TOELICHTING OP DE AFSTEMMINGSVERORDENING WWB:

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "TOELICHTING OP DE AFSTEMMINGSVERORDENING WWB:"

Transcriptie

1 TOELICHTING OP DE AFSTEMMINGSVERORDENING WWB: Algemene toelichting. Met de inwerkingtreding van de WWB is het systeem van boeten en maatregelen van de Algemene bijstandswet (de artikelen 14 tot en met 14f, nader uitgewerkt in het Maatregel- en Boetebesluit) komen te vervallen. In plaats daarvan hebben gemeenten onder de werking van de WWB de beleidsvrijheid om zelf hun sanctiebeleid vorm te geven op basis van artikel 18, lid 2 en 3 van de wet. De WWB kent slechts één soort sanctie: het verlagen van de uitkering. De boete als sanctie voor uitkeringsgerechtigden die hun inlichtingenplicht hebben geschonden, is verdwenen. Artikel 18 WWB bevat de opdracht aan gemeenten om een verlagingenbeleid in een verordening vast te leggen. Dit artikel luidt: 1. het college stemt de bijstand en de daaraan verbonden verplichtingen af op de omstandigheden, mogelijkheden en middelen van de belanghebbende; 2. indien de belanghebbende naar het oordeel van het college tekortschietend besef van verantwoordelijkheid betoont voor de voorziening in het bestaan dan wel de uit deze wet dan wel artikel 30c van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen voortvloeiende verplichtingen niet of onvoldoende nakomt, waaronder begrepen het zich jegens het college zeer ernstig misdragen, verlaagt het college overeenkomstig de verordening, bedoeld in artikel 8, eerste lid, onderdeel b, de bijstand of de langdurigheidstoeslag. Van een verlaging wordt afgezien indien elke vorm van verwijtbaarheid ontbreekt; 3. het college heroverweegt een besluit als bedoeld in het tweede lid binnen een door hem te bepalen termijn die ten hoogste drie maanden bedraagt; 4. bij de toepassing van het eerste lid wordt onder belanghebbende mede verstaan het gezin. In het eerste lid van artikel 18 wordt gesproken over het afstemmen van de bijstand en de daaraan verbonden verplichtingen op de omstandigheden, mogelijkheden en middelen van de belanghebbende. In deze bepaling wordt benadrukt dat het vaststellen van de hoogte van de uitkering en de daaraan verbonden verplichtingen voor de uitkeringsgerechtigden maatwerk is, waarbij recht wordt gedaan aan de individuele situatie en de persoonlijke omstandigheden van uitkeringsgerechtigden. In tweede lid wordt een directe koppeling gelegd tussen de rechten en verplichtingen van uitkeringsgerechtigden: het recht op een uitkering is altijd verbonden aan de plicht zich in te zetten om weer onafhankelijk van de uitkering te worden. Dit betekent dat de vaststelling van de hoogte van de uitkering niet alleen afhangt van de toepasselijke uitkeringsnorm en de beschikbare middelen van de belanghebbende, maar ook van de mate waarin de opgelegde verplichtingen worden nagekomen. Wanneer het college tot het oordeel komt dat een bijstandsgerechtigde zijn verplichtingen niet of in onvoldoende mate nakomt, wordt de uitkering verlaagd. Er is dus geen sprake van een bevoegdheid, maar van een verplichting. Alleen wanneer iedere vorm van verwijtbaarheid ontbreekt, ziet het college af van zo'n verlaging. Verlaging van de uitkering moet plaatsvinden overeenkomstig een door de gemeenteraad vast te stellen verordening. Dit is de Afstemmingsverordening. De term "verlaging". Het verlagen van de bijstand op grond van het feit dat de belanghebbende zijn verplichtingen niet of in onvoldoende mate is nagekomen, wordt in de terminologie van de WWB aangeduid als het afstemmen van de uitkering op de mate waarin de belanghebbende de opgelegde verplichtingen nakomt. Met de begrip "afstemmen" wordt het uitgangspunt van de WWB benadrukt dat rechten en plichten één kant van dezelfde medaille vormen. Het opleggen van een verlaging is géén punitieve sanctie, waarbij het leedtoevoegend karakter voorop staat, maar een reparatoire sanctie (ook wel herstelsanctie genoemd), gericht op het (weer) in overeenstemming brengen van de hoogte van de bijstand met de mate waarin de bijstandsgerechtigde de aan de uitkering verbonden verplichtingen nakomt. Op grond van artikel 18, tweede lid, WWB kan zowel de bijstand (dat wil zeggen: algemene bijstand en bijzondere bijstand) als de langdurigheidstoeslag worden verlaagd. De uitzondering hierop vormt de bijzondere bijstand voor jongeren van 18 tot 21 jaar (zie artikel 3, lid 2, onderdeel a van de verordening). Deze groep ontvangt een lage algemene bijstandsuitkering die wordt aangevuld door middel van aanvullende bijzondere bijstand in de kosten van levensonderhoud. Indien de verlaging alleen op de lage jongerennorm wordt opgelegd, zou dit leiden tot rechtsongelijkheid ten opzichte van de groep 21-jarigen en ouder.

