Tweede Kamer der Staten Generaal

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Tweede Kamer der Staten Generaal"

Transcriptie

1 Tweede Kamer der Staten Generaal 2 Vergaderjaar Wijziging van de artikelen 71 en 245 van het Wetboek van Strafrecht en artikel 310 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek (verjarings en klachttermijnen zedendelïchten) Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING Het advies van de Raad van State wordt niet ALGEMEEN openbaar gemaakt op grond van het bepaalde in artikel 25a, derde lid, onderdeel - Inleidina b, van de Wet op de Raad van State. ** Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe de bescherming van minder jarige slachtoffers van zedendelicten te verbeteren en een bijdrage te leveren aan de bestnjdmg van seksueel misbruik van kinderen. Daartoe wordt drieërlei voorgesteld. In de eerste plaats wordt voorge steld de termijn van de strafrechtelijke verjaring van zedendelicten, gepleegd ten aanzien van een minderjarige, te doen ingaan op de dag na die waarop deze meerderjarig is geworden. In de tweede plaats wordt in samenhang hiermee voorgesteld de termijn voor het indienen van een klacht zonder welke de vervolging van bepaalde zedendelicten niet kan plaatshebben, te laten eindigen op het moment waarop de verjaringstermijn eindigt. In de derde plaats wordt voorgesteld, de termijn van verjaring van een civielrechtelijke vordering tot vergoeding van schade (vijf jaren) als gevolg van een zodanig zeden delict niet eerder te laten ingaan dan op de dag die waarop het slacht offer meerderjarig is geworden. 2. Wijziging van het Wetboek van Strafrecht 2.1 Aanleiding tot het onderhavige wetsvoorstel is de wens, een oplossing te vinden voor de problematiek inzake de verjaring van incest delicten. In mijn brief aan de voorzitter van de vaste Commissie voor Justitie van 20 september 1991 heb ik mijn visie hierop gegeven. Ik zal die visie op deze plaats nog eens uiteenzetten. Zoals bekend kent onze strafwetgeving niet de strafbaarstelling van incest in de betekenis van «bloedschande». Wel wordt in artikel 249, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht (Sr.) het plegen van ontucht met zijn minderjarig kind strafbaar gesteld, doch m het eigen kind worden genoemd stiefkind of pleegkind, zijn pupil, een aan zijn zorg, opleiding of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige of zijn minder jarige bediende of ondergeschikte. De reden voor de afzonderlijke straf F ISSN Sdu Uitgeverij Plantijnstraat 's Gravenhage 1992

2 baarstelling van ontucht met minderjarigen is dan ook niet de bloedver wantschap, doch de afhankelijkheids-relatie. Bovendien geldt de bescherming van deze jeugdigen tegen ontucht gedurende de gehele minderjarigheid, dus achttien jaren, terwijl de bescherming van minderja rigen tegen ontucht door een persoon met wie de minderjarige geen afhankelijkheids-relatie heeft - behalve in geval van artikel 248ter - eindigt bij het bereiken van de leeftijd van zestien jaren. Wanneer de strafbare feiten, bedoeld in de artikelen 242 tot en met 248ter, worden gepleegd door een familielid of een andere bekende ten aanzien van een minderjarige, gelden dezelfde regels als wanneer deze feiten worden gepleegd door een buitenstaander. Verjaringstermijnen, zo luidt de hoofdregel van artikel 71 Sr., vangen aan op de dag na die waarop het feit is gepleegd. De verjaringstermijn voor de feiten, strafbaar gesteld in de artikelen 243, 245 tot en met 247, 248ter, 249, 250, eerste lid, onderdeel 1 en tweede lid, en 250ter bedraagt op grond van artikel 70, eerste lid, onderdeel 3 Sr. twaalf jaren. In de gevallen, bedoeld in de artikelen 242, 244 en 248, is de verjaringstermijn vijftien jaren (artikel 70, eerste lid, onderdeel 4 ). De verjaringstermijn voor de feiten, strafbaar gesteld in de artikelen 250, eerste lid, onderdeel 2, en 250bis, bedraagt op grond van artikel 70, eerste lid, onderdeel 2, zes jaren. Genoemde termijnen worden tot een derde ingekort wanneer de dader ten tijde van het plegen van het feit de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt (artikel 70, tweede lid). In het voorstel van wet tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvor dering en andere wetten in verband met de herziening van het strafrecht voor jeugdigen (Kamerstukken II, , ) wordt voorgesteld deze verjaringstermijn tot de helft terug te brengen (in plaats van tot een derde). De problematiek van de verjaring van ontucht met minderjarigen door verwanten kwam voor het eerst aan de orde naar aanleiding van het onderzoek van drs N. Drayer: Seksueel misbruik van meisjes door verwanten. In het kabinetsstandpunt over dit onderzoek, dat op 19 mei 1989 door de toenmalige bewindslieden van Sociale Zaken en Werkgele genheid, van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur, en van Justitie aan de Tweede Kamer werd aangeboden, werd met betrekking tot verjaring het volgende opgemerkt (Kamerstukken II, , , nr. 1, blz. 15): «Uit het onderzoek blijkt dat herinneringen aan de misbruikerva ringen uit de jeugd pas na een latente perioden van jaren, «terug» komen. Dan kan het nog lange tijd duren voordat de slachtoffers over deze ervaringen kunnen praten. De verjaringstermijn voor seksuele delicten, zoals die nu in de strafwet is vastgesteld (twaalf jaar), houdt echter geen rekening met het langdurige proces van verwerking van misbruikervaringen. Pas daarna kan een slachtoffer een afgewogen beslissing nemen over de vraag of zij strafvervolging aangewezen acht. De onderzoekster stelt daarom voor de verjaringstermijn bij te stellen. Ook naar ons oordeel zijn er argumenten voor bijstelling van de verja ringstermijn. Naast het argument genoemd in het rapport kan nog het volgende worden aangevoerd. Zolang het slachtoffer zit ingekapseld in het gezin waartoe ook de dader behoort of waarmee het sterke bindingen heeft, zal het weinig hulp kunnen verwachten bij de beslissing over het doen van aangifte. Eigenlijk pas wanneer het slachtoffer de mogelijkheid heeft zich los te maken van het gezin, zal het meer in vrijheid een beslissing kunnen nemen. Er is daarom reden de verjarings termijn te laten beginnen op het moment waarop het slachtoffer meerderjarig wordt. Men heeft dan nog twaalf jaar om zich te beraden over de vraag of strafvervolging wordt verlangd. Wij realiseren ons natuurlijk, dat in veel gevallen in zaken als deze, waar het bewijs op zich

