoorbeeld Admin in uw virtuele beheermachine, zodat deze gemakkelijk kan worden geïdentificeerd in uw vcenter-overzicht. Alle interne virtuele machines voor uw systeem moeten zich in hetzelfde subnet bevinden als de virtuele beheermachines. (Afhankelijk van de systeemgrootte die u selecteert, hebt u mogelijk een of meer interne virtuele machines voor media en web nodig.) 54

55 Het OVA-bestand van de VMware vsphere-client implementeren Stap 7 Selecteer in de vervolgkeuzelijst de virtuele machine voor uw systeemgrootte en selecteer Volgende. Zorg ervoor dat u de virtuele beheermachine vóór alle andere virtuele machines in uw systeem implementeert. 55

56 Het OVA-bestand van de VMware vsphere-client implementeren Stap 8 Navigeer door het vcenter-overzicht en selecteer de ESXi-host of het cluster waar u de virtuele machines voor uw systeem wilt implementeren. Selecteer Volgende. 56

57 Het OVA-bestand van de VMware vsphere-client implementeren Stap 9 Als het cluster een resource-pool bevat, selecteert u de resource-pool waar u het OVA-sjabloon wilt implementeren en selecteert u Volgende. 57

58 Het OVA-bestand van de VMware vsphere-client implementeren Stap 10 Selecteer de gegevensopslag en het soort provisioning voor uw virtuele machine. U moet thick provisioning selecteren en de maximaal vereiste virtuele schijfruimte voor uw systeem maken. Met Thin Provision kent VMware de ruimte voor het bestandssysteem toe 'wanneer nodig', resulterend in slechte prestaties. 58

59 Het OVA-bestand van de VMware vsphere-client implementeren 59

60 Het OVA-bestand van de VMware vsphere-client implementeren Stap 11 Netwerktoewijzing instellen. Selecteer een doelnetwerk voor elk bronnetwerk in de vervolgkeuzelijst in de kolom Doelnetwerken. Selecteer Volgende. Zowel het 'VM-netwerk' als het 'VIP-netwerk' moeten gemapt worden aan dezelfde waarde in de kolom 'Bestemmingsnetwerk'. U kunt het waarschuwingsbericht negeren over netwerken met meerdere bronnen gemapt aan hetzelfde hostnetwerk. 60

61 Het OVA-bestand van de VMware vsphere-client implementeren Stap 12 Voer de volgende informatie in voor de virtuele machine en selecteer Volgende: Hostnaam van de virtuele machine (neem het domein niet op; deze voert u in het volgende veld in) Domein voor de virtuele machine IPv4-adres (Eth0) van de virtuele machine Subnetmasker van de virtuele machine Gateway-IP-adres Primaire DNS-server die vermeldingen voor de hostnaam en het IP-adres van deze virtuele machine bevat Secundaire DNS-server die vermeldingen voor de hostnaam en het IP-adres van deze virtuele machine bevat De taal die tijdens het installatieproces wordt gebruikt nadat de virtuele beheermachine is ingeschakeld 61

62 Het OVA-bestand van de VMware vsphere-client implementeren Stap 13 Stap 14 Bevestig de informatie die u hebt ingevoerd. Als er fouten zijn, selecteert u Terug en verbetert u de fouten. Vink het selectievakje Inschakelen na implementatie aan en selecteer Voltooien. 62

63 Het OVA-bestand van de VMware vsphere-client implementeren Stap 15 Als u een virtuele beheermachine implementeert, gaat u naar vcenter en opent u een consolevenster voor de virtuele machine. Zodra het wordt ingeschakeld, controleren we de netwerkinformatie die u hebt ingevoerd tijdens de OVA-implementatie. Als de verbinding kan worden bevestigd, wordt een groen vinkje weergegeven. Als er een probleem is, wordt een rood X-teken weergegeven. Herstel de fout en probeer de OVA-implementatie opnieuw. Stap 16 Zodra alle informatie is bevestigd, noteert u de hoofdlettergevoelige URL die in het consolevenster wordt weergegeven. Een softwarebeheerder typt deze URL in een webbrowser en gaat verder met de systeemimplementatie. Als het systeem opnieuw opgestart is voordat de configuratie voltooid is, wordt een nieuwe toegangscode gegenereerd en moet u de URL gebruiken met de nieuwe toegangscode. Volgende stappen Indien u een handmatige implementatie uitvoert, kunt u alle virtuele machines voor uw systeem op dit moment implementeren. Als de implementatie is voltooid, gaat u verder met de systeemimplementatie in een browservenster. 63

64 Uw taal voor installatie selecteren Ga naar Uw netwerkconfiguratie controleren na een mislukte OVA-implementatie, op pagina 38 als de implementatie is mislukt Uw netwerkconfiguratie controleren na een mislukte OVA-implementatie Bevestig de netwerkwaarden voor de virtuele machine. Belangrijk Gebruik niet Instellingen bewerken... voor de virtuele machines in uw systeem, behalve na een mislukte implementatie. Zodra het systeem operationeel is, dient u de WebEx-beheersite te gebruiken om verdere wijzigingen aan de instellingen van de virtuele machine door te voeren. Als u gebruikmaakt van uw vsphere Client, worden deze wijzigingen niet aanvaard door het systeem. Raadpleeg uw VMware vsphere-documenten voor gedetailleerde stappen. Procedure Stap 1 Selecteer in de vsphere client Afsluiten > Gast sluiten op de virtuele machine. Stap 2 Zoek de virtuele machine in de inventaris en klik met de rechtermuisknop op Instellingen bewerken... Stap 3 Stap 4 Selecteer het tabblad Opties. Selecteer Eigenschappen en bevestig dat alle netwerkinformatie correct is ingevoerd. Als er veranderingen nodig zijn, dient u de OVA opnieuw te implementeren met de juiste instellingen. Een mogelijke reden van een netwerkprobleem is dat de VLAN-routering niet correct is ingesteld voor de ESXi-host. Omdat de virtuele machine op die VLAN staat, zal de virtuele machine geen netwerkverbinding hebben. Via het netwerk waar de ESXi-host zich bevindt, moet u het IP-adres van de standaard gateway kunnen pingen van de VLAN die u gaat gebruiken voor de virtuele machines in uw systeem. Uw taal voor installatie selecteren Bepaal uw voorkeurstaal voor het instellen van het systeem. Sluit dit browservenster niet totdat de systeemimplementatie is voltooid. Als u de browser te vroeg sluit, moet u de implementatie mogelijk opnieuw starten. Voordat u begint Zorg dat u de virtuele beheermachine van VMware vcenter hebt geïmplementeerd. ziehet OVA-bestand van de VMware vsphere-client implementeren, op pagina 26 64

65 De grootte van uw systeem bevestigen Procedure Stap 1 Stap 2 Selecteer de taal in het vervolgkeuzemenu. Selecteer Volgende. De grootte van uw systeem bevestigen U hebt de grootte van uw systeem geselecteerd toen u de virtuele beheermachine hebt geïmplementeerd met gebruik van het OVA-bestand. Bevestig dat de systeemgrootte die u hebt geselecteerd tijdens de OVA-implementatie juist is. Als de systeemgrootte die u hebt geselecteerd juist is, selecteert u Volgende. Als de systeemgrootte die u hebt geselecteerd onjuist is, selecteert u Ik wil de systeemgrootte wijzigen. a) Selecteer In-/uitschakelen > Gast afmelden met gebruik van uw VMware vsphere-client voor de virtuele beheermachine met de onjuiste systeemgrootte. b) Klik met uw rechtermuisknop op de virtuele machine en selecteer Verwijderen van schijf. c) Implementeer het OVA-bestand opnieuw en selecteer de virtuele beheermachine voor de juiste systeemgrootte. Kiezen welk systeem u moet installeren Procedure Stap 1 Stap 2 Bepaal het type installatie. Als u dit systeem voor de eerste keer installeert, kiest u Installeer een primair systeem. Als u al een primair systeem hebt geïnstalleerd en een redundant systeem met hoge beschikbaarheid wilt, kiest u Een redundant systeem met hoge beschikbaarheid maken (HA high availability). U dient geen HA-systeem te installeren alvorens het primaire systeem te installeren, daar u het HA-systeem niet kunt gebruiken totdat het primaire systeem geïnstalleerd is. Selecteer Volgende. 65

66 Het type systeemimplementatie kiezen Het type systeemimplementatie kiezen Bepaal hoe u elke andere virtuele machine wilt implementeren die vereist is voor uw systeem. Als u een systeem voor 2000 gebruikers hebt geselecteerd, moet u een handmatige implementatie selecteren. Procedure Stap 1 Selecteer of u de virtuele machines zelf wilt implementeren of dat wij ze voor u implementeren. Automatisch: Dit is de snelste installatiemethode. Wij implementeren alle virtuele machines die vereist zijn voor uw systeem. Cisco raadt u aan Automatisch te selecteren tenzij u een systeem met 2000 gebruikers implementeert, wat een handmatige implementatie vereist. Door Cisco WebEx-beheer te gebruiken, kunt u nog steeds wijzigingen aanbrengen aan uw systeem, na de implementatie. Handmatig: U moet elke virtuele machine handmatig implementeren met VMware vcenter. Nadat u nog een aantal vragen over uw systeem hebt beantwoord, geven wij een lijst met virtuele machines die vereist zijn voor uw systeem. Uw beslissing wat betreft automatische of handmatige implementatie hangt af van het volgende: Als u tijdsdruk hebt, is een automatische implementatie sneller dan een handmatige implementatie. Als u de voorkeur geeft aan stapsgewijze instructies, selecteert u een automatische implementatie. Als u bekend bent met VMware vcenter en uw vcenter-gegevens niet wilt verschaffen, selecteer dan handmatige implementatie. Stap 2 Selecteer Volgende. Openbare toegang toevoegen Als u openbare toegang toevoegt, kunnen gebruikers vergaderingen hosten of bijwonen via internet of mobiele apparaten. Voor aanvullende informatie over het instellen hiervan voor uw bedrijf, raadpleegt u de Planningshandleiding van Cisco WebEx-vergaderingsserver. U kunt deze optie altijd wijzigen via de WebEx-beheersite. Procedure Stap 1 Kies of externe gebruikers vergaderingen kunnen hosten of bijwonen. Als u openbare toegang wilt toevoegen, bevestigt u dat het selectievakje Een Reverse Proxy-virtuele machine is geselecteerd. 66

67 Het openbare VIP-adres invoeren Als u wilt dat alleen interne gebruikers (achter uw bedrijfsfirewall) vergaderingen hosten of bijwonen, schakelt u het selectievakje Een Reverse Proxy-virtuele machine maken uit. Stap 2 Selecteer Volgende. Volgende stappen Met openbare toegang: vcenter-instellingen voor uw Reverse Proxy kiezen, op pagina 42 Zonder openbare toegang: Het persoonlijke VIP-adres invoeren, op pagina 44 Het openbare VIP-adres invoeren Dit openbaar VIP-adres moet zichtbaar zijn van zowel internet als het interne netwerk (alleen split-horizon DNS). Het openbare VIP-adres moet zich op hetzelfde subnet bevinden als de Reverse Proxy-virtuele machine. Als u geen split-horizon DNS hebt, gebruiken alle gebruikers het openbare VIP-adres om vergaderingen te hosten en bij te wonen. Als u een split-horizon DNS hebt en openbare toegang hebt toegevoegd, gebruiken externe gebruikers het openbare VIP-adres om vergaderingen te hosten en bij te wonen. Voor meer informatie over DNS zonder split-horizon en met split-horizon en openbare toegang, raadpleegt u de Planningshandleiding van Cisco WebEx-vergaderingsserver. Als u een systeem met hoge beschikbaarheid (HA high availability) maakt, hoeft u deze informatie niet opnieuw in te voeren, omdat we de informatie gebruiken die u voor het primaire systeem hebt ingevoerd. Voer het openbare VIP IPv4-adres in en selecteer Volgende. Het persoonlijke VIP-adres invoeren Beheerders configureren, controleren en onderhouden het systeem via de URL van de beheersite die wordt gekoppeld aan het persoonlijke VIP-adres. Als u een split-horizon DNS hebt, gebruiken interne gebruikers het persoonlijke VIP-adres om vergaderingen te hosten en bij te wonen. Als u een systeem met hoge beschikbaarheid (HA high availability) toevoegt, hoeft u deze informatie niet opnieuw in te voeren, omdat we de informatie gebruiken die u voor het primaire systeem hebt ingevoerd. 67

68 URL's van WebEx-site en WebEx-beheer Voordat u begint Het persoonlijke virtuele IP-adres (VIP) moet zich op hetzelfde subnet bevinden als uw interne (beheer en media, indien van toepassing) virtuele machines. Voer het persoonlijke VIP-adres van PIv4 in en selecteer Volgende. URL's van WebEx-site en WebEx-beheer URL van WebEx-site Eindgebruikers hebben toegang tot de URL van de WebEx-site voor het hosten of bijwonen van vergaderingen. Deze URL verwijst naar het persoonlijke VIP-adres of het openbare VIP-adres, afhankelijk van of u wel of niet een split-horizon DNS gebruikt. Verwijst naar het openbare VIP-adres voor alle gebruikers, als u geen split-horizon DNS hebt. Verwijst naar het openbare VIP-adres voor externe gebruikers als u split-horizon DNS hebt. Verwijst naar het persoonlijke VIP-adres voor interne gebruikers als u split-horizon DNS hebt. URL van WebEx-beheer Beheerders hebben toegang tot de URL van het WebEx-beheer voor het configureren, beheren en controleren van het systeem. Deze URL verwijst naar het persoonlijke VIP-adres. Namen voor de URL's van de WebEx-site en WebEx-beheer U kunt bijna alle namen voor deze URL's kiezen. De volgende namen kunt u echter niet als hostnaam in de site-url's gebruiken: dezelfde naam als de hostnamen voor de virtuele machines die deel uitmaken van het systeem verificatie client bedrijfslogo verzender documenten elm-admin elm-client-services berichten onderhoud manager orion oriondata oriontemp 68

69 De URL's voor de WebEx-site en het WebEx beheer invoeren nbr npp probe herinnering ROOT solr TomcatROOT upgradeserver url0107ld versie WBXService webex De URL's voor de WebEx-site en het WebEx beheer invoeren U kunt de hostnamen van de virtuele machines in uw systeem niet hergebruiken in het hostnaamgedeelte van de URL's van het Beheer of de WebEx-site De URL van de WebEx-site Site moet verschillen van de URL van het WebEx-beheer. Als u een systeem met hoge beschikbaarheid (HA high availability) toevoegt, hoeft u deze informatie niet opnieuw in te voeren, omdat we de informatie gebruiken die u voor het primaire systeem hebt ingevoerd. Voer de volgende beveiligde (https) URL's in en selecteer Volgende. URL van de WebEx-site voor gebruikers om vergaderingen te hosten en bij te wonen URL van WebEx-beheer voor systeembeheerders om uw systeem te beheren Bevestigen dat uw netwerk op de juiste manier is geconfigureerd Dit scherm bevat koppelingen naar online Help voor de netwerkwijzigingen die vereist zijn voor uw systeem. De online Help bevat informatie over DNS-serverwijziging en firewallinstellingen. U moet de nodige aanpassingen aan uw DNS-server en firewall uitvoeren, omdat wij de netwerkverbinding in de volgende stap zullen testen. Als u dit nog niet hebt gedaan, voltooit u de netwerkconfiguratie en selecteert u Volgende. 69

70 Uw virtuele machines implementeren Zodra u Volgende selecteert: Automatische implementatie: Wij beginnen met het implementeren van de virtuele machines die vereist zijn voor uw systeem. Handmatige implementatie: Op het volgende scherm voert u de hostnamen in voor uw virtuele machines en implementeert u ze, als u dat nog niet gedaan hebt. Als u ze al hebt geïmplementeerd, schakelt u ze in en controleert u of alle virtuele machines goed opstarten. Uw virtuele machines implementeren Nadat u informatie over de virtuele machines in het systeem hebt verstrekt, proberen we verbinding te maken met elke virtuele machine die is geïmplementeerd voor uw systeem. Verlaat deze pagina niet totdat het systeem is verbonden met alle virtuele machines of als de verbinding is mislukt en er foutberichten worden weergegeven die het probleem aanduiden. Procedure Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4 Voer de fully qualified domain names (FQDN's) in voor aanvullende virtuele machines vereist voor uw systeem. (U hebt de FQDN van de virtuele beheermachine eerder ingevoerd, toen u het van het OVA-bestand hebt geïmplementeerd.) Indien u dit nog niet hebt gedaan, moet u alle aanvullende virtuele machines implementeren die vereist zijn voor uw systeem met behulp van VMware vcenter. Schakel al deze virtuele machines in en controleer of ze allemaal ingeschakeld zijn. Selecteer vervolgens Virtuele machines detecteren. We proberen verbinding te maken met deze virtuele machines. Dit kan enkele minuten in beslag nemen. Wacht totdat de status Verbonden voor alle virtuele machines wordt weergegeven en voltooi een van de volgende Als er geen fouten zijn, toont de status allemaal groene vinkjes. Als u tevreden bent, selecteert u Volgende. U kunt ook nog steeds de FQDN's van de virtuele machines wijzigen, selecteer vervolgens Virtuele machines detecteren opnieuw. Als u fouten ziet, herstelt u de fouten en selecteert u Volgende. Mogelijk wilt u Logbestand downloaden selecteren om het logbestand voor deze implementatie te verkrijgen. Hiermee krijgt u een opname van de implementatie, die u kunt gebruiken om problemen bij een mislukte implementatie op te lossen. Als er andere problemen zijn met een of meer van uw virtuele machines, schakelt u deze virtuele machines uit vanaf VMware vcenter en verwijdert u ze handmatig. Implementeer na het verhelpen van de problemen de virtuele machines opnieuw vanaf het OVA-bestand en selecteer Virtuele machines detecteren. Voordat u de implementatie opnieuw uitvoert, moet u virtuele machines met problemen uitschakelen. Anders worden er mogelijk foutberichten over bestaande virtuele machines weergegeven. 70

71 Uw systeem controleren Uw systeem controleren Gebaseerd op de informatie die u eerder hebt ingevoerd, controleren wij de configuratie van uw systeem. We bevestigen dat de virtuele machines de vereiste minimale configuratie hebben en we valideren de URL's van de WebEx-site en het WebEx-beheer. De systeemcontrole duurt een paar minuten om te voltooien. Verlaat deze pagina niet totdat alle controles zijn voltooid of de systeemcontrole is mislukt, met foutberichten die het probleem aangeven. Als u de pagina opnieuw laadt voordat de controles zijn voltooid, wordt u terugverwezen naar de eerste pagina van deze systeemimplementatie. Als de controles echter zijn voltooid, wordt u naar de eerste pagina van basisconfiguratie gebracht (waar u de mailserver en een beheerder instelt). Voltooi een van de volgende opties: Als er geen fouten zijn en de status allemaal groene vinkjes toont, selecteert u Volgende. Doorgaan met De mailserver voor uw systeem instellen, op pagina 73. Als er een probleem is met de netwerkverbinding, controleert u of de URL's van uw WebEx-site en beheer en de IP-adressen juist zijn ingevoerd. Controleer of deze sites zich in het juiste subnet bevinden en juist in uw DNS-servers zijn ingevoerd. Als er problemen zijn met uw systeem bij het voldoen aan de minimale systeemcapaciteit, hebt u twee opties. We raden u aan alle virtuele machines van VMware vcenter uit te schakelen en deze handmatig te verwijderen. Probeer vervolgens de systeemimplementatie op een systeem met hulpbronnen die voldoen aan de minimale vereisten of ze overschrijden. U kunt ervoor kiezen om verder te gaan met uw huidige installatie. Als u doorgaat, erkent u dat u afstand doet van het recht op technische ondersteuning van Cisco. Bevestig door het selectievakje in het foutbericht aan te vinken en selecteer Volgende. Als er andere problemen zijn met een of meer van uw virtuele machines, schakelt u deze virtuele machines uit vanaf VMware vcenter en verwijdert u ze handmatig. Probeer vervolgens de systeemimplementatie opnieuw nadat de problemen zijn opgelost. Voordat u de implementatie opnieuw uitvoert, moet u virtuele machines met problemen uitschakelen. Anders ziet u mogelijk foutberichten over bestaande virtuele machines wanneer u de systeemimplementatie opnieuw uitvoert. In zeldzame gevallen kunt u Niet getest zien. Dit betekent niet dat er een probleem is met uw virtuele machines. Dit zegt gewoon dat we de systeemcontroles niet voltooid hebben; bijvoorbeeld vanwege een tijdelijk verlies van 71

72 Uw systeem controleren netwerkverbinding. Zodra u de implementatie voltooid hebt, kunt u zich aanmelden bij de Beheersite en deze bronnen controleren. Selecteer Doorgaan om naar de eerste pagina van de basisconfiguratie te gaan (waar u de mailserver en een beheerder instelt). Indien een andere beheerder de basisconfiguratie doet, schrijft u deze URL op en verzendt u deze naar de softwarebeheerder. 72

73 HOOFDSTUK 6 Uw mailserver, tijdzone en landinstellingen configureren De mailserver voor uw systeem instellen, pagina 73 De tijdzone en landinstelling voor het systeem instellen, pagina 74 De mailserver, tijdzone en landinstellingen bevestigen, pagina 74 Het eerste beheerdersaccount voor uw systeem instellen, pagina 74 Het systeem testen, pagina 75 De mailserver voor uw systeem instellen Door deze mailserver in te stellen, kan het systeem uw bedrijfsmailserver gebruiken om s te verzenden naar beheerders (meldingen, alarmen, rapporten, enzovoort) en naar gebruikers (uitnodigingen voor vergaderingen, herstellen van wachtwoord, enzovoort). Voordat u begint U moet de implementatie van de vereiste virtuele machines voor uw systeem hebben voltooid. Procedure Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4 Voer de volledige domeinnaam (FQDN) van een mailserver in die het systeem gebruikt om s te verzenden. Als u TLS ingeschakeld wilt, vinkt u dit selectievakje aan. U kunt het veld Poort bewerken als u niet de standaardwaarde wilt gebruiken. Het standaard SMTP-poortnummer is 25 of 465 (beveiligd SMTP-poortnummer). Als er een firewall tussen de interne virtuele machines en de mailserver zit, kunnen deze poorten geblokkeerd zijn. Om ervoor te zorgen dat het mailverkeer wordt doorgelaten, moeten deze poorten tussen de server en uw systeem openstaan. Als u mailserververificatie wilt inschakelen, vinkt u het selectievakje Serververificatie ingeschakeld aan. 73

74 De tijdzone en landinstelling voor het systeem instellen Als u serververificatie inschakelt, worden de velden Gebruikersnaam en Wachtwoord weergegeven. Stap 5 Stap 6 Als deze worden weergegeven, voert u de Gebruikersnaam en het Wachtwoord voor het systeem in voor toegang tot uw bedrijfsmailserver. s van het systeem worden verzonden door admin@<webex-site-url>. Zorg ervoor dat de mailserver deze gebruiker herkent. Selecteer Volgende. De tijdzone en landinstelling voor het systeem instellen Procedure Stap 1 Stap 2 Stap 3 Selecteer de lokale tijdzone voor uw systeem in de vervolgkeuzelijst. Selecteer de landinstelling voor uw systeem in de vervolgkeuzelijst. Selecteer Volgende. De mailserver, tijdzone en landinstellingen bevestigen U hebt deze instellingen op de vorige schermen ingevoerd. Controleer de informatie die u eerder hebt ingevoerd. Als er fouten zijn, selecteert u Terug. Anders selecteert u Volgende. Het eerste beheerdersaccount voor uw systeem instellen Het systeem maakt één beheerdersaccount als onderdeel van het implementatieproces. Deze beheerder ontvangt een activerings van het systeem, met een verzoek voor een aanmelding en het aanmaken van een wachtwoord. Waarschuwing Deze beheerder moet zich aanmelden bij het systeem, een wachtwoord maken en extra beheerders en gebruikers toevoegen. Anders heeft geen andere gebruiker toegang tot het systeem. Voordat u begint U moet een mailserver voor het systeem juist hebben ingesteld om s te verzenden naar beheerders en gebruikers. 74

75 Het systeem testen Procedure Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4 Stap 5 Voer de voor- en achternamen van de beheerders in. Voer het volledige adres van de beheerder in. Selecteer Verzenden. Afhankelijk van uw netwerksnelheid en server ontvangt de beheerder binnen 15 minuten een welkomstbericht, waarin de beheerder wordt gevraagd het account te bevestigen door zich bij het systeem aan te melden en een wachtwoord te maken. Na het aanmelden kan de beheerder een zelfstudie bekijken met informatie over het gebruik van het systeem. Wij raden u aan deze pagina open te houden tot de beheerder de activerings ontvangt. Zorg dat u deze pagina bevestiging ook aan uw favorieten toevoegt. U kunt de bladwijzer gebruiken om indien nodig terug te gaan naar deze pagina om de opnieuw te verzenden. Anders kunt u de activerings niet opnieuw verzenden. Indien de beheerder die niet ontvangt, kan er een probleem zijn met de mailserver van uw bedrijf, of kan de activeringsmail in de map met ongewenste mail of spam terecht. Belangrijk Zonder activeringsmail kan niemand aanmelden bij het systeem en moet de systeemimplementatie opnieuw worden uitgevoerd. De beheerder moet zich aanmelden bij het systeem en extra gebruikers toevoegen. Wanneer de nieuwe gebruiker is gecreëerd, verzendt het systeem een e mail naar elke gebruiker met een welkomstbericht en de vraag of de gebruiker zich wil aanmelden en een wachtwoord maken. Bij de eerste aanmelding heeft iedere beheerder de gelegenheid om een instructie over het systeem te bekijken. De beheerders kunnen de instructie direct bekijken of besluiten om deze later te bekijken. Het systeem testen Dit zijn enkele tests die u op het systeem moet uitvoeren. U kunt deze tests uitvoeren en uw systeem valideren door twee diagnostische tools te gebruiken die u op de ondersteuningspagina s voor dit product vindt: de vergaderingstest en de systeembronnentest. Gebruikers toevoegen, bewerken, activeren en deactiveren. Een vergadering plannen en starten Een bestaande vergadering opnieuw plannen. Een aantal vergaderingen of een toekomstige vergadering verwijderen. Een vergaderingsbijlage openen. Een opname van een vergadering afspelen. 75

76 Het systeem testen 76

77 HOOFDSTUK 7 Het systeem na de installatie wijzigen Dit hoofdstuk vermeldt de verschillende systeemwijzigende procedures voor na de initiële implementatie van uw systeem. Hoge beschikbaarheid toevoegen of het systeem bijwerken, upgraden of uitbreiden, pagina 77 Voorbereiden op een systeemwijzigende procedure, pagina 78 Hoge beschikbaarheid toevoegen of het systeem bijwerken, upgraden of uitbreiden De volgende procedures worden beschouwd als 'systeemwijzigend' en vereisen voorbereiding door de beheerder: Een systeem met hoge beschikbaarheid (HA) toevoegen of verwijderen Het systeem bijwerken naar een nieuwere versie door een ISO-updatebestand te gebruiken Het systeem upgraden door het systeem opnieuw te implementeren vanuit een OVA-bestand voor de upgradeversie De systeemgrootte uitbreiden van de huidige grootte naar een groter formaat U moet het systeem ook in onderhoudsmodus zetten wanneer u deze procedures uitvoert. Om deze reden wilt u mogelijk een aantal van deze procedures samen plannen; bijvoorbeeld het uitbreiden en bijwerken van het systeem tijdens hetzelfde onderhoudsvenster. Houd rekening met de volgende beperkingen: Als u al hoge beschikbaarheid aan uw systeem hebt toegevoegd en u het systeem wilt uitbreiden of upgraden, moet u het HA-systeem opnieuw implementeren nadat u de upgrade hebt uitgevoerd. Systeemuitbreidingen of -upgrades vereisen de implementatie van een nieuw systeem, met overdracht van de systeemgegevens naar het uitgebreide of bijgewerkte systeem. Wanneer u een nieuw systeem implementeert, wordt u gevraagd te kiezen tussen het implementeren van een primair systeem of het HA-systeem - u kunt ze niet allebei tegelijk implementeren. Daarom moet u eerst het primaire systeem met het OVA-bestand implementeren en dan het HA-systeem met hetzelfde OVA-bestand dat u hebt gebruikt voor het primaire systeem. 77

78 Voorbereiden op een systeemwijzigende procedure Als u van plan bent een HA-systeem toe te voegen en het bij te werken (met een ISO-updatebestand), raden wij u aan eerst het HA-systeem toe te voegen en dan het gecombineerde systeem (primair en HA) bij te werken. De updateprocedure werkt het gehele systeem bij, met of zonder een HA-systeem. Als u eerst het systeem bijwerkt en dan HA toevoegt, moet u eerst het HA-systeem implementeren en dan het HA-systeem bijwerken (dus zowel de primaire als de HA-systemen staan op dezelfde versie). Als u eerst HA toevoegt, wordt het gecombineerde primaire en HA-systeem op hetzelfde moment bijgewerkt door de updateprocedure. De updateprocedure werkt het gehele systeem bij, met of zonder een Reverse Proxy-server. Voorbereiden op een systeemwijzigende procedure Dit gedeelte beschrijft hoe u zich voorbereidt op een grote systeemomvattende procedure: uw systeem uitbreiden, een systeem met hoge beschikbaarheid toevoegen, openbare toegang inschakelen, uw systeem bijwerken of upgraden, enzovoort. Waarschuwing Omdat deze procedure exclusieve toegang tot het systeem vereist, hebben gebruikers geen toegang tot het systeem voor vergaderingen. Zorg ervoor dat u deze procedure plant wanneer het uw gebruikers zo min mogelijk stoort. Andere systeembeheerders mogen het systeem niet openen tijdens deze procedure. Als dit het geval is, worden hun wijzigingen niet opgeslagen en is het resultaat mogelijk onvoorspelbaar. Ze moeten wachten totdat deze procedure is voltooid en zich vervolgens aanmelden bij Cisco WebEx-beheer om hun taak te voltooien. Zorg dat u afspreekt met andere systeembeheerders voordat u een systeemwijzigende procedure begint. Let op Als u geen back-up moet maken van uw virtuele machines, moet u deze procedure niet voltooien. Als een beste praktijk, echter, raadt Cisco aan een back-up te maken. Dankzij back-ups kunt u het systeem herstellen, indien de procedure mislukt is. Procedure Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4 Meld u aan bij de Cisco WebEx-beheersite. Selecteer Onderhoudsmodus inschakelen. Schakel in de VMware vsphere-client elk van de virtuele machines in uw systeem uit. Selecteer In-/uitschakelen > Gast afmelden. Zie de VMware ESXi- en vcenter Server-documentatie voor een overzicht van het gebruik van vsphere. Zodra alle virtuele machines uitgeschakeld zijn, maakt u gebruik van VMware Data Recovery om een back-up te maken van al uw virtuele machines. Met een back-up kunt u uw virtuele machine herstellen naar de staat van vóór de update. Zie Een back-up maken met VMware vcenter, op pagina 14 voor meer informatie. Zie de Beheerdershandleiding van VMware-gegevensherstel voor een overzicht van deze back-up. 78

79 Voorbereiden op een systeemwijzigende procedure Stap 5 Stap 6 Stap 7 U kunt ook momentopnamen nemen, maar u moet deze binnen ongeveer 24 uur verwijderen. Indien u dit niet doet, kunnen er problemen optreden met prestaties, wat gangbaar is bij momentopnamen van virtuele machines. Zie voor meer informatie Een momentopname maken met VMware vcenter, op pagina 15 Schakel in de VMware vsphere-client elk van de virtuele machines in uw systeem in. Meld u weer aan bij de Cisco WebEx-beheersite, maar schakel de onderhoudsmodus niet uit. Ga door met de systeemwijzigende procedure. 79

80 Voorbereiden op een systeemwijzigende procedure 80

81 HOOFDSTUK 8 Een systeem met hoge beschikbaarheid toevoegen Een systeem met hoge beschikbaarheid toevoegen met automatische implementatie, pagina 81 Een systeem met hoge beschikbaarheid toevoegen met handmatige implementatie, pagina 84 Bevestigen dat uw primair systeem en uw HA-systeem dezelfde versie hebben, pagina 86 Een systeem met hoge beschikbaarheid toevoegen, pagina 87 Het systeem testen, pagina 88 Een systeem met hoge beschikbaarheid toevoegen met automatische implementatie Voordat u begint U moet het primaire systeem geïmplementeerd hebben. Het primaire systeem bevindt zich in de onderhoudsmodus. Maak een back-up van zowel de primaire systemen als systemen met hoge beschikbaarheid. Zie Een back-up maken met VMware vcenter, op pagina 14. Overwegingen voordat u een systeem met hoge beschikbaarheid toevoegt Een systeem met hoge beschikbaarheid is een redundant systeem dat is toegevoegd aan en deel uitmaakt van uw systeem. Het biedt hoge beschikbaarheid indien er een probleem is met een virtuele machine. Het systeem met hoge beschikbaarheid bevat de volgende beperkingen Het systeem met hoge beschikbaarheid moet dezelfde versie hebben als het primaire systeem. Als u het primaire systeem hebt bijgewerkt, moet u ook het systeem met hoge beschikbaarheid bijwerken. Als u hiertoe gemachtigd bent (met het juiste servicecontract), raadt Cisco u aan om het systeem met hoge beschikbaarheid te implementeren met dezelfde basisversie van het OVA-bestand (voor patches) als voor het primaire systeem. 81

82 Een systeem met hoge beschikbaarheid toevoegen met automatische implementatie De grootte van het systeem met hoge beschikbaarheid moet hetzelfde zijn als het primaire systeem. Als u openbare toegang hebt toegevoegd aan het primaire systeem, moet u dit ook toevoegen aan het systeem met hoge beschikbaarheid. De interne virtuele machines van het systeem met hoge beschikbaarheid moeten zich in hetzelfde subnet bevinden als de interne virtuele machines van het primaire systeem. Als u openbare toegang hebt toegevoegd, moet de Reverse Proxy virtuele machine van het systeem met hoge beschikbaarheid zich in hetzelfde subnet bevinden als de Reverse Proxy virtuele machine van het primaire systeem. Aangezien dit proces de virtuele machines in uw systeem beïnvloedt, kan uw huidige beveiligingscertificaat ongeldig worden en is mogelijk een update nodig. Als u eerder een systeem met hoge beschikbaarheid hebt gehad, dit hebt verwijderd en een nieuw systeem met hoge beschikbaarheid implementeert, kunt u de virtuele machines in het vorige systeem met hoge beschikbaarheid hergebruiken. U moet een nieuw systeem met hoge beschikbaarheid implementeren met nieuwe virtuele machines. Opsomming van stappen voor het toevoegen van een systeem met hoge beschikbaarheid met automatische implementatie Voer deze taken in de aangegeven volgorde uit. Taak Beschrijving Implementeer met de VMware vsphere-client de virtuele beheermachine voor het systeem met hoge beschikbaarheid. Schakel de virtuele beheermachine van het systeem met hoge beschikbaarheid in en noteer de implementatie-url op. Geef de URL op in een webbrowser en ga verder met de implementatie van uw systeem met hoge beschikbaarheid. Selecteer uw voorkeurstaal voor de implementatie van het systeem met hoge beschikbaar. Bevestig de systeemgrootte voor het systeem met hoge beschikbaarheid. (Deze systeemgrootte moet overeenkomen met het primaire systeem.) Selecteer Een redundant systeem met hoge beschikbaarheid maken. Selecteer een automatische implementatie. (Voor het gemak raad Cisco aan om dezelfde selectie te maken als voor uw primaire systeem.) Geef uw vcenter-gegevens op zodat we de virtuele machines van het systeem met hoge beschikbaarheid voor u kunnen implementeren. Zie Het OVA-bestand van de VMware vsphere-client implementeren, op pagina 26 Uw taal voor installatie selecteren, op pagina 38 De grootte van uw systeem bevestigen, op pagina 39 Kiezen welk systeem u moet installeren, op pagina 39 Het type systeemimplementatie kiezen, op pagina 40 VMware vcenter-gebruikersgegevens opgeven, op pagina 40 82

83 Een systeem met hoge beschikbaarheid toevoegen met automatische implementatie Taak Beschrijving Selecteer de ESXi-host, gegevensopslag en de poortgroep voor virtuele machines voor de virtuele mediamachine van het systeem met hoge beschikbaarheid. Kies dezelfde poortgroep voor virtuele machines als voor het primaire systeem. Geef indien nodig de volledige domeinnaam op van de virtuele mediamachine van het systeem met hoge beschikbaarheid. (Als u uw DNS-server al hebt bijgewerkt met invoer voor het systeem met hoge beschikbaarheid, zoeken we het IP-adres voor u op.) Als u openbare toegang hebt toegevoegd voor uw primaire systeem, moet u controleren of het selectievakje Een Reverse Proxy virtuele machine maken is ingeschakeld. Als u geen openbare toegang hebt toegevoegd, moet u dit selectievakje uitschakelen. Als u geen openbare toegang hebt ingeschakeld, kunt u verdergaan met Stap 14. Als u openbare toegang hebt toegevoegd, moet u de ESXi-host, gegevensopslag en poortgroep voor virtuele machines voor de Reverse Proxy virtuele machine van het systeem met hoge beschikbaarheid selecteren. Kies dezelfde poortgroep voor virtuele machines als voor het primaire systeem. Geef de hostnaam en de netwerkinformatie voor de Reverse Proxy-virtuele machine op. Controleer of u alle wijzigingen aan het netwerk, DNS-server en firewallconfiguratie hebt aangebracht die vereist zijn voor uw systeem met hoge beschikbaarheid. Zodat de virtuele machines van uw systeem met hoge beschikbaarheid zijn geïmplementeerd, moet u Volgende selecteren om verder te gaan met de controle van het systeem met hoge beschikbaarheid. Als de controle van het systeem met hoge beschikbaarheid zonder problemen voltooid is, selecteert u Volgende. Bevestig dat het primaire systeem en het systeem met hoge beschikbaarheid dezelfde versie bevatten. Als dit niet het geval is, moet u het systeem met hoge beschikbaarheid bijwerken. Zie vcenter-instellingen voor uw virtuele mediamachine selecteren, op pagina 41 Netwerkinformatie voor de virtuele mediamachine invoeren, op pagina 41 Openbare toegang toevoegen, op pagina 42 vcenter-instellingen voor uw Reverse Proxy kiezen, op pagina 42 De netwerkinformatie voor de Reverse Proxy-virtuele machine invoeren, op pagina 43 Bevestigen dat uw netwerk op de juiste manier is geconfigureerd, op pagina 46 Uw virtuele machines implementeren, op pagina 46 Uw systeem controleren, op pagina 47 Bevestigen dat uw primair systeem en uw HA-systeem dezelfde versie hebben, op pagina 86 83