2 De relatie met het Bbz Per 1 juli 2011 is deze verordening ook van toepassing op de verlening van bijstand op grond van het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (Bbz). Het gaat hierbij primair om de verlening van algemene bijstand voor het levensonderhoud, en de in de jaarnorm opgenomen bijzondere bijstand voor hoge woonkosten en premie arbeidsongeschiktheidsverzekering. Het begrip jaarnorm staat in artikel 1, onderdeel g, Bbz. Deze verordening behoeft hiervoor slechts een geringe aanpassing. Het gaat om de betekenis voor het begrip bijstandsnorm. Hieronder wordt ook verstaan de op grond van artikel 78f, tweede lid, WWB vast te stellen WIJ-normen voor zelfstandigen (en hun partner) in de leeftijd van 18 tot 27 jaar. Het gaat ook om uitbreiding van het begrip inlichtingen- en medewerkingsplicht. Het gaat hierbij om de verplichting, opgenomen in artikel 38, tweede lid van het Bbz: De zelfstandige aan wie bijstand wordt verleend is verplicht naar behoren een administratie te voeren en deze op eigen initiatief binnen 6 maanden na afloop van het boekjaar waarin bijstand is verleend, aan het college te overleggen. Die plicht geldt ook als de gemeente om de administratie vraagt, bijvoorbeeld om de bedrijfsontwikkeling te beoordelen in het geval verlenging van de uitkeringstermijn aan de orde is. Een verdere aanpassing is niet nodig. Immers, voor zelfstandigen die een uitkering krachtens het Bbz ontvangen of hebben ontvangen, gelden ook de algemene inlichtingplicht en de medewerkingsplicht. Ten aanzien van het niet leveren van de administratie (jaarcijfers) voor de definitieve vaststelling van de verleende uitkering over het betreffende boekjaar, geldt op grond van artikel 45, eerste lid, onderdeel b, Bbz dat het college de bijstand van de zelfstandige terugvordert voor zover de bijstand ten onrechte of tot een te hoog bedrag is verleend als gevolg van het niet nakomen van de verplichting, bedoeld in artikel 38, tweede lid. In artikel 47 Bbz is opgenomen dat het college kosten van bijstand in de vorm van een geldlening terugvordert, indien de zelfstandige de uit de geldlening voortvloeiende verplichtingen niet of niet behoorlijk nakomt. Het college is onder toepassing van beide artikelen gehouden de geldlening over het betreffende boekjaar geheel van de zelfstandige terug te vorderen, in het geval de hier bedoelde verplichting niet wordt nagekomen. Er is in dat geval in principe geen aanleiding om tevens een maatregel op grond van deze verordening op te leggen: de gehele jaaruitkering wordt immers al teruggevorderd. Het leveren van de jaarcijfers is ook nodig voor vaststelling van het bedrag om niet of de rentereductie, bedoeld in artikel 21 Bbz (bedrijfskapitaal aan gevestigde zelfstandigen). Als de zelfstandige hiervoor geen jaarcijfers overlegt, kent de gemeente geen bedrag om niet of rentereductie toe. Er is dan ook geen aanleiding voor een maatregel, nog daargelaten dat een maatregel niet op een reeds verstrekte geldlening kan worden geëffectueerd. Ten aanzien van de gedragingen en maatregelen, met betrekking tot de verplichtingen, gericht op het verkrijgen van algemeen geaccepteerde arbeid, geldt voor zelfstandigen en hun partners het volgende: De in artikel 9 en 10 van de wet opgenomen verplichtingen gelden alleen voor de zelfstandige die geschikt is voor het verrichten van arbeid, maar die ten minste zes maanden zijn bedrijf of zelfstandig beroep niet kan uitoefenen (artikel 38, derde lid Bbz). De verplichtingen, bedoeld in artikel 9 en 10 van de wet kunnen aan de partner van de zelfstandige worden opgelegd, voor zover die partner tevens rechthebbende is voor de WWB en niet zelf een zelfstandige in de zin van het Bbz is, of fulltime meewerkt in het bedrijf of zelfstandig beroep van de zelfstandige. Uiteraard kan ook bij minder uren rekening worden gehouden met de meewerkuren in het bedrijf of zelfstandig beroep van de zelfstandige. De gedragingen die vallen onder tekortschietend besef van verantwoordelijkheid en het begrip zeer ernstige misdragingen zijn ook voor het Bbz gedragingen die leiden tot een maatregel. Artikel 18, tweede lid, van de wet is onverkort van toepassing op het Bbz. Uit artikel 38, eerste lid Bbz vloeit voort dat de zelfstandige de door het college opgelegde verplichtingen, gericht op een doelmatige bedrijfs- of beroepsuitoefening, moet nakomen. Doet hij dat niet of in onvoldoende mate, dan is het college bevoegd om een maatregel op te leggen, omdat de zelfstandige door deze verplichting niet of niet voldoende na te komen, blijk heeft gegeven van een tekortschietend besef van verantwoordelijkheid voor de bestaansvoorziening. De gemeente kan bijvoorbeeld een verplichting opleggen, gericht op beperking van de bedrijfskosten (zoals uitzien naar een goedkopere bedrijfsruimte, inruil dure leaseauto voor een goedkopere, stopzetten niet-noodzakelijke abonnementen etc.), op verbetering van de omzet (effectievere acquisitie, verandering brutowinstmarge, verandering openstelling, ontwikkeling internetverkoop etc.),