3 al zo moeilijk is te leveren, na zo'n groot aantal jaren de bewijsvoering nog moeilijker zal zijn.» In het kabinetsstandpunt werd derhalve een mogeiijke oplossing van de problematiek gezocht in het laten aanvangen van de verjaring op de dag dat het slachtoffer meerderjarig wordt. Op het moment dat het kabinetsstandpunt werd uitgebracht was nog aanhangig bij de Tweede Kamer het voorstel van wet tot wijziging van de artikelen 242 tot en met 249 van het Wetboek van Strafrecht (20 930); dit wetsvoorstel is inmiddels tot wet verheven (Wet van 9 oktober 1991, Stb. 519) en in werking getreden op 1 december Weliswaar heeft deze wijziging geen betrekking op seksueel misbruik door verwanten, maar aangenomen mocht worden dat het debat over dat wetsvoorstel verder zou strekken dan de daarin voorgestelde wijzigingen. Dat bleek ook het geval. Weliswaar kwam daarbij de verjaringstermijn van incest niet aan de orde, doch er werd wel veel aandacht besteed aan jeugdige - in het bijzonder tussen twaalf en zestien jaren - slachtoffers van zeden delicten. De tijdens het debat in het voorstel aangebrachte wijzigingen hielden onder meer in dat in geval van seksuele gemeenschap met een meisje tussen twaalf en zestien jaren de termijn waarbinnen een klacht kan worden ingediend, werd verlengd van drie maanden tot een termijn die gelijk is aan de verjaringstermijn, bedoeld in artikel 70 Sr., dat wil zeggen twaalf jaren (artikel 245, vierde lid). Het jeugdige slachtoffer is daarbij niet afhankelijk van de klachtbereidheid van de wettelijke verte genwoordiger. Bovendien werd de redaktie van artikel 245 sekse neutraal. Dit alles betekent dat in geval de dader verwant is, de jeugdige nog geruime tijd nadat hij of zij meerderjarig is geworden, een klacht tegen de dader kan indienen, en daarvoor niet meer afhankelijk is van zijn of haar ouders, die wellicht moeite hebben met het indienen van een klacht tegen een verwant. Voor het overige kwam seksueel misbruik door verwanten bij de behandeling van dit wetsvoorstel in de Tweede Kamer niet ter sprake Voor een wettelijke regeling in dezen is beantwoording van twee hoofdvragen nodig. 1. In welke gevallen dient de verjaringstermijn te worden verlengd? Deze vraag valt uiteen in drie subvragen: a) Tot welke strafbare feiten dient de regeling zich uit te strekken? b) Welke kring van slachtoffers behoeft bescherming? c) Welke is de kring van de daders? 2. Op welke wijze dient deze termijn te worden verlengd? ad 1 a. In het bijzonder doet de vraag zich voor warmeer er sprake is van «incest». In het reeds genoemde rapport van drs N. Drayer wordt van seksueel misbruik door verwanten de volgende omschrijving gegeven: «seksuele contacten van familieleden of huisgenoten met een meisje van onder de 16 jaar, die plaatsvinden tegen haar zin, of zonder dat zij - als gevolg van lichamelijk of relationeel overwicht, emotionele druk of dwang of geweld - het gevoel heeft (gehad) de seksuele contacten te kunnen weigeren.» Onder «verwanten» worden dus zowel familieleden als huisgenoten begrepen. Anderen zoals buren of vrienden van de ouders vallen buiten deze omschrijving. Toch kan, ook wanneer deze personen het kind seksueel misbruiken, het kind soms weinig mogelijk heden hebben om zich daaraan te onttrekken en de ouders bereid te vinden iets tegen deze personen te ondernemen. Het is duidelijk dat een omschrijving van «incest» als door Drayer gegeven niet bruikbaar is om aan te geven in welke gevallen de verjaring moet worden verlengd. Wanneer men immers de verjarings termijn van «incest» in ruime zin zou willen verlengen, zou men niet