84 Een systeem met hoge beschikbaarheid toevoegen met handmatige implementatie Taak 18 Beschrijving Voeg dit systeem met hoge beschikbaarheid toe aan het primaire systeem in Cisco WebEx-beheer. Zie Een systeem met hoge beschikbaarheid toevoegen, op pagina 87 Een systeem met hoge beschikbaarheid toevoegen met handmatige implementatie Voordat u begint U moet het primaire systeem geïmplementeerd hebben. Het primaire systeem bevindt zich in de onderhoudsmodus. Maak een back-up van zowel de primaire systemen als systemen met hoge beschikbaarheid. Zie Een back-up maken met VMware vcenter, op pagina 14. Overwegingen voordat u een systeem met hoge beschikbaarheid toevoegt Een systeem met hoge beschikbaarheid is een redundant systeem dat is toegevoegd aan en deel uitmaakt van uw systeem. Het biedt hoge beschikbaarheid indien er een probleem is met een virtuele machine. Het systeem met hoge beschikbaarheid bevat de volgende beperkingen Het systeem met hoge beschikbaarheid moet dezelfde versie hebben als het primaire systeem. Als u het primaire systeem hebt bijgewerkt, moet u ook het systeem met hoge beschikbaarheid bijwerken. Als u hiertoe gemachtigd bent (met het juiste servicecontract), raadt Cisco u aan om het systeem met hoge beschikbaarheid te implementeren met dezelfde basisversie van het OVA-bestand (voor patches) als voor het primaire systeem. De grootte van het systeem met hoge beschikbaarheid moet hetzelfde zijn als het primaire systeem. Als u openbare toegang hebt toegevoegd aan het primaire systeem, moet u dit ook toevoegen aan het systeem met hoge beschikbaarheid. De interne virtuele machines van het systeem met hoge beschikbaarheid moeten zich in hetzelfde subnet bevinden als de interne virtuele machines van het primaire systeem. Als u openbare toegang hebt toegevoegd, moet de Reverse Proxy virtuele machine van het systeem met hoge beschikbaarheid zich in hetzelfde subnet bevinden als de Reverse Proxy virtuele machine van het primaire systeem. Aangezien dit proces de virtuele machines in uw systeem beïnvloedt, kan uw huidige beveiligingscertificaat ongeldig worden en is mogelijk een update nodig. Als u eerder een systeem met hoge beschikbaarheid hebt gehad, dit hebt verwijderd en een nieuw systeem met hoge beschikbaarheid implementeert, kunt u de virtuele machines in het vorige systeem met hoge beschikbaarheid hergebruiken. U moet een nieuw systeem met hoge beschikbaarheid implementeren met nieuwe virtuele machines. 84

85 Een systeem met hoge beschikbaarheid toevoegen met handmatige implementatie Opsomming van stappen voor het toevoegen van een systeem met hoge beschikbaarheid met handmatige implementatie Voer deze taken in de aangegeven volgorde uit. Taak Beschrijving Implementeer met de VMware vsphere-client de virtuele beheermachine voor het systeem met hoge beschikbaarheid. Schakel de virtuele beheermachine van het systeem met hoge beschikbaarheid in en noteer de implementatie-url op. Geef de URL op in een webbrowser en ga verder met de implementatie van uw systeem met hoge beschikbaarheid. Selecteer uw voorkeurstaal voor de implementatie van het systeem met hoge beschikbaar. Bevestig de systeemgrootte voor het systeem met hoge beschikbaarheid. (Deze systeemgrootte moet overeenkomen met het primaire systeem.) Selecteer Een redundant systeem met hoge beschikbaarheid maken. Selecteer handmatige implementatie. (Voor het gemak raad Cisco aan om dezelfde selectie te maken als voor uw primaire systeem.) Als u openbare toegang hebt toegevoegd voor uw primaire systeem, moet u controleren of het selectievakje Een Reverse Proxy virtuele machine maken is ingeschakeld. Als u geen openbare toegang hebt toegevoegd, moet u dit selectievakje uitschakelen. Controleer of u alle wijzigingen aan het netwerk, DNS-server en firewallconfiguratie hebt aangebracht die vereist zijn voor uw systeem met hoge beschikbaarheid. Zodat de virtuele machines van uw systeem met hoge beschikbaarheid zijn geïmplementeerd, moet u Volgende selecteren om verder te gaan met de controle van het systeem met hoge beschikbaarheid. Als de controle van het systeem met hoge beschikbaarheid zonder problemen voltooid is, selecteert u Volgende. Bevestig dat het primaire systeem en het systeem met hoge beschikbaarheid dezelfde versie bevatten. Als dit niet het geval is, moet u het systeem met hoge beschikbaarheid bijwerken. Zie Het OVA-bestand van de VMware vsphere-client implementeren, op pagina 26 Uw taal voor installatie selecteren, op pagina 38 De grootte van uw systeem bevestigen, op pagina 39 Kiezen welk systeem u moet installeren, op pagina 39 Het type systeemimplementatie kiezen, op pagina 40 Openbare toegang toevoegen, op pagina 42 Bevestigen dat uw netwerk op de juiste manier is geconfigureerd, op pagina 46 Uw virtuele machines implementeren, op pagina 70 Uw systeem controleren, op pagina 47 Bevestigen dat uw primair systeem en uw HA-systeem dezelfde versie hebben, op pagina 86 85

86 Bevestigen dat uw primair systeem en uw HA-systeem dezelfde versie hebben Taak 13 Beschrijving Voeg dit systeem met hoge beschikbaarheid toe aan het primaire systeem in Cisco WebEx-beheer. Zie Een systeem met hoge beschikbaarheid toevoegen, op pagina 87 Bevestigen dat uw primair systeem en uw HA-systeem dezelfde versie hebben Het HA-systeem moet exact dezelfde versie hebben als uw primair systeem. De versie van het HA-systeem wordt op deze browserpagina vermeld. Ga als volgt te werk om de versie van het primaire systeem te controleren: Procedure Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4 Stap 5 Stap 6 Stap 7 Stap 8 Stap 9 Meld u in een afzonderlijk browservenster aan bij de WebEx-beheersite op het primaire systeem. Controleer op het tabblad Dashboard het versienummer van het primaire systeem in het deelvenster System in de rechter bovenhoek. Als het primaire systeem een nieuwere versie heeft dan het HA-systeem, moet u het HA-systeem opnieuw implementeren met een nieuwer OVA-bestand voor een nieuwere softwareversie of moet u het HA-systeem bijwerken. Als u het systeem met hoge beschikbaarheid moet bijwerken, moet u eerst een back-up nemen van de virtuele machines. Meer informatie vindt u in Een back-up maken met VMware vcenter, op pagina 14. Indien een update vereist is na het implementeren van het HA-systeem, selecteert u update in de browser verbonden met het HA-systeem. Download het juiste updatebestand van het Cisco Software Center: Plaats het updatebestand op een lokale schijf of een gegevensopslag die beschikbaar is voor het HA-systeem. Selecteer Verdergaan in de browser verbonden met het HA-systeem. Koppel het cd/dvd-station met het ISO-updatebestand in de virtuele beheermachine van het HA-systeem. Zie.ISO-bestand van de update op het cd/dvd-station verbinden, op pagina 102 Vink het selectievakje Ik heb het ISO-bestand gekoppeld en ik ben klaar om door te gaan en selecteer Doorgaan. Waarschuwing Zodra u Doorgaan selecteert, kunt u de updateprocedure niet stoppen. Als er problemen optreden tijdens het updateproces en het wordt niet voltooid, moet u uw back-ups gebruiken om het systeem te herstellen. De updateprocedure kan tot een uur duren. Sluit dit browservenster niet, omdat u dan niet kunt terugkeren naar deze pagina. Nadat de update is voltooid, wordt een nieuw dialoogvenster weergegeven met de bevestiging dat de update is geslaagd. Selecteer Opnieuw opstarten. 86

87 Een systeem met hoge beschikbaarheid toevoegen Nadat het systeem opnieuw is opgestart, wordt de systeempagina door HA gecreëerd, weergegeven met de bevestiging dat de update is geslaagd. Volgende stappen Voeg dit systeem met hoge beschikbaarheid toe aan het primaire systeem in Cisco WebEx-beheer. Een systeem met hoge beschikbaarheid toevoegen De meeste functies op uw systeem met hoge beschikbaarheid zijn verboden. Zo hebt u bijvoorbeeld geen toegang tot upgrades, SNMP-configuratie, opslagtoegang en servers op uw systeem met hoge beschikbaarheid. U kunt de systeemeigenschappen bekijken, maar kunt geen wijzigingen aanbrengen. Voltooi de volgende procedure op het primaire systeem. Voordat u begint Installeer Cisco WebEx op een tweede virtuele machine vanuit een OVA-bestand, die u wilt gebruiken als uw systeem met hoge beschikbaarheid. De grootte van uw systeem met hoge beschikbaarheid moet hetzelfde zijn als het primaire systeem. Uw systeem met hoge beschikbaarheid moet worden geconfigureerd met dezelfde OVA en patch als uw primaire systeem. Indien de versies van uw primaire systeem en uw systeem met hoge beschikbaarheid niet overeenstemmen, wordt u gevraagd bij te werken naar het hoogste versieniveau. Kopieer de volledige domeinnaam (FQDN) van de virtuele machine met hoge beschikbaarheid. U moet de FQDN hebben om uw systeem met hoge beschikbaarheid toe te voegen. Controleer of alle virtuele machines normaal werken. Bepaal de status van de virtuele machine door de systeemmonitor te bekijken zoals beschreven in Uw dashboard gebruiken, op pagina 117. Procedure Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4 Meld u aan bij de beheersite. Selecteer de koppeling Meer weergeven op het primaire systeem, in de Systeemsectie. Selecteer Systeem met hoge beschikbaarheid toevoegen. Volg de instructies op de pagina Systeemeigenschappen om dit HA-systeem toe te voegen. Voorbeeld: 87

88 Het systeem testen Stap 5 Stap 6 Stap 7 Voer de FQDN van de virtuele machine van de beheersite in van de machine met hoge beschikbaarheid en selecteer Doorgaan. We zullen de gereedheid van zowel het primaire systeem als het HA-systeem valideren voor deze HA-toevoeging. Als beide systemen klaar zijn, ziet u een groene knop Toevoegen. Selecteer niets totdat u uw systeem in de onderhoudsmodus hebt geplaatst. Als een systeem niet klaar is, ziet u een foutbericht. Herstel de fout en probeer de procedure voor hoge beschikbaarheid nogmaals toe te voegen. Selecteer Onderhoudsmodus inschakelen, selecteer vervolgens Toevoegen. Uw systeem met hoge beschikbaarheid wordt toegevoegd en automatisch geconfigureerd om te werken als back-up indien het primaire systeem uitvalt. Selecteer Onderhoudsmodus uitschakelen en Doorgaan om te bevestigen. Uw systeem start opnieuw op nadat u de onderhoudsmodus uitgeschakeld hebt. U kunt u opnieuw aanmelden bij de Beheersite nadat het opstarten voltooid is. Het systeem testen Dit zijn enkele tests die u op het systeem moet uitvoeren. U kunt deze tests uitvoeren en uw systeem valideren door twee diagnostische tools te gebruiken die u op de ondersteuningspagina s voor dit product vindt: de vergaderingstest en de systeembronnentest. Gebruikers toevoegen, bewerken, activeren en deactiveren. Een vergadering plannen en starten Een bestaande vergadering opnieuw plannen. Een aantal vergaderingen of een toekomstige vergadering verwijderen. Een vergaderingsbijlage openen. Een opname van een vergadering afspelen. 88

89 HOOFDSTUK 9 Uw systeem uitbreiden naar een groter systeemformaat Voorbereiden op systeemuitbreiding, pagina 89 Voorbereiden op een systeemwijzigende procedure, pagina 90 Het systeem uitbreiden met automatische implementatie, pagina 91 Het systeem uitbreiden met handmatige implementatie, pagina 95 Het systeem testen, pagina 99 Voorbereiden op systeemuitbreiding Dit gedeelte beschrijft de vereisten en optimale werkwijze voor een systeemuitbreiding. De nieuwe grootte van uw systeem vaststellen Houd rekening met het volgende: Budget voor hardware Het aantal gelijktijdige vergaderingen en de gemiddelde grootte van deze vergaderingen voor de komende maanden en jaren De vereiste informatie voor uw systeemuitbreiding verkrijgen Verkrijg het OVA-bestand dat is gebruikt om de huidige versie van het systeem te installeren. Vul de uitbreidingscontrolelijst in. Veldnaam URL van WebEx-site URL van beheersite Persoonlijk VIP-adres Huidige waarde voor uw systeem 89

90 Voorbereiden op een systeemwijzigende procedure Veldnaam Huidige waarde voor uw systeem Openbaar VIP-adres Voorbereiden op een systeemwijzigende procedure Dit gedeelte beschrijft hoe u zich voorbereidt op een grote systeemomvattende procedure: uw systeem uitbreiden, een systeem met hoge beschikbaarheid toevoegen, openbare toegang inschakelen, uw systeem bijwerken of upgraden, enzovoort. Waarschuwing Omdat deze procedure exclusieve toegang tot het systeem vereist, hebben gebruikers geen toegang tot het systeem voor vergaderingen. Zorg ervoor dat u deze procedure plant wanneer het uw gebruikers zo min mogelijk stoort. Andere systeembeheerders mogen het systeem niet openen tijdens deze procedure. Als dit het geval is, worden hun wijzigingen niet opgeslagen en is het resultaat mogelijk onvoorspelbaar. Ze moeten wachten totdat deze procedure is voltooid en zich vervolgens aanmelden bij Cisco WebEx-beheer om hun taak te voltooien. Zorg dat u afspreekt met andere systeembeheerders voordat u een systeemwijzigende procedure begint. Let op Als u geen back-up moet maken van uw virtuele machines, moet u deze procedure niet voltooien. Als een beste praktijk, echter, raadt Cisco aan een back-up te maken. Dankzij back-ups kunt u het systeem herstellen, indien de procedure mislukt is. Procedure Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4 Meld u aan bij de Cisco WebEx-beheersite. Selecteer Onderhoudsmodus inschakelen. Schakel in de VMware vsphere-client elk van de virtuele machines in uw systeem uit. Selecteer In-/uitschakelen > Gast afmelden. Zie de VMware ESXi- en vcenter Server-documentatie voor een overzicht van het gebruik van vsphere. Zodra alle virtuele machines uitgeschakeld zijn, maakt u gebruik van VMware Data Recovery om een back-up te maken van al uw virtuele machines. Met een back-up kunt u uw virtuele machine herstellen naar de staat van vóór de update. Zie Een back-up maken met VMware vcenter, op pagina 14 voor meer informatie. Zie de Beheerdershandleiding van VMware-gegevensherstel voor een overzicht van deze back-up. U kunt ook momentopnamen nemen, maar u moet deze binnen ongeveer 24 uur verwijderen. Indien u dit niet doet, kunnen er problemen optreden met prestaties, wat gangbaar is bij momentopnamen van virtuele machines. Zie voor meer informatie Een momentopname maken met VMware vcenter, op pagina 15 90

91 Het systeem uitbreiden met automatische implementatie Stap 5 Stap 6 Stap 7 Schakel in de VMware vsphere-client elk van de virtuele machines in uw systeem in. Meld u weer aan bij de Cisco WebEx-beheersite, maar schakel de onderhoudsmodus niet uit. Ga door met de systeemwijzigende procedure. Het systeem uitbreiden met automatische implementatie Voordat u begint In dit gedeelte verwijzen we naar het systeem van vóór de uitbreiding met het 'huidige systeem'. Het systeem na de uitbreiding is het 'uitgebreide systeem'. Plan een tijdstip waarop uw gebruikers zo min mogelijk last hebben van de systeemuitbreiding. Plaats het primaire systeem in de onderhoudsmodus voordat u de systeemupgrade uitvoert. Waarschuwing Omdat deze procedure exclusieve toegang tot het systeem vereist, hebben gebruikers geen toegang tot het systeem voor vergaderingen. Zorg ervoor dat u deze procedure plant wanneer het uw gebruikers zo min mogelijk stoort. Andere systeembeheerders mogen het systeem niet openen tijdens deze procedure. Als dit het geval is, worden hun wijzigingen niet opgeslagen en is het resultaat mogelijk onvoorspelbaar. Ze moeten wachten totdat deze procedure is voltooid en zich vervolgens aanmelden bij Cisco WebEx-beheer om hun taak te voltooien. Zorg dat u afspreekt met andere systeembeheerders voordat u een systeemwijzigende procedure begint. Het systeem uitbreiden Algemene taken voor een systeemuitbreiding: 1 Maak een back-up van uw huidige systeem. 2 Gebruik hetzelfde OVA-bestand dat u hebt gebruikt om uw huidige systeem te implementeren en implementeer de virtuele beheermachine voor de nieuwe systeemgrootte. 3 Kopieer de gegevens van uw huidige systeem naar de virtuele beheermachine voor het uitgebreide systeem. 4 Implementeer zo nodig aanvullende virtuele machines voor de nieuwe systeemgrootte. 5 Test het uitgebreide systeem. Overwegingen vóór uitbreiding van het systeem Houd rekening met het volgende: U kunt ervoor kiezen om dezelfde hostnamen en IP-adressen te gebruiken voor de bestaande virtuele machines in het uitgebreide systeem. U kunt echter alleen het huidige systeem of het uitgebreide systeem 91

92 Het systeem uitbreiden met automatische implementatie op elk gewenst moment inschakelen. Beide systemen kunnen niet tegelijkertijd worden ingeschakeld en uitgevoerd. Als u al een systeem met hoge beschikbaarheid aan uw huidige systeem hebt toegevoegd, moet u na de implementatie van het uitgebreide systeem opnieuw een systeem met hoge beschikbaarheid toevoegen. U kunt het bestaande systeem met hoge beschikbaarheid niet opnieuw gebruiken, omdat het niet is behouden na de uitbreiding. Mogelijk wilt u het huidige systeem houden totdat u klaar bent met het testen van het uitgebreide systeem. Zodra het testen voltooid is en u tevreden bent met het uitgebreide systeem, kunt u het huidige (pre-uitbreidings)systeem verwijderen. De interne virtuele machines voor het huidige systeem en het uitgebreide systeem moeten zich op hetzelfde subnet bevinden. Als u openbare toegang hebt toegevoegd, moeten de Reverse Proxy-virtuele machines voor het huidige systeem en het uitgebreide systeem zich op hetzelfde subnet bevinden. Aangezien dit proces de virtuele machines in uw systeem beïnvloedt, kan uw huidige beveiligingscertificaat ongeldig worden en is mogelijk een update nodig. Zorg dat het uitgebreide systeem toegang heeft tot de schijven voor de bestaande virtuele beheermachine. U kopieert harde schijf 4 naar het uitgebreide systeem. Samenvatting van taken om het systeem uit te breiden met behulp van een automatische implementatie Taak Beschrijving Bereid het huidige systeem voor op uitbreiding. Bereid het systeem voor op een systeemwijzigende procedure. Start de uitbreidingsprocedure vanaf de beheersite van het bestaande systeem. Selecteer In-/uitschakelen > Gast afmelden op de virtuele machines van het huidige systeem met de VMware vsphere-client. Implementeer de virtuele beheermachine voor de nieuwe systeemgrootte met de vsphere-client. Voeg Hard disk 4 vanaf de virtuele beheermachine van het huidige systeem toe aan de virtuele beheermachine voor het uitgebreide systeem. Schakel de virtuele beheermachine voor het uitgebreide systeem in en noteer de implementatie-url. Geef de implementatie-url op in een webbrowser en ga verder met de implementatie van uw uitgebreide systeem. Zie Voorbereiden op systeemuitbreiding, op pagina 89 Voorbereiden op een systeemwijzigende procedure, op pagina 78 Systeemgrootte uitbreiden, op pagina 145 Het OVA-bestand van de VMware vsphere-client implementeren, op pagina 26 Een bestaand VMDK-bestand aan een nieuwe virtuele machine koppelen, op pagina 16 92

93 Het systeem uitbreiden met automatische implementatie Taak Beschrijving Selecteer uw voorkeurstaal voor de implementatie van het uitgebreide systeem. Bevestig de systeemgrootte. (Deze systeemgrootte moet groter zijn dan of gelijk zijn aan die van het huidige systeem.) Selecteer Installeer een primair systeem. Selecteer een automatische implementatie. Geef uw vcenter-gegevens op zodat we de virtuele machines voor u kunnen implementeren. Selecteer de ESXi-host, gegevensopslag en poortgroep van de virtuele machines voor uw virtuele mediamachine. Voer de volledige domeinnaam in voor de virtuele mediamachine. (Als u uw DNS-server al hebt bijgewerkt met invoer voor het uitgebreide systeem, zoeken we het IP-adres voor u op.) Als u openbare toegang wilt voor uw uitgebreide systeem, moet u controleren of het selectievakje Een Reverse Proxy-virtuele machine maken is ingeschakeld. Als u geen openbare toegang hebt toegevoegd, moet u dit selectievakje uitschakelen. Als u geen openbare toegang hebt ingeschakeld, kunt u verdergaan met Stap 19. Als u openbare toegang hebt toegevoegd, selecteert u de ESXi-host, gegevensopslag en poortgroep van de virtuele machines voor de Reverse Proxy-virtuele machine. Geef de hostnaam en de netwerkinformatie voor de Reverse Proxy-virtuele machine op. Voer het openbare VIP-adres voor de URL van de WebEx-site in. U kunt hetzelfde openbare VIP-adres invoeren als voor het bestaande systeem. U kunt echter ook een nieuw IP-adres invoeren. Als u het IP-adres wijzigt, voert u de noodzakelijke updates voor de DNS-server uit. Zie Uw taal voor installatie selecteren, op pagina 38 De grootte van uw systeem bevestigen, op pagina 39 Kiezen welk systeem u moet installeren, op pagina 39 Het type systeemimplementatie kiezen, op pagina 40 VMware vcenter-gebruikersgegevens opgeven, op pagina 40 vcenter-instellingen voor uw virtuele mediamachine selecteren, op pagina 41 Netwerkinformatie voor de virtuele mediamachine invoeren, op pagina 41 Openbare toegang toevoegen, op pagina 42 vcenter-instellingen voor uw Reverse Proxy kiezen, op pagina 42 De netwerkinformatie voor de Reverse Proxy-virtuele machine invoeren, op pagina 43 Het openbare VIP-adres invoeren, op pagina 43 93

94 Het systeem uitbreiden met automatische implementatie Taak Beschrijving Voer het persoonlijke VIP-adres in voor de URL van WebEx-beheer. U kunt hetzelfde persoonlijke VIP-adres invoeren dat u gebruikt voor uw bestaande systeem, of wijzigen naar een nieuw IP-adres. Als u het IP-adres wijzigt, voert u de noodzakelijke updates voor de DNS-server uit. Voer de URL van de WebEx-site in. Deelnemers openen deze URL om vergaderingen te hosten en bij te wonen. (Deze URL verwijst naar het persoonlijke VIP-adres of het openbare VIP-adres, afhankelijk of u wel of niet een split-horizon DNS gebruikt.) U kunt dezelfde WebEx site-url invoeren die u gebruikt voor uw bestaande systeem, of wijzigen naar een nieuw IP-adres. Als u het IP-adres wijzigt, voert u de noodzakelijke updates voor de DNS-server uit. Zorg dat u de URL van uw oorspronkelijke site op de DNS-server behoudt. Leid de URL van de oorspronkelijke site om naar de URL van de nieuwe site. Indien gebruikers de oorspronkelijke URL proberen te gebruiken en u deze niet hebt omgeleid naar de nieuwe URL, kunnen zij geen vergaderingen hosten of bijwonen. Voer de URL van WebEx-beheer in waarmee beheerders Cisco WebEx-beheer kunnen openen en interne deelnemers vergaderingen kunnen hosten of bijwonen (alleen met een split-horizon DNS). (Deze URL verwijst naar het persoonlijke VIP-adres.) U kunt dezelfde WebEx-beheer-URL invoeren als voor het bestaande systeem. U kunt de URL ook wijzigen. Als u het IP-adres wijzigt, voert u de noodzakelijke updates voor de DNS-server uit. Controleer of u alle wijzigingen aan het netwerk, de DNS-server en de firewallconfiguratie hebt aangebracht die vereist zijn voor uw systeem. Zodra uw virtuele machines zijn geïmplementeerd, selecteert u Volgende om verder te gaan met de controle van het systeem. Zie Het persoonlijke VIP-adres invoeren, op pagina 44 De URL's voor de WebEx-site en het WebEx beheer invoeren, op pagina 45 De URL's voor de WebEx-site en het WebEx beheer invoeren, op pagina 45 Bevestigen dat uw netwerk op de juiste manier is geconfigureerd, op pagina 46 Uw virtuele machines implementeren, op pagina 46 94

95 Het systeem uitbreiden met handmatige implementatie Taak Beschrijving Naast de systeemcontrole werken we het uitgebreide systeem bij met de vereiste updates om het af te stemmen op de softwareversie van het huidige systeem van vóór de uitbreiding. (Deze updates kunnen tot een uur duren.) Zodra de update is voltooid is, wordt het systeem opnieuw opgestart. Meld u aan bij Cisco WebEx-beheer. Test het uitgebreide systeem. Als de uitbreiding niet is geslaagd, schakelt u het uitgebreide systeem uit en schakelt u het bestaande systeem in. Neem contact op met de Cisco TAC voor hulp. Zie Uw systeem controleren, op pagina 47 Het systeem testen, op pagina 75 Het systeem uitbreiden met handmatige implementatie Voordat u begint In dit gedeelte verwijzen we naar het systeem van vóór de uitbreiding met het 'huidige systeem'. Het systeem na de uitbreiding is het 'uitgebreide systeem'. Plan een tijdstip waarop uw gebruikers zo min mogelijk last hebben van de systeemuitbreiding. Plaats het primaire systeem in de onderhoudsmodus voordat u de systeemupgrade uitvoert. Waarschuwing Omdat deze procedure exclusieve toegang tot het systeem vereist, hebben gebruikers geen toegang tot het systeem voor vergaderingen. Zorg ervoor dat u deze procedure plant wanneer het uw gebruikers zo min mogelijk stoort. Andere systeembeheerders mogen het systeem niet openen tijdens deze procedure. Als dit het geval is, worden hun wijzigingen niet opgeslagen en is het resultaat mogelijk onvoorspelbaar. Ze moeten wachten totdat deze procedure is voltooid en zich vervolgens aanmelden bij Cisco WebEx-beheer om hun taak te voltooien. Zorg dat u afspreekt met andere systeembeheerders voordat u een systeemwijzigende procedure begint. Het systeem uitbreiden Algemene taken voor een systeemuitbreiding: 1 Maak een back-up van uw huidige systeem. 2 Gebruik hetzelfde OVA-bestand dat u hebt gebruikt om uw huidige systeem te implementeren en implementeer de virtuele beheermachine voor de nieuwe systeemgrootte. 3 Kopieer de gegevens van uw huidige systeem naar de virtuele beheermachine voor het uitgebreide systeem. 95

96 Het systeem uitbreiden met handmatige implementatie 4 Implementeer zo nodig aanvullende virtuele machines voor de nieuwe systeemgrootte. 5 Test het uitgebreide systeem. Overwegingen vóór uitbreiding van het systeem Houd rekening met het volgende: U kunt ervoor kiezen om dezelfde hostnamen en IP-adressen te gebruiken voor de bestaande virtuele machines in het uitgebreide systeem. U kunt echter alleen het huidige systeem of het uitgebreide systeem op elk gewenst moment inschakelen. Beide systemen kunnen niet tegelijkertijd worden ingeschakeld en uitgevoerd. Als u al een systeem met hoge beschikbaarheid aan uw huidige systeem hebt toegevoegd, moet u na de implementatie van het uitgebreide systeem opnieuw een systeem met hoge beschikbaarheid toevoegen. U kunt het bestaande systeem met hoge beschikbaarheid niet opnieuw gebruiken, omdat het niet is behouden na de uitbreiding. Mogelijk wilt u het huidige systeem houden totdat u klaar bent met het testen van het uitgebreide systeem. Zodra het testen voltooid is en u tevreden bent met het uitgebreide systeem, kunt u het huidige (pre-uitbreidings)systeem verwijderen. De interne virtuele machines voor het huidige systeem en het uitgebreide systeem moeten zich op hetzelfde subnet bevinden. Als u openbare toegang hebt toegevoegd, moeten de Reverse Proxy-virtuele machines voor het huidige systeem en het uitgebreide systeem zich op hetzelfde subnet bevinden. Aangezien dit proces de virtuele machines in uw systeem beïnvloedt, kan uw huidige beveiligingscertificaat ongeldig worden en is mogelijk een update nodig. Zorg dat het uitgebreide systeem toegang heeft tot de schijven voor de bestaande virtuele beheermachine. U kopieert harde schijf 4 naar het uitgebreide systeem. Samenvatting van taken om het systeem uit te breiden met behulp van een handmatige implementatie Taak Beschrijving Bereid het huidige systeem voor op uitbreiding. Bereid het systeem voor op een systeemwijzigende procedure. Start de uitbreidingsprocedure vanaf de beheersite van het bestaande systeem. Selecteer In-/uitschakelen > Gast afmelden op de virtuele machines van het huidige systeem met de VMware vsphere-client. Implementeer de virtuele beheermachine voor de nieuwe systeemgrootte met de vsphere-client. Zie Voorbereiden op systeemuitbreiding, op pagina 89 Voorbereiden op een systeemwijzigende procedure, op pagina 78 Systeemgrootte uitbreiden, op pagina 145 Het OVA-bestand van de VMware vsphere-client implementeren, op pagina 26 96

97 Het systeem uitbreiden met handmatige implementatie Taak Beschrijving Voeg Hard disk 4 vanaf de virtuele beheermachine van het huidige systeem toe aan de virtuele beheermachine voor het uitgebreide systeem. Schakel de virtuele beheermachine voor het uitgebreide systeem in en noteer de implementatie-url. Geef de implementatie-url op in een webbrowser en ga verder met de implementatie van uw uitgebreide systeem. Selecteer uw voorkeurstaal voor de implementatie van het uitgebreide systeem. Bevestig de systeemgrootte. (Deze systeemgrootte moet groter zijn dan of gelijk zijn aan die van het huidige systeem.) Selecteer Installeer een primair systeem. Selecteer handmatige implementatie. Als u openbare toegang wilt voor uw uitgebreide systeem, moet u controleren of het selectievakje Een Reverse Proxy-virtuele machine maken is ingeschakeld. Als u geen openbare toegang hebt toegevoegd, moet u dit selectievakje uitschakelen. Voer het openbare VIP-adres voor de URL van de WebEx-site in. U kunt hetzelfde openbare VIP-adres invoeren als voor het bestaande systeem. U kunt echter ook een nieuw IP-adres invoeren. Als u het IP-adres wijzigt, voert u de noodzakelijke updates voor de DNS-server uit. Voer het persoonlijke VIP-adres in voor de URL van WebEx-beheer. U kunt hetzelfde persoonlijke VIP-adres invoeren dat u gebruikt voor uw bestaande systeem, of wijzigen naar een nieuw IP-adres. Als u het IP-adres wijzigt, voert u de noodzakelijke updates voor de DNS-server uit. Zie Een bestaand VMDK-bestand aan een nieuwe virtuele machine koppelen, op pagina 16 Uw taal voor installatie selecteren, op pagina 38 De grootte van uw systeem bevestigen, op pagina 39 Kiezen welk systeem u moet installeren, op pagina 39 Het type systeemimplementatie kiezen, op pagina 40 Openbare toegang toevoegen, op pagina 42 Het openbare VIP-adres invoeren, op pagina 43 Het persoonlijke VIP-adres invoeren, op pagina 44 97

98 Het systeem uitbreiden met handmatige implementatie Taak Beschrijving Voer de URL van de WebEx-site in. Deelnemers openen deze URL om vergaderingen te hosten en bij te wonen. (Deze URL verwijst naar het persoonlijke VIP-adres of het openbare VIP-adres, afhankelijk of u wel of niet een split-horizon DNS gebruikt.) U kunt dezelfde WebEx site-url invoeren die u gebruikt voor uw bestaande systeem, of wijzigen naar een nieuw IP-adres. Als u het IP-adres wijzigt, voert u de noodzakelijke updates voor de DNS-server uit. Zorg dat u de URL van uw oorspronkelijke site op de DNS-server behoudt. Leid de URL van de oorspronkelijke site om naar de URL van de nieuwe site. Indien gebruikers de oorspronkelijke URL proberen te gebruiken en u deze niet hebt omgeleid naar de nieuwe URL, kunnen zij geen vergaderingen hosten of bijwonen. Voer de URL van WebEx-beheer in waarmee beheerders Cisco WebEx-beheer kunnen openen en interne deelnemers vergaderingen kunnen hosten of bijwonen (alleen met een split-horizon DNS). (Deze URL verwijst naar het persoonlijke VIP-adres.) U kunt dezelfde URL van WebEx-beheer invoeren die u gebruikt voor uw bestaande systeem, of wijzigen naar een nieuw IP-adres. Als u het IP-adres wijzigt, voert u de noodzakelijke updates voor de DNS-server uit. Controleer of u alle wijzigingen aan het netwerk, de DNS-server en de firewallconfiguratie hebt aangebracht die vereist zijn voor uw systeem. Zodra uw virtuele machines zijn geïmplementeerd, selecteert u Volgende om verder te gaan met de controle van het systeem. Naast de systeemcontrole werken we het uitgebreide systeem bij met de vereiste updates om het af te stemmen op de softwareversie van het huidige systeem van vóór de uitbreiding. (Deze updates kunnen tot een uur duren.) Zodra de update is voltooid is, wordt het systeem opnieuw opgestart. Meld u aan bij Cisco WebEx-beheer. Zie De URL's voor de WebEx-site en het WebEx beheer invoeren, op pagina 45 De URL's voor de WebEx-site en het WebEx beheer invoeren, op pagina 45 Bevestigen dat uw netwerk op de juiste manier is geconfigureerd, op pagina 46 Uw virtuele machines implementeren, op pagina 70 Uw systeem controleren, op pagina 47 98

99 Het systeem testen Taak 22 Beschrijving Test het uitgebreide systeem. Als de uitbreiding niet is geslaagd, schakelt u het uitgebreide systeem uit en schakelt u het bestaande systeem in. Neem contact op met de Cisco TAC voor hulp. Zie Het systeem testen, op pagina 75 Het systeem testen Dit zijn enkele tests die u op het systeem moet uitvoeren. U kunt deze tests uitvoeren en uw systeem valideren door twee diagnostische tools te gebruiken die u op de ondersteuningspagina s voor dit product vindt: de vergaderingstest en de systeembronnentest. Gebruikers toevoegen, bewerken, activeren en deactiveren. Een vergadering plannen en starten Een bestaande vergadering opnieuw plannen. Een aantal vergaderingen of een toekomstige vergadering verwijderen. Een vergaderingsbijlage openen. Een opname van een vergadering afspelen. 99

100 Het systeem testen 100

101 HOOFDSTUK 10 Het systeem updaten uw systeem uitbreiden, een systeem met hoge beschikbaarheid toevoegen, publieke toegang inschakelen, uw systeem bijwerken of upgraden, enzovoort., pagina 101 ISO-bestand van de update op het cd/dvd-station verbinden, pagina 102 Verdergaan met de updateprocedure, pagina 103 De updateprocedure voltooien, pagina 104 uw systeem uitbreiden, een systeem met hoge beschikbaarheid toevoegen, publieke toegang inschakelen, uw systeem bijwerken of upgraden, enzovoort. Waarschuwing Omdat de updateprocedure exclusieve toegang tot het systeem vereist, hebben gebruikers geen toegang tot het systeem voor vergaderingen. Zorg ervoor dat u de update plant wanneer het uw gebruikers zo min mogelijk stoort. De volledige updateprocedure, inclusief back-up van uw virtuele machines, kan tot een uur in beslag nemen, afhankelijk van de systeemgrootte en de grootte van de database. Andere systeembeheerders mogen het systeem niet openen tijdens deze procedure. Als dit het geval is, worden hun wijzigingen niet opgeslagen en is het resultaat mogelijk onvoorspelbaar. Ze moeten wachten totdat deze procedure is voltooid en zich vervolgens aanmelden bij Cisco WebEx-beheer om hun taak te voltooien. Voordat u begint Zorg ervoor dat u het nieuwste updatebestand van het Cisco Software Center verkrijgt: Het updatebestand voor uw systeem is een gecomprimeerd ISO-bestand. 101

102 ISO-bestand van de update op het cd/dvd-station verbinden Procedure Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4 Stap 5 Stap 6 Stap 7 Stap 8 Stap 9 Meld u aan bij de Cisco WebEx-beheersite. Selecteer het tabblad Systeem en selecteer Bijwerken in het venster rechtsboven. Selecteer Bijwerken. Selecteer Onderhoudsmodus inschakelen. Selecteer in de VMware vsphere-client In-/uitschakelen > Gast afmelden op elk van de virtuele machines in uw systeem. Zie de VMware ESXi- en vcenter Server-documentatie voor een overzicht van het gebruik van vsphere. Zodra de virtuele machines uitgeschakeld zijn, maakt u gebruik van VMware Data Recovery om een back-up te maken van al uw virtuele machines. Met een back-up kunt u uw virtuele machine herstellen naar de staat van vóór de update. Zie Een back-up maken met VMware vcenter, op pagina 14 voor meer informatie. Zie de Beheerdershandleiding van VMware-gegevensherstel voor een overzicht van deze back-up. U kunt ook een momentopname nemen, maar u moet deze binnen ongeveer 24 uur verwijderen. Indien u dit niet doet kunnen er problemen optreden met prestaties, wat gangbaar is bij een momentopname van virtuele machines. Zie voor meer informatie Een momentopname maken met VMware vcenter, op pagina 15 Waarschuwing Zorg ervoor dat u back-ups van al uw virtuele machines maakt. Omdat de updateprocedure wijzigingen aan uw bestaande virtuele machines maakt, kunt u de update niet ongedaan maken nadat de updateprocedure is gestart. Schakel in de VMware vsphere-client elk van de virtuele machines in uw systeem in. Meld u weer aan bij de Cisco WebEx-beheersite, maar schakel de onderhoudsmodus niet uit. Selecteer het tabblad Systeem en selecteer Bijwerken in het venster rechtsboven. Selecteer update om terug te gaan naar de pagina Systeem bijwerken. Volgende stappen Ga naar ISO-bestand van de update op het cd/dvd-station verbinden, op pagina 102. ISO-bestand van de update op het cd/dvd-station verbinden U koppelt het updatebestand als een ISO-bestand aan het cd/dvd-station van uw virtuele beheermachine. Voor de snelste update raadt Cisco aan dat u de ISO-afbeelding onderbrengt in de vcenter-gegevensopslag. Als u het echter op een lokale schijf op de vsphere client plaatst, zorg er dan voor dat de vsphere client een lokale kabelverbinding heeft met het intranet van uw bedrijf (niet over VPN). Om de ISO-afbeelding in de vcenter gegevensopslag te plaatsen, moet u ervoor zorgen dat u de juiste machtigingen hebt en de volgende handelingen uitvoeren: 1 Selecteer de ESXi-host voor de virtuele beheermachine. Selecteer het tabblad Samenvatting en dubbelklik op de naam gegevensopslag1 onder Opslag. 102

103 Verdergaan met de updateprocedure 2 Selecteer in het venster Gegevensopslag en clusters gegevensopslagbladeren in deze gegevensopslag. 3 Selecteer de groene pictogram pijl-omhoog (bestand uploaden) en laad het ISO-updatebestand. Voordat u begint Zorg ervoor dat u het nieuwste updatebestand van het Cisco Software Center verkrijgt: Het updatebestand voor uw systeem is een gecomprimeerd ISO-bestand. Procedure Stap 1 Stap 2 Stap 3 Selecteer de virtuele beheermachine in de inventaris van VMware vcenter. Selecteer het cd/dvd-pictogram voor de virtuele beheermachine en selecteer cd/dvd-station 1 > Koppelen met ISO-bestand op een lokale schijf of een gegevensopslag. Bevestig dat het cd/dvd-station is gekoppeld. a) Klik met de rechter muisknop op de naam van de virtuele beheermachine in de vcenter inventaris en selecteer Instellingen bewerken... b) Selecteer in het tabblad HardwareCd/dvd-station 1. c) Vink het selectievakje Gekoppeld aan als het nog niet is aangevinkt. d) Kies OK. Verdergaan met de updateprocedure Voordat u begint U bent klaar: uw systeem uitbreiden, een systeem met hoge beschikbaarheid toevoegen, publieke toegang inschakelen, uw systeem bijwerken of upgraden, enzovoort., op pagina 101 ISO-bestand van de update op het cd/dvd-station verbinden, op pagina 102 Procedure Stap 1 Stap 2 Stap 3 Nadat u het ISO-bestand van de update hebt verbonden, selecteert u Doorgaan op de pagina Systeem bijwerken op de Cisco WebEx-beheerwebsite. Selecteer het selectievakje Ik ben verbonden met het ISO-bestand en klaar om door te gaan. Selecteer Doorgaan. Waarschuwing Zodra u Doorgaan selecteert, kunt u de updateprocedure niet stoppen. Als er problemen optreden tijdens het updateproces en het wordt niet voltooid, moet u uw back-ups gebruiken om het systeem te herstellen. De updateprocedure kan tot een uur duren. Sluit het browservenster niet, omdat u dan niet kunt terugkeren naar deze pagina. 103