3 of op vermindering van de privé-uitgaven. Als later blijkt dat de zelfstandige niet (volledig) aan de gestelde verplichtingen heeft voldaan, kan dat leiden tot beëindiging van de bijstand, of voortzetting van de bijstand met een maatregel. Uiteraard is het opleggen van een maatregel alleen aan de orde, indien er nog sprake is van een lopende Bbz-uitkering. Wegens ziekte of arbeidsongeschiktheid kan een beroep op Bbz worden gedaan. Dan kan eveneens een maatregel aan de orde zijn wegens tekortschietend besef van verantwoordelijkheid voor de bestaansvoorziening. Het Bbz 2004 gaat primair uit van de eigen verantwoordelijkheid van de zelfstandige. In dit kader betekent dit dat de zelfstandige zelf verantwoordelijk is voor het afsluiten van een toereikende particuliere arbeidsongeschiktheidsverzekering. Deze verzekering wordt beschouwd als een voorliggende voorziening op bijstand. Een zelfstandige die verwijtbaar geen arbeidsongeschiktheidsverzekering of een arbeidsongeschiktheidsverzekering met een te lage dekking of te lange wachttijd heeft afgesloten en die bij ziekte/arbeidsongeschiktheid een beroep doet op bijstand (Bbz), heeft een tekortschietend besef van verantwoordelijkheid voor de bestaansvoorziening betoond. Een afwijzing van de bijstandsaanvraag op grond van artikel 15, eerste lid, van de WWB is echter niet aan de orde, aangezien na het ingaan van de arbeidsongeschiktheid sprake zal zijn van feitelijke onverzekerbaarheid. Er kan dan geen sprake meer zijn van een beroep kunnen doen op een voorliggende voorziening. Wel kan, als uitkering wordt verleend omdat aan de overige voorwaarden voor het verkrijgen van recht op uitkering is voldaan, een maatregel aan de orde zijn. Bij beëindigende ondernemers die een beroep op het Bbz doen, moet worden beoordeeld of de noodzakelijke beëindiging wegens niet-levensvatbaarheid van het bedrijf is veroorzaakt door verwijtbaar gedrag van de zelfstandige (bijvoorbeeld door slechte betalingsmoraliteit, of een onverantwoord hoog uitgavenpatroon). Als daarvan sprake is, is een maatregel wegens tekortschietend besef van verantwoordelijkheid voor de bestaansvoorziening aan de orde.

4 Artikelsgewijze toelichting. Artikel 1. Begripsomschrijvingen. De begrippen die in de verordening worden gebruikt hebben een gelijkluidende betekenis als de omschrijvingen in de WWB. Het begrip benadelingsbedrag is in deze verordening opgenomen. Dit begrip komt niet voor in de wet, maar is van belang omdat in de artikelen 12 en 14 van deze verordening de maatregel wordt afgestemd op het benadelingsbedrag. Bij de omschrijving van het begrip is uitgegaan van de omschrijving van het begrip kosten van bijstand als genoemd in artikel 90 van de Abw zoals dat gold tot 1 januari Verder is het begrip recidive gedefinieerd. Dit is van belang aangezien in diverse artikelen in de verordening dit begrip wordt gebruikt. De bedoeling is dat er een zwaardere maatregel wordt opgelegd bij herhaling van verwijtbare gedragingen. In de verordening wordt het begrip "belanghebbende" gebruikt. Dit begrip wordt in artikel 1:2 van de Algemene wet bestuursrecht omschreven als "degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken". Artikel 2. Het opleggen van een maatregel. Eerste lid. De WWB verbindt aan het recht op een bijstandsuitkering de volgende verplichtingen: 1. het tonen van voldoende besef van verantwoordelijkheid voor de voorziening in het bestaan (artikel 18, tweede lid); 2. de plicht tot arbeidsinschakeling (artikel 9). Deze plicht bestaat uit twee soorten verplichtingen: a. de plicht om naar vermogen algemeen geaccepteerde arbeid te verkrijgen en deze te aanvaarden en b. de plicht gebruik te maken van een door het college aangeboden voorziening gericht op ondersteuning bij arbeidsinschakeling. Deze verplichtingen zullen nader moeten worden uitgewerkt in specifieke verplichtingen die zijn toegesneden op de situatie en mogelijkheden van de bijstandsgerechtigde. De re-integratieverordening die elke gemeente moet opstellen (participatieverordening)en de daarbij behorende beleidsregels vormen de juridische basis voor opleggen van deze specifieke verplichtingen; 3. de informatieplicht (artikel 17, eerste lid). Op een uitkeringsgerechtigde rust de verplichting aan het college op verzoek of onverwijld uit eigen beweging mededeling te doen van alle feiten en omstandigheden waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op zijn arbeidsinschakeling of het recht op bijstand; 4. de medewerkingsplicht (artikel 17, tweede lid). Dit is de plicht van uitkeringsgerechtigde om desgevraagd