DRENKELINGEN, BEANDWOORDING DER AANMERKINGEN. ü. ï E R S I E R, M. V A N M A R U M. A. L O O S J E S, PK» E N VAN DEN IIEERE DOCTOR

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "DRENKELINGEN, BEANDWOORDING DER AANMERKINGEN. ü. ï E R S I E R, M. V A N M A R U M. A. L O O S J E S, PK» E N VAN DEN IIEERE DOCTOR"

Transcriptie

1 BEANDWOORDING DER AANMERKINGEN VAN DEN IIEERE DOCTOR ü. ï E R S I E R, BETREFFENDE HET GEBRUIK VAN Z U I V E R E L U C H T E N 'T W A R M E BAD, T E R R E D D I N G V A N DRENKELINGEN,,! « ZIJ» ïymmrt»^' D O O R M. V A N M A R U M. T 2 HAARI-EM " ij A. L O O S J E S, PK» MDCCXCIlt.

2

3 WELEDEL HEER! Toen ik voorleeden winter, na eenige Leszen over de gefteldheid der dampkrings-lucht, en over de verandering, welke zij in onze longen ondergaat, gehouden te hebben, uit het geane ik door proefneemingen onder het oog gebracht had, aantoonde, op wat grond men, zederd een geruimen tijd, het inbrengen van zuivere lucht in de longen der drenkelingen als een meer vermogend middel tot hunne hertelling heeft aangezien : en toen ik vervolgens aanwees, hoe men, door behulp van zekere lucht - ontvangers, en den daar toe behoorenden eenvoudigen toeflel, van dit meer vermogend middel (het welk men tot dus verre als zeer bezwaarlijk verkrijgbaar had aangezien) thans, zo niet algemeen, ten minften bij inrichtingen ter redding van drenkelingen, gebruik zoude kunnen maken, was mijn oogmerk hier door de aandacht op dit belangrijk onderwerp op- A te-*

4 ( a ) tewekken. Het was mij dus geenzints onaangenaam, weinige dagen na het houden van deeze leszen, reeds van UWED. te verftaan uw voorneemen, om ook binnen kort uwe gedachten omtrent dit onderwerp meê te deelen, te meer daar UWED. het mij toen fcheen toe te ftemmen, dat wij, bij de uitgaave onzer bedenkingen en tegenbedenkingen over dit onderwerp, zeer wel in V vriendelijke van elkander zouden kunnen verfchillen. Uwe aanmerkingen, dacht ik, zullen mij misfchien aanleiding geeven, om het geen ik bij deeze geleegenheid heb voorgefteld, van eene andere zijde te befchouwen, en het geen 'er in het voorgeftelde gebrekkig zijn moge, te verbeteren. Deeze denkwijze deed mij ook de uitgaaf mijner bedenkingen eenigen tijd vertra;:- gen, offchoon ik door verfcheiden mijner toehoordaren, en anderen, die 'er van gehoord hadden, verzocht was dezelven fpoedig meê te dealen. Het lang achter blijven uwer aanmerkingen deed mij echter eindelijk befluiten mijne bedenkingen in de maand Junij uit te geeven, te meer, daar ik intusfehen, uit het geen UWED. hier van bij deeze en geene gelegenheid te verftaan gaf, meende te bemerken, dat

5 ( 3 ) dat uwe aanmerkingen flegts tegens eefï gedeelte van GOODWYN'S zamenftel, en bijzonderlijk ook tegens het warme bad, het welk ik had aangeprezen, gericht waren, doch niet zo zeer tegen het gebruik van zuivere lucht, of tegen den toeftel, welken ik, om dat middel in gebruik te brengen, had voorgefteld. Voor weinige dagen eindelijk uwe aanmerkingen, tegens het voorgeftelde gebruik der zuivere lucht bij drenkelingen, onder het oog krijgende, in uw gefchrift, het geen den titel heeft: DE GENEESWIJZE DER DREN KELINGEN, vind ik tot mijne verwondering meer zaaken daar in betwist, dan ik mij van uwe voorgaande denkwijze immer had kunnen verbeelden. Ik wist wel, dat UWED. beweerde, dat, indien GOODWYN'S befchouwing der oorzaak van den ftilftand des bloeds in drenkelingen ongegrond ware, 'er dan niet zo veel reden zijn zoude om de zuivere lucht ter herftelling van drenkelingen boven dampkrings-lucht te verkiezen ; ik wist wel, dat UWED. de eenvoudige en duidelijke opgaaven, die GOODWYN van zijne proefneemingen, betreffende de gemelde oorzaak, geeft, van tijd tot tijd meer en meer verdacht begon te houden, en dat UWED. daarentegen de A % laan

6 ( 4 ) iaatere proefneemingen van KITE, den tegenftreever van GOODWYN, zodra dezelven UWED., weinige maanden geleden, bekend wierden, aanftonds als zodanigen had aangezien, waar op men zich gerustlijk konde verlaaten: dan ik konde mij niet voorftelkn, dat UWED., zonder door eene enkele proefneeming te onderzoeken, welke van deeze rechtftreeks ftrijdige opgaaven het meeste geloof verdiene, door eene zonderlinge keuze (V) tusfchen de geloofwaardigheid van twee perfa) UWED. zegt, het ïs waar, in uw voorbericht bladz. x, dat de waarnemingen van GOODWYN zeiven zodanig jlrooken met die van KITE, dat liet hier uit niet twijfelachtig fchijnt, welke der (regen overgeftelde),/?«/- lingen door de bevindingen van beide die Schrijvers bevestigd worde. Dan bij vergelijking van de gezegdens dier twee fchrijvers vind ik juist het tegendeel. Mr. KITE. zegt UWED., heeft het linker hart bijna ledig gevonden, en dit zoude, volgens UWED., ftroóken.rrret de waarneemingen van G o o D w Y N. Doch GOODWYN zegt, dat hij het oor en den boezem van het linker hart vol bloed gevonden heeft,-en dat alleen de linker-» holligheid omtrent half ledig ware. Immers leest men in GOODWYN'S verhandeling (bladz. 12 der ver. taling) Het rechter oor en holligheid zijn vol zwart bloed, desgelijks de linker boezen en 't lin- Ier oor; maar de linker holligheid is alleen omtrent half

7 C 5 ) perzonen, die beiden aan UWED. voorzeker even zeer onbekend zijn, tot het befluit zoude gekomen zijn, het geen ik op bladz. xi van uw voorbericht leeze. H E T IS ONTWIJFFEL- PAAB. ZEKER, DAT HET ZAMENSTEL VAN half met dergelijk gekleurd bloed aangevuld." Strookt dit nu met de waarneemingen van KITE, volgens welken hij het geleek linker hart bijna ledig zoude gevonden hebben? klaarblijklijk. Mij dunkt het tegendeel is Dit veronderfteld rtrooken der waarneemingen van GOODWYN en KITE is echter, volgens uw voorbericht, de voornaame grond van uwe keuze. Dat de holligheid (ventriculus) van het linker hart niet even zo zeer met bloed opgevuld kan zijn, als het oor en de boezem (finusj van het zelfde hart, is ligt te begrijpen voor een ieder, die zich de zamenftelïing en de werking van het hart herinneren kan. lmsners ftaat 'er' een ruime wech voor het bloed uit de linker holligheid van het hart na de groote llagader (arttrin aorta) open, zo dra deeze flagader ophoudt zich zamen te trekken, en dus zal 'er voorzeker, zo dra het hart en deeze llagader rtilitaan, een gedeelte van het bloed uit deeze flagader holligheid in die wijde vioeijen; en deeze uitvloeijing na den dood is de bjijkbaare oorzaak, dat de linkerholte van het hart van een drenkeling, volgens GOODWYN'S waarneerning, niet even zo zeer als deszelfs oor en boezem met ' bloed opgevuld zijn zo dat derhalven de gemelde waarnecming van G O O D W Y N geenzints, volgens uwa aanmerking bladz. ix, met zijn ftelzel ttrijde, A 3

8 C 6 ; VAN DEN HEER GOODWYN DAAR ME DE GEHEEL IN DUIGEN VALT." Na dat UWED. het zamenftel van GOOD WYN dus verworpen hebbende, de zaak vervolgens indiervoegen behandelt, als of nu ook alle grond vervallen ware om zuivere lucht bij drenkelingen boven dampkrings - lucht te verkiezen, gaat UWED. noch veel verder : volgens uw gefchrift is nu niet alleen de geheele grond, waarop men het inbrengen van zuivere lucht in de longen der drenkelingen heeft aangeprezen, eene enkele' onbewezene en zelfs onwaarfchijnelijke onderflelling, maar men heeft 'er zelfs zeer fchadelijke gevolgen van te duchten! En zulks beredeneert UWED. (bladz ) op eene wijze, dat die geenen, wien de laatere vorderingen in Natuur en Scheikunde, welke hiertoe betrekking hebben, niet volkomen bekend zijn, en dus niet juistlijk weeten te onderfcheiden, wat van het door UWED. hier tegen ingebrachte waarlijk proefkundig bekend, wat daarentegen of onbeflist zij, of tegens wel bekende ondervinding aanloope, inderdaad door uwe tegenbedenkingen moeten in twijffel gebracht worden, of het gebruik der zuivere lucht bij drenkelingen niet veel eer voor fchadelijk, dan voor nuttig moet gehouden worden. Ik

9 C 7 ) lk vini mij thans verplicht deeze uwe redeneeringen fpoedig te beandwoorden. Mijne denkwijze, welke mij hier toe aanfpoort, is deeze : Uwe aanmerkingen hebben mij, onaangezien alle nadere overweging, in dezelfde overtuiging gelaaten, welke niet flegts bij mij, maar bij veelen der beroemdfte Geneeskundigen van deezen tijd, zederd verfcheiden jaaren, plaats vond: dat namelijk de zuivere lucht, als een veel meer vermogend middel ter redding van drenkelingen, boven dampkringslucht te verkiezen is. Een zeker gevoel van plicht, van niet werkloos te mogen blijven, wanneer men eenige hoop heeft ten nutte zijner medemenfehen, of ter redding van ongelukkigen, iets toe te kunnen brengen, heeft mij, zodra ik, na den ftraks gemelden toeilel te hebben laaten vervaardigen, de mogelijkheid inzag, dat dit middel in vrij algemeen gebruik zoude kunnen gebracht worden, het beiluit doen opvatten om door proefneemingen, zo ver zulks doenlijk ware, aan te toonen, op wat wijze van het zelve, ter redding van het leven van ongelukkigen, gebruik zoude kunnen gemaakt worden, en heeft mij vervolgens tot de uitgaave mijner bedenkingen en proefneemingen over dit onderwerp aan- A 4 go

10 ( 8 ) gezet. Het zelfde beginzel nu, het geen mijtot deeze uitgaave heeft aangefpoord, doet mij thans weder de pen opvatten, om uwe aanmerkingen te beandwoorden, en reden te geeven, waarom zij mij voorkomen het voordeel van het gebruik der zuivere lucht geenzints twijffelachtig te kunnen maaken: op dat die geenen, die ter verbeetering der inrichtingen ter redding van drenkelingen iets zouden kunnen toebrengen, en wegens de ftraksgemelde reden de gegrondheid uwer aanmerkingen niet wel beoordeelen kunnen, door mijn ftilzwijgen niet in 't vermoeden geraaken, als of het voordeel van het gebruik der zuivere lucht bij drenkelingen niet gemaklijk tegens uwe aanmerkingen te verdeedigen ware, en op dat dus mijn ftilzwijgen zelve niet de oorzaak worde, dat het in gebruik brengen van de zuivere lucht bij zodanige inrichtingen achterblijve. Worden uwe tegenbedenkingen, na dat ik dezelven beandwoord hebbe, bij zommigenvan meerder gewicht gehouden, dan de mijnen, en wordt het hier door veroorzaakt, dat men de gewoone wijze van drenkelingen te behandelen, volgens uwen raad, blijve behouden, en dat zodanige ongelukkigen, die niet door het inblaazen van dampkrings-iucht, maar wel ligt doo?