104 De updateprocedure voltooien Zodra de update is voltooid, wordt een nieuwe pagina weergegeven die de voltooiing van de update bevestigt. Volgende stappen Doorgaan met De updateprocedure voltooien, op pagina 104. De updateprocedure voltooien Voordat u begint Dit is een voortzetting van Verdergaan met de updateprocedure, op pagina 103. Procedure Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4 Stap 5 Zodra de update is voltooid, selecteert u Opnieuw starten. Zodra het systeem opnieuw is gestart, wordt de aanmeldpagina van de Cisco WebEx-beheersite weergegeven. Meld u aan bij Cisco WebEx-beheer. Controleer de release-opmerkingen voor deze update en bepaal of post-updatetaken vereist zijn. Als er extra taken vereist zijn, voltooit u deze voordat u het systeem uit de onderhoudsmodus haalt. Nadat u een post-updateconfiguratie hebt voltooid, selecteert u Onderhoudsmodus uitschakelen. Het systeem testen en controleren. U kunt deze tests uitvoeren en uw systeem valideren door twee diagnostische tools te gebruiken die u op de ondersteuningspagina s voor dit product vindt: de vergaderingstest en de systeembronnentest. Gebruikers toevoegen, bewerken, activeren en deactiveren. Een vergadering plannen en starten Een bestaande vergadering opnieuw plannen. Een aantal vergaderingen of een toekomstige vergadering verwijderen. Een vergaderingsbijlage openen. Een opname van een vergadering afspelen. Volgende stappen Als u problemen ondervindt, maak dan gebruik van Data Recovery of de momentopnamen van uw systeem om terug te keren naar uw vorige versie. Controleer de ISO-netwerkverbinding en zorg dat er geen problemen zijn. Als de update gelukt is, maak dan een tijd gebruik van het bijgewerkte systeem. Zodra u tevreden bent, zorgt u ervoor dat u de back-ups van de virtuele machines hebt verwijderd voor de update. 104

105 HOOFDSTUK 11 Het systeem bijwerken Dit hoofdstuk beschrijft hoe u uw systeem moet upgraden door het opnieuw te implementeren met een OVA-upgradebestand. Dit gedeelte is opgenomen voor de volledigheid en maakt deel uit van het product. U kunt uw software echter niet upgraden totdat wij u een OVA-bestand bezorgen voor de nieuwe release. Voorbereiden op een upgrade, pagina 105 Het systeem bijwerken met automatische implementatie, pagina 106 Het systeem bijwerken met handmatige implementatie, pagina 110 Het systeem testen, pagina 114 Voorbereiden op een upgrade Dit gedeelte beschrijft de vereisten en optimale werkwijze om uw systeem bij te werken. Dit gedeelte is opgenomen voor de volledigheid en maakt deel uit van het product. U kunt uw software echter niet upgraden totdat wij u een OVA-bestand bezorgen voor de nieuwe release. De vereiste informatie voor uw upgrade verkrijgen U werkt uw systeem bij door het opnieuw te implementeren met het OVA-upgradebestand. Verkrijg het OVA-bestand dat vereist is voor de upgrade. Vul de uitbreidingscontrolelijst in. Veldnaam URL van WebEx-site Huidige waarde voor uw systeem 105

106 Het systeem bijwerken met automatische implementatie Veldnaam URL van beheersite Persoonlijk VIP-adres Openbaar VIP-adres Huidige waarde voor uw systeem Het systeem bijwerken met automatische implementatie Voordat u begint In dit gedeelte noemen we het systeem voor de upgrade het "bestaande systeem". Het systeem, na de upgrade, is het "bijgewerkte systeem". Plan een moment waarbij u zo weinig mogelijk gebruikers hindert tijdens het bijwerken. Plaats het primaire systeem in de onderhoudsmodus voordat u de systeemupgrade uitvoert. Waarschuwing Omdat deze procedure exclusieve toegang tot het systeem vereist, hebben gebruikers geen toegang tot het systeem voor vergaderingen. Zorg ervoor dat u deze procedure plant wanneer het uw gebruikers zo min mogelijk stoort. Andere systeembeheerders mogen het systeem niet openen tijdens deze procedure. Als dit het geval is, worden hun wijzigingen niet opgeslagen en is het resultaat mogelijk onvoorspelbaar. Ze moeten wachten totdat deze procedure is voltooid en zich vervolgens aanmelden bij Cisco WebEx-beheer om hun taak te voltooien. Zorg dat u afspreekt met andere systeembeheerders voordat u een systeemwijzigende procedure begint. Het systeem bijwerken De algemene taken om het systeem bij te werken zijn: 1 Maak een back-up van uw huidige systeem. 2 Gebruik het OVA-upgradebestand en implementeer de virtuele beheermachine voor het nieuwe systeem. 3 Kopieer de gegevens van uw bestaande systeem naar de virtuele beheermachine voor het bijgewerkte systeem. 4 Implementeer aanvullende virtuele machines voor het bijgewerkte systeem. 5 Test het bijgewerkte systeem. Overwegingen voor het bijwerken van het systeem Houd rekening met het volgende: 106

107 Het systeem bijwerken met automatische implementatie Mogelijk wilt u dezelfde hostnamen en IP-adressen gebruiken voor de bestaande virtuele machines in het bijgewerkte systeem. U moet er echter rekening mee houden dat het bestaande systeem en het bijgewerkte systeem niet tegelijk actief kunnen zijn. Beide systemen kunnen niet tegelijkertijd worden ingeschakeld en uitgevoerd. Als u al een systeem met hoge beschikbaarheid aan uw huidige systeem hebt toegevoegd, moet u na de implementatie van het bijgewerkte systeem opnieuw een systeem met hoge beschikbaarheid toevoegen met dezelfde versie als het bijgewerkte systeem. U kunt het bestaande systeem met hoge beschikbaarheid niet opnieuw gebruiken, omdat het niet is behouden na de upgrade. Mogelijk wilt u het bestaande systeem behouden tot u klaar bent met het testen van het bijgewerkte systeem. Nadat u klaar bent met testen en u tevreden bent met het bijgewerkte systeem, kunt u het bestaande systeem van voor de upgrade verwijderen. De interne virtuele machines voor het bestaande systeem en het bijgewerkte systeem moeten op hetzelfde subnet zitten. Als u openbare toegang hebt toegevoegd, moeten de Reverse Proxy-virtuele machines voor het bestaande systeem en het bijgewerkte systeem op hetzelfde subnet zitten. Aangezien dit proces de virtuele machines in uw systeem beïnvloedt, kan uw huidige beveiligingscertificaat ongeldig worden en is mogelijk een update nodig. Zorg dat het bijgewerkte systeem toegang heeft tot de schijven voor de bestaande virtuele beheermachine. U kopieert harde schijf 4 naar het bijgewerkte systeem. Samenvatting van taken om het systeem te upgraden met behulp van een automatische implementatie Taak Beschrijving Het bestaande systeem voorbereiden voor de upgrade. Bereid het systeem voor op een systeemwijzigende procedure. Start de upgradeprocedure vanaf de Beheersite van het bestaande systeem. Selecteer In-/uitschakelen > Gast afmelden op de virtuele machines van het huidige systeem met de VMware vsphere-client. Met de vsphere client implementeert u de virtuele beheermachine voor het bijgewerkte systeem. Koppel Harde schijf 4 van de bestaande virtuele beheermachine van het systeem aan de virtuele beheermachine voor het bijgewerkte systeem. Schakel de virtuele beheermachine voor het bijgewerkte systeem in en noteer de implementatie-url. Zie Voorbereiden op een upgrade, op pagina 105 Voorbereiden op een systeemwijzigende procedure, op pagina 78 Uw systeem bijwerken, op pagina 145 Het OVA-bestand van de VMware vsphere-client implementeren, op pagina 26 Een bestaand VMDK-bestand aan een nieuwe virtuele machine koppelen, op pagina

108 Het systeem bijwerken met automatische implementatie Taak Beschrijving Voer de implementatie-url in een webbrowser in en ga verder met de implementatie van uw bijgewerkte systeem. Selecteer uw voorkeurstaal voor de implementatie van het bijgewerkte systeem. Bevestig de systeemgrootte. (De systeemgrootte moet dezelfde grootte zijn als het bestaande systeem.) Selecteer Installeer een primair systeem. Selecteer een automatische implementatie. Geef uw vcenter-gegevens op zodat we de virtuele machines voor u kunnen implementeren. Selecteer indien nodig de ESXi-host, gegevensopslag en poortgroep van de virtuele machines voor uw virtuele mediamachine. Voer indien nodig de volledige domeinnaam van de virtuele mediamachine in. (Als u uw DNS-server al hebt bijgewerkt met informatie voor het bijgewerkte systeem, kunnen we het IP-adres voor u opzoeken.) Als u openbare toegang wilt voor uw bijgewerkte systeem, moet u controleren of het selectievakje Een Reverse Proxy-virtuele machine maken is ingeschakeld. Als u geen openbare toegang hebt toegevoegd, moet u dit selectievakje uitschakelen. Als u geen openbare toegang hebt ingeschakeld, kunt u verdergaan met Stap 19. Als u openbare toegang hebt toegevoegd, selecteert u de ESXi-host, gegevensopslag en poortgroep van de virtuele machines voor de Reverse Proxy-virtuele machine. Geef de hostnaam en de netwerkinformatie voor de Reverse Proxy-virtuele machine op. Voer het openbare VIP-adres voor de URL van de WebEx-site in. U kunt hetzelfde openbare VIP-adres invoeren als voor het bestaande systeem. U kunt echter ook een nieuw IP-adres invoeren. Als u het IP-adres wijzigt, voert u de noodzakelijke updates voor de DNS-server uit. Zie Uw taal voor installatie selecteren, op pagina 38 De grootte van uw systeem bevestigen, op pagina 39 Kiezen welk systeem u moet installeren, op pagina 39 Het type systeemimplementatie kiezen, op pagina 40 VMware vcenter-gebruikersgegevens opgeven, op pagina 40 vcenter-instellingen voor uw virtuele mediamachine selecteren, op pagina 41 Netwerkinformatie voor de virtuele mediamachine invoeren, op pagina 41 Openbare toegang toevoegen, op pagina 42 vcenter-instellingen voor uw Reverse Proxy kiezen, op pagina 42 De netwerkinformatie voor de Reverse Proxy-virtuele machine invoeren, op pagina 43 Het openbare VIP-adres invoeren, op pagina

109 Het systeem bijwerken met automatische implementatie Taak Beschrijving Voer het persoonlijke VIP-adres in voor de URL van WebEx-beheer. U kunt hetzelfde persoonlijke VIP-adres invoeren dat u gebruikt voor uw bestaande systeem, of wijzigen naar een nieuw IP-adres. Als u het IP-adres wijzigt, voert u de noodzakelijke updates voor de DNS-server uit. Voer de URL van de WebEx-site in. Deelnemers openen deze URL om vergaderingen te hosten en bij te wonen. (Deze URL verwijst naar het persoonlijke VIP-adres of het openbare VIP-adres, afhankelijk of u wel of niet een split-horizon DNS gebruikt.) U kunt dezelfde WebEx site-url invoeren die u gebruikt voor uw bestaande systeem, of wijzigen naar een nieuw IP-adres. Als u het IP-adres wijzigt, voert u de noodzakelijke updates voor de DNS-server uit. Zorg dat u de URL van uw oorspronkelijke site op de DNS-server behoudt. Leid de URL van de oorspronkelijke site om naar de URL van de nieuwe site. Indien gebruikers de oorspronkelijke URL proberen te gebruiken en u deze niet hebt omgeleid naar de nieuwe URL, kunnen zij geen vergaderingen hosten of bijwonen. Voer de URL van WebEx-beheer in waarmee beheerders Cisco WebEx-beheer kunnen openen en interne deelnemers vergaderingen kunnen hosten of bijwonen (alleen met een split-horizon DNS). (Deze URL verwijst naar het persoonlijke VIP-adres.) U kunt dezelfde URL van WebEx-beheer invoeren die u gebruikt voor uw bestaande systeem, of wijzigen naar een nieuw IP-adres. Als u het IP-adres wijzigt, voert u de noodzakelijke updates voor de DNS-server uit. Controleer of u alle wijzigingen aan het netwerk, de DNS-server en de firewallconfiguratie hebt aangebracht die vereist zijn voor uw systeem. Zodra uw virtuele machines zijn geïmplementeerd, selecteert u Volgende om verder te gaan met de controle van het systeem. Wanneer u klaar bent met de systeemcontrole, selecteert u Doorgaan en meldt u zich aan bij Cisco WebEx-beheer. Zie Het persoonlijke VIP-adres invoeren, op pagina 44 De URL's voor de WebEx-site en het WebEx beheer invoeren, op pagina 45 De URL's voor de WebEx-site en het WebEx beheer invoeren, op pagina 45 Bevestigen dat uw netwerk op de juiste manier is geconfigureerd, op pagina 46 Uw virtuele machines implementeren, op pagina 46 Uw systeem controleren, op pagina

110 Het systeem bijwerken met handmatige implementatie Taak 25 Beschrijving Test het bijgewerkte systeem. Als de upgrade niet is geslaagd, schakelt u het bijgewerkte systeem uit en schakelt u het bestaande systeem in. Neem contact op met de Cisco TAC voor hulp. Zie Het systeem testen, op pagina 75 Het systeem bijwerken met handmatige implementatie Voordat u begint In dit gedeelte noemen we het systeem voor de upgrade het "bestaande systeem". Het systeem, na de upgrade, is het "bijgewerkte systeem". Plan een moment waarbij u zo weinig mogelijk gebruikers hindert tijdens het bijwerken. Plaats het primaire systeem in de onderhoudsmodus voordat u de systeemupgrade uitvoert. Waarschuwing Omdat deze procedure exclusieve toegang tot het systeem vereist, hebben gebruikers geen toegang tot het systeem voor vergaderingen. Zorg ervoor dat u deze procedure plant wanneer het uw gebruikers zo min mogelijk stoort. Andere systeembeheerders mogen het systeem niet openen tijdens deze procedure. Als dit het geval is, worden hun wijzigingen niet opgeslagen en is het resultaat mogelijk onvoorspelbaar. Ze moeten wachten totdat deze procedure is voltooid en zich vervolgens aanmelden bij Cisco WebEx-beheer om hun taak te voltooien. Zorg dat u afspreekt met andere systeembeheerders voordat u een systeemwijzigende procedure begint. Het systeem bijwerken De algemene taken om het systeem bij te werken zijn: 1 Maak een back-up van uw huidige systeem. 2 Gebruik het OVA-upgradebestand en implementeer de virtuele beheermachine voor het nieuwe systeem. 3 Kopieer de gegevens van uw bestaande systeem naar de virtuele beheermachine voor het bijgewerkte systeem. 4 Implementeer aanvullende virtuele machines voor het bijgewerkte systeem. 5 Test het bijgewerkte systeem. Overwegingen voor het bijwerken van het systeem Houd rekening met het volgende: 110

111 Het systeem bijwerken met handmatige implementatie Mogelijk wilt u dezelfde hostnamen en IP-adressen gebruiken voor de bestaande virtuele machines in het bijgewerkte systeem. U moet er echter rekening mee houden dat het bestaande systeem en het bijgewerkte systeem niet tegelijk actief kunnen zijn. Beide systemen kunnen niet tegelijkertijd worden ingeschakeld en uitgevoerd. Als u al een systeem met hoge beschikbaarheid aan uw huidige systeem hebt toegevoegd, moet u na de implementatie van het bijgewerkte systeem opnieuw een systeem met hoge beschikbaarheid toevoegen met dezelfde versie als het bijgewerkte systeem. U kunt het bestaande systeem met hoge beschikbaarheid niet opnieuw gebruiken, omdat het niet is behouden na de upgrade. Mogelijk wilt u het bestaande systeem behouden tot u klaar bent met het testen van het bijgewerkte systeem. Nadat u klaar bent met testen en u tevreden bent met het bijgewerkte systeem, kunt u het bestaande systeem van voor de upgrade verwijderen. De interne virtuele machines voor het bestaande systeem en het bijgewerkte systeem moeten op hetzelfde subnet zitten. Als u openbare toegang hebt toegevoegd, moeten de Reverse Proxy-virtuele machines voor het bestaande systeem en het bijgewerkte systeem op hetzelfde subnet zitten. Aangezien dit proces de virtuele machines in uw systeem beïnvloedt, kan uw huidige beveiligingscertificaat ongeldig worden en is mogelijk een update nodig. Zorg dat het bijgewerkte systeem toegang heeft tot de schijven voor de bestaande virtuele beheermachine. U kopieert harde schijf 4 naar het bijgewerkte systeem. Samenvatting van taken om het systeem te upgraden met behulp van een handmatige implementatie Taak Beschrijving Het bestaande systeem voorbereiden voor de upgrade. Bereid het systeem voor op een systeemwijzigende procedure. Start de upgradeprocedure vanaf de Beheersite van het bestaande systeem. Selecteer In-/uitschakelen > Gast afmelden op de virtuele machines van het huidige systeem met de VMware vsphere-client. Met de vsphere client implementeert u de virtuele beheermachine voor het bijgewerkte systeem. Koppel Harde schijf 4 van de bestaande virtuele beheermachine van het systeem aan de virtuele beheermachine voor het bijgewerkte systeem. Schakel de virtuele beheermachine voor het bijgewerkte systeem in en noteer de implementatie-url. Zie Voorbereiden op een upgrade, op pagina 105 Voorbereiden op een systeemwijzigende procedure, op pagina 78 Uw systeem bijwerken, op pagina 145 Het OVA-bestand van de VMware vsphere-client implementeren, op pagina 26 Een bestaand VMDK-bestand aan een nieuwe virtuele machine koppelen, op pagina

112 Het systeem bijwerken met handmatige implementatie Taak Beschrijving Voer de implementatie-url in een webbrowser in en ga verder met de implementatie van uw bijgewerkte systeem. Selecteer uw voorkeurstaal voor de implementatie van het bijgewerkte systeem. Bevestig de systeemgrootte. (De systeemgrootte moet dezelfde grootte zijn als het bestaande systeem.) Selecteer Installeer een primair systeem. Selecteer handmatige implementatie. Als u openbare toegang wilt voor uw bijgewerkte systeem, moet u controleren of het selectievakje Een Reverse Proxy-virtuele machine maken is ingeschakeld. Als u geen openbare toegang hebt toegevoegd, moet u dit selectievakje uitschakelen. Voer het openbare VIP-adres voor de URL van de WebEx-site in. U kunt hetzelfde openbare VIP-adres invoeren als voor het bestaande systeem. U kunt echter ook een nieuw IP-adres invoeren. Als u het IP-adres wijzigt, voert u de noodzakelijke updates voor de DNS-server uit. Voer het persoonlijke VIP-adres in voor de URL van WebEx-beheer. U kunt hetzelfde persoonlijke VIP-adres invoeren dat u gebruikt voor uw bestaande systeem, of wijzigen naar een nieuw IP-adres. Als u het IP-adres wijzigt, voert u de noodzakelijke updates voor de DNS-server uit. Zie Uw taal voor installatie selecteren, op pagina 38 De grootte van uw systeem bevestigen, op pagina 39 Kiezen welk systeem u moet installeren, op pagina 39 Het type systeemimplementatie kiezen, op pagina 40 Openbare toegang toevoegen, op pagina 42 Het openbare VIP-adres invoeren, op pagina 43 Het persoonlijke VIP-adres invoeren, op pagina

113 Het systeem bijwerken met handmatige implementatie Taak Beschrijving Voer de URL van de WebEx-site in. Deelnemers openen deze URL om vergaderingen te hosten en bij te wonen. (Deze URL verwijst naar het persoonlijke VIP-adres of het openbare VIP-adres, afhankelijk of u wel of niet een split-horizon DNS gebruikt.) U kunt dezelfde WebEx site-url invoeren die u gebruikt voor uw bestaande systeem, of wijzigen naar een nieuw IP-adres. Als u het IP-adres wijzigt, voert u de noodzakelijke updates voor de DNS-server uit. Zorg dat u de URL van uw oorspronkelijke site op de DNS-server behoudt. Leid de URL van de oorspronkelijke site om naar de URL van de nieuwe site. Indien gebruikers de oorspronkelijke URL proberen te gebruiken en u deze niet hebt omgeleid naar de nieuwe URL, kunnen zij geen vergaderingen hosten of bijwonen. Voer de URL van WebEx-beheer in waarmee beheerders Cisco WebEx-beheer kunnen openen en interne deelnemers vergaderingen kunnen hosten of bijwonen (alleen met een split-horizon DNS). (Deze URL verwijst naar het persoonlijke VIP-adres.) U kunt dezelfde URL van WebEx-beheer invoeren die u gebruikt voor uw bestaande systeem, of wijzigen naar een nieuw IP-adres. Als u het IP-adres wijzigt, voert u de noodzakelijke updates voor de DNS-server uit. Controleer of u alle wijzigingen aan het netwerk, de DNS-server en de firewallconfiguratie hebt aangebracht die vereist zijn voor uw systeem. Zodra uw virtuele machines zijn geïmplementeerd, selecteert u Volgende om verder te gaan met de controle van het systeem. Wanneer u klaar bent met de systeemcontrole, selecteert u Doorgaan en meldt u zich aan bij Cisco WebEx-beheer. Test het bijgewerkte systeem. Als de upgrade niet is geslaagd, schakelt u het bijgewerkte systeem uit en schakelt u het bestaande systeem in. Neem contact op met de Cisco TAC voor hulp. Zie De URL's voor de WebEx-site en het WebEx beheer invoeren, op pagina 45 De URL's voor de WebEx-site en het WebEx beheer invoeren, op pagina 45 Bevestigen dat uw netwerk op de juiste manier is geconfigureerd, op pagina 46 Uw virtuele machines implementeren, op pagina 70 Uw systeem controleren, op pagina 47 Het systeem testen, op pagina

114 Het systeem testen Het systeem testen Dit zijn enkele tests die u op het systeem moet uitvoeren. U kunt deze tests uitvoeren en uw systeem valideren door twee diagnostische tools te gebruiken die u op de ondersteuningspagina s voor dit product vindt: de vergaderingstest en de systeembronnentest. Gebruikers toevoegen, bewerken, activeren en deactiveren. Een vergadering plannen en starten Een bestaande vergadering opnieuw plannen. Een aantal vergaderingen of een toekomstige vergadering verwijderen. Een vergaderingsbijlage openen. Een opname van een vergadering afspelen. 114

115 DEEL III Configuratiehandleiding van Cisco WebEx-vergaderingsserver Uw dashboard gebruiken, pagina 117 Gebruikers beheren, pagina 127 Uw systeem configureren, pagina 139 Instellingen configureren, pagina 165 Rapporten genereren en bekijken, pagina 197 De ondersteuningsfuncties gebruiken, pagina 203 Problemen oplossen, pagina 207

116

117 HOOFDSTUK 12 Uw dashboard gebruiken Dit gedeelte beschrijft de functies op uw dashboard en hoe u ze moet gebruiken. Het dashboard is de startpagina van de beheersite en geeft enkele weergaven en grafieken van belangrijke controlefuncties. Het dashboard bevat de volgende gedeelten: Systeemberichten Een of meer systeemberichten verschijnen in een balk boven aan de pagina. Drie typen systeemberichten verschijnen mogelijk bovenaan de pagina: Waarschuwing Aangegeven met een rode balk. Waarschuwingsberichten geven aan dat het systeem zich in een speciale status bevindt, zoals de onderhoudsmodus. Melding Aangegeven met een gele balk. Meldingen geven tijdgevoelige problemen aan, zoals verloopdatums van licenties. Informatie Aangegeven met een blauwe balk. Informatieve berichten zijn aanwezig om u op de hoogte te stellen van belangrijke informatie. Bijvoorbeeld om u te laten weten dat de eerste zelfstudie beschikbaar is of om de status van een noodherstelprocedure weer te geven. Systeemmonitor Dit gedeelte toont de systeemstatus en tijdstempel en bevat de volgende subgedeelten. Status Geeft de algehele systeemstatus aan: goed of inactief. Actieve vergaderingen Selecteer dit om de pagina Trend vergadering te openen, waar het totaal aantal deelnemers en vergaderingen op uw systeem gedurende een opgegeven tijdsperiode wordt weergegeven. U kunt een van de volgende opties selecteren: 1 dag De gegevens van de vorige dag worden standaard weergegeven. Gebruik de datumkiezer om één dag van de voorafgaande periode van zes maanden te selecteren. 1 week De gegevens van de vorige week worden standaard weergegeven. Gebruik de datumkiezer om één week van de voorafgaande periode van zes maanden te selecteren. 1 maand De gegevens van de vorige maand worden standaard weergegeven. Gebruik de datumkiezer om één maand van de voorafgaande periode van zes maanden te selecteren. 6 maanden De vorige periode van zes maanden wordt weergegeven. De datumkiezer verdwijnt, omdat u de maximumperiode hebt geselecteerd. Gebruik Geeft zowel het huidige deelnemersaantal als een percentage van de totale resources en het aantal deelnemers weer. U kunt de grafiek Gebruik selecteren om de pagina Trend 117

118 vergadering te openen. U kunt een punt op de deelnemers- of vergaderingsgrafieken selecteren om de lijst met vergaderingen voor de opgegeven tijdsperiode in de grafiek te tonen. Alarmen Geeft de status weer van de alarmen die u hebt geconfigureerd. Alarminformatie wordt standaard als percentage weergegeven. Selecteer Aantal # om de alarminformatie te wijzigen naar numerieke gegevens. Alarmdrempel wordt in het gedeelte Systeemmonitor in grafische vorm weergegeven en op de pagina Alarmen in numerieke vorm. U kunt de grafieken in het gedeelte Systeemmonitor selecteren om de pagina Geschiedenis hulpmiddelen weer te geven voor de alarmen die u hebt geconfigureerd. Zie Uw Geschiedenis hulpmiddelen weergeven, op pagina 123 voor meer informatie. U kunt alarmen configureren voor het volgende: Actieve vergaderingen Geeft aan wanneer de huidige vergaderingen problemen ondervinden. Gebruik Het totaal aantal gebruikers dat momenteel het systeem gebruikt. CPU Het totale gebruikte CPU van het systeem in MHz. Geheugen Het totale gebruikte systeemgeheugen in GB. Netwerk De totale gebruikte bandbreedte in Mbps. Opslag Opslagruimte gebruikt in GB. Het opslagalarm wordt weergegeven als u een opslagserver hebt geconfigureerd. Zie Een opslagserver configureren, op pagina 149 voor meer informatie. Processtatus Toont de prestatie van verschillende belangrijke systeemfuncties. De status van elke functie wordt beschreven als Goed, Redelijk of Slecht. Video Audio Delen via internet Opname (wordt weergegeven als u een opslagserver hebt geconfigureerd) Vergaderingen starten/bijwonen De richtlijnen voor de processtatus zijn als volgt: Goed Alle services op uw systeem werken. Redelijk Uw systeem werkt met verlaagde capaciteit. Controleer uw systeem regelmatig opnieuw. Indien u na 48 uur nog steeds de status 'redelijk' ziet, neemt u contact op met de Cisco TAC voor hulp. Zie De ondersteuningsfuncties gebruiken, op pagina 203 voor meer informatie. Slecht Geen van de processen op uw systeem wordt uitgevoerd. Neem contact op met de Cisco TAC voor hulp. Zie De ondersteuningsfuncties gebruiken, op pagina 203 voor meer informatie. Systeemback-up Toont de tijd en datum waarop de laatste back-up is genomen. Het stelt u ook op de hoogte als de back-up is mislukt en geeft u de datum van de eerste poging van de back-up als deze nog niet is aangemaakt. 118

119 Uw dashboard gebruiken Wordt alleen weergegeven als u een opslagserver hebt geconfigureerd. Systeem Toont het maximum aantal gebruikers van uw systeem, het versienummer, de product-url en het aantal gebruikerslicenties. Als u een gratis proefversie van Cisco WebEx Server gebruikt, geeft dit gedeelte ook aan hoeveel dagen er over zijn van uw proefperiode indien er 30 dagen of minder overblijven. Selecteer Meer weergeven om naar Uw systeem configureren, op pagina 139 te gaan. Instellingen Toont uw huidige systeeminstellingen, inclusief het maximum aantal toegestane deelnemers in elke vergadering, het audiotype, of video- en mobiele functies zijn ingeschakeld en de status van Single Sign-On (SSO). Selecteer Meer weergeven om naar Instellingen configureren, op pagina 165 te gaan. Uw dashboard gebruiken, pagina 119 Uw dashboard gebruiken Dit gedeelte beschrijft de functies op uw dashboard en hoe u ze moet gebruiken. Het dashboard is de startpagina van de beheersite en geeft enkele weergaven en grafieken van belangrijke controlefuncties. Het dashboard bevat de volgende gedeelten: Systeemberichten Een of meer systeemberichten verschijnen in een balk boven aan de pagina. Drie typen systeemberichten verschijnen mogelijk bovenaan de pagina: Waarschuwing Aangegeven met een rode balk. Waarschuwingsberichten geven aan dat het systeem zich in een speciale status bevindt, zoals de onderhoudsmodus. Melding Aangegeven met een gele balk. Meldingen geven tijdgevoelige problemen aan, zoals verloopdatums van licenties. Informatie Aangegeven met een blauwe balk. Informatieve berichten zijn aanwezig om u op de hoogte te stellen van belangrijke informatie. Bijvoorbeeld om u te laten weten dat de eerste zelfstudie beschikbaar is of om de status van een noodherstelprocedure weer te geven. Systeemmonitor Dit gedeelte toont de systeemstatus en tijdstempel en bevat de volgende subgedeelten. Status Geeft de algehele systeemstatus aan: goed of inactief. Actieve vergaderingen Selecteer dit om de pagina Trend vergadering te openen, waar het totaal aantal deelnemers en vergaderingen op uw systeem gedurende een opgegeven tijdsperiode wordt weergegeven. U kunt een van de volgende opties selecteren: 1 dag De gegevens van de vorige dag worden standaard weergegeven. Gebruik de datumkiezer om één dag van de voorafgaande periode van zes maanden te selecteren. 1 week De gegevens van de vorige week worden standaard weergegeven. Gebruik de datumkiezer om één week van de voorafgaande periode van zes maanden te selecteren. 1 maand De gegevens van de vorige maand worden standaard weergegeven. Gebruik de datumkiezer om één maand van de voorafgaande periode van zes maanden te selecteren. 6 maanden De vorige periode van zes maanden wordt weergegeven. De datumkiezer verdwijnt, omdat u de maximumperiode hebt geselecteerd. 119

120 Uw dashboard gebruiken Gebruik Geeft zowel het huidige deelnemersaantal als een percentage van de totale resources en het aantal deelnemers weer. U kunt de grafiek Gebruik selecteren om de pagina Trend vergadering te openen. U kunt een punt op de deelnemers- of vergaderingsgrafieken selecteren om de lijst met vergaderingen voor de opgegeven tijdsperiode in de grafiek te tonen. Alarmen Geeft de status weer van de alarmen die u hebt geconfigureerd. Alarminformatie wordt standaard als percentage weergegeven. Selecteer Aantal # om de alarminformatie te wijzigen naar numerieke gegevens. Alarmdrempel wordt in het gedeelte Systeemmonitor in grafische vorm weergegeven en op de pagina Alarmen in numerieke vorm. U kunt de grafieken in het gedeelte Systeemmonitor selecteren om de pagina Geschiedenis hulpmiddelen weer te geven voor de alarmen die u hebt geconfigureerd. Zie Uw Geschiedenis hulpmiddelen weergeven, op pagina 123 voor meer informatie. U kunt alarmen configureren voor het volgende: Actieve vergaderingen Geeft aan wanneer de huidige vergaderingen problemen ondervinden. Gebruik Het totaal aantal gebruikers dat momenteel het systeem gebruikt. CPU Het totale gebruikte CPU van het systeem in MHz. Geheugen Het totale gebruikte systeemgeheugen in GB. Netwerk De totale gebruikte bandbreedte in Mbps. Opslag Opslagruimte gebruikt in GB. Het opslagalarm wordt weergegeven als u een opslagserver hebt geconfigureerd. Zie Een opslagserver configureren, op pagina 149 voor meer informatie. Processtatus Toont de prestatie van verschillende belangrijke systeemfuncties. De status van elke functie wordt beschreven als Goed, Redelijk of Slecht. Video Audio Delen via internet Opname (wordt weergegeven als u een opslagserver hebt geconfigureerd) Vergaderingen starten/bijwonen De richtlijnen voor de processtatus zijn als volgt: Goed Alle services op uw systeem werken. Redelijk Uw systeem werkt met verlaagde capaciteit. Controleer uw systeem regelmatig opnieuw. Indien u na 48 uur nog steeds de status 'redelijk' ziet, neemt u contact op met de Cisco TAC voor hulp. Zie De ondersteuningsfuncties gebruiken, op pagina 203 voor meer informatie. Slecht Geen van de processen op uw systeem wordt uitgevoerd. Neem contact op met de Cisco TAC voor hulp. Zie De ondersteuningsfuncties gebruiken, op pagina 203 voor meer informatie. 120

121 Uw dashboard gebruiken Systeemback-up Toont de tijd en datum waarop de laatste back-up is genomen. Het stelt u ook op de hoogte als de back-up is mislukt en geeft u de datum van de eerste poging van de back-up als deze nog niet is aangemaakt. Wordt alleen weergegeven als u een opslagserver hebt geconfigureerd. Systeem Toont het maximum aantal gebruikers van uw systeem, het versienummer, de product-url en het aantal gebruikerslicenties. Als u een gratis proefversie van Cisco WebEx Server gebruikt, geeft dit gedeelte ook aan hoeveel dagen er over zijn van uw proefperiode indien er 30 dagen of minder overblijven. Selecteer Meer weergeven om naar Uw systeem configureren, op pagina 139 te gaan. Instellingen Toont uw huidige systeeminstellingen, inclusief het maximum aantal toegestane deelnemers in elke vergadering, het audiotype, of video- en mobiele functies zijn ingeschakeld en de status van Single Sign-On (SSO). Selecteer Meer weergeven om naar Instellingen configureren, op pagina 165 te gaan. Alarmen weergeven en bewerken Procedure Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4 Meld u aan bij de beheersite. Selecteer Dashboard > Alarmen. De pagina Alarmen wordt weergegeven en toont de huidige alarmdrempel. Selecteer Bewerken. De pagina Alarmen bewerken wordt weergegeven. Selecteer Percentage % om de alarmdrempel als een percentage weer te geven of Aantal # om de alarmdrempel als aantal weer te geven. De standaardinstelling is Percentage %. Selecteer de selectievakjes voor de alarmen die u wilt inschakelen en selecteer het interval voor elk ingeschakeld alarm. Optie Beschrijving Actieve vergaderingen Geeft de drempel van actieve vergaderingen weer. Indien ingesteld op Percentage %, beweegt u de schuifknop van 2 tot 99 procent. Indien ingesteld op Nummer #, voert u een getal in van 2 tot 99 procent. Standaard: Geselecteerd met een interval van één uur. Gebruik Geeft de huidige systeemdrempel weer. Indien ingesteld op Percentage %, beweegt u de schuifknop van 2 tot 99 procent. Indien ingesteld op Nummer #, voert u het aantal gebruikers in. Standaard: Geselecteerd met een interval van 12 uur. 121

122 Uw dashboard gebruiken Optie CPU Beschrijving Geeft de huidige CPU-drempel in MHz weer. Indien ingesteld op Percentage %, beweegt u de schuifknop van 2 tot 99 procent. Indien ingesteld op Nummer #, voert u het aantal MHz in. Standaard: Niet geselecteerd. Interval is een uur. Geheugen Geeft de huidige geheugendrempel in GB weer. Indien ingesteld op Percentage %, beweegt u de schuifknop van 2 tot 99 procent. Indien ingesteld op Nummer #, voert u het aantal GB in. Standaard: Niet geselecteerd. Interval is een uur. Netwerk Geeft de huidige netwerkbandbreedtedrempel in Mbps weer. Indien ingesteld op Percentage %, beweegt u de schuifknop van 2 tot 99 procent. Indien ingesteld op Nummer #, voer dan het aantal Mbps in. Standaard: Niet geselecteerd. Interval is een uur. Opslag Toont de huidige opslagdrempel in GB. De maximum opslagdrempel wordt berekend als (de totale ruimte opnamebuffergrootte), waarbij de opnamebuffergrootte 1 GB is voor micro, 5 GB voor klein, 16 GB voor middelgroot en 40 GB voor groot. Indien ingesteld op Percentage %, beweegt u de schuifknop van 2 tot 99 procent. Indien ingesteld op Nummer #, voert u het aantal GB in. Standaard: Niet geselecteerd. Interval is een uur. Deze rubriek wordt alleen weergegeven als u een opslagserver hebt geconfigureerd. Zie Een opslagserver configureren, op pagina 149 voor meer informatie. Er wordt een alarmbericht naar beheerders verzonden als een alarmvoorwaarde voorkomt. Het interval wordt gebruikt om meerdere alarmen te onderdrukken binnen de opgegeven tijd om te voorkomen dat er te veel alarm s verstuurd worden. Het interval dat kan voorkomen voor elk alarm is Een uur zes uur 12 uur 24 uur Stap 5 Selecteer Opslaan. Uw alarminstellingen zijn opgeslagen en de pagina Alarmen is bijgewerkt met uw wijzigingen. 122

123 Uw dashboard gebruiken Uw Geschiedenis hulpmiddelen weergeven Uw Geschiedenis hulpmiddelen bevat gedetailleerde grafieken voor elk alarm dat op uw systeem is geconfigureerd. Vergaderingen, deelnemers en opslag worden getoond als de huidige waarden in de deelvensters aan de rechterkant. Zie Alarmen weergeven en bewerken, op pagina 121 voor meer informatie over de alarmen die u kunt configureren. U kunt uw Geschiedenis hulpmiddelen weergeven door de alarmgrafieken op de pagina Systeemmonitor te selecteren. Zie Uw dashboard gebruiken, op pagina 117 voor meer informatie. Selecteer bijvoorbeeld de CPU-grafiek en de pagina Geschiedenis hulpmiddelen wordt weergegeven. U kunt een netwerkgrafiek selecteren op de pagina Geschiedenis hulpmiddelen om een grafiek Netwerkgeschiedenis te openen. Uw grafieken Netwerkgeschiedenis geven het bandbreedtegebruik van het netwerk weer voor verschillende categorieën. U kunt ook één van de volgende categorieën selecteren om hun bandbreedteverbruik op de grafiek te bekijken: Voip Telefoon Delen via internet Video Als u een opslagserver hebt geconfigureerd, kunt u het vak Opslag selecteren in de rechterkolom van uw pagina Geschiedenis hulpmiddelen of Netwerkgeschiedenis om een grafiek Opslaggeschiedenis te bekijken. Deze grafiek toont hoeveel ruimte is gebruikt op uw opslagserver. Trends vergadering weergeven Procedure Stap 1 Stap 2 Stap 3 Meld u aan bij de beheersite. Selecteer Dashboard en selecteer het diagram Actieve vergaderingen of de grafiek Gebruik. Wijzig eventueel de weergave door een andere trendperiode te selecteren: 1 dag (standaard) Gegevens voor één dag weergegeven op de grafiek in intervallen van vijf minuten. Als u Toekomstige vergaderingen tonen selecteert, verandert het interval naar één uur voor toekomstige vergaderingen. 1 week Gegevens voor één week weergegeven op de grafiek in intervallen van één uur. 1 maand Gegevens voor één maand weergegeven op de grafiek in intervallen van één dag. 6 maanden Gegevens voor een periode van zes maanden weergegeven op de grafiek in intervallen van één dag. 123