4 alleen de misdrijven waarom het gaat moeten opsommen, maar ook moeten aangeven tegen wie, door wie en onder welke omstandigheden deze zijn gepleegd. Een dergelijke omschrijving zou aanleiding geven tot grote rechtsonzekerheid. Ik geef er de voorkeur aan, het bereik van de regeling niet te beperken tot «incest» maar tot alle seksuele delicten, d.w.z. de misdrijven, bedoeld in de artikelen 242 tot en met 250ter. ad 1b. Voorgesteld wordt om de verjaringsregeling te laten gelden voor alle minderjarige slachtoffers van een zedendelict. Zulks is in overeenstemming met het eerder genoemde kabinetsstandpunt, waarin als gezegd werd voorgesteld om de verjaringstermijn te laten beginnen op het moment waarop het slachtoffer meerderjarig wordt. Het onder havige voorstel wijkt daarmee af van het in mijn eerder genoemde brief gedane voorstel om de verjaringstermijn te laten ingaan op het moment waarop het slachtoffer de leeftijd van zestien jaren heeft bereikt. Ik geef er bij nader inzien, mede gelet op de voorgestelde wijziging van artikel 3:310 BW, de voorkeur aan dat alle minderjarige slachtoffers aanspraak kunnen maken op de voorgestelde bijzondere strafrechtelijke bescherming. Aldus is ten volle verzekerd dat jeugdige slachtoffers voldoende tijd hebben om zich te realiseren wat hun is aangedaan en - eventueel met hulp van derden - te overzien of, en zo ja, welke actie moet worden ondernomen. ad 1c. Voor een nadere afgrenzing van de regeling doen zich naar mijn oordeel vervolgens twee opties voor. In de eerste plaats kan worden bepaald dat de verjaringstermijn wordt verlengd indien voornoemde misdrijven worden gepleegd ten aanzien van een minderjarige, ongeacht de persoon van de dader. Een tweede mogelijkheid is dat verlenging plaatsvindt indien deze strafbare feiten worden gepleegd door een bloed of aanverwant tot en met een bepaalde graad (bij voorbeeld de tweede of eventueel derde graad). Bij beide opties is duidelijk in welke gevallen de verlengde verjaringstermijn geldt. Bij de eerste optie gaat het primair om bescherming van jeugdige slachtoffers van seksuele delicten, los van de vraag wie het strafbare feit heeft gepleegd. In deze optie is niet primair het argument voor de verlenging dat het gaat om de oplossing van de problematiek van personen die in hun jeugd seksueel zijn misbruikt door verwanten of bekenden - al vinden die personen in deze optie mede bescherming - maar om de omstandigheid dat het seksuele delict is gepleegd ten aanzien van een persoon die door haar of zijn jeugdige leeftijd niet kan overzien welke mogelijkheden er zijn om tegen de dader op te treden. Het jeugdige slachtoffer kan worden geschaad in haar of zijn mogelijk heden om de inbreuk op haar of zijn lichamelijke integriteit te laten vervolgen, wanneer de verantwoordelijke volwassenen (een deel van) de verjaringstermijn laten verlopen. Deze volwassenen kunnen dit overigens doen met de beste bedoelingen, bij voorbeeld omdat zij de jeugdige een verhoor en al hetgeen samenhangt met een strafrechtelijk onderzoek, willen besparen. Het is mogelijk dat de jeugdige daarover later anders denkt. Bij de tweede optie is de kring van daders beperkt tot zeer nauwe verwanten, dus tot de plegers van incest in de betekenis van «bloed schande». Dit heeft het bezwaar dat in de gevallen waarbij behalve deze naaste familieleden ook anderen de jeugdige hebben misbruikt - er hebben zich gevallen voorgedaan waarbij ouders, broers, ooms en buren waren betrokken - de verjaringstermijn voor de ene dader op een ander tijdstip zou eindigen dan voor de andere. Naar mijn oordeel heeft de eerste optie de voorkeur. Voor ieder die zich schuldig maakt aan een seksueel misdrijf ten aanzien van een persoon die de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt, eindigt de verjaringstermijn op hetzelfde tijdstip.

5 ad 2. Ten aanzien van de wijze waarop de verjaring zou moeten worden verlengd merk ik het volgende op. Zoals gezegd vangt de termijn van verjaring in de regel aan op de dag na die waarop het strafbaar feit is gepleegd. In een aantal gevallen vangt de verjaringstermijn aan op een ander tijdstip. Verlenging van de verjaring kan worden verwezenlijkt door de verlenging van de in artikel 70 Sr. bedoelde termijnen dan wel door deze termijnen op een later tijdstip te laten aanvangen. Ik ben van mening dat de tweede optie de voorkeur heeft. Een regeling van die strekking biedt het jeugdige slachtoffer een goede bescherming en is eenvoudig. In navolging van het kabinetsstandpunt stel ik voor om de verjaringstermijn te laten ingaan op het moment waarop het slachtoffer meerderjarig wordt. Dat betekent dat de in artikel 70 bedoelde termijnen voor alle seksuele misdrijven, gepleegd ten aanzien van een minderjarige, gaan lopen vanaf het tijdstip waarop het slachtoffer meerderjarig wordt, ongeacht de leeftijd van het minderjarige slachtoffer ten tijde van het plegen van het feit. Ik erken dat er bezwaren kunnen zijn tegen het oprekken van verja ringstermijnen. Het is algemeen aanvaard dat het recht tot strafvordering na zekere tijd verjaart. De argumenten hiervoor zijn dat de humaniteit gebiedt om op zeker ogenblik een streep onder een zaak te zetten. De verdediging wordt, in het bijzonder in gevallen als deze, waarin het bewijs van de juiste toedracht vaak door getuigen moet worden geleverd, na geruime tijd moeilijk, zo niet onmogelijk vgl. Noyon-Langemeijer Remmelink, aant. 2, bij artikel 70 Sr). Ik ben van oordeel dat het belang van degene die op jeugdige leeftijd seksueel is misbruikt, en de overige belangen die de strafvordering beoogt te beschermen, in het onder havige voorstel op evenwichtige wijze zijn afgewogen. 3. Wijziging van het Burgerlijk Wetboek Artikel 3:310 BW luidt: «Een rechtsvordering tot vergoeding van schade (...) verjaart door verloop van vijf jaren na de aanvang van de dag, volgende op die waarop de benadeelde zowel met de schade (...) als met de daarvoor aansprakelijke persoon bekend is geworden, en in ieder geval door verloop van twintig jaren na de gebeurtenis waardoor de schade is veroorzaakt (...) De wetgever heeft bij de regeling van de civielrechtelijke verjaring geen bijzondere regeling willen maken voor rechtsvorderingen tot vergoeding van schade die het gevolg zijn van een strafbaar feit. Een aanvankelijk voorstel daaromtrent is later geschrapt. Dat betekent dus dat ook de civielrechtelijke vordering tot vergoeding van schade als gevolg van een zedendelict - men denke hierbij vooral aan vergoeding van nadeel dat niet in vermogensschade bestaat (smartegeld) - eerder verjaart dan het recht tot strafvordering voor dergelijke delicten. Ik meen dat er geen aanleiding is om de civielrechtelijke verjarings termijn ten behoeve van (jeugdige) slachtoffers van zedendelicten te verlengen tot de duur van de strafrechtelijke verjaringstermijn, bij voorbeeld door te bepalen dat de civielrechtelijke verjaring van de schadevergoedingsvordering in geen geval eerder intreedt zolang het recht tot strafvordering nog bestaat. Wel meen ik dat er reden is een bijzondere voorziening te treffen, nu juist op het onderhavige terrein het strafrecht aan goedmaking van het door het slachtoffer geleden onrecht nauwelijks kan bijdragen en het hier om navrante gevallen van geheel eigen aard gaat, die een afwijking van de in het burgerlijk recht in het algemeen bestaande behoefte aan een korte verjaring terzake van

