GEMEENTE... ~ lansingerland

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "GEMEENTE... ~ lansingerland"

Transcriptie

1 " GEMEENTE... ~ lansingerland De leden van de Gemeenteraad Postbus AA BERKELEN RODENRIJS Verzenddatum 2 juli 2013 Onskenmerk U Uw brief van Afdeling Ruimtelijke Postbus 1 Ontwikkeling 2650AA Berkel en Rodenrijs Nadere informatie Erwin Zwijnenburg Telefoon info lansingerland.nl Fax (010) Onderwerp Inpassingsplan 380 kv Noordring Geachte leden van de gemeenteraad, Op 3 september 2012 hebben de ministers van EZ en IliM het inpassingsplan "Randstad 380 kv-verbinding Beverwijk - Zoetermeer (Bleiswijk)" vastgesteld. Diverse belanghebbenden hebben beroep ingesteld tegen het vastgestelde inpassingsplan. De Raad van State heeft op 5 juni [L uitspraak gedaan. De ingestelde beroepen zijn ongegrond verklaard. De uitspraak is gedaan naar aanleiding van de ingediende beroepen die zijn behandeld tijdens de zittingen van de Raad van State op 26 en 27 maart Bij deze zittingen zijn alle partijen gehoord om te beoordelen of de ministers van EZ en IliM voldoende gemotiveerd besluiten hebben genomen, waarbij zo goed als mogelijk rekening is gehouden met alle belangen. De uitspraak is als bijlage bij deze brief gevoegd. Het inpassingsplan is nu onherroepelijk. Met het project Randstad 380 kv voorzien het ministerie van EZ en TenneT in een fasegewijze aanleg van een noodzakelijke hoogspanningsverbinding in de Randstad, verdeeld over een al gerealiseerde Zuidring (Wateringen-Bleiswijk) en de Noordring (Beverwijk-Bleiswijk). De nieuwe verbindingen zijn van belang voor het borgen van leveringszekerheid in de Randstad, ook in de toekomst, en het vergroten van de transportcapaciteit. Volgens planning zal de bouw van de nieuwe verbinding Beverwijk-Vijfhuizen verbinding Vijfhuizen-Bleiswijk naar verwachting in in 2014 starten en van de Met een vriendelijke groet, burgemee er en wethouders van Lansingerland drs. ing. Ad Eijkenaar Secretaris Bijlage(n): Uitspraak Raad van State ( ) pagina l/l

2 Uitspraak /1/R1 Raad van State Page 1 of48 Uitspraak /1/R1 DATUM VAN UITSPRAAK woensdag 5 juni TEGEN de minister v a n Economische Z a k e n, Landbouw en Innovatie PROCEDURESOORT Eerste aanleg - meervoudig RECHTSGEBIED Ruimtelijke-ordeningskamer - Overige /1/R1. Datum uitspraak: 5 juni 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak in het geding tussen: 1. [appellant sub 1 A] en [appellante sub 1 B] (hierna tezamen en in enkelvoud: [appellant sub 1]), wonend te Hazerswoude-Dorp, gemeente Rijnwoude, 2. [appellant sub 2], wonend te Bleiswijk, gemeente Lansingerland, 3. [appellant sub 3], wonend te Zwanenburg, gemeente Haarlemmermeer, en anderen, 4. [appellant sub 4], wonend te Nieuwe Wetering, gemeente Kaag en Braassem, 5. [appellant sub 5], wonend te Heemstede, 6. [appellant sub 6], wonend te Vijfhuizen, gemeente Haarlemmermeer, 7. [appellant sub 7], wonend te Vijfhuizen, gemeente Haarlemmermeer, 8. [appellant sub 8], wonend te Vijfhuizen, gemeente Haarlemmermeer, 9. [appellante sub 9], gevestigd te Vijfhuizen, gemeente Haarlemmermeer, 10. [appellant sub 10 A] en [appellante sub 10 B] (hierna tezamen en in enkelvoud: [appellant sub 10]), wonend te Vijfhuizen, gemeente Haarlemmermeer, 11. [appellante sub 11], gevestigd te Waddinxveen, waarvan de maten zijn [maat A] en [maat B], beiden wonend te Waddinxveen, 12. [appellante sub 12], gevestigd te Moerkapelle, gemeente Zuidplas, waarvan de maten zijn [maat A] en [maat B], beiden wonend te Moerkapelle, gemeente Zuidplas, 13. [appellante sub 13], gevestigd te Hazerswoude-Dorp, gemeente Rijnwoude, waarvan de maten zijn [maat A] en [maat B], beiden wonend te Hazerswoude-Dorp, gemeente Rijnwoude, 14. [appellant sub 14 A] en [appellant sub 14 B] (hierna tezamen en in enkelvoud: [appellant sub 14]), wonend te Nieuw-Vennep, gemeente Haarlemmermeer, 15. [appellanten sub 15], beiden wonend te Benthuizen, gemeente Rijnwoude, 16. de vereniging Vereniging Dorpsbelang Nieuwe Wetering (hierna: VDNW), gevestigd te Nieuwe Wetering, gemeente Kaag en Braassem, en anderen, 17. [appellant sub 17], wonend te Bleiswijk, gemeente Lansingerland, 18. [appellant sub 18], wonend te Hazerswoude-Dorp, gemeente Rijnwoude, 19. [appellant sub 19], wonend te Rijsenhout, gemeente Haarlemmermeer, en anderen, 20. de vereniging Vereniging Belangenvereniging de Kruisweg (hierna: BVK), gevestigd te Bleiswijk, gemeente Lansingerland, 21. [appellante sub 21], gevestigd te Vijfhuizen, gemeente Haarlemmermeer, 22. [appellanten sub 22], beiden wonend te Rijpwetering, gemeente Kaag en Braassem, 23. de erven van [appellant sub 23 A], onder wie [appellant sub 23 B], wonend te Gouda, 24. de stichting Wijkraad Wijkstellinghof, gevestigd te Vijfhuizen, gemeente Haarlemmermeer, 25. de vereniging Vereniging Dorp Vijfhuizen (hierna: VDV), gevestigd te Vijfhuizen, gemeente Haarlemmermeer, 26. [appellante sub 26], gevestigd te Bergschenhoek, gemeente Lansingerland, waarvan de vennoten zijn [vennoot A] en [vennoot B], wonend te Zevenhuizen, gemeente Zuidplas, onderscheidenlijk Bergschenhoek, gemeente Lansingerland, 27. [appellante sub 27], gevestigd te Abbenes, gemeente Haarlemmermeer, waarvan de vennoten zijn [vennoot A] en [vennoot B], beiden wonend te Abbenes, gemeente Haarlemmermeer, 28. [appellante sub 28], gevestigd te Abbenes, gemeente Haarlemmermeer, waarvan de vennoten zijn [vennoot A] en [vennoot B], beiden wonend te Abbenes, gemeente Haarlemmermeer, 29. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Eneco Wind B.V., gevestigd te

3 Uitspraak /1/R1 Raad van State Page 2 of 48 Rotterdam, en andere, 30. [appellant 30], wonend te Lisserbroek, gemeente Haarlemmermeer, 31. [appellant sub 31], wonend te Spaarndam, gemeente Haarlem, 32. [appellante sub 32], gevestigd te Spaarnwoude, gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude, en anderen, 33. [appellant sub 33], wonend te Rijpwetering, gemeente Kaag en Braassem, 34. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Ymere Ontwikkeling B.V., gevestigd te Amsterdam, en andere, 35. [appellant sub 35], wonend te Nieuw-Vennep, gemeente Haarlemmermeer, en de ministers van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, thans: Economische Zaken, en van Infrastructuur en Milieu (hierna: de ministers), verweerders. Procesverloop Bij besluiten van 28 augustus 2012 en 3 september 2012 hebben de ministers het inpassingsplan "Randstad 380 kv-verbinding Noordring Beverwijk - Zoetermeer (Bleiswijk)" (hierna: het rijksinpassingsplan) vastgesteld. Tegen deze besluiten (hierna in enkelvoud: het besluit) hebben appellanten onder 1 tot en met 35 beroep ingesteld. De ministers hebben twee verweerschriften ingediend. Deze betreffen het verweerschrift van 3 december 2012 (hierna: het algemene verweerschrift) en het verweerschrift van 21 februari 2013 (hierna: het specifieke verweerschrift). Een aantal partijen heeft nadere stukken ingediend. De Afdeling heeft de zaak gelijktijdig met zaaknummer /1/R1 ter zitting behandeld op 26 en 27 maart 2013, waar een aantal appellanten in persoon is verschenen en/of zich heeft doen vertegenwoordigen. Ook de ministers hebben zich doen vertegenwoordigen. Voorts zijn ter zitting de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid TenneT TSO B.V. als partij en de raad van de gemeente Rijnwoude gehoord. Overwegingen Ontvankelijkheid 1. Ingevolge de artikelen 3:11, 3:15 en 3:16 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) wordt een ontwerpplan ter inzage gelegd voor de duur van zes weken en kunnen gedurende deze termijn zienswijzen naar voren worden gebracht. Ingevolge artikel 2:15, eerste lid van de Awb kan een bericht elektronisch naar een bestuursorgaan worden verzonden, voor zover het bestuursorgaan kenbaar heeft gemaakt dat deze weg is geopend. Het bestuursorgaan kan nadere eisen stellen aan het gebruik van de elektronische weg. Ingevolge artikel 8.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wet ruimtelijke ordening (hierna: Wro), zoals dit luidde ten tijde van belang, en artikel 6:13 van de Awb kan beroep slechts worden ingesteld tegen het besluit tot vaststelling van een rijksinpassingsplan door de belanghebbende die tegen dit ontwerpplan tijdig een zienswijze naar voren heeft gebracht. Dit is slechts anders indien een belanghebbende redelijkerwijs niet kan worden verweten dat hij niet tijdig een zienswijze naar voren heeft gebracht In de publicatie van de bekendmaking van de terinzagelegging van het ontwerp van het rijksinpassingsplan staat dat zienswijzen niet alleen schriftelijk of mondeling naar voren kunnen worden gebracht maar ook via het reactieformulier op de internetpagina De ministers hebben derhalve de weg geopend tot het elektronisch naar voren brengen van een zienswijze BVK betoogt dat zij tegen het ontwerp van het rijksinpassingsplan via elektronische weg een zienswijze naar voren heeft gebracht, maar dat zij geen ontvangstbevestiging heeft ontvangen van de door haar naar voren gebrachte zienswijze

4 Uitspraak /1/R1 Raad van State Page 3 of De ministers hebben zich op het standpunt gesteld dat zij geen zienswijze hebben ontvangen. Zij betogen dat zowel uit de papieren administratie als uit de digitale administratie niet blijkt dat BVK een zienswijze naar voren heeft gebracht De Afdeling overweegt hieromtrent dat het op de weg van BVK ligt om aannemelijk te maken dat zij de zienswijze tijdig naar voren heeft gebracht. De enkele stelling dat zij tijdig via elektronische weg een zienswijze naar voren heeft gebracht is daartoe niet voldoende. De ministers hebben zich onweersproken op het standpunt gesteld dat op de internetpagina, die de mogelijkheid bood om elektronisch een zienswijze naar voren te brengen, stond vermeld dat een ontvangstbevestiging zou worden verstuurd. Het lag op de weg van BVK, nu zij kennelijk geen ontvangstbevestiging had ontvangen, om bij de ministers te informeren of haar zienswijze was ontvangen. Nu zij dit heeft nagelaten heeft zij niet aannemelijk gemaakt dat zij een zienswijze naar voren heeft gebracht. Het beroep van BVK is niet-ontvankelijk Ingevolge artikel 1.1, eerste lid, onder a, van de Crisis- en herstelwet, gelezen in samenhang met bijlage I, onder 2.1, van die wet en afdeling 3.5 van de Wro, is afdeling 2 van de Crisis- en herstelwet op het bestreden besluit van toepassing. Ingevolge artikel 1.4 van de Crisis- en herstelwet, zoals dat luidde ten tijde van belang, kan in afwijking van artikel 8:1, eerste lid, van de Awb, zoals dat luidde ten tijde van belang, een niet tot de centrale overheid behorende rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld of een niet tot de centrale overheid behorend bestuursorgaan geen beroep instellen tegen een besluit, indien dat besluit niet is gericht tot die rechtspersoon of tot een orgaan van die rechtspersoon, onderscheidenlijk tot dat bestuursorgaan of tot de rechtspersoon waartoe dat bestuursorgaan behoort Het beroep van Eneco Wind B.V. en andere is mede ingesteld door het Recreatieschap Spaarnwoude. Het Recreatieschap Spaarnwoude is door provinciale staten en het college van gedeputeerde staten van Noord-Holland en de raden en colleges van burgemeester en wethouders van Amsterdam, Haarlem, Haarlemmerliede en Spaarnwoude, Haarlemmermeer en Velsen bij de regeling Gemeenschappelijke regeling recreatieschap Spaarnwoude ingesteld. Deze regeling is gebaseerd op hoofdstuk IV van de Wet gemeenschappelijke regelingen. Hierin is bepaald dat de raden, de colleges van burgemeester en wethouders en de burgemeesters van een of meer gemeenten, afzonderlijk of tezamen, met provinciale staten, de colleges van gedeputeerde staten of de commissarissen van de Koning, ieder voor zover zij voor de eigen gemeente onderscheidenlijk provincie bevoegd zijn, een gemeenschappelijke regeling kunnen treffen ter behartiging van een of meer bepaalde belangen van die gemeenten of provincies. Het Recreatieschap Spaarnwoude is derhalve een niet tot de centrale overheid behorende rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld. Nu het rijksinpassingsplan niet een tot het Recreatieschap Spaarnwoude gericht besluit is, kan het Recreatieschap Spaarnwoude tegen dit besluit geen beroep instellen. Het beroep van Eneco Wind B.V. en andere is, voor zover het is ingesteld door het Recreatieschap Spaarnwoude, derhalve niet-ontvankelijk Het beroep van Eneco Wind B.V. en andere is voor het overige ingesteld door Eneco Wind B.V. en Windpark IJmond B.V. Zij hebben geen gronden in eigendom in of in de nabijheid van het plangebied. Ter zitting hebben zij uiteengezet dat hun belang is gelegen in hun voornemen om in de nabijheid van de voorziene 380 kilovolt (hierna: kv)-verbinding langs het Noordzeekanaal een windpark te realiseren, hetgeen door het thans gekozen tracé voor de 380 kv-verbinding niet mogelijk is. Ter zitting hebben zij aangegeven dat zij voor dit project een melding hebben gedaan als bedoeld in artikel 9b, derde lid, van de Elektriciteitswet 1998 en dat het realiseren van het windpark een openbaar werk van algemeen nut betreft als bedoeld in artikel 3.36a, eerste lid, van de Wro. De Afdeling overweegt hieromtrent dat een dergelijk voornemen onvoldoende is voor het oordeel dat een concreet en actueel belang van Eneco Wind B.V. en Windpark IJmond B.V. rechtstreeks bij het besluit tot vaststelling van het rijksinpassingsplan is betrokken. Dat een melding als bedoeld in artikel 9b, derde lid, van de Elektriciteitswet 1998 is gedaan maakt dit niet anders omdat, zoals Eneco Wind B.V. en Windpark IJmond B.V. ter zitting hebben aangegeven, niet is uitgesloten dat andere bedrijven eveneens een dergelijke melding doen en hen dit geen recht biedt om het door hen gewenste windpark te realiseren. Evenmin leidt de