124 Uw dashboard gebruiken Vergaderingen die vóór middernacht zijn gepland en voortduren tot de volgende dag worden weergegeven op de grafiek voor de startdatum van de vergadering. Als de verbinding van een vergadering wordt verbroken als gevolg van een systeemprobleem en opnieuw wordt verbonden, wordt dit twee keer geteld op de grafiek Trend vergadering. Vergaderingtrendgegevens zijn gebaseerd op Greenwich Mean Time (GMT) en worden bijgevolg niet nauwkeurig weergegeven over een periode van 24 uur. Als uw systeem bijvoorbeeld 200 vergaderingen host tijdens een bepaalde dag, neemt de database het aantal vergaderingen op op basis van GMT en niet op basis van de lokale tijd. De grafiek Trend vergadering wordt bijgewerkt met uw nieuwe instellingen. Stap 4 Stap 5 Selecteer eventueel de datum met behulp van de kalendertool onder de grafiek. Selecteer het selectievakje Toekomstige vergaderingen weergeven om toekomstige vergaderingen in uw grafiek te tonen. De grafiek Trend vergadering wordt bijgewerkt met uw nieuwe instellingen. Selecteer eventueel de grafieken Deelnemers of Vergaderingen voor vergaderingsinformatie, inclusief het volgende: Thema van vergadering Host Deelnemer staat Status Voer zoektermen in het veld boven de tabel in om de lijst met vergaderingen te filteren. Stap 6 Stap 7 De huidige systeemstatus wordt weergegeven in de rechterkolom van de pagina. Systeemstatus kan voorkomen als Goed Alle services op uw systeem werken. Slecht Geen van de processen op uw systeem wordt uitgevoerd. Neem contact op met de Cisco TAC voor hulp. Zie De ondersteuningsfuncties gebruiken, op pagina 203 voor meer informatie. Selecteer het alarmstatusvakje in de rechterkolom om de Geschiedenis hulpmiddelen voor de alarmen weer te geven. Over de onderhoudsmodus Veel configuratiewijzigingen vereisen dat u uw systeem in onderhoudsmodus plaatst. In de onderhoudsmodus worden conferentieactiviteiten uitgeschakeld, zodat u uw onderhoudsvensters moet plannen om minimale downtime voor uw gebruikers te garanderen. De knop Onderhoudsmodus is aanwezig op alle pagina's op de beheersite. Nadat u hebt bepaald wanneer u uw systeem in de onderhoudsmodus wilt plaatsen, gebruikt u de functie verzenden naar gebruikers om uw gebruikers vooraf te informeren dat ze niet zullen kunnen 124

125 Uw dashboard gebruiken deelnemen aan een vergadering of er een kunnen hosten tijdens de onderhoudsperiode. Zie Gebruikers en, op pagina 138 voor meer informatie. Als u uw systeem in onderhoudsmodus zet, gebeurt het volgende: Alle openstaande vergaderingen worden gesloten. De verbinding met alle gebruikers van die vergaderingen wordt verbroken. Gebruikers kunnen zich niet aanmelden vanaf webpagina's, de invoegtoepassing voor Outlook en mobiele toepassingen. s worden automatisch verzonden wanneer het systeem uit de onderhoudsmodus wordt gehaald. U moet uw systeem in onderhoudsmodus plaatsen om de volgende taken uit te voeren: Systemen met hoge beschikbaarheid toevoegen en verwijderen. Zie Een systeem met hoge beschikbaarheid configureren, op pagina 140 voor meer informatie. Openbare toegang toevoegen en verwijderen door een Reverse Proxy te implementeren of te verwijderen. Zie Openbare toegang aan uw systeem toevoegen en Openbare toegang uitschakelen, op pagina 144 voor meer informatie. De standaardtaal van het systeem wijzigen. Zie Uw bedrijfsgegevens configureren, op pagina 166 voor meer informatie. De URL's van uw host- of beheerdersaccount wijzigen. Zie Uw site-instellingen wijzigen, op pagina 146 voor meer informatie. Uw mailserver wijzigen. Zie Een mailserver configureren, op pagina 148 voor meer informatie. De taal en landinstelling voor uw systeem wijzigen. Zie Uw bedrijfsgegevens configureren, op pagina 166 voor meer informatie. Uw virtuele IP-adres wijzigen. Zie Uw virtuele IP-adres wijzigen, op pagina 142 voor meer informatie. Audio-instellingen configureren en wijzigen. Zie Over het configureren van uw audio-instellingen, op pagina 169 voor meer informatie. Branding-instellingen configureren en wijzigen. Zie Uw brandinginstellingen configureren, op pagina 167 voor meer informatie. Kwaliteit van service-instellingen configureren en wijzigen. Zie Servicekwaliteit (Quality of Service QoS) configureren, op pagina 174 voor meer informatie. Certificaten configureren. Zie Certificaten beheren, op pagina 183 voor meer informatie. Instellingen voor noodherstel configureren. Zie De noodherstelfunctie gebruiken, op pagina 150 voor meer informatie. FIPS-compatibele codering configureren. Zie FIPS-compatibele codering inschakelen, op pagina 196 voor meer informatie. SNMP-instellingen configureren en wijzigen. Zie Uw SNMP-instellingen configureren voor meer informatie. Opslagservers configureren. Zie Een opslagserver configureren, op pagina 149 voor meer informatie. Beveiliging van de virtuele machine configureren. Zie Beveiliging van de virtuele machine configureren voor meer informatie. Systeemgrootte uitbreiden. Zie Systeemgrootte uitbreiden, op pagina 145 voor meer informatie. 125

126 Uw dashboard gebruiken Kleine updates en grote upgrades uitvoeren en uw systeem uitbreiden. Zie Het systeem updaten, op pagina 101 voor meer informatie. Gedeelde sleutels bijwerken. Zie Certificaten beheren, op pagina 183 voor meer informatie. De systeembrontest gebruiken. Zie De systeembrontest gebruiken, op pagina 206 voor meer informatie. 126

127 HOOFDSTUK 13 Gebruikers beheren Dit gedeelte beschrijft hoe u gebruikers op uw systeem moet beheren. Over het beheren van gebruikers, pagina 127 Gebruikers toevoegen, pagina 128 Gebruikers bewerken, pagina 128 Gebruikers activeren, pagina 129 Gebruikers deactiveren, pagina 129 Over door komma's en tabs gescheiden bestanden, pagina 130 Gebruikers importeren, pagina 134 Gebruikers exporteren, pagina 135 Gebruikers importeren naar een nieuw systeem met een geëxporteerd bestand, pagina 135 Traceercodes configureren, pagina 136 Gebruikers en, pagina 138 Over het beheren van gebruikers U kunt gebruikers individueel toevoegen of lijsten met gebruikers importeren die zijn opgeslagen in een door komma's of tabs gescheiden bestand. U kunt gebruikersaccounts toevoegen en deactiveren, maar u kunt ze niet verwijderen. Met deactivering kunt u een gebruiker inactief maken en biedt u ook de mogelijkheid om de gebruiker later opnieuw te activeren, indien nodig. Een opnieuw geactiveerde gebruikersaccount krijgt weer toegang tot vergaderingen, opnames en andere gegevens waar deze toegang tot had voordat deze werd gedeactiveerd. Het systeem ondersteunt maximaal gebruikersaccounts. Dit aantal staat voor het totaal van zowel actieve als gedeactiveerde gebruikersaccounts. Deze limiet is groot genoeg om te voorzien in verwachte groei in de gebruikersdatabase. Om ongeautoriseerde aanmelding in het systeem te voorkomen, moet u ervoor zorgen dat u de gebruikers die uw organisatie verlaten, deactiveert. U kunt gebruikers op de volgende manieren deactiveren: 127

128 Gebruikers toevoegen Als uw systeem geen geïntegreerde SSO gebruikt, kunt u gebruikers individueel deactiveren of door middel van het importeren van een door komma's of tabs gescheiden bestand met het veld ACTIEF ingesteld op N voor elke gebruiker die u wilt deactiveren. Zie Gebruikers deactiveren, op pagina 129 en Over door komma's en tabs gescheiden bestanden, op pagina 130 voor meer informatie. Als uw systeem geïntegreerde SSO gebruikt, moet u gebruikers deactiveren door ze uit de bedrijfslijst in uw SAML 2.0 idp te verwijderen. Deze procedure wordt niet uitgevoerd door dit product. Gebruik de wachtwoordconfiguratiefunctie om gebruikers na een opgegeven tijdsperiode te deactiveren. Zie Uw algemene wachtwoordinstellingen configureren, op pagina 176 voor meer informatie. Gebruikers toevoegen Procedure Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4 Stap 5 Meld u aan bij de beheersite. Selecteer Gebruikers > Gebruiker toevoegen. Selecteer uw accounttype (Host of Beheerder). Vul de gebruikersgegevens in de velden in. Velden gemarkeerd met * zijn altijd verplicht. Selecteer Opslaan. De gebruiker is aan uw systeem toegevoegd. Gebruikers bewerken U kunt gebruikersinformatie wijzigen en gebruikersaccounts activeren of deactiveren met de functie voor gebruikers bewerken. Procedure Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4 Stap 5 Stap 6 Meld u aan bij de beheersite. Selecteer Gebruikers. De lijst met gebruikers wordt weergegeven. Het standaard aantal gebruikers dat getoond wordt op elke pagina is 50. U kunt ook het vervolgkeuzemenu Gebruikers per pagina selecteren en de instelling wijzigen van 50 naar 100. Selecteer een gebruiker om te bewerken. Maak wijzigingen in de velden die kunnen worden bewerkt. Velden gemarkeerd met * zijn altijd verplicht. Selecteer eventueel het selectievakje Deze gebruiker dwingen het wachtwoord te wijzigen bij de volgende aanmelding. Als SSO is ingeschakeld op uw systeem, is deze functie niet van toepassing op hostaccounts. U kunt ook een account activeren of deactiveren: 128

129 Gebruikers activeren Selecteer Activeren om een inactieve account opnieuw te activeren. Selecteer Deactiveren om een account te deactiveren. Stap 7 Een account activeren of deactiveren slaat geen andere wijzigingen op die u aan de account aangebracht hebt. U moet Opslaan selecteren om uw wijzigingen op te slaan. Selecteer Opslaan. Hiermee slaat u uw wijzigen op zonder de status van het account te wijzigen. Gebruikers activeren Nadat u hostaccounts en beheerderaccounts hebt toegevoegd, worden deze standaard geactiveerd. Gebruik deze functie om inactieve gebruikers opnieuw te activeren. U kunt ook een account activeren op de pagina Gebruiker bewerken. Zie Gebruikers bewerken, op pagina 128 voor meer informatie. Procedure Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4 Meld u aan bij de beheersite. Selecteer Gebruikers. Schakel het selectievakje in voor inactieve gebruikers die u wilt activeren. Selecteer Acties > Activeren. De geselecteerde accounts zijn geactiveerd en de status voor elke account moet nu "Actief" zijn. Gebruikers deactiveren U kunt accounts van hosts en beheerders deactiveren. Door een account te deactiveren, kan de eigenaar van die accounts het volgende niet doen: Aanmelden vanaf webpagina's, de Outlook-invoegtoepassing en mobiele toepassingen. Vergaderingen hosten of bijwonen Het beheer van het systeem (als de gebruiker een beheerder was) U kunt ook een account deactiveren op de pagina Gebruiker bewerken. Zie Gebruikers bewerken, op pagina 128 voor meer informatie. Beheerders kunnen hun eigen accounts niet deactiveren. 129

130 Over door komma's en tabs gescheiden bestanden Procedure Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4 Meld u aan bij de beheersite. Selecteer Gebruikers. Schakel het selectievakje in voor actieve gebruikers die u wilt deactiveren. Selecteer Handelingen > Deactiveren en bevestig door te klikken op OK. De geselecteerde accounts zijn gedeactiveerd en de status voor elke account moet nu "Inactief" zijn. Over door komma's en tabs gescheiden bestanden Gebruik een spreadsheettoepassing zoals Microsoft Excel om uw gebruikersgegevens te organiseren. Sla uw spreadsheet op of exporteer deze als een door komma's of tabs gescheiden bestand. Uw systeem ondersteunt UCS Transformation Format 8 bit (UTF-8). De tekens die u in uw bestand opgeeft, zijn beperkt tot de tekens die in UTF-8 zijn gespecificeerd. Als uw bestand non-ascii-tekens bevat, controleert u of in het bestand een unicode komma- of tab-scheidingsteken wordt gebruikt. Neem de volgende velden op in uw door komma's of tabs gescheiden bestand: GEBRUIKERS-ID De gebruikers-id. Dit veld wordt automatisch gegenereerd door het systeem en moet worden leeggelaten bij het importeren. ACTIEF Of deze gebruiker wel of niet actief is. Voer J of N in. (vereist) VOORNAAM De voornaam van de gebruiker. (vereist) ACHTERNAAM De achternaam van de gebruiker. (vereist) Het adres van de gebruiker. (vereist) TAAL Taal van de gebruiker. Zie Veldwaarden instellen voor het importeren van bestanden, op pagina 131 voor meer informatie. HOSTPRIV Hostrechten. Voer ADMN of HOST in. TIJDZONE Tijdzone waarin de gebruiker zich bevindt. Zie Veldwaarden instellen voor het importeren van bestanden, op pagina 131 voor meer informatie. DIVISIE Divisie van gebruiker. Voor traceercodegroep 1. Dit veld kan worden ingesteld op de pagina Traceercodes. Zie Traceercodes configureren, op pagina 136 voor meer informatie. AFDELING Afdeling van gebruiker. Voor traceercodegroep 2. Dit veld kan worden ingesteld op de pagina Traceercodes. Zie Traceercodes configureren, op pagina 136 voor meer informatie. PROJECT Project van gebruiker. Voor traceercodegroep 3. Dit veld kan worden ingesteld op de pagina Traceercodes. Zie Traceercodes configureren, op pagina 136 voor meer informatie. OVERIG Overige informatie. Voor traceercodegroep 4. Dit veld kan worden ingesteld op de pagina Traceercodes. Zie Traceercodes configureren, op pagina 136 voor meer informatie. 130

131 Over door komma's en tabs gescheiden bestanden AANGEPAST5 Aangepast veld 5. AANGEPAST6 Aangepast veld 6. AANGEPAST7 Aangepast veld 7. AANGEPAST8 Aangepast veld 8. AANGEPAST9 Aangepast veld 9. AANGEPAST10 Aangepast veld 10. Veldwaarden instellen voor het importeren van bestanden Veldwaarden taal De volgende zijn de landcodeveldwaarden die u kunt instellen in uw importbestand. Veldwaarde en-us en-uk zh-cn zh-tw jp ko vr de it es-me es nl pt-br ru Taal Amerikaans Engels Brits Engels Vereenvoudigd Chinees Traditioneel Chinees Japans Koreaans Frans Duits Italiaans Spaans (Castiliaans) Latijns-Amerikaans Spaans Nederlands Portugees Russisch Veldwaarden tijdzone U kunt de volgende tijdzoneveldwaarden instellen in uw importbestand. 131

132 Over door komma's en tabs gescheiden bestanden Veldwaarde Datumregel Samoa Hawaï Alaska Pacific Mountain Mountain Centraal Centraal Mexico Centraal S. American Pacific Oost Oost Atlantic S. American Western Newfoundland S. American Eastern S. American Eastern Midden-Atlantisch Azoren Greenwich Greenwich Mean Centraal-Europa Centraal-Europa GMT -12 uur -11 uur -10 uur -9 uur -8 uur -7 uur -7 uur -6 uur -6 uur -6 uur -5 uur -5 uur -5 uur -4 uur -4 uur -3,5 uur -3 uur -3 uur -2 uur -1 uur 0 uur 0 uur 1 uur 1 uur Locatie Marshalleilanden Samoa Honolulu Anchorage San Francisco Arizona Denver Chicago Mexico-Stad Saskatchewan Bogota New York Indiana Halifax Caracas Newfoundland Brasilia Buenos Aires Midden-Atlantisch Azoren Casablanca Londen Amsterdam Parijs 132

133 Over door komma's en tabs gescheiden bestanden Veldwaarde Centraal-Europa Oost-Europa Egypte Zuid-Afrika Oost-Europa Israël Saoedi-Arabië Rusland Nairobi Iran Arabisch Bakoe Afghanistan West-Azië Ekaterinburg India Colombo Centraal-Azië Bangkok China West-Australië Singapore Taipei Japan GMT 1 uur 2 uur 2 uur 2 uur 2 uur 2 uur 3 uur 3 uur 3 uur 3,5 uur 4 uur 4 uur 4,5 uur 5 uur 5 uur 5,5 uur 5,5 uur 6 uur 7 uur 8 uur 8 uur 8 uur 8 uur 9 uur Locatie Berlijn Athene Caïro Pretoria Helsinki Tel Aviv Riyadh Moskou Nairobi Teheran Abu Dhabi Bakoe Kaboel Ekaterinburg Islamabad Bombay Colombo Almaty Bangkok Beijing Perth Singapore Taipei Tokio 133

134 Gebruikers importeren Veldwaarde Korea Yakutsk Centraal Australië Centraal Australië Oost-Australië Oost-Australië West-Pacific Tasmanië Wladivostok Centraal Pacifisch gebied Nieuw-Zeeland Fiji Centraal-Europa Mexico Pacific Mexico Mountain S. America Western Maleisië GMT 9 uur 9 uur 9,5 uur 9,5 uur 10 uur 10 uur 10 uur 10 uur 10 uur 11 uur 12 uur 12 uur 1 uur -8 uur -7 uur -4,5 uur 8 uur Locatie Seoul Yakutsk Adelaide Darwin Brisbane Sydney Guam Hobart Wladivostok Salomonseilanden Wellington Fiji Stockholm Tijuana Chihuahua Caracas Kuala Lumpur Gebruikers importeren Voordat u begint Bereid een door komma's of tabs gescheiden bestand voor met de informatie van uw gebruikers. Zie Over door komma's en tabs gescheiden bestanden, op pagina 130 voor meer informatie. Procedure Stap 1 Stap 2 Meld u aan bij de beheersite. Selecteer Gebruikers > Gebruikers importeren/exporteren. 134

135 Gebruikers exporteren De pagina Gebruikers importeren/exporteren wordt weergegeven. Stap 3 Stap 4 Stap 5 Stap 6 Selecteer Importeren. De pagina Gebruikers importeren wordt weergegeven. Selecteer Bladeren en selecteer vervolgens het door komma's of tabs gescheiden traceercodebestand dat u wilt importeren. Selecteer het keuzerondje Komma of Tab om aan te geven welk bestandstype u importeert. Selecteer Importeren. Uw bestand is geïmporteerd. Nadat het importeren is voltooid, verstuurt het systeem een waarin staat hoeveel records zijn geïmporteerd en hoeveel zijn mislukt. Volgende stappen Selecteer Gebruikers om de gebruikers in uw systeem weer te geven. Zorg ervoor dat uw gebruikers juist zijn geïmporteerd. Gebruikers exporteren Procedure Stap 1 Stap 2 Stap 3 Meld u aan bij de beheersite. Selecteer Gebruikers > Gebruikers importeren/exporteren. Selecteer Exporteren. Uw gebruikersgegevens worden geëxporteerd als een CSV-bestand. Het systeem stuurt een naar de beheerder met een koppeling om het geëxporteerde bestand te downloaden. Gebruikers importeren naar een nieuw systeem met een geëxporteerd bestand Voer de volgende stappen uit om gebruikers te importeren naar een nieuw systeem met een geëxporteerd bestand. Procedure Stap 1 Stap 2 Stap 3 Meld u aan bij de Beheersite van het systeem waaruit u gebruikers wilt exporteren. Selecteer Gebruikers > Gebruikers importeren/exporteren. Selecteer Exporteren. 135

136 Traceercodes configureren Uw gebruikersgegevens zijn geëxporteerd als een door komma's of tabs gescheiden bestand. Stap 4 Stap 5 Stap 6 Stap 7 Stap 8 Stap 9 Stap 10 Open het geëxporteerde bestand, verwijder alle gebruikers-id's uit het bestand en sla het bestand opnieuw op. Meld u aan bij de Beheersite van het systeem waaruit u gebruikers wilt importeren. Selecteer Gebruikers > Gebruikers importeren/exporteren. De pagina Gebruikers importeren/exporteren wordt weergegeven. Selecteer Importeren. De pagina Gebruikers importeren wordt weergegeven. Selecteer Bladeren en selecteer het bestand dat u hierboven hebt geëxporteerd. Selecteer het keuzerondje Komma of Tab om aan te geven welk bestandstype u importeert. Selecteer Importeren. Uw bestand is geïmporteerd. Nadat het importeren is voltooid, verstuurt het systeem een waarin staat hoeveel records zijn geïmporteerd en hoeveel zijn mislukt. Volgende stappen Selecteer Gebruikers om de gebruikers in uw systeem weer te geven. Zorg ervoor dat uw gebruikers juist zijn geïmporteerd. Traceercodes configureren U kunt traceercodes configureren om hostgebruik in bepaalde groepen bij te houden. U kunt bijvoorbeeld traceercodes configureren voor projecten of afdelingen. De traceercodes die u configureert, verschijnen als opties wanneer u gebruikers toevoegt of bewerkt. U moet de volgende zaken configureren voor elke traceercode: Traceercodegroep-Configureer uw traceercodegroepen. Traceercodegroepen worden gebruikt wanneer u gebruikers toevoegt en bewerkt. Standaard is dit Divisie, Afdeling, Project, Andere en Aangepast5 tot Aangepast10. Invoermodus-Selecteer Tekstveld of Vervolgkeuzemenu. Gebruik-Selecteer Niet gebruikt, Optioneel, of Vereist. Procedure Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4 Meld u aan bij de beheersite. Selecteer Gebruikers > Traceercodes. Voer optioneel de naam in van elke traceergroep die u wilt configureren in de kolom Traceercodegroep. U hoeft de velden niet aan te passen indien u de standaardwaarden wilt gebruiken. Selecteer Tekstinvoer of Vervolgkeuzemenu in de kolom Invoermodus voor elke traceercode. Indien u Tekstinvoer selecteert, voert u uw traceercode in een tekstveld in. Indien u Vervolgkeuzemenu selecteert, verschijnt een koppeling Lijst bewerken naast uw veld Invoermodus. Selecteer de koppeling Lijst bewerken om de waarden in het vervolgkeuzemenu te selecteren voor die traceercode. Zie Traceercodes bewerken, op pagina 137 voor meer informatie. 136

137 Traceercodes configureren Stap 5 Stap 6 Als u Vervolgkeuzemenu selecteert voor één van uw traceercodegroepen, moet u Lijst bewerken selecteren en een of meer opties selecteren voor het bijhorend vervolgkeuzemenu. Selecteer Niet gebruikt, Optioneel, of Vereist in de kolom Gebruik voor elke traceercode. U mag alleen het gebruik wijzigen naar Vereist of Optioneel nadat u een lijst voor het vervolgkeuzemenu hebt geconfigureerd. Er verschijnt een foutbericht indien u probeert een andere gebruiksinstelling te wijzigen dan Niet gebruikt indien u niet eerst de traceercodegroep en invoermodus hebt geconfigureerd. Selecteer Opslaan. De instellingen voor uw traceercode zijn opgeslagen. Traceercodes bewerken Traceercodes worden standaard weergegeven als tekstvakken. Als u opties voor traceercodes wilt weergeven in een vervolgkeuzemenu, moet u een lijst met opties configureren. Nadat u Vervolgkeuzemenu van het vervolgkeuzemenu Invoermodus hebt geselecteerd, wordt een koppeling Lijst bewerken weergegeven. Voordat u begint Als u uw traceercodes wilt bewerken, moet u Gebruikers > Traceercodes selecteren en Vervolgkeuzemenu selecteren voor uw Invoermodus. Procedure Stap 1 Stap 2 Stap 3 Selecteer de koppeling Lijst bewerken. Het dialoogvenster Traceercodelijst bewerken wordt weergegeven. Configureer de velden in het dialoogvenster Traceercodelijst bewerken. a) Selecteer Alleen actieve codes weergeven om alleen actieve traceercodes weer te geven wanneer u dit dialoogvenster opent. Hef deze optie op om alle traceercodes weer te geven. Houd er rekening mee dat u deze optie niet kunt selecteren als u traceercodes voor de eerste keer configureert voor elke Invoermodus. b) Selecteer Ga naar eerste lege traceercode om naar de eerste pagina met lege codevelden te gaan. c) Actief is standaard geselecteerd. U kunt Actief uitschakelen om een traceercode inactief te maken. Inactieve traceercodes worden niet weergegeven in het vervolgkeuzemenu van deze traceercodegroep. Vink Actief aan om een inactieve traceercode te activeren. d) Geef de naam van het menu-item op in het tekstvak Code. Limiet: 128 tekens. e) Selecteer het keuzerondje Standaard om dit menu-item de standaardselectie voor het vervolgkeuzemenu te maken. f) Selecteer 20 regels toevoegen om 20 extra configureerbare traceercoderegels toe te voegen. Navigatiekoppelingen (Volgende, Vorige en paginanummers) worden toegevoegd als u meer dan 20 regels weergeeft. Limiet: 500 regels (25 pagina's). g) Selecteer het keuzerondje Sorteren om de sorteermethode (Niet sorteren, Oplopend sorteren, Aflopend sorteren) voor de traceercodes in te stellen. Merk op dat Sorteren alleen werkt voor de huidige pagina. Selecteer Bijwerken om uw instellingen op te slaan. Uw instellingen zijn opgeslagen en de pagina Traceercodelijst bewerken wordt gesloten. 137

138 Gebruikers en Gebruikers en Gebruik dit hulpprogramma om een naar uw gebruikers te verzenden. Procedure Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4 Stap 5 Stap 6 Stap 7 Meld u aan bij de beheersite. Selecteer Gebruikers > Gebruikers en. Voer het adres of een alias van een gebruiker in waarnaar u een wilt sturen in tekstvak Aan. Het veld Aan is optioneel voor implementaties met 50 gebruikers en 250 gebruikers en is vereist voor implementaties met 800 gebruikers en 2000 gebruikers. Als u geen ontvanger specificeert, wordt de verzonden naar de eerste beheerder die geconfigureerd staat op het systeem. Geef eventueel adressen op in het tekstvak Bcc. Geef in het tekstveld Onderwerp uw onderwerp op. Geef in het vak Bericht uw bericht op. Selecteer Verzenden. 138

139 HOOFDSTUK 14 Uw systeem configureren Deze module beschrijft hoe u de beheerpagina's moet gebruiken om uw systeem te configureren. Systeemeigenschappen configureren, pagina 139 Uw systeem bijwerken, pagina 145 Algemene instellingen configureren, pagina 146 Servers configureren, pagina 148 Uw SNMP-instellingen configureren, pagina 152 Licenties beheren, pagina 159 Systeemeigenschappen configureren Configureer uw systeemeigenschappen door Systeem en Meer weergeven in de Systeemsectie te selecteren. De instellingen van uw virtuele machine aanpassen Gebruik deze functie om de instellingen van uw virtuele machine te wijzigen. Gebruik VMware vcenter niet om de instellingen van uw virtuele machine te bewerken. Procedure Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4 Stap 5 Meld u aan bij de beheersite. Selecteer Systeem en selecteer Meer weergeven in het systeemgedeelte. Selecteer Onderhoudsmodus inschakelen en Doorgaan om te bevestigen. Om de instellingen van een virtuele machine te wijzigen, selecteert u de koppeling van de naam van de virtuele machine in het gedeelte Primair systeem of Systeem met hoge beschikbaarheid. U kunt de volgende instellingen van de virtuele machine aanpassen: 139

140 Systeemeigenschappen configureren Volledige domeinnaam-de FQDN van uw systeem. Virtuele machine-het IP-adres van uw virtuele machine. Primaire DNS-server Secundaire DNS-server Subnetmasker/prefix Gateway Stap 6 Stap 7 U kunt uw systeem configureren met IPv4 of IPv6-instellingen voor virtuele machines. Tijdens het implementeren kunt u alleen IPv4-instellingen configureren, maar op deze pagina kunt u uw machine bijwerken naar IPv6. Selecteer Opslaan. Uw wijzigingen worden opgeslagen en de virtuele machine wordt opnieuw opgestart. Selecteer Onderhoudsmodus uitschakelen en Doorgaan om te bevestigen. Uw systeem start opnieuw op nadat u de onderhoudsmodus uitgeschakeld hebt. U kunt u opnieuw aanmelden bij de Beheersite nadat het opstarten voltooid is. Volgende stappen Indien u wijzigingen uitvoert in één van uw virtuele machines, moet u nieuwe certificaten ophalen voor elke virtuele machine op uw systeem, tenzij u wildcardcertificaten gebruikt voor systemen in hetzelfde domein. Zie voor meer informatie Certificaten beheren, op pagina 183 Een systeem met hoge beschikbaarheid configureren Een systeem met hoge beschikbaarheid is een redundant systeem dat voor een back-up zorgt wanneer er een fout optreedt in het primaire systeem. Een systeem met hoge beschikbaarheid toevoegen De meeste functies op uw systeem met hoge beschikbaarheid zijn verboden. Zo hebt u bijvoorbeeld geen toegang tot upgrades, SNMP-configuratie, opslagtoegang en servers op uw systeem met hoge beschikbaarheid. U kunt de systeemeigenschappen bekijken, maar kunt geen wijzigingen aanbrengen. Voltooi de volgende procedure op het primaire systeem. Voordat u begint Installeer Cisco WebEx op een tweede virtuele machine vanuit een OVA-bestand, die u wilt gebruiken als uw systeem met hoge beschikbaarheid. 140

141 Systeemeigenschappen configureren De grootte van uw systeem met hoge beschikbaarheid moet hetzelfde zijn als het primaire systeem. Uw systeem met hoge beschikbaarheid moet worden geconfigureerd met dezelfde OVA en patch als uw primaire systeem. Indien de versies van uw primaire systeem en uw systeem met hoge beschikbaarheid niet overeenstemmen, wordt u gevraagd bij te werken naar het hoogste versieniveau. Kopieer de volledige domeinnaam (FQDN) van de virtuele machine met hoge beschikbaarheid. U moet de FQDN hebben om uw systeem met hoge beschikbaarheid toe te voegen. Controleer of alle virtuele machines normaal werken. Bepaal de status van de virtuele machine door de systeemmonitor te bekijken zoals beschreven in Uw dashboard gebruiken, op pagina 117. Procedure Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4 Meld u aan bij de beheersite. Selecteer de koppeling Meer weergeven op het primaire systeem, in de Systeemsectie. Selecteer Systeem met hoge beschikbaarheid toevoegen. Volg de instructies op de pagina Systeemeigenschappen om dit HA-systeem toe te voegen. Voorbeeld: Stap 5 Voer de FQDN van de virtuele machine van de beheersite in van de machine met hoge beschikbaarheid en selecteer Doorgaan. We zullen de gereedheid van zowel het primaire systeem als het HA-systeem valideren voor deze HA-toevoeging. Als beide systemen klaar zijn, ziet u een groene knop Toevoegen. Selecteer niets totdat u uw systeem in de onderhoudsmodus hebt geplaatst. Als een systeem niet klaar is, ziet u een foutbericht. Herstel de fout en probeer de procedure voor hoge beschikbaarheid nogmaals toe te voegen. Stap 6 Stap 7 Selecteer Onderhoudsmodus inschakelen, selecteer vervolgens Toevoegen. Uw systeem met hoge beschikbaarheid wordt toegevoegd en automatisch geconfigureerd om te werken als back-up indien het primaire systeem uitvalt. Selecteer Onderhoudsmodus uitschakelen en Doorgaan om te bevestigen. Uw systeem start opnieuw op nadat u de onderhoudsmodus uitgeschakeld hebt. U kunt u opnieuw aanmelden bij de Beheersite nadat het opstarten voltooid is. Een systeem met hoge beschikbaarheid verwijderen Voordat u begint U moet momenteel een secundair systeem hebben geconfigureerd als uw systeem met hoge beschikbaarheid. 141

142 Systeemeigenschappen configureren Procedure Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4 Stap 5 Meld u aan bij de beheersite. Selecteer de koppeling Meer weergeven in de Systeemsectie Selecteer Systeem met hoge beschikbaarheid verwijderen. De pagina Systeem met hoge beschikbaarheid verwijderen wordt weergegeven en toont de volledige domeinnaam (FQDN) van uw systeem met hoge beschikbaarheid. Selecteer Doorgaan. Nadat u een systeem met hoge beschikbaarheid hebt verwijderd, kunt u hetzelfde systeem met hoge beschikbaarheid niet terug toevoegen aan uw site. Om hoge beschikbaarheid opnieuw te configureren, moet u opnieuw beginnen door een systeem met hoge beschikbaarheid opnieuw te implementeren vanaf het OVA-bestand. Zie Een systeem met hoge beschikbaarheid toevoegen, op pagina 81 voor meer informatie. Uw systeem met hoge beschikbaarheid is verwijderd. Open VMware vcenter en verwijder het systeem met hoge beschikbaarheid met de opdracht Verwijderen van schijf. Uw virtuele IP-adres wijzigen Procedure Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4 Stap 5 Stap 6 Stap 7 Meld u aan bij de beheersite. Selecteer Systeem en selecteer Meer weergeven in het systeemgedeelte. Selecteer Onderhoudsmodus inschakelen en Doorgaan om te bevestigen. Selecteer in het gedeelte Virtueel IP-adres een koppeling in de kolom Type. Voorbeeld: Selecteer Privé voor het persoonlijke virtuele IP-adres. Voer uw nieuw virtueel IP-adres in het dialoogvenster VIP IPv4-adres in. Selecteer Opslaan. Selecteer Onderhoudsmodus uitschakelen en Doorgaan om te bevestigen. Uw systeem start opnieuw op nadat u de onderhoudsmodus uitgeschakeld hebt. U kunt u opnieuw aanmelden bij de Beheersite nadat het opstarten voltooid is. Openbare toegang configureren Met openbare toegang kunnen personen buiten uw netwerk vergaderingen hosten of bijwonen via internet of mobiele apparaten. Door openbare toegang uit te schakelen, worden de instellingen van het openbare virtuele IP-adres van uw WebEx-site URL's verwijderd en externe toegang tot uw site beëindigd. 142

143 Systeemeigenschappen configureren Openbare toegang aan uw systeem toevoegen Voordat u begint Om openbare toegang in te schakelen, moet u eerst een reverse proxy virtuele machine configureren die als uw systeem voor openbare toegang werkt. Start VMware vcenter en voer het volgende uit: Maak een back-up van uw virtuele machines met VMware Data Recovery. Dit geeft u de gelegenheid om indien nodig uw wijzigingen ongedaan te maken. Zie Een back-up maken met VMware vcenter, op pagina 14 voor meer informatie. Implementeer een reverse proxy-virtuele machine met gebruik van hetzelfde OVA-bestand dat u hebt gebruikt om uw virtuele beheermachine te implementeren. Uw Reverse proxy virtuele machine moet op hetzelfde subnet zitten als het openbare virtuele IP-adres. Zie Openbare toegang toevoegen, op pagina 42 voor meer informatie. Als u een systeem met hoge beschikbaarheid hebt, moet u ook een Reverse Proxy-virtuele machine implementeren voor uw systeem met hoge beschikbaarheid. Procedure Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4 Stap 5 Stap 6 Meld u aan bij de beheersite. Selecteer Systeem en selecteer de koppeling Meer weergeven in de Systeemsectie. Selecteer Onderhoudsmodus inschakelen en Doorgaan om te bevestigen. Selecteer Openbare toegang toevoegen. Voer uw Internet Reverse Proxy virtuele machine in, in het veld FQDN. Er zijn twee velden voor volledige domeinnaam (FQDN) indien uw systeem is geconfigureerd voor hoge beschikbaarheid. Voer uw FQDN met hoge beschikbaarheid in het tweede veld in. Selecteer Virtuele machines detecteren. Als uw systeem niet geconfigureerd is voor hoge beschikbaarheid, verschijnt een tabel die de Internet Reverse Proxy virtuele machine weergeeft. Als uw systeem geconfigureerd is voor hoge beschikbaarheid, verschijnt een tabel die de Internet Reverse Proxy virtuele machine van het primaire systeem en de Internet Reverse Proxy virtuele machine met hoge beschikbaarheid weergeven. Als uw systeem updates heeft die niet compatibel zijn met de OVA-versie die u hebt gebruikt om de Reverse Proxy virtuele machine te creëren, ontvangt u een foutmelding en kunt u niet verdergaan totdat u de Reverse Proxy virtuele machine opnieuw hebt geïmplementeerd aan de hand van een OVA-bestand dat compatibel is met de updates op uw primaire systeem. Stap 7 Stap 8 Selecteer Doorgaan. Voer het IP-adres van hetzelfde subnet in dat u gebruikte om uw Internet Reverse Proxy virtuele machine te configureren in het veld Openbaar (VIP) virtueel IPv4-adres en selecteer Opslaan. Uw systeem is bijgewerkt en openbare toegang is geconfigureerd. Zorg dat u uw browservenster openhoudt gedurende het gehele proces. 143

144 Systeemeigenschappen configureren Als uw primair systeem kleine updates vereist die compatibel zijn met de OVA-versie die u gebruikte om de Internet Reverse Proxy virtuele machine te creëren, worden ze automatisch toegepast op uw Internet Reverse Proxy virtuele machine. Stap 9 Stap 10 Stap 11 Stap 12 Stap 13 Stap 14 Als uw systeem kleine updates vereist, wordt u gevraagd om Opnieuw opstarten te selecteren nadat de updates voltooid zijn. Als er geen updates nodig zijn, gaat u verder met de volgende stap. Nadat uw systeem opnieuw opstart, ontvangt u een bevestigingsbericht dat aangeeft dat u openbare toegang hebt toegevoegd. Controleer uw configuratie. Indien u tevreden bent, kunt u de back-up van de virtuele machine verwijderen die u vóór het uitvoeren van deze procedure hebt geconfigureerd. Selecteer Klaar. Controleer of uw beveiligingscertificaten nog steeds geldig zijn. Deze procedure wijzigt uw virtuele machine en kan dus uw certificaten beïnvloeden. Uw systeem biedt indien nodig een zelfondertekend certificaat om uw systeem te laten werken tot u uw certificaten opnieuw kunt configureren. Zie Certificaten beheren, op pagina 183 voor meer informatie. Voer indien nodig wijzigingen uit aan uw DNS-servers. Selecteer Onderhoudsmodus uitschakelen en Doorgaan om te bevestigen. Uw systeem start opnieuw op nadat u de onderhoudsmodus uitgeschakeld hebt. U kunt u opnieuw aanmelden bij de Beheersite nadat het opstarten voltooid is. Openbare toegang uitschakelen Voordat u begint Maak een back-up van uw virtuele machines met VMware Data Recovery. Dit geeft u de gelegenheid om uw wijzigingen ongedaan te maken indien nodig. Zie Een back-up maken met VMware vcenter, op pagina 14 voor meer informatie. Zorg dat u uw virtuele machines inschakelt nadat uw back-up voltooid is. Procedure Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4 Stap 5 Stap 6 Stap 7 Meld u aan bij de beheersite. Selecteer Systeem en selecteer de koppeling Meer weergeven in de Systeemsectie. Selecteer Onderhoudsmodus inschakelen en Doorgaan om te bevestigen. Selecteer de gewenste site, selecteer Openbare toegang uitschakelen en selecteer Doorgaan. Openbare toegang wordt verwijderd van de site. Selecteer Klaar. Nadat u openbare toegang verwijdert van uw site, kunt u dezelfde proxy virtuele machine niet toevoegen aan die site. Om openbare toegang opnieuw te configureren, moet u opnieuw beginnen door een reverse proxy-virtuele machine opnieuw te implementeren vanaf het OVA-bestand. Zie Openbare toegang aan uw systeem toevoegen, op pagina 143 voor meer informatie. Open VMware vcenter, schakel uit en verwijder de Internet Reverse Proxy machine (en Internet reverse proxy machine met hoge beschikbaarheid indien geïmplementeerd) van uw systeem. Selecteer Onderhoudsmodus uitschakelen en Doorgaan om te bevestigen. 144