6 rechtsvorderingen betreffende schadevergoeding rechtvaardigen. Het betreft immers niet alleen opzettelijk toegebracht leed, maar ook een leed van een soort dat voor het slachtoffer het moeilijkst te verwerken pleegt te zijn, terwijl deze verwerking dan ook veel tijd pleegt te kosten. Voordat het verwerkingsproces is beëindigd, zal het slachtoffer in het algemeen nauwelijks in staat zijn een weloverwogen beslissing over het al of niet vragen van schadevergoeding te nemen. Bovendien zal die beslissing in de regel op hoogst persoonlijke overwegmgen berusten, zodat dit bij minderjarigen - waarom het hier gaat - ook niet aan de wettelijke vertegenwoordiger kan worden overgelaten. Deze gedach tengang leidt ertoe dat het aanbeveling verdient hier aan te knopen bij de civiele meerderjarigheidsgrens, zoals in het thans voorgestelde artikel 3:310 lid 2 BW geschiedt. Deze oplossing past ook in de systematiek van het civiele recht. Hoofdregel blijft dat de termijn ingaat op de dag volgende op die waarop het slachtoffer zowel met de schade als met de daarvoor aansprakelijke persoon bekend is geworden. Valt dit moment vóór het bereiken van de meerderjarigheid, dan gaat de termijn eerst lopen vanaf het moment dat het slachtoffer die leeftijd heeft bereikt. Daarvoor wordt verzekerd dat het slachtoffer voldoende tijd heeft om zijn/haar rechtspo sitie in dezen te overzien en de actie te (doen) ondernemen die hem/haar geraden voorkomt. Volledigheidshalve vermeld ik nog in dit verband dat de in artikel 36f Sr. voorgestelde schadevergoedingsmaatregel kan worden opgelegd, indien en voor zover de verdachte jegens het slachtoffer naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade (w.o , aanvulling van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering, de Wet voorlopige regeling schadefonds geweldsmisdrijven en andere wetten ten behoeve van slachtoffers van strafbare feiten). Deze maatregel kan derhalve niet meer worden opgelegd, indien de civielrechtelijke verja ringstermijn is verstreken. 4. Deregulering De onderhavige voorstellen behelzen een uitzondering op de strafrech telijke en civielrechtelijke verjaringsregeling. Uit een oogpunt van deregulering is het maken van uitzonderingen op een hoofdregel aanvaardbaar indien er specifieke redenen zijn die daartoe nopen. Hiervoor heb ik uiteengezet dat het jeugdige slachtoffer van een zeden delict te weinig tijd heeft om daadwerkelijk te kunnen beslissen of, en zo ja, op welke wijze het zijn rechten wil effectueren, indien de strafrechte lijke verjaringstermijn aanvangt op het moment dat het feit is gepleegd onderscheidenlijk de civielrechtelijke verjaringstermijn al ingaat ten tijde van het bekend worden met de schade en met de dader(s). Uit een oogpunt van deregulering bestaat overigens geen bezwaar tegen de voorgestelde regeling. Artikelsgewijs Onderdeel A (artikel 71) In artikel 71 aanhef Sr. is de hoofdregel neergelegd dat de strafrechte lijke verjaringstermijn aanvangt daags na het plegen van het feit. Aan de reeds bestaande uitzonderingen wordt in een nieuw derde onderdeel de uitzondering toegevoegd dat de verjaringstermijn voor de in de artikelen 242 tot en met 250ter bedoelde misdrijven, gepleegd jegens een minderjarige, eerst aanvangt daags na het bereiken van de achttienjarige leeftijd.