11 C 9 ) door het inbrengen van levens -lucht herflxlbaar zijn mogen, niet gered worden, ik zal dan' ten minfte van deeze mijne herhaalde pooging die voldoening hebben, dat het achterlaaten van dit middel geenzins aan mijne nalatigheid is toe te fchrijven. De proefneemingen van M R. KITE, welken UWED. aanneemt nauwkeurig te zijn genomen en naar. waarheid te zijn opgegeeven, offchoon, het geen D*. GOODWYN verzekert bij veelvuldige herhaaling zeer duidelijk gezien te hebben (V), 'er rechtsreeks tegens aanloope, kunnen, naar mijn. inzien, wanneer men billijker wijze aan beide Schrijvers evenveel geloofwaardigheid toekent, op 't hoogst genomen, fiegts twijfelachtig maaken, of de reden, waarom het gemis van zuivere lucht in de longen ftilftand des bloeds te weeg brengt, wel van (&) Ik. bedoel hier niet alleen de waarneemingen GOODWYN, dat het oor en de boezem van het linker hart met bloed opgevuld zijn, maar ook, en wel bijzonderlijk, GOODWYN'S verzekering van altoos waargenomen te hebben, dat het linker hart ophoudt zich zamen te trekken, wanneer het b;oed, uit de longen dcrwaards aangevoerd, aan de werking der zuivere lucht niet is bloot gefield geweest, en dsswegens donker rood van kleur is. A 5

12 C H> ) wel wezendlijk, volgens GOODWYN, daarin beftaat, dat het bloed de vereischte hoedanig, heid niet heeft, om het hart in beweeging te brengen. Dan gefteld zijnde, dat dit gedeelte van GOODWYN'S befchouwing niet flegts twijffelaehtig, maar dat het, gelijk UWED. zich uitdrukt, geheel in duigen gevallen ware (Y), dan vervalt flegts de verklaaring der zaake, doch geenzints de zaak zelve, waarop het hier alleen aankomt, dat namelijk het gemis van zuivere lucht, bij het ophouden der ademhaaling, de waare oorzaak van den jliljland des bloeds zij. Het CO Ik geef geenzints zo veel toe, om dat mij de rroefneemingen van KITE eanigzints voldingende voorkomen: integendeel ftrijden zij met het geen ik bij het openen van verdronken dieren zelfs gezien heb. Dan daar de proefneemingen van KITE geenzints de zaak betwisten, waar op het hier alleen aankomt, en het tot het oogmerk 'deezer beandwoording dus n!et te pas komt UWED. thans dat geene meê te deelen, het geen mij aan derzelver juistheid doet twijffelen, zo fpaar ik dit liever tot eene andere gelegenheid, en tot dat ik UWED. teffens den uitfiag van eene zodanige proefneeming zal kunnen meêdee- Jen, welke, naar allen fchijn, zal moeten befliszen, of GOODWYN'S verklaaring van de oorzaak, waarom het gemis van zuivere lucht het bloed doet 'ftiliban, wet of niet gegrond zij.

13 (") Het is immers eene wel bekende en onbetwistbaare waarheid, lang voor GOODWYN'S gefchrift, door de proefneemingën van veele Natuuronderzoekeren bevestigd en ook door ( d ) Het is voorzeker overtollig UWED. deeze proefneemingën te herinneren. Ik maak 'er hier flegts melding van om zommige Ieezers niet in 't onzekere te Uaten, welke proefneemingën ik bedoele. Zij zijn deezen: i) dat een dier in befloten lucht in bezwijming valt, die wel ras in (Afphyxie) bezwijming met ftilftund des bloeds gepaard, overgaat, zo dra de zuivere lucht voor het grootfte gedeelte door zijne ademhaaling in vaste lucht veranderd is. -2) dat een dier in weinige oogenblikken in zodanige bezwijming valt, wanneer men het in mofet fielt, die van zuivere lucht geheel beroofd is. 3) d a t een zodanig dier van deeze bezwijming, indien zij niet te ver gekomen is, herfteld wordt, wanneer men met de mofet, waar in het begint te bezwijmen, fpoedig zuivere lucht vermenge.' Ik meen deeze zeer bekende proeven voorleden winter noch gedeeltelijk in uwe tegenwoordigheid herhaald te hebben ; terwijl zij tot het onderwerp, het geen ik verhandelde, behoorden. Ik zie nu, dat ik beter zoude gedaan hebben, indien, ik, in plaats van in g 1 mijner verhandeling van GOODWYN'S proefneemingën te fpreeken, alleen deeze proefneemingën tos grondflag mijner aanprijzing gelegd had : vermits ik dan alle aanleiding zoude ver* mijd hebben om, uit de tegenfpraak van GOODWYN'S bo-

14 C «O door GOODWYN'S proefneemingën opnieuw geftaafd, dat, namelijk, wanneer dieren door gebovengemelde befchouwing, ook dat geene in twijffei te brengen, waar op het hier alleen aankomt, en het geen door de gemelde proefneemingën genoegzaam bewezen wordt. Dan daar ik bij de uitgaave mijner bedenkingen niets wist van de laatere proeven van KITE (terwijl dezelven ons eerst voor weinige maanden door verfchillende journaalen zijn bekend geworden) en mij de proefneemingën van GOODWYN, die hij voor dat gedeelte van zijn ftelzel bijbrengt, zeer befliszendt' voorkwamen (indien men namelijk geloven mag dat GOODWYN waarlijk dat geene ver. haalt, het geen hij gezien heeft) zo kwam het mij te dier tijd gepast voor, bij de aanhaalingen van GOOIT, WYN'S proefneemingën, waar door het, even a/s dooide bovengemelde, blijkt, dat het gemis van zuivere lucht ftilftand des bloéds veroorzaakt, ook teffens van die proefneemingën van GOODWYN te fpreekeo, die, zomen hem geloven mag, teffens de reden verklaaren, waarom het bloed, bij het gemis van zuivere lucht, tot ftilftand gebracht worde. De orde, waar in ik dit onderwerp in mijne leszen verhandeld hadde, en Mie ik liefst zo nabij mooglijk volgen wil. de, bracht dit mede. Dan indien deeze verhandeling nu te herdrukken ware, zoude ik wegens de tegenfpraak, die zommigen proefneemingën van GOODWYN thans ondergaan, van alle zijne proefneemingën ten deezen opzichte geheel zwijgen, en dus, de bovengemelda

15 ( 13 3 gebrek van aderahaaljng fterven (gelijk bij verdrinking zo wel als verftikking plaats heeft) zij dan fterven door het gemis van zuivere lucht in delongen (O, terwijl dit gemis van zuivere lucht onmiddelijk Jfthyxie, dat is bezwijming die met ftilftand des bloeds gepaard gaat, veroorzaakt. Of nu dit gemis van zm~ verelucht in de longen den ftilftand des bloeds, die hier onmiddelijk op volge, volgens GOOD WYN'S gevoelen, of op eenige andere wi 3 ze te weeg brenge, doet immers hier niets ter zaa» algemeen bekende proefneemingën alleen tot gronflag leggende, hier ' meede alle tegenwerpingen ontwijken, die uit de onlangs bekend gewordene proefneeimngen van KITE tegen GOODWYN, door met genoeg te letten op het geen zij alleen tegenfpreeken, mogen worden afgeleid. (O Dat de belemmering van den doortocht van het bloed uit de long-flagaderen in de long-aderen met de oorzaak van den dood bij belette inademing der zuivere lucht zij, is blijkbaar uit het fpoedig flikken van dieren in mofet gefield, waar in geene zuivere lucht vermengd is: want door de inademing van mofet worden de longen op gelijke wijze, als door de inademing der zuivere lucht, opgefpannen, en dus wordt bi] het inademen van mofet de gemelde doortocht van het bloed geenzints door gebrek van genoegzaarae opfpanning der longen verhinderd,

16 C 14 ) zaake. Het is doch voor de ziektekennïs der drenkelingen, in zo verre men die nodig heeft om 'er de meest-' gepaste geneeswijze uit afceleide-n, genoegzaam, dat wij, door onweerfpreeklij ke proefondervindingen, wel overtuigd zijn van deeze waarheid : dat het gemis van zuivere lucht in de longen de waare oorzaak van den ftilftand des bloeds, en van den daar op volgenden dood der drenkelingen zijen hier op alleen is mijne aanprijzing der zuivere lucht gegrond, gelijk ik in 2. met deeze duidlijke woorden gezegd heb. Het gemis van zuivere lucht in de longen» de waare oorzaak van den ftilftand des bloeds in drenkelingen zijnde, zo is het blijkbaar, dat het waare middel om drenkelingen van dien hoogen graad van bezwijming, waarin het bloed ftilftaat, te herftellen, beftaat in zuivere lucht in de longen in te brengen. En om noch duidelijker te doen verftaan, op welken grond alleen ik het gebruik der zuivere lucht aanprees, heb ik noch daarenboven in devoot a,op dezelfde bladzijde, aangemerkt, dat GOODWYN'S Theorie ter verklaaring van de oorzaak van den ftilftand des bloeds geheel zoude kunnen vervallen, zonder dat hier door de grond mijner aanprijzing der zul-

17 ( 15 ) zuivere lucht verviel; men leest daar het volgende : Niemand, ten deezen opzichte bedreven, zal thans kunnen ontkennen, dat, hoe men ook deeze zaak (den ftilftand des bloeds) an- ders verwaaren wil, de ondervinding dit echter ontegenzeggelijk geleerd heeft, Jat het semis van zuivere lucht de eerfïe oorzaak van de bezwijming (ƒ) der drenkelingen is. Het is deeze waarheid hoofdzaaklijk, op wel- ke het volgende (te weeten de aanprijzing der zuivere lucht) gegrond is. Na deeze zo ftellige, eenvoudige en herhaalde verklaaring, op welke ondervinding ik mijne aanprijzing der zuivere lucht vestige, is het blijkbaar, dat mijne beredeneerde aanprijzing in de aangehaalde 2-. begrepen, op geene andere wijze kan wederlegd worden, dan of door aan te toonen, dat de proefondervindelijke waarheid, op welke ik mij in deeze beroep, niet zo onweerfpreeklijk is, als zij door mij (ƒ) Het blijkt klaar uit de bovenaangehaalde $ 2, dat ik hier ook fpreek van dien hoogen graad van bezwijming, waar in het bloed ftllftaat, die door de benaaming ^fphyxia, welke bezwijming zonder polsüig betekeht, wordt uitgedrukt.

18 C 16 ) m\ gehouden worde 5 of door te doen zien* dat zo men dezelve als onweerfpreeklijk er-* kenr.e, echter het voordeel van zuivere lucht, in plaats van dampkrings-lucht, den drenkeling in te brengen, hier uit niet bij wettige gevolgtrekking kan worden afgeleid. * Laat ons nu eens nagaan, in hoe verre deeze twee zaaken, waarop het hier alleen aankomt, door UWED. betwist worden. Da proefondervindelijke waarheid, op welke ik mijne aanprijzing gegrond heb, dat namelijk het gemis van zuivere lucht in de longen Afphyxie (bezwijming die met ftilftand des bloeds gepaard gaat) te weeg brengt, wordt door UWKD. niet betwist (g). Integendeel blijkt het uituwfchrijven, dat de proefneemingën, door welken die gebleken is, bij UWED. niet flegts bekend, maar zelfs als voldingende befchouwd worden. Immers leest men op bladz. 76 van uw gefchrift de volgende woorden :, De proeven van den Heer LAVOISIER (g) en Dat de proefneemingën van KITE, waar mede UWED. zo hoog loopt, alleen GOODWYN'S verklaaring deezer zaak en niet de zaak zelve tegenfpreeken» heb ik reeds aangetoond.

19 C * etï anderen hebben doen zien, dat alleen het zamenftellend gedeelte der dampkringsrt lucht, het welk rnen levens-lucht of zuivere lucht noemt, door de ademhaling, die hoedanigheid in het bloed herftelt, welke tot het levensonderhoud nodig is." Zeggen nu deeze woorden wel wezentlijk iets anders, dan het geen ik tot grond mijner aaüprijzing genomen heb. Immers indien (volgens deeze uwe woorden) alleen de levens-lucht ef zuivere lucht, door de ademhaaling, die hoe~ danigheid in het bloedher fielt, welke tot het levensonderhoud nodig is, zo is het klaarblijkelijk, dat wanneer, door het gemis van zuivere lucht, (bij het ophouden der ademhaaling) de voor het levensonderhoud zo nodige herftelling van de vereischte hoedanigheid des bloeds geen plaats kan hebben, bezwijming en ftilftand des bloeds daar van de onmiddelijke gevolgen zijn moeten. Daar nu de proeven van LAVOISIER, en anderen die ze herhaald hebben, door UWED. erkend worden juist dat geene te hebben doen zien, het geen ik tot grondflag mijner aanprijzing der zuivere lucht gelegd heb, zie ik niet, hoe UWED. de gevolgtrekking * de aanprijzing der zuivere lucht namelijk, welke hier B uit

20 C is 3 uit is afgeleid, zoude kunnen betwisten. Hef is UWED. daarenboven bekend, dat het voordeel van zuivere lucht, in plaats van dampkringslucht, bij drenkelingen te gebruiken (waar deeze verkrijgbaar zijn moge) reeds uit de proeven van LAVOISIER door veele Geneeskundigen, voor dat GOODWYN'S gefchrift het licht zag, is afgeleid : want op uwe zo even aangehaalde woorden, waar in ÜWED4 de proeven van LAVOISIER erkent, laat UWED. onmiddelijk volgen: Uit dien hoofde verkiezen de hedendaag- fche Schrijvers, ( ) even als de Heer GOOB- WYN, deze lucht, boven de dampkrings- lucht, tot het herftellen van drenkelingen. De aanprijzing der zuivere lucht rust dan, (volgens deeze uwe woorden) geenzints op GOODWYN'S proefneemingën alleen, maar op (h) Met veel recht zegt UWED., dat de HEDEK- D A A G s c H u SCHRIJVERS (in 't algemeen genomen) uit hoofde der aangehaalde proefneemingën de zuivere lucht, ter herftelling van drenkelingen, verkiezen * want zo verre ik heb kunnen nagaan, zijn MR. K I- TE en UWED. tot nu toe de eenigen, die deeze zo at gemeen erkende zaak willen betwisten.