145 Uw systeem bijwerken Uw systeem start opnieuw op nadat u de onderhoudsmodus uitgeschakeld hebt. U kunt u opnieuw aanmelden bij de Beheersite nadat het opstarten voltooid is. Systeemgrootte uitbreiden Voordat u begint Voordat u een systeemuitbreiding uitvoert, gaat u naar Uw systeem uitbreiden naar een groter systeemformaat, op pagina 89, waarin alle vereiste stappen zijn beschreven die u moet uitvoeren voordat u deze functie gebruikt en hoe u uw systeem kunt uitbreiden met automatische of handmatige implementatie. Procedure Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4 Stap 5 Stap 6 Meld u aan bij de beheersite. Selecteer Systeem en selecteer de koppeling Meer weergeven in de systeemsectie. Selecteer Systeemgrootte uitbreiden. Selecteer Onderhoudsmodus inschakelen en Doorgaan om te bevestigen. Selecteer Doorgaan. Uw systeem controleert de verbinding met de virtuele machines. Als er verbindingsproblemen zijn met een of meer virtuele machines, moet u de problemen oplossen voordat u kunt verdergaan. Als er geen verbindingsproblemen zijn, voert uw systeem automatisch een back-up uit. Nadat de back-up is voltooid, krijgt u een melding dat u kunt verdergaan met uw uitbreiding. Implementeer het OVA-bestand aan de hand van één van de volgende methodes: Het systeem uitbreiden met automatische implementatie, op pagina 91 Het systeem uitbreiden met handmatige implementatie, op pagina 95 U krijgt een melding van het systeem zodra de uitbreiding voltooid is. Stap 7 Stap 8 Stap 9 Selecteer Opnieuw opstarten. Meld u aan bij de beheersite. Selecteer Onderhoudsmodus uitschakelen en Doorgaan om te bevestigen. Uw systeem start opnieuw op nadat u de onderhoudsmodus uitgeschakeld hebt. U kunt u opnieuw aanmelden bij de Beheersite nadat het opstarten voltooid is. Uw systeem bijwerken De pagina Upgraden geeft u de optie om uw systeem bij te werken, te upgraden of uit te breiden. 145

146 Algemene instellingen configureren Procedure Stap 1 Stap 2 Stap 3 Meld u aan bij de beheersite. Selecteer Systeem> Upgraden. Selecteer het type upgrade dat u wilt uitvoeren en selecteer Verdergaan: Kleine update of upgrade Vereist dat u de laatste update downloadt voordat u kunt verdergaan. Zie Het systeem updaten, op pagina 101 voor meer informatie. Grote upgrade met nieuwe systeemimplementatie Vereist dat u het OVA-upgradebestand downloadt voordat u kunt verdergaan. Zie Het systeem bijwerken, op pagina 105 voor meer informatie. Systeemgrootte uitbreiden Zie Systeemgrootte uitbreiden, op pagina 145 voor meer informatie. U gaat verder naar de pagina Bijwerken, Upgraden of Uitbreiden. Stap 4 Stap 5 Stap 6 Selecteer Onderhoudsmodus inschakelen en Doorgaan om te bevestigen. Voer uw update, upgrade of uitbreiding uit zoals beschreven in de overeenstemmende rubriek. Selecteer Onderhoudsmodus uitschakelen en Doorgaan om te bevestigen. Uw systeem start opnieuw op nadat u de onderhoudsmodus uitgeschakeld hebt. U kunt u opnieuw aanmelden bij de Beheersite nadat het opstarten voltooid is. Algemene instellingen configureren Om uw algemene instellingen te openen, selecteert u Systeem en de koppeling Meer weergeven onder Configuratie > Algemene instellingen. Algemene instellingen omvatten de volgende functies: Site-instellingen Gebruik deze functie om uw site-url te configureren of te wijzigen. Deze functie toont ook het persoonlijke virtuele IP-adres van uw site en het openbare virtuele IP-adres van uw site. Beheerinstellingen Gebruik deze functie om de URL van uw beheersite te configureren of te wijzigen. Deze functie toont ook het persoonlijke virtuele IP-adres van uw beheersite. Uw site-instellingen wijzigen U kunt de instelling van de URL van uw oorspronkelijke site instellen tijdens het implementeren. Raadpleeg URL's van WebEx-site en WebEx-beheer, op pagina 44 voor meer informatie over de configuratie van de URL van een site en naamconventies. Voordat u begint Zorg dat u de URL van uw oorspronkelijke site op de DNS-server behoudt. Leid de URL van de oorspronkelijke site om naar de URL van de bijgewerkte site. Indien gebruikers proberen de oorspronkelijke URL te gebruiken, en u hebt deze niet omgeleid naar de nieuwe URL, zullen zij geen vergaderingen kunnen hosten of bijwonen of niet kunnen inloggen vanaf webpagina's, productiviteitstools en mobiele apps. 146

147 Algemene instellingen configureren Procedure Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4 Stap 5 Stap 6 Meld u aan bij de beheersite. Selecteer Systeem > Configuratie > Algemene instellingen > Meer weergeven. Selecteer Onderhoudsmodus inschakelen en Doorgaan om te bevestigen. Selecteer in het gedeelte Site-instellingen Bewerken. Voer de URL van uw nieuwe site in het dialoogvenster in en selecteer Opslaan. Selecteer Onderhoudsmodus uitschakelen en Doorgaan om te bevestigen. Uw systeem start opnieuw op nadat u de onderhoudsmodus uitgeschakeld hebt. U kunt u opnieuw aanmelden bij de Beheersite nadat het opstarten voltooid is. Volgende stappen Werk uw sitecertificaat bij om veilige toegang te garanderen. Zie Certificaten beheren, op pagina 183 voor meer informatie. Uw beheerinstellingen wijzigen U kunt de instelling van de URL van uw oorspronkelijke beheersite instellen tijdens het implementeren. Raadpleeg URL's van WebEx-site en WebEx-beheer, op pagina 44 voor meer informatie over de configuratie van een beheersite en naamconventies. Voordat u begint Zorg dat u de URL van uw oorspronkelijke beheersite op de DNS-server behoudt. Leid de URL van de oorspronkelijke beheersite om naar de URL van de bijgewerkte beheersite. Indien gebruikers proberen de oorspronkelijke URL te gebruiken, en u hebt deze niet omgeleid naar de nieuwe URL, zullen zij geen vergaderingen kunnen hosten of bijwonen of niet kunnen inloggen vanaf webpagina's, productiviteitstools en mobiele apps. Procedure Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4 Stap 5 Stap 6 Meld u aan bij de beheersite. Selecteer Systeem > Configuratie > Algemene instellingen > Meer weergeven. De pagina Algemene instellingen wordt weergegeven. Selecteer Onderhoudsmodus inschakelen en Doorgaan om te bevestigen. Selecteer in het deel Beheersite-instellingen Bewerken. Voer de URL van uw nieuwe beheersite in het dialoogvenster in en selecteer Opslaan. Selecteer Onderhoudsmodus uitschakelen en Doorgaan om te bevestigen. Uw systeem start opnieuw op nadat u de onderhoudsmodus uitgeschakeld hebt. U kunt u opnieuw aanmelden bij de Beheersite nadat het opstarten voltooid is. 147

148 Servers configureren Volgende stappen Werk uw sitecertificaat bij om veilige toegang te garanderen. Zie Certificaten beheren, op pagina 183 voor meer informatie. Servers configureren Gebruik deze functies om uw servers te configureren: SMTP-server De SMTP-server verwerkt de verzending van van de client naar de bestemming. Opslagserver De NFS-server is de opslagserver waar alle opnames van de vergaderingen worden opgeslagen. Een mailserver configureren Configureer een server om toe te staan dat uw systeem vergaderinguitnodigingen en andere communicatie aan gebruikers verzendt. Het is erg belangrijk dat uw server altijd operationeel is. is de belangrijkste communicatiemethode met uw gebruikers, waaronder het registreren van meldingen, wijzigingen in vergaderingsinformatie, accountstatus en vele andere belangrijke meldingen. Procedure Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4 Stap 5 Stap 6 Stap 7 Stap 8 Meld u aan bij de beheersite. Selecteer Systeem en selecteer Meer weergeven in het gedeelte Servers. Selecteer Bewerken in het gedeelte Mailserver. Selecteer Onderhoudsmodus inschakelen en Doorgaan om te bevestigen. Voer de hostnaam van uw mailserver in en selecteer optioneel het selectievakje TLS ingeschakeld. Voer het poortnummer van uw mailserver in en selecteer optioneel het selectievakje Serververificatie ingeschakeld. Selecteer Doorgaan. Selecteer Onderhoudsmodus uitschakelen en Doorgaan om te bevestigen. Uw systeem start opnieuw op nadat u de onderhoudsmodus uitgeschakeld hebt. U kunt u opnieuw aanmelden bij de Beheersite nadat het opstarten voltooid is. 148

149 Servers configureren Een SMTP-server configureren Procedure Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4 Stap 5 Stap 6 Meld u aan bij de beheersite. Selecteer Systeem. Selecteer in het gedeelte Servers de optie Meer weergeven. Selecteer Onderhoudsmodus inschakelen en Doorgaan om te bevestigen. Selecteer bij SMTP Server de koppeling Bewerken. Vul de SMTP-servervelden in: Hostnaam-De hostnaam van uw SMTP-server. Poort-Het poortnummer voor uw SMTP-server. Gebruikersnaam-Gebruikersnaam voor de client. Wachtwoord-Wachtwoord voor de gebruiker. Stap 7 Stap 8 Stap 9 Schakel optioneel de selectievakjes TLS ingeschakeld en Serververificatie ingeschakeld in. Selecteer Opslaan. Selecteer Onderhoudsmodus uitschakelen en Doorgaan om te bevestigen. Uw systeem start opnieuw op nadat u de onderhoudsmodus uitgeschakeld hebt. U kunt u opnieuw aanmelden bij de Beheersite nadat het opstarten voltooid is. Een opslagserver configureren Uw opslagserver maakt dagelijks een back-up van uw database en opgenomen vergaderingen. Voordat u begint Zorg dat u uw Unix-toegangsrechten configureert zodat uw systeem gebruikersinhoud en systeemback-ups kan opslaan. Procedure Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4 Stap 5 Stap 6 Meld u aan bij de beheersite. Selecteer Systeem. Selecteer in het gedeelte Servers de optie Meer weergeven. Als er een opslagserver aanwezig is op uw systeem, wordt het weergegeven op deze pagina. Als er geen opslagserver op uw systeem aanwezig is, krijgt u de optie om er een te configureren. Selecteer Onderhoudsmodus inschakelen en Doorgaan om te bevestigen. Selecteer nu in het gedeelte Opslagserver de optie Een opslagserver toevoegen. Geef het NFS-koppelingspunt op en selecteer Doorgaan. 149

150 Servers configureren Het systeem bevestigt uw NFS-koppelingspunt. Stap 7 Stap 8 Stap 9 Selecteer Doorgaan. U ziet een bevestigingsbericht dat de opslagserver is toegevoegd. Selecteer Klaar. Selecteer Onderhoudsmodus uitschakelen en Doorgaan om te bevestigen. Uw systeem start opnieuw op nadat u de onderhoudsmodus uitgeschakeld hebt. U kunt u opnieuw aanmelden bij de Beheersite nadat het opstarten voltooid is. Volgende stappen Configureer uw systeem om de opslagserver voor het volgende te gebruiken: Vergaderingsopnamen. Noodherstel. Zie De noodherstelfunctie gebruiken, op pagina 150 voor meer informatie. De noodherstelfunctie gebruiken Gebruik de noodherstelfuncties om uw implementatie te herstellen na een systeemfout of andere ramp. Een noodgeval is bijvoorbeeld een netwerkcrash, serverstoring, uitvallen van het gegevenscenter of een andere gebeurtenis waardoor u uw systeem niet langer kunt gebruiken. Er zijn twee typen noodherstel: Noodherstel voor een datacenter Als u één datacenter hebt en uw systeem wegvalt, kunt u uw systeem opnieuw installeren in hetzelfde datacenter en het in dezelfde staat herstellen. Noodherstel voor twee datacenters Als u twee datacenters hebt en uw systeem wegvalt op het eerste datacenter, kunt u toegang krijgen tot het systeem op uw tweede datacenter en het zo in dezelfde staat herstellen. Nadat u een opslagserver geconfigureerd hebt, wordt er dagelijks een back-up gemaakt van uw systeem. Er verschijnt een melding van systeemback-up op uw dashboard die informatie bevat over de laatste back-up. Als u een noodherstel uitvoert, wordt de laatste back-up gebruikt. Denk eraan dat noodherstel meer dan 30 minuten duurt. uw instellingen overschrijft met de instellingen op de laatste back-up. vereist dat u aanvullende stappen uitvoert om de service voor uw gebruikers te herstellen (uitgelegd in "Wat moet u nog meer doen" hieronder). Voer de onderstaande procedure uit nadat er een ramp is opgetreden en u uw systeem niet meer kunt gebruiken. Voordat u begint Om noodherstelprocedures uit te voeren, moet u een opslagserver geconfigureerd hebben. Zie Een opslagserver configureren, op pagina 149 voor meer informatie. Als u geen opslagserver geconfigureerd hebt, is de optie Noodherstel niet beschikbaar. U moet toegang hebben tot een systeem waarop u uw implementatie kunt herstellen. Zie de informatie over noodherstel op een datacenter en twee datacenters hierboven. 150

151 Servers configureren Uw herstelsysteem moet dezelfde implementatiegrootte en softwareversie hebben als uw oorspronkelijke systeem. Noodherstel kan worden uitgevoerd op systemen met of zonder hoge beschikbaarheid. U kunt noodherstel echter niet instellen op een systeem met hoge beschikbaarheid. U moet eerst noodherstel instellen en vervolgens kunt u hoge beschikbaarheid instellen op dat systeem. Indien u een systeem met hoge beschikbaarheid hebt waarvoor noodherstel is vereist, moet u uw systeem terugzetten en vervolgens hoge beschikbaarheid opnieuw configureren op uw herstelde systeem. Voor meer informatie over hoge beschikbaarheid, zie Een systeem met hoge beschikbaarheid toevoegen, op pagina 81. Procedure Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4 Meld u aan bij de Beheersite op een systeem waar u uw implementatie kunt herstellen. Selecteer Systeem > Servers > Opslagserver toevoegen. Selecteer Onderhoudsmodus inschakelen en Doorgaan om te bevestigen. Voer de naam in van uw opslagserver in het veld NFS Mount Point en selecteer Verdergaan. Stap 5 Stap 6 Voorbeeld: Voer ip://xyz/yu in. Selecteer Verdergaan om het noodherstel voort te zetten. Als de implementatiegrootte en de softwareversie van het herstelsysteem overeenkomen met uw oorspronkelijke systeem, kunt u verdergaan met het noodherstel. Als het systeem een andere implementatiegrootte of softwareversie heeft, kunt u niet verdergaan. Als dit voorvalt, moet u de toepassing opnieuw implementeren op uw herstelsysteem zodat de implementatiegrootte en de softwareversie overeenkomen met de oorspronkelijke implementatie. Selecteer een van de volgende opties om door te gaan: Annuleren Om een back-up te maken van uw vooraf bestaand systeem alvorens een opslagserver toe te voegen. Nadat u een back-up hebt gemaakt van uw systeem keert u terug naar deze pagina en kunt u Verdergaan selecteren om verder te gaan. Verdergaan Om uw vooraf bestaand systeem te overschrijven en verder te gaan met noodherstel. Het noodherstelproces begint. Als u uw browser sluit, kunt u zich niet aanmelden bij het systeem totdat het proces voltooid is. Stap 7 Selecteer Onderhoudsmodus uitschakelen en Doorgaan om te bevestigen. Uw systeem start opnieuw op nadat u de onderhoudsmodus uitgeschakeld hebt. U kunt u opnieuw aanmelden bij de Beheersite nadat het opstarten voltooid is. Volgende stappen U moet de volgende procedures uitvoeren om de service voor uw gebruikers te herstellen: Configureer uw teleconferentie-instellingen opnieuw. Raadpleeg CUCM configureren in de Planningshandleiding voor meer informatie. Configureer uw SSO-instellingen opnieuw. Zie Gefedereerd eenmalig aanmelden (SSO) configureren, op pagina 190 voor meer informatie. 151

152 Uw SNMP-instellingen configureren Configureer uw SNMP-instellingen opnieuw. Zie Uw SNMP-instellingen configureren, op pagina 152 voor meer informatie. Configureer uw certificaten opnieuw. Zie Certificaten beheren, op pagina 183 voor meer informatie. Het kan gebeuren dat u uw SSL-certificaten opnieuw moet laden als ze niet overeenkomen met de SSL-certificaten die geconfigureerd zijn op het herstelsysteem. Uw herstelsysteem is oorspronkelijk geconfigureerd voor licentievrije modus, die na 180 dagen vervalt. U moet de licenties van uw vorige systeem opnieuw hosten op het herstelsysteem. Zie Over licenties, op pagina 161 voor meer informatie. Configureer uw DNS-instellingen zodat uw website-url naar de huidige VIP verwijst. Uw VIP op het herstelde systeem kan verschillen van wat u op uw oorspronkelijk systeem had. U moet uw DNS-configuratie voltooien voordat eindgebruikers hun oorspronkelijke koppelingen kunnen gebruiken en zich kunnen aanmelden bij vergaderingen op het herstelde systeem. Zie Uw virtuele IP-adres wijzigen, op pagina 142 voor meer informatie. Uw SNMP-instellingen configureren U kunt de volgende SNMP-instellingen configureren: Communityreeksen SNMP communityreeksen verifiëren toegang tot MIB-objecten en werken als een geïntegreerd wachtwoord. De standaard communityreeks is CWS-Public. Selecteer CWS-Public om deze te bewerken of aanvullende communityreeksen toe te voegen. USM-gebruikers Configureer gebruikersgebaseerde beveiliging (USM) om aanvullende beveiliging op berichtniveau te bieden. Selecteer een bestaande USM-configuratie om deze te bewerken of aanvullende USM-configuraties toe te voegen. Meldingsdoelen Gebruik deze functie om de trap/inform-ontvanger te configureren. Communityreeksen configureren U kunt communityreeksen en toegangsrechten voor communityreeksen toevoegen en bewerken. Communityreeksen toevoegen Procedure Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4 Stap 5 Meld u aan bij de beheersite. Selecteer Systeem en selecteer de koppeling Meer weergeven in het SNMP-gedeelte. Selecteer Onderhoudsmodus inschakelen en Doorgaan om te bevestigen. Selecteer Toevoegen in het gedeelte communityreeksen. Vul de gewenste velden in op de pagina Communityreeks toevoegen. Optie Beschrijving Naam communityreeks Voer de naam in van uw communityreeks. Maximumlengte: 256 tekens. 152

153 Uw SNMP-instellingen configureren Optie Rechten bekijken Beschrijving Toegangsrechten voor de communityreeks instellen. Opties omvatten: Alleen lezen Lezen, schrijven Lezen, schrijven, melden Alleen melden Geen Standaard: Alleen lezen Informatie IP-adres host Selecteer uw informatietype voor IP-adres host. (Standaard: SNMP-pakketten van elke host accepteren) Als u SNMP-pakketten van deze hosts accepteren selecteert, wordt een dialoogvenster onder de selectie weergegeven. Voer namen of IP-adressen in, gescheiden door komma 's. Selecteer Toevoegen. De communityreeks is aan uw systeem toegevoegd. Stap 6 Selecteer Onderhoudsmodus uitschakelen en Doorgaan om te bevestigen. Uw systeem start opnieuw op nadat u de onderhoudsmodus uitgeschakeld hebt. U kunt u opnieuw aanmelden bij de Beheersite nadat het opstarten voltooid is. Communityreeksen bewerken Procedure Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4 Stap 5 Meld u aan bij de beheersite. Selecteer Systeem en selecteer de koppeling Meer weergeven in het SNMP-gedeelte. Selecteer Onderhoudsmodus inschakelen en Doorgaan om te bevestigen. Selecteer een link voor de naam van de communityreeks in de sectie Communityreeksen. Wijzig de gewenste velden op de pagina Communityreeks bewerken. Optie Beschrijving Naam communityreeks Wijzig uw naam van de communityreeks. Maximumlengte: 256 tekens. 153

154 Uw SNMP-instellingen configureren Optie Rechten bekijken Beschrijving Toegangsrechten voor de communityreeks instellen. Opties omvatten: Alleen lezen Lezen, schrijven Lezen, schrijven, melden Alleen melden Geen Standaard: Alleen lezen Informatie IP-adres host Selecteer uw informatietype voor IP-adres host. Standaard: SNMP-pakketten accepteren van elke host Als u SNMP-pakketten van deze hosts accepteren selecteert, wordt een dialoogvenster onder de selectie weergegeven. Voer namen of IP-adressen in, gescheiden door komma 's. Selecteer Bewerken. Uw communityreeksinformatie is gewijzigd. Stap 6 Selecteer Onderhoudsmodus uitschakelen en Doorgaan om te bevestigen. Uw systeem start opnieuw op nadat u de onderhoudsmodus uitgeschakeld hebt. U kunt u opnieuw aanmelden bij de Beheersite nadat het opstarten voltooid is. USM-gebruikers configureren U kunt USM-gebruikers toevoegen en bewerken. USM-gebruikers toevoegen Procedure Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4 Stap 5 Meld u aan bij de beheersite. Selecteer Systeem en selecteer Meer weergeven in het SNMP-gedeelte. Selecteer Onderhoudsmodus inschakelen en Doorgaan om te bevestigen. Selecteer toevoegen in het gedeelte USM-gebruikers. Vul de velden in op de pagina USM-gebruiker toevoegen. Optie Beschrijving USM-gebruikersnaam Voer de naam in van de USM-gebruiker die u wilt configureren. Maximaal 256 tekens. 154

155 Uw SNMP-instellingen configureren Optie Beveiligingsniveau Beschrijving Selecteer het beveiligingsniveau. Het beveiligingsniveau dat u selecteert, bepaalt welke algoritmen en wachtwoorden u kunt instellen voor de gebruiker. Opties omvatten: noauthnopriv Geen verificatiealgoritme en wachtwoord en geen privacyalgoritme en wachtwoord voor de gebruiker. authpriv Hiermee kunt u een verificatiealgoritme en wachtwoord en een privacyalgoritme en wachtwoord voor de gebruiker configureren. authnopriv Hiermee kunt u een verificatiealgoritme en wachtwoord configureren voor de gebruiker. Standaard: noauthnopriv Verificatiealgoritme Verificatiewachtwoord Privacyalgoritme Privacywachtwoord Selecteer het verificatiealgoritme voor de gebruiker. Deze optie wordt alleen weergegeven als het beveiligingsniveau is ingesteld op authpriv of authnopriv. Standaard: SHA Het verificatiewachtwoord voor de gebruiker invoeren. Deze optie wordt alleen weergegeven als het beveiligingsniveau is ingesteld op authpriv of authnopriv. Selecteer het privacyalgoritme voor de gebruiker. Deze optie wordt alleen weergegeven als het beveiligingsniveau is ingesteld op authpriv. Standaard: AES128 Het privacywachtwoord voor de gebruiker invoeren. Deze optie wordt alleen weergegeven als het beveiligingsniveau is ingesteld op authpriv. Stap 6 Stap 7 Selecteer Toevoegen. De USM-gebruiker is aan uw systeem toegevoegd. Selecteer Onderhoudsmodus uitschakelen en Doorgaan om te bevestigen. Uw systeem start opnieuw op nadat u de onderhoudsmodus uitgeschakeld hebt. U kunt u opnieuw aanmelden bij de Beheersite nadat het opstarten voltooid is. 155

156 Uw SNMP-instellingen configureren USM-gebruiker bewerken De standaard USM-gebruiker, serveradmin, wordt intern gebruikt en de gebruiker kan alleen het wachtwoord wijzigen, maar niet het beveiligingsniveau, de authenticatie en het privacyalgoritme. Procedure Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4 Stap 5 Meld u aan bij de beheersite. Selecteer Systeem en selecteer Meer weergeven in het SNMP-gedeelte. Selecteer Onderhoudsmodus inschakelen en Doorgaan om te bevestigen. Selecteer Toevoegen in het gedeelte USM-gebruikers. Wijzig de gewenste velden op de pagina USM-gebruiker bewerken. Optie Beschrijving USM-gebruikersnaam Wijzig de naam van de USM-gebruiker. Maximaal 256 tekens. Beveiligingsniveau Selecteer het beveiligingsniveau. Het beveiligingsniveau dat u selecteert, bepaalt welke algoritmen en wachtwoorden u kunt instellen voor de gebruiker. Opties omvatten: noauthnopriv Geen verificatiealgoritme en wachtwoord en geen privacyalgoritme en wachtwoord voor de gebruiker. authpriv Hiermee kunt u een verificatiealgoritme en wachtwoord en een privacyalgoritme en wachtwoord voor de gebruiker configureren. authnopriv Hiermee kunt u een verificatiealgoritme en wachtwoord configureren voor de gebruiker. Standaard: noauthnopriv Verificatiealgoritme Verificatiewachtwoord Privacyalgoritme Selecteer het verificatiealgoritme voor de gebruiker. Deze optie wordt alleen weergegeven als het beveiligingsniveau is ingesteld op authpriv of authnopriv. Standaard: SHA Het verificatiewachtwoord voor de gebruiker wijzigen. Deze optie wordt alleen weergegeven als het beveiligingsniveau is ingesteld op authpriv of authnopriv. Selecteer het privacyalgoritme voor de gebruiker. Deze optie wordt alleen weergegeven als het beveiligingsniveau is ingesteld op authpriv. Standaard: AES

157 Uw SNMP-instellingen configureren Optie Privacywachtwoord Beschrijving Het privacywachtwoord voor de gebruiker wijzigen. Deze optie wordt alleen weergegeven als het beveiligingsniveau is ingesteld op authpriv. Stap 6 Stap 7 Selecteer Bewerken. De USM-gebruikersinformatie is gewijzigd. Selecteer Onderhoudsmodus uitschakelen en Doorgaan om te bevestigen. Uw systeem start opnieuw op nadat u de onderhoudsmodus uitgeschakeld hebt. U kunt u opnieuw aanmelden bij de Beheersite nadat het opstarten voltooid is. Meldingsdoelen configureren U kunt virtuele machines op uw systeem configureren om SNMP-meldingen of traps voor het volgende te genereren: Virtuele machine opstarten (trap koude start) Alle alarmvoorwaarden Procedure Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4 Stap 5 Meld u aan bij de beheersite. Selecteer Systeem en selecteer de koppeling Meer weergeven in het SNMP-gedeelte. Selecteer Onderhoudsmodus inschakelen en Doorgaan om te bevestigen. Selecteer Nieuw meldingsdoel toevoegen bij Meldingsdoelen. Configureer de volgende velden voor uw meldingsdoel: Optie Beschrijving Hostnaam/IP-adres doel Poortnummer SNMP-versie Type melding De hostnaam of IP-adres van de virtuele machine die u wilt instellen als een meldingsdoel. Het poortnummer van uw virtuele machine. Standaard: 162 Uw SNMP-versie. Standaard: V3 Selecteer Informeren of Traps. Standaard: Informeren 157

158 Uw SNMP-instellingen configureren Optie USM-gebruikers Communityreeks Deze optie verschijnt alleen wanneer SNMP-versie is ingesteld op V3. Deze optie verschijnt alleen wanneer SNMP-versie niet is ingesteld op V3. Beschrijving Selecteer USM-gebruikers. Zie USM-gebruikers configureren, op pagina 154 voor meer informatie. Selecteer communityreeksen. Zie Communityreeksen configureren, op pagina 152 voor meer informatie. Stap 6 Stap 7 Selecteer Toevoegen. Uw meldingsdoel is toegevoegd. Selecteer Onderhoudsmodus uitschakelen en Doorgaan om te bevestigen. Uw systeem start opnieuw op nadat u de onderhoudsmodus uitgeschakeld hebt. U kunt u opnieuw aanmelden bij de Beheersite nadat het opstarten voltooid is. Doel voor meldingen bewerken Meldingsdoelen configureren Procédure Étape 1 Étape 2 Étape 3 Étape 4 Étape 5 Meld u aan bij de beheersite. Selecteer Systeem en selecteer de koppeling Meer weergeven in het SNMP-gedeelte. Selecteer Onderhoudsmodus inschakelen en Doorgaan om te bevestigen. Selecteer een koppeling meldingsdoel uit de lijst Meldingdoelen. U kunt de volgende velden configureren voor uw meldingsdoel: Optie Beschrijving Hostnaam/IP-adres doel Poortnummer SNMP-versie Type melding De hostnaam of IP-adres van de virtuele machine die u wilt instellen als een meldingsdoel. Het poortnummer van uw virtuele machine. Standaard: 162 Uw SNMP-versie. Standaard: V3 Selecteer Informeren of Traps. Standaard: Informeren 158

159 Licenties beheren Optie USM-gebruikers Remarque Communityreeks Remarque Deze optie verschijnt alleen wanneer SNMP-versie is ingesteld op V3. Deze optie verschijnt alleen wanneer SNMP-versie niet is ingesteld op V3. Beschrijving Selecteer USM-gebruikers. Zie USM-gebruikers configureren, à la page 154 voor meer informatie. Selecteer communityreeksen. Zie Communityreeksen configureren, à la page 152 voor meer informatie. Étape 6 Étape 7 Selecteer Opslaan. De wijzigingen aan uw meldingsdoel zijn opgeslagen. Selecteer Onderhoudsmodus uitschakelen en Doorgaan om te bevestigen. Uw systeem start opnieuw op nadat u de onderhoudsmodus uitgeschakeld hebt. U kunt u opnieuw aanmelden bij de Beheersite nadat het opstarten voltooid is. Licenties beheren Als u dit product koopt, krijgt u een gratis proefperiode van 180 dagen. Nadat uw gratis proefperiode is verlopen, moet u licenties voor uw gebruikers aanschaffen. U moet een geïntegreerde versie van Cisco Enterprise License Manager gebruiken om licenties te verkrijgen. Raadpleeg de Planningshandleiding van Cisco WebEx-vergaderingsserver voor meer informatie. Voordat u begint Neem contact op met uw verkoopvertegenwoordiger van Cisco om licenties voor uw systeem te bestellen. Uw verkoopvertegenwoordiger zal u een bericht sturen dat uw productautorisatiesleutel (PAK) bevat. Procedure Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4 Stap 5 Stap 6 Stap 7 Meld u aan bij de beheersite. Selecteer Systeem en selecteer de koppeling Meer weergeven in de Licentiesectie. Selecteer Licenties beheren Uw browser opent een nieuw tabblad of venster met Cisco Enterprise License Manager (ELM). Deze versie van ELM is geïntegreerd in de Cisco WebEx-vergaderingsserver. De ELM-site is geen externe website. Selecteer Licentiebeheer > Licenties. Selecteer Een licentieaanvraag maken. Het dialoogvenster Licentieaanvraag en volgende stappen wordt weergegeven. Kopieer de geselecteerde tekst in het veld en selecteer Licentieregistratie van Cisco. Meld u aan bij uw Cisco-account. 159

160 Licenties beheren De pagina Productlicentiebeheer wordt weergegeven. Stap 8 Stap 9 Stap 10 Stap 11 Stap 12 Stap 13 Voer de PAK in dat u van uw verkoopvertegenwoordiger van Cisco hebt gekregen in het veld Productautorisatiesleutel en selecteer Volgende. De pagina PAK invullen verschijnt. Plak de inhoud van het licentieverzoek dat u hierboven kopieerde in het veld, voer het aantal licenties in dat u aankoopt en selecteer Volgende. Bekijk de pagina en selecteer Ik ga akkoord met de voorwaarden van de licentie. Zorg ervoor dat het contact adres juist is. Wijzig het contact adres eventueel in het veld Verzenden naar. Selecteer Licentie verkrijgen Het dialoogvenster Status licentieaanvraag wordt weergegeven. Verkrijg uw licentiebestand op één van de volgende manieren: Selecteer Downloaden om uw licentiebestand (.bin) te downloaden. Pak uw licentiebestand (.bin) uit van het ZIP-bestand die u wordt toegestuurd via . Stap 14 Stap 15 Stap 16 Stap 17 Stap 18 Stap 19 Keer terug naar de Beheersite en selecteer Systeem en vervolgens de koppeling Meer weergeven in de rubriek Licenties. Selecteer Licenties beheren. Uw browser opent een nieuw tabblad of venster met Cisco Enterprise License Manager (ELM). Selecteer Licentiebestand installeren. Selecteer Bladeren en selecteer het licentiebestand (.bin) dat u hebt gedownload of uitgepakt uit het ZIP-bestand in uw . Selecteer Installeren. Uw licentiebestand is geïnstalleerd. Controleer de licentie-informatie die wordt weergegeven om ervoor te zorgen dat het correct is. Selecteer Systeem en selecteer Meer weergeven in het licentiegedeelte. De pagina Gebruikerslicenties verschijnt. Zorg ervoor dat de informatie die wordt getoond correct is. Licenties toevoegen Voordat u begint Haal uw registratie-id-nummer op. U vindt uw registratie-id-nummer door uw Enterprise License Management tool te openen en Over te selecteren. Procedure Stap 1 Stap 2 Stap 3 Meld u aan bij de beheersite. Selecteer Ondersteuning en bel de TAC op het vermelde nummer. Open een dossier en vraag hierbij het aantal aanvullende licenties aan dat u nodig hebt. 160

161 Licenties beheren Cisco verwerkt uw aanvraag en activeert de aanvullende licenties op uw systeem. Stap 4 Stap 5 Selecteer Systeem. Controleer het gedeelte Licenties om te bevestigen dat uw aanvullende licenties zijn toegevoegd. Over licenties Dit product heeft gebruikersgebaseerde licenties, wat betekent dat u 1 licentie moet aankopen voor elke gebruiker die vergaderingen wil hosten. Wij tellen licenties als volgt: Als een gebruiker minstens één vergadering host per 30 dagen, gebruikt die gebruiker 1 licentie. Als deze gebruiker aanvullende vergaderingen host in dezelfde periode, gebruikt die gebruiker nog steeds slechts één licentie, tenzij deze gebruiker vergaderingen op hetzelfde moment host. Indien een gebruiker meerdere vergaderingen host (op dezelfde datum en hetzelfde tijdstip), telt het systeem een bijkomende licentie voor elke gelijktijdige vergadering die deze gebruiker host in die periode van 30 dagen. Als een gebruiker geen vergaderingen host binnen 30 dagen, gebruikt die gebruiker 1 licentie. Er is momenteel een bekend probleem dat veroorzaakt dat er geen licenties worden gebruikt als een gebruiker alleen het teleconferentiegedeelte van een vergadering bijwoont (en niet het webgedeelte). In toekomstige versies van dit product, als het teleconferentie- of webgedeelte van een vergadering (of beide) wordt bijgewoond, resulteert dit in een licentiegebruik. Het systeem telt het gebruik van een licentie voor elke gebruiker om de 30 dagen, zoals getoond in de volgende tabel. Scenario Vergaderdatum Starttijd vergadering Gelijktijdige vergaderingen Licenties gebruikt in 30 dagen Gebruiker A plant een vergadering maar host deze niet. 1 januari 09:00 Nee 0 Gebruiker B host één vergadering. 2 januari 09:00 Nee 1 Gebruiker C host twee vergaderingen op verschillende datums en tijden. 3 januari 4 januari 09:00 10:00 Nee 1 Gebruiker D host twee vergaderingen op dezelfde datum en tijd. 6 januari 6 januari 09:00 09:00 Ja (2) 2 161

162 Licenties beheren Scenario Gebruiker E host twee vergaderingen op dezelfde datum en hetzelfde tijdstip, en nog eens twee gelijktijdige vergaderingen op een andere datum en een ander tijdstip in de maand. Gebruiker F host twee vergaderingen op dezelfde datum en hetzelfde tijdstip. Hij woont geen van beide bij, maar de vergaderingen vinden wel plaats. Gebruiker G host een vergadering en geeft hostrechten door aan een andere deelnemer tijdens de vergadering. De gebruiker host dan een tweede vergadering die gelijktijdig loopt met de eerste vergadering. Gebruiker H host een vergadering, maar alle vergaderingsdeelnemers nemen alleen deel aan de teleconferentie (niet het webgedeelte) met de geselecteerde optie Deelnemen voordat de host zich heeft aangemeld. Vergaderdatum 6 januari 6 januari 10 januari 10 januari 7 januari 7 januari 8 januari 8 januari 9 januari Starttijd vergadering 09:00 09:00 16:00 16:00 09:00 09:00 09:00 09:00 09:00 Gelijktijdige vergaderingen Ja (2) Ja (2) Ja (2) Nee Licenties gebruikt in 30 dagen

163 Licenties beheren Scenario Gebruiker J host twee vergaderingen op dezelfde datum en tijd, maar alle vergaderingsdeelnemers nemen alleen deel aan de teleconferentie (niet het webgedeelte) met de geselecteerde optie Deelnemen voordat de host zich heeft aangemeld. Gebruiker K host een vergadering en geeft hostrechten door aan een andere deelnemer tijdens de vergadering. De gebruiker host dan een tweede vergadering die gelijktijdig loopt met de eerste vergadering, maar alle vergaderingsdeelnemers nemen alleen deel aan de teleconferentie (niet het webgedeelte) met de geselecteerde optie Deelnemen voordat de host zich heeft aangemeld. Vergaderdatum 10 januari 10 januari 11 januari 11 januari Starttijd vergadering 09:00 09:00 10:00 10:00 Gelijktijdige vergaderingen Nee Nee Licenties gebruikt in 30 dagen 0 1 Op de pagina Rapporten kunt u een CSV-rapport aanvragen waar alle gebruikte licenties gedurende 30 dagen bij elkaar op worden geteld. Voor uw gemak raden wij u echter aan het samenvattend PDF-rapport te bekijken dat het licentiegebruik per maand weergeeft. Door de algemene licentietrend te bekijken, kunt u toekomstige aankopen van licenties efficiënter plannen om te voldoen aan het groeiend gebruik van dit systeem in uw bedrijf. 163

164 Licenties beheren Waarschuwing Het systeem staat voor uw gemak toe dat het licentiegebruik het aantal werkelijk geïnstalleerde licenties op uw systeem overschrijdt. In deze situaties ontvangen u en de andere beheerders de Er is een licentietekort. Bovendien geeft het Dashboard berichten weer die aangeven dat u tot 180 dagen de tijd hebt om aanvullende licenties aan te kopen om dit tekort aan te vullen. Tijdens deze periode van 180 dagen zal het systeem normaal blijven werken voor eindgebruikers. Nadat de 180 dagen zijn verstreken, zal het systeem echter voor alle eindgebruikers worden afgesloten tot een beheerder aanvullende licenties installeert. Wanneer het systeem is afgesloten, kunnen eindgebruikers niet langer vergaderingen plannen, hosten of bijwonen. Ze krijgen de melding 'Website niet bereikbaar in verband met onderhoud' op de WebEx-site voor eindgebruikers. De Cisco WebEx beheersite zal nog steeds normaal werken zodat een beheerder zich kan aanmelden en licenties kan toevoegen. Nadat de aanvullende licenties zijn geïnstalleerd, hebben de eindgebruikers opnieuw toegang tot de WebEx-site en kunnen ze weer vergaderingen hosten en bijwonen. 164

165 HOOFDSTUK 15 Instellingen configureren Deze module beschrijft hoe u uw instellingen moet configureren. Uw bedrijfsgegevens configureren, pagina 166 Uw brandinginstellingen configureren, pagina 167 Uw vergaderinstellingen configureren, pagina 168 Over het configureren van uw audio-instellingen, pagina 169 Uw video-instellingen configureren, pagina 174 Uw mobiele instellingen configureren, pagina 174 Servicekwaliteit (Quality of Service QoS) configureren, pagina 174 Wachtwoorden configureren, pagina 175 Uw instellingen configureren, pagina 179 Uw downloadinstellingen configureren, pagina 182 Certificaten beheren, pagina 183 SSL-certificaten genereren, pagina 184 SSO IdP-certificaten importeren, pagina 188 Certificaten voor beveiligde teleconferenties importeren, pagina 188 Veiligheid gebruikerssessie configureren, pagina 189 Gefedereerd eenmalig aanmelden (SSO) configureren, pagina 190 Uw cloudfuncties configureren, pagina 194 Beveiliging van de virtuele machine configureren, pagina