het college de medewerking te verlenen die redelijkerwijs nodig is voor de uitvoering van de wet. De medewerkingsplicht kan uit allerlei concrete verplichtingen bestaan, zoals: het toestaan van huisbezoek; het meewerken aan een psychologisch onderzoek. Artikel 18, tweede lid, noemt een gedraging die in ieder geval een schending van de medewerkingsplicht inhoudt: "het zich jegens het college zeer ernstig misdragen". De Wet SUWI legt ook verplichtingen op aan uitkeringsgerechtigden. Het betreft de verplichting om alle gevraagde gegevens en bewijsstukken aan het UWV Werkbedrijf of diens rechtsopvolger te verstrekken die nodig zijn voor de beslissing door het college (artikel 30c, tweede en derde lid van de Wet SUWI) en de verplichting om op verzoek of onverwijld uit eigen beweging alle feiten en omstandigheden mee te delen aan het UWV Werkbedrijf of diens rechtsopvolger, waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op het recht op bijstand, het geldend maken van het recht bijstand of de hoogte of de duur van de bijstand. Tweede lid. In de afstemmingsverordening zijn voor allerlei gedragingen die een schending van een verplichting betekenen, standaardverlagingen vastgesteld in de vorm van een vaste (percentuele) verlaging van de bijstandsnorm. In het tweede lid is de hoofdregel neergelegd: het college dient een op te leggen verlaging af te stemmen op de individuele omstandigheden van de belanghebbende en de mate van verwijtbaarheid. Deze bepaling brengt met zich mee dat het college bij elke op te leggen verlaging zal moeten nagaan of gelet op de individuele omstandigheden van de betrokken uitkeringsgerechtigde afwijking van de hoogte en de duur van de voorgeschreven standaardverlaging geboden is. Afwijking van de standaardverlaging kan zowel een verzwaring als een matiging betekenen.

5 Dit betekent dat het college bij het beoordelen of een verlaging moet worden opgelegd, en zo ja welke, telkens de volgende drie stappen moet doorlopen: stap 1: vaststellen van de ernst van de gedraging; stap 2: vaststellen van de verwijtbaarheid; stap 3: vaststellen van de omstandigheden van de uitkeringsgerechtigde. De beoordeling van de ernst van de gedraging is in deze verordening geobjectiveerd door voor een groot aantal gedragingen een standaardverlaging voor te schrijven. Dit neemt uiteraard niet weg dat indien individuele omstandigheden daartoe aanleiding geven, ten voor- of ten nadele van de klant, een andere dan de standaardverlaging kan worden opgelegd. Voor de beoordeling van de mate van verwijtbaarheid kan bijvoorbeeld gekeken worden naar de omstandigheden waaronder de belanghebbende zijn verplichtingen niet is nagekomen of de mate waarin belanghebbende bekend verondersteld kan worden met de hem opgelegde verplichtingen. Toetsing van de mate van verwijtbaarheid kan in individuele gevallen leiden tot een grotere of een mindere verlaging dan de standaardverlaging. Indien de gedraging in het geheel niet verwijtbaar is, wordt geen verlaging opgelegd. Zie hiervoor artikel 6, eerste lid, onder a en de toelichting hierop. Bij de vaststelling van de omstandigheden waarin de belanghebbende verkeert, kan gedacht worden aan financiële en sociale aspecten. Hierbij kan onder meer aandacht worden besteed aan eventuele bijzondere lasten, bijvoorbeeld hoge woonlasten of aflossingsverplichtingen, de gezinssamenstelling of het effect van een opeenstapeling van verlagingen. Uitgangspunt is dat het college vaststelt of er sprake is van een gedraging waarvoor verlaging van de uitkering gepast is en onderzoek doet naar de mate van verwijtbaarheid en de omstandigheden van de belanghebbende. Daarnaast kan het college, indien het zich nog niet voldoende geïnformeerd acht, de belanghebbende uitnodigen zijn visie te geven op het voornemen om de uitkering te verlagen. Artikel 3. Berekeningsgrondslag. Eerste lid. In dit lid is het uitgangspunt vastgelegd dat een verlaging wordt opgelegd over de bijstandsnorm. Onder de bijstandsnorm wordt verstaan de wettelijke norm, inclusief gemeentelijke toeslag of verlaging en inclusief vakantietoeslag. Tweede lid. Onderdeel a: de 18 tot 21-jarigen ontvangen een lage jongerennorm, die indien noodzakelijk wordt aangevuld door middel van aanvullende bijzondere bijstand in de kosten van levensonderhoud. Indien de verlaging alleen op de lage jongerennorm wordt opgelegd, zou dit leiden tot rechtsongelijkheid ten opzichte van de 21-jarigen. Onderdeel b: deze bepaling maakt het mogelijk dat het college in incidentele gevallen een verlaging oplegt over de bijzondere bijstand of de langdurigheidstoeslag. Er moet dan wel een verband bestaan tussen de gedraging van een belanghebbende en zijn recht op bijzondere bijstand of de langdurigheidstoeslag. Derde lid Hierin is geregeld dat een maatregel ook kan worden