5 Uitspraak /1/R1 Raad van State Page 4 of48 omstandigheid dat het gebied in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (hierna: SVIR) is aangewezen als kansrijk gebied voor windenergie ertoe dat sprake is van een concreet en actueel belang omdat ook een dergelijke aanduiding hen geen recht biedt om ter plaatse een windpark te realiseren. Verder heeft de duiding van het gewenste windpark als openbaar werk van algemeen nut als bedoeld in artikel 3.36a, eerste lid, van de Wro, wat daar verder ook van zij, slechts betekenis voor de toepasselijkheid van de Wet belemmeringenrecht privaatrecht. De conclusie is dat Eneco Wind B.V. en Windpark IJmond B.V. geen belanghebbenden zijn bij het bestreden besluit als bedoeld in artikel 1:2, eerste lid, van de Awb en dat zij daartegen ingevolge artikel 8.2, eerste lid, van de Wro, zoals dat luidde ten tijde van belang, geen beroep kunnen instellen. Het beroep van Eneco Wind B.V. en andere, voor zover dat door Eneco Wind B.V. en Windpark IJmond B.V. is ingesteld, is ook niet-ontvankelijk. Het rijksinpassingsplan 2. Het rijksinpassingsplan voorziet in de aanleg van een nieuwe 380 kv hoogspanningsverbinding van ongeveer 60 km tussen Beverwijk en Zoetermeer, de zogenoemde Noordring. De Noordring vormt het noordelijke deel van de Randstad 380 kvhoogspanningsverbinding. Voor het zuidelijk deel van deze verbinding, de zogenoemde Zuidring, is op 28 augustus 2009 een rijksinpassingsplan vastgesteld, welk plan, afgezien van de plangrens, bij uitspraak van de Afdeling van 29 december 2010 (zaak nr /1/R1, hierna: de uitspraak omtrent de Zuidring) in rechte onaantastbaar is geworden. Op 26 juni 2012 is een partiële herziening van het rijksinpassingsplan voor de Zuidring vastgesteld. De Zuidring is thans in aanbouw. Voorts voorziet het rijksinpassingsplan erin dat een aantal bestaande 150 kv-verbindingen wordt verwijderd omdat deze worden opgehangen in de masten van de nieuwe 380 kvverbinding, ondergronds worden aangelegd of omdat de 380 kv-verbinding hun functie overneemt. Een deel van de Noordring met een lengte van ongeveer 9 km zal ondergronds worden aangelegd. Het overige deel zal bovengronds worden aangelegd door ophanging van de hoogspanningslijnen aan masten. 3. Met de planologische kernbeslissing pkb Randstad 380 kv-verbinding, vastgesteld door de ministers bij besluit van 7 januari 2008 (hierna: de pkb), is het Tweede Structuurschema Elektriciteitsvoorziening uit 1994 (hierna: het SEV II) gewijzigd en aangevuld met het oog op onder meer de aanleg van de Noordring. Het SEV II is in 2008 vervangen door het Derde Structuurschema Elektriciteitsvoorziening, maar de pkb blijft ten aanzien van de Randstad 380 kv-verbinding daarnaast van kracht. Met de Structuurvisie natuurbescherming Randstad 380 kv, die is vastgesteld op 14 januari 2011, is de tekst van de pkb op het punt van beschermde natuurgebieden in overeenstemming gebracht met het toetsingskader uit de Natuurbeschermingswet Ten behoeve van de nadere besluitvorming over het precieze tracé en de uitvoeringswijze van de Noordring is een milieueffectrapport opgesteld, te weten Randstad 380 kv hoogspanningsverbinding Beverwijk-Zoetermeer (Bleiswijk) van mei 2012 (hierna: het MER) TenneT is krachtens de Elektriciteitswet 1998 aangewezen als beheerder van het landelijke hoogspanningsnet en zal uitvoering geven aan het rijksinpassingsplan en de bijbehorende uitvoeringsbesluiten. Formele en procedurele aspecten 4. Ter zitting heeft [appellante sub 13] haar beroepsgrond wat betreft de gelijktijdige aanleg van de hoogspanningsverbindingen en de aardgastransportleiding Beverwijk - Wijngaarden op en in haar gronden ingetrokken. Voorts hebben [appellante sub 12] en [appellante sub 11] ter zitting hun beroepsgrond dat de posities van de masten in het rijksinpassingsplan hadden moeten worden vastgelegd, ingetrokken. 5. [appellant sub 2] en [appellant sub 14] betogen dat dat de wijze waarop de ministers de naar voren gebrachte zienswijzen hebben behandeld in strijd is met artikel 3:46 van de Awb. [appellant sub 4] betoogt dat niet zijn gehele zienswijze is beantwoord

6 Uitspraak /1/R1 Raad van State Page 5 of48 Artikel 3:46 van de Awb verzet zich er niet tegen dat de ministers de zienswijzen samengevat weergeven. Dat niet op ieder argument ter ondersteuning van een zienswijze afzonderlijk is ingegaan, is op zichzelf geen aanleiding voor het oordeel dat het besluit tot vaststelling van het rijksinpassingsplan niet voldoende is gemotiveerd. Niet is gebleken dat bepaalde bezwaren of argumenten van [appellant sub 2] en [appellant sub 14] niet in de overwegingen zijn betrokken. Voorts is de zienswijze van [appellant sub 4] omtrent de masthoogte bij de Ringvaart, anders dan hij betoogt, beantwoord onder thema 2, onder punt 10, en onder thema 6, onder punt 2e, hebben de ministers de zienswijze omtrent de belasting van de hoogspanningsverbinding van o beantwoord. Het betoog van [appellant sub 4] dat hierop niet is ingegaan, mist derhalve feitelijke grondslag. Voorts zijn tegen het ontwerp van het rijksinpassingsplan 155 zienswijzen naar voren gebracht die door de ministers in de zienswijzenota zijn beantwoord. Gelet hierop ligt het, anders dan wordt betoogd, in de rede dat de zienswijzenota enige omvang heeft. In deze omstandigheid ziet de Afdeling geen aanleiding voor het oordeel dat de beantwoording van de zienswijzen onzorgvuldig is. 6. [appellant sub 18], [appellante sub 11] en Wijkstellinghof betogen dat met hen ten onrechte geen of te weinig overleg en participatie heeft plaatsgevonden over het tracé van de hoogspanningsverbinding. Wijkstellinghof betoogt dat aan de bewoners van Vijfhuizen te weinig informatie is verstrekt. In haar nadere stukken wijst Wijkstellinghof erop dat uit een door haar gehouden onderzoek volgt dat de bezorging van de InforMeer gebrekkig is en niet had mogen worden gebruikt als middel ter bekendmaking van de terinzagelegging van het (ontwerp)rijksinpassingsplan De Afdeling overweegt dat het onderzoek van Wijkstellinghof is gehouden in de periode van 3 tot 21 december 2012 en derhalve na de data van het bestreden besluit. Reeds hierom kan een gebrekkige bezorging in die periode, wat daar verder ook van zij, niet leiden tot het oordeel dat niet aan de wettelijke verplichtingen wat betreft de terinzagelegging van het ontwerp van het rijksinpassingsplan en het naar voren brengen van zienswijzen is voldaan. In het algemene verweerschrift staat dat op vier avonden in mei en juni 2012 informatieavonden zijn georganiseerd waar alle belangstellenden zijn geïnformeerd en desgewenst nadere uitleg is gegeven over het ontwerp van het rijksinpassingsplan. Een kennisgeving hiervan is in alle lokale kranten gepubliceerd. Voorts zijn nieuwsbrieven verspreid aan de belanghebbenden die wonen en werken binnen de invloedsfeer van het rijksinpassingsplan. De ministers wijzen er voorts op dat via verschillende internetpagina's informatie over de voorziene hoogspanningsverbinding is verstrekt. Dat deze informatievoorzieningen hebben plaatsgevonden is niet weersproken. De Afdeling ziet daarom geen aanleiding voor het oordeel dat de bewoners van Vijfhuizen onvoldoende geïnformeerd zijn over het rijksinpassingsplan. Voorts maakt het bieden van inspraak geen deel uit van de in de Wro en het Besluit ruimtelijke ordening geregelde planprocedure. Het schenden van een inspraakverplichting, wat daar verder ook van zij, heeft daarom geen gevolgen voor de rechtmatigheid van de planprocedure en het rijksinpassingsplan. Dit betoog slaagt niet. 7. [appellant sub 33] betoogt dat in de toelichting van het rijksinpassingsplan wordt verwezen naar stukken ter onderbouwing van de keuze om 20 km van de hoogspanningsverbinding te verkabelen, maar dat deze stukken ten onrechte niet met het rijksinpassingsplan ter inzage hebben gelegen. Wijkstellinghof betoogt in haar beroepschrift dat zij in de afgelopen twee maanden een onderzoek van NLR Air Transport Safety Institute niet heeft kunnen raadplegen. Deze beroepsgronden hebben betrekking op mogelijke onregelmatigheden van na de datum van het bestreden besluit en kunnen reeds om die reden de rechtmatigheid van het besluit niet aantasten. Deze mogelijke onregelmatigheden kunnen geen grond vormen voor de vernietiging van het bestreden besluit. 8. Verder hebben enkele appellanten bezwaren naar voren gebracht over de opstelling van TenneT in het project Noordring en over een door TenneT aan appellanten verzonden tekening die volgens hen niet op de juiste schaal is. In dit verband overweegt de Afdeling dat thans aan de orde is het besluit tot vaststelling van het rijksinpassingsplan. Dit besluit is genomen door de ministers. De houding van TenneT in deze procedure en de door appellanten bedoelde tekening kunnen, wat daar verder ook van zij, behoudens in zeer uitzonderlijke omstandigheden niet afdoen aan de rechtmatigheid van het besluit. Van dergelijke omstandigheden is niet gebleken.

7 Uitspraak /1/R1 Raad van State Page 6 of 48 Algemene aspecten 9. Voor zover een aantal appellanten in hun beroepschrift heeft verwezen naar de inhoud van hun zienswijze of de zienswijze van anderen, overweegt de Afdeling dat in de overwegingen van het bestreden besluit is ingegaan op de zienswijzen. Appellanten hebben geen redenen aangevoerd waarom de weerlegging van hun zienswijzen in het bestreden besluit onjuist zou zijn. Behoefte 10. [appellant sub 3] en anderen en [appellant sub 4] betogen dat geen behoefte bestaat aan de voorziene hoogspanningsverbinding. In dit verband wijzen zij op de economische crisis waarbij [appellant sub 4] er tevens op wijst dat de brochure "Nut en noodzaak, Randstad 380 kv-hoogspanningsverbinding Beverwijk-Zoetermeer" van november 2009 (hierna: de brochure) niet meer actueel is en dat alle woningen reeds zijn aangesloten op het elektriciteitsnetwerk. Verder betogen zij dat ten onrechte de commerciële belangen van TenneT doorslaggevend zijn geweest. [appellant sub 4] betoogt dat de liberalisering van de energiemarkt, gelet op deze hoogspanningsverbinding, meer nadelen dan voordelen biedt. [appellant sub 3] en anderen wijzen erop dat steeds meer energie decentraal wordt opgewekt waardoor de marktpositie van TenneT zal afnemen. [appellant sub 4] betoogt ten slotte dat niet duidelijk is op welke termijn wordt gedoeld in paragraaf 2.1 van het MER De ministers stellen zich op het standpunt dat de voorziene hoogspanningsverbinding een toekomstvaste oplossing beoogt te bieden om de voorziening van elektriciteit, de leveringszekerheid en de transportcapaciteit op de lange termijn te waarborgen. De economische crisis brengt hierin geen verandering. Verder wijzen de ministers op de wettelijke taak die op TenneT rust, op de door de overheid gereguleerde tarieven en op de Europese en nationale regelgeving die verplichten tot liberalisering van de energiemarkt. Commerciële overwegingen spelen volgens de ministers geen rol bij de voorziene hoogspanningsverbinding. Met betrekking tot de decentrale opwekking van energie betogen de ministers dat daarmee rekening is gehouden in de behoefteraming maar dat dat niet zal leiden tot een afname van de behoefte aan de voorziene hoogspanningsverbinding In de toelichting op het rijksinpassingsplan staat in paragraaf 1.3 dat met de nieuwe hoogspanningsverbinding wordt voorzien in: - het veilig stellen van de elektriciteitsvoorziening in de Randstad, door een toekomstvaste ontsluiting van de regionale transportnetten; - voldoende toekomstvaste transportcapaciteit om elektriciteit die in de Randstad wordt opgewekt te transporteren naar elders en omgekeerd; - een toekomstvaste ontsluiting van de grootschalige productielocaties op de Maasvlakte en de daar aangesloten hoogspanningsverbinding met Groot-Brittannië; - een toekomstvaste ontsluiting van de door de rijksoverheid voorziene grootschalige onshore en offshore windproductielocaties aangesloten op Velsen en Beverwijk, waarbij vier circuits voldoende doorvoercapaciteit tot de landelijke transportring waarborgen; - het amoveren van verbindingen die aan het einde van hun levensduur zijn; - extra waarborgen in geval van grootschalige calamiteiten in verbindingen of transformatorstations. Door de voorgenomen netuitbreidingen ontstaan twee ringvormige structuren in het 380 kvnet in de Randstad. Het betreft een zuidelijk en een noordelijk ringnet, die elk op meer plaatsen zijn verbonden met de rest van het 380 kv-net en het onderliggende 150 kv-net. Hierdoor ontstaat een robuust netwerk. Voorts staat in de toelichting op het rijksinpassingsplan dat in toenemende mate zorg bestaat over de kwetsbaarheid van de stroomvoorziening in de Randstad, mede door het beperkte aantal en de capaciteit van aansluitpunten van het 150 kv-net. Bij het uitblijven van investeringen zullen op termijn de volgende problemen ontstaan: - in perioden met een grote vraag naar elektriciteit vanuit het 150 kv-net kan de netbeheerder niet meer volledig aan die vraag voldoen;

8 Uitspraak /1/R1 Raad van State Page 7 of 48 - de bedrijfszekerheid van het 150 kv-net neemt af ten gevolge van veroudering in combinatie met zwaardere belasting; - in perioden van weinig vraag in de Randstad zal het voor producenten steeds moeilijker worden om stroom te transporteren naar gebieden buiten de Randstad. De netbeheerder kan genoodzaakt zijn productie en import te beperken om overbelasting van het net te voorkomen. Dit is strijdig met zijn faciliterende rol; - de kans op grootschalige stroomuitval in de Randstad wordt groter; - daarnaast is de afvoercapaciteit vanuit Beverwijk beperkt door de opgelegde maximale capaciteit. Deze knelpunten worden veroorzaakt doordat het elektriciteitsgebruik de komende jaren verder zal toenemen, hetgeen onder meer veroorzaakt wordt door meer technologische ontwikkelingen De brochure is een publicatie van het Ministerie van Economische Zaken van november 2009 en bevat informatie aan burgers en bedrijven over de voorziene Noordring. In de brochure is verkort weergegeven hetgeen in overweging 11.2 van de toelichting op het rijksinpassingsplan is vermeld In het MER staat in paragraaf 2.1 dat het kabinet heeft aangegeven waarom de verbindingen nodig zijn: bij het uitblijven van investeringen in het hoogspanningsnet in de Randstad kan op termijn de leveringszekerheid van elektriciteit niet langer worden gegarandeerd Met betrekking tot de brochure overweegt de Afdeling dat deze slechts dient ter informatie aan burgers en bedrijven en dat de behoefte aan de voorziene hoogspanningsverbinding daar niet op is gebaseerd. De brochure kan derhalve in deze procedure niet aan de orde komen. De Afdeling overweegt dat, mede gelet op hetgeen is vermeld in de toelichting op het rijksinpassingsplan, behoefte bestaat aan de voorziene hoogspanningsverbinding. De Afdeling acht hierbij van belang dat de nieuwe hoogspanningsverbinding deels ter vervanging zal dienen van de bestaande 150 kv-hoogspanningsverbinding die, zoals de ministers onweersproken hebben gesteld, verouderd is. In zoverre is derhalve, wat verder ook zij van dit betoog, niet van belang dat de economische crisis leidt tot een vermindering van het energieverbruik. De ministers hebben zich onweersproken op het standpunt gesteld dat door de moderne technologie een steeds grotere behoefte aan energie bestaat. Derhalve is evenmin van belang dat bestaande woningen reeds zijn aangesloten op het elektriciteitsnet, hetgeen ook niet door de ministers is betwist. Het rijksinpassingsplan voorziet niet in de liberalisering van de energiemarkt, zodat het betoog van [appellant sub 4] hieromtrent thans niet aan de orde kan komen. Verder overweegt de Afdeling dat TenneT op grond van artikel 10, tweede lid, van de Elektriciteitswet 1998 is aangewezen als beheerder van het landelijk hoogspanningsnet, zodat de liberalisering en de opkomst van het decentraal opwekken van energie aan haar positie geen afbreuk doen. Ten slotte overweegt de Afdeling dat thans geen commercieel belang van TenneT in geding is, maar dat op TenneT op grond van artikel 16 van de Elektriciteitswet 1998 de wettelijke taak rust om haar netten in werking te hebben, te onderhouden en de veiligheid, doelmatigheid en betrouwbaarheid van de netten en van het transport van elektriciteit over de netten op de meest doelmatige wijze te waarborgen. Voor zover [appellant sub 4] betoogt dat niet duidelijk is op welke termijn wordt gedoeld in paragraaf 2.1 van het MER, hebben de ministers uiteengezet dat dit de periode tot ongeveer 2020 is. Dit is overeenkomstig de zichtperiode van het door TenneT op grond van artikel 21 van de Elektriciteitswet 1998 opgesteld Kwaliteits-capaciteitsdocument De behoefte aan de voorziene hoogspanningsverbinding is derhalve bezien binnen de planperiode van tien jaar. De betogen van [appellant sub 3] en anderen en [appellant sub 4] omtrent de behoefte aan de voorziene hoogspanningsverbinding falen. Gezondheid