166 Uw bedrijfsgegevens configureren Uw bedrijfsgegevens configureren Procedure Stap 1 Stap 2 Stap 3 Meld u aan bij de beheersite. Selecteer Instellingen. Indien u een van de andere instellingenpagina's bekijkt, kunt u ook Bedrijfsinformatie selecteren in het gedeelte Instellingen. Vul de velden in op de pagina en selecteer Opslaan. Optie Beschrijving Bedrijfsnaam Adres 1 Adres 2 Stad Staat/provincie ZIP-/postcode Land/regio Telefoonnr werk Tijdzone Taal De naam van uw bedrijf of organisatie. Adresregel 1. Adresregel 2. Uw stad. De naam van uw staat of provincie. ZIP- of postcode. De naam van uw land of regio. Vervolgkeuzemenu met landcode en veld voor bedrijfstelefoon met netnummer. Uw tijdzone. Uw taal. Taalinstelling beïnvloedt het volgende: De aanmeldingspagina die gezien wordt door beheerders wanneer ze hun beheerdersaccount voor de eerste keer activeren. De standaard audiomeldingen die afgespeeld worden voor gebruikers van een inbelteleconferentie. Landinstelling Uw landinstelling. De landinstelling is van invloed op de weergave van de tijd, datums, valuta en getallen. 166

167 Uw brandinginstellingen configureren Uw brandinginstellingen configureren Voordat u begint Bereid het volgende voor voordat u uw brandinginstellingen configureert: Een PNG-, GIF- of JPEG-afbeelding van 120x32 van uw bedrijfslogo De URL van de privacyverklaring van uw bedrijf De URL van de servicevoorwaarden van uw bedrijf De URL voor ondersteuning van uw bedrijf Procedure Stap 1 Stap 2 Stap 3 Meld u aan bij de beheersite. Selecteer Instellingen > Branding. Vul de velden in op de pagina en selecteer Opslaan. Optie Beschrijving Bedrijfslogo Privacymelding Servicevoorwaarden Aangepaste voettekst Achtergrondkleur koptekst Contact-URL voor ondersteuning Ga naar uw logobestand. Uw logo moet in PNG-, JPEG- of GIF-indeling zijn. De maximale afmetingen zijn 120x32 pixels en de maximale bestandsgrootte is 5MB. Voer een URL in voor de privacyverklaring van uw bedrijf. Voer een URL in voor de servicevoorwaarden van uw bedrijf. De tekst die u invoert, staat in de voettekst van alle s van eindgebruikers en beheerders die via uw systeem worden verzonden. Selecteer deze optie om de standaard achtergrondkleur uit te schakelen. Dit heeft invloed op alle browserwerkbalken en s. Voer een URL in voor de ondersteuningspagina van uw bedrijf. Een bedrijfslogo verwijderen Voordat u begint Een transparant 120x32 PNG- of GIF-bestand maken. 167

168 Uw vergaderinstellingen configureren Procedure Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4 Meld u aan bij de beheersite. Selecteer Instellingen > Branding. Selecteer Bladeren en kies uw transparante 120x32 PNG- of GIF-bestand voor het veld Bedrijfslogo. Selecteer Opslaan. Uw vorige bedrijfslogo is vervangen door uw lege PNG- of GIF-bestand. Bevestig dat het originele logo is verwijderd. Uw vergaderinstellingen configureren Configureer uw vergaderinstellingen om te beheren welke functies deelnemers kunnen gebruiken. Configureer de volgende functies: Instellingen voor Vergadering bijwonen Max. aantal deeln. per vergadering (vergaderingsgrootte) Deze instellingen is beperkt door de systeemgrootte die tijdens de implementatie is ingesteld. Zie De grootte van uw systeem bevestigen, op pagina 39 voor meer informatie. Deelnemersrechten Procedure Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4 Meld u aan bij de beheersite. Selecteer Instellingen > Vergaderingen. Selecteer uw opties in het gedeelte Vergadering bijwonen. Standaardinstellingen zijn Deelnemers toestaan deel te nemen aan vergaderingen vóór de host, Deelnemers toestaan deel te nemen aan een teleconferentie vóór de host en Eerste deelnemer die deelneemt wordt presentator. Deelnemers kunnen tot 15 minuten voor de begintijd deelnemen aan vergaderingen indien Deelnemers toestaan deel te nemen aan vergaderingen vóór de host is geselecteerd. Optioneel kunt u Iedereen kan de vergadering presenteren selecteren. Als u de selectie van Deelnemers toestaan deel te nemen aan vergaderingen vóór de host ongedaan maakt, wordt de functie Eerste deelnemer die deelneemt wordt presentator automatisch gedeselecteerd. Selecteer het maximum aantal deelnemers per vergadering met behulp van de schuifknop. Het maximum aantal deelnemers voor uw systeem is geconfigureerd tijdens implementatie. Hierna volgen de instellingen met de systeemgrootte en overeenkomstige maximale vergaderingsgrootte. 168

169 Over het configureren van uw audio-instellingen Systeemgrootte ,000 Maximale vergaderingsgrootte Stap 5 Stap 6 Selecteer uw opties in het gedeelte deelnemersrechten. Chat, Enquête, Documentrevisie en presentatie en Delen en extern beheer zijn standaard geselecteerd. De geselecteerde deelnemersrechten verschijnen in de besturingselementen van gebruikers. Opname is standaard uitgeschakeld. Selecteer Opnemen om vergaderingen op te nemen en op te slaan op uw opslagserver. Selecteer Opslaan. U kunt een opslagserver configureren om opnemen in te schakelen. Zie Een opslagserver configureren, op pagina 149 voor meer informatie. Over het configureren van uw audio-instellingen De eerste keer dat u uw audio-instellingen configureert, wordt u door het proces geleid door een wizard die u helpt bij het instellen van uw CUCM SIP-configuratie en inbeltoegangsnummers. Nadat u de wizard hebt voltooid en u uw audio-instellingen voor de eerste keer hebt geconfigureerd, kunt u alle andere audio-instellingen configureren. Uw audio-instellingen voor de eerste keer configureren Wanneer u de audio-instellingen voor het eerst configureert, moet u opgeven welke functies u wilt en moet u uw CUCM-instellingen configureren. Een wizard leidt u door het eerste installatieproces heen. Voordat u begint U moet teleconferenties inschakelen en CUCM configureren voordat u verdergaat met uw audioconfiguratie. U moet CUCM op twee systemen configureren indien u teleconferentie voor hoge beschikbaarheid wilt aanbieden. Raadpleeg de Planningshandleiding voor meer informatie. Om verder te gaan, moet u over de volgende informatie beschikken: Maak een lijst van toegangsnummers voor inbellen waarmee uw gebruikers kunnen inbellen in vergaderingen. Verkrijg een geldig veilig conferentiecertificaat als u van plan bent de TLS/SRTP-teleconferentie-encryptie te gebruiken. Zie de pagina Certificaten voor beveiligde teleconferenties importeren, op pagina 188 voor meer informatie. 169

170 Over het configureren van uw audio-instellingen Deze functie is niet beschikbaar in Rusland of Turkije. Het servertype voor teleconferenties (load balancer of toepassingsserver). Procedure Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4 Stap 5 Stap 6 Stap 7 Meld u aan bij de beheersite. Selecteer Instellingen > Audio. De pagina Audio verschijnt en uw Huidige audio-instellingen worden weergegeven. Selecteer Volgende. De pagina SIP-configuratie wordt weergegeven. Deze pagina geeft de informatie over de SIP-configuratie weer die u nodig hebt om CUCM te configureren, zoals het IP-adres en het poortnummer voor elk servertype. Selecteer Onderhoudsmodus inschakelen en Doorgaan om te bevestigen. Selecteer Volgende. De pagina Teleconferentie inschakelen: CUCM-instelling verschijnt met uw huidige instellingen. Selecteer Bewerken om uw instellingen te wijzigen. Het dialoogvenster CUCM (Cisco Unified Communication Manager) wordt weergegeven. Vul de velden in het dialoogvenster CUCM (Cisco Unified Communication Manager) als volgt in: a) Vul de IP-adressen voor CUCM 1-IP-adres en optioneel CUCM 2-IP-adres in. CUCM 2 is niet vereist, maar is aanbevolen voor teleconferenties met hoge beschikbaarheid. b) Voer het poortnummer voor uw systeem in. Het poortnummer moet overeenkomen met het poortnummer dat is toegewezen in CUCM. (Standaard: 5062) c) Gebruik het vervolgkeuzemenu Transport om het transporttype voor uw systeem te selecteren. (Standaard:TCP) Indien u TLS selecteert als uw transporttype, moet u een geldig certificaat voor beveiligde conferentie importeren voor elke CUCM-server, het SSL-certificaat exporteren en uploaden naar CUCM en de volledige domeinnaam (FQDN) van uw systeem configureren als de SIP-domeinnaam op elke CUCM-server. Zie Certificaten voor beveiligde teleconferenties importeren, op pagina 188 voor meer informatie over het importeren van uw certificaten en configureren van CUCM in de Planningshandleiding voor meer informatie over CUCM. d) Selecteer Doorgaan. Uw nieuwe of bijgewerkte CUCM-instellingen verschijnen op de pagina Teleconferentie inschakelen: CUCM-instelling. Stap 8 Stap 9 Stap 10 Selecteer Volgende. De pagina Teleconferentie inschakelen: Instelling toegangsnummer verschijnt. Selecteer Bewerken. Het dialoogvenster Toegangsnummer voor inbellen verschijnt. Selecteer Toevoegen om een toegangsnummer voor inbellen toe te voegen. 170

171 Over het configureren van uw audio-instellingen Er wordt een lijn toegevoegd in het dialoogvenster voor het telefoonlabel en -nummer. Telkens als u Toevoegen selecteert, verschijnt er een bijkomende regel in het dialoogvenster. Stap 11 Voer het Telefoonlabel en Telefoonnummer in voor elk toegangsnummer dat u toevoegt en selecteer Doorgaan nadat u klaar bent met het toevoegen van nummers. Zorg dat u alleen nummers toevoegt die u hebt geconfigureerd in CUCM. De cijfers die u toevoegt, verschijnen in uitnodigingen en in uw Cisco WebEx-vergaderclient. Voorbeeld: Voer "Hoofdkantoor" in als Telefoonlabel en " " als Telefoonnummer. De toegangsnummers die u invoerde, worden aan uw systeem toegevoegd en u wordt teruggeleid naar de pagina Teleconferentie inschakelen: Instelling toegangsnummer. De pagina geeft nu aan hoeveel toegangsnummers zijn geconfigureerd. Stap 12 Stap 13 Stap 14 Stap 15 Stap 16 Stap 17 Stap 18 Stap 19 Selecteer Opslaan. De wizard geeft aan dat u uw teleconferentiefuncties met succes hebt ingesteld. (Optioneel) Voer een weergavenaam in het dialoogvenster Weergavenaam in. (Optioneel) Voer een geldig beller-id in het dialoogvenster Beller-id in. Het beller-id is beperkt tot numerieke tekens en een streepje (-) en heeft een maximale lengte van 32 tekens. (Optioneel) Configureer uw instelling voor WebEx Bel me op (Standaard: Druk op 1 om verbinding te maken met de vergadering). U kunt deze optie uitschakelen om niet te vragen om op 1 te drukken om verbinding te maken met een vergadering. Wij raden aan deze optie niet uit te schakelen, tenzij uw telefoonsysteem het cijfer 1 niet kan verzenden. (Optioneel) Selecteer uw Ingangs- en uitgangstoon van de telefoon. Piep (standaard) Geen signaal Naam aankondigen (Optioneel) Als IPv6 geconfigureerd is op uw systeem, dient u uw IPv6-teleconferentie in te stellen op Aan of Uit. (Standaard: Uit. De instelling Uit geeft aan dat IPv4 de instelling is.) De optie IPv6 Teleconferentie is niet beschikbaar op systemen die niet zijn geconfigureerd voor IPv6. Selecteer Opslaan. Selecteer Onderhoudsmodus uitschakelen en Doorgaan om te bevestigen. Uw systeem start opnieuw op nadat u de onderhoudsmodus uitgeschakeld hebt. U kunt u opnieuw aanmelden bij de Beheersite nadat het opstarten voltooid is. Uw audio-instellingen configureren Voordat u begint Raadpleeg het gedeelte Uw audio-instellingen voor de eerste keer configureren, op pagina 169 indien u uw audio-instellingen nog niet hebt geconfigureerd. 171

172 Over het configureren van uw audio-instellingen Procedure Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4 Meld u aan bij de beheersite. Selecteer Instellingen > Audio. Selecteer Onderhoudsmodus inschakelen en Doorgaan om te bevestigen. Configureer uw instellingen voor Onderdelen van audio bewerken. Optie Teleconferentie Beschrijving Service Inbellen voor gebruikers en Bel me op-hiermee kunnen gebruikers deelnemen aan een teleconferentie door bepaalde telefoonnummers te bellen of door een Bel me-oproep te krijgen van het systeem. Inbellen-Hiermee kunnen gebruikers een teleconferentie bijwonen door bepaalde telefoonnummers te bellen. UIT-Schakelt alle belfuncties uit. Spraakverbinding via computer Aan uit Stap 5 Selecteer in het gedeelte Instellingen teleconferentie bewerken, de koppeling Bewerken bij CUCM (Cisco Unified Communication Manager) om uw instellingen te wijzigen. Optie CUCM 1 IP-adres Beschrijving Voer de hostnaam of een IP-adres in voor uw CUCM 1-systeem. CUCM 2 IP-adres Poortnummer (Optioneel) Voer de hostnaam of een IP-adres in voor uw CUCM 2-systeem (load balancing). CUCM 2 is niet vereist, maar is aanbevolen voor teleconferenties met hoge beschikbaarheid. Voer een geldig poortnummer in. Zorg ervoor dat het poortnummer overeenkomt met de instelling in CUCM. Standaard:

173 Over het configureren van uw audio-instellingen Optie Transport Beschrijving Selecteer het transporttype. Indien u TLS selecteert als uw transporttype, moet u een geldig certificaat voor beveiligde conferentie importeren voor elke CUCM-server, het SSL-certificaat exporteren en uploaden naar CUCM en de volledige domeinnaam (FQDN) van uw systeem configureren als de SIP-domeinnaam op elke CUCM-server. Zie Certificaten voor beveiligde teleconferenties importeren, op pagina 188 voor meer informatie over het importeren van uw certificaten en configureren van CUCM in de Planningshandleiding voor meer informatie over CUCM. Standaard:TCP Het dialoogvenster CUCM (Cisco Unified Communications Manager) verschijnt. Vul de velden in en selecteer Doorgaan. Stap 6 Stap 7 Stap 8 Stap 9 Stap 10 Stap 11 Stap 12 Stap 13 Selecteer in het gedeelte Instellingen teleconferentie bewerken de koppeling Bewerken bij Toegangsnummers voor inbellen om uw toegangsnummers toe te voegen, te wijzigen of te verwijderen. a) Selecteer Toevoegen en voer een telefoonlabel en telefoonnummer in voor elk nieuw toegangsnummer dat u wilt toevoegen. b) Om een nummer te verwijderen, selecteert u de koppeling Verwijderen achter de lijn. c) Voer bijgewerkte informatie in de velden telefoonlabel en telefoonnummer in voor elk toegangsnummer dat u wilt wijzigen. d) Selecteer Doorgaan als u klaar bent. Zorg dat u alleen nummers toevoegt die u hebt geconfigureerd in CUCM. De cijfers die u toevoegt, verschijnen in uitnodigingen en in uw Cisco WebEx-vergaderclient. Voer een weergavenaam in het dialoogvenster Weergavenaam in. Voer een geldige beller-id in het dialoogvenster Beller-id in. Het beller-id is beperkt tot numerieke tekens en een streep (-) en heeft een maximale lengte van 32 tekens. Configureer uw instelling voor WebEx Bel me op (Standaard: Druk op 1 om verbinding te maken met de vergadering). U kunt deze optie uitschakelen om niet te vragen om op 1 te drukken om verbinding te maken met een vergadering. Cisco raadt aan deze optie niet uit te schakelen, tenzij uw telefoonsysteem het cijfer 1 niet kan verzenden. Selecteer uw Ingangs- en uitgangstoon van de telefoon. Piep (standaard) Geen signaal Naam aankondigen Als IPv6 geconfigureerd is op uw systeem, dient u uw IPv6-teleconferentie in te stellen op Aan of Uit. (Standaard: Uit. De instelling Uit geeft aan dat IPv4 de instelling is.) De optie IPv6 Teleconferentie is niet beschikbaar op systemen die niet zijn geconfigureerd voor IPv6. Selecteer Opslaan. Selecteer Onderhoudsmodus uitschakelen en Doorgaan om te bevestigen. 173

174 Uw video-instellingen configureren Uw systeem start opnieuw op nadat u de onderhoudsmodus uitgeschakeld hebt. U kunt u opnieuw aanmelden bij de Beheersite nadat het opstarten voltooid is. Uw video-instellingen configureren Procedure Stap 1 Stap 2 Stap 3 Meld u aan bij de beheersite. Selecteer Instellingen > Video. Selecteer Aan of Uit en selecteer Opslaan. (Standaard: Aan). Uw mobiele instellingen configureren Android is niet ondersteund in Cisco WebEx Server 1.0. Voordat u begint Om mobiele instellingen te configureren, moet u openbare toegang toevoegen aan uw systeem tijdens implementatie. Zie Openbare toegang aan uw systeem toevoegen voor meer informatie. Procedure Stap 1 Stap 2 Stap 3 Meld u aan bij de beheersite. Selecteer Instellingen > Mobiel. Configureer uw mobiele instellingen door te selecteren welke mobiele platforms uw systeem ondersteunt, en selecteer Opslaan. (Standaard:iOs WebEx-toepassing) Servicekwaliteit (Quality of Service QoS) configureren De DSCP-instellingen (Differentiated Services (DiffServ) code point) bepalen de QoS voor de audio- en videosignalen, zoals gedefinieerd in RFC Cisco raadt aan de standaardwaarde te behouden. De andere waarden zijn beschikbaar voor de uitzonderlijke gevallen waarbij een andere DSCP-instelling is vereist voor het netwerk. Raadpleeg voor meer informatie het hoofdstuk "Netwerkinfrastructuur" van het Cisco Unified Communications Solution Reference Network Design (SRND) dat van toepassing is op uw Cisco Unified 174

175 Wachtwoorden configureren Communications Manager op implementation_design_guides_list.html. Dit zijn de standaardwaarden: WebEx-audio (Media) IPv4 QoS-markering: EF DSCP IPv6 QoS-markering: EF DSCP WebEx-audio (Signalling) IPv4 QoS-markering: CS3 (prioriteit 3) DSCP WebEx-spraakverbinding via computer IPv4 QoS-markering: AF41 DSCP WebEx-video IPv4 QoS-markering: AF41 DSCP Procedure Stap 1 Stap 2 Stap 3 Meld u aan bij de beheersite. Selecteer Instellingen > Servicekwaliteit. Selecteer QoS-markeerinstellingen in de desbetreffende vervolgkeuzemenu's en vervolgens Opslaan. Wachtwoorden configureren U kunt wachtwoordinstellingen configureren voor het volgende: Algemene wachtwoorden Hiermee beheert u de verloopperioden van wachtwoorden en u kunt ervoor zorgen dat gebruikers direct of na een bepaald interval hun wachtwoord moeten wijzigen. Gebruikerswachtwoorden Hiermee kunt u wachtwoordsterkte voor gebruikersaccounts configureren, inclusief een combinatie van hoofdletters en kleine letters, lengte, tekensoorten en -gebruik, beheer van dynamische webpaginatekst en het opstellen van een lijst met onacceptabele wachtwoorden. Vergaderingswachtwoorden Hiermee kunt u wachtwoordgebruik voor vergaderingen invoeren en wachtwoordsterkte voor vergaderingen configureren, inclusief een combinatie van hoofdletters en kleine letters, lengte, tekensoorten en -gebruik, beheer van dynamische webpaginatekst en het opstellen van een lijst met onacceptabele wachtwoorden. 175

176 Wachtwoorden configureren Als SSO is ingeschakeld op uw systeem, zijn de instellingen op de pagina's Algemeen wachtwoord en Gebruikerswachtwoord en de besturingselementen voor het wijzigen van een wachtwoord op de pagina Gebruiker bewerken niet langer van toepassing op hostaccounts. Uw algemene wachtwoordinstellingen configureren Met uw algemene wachtwoordinstellingen kunt u beperkingen opleggen betreffende het deactiveren van accounts en de geldigheidsduur van een wachtwoord. Alle wachtwoordinstellingen op deze pagina zijn optioneel en kunnen worden ingeschakeld (geselecteerd) of uitgeschakeld (niet-geselecteerd). Procedure Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4 Stap 5 Stap 6 Meld u aan bij de beheersite. Selecteer Instellingen > Wachtwoordbeheer > Algemeen wachtwoord. (Optioneel) Schakel het selectievakje Hostaccount deactiveren na aantal dag(en) inactiviteit in en voer het aantal dagen in het tekstveld in. (Standaard: Geselecteerd en ingesteld op 90 dagen) Deze functie geldt alleen voor hostaccounts. U kunt met deze functie geen beheerderaccount deactiveren. Zie Gebruikers deactiveren, op pagina 129 om een beheerdersaccount te deactiveren. (Optioneel) Schakel het selectievakje Alle gebruikers verplichten hun wachtwoord te wijzigen om de aantal dag(en) in en voer het aantal dagen in het tekstveld in. (Standaard: Niet-geselecteerd) (Optioneel) Selecteer Alle gebruikers verplichten het wachtwoord te wijzigen bij de volgende aanmelding. (Standaard: Niet-geselecteerd) Selecteer Opslaan. Uw gebruikerswachtwoordinstellingen configureren De vereisten en beperkingen van uw gebruikerswachtwoord configureren. Procedure Stap 1 Stap 2 Stap 3 Meld u aan bij de beheersite. Selecteer Instellingen > Wachtwoordbeheer > Gebruikerswachtwoord. Wijzig de instellingen voor gebruikerswachtwoorden door de velden op de pagina te configureren. Optie Sterke wachtwoorden voor gebruikersaccounts verplichten Beschrijving Selecteer deze optie om de resterende opties in te schakelen. Standaard: Geselecteerd 176

177 Wachtwoorden configureren Optie Minimumlengte van tekens Minimum aantal letters Minimum aantal numerieke tekens Minimum aantal speciale tekens Moet hoofdletters en kleine letters bevatten Niet toestaan dat een teken vaker dan 3 keer wordt herhaald Lijst met onacceptabele wachtwoorden Bedrijfsnaam, sitenaam, adres gebruiker en hostnaam zijn nooit acceptabel Moet verschillen van de vorige n wachtwoorden. Beschrijving Minimale tekenvereisten. Standaard: Geselecteerde en 6 tekens Minimale alfabetische tekens (niet-numeriek, niet-speciale tekens). Standaard: Geselecteerde en 1 teken Minimale numerieke tekens (niet-alfabetisch, niet-speciale tekens). Standaard: Geselecteerde en 1 cijfer Minimale speciale tekens (niet-alfabetische, niet-numerieke tekens). Standaard: Niet-geselecteerde en 1 teken Wachtwoord moet hoofdletters en kleine letters bevatten. Standaard: Geselecteerd Een teken (alfabetisch, numeriek of speciaal) mag niet meer dan drie keer worden herhaald. Standaard: Geselecteerd Door beheerder opgestelde lijst van verboden wachtwoorden. Standaard: Niet geselecteerd Gebruik deze specifieke namen niet. Standaard: Niet geselecteerd Gebruik geen eerder gebruikte wachtwoorden. Selecteer een nummer in de vervolgkeuzelijst om het aantal vorige wachtwoorden dat u niet kunt gebruiken aan te geven. Standaard: Niet geselecteerd Standaardnummer: 3 Stap 4 Selecteer Opslaan. 177

178 Wachtwoorden configureren Uw vergaderwachtwoorden configureren Procedure Stap 1 Stap 2 Stap 3 Meld u aan bij de beheersite. Selecteer Instellingen > Wachtwoordbeheer > Vergaderwachtwoord. Wijzig de instellingen voor vergaderwachtwoorden door de velden op de pagina te configureren. Niet alle opties zijn standaard geselecteerd. Optie Alle vergaderingen moeten een wachtwoord hebben Beschrijving Vereist dat alle vergaderingen een wachtwoord hebben. Sterke wachtwoorden voor vergaderingen verplichten Minimaal aantal tekens Minimum aantal letters Minimum aantal numerieke tekens Minimum aantal speciale tekens Mag niet een van de volgende speciale tekens bevatten (spatie, \, ', ", /, &, <, >, =, [,]) Moet hoofdletters en kleine letters bevatten Lijst met onacceptabele wachtwoorden Bedrijfsnaam, sitenaam, adres gebruiker, hostnaam en vergaderthema zijn nooit acceptabel Selecteer deze optie om de resterende opties in te schakelen. Minimale tekenvereisten. Standaard: 6 Minimale alfabetische tekens (niet-numeriek, niet-speciale tekens). Standaard: 1 Minimale numerieke tekens (niet-alfabetisch, niet-speciale tekens). Standaard: 1 Minimale speciale tekens (niet-alfabetische, niet-numerieke tekens). Standaard: 1 Selecteer deze optie om het gebruik van deze tekens te verbieden. Wachtwoord moet hoofdletters en kleine letters bevatten. Door beheerder opgestelde lijst van verboden wachtwoorden. Selecteer deze optie om het gebruik van deze woorden of tekenreeksen te verbieden. 178

179 Uw instellingen configureren Stap 4 Selecteer Opslaan. Uw instellingen configureren U kunt uw instellingen en -sjablonen configureren. Uw sjablonen hebben standaardinstellingen die u optioneel kunt wijzigen. Procedure Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4 Stap 5 Stap 6 Meld u aan bij de beheersite. Selecteer Instellingen > . De pagina Variabelen verschijnt. Voer uw Antwoorden aan adres en uw Naam afzender in en selecteer Opslaan. Selecteer Sjablonen. Raadpleeg Over sjablonen, op pagina 179 voor beschrijvingen van elk sjabloontype. De pagina Sjablonen wordt weergegeven. Selecteer het tabblad Algemeen of Vergaderingen. Algemeen is standaard. Selecteer de gewenste sjabloonkoppeling op het tabblad Algemeen en Vergaderingen om sjablonen te configureren. Maak indien nodig wijzingen aan het geselecteerde sjabloon en selecteer Opslaan. Voorbeeld: Selecteer de sjabloonkoppeling Account opnieuw geactiveerd op het tabblad Algemeen. Wijzig de velden in het dialoogvenster Account opnieuw geactiveerd en selecteer Opslaan. De standaardwaarden voor Naam van en Antwoorden aan zijn afkomstig van de instellingen op de pagina Variabelen. Over sjablonen Gebruik de sjablonen om belangrijke gebeurtenissen naar gebruikers te communiceren. Er zijn twee typen sjablonen: Algemeen Bevat vergeten wachtwoord, meldingen voor hosts en genodigden, opnamemogelijkheid en andere algemene mededelingen. Vergaderingen Bevat uitnodigingen voor vergaderingen, annuleringen, updates, herinneringen en informatiemededelingen. 179

180 Uw instellingen configureren Tabel 1: Algemene sjablonen Titel Account opnieuw geactiveerd Wachtwoord vergeten Wachtwoord gewijzigd Wachtwoord vergeten Wachtwoord herstellen PT-Hostmelding PT-Genodigdenmelding Opnemen beschikbaar voor host SSO activerings Stuur naar alle gebruikers Cisco WebEx-Android instellen Cisco WebEx iphone/ipad instellen Opname delen Opname van MC delen Welkomstbericht Beschrijving Verzonden naar een gebruiker nadat een beheerder het account van de gebruiker opnieuw heeft geactiveerd. Verzonden naar een gebruiker nadat hij zijn wachtwoord heeft hersteld vanaf de eindgebruikersite. Verzonden naar een gebruiker nadat hij zijn wachtwoord heeft hersteld vanaf de eindgebruikersite. Deze vraagt de gebruiker een nieuw wachtwoord te maken. Verzonden naar een vergaderingshost nadat een vergadering is gepland met Productiviteitstools. Verzonden naar genodigden van een vergadering nadat een vergadering is gepland met Productiviteitstools. Stuurt een koppeling met een vergaderingsopname naar de host. Verzonden nadat Single Sign-On (SSO) is ingeschakeld. Stuurt een naar alle gebruikers in het systeem. Informeert gebruikers over de Cisco WebEx-app voor Android en levert een downloadkoppeling voor de app. Informeert gebruikers over de Cisco WebEx-app voor iphone/ipad en levert een downloadkoppeling voor de app. Stuurt een koppeling met een vergaderingsopname naar geselecteerde vergaderingsdeelnemers. Stuurt een koppeling met een vergaderingsopname naar geselecteerde vergaderingsdeelnemers. Deelnemers die geselecteerd zijn door de host in Meeting Center na het selecteren van Vergadering verlaten. Verzonden naar een nieuwe beheerder nadat zijn of haar account is gemaakt. 180

181 Uw instellingen configureren Tabel 2: sjablonen voor vergaderingen Titel Lopende vergaderingsuitnodiging voor deelnemer Directe vergaderingsuitnodiging voor host Vergadering geannuleerd voor deelnemer Vergadering geannuleerd voor host Vergaderingsinformatie bijgewerkt voor alternatieve host Vergaderingsinformatie bijgewerkt voor deelnemer Vergaderingsgegevens bijgewerkt voor host Vergaderingsgegevens bijgewerkt voor host Vergaderingsherinnering voor alternatieve host Vergaderingsherinnering voor host Vergadering opnieuw gepland voor alternatieve host Vergadering opnieuw gepland voor deelnemer Vergaderingsinformatie bijgewerkt voor alternatieve host Vergaderingsinformatie bijgewerkt voor deelnemer Vergaderingsinformatie bijgewerkt voor host Beschrijving Verzonden naar gebruikers wanneer een host hen uitnodigt voor een vergadering terwijl de vergadering actief is. Verzonden naar de host en deelnemers wanneer de host Nu vergaderen selecteert. Informeert een gebruiker dat een geplande vergadering is geannuleerd. Verzonden naar de host van de vergadering om annulering van een vergadering te bevestigen. Biedt vergaderingsinformatie voor de alternatieve host wanneer de vergaderingsinstellingen zijn gewijzigd. Biedt vergaderingsinformatie voor een genodigde van een vergadering wanneer de vergaderingsinstellingen zijn gewijzigd. Biedt vergaderingsinformatie voor de host wanneer de vergaderingsinstellingen zijn gewijzigd. Biedt vergaderingsinformatie voor de host van de vergadering wanneer de vergaderingsinstellingen zijn gewijzigd. Stuurt een vergaderingsherinnering naar de alternatieve host van de vergadering. Stuurt een vergaderingsherinnering naar de host van de vergadering. Stuurt bijgewerkte vergaderingsinformatie naar de alternatieve host. Stuurt bijgewerkte vergaderingsinformatie naar deelnemers. Stuurt een vergaderingsbevestiging naar de alternatieve host. Stuurt een uitnodiging voor vergadering naar deelnemers. Stuurt een vergaderingsbevestiging naar de host. 181

182 Uw downloadinstellingen configureren Uw downloadinstellingen configureren Procedure Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4 Meld u aan bij de beheersite. Selecteer Instellingen > Downloads. Schakel het selectievakje WebEx-bureaubladtoepassingen automatisch bijwerken in om regelmatige automatische updates te configureren. (Standaard: ingeschakeld.) Selecteer uw downloadmethode: Gebruikers toestaan om WebEx-bureaubladtoepassingen te downloaden Cisco WebEx Meetings en Productiviteitstools handmatig naar het bureaublad van de gebruiker pushen Als u Gebruikers toestaan om WebEx-bureaubladtoepassingen te downloaden selecteert, kunt u Opslaan selecteren om uw downloadconfiguratie te voltooien. U hoeft verder niets te doen. Als u Cisco WebEx Meetings en Productiviteitstools handmatig naar bureaublad van gebruikers pushen selecteert, ga dan naar de volgende stap. Gebruik de optie Cisco WebEx Meetings en Productiviteitstools handmatig naar bureaublad van gebruikers pushen om conferenties in te schakelen voor gebruikers die geen beheerdersrechten hebben. Als u Cisco WebEx Meetings en Productiviteitstools handmatig pushen naar bureaublad van gebruiker selecteert, verschijnen de gedeeltes Cisco WebEx Meetings en Productiviteitstools op de pagina. Stap 5 Stap 6 Stap 7 Selecteer in het gedeelte Cisco WebEx Meetings uw Cisco WebEx Meetings-platform uit de vervolgkeuzelijst, selecteer een taal uit de vervolgkeuzelijst, selecteer Downloaden en selecteer Opslaan om het bestand op uw systeem op te slaan. De standaardtaal is de taal die u hebt ingesteld in uw bedrijfsinformatie. Zie Uw bedrijfsgegevens configureren, op pagina 166 voor meer informatie. In de rubriek Productiviteitstools selecteert u een taal uit de vervolgkeuzelijst, selecteert u Downloaden en selecteert u Opslaan om het bestand op uw systeem op te slaan. De standaardtaal is de taal die u hebt ingesteld in uw bedrijfsinformatie. Zie Uw bedrijfsgegevens configureren, op pagina 166 voor meer informatie. Selecteer Opslaan om uw downloadinstellingen op te slaan. Over downloads Dit product kan gebruikt worden op Windows-pc's waar gebruikers beheerdersrechten hebben en op Windows-pc's waar dit niet het geval is. Deze rubriek biedt basisinformatie over downloads. Raadpleeg de rubriek Over downloads van de Planningshandleiding voor gedetailleerde informatie over de configuratie van downloads. Op pc's zonder beheerdersrechten: Wij adviseren dat u de Cisco WebEx-vergadertoepassing en productiviteitstools offline pusht naar het bureaublad van eindgebruikers voordat u eindgebruikers informeert dat er een gebruikersaccount voor 182

183 Certificaten beheren hen is aangemaakt. Dit zorgt ervoor dat uw gebruikers vergaderingen kunnen starten en eraan deelnemen vanaf hun webbrowser en Windows-bureaublad als ze zich de eerste keer aanmelden. U kunt de betreffende.msi-installatieprogramma's verkrijgen op de pagina Beheer > Instellingen > Downloads. Zie Uw downloadinstellingen configureren, op pagina 182 voor meer informatie. Als u beslist de toepassingen niet naar uw gebruikers te pushen, kunnen ze nog steeds toegang krijgen tot deze toepassingen vanaf de pagina's met downloads voor de eindgebruiker. Als hun computer echter installatie van gedownloade toepassingen verbiedt, zullen zij niet in staat zijn om het installatieproces te voltooien. Wanneer gebruikers deelnemen aan vergaderingen via hun webbrowser (de Cisco WebEx-vergadertoepassing kan nog steeds op aanvraag gedownload worden), kunnen ze zonder problemen deelnemen aan vergaderingen. Bovendien probeert de Cisco WebEx-vergadertoepassing om een installatie uit te voeren om het proces van starten of deelnemen aan toekomstige vergaderingen te versnellen. Dit mislukt omdat de pc geen beheerdersrechten heeft. Op pc's met beheerdersrechten: Gebruikers kunnen de Cisco WebEx-vergadertoepassing en productiviteitstools downloaden en installeren vanaf de pagina's met downloads voor de eindgebruiker. Er is geen extra beheerdersactie vereist. Gebruikers worden geadviseerd de productiviteitstools te installeren wanneer zij zich voor het eerst aanmelden. De Cisco WebEx-vergadertoepassing wordt op aanvraag gedownload wanneer de gebruiker voor het eerst deelneemt aan een vergadering en wordt op de achtergrond geïnstalleerd op de pc van de gebruiker. Certificaten beheren Certificaten worden gebruikt om een veilige communicatie tussen de componenten van uw systeem te garanderen. Wanneer uw systeem voor het eerst wordt geïmplementeerd, wordt het geconfigureerd met een zelfondertekend certificaat. Hoewel een zelfondertekend certificaat tot vijf jaar kan meegaan, dringen wij erop aan dat u certificaten configureert die gevalideerd zijn door een certificerende instantie. Een certificerende instantie verzekert dat communicatie tussen uw virtuele machines is geverifieerd. Houd er rekening mee dat u een certificaat moet hebben voor elke virtuele machine op uw systeem. De volgende certificaattypen worden ondersteund: SSL Vereist op alle systemen. SSO IdP Voor SSO-certificaten met identiteitsprovider (IdP). Beveiligde teleconferentie Vereist voor TLS-teleconferenties. U kunt tot twee veilige teleconferentiecertificaten configureren, één voor elk CUCM-systeem dat u configureert. Alle systemen moeten een SSL-certificaat hebben. Dit product ondersteunt de volgende SSL-certificaten: Zelfondertekend Ondertekend door een certificerende instantie Ondertekend door een externe certificerende instantie U kunt uw certificaten niet bijwerken. Als u virtuele machines aan uw systeem toevoegt of uw bestaande virtuele machines wijzigt, moet u nieuwe certificaten genereren voor elke virtuele machine op uw systeem. 183

184 SSL-certificaten genereren SSL-certificaten kunnen om de volgende redenen ongeldig worden: Uw systeemgrootte is uitgebreid, wat heeft geleid tot de implementatie van nieuwe virtuele machines. De FQDN's (volledige domeinnamen) van deze nieuwe virtuele machines bestaan niet in uw oorspronkelijke SSL-certificaat. Uw systeem is bijgewerkt, wat heeft geleid tot de implementatie van nieuwe virtuele machines. De FQDN's van deze nieuwe virtuele machines bestaan niet in uw oorspronkelijke SSL-certificaat. Er is een systeem met hoge beschikbaarheid toegevoegd, wat heeft geleid tot de implementatie van nieuwe virtuele machines. De FQDN's van deze nieuwe virtuele machines bestaan niet in uw oorspronkelijke SSL-certificaat. De URL van de Cisco WebEx-site is veranderd. Deze URL bestaat niet in uw oorspronkelijke SSL-certificaat. De URL van de Beheersite is veranderd. Deze URL bestaat niet in uw oorspronkelijke SSL-certificaat. De FQDN van de virtuele machine voor beheer is veranderd. Deze FQDN bestaat niet in uw oorspronkelijke SSL-certificaat. Uw huidige SSL-certificaat is verlopen. Als uw SSL-certificaat om wat voor reden dan ook ongeldig wordt, zal uw systeem automatisch nieuwe zelfondertekende certificaten genereren en wordt u op de hoogte gebracht van deze wijziging door een algemeen waarschuwingsbericht boven aan de pagina van de Beheersite, waarin wordt gemeld dat SSL ongeldig is geworden. SSL-certificaten genereren Uw systeem moet een SSL-certificaat hebben geconfigureerd. Dit product ondersteunt de volgende typen SSL-certificaten: Zelfondertekend Ondertekend door een certificerende instantie Ondertekend door een externe certificerende instantie Een CSR maken (Ondertekeningsaanvraag certificaat) Procedure Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4 Meld u aan bij de beheersite. Selecteer Onderhoudsmodus inschakelen en Doorgaan om te bevestigen. Selecteer Instellingen > Beveiliging > Certificaten > CSR maken. Vul de velden in op de pagina CSR maken (Ondertekeningsaanvraag certificaat). Optie Beschrijving Algemene naam Selecteer certificaat Onderwerp alternatieve naam of certificaat Wildcard. 184