toegepast op bijzondere bijstand, opgenomen in de jaarnorm Bbz (woonkostentoeslag en vergoeding AOG-premie). Vierde lid Omdat de verlaging het gevolg is van het schenden van aan het recht op bijstand verbonden verplichtingen en gezien moet worden als een beoogde gedragsveranderende sanctie (reparatoire sanctie) en niet als een boete (punitieve sanctie), kan de maatregel ten hoogste het bedrag aan bijstand bedragen waarop belanghebbende recht zou hebben gehad. Is door het verrekenen van inkomsten of herziening van het recht op bijstand het recht minder dan de verlaging die overeenkomstig deze verordening zou moeten worden toegepast, dient het college een geringe verlaging toe te passen van ten hoogste het resterend recht op bijstand. In het geval blijkt dat er helemaal geen sprake is van recht op bijstand, dan is dus een verlaging niet aan de orde. Dit geldt ook voor het geval dat de bijstand in zijn geheel wordt teruggevorderd.

6 Artikel 4. Het besluit tot opleggen van een maatregel. Het verlagen van de bijstand vindt plaats door middel van een besluit. Wanneer de verlaging bij een lopende uitkering wordt opgelegd, wordt een besluit tot vaststelling van de algemene bijstand op grond van artikel 45 WWB genomen. Wordt een verlaging met terugwerkende kracht opgelegd, dan moet een besluit tot herziening van de bijstand worden genomen (artikel 54, derde lid). Indien mogelijk wordt het bedrag van de maatregel verrekend en anders volgt een besluit tot terugvordering. Artikel 5. De zienswijze van belanghebbende Op grond van afdeling van de Awb is in een aantal gevallen het horen van de belanghebbende verplicht bij de voorbereiding van beschikkingen. Deze hoorplicht geldt echter niet bij de voorbereiding van beschikkingen die betrekking hebben op een financiële aanspraak (artikel 4:12). In dit artikel wordt het horen van de belanghebbende voordat een maatregel wordt opgelegd in beginsel voorgeschreven. Het tweede lid bevat een aantal uitzonderingen op deze hoorplicht. De onderdelen a en b. staan ook genoemd in artikel 4:11 van de Algemene wet bestuursrecht. Tweede lid, onder a Deze uitzondering wordt slechts in bijzondere gevallen toegepast. Een voorbeeld is de situatie waarin al bekend is dat betrokkene gaat vertrekken en dat het horen van betrokkene ertoe kan leiden dat de maatregel niet meer kan worden geëffectueerd. Tweede lid, onder d Deze uitzondering is van toepassing in de situatie dat de zienswijze van de cliënt al afdoende bekend is. Een voorbeeld hiervan is dat er reeds een gesprek heeft plaatsgevonden waarin cliënt zijn zienswijze bekend heeft gemaakt. Ook is het mogelijk dat zich bij een cliënt bij herhaling (exact) dezelfde verwijtbare gedraging voordoet en dat de achtergrond hiervan als bekend mag worden verondersteld. Artikel 6. Afzien van het opleggen van een maatregel. Eerste lid. Het afzien van het opleggen van een verlaging "indien elke vorm van verwijtbaarheid" ontbreekt, is geregeld in artikel 18, tweede lid, WWB. Een andere reden om af te zien van het opleggen van een verlaging is dat de gedraging te lang geleden heeft plaatsgevonden (verjaring). Omwille van de effectiviteit ("lik op stuk") is het nodig dat een verlaging spoedig nadat de gedraging heeft plaatsgehad, wordt opgelegd. Om deze reden wordt onder b.geregeld dat het college geen verlagingen oplegt voor gedragingen die langer dan één jaar geleden hebben plaatsgevonden. Voor gedragingen die een schending van de informatieplicht inhouden en als gevolg waarvan ten onrechte bijstand is verleend of een te hoog bedrag aan bijstand is verleend, geldt in de verordening een verjaringstermijn van vijf jaar. Met deze termijn wordt aangesloten bij de termijn die staat in artikel 4:104, lid 1 van de Algemene wet bestuursrecht. Een termijn van vijf jaar ligt voor de hand gelet op de ernst van de gedraging (fraude) en gelet op het feit dat de gemeente vaak tijd nodig zal hebben om de omvang van de fraude (het benadelingsbedrag) vast te stellen. Tweede lid. Hierin wordt geregeld dat het college kan afzien van het opleggen van een verlaging indien het daarvoor dringende redenen aanwezig acht. Wat dringende redenen zijn, is afhankelijk van de concrete situatie en kan dus niet op voorhand worden vastgelegd. Derde lid. Het doen van een schriftelijke mededeling dat het college afziet van het opleggen van een verlaging wegens dringende redenen is van belang in verband met eventuele recidive. Artikel 7. Ingangsdatum en tijdvak. Eerste lid. Het opleggen van een verlaging vindt plaats door het verlagen van het uitkeringsbedrag in de eerstvolgende maand(en), dat wil zeggen per de eerste van de eerstvolgende maand. Bij toekenning van de bijstand vindt de verlaging plaats ingaande ingangsdatum van de toe te kennen bijstand (voor zover de bijstand nog niet is uitbetaald).