7 Onderdeel B (artikel 245) Ingevolge artikel 245, vierde lid, is de klachttermijn ten aanzien van het in het eerste lid bedoelde zedendelict gelijk aan de verjaringstermijn daarvoor. De klachttermijn en de verjaringstermijn zullen thans doorgaans op hetzelfde moment aanvangen (daags na de kennisneming van het strafbaar feit onderscheidenlijk daags na het plegen van het feit). Zonder wijziging van artikel 245 zou als gevolg van de voorgestelde wijziging van artikel 71 de klachttermijn eerder eindigen dan de verja ringstermijn en zou de klachttermijn de facto korter worden. Daarom wordt voorgesteld om het einde van de klachttermijn te koppelen aan het einde van de verjaringstermijn. Artikel II (artikel 310 van het Burgerlijk Wetboekj De voorgestelde verlenging van de verjaringstermijn (d.w.z. het later ingaan daarvan) is beperkt tot rechtsvorderingen tegen de schuldige aan een van de in de artikelen 242 tot en met 250ter bedoelde misdrijven. Dat is de dader of de medeplichtige van dat misdrijf. Voor andere personen die krachtens de artikelen 6:169 tot en met 171 aansprakelijk zouden kunnen zijn voor door een minderjarig slachtoffer geleden schade (ouder of werkgever) geldt dus de regeling van het eerste lid. Ik vermeld ten slotte nog dat het voorgestelde tweede lid te zijner tijd zal worden vernummerd tot vierde lid, indien wetsvoorstel (Verjaring van de vordering tot vergoeding van schade door milieuveront reiniging) in werking zal zijn getreden. De Minister van Justitie, E. M. H. Hirsch Ballin

Wijziging van de regeling van de bevrijdende verjaring in het Burgerlijk Wetboek in geval van schade veroorzaakt door strafbare feiten

Wijziging van de regeling van de bevrijdende verjaring in het Burgerlijk Wetboek in geval van schade veroorzaakt door strafbare feiten Wijziging van de regeling van de bevrijdende verjaring in het Burgerlijk Wetboek in geval van schade veroorzaakt door strafbare feiten VOORSTEL VAN WET Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden,

Nadere informatie

32 853 Wijziging van de regeling van de bevrijdende verjaring in het Burgerlijk Wetboek in geval van schade veroorzaakt door strafbare feiten

32 853 Wijziging van de regeling van de bevrijdende verjaring in het Burgerlijk Wetboek in geval van schade veroorzaakt door strafbare feiten TWEEDE KAMER DER 2 STATEN-GENERAAL Vergaderjaar 2010-2011 32 853 Wijziging van de regeling van de bevrijdende verjaring in het Burgerlijk Wetboek in geval van schade veroorzaakt door strafbare feiten Nr.

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2011 2012 32 853 Wijziging van de regeling van de bevrijdende verjaring in het Burgerlijk Wetboek in geval van schade veroorzaakt door strafbare feiten C

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1992-1993 22889 Wijziging van de artikelen 71 en 245 van het Wetboek van Strafrecht en artikel 310 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek (verjarings en klachttermijnen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 039 Uitvoering van het op 11 mei 2011 te Istanboel tot stand gekomen Verdrag van de Raad van Europa inzake het voorkomen en bestrijden van geweld

Nadere informatie

Verjaring van incest. Verjarings- en klachttermijnen bij sexuele delicten met minderjarigen

Verjaring van incest. Verjarings- en klachttermijnen bij sexuele delicten met minderjarigen Artikelen beleidsmedewerkster Clara Wichmann Instituut Verjarings- en klachttermijnen bij sexuele delicten met minderjarigen Verjaring van incest Met de algehele herziening van het Burgerlijk Wetboek verdween

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 30 143 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering ter versterking van de positie van het slachtoffer in het strafproces Nr. 2 VOORSTEL VAN WET

Nadere informatie

Wetboek van Strafrecht

Wetboek van Strafrecht Wetboek van Strafrecht Titel XIV. Misdrijven tegen de zeden Artikel 239 Met gevangenisstraf van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie wordt gestraft schennis van de eerbaarheid:

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2015 182 Besluit van 15 mei 2015 tot wijziging van het Besluit internationale verplichtingen extraterritoriale rechtsmacht in verband met de implementatie

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2013 95 Wet van 7 maart 2013 tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en het Wetboek van Strafrecht BES met het

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 101 Wijziging van de Gemeentewet in verband met de invoering van een bestuurlijke boete voor overtreding van een aantal voorschriften bepaald

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 257 Wijziging van het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van Strafvordering en het Wetboek van Strafrecht teneinde de vergoeding van affectieschade

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1999 313 Wet van 1 juli 1999, houdende wijziging van enkele onderwijswetten in verband met onder meer de bestrijding van seksueel misbruik en seksuele

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 20 202 33 76 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering ter uitbreiding van het spreekrecht van slachtoffers en nabestaanden in het strafproces Nr. 4 ADVIES

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2016 2017 34 257 Wijziging van het urgerlijk Wetboek, het Wetboek van Strafvordering en het Wetboek van Strafrecht teneinde de vergoeding van affectieschade

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1999 464 Wet van 28 oktober 1999 tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht, enige andere wetboeken en enige wetten (opheffing algemeen bordeelverbod)

Nadere informatie

Verruiming spreekrecht in rechtszaal van kracht

Verruiming spreekrecht in rechtszaal van kracht Regelingen en voorzieningen CODE 6.5.6.28 Verruiming spreekrecht in rechtszaal 1.9.2012 van kracht tekst bronnen Nieuwsbericht ministerie van Veiligheid en Justitie 10.7.2012; www.rijksoverheid.nl Wet

Nadere informatie

Eerste Kamer stemt in met afschaffing verjaring zware misdrijven

Eerste Kamer stemt in met afschaffing verjaring zware misdrijven Regelingen en voorzieningen CODE 6.5.2.22 Eerste Kamer stemt in met afschaffing verjaring zware misdrijven bronnen Nieuwsbericht ministerie van Veiligheid en Justitie d.d. 13.11.2012; www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 916 Bepalingen samenhangend met de vervolging en berechting in Nederland van strafbare feiten die verband houden met het neerhalen van Malaysia