9 Uitspraak /1/R1 Raad van State Page 8 of In het kader van de milieueffectrapportage voor de hoogspanningsverbinding is onder meer onderzoek gedaan naar de effecten van de hoogspanningsverbinding op de kwaliteit van de leefomgeving. In het rapport "Achtergrondrapport leefomgevingskwaliteit MER Noordring Randstad 380", gedateerd 13 april 2012 en opgesteld door Tauw (hierna: het achtergrondrapport leefomgevingskwaliteit) is onder meer ingegaan op de invloed van de hoogspanningsverbinding op de gezondheid van de mens. Zoals de Afdeling in de uitspraak omtrent de Zuidring heeft overwogen, brengt het in gebruik nemen van een hoogspanningsverbinding onder meer met zich dat daar omheen een magnetisch veld ontstaat. De sterkte van een magnetisch veld op een bepaalde plaats is afhankelijk van de hoeveelheid stroom die wordt getransporteerd of gebruikt, maar is ook sterk afhankelijk van de afstand van de bron die het veld veroorzaakt. Hoe groter de afstand tot de hoogspanningsverbinding, des te sneller neemt de veldsterkte af. Verder is voor de sterkte van het magneetveld van belang de omstandigheid of de hoogspanningsverbinding bovengronds of ondergronds wordt aangelegd. Voorts staat in die uitspraak dat bij effecten op de gezondheid onderscheid wordt gemaakt tussen korte termijn effecten (directe effecten) en lange termijn effecten. De korte termijn effecten worden veroorzaakt door de opgewekte elektrische stroom in het lichaam. Voor de gesignaleerde lange termijn effecten is geen aannemelijk biologisch mechanisme vastgesteld. Er zijn in Nederland geen wettelijke normen gesteld voor de blootstelling van de bevolking aan deze velden Om korte termijn effecten te voorkomen wordt, op grond van de laagste blootstelling waarbij effecten kunnen optreden, een referentieniveau van 100 microtesla (hierna: pt) gehanteerd. Dit is het door de Europese Unie aanbevolen niveau voor magnetische veldsterkte, welke waarde ook in Nederland wordt gehanteerd. In Nederland wordt volgens het achtergrondrapport leefomgevingskwaliteit de advieswaarde van 100 pt op maaiveldniveau nergens overschreden, ook niet direct onder bovengrondse hoogspanningsverbindingen Met betrekking tot de lange termijn effecten is op rijksniveau beleid ontwikkeld. Dit beleid is gebaseerd op het Europese voorzorgbeginsel. Bij brief van de toenmalige staatssecretaris van Volkshuisvesting Ruimtelijke Ordening en Milieu (hierna: VROM) van 3 oktober 2005, kenmerk SAS/ , nadien bevestigd en verduidelijkt in een brief van de toenmalige minister van VROM van 4 november 2008, kenmerk DGM\ ( is een advies aan gemeenten en provincies gezonden met betrekking tot de aanwezigheid van hoogspanningsverbindingen in de nabijheid van gevoelige bestemmingen in verband met gezondheidsrisico's. Het advies houdt in bij de vaststelling van streek- en bestemmingsplannen en van de tracés van bovengrondse hoogspanningslijnen zoveel als redelijkerwijs mogelijk te vermijden dat er nieuwe situaties ontstaan waarbij kinderen langdurig verblijven in het gebied onder bovengrondse hoogspanningsverbindingen waarbinnen het jaargemiddelde magneetveld hoger is dan 0,4 pt (de magneetveldzone). In de brief wordt geadviseerd zo weinig mogelijk gevoelige bestemmingen, zoals woningen, crèches en kinderopvangplaatsen, te situeren in de specifieke zone. Volgens de brief is de reden hiervan dat mogelijk een statistisch significante associatie aanwezig is tussen het optreden van leukemie bij kinderen en de magnetische velden van bovengrondse hoogspanningsverbindingen. Gebaseerd op een advies van de Gezondheidsraad van 21 februari 2008 wordt in de bijlage van de brief van 4 november 2008 het begrip "langdurig verblijf" omschreven als verblijf van minimaal 14 tot 18 uur per dag gedurende minimaal één jaar. Het begrip "gevoelige bestemming" wordt in de bijlage als woning, school, crèche en kinderopvangplaats gedefinieerd. Daarbij is toegelicht dat andere bestemmingen waar kinderen voor kortere tijd en niet dagelijks verblijven, geen gevoelige bestemmingen zijn. Op grond van het voorzorgbeginsel is er volgens de bijlage geen reden om de toepassing van het advies van de Gezondheidsraad uit te breiden naar bijvoorbeeld sportvelden, kinderspeelplaatsen en recreatiegebieden. Voor de omschrijving van het begrip erf wordt in de brief aangesloten bij de definitie van de term in het voormalige Besluit bouwvergunningsvrije en licht-bouwvergunningplichtige bouwwerken, zodat gronden, aansluitend op een woning die ingericht zijn ten dienste van de woning, beschouwd worden als erf Bij het rijksinpassingsplan zijn het briefadvies van de staatssecretaris van VROM van 3 oktober 2005 en de daarop betrekking hebbende brief van de minister van VROM van 4 november 2008 inzake hoogspanningslijnen en de gevolgen daarvan voor de volksgezondheid (hierna tezamen genoemd: het advies van VROM) tot uitgangspunt genomen. Hoewel het

10 Uitspraak /1/R1 Raad van State Page 9 of48 advies van VROM ziet op bovengrondse hoogspanningverbindingen, is het volgens de ministers op zowel het bovengrondse als het ondergrondse deel van de hoogspanningsverbinding toegepast In bijlage 2 bij het rijksinpassingsplan "Analyse gevoelige objecten magneetveldzone" (hierna: de analyse gevoelige objecten) staat dat in eerste instantie de mogelijke gevoelige bestemmingen zijn geïnventariseerd op basis van de indicatieve magneetveldzone die voor deze verbinding is bepaald op 50 m uit het hart van de verbinding voor het bovengrondse deel en op 30 m uit het hart van de verbinding voor het ondergrondse deel. Daarna is de specifieke magneetveldzone voor het bovengrondse deel van de hoogspanningsverbindingen bepaald op basis van de Handreiking voor het berekenen van de breedte van de specifieke magneetveldzone bij bovengrondse hoogspanningslijnen, versie 3.0 van 25 juni 2009, van het rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (hierna: RIVM), die in opdracht van het Ministerie van VROM is opgesteld (hierna: de handreiking). De specifieke magneetveldzone voor het ondergrondse deel van de hoogspanningsverbindingen is berekend aan de hand van het rapport "Afspraken over de rekenmethodiek voor de magneetveldzone bij ondergrondse kabels en hoogspanningstations behorende tot de Randstad 380 kv verbinding" van het RIVM In de toelichting op het rijksinpassingsplan staat in paragraaf dat het verschil tussen de indicatieve en specifieke magneetveldzone bij een bovengrondse verbinding wordt veroorzaakt door de plaats van en de afstand tussen de masten en de hoogte van de draden ten opzichte van het maaiveld in het locatiespecifieke geval. Bij een ondergrondse verbinding is dit afhankelijk van de diepteligging van de kabel. De specifieke magneetveldzone is bepalend voor de vraag of een object als gevoelige bestemming als bedoeld in het advies van VROM wordt aangemerkt, aldus de toelichting. 12. In de uitspraak omtrent de Zuidring is overwogen dat de ministers zich terecht op het standpunt hebben gesteld dat het advies van VROM, om niet uit te gaan van een magneetveldzone van 0,2 pt, is gebaseerd op het best beschikbare wetenschappelijke onderzoek. In hetgeen thans is aangevoerd ziet de Afdeling geen aanleiding daar anders over te oordelen. In dit verband overweegt de Afdeling dat enkele appellanten in hun nadere stukken een rapport van BioInitiative 2012 van 31 december 2012 hebben overgelegd. Dit rapport is een aanvulling op een rapport van Biolnitiative van 31 augustus Zoals reeds in de uitspraak omtrent de Zuidring is overwogen, heeft de commissie Elektromagnetische velden van de Gezondheidsraad in een briefadvies aan de minister van VROM van 2 september 2008 haar kanttekeningen geplaatst bij het wetenschappelijke gehalte van het rapport uit Het rapport uit 2012 dateert van na de data van het nemen van het bestreden besluit. De ministers hebben dit derhalve niet bij het bestreden besluit kunnen betrekken. 13. Wijkstellinghof betoogt dat ten onrechte geen rekening is gehouden met het feit dat het risico op het krijgen van de ziekte van Alzheimer door het wonen in de nabijheid van een hoogspanningsverbinding zou worden vergroot. [appellant sub 4] betoogt dat ten onrechte niet duidelijk is wat de gevolgen van de aanwezigheid van de hoogspanningsverbinding op een afstand groter dan 50 m zijn voor het risico op het krijgen van de ziekte van Alzheimer De ministers hebben zich op het standpunt gesteld dat uit een Zwitsers onderzoek weliswaar naar voren is gekomen dat er een relatie zou kunnen zijn tussen het wonen nabij hoogspanningsverbindingen en de ziekte van Alzheimer, maar dat dit onderzoek geen inzicht geeft in de mogelijke verklaring hiervoor. De ministers wijzen erop dat in dit onderzoek staat dat het onderzoek alleen wetenschappelijk voldoende betrouwbaar is op een afstand van minder dan 50 m aan weerszijden van de hoogspanningsverbinding en dat bij de voorziene hoogspanningsverbinding de aan te houden magneetveldzone op grond van het advies van VROM reeds 50 m aan weerszijden van de bovengrondse hoogspanningsverbinding is. De uitkomst van dit Zwitserse onderzoek geeft vooralsnog geen aanleiding het advies van VROM op dit punt aan te passen, aldus de ministers In het achtergrondrapport leefomgevingskwaliteit staat dat recent Zwitsers onderzoek [Huss et al, 2008] een statistische relatie heeft aangetoond tussen het wonen binnen 50 m van hoogspanningsverbindingen en sterfgevallen als gevolg van de ziekte van Alzheimer. De auteurs concluderen dat een verband bestaat tussen een verhoogde kans op het overlijden ten gevolge van deze ziekte en het wonen dichtbij hoogspanningsverbindingen ^50 m). Het relatieve risico om te overlijden door de ziekte van Alzheimer voor mensen die langer dan 15 jaar binnen 50 m nabij hoogspanningsverbindingen wonen, is volgens het onderzoek twee keer

11 Uitspraak /1/R1 Raad van State Page 10 of 48 zo groot als voor mensen die verder van hoogspanningsverbindingen wonen. Daarnaast is een toename van de kans geconstateerd naarmate men langer nabij de hoogspanningsverbindingen woonde. De auteurs geven aan dat geen verhoogde kans is geconstateerd als men verder dan 50 m van de hoogspanningsverbindingen woont. Hoogspanningsverbindingen veroorzaken een magnetisch veld. De auteurs hebben het verband tussen het risico en het magneetveld van de hoogspanningsverbinding niet kunnen onderzoeken. De reden hiervan is dat zij geen beschikking hadden over gegevens van de sterkte van het magneetveld gedurende de periode waarin de mensen nabij de hoogspanningsverbinding woonden. Het Kennisplatform Elektromagnetisch velden (hierna: het Kennisplatform) heeft een reactie gegeven op het in het achtergrondrapport genoemde onderzoek van Huss et al. De conclusie van het Kennisplatform is dat het onderzoek goed is opgezet en dat de conclusies voor een belangrijk deel zorgvuldig zijn getrokken. De Gezondheidsraad heeft naar aanleiding van het onderzoek van Huss et al en de reactie daarop van het Kennisplatform een briefadvies, gedateerd 30 maart 2009, aan de minister van VROM geschreven. Omdat het onderzoek een aantal beperkingen bevat, kan uit dit onderzoek geen conclusie over een oorzakelijk verband tussen de ziekte van Alzheimer en het wonen in de nabijheid van hoogspanningsverbindingen worden getrokken, aldus de Gezondheidsraad Het rijksinpassingsplan voorziet ter hoogte van de wijk Stellinghof in Vijfhuizen en de woning van [appellant sub 4] in Nieuwe Wetering in de aanleg van een gecombineerde, onderscheidenlijk solo, bovengrondse verbinding waarvoor een indicatieve magneetveldzone van 50 m aan weerszijden geldt. De woning van [appellant sub 4] ligt op ongeveer 660 m van de voorziene verbinding. De woningen in de wijk Stellinghof liggen op een afstand van ten minste 250 m van de voorziene verbinding Gelet op hetgeen in 13.2 is opgenomen over het onderzoek van Huss et al hebben de ministers in dit onderzoek geen aanleiding hoeven zien om in aanvulling op het advies van VROM verdergaande eisen te stellen aan de magneetveldzone of aanvullend onderzoek te doen naar het gebied dat op een grotere afstand dan 50 m van de voorziene hoogspanningsverbinding ligt. Hierbij acht de Afdeling van belang dat uit het onderzoek van Huss et al zelf reeds naar voren komt dat het onderzoek alleen wetenschappelijk voldoende betrouwbaar is op een afstand van minder dan 50 m van de hoogspanningsverbindingen. Bij de in het rijksinpassingsplan voorziene hoogspanningsverbinding is de aan te houden indicatieve magneetveldzone ter hoogte van de wijk Stellinghof en de woning van [appellant sub 4] op grond van het advies van VROM reeds 50 m aan weerszijden van de hoogspanningsverbinding, zodat op die wijze reeds bescherming, voor zover nodig, wordt geboden. Voorts is van belang dat met dit onderzoek geen causaal verband tussen het wonen bij een hoogspanningsverbinding en het voorkomen van de ziekte van Alzheimer is aangetoond. 14. Met betrekking tot het betoog van [appellant sub 4] dat over de gevolgen van de voorziene hoogspanningsverbinding voor de gezondheid zekerheid moet bestaan bij de vaststelling van het rijksinpassingsplan, overweegt de Afdeling dat het, gelet op de complexiteit daarvan, niet mogelijk is om zekerheid te verkrijgen over alle gevolgen van de voorziene hoogspanningsverbinding op de gezondheid. Het advies van VROM is, zoals de Afdeling in van de uitspraak omtrent de Zuidring heeft overwogen, aan te merken als een beleidsmatige keuze, gebaseerd op de resultaten van een evaluatie van de beschikbare wetenschappelijke gegevens en in aanmerking genomen de onzekerheden van de uitkomsten van de relevante wetenschappelijke onderzoeken. Verder bestaat, zoals is overwogen in 10.5, thans behoefte aan de voorziene hoogspanningsverbinding. Daarom hebben de ministers bij de vaststelling van het rijksinpassingsplan zich in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat zij zich op het moment van vaststelling van het rijksinpassingsplan op het advies van VROM mochten baseren. 15. Wijkstellinghof wijst op mensen met elektronische implantaten die in de nabijheid van of onder de voorziene hoogspanningsverbinding verblijven. Volgens Wijkstellinghof is ten onrechte geen onderzoek gedaan naar de gevolgen van piekbelasting van de hoogspanningsverbinding op deze elektronische implantaten. Ook VDV wijst op de gevolgen van de hoogspanningsverbinding voor pacemakers De ministers stellen zich op het standpunt dat mensen met pacemakers, implanteerbare cardioverter-defibrillators (hierna: icd's) en cochleair implantaten (elektronisch