185 SSL-certificaten genereren Optie Onderwerp alternatieve naam Organisatie Deze optie wordt alleen weergegeven als u Onderwerp alternatieve naam selecteert voor uw type algemene naam. Beschrijving De namen van uw beheersite en uw virtuele machines. Alternatieve namen zijn niet vereist als u een algemene naam met joker hebt geselecteerd. Geef uw organisatienaam op. afdeling Stad Staat/provincie country Sleutelgrootte Geef uw afdelingsnaam op. Voer de plaatsnaam in. Voer uw staat/provincie in. Selecteer uw land. Selecteer uw sleutelgrootte uit de volgende opties: Standaard: 2048 (aanbevolen) Stap 5 Stap 6 Stap 7 Stap 8 Selecteer CSR maken. Het dialoogvenster CSR downloaden wordt weergegeven. Selecteer Downloads. U ontvangt een ZIP-bestand die CSR en de bijhorende persoonlijke sleutel bevat. Het CSR-bestand heet csr.pem en het bestand met de persoonlijke sleutel heet csr_private_key.pem. Maak een back-up van uw systeem met VMware Data Recovery. Zie Een back-up maken met VMware vcenter, op pagina 14 voor meer informatie. Een back-up van uw systeem bewaart de persoonlijke sleutel in het geval dat u deze moet herstellen. Selecteer Onderhoudsmodus uitschakelen en Doorgaan om te bevestigen. Uw systeem start opnieuw op nadat u de onderhoudsmodus uitgeschakeld hebt. U kunt u opnieuw aanmelden bij de Beheersite nadat het opstarten voltooid is. Een SSL-certificaat importeren U kunt een SSL-certificaat importeren met behulp van deze functie. De Cisco WebEx-vergaderingsserver ondersteunt X.509-certificaten met PEM- en DER-codering en PKCS12-archieven. 185

186 SSL-certificaten genereren Procedure Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4 Stap 5 Meld u aan bij de beheersite. Selecteer Instellingen > Beveiliging > Certificaten > Meer opties > SSL-certificaat importeren. Als u al een certificaat hebt geïnstalleerd, waarschuwt het systeem u dat een nieuw certificaat het zal overschrijven. Selecteer Doorgaan. Selecteer Bladeren en kies uw certificaatbestand. SelecteerUploaden. Nadat u Uploaden selecteert, controleert het systeem of uw certificaat geldig is. Een certificaat kan ongeldig zijn om de volgende redenen: Het certificaatbestand is geen geldig certificaatbestand. Het door u geselecteerde certificaatbestand is verlopen. Uw openbare sleutel moet minstens 2048 bits zijn. De serverdomeinen in het certificaat komen niet overeen met de URL van de site. De persoonlijke sleutel die automatisch is gegenereerd door het systeem is niet compatibel met het certificaat. Als het certificaat geldig is, gaat u naar de volgende stap. Als het certificaat niet geldig is, kunt u het niet uploaden. U moet een geldig certificaat selecteren voordat u kunt doorgaan. Stap 6 Stap 7 Stap 8 Stap 9 Stap 10 Stap 11 (Optioneel) Geef een wachtwoordzin op in het veld Wachtwoordzin. Een wachtwoordzin is vereist om PKCS12-archieven of een gecodeerde persoonlijke sleutel te decoderen (indien geüploade.pem-bestanden de persoonlijke sleutel bevatten). Selecteer Doorgaan. Uw systeem importeert uw SSL-certificaat en geeft het weer in een dialoogvenster waar u kunt scrollen. Selecteer Onderhoudsmodus inschakelen en Doorgaan om te bevestigen. Selecteer Verdergaan op de pagina SSL-certificaat om de importbewerking te voltooien. Selecteer Klaar. Selecteer Onderhoudsmodus uitschakelen en Doorgaan om te bevestigen. Uw systeem start opnieuw op nadat u de onderhoudsmodus uitgeschakeld hebt. U kunt u opnieuw aanmelden bij de Beheersite nadat het opstarten voltooid is. 186

187 SSL-certificaten genereren Een SSL-certificaat exporteren Procedure Stap 1 Stap 2 Stap 3 Meld u aan bij de beheersite. Selecteer Instellingen > Beveiliging > Certificaten > Meer opties > SSL-certificaat exporteren. Sla het certificaatbestand op. Volgende stappen Zorg ervoor dat zowel beheerders als eindgebruikers zich kunnen aanmelden bij de beheer- of webpagina's zonder browserwaarschuwingen voor onbetrouwbare site te zien. Een zelfondertekend certificaat genereren Er wordt automatisch een zelfondertekend certificaat gegenereerd nadat u uw systeem hebt geïmplementeerd. We raden u aan een certificaat te installeren die is ondertekend door een certificerende instantie. U kunt altijd een nieuw zelfondertekend certificaat genereren door deze functie te gebruiken. Procedure Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4 Meld u aan bij de beheersite. Selecteer Onderhoudsmodus inschakelen en Doorgaan om te bevestigen. Selecteer Instellingen > Beveiliging > Certificaten > Meer opties > Zelfondertekend certificaat genereren. Vul de velden in op de pagina Zelfondertekend certificaat genereren. Optie Beschrijving Certificaatnaam X.509 onderwerpnaam Organisatie afdeling Stad Staat/provincie country Voer een naam in voor uw zelfondertekende certificaat. (vereist) De hostnaam van uw systeem. (niet configureerbaar) Geef uw organisatienaam op. Geef uw afdelingsnaam op. Voer de naam van uw stad in. Voer de naam van uw provincie in. Selecteer uw land. Stap 5 Selecteer Certificaat en persoonlijke sleutel genereren. 187

188 SSO IdP-certificaten importeren Uw certificaatbestand wordt gegenereerd en weergegeven. Stap 6 Stap 7 Selecteer Klaar. Selecteer Onderhoudsmodus uitschakelen en Doorgaan om te bevestigen. Uw systeem start opnieuw op nadat u de onderhoudsmodus uitgeschakeld hebt. U kunt u opnieuw aanmelden bij de Beheersite nadat het opstarten voltooid is. SSO IdP-certificaten importeren Procedure Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4 Stap 5 Meld u aan bij de beheersite. Selecteer Instellingen > Beveiliging > SSO IdP-certificaat. Selecteer Bladeren en kies uw SSO IdP-certificaat. SelecteerUploaden. Uw certificaatbestand wordt weergegeven. Selecteer Klaar om uw certificaat te verzenden. Certificaten voor beveiligde teleconferenties importeren Er zijn alleen veilige teleconferentiecertificaten vereist als TLS-conferentie ingeschakeld is. Als TLS-conferentie niet ingeschakeld is, is deze optie niet beschikbaar. Voordat u begint Er zijn veilige teleconferentiecertificaten vereist voor uw CUCM-servers wanneer TLS geselecteerd is als het transporttype in uw audio-instellingen. Zie Over het configureren van uw audio-instellingen, op pagina 169 voor meer informatie. Procedure Stap 1 Stap 2 Meld u aan bij de beheersite. Selecteer Instellingen > Beveiliging > Certificaten. De rubriek Veilig teleconferentiecertificaat geeft één van de volgende twee berichten weer: Voor dit systeem zijn geen certificaten voor beveiligde teleconferentie vereist omdat TLS-teleconferentie niet is ingeschakeld. CUCM-certificaten voor beveiligde conferentie zijn nodig voor TLS teleconferenties, die zijn ingeschakeld op dit systeem. 188

189 Veiligheid gebruikerssessie configureren Stap 3 Als er veilige teleconferentiecertificaten vereist zijn, wordt de knop Certificaat importeren getoond voor elke CUCM-server dat geconfigureerd moet worden. Selecteer Onderhoudsmodus inschakelen en Doorgaan om te bevestigen. Stap 4 Selecteer Certificaat importeren voor CUCM 1. De pagina Veilig teleconferentiecertificaat verschijnt. Stap 5 Stap 6 Stap 7 Stap 8 Stap 9 Stap 10 Stap 11 Stap 12 Voer een certificaatnaam in. Selecteer Bladeren en kies uw certificaatbestand. SelecteerUploaden. Nadat u Uploaden selecteert, controleert het systeem of uw certificaat geldig is. Als het certificaat geldig is, gaat u naar de volgende stap. Als het certificaat niet geldig is, kunt u het niet uploaden. U moet een geldig certificaat selecteren voordat u kunt doorgaan. Selecteer Doorgaan. Uw systeem importeert uw SSL-certificaat en geeft het weer in een dialoogvenster waar u kunt scrollen. U krijgt een melding dat u een SSL-certificaat hebt geïmporteerd. Selecteer Verdergaan op de pagina Veilig teleconferentiecertificaat om de importbewerking te voltooien. Selecteer Klaar. Keer terug naar stap 4 en herhaal het proces voor uw CUCM 2-server. Selecteer Onderhoudsmodus uitschakelen en Doorgaan om te bevestigen. Uw systeem start opnieuw op nadat u de onderhoudsmodus uitgeschakeld hebt. U kunt u opnieuw aanmelden bij de Beheersite nadat het opstarten voltooid is. Veiligheid gebruikerssessie configureren Procedure Stap 1 Stap 2 Stap 3 Meld u aan bij de beheersite. Selecteer Instellingen > Beveiliging > Gebruikerssessies. Vul de velden in op de pagina Gebruikerssessies om de vervaltijd van de webpagina in te stellen. Optie Beschrijving Vervaldag webpagina Configureer dagen, uren en minuten voordat gebruikers automatisch worden afgemeld. Standaard: Een uur en 30 minuten. 189

190 Gefedereerd eenmalig aanmelden (SSO) configureren Optie Vervaldatum mobiele tools of productiviteitstools (SSO) Beschrijving Configureer dagen, uren en minuten voordat gebruikers automatisch worden afgemeld. Standaard: 14 dagen Dit veld verschijnt alleen indien SSO is geconfigureerd. Stap 4 Selecteer Opslaan. Gefedereerd eenmalig aanmelden (SSO) configureren Dankzij de configuratie van SSO kunnen uw eindgebruikers zich aanmelden bij het systeem met behulp van hun bedrijfsgegevens, wat u een manier geeft om het product op te nemen in uw bedrijfsdirectory. U kunt ook SSO configureren om snel gebruikersaccounts aan te maken of beheren wanneer gebruikers een poging doen zich aan te melden. SSO configureren kan een ingewikkelde materie zijn en we raden u dan ook sterk aan contact op te nemen met uw Cisco Channel Partner of Cisco Advances Services voordat u verdergaat. Voordat u begint Voordat u de gefedereerde SSO-service inschakelt, moet u een reeks openbare en persoonlijke codes instellen en een X.509-certificaat dat de openbare code bevat. Zodra u een openbare code of certificaat hebt, moet u deze uploaden naar het gedeelte Certificaten beheren, op pagina 183. Nadat u SSO hebt ingeschakeld, worden de gebruikersgegevens beheerd door het verificatiesysteem van uw bedrijf. Bepaalde functies voor wachtwoordbeheer zijn niet meer van toepassing op uw gebruikers. Zie Wachtwoorden configureren, op pagina 175 en Gebruikers bewerken, op pagina 128 voor meer informatie. Denk eraan dat hoewel beheerders ook eindgebruikers zijn, ze niet aanmelden aan de hand van SSO. Zij melden zich aan aan de hand van hun beheerdersgegevens voor dit product. Configureer een SSO IdP-certificaat om deze functie te gebruiken. Zie SSO IdP-certificaten importeren, op pagina 188 voor meer informatie. 190

191 Gefedereerd eenmalig aanmelden (SSO) configureren Procedure Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4 Stap 5 Meld u aan bij de beheersite. Selecteer Instellingen > Beveiliging > Gefedereerde SSO. Nadat u openbare en persoonlijke codes en een X.509-certificaat hebt gegenereerd, zoals beschreven in de randvoorwaarden, selecteert u Doorgaan. Selecteer uw initiëringsmethode: Geïnitieerd door SP (serviceprovider) Gebruikers selecteren een koppeling naar de serviceprovider en worden tijdelijk omgeleid naar de identiteitsprovider voor verificatie. Gebruikers worden vervolgens teruggestuurd naar de koppeling die ze initieel aanvroegen. Door IdP (Identiteitsprovider) geïnitieerd Dit houdt in dat een gebruiker onmiddellijk begint bij de identiteitsprovider, zich aanmeldt en daarna wordt doorgestuurd naar een landingspagina bij de serviceprovider. Vul de velden in en selecteer uw opties op de pagina SSO Configuratie: Raadpleeg uw IdP-configuratiebestand om de IdP-velden te voltooien. Selecteer de koppeling IdP-certificaat. Veld SP (serviceprovider) gestart Beschrijving Selecteer deze optie voor aanmelden via de serviceprovider. AuthnRequest ondertekend Destination IdP (Identity Provider) gestart Selecteer deze optie om te vereisen dat het AuthnRequest-bericht moet zijn getekend met de persoonlijke sleutel van de serviceprovider. U moet deze optie selecteren indien u wilt dat uw geëxporteerd bestand met SAML-metagegevens het SSL-certificaat van uw site bevatten. De URL van de SAML 2.0-implementatie van IdP dat te verwerken verificatieaanvragen ontvangt. Dit veld verschijnt alleen als AuthnRequest ondertekend is geselecteerd. Selecteer deze optie voor aanmelden via de identiteitsprovider. 191

192 Gefedereerd eenmalig aanmelden (SSO) configureren Veld Parameternaam URL doelpagina Beschrijving Uw systeem wordt omgeleid naar deze URL wanneer SSO geslaagd is. Standaard: DOEL Uitgever SAML (SP ID) Uitgever voor SAML (IdP ID) Aanmeldings-URL SSO-service klant Indeling naam-id Bij een IdP-geïnitieerd systeem moet de URL een gecombineerde URL de volgende indeling hebben: de aanmeldings-url van uw service, "?" of "&", de URL-parameter van de doelpagina, "=" (indien dit niet aanwezig is) en de doel-url. Voer dezelfde SP ID in die geconfigureerd is voor IdP. Bekijk het SAML2-protocol. Voer dezelfde ID in die geconfigureerd is voor IdP. Bekijk het SAML2-protocol. De URL van het assertieverbruik voor SAML2 in IdP. Selecteer dezelfde NameID-indeling die u hebt ingesteld bij IdP. De NameID is de indeling waarin u de gebruikers-id verzendt in de assertie en het verzoek voor enkele afmelding van Cisco WebEx. Raadpleeg het SAML-protocol voor hulp. Wij bevelen aan dat u het adres instelt als uw NameId. Hierdoor is het gebruik van SSO gemakkelijk voor eindgebruikers die hun account al hebben ingesteld op basis van hun adres op het systeem. Het gebruik van andere indelingen van nameid wordt ondersteund, maar niet aanbevolen. Indien u een alternatieve indeling voor nameid gebruikt, heeft een niet-sso gebruiker mogelijk niet langer toegang tot diens eerder gemaakte account voordat u het systeem voor SSO configureerde. Standaard: Niet gespecificeerd AuthnContextClassRef Voer de waarde in die is geconfigureerd in IdP. AuthnContextClassRef is de waarde die verschijnt in het bericht AuthnRequest. Standaard: urn:oasis:names:tc:saml:2.0:ac:classes:unspecified 192

193 Gefedereerd eenmalig aanmelden (SSO) configureren Veld Standaard-URL WebEx-doelpagina Fout-URL SSO van klant Enkele afmelding Afmeldings-URL SSO-service klant Deze optie wordt alleen weergegeven als Eenmalige afmelding is geselecteerd. Automatisch account maken Automatisch account bijwerken UID-domeinachtervoegsel voor Active Directory UPN verwijderen Beschrijving Uw systeem wordt omgeleid naar deze URL wanneer SSO geslaagd is. De standaardpagina is de Cisco WebEx-vergaderingspagina die dezelfde is als een normale aanmeldpagina. Uw systeem wordt omgeleid naar deze URL wanneer SSO niet geslaagd is. De foutpagina is standaard een algemene Cisco WebEx-foutpagina. Met deze optie is enkele afmelding mogelijk zoals bepaald door het SAML2 protocol. Als u de SSO-optie hebt gekozen, maar niet de enkele afmeldingsoptie, wordt de optie afmelden niet weergegeven op de pagina's voor eindgebruikers. Schakel deze optie uit voor ADFS 2.0. IdP-geïnitieerd SLO wordt niet ondersteund in deze versie. Voer de URL in van het assertieverbruik voor SAML2 in IdP. Gebruikers zonder een Cisco WebEx-account kunnen niet aanmelden. Indien u deze optie selecteert, wordt automatisch een account gemaakt voor nieuwe gebruikers wanneer zij proberen aan te melden. Als u deze optie selecteert, wordt gebruikersinformatie bijgewerkt wanneer er een "updatetimestamp" in de SAML2-assertie is met recentere gebruikersinformatie dan de huidige gegevens in Cisco WebEx. Selecteer deze optie om gebruikers te verifiëren zonder domeinachtervoegsel. De optie UID-domeinachtervoegsel verwijderen voor Active Directory UPN werkt in de volgende gevallen: De NameId-indeling is , en UID-indeling is de X509-onderwerpnaam of User Principal Name (UPN). De NameId-indeling is de X509-onderwerpnaam of UPN. Stap 6 Selecteer SSO inschakelen. 193

194 Uw cloudfuncties configureren De pagina SSO-instellingen bekijken verschijnt. Controleer uw instellingen en selecteer Opslaan. SSO uitschakelen Voordat u begint Door SSO uit te schakelen, kunnen gebruikers niet aanmelden met hun bedrijfsgegevens. Zorg dat uw gebruikers op de hoogte zijn dat u SSO uitschakelt en dat ze nog steeds kunnen aanmelden met hun Cisco WebEx-gegevens. Procedure Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4 Meld u aan bij de beheersite. Selecteer Instellingen > Beveiliging > Gefedereerde SSO. Zoek de zin: "Als u SSO wilt uitschakelen, klik dan hier." Selecteer de koppeling Klik hier. Selecteer SSO uitschakelen om te bevestigen. De pagina Gefedereerde SSO verschijnt, met een vendel die bevestigt dat u SSO hebt uitgeschakeld. Uw cloudfuncties configureren U kunt uw systeem zo configureren dat uw gebruikers één versie van de Cisco WebEx-productiviteitstools kunnen gebruiken, die kan worden gebruikt met hun accounts van zowel de Cisco WebEx-vergaderingsserver als SaaS WebEx. Uw systeem ondersteunt Cisco WebEx SaaS versies WBS27 en WBS28 en Cisco WebEx Meetings 1.2. Procedure Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4 Stap 5 Meld u aan bij de beheersite. Selecteer Instellingen > Beveiliging > Cloudfuncties. (Optioneel) Selecteer het selectievakje Gebruikers toelaten zich aan te melden in de SaaS WebEx-accounts vanuit WebEx-productiviteitstools. (Optioneel) Selecteer het selectievakje Gebruikers toelaten trainingsvideo's te bekijken die online gehost worden door Cisco WebEx. Selecteer Opslaan. 194

195 Beveiliging van de virtuele machine configureren Beveiliging van de virtuele machine configureren De beveiligingsfuncties van uw virtuele machine omvatten de mogelijkheid om uw encryptiesleutels bij te werken en FIPS-compatibele encryptie in of uit te schakelen. Uw encryptiesleutels bijwerken Cisco WebEx vergaderingsserver gebruikt intern gegenereerde coderingssleutels om alle communicatie tussen virtuele machines op ons systeem te beveiligen. Gebruik deze functie om uw coderingssleutels regelmatig bij te werken. Procedure Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4 Stap 5 Meld u aan bij de beheersite. Selecteer Instellingen > Beveiliging > Virtuele Machines. Selecteer Onderhoudsmodus inschakelen en Doorgaan om te bevestigen. Selecteer Coderingssleutels bijwerken. Selecteer Onderhoudsmodus uitschakelen en Doorgaan om te bevestigen. Uw systeem start opnieuw op nadat u de onderhoudsmodus uitgeschakeld hebt. U kunt u opnieuw aanmelden bij de Beheersite nadat het opstarten voltooid is. Over FIPS De Federal Information Processing Standard (FIPS) biedt meer veiligheid voor uw systeem. Het inschakelen van FIPS resulteert in verminderde compatibiliteit met populaire webbrowsers en besturingssystemen (zoals problemen bij het aanmelden bij het systeem, 404-fouten en het starten van en deelnemen aan vergaderingen) tenzij u de volgende acties onderneemt: Ervoor zorgen dat uw Windows-pc's minimaal op Windows XP SP3 of hoger draaien. Alle Windows-computers updaten naar Microsoft Internet Explorer 8 of hoger ongeacht of de gewenste webbrowser van uw gebruikers Internet Explorer, Mozilla Firefox of Google Chrome is. Uw gebruikers moeten over Internet Explorer 8 beschikken op alle computers, daar onze clients met FIPS (Cisco WebEx-vergaderingen, Productiviteitstools en WebEx-opnamespeler) gebruikmaken van systeembibliotheken met FIPS die alleen beschikbaar zijn op Internet Explorer 8 of hoger. Configureer Internetinstellingen op alle gebruikerscomputers op TLS-encryptie: Selecteer Bedieningspaneel > Internetopties > Geavanceerd > Beveiliging > TLS 1.0 gebruiken en TLS 1.2 gebruiken op het bureaublad van uw pc. We raden u aan beide opties te selecteren voor maximale compatibiliteit, maar u moet minstens TLS 1.0 gebruiken selecteren. Selecteer Bedieningspaneel > Internetopties > Geavanceerd > Beveiliging > SSL 3.0 gebruiken op het bureaublad van uw pc. Wij adviseren u deze optie te selecteren voor een maximale compatibiliteit. 195

196 Beveiliging van de virtuele machine configureren Als uw gebruikers plannen om vergaderingen te hosten voor gasten (bijvoorbeeld mensen die niet werken voor uw bedrijf) moet u uw gastgebruikers informeren dat ze handmatig hun besturingssysteem en browser moeten bijwerken, zoals hierboven beschreven, voordat ze kunnen deelnemen aan uw Cisco WebEx-vergaderingen. Als ze de bovenstaande stappen niet uitvoeren, zullen ze compatibiliteitsproblemen ondervinden. Wij adviseren dat u de bovenstaande instructies in uw uitnodigingen voor een vergadering opneemt. U kunt dit doen door de desbetreffende vergaderingsuitnodigingen die beschikbaar zijn op uw Beheersite te bewerken in Instellingen > > Sjablonen. FIPS-compatibele codering inschakelen Gebruik deze functie om FIPS-compatibele (Federal Information Processing Standard) encryptie op uw systeem te activeren. Procedure Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4 Stap 5 Meld u aan bij de beheersite. Selecteer Instellingen > Beveiliging > Virtuele Machines. Selecteer Onderhoudsmodus inschakelen en Doorgaan om te bevestigen. Selecteer Inschakelen om FIPS-compatibele encryptie te activeren en Verdergaan om te bevestigen. FIPS-compatibele encryptie is geconfigureerd op uw systeem. Selecteer Onderhoudsmodus uitschakelen en Doorgaan om te bevestigen. Uw systeem start opnieuw op nadat u de onderhoudsmodus uitgeschakeld hebt. U kunt u opnieuw aanmelden bij de Beheersite nadat het opstarten voltooid is. FIPS-compatibele codering uitschakelen Gebruik deze functie om FIPS-compatibele (Federal Information Processing Standard) encryptie op uw systeem te deactiveren. Procedure Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4 Stap 5 Meld u aan bij de beheersite. Selecteer Instellingen > Beveiliging > Virtuele Machines. Selecteer Onderhoudsmodus inschakelen en Doorgaan om te bevestigen. Selecteer Uitschakelen om FIPS-compatibele encryptie te deactiveren en Verdergaan om te bevestigen. FIPS-compatibele encryptie is gedeactiveerd op uw systeem. Selecteer Onderhoudsmodus uitschakelen en Doorgaan om te bevestigen. Uw systeem start opnieuw op nadat u de onderhoudsmodus uitgeschakeld hebt. U kunt u opnieuw aanmelden bij de Beheersite nadat het opstarten voltooid is. 196

197 HOOFDSTUK 16 Rapporten genereren en bekijken U kunt maandelijkse rapporten weergeven en rapporten aanpassen voor bepaalde datumbereiken. Uw rapporten gebruiken de instellingen voor taal, landinstelling en tijdzone die u op de pagina Bedrijfsinformatie hebt geconfigureerd. Zie Uw bedrijfsgegevens configureren, op pagina 166 voor meer informatie. Maandelijkse rapporten downloaden, pagina 197 Over maandelijkse rapporten, pagina 197 Aangepaste gegevensrapporten genereren, pagina 199 Over aangepaste gegevensrapporten, pagina 200 Maandelijkse rapporten downloaden U kunt de maandelijkse samenvattingsrapporten downloaden vanaf deze pagina. Rapporten worden weergegeven in PDF-indeling. Procedure Stap 1 Stap 2 Stap 3 Meld u aan bij de beheersite. Selecteer Rapporten. Selecteer de koppeling Downloaden voor het maandelijks rapport dat u wilt bekijken. Over maandelijkse rapporten Uw maandelijkse samenvattingsrapport bevat de volgende delen: 197

198 Over maandelijkse rapporten Samenvattingsrapport systeem Uw samenvattingsrapport bevat de volgende rapporten: Serviceacceptatie-Dit rapport geeft een grafiek weer met het aantal unieke hosts en aanwezigen gedurende de vorige drie maanden en de verwachte groeisnelheid voor de volgende drie maanden. Gebruikerslicenties-Dit rapport geeft het percentage aangekochte licenties weer die u gebruikt en een grafiek met het aantal gebruikte licenties gedurende de vorige drie maanden en de verwachte groeisnelheid voor de volgende drie maanden. U kunt deze cijfers gebruiken om toekomstig licentiegebruik te voorspellen en uw licentieaankopen hierop te baseren. Zie Licenties beheren, op pagina 159 voor meer informatie. Systeemgrootte-Dit rapport geeft de piek in vergaderingsdeelnemers weer en het percentage systeemgrootte dat het piekgebruik heeft verbruikt. De grafiek toont de pieken in het aantal deelnemers aan vergaderingen tijdens de afgelopen drie maanden en de verwachte groeisnelheid voor de volgende drie maanden. Opslag-Dit rapport geeft het opslaggebruik weer van uw gegevensarchief en opnamen zowel als percentage van totale opslagruimte als totaal aantal gigabyte (GB). De grafiek toont de totale opslag van de afgelopen drie maanden en de verwachte groeisnelheid voor de volgende drie maanden. Gebruik dit rapport om uw opslaggebruik te bewaken. Als u aanvullende opslagruimte moet toevoegen, moet u uw bestaande opslaggegevensarchief en opnames handmatig naar uw nieuwe opslagserver kopiëren voordat u deze activeert. Dit rapport wordt alleen weergegeven als u een opslagserver hebt geconfigureerd. Zie Een opslagserver configureren, op pagina 149 voor meer informatie. Netwerk-Dit rapport geeft het volgende weer: Uw maximaal gebruik van netwerkbandbreedte in Mbps. Een grafiek die het maximaal gebruik van netwerkbandbreedte in Mbps gedurende de afgelopen drie maanden weergeeft, en de verwachte groeisnelheid gedurende de volgende drie maanden (de rode balk geeft de maximale netwerkbandbreedte weer). Een cirkeldiagram dat het percentage bandbreedte weergeeft dat door elk van uw systeembronnen wordt gebruikt. Geplande uitvaltijd systeem en ongeplande uitvaltijd-dit rapport geeft het volgende weer: Uw gemiddelde uptime van het systeem gedurende de afgelopen drie maanden. De gemiddelde duur van uw ongeplande uitvaltijd van het systeem gedurende de afgelopen drie maanden. Het gemiddeld aantal afgebroken vergaderingen door storingen gedurende de afgelopen drie maanden. De grafiek geeft de geplande uitvaltijd en de niet-geplande uitvaltijd weer gedurende de afgelopen drie maanden en de verwachte groeisnelheid voor de volgende drie maanden. 198

199 Aangepaste gegevensrapporten genereren Verhoogde uitvaltijd betekent soms dat het verbruik is verhoogd. Zorg ervoor dat u de statistieken van uw uitvaltijd vergelijkt met de statistieken van uw gebruik die in andere rapporten worden weergegeven. Samenvattingsrapport vergadering Uw samenvattingsrapport van vergaderingen bevat de volgende rapporten: Vergaderstatus-Dit rapport geeft een grafiek weer waarin de vergaderstatus van de afgelopen maand staat, het percentage vergaderingen dat problemen heeft ondervonden en het totaal aantal vergaderingen tijdens die maand. Raadpleeg uw dashboard voor realtime vergaderstatussen. Zie Uw dashboard gebruiken, op pagina 117 voor meer informatie. Vergadergrootte-Dit rapport geeft een grafiek weer met daarin de grootte van de vergaderingen op uw systeem gedurende de afgelopen maand, een overzicht van de vergadergroottes en gedetailleerde informatie over de grootste vergadering die tijdens de maand werd gehouden. Gebruik vergaderfunctie-dit rapport geeft het volgende weer: De meest gebruikte functie gedurende de vorige maand, waaronder het totaal aantal minuten dat de functie is gebruikt. De snelst groeiende functie op uw systeem tijdens de afgelopen maand, waaronder de groeisnelheid. Een grafiek die verbruik in minuten aangeeft voor elke functie op uw systeem. Een grafiek die de groeisnelheid van de snelst groeiende functie op uw systeem aangeeft. Meest actieve domeinen van de deelnemers-dit rapport geeft het volgende weer: Een grafiek met de meest actieve domeinen van de deelnemers. Een overzicht van de domeinen van de deelnemers. Een lijst met de drie vaakst gebruikte domeinen door deelnemers aan vergaderingen op uw systeem. Piekdag en -uur-dit rapport geeft twee grafieken weer. De eerste grafiek geeft de drukste dag van de week weer tijdens de afgelopen maand. De tweede grafiek geeft het drukste tijdstip van de dag weer tijdens de afgelopen maand. Aangepaste gegevensrapporten genereren Procedure Stap 1 Stap 2 Stap 3 Meld u aan bij de beheersite. Selecteer Rapporten > Uw rapport aanpassen. Selecteer het datumbereik van de rapporten die u wilt weergeven en selecteer Verzenden. 199

200 Over aangepaste gegevensrapporten De standaardwaarde is de meest recente maand. U kunt een datumbereik selecteren die tot zes maanden terug reikt. De pagina Aanvraag aangepast rapport ingediend wordt weergegeven en toont de datums van uw aangepaste rapport. Er wordt een naar u verzonden met een koppeling naar uw aangepaste rapport in CSV-indeling. Stap 4 Selecteer Klaar. Over aangepaste gegevensrapporten Wanneer u aangepaste gegevensrapporten genereert, ontvangt u een met een archief dat de volgende rapporten in CSV-formaat bevat: Vergaderingsrapport Dit rapport bevat informatie over alle vergaderingen die plaatsvonden tijdens de opgegeven periode en bevat de volgende velden: VergaderingID De unieke vergadering-id die door uw systeem gegenereerd toen de vergadering is gepland. Vergaderingnummer Het Cisco WebEx-vergaderingnummer. Onderwerp De naam van de vergadering die de host heeft geconfigureerd. Hostnaam De host van de vergadering.. Begintijd De begintijd en -datum van de vergadering. Duur De duur van de vergadering in minuten. Aantal deelnemers: Status Aantal audiominuten voor Inbellen Aantal audiominuten voor Terugbellen Aantal VoIP-minuten Aantal videominuten Aantal opnameminuten Aantal WebSharing-minuten Deelnemers Een lijst van de deelnemers aan de vergadering. Traceercodes De traceercodes die door de host toegepast bij het plannen van de vergadering. Gebruiksrapport netwerkbandbreedte Dit rapport bevat een lijst met de dagelijkse hoeveelheid netwerkbandbreedte die elk van de volgende functies voor de opgegeven periode gebruikt: Maximaal bandbreedtegebruik voor audio (mbps) Maximaal bandbreedtegebruik voor audio VoIP(mbps) Maximaal bandbreedtegebruik voor video (mbps) 200

201 Over aangepaste gegevensrapporten Maximaal bandbreedtegebruik voor zoeken op het web (mbps) Een verbruik van 0 (nul) geeft aan dat de functie op die datum niet is gebruikt. Een verbruik van minder dan 1 wordt weergegeven indien minder dan 1 Mbps is verbruikt op die bepaalde datum. Gebruiksrapport netwerkbandbreedte Dit rapport bevat een lijst met de dagelijkse hoeveelheid netwerkbandbreedte die elk van de volgende functies voor de opgegeven periode gebruikt: Deze rubriek wordt alleen weergegeven als u een opslagserver hebt geconfigureerd. Zie Een opslagserver configureren, op pagina 149 voor meer informatie. Rapport uitvaltijd systeem Dit rapport bevat informatie over de uitvaltijd van het systeem voor de opgegeven periode en bevat de volgende velden: Categorie Buiten gebruik of Onderhoud. Buiten gebruik wijst op een storing. Onderhoud wijst op een geplande onderhoudsperiode. Service Geeft de betrokken functies weer. Begin van uitvaltijd Datum en tijdstip waarop de uitvaltijd is begonnen. Einde van uitvaltijd Datum en tijdstip waarop de uitvaltijd is geëindigd. Aantal afgebroken vergaderingen Geeft het aantal afgebroken vergaderingen weer. Dit veld is leeg voor uitvaltijd door onderhoud, aangezien dit wordt gepland. Indien er geen vergaderingen zijn gepland tijdens een uitvaltijd Buiten gebruik, is het nummer 0. Gebruiksrapport gebruikerslicenties Dit rapport geeft de licentiedatum voor de afgelopen 30 dagen weer en bevat de volgende velden: Gebruikersnaam De gebruikersnaam van de host van de vergadering. adres adres van de vergaderhost. VergaderingId De unieke vergadering-id die door uw systeem is gegenereerd toen de vergadering werd gepland. Vergaderingnummer Het Cisco WebEx-vergaderingnummer. Begintijd Datum en tijdstip waarop de vergadering is begonnen. Gelijktijdige vergadering Geeft het aantal gelijktijdige vergaderingen aan, gepland door dezelfde gebruiker. Elke gelijktijdige vergadering die wordt opgenomen, zorgt voor een bijkomende regel die aan dit rapport wordt toegevoegd voor de gebruiker die de gelijktijdige vergadering heeft gepland. 201

202 Over aangepaste gegevensrapporten 202

203 HOOFDSTUK 17 De ondersteuningsfuncties gebruiken Uw logboek aanpassen, pagina 203 Een account voor Remote Support instellen, pagina 204 Een account voor Remote Support uitschakelen, pagina 205 De vergaderingstest gebruiken, pagina 205 De systeembrontest gebruiken, pagina 206 Uw logboek aanpassen U kunt logbestanden maken die activiteit weergeven op uw volledig systeem of voor specifieke vergaderingen. Gebruik de logbestanden om problemen. U kunt de bestanden ook naar het Cisco Technical Assistance Center (TAC) sturen wanneer u ondersteuning nodig hebt. We adviseren u uw logbestand buiten de kantooruren te genereren. Het grote formaat van het logbestand kan de prestaties van uw systeem beïnvloeden. Procedure Stap 1 Stap 2 Stap 3 Meld u aan bij de beheersite. Selecteer Ondersteuning > Logbestanden. Vul de velden in op de pagina Uw logbestand aanpassen en selecteer Verzenden. Veld Beschrijving (Optioneel) Klasse-id Voer uw Cisco TAC klasse-id in. Klasse-id's worden vanuit het Cisco TAC toegekend wanneer zij u helpen met een probleem. Met deze functie kunt u de logbestanden koppelen die u met het klasse-id genereert. 203

204 Een account voor Remote Support instellen Veld Type Bereik Opnemen Beschrijving Selecteer het type logbestand. U kunt Logboek algemeen systeem of Logboek specifieke vergadering selecteren. Een Logboek algemeen systeem bevat alle gespecificeerde loginformatie voor uw systeem en een Logboek specifieke vergadering verzamelt logbestanden en gegevens van de database voor MATS-verwerking. Standaard: Logboek algemeen systeem Selecteer het bereik voor uw logbestand. U moet een begin- en einddatum en -tijd opgeven voor uw logbestand. De limiet is 24 uur. Loggegevens zijn alleen beschikbaar voor de laatste 30 dagen. Om langer dan 24 uur logbestanden te maken, moet u deze bewerking herhalen en opeenvolgende datum/tijd bereiken selecteren. Elke bewerking leidt tot het maken van een afzonderlijk logbestand. Bijvoorbeeld: om logbestanden te maken van 1 januari tot 3 januari, selecteert u eerst een datumbereik van 1 januari tot 2 januari. Vervolgens selecteert u Verzenden en downloadt u het gemaakte logbestand. Selecteer vervolgens een datumbereik van 2 januari tot 3 januari. Selecteer Verzenden en download het gemaakte logbestand. Geef de gegevens op die u wilt opnemen in uw log. Standaard: Alle activiteiten Uw logbestand is gegenereerd en er wordt een verzonden naar de beheerder met een koppeling om het logbestand te downloaden. Een account voor Remote Support instellen Als u technische problemen hebt en contact opneemt met de Cisco TAC voor assistentie, kunt u een remote support account opzetten om een TAC-vertegenwoordiger tijdelijk toegang tot uw systeem te geven. Dit product biedt geen CLI-toegang tot beheerders, waardoor een TAC-vertegenwoordiger nodig is om bepaalde problemen te kunnen oplossen. 204

205 Een account voor Remote Support uitschakelen Procedure Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4 Meld u aan bij de beheersite. Selecteer Ondersteuning > Remote Support-account. Selecteer Remote Support inschakelen. Vul de velden in op de pagina Remote Support-account en selecteer Account maken. Veld Beschrijving Naam Remote Support-account Levensduur account Voer een naam in voor uw remote support-account (6-30 tekens). Geef de duur voor het account op in uren. De limiet is 30 dagen (720 uur). Het dialoogvenster Account maken voor Remote Support wordt weergegeven en geeft uw wachtwoordzin. Neem contact op met Cisco en geef de wachtwoordzin op om het Cisco-personeel toegang tot uw systeem te geven. Een account voor Remote Support uitschakelen Procedure Stap 1 Stap 2 Stap 3 Meld u aan bij de beheersite. Selecteer Ondersteuning > Remote Support-account. Naast het statusbericht, "Remote Support is ingeschakeld", selecteert u de koppeling Uitschakelen. Uw remote support account is gedeactiveerd. De vergaderingstest gebruiken Procedure Stap 1 Stap 2 Stap 3 Meld u aan bij de beheersite. Selecteer Ondersteuning > Vergaderingstest. Selecteer Volgende. 205

206 De systeembrontest gebruiken Uw systeem voert een vergaderingstest uit en controleert de mogelijkheden om een vergadering te plannen, te starten en bij te wonen. De resultaten van de test verschijnen over enkele minuten. De systeembrontest gebruiken Procedure Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4 Meld u aan bij de beheersite. Selecteer Ondersteuning > Systeembronnentest. Selecteer Onderhoudsmodus inschakelen en Doorgaan om te bevestigen. Selecteer Volgende. De resultaten van de test zijn opgenomen voor de volgende: CPU, geheugen, netwerk en opslag voor elke host op uw systeem Interne en externe verbindingscontroles voor de URL's van uw site en beheer Stap 5 Selecteer Onderhoudsmodus uitschakelen en Doorgaan om te bevestigen. Uw systeem start opnieuw op nadat u de onderhoudsmodus uitgeschakeld hebt. U kunt u opnieuw aanmelden bij de Beheersite nadat het opstarten voltooid is. 206

207 HOOFDSTUK 18 Problemen oplossen Raadpleeg de handleiding voor probleemoplossing voor de Cisco WebEx-vergaderingsserver op Cisco.com. 207

Versie 1.5 van de Cisco WebEx Meetings Server-beheerhandleiding

Versie 1.5 van de Cisco WebEx Meetings Server-beheerhandleiding Eerste publicatie: 16 augustus 2013 Laatste wijziging: 22 oktober 2013 Americas Headquarters Cisco Systems, Inc. 170 West Tasman Drive San Jose, CA 95134-1706 USA http://www.cisco.com Tel: 408 526-4000