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 200 20 32 890 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de aanpassing van de regeling van de vervolgingsverjaring Nr. 4 ADVIES RAAD VAN STATE

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 17523 10 november 2010 Besluit van *****, tot vaststelling van de bedragen voor vergoeding voor het door naasten geleden

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2013 444 Wet van 6 november 2013 tot implementatie van de richtlijn 2011/36/EU van het Europees Parlement en de Raad inzake voorkoming en bestrijding

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 840 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en het Wetboek van Strafrecht BES met het oog op de verruiming

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Uitvoering van het op 11 mei 2011 te Istanboel tot stand gekomen Verdrag van de Raad van Europa inzake het voorkomen en bestrijden van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld (Trb. 2012, 233) VOORSTEL

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 217 Regels over de documentatie van vennootschappen (Wet documentatie vennootschappen) A OORSPRONKELIJKE TEKST VAN HET VOORSTEL VAN WET EN DE

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1995 1996 24 770 Invoering van en aanpassing van wetgeving aan de Vaststellingswet titel 7.10 Burgerlijk Wetboek (arbeidsovereenkomst) (Invoeringswet titel

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1998 309 Besluit van 14 mei 1998 tot wijziging van het Besluit uitbreiding en beperking kring verzekerden volksverzekeringen 1989 Wij Beatrix, bij

Nadere informatie

GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken

GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken parketnummer : 20.001938.96 uitspraakdatum : 29 april 1997 verstek dip GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken A R R E S T gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis

Nadere informatie

Hebben goedgevonden en verstaan: ARTIKEL I

Hebben goedgevonden en verstaan: ARTIKEL I Besluit van, houdende wijziging van het Besluit justitiële en strafvorderlijke gegevens in verband met de implementatie van de richtlijn 2011/93/EU van het Europees Parlement en de Raad ter bestrijding

Nadere informatie

Overleg- en aangifteplicht

Overleg- en aangifteplicht 1.e. Op 28 juli 1999 is de Wet bestrijding van seksueel misbruik en seksuele intimidatie in het onderwijs in werking getreden. Deze wet is een uitwerking van de voorstellen die de toenmalige staatssecretaris

Nadere informatie

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie van 2005, directie Wetgeving, nr. ; De Raad van State gehoord (advies van );

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie van 2005, directie Wetgeving, nr. ; De Raad van State gehoord (advies van ); BEATRIX Besluit van houdende wijziging van het Besluit DNA-onderzoek in strafzaken Op de voordracht van Onze Minister van Justitie van 2005, directie Wetgeving, nr. ; Gelet op de artikelen 151a, zesde

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 846 Voorstel van wet van het lid Markuszower tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de invoering van minimumstraffen bij

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 743 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering in verband met het treffen van een regeling inzake het verhoor van afgeschermde getuigen en

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 32 529 Wijziging van de Wet op de jeugdzorg en Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, de Algemene Kinderbijslagwet en de Wet Landelijk Bureau Inning

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2018 133 Besluit van 20 april 2018 tot vaststelling van bedragen voor nadeel van naasten dat niet in vermogensschade bestaat (Besluit vergoeding affectieschade)

Nadere informatie

Algemene bepalingen. Transactie DDD. Na titel VIII wordt een titel ingevoegd, luidende: TITEL VIIIA BIJZONDERE BEPALINGEN VOOR JEUGDIGEN.

Algemene bepalingen. Transactie DDD. Na titel VIII wordt een titel ingevoegd, luidende: TITEL VIIIA BIJZONDERE BEPALINGEN VOOR JEUGDIGEN. DDD Na titel VIII wordt een titel ingevoegd, luidende: TITEL VIIIA BIJZONDERE BEPALINGEN VOOR JEUGDIGEN Algemene bepalingen Artikel 79a Ten aanzien van degene die ten tijde van het begaan van een strafbaar

Nadere informatie

Datum 28 augustus 2015 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over seksueel misbruik bij boeddhisten in Nederland

Datum 28 augustus 2015 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over seksueel misbruik bij boeddhisten in Nederland 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bestuurlijke en Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500

Nadere informatie

No.W /II 's-gravenhage, 2 maart 2012

No.W /II 's-gravenhage, 2 maart 2012 ... No.W03.12.0005/II 's-gravenhage, 2 maart 2012 Bij Kabinetsmissive van 6 januari 2012, no.12.000013, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, bij de Afdeling

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2009 245 Wet van 12 juni 2009 tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht, Wetboek van Strafvordering en enkele aanverwante wetten in verband met

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZUT:2005:AU3810

ECLI:NL:RBZUT:2005:AU3810 ECLI:NL:RBZUT:2005:AU3810 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 05-10-2005 Datum publicatie 05-10-2005 Zaaknummer 06-0604540-04 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 515 Wet van 26 september 2002 tot wijziging van de Wet op de jeugdhulpverlening in verband met de advies- en meldpunten kindermishandeling Wij

Nadere informatie

2 Tenlastelegging en motivering van de gegeven vrijspraak

2 Tenlastelegging en motivering van de gegeven vrijspraak ECLI:NL:HR:2014:1174 Uitspraak 20 mei 2014 Strafkamer nr. 13/02407 Hoge Raad der Nederlanden Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 6 februari 2013, nummer 22/001806-12,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1994 1995 24 131 Effecten en doelbereiking van de nieuwe zedelijkheidswetgeving Nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