12 Uitspraak /1/R1 Raad van State Page 11 of 48 gehoorimplantaat in het hoofd) geen onverantwoorde gezondheidsrisico's lopen ten gevolge van de voorziene hoogspanningsverbinding Met betrekking tot het betoog omtrent de invloed op de icd's en elektronische implantaten overweegt de Afdeling als volgt. In het MER en het achtergrondrapport leefomgevingskwaliteit staat dat met betrekking tot verblijf in de directe omgeving van een hoogspanningslijn voor dragers van een pacemaker of icd reden tot ongerustheid is gebleken. Geregeld wordt in de media aandacht besteed aan de mogelijk storende werking van elektromagnetische velden op pacemakers of defibrillatoren. De pacemaker zou kortdurend in een andere frequentie kunnen gaan werken dan normaliter het geval is; dit kan invloed hebben op het hartritme van de drager. Overigens zou dit niet levensbedreigend zijn - de pacemaker keert ook weer terug naar de normale frequentie wanneer de drager het elektrische veld verlaat - maar het kan de drager van de pacemaker vanzelfsprekend wel verontrusten. Verder staat in het MER en het achtergrondrapport leefomgevingskwaliteit dat pacemakers en icd's in beginsel niet worden gestoord door elektrische en magnetische velden. Pacemakers en icd's die na 15 januari 1996 op de markt zijn gekomen, moeten aan de Europese norm EN 50061/A1 voldoen, waardoor verstoring door de elektriciteitslevering in normale woon- en werkomgeving in ieder geval is uitgesloten. Nieuwe pacemakers en icd's zijn dus goed afgeschermd voor invloeden van buitenaf, maar bepaalde oudere typen pacemakers reageren wel op een elektrisch veld van meer dan 2000 V/m of op een magnetisch veld van meer dan 150 pt. Een elektrisch veld van meer dan 2000 V/m kan plaatselijk onder hoogspanningslijnen optreden; een magnetisch veld onder hoogspanningslijnen is altijd veel lager dan 150 pt. Ook deze oudere typen kunnen aldus alleen worden verstoord in een omgeving waar relatief sterke velden aanwezig zijn. Het is niet aannemelijk dat nog pacemakers in gebruik zijn die dateren van voor 15 januari De gemiddelde levensduur van een pacemaker is ongeveer tien jaar. TenneT adviseert eigenaren van pacemakers om contact op te nemen met de cardioloog om navraag te doen over het type pacemaker, aldus het MER en het achtergrondrapport leefomgevingskwaliteit. Niet in geschil is dat magnetische velden van meer dan 150 pt niet zullen optreden ten gevolge van de voorziene hoogspanningsverbinding, zodat deze in zoverre geen risico's voor mensen met een pacemaker met zich brengen. Met betrekking tot het elektrisch veld overweegt de Afdeling dat weliswaar niet is uitgesloten dat dit veld plaatselijk onder hoogspanningslijnen soms meer dan 2000 V/m kan bedragen, maar dat alleen de vóór 15 januari 1996 op de markt gebrachte pacemakers hierdoor verstoring kunnen ondervinden. Verder is de conclusie in het achtergrondrapport leefomgevingskwaliteit dat een pacemaker gemiddeld niet langer dan tien jaar mee gaat, niet bestreden zodat geen aanleiding voor het oordeel bestaat dat de ministers in zoverre een doorslaggevend gewicht aan een mogelijke verstoring van een oud type pacemaker hadden moeten toekennen Het Kennisplatform heeft een memo gepubliceerd waarin de resultaten van een onderzoek naar de gevolgen van een hoogspanningsverbinding op de werking van een cochleair implantaat zijn opgenomen. Dit betreft het memo "Cochleair Implantaten die voldoen aan de Europese norm functioneren normaal nabij hoogspanningslijnen" van 16 augustus Het Kennisplatform concludeert in dit memo dat cochleair implantaten die voldoen aan de Europese norm niet worden verstoord door normaal functionerende hoogspanningsverbindingen in Nederland. In de uitzonderlijke situatie dat in een hoogspanningsverbinding kortsluiting optreedt, kan dat leiden tot een kortstondige storing, maar het implantaat zal daardoor niet stuk gaan, aldus het Kennisplatform in dat memo. Gelet op de conclusie in dit memo, die Wijkstellinghof niet heeft bestreden, bestond geen aanleiding voor de ministers om afzonderlijk onderzoek te doen naar de gevolgen van de hoogspanningsverbinding op cochleair implantaten. 16. [appellant sub 4] voert aan dat bij de berekening van de magneetveldzone ten onrechte is uitgegaan van een belasting van o van de hoogspanningsverbinding, omdat niet is gewaarborgd dat de belasting niet meer dan 300 zal zijn De ministers stellen dat in de handreiking staat dat een rekenstroom van 300 van de ontwerpstroom is gebaseerd op onderzoek van het RIVM (Achtergrondenbeleid bovengrondse hoogspanningslijnen RIVM rapport /2007) naar de jaargemiddelde stroom van alle

13 Uitspraak /1/R1 Raad van State Page 12 of en 220 kv-verbindingen in Daaruit is gebleken dat voor 900 van de verbindingen de werkelijke jaargemiddelde stroom ruim onder 300 van de ontwerpstroom ligt. Een keuze voor 300 van de ontwerpstroom anticipeert op groei van het elektriciteitsgebruik in de komende decennia. De aanname van 300 wordt periodiek geëvalueerd met de evaluatie van de handreiking voor deze berekeningen. De maximale belasting in de bedrijfsvoeringsituatie is 2000 Ampere per circuit. Dit is 500 van het maximaal toelaatbaar vermogen voor een korte periode. De jaargemiddelde belasting van de verbinding is 300. Dit is overeenkomstig de genoemde handreiking van het RIVM, aldus de ministers De Afdeling overweegt, zoals zij ook heeft gedaan in de uitspraak omtrent de Zuidring, dat het door [appellant sub 4] betwiste percentage van 30 voor de jaargemiddelde belasting van de hoogspanningsverbinding is gebaseerd op de handreiking die is opgesteld door een ter zake deskundige en onafhankelijke instantie. Voorts betrekt de Afdeling bij haar oordeel dat, zoals eveneens in de uitspraak omtrent de Zuidring is overwogen, uit de Elektriciteitswet 1998 en de netcode volgt dat de hoogspanningsverbinding niet maximaal zal kunnen worden belast, omdat anders niet kan worden voldaan aan de eisen die de netcode hieraan stelt. Gelet op de eisen van de Elektriciteitswet en de handreiking en het daaraan ten grondslag liggende Achtergrondenbeleid overweegt de Afdeling dat de ministers bij de berekeningen van de magneetveldzone in redelijkheid hebben kunnen uitgaan van een belastinggraad van 300 van de hoogspanningsverbinding en van de verwachting dat deze binnen de planperiode niet structureel zal stijgen. 17. Met betrekking tot het betoog van VDNW en anderen dat het rijksinpassingsplan in strijd is met het advies van VROM omdat door het gekozen tracé de magneetveldzone over woningen komt te liggen, overweegt de Afdeling, zoals zij ook in de uitspraak omtrent de Zuidring heeft gedaan, dat uit het advies van VROM niet volgt dat geen enkele woning in de magneetveldzone mag staan. Het betoog faalt derhalve. 18. De erven [appellant sub 23A] betogen dat de ministers een onjuiste uitleg aan het voorzorgbeginsel geven omdat hun woning in de magneetveldzone niet is wegbestemd. De erven [appellant sub 23A] wijzen erop dat in strijd met het voorzorgbeginsel en de uitspraak omtrent de Zuidring de afweging of gevoelige bestemmingen te handhaven zijn binnen de magneetveldzone afhankelijk is gemaakt van een stapeling van milieufactoren en bereidheid tot verkoop van woningen. Volgens de erven [appellant sub 23A] dient specifiek naar de situatie te worden gekeken en dienen de ministers tot de conclusie te komen dat hun woning in de magneetveldzone niet kan worden gehandhaafd. Ook een aantal andere appellanten betoogt in het algemeen dat ten onrechte de gevoelige bestemmingen binnen de magneetveldzone niet zijn wegbestemd Met betrekking tot de woning van de erven [appellant sub 23A] hebben de ministers zich op het standpunt gesteld dat deze woning en het bijbehorend erf deels binnen de specifieke magneetveldzone komen te liggen. De ministers betogen dat het enkele feit dat een woning in de magneetveldzone zal staan niet voldoende is om de woonfunctie te beëindigen. Hieromtrent hebben zij een afweging gemaakt, waarbij aansluiting is gezocht bij het advies van VROM. Hierin staat volgens de ministers dat zoveel als redelijkerwijs mogelijk is vermeden moet worden dat er gevoelige bestemmingen in de magneetveldzone liggen. Uitzonderingen zijn hierop acceptabel als van kleinschalige concentraties van gevoelige bestemmingen (bijvoorbeeld apart gelegen bedrijfswoningen of boerderijen) sprake is. De ministers menen dat de woning van de erven [appellant sub 23A] als een kleinschalige concentratie van gevoelige bestemmingen kan worden aangemerkt. Verder wijzen de ministers erop dat in het advies van VROM staat dat als hier sprake van is, een stapeling van negatieve milieufactoren een indicatie kan zijn om extra voorzorgen of maatregelen te treffen. De ministers hebben gemeend dat geen sprake is van een stapeling van milieufactoren, waarbij zij van belang hebben geacht dat de bestaande 150 kv-verbinding zal worden geamoveerd en op een grotere afstand van de woning ondergronds zal worden aangelegd. Verder wijzen de ministers erop dat TenneT voor alle gevoelige bestemmingen binnen de specifieke magneetveldzone een aanbod tot aankoop zal doen De erven [appellant sub 23A] zijn eigenaar van de woning op het perceel [locatie 1] in Hazerswoude-Dorp.

14 Uitspraak /1/R1 Raad van State Page 13 of 48 In de analyse gevoelige objecten zijn de gevoelige bestemmingen gelegen binnen de magneetveldzone van de voorziene hoogspanningsverbindingen geïnventariseerd en van een beoordeling voorzien in verband met de vraag of de desbetreffende bestemming redelijkerwijs gehandhaafd kan blijven in het licht van het advies van VROM. De woning van de erven [appellant sub 23A] staat volgens de analyse gevoelige objecten binnen de indicatieve en de specifieke magneetveldzone. Het desbetreffende perceel is gelegen nabij de bestaande 150 kv-hoogspanningsverbinding die zal worden geamoveerd. Verder staat in de analyse gevoelige objecten dat overigens geen aanwijsbare milieufactoren zijn aan te wijzen. Door de toevoeging van de hoogspanningsverbinding ontstaat, zo staat in de analyse gevoelige objecten, naar de mening van de ministers geen zodanige stapeling van milieufactoren dat de woning daardoor redelijkerwijs niet kan worden gehandhaafd. De ministers zijn tot slot nog van mening dat ook niet onvermeld mag blijven dat van de zijde van TenneT aan bewoners van de onderhavige woning een aanbod tot uitkoop wordt gedaan. De ministers zijn op grond van het bovenstaande van oordeel dat onderhavige gevoelige bestemming redelijkerwijs gehandhaafd kan blijven, aldus de analyse gevoelige objecten In de toelichting op het rijksinpassingsplan staat dat op grond van het advies van VROM en het daarin verwoorde redelijkerwijs-criterium, het aanvaardbaar is dat bij kleinschalige concentraties van gevoelige bestemmingen, er gevoelige bestemmingen binnen de magneetveldzone komen te liggen. Een stapeling van negatieve milieufactoren kan in dat geval wel aanleiding zijn voor het treffen van extra voorzorgen of maatregelen. Van de gevoelige bestemmingen (zowel papieren als feitelijk bestaande) waarvan redelijkerwijs kan worden aangenomen dat zij in de magneetveldzone komen te liggen, is daarom beoordeeld of deze kunnen blijven bestaan. In de toelichting op het rijksinpassingsplan staat verder dat de 29 gerealiseerde gevoelige bestemmingen, die in de indicatieve magneetveldzone komen te liggen, alle zijn aan te merken als kleinschalige concentraties van gevoelige bestemmingen. Het betreft namelijk functies zoals verspreid liggende (bedrijfs)woningen. Op basis van de berekende specifieke magneetveldzone is voor de 380 kv-verbinding (al dan niet gecombineerd met een 150 kv-verbinding) beoordeeld of deze gerealiseerde gevoelige bestemmingen ook binnen de specifieke magneetveldzone liggen. Negentien gerealiseerde gevoelige bestemmingen vallen buiten de berekende specifieke magneetveldzone. Voor de tien gerealiseerde gevoelige bestemmingen die binnen de specifieke magneetveldzone vallen is overeenkomstig het advies van VROM beoordeeld of de stapeling van milieufactoren aanleiding is om extra voorzorgen of maatregelen te treffen. Uit de analyse gevoelige objecten blijkt dat hier in geen van de gevallen aanleiding voor is. Hiervoor geldt het schadebeleid van TenneT. Dit betekent dat bij alle gerealiseerde gevoelige bestemmingen binnen de specifieke magneetveldzone het gebruik op basis van het advies van VROM kan worden voortgezet. Voor de acht nog niet gerealiseerde gevoelige bestemmingen geldt dat het relatief eenvoudig en zonder onevenredige belangenaantasting te voorkomen is dat alsnog gevoelige bestemmingen binnen de magneetveldzone worden gerealiseerd en het aantal blootgestelden toeneemt. Bij deze percelen wordt de gevoelige bestemming niet gehandhaafd en zijn in het rijksinpassingsplan een bouwverbod en gebruiksverbod voor gevoelige bestemmingen opgenomen In het advies van VROM staat dat de toenmalige staatssecretaris het op basis van het redelijkerwijs-criterium, zoals verwoord in het advies van VROM, acceptabel vindt dat voor kleinschalige concentraties van gevoelige bestemmingen (bijvoorbeeld apart gelegen bedrijfswoningen of boerderijen) uitzonderingen worden gemaakt. Anderzijds kan de stapeling van negatieve milieufactoren een indicatie zijn voor het treffen van extra voorzorgen of maatregelen In de uitspraak omtrent de Zuidring heeft de Afdeling overwogen dat geen wettelijk voorschrift valt aan te wijzen dat voorziet in de verplichting om gevoelige bestemmingen als bedoeld in het advies van VROM weg te bestemmen. Voorts heeft de Afdeling overwogen dat het in het advies van VROM neergelegde beleid niet alleen inhoudt dat bij het bepalen van het tracé voor zover redelijkerwijs mogelijk vermeden moet worden dat gevoelige bestemmingen binnen het tracé komen te liggen, maar tevens dat een afweging moet worden gemaakt of de gevoelige bestemmingen binnen de magneetveldzone, die redelijkerwijs niet vermeden kunnen worden, redelijkerwijs ter plaatse kunnen worden gehandhaafd. In dat kader heeft de Afdeling overwogen dat, nu het rijksinpassingsplan ingevolge artikel 3.28, derde lid, van de Wro geacht wordt deel uit te maken van de bestemmingsplannen waarop het betrekking heeft, het op de