7 Tweede lid. Wanneer een uitkeringsbedrag nog niet (volledig) aan de bijstandsgerechtigde is uitbetaald, kan het praktisch zijn om de verlaging van de uitkering te verrekenen met het bedrag dat nog moet worden uitbetaald. In dat geval moet de bijstand wel worden herzien en teruggevorderd. Derde lid. Indien er een maatregel wordt opgelegd, maar deze kan niet meer worden verrekend, dan dient de uitkering herzien te worden over de periode dat de verwijtbare gedraging heeft plaatsgevonden. Hierbij kan de verlaging nooit eerder ingaan dan de datum van de gedraging die tot de verlaging heeft geleid. Deze situatie doet zich voor wanneer op het moment van opleggen van de maatregel de uitkering al was beëindigd en er geen verrekening meer kan plaatsvinden. Alleen bij een maatregel die wordt opgelegd bij een reeds beëindigde uitkering zal het eventueel teveel uitbetaalde aan uitkering worden teruggevorderd vermeerderd met de voor de gedraging voorgeschreven maatregel. De WWB stelt dat de uitkering met terugwerkende kracht kan worden herzien en dat de gemeente boven op te het terug te vorderen bedrag een maatregel mag opleggen. Vierde lid. Door een verlaging voor een bepaalde periode op te leggen, weet de uitkeringsgerechtigde die met een verlaging wordt geconfronteerd waar hij aan toe is. Het college kan na afloop van de periode waarvoor de verlaging is getroffen opnieuw een verlaging opleggen. Hiervoor is dan wel weer een apart besluit nodig. Wordt een verlaging voor een langere duur dan drie maanden opgelegd, dan zal het college de verlaging aan een herbeoordeling moeten onderwerpen. Dit is geregeld in artikel 18, derde lid WWB. Gemeenten mogen zelf bepalen wanneer die herbeoordeling plaatsvindt, als dat maar gebeurt binnen drie maanden nadat het besluit is genomen. Bij zo'n herbeoordeling hoeft niet opnieuw een besluit te worden genomen, waarbij alle relevante feiten en omstandigheden opnieuw tegen het licht worden gehouden. Een marginale beoordeling volstaat: het college moet beoordelen of het redelijk is dat de opgelegde verlaging wordt gecontinueerd. Daarbij kan worden gekeken naar de omstandigheden waarin betrokkene verkeert, maar bijvoorbeeld ook of de betreffende persoon nu wel aan zijn verplichtingen voldoet. Vijfde lid Hierin is de mogelijkheid opgenomen om een maatregel met terugwerkende kracht op te leggen bij de definitieve vaststelling Bbz. Artikel 8: Samenloop van gedragingen Eerste lid. Bij samenloop van meerdere verwijtbare gedragingen zijn er in beginsel 3 mogelijkheden: - niet cumuleren van maatregelen; - uitgaan van de meest ernstige gedraging; - de maatregelen gelijktijdig toepassen (cumuleren). Gekozen is voor de laatste optie. De bepaling voor de samenloop van gedragingen heeft betrekking op verschillende gedragingen die (min of meer) tegelijkertijd plaatsvinden. De bepaling geldt dus niet voor één bepaalde gedraging die verschillende schendingen van verplichtingen met zich meebrengt. Indien sprake is van schending van meerdere verplichtingen door één gedraging, dan dient voor het toepassen van de maatregel te worden uitgegaan van de gedraging waarop de zwaarste maatregel van toepassing is.