21 C19) proefneemingën, die, lang voor G 0 0 b w Y N $ door L A V O I S I E R en anderen zijn in het werk geiteld. En hoe kan UWED. dan deeze zaak zoeken twijffelachtig te maaken, door MR. K I T E zijne proefneemingën tegens die van G O O D W Y N aan te voeren? Of zoude, het geen de hedendaagfche fchrijvers, volgens uwe erkentenis, uit de proefneemingën van L A V O I SIER (welker waarheid UWED. in de aangehaalde woorden volkomen toeftemt) hebben afgeleid, lang voor dat GOODWYN'S zamenftël het licht zag, juist daarom kunnen twijffelachtig worden, om dat zulks, gelijk UWED. zich (bl. 7 7) uitdrukt, ook rechtftreeks uit het zamenftël van den Heer G O O D W Y N moet volgen. Gefteld zijnde, dat dat gedeelte van GOODWYN'S zamenftël, het welk UWED* betwist, verviel, dan is het immers evenwel voor een iegelijk, die uwe eigen woorden leest, nog blijkbaar, dat daar mede geenzints de grond der aanprijzing van de zuivere lucht vervallen kan, vermits, volgens uwe erkentenis, de hedendaagfche fchrijvers hunne keuze der zuivere lucht, boven dampkrings-lucht, niet uit de proefneemingën van G O O D W Y N, die veel laatcr het licht zagen, maar uit de proefneemingën van L A V O I S I E R hebben afgeleid. B 3 In-

22 C ao 3 Indien UWED. dus den grond der aanprif zing van zuivere lucht had willen ondermijnen, had UWED. de proeven van LAVOI SIER behooren te betwisten, uit welken de hedendaagfche fchrijvers het voordeel van zuivere lucht ter herftelling van drenkelingen afgeleid hebben. Dan daar UWED., in plaats van dit te doen, flegts een gedeelte van GOODWYN'S zamenftël betwist, en hier mede (gelijk ik aangetoond heb) eigenrlijk niets bijbrengt, om den waaren grond te wederleggen, waar op de hedendaagfche fchrijvers aan de zuivere lucht een meerder vermogen hebben toegekend, zo laatikhetdenonzijdigen leezer beoordeelen, wat men van uw fchrijven op bladz. 82 te denken hebbe, alwaar UWED! zegt, dat de geheels grond, waar op men aan de zuivere lucht meerder vermogen toekent, eene enkele onbewezene en zelfs onwaarfchijne ver onder peiling is, en alwaar UWED. teffens, om de aanprijzing der lucht, zo het fchijnt, belaehgelijk te willen maaken, het vermogen, het geen men aan dezelve toekent, eene wonderdaadige opwekkende kracht gelieft te noemen. Ik zal nu overgaan tot het onderzoek, in hoe verre uwe bedenkingen, waar door UWED, hel

23 ( al ) het gebruik der zuivere lucht, bij drenkelingen, niet flegts als nutteloos, maar zelfs als zeer naikelig tracht te doen voorkomen, op wel bekende ondervindingen gegrond zijn, of door dezelven wederlegd worden. Om deeze uwe bedenkingen in hun verband te neemen, moet ik hier weinige regels, op bladz. 78 voorkomende, affchrijven. Het fchijnt wel niet onmogelijk, zegt UWED., dat de zuivere lucht, als geneesmiddel, in drenkelingen, den voorrang yerdiene. De fchijn, vervolgt UWED., dien men hier aan geven kan, moet daarop gegrond worden, dat de zuivere lucht, van de koolftof, waar mede de overgeblevene lucht, in de long der drenkelingen, en althans het bloed daar in vervat, overladen is, eene driemaal grotere hoeveelheid kan aanneemen, dan de dampkringslucht. Is dit dan, vraagt UWED. wijders, een voordeel of een nadeel? Hier op lees ik dit uw andwoord, 'tls proefondervindelijk bekend, dat de levenslucht, door het aanneemen van koolfiof, en van het beginzel der ontvlambare lucht, en door het loslaten van enige warmte fiof, in vaste lucht verandert, en inwater, die beiden zeer veel zwaar er zijn, dan de dampkringslucht" Uit welke zeer veel meerdere zwaarte ÜWED. dan voortgaat te beredeneeren, of lie- B 3 ve?

24 ver te vraagen, welke nadeelige gevolgen daasvan niet al te dugten zijn. Is het niet te dugten, (vraagt UWED.) dat enkele levenslucht, tot in de enge verdelingen der long gebragt, en aldaar op gezegde wijze veranderd wordende, de long veel moeijelijker te rug zal keer en, da wanneer zij, gelijk in de dampkrings- lucht, met drie vierde deelen phlogiftwche lucht v mengd, en daar door zo aanmerklijk veel lig ter is? " Laat ons dan nu eens wat meer bepaaldelijk nagaan, wat van deeze door UWED. ter necrgeftelde zaaken, waar uit die nadeelige gevolgera zijn afgeleid, waarlijk proefondervindelijk bekend zij. Wat aangaat de vaste lucht, waar in de zuivere lucht, door het aanneemen van koolftof, veranderd wordt: deeze is, het is waar, zwaarder dan de zuivere lucht; dan hoe veel bedraagt dit verfchil? Volgens de proefneemingën van LAVOISIER ftaat de zoortelijke zwaarte van vaste lucht tot die van dampkringslucht, ten naastenbij, als 6 9 tot 46 (traité elementaire de chimie, pag. 5? 2.) Vaste lucht is dus flegts 1 zwaarder dan dampkrings-lucht. Dit nu is immers geene zwaarte, om 'er van te dugten, dat zij oorzaak zijn zal, dat deeze lucht

25 C 23 ) licht zo veel moeijelijker uit de longen te ruch zal keeren; en deeze vrees verdwijnt althans geheel en al, wanneer men in aanmerking neemt, op wat wijze men de ingebrachte lucht uit de longen der drenkelingen te ruch doet keeren. UWED. raad aan om de ingebrachte lucht uit de longen uit te drijven, door het drukken van den buik en van de borst (bladz. 7 5.) Ik heb voorgeflaagen om de lucht te ruch te doen keeren, door het weder opnaaien van den zuiger van dezelfde pomp, waar mede men de lucht inbrengt, als zijnde daar toe (naar mijn inzien) een veel gereeder en zeekerder middel. Dan het zij men de lucht volgens uwen of mijnen raad uit de longen tracht uit te brengen, een ieder, die flegts eenig inzien heeft, wat 'er tot het uitdrijven of uitpompen van eenige luchtzoort, in wat geval het ook zijn moge, vereischt wordt, zal het mij gereedlijk toeftemmen, dat de gezegde meerdere zwaarte der vaste lucht, al ware zij ook veel grooter, nimmer oorzaak zijn kan, waar door zij, onvermengd zijnde, niet even gemaklijk, het zij door drukking van borst en buik, het zij door het ophaalen van den pompsuiger, zal kunnen te ruch gebracht worden, dan wanneer zij met \ mofet, (door UWED. B 4 n ch.

26 C H ) nog phlogiftifche lucht genaamd) zij. vermengd Indien de aart der vaste lucht ons niet zo wel bekend ware, zoude men zich flegts een geval kunnen verbeelden, waar in haare meerdere zwaarte oorzaak zoude kunnen zijn, dat zij door drukking of uitpomping bezwaarlijk uit de longen zoude uitgebracht worden : wanneer namelijk de vaste lucht van zodanigen aart ware, dat zij zich niet gereedlijk met de zuivere lucht, waar in zijontftaat, vermengde, maarindezelve zonk, even als een fleen in water. Dan het is bekend, dat zij geenzints van deezen aart is. Indien zij van dien aart ware, hoe zouden wij dan de vaste lucht kunnen uitademen, die 'er van onze geboorte af aan in onze longen gevormd wordt. In de lucht, die wij uitademen, vinden wij dezelve met de mofet vermengd, en hier in valt zij door haare zwaarte niet ligt neder. Daar nu de vaste lucht zich zodanig vermenge en vermengd blijve met de mofet, hoe veel te meer zal zij dan met de zuivere lucht vermengd blijven, terwijl het verfèbfl van zwaarte der vaste lucht en zuivere lucht veel minder is, dan het verfchü van zwaarte der vaste lucht en mofet. 'Êr is derhalven, uit het geen ons proef kundig

27 ( =5 ) dig bekend is, geene de minfte reden om, bij het inbrengen van zuivere lucht in de longen des drenkelings, eene zodanige nederzinking der vaste lucht te vermoeden, door welke haare te ruch gang zoude bezwaarlijk gemaakt worden. Zij blijft ongetvvijlmd met de overige lucht in de longen vermengd, even als bij de natuurlijke ademhaaling, en keert dus met deeze te ruch, wanneer men, op de eene of andere wijze, de ingebrachte lucht uit de longen weder uitbrenge. Onder de proefondervindelijk bekende zaaken, uit welken UWED. de fchadelijke gevolgen'afleid, die 'er van het inbrengen van zuivere lucht te dugten zijn, noemt UWED. ook op (bladz. 78) den overgang der levenslucht tot water, door het aanneemen van het beginzel der ontvlambare lucht: hoewel UWED. deeze zaak vooraf, op bladz. a 4, tast hooger dan een gevoelen opgeeft. Het is ook inderdaad noch niet meer dan een gevoelen (O» waar (i) Jnnales de chimie, Tom. V. p , noot (a) waar in LAVOISIER dit niet hooger a!s een gevoelen opgeeft, 'er bijvoegende je discuterai dans d'autres memoires les motifs, quon peut alleguer- en fa- veur de chacune de ces opnions. Dan zo ver ik btfa B 5 k u n *

28 C 26 ) waar van ik echter de waarfchijnelijkheid niet egenfpreek. Dan gefield zijnde, dat het volkornen bewezen ware, dat de zuivere lucht ch met het beginzel der ontvlambare lucht in de longen verenigde: dan immers zal hier bij, naar alle waarfchijnelijkheid, ook dat.eene gebeuren, het geen bij alle zamenftell van water plaats heeft: dat namehjk de zich met eikanderen vereenigende beginsels van zuivere lucht en ontvlambare lucht niet aanftoads water, maar eerst waterdamp vormen UWED. heeft doch bij de proefneeming van de' zamenfteliing van water, welke ik in December I 7 9I m TEYLERS Laboratorium heb i n t werk gefield, en bij welke UWED. is tcenswoordig geweest, kunnen opmerken, dat uit de vereeniging der beide gezegde grondbeginselen eerst waterdamp gevormd wordt, en dat deeze damp niet eerder tot water zamenloopt, voor dat zij aanmerklijk verdikt is. Zij, die het niet den Heere LAVOISIER voor waarfchijnhjk houden, dat 'er eene vereeniging der za menfteuende deelen van het water in de Jongen gebeure, ftellen dan ook teffens, om gemelde kunnen nagaan, is hieromtrent niets naders in 't licht gekomen, waar ^x^mproefrndm^jk^mnii.