15 Uitspraak /1/R1 Raad van State Page 14 of 48 weg van de ministers ligt om zelf de afweging te maken of de gevoelige bestemmingen, die binnen de magneetveldzone komen te liggen, redelijkerwijs ter plaatse gehandhaafd kunnen worden. Bij de vaststelling van het rijksinpassingsplan ten behoeve van de Noordring hebben de ministers dat blijkens de analyse gevoelige objecten gedaan. In het bijzonder wat betreft de woning van de erven [appellant sub 23A] is daarin geconcludeerd dat deze gehandhaafd kan blijven waarbij de ministers hebben aangesloten bij het advies van VROM. Met betrekking tot het betoog van de erven [appellant sub 23A] dat het al dan niet handhaven van een gevoelige bestemming binnen de magneetveldzone niet afhankelijk mag zijn van de stapeling van milieufactoren, overweegt de Afdeling dat dit criterium volgt uit het advies van VROM. De erven [appellant sub 23A] hebben niet gemotiveerd waarom de ministers dat criterium in dit geval niet mochten toepassen. Verder overweegt de Afdeling dat de erven [appellant sub 23A] niet hebben bestreden dat ter plaatse van hun woning sprake is van een kleinschalige concentratie van gevoelige bestemmingen en ook niet gemotiveerd hebben aangegeven dat ter plaatse van hun woning sprake is van een zodanige stapeling van milieufactoren dat de woonbestemming redelijkerwijs niet gehandhaafd kan blijven. Verder hebben de ministers van bijkomend belang geacht dat TenneT de woning zal aankopen en is de afweging om de woning al dan niet te handhaven, anders dan de erven [appellant sub 23A] betogen, daarop niet gebaseerd. 19. [appellant sub 1] betoogt dat voor zijn situatie ten onrechte geen passende oplossing wordt geboden terwijl zijn woning in de magneetveldzone komt te staan. [appellant sub 1] wijst er in dit verband op dat de door hem gewenste verplaatsing van zijn bedrijfswoning door de ministers als passend wordt beschouwd. Nu de bestaande woning van [appellant sub 1] niet is wegbestemd en geen nieuw bouwvlak is toegekend, dient hij zich ten onrechte te wenden tot de raad van de gemeente Rijnwoude. Vooralsnog kan die raad niet instemmen met de door [appellant sub 1] gewenste verplaatsing en heeft die raad daarvoor twee alternatieven voorgesteld waarbij de bestaande bedrijfsopstallen moeten worden gesloopt. Volgens [appellant sub 1] zal TenneT de schade die hierdoor ontstaat niet volledig vergoeden De ministers hebben zich in het bestreden besluit op het standpunt gesteld dat de woning van [appellant sub 1], die is gelegen binnen de specifieke magneetveldzone van de hoogspanningsverbinding, gehandhaafd kan blijven. Voorts hebben de ministers er op gewezen dat het schadebeleid van TenneT, dat geen deel uitmaakt van het rijksinpassingsplan, beoogt een passende oplossing te bieden voor eigenaren van gevoelige bestemmingen die niet in de specifieke magneetveldzone willen wonen of anderszins willen verblijven. In dat kader is de door [appellant sub 1] voorgestelde verplaatsing van de woning een passende oplossing, aldus de ministers. In het kader van het schadebeleid zal TenneT in overleg met de eigenaar het gemeentebestuur van Rijnwoude benaderen met een verzoek voor een planologische wijziging van het desbetreffende bestemmingsplan zodat de gewenste verplaatsing van de bedrijfswoning alsnog kan plaatsvinden, aldus de ministers [appellant sub 1] woont op het perceel [locatie 2] in Hazerswoude-Dorp waar hij tevens een agrarisch bedrijf uitoefent. In de analyse gevoelige objecten staat dat de woning binnen de indicatieve en de specifieke magneetveldzone zal komen te staan. Op het perceel zijn het bestemmingsplan "Buitengebied" en de bestemming "Agrarische doeleinden" van toepassing. Ter plaatse is één woning per bouwvlak toegestaan. Het desbetreffende perceel is gelegen nabij de bestaande 150 kvhoogspanningsverbinding die zal worden geamoveerd. Overigens zijn er geen bijzondere milieufactoren aan te wijzen. Door de toevoeging van de hoogspanningsverbinding ontstaat er naar de mening van de ministers geen zodanige stapeling van milieufactoren dat de woning daardoor zou moeten worden wegbestemd. In de analyse gevoelige objecten staat verder dat de ministers tot slot nog van mening zijn dat ook niet onvermeld mag blijven dat van de zijde van TenneT aan bewoners van de onderhavige woning een aanbod tot uitkoop wordt gedaan De Afdeling overweegt dat de woning van [appellant sub 1] in het rijksinpassingsplan niet is wegbestemd en derhalve in het bestemmingsplan "Buitengebied" nog als zodanig is bestemd. Ter zitting is van de zijde van de raad van de gemeente Rijnwoude aangegeven dat medewerking zal worden verleend aan het planologisch mogelijk maken van het verplaatsen van de woning van [appellant sub 1] naar een locatie binnen het bestaande bouwvlak waarmee beide partijen kunnen instemmen. Verder is van de zijde van de raad van de gemeente Rijnwoude aangegeven dat daarbij een uitbreiding van het bestaande bouwvlak mogelijk zal worden gemaakt omdat door de verplaatsing van de woning bedrijfsopstallen moeten worden

16 Uitspraak /1/R1 Raad van State Page 15 of 48 geamoveerd. Ter zitting heeft TenneT aangeven dat deze oplossing voor vergoeding in aanmerking komt. [appellant sub 1] heeft ter zitting aangegeven dat hij kan instemmen met de door de raad van de gemeente Rijnwoude voorgestelde oplossing. Het betoog dat hem ten onrechte geen passende oplossing wordt aangeboden, faalt derhalve. 20. VDV betoogt dat enkele openbaar toegankelijke locaties, zoals een volkstuinencomplex, een druk kruispunt waar mensen met pacemakers en icd's moeten wachten voor de stoplichten, het voorziene Jack Sharp Park en een voorzien seniorencomplex, ten onrechte niet als gevoelige bestemmingen als bedoeld in het advies van VROM zijn aangemerkt. Ook Wijkstellinghof betoogt dat dit seniorencomplex, evenals een aantal woningen aan de Vijfhuizerweg en bebouwing aan de Stelling, in de magneetveldzone staat en dat deze objecten derhalve als gevoelige bestemming dienen te worden aangemerkt De ministers stellen dat de door VDV en Wijkstellinghof genoemde objecten geen gevoelige bestemmingen als bedoeld in het advies van VROM zijn omdat geen sprake is van langdurig verblijf van kinderen tot 15 jaar als bedoeld in dat advies of omdat het object niet binnen de indicatieve magneetveldzone ligt Het volkstuinencomplex, het kruispunt en het voorziene Jack Sharp Park liggen deels onder de voorziene hoogspanningsverbinding dan wel deels in de indicatieve magneetveldzone. De ministers hebben zich terecht op het standpunt gesteld dat deze objecten niet als gevoelige bestemmingen als bedoeld in het advies van VROM kunnen worden aangemerkt, omdat geen sprake is van langdurig verblijf van kinderen tot 15 jaar als bedoeld in dat advies Met betrekking tot het door VDV en Wijkstellinghof bedoelde seniorencomplex overweegt de Afdeling als volgt. De ministers hebben een luchtfoto op schaal overgelegd waaruit volgt dat de kortste afstand van het voorziene seniorencomplex tot de voorziene hoogspanningsverbinding ongeveer 160 m bedraagt. De ministers hebben zich derhalve terecht op het standpunt gesteld dat het seniorencomplex niet is voorzien in de indicatieve magneetveldzone van 50 m aan weerszijde van de hoogspanningsverbinding. Verder blijkt uit dezelfde luchtfoto dat de meest nabijgelegen woning aan de Vijfhuizerweg op een afstand van 52 m van de voorziene hoogspanningsverbinding staat en derhalve buiten de indicatieve magneetveldzone. Met betrekking tot de bebouwing aan de Stelling overweegt de Afdeling dat, nog daargelaten dat deze bebouwing op een afstand van ongeveer 160 m van de voorziene hoogspanningsverbinding staat, dit geen gevoelige bestemming als bedoeld in het advies van VROM is omdat kinderen er niet langdurig verblijven. Dit betreft bebouwing die deel uitmaakt van het Provinciaal Monument Noord-Holland Stelling van Amsterdam. Een dergelijke status leidt niet tot het oordeel dat het een gevoelige bestemming is. Gelet op het voorgaande hebben de ministers zich terecht op het standpunt gesteld dat de woningen aan de Vijfhuizerweg en de bebouwing aan de Stelling geen gevoelige bestemmingen zijn als bedoeld in het advies van VROM. 21. Landbouwbedrijf [appellante sub 9] en [appellanten sub 22] betogen dat wonen en werken in de nabijheid van de voorziene hoogspanningsverbinding gezondheidsklachten met zich brengen. [appellante sub 9] betoogt dat haar zorgboerderij ten onrechte niet als gevoelige bestemming is aangemerkt [appellante sub 9] exploiteert op het perceel [locatie 3] in Vijfhuizen onder meer een zorgboerderij. De voorziene hoogspanningsverbinding zal door een open ontgraving deels op de gronden van [appellante sub 9] worden aangelegd. Uit de door de ministers overgelegde luchtfoto van dit perceel volgt dat binnen de indicatieve magneetveldzone van de voorziene hoogspanningsverbinding geen gevoelige bestemmingen als bedoeld in het advies van VROM zijn gelegen. Landbouwbedrijf [appellante sub 9] exploiteert een agrarisch bedrijf op het perceel [locatie 4] in Vijfhuizen. Op dit perceel zal de voorziene hoogspanningsverbinding door een open ontgraving worden aangelegd. De bedrijfswoning op dit perceel staat blijkens de door de ministers overgelegde luchtfoto's op een afstand van ongeveer 43 m vanaf de hoogspanningsverbinding en derhalve buiten de indicatieve magneetveldzone van 30 m aan weerszijden van de hoogspanningsverbinding. [appellanten sub 22] wonen op het perceel [locatie 5] in Rijpwetering en exploiteren daar een garagebedrijf. In de analyse gevoelige objecten staat dat dit perceel grotendeels binnen de indicatieve magneetveldzone ligt. Uit berekeningen blijkt dat het perceel geheel buiten de

17 Uitspraak /1/R1 Raad van State Page 16 of 48 specifieke magneetveldzone ligt, zodat geen sprake is van een gevoelige bestemming als bedoeld in het advies van VROM, aldus de analyse gevoelige objecten Anders dan Landbouwbedrijf [appellante sub 9], [appellanten sub 22] en [appellante sub 9] betogen, behoeven bedrijven en landbouwgrond niet als gevoelige bestemmingen in de zin van het advies van VROM te worden aangemerkt. In dit verband hebben de ministers zich terecht op het standpunt gesteld dat het advies van VROM niet ziet op volwassenen en dat, hoewel ook kinderen in de nabijheid van een hoogspanningsverbinding kunnen verblijven, in dit geval geen sprake is van langdurig verblijf als bedoeld in het advies van VROM en dat daarom bedrijven of landbouwgrond, waarop werkzaamheden kunnen worden verricht, niet als gevoelige bestemmingen behoeven te worden aangemerkt. [appellante sub 9] stellen niet dat op hun zorgboerderij kinderen langdurig verblijven, zodat voor haar zorgboerderij geen aanleiding voor een ander oordeel bestaat. Verder liggen de woonpercelen van Landbouwbedrijf [appellante sub 9] en [appellanten sub 22] buiten de specifieke magneetveldzone zodat de ministers zich terecht op het standpunt hebben gesteld dat dit geen gevoelige bestemmingen als bedoeld in het advies van VROM zijn. 22. Enkele appellanten betogen dat magnetische velden invloed hebben op dieren en gewassen en dat daar ten onrechte geen rekening mee is gehouden. [appellant sub 10] betoogt in dit verband dat zijn paardenhouderij ten onrechte niet als gevoelige bestemming is aangemerkt en wijst hierbij op een door Cordis gepubliceerd artikel waaruit volgens hem volgt dat het houden van paarden in de nabijheid van een ondergrondse hoogspanningsverbinding niet mogelijk is. Volgens [appellant sub 10] is ten onrechte geen rekening gehouden met de omstandigheid dat een magnetisch veld nauwelijks door grond wordt afgeschermd waardoor niet is uitgesloten dat het magnetisch veld bij een ondergrondse hoogspanningsverbinding hoger is dan het magnetisch veld bij een bovengrondse hoogspanningsverbinding. [appellant sub 10] wijst in dit verband op een kennisbericht van het Kennisplatform. [appellant sub 33] voert in dit verband aan dat niet inzichtelijk is gemaakt wat de gevolgen van de voorziene hoogspanningsverbinding zijn voor koeien omdat niet inzichtelijk is gemaakt in hoeverre de onderzoeken rekening hebben gehouden met de omstandigheden dat dit een 380 kv-verbinding betreft en dat de koeien dicht bij een opstijgpunt staan De ministers stellen dat op basis van de huidige stand van het wetenschappelijk onderzoek er geen reden is om aan te nemen dat sprake is van schadelijke effecten op dieren en gewassen of gevolgen voor de voedselveiligheid als gevolg van magneetvelden van hoogspanningsverbindingen. Dit geldt volgens de ministers ook voor een biologische melkveestapel, waarvoor geen striktere wettelijke eisen met betrekking tot magneetvelden gelden. Met betrekking tot het betoog van [appellant sub 10] omtrent zijn paardenhouderij voeren de ministers aan dat er geen aanwijzingen zijn dat de voorziene hoogspanningsverbinding gevolgen heeft voor de gezondheid van herkauwers en dat uit de informatie van Cordis geen conclusie kan worden getrokken over het richtinggevoel van dressuurpaarden Uit het door [appellant sub 10] overgelegde artikel van Cordis volgt dat vee en reeën kunnen reageren op magnetische velden van hoogspanningsverbindingen. Nog daargelaten de vraag wat het wetenschappelijke gehalte van dit artikel is en dat dit artikel niet ziet op paarden, staat daarin niet dat deze gevolgen voor vee en reeën een nadelige invloed hebben op de gezondheid van deze dieren. Evenmin staat daarin dat het richtingsgevoel van vee en reeën verslechtert ten gevolge van de magnetische velden. De ministers hebben zich derhalve in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat zij in dit artikel geen aanleiding hebben hoeven zien om de paardenhouderij van [appellant sub 10] aan te merken als een gevoelige bestemming in aanvulling op het advies van VROM. Nu de paardenhouderij niet is aan te merken als gevoelige bestemming behoeft de beroepsgrond van [appellant sub 10] dat een magnetisch veld nauwelijks door grond wordt afgeschermd, hetgeen door de ministers niet wordt betwist, geen bespreking. Met betrekking tot het betoog van [appellant sub 33] overweegt de Afdeling dat het voor de effecten van elektromagnetische straling van een hoogspanningsverbinding niet van belang is of deze worden veroorzaakt door de hoogspanningslijnen of een opstijgpunt. Evenmin is voor de effecten van de elektromagnetisch straling van belang wat de stroomsterkte is van de hoogspanningsverbinding.

18 Uitspraak /1/R1 Raad van State Page 17 of 48 Voor het overige hebben appelanten hun standpunten niet gemotiveerd, zodat de Afdeling daarin geen aanleiding voor het oordeel ziet dat de ministers zich niet in redelijkheid op het standpunt hebben kunnen stellen dat op basis van de huidige stand van het wetenschappelijk onderzoek er geen reden is om aan te nemen dat sprake is van schadelijke effecten op dieren en gewassen of gevolgen voor de voedselveiligheid als gevolg van magneetvelden van hoogspanningsverbindingen. Verder hebben appellanten niet aangevoerd dat voor een biologische bedrijfsvoering strengere eisen worden gesteld aan de producten wat betreft de aanwezigheid van elektromagnetische velden. 23. [appellante sub 13] betoogt dat ten onrechte de aanduiding "magneetveldzone" aan een deel van haar perceel is toegekend. Als de specifieke magneetveldzone bij de vaststelling van het rijksinpassingsplan was berekend, zou deze aanduiding niet dan wel aan een kleiner oppervlak van haar perceel zijn toegekend. Ze wijst op volgens haar drie vergelijkbare percelen waar wel de specifieke magneetveldzone is berekend De ministers stellen zich op het standpunt dat het woonperceel van [appellante sub 13] buiten de indicatieve magneetveldzone van de nieuwe hoogspanningsverbindingen ligt en dat daarom de specifieke magneetveldzone niet is berekend. Wel is het volgens de ministers op grond van het planologische regime mogelijk om de woning op het perceel te verplaatsen naar binnen de indicatieve magneetveldzone. Deze mogelijkheid hebben de ministers wegbestemd. Om aan de wensen van [appellante sub 13] tegemoet te komen, hebben de ministers na het nemen van het bestreden besluit alsnog de specifieke magneetveldzone ter hoogte van het woonperceel van [appellante sub 13] berekend De woning van [appellante sub 13] staat op het perceel [locatie 6] in Hazerswoude-Dorp. In de analyse gevoelige objecten is dit perceel opgenomen in onderdeel C, de niet gerealiseerde gevoelige bestemmingen binnen de indicatieve magneetveldzone. Hierin staat dat op het perceel [locatie 6] het bestemmingsplan "Buitengebied" en de bestemming "Agrarische doeleinden, grondgebonden veehouderij" van toepassing is. Binnen het bouwvlak is een bedrijfswoning toegestaan en aanwezig. Deze woning en de daarbij behorende tuin en het erf staan ver buiten de magneetveldzone maar de woning kan volgens de voorschriften bij het bestemmingsplan verplaatst worden naar een locatie binnen de zone. Gezien het voorgaande is sprake van een gevoelige bestemming als bedoeld in het advies van VROM, aldus de analyse gevoelige objecten. Gelet op de mogelijkheden die het bestemmingsplan biedt, is het niet uitgesloten dat binnen de magneetveldzone een bedrijfswoning dan wel de daarbij behorende tuin of het erf wordt gerealiseerd. Het advies van VROM is bedoeld om zoveel als mogelijk te voorkomen dat er gevoelige functies binnen de magneetveldzone zijn gelegen of komen te liggen. In het geval van niet gerealiseerde ('papieren') gevoelige bestemmingen is relatief eenvoudig te voorkomen dat alsnog gevoelige functies binnen de magneetveldzone worden gerealiseerd door deze weg te bestemmen. Om de bouw van een bedrijfswoning hier uit te sluiten is daarom een wijziging van het bestemmingsplan "Buitengebied" nodig waarmee wordt uitgesloten dat binnen de magneetveldzone een nieuwe bedrijfswoning kan worden opgericht. Gezien de beperkte invloed die een dergelijke wijziging oplevert zal de schade voor de eigenaar van de gronden beperkt zijn. Indien en voor zover er toch schade zou blijken te zijn, valt deze onder de schaderegeling voortvloeiend uit een afgesloten zakelijk rechtovereenkomst dan wel onder de planschaderegeling, aldus de analyse gevoelige objecten Aan een smalle strook van het perceel van [appellante sub 13] is in het rijksinpassingsplan de aanduiding "magneetveldzone" toegekend. Ingevolge artikel 13, lid 13.1, aanhef en onder c, van de planregels wordt tot een gebruik, strijdig met de gegeven bestemmingen, in ieder geval gerekend het gebruik van de gronden, ter plaatse van de aanduiding "magneetveldzone", als gevoelige bestemming. Ingevolge lid 13.2, onder b, kan de de minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, thans Economische Zaken, bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 13.1, onder c, en het gebruik als gevoelige bestemming toestaan indien na nadere technische uitwerking van de hoogspanningsverbinding een rapport is overgelegd met de weergave van de berekende specifieke magneetveldzone en uit dit rapport blijkt dat de gevoelige bestemming na ingebruikname van de hoogspanningsverbinding niet binnen de specifieke magneetveldzone zal zijn gelegen.