Rolnummer 4237. Arrest nr. 33/2008 van 28 februari 2008 A R R E S T

Rolnummer 4237. Arrest nr. 33/2008 van 28 februari 2008 A R R E S T Rolnummer 4237 Arrest nr. 33/2008 van 28 februari 2008 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 34, 2, van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst, gesteld door

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2001 321 Besluit van 4 juli 2001 tot wijziging van het Besluit tenuitvoerlegging geldboetevonnissen, het Besluit tenuitvoerlegging ontnemings- en

Nadere informatie

Aan de Koning. Directie Wetgeving en Juridische Zaken. Turfmarkt DP Den Haag Postbus EH Den Haag

Aan de Koning. Directie Wetgeving en Juridische Zaken. Turfmarkt DP Den Haag Postbus EH Den Haag Aan de Koning Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/jenv Registratienummer Onderwerp Nader rapport inzake het voorstel van wet tot wijziging van de Wet schadefonds

Nadere informatie

Gehoord de gerechten, adviseert de Raad als volgt. 2

Gehoord de gerechten, adviseert de Raad als volgt. 2 Aan de minister van Veiligheid en Justitie Mr. I.W. Opstelten Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG datum 1 april 2011 doorkiesnummer 070-361 9721 e-mail voorlichting@rechtspraak.nl uw kenmerk 5683418/11/6 onderwerp

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 696 Wijziging van de Wet op de lijkbezorging Nr. 4 ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT 1 Hieronder zijn opgenomen het advies van de Raad

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 041 Wijziging van de Wet schadefonds geweldsmisdrijven in verband met het opheffen van de rechtspersoonlijkheid van het fonds, uitbreiding van

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2014 2015 34 068 Wijziging van de Penitentiaire beginselenwet, de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden, de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen

Nadere informatie

In artikel 1 worden in de omschrijving van seksbedrijf de woorden of het verrichten van vervangen door: of tot het verrichten van.

In artikel 1 worden in de omschrijving van seksbedrijf de woorden of het verrichten van vervangen door: of tot het verrichten van. 32 211 Regels betreffende de regulering van prostitutie en betreffende het bestrijden van misstanden in de seksbranche (Wet regulering prostitutie en bestrijding misstanden seksbranche) NOTA VAN WIJZIGING

Nadere informatie

De uitvoering van het jeugdstrafrecht

De uitvoering van het jeugdstrafrecht Stelselwijziging Jeugd Factsheet De uitvoering van het jeugdstrafrecht Na inwerkingtreding van de Jeugdwet De uitvoering van het jeugdstrafrecht 1 De uitvoering van het jeugdstrafrecht 2 Inleiding Deze

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 475 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering, de Wet internationale misdrijven, de Wet overlevering inzake oorlogsmisdrijven

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2013 2014 33 685 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en de Wet op de economische delicten met het oog op het vergroten

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 1999 2000 Nr. 348 26 672 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de openstelling van het huwelijk voor personen van hetzelfde geslacht

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2005 175 Wet van 23 maart 2005 tot wijziging en aanvulling van een aantal bepalingen in het Wetboek van Strafvordering met betrekking tot de betekening

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 1997 1998 Nr. 239 24 112 Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 (wijziging van de regelingen van de invordering en inhouding van rijbewijzen en de bijkomende

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 068 Wijziging van de Penitentiaire beginselenwet, de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden, de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 28 495 Voorstel van wet van de leden Dittrich en Van Haersma Buma tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met het vervallen van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 29 936 Regels inzake beëdiging, kwaliteit en integriteit van beëdigd vertalers en van gerechtstolken die werkzaam zijn binnen het domein van justitie

Nadere informatie

Datum 6 januari 2016 Onderwerp Gespreksnotitie Nationaal Rapporteur rondetafelgesprek kindermisbruik. Geachte voorzitter,

Datum 6 januari 2016 Onderwerp Gespreksnotitie Nationaal Rapporteur rondetafelgesprek kindermisbruik. Geachte voorzitter, 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Tweede Kamer der Staten-Generaal t.a.v. de voorzitter van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie mevrouw L. Ypma Postbus 20018 2500 EA Den Haag Turfmarkt

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal erste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2003 2004 28 980 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en de Penitentiaire beginselenwet (plaatsing in een inrichting voor

Nadere informatie

Recht en bijstand bij juridische procedures

Recht en bijstand bij juridische procedures Recht en bijstand bij juridische procedures In deze folder leest u meer 0900-0101 (lokaal tarief) over de juridische bijstand door Slachtofferhulp Nederland en de rechten van slachtoffers. Een wirwar van

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1997 30 Besluit van 16 januari 1997, houdende uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken (Uitvoeringsbesluit Wet waardering onroerende zaken)

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 28 867 Wijziging van de titels 6, 7 en 8 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek (aanpassing wettelijke gemeenschap van goederen) Nr. 12 DERDE NOTA

Nadere informatie

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van, nr. ;

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van, nr. ; Besluit van, tot wijziging van het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000 in verband met een vergoeding voor de beurtelingse verlening van rechtsbijstand in het kader van politieverhoren Op de voordracht

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2008 2009 31 009 Voorstel van wet van het lid Waalkens houdende strafbaarstelling van het plegen van ontuchtige handelingen met dieren en pornografie met

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 27 047 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het gezamenlijk gezag van rechtswege bij geboorte tijdens een geregistreerd

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1994 1995 24 112 Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 (wijziging van de regelingen van de invordering en inhouding van rijbewijzen en de bijkomende straf