8 Tweede lid. Indien er door een samenloop van maatregelen het gezamenlijke percentage hoger is dan 100%, kan het resterende deel van de maatregel opgelegd worden over de volgende maand(en). Bijvoorbeeld bij samenloop van een maatregel van 100% gedurende één maand met een maatregel van 10% gedurende één maand wordt de eerstvolgende maand na opleggen van het besluit 100% gekort en de maand daarna 10%. Artikel 9: Indeling in categorieën In dit artikel zijn diverse vormen van verwijtbaar gedrag ingedeeld in vier categorieën. De opsommingen binnen de categorieën zijn niet limitatief. Artikel 9, categorie 1 Categorie 1 bestaat uit een aantal administratieve handelingen die met name toegespitst zijn op de vaststelling van de rechtmatigheid van de uitkering. Het niet voldoen aan deze verplichtingen heeft tot gevolg dat een uitkering niet wordt betaald (geblokkeerd) of opgeschort (artikel 54 WWB). Slechts in uitzonderingsgevallen zal ten onrechte bijstand worden verleend c.q. uitbetaald. Afstemming vindt plaats via een waarschuwing. Bij herhaling van verwijtbaar gedrag binnen dezelfde categorie (binnen 12 maanden) volgt een maatregel van 10%, die bij herhaalde recidive procentueel wordt verhoogd. Artikel 9, categorie 1, punt 2 Deze bepaling is bedoeld als een kapstokartikel en kan ook worden gebruikt om mensen te verplichten direct informatie te verstrekken door middel van inkomsten- en wijzigingsformulieren. Artikel 9, categorie 1, punt 3 Onder verwijtbaar gedrag als hier genoemd, wordt verstaan de eerste nalatigheid waarbij de belanghebbende niet vooraf inhoudelijk geïnformeerd of onvoldoende duidelijk is wat het doel is van het gesprek. Wanneer het gesprek een vervolgstap is in een opgesteld reïntegratietraject en belanghebbende frustreert dit door hier geen medewerking aan te verlenen, valt dergelijk gedrag onder categorie 2, punt 1. Artikel 9, categorie 2 Categorie 2 wordt gevormd door verwijtbaar gedrag dat (de voortgang van) trajecten belemmert waardoor de behoefte aan bijstand langer voortduurt. In deze categorie wordt gekozen voor een kortdurende maar wel voelbare maatregel. In vele gevallen zijn er behalve menskracht van de gemeente ook b.v. reïntegratiebedrijven bij betrokken. Onvoldoende medewerking door de uitkeringsgerechtigde aan een lopend reïntegratietraject heeft een grotere impact op de voortgang hiervan dan bij een eerste oproep hiervoor. Bij recidive (binnen 24 maanden) wordt verwijtbaar gedrag gesanctioneerd met een maatregel van 40%, die bij herhaalde recidive procentueel wordt verhoogd. Hier is bewust gekozen voor een langere recidiveperiode omdat trajecten langer dan één jaar kunnen lopen. Artikel 9, categorie 2, punt 2 Werkwijze bij het aanbieden van trajectplannen is dat de inhoud van het plan met de cliënt wordt gecommuniceerd. Vervolgens wordt aan de cliënt tijdens dit gesprek de keuze voorgelegd om direct het trajectplan voor akkoord te ondertekenen of enige tijd gegund te krijgen om de inhoud van het plan nader te bekijken. In de laatste situatie krijgt de cliënt een bedenktijd van maximaal 1 week (7 kalenderdagen). Indien cliënt het plan binnen deze periode zonder bericht niet of niet ondertekend retourneert, dan is er sprake van een maatregelwaardige gedraging. Artikel 9, categorie 2, punt 8 Uit de toelichting bij de behandeling van de wet in de Eerste Kamer blijkt dat de gemeente, indien zij dat noodzakelijk vindt, op grond van artikel 57 van de wet volledig budgetbeheer kan toepassen zonder toestemming van belanghebbende. Het verdient uiteraard aanbeveling één en ander in een minnelijk traject af te spreken. Het verwijtbaar frustreren van dit traject leidt tot een maatregel als hier omschreven.

9 Artikel 9 categorie 3 Categorie 3 wordt gevormd door verwijtbaar gedrag als gevolg waarvan de behoefte aan bijstand ontstaat of langer voortduurt. Werkweigering, door eigen toedoen niet verkrijgen van betaald werk en ontslag door eigen toedoen zijn de meest voor de hand liggende voorbeelden. Daarnaast is het niet-deelnemen aan het nijverheidscentrum opgenomen als gedraging die onder categorie 3 valt en dus zwaar wordt gestraft. De reden hiervoor is dat het nijverheidscentrum een essentieel onderdeel is van de re-integratie die de gemeente biedt en een hoge effectiviteit kent. Door niet deel te nemen aan deze voorziening worden de kansen op werkaanvaarding van de betrokken persoon behoorlijk verkleind. De recidivetermijn is hier bepaald op 36 maanden, omdat dergelijk manifest verwijtbaar gedrag sterk moet worden ontmoedigd. Artikel 9, categorie 4 Het uitgangspunt van de wetgeving en het daaruit voortvloeiende gemeentelijke beleid is werk boven inkomen. Iedere uitkeringsgerechtigde die kan werken dient alles in het werk te stellen zo snel mogelijk duurzaam aan het werk te komen. Om uitkeringsgerechtigden hierbij te ondersteunen worden reïntegratietrajecten ingezet. Het door belanghebbende