Nadere informatie

Versie 1.1 van de Cisco WebEx Meetings Server-beheerhandleiding

Versie 1.1 van de Cisco WebEx Meetings Server-beheerhandleiding Eerste publicatie: 8 februari 2013 Laatste wijziging: 10 mei 2013 Americas Headquarters Cisco Systems, Inc. 170 West Tasman Drive San Jose, CA 95134-1706 USA http://www.cisco.com Tel: 408 526-4000 800

Nadere informatie

Versie 2.0 van de Cisco WebEx Meetings Server-beheerhandleiding

Versie 2.0 van de Cisco WebEx Meetings Server-beheerhandleiding Eerste publicatie: Americas Headquarters Cisco Systems, Inc. 170 West Tasman Drive San Jose, CA 95134-1706 USA http://www.cisco.com Tel: 408 526-4000 800 553-NETS (6387) Fax: 408 527-0883 THE SPECIFICATIONS

Nadere informatie

Beheerhandleiding van Cisco WebEx Meetings Server versie 2.5

Beheerhandleiding van Cisco WebEx Meetings Server versie 2.5 Eerste publicatie: Laatste wijziging: Americas Headquarters Cisco Systems, Inc. 170 West Tasman Drive San Jose, CA 95134-1706 USA http://www.cisco.com Tel: 408 526-4000 800 553-NETS (6387) Fax: 408 527-0883

Nadere informatie

Gebruikershandleiding WebEx Remote Access (WBS30, WBS31)

Gebruikershandleiding WebEx Remote Access (WBS30, WBS31) Eerste publicatie: 18 maart 2016 Americas Headquarters Cisco Systems, Inc. 170 West Tasman Drive San Jose, CA 95134-1706 USA http://www.cisco.com Tel: 408 526-4000 800 553-NETS (6387) Fax: 408 527-0883

Nadere informatie

Beheerhandleiding van Cisco WebEx Meetings Server versie 2.6

Beheerhandleiding van Cisco WebEx Meetings Server versie 2.6 Eerste publicatie: 2 oktober 2015 Laatste wijziging: 27 oktober 2015 Americas Headquarters Cisco Systems, Inc. 170 West Tasman Drive San Jose, CA 95134-1706 USA http://www.cisco.com Tel: 408 526-4000 800

Nadere informatie

Praktijklab-beheer. Het beheer van Praktijklab. Aanmelden. Eerste publicatie: 20 augustus 2015

Praktijklab-beheer. Het beheer van Praktijklab. Aanmelden. Eerste publicatie: 20 augustus 2015 Eerste publicatie: 20 augustus 2015 Met WebEx kunt u de labs en computers voor Praktijklab-sessies instellen en onderhouden. Met het kunt u het volgende: Nieuwe labs maken Bestaande labs bewerken Labs

Nadere informatie

Optimale werkwijzen van Cisco WebEx voor veilige vergaderingen voor hosts

Optimale werkwijzen van Cisco WebEx voor veilige vergaderingen voor hosts Optimale werkwijzen van Cisco WebEx voor veilige vergaderingen voor hosts Eerste publicatie: 15 maart 2016 Americas Headquarters Cisco Systems, Inc. 170 West Tasman Drive San Jose, CA 95134-1706 USA http://www.cisco.com

Nadere informatie

Systeemvereisten voor Cisco WebEx Meetings Server

Systeemvereisten voor Cisco WebEx Meetings Server Eerste publicatie: 21 oktober 2012 Laatste wijziging: 21 oktober 2012 Americas Headquarters Cisco Systems, Inc. 170 West Tasman Drive San Jose, CA 95134-1706 USA http://www.cisco.com Tel: 8 526-00 800

Nadere informatie

Snel aan de slag met Cisco Unity Connection Postvak IN Web (versie 9.x)

Snel aan de slag met Cisco Unity Connection Postvak IN Web (versie 9.x) Snel aan de slag Snel aan de slag met Cisco Unity Connection Postvak IN Web (versie 9.x) Cisco Unity Connection Postvak IN Web (versie 9.x) 2 Cisco Unity Connection Postvak IN Web 2 Opties in Postvak IN

Nadere informatie

Orbis. Partnerportal. Orbis Software

Orbis. Partnerportal. Orbis Software Orbis Software Orbis Partnerportal Deze handleiding geeft u meer informatie over de gebruikersinstellingen in de Orbis Partnerportal van Orbis Software Benelux BV. Orbis Partnerportal Handleiding Alle

Nadere informatie

Gebruikershandleiding WebEx-integratie met Outlook voor Mac (WBS31)

Gebruikershandleiding WebEx-integratie met Outlook voor Mac (WBS31) Gebruikershandleiding WebEx-integratie met Outlook voor Mac (WBS31) Eerste publicatie: 15 maart 2016 Americas Headquarters Cisco Systems, Inc. 170 West Tasman Drive San Jose, CA 95134-1706 USA http://www.cisco.com

Nadere informatie

Beheerhandleiding voor Cisco WebEx Meetings Server versie 2.8

Beheerhandleiding voor Cisco WebEx Meetings Server versie 2.8 Eerste publicatie: 27 februari 2017 Laatste wijziging: 1 maart 2017 Americas Headquarters Cisco Systems, Inc. 170 West Tasman Drive San Jose, CA 95134-1706 USA http://www.cisco.com Tel: 408 526-4000 800

Nadere informatie

Voor alle printers moeten de volgende voorbereidende stappen worden genomen: Stappen voor snelle installatie vanaf cd-rom

Voor alle printers moeten de volgende voorbereidende stappen worden genomen: Stappen voor snelle installatie vanaf cd-rom Windows NT 4.x In dit onderwerp wordt het volgende besproken: "Voorbereidende stappen" op pagina 3-24 "Stappen voor snelle installatie vanaf cd-rom" op pagina 3-24 "Andere installatiemethoden" op pagina

Nadere informatie

System Updates Gebruikersbijlage

System Updates Gebruikersbijlage System Updates Gebruikersbijlage System Updates is een hulpprogramma van de afdrukserver dat de systeemsoftware van uw afdrukserver met de recentste beveiligingsupdates van Microsoft bijwerkt. Het is op

Nadere informatie

Planningshandleiding van Cisco WebEx Meetings Server

Planningshandleiding van Cisco WebEx Meetings Server Eerste publicatie: 21 oktober 2012 Laatste wijziging: 21 oktober 2012 Americas Headquarters Cisco Systems, Inc. 170 West Tasman Drive San Jose, CA 95134-1706 USA http://www.cisco.com Tel: 408 526-4000

Nadere informatie

Standaard Asta Powerproject Client Versie 13 Installatiedocument v1

Standaard Asta Powerproject Client Versie 13 Installatiedocument v1 Standaard Asta Powerproject Client Versie 13 Installatiedocument v1 22 oktober 2015 Voor vragen of problemen kunt u contact opnemen via: telefoonnummer 030-2729976. Of e-mail naar support@powerproject.nl.

Nadere informatie

Handleiding Remote Engineer Portal

Handleiding Remote Engineer Portal Handleiding Remote Engineer Portal http://www.remoteengineer.eu/ Inhoudsopgave Blz. 1. Algemeen 3 2. RemoteEngineer webportal 4 3. Beschikbare opties 5 4. Inloggen 5 5. Gebruikers 6 6. Machine sjablonen

Nadere informatie

Fiery Command WorkStation 5.8 met Fiery Extended Applications 4.4

Fiery Command WorkStation 5.8 met Fiery Extended Applications 4.4 Fiery Command WorkStation 5.8 met Fiery Extended Applications 4.4 Fiery Extended Applications (FEA) v4.4 bevat Fiery software voor het uitvoeren van taken met een Fiery Server. In dit document wordt beschreven

Nadere informatie

Gebruikershandleiding WebEx-integratie met Outlook voor Mac

Gebruikershandleiding WebEx-integratie met Outlook voor Mac Eerste publicatie: 19 augustus 2015 Americas Headquarters Cisco Systems, Inc. 170 West Tasman Drive San Jose, CA 95134-1706 USA http://www.cisco.com Tel: 408 526-4000 800 553-NETS (6387) Fax: 408 527-0883

Nadere informatie

Installatiegids Command WorkStation 5.5 met Fiery Extended Applications 4.1

Installatiegids Command WorkStation 5.5 met Fiery Extended Applications 4.1 Installatiegids Command WorkStation 5.5 met Fiery Extended Applications 4.1 Fiery Extended Applications Fiery Extended Applications (FEA) 4.1 is een pakket met de volgende toepassingen voor gebruik met

Nadere informatie

INSTALLATIEHANDLEIDING

INSTALLATIEHANDLEIDING INSTALLATIEHANDLEIDING Update van uw Mamut programma EEN GEDETAILLEERDE STAP-VOOR-STAP BESCHRIJVING VAN HOE U EEN UPDATE KUNT MAKEN VAN UW MAMUT BUSINESS SOFTWARE PROGRAMMA (VAN VERSIE 9.0 OF NIEUWER).

Nadere informatie

Installatiegids Command WorkStation 5.6 met Fiery Extended Applications 4.2

Installatiegids Command WorkStation 5.6 met Fiery Extended Applications 4.2 Installatiegids Command WorkStation 5.6 met Fiery Extended Applications 4.2 Fiery Extended Applications Package (FEA) v4.2 bevat Fiery-toepassingen voor het uitvoeren van taken die zijn toegewezen aan

Nadere informatie

cbox UW BESTANDEN GAAN MOBIEL! VOOR LAPTOPS EN DESKTOPS MET WINDOWS PRO GEBRUIKERSHANDLEIDING

cbox UW BESTANDEN GAAN MOBIEL! VOOR LAPTOPS EN DESKTOPS MET WINDOWS PRO GEBRUIKERSHANDLEIDING cbox UW BESTANDEN GAAN MOBIEL! VOOR LAPTOPS EN DESKTOPS MET WINDOWS PRO GEBRUIKERSHANDLEIDING Inleiding cbox is een applicatie die u eenvoudig op uw computer kunt installeren. Na installatie wordt in de

Nadere informatie

Quarantainenet Qdetect Tester

Quarantainenet Qdetect Tester A : Auke Vleerstraat 6D (vloer 4) I : www.quarantainenet.nl 7521 PG Enschede E : info@quarantainenet.nl T : 053-7503070 B : Rabobank 31.72.86.714 F : 053-7503071 KvK : 08135536 Quarantainenet Qdetect Tester

Nadere informatie

VMware Identity Manager voor Windows migreren naar Mei 2018 VMware Identity Manager 3.2

VMware Identity Manager voor Windows migreren naar Mei 2018 VMware Identity Manager 3.2 VMware Identity Manager voor Windows migreren naar 3.2.0.1 Mei 2018 VMware Identity Manager 3.2 VMware Identity Manager voor Windows migreren naar 3.2.0.1 U vindt de recentste technische documentatie op

Nadere informatie

cbox UW BESTANDEN GAAN MOBIEL VOOR MAC OSX-CLIENT GEBRUIKERSHANDLEIDING

cbox UW BESTANDEN GAAN MOBIEL VOOR MAC OSX-CLIENT GEBRUIKERSHANDLEIDING cbox UW BESTANDEN GAAN MOBIEL VOOR MAC OSX-CLIENT GEBRUIKERSHANDLEIDING Inleiding cbox is een applicatie die u eenvoudig op uw computer kunt installeren. Na installatie wordt in de bestandsstructuur van

Nadere informatie

Standaard Asta Powerproject Client Versie 12 Installatiedocument v1

Standaard Asta Powerproject Client Versie 12 Installatiedocument v1 Standaard Asta Powerproject Client Versie 12 Installatiedocument v1 4 september 2012 Voor vragen of problemen kunt u contact opnemen via telefoonnummer 030-2729976. Of e-mail naar support@powerproject.nl.

Nadere informatie

De Fiery-software installeren voor Windows en Macintosh

De Fiery-software installeren voor Windows en Macintosh 13 De Fiery-software installeren voor Windows en Macintosh Op de cd-rom met gebruikerssoftware bevinden zich softwareinstallatieprogramma s voor Fiery Link. Fiery-hulpprogrammasoftware wordt ondersteund

Nadere informatie

Handleiding Back-up Online

Handleiding Back-up Online Handleiding Back-up Online April 2015 2015 Copyright KPN Zakelijke Markt Alle rechten voorbehouden. Zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van KPN Zakelijke Markt mag niets uit dit document worden

Nadere informatie

Cloud Backup Handleiding

Cloud Backup Handleiding Cloud Backup Handleiding 1 Cloud Backup handleiding In deze handleiding zullen we stap voor stap uitleggen hoe u Cloud Backup kunt installeren, backups kunt maken en terugzetten. Met het Backup programma

Nadere informatie

Softphone Installatie Handleiding

Softphone Installatie Handleiding Softphone Installatie gids Softphone Installatie Handleiding Specifications subject to change without notice. This manual is based on Softphone version 02.041 and DaVo I en II software version 56.348 or

Nadere informatie

Netwerk licentie leesmij

Netwerk licentie leesmij Netwerk licentie leesmij Trimble Navigation Limited Engineering and Construction Division 935 Stewart Drive Sunnyvale, California 94085 U.S.A. Tel.: +1-408-481-8000 Gratis (in de VS): +1-800-874-6253 Fax:

Nadere informatie

Versienotities voor de klant Xerox EX Print Server, Powered by Fiery voor de Xerox Color 800/1000 Press, versie 1.3

Versienotities voor de klant Xerox EX Print Server, Powered by Fiery voor de Xerox Color 800/1000 Press, versie 1.3 Versienotities voor de klant Xerox EX Print Server, Powered by Fiery voor de Xerox Color 800/1000 Press, versie 1.3 Dit document bevat belangrijke informatie over deze versie. Zorg dat deze informatie

Nadere informatie

NAS 159 Time Machine Beste praktijk

NAS 159 Time Machine Beste praktijk NAS 159 Time Machine Beste praktijk Een back-upmap instellen voor Time Machine en een back-up maken van uw Mac A S U S T O R C O L L E G E CURSUSDOELSTELLINGEN Na afronding van deze cursus, moet u in staat

Nadere informatie

2 mei 2014. Remote Scan

2 mei 2014. Remote Scan 2 mei 2014 Remote Scan 2014 Electronics For Imaging. De informatie in deze publicatie wordt beschermd volgens de Kennisgevingen voor dit product. Inhoudsopgave 3 Inhoudsopgave...5 openen...5 Postvakken...5

Nadere informatie

Orbis Software. Ship4U. Whitepaper. Deze whitepaper geeft u meer informatie over ons standaardproduct Ship4U van Orbis Software Benelux BV.

Orbis Software. Ship4U. Whitepaper. Deze whitepaper geeft u meer informatie over ons standaardproduct Ship4U van Orbis Software Benelux BV. Orbis Software Whitepaper Deze whitepaper geeft u meer informatie over ons standaardproduct van Orbis Software Benelux BV Orbis Standaard Product Automatische verzendetiketten Handmatig aanmaken van verzendetiketten

Nadere informatie

PUBLICATIE INFORMATIE TRIMBLE ACCESS SOFTWARE. Versie 2013.41 Revisie A December 2013

PUBLICATIE INFORMATIE TRIMBLE ACCESS SOFTWARE. Versie 2013.41 Revisie A December 2013 PUBLICATIE INFORMATIE TRIMBLE ACCESS SOFTWARE 1 Versie 2013.41 Revisie A December 2013 Legal Information Trimble Navigation Limited Engineering Construction Group 935 Stewart Drive Sunnyvale, California

Nadere informatie

Installatiehandleiding bij overzetten op nieuwe computer

Installatiehandleiding bij overzetten op nieuwe computer Installatiehandleiding bij overzetten op nieuwe computer Dit stappenplan kunt u gebruiken als u een nieuwe computer heeft aangeschaft om een oude computer te vervangen. Er is een ander document voor de

Nadere informatie

1 INTRODUCTIE...5 2 SYSTEEMVEREISTEN...6. 2.1 Minimum Vereisten...6 2.2 Aanbevolen Vereisten...7

1 INTRODUCTIE...5 2 SYSTEEMVEREISTEN...6. 2.1 Minimum Vereisten...6 2.2 Aanbevolen Vereisten...7 NEDERLANDS...5 nl 2 OVERZICHT nl 1 INTRODUCTIE...5 2 SYSTEEMVEREISTEN...6 2.1 Minimum Vereisten...6 2.2 Aanbevolen Vereisten...7 3 BLUETOOTH VOORZIENINGEN...8 4 SOFTWARE INSTALLATIE...9 4.1 Voorbereidingen...10

Nadere informatie

VMware Identity Manager Desktop Client gebruiken. September 2017 VMware Identity Manager 3.0 VMware AirWatch 9.2

VMware Identity Manager Desktop Client gebruiken. September 2017 VMware Identity Manager 3.0 VMware AirWatch 9.2 VMware Identity Manager Desktop Client gebruiken September 2017 VMware Identity Manager 3.0 VMware AirWatch 9.2 U vindt de recentste technische documentatie op de website van VMware: https://docs.vmware.com/nl/

Nadere informatie

Formulieren en favorieten

Formulieren en favorieten Formulieren en favorieten Versie 5.1 Beheerdershandleiding Juli 2016 www.lexmark.com Inhoud 2 Inhoud Wijzigingsgeschiedenis...3 Overzicht... 4 Toepassing configureren... 5 De Embedded Web Server openen...5

Nadere informatie

Planningshandleiding van Cisco WebEx Meetings Server versie 2.0

Planningshandleiding van Cisco WebEx Meetings Server versie 2.0 Eerste publicatie: 6 februari 2014 Americas Headquarters Cisco Systems, Inc. 170 West Tasman Drive San Jose, CA 95134-1706 USA http://www.cisco.com Tel: 408 526-4000 800 553-NETS (6387) Fax: 408 527-0883

Nadere informatie

Aansluiten op uw PC Sluit het Philips Wireless Music Station aan op uw PC voor:

Aansluiten op uw PC Sluit het Philips Wireless Music Station aan op uw PC voor: CD/MP3-CD HD SOURCE SEARCH REC MARK/UNMARK DBB Wireless Music Station WAS7000 Aansluiten op uw PC Sluit het Philips Wireless Music Station aan op uw PC voor: Het openen avan muziekbestanden die op uw PC

Nadere informatie

Gebruikershandleiding voor de integratie van WebEx en TelePresence met Outlook voor Windows

Gebruikershandleiding voor de integratie van WebEx en TelePresence met Outlook voor Windows Gebruikershandleiding voor de integratie van WebEx en TelePresence met Outlook voor Windows Eerste publicatie: 19 augustus 2015 Americas Headquarters Cisco Systems, Inc. 170 West Tasman Drive San Jose,

Nadere informatie

VMware Identity Manager Desktop gebruiken. VMware Identity Manager 2.8 VMware Identity Manager 2.9.1

VMware Identity Manager Desktop gebruiken. VMware Identity Manager 2.8 VMware Identity Manager 2.9.1 VMware Identity Manager Desktop gebruiken VMware Identity Manager 2.8 VMware Identity Manager 2.9.1 VMware Identity Manager Desktop gebruiken U vindt de recentste technische documentatie op de website

Nadere informatie

Installatiehandleiding TiC Narrow Casting Manager

Installatiehandleiding TiC Narrow Casting Manager Installatiehandleiding TiC Narrow Casting Manager Inhoudsopgave 1. Algemeen - 3-2. Installatie PostgreSQL database server - 4-3. Installatie FTP server - 9-4. Aanmaken account in FileZilla server - 13

Nadere informatie

Open-Xchange Server. What's new in 6.20?

Open-Xchange Server. What's new in 6.20? Open-Xchange Server What's new in 6.20? Open-Xchange Server Open-Xchange Server: What's new in 6.20? publicatie datum dinsdag, 03. mei 2011 Version 6.20 Copyright 2006-2011 OPEN-XCHANGE Inc., This document

Nadere informatie

Release-opmerkingen voor Cisco WebEx Meetings Server versie 2.6

Release-opmerkingen voor Cisco WebEx Meetings Server versie 2.6 Release-opmerkingen voor Cisco WebEx Meetings Server versie.6 Eerste publicatie: 14 oktober, 015 Laatste wijziging: 6 november, 015 Documentatie zoeken In deze release-opmerkingen worden nieuwe functies,

Nadere informatie

VIDA ADMIN SNELGIDS INHOUD

VIDA ADMIN SNELGIDS INHOUD INHOUD 1 VIDA ADMIN... 3 1.1 Controlelijst... 3 1.2 Gebruiker toevoegen... 3 1.3 Het registreren van VIDA All-in-one... 4 1.4 Activeer het abonnement en koppel gebruiker en computer aan het abonnement...

Nadere informatie

Installatiehandleiding MF-stuurprogramma

Installatiehandleiding MF-stuurprogramma Nederlands Installatiehandleiding MF-stuurprogramma Cd met gebruikerssoftware.............................................................. 1 Informatie over de stuurprogramma s en de software.............................................

Nadere informatie

Installatie Handleiding Alimentatie Rekendisk. 2011 Sdu Uitgeverij / A. Koppenaal

Installatie Handleiding Alimentatie Rekendisk. 2011 Sdu Uitgeverij / A. Koppenaal Installatie Handleiding Alimentatie Rekendisk / A. Koppenaal I Installatie Handleiding Alimentatie Rekendisk Inhoudsopgave A Inleiding 1 B Installatie 2 C Troubleshoot 4 1 Melding:... Kan database niet

Nadere informatie

Windows 2000, Windows XP en Windows Server 2003

Windows 2000, Windows XP en Windows Server 2003 Windows 2000, Windows XP en Windows Server 2003 In dit onderwerp wordt het volgende besproken: Voorbereidende stappen op pagina 3-16 Stappen voor snelle installatie vanaf cd-rom op pagina 3-17 Andere installatiemethoden

Nadere informatie

Gebruikershandleiding voor Mac

Gebruikershandleiding voor Mac Gebruikershandleiding voor Mac Inhoud Aan de slag... 1 Het formatteerhulpprogramma voor de Mac gebruiken... 1 De FreeAgent-software installeren... 4 Stations veilig uitwerpen... 9 Uw stations beheren...

Nadere informatie

Zeg gewoon JA. Lees verder.

Zeg gewoon JA. Lees verder. Zeg gewoon JA PartSmart Internet Updating Service is Sneller dan Ooit We zijn verheugd bekend te kunnen maken, dat de PartSmart Internet Updating Service vanaf nu beschikbaar is. Het PartSmart-team heeft

Nadere informatie

Nokia C110/C111 draadloze LAN-kaart Installatiehandleiding

Nokia C110/C111 draadloze LAN-kaart Installatiehandleiding Nokia C110/C111 draadloze LAN-kaart Installatiehandleiding CONFORMITEITSVERKLARING NOKIA MOBILE PHONES Ltd. verklaart op eigen verantwoordelijkheid dat de producten DTN-10 en DTN-11 conform zijn aan de

Nadere informatie

SCENARIO ADVIES INSTALLATIEHANDLEIDING. Versie 1.3

SCENARIO ADVIES INSTALLATIEHANDLEIDING. Versie 1.3 SCENARIO ADVIES INSTALLATIEHANDLEIDING Versie 1.3 1 Handleiding Installatie Scenario Advies... 1 2 Voorbereiding installatie Scenario Advies... 1 2.1 Downloaden programmatuur... 2 3 Serverinstallatie Scenario

Nadere informatie

Handleiding Sportlink Club

Handleiding Sportlink Club Handleiding Sportlink Club Dit document is automatisch gegenereerd. We raden u aan de handleiding online te raadplegen via www.sportlinkclub.nl/support. 1. Installatiehandleiding.........................................................................................

Nadere informatie

Installatie Remote Backup

Installatie Remote Backup Juni 2015 Versie 1.2 Auteur : E.C.A. Mouws Pagina 1 Inhoudsopgave BusinessConnect Remote Backup... 3 Kenmerken... 3 Beperkingen... 3 Gebruik op meerdere systemen... 3 Systeemeisen... 4 Support... 4 Installatie...

Nadere informatie

Installatiehandleiding Windows XP / Vista / Windows 7

Installatiehandleiding Windows XP / Vista / Windows 7 Installatiehandleiding Windows XP / Vista / Windows 7 Versie 1.4 Datum 11 januari 2011 Status definitief Inhoud 1 Downloaden installatiebestand 3 2 SafeSign installeren 4 3 Certificaten toevoegen aan de

Nadere informatie

Installatiehandleiding FWG 3.0/2011-2012. Stand-alone / Netwerkversie. Nieuwe Installatie van FWG 3.0/2011-2012 met een MS Access database

Installatiehandleiding FWG 3.0/2011-2012. Stand-alone / Netwerkversie. Nieuwe Installatie van FWG 3.0/2011-2012 met een MS Access database Installatiehandleiding FWG 3.0/2011-2012 Stand-alone / Netwerkversie Nieuwe Installatie van FWG 3.0/2011-2012 met een MS Access database Wij willen u er op wijzen dat ons systeem FWG3.0 Cd-rom versie dit

Nadere informatie

Handleiding InCD Reader

Handleiding InCD Reader Handleiding InCD Reader Nero AG Informatie over auteursrecht en handelsmerken De handleiding en de volledige inhoud van de handleiding worden beschermd door het auteursrecht en zijn eigendom van Nero AG.

Nadere informatie

Fiery Remote Scan. Fiery Remote Scan openen. Postvakken

Fiery Remote Scan. Fiery Remote Scan openen. Postvakken Fiery Remote Scan Met Fiery Remote Scan kunt u scantaken op de Fiery-server en de printer beheren vanaf een externe computer. Met Fiery Remote Scan kunt u het volgende doen: Scans starten vanaf de glasplaat

Nadere informatie

PersonalSign 3 Pro. Handleiding voor het aanvragen en installeren van certificaten

PersonalSign 3 Pro. Handleiding voor het aanvragen en installeren van certificaten Technische bronnen PersonalSign 3 Pro Handleiding voor het aanvragen en installeren van certificaten Inhoud... 2 Uw certificaat bestellen... 3 Uw GlobalSign-account instellen... 3 Online aanvraag... 4

Nadere informatie

bizhub Evolution INSTALLATIE bizhub Evolution Installatiehandleiding Versie: 1.1

bizhub Evolution INSTALLATIE bizhub Evolution Installatiehandleiding Versie: 1.1 bizhub Evolution INSTALLATIE Installatiehandleiding Versie: 1.1 bizhub Evolution Inleiding Inleiding 2 Inhoudsopgave Inleiding... 3 Over dit document... 3 Gebruikte afkortingen... 3 Opmerkingen over de

Nadere informatie

Windows 98 en Windows ME

Windows 98 en Windows ME Windows 98 en Windows ME In dit onderwerp wordt het volgende besproken: Voorbereidende stappen op pagina 3-29 Stappen voor snelle installatie vanaf cd-rom op pagina 3-30 Andere installatiemethoden op pagina

Nadere informatie

Downloaden beveiligingscertificaat BRON Voor Windows versies vanaf Windows Vista

Downloaden beveiligingscertificaat BRON Voor Windows versies vanaf Windows Vista BRON Voor Windows versies vanaf Windows Vista DUO 137a/Versie 0.6 26 juni 2014 Inhoud 1. INLEIDING 3 2. VOORBEREIDING 4 3. DOWNLOADEN VAN HET BEVEILIGINGSCERTIFICAAT 5 3.1 TOEVOEGEN WEBSITE IB-GROEP.NL

Nadere informatie

Datum 15 juni 2006 Versie 1.0.6. Exchange Online. Handleiding voor gebruiker Release 1.0

Datum 15 juni 2006 Versie 1.0.6. Exchange Online. Handleiding voor gebruiker Release 1.0 Datum 1.0.6 Exchange Online Handleiding voor gebruiker Release 1.0 1.0.6 Inhoudsopgave 1 Instellingen e-mail clients 2 1.1 Gebruik via Outlook 2003 2 1.2 Gebruik via ActiveSync 15 1.3 Gebruik via andere

Nadere informatie

Snelle installatiegids voor Symbian

Snelle installatiegids voor Symbian Snelle installatiegids voor Symbian Versie 1.0 Inhoudsopgave 1. WELKOM BIJ MOBIDM... 2 2. INSTALLATIE VAN DE AFARIA VOOR SYMBIAN... 3 2.1. SOFTWARE INSTALLEREN... 3 3. BEVEILIGING... 6 4. NIEUWE APPLICATIES...

Nadere informatie

Installation & Usage Biometric Reader - NL. Biometric Reader - NL. Productie Versie: 7.0. Versienummer Handleiding: 1.0.2

Installation & Usage Biometric Reader - NL. Biometric Reader - NL. Productie Versie: 7.0. Versienummer Handleiding: 1.0.2 Biometric Reader - NL Installation & Usage Biometric Reader - NL Productie Versie: 7.0 Versienummer Handleiding: 1.0.2 2013 Inepro B.V. Alle rechten gereserveerd Biometric Reader - NL De meest veelzijde

Nadere informatie

Orbis Software. Orbis. Klantenportal. Deze handleiding geeft u meer informatie over het Orbis Klantenportal van Orbis Software Benelux BV.

Orbis Software. Orbis. Klantenportal. Deze handleiding geeft u meer informatie over het Orbis Klantenportal van Orbis Software Benelux BV. Orbis Software Orbis Klantenportal Deze handleiding geeft u meer informatie over het Orbis Klantenportal van Orbis Software Benelux BV. Orbis Klantenportal Handleiding Alle informatie overzichtelijk in

Nadere informatie

Systeemvereisten voor Cisco WebEx Meetings Server versie1.1

Systeemvereisten voor Cisco WebEx Meetings Server versie1.1 Eerste publicatie: 10 juni 2012 Laatste wijziging: 14 juni 2013 Americas Headquarters Cisco Systems, Inc. 170 West Tasman Drive San Jose, CA 95134-1706 USA http://www.cisco.com Tel: 408 526-4000 800 553-NETS

Nadere informatie

McAfee Wireless Protection Beknopte handleiding

McAfee Wireless Protection Beknopte handleiding Voorkomt dat hackers uw draadloze netwerk belagen McAfee Wireless Protection voorkomt dat hackers uw draadloze netwerk belagen. U kunt Wireless Protection configureren, beheren en openen met McAfee SecurityCenter.

Nadere informatie

Upgrade Accowin van versie 1 naar versie 2

Upgrade Accowin van versie 1 naar versie 2 Upgrade Accowin van versie 1 naar versie 2 Versie 2.0.2 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 2 2. AccowinUpgrade uitvoeren... 2 2.1 Taalkeuze... 2 2.2 Belangrijke opmerking... 2 2.3 Selecteren map waarin de huidige

Nadere informatie

Sartorius ProControl MobileMonitor 62 8991M

Sartorius ProControl MobileMonitor 62 8991M Installatiehandleiding Sartorius ProControl MobileMonitor 62 8991M Softwareprogramma 98646-003-14 Inhoud Gebruiksdoel................. 3 Systeemvereisten.............. 3 Kenmerken................... 3

Nadere informatie

cbox UW BESTANDEN GAAN MOBIEL! WEBINTERFACE GEBRUIKERSHANDLEIDING

cbox UW BESTANDEN GAAN MOBIEL! WEBINTERFACE GEBRUIKERSHANDLEIDING cbox UW BESTANDEN GAAN MOBIEL! WEBINTERFACE GEBRUIKERSHANDLEIDING BV Inleiding cbox is een applicatie die u eenvoudig op uw computer kunt installeren. Na installatie wordt in de bestandsstructuur van uw

Nadere informatie

Installeren van het programma:

Installeren van het programma: Versie: 1.0 Gemaakt door: Whisper380 Eigenaar: Whisper380-computerhulp.net Datum: 20-2-2011 Inhoudsopgave Installeren van het programma:...3 Configureren van het programma:...7 Mappen aanmaken:...9 Groepen

Nadere informatie

Snel op weg met webworxx e-mail

Snel op weg met webworxx e-mail pagina 1 van 23 Snel op weg met webworxx e-mail U heeft kleur bekend en gekozen voor webworxx e-mail. Met deze handleiding helpen wij u graag snel op weg bij het instellen van uw e-mailaccount. Firefox

Nadere informatie

Multi-user module 5.5

Multi-user module 5.5 Handleiding Multi-user module 5.5 Versie Datum 1.1 27-2-2012 Multi-user 5 LogiVert 1 Wat is de Multi-user module en wat kan ik er mee doen? De multi-user module is een gebruikerslicentie waardoor er 5

Nadere informatie

Installatiehandleiding SCENARIO ADVIES. Oktober Versie 1.3

Installatiehandleiding SCENARIO ADVIES. Oktober Versie 1.3 Installatiehandleiding SCENARIO ADVIES Oktober 2015 Versie 1.3 Hoofdstuk 1, Installatiehandleiding Scenario Advies Inhoud 1 Installatiehandleiding Scenario Advies... 1 2 Voorbereiding installatie Scenario

Nadere informatie

Downloaden beveiligingscertificaat BRON Voor Windows XP en eerdere versies van Windows

Downloaden beveiligingscertificaat BRON Voor Windows XP en eerdere versies van Windows BRON Voor Windows XP en eerdere versies van Windows DUO 137/Versie 1.7 26 juni 2014 Inhoud 1. INLEIDING 3 2. VOORBEREIDING 4 3. DOWNLOADEN VAN HET BEVEILIGINGSCERTIFICAAT 5 3.1 DOWNLOADEN MET INTERNET

Nadere informatie

Handleiding instellingen vrijgave van afdrukken

Handleiding instellingen vrijgave van afdrukken Handleiding instellingen vrijgave van afdrukken INHOUDSOPGAVE OVER DEZE HANDLEIDING............................................................................. 2 FUNCTIE AFDRUKVRIJGAVE...........................................................................

Nadere informatie

Gebruikershandleiding Portal. Eekels Elektrotechniek

Gebruikershandleiding Portal. Eekels Elektrotechniek Gebruikershandleiding Portal Eekels Elektrotechniek Inhoudsopgave 1 Installatie gebruikerssoftware... 3 1.1 Installatie Citrix Receiver... 5 2 Aanmelden op de Portal... 6 2.1 Werkwijze... 6 3 Extra instellingen

Nadere informatie

Windows Custom PostScript- of PCL-printerstuurprogramma installeren

Windows Custom PostScript- of PCL-printerstuurprogramma installeren Windows Custom PostScript- of PCL-printerstuurprogramma installeren In dit Leesmij-bestand wordt beschreven hoe u het Custom PostScript-printerstuurprogramma of het PCLprinterstuurprogramma op een Windows-systeem

Nadere informatie

Overzicht van opties voor service en ondersteuning

Overzicht van opties voor service en ondersteuning Overzicht van opties voor service en ondersteuning QuickRestore Met Compaq QuickRestore kunt u uw systeem op elk gewenst moment terugzetten. QuickRestore biedt vijf typen opties voor terugzetten, die in

Nadere informatie

Mac OS X 10.6 Snow Leopard Installatie- en configuratiehandleiding

Mac OS X 10.6 Snow Leopard Installatie- en configuratiehandleiding Mac OS X 10.6 Snow Leopard Installatie- en configuratiehandleiding Lees dit document voordat u Mac OS X installeert. Dit document bevat belangrijke informatie over de installatie van Mac OS X. Systeemvereisten

Nadere informatie

Gebruikershandleiding WebEx Meeting Center met samenwerkingsvergaderruimten (CMR Cloud)

Gebruikershandleiding WebEx Meeting Center met samenwerkingsvergaderruimten (CMR Cloud) Gebruikershandleiding WebEx Meeting Center met samenwerkingsvergaderruimten (CMR Cloud) Eerste publicatie: 1 augustus 2014 Laatste wijziging: 1 augustus 2014 Americas Headquarters Cisco Systems, Inc. 170

Nadere informatie

cbox UW BESTANDEN GAAN MOBIEL! VOOR ANDROID-SMARTPHONES EN -TABLETS GEBRUIKERSHANDLEIDING

cbox UW BESTANDEN GAAN MOBIEL! VOOR ANDROID-SMARTPHONES EN -TABLETS GEBRUIKERSHANDLEIDING cbox UW BESTANDEN GAAN MOBIEL! VOOR ANDROID-SMARTPHONES EN -TABLETS GEBRUIKERSHANDLEIDING Inleiding cbox is een applicatie die u eenvoudig op uw computer kunt installeren. Na de installatie wordt in de

Nadere informatie

Handleiding. Online backup PC

Handleiding. Online backup PC Handleiding Online backup PC Inhoudsopgave 1. Installatie 2 2. Configuratie eerste keer 4 3. Bepalen waarvan een backup gemaakt moet worden 5 4. Instellen wanneer de backup wordt uitgevoerd 5 5. Beveiliging

Nadere informatie

Toegang tot uw e-mailberichten via internet

Toegang tot uw e-mailberichten via internet Basishandleiding Multrix Outlook Web App 2010 Versie: 24 februari 2011 Toegang tot uw e-mailberichten via internet Handleiding Multrix Outlook Web Access 2010 Voorblad Inhoudsopgave 1 Inloggen...3 2 Veelgebruikte

Nadere informatie

Acer erecovery Management

Acer erecovery Management 1 Acer erecovery Management Acer erecovery Management is een hulpprogramma dat door het softwareteam van Acer werd ontwikkeld en u een eenvoudig, betrouwbaar en veilig middel biedt om uw computer opnieuw

Nadere informatie

Praktijk opdrachten VMware

Praktijk opdrachten VMware Praktijk opdrachten VMware 1 1. Toegang tot de ICT Academie Cloud omgeving Om toegang te krijgen tot de Cloud omgeving van de ICT Academie, kun je onderstaande procedure volgen: http://wiki.vcloud.ictacademie.net/wp

Nadere informatie

SwyxIt! Handset P280. Design en functionaliteit perfect gecombineerd. Versie: augustus 2012

SwyxIt! Handset P280. Design en functionaliteit perfect gecombineerd. Versie: augustus 2012 Design en functionaliteit perfect gecombineerd Versie: augustus 2012 2000-2012 Swyx. All rights reserved. Legal Information Whilst Swyx attempt to convey accurate and current information relative to the

Nadere informatie

ZIEZO Remote Back-up Personal

ZIEZO Remote Back-up Personal handleiding ZIEZO Remote Back-up Personal Versie 4 1 INLEIDING... 3 1.1 SYSTEEMEISEN... 3 1.2 BELANGRIJKSTE FUNCTIES... 3 2 INSTALLATIE BACK-UP MANAGER... 4 2.1 VOLLEDIGE DATA BESCHIKBAARHEID IN 3 STAPPEN...

Nadere informatie

Stuurprogramma verzenden. Beheerdershandleiding

Stuurprogramma verzenden. Beheerdershandleiding Stuurprogramma verzenden Beheerdershandleiding Januari 2013 www.lexmark.com Overzicht 2 Overzicht Met Stuurprogramma verzenden kunt u eenvoudig een printerstuurprogramma voor een specifiek printermodel

Nadere informatie

Optimale werkwijzen voor Cisco WebEx voor veilige vergaderingen voor sitebeheerders en hosts

Optimale werkwijzen voor Cisco WebEx voor veilige vergaderingen voor sitebeheerders en hosts Optimale werkwijzen voor Cisco WebEx voor veilige vergaderingen voor sitebeheerders en hosts Eerste publicatie: 15 maart 2016 Americas Headquarters Cisco Systems, Inc. 170 West Tasman Drive San Jose, CA

Nadere informatie

Handleiding Standalone-installatie NIEUWE DIAS-VERSIES OP WINDOWS PC

Handleiding Standalone-installatie NIEUWE DIAS-VERSIES OP WINDOWS PC Handleiding Standalone-installatie NIEUWE DIAS-VERSIES OP WINDOWS PC Oktober 2015 Hoofdstuk 1, Standalone-installatie nieuwe Dias versie op Windows PC Inhoud 1 Standalone-installatie nieuwe Dias versie

Nadere informatie

Outlook Web App 2010 XS2office

Outlook Web App 2010 XS2office Handleiding Outlook Web App 2010 XS2office Toegang tot uw contacten, adressen en e-mail berichten via internet XS2office Versie: 22 juli 2014 Helpdesk: 079-363 47 47 Handleiding OWA Helpdesk: 079-363 47

Nadere informatie