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 30 034 Bevordering van het naar arbeidsvermogen verrichten van werk of van werkhervatting van verzekerden die gedeeltelijk arbeidsgeschikt zijn

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2010 2011 32 363 Aanpassing van de Wet schadefonds geweldsmisdrijven in verband met uitbreiding van de categorieën van personen die recht hebben op een uitkering

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2007 575 Wet van 20 december 2007, tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en de Wet op de jeugdzorg met het

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1996 1997 25 189 Wijziging van een aantal wetten in verband met de herziening van het afstammingsrecht alsmede van de regeling van adoptie Nr. 1 KONINKLIJKE

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 168 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering en de Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden in verband met de introductie van DNA-verwantschapsonderzoek

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 463 Wijziging en aanvulling van het Wetboek van Strafrecht en enige andere wetten in verband met terroristische misdrijven (Wet terroristische

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 421 Wet van 9 oktober 2008, houdende regels strekkende tot het opleggen van een tijdelijk huisverbod aan personen van wie een ernstige dreiging

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2010 1 Wet van 17 december 2009 tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering, het Wetboek van Strafrecht en de Wet schadefonds geweldsmisdrijven

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2014:1700 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 12/04833

ECLI:NL:PHR:2014:1700 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 12/04833 ECLI:NL:PHR:2014:1700 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 01-07-2014 Datum publicatie 26-09-2014 Zaaknummer 12/04833 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 363 Aanpassing van de Wet schadefonds geweldsmisdrijven in verband met uitbreiding van de categorieën van personen die recht hebben op een uitkering

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2006 190 Besluit van 5 april 2006, houdende wijziging van het Besluit DNA-onderzoek in strafzaken Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 213 Uitvoering van het op 31 januari 1995 te Straatsburg tot stand gekomen Verdrag inzake de sluikhandel over zee, ter uitvoering van artikel

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 208 Uitvoering van het op 20 december 2006 te New York tot stand gekomen Internationaal Verdrag inzake de bescherming van alle personen tegen

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2003 2004 28 994 Wijziging van de Ziekenfondswet, de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten en enkele andere wetten, in verband met herziening van het overeenkomstenstelsel

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 885 Wijziging van de Wet regulering prostitutie en bestrijding misstanden seksbranche Nr. 4 ADVIES AFDELING ADVISERING RAAD VAN STATE EN NADER

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2009 2010 31 487 (R1862) Wijziging Wetboek van Militair Strafrecht in verband met het opnemen van een strafuitsluitingsgrond voor rechtmatig geweldgebruik

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2013 225 Wet van 19 juni 2013 tot wijziging van de Opiumwet en de Wet wapens en munitie in verband met de verruiming van de kring van ambtenaren,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1997 773 Wet van 24 december 1997 tot wijziging van een aantal wetten in verband met de herziening van het afstammingsrecht alsmede van de regeling

Nadere informatie

Datum 29 januari 2010 Onderwerp WODC-onderzoek 'Strafrechtelijke ontzetting uit beroep of ambt'

Datum 29 januari 2010 Onderwerp WODC-onderzoek 'Strafrechtelijke ontzetting uit beroep of ambt' > Retouradres Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.justitie.nl Onderwerp WODC-onderzoek

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 740 Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht, de Wet tarieven in burgerlijke zaken en enkele andere wetten ter verhoging van de opbrengst

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 0 0 33 079 Aanpassing van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband met de wijziging van het recht op inzage, afschrift of uittreksel van bescheiden

Nadere informatie

Datum 23 november 2012 Onderwerp Nadere informatie n.a.v. de berichtgeving over de secretaris-generaal van mijn ministerie

Datum 23 november 2012 Onderwerp Nadere informatie n.a.v. de berichtgeving over de secretaris-generaal van mijn ministerie 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1994 1995 24 139 Regels met betrekking tot naar buitenlands recht opgerichte, rechtspersoonlijkheid bezittende kapitaalvennootschappen die hun werkzaamheid

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 270 Wet van 27 juni 2008 tot wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap ter invoering van een verklaring van verbondenheid, en tot aanpassing

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 44630 31 december 2015 Besluit van de Minister van Veiligheid en Justitie van 2 december 2015, kenmerk 708251, tot vaststelling

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2018 2019 34 915 Goedkeuring van het op 7 juli 2017 te Tallinn tot stand gekomen Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en Oekraïne inzake internationale

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1997 38 Wet van 23 januari 1997 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek en enige andere wetten in verband met de herziening van de voorlopige maatregelen

Nadere informatie

Aanpassing van wetgeving en vaststelling van overgangsrecht in verband met de herziening van de maatregelen van kinderbescherming

Aanpassing van wetgeving en vaststelling van overgangsrecht in verband met de herziening van de maatregelen van kinderbescherming anpassing van wetgeving en vaststelling van overgangsrecht in verband met de herziening van de maatregelen van kinderbescherming VOORSTEL VN WET Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden,

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012

ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012 ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012 Instantie Datum uitspraak 11-06-2003 Datum publicatie 12-08-2003 Zaaknummer 2200326602 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-gravenhage

Nadere informatie

Wet schadefonds geweldsmisdrijven in werking per 1.1.2012

Wet schadefonds geweldsmisdrijven in werking per 1.1.2012 Regelingen en voorzieningen CODE 6.5.6.32 Wet schadefonds geweldsmisdrijven in werking per 1.1.2012 bronnen Nieuwsbericht Schadefonds geweldsmisdrijven 6.6.2011; www.schadefonds.nl Wet van 6 juni 2011

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 33 722 Voorstel van wet van het lid Van der Steur tot het stellen van regels omtrent de registratie en de bevordering van de kwaliteit van mediators

Nadere informatie