19 Uitspraak /1/R1 Raad van State Page 18 of KEMA heeft een berekening gemaakt van de specifieke magneetveldzone ter hoogte van het perceel van [appellante sub 13]. Hieruit volgt dat het woonperceel van [appellante sub 13] niet in de specifieke magneetveldzone van de voorziene 150 kv- en 380 kv-verbindingen ligt. Wel ligt een deel van het perceel waarop het planologisch mogelijk is om een gevoelige bestemming als bedoeld in het advies van VROM te realiseren binnen de specifieke magneetveldzone. Ter zitting is van de zijde van de ministers verklaard dat uit deze berekening, ten opzichte van de indicatieve berekening, volgt dat de aanduiding "magneetveldzone" op het perceel enkele meters zou kunnen worden verkleind De Afdeling overweegt dat de aanduiding "magneetveldzone" voor [appellante sub 13] weliswaar een beperking van het gebruik van de gronden waaraan die aanduiding is toegekend oplevert, maar dat deze beperking niet zodanig is dat de ministers hieraan een doorslaggevende betekenis moesten toekennen. In dit verband overweegt de Afdeling dat het woonperceel van [appellante sub 13] buiten de magneetveldzone ligt en dat zij niet heeft aangevoerd dat zij haar woning wenst te verplaatsen. De Afdeling overweegt voorts dat het een relatief klein deel van het perceel betreft en dat bij omgevingsvergunning, zoals bepaald in artikel 13, lid 13.2, onder b, van de planregels van het verbod kan worden afgeweken. Verder staat deze aanduiding er niet aan in de weg dat op die locatie bedrijfsopstallen worden gerealiseerd die ingevolge het advies van VROM niet als gevoelige bestemming worden aangemerkt. Door [appellante sub 13] is in het kader van het berekenen van de specifieke magneetveldzone verwezen naar drie volgens haar vergelijkbare percelen. Nu de ministers aan de wens van [appellante sub 13] tegemoet is gekomen door het laten berekenen van de specifieke magneetveldzone hoewel daar op grond van het advies van VROM geen aanleiding toe bestond, laat de Afdeling deze beroepsgrond, wat daar verder ook van zij, buiten beschouwing. 24. [appellant sub 17] betoogt dat het woongenot van zijn gezin zal worden aangetast omdat zijn vrouw en dochter lijden aan elektrogevoeligheid De ministers verwijzen naar een kennisbericht over elektrogevoeligheid van het Kennisplatform van april Zij zien daarin geen aanleiding om het advies van VROM aan te passen omdat er over elektrogevoeligheid wetenschappelijk nog te veel onduidelijkheden bestaan [appellant sub 17] woont op het perceel [locatie 7] in Bleiswijk. De kortste afstand van het woonperceel van [appellant sub 17] tot de voorziene hoogspanningsverbinding bedraagt ongeveer 310 m Het Kennisplatform heeft in april 2012 een kennisbericht uitgebracht over elektrogevoeligheid. Hierin staat onder meer dat de oorzaak van de klachten wetenschappelijk nog niet duidelijk is en dat er drie mogelijke verklaringen denkbaar zijn, namelijk de klachten worden veroorzaakt door elektromagnetische velden, de klachten hebben een psychische oorzaak of de klachten worden veroorzaakt door andere milieufactoren of ziekten. Een combinatie van deze oorzaken is ook mogelijk. Verder staat in het kennisbericht dat de Gezondheidsraad over elektrogevoeligheid tot de volgende conclusie komt. Het beeld dat uit de beschikbare wetenschappelijke gegevens naar voren komt, is dat er geen oorzakelijk verband is tussen blootstelling aan radiofrequente elektromagnetische velden en het optreden van onverklaarde lichamelijke klachten. Wel is er een verband tussen de klachten en de veronderstelling blootgesteld te worden en daarmee naar alle waarschijnlijkheid de mate van risicoperceptie. Dit doet overigens niet af aan het feit dat die klachten er zijn en om een oplossing vragen De Afdeling overweegt dat, gelet op de conclusie in het kennisbericht over elektrogevoeligheid die door [appellant sub 17] niet zijn bestreden en gelet op de afstand van de woning van [appellant sub 17] tot aan de hoogspanningsverbinding, de ministers hierin geen aanleiding hadden hoeven zien verdergaande eisen te stellen aan de magneetveldzone. 25. Wijkstellinghof heeft aangevoerd dat ten onrechte geen onderzoek is gedaan naar de piekbelasting van de voorziene hoogspanningsverbinding De Afdeling overweegt hieromtrent dat de ministers in redelijkheid hebben kunnen uitgaan van de jaargemiddelde belasting van de voorziene hoogspanningsverbinding, omdat hiermee wordt aangesloten op het advies van VROM. Dat advies gaat immers uit van een

20 Uitspraak /1/R1 Raad van State Page 19 of 48 jaargemiddeld magnetisch veld van 0,4 pt. Voor piekstraling geldt het internationale referentieniveau van de Europese Unie van 100 pt, dat ook in Nederland wordt gehanteerd. Dit referentieniveau zal nergens worden overschreden. 26. [appellante sub 9], [appellant sub 8], [appellant sub 7], [appellant sub 6] en [appellant sub 5] voeren aan dat ten onrechte geen nulmeting is uitgevoerd. Bij een toename van de hoogte van het elektromagnetisch veld ter plaatse van hun woningen, dient TenneT maatregelen te treffen zodat de hoogte van het elektromagnetisch veld weer op hetzelfde niveau uitkomt als voor de aanleg van de hoogspanningsverbinding. [appellant sub 15 A] en [appellant sub 15B] betogen dat bij hun woning, die binnen de specifieke magneetveldzone staat, ten onrechte de hoogte van het elektromagnetisch veld niet is berekend De ministers stellen hieromtrent dat voor de uitvoering van het advies van VROM alleen de breedte van de magneetveldzone van belang is. De precieze sterkte van het magneetveld op een bepaalde plaats binnen of buiten de magneetveldzone is voor de toepassing van het advies van VROM niet van belang, aldus de ministers [appellant sub 15 A] en [appellant sub 15B] wonen op het perceel [locatie 8] in Benthuizen. Deze woning staat volgens de analyse gevoelige objecten binnen de specifieke magneetveldzone. Anders dan [appellant sub 15 A] en [appellant sub 15 B] betogen, betekent de omstandigheid dat hun woning binnen de specifieke magneetveldzone staat, niet dat de precieze sterkte van het magnetisch veld ter plaatse van hun woning dient te worden berekend. Het advies van VROM ziet immers op gevoelige bestemmingen die aanwezig zijn binnen een magneetveld met een sterkte van 0,4 pt of hoger. Voor de toepassing van het advies van VROM is niet van belang hoe hoog het daadwerkelijke magneetveld is. Verder volgt uit het advies van VROM niet dat voor de ministers een plicht bestaat om een eventuele verhoging van de magneetveld ter plaatse van de woningen van [appellante sub 9], [appellant sub 8], [appellant sub 7], [appellant sub 6] en [appellant sub 5], wat daar verder ook van zij, na het realiseren van de hoogspanningsverbindingen ongedaan te maken. In dit verband acht de Afdeling mede van belang dat de woningen van voornoemde appellanten alle buiten de indicatieve magneetveldzone van de voorziene hoogspanningsverbindingen staan en dat de ministers de mogelijkheid om de bedrijfswoning van [appellant sub 6] te verplaatsen naar een locatie binnen de magneetveldzone hebben wegbestemd. 27. [appellant sub 4] betoogt dat de ministers ten onrechte geen onderzoek hebben gedaan naar de gevolgen van de hoogspanningsverbinding op het in de lucht aanwezige fijn stof. De ministers hebben zich ten onrechte gebaseerd op onderzoeken die uitgaan van aannames. Een aantal appellanten betoogt verder dat niet duidelijk is of rekening is gehouden met de aanwezigheid van de A4, de verhoging van de maximumsnelheid daarop en de Hogesnelheidslijn (hierna: HSL). [appellant sub 4] betoogt dat niet duidelijk is wat de gevolgen zijn voor de warmte-terugwin-unit (hierna: wtw-unit) in zijn woning De ministers stellen dat de belangrijkste conclusie van het rapport Hoogspanningslijnen en fijn stof, een literatuuronderzoek, van 20 november 2007 van het RIVM (hierna: het RIVMrapport) en een actualisatie van 3 oktober 2011, is dat op basis van de huidige kennis niet is gebleken dat bovengrondse hoogspanningsverbindingen de gezondheidseffecten die door fijn stof kunnen worden veroorzaakt, kunnen beïnvloeden. Het RIVM kan volgens de ministers ook geen mechanisme bedenken dat ertoe zou kunnen leiden dat het fijn stof afkomstig van de A4 tussen de hoogspanningsverbinding en de HSL zou blijven hangen. Gelet hierop is er volgens de ministers geen noodzaak om nader onderzoek te doen naar de gezondheidsgevolgen voor het wonen binnen de combinatie van de A4, de HSL en de voorziene hoogspanningsverbinding. Verder stellen de ministers dat uit het RIVM-rapport volgt dat de extra lading die fijn stofdeeltjes door corona-ontladingen kunnen krijgen na ongeveer 600 tot 800 m weer in neutrale toestand is en bij de overgang van buiten naar binnen in belang zal afnemen. Verder is het volgens de ministers niet aannemelijk dat opgeladen fijn stof wordt tegengehouden dan wel geneutraliseerd in het filter van het wtw-unit Het RIVM heeft in opdracht van het Ministerie van VROM literatuuronderzoek gedaan naar de invloed van bovengrondse hoogspanningslijnen op fijn stof. Dit heeft geresulteerd in het RIVM-rapport.

Feitelijke informatie De Afdeling bestuursrechtspraak heeft samengevat - het beroep gegrond verklaard op de volgende overwegingen.

Feitelijke informatie De Afdeling bestuursrechtspraak heeft samengevat - het beroep gegrond verklaard op de volgende overwegingen. Onderwerp Uitspraak RvS inzake wijzigingsbesluit Duinweg 56 Collegevoorstel Zaaknummer: OLOGMM27 Inleiding Op 30 november 2010 heeft uw college besloten het wijzigingsbesluit Duinweg 56, Drunen vast te

Nadere informatie

kv Noordring (Velsen - Vijfhuizen) Gezien het standpunt van Amsterdam Airport Schiphol tijdens het voortraject inzake 38 kv Noordring;

kv Noordring (Velsen - Vijfhuizen) Gezien het standpunt van Amsterdam Airport Schiphol tijdens het voortraject inzake 38 kv Noordring; Nummer -2014/2948 Betreft Ontheffing ex artikel 8.12 Wet luchtvaart, Randstad 380 kv Noordring (Velsen - Vijfhuizen) Saturnusstraat 50 Hoofddorp Postbus 575 2130 AN Hoofddorp Contactpersoon H.J. Stikfort

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2013:BZ1273

ECLI:NL:RVS:2013:BZ1273 ECLI:NL:RVS:2013:BZ1273 Instantie Raad van State Datum uitspraak 13-02-2013 Datum publicatie 18-02-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201206332/1/R3 Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

Uitspraak /1/R1

Uitspraak /1/R1 Uitspraak 201601235/1/R1 Datum van uitspraak: woensdag 31 augustus 2016 Tegen: de raad van de gemeente Bergen Proceduresoort: Eerste aanleg - meervoudig Rechtsgebied: Ruimtelijke-ordeningskamer - Bestemmingsplannen

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2012:BV6555

ECLI:NL:RVS:2012:BV6555 ECLI:NL:RVS:2012:BV6555 Instantie Raad van State Datum uitspraak 22-02-2012 Datum publicatie 22-02-2012 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201109131/1/A2 Eerste

Nadere informatie

Licht in de Randstad óók na De nieuwe Randstad 380 kv-hoogspanningsverbinding

Licht in de Randstad óók na De nieuwe Randstad 380 kv-hoogspanningsverbinding Licht in de Randstad óók na 2010 De nieuwe Randstad 380 kv-hoogspanningsverbinding De ministeries van Economische Zaken en VROM werken samen met TenneT aan de Randstad 380 kv-verbinding. Licht in de Randstad

Nadere informatie

Afdeling bestuursrechtspraak. Behandelend ambtenaar. D.J.J.M. Wolfs

Afdeling bestuursrechtspraak. Behandelend ambtenaar. D.J.J.M. Wolfs Raad van tate Afdeling bestuursrechtspraak INGEKOM»- N 0 4 APR. 2313 Raad van deljemeente Loon op Zand Postbus 7 5170 AA KAATSHEUVEL GEMEENTE LOON OP ZAND lllllllllllllllll 2013.05077 Afdeling: RO O VB:

Nadere informatie

/1/R4 woensdag 13 februari de raad van de gemeente Lansingerland,

/1/R4 woensdag 13 februari de raad van de gemeente Lansingerland, Uitspraak 201205425/lIR4 gevonden via" Page 1 of5 Uitspraken ZAAKNUMMER DATUM VAN UITSPRAAK TEGEN PROCEDURESOORT RECHTSGEBIED 201205425/1/R4 woensdag 13 februari 2013 de raad van de gemeente Eerste aanleg

Nadere informatie

Noot van de commissie: Ook hier blijkt weer dat externe veiligheid ook een kwestie van overwogen ruimtelijke ordening is

Noot van de commissie: Ook hier blijkt weer dat externe veiligheid ook een kwestie van overwogen ruimtelijke ordening is Essentie uitspraak: Het bestemmingsplan maakt uitbreiding van een tankstation niet mogelijk. De milieuvergunning mag, vanwege het ruimtelijke feit, worden geweigerd. De gemeente is niet verplicht om het

Nadere informatie

vanstate /1/V6. Datum uitspraak: 28 maart 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

vanstate /1/V6. Datum uitspraak: 28 maart 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201108441/1/V6. Datum uitspraak: 28 maart 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak na vereenvoudigde behandeling (artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb)) op het

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2007:BB9957

ECLI:NL:RVS:2007:BB9957 ECLI:NL:RVS:2007:BB9957 Instantie Raad van State Datum uitspraak 12-12-2007 Datum publicatie 12-12-2007 Zaaknummer 200700759/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

Hoogspanningslijnen. Antwoord op de meest gestelde vragen

Hoogspanningslijnen. Antwoord op de meest gestelde vragen Hoogspanningslijnen Antwoord op de meest gestelde vragen 2 Ministerie van Infrastructuur en Milieu Hoogspanningslijnen Antwoorden op de meest gestelde vragen Inhoudsopgave 1. Waarom deze brochure? 3 2.