29 ( =7 ) de reden, dat; dit water den ftaat van damp in de longen behoude, en als zodanig worde uitgeademd, terwijl zij hier in de reden zoeken, waarom de uitgeademde lucht zo veel vocht of waterdamp bevat. Blijft dan nu het water, het geen UWED. veronderftelt van de ingebrachte zuivere lucht te zullen geboren worden, in de gedaante van waterdamp in de lucht der longen hangen (gelijk UWED. niet fchijnt geheel te willen tegenfpreken, terwijl UWED. naderhand fpreekt van eene ophooping van water of waterachtigs damp) dan althans zal deeze damp, met de lucht, waar mede zij vermengd is, wanneer d-jeze uit de longen uitgepompt worde, zich gereedlijk ontlasten, en 'er is dus geene ophooping van te dugten. Na dus te hebben aangetoond, dat uwe bedenkingen van de fchadelijke gevolgen der zuivere lucht, aan drenkelingen toegediend, geenzints uit het geen thans waarlijk proefkundig bekend is, ontleend zijn, maar integendeel door de bijgebrachte proefondervindelijke waarheden wederlegd worden, zo valt het nu gemaklijk het flot van uwe vraagswijze voorgeftelde tegenwerpingen te beandwoorden, waar bij UWED. vraagt. En moet dan deze op, hoo-

30 C =8 ) hooping van water of waterachtige damp, en van vaste lucht, het op nieuws inbrengen van lucht in de long, en dus de mogelijkheid van her- {lel, niet grotelijks verminderen?'" Ophooping van waterachtigen damp of vaste lucht kan 'er, gelijk uit het voorafgaande blijkt, geen plaats hebben, vermits beiden met de lucht in de longen vermengd blijven, en dus met deeze lucht uit de longen gebracht worden, wanneer men dezelve, door het opnaaien van den zuiger der pomp, waar mede zij is ingebracht, doet te ruch keeren. En indien men (fchoon de ondervinding niet de minfte aanleiding fchijnt te geeven om zulks te vermoeden) veronderftellen wilde, dat de waterdamp, die 'er in de longen moge ontftaan, aanftonds tot water zamenliep, dan noch zoude hier door juist het tegendeel moeten gebeuren, van het geen UWED. in de laatfte vraag veronderftelt 'er het gevolg van te zullen zijn. Immers wanneer zuivere lucht en ontvlambaars lucht, te zamen vermengd, in water veranderen, dan beflaat dat water niet ^ gedeelte van de ruimte, welke de heideluchten, waar van het ontftaan is, innamen. Wel verre dus, dat eene zodanige vorming van water in de longen het op nieuws inbrengen van lucht, volgens uw be-

31 C =9 ) begrip, verhinderen zoude, zoude hier door integendeel voor de lucht, die men vervolgens inbrengen wilde, telkens ledige ruimte gemaakt worden. Aan den anderen kant zoude al het water, het geen men, alles op het ruimfte berekend, dan zoude kunnen veronderftellen in de longen van een drenkeling geboren te worden, zich tot eene zo geringe hoeveelheid bepaalen, dat men geene reden zoude hebben hier van eenig fchadelijk gevolg te vermoeden. UWED. tracht vervolgens het gebruik der zuivere lucht te doen verwerpen, door het als een onuitvoerlijk middel te doen voorkomen. Ten dien einde wordt hier weder, door UWED., aan eene bedenking van Mr. KITE veel gewicht toegekend, en vervolgens gevraagd, of deeze bedenking door mij (*) niet maar voor een (*) UWED. voegt hier bij: of liever over verfcheidem jaaren door den Heer H E R MB S T i D T, en bij deeze woorden is een noot gefteld, waar in UWED. het verhaal geeft eener proefneeming van H E R M B S T a D T, waar bij hij uit den bruinfteen eene groote hoeveelheid lucht heeft voortgebracht. Uit de aangehaalde woorden, met de daar bij gefielde noot, moet het denleezer van uw gefchrift, die het geen ik ten opzichte der bereiding van zuivere lucht gezegd heb, niet ge le-

32 een gedeelte, ja voor een nauwlijks noemenswaardig gedeelte is opgeruimd. Deeze ge^ wichleezen heeft, of zich niet herinneren kan, noodwendig voorkomen, als of ik mij de eere toeè'igene van zuivere lucht, in grootcr hoeveelheid, voor te brengen, fchoon zulks reeds over verfcheidene jaaren, en zelfs op eene meer gepaste wijze, ge'fchied zij. Dit verplicht mij dus UWED. bij deeze te herinneren, dat ik, op bladz. 88 en 89, en in de noot? bladz. 95, van de voortbrenging van zuivere lucht, in groote hoeveelheid, uit ralpeter, en uit bruinfteen, als van eene welbekende zaak fpreek. Ook zeg ik bladz. 89, dat ik eerst getracht heb deeze lucht, in genoegzaame hoeveelheid, uit de n>bruinjieen (manganefe) te bereiden, terwijl verfcheiden F,-anfcheScheikundigen, volgens hunfchrijh i e r *» z e e r gelukkig geflaagd zijn, en dat ik niet dan na veele vruchtelooze poogingen, om een daar voor gerchikt zoort van bruinfteen te bekomen, tot het bereiden van deeze lucht uit den falpeter ben overgegaan. Wie het geen ik hier van gezegd heb, met eenige onzijdigheid inziet, zal'er niets anders uit kunnen opmaaken, dan dat ik, zo lang men hier gee- *e bruinfteen, die veel zuivere lucht geeft, bekomen kan, mijne min bedrevene landgenoten flegts heb willen aanwijzen, hoe men deeze lucht, gelijk veele Natuurkundigen gedaan hebben, uit den falpeter kanverkrijgen, zonder gevaar te loopen van het berften van ftecnen retortcn of matraszen, door veelennevens bij gebrek van vaten van goede aarde, onder- Vonden. Het komt derhalven, dunkt mij, weinig ts pas,

33 ( 3* ) wichtige bedenking draagt UWED. op bladz. 80 dus voor: AU men de prikkelbaarheid door middel pas, hier op aan te merken, dat H E R M U S T H O T, reeds voor verscheidene jaaren, zuivere lucht in groote hoeveelheid uit bruinfteen voortgebracht heeft. Ik fpreek geenzints tegen, dat de zuivere lucht «it den bruinfteen der Franfchen, of uit die foorc, die door HERMBSTaDT gebruikt is, de voorkeuze verdient, boven de geene die uit den falpeter wordt voortgebracht, terwijl de laatftc niet volkomen zo zuiver is. Zo lang men echter zodanigen bruinfteen niet bekomen kan, is men immers genoodzaakt de zuivere lucht uit den falpeter te neemen, wanneer men ze in groote hoeveelheid, tot matigen prijs, gebruiken wil. Het falpeter zuur, het geen door de lucht, uit den falpeter voortgebracht, wordt meegenomen, geeft, het is waar, eenige reden om van deeze lucht niet onmiddelijk, na dat de falpeter dezelve heeft uitgegeeven, een geneeskundig gebruik te maaken ; doch wanneer men deeze lucht, volgens mijne voorftelling, in voorraad in gereedheid houde, in glazen, waar in zij op eene ruime hoeveelheid water ftaat, dan wordt dat falpeter zuur door het water zo gereedlijk aangenomen, dat daar van, in deeze lucht, weinige dagen na derzelver bereiding, niets meer te ontdekken is. Na de uitgaave mijner proefneemingën, heb ik van den zuiverften bruinfteen bekomen, die op den Hartz gevonden wordt, en welke ik van daar, om 'er zuivere lucht van te bereiden, reeds in het begin van dit jaar ontboden had. Hier van heb ik eenige geheel

34 del van de ele&riciteit, drie of vier uuren lan% in enen drenkling, %an gewaar worden, en m gedurende dien tijd, bij kleine tusfchenpozing lucht in de long wil inbrengen, zou men dan niet wel ene grote reeks van duizende teertingfch duimen lucht nodig hebben? Aan welke beden king UWED. vervolgens noch al meer gewicht tvil bijzetten, door aan te merken, dat een volwaszen menfchelijke drenkeling geheel iets ders is, als een konijntje, enz. Het is waar, wanneer men tot het inbrengen van deeze lucht een zodanige pomp, van omtrent ico teerlingfche duimen inhoud, gebruiken wilfteel en' al gecrijftallizeerde en dus onvermengde (rukken beproefd, terwijl de Heer JBERTHOLLKT mij bericht had, dat de bruinfteen, waar uit men te Parijs zeer zuivere levens-lucht heeft voortgebracht, uit wel gecrijftallizeerde ftukken beffaat. Dan van deezen bruinfteen, in fteenen matraszen van W E D G W O O D gegloeid, kreeg ik flegts 340 teerl. duimen lucht uit een pond, waar van omtrent 200 teerl. duimen vaste lucht door het water in vier dagen opgeflorpt waren. Het overfchot beftond flegts voor omtrent \ gedeeltd uit zuivere lucht. Te vergeefsch heb ik vervolgens beproefd van deezen bruinfteen, door bijvoeging vari vitriool- en falpeter-zuur, meer zuivere lucht te beko^ men.

35 ( 33 ) toiïcte, als welke door DR. GOODWYN is aangeprezen, en wanneer men hier mede, volgens deeze bedenking,,bij kleine tusfchenpoozen, in den mond des drenkelings, lucht wilde inperszen, dan zoude men in korten tijd al eene zeer aahmèrklijke hoeveelheid zuivere lucht kunnen verfpillen; doch de ongefchiktheid van eene zo groote pomp heb ik in 12 aangetoond. UWED. ftelt thans voor, tot het inbrengen van lucht, een pomp offpuit ter grootte van esn klijsteerfpuit te gebruiken. Met eene zodanige pomp (welker inhoud niet veel verfchillen zal van dien der pomp van 23 teerl. duimen inhoud, door mij voorgefteld) zoude echter ook al veel lucht kunnen gebruikt worden, indien men, volgens de bedenking van KI- T E, telkens na kleine tusfchenpoozen den drenkeling eene zodanige pomp vol lucht,doorneus of mond, behoore in te drijven. Doch het is blijkbaar, dat de lucht dus telkens, na kleine tusfchenpoozen, ingebracht, voor 't grootfte gedeelte onnut verfpild wordt, vermits de longen van een mensch van middelbaare geftalte niet wel kunnen gerekend worden meer dan 140 teerlingfche duimen lucht te kunnen bevatten, en zij derhalven, na 'er zesmaal eene zodanige pomp vol lucht ingebracht te hebben, C der-

36 C 34 ) dermaate met lucht opgevuld zullen moetéff zijn, dat men, zonder de lucht te verdikken, 'er geen meer lucht in brengen kan. Het is waar, 'er gaat van de lucht, die men een drenkeling inbrengt, dikwijls een aanmerkelijk gedeelte na de maag en ingewanden, en hier door wordt 'er een gedeelte van verfpild. Men kan echter, wegens de bekende ruimte van den buik van een mensch van middelbaare geftalte, en van de plaats die de ingewanden daarin beflaan, niet wel veronderftellen, dat daar meer dan 150 of uiterlijk 200 teerl. duimen lucht in zullen overgaan: dus moeten, in alle gevallen, de longen van'een drenkeling, na dat men 12 of 15 maal een pomp vol lucht door den neus ingebracht heeft, zo verre met lucht gevuld zijn, dat zij geene lucht meer kunnen inneemen, ten zij men de lucht 'er in verdikken wilde; dan het is niet wel mooglijk neus en mond ten dien einde genoegzaam lucht-dicht gefloten te houden. Indien men dan, de longen reeds door lucht opgefpannen zijnde, verder voortgaat lucht door den neus van den drenkeling in te drijven, brengt men ze niet verder dan tot in den mond of in de keel, terwijl ze of gereedlijk de hand ontlhapt, waar mede men den mond

37 C 35 ) rnond gefloten houdt, of zij gaat door het neusgat, waardoor men ze heeft ingebracht, weder te ruch, zo dra men de pomp afneemt, om ze op nieuw te vullen. Het is derhalven vruchtloos, na eenige maaien lucht ingebracht te hebben, daar mede Voort te gaan, ten zij men vooraf de longen van een gedeelte der lucht, waarmede zij opgefpannen zijn, ontlast hebbe. Dit nu moet, volgens uwen raad, gefchieden door het zagtjes drukken van de borst en van den buik (bladz. 7 5 ) De ontlasting der ingebrachte lucht kan derhalven, op deeze wij ze, ook maar zagtjes of zeer langzaam voortgaan. De ondervinding leert ook inderdaad, dat het uitdrijven der ingebrachte lucht, op deeze wijze, zeer bezwaarlijk is zo dat 'er niet dan na aanmerklijk tijdsverloop eene hoeveelheid lucht van eenig belang, op nieuw, in de longen van den drenkeling kan ingebracht worden. Dit zo zijnde, gelijk mij de ondervinding, bij proefneemingën ter her- Helling van verfchillende zoorten van verdron- ; ken dieren, heeft geleerd, zo heeft dan Mr. KITE of UWED., dunkt mij, geene reden, om, bij deeze langzaame wijze van de lucht uit de longen te ruch te brengen, teffens te beveelen, dat m-n telkens, na kleine tusfchenpoozen, op nieuw l u c h t C a

38 C 3* ) lucht inbrenge. Eene zo fpoedig herhaalde in* brenging van lucht, bij de daarbij voorge* fchrevene wijze van ze uit te brengen, onbe^ ftaanbaar of volftrekt vruchtloos zijnde, zo ver* valt dus hier mede grootdeels de grond van M R. KITE zijne berekening, volgens welke eene groote reeks van duizenden teërüngfche duimen zuivere lucht, ter hertelling van zommige drenkelingen, zoude vereischt worden. Het te ruch keeren van de ingebrachte lucht kan echter, zo ik mij niet geheel bedrieg, g e- maklijker en veel fpoediger bewerkt worden, door het weder ophaalen van den zuiger van-dezelfde pomp, door welke men de lucht heefc ingebracht (O, en dus zoude men, op deeze wij- CO Waarom UWED. het ophaalen van den z uige r der pomp, het geen ik, ais het gereedfte middel,-ter uitbrenging van de lucht uit de longen heb aangeprezen, verwerpe, en hier voor aanbevecle den buik erj de borst te drukken, is mi] onbegrijpelijk, en U W r o' geeft hier ook geene reden voor. Dit is mij te meer onbegrijpelijk, vermits, indien het 'er bij het inbrengen van lucht in de longen, volgens uwe gedachten voornaamlijk op aan kwam, om, door het nabootzen der beurtfingfche in- en uitademing, het bloed beurt, lings een vrijen doortocht door de longen te geeven dan ook, volgens die (telling, zodanige behandeling te

39 ( 37 ) -wijze, beurtlings veel meer lucht in de longen kunnen brengen. Dan is 'er wel eenige gegronde reden, om dit beurtlings in en uitbrengen der lucht, bij aanhoudenheid, na zo kleine tusfchenpoozen te herhaalen. Ik heb, het is waar, aangeraaden, in mijne bedenkingen bladz. 31, van bij den aanvang telkens,na de tweede pomp vol lucht ingebracht te hebben, flegts eenige fecunden te wachten, eer men den zuiger der pompe, waar door de lucht is ingebracht, weder ophaale, om de ingebrachte lucht te ruch te doen keeren. Hier mede bedoel ik dus het inbrengen der zuivere lucht, in den beginne, verfcheiden maaien in een minut te herhaalen, ten einde, door deeze fpoedige inbrenging en uitpomping, de fchadelijke lucht uit de longen des drenkelings, welke zich met de ingebrachte lucht vermengt, fpoedig te ontlasten. Dan deeze fchadelijke lucht eenmaal ontlast zijnde ( het geen voorzeker, indien 'er niet verkiezen zoude zijn, door welke het uitbrengen der lucht op het fpoedigst gefchieden kan; en het lijdt doch wel geen twijffe], dat zulks door het weder ophaalen van den zuiger der pomp, door welke de lucht is ingebracht, veel fpoediger, dan door het drukken van de borst en van den buik, zal te weeg gebracht worden. C 3

40 C 38 ) niet zeer veel der ingebrachte lucht na de maag gaat, door 10 of 12 maal een pomp vol lucht in te brengen en uit te haaien, genoegzaam zal kunnen gefchieden) wat reden kan 'er dan zijn om de tusfchenpoozen, tusfchen het in en uitbrengen der lucht, zo klein te maaken? De werking van de zuivere lucht op het bloed is doch (GOODWYNs theorie ter zijde gefield zijnde) onbetwistbaar deeze (gelijk UWED. ook zelve op bladz. 7.8 toeftaat): dat zij van het bloed de koolflof aanneeme, waarmede het w de longen overlaaden is, en waardoor het voor het dierlijke leven eene zeer fchadelijke hoedanigheid hebbe. Dan om de ingebrachte lucht geleegenheid te geeven, van deeze zo fchadelijke koolftof uit het bloed aan te neemen, moet men ze voorzeker eenige fecimden in de longen laaten, eer men ze 'er weder, door het opnaaien des zuigers, uit doet te ruch keeren. In hoe veele fecunden de zuivere lucht, in de longen eenes drenkelings, zo veel koolfiof aanneeme, of zo verre in vaste lucht verandere, dat het nodig zij dezelve voor een gedeelte te ruch te doen keeren a en 'er nieuwe zuivere lucht voor in de plaats te brengen, is niet wel te beproeven, of mes enige nauwkeurigheid te berekenen. Wannef

41 ( 39 ) 51 er men ecfrer acht geeft op de hoeveelheid zuivere lucht, die 'erbij de ademhaalmg in onze longen tot vaste lucht veranderd wordt, op den tijd in welken zulks gefchiedt, en op de mindere geleegenheid, die de zuivere lucht heeft van koolflof aan te neemen, wanneer het bloed in de longen van een drenkeling ftilftaat, dan kan men ligtlijk, door vergelijking, zo veel opmaaken, dat de 23 teerl. duimen zuivere lucht, welke. telkens door de befchrevene pomp worden ingebracht, in 10 fecunden op verre na niet voor de helft in vaste lucht veranderd kunnen worden f» Indien men dan elke pomp vol lucht 10 fecunden in de longen laat, en men ook 10 fecunden {lelt voor den tijd, in welken een gedeelte der lucht wordt uitgebracht, en hier voor weder op nieuw zuivere lucht ingebracht wordt (in welken tijd deeze bewerking, zo als ik bij bevinding weet, zonder veel handigheid zeer (m) Dit hier dütdiijker te ontvouwen; zoude te wijdloopigzijn. Wanneer UWED. de aangeftipte gronden dcezer berekening in overweging neemt, zal UWED. dunkt mij, niet wel eene fpoedigere of meerdere verandering van zuivere lucht tot vaste lucht kunnen be* rekenen. C 4

42 C 40 ) zeer wel gefchieden kan ) dan zonde men dn>. maal m een minut den drenkeling een pomp vol lucht kunnen inbrengen. Hier bij 20ude de drenkeling,in elke minut, meer zuivere lucht m zyne longen ontfangen, dan een volwaszen mensch bij de gewoone ademhaaling Terwijl nu de pomp, 3 t e e r l. d l l i m e n i n houd heeft, en het ontfang- glas i«oo teerl. duimen lucht bevat, zo kan men derhalven, op deeze wijze, *j minuten voortgaan, eer het cerfle omfang-glas ledig is. Volgens Mr. KITE zoude het niet toereikend zijn hier mede omtrent ecu half uur lan ff aan te houden. Dan indien men daarentegen in aanmerking neemt, dat, volgens de proeven en berekeningen van LAVOISIER, z l6o teerl. duimen zuivere lucht genoegzaam zijn, om al dekoolftof aan te noemen, waarvan het bloed van een volwaszen mensch zich geduurende een geheel uur door de ademhaaling ontlast' en dat wel terwijl de omloop des bloeds zijn gang gaat, en hierdoor geftadig koolftof na de longen aangevoerd worde, dan is het, dunkt "UJ-, al zeer blijkbaar, dat eene veel mindere Welheid,dandegemeide ai 6oteerl.duimen, toereikende zal zijn, om alleen dat gedeelte va«het bloed, het geen in de longen van

43 ( 4i ) een drenkeling met koolftof overlaaden is, van hetzelve te ontlasten. Immers zoude het eene blijkbaare ongerijmdheid zijn, wanneer men ftelde, dat die hoeveelheid bloed, welke in de longen van een drenkeling ftilftaat, (en welke flegts een klein gedeelte van de geheele hoeveelheid bloed van een volwaszen mensch is) met even zo veel koolftof overlaaden zoude zijn, als 'er door de geheele hoeveelheid bloed eens volwaszen mensch, bij den geftadigen omloop door de longen,' geduurende een geheel uur,aan de ingeademde lucht wordt ovcrgegeeven. Het lijdt dan geen tegenipraak, dat die hoeveelheid koolftof, die men bedoelt uit het bloed, het geen in de langen van een drenkeling ftilftaat, door het inbrengen van zuivere lucht te ontlasten, flegts een klein gedeelte van de hoeveelheid koolftof is, die 'er, volgens de proefneemingën van LAVOISIER, door 2160 teerl. duimen.zuivere lacht, van de ganfche hoeveelheid orjfjoopend bloed,geduurende een geheel uur. wordt aangenomen, en dus zal men voorzeker met veel minder zuivere lucht, wel toegediend, het bedoelde oogmerk, de ontlasting namelijk van de fchadelijke koolftof uit het bloed, het geen in de longen ftilftaat (zo verre andere C 5 om,-

Mag ik jou een vraag stellen?

Mag ik jou een vraag stellen? Mag ik jou een vraag stellen? Mag ik jou, die dit leest, een zeer belangrijke vraag stellen? Stel dat je vandaag zou sterven, doordat er iets verschrikkelijks gebeurt, bijvoorbeeld een auto ongeluk of

Nadere informatie

Zondag 29 gaat over het Heilig Avondmaal (2)

Zondag 29 gaat over het Heilig Avondmaal (2) Zondag 29 Zondag 29 gaat over het Heilig Avondmaal (2) Lees de tekst van Zondag 29 Vraag 78 : Wordt dan uit brood en wijn het wezenlijk lichaam en bloed van Christus? Antw : Nee; maar gelijk het water

Nadere informatie

VAN EENE ZELDZAAME NOG NIET BESCHREEVEN

VAN EENE ZELDZAAME NOG NIET BESCHREEVEN BESCHRYVING VAN EENE ZELDZAAME AFRIKAANSCHE NOG NIET BESCHREEVEN ~ A T - S 0 0. R T, GENAAMD DE BIZAAM~KAT, OP DE I{AAP DE GOEDE HOOP VALLENDE, En bewaard wordende in het MusEuM VAN ZYNE DOORLUCHTIGSTE

Nadere informatie

Een woord (wer e^'»^ keeraiide der ont?el"tins^ uil clr

Een woord (wer e^'»^ keeraiide der ont?eltins^ uil clr Een woord (wer e^'»^ keeraiide der ont?el"tins^ uil clr OUüFiRiJJKI. i'fk/i.«^ 1 i 1 DOOR MEVROUW VLIELANDER HEIN COUPERUS. 'S-GRAVENHAGE, W. P. VAN STOCKUM & ZOON 1908 Prijs 25 cent. Een woord over eene

Nadere informatie

WAAHDMIER BET m DOOR G4SBH\\I)EHS

WAAHDMIER BET m DOOR G4SBH\\I)EHS * - J!" 3^ Ö. "y&s ^ j OVER I)E DRUKKnC WAAHDMIER BET m DOOR G4SBH\\I)EHS GEVOERD MOET WOKÜEN. ö^ I>^)Oil p. L. K IJ K E. ia Overgediukt uit Je Veislagtu eu Medeileehugeü dei K.üuiiiklijke Akademie vrtii

Nadere informatie

BIJBELSTUDIES VOOR JONGE GELOVIGEN LES 1. Les 1 - De oorsprong van de Bijbel. In deze bijbelstudies wordt gebruik gemaakt van de NBG-vertaling

BIJBELSTUDIES VOOR JONGE GELOVIGEN LES 1. Les 1 - De oorsprong van de Bijbel. In deze bijbelstudies wordt gebruik gemaakt van de NBG-vertaling BIJBELSTUDIES VOOR JONGE GELOVIGEN LES 1 Les 1 - De oorsprong van de Bijbel In deze bijbelstudies wordt gebruik gemaakt van de NBG-vertaling Deze bijbelstudies zijn vooral bedoeld voor jongeren van 11

Nadere informatie

In de eeuwigheid van het leven waarin ik ben is alles volmaakt, heel en compleet en toch verandert het leven voortdurend. Er is geen begin en geen

In de eeuwigheid van het leven waarin ik ben is alles volmaakt, heel en compleet en toch verandert het leven voortdurend. Er is geen begin en geen 14 In de eeuwigheid van het leven waarin ik ben is alles volmaakt, heel en compleet en toch verandert het leven voortdurend. Er is geen begin en geen einde, alleen een voortdurende kringloop van materie

Nadere informatie

Romeinen 3:1-31 1 Wat is dan het voorrecht van de Jood, of wat is het nut van de besnijdenis? 2 Velerlei in elk opzicht. In de eerste plaats [toch]

Romeinen 3:1-31 1 Wat is dan het voorrecht van de Jood, of wat is het nut van de besnijdenis? 2 Velerlei in elk opzicht. In de eerste plaats [toch] Romeinen 3:1-31 1 Wat is dan het voorrecht van de Jood, of wat is het nut van de besnijdenis? 2 Velerlei in elk opzicht. In de eerste plaats [toch] dit, dat hun de woorden Gods zijn toevertrouwd. 3 Wat

Nadere informatie

Die Jezus volbracht in zijn leven, toen hij in de wildernis leefde

Die Jezus volbracht in zijn leven, toen hij in de wildernis leefde Kunt u een verhaal over Jezus vertellen dat veel voor u betekent? Ja, Jezus is erg belangrijk voor mij en anderen die geloven dat hij onze redder en heer der levenden is Een belangrijk verhaal voor mij

Nadere informatie

Sexualiteit en de Bijbel

Sexualiteit en de Bijbel Sexualiteit en de Bijbel Ma#eüs 1:25 En hij had geen gemeenschap met haar, voordat zij een zoon gebaard had. En hij gaf Hem de naam Jezus. 1 KorinCërs 7:12-13 12 Maar tot de overigen zeg ik, niet de Here:

Nadere informatie

Waarom zou ik geloven?

Waarom zou ik geloven? Waarom zou ik geloven? Een uitnodiging om na te denken over je geloof Philip Nunn - De Bron Deel #1: 1 nov 2015 Deel #2: 22 nov 2015 Mijn doel met de 2 toespraken Ik probeer je te laten zien dat het christelijke

Nadere informatie

Vraag 62 : Maar waarom kunnen onze goede werken niet de gerechtigheid voor God of een stuk daarvan zijn?