Nadere informatie

Musselkanaal. Bijlagen bij de toelichting NL.IMRO.00370000BP0602- vastgesteld: 29 oktober 2007 goedgekeurd: 24 juni 2008 onherroepelijk: 30 juli 2009

Musselkanaal. Bijlagen bij de toelichting NL.IMRO.00370000BP0602- vastgesteld: 29 oktober 2007 goedgekeurd: 24 juni 2008 onherroepelijk: 30 juli 2009 Musselkanaal NL.IMRO.00370000BP0602- vastgesteld: 29 oktober 2007 goedgekeurd: 24 juni 2008 onherroepelijk: 30 juli 2009 Bijlagen bij de toelichting BIJLAGE 1 Berekening luchtkwaliteit BIJLAGE 2 Inspraak-

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2011:BR4589

ECLI:NL:RVS:2011:BR4589 ECLI:NL:RVS:2011:BR4589 Instantie Raad van State Datum uitspraak 01-08-2011 Datum publicatie 10-08-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201107028/1/H1 en 201107028/2/H1

Nadere informatie

Afdeling bestuursrechtspraak. Behandelend ambtenaar A.H.M. Boevink

Afdeling bestuursrechtspraak. Behandelend ambtenaar A.H.M. Boevink Raad vanstate Afdeling bestuursrechtspraak Raad van de gemeente Soest Postbus 2000 3760 CA SOEST Datum Ons nummer Uw kenmerk 1 9 december 201 2 201 206869/1 /R2 Onderwerp Soest Bestemmingsplan De Eng Behandelend

Nadere informatie

Uitspraken. http://www.raadvanstate.nl/uitspraken/zoeken_in_uitspraken/zoekresultaat/?zoeken_ve... 200908100/1/R1

Uitspraken. http://www.raadvanstate.nl/uitspraken/zoeken_in_uitspraken/zoekresultaat/?zoeken_ve... 200908100/1/R1 deze uitspraak deze uitspraak Page 1 of 66 Uitspraken ZAAKNUMMER 200908100/1/R1 DATUM VAN UITSPRAAK woensdag 29 december 2010 TEGEN de minister van Economische Zaken (thans: Economische Zaken, Landbouw

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2013:BZ2509

ECLI:NL:RVS:2013:BZ2509 ECLI:NL:RVS:2013:BZ2509 Instantie Raad van State Datum uitspraak 27-02-2013 Datum publicatie 27-02-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201204293/1/R3 Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2016:2558

ECLI:NL:RBGEL:2016:2558 ECLI:NL:RBGEL:2016:2558 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 12-05-2016 Datum publicatie 19-05-2016 Zaaknummer AWB - 15 _ 7447 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Activiteitenplan 380 kv hoogspanningsstation Vijfhuizen

Activiteitenplan 380 kv hoogspanningsstation Vijfhuizen NOTITIE AAN Dienst Regelingen VAN Sara Zehenpfenning ONDERWERP Activiteitenplan 380 kv hoogspanningsstation Vijfhuizen TER BESLUITVORMING TER INFORMATIE Activiteitenplan 380 kv hoogspanningsstation Vijfhuizen

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2015:1768

ECLI:NL:RVS:2015:1768 ECLI:NL:RVS:2015:1768 Instantie Raad van State Datum uitspraak 03-06-2015 Datum publicatie 03-06-2015 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201407801/1/A3 Eerste

Nadere informatie

HABITAT ADVOCATENKANTOOR OMGEVINGSRECHT WONEN I ONDERNEMEN I NATUUR

HABITAT ADVOCATENKANTOOR OMGEVINGSRECHT WONEN I ONDERNEMEN I NATUUR HABITAT ADVOCATENKANTOOR OMGEVINGSRECHT WONEN I ONDERNEMEN I NATUUR OVER-gemeenten de gemeenteraad van Wormerland t.a.v. Ernest Bressers Postbus 20 1530 AA Wormer Retour naar correspondentieadres postbus

Nadere informatie

Uitspraak /1/R6

Uitspraak /1/R6 Uitspraak 201309151/1/R6 DATUM VAN UITSPRAAK woensdag 12 februari 2014 TEGEN de raad van de gemeente Lelystad PROCEDURESOORT Eerste aanleg - meervoudig RECHTSGEBIED Ruimtelijke-ordeningskamer - Bestemmingsplannen

Nadere informatie

Uitspraak 201305571/1/R3

Uitspraak 201305571/1/R3 pagina 1 van 5 Uitspraak 201305571/1/R3 DATUM VAN UITSPRAAK woensdag 16 april 2014 TEGEN PROCEDURESOORT RECHTSGEBIED de raad van de gemeente Waalwijk Eerste aanleg - enkelvoudig Ruimtelijke-ordeningskamer

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING W

OMGEVINGSVERGUNNING W *U16.06324* *U16.06324* OMGEVINGSVERGUNNING W-2016-0124 Beschikking op de aanvraag van Tennet TSO B.V. Gevestigd Postbus 718 6800 AS ARNHEM Aanvraag Burgemeester en wethouders hebben op 31 maart 2016 een

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2011:BQ4936

ECLI:NL:RVS:2011:BQ4936 ECLI:NL:RVS:2011:BQ4936 Instantie Raad van State Datum uitspraak 18-05-2011 Datum publicatie 18-05-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201008844/1/H1 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

vanstate Afdeling bestuursrechtspraak Minister van Economische Zaken Postbus EC 'S-GRAVENHAGE

vanstate Afdeling bestuursrechtspraak Minister van Economische Zaken Postbus EC 'S-GRAVENHAGE rvââq vanstate Afdeling bestuursrechtspraak K.i Minister van Economische Zaken Postbus 20101 2500 EC 'S-GRAVENHAGE Datum Ons nummer Uw kenmerk 23 december 2010 20100521 2/8/R2 WJZ/10086433 Onder\vcq'i

Nadere informatie

tot wijziging van het Besluit omgevingsrecht (aanwijzing bovengrondse elektriciteitsleiding als vergunningvrij bouwwerk)

tot wijziging van het Besluit omgevingsrecht (aanwijzing bovengrondse elektriciteitsleiding als vergunningvrij bouwwerk) Besluit van tot wijziging van het Besluit omgevingsrecht (aanwijzing bovengrondse elektriciteitsleiding als vergunningvrij bouwwerk) Op de voordracht van Onze Minister van Infrastructuur en Milieu van,

Nadere informatie

Raad \ Afdeling bestuursrechtspraak vanstate

Raad \ Afdeling bestuursrechtspraak vanstate C o O.- O o O B O.1 O i O u O o O o O o O ft O :. O,-. C Raad \ Afdeling bestuursrechtspraak vanstate Raad van de gemeente Haarlem Postbus 511 2003 PB HAARLEM Datum Ons nummer Uw kenmerk 7 februari 2011

Nadere informatie

het college van burgemeester en wethouders van Son en Breugel proceduresoort Eerste aanleg - meervoudig rechtsgebied Kamer 2 - Milieu - Overige

het college van burgemeester en wethouders van Son en Breugel proceduresoort Eerste aanleg - meervoudig rechtsgebied Kamer 2 - Milieu - Overige Essentie uitspraak: Een bedrijfswoning moet een functionele binding hebben met het bedrijf. Dat moet in de milieuvergunning zijn geregeld. Het bestemmingsplan moet de functie bedrijfswoning vervolgens

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2012:BX4670

ECLI:NL:RVS:2012:BX4670 ECLI:NL:RVS:2012:BX4670 Instantie Raad van State Datum uitspraak 15-08-2012 Datum publicatie 15-08-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201106219/1/A4 Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

Bij besluit van 26 januari 2012 heeft de raad het bestemmingsplan "Buitengebied herziening 2009, reparatieplan (BP1065)" vastgesteld.

Bij besluit van 26 januari 2012 heeft de raad het bestemmingsplan Buitengebied herziening 2009, reparatieplan (BP1065) vastgesteld. Uitspraak 201203858/1/R2 gevonden via 'http://www.raadvanstate.nl... http://www.raadvanstate.nl/uitspraken/actuele_uitspraken/hoofdzake.. Uitspraken ZAAKNUMMER DATUM VAN UITSPRAAK TEGEN PROCEDURESOORT

Nadere informatie

Uitspraak /1/R2

Uitspraak /1/R2 pagina 1 van 5 Uitspraak 201404071/1/R2 Datum van uitspraak: woensdag 28 januari 2015 Tegen: Proceduresoort: Rechtsgebied: 201404071/1/R2. Datum uitspraak: 28 januari 2015 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

Nadere informatie

Position Paper. Uitkoopbeleid bij nieuwe bovengrondse hoogspanningslijnen

Position Paper. Uitkoopbeleid bij nieuwe bovengrondse hoogspanningslijnen Position Paper Uitkoopbeleid bij nieuwe bovengrondse hoogspanningslijnen Een zeer belangrijk uitgangspunt bij het bepalen van een nieuw tracé voor een bovengrondse hoogspanningsverbinding is afstand houden

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2014:1156

ECLI:NL:RVS:2014:1156 ECLI:NL:RVS:2014:1156 Instantie Raad van State Datum uitspraak 02-04-2014 Datum publicatie 02-04-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201307137/1/R1 Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGRO:2007:BD6812

ECLI:NL:RBGRO:2007:BD6812 ECLI:NL:RBGRO:2007:BD6812 Instantie Rechtbank Groningen Datum uitspraak 01-11-2007 Datum publicatie 10-07-2008 Zaaknummer AWB 07/159 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

Gemeenten hebben een eigen verantwoordelijkheid om het advies al dan niet op te volgen.

Gemeenten hebben een eigen verantwoordelijkheid om het advies al dan niet op te volgen. Raadsinformatiebrief Onderwerp Problematiek hoogspanningslijn Inleiding/aanleiding De gemeente Oirschot heeft door Kema onderzoek laten uitvoeren naar de breedte van de magneetveldzone rond de hoogspanningslijn

Nadere informatie

Ieiderdorp Pagina 1 van 6

Ieiderdorp Pagina 1 van 6 Pagina 1 van 6 Besluit burgemeester en wethouders van de gemeente Leiderdorp Op 31 maart 2016 is door TenneT TSO B.V., postbus 718 te Arnhem, een omgevingsvergunning aangevraagd voor het gewijzigd uitvoeren

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2011:BQ6783

ECLI:NL:RVS:2011:BQ6783 ECLI:NL:RVS:2011:BQ6783 Instantie Raad van State Datum uitspraak 01-06-2011 Datum publicatie 01-06-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201101191/1/H2 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2015:3038

ECLI:NL:RVS:2015:3038 ECLI:NL:RVS:2015:3038 Instantie Raad van State Datum uitspraak 30-09-2015 Datum publicatie 30-09-2015 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201500566/1/A2 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2014:3854

ECLI:NL:RVS:2014:3854 ECLI:NL:RVS:2014:3854 Instantie Raad van State Datum uitspraak 29-10-2014 Datum publicatie 29-10-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201401837/1/R1 Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

Rb. Noord-Holland, , HAA 13/1804, ECLI:NL:RBNHO:2013:12968, BR Mr. J.M. Janse van Mantgem. Tijdelijke omgevingsvergunning

Rb. Noord-Holland, , HAA 13/1804, ECLI:NL:RBNHO:2013:12968, BR Mr. J.M. Janse van Mantgem. Tijdelijke omgevingsvergunning Rb. Noord-Holland, 31-12-2013, HAA 13/1804, ECLI:NL:RBNHO:2013:12968, BR Mr. J.M. Janse van Mantgem Tijdelijke omgevingsvergunning Tijdelijke omgevingsvergunning Omgevingsvergunning met instandhoudingstermijn

Nadere informatie

het college van burgemeester en wethouders van Hoogeveen Eerste aanleg - meervoudig

het college van burgemeester en wethouders van Hoogeveen Eerste aanleg - meervoudig uitspraak deze uitspraak Essentie uitspraak: Bevi niet van toepassing indien verandering geen nadelig gevolg heeft voor het plaatsgebonden risico. Via milieubeheervergunning kunnen, buiten het Bevo om,

Nadere informatie

Afdeling bestuursrechtspraak. Raad van de gemeente Geertruidenberg Postbus GA RAAMSDONKSVEER HUM

Afdeling bestuursrechtspraak. Raad van de gemeente Geertruidenberg Postbus GA RAAMSDONKSVEER HUM Raad vanstate Afdeling bestuursrechtspraak n * O!> «r Gemeente Geertruidenberg Ontv. datum 2 1 DEC. 20)5 Raad van de gemeente Geertruidenberg Postbus 10001 4940 GA RAAMSDONKSVEER HUM 15.0084874 Datum Ons

Nadere informatie

1)estuursreclaqirA,IL

1)estuursreclaqirA,IL Raad vanstate 1)estuursreclaqirA,IL Raad van de gemeente Hof van Twente Postbus 54 7470 AB GOOR Gemeente Hof van Twente [Nr: [Afdeling: Bvo: a / nee lingekomen: 2 JULI 2015 Kopie aan: Archief: \N / NR

Nadere informatie

Zoekresultaat - inzien document ECLI:NL:RVS:2010:BO9151. Uitspraak. Permanente link: Datum uitspraak Datum publicatie

Zoekresultaat - inzien document ECLI:NL:RVS:2010:BO9151. Uitspraak. Permanente link: Datum uitspraak Datum publicatie Zoekresultaat - inzien document ECLI:NL:RVS:2010:BO9151 Permanente link: http://deeplink.rechtspraa Instantie Raad van State Datum uitspraak 29-12-2010 Datum publicatie 29-12-2010 Zaaknummer Rechtsgebieden

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2013:1522

ECLI:NL:RVS:2013:1522 ECLI:NL:RVS:2013:1522 Instantie Raad van State Datum uitspraak 16-10-2013 Datum publicatie 16-10-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201206838/1/A3 Bestuursrecht Tussenuitspraak

Nadere informatie

Uitspraak /1/R2

Uitspraak /1/R2 1 van 5 20-05-2015 15:54 Uitspraak 201406459/1/R2 Datum van uitspraak: woensdag 20 mei 2015 Tegen: Proceduresoort: Rechtsgebied: 201406459/1/R2. Datum uitspraak: 20 mei 2015 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

Nadere informatie

Raad. . te- 13. vanstate. -6 FEB. 2(m. Afdeling bestuursrechtspraak GEMEEME SOEST. Ingek. Nr. Afd.: ^ (

Raad. . te- 13. vanstate. -6 FEB. 2(m. Afdeling bestuursrechtspraak GEMEEME SOEST. Ingek. Nr. Afd.: ^ ( Raad vanstate Afdeling bestuursrechtspraak Ingek. Nr. GEMEEME SOEST -6 FEB. 2(m Raad van de gemeente Soest Postbus 2000 3760 CA SOEST Afd.: ^ ( Datum 5 februari 2014 Onderwerp Soest bp. Soesterberg Ons

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2010:BO4829

ECLI:NL:RVS:2010:BO4829 ECLI:NL:RVS:2010:BO4829 Instantie Raad van State Datum uitspraak 24-11-2010 Datum publicatie 24-11-2010 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201003576/1/H3 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2009:BJ1550

ECLI:NL:RBARN:2009:BJ1550 ECLI:NL:RBARN:2009:BJ1550 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 15-06-2009 Datum publicatie 06-07-2009 Zaaknummer AWB 08/5874 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Afdeling bestuursrechtspraak. Uw kenmerk. Behandelend ambtenaar Y.A. Neijssel

Afdeling bestuursrechtspraak. Uw kenmerk. Behandelend ambtenaar Y.A. Neijssel ' Raad van^tatc m * Afdeling bestuursrechtspraak m e # 03914 Raad van de gemeente Woerden Postbus 45 3440 AA WOERDEN AflTO 1 7 MAAST 2011, Beh. Ambt.: Streefdat.: Afschr.: Be^to ƒ R,. B.V.O. Datum 16 maart

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2017:1997

ECLI:NL:RVS:2017:1997 ECLI:NL:RVS:2017:1997 Instantie Raad van State Datum uitspraak 26-07-2017 Datum publicatie 26-07-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201604542/1/A1 Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2014:1463

ECLI:NL:RVS:2014:1463 ECLI:NL:RVS:2014:1463 Instantie Raad van State Datum uitspraak 23-04-2014 Datum publicatie 23-04-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201308905/1/R2 Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

A td el i n g b est u n rsrec h rsp ra a k Pagina 1 van 1. Uw kenmerk. Onderwerp

A td el i n g b est u n rsrec h rsp ra a k Pagina 1 van 1. Uw kenmerk. Onderwerp Raad vanstate A td el i n g b est u n rsrec h rsp ra a k Pagina 1 van 1 2 8 JUN! 2018 Raad van de gemeente Woerden Postbus 45 3440 AA WOERDEN Oeh. Ambt. Ştreefdat.: Afschr.: ÏÒ&U B.V.O.: 18.012969 j RP

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201303623/1/R3. Datum uitspraak: 30 oktober 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak in het geding tussen: J.M.M. Jaspers en N.A.C.M. Jaspers-Teunissen (hierna tezamen en in enkelvoud:

Nadere informatie

In de bovenvermelde zaak is uitspraak gedaan. Een afschrift van deze uitspraak treft u hierbij aan.