Vraag 62 : Maar waarom kunnen onze goede werken niet de gerechtigheid voor God of een stuk daarvan zijn? Voor 16 jaar en ouder! Zondag 24 Zondag 24 gaat over de goede werken. Zondag 24 vraag en antwoord 62, 63 en 64. Vraag 62 : Maar waarom kunnen onze goede werken niet de gerechtigheid voor God of een stuk

Nadere informatie

De gelijkenis van de twee zonen. Eerst lezen Daarna volgen er vragen en opdrachten

De gelijkenis van de twee zonen. Eerst lezen Daarna volgen er vragen en opdrachten De gelijkenis van de twee zonen Lees : Mattheüs 21:28-32 Eerst lezen Daarna volgen er vragen en opdrachten Gelijkenissen Toen de Heere Jezus op aarde was, heeft Hij gelijkenissen verteld om de mensen veel

Nadere informatie

Vijf redenen waarom dit waar is

Vijf redenen waarom dit waar is Les 14 Eeuwige zekerheid Vijf redenen waarom dit waar is In deze bijbelstudies wordt gebruik gemaakt van de NBG-vertaling Dag 1 Is de echte (ware) gelovige voor eeuwig veilig en geborgen in Christus? Voor

Nadere informatie

Jezus volgen! Echt? Het evangelie naar Johannes 6:22-71. dinsdag 2 juni 2015

Jezus volgen! Echt? Het evangelie naar Johannes 6:22-71. dinsdag 2 juni 2015 Jezus volgen! Echt? Het evangelie naar Johannes 6:22-71 dinsdag 2 juni 2015 1 ev. Johannes tot nu toe 1:1-18 Jezus is het Woord: bij God en zelf God 1:19-52 Jezus is het Lam van God discipelen volgen Hem

Nadere informatie

Er was eens een Kleine Ziel die tegen God zei: Ik weet wie ik ben, ik ben het licht net als alle andere zielen.

Er was eens een Kleine Ziel die tegen God zei: Ik weet wie ik ben, ik ben het licht net als alle andere zielen. Een klein gesprekje met God Er was eens een Kleine Ziel die tegen God zei: Ik weet wie ik ben, ik ben het licht net als alle andere zielen. God lachte breed. Dat is waar!, zei God. Jij bent ook het licht.

Nadere informatie

Zondag 28 gaat over het Heilig Avondmaal (1)

Zondag 28 gaat over het Heilig Avondmaal (1) Zondag 28 Zondag 28 gaat over het Heilig Avondmaal (1) Lees de tekst van Zondag 28 Vraag 75 : Hoe wordt gij in het Heilig Avondmaal vermaand en verzekerd, dat gij aan de enige offerande van Christus, aan

Nadere informatie

Die nacht draait Cees zich naar me toe. In het donker voel ik heel zachtjes zijn lippen op mijn wang.

Die nacht draait Cees zich naar me toe. In het donker voel ik heel zachtjes zijn lippen op mijn wang. Vanavond ga ik mijn man vertellen dat ik bij hem wegga. Na het eten vertel ik het hem. Ik heb veel tijd besteed aan het maken van deze laatste maaltijd. Met vlaflip toe. Ik hoop dat de klap niet te hard

Nadere informatie

HC zd. 22 nr. 32. dia 1

HC zd. 22 nr. 32. dia 1 HC zd. 22 nr. 32 een spannend onderwerp als dit niet waar is, valt alles duigen of zoals Paulus het zegt in 1 Kor. 15 : 19 als wij alleen voor dit leven op Christus hopen zijn wij de beklagenswaardigste

Nadere informatie

N 54. 'SGRAVENHAGE, den 10 October 1876.

N 54. 'SGRAVENHAGE, den 10 October 1876. A A (Extract). EXTRACT nit het Register der Resolutien van den Minister van Financien. In- en uitgaande regteu en accijnsen. N 54. 'SGRAVENHAGE, den 10 October 1876. Dc Minister, enz. Heeft goedgevonden

Nadere informatie

Geef. nooit op! Gods beloften voor jou MIRANDA TOLLENAAR

Geef. nooit op! Gods beloften voor jou MIRANDA TOLLENAAR Geef Gods beloften voor jou nooit op! MIRANDA TOLLENAAR Geef nooit op! Tollenaar, Miranda ISBN 978-90-6353-630-5 NUR 713 Boekverzorging: Studio Vrolijk, Margreet Kattouw De bijbelteksten in deze uitgave

Nadere informatie

Ethica van Spinoza. (vertaald door D. Burger)

Ethica van Spinoza. (vertaald door D. Burger) Ethica van Spinoza (vertaald door D. Burger) Deze tekst is uitsluitend voor persoonlijk gebruik. Commercieel gebruik is niet toegestaan. Evenmin is het toegestaan de tekst te wijzigen, bewerken, geheel

Nadere informatie

De haas en de egel. Wilhelm Grimm en Jacob Grimm. bron Wilhelm Grimm en Jacob Grimm, De haas en de egel. Z.n., z.p. 1900-1910.

De haas en de egel. Wilhelm Grimm en Jacob Grimm. bron Wilhelm Grimm en Jacob Grimm, De haas en de egel. Z.n., z.p. 1900-1910. De haas en de egel Wilhelm Grimm en Jacob Grimm bron. Z.n., z.p. 1900-1910 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/grim002haas01_01/colofon.php 2011 dbnl 1 De haas en de egel. Het was een mooie

Nadere informatie

Op weg met Jezus. eerste communieproject. Hoofdstuk 5 Bidden. H. Theobaldusparochie, Overloon

Op weg met Jezus. eerste communieproject. Hoofdstuk 5 Bidden. H. Theobaldusparochie, Overloon Op weg met Jezus eerste communieproject H. Theobaldusparochie, Overloon Hoofdstuk 5 Bidden Eerste communieproject "Op weg met Jezus" hoofdstuk 5 blz. 1 Joris is vader aan het helpen in de tuin. Ze zijn

Nadere informatie

1) Gered worden is net zo gemakkelijk als een cadeau krijgen (Johannes 1:12)

1) Gered worden is net zo gemakkelijk als een cadeau krijgen (Johannes 1:12) Les 8 - Redding In deze bijbelstudies wordt gebruik gemaakt van de NBG-vertaling Heel veel mensen hebben er geen behoefte aan zich door Jezus te laten redden. Daarvoor hebben ze allerlei redenen. Bijvoorbeeld:

Nadere informatie

Voorwoord Met oprechte blijdschap schrijf ik het voorwoord voor dit boek. Ik ken Henk Rothuizen al vele jaren en heb hem zien opgroeien tot een man van God, met een bediening die verder reikt dan zijn

Nadere informatie

Is Jezus de Enige Weg? Is het christendom de enig ware religie?

Is Jezus de Enige Weg? Is het christendom de enig ware religie? Is Jezus de Enige Weg? Is het christendom de enig ware religie? Johannes 14:6 Jezus zeide tot hem: Ik ben de weg en de waarheid en het leven; niemand komt tot de Vader dan door Mij. Genesis 20:1-12 1 Abraham

Nadere informatie

Welke opdracht gaf Jakob aan zijn zonen vanwege de hongersnood?

Welke opdracht gaf Jakob aan zijn zonen vanwege de hongersnood? Jozefs broers bij de onderkoning. Welke opdracht gaf Jakob aan zijn zonen vanwege de hongersnood? Genesis 42:1-2 1 Toen Jakob zag dat er koren in Egypte was, zei Jakob tegen zijn zonen: Waarom kijken jullie

Nadere informatie

STAATSBLAD 'VAN HET KONINGRIJK DER NEDERLANDEN.

STAATSBLAD 'VAN HET KONINGRIJK DER NEDERLANDEN. STAATSBLAD 'VAN HET KONINGRIJK DER NEDERLANDEN. (ET. 44.) WET van den 2$sten Juli) i85o, ter uitvoering van art, j der Grondwet. WIJ WILLEJI III, BIJ DE GRATIE GODS, KONING DER NEDERLANDEN, PRINS VAN ORANJE

Nadere informatie

LANGSTAARTIGE, EN EEKHOORNACHTIGE. KLAAUWEN HEBBENDE WEZEL, POTTO GENAAMD. OVERGEBRAGT UIT DE HOLLANDSCHE VOLKPLANTING S U R I N A M- E N

LANGSTAARTIGE, EN EEKHOORNACHTIGE. KLAAUWEN HEBBENDE WEZEL, POTTO GENAAMD. OVERGEBRAGT UIT DE HOLLANDSCHE VOLKPLANTING S U R I N A M- E N BESCHRYVING VAN EEN GEHEEL NIEUWE OF ONBEK~NDE SOORT VAM AMERIKAANSCHE LANGSTAARTIGE, EN EEKHOORNACHTIGE. KLAAUWEN HEBBENDE WEZEL, POTTO GENAAMD. OVERGEBRAGT UIT DE HOLLANDSCHE VOLKPLANTING S U R I N A

Nadere informatie

Dordtse Leerregels. Hoofdstuk 3 en 4. Artikel 12 t/m 14

Dordtse Leerregels. Hoofdstuk 3 en 4. Artikel 12 t/m 14 Dordtse Leerregels Hoofdstuk 3 en 4 Artikel 12 t/m 14 Werkboek 10 Dordtse Leerregels hoofdstuk 3 en 4 artikel 12 t/m 14 Boven artikel 12 t/m 14 schrijven we : wedergeboorte en geloof In dit werkboek gaat

Nadere informatie

De kern van het christelijk geloof

De kern van het christelijk geloof De kern van het christelijk geloof 16 september 2006 28 oktober 2006 25 november 2006 6 januari 2007 24 februari 2007 24 maart 2007 21 april 2007 De Vader De Zoon De Heilige Geest Vrede met God Geloof

Nadere informatie

Hoe zagen de omringende volken David, en waar was de tabernakel op dat moment?

Hoe zagen de omringende volken David, en waar was de tabernakel op dat moment? Het erfelijk koningschap aan David toegezegd. Hoe zagen de omringende volken David, en waar was de tabernakel op dat moment? Zie 2 Samuel 7 Veel van de omringende volken, die de voorspoed van Israël zagen,

Nadere informatie

HC zd. 6 nr. 32. dia 1

HC zd. 6 nr. 32. dia 1 HC zd. 6 nr. 32 wie Jezus wil kennen moet de verhalen over hem lezen beschreven door Matteüs, Marcus, Lucas en Johannes terecht worden ze evangelisten genoemd ze beschrijven het evangelie ze vertellen

Nadere informatie

Tekststudio Schrijven en Schrappen 06-13 59 30 44 www.schrijven-en-schrappen.nl - lotty@schrijven-en-schrappen.nl -

Tekststudio Schrijven en Schrappen 06-13 59 30 44 www.schrijven-en-schrappen.nl - lotty@schrijven-en-schrappen.nl - Graag zou ik je bij dezen iets vertellen betreffende onnodig moeilijk taalgebruik dat geregeld wordt gebezigd. Alhoewel de meeste mensen weten dat ze gerust in spreektaal mogen schrijven, gebruiken ze

Nadere informatie

Dordtse Leerregels. Hoofdstuk 3 en 4. Artikel 1 t/m 4

Dordtse Leerregels. Hoofdstuk 3 en 4. Artikel 1 t/m 4 Dordtse Leerregels Hoofdstuk 3 en 4 Artikel 1 t/m 4 Werkboek 7 Dordtse Leerregels hoofdstuk 3 en 4 artikel 1 t/m 4 Hoofdstuk 3 en 4 gaat over de bekering. Hoofdstuk 3 en 4 heeft 17 artikelen. In dit werkboek

Nadere informatie

Welk Bijbelboek gaat over dit hoofdstuk? Waarheen trok Abraham en zijn gevolg?

Welk Bijbelboek gaat over dit hoofdstuk? Waarheen trok Abraham en zijn gevolg? Abraham in Gerar. Welk Bijbelboek gaat over dit hoofdstuk? Genesis 20 Waarheen trok Abraham en zijn gevolg? Genesis 20:1 1 Abraham trok vandaar naar het Zuiderland en woonde tussen Kades en Sur, en hij

Nadere informatie

10. Bijbel, Lucas 15. Vertaling L. ten Kate. Vertaling NBG/BBG, Haarlem/Brussel 1951.

10. Bijbel, Lucas 15. Vertaling L. ten Kate. Vertaling NBG/BBG, Haarlem/Brussel 1951. 10. Bijbel, Lucas 15. Vertaling L. ten Kate. Vertaling NBG/BBG, Haarlem/Brussel 1951. 5. Bijbel, Lucas 15. Vertaling L. ten Kate. Vertaling NBG/BBG, Haarlem/Brussel 1951. Lucas 15 Vertaling L. ten Kate

Nadere informatie

Gebedsboek. voor dagelijks gebruik. Dinsdag

Gebedsboek. voor dagelijks gebruik. Dinsdag Gebedsboek voor dagelijks gebruik Gemaakt door club 12-14 Marije Hoekstra Indra de Vries Delia Postma Ekyoci Amisi Shabani Jentje Hansma Johan Gjaltema Mendé Bosma Femke Veenhuizen Elzerd Elzinga Gert

Nadere informatie

EEN PAAR BELANGRIJKE VRAGEN

EEN PAAR BELANGRIJKE VRAGEN EEN PAAR BELANGRIJKE VRAGEN Vaak wordt u zelf niets wijzer van vragen die aan u gesteld worden. Hier willen we u een paar heel belangrijke vragen voorleggen, die juist wel vooral voor uzelf van belang

Nadere informatie

Johannes 20, 1-18 20 april Pasen 2014 Wehl. (ds. A. Oude Kotte-de Boon) Thema: 'Het verhaal van Maria van Magdala ' Gemeente,

Johannes 20, 1-18 20 april Pasen 2014 Wehl. (ds. A. Oude Kotte-de Boon) Thema: 'Het verhaal van Maria van Magdala ' Gemeente, Johannes 20, 1-18 20 april Pasen 2014 Wehl (ds. A. Oude Kotte-de Boon) Thema: 'Het verhaal van Maria van Magdala ' Gemeente, We zijn er doorheen gegaan, Veertig dagen en nachten, Tijd van voorbereiding...

Nadere informatie

Geloof tegenover gevoelens

Geloof tegenover gevoelens Kenneth Hagins Geloofsles nr. 7 Geloof tegenover gevoelens Centrale waarheid: Een formule voor geloof is: 1) Zoek in Gods Woord naar een belofte die betrekking heeft op wat u nodig heeft, 2) Geloof Gods

Nadere informatie

TOEN GOD ALLES MAAKTE

TOEN GOD ALLES MAAKTE Bijbel voor Kinderen presenteert TOEN GOD ALLES MAAKTE Geschreven door: Edward Hughes Illustraties door: Byron Unger en Lazarus Aangepast door: Bob Davies en Tammy S. Vertaald door: Erna van Barneveld

Nadere informatie

Neus correctie 2012. Aanleiding. Intake gesprek. Stap 1: Wat gaan we doen

Neus correctie 2012. Aanleiding. Intake gesprek. Stap 1: Wat gaan we doen Neus correctie 2012 Aanleiding Al een tijdje heb ik last van mijn neus. Als kind van een jaar of 5 kreeg ik een schep tegen mijn neus, wat er waarschijnlijk voor heeft gezorgd dat mijn neus brak. Als kind

Nadere informatie

VERSJES: Mourik lou VADERDAG. Lieve papa, kom eens even met uw hoofd heel dicht bij mij. k wil u graag een zoentje geven en u krijgt daar nog wat bij!

VERSJES: Mourik lou VADERDAG. Lieve papa, kom eens even met uw hoofd heel dicht bij mij. k wil u graag een zoentje geven en u krijgt daar nog wat bij! VERSJES: Mourik lou VADERDAG Lieve papa, kom eens even met uw hoofd heel dicht bij mij. k wil u graag een zoentje geven en u krijgt daar nog wat bij! t Is geen zakdoek of sigaren, t is een heel, heel ander

Nadere informatie

Samen zingen. Zwaai, zwaai, zwaai, met jonge groene takken. Zing, nu nader komt op een ezel nooit bereden Hij die doet wat moet gedaan.

Samen zingen. Zwaai, zwaai, zwaai, met jonge groene takken. Zing, nu nader komt op een ezel nooit bereden Hij die doet wat moet gedaan. Samen zingen Zwaai, zwaai, zwaai, met jonge groene takken. Zing, nu nader komt op een ezel nooit bereden Hij die doet wat moet gedaan. Aansteken paaskaars Om te beginnen, goede God geeft U op aarde licht;

Nadere informatie

Ontmoetingskerk, Laren NH 8 november 2015 Preek over Job 3

Ontmoetingskerk, Laren NH 8 november 2015 Preek over Job 3 Ontmoetingskerk, Laren NH 8 november 2015 Preek over Job 3 Na 7 dagen en nachten gaat Job klagen. Hij en zijn vrienden hebben al die tijd stil bij elkaar gezeten op de ashoop. Verdoofd. Ze hebben geen

Nadere informatie

Schets der elektriciteit-kunde

Schets der elektriciteit-kunde Schets der elektriciteit-kunde Martinus van Marum bron. J. van Walré, Haarlem 1781 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/maru002sche01_01/colofon.php 2010 dbnl III Bericht. Voor UWED. MYNE

Nadere informatie

Rapport. Datum: 24 april 2001 Rapportnummer: 2001/110

Rapport. Datum: 24 april 2001 Rapportnummer: 2001/110 Rapport Datum: 24 april 2001 Rapportnummer: 2001/110 2 Klacht Verzoeker, een Afghaanse asielzoeker, klaagt over de lange duur van de behandeling door de Immigratie- en Naturalisatiedienst van het Ministerie

Nadere informatie

PATIËNTENBROCHURE. Kinesitherapie bij COPD

PATIËNTENBROCHURE. Kinesitherapie bij COPD PATIËNTENBROCHURE Kinesitherapie bij COPD INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding... 3 2. Ademhalingsoefeningen 4 Ademen met geperste lippen. 4 Buikademhaling.. 4 Hoesten en verwijderen van slijmen. 6 3. Houdingen

Nadere informatie

Chr. Geref. Kerk Ontswedde LITURGIE. voor de morgendienst op zondag 2 september 2012. in deze dienst zal. Julia Brugge.

Chr. Geref. Kerk Ontswedde LITURGIE. voor de morgendienst op zondag 2 september 2012. in deze dienst zal. Julia Brugge. Chr. Geref. Kerk Ontswedde LITURGIE voor de morgendienst op zondag 2 september 2012 in deze dienst zal Julia Brugge gedoopt worden thema: Zoals klei in de hand van de pottenbakker Voorganger: ds. J.J.

Nadere informatie

EVANGELIE. 25 ste zondag door het jaar. Bidden met het Evangelie. Bidden met dit Evangelie: zie achterzijde

EVANGELIE. 25 ste zondag door het jaar. Bidden met het Evangelie. Bidden met dit Evangelie: zie achterzijde Bidden met dit Evangelie: zie achterzijde EVNGELIE 25 ste zondag door het jaar I MTTHEÜ 20:1-16 n die tijd vertelde Jezus aan zijn leerlingen de volgende gelijkenis: Want met het koninkrijk der hemelen

Nadere informatie

Philadelphiadienst Zondag 8 november 2015 Dorpskerk Bodegraven Aanvang: 17.00 uur

Philadelphiadienst Zondag 8 november 2015 Dorpskerk Bodegraven Aanvang: 17.00 uur Philadelphiadienst Zondag 8 november 2015 Dorpskerk Bodegraven Aanvang: 17.00 uur Voorganger: Organiste: Koster: Ds. M.J. van Oordt Bep Veenstra Dirk Bouwman 2 Voorzang: Psalm 116 vers 1 en 11 God heb

Nadere informatie

Medley 4: Liefdes medley

Medley 4: Liefdes medley Medley 4: Liefdes medley Wordt nooit verliefd - De Jantjes Zodra ik zestien jaren werd Heeft moeder me gezegd: "Mijn kind, vertrouw het manvolk niet Die kerels zijn zo slecht Ze maken al de meisies gek

Nadere informatie

ADHD: je kunt t niet zien

ADHD: je kunt t niet zien ➂ ADHD: je kunt t niet zien Je ziet het niet aan de buitenkant. Je kunt niet gelijk naar iemand kijken en zeggen: die heeft ADHD. Dat kan een voordeel zijn. Als iemand niet weet dat jij het hebt, dan kunnen

Nadere informatie

V A N EEN E ZE L D ZA AM E 0 0 S T I N D I S C II E NOG NIET BESCHREE VEN. :BESCHR:EEVEN EN UITGEGEEVE.N DOOlt

V A N EEN E ZE L D ZA AM E 0 0 S T I N D I S C II E NOG NIET BESCHREE VEN. :BESCHR:EEVEN EN UITGEGEEVE.N DOOlt op". d~ zy n g- - BESCHRYVING V A N EEN E ZE L D ZA AM E 0 0 S T I N D I S C II E n,,... n e-- NOG NIET BESCHREE VEN B 0 SC H- KAT, IN JApAN VALLENDE. :BESCHR:EEVEN EN UITGEGEEVE.N DOOlt p. h ole d 't.

Nadere informatie

Verhaal: Jozef en Maria

Verhaal: Jozef en Maria Verhaal: Jozef en Maria Er was eens een vrouw, Maria. Maria was een heel gewone jonge vrouw, net zo gewoon als jij en ik. Toch had God haar uitgekozen om iets heel belangrijks te doen. Iets wat de hele

Nadere informatie

Ons resten geloof, hoop en liefde, deze drie, maar de grootste daarvan is de liefde. 1 Korinthe 13 vers 13

Ons resten geloof, hoop en liefde, deze drie, maar de grootste daarvan is de liefde. 1 Korinthe 13 vers 13 Kerstviering: Geloof, hoop en liefde 1. Samenzang : Ps alm 116: 1, 11 God heb ik lief, want die ge trouwe Heer Hoort m ijne stem, mijn s m ekingen, m ijn klagen Hij neigt Zijn oor, k roep tot Hem, al m

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE 5 DEEL I KENNIS... 6 DEEL II WETENSCHAP... 76

INHOUDSOPGAVE 5 DEEL I KENNIS... 6 DEEL II WETENSCHAP... 76 INHOUDSOPGAVE 5 DEEL I KENNIS... 6 DEEL II WETENSCHAP... 76 Vergeten... 7 Filosofie... 9 Een goed begin... 11 Hoofdbreker... 13 Zintuigen... 15 De hersenen... 17 Zien... 19 Geloof... 21 Empirie... 23 Ervaring...

Nadere informatie

Welkom in deze dienst Voorganger is ds. C.G. Geluk (Huizen)

Welkom in deze dienst Voorganger is ds. C.G. Geluk (Huizen) Welkom in deze dienst Voorganger is ds. C.G. Geluk (Huizen) Schriftlezing: 2 Korinthe 4 vers 16 t/m 5 vers 10 Gezang 295 vers 1, 3 en 5 (Liedboek) Psalm 52 vers 7 (Schoolpsalm) Psalm 63 vers 1 en 2 Gezang

Nadere informatie

Lesbrief. Blauw water Simone van der Vlugt

Lesbrief. Blauw water Simone van der Vlugt Lesbrief Blauw water Simone van der Vlugt Doe meer met Leeslicht! Bij een aantal boeken in de serie Leeslicht kunt u een gratis lesbrief downloaden van www.eenvoudigcommuniceren.nl. In deze lesbrief staan

Nadere informatie

Welke les moesten de Egyptenaren leren?

Welke les moesten de Egyptenaren leren? De eerste vier plagen. Welke les moesten de Egyptenaren leren? Exodus 7:2-5 2 U moet alles wat Ik u gebieden zal tegen Aäron zeggen, en Aäron, uw broer, moet tot de farao spreken, dat hij de Israëlieten

Nadere informatie

De gelijkenis van de onbarmhartige dienstknecht

De gelijkenis van de onbarmhartige dienstknecht De gelijkenis van de onbarmhartige dienstknecht Lees : Mattheüs 18:21-35 Eerst lezen Daarna volgen er vragen en opdrachten Gelijkenissen Toen de Heere Jezus op aarde was,heeft Hij gelijkenissen verteld

Nadere informatie

Deel het leven Johannes 4:1-30 & 39-42 7 december 2014 Thema 4: Gebroken relaties

Deel het leven Johannes 4:1-30 & 39-42 7 december 2014 Thema 4: Gebroken relaties Preek Gemeente van Christus, Het staat er een beetje verdwaald in dit hoofdstuk De opmerking dat ook Jezus doopte en leerlingen maakte. Het is een soort zwerfkei, je leest er ook snel overheen. Want daarna

Nadere informatie

PERSOONLIJKE VORMING 1

PERSOONLIJKE VORMING 1 PERSOONLIJKE VORMING 1 DOELEN VAN DEZE MODULE Je kunt duidelijk maken waarom je kiest voor christelijk / reformatorisch onderwijs Je bent bk bekend met de leefwereld ld van ouders / verzorgers en met de

Nadere informatie

!""# $ $ %!#% & $ !"# $ - ()*+ $! ' - 33##&# $ # 56$$% ;! <!!"()=# !" &>11. Jesaja 9:1-6 Jeremia 31:31-37 Hebr. 8:1-13

!# $ $ %!#% & $ !# $ - ()*+ $! ' - 33##&# $ # 56$$% ;! <!!()=# ! &>11. Jesaja 9:1-6 Jeremia 31:31-37 Hebr. 8:1-13 Jesaja 9:1-6 Jeremia 31:31-37 Hebr. 8:1-13 1 Het volk dat in donkerheid wandelt, ziet een groot licht; over hen die wonen in een land van diepe duisternis, straalt een licht. 2 Gij hebt het volk vermenigvuldigd,

Nadere informatie

Wet van 25 mei 1937, tot het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten

Wet van 25 mei 1937, tot het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten pagina 1 van 5 Wet van 25 mei 1937, tot het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten (Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren

Nadere informatie

Genieten van het echte leven

Genieten van het echte leven Genesis 3: 19 Tot de dag van je dood zul je zwetend het land bewerken om te kunnen leven. 1 De Hamvraag Mag ik genieten en wat is dan eigenlijk genieten? Het leven is toch vooral lol maken! X Het moet

Nadere informatie

Waarom was het noodzakelijk dat Jezus stierf?