In de bovenvermelde zaak is uitspraak gedaan. Een afschrift van deze uitspraak treft u hierbij aan. Raad vanstate IN14.01365 GEMbciNl INGBKOiV Raad van de gemeente Beuningen Postbus 14 6640 AA BEUNINGEN GLD 1 3 MRT 2014 Datum Ofts nummer Uw kenmerk 12 maart 2014 201 309835/1/R6 Onderwerp lìch.imlclcnd

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2011:BT6665

ECLI:NL:RVS:2011:BT6665 ECLI:NL:RVS:2011:BT6665 Instantie Raad van State Datum uitspraak 05-10-2011 Datum publicatie 05-10-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201009255/1/R1 Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2016:3050

ECLI:NL:RVS:2016:3050 ECLI:NL:RVS:2016:3050 Instantie Raad van State Datum uitspraak 16-11-2016 Datum publicatie 16-11-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201601834/1/R2 Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

Afdeling bestuursrechtspraak. Afdeling; Uw kenmerk. lichandelcnd ambtenaar

Afdeling bestuursrechtspraak. Afdeling; Uw kenmerk. lichandelcnd ambtenaar Raad vanstate Afdeling bestuursrechtspraak 'AAKNR. Raad van de gemeente Etten-Leur Postbus 10100 4870 GA ETTEN LEUR i^öcfliuninrch 015 Afdeling; 0 \AJ Vertronwa^k OA NEE Datum Ons numntci 25 februari 2015

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2005:AU2986

ECLI:NL:RVS:2005:AU2986 ECLI:NL:RVS:2005:AU2986 Instantie Raad van State Datum uitspraak 21-09-2005 Datum publicatie 21-09-2005 Zaaknummer 200502262/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

200901384/1/M1. Datum uitspraak: 23 december 2009 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak in het geding tussen:

200901384/1/M1. Datum uitspraak: 23 december 2009 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak in het geding tussen: Essentie uitspraak: Bij de ambthalve wijziging van de voorschriften van het LPG-tankstation heeft het college zich terecht op het standpunt gesteld dat getoetst moest worden of er op grond van het groepsrisico

Nadere informatie

Randstad 380 kv hoogspanningsverbinding Beverwijk-Zoetermeer Richtlijnen voor het milieueffectrapport

Randstad 380 kv hoogspanningsverbinding Beverwijk-Zoetermeer Richtlijnen voor het milieueffectrapport ȟȟ ȟ Randstad 380 kv hoogspanningsverbinding Beverwijk-Zoetermeer Richtlijnen voor het milieueffectrapport Randstad 380 kv hoogspanningsverbinding Beverwijk-Zoetermeer Richtlijnen voor het milieueffectrapport

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201 304470/1/RI. Datum uitspraak: 27 november 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak in het geding tussen: de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Koninklijke Jongeneel

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2012:BY6738

ECLI:NL:RVS:2012:BY6738 ECLI:NL:RVS:2012:BY6738 Instantie Raad van State Datum uitspraak 19-12-2012 Datum publicatie 19-12-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201102748/1/R4 Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

Verweerder heeft bij zijn besluit van 1 februari 2005, kenmerk RE2004.67522, beslist over de goedkeuring van het bestemmingsplan.

Verweerder heeft bij zijn besluit van 1 februari 2005, kenmerk RE2004.67522, beslist over de goedkeuring van het bestemmingsplan. LJN: BB3848, Raad van State, 200606819/1 Datum uitspraak: 19-09-2007 Datum publicatie: 19-09-2007 Rechtsgebied: Bestuursrecht overig Soort procedure: Eerste aanleg - meervoudig Inhoudsindicatie: Bij besluit

Nadere informatie

LJN: BH1764, Centrale Raad van Beroep, 07/2959 WWB + 07/2960 WWB + 08/6263 WWB + 08/6264 WWB + 08/6265 WWB

LJN: BH1764, Centrale Raad van Beroep, 07/2959 WWB + 07/2960 WWB + 08/6263 WWB + 08/6264 WWB + 08/6265 WWB LJN: BH1764, Centrale Raad van Beroep, 07/2959 WWB + 07/2960 WWB + 08/6263 WWB + 08/6264 WWB + 08/6265 WWB Datum uitspraak: 20-01-2009 Datum publicatie: 04-02-2009 Rechtsgebied: Bijstandszaken Soort procedure:

Nadere informatie

LJN: BX6509, Raad van State, 201201225/1/A1. Datum uitspraak: 05-09-2012 Datum publicatie: 05-09-2012

LJN: BX6509, Raad van State, 201201225/1/A1. Datum uitspraak: 05-09-2012 Datum publicatie: 05-09-2012 LJN: BX6509, Raad van State, 201201225/1/A1 Datum uitspraak: 05-09-2012 Datum publicatie: Rechtsgebied: 05-09-2012 Bestuursrecht overig Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Afwijzing handhavingsverzoek

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak op het verzet (artikel 8:55 van de Algemene wet bestuursrecht) van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak op het verzet (artikel 8:55 van de Algemene wet bestuursrecht) van: Raad vanstatc 201002367/2/V6. Datum uitspraak: 1 september 2010 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het verzet (artikel 8:55 van de Algemene wet bestuursrecht) van: wonend te handelend onder de naam

Nadere informatie

Uitspraak /1/R2

Uitspraak /1/R2 Uitspraak 201307623/1/R2 Raad van State http://www.raadvanstate.nl/uitspraken/zoeken-in-uitspraken/tekst-uitspraak.html?id=... pagina 1 van 5 02-05-2014 Uitspraak 201307623/1/R2 DATUM VAN UITSPRAAK woensdag

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2002:AE9003

ECLI:NL:RVS:2002:AE9003 ECLI:NL:RVS:2002:AE9003 Instantie Raad van State Datum uitspraak 16-10-2002 Datum publicatie 21-10-2002 Zaaknummer 200102167/1 Rechtsgebieden Bestuursrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

Uitspraak /1/R3

Uitspraak /1/R3 pagina 1 van 5 Uitspraak 201402066/1/R3 Datum van uitspraak: woensdag 22 april 2015 Tegen: Proceduresoort: Rechtsgebied: 201402066/1/R3. Datum uitspraak: 22 april 2015 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK de raad

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2015:2989

ECLI:NL:RVS:2015:2989 ECLI:NL:RVS:2015:2989 Instantie Raad van State Datum uitspraak 23-09-2015 Datum publicatie 23-09-2015 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201502358/1/A1 Eerste

Nadere informatie

Betreft:vragen naar aanleiding van de (voorgenomen) tracéwijziging 380kV Zuid West

Betreft:vragen naar aanleiding van de (voorgenomen) tracéwijziging 380kV Zuid West Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie Directoraat generaal voor Energie, Telecom en Mededinging Directie Energiemarkt t.a.v. de directeur drs. J.C. de Groot Postbus 20401 2500 EK Den

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2013:1951

ECLI:NL:RVS:2013:1951 ECLI:NL:RVS:2013:1951 Instantie Raad van State Datum uitspraak 13-11-2013 Datum publicatie 13-11-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201304593/1/R3 Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2012:BY2512

ECLI:NL:RVS:2012:BY2512 ECLI:NL:RVS:2012:BY2512 Instantie Raad van State Datum uitspraak 07-11-2012 Datum publicatie 07-11-2012 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201203945/1/A2 Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2012:BY5138

ECLI:NL:RVS:2012:BY5138 ECLI:NL:RVS:2012:BY5138 Instantie Raad van State Datum uitspraak 05-12-2012 Datum publicatie 05-12-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201110184/1/A3 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2016:4659

ECLI:NL:CRVB:2016:4659 ECLI:NL:CRVB:2016:4659 Instantie Datum uitspraak 06-12-2016 Datum publicatie 12-12-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 16/1577 PW Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

de Rechtspraak Postbus: Rechtbank Noord-Holland ZAAKNUMMER: Afdeling Publiekrecht Sectie Bestuursrecht Locatie Alkmaar

de Rechtspraak Postbus: Rechtbank Noord-Holland ZAAKNUMMER: Afdeling Publiekrecht Sectie Bestuursrecht Locatie Alkmaar de Rechtspraak Gemeente Bergen UI 14ip.06739 05/09/2014 Postbus: Rechtbank Noord-Holland ZAAKNUMMER: [ J AANTEKENEN [ PER POST [ PER FAX (072) 888 01 00 het college van Burgemeester en Wethouders van de

Nadere informatie

ECLI:NL:OGEAM:2016:86

ECLI:NL:OGEAM:2016:86 ECLI:NL:OGEAM:2016:86 Instantie Datum uitspraak 19-12-2016 Datum publicatie 12-01-2017 Zaaknummer Lar 78/2016 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten

Nadere informatie

150/380kV-hoogspanningsstation Oostzaan

150/380kV-hoogspanningsstation Oostzaan 150/380kV-hoogspanningsstation Oostzaan Berekening magneetveldcontouren In opdracht van: TenneT TSO B.V. Datum: 21 februari 2014 Referentie: Auteur: M.Peeters Auteur: M. Peeters datum: 21-02-2014 gecontroleerd:

Nadere informatie

Berekening magneetveldzones nabij 150 kv-hoogspanningslijn Eindhoven Oost Maarheeze ter hoogte van Heeze (project Bulders), in de gemeente

Berekening magneetveldzones nabij 150 kv-hoogspanningslijn Eindhoven Oost Maarheeze ter hoogte van Heeze (project Bulders), in de gemeente Berekening magneetveldzones nabij 150 kv-hoogspanningslijn Eindhoven Oost Maarheeze ter hoogte van Heeze (project Bulders), in de gemeente Heeze-Leende Colofon Colofon Berekening magneetveldzones nabij

Nadere informatie

, bestuursrecspu.k. Deze brief is geautomatiseerd aangemaakt en is daarom niet ondertekend.

, bestuursrecspu.k. Deze brief is geautomatiseerd aangemaakt en is daarom niet ondertekend. Raad van State Afd el (). ht r, bestuursrecspu.k Raad van de gemeente Hof van Twente Postbus 54 7470 AB GOOR Gemeente Hot van liwente Nr: Bvo: a / nee Afdek].: Inge- 3 0 DEC. 2014 komen: tsba / V / B Datum

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2005:AU2988

ECLI:NL:RVS:2005:AU2988 ECLI:NL:RVS:2005:AU2988 Instantie Raad van State Datum uitspraak 21-09-2005 Datum publicatie 21-09-2005 Zaaknummer 200501988/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Hoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2005:AU8440

ECLI:NL:RVS:2005:AU8440 ECLI:NL:RVS:2005:AU8440 Instantie Raad van State Datum uitspraak 21-12-2005 Datum publicatie 21-12-2005 Zaaknummer 200502884/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2017:7903

ECLI:NL:RBDHA:2017:7903 ECLI:NL:RBDHA:2017:7903 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 10-07-2017 Datum publicatie 24-07-2017 Zaaknummer AWB - 16 _ 25671 Rechtsgebieden Bestuursrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg -

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2014:1169

ECLI:NL:RVS:2014:1169 ECLI:NL:RVS:2014:1169 Instantie Raad van State Datum uitspraak 02-04-2014 Datum publicatie 02-04-2014 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201306413/1/A2 Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2009:BI2655

ECLI:NL:RVS:2009:BI2655 ECLI:NL:RVS:2009:BI2655 Instantie Raad van State Datum uitspraak 29-04-2009 Datum publicatie 29-04-2009 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 200806326/1/H1 Omgevingsrecht Hoger

Nadere informatie

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBAMS:2015:7924, Meerdere afhandelingswijzen. Algemene wet bestuursrecht 8:4 Gemeentewet Gemeentewet 83 Kieswet

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBAMS:2015:7924, Meerdere afhandelingswijzen. Algemene wet bestuursrecht 8:4 Gemeentewet Gemeentewet 83 Kieswet ECLI:NL:RVS:2016:934 Instantie Raad van State Datum uitspraak 06-04-2016 Datum publicatie 06-04-2016 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201600302/1/A2 Eerste

Nadere informatie

De minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

De minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM) De minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM) Uw kenmerk : - Bijlagen : - Geachte minister, In het overleg op 27 september met de leiding van de Gezondheidsraad bracht u

Nadere informatie

Uitspraak 200904084/1/R2 gevonden via '' d eze uitsp raa k il de ze uitsp ra ak Page 1 of 4 Uitspraken ZAAKNUMMER 200904084/1/R2 DATUM VAN UITSPRAAK woensdag 24 maart 2010 TEGEN het college van gedeputeerde

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2006:AY3839

ECLI:NL:RVS:2006:AY3839 ECLI:NL:RVS:2006:AY3839 Instantie Raad van State Datum uitspraak 04-07-2006 Datum publicatie 13-07-2006 Zaaknummer 200602107/1 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Eerste

Nadere informatie

gemeente [111A Doetinchem

gemeente [111A Doetinchem gemeente [111A Doetinchem Omgevingsvergunning aanpassen van het onderstation met nr. 2014.0437 Aanvraag Op 25 juni 2014 is een aanvraag om een omgevingsvergunning ingediend door TenneT TSO B.V. ten behoeve

Nadere informatie

gemeente Oude I sselstreek

gemeente Oude I sselstreek gemeente Oude I sselstreek TenneT TSO B.V. Dhr. K. Bakker Postbus 718 6800 AS ARNHEM Bezoekadres: Staringstraat 25, Gendringen Postbus 42 7080 AA Gendringen Telefoon: (0315) 292 292 Fax: (0315) 292 293

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2014:3026

ECLI:NL:RVS:2014:3026 ECLI:NL:RVS:2014:3026 Instantie Raad van State Datum uitspraak 13-08-2014 Datum publicatie 13-08-2014 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201311562/1/A3 Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2013:BZ7402

ECLI:NL:RBMNE:2013:BZ7402 ECLI:NL:RBMNE:2013:BZ7402 Instantie Datum uitspraak 07-03-2013 Datum publicatie 18-04-2013 Rechtbank Midden-Nederland Zaaknummer AWB 12/26575 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

AR 2017/318 H.J. de Vries annotatie in TBR 2017/45

AR 2017/318 H.J. de Vries annotatie in TBR 2017/45 ECLI:NL:RVS:2017:106 Instantie Raad van State Datum uitspraak 18-01-2017 Datum publicatie 18-01-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201604996/1/R3 Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2014:3368

ECLI:NL:RVS:2014:3368 ECLI:NL:RVS:2014:3368 Instantie Raad van State Datum uitspraak 10-09-2014 Datum publicatie 10-09-2014 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201311559/1/A4 Eerste

Nadere informatie

2ömtiü äsil. vanstate. Afdeling bestuursrechtspraak ^ACID^ZIO. Betreft : Zuidlob Wind B.V. AANTEKENEN. Nuon Wind Postbus 41920 1009 DC AMSTERDAM

2ömtiü äsil. vanstate. Afdeling bestuursrechtspraak ^ACID^ZIO. Betreft : Zuidlob Wind B.V. AANTEKENEN. Nuon Wind Postbus 41920 1009 DC AMSTERDAM vanstate Afdeling bestuursrechtspraak Betreft : Zuidlob Wind B.V. AANTEKENEN Nuon Wind Postbus 41920 1009 DC AMSTERDAM ^ACID^ZIO 2ömtiü äsil Datum Ons nummer Uw kenmerk 24 september 2010 20100521 2/7/R2

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2017:2113

ECLI:NL:RBROT:2017:2113 ECLI:NL:RBROT:2017:2113 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 22-03-2017 Datum publicatie 22-03-2017 Zaaknummer ROT 16/6887 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

380/150kV-hoogspanningsstation Vijfhuizen

380/150kV-hoogspanningsstation Vijfhuizen 380/150kV-hoogspanningsstation Vijfhuizen Berekening 0,4 µt magneetveldcontour In opdracht van: TenneT TSO B.V. Datum:22 Augustus 2012 Referentie: Rev1 Auteur: M.Peeters Auteur: M.Peeters datum: 22-08-2012

Nadere informatie