Waarom was het noodzakelijk dat Jezus stierf? Les 5 - Redding Vier feiten die je moet kennen om het Evangelie goed te begrijpen In deze bijbelstudies wordt gebruik gemaakt van de NBG-vertaling Dag 1 Waarom was het noodzakelijk dat Jezus stierf? In

Nadere informatie

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer,

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, KONINKRIJK BELGIE 1000 Brussel, Postadres : Ministerie van Justitie Waterloolaan 115 Kantoren : Regentschapsstraat 61 Tel. : 02 / 542.72.00 Fax : 02 / 542.72.12 COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE

Nadere informatie

Wesleyaanse geloofsfundamenten voor de 21 e eeuw

Wesleyaanse geloofsfundamenten voor de 21 e eeuw Wesleyaanse geloofsfundamenten voor de 21 e eeuw Art lll, Handboek, Kerk vd Nazarener: Wij geloven in de Heilige Geest, de derde Persoon van de Drieeenige Godheid; dat Hij voortdurend aanwezig is en doeltreffend

Nadere informatie

DE BEGRAAFPLAATS AAN DE OUDE TORENLAAN door P. Timmer

DE BEGRAAFPLAATS AAN DE OUDE TORENLAAN door P. Timmer DE BEGRAAFPLAATS AAN DE OUDE TORENLAAN door P. Timmer Bij verschillende gelegenheden in de afgelopen maanden heeft onze vereniging zich beijverd om te komen tot een verbetering van ommuring en terrein

Nadere informatie

Zondag 22 mei 2011 - Kogerkerk - 5e zondag van Pasen - kleur: wit - preek Deuteronomium 6, 1-9 & 20-25 // Johannes 14, 1-14

Zondag 22 mei 2011 - Kogerkerk - 5e zondag van Pasen - kleur: wit - preek Deuteronomium 6, 1-9 & 20-25 // Johannes 14, 1-14 Zondag 22 mei 2011 - Kogerkerk - 5e zondag van Pasen - kleur: wit - preek Deuteronomium 6, 1-9 & 20-25 // Johannes 14, 1-14 Gemeente van onze Heer Jezus Christus, Twee prachtige lezingen vanochtend. Er

Nadere informatie

4. Welk geloof wordt bedoeld? Het gaat om het zaligmakende geloof. Dus niet om een historiëel, tijd- of wondergeloof.

4. Welk geloof wordt bedoeld? Het gaat om het zaligmakende geloof. Dus niet om een historiëel, tijd- of wondergeloof. NGB artikel 1: DE ENIGE GOD Wij geloven allen met het hart en belijden met de mond, dat er een Enig en eenvoudig geestelijk Wezen is, dat wij God noemen: eeuwig, ondoorgrondelijk, onzienlijk, onveranderlijk,

Nadere informatie

Wie is er nou blind? Het evangelie naar Johannes 9:1-41 22-9-2015

Wie is er nou blind? Het evangelie naar Johannes 9:1-41 22-9-2015 Wie is er nou blind? Het evangelie naar Johannes 9:1-41 1 Inleiding (1) Schrijver: Johannes, discipel en apostel (noemt zichzelf: de discipel van wie Jezus hield) Doel (Joh 20:31): dat je gelooft dat Jezus

Nadere informatie

Hans van der Beek. over schrijven en alles

Hans van der Beek. over schrijven en alles Hans van der Beek over schrijven en alles Hijschrijftcolumns,boekenennogveelmeer, behoorttotde KunstenMedia redactievanhet Parool,isvadervantweejongensenisbezigte halveren.juist,afvallen.hansvanderbeekschrijft.

Nadere informatie

Om wie gaat het? Het evangelie naar Johannes 3:22-4:2. dinsdag 10 maart 2015

Om wie gaat het? Het evangelie naar Johannes 3:22-4:2. dinsdag 10 maart 2015 Om wie gaat het? Het evangelie naar Johannes 3:22-4:2 dinsdag 10 maart 2015 1 Terugblik Doel van Johannes met het evangelie (Joh 20:30-31): dat je gelooft dat Jezus de Zoon van God is dat je daardoor het

Nadere informatie

We zingen: Ps. 42 : 1; Ps. 23 : 3 We lezen: Mattheus 26 : 26-30 We bespreken: zondag 28 H.C., vr. en antw. 76 en 77.

We zingen: Ps. 42 : 1; Ps. 23 : 3 We lezen: Mattheus 26 : 26-30 We bespreken: zondag 28 H.C., vr. en antw. 76 en 77. Bezinningsijeenkomst d.d. 5 maart 2015. We zingen: Ps. 42 : 1; Ps. 23 : 3 We lezen: Mattheus 26 : 26-30 We bespreken: zondag 28 H.C., vr. en antw. 76 en 77. We willen vanavond aan de hand van vraag en

Nadere informatie

Welkom in deze dienst Voorganger is ds. L.P. Blom

Welkom in deze dienst Voorganger is ds. L.P. Blom Welkom in deze dienst Voorganger is ds. L.P. Blom Schriftlezing: Openbaringen 3 vers 14 t/m 22 Gezang 253 vers 1 (Bundel 1938) Psalm 67 vers 3 (Schoolpsalm) Psalm 65 vers 1 en 2 (Nieuwe Berijming) Psalm

Nadere informatie

HET BELANGRIJKSTE OM TE WETEN OM MEER ZELFVERTROUWEN TE KRIJGEN

HET BELANGRIJKSTE OM TE WETEN OM MEER ZELFVERTROUWEN TE KRIJGEN HET BELANGRIJKSTE OM TE WETEN OM MEER ZELFVERTROUWEN TE KRIJGEN Gratis PDF Beschikbaar gesteld door vlewa.nl Geschreven door Bram van Leeuwen Versie 1.0 INTRODUCTIE Welkom bij deze gratis PDF! In dit PDF

Nadere informatie

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN Jaargang 2010 GT no. 17 Landsverordening Raad van Advies 1 Hoofdstuk 1. Inrichting en samenstelling Artikel 1 1. De Raad van Advies, verder te noemen de Raad, bestaat

Nadere informatie

Apostolische rondzendbrief

Apostolische rondzendbrief oktober 9, 2011 Jaargang 1, nummer 1 Lieve mensen, Zo bent u een voorbeeld voor alle gelovigen in Macedonië en Achaje geworden. Wij zijn nu al weer een tijdje hier in het zuiden van Griekenland, in de

Nadere informatie

SLACHTOFFERSCHAP, TRAUMA EN GEWELD - EEN ONONTWARBARE KLUWEN? 25 mei 2016, Antropia, Driebergen - 25 mei 2016, gedichten Ingmar Heytze

SLACHTOFFERSCHAP, TRAUMA EN GEWELD - EEN ONONTWARBARE KLUWEN? 25 mei 2016, Antropia, Driebergen - 25 mei 2016, gedichten Ingmar Heytze SLACHTOFFERSCHAP, TRAUMA EN GEWELD - EEN ONONTWARBARE KLUWEN? 25 mei 2016, Antropia, Driebergen - 25 mei 2016, gedichten Ingmar Heytze MONITOR Dit wordt geen nieuw verhaal. We doen wat met ons werd gedaan,

Nadere informatie

Openingsgebeden INHOUD

Openingsgebeden INHOUD Openingsgebeden De schuldbelijdenis herzien Openingsgebeden algemeen Openingsgebeden voor kinderen Openingsgebeden voor jongeren INHOUD De schuldbelijdenis herzien De schuldbelijdenis heeft in de openingsritus

Nadere informatie

Welke angst leefde bij Mozes toen hij alle wetten, regelingen en verordeningen had opgeschreven?

Welke angst leefde bij Mozes toen hij alle wetten, regelingen en verordeningen had opgeschreven? Israël opgeroepen tot gehoorzaamheid. Welke angst leefde bij Mozes toen hij alle wetten, regelingen en verordeningen had opgeschreven? Zie Deuteronomium 4, 5, 6 en 7 Nadat Mozes de wet in het openbaar

Nadere informatie

Door onze keuze is er een breuk tussen God en mens.

Door onze keuze is er een breuk tussen God en mens. Probleem: breuk tussen en mens Door onze keuze is er een breuk tussen en mens. maakte de mens omdat Hij een vriend wilde. Hij wilde aanhoudend contact met de mens. Hij gaf de mens een verrassend mooi leven.

Nadere informatie

Een Steen des aanstoots en een Rots der ergernis voor de natuurlijke mens

Een Steen des aanstoots en een Rots der ergernis voor de natuurlijke mens Een Steen des aanstoots en een Rots der ergernis voor de natuurlijke mens Van wijlen Willem van den Berg Jz Geboren 10 september 1839 Overleden 11 februari 1914 In leven gewoond hebbende te Terheijde aan

Nadere informatie

NOACH EN DE ZONDVLOED

NOACH EN DE ZONDVLOED Bijbel voor Kinderen presenteert NOACH EN DE ZONDVLOED Geschreven door: E. Duncan Hughes Illustraties door: Byron Unger en Lazarus Aangepast door: M. Maillot en Tammy S. Vertaald door: Arnold Krul Geproduceerd

Nadere informatie

Wet van 25 mei 1937, tot het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten

Wet van 25 mei 1937, tot het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten (Tekst geldend op: 26-08-2014) Wet van 25 mei 1937, tot het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten Wij WILHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin

Nadere informatie

Vertel me toch je geheim! Gezinsdienst over Simson en Delilah

Vertel me toch je geheim! Gezinsdienst over Simson en Delilah Orde van dienst voor de viering van de eredienst in de Morgensterkerk Vertel me toch je geheim! Gezinsdienst over Simson en Delilah 6 november 2011 DIENST VAN DE VOORBEREIDING Orgelspel Bruce Springsteen

Nadere informatie

Oefeningen voor inkeer en verstilling

Oefeningen voor inkeer en verstilling Oefeningen voor inkeer en verstilling Oefeningen voor inkeer en verstilling In de christelijke traditie zijn veel voorbeelden te vinden van oefeningen die een hulp kunnen zijn voor het gebedsleven. Hieronder

Nadere informatie

( * ) ber is, de pogingen welke daartoe aangewend worden, door zijne medewerking te onderdennen.

( * ) ber is, de pogingen welke daartoe aangewend worden, door zijne medewerking te onderdennen. B E R I C H T. txar het Etfen of vervaardigen Van Konstpïaatert door inbijting van fterk water, een der deelen van de algemeene beöeffening der Teken - en Schilderkunde is, welke tot een aangenaame en

Nadere informatie

1) De ongelovige is blind gemaakt door Satan (2 Korintiërs 4:4).

1) De ongelovige is blind gemaakt door Satan (2 Korintiërs 4:4). BIJBELSTUDIES VOOR JONGE GELOVIGEN LES 4 Les 4 - Redding: Waarom is het voor ieder mens nodig om gered te worden? In deze bijbelstudies wordt gebruik gemaakt van de NBG-vertaling Dag 1 1) De ongelovige

Nadere informatie

Jezus, het licht van de wereld

Jezus, het licht van de wereld Jezus, het licht van de wereld Het evangelie naar Johannes 8: 1-30 1 Overzicht 1. De overspelige vrouw 2. Jezus als het Licht der wereld 3. Twistgesprekken met de Farizeeën 2 De overspelige vrouw Bijbeltekst

Nadere informatie

Lyy^j^s, In het Algemeen Handelsblad van den 5 December 187G ko7nt het navolgend opstel voor:

Lyy^j^s, In het Algemeen Handelsblad van den 5 December 187G ko7nt het navolgend opstel voor: Lyy^j^s,. ^ «In het Algemeen Handelsblad van den 5 December 187G ko7nt het navolgend opstel voor: Er zijn er in den lande, vooral onder de rechterlijke ambtenaren en jongere rechtsgeleerden, die het der

Nadere informatie

Toelichting bij de Korte Verhandeling van Spinoza Nummer 4

Toelichting bij de Korte Verhandeling van Spinoza Nummer 4 Toelichting bij de Korte Verhandeling van Spinoza Nummer 4 Deel 1, Hoofdstuk 3 Dat de Natuur de oorzaak is. Rikus Koops 15 juni 2012 Versie 1.0 In de vorige toelichting heb ik de organisatie van de Natuur

Nadere informatie

Kingdom Faith Cursus. ---------------------------------------------------------------------------------------------------- Het geschenk van God

Kingdom Faith Cursus. ---------------------------------------------------------------------------------------------------- Het geschenk van God Kingdom Faith Cursus KF02 ---------------------------------------------------------------------------------------------------- Het geschenk van God Colin Urquhart ----------------------------------------------------------------------------------------------------

Nadere informatie

NOACH EN DE ZONDVLOED

NOACH EN DE ZONDVLOED Bijbel voor Kinderen presenteert NOACH EN DE ZONDVLOED Geschreven door: E. Duncan Hughes Illustraties door: Byron Unger en Lazarus Aangepast door: M. Maillot en Tammy S. Vertaald door: Arnold Krul Geproduceerd

Nadere informatie