verwijtbaar frustreren van een ingezet reïntegratietraject dient zeer sterk te worden ontmoedigd. Een dergelijk gedrag heeft tot gevolg dat de uitkering van belanghebbende langer dan noodzakelijk door moet lopen en dat de door de gemeente gepleegde investering in het reïntegratietraject teniet wordt gedaan. De schadelast van de gemeente wordt door het handelen van belanghebbende aanmerkelijk vergroot. Een zware sanctie is derhalve op zijn plaats. Deze categorie betreft de situatie waarbij belanghebbende een door hem ondertekende trajectovereenkomst zonder geldige reden niet nakomt. Belanghebbende heeft bewust de trajectovereenkomst getekend en ingestemd met de daarin opgenomen afspraken en is geïnformeerd over de mogelijke maatregel(en) bij het niet nakomen ervan. Het verwijtbaar frustreren houdt in dat er meerdere gesprekken met de cliënt hebben plaatsgevonden over zijn gedrag en dat hij desondanks, dus willens en wetens, zijn re-integratie onmogelijk maakt. Artikel 10; De hoogte en duur van de maatregel Dit artikel bevat de standaardmaatregelen voor de vier categorieën van gedragingen die verband houden met het geen of onvoldoende medewerking verlenen aan het verkrijgen of behouden van algemeen geaccepteerde arbeid. Indien binnen de in het eerste lid vermelde periode ná een eerste verwijtbare gedraging sprake is van een herhaling van de verwijtbare gedraging, wordt de grotere mate van verwijtbaarheid tot uitdrukking gebracht in een zwaardere maatregel. Met eerste verwijtbare gedraging wordt de eerste gedraging verstaan die aanleiding is geweest tot een maatregel, ook indien de maatregel wegens dringende redenen niet is geëffectueerd. Voor het bepalen van de aanvang van de recidiveperiode, geldt het tijdstip waarop het besluit waarmee de maatregel is opgelegd, bekend is gemaakt (zie ook de begripsomschrijvingen). Artikel 11: Te laat verstrekken van gegevens Eerste lid Indien een cliënt de voor het recht op bijstand van belang zijnde gegevens of gevorderde bewijsstukken niet op tijd verstrekt, kan het college het recht op bijstand opschorten (artikel 54, eerste lid, WWB). Het college geeft de cliënt vervolgens een termijn waarbinnen hij zijn verzuim kan herstellen (de hersteltermijn). Wordt de gevraagde informatie niet binnen de gestelde termijn aan de gemeente verstrekt, dan kan het college bijstand stopzetten (het intrekken van het besluit tot toekenning van de bijstand). Worden de gevraagde gegevens wél binnen de hersteltermijn verstrekt, wordt de bijstand voortgezet, maar wordt tevens een maatregel opgelegd. Tweede tot en met vijfde lid Deze artikelleden regelen de hoogte van de maatregel. Wat betreft de hoogte van de maatregel is gekozen voor dezelfde systematiek als bij gedragingen zoals genoemd onder categorie 1 van artikel 9. Zesde lid Het kan voorkomen dat een belanghebbende, die een aanvraag om bijzondere bijstand heeft ingediend, niet tijdig alle gegevens overlegt, die noodzakelijk zijn voor de beoordeling van het recht op

10 bijstand. Indien belanghebbende deze gegevens niet overlegt wordt de aanvraag niet in behandeling genomen. Bijzondere bijstand kan zowel door uitkeringsgerechtigden als door niet-uitkeringsgerechtigden aangevraagd worden. Het opleggen van een maatregel zou rechtsongelijkheid scheppen tussen beide groepen. Immers een maatregel wordt opgelegd over de bijstandsnorm, terwijl deze werkwijze niet is toe te passen bij niet-uitkeringsgerechtigden. Daarnaast werkt het opleggen van een maatregel drempelverhogend, terwijl vooral niet-uitkeringsgerechtigden reeds (psychisch) moeite hebben met aanvragen. Door bovenstaande werkwijze wordt het opleggen van maatregelen bij het niet (tijdig) verstrekken van informatie bij aanvragen bijzondere bijstand voorkomen. Belanghebbende wordt door deze werkwijze niet benadeeld, omdat hij een nieuwe aanvraag kan indienen. Bijzondere bijstand kan immers met terugwerkende kracht worden toegekend (maximaal 1 jaar). Omdat de langdurigheidstoeslag ook ieder jaar opnieuw aangevraagd dient te worden, wordt hierbij aangesloten bij de werkwijze van de bijzondere bijstand. Artikel 12: Verstrekken van onjuiste of onvolledige inlichtingen met gevolgen voor de bijstand of reintegratiemiddelen ( fraude-maatregelen ) Eerste lid In artikel 17, eerste lid, WWB is bepaald dat belanghebbende op verzoek of onverwijld uit eigen beweging mededeling doet van alle feiten en omstandigheden waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op zijn arbeidsinschakeling of het recht op bijstand. De ernst van de gedraging komt tot uitdrukking in de hoogte van het benadelingsbedrag. Dat is het door de gemeente te veel betaalde bedrag aan bijstand. Tweede lid De maatregel wegens het niet of niet behoorlijk nakomen van de inlichtingenplicht bedoeld in artikel 17 van de WWB wordt afhankelijk gesteld van de hoogte van het bedrag aan bijstand dat als gevolg van de schending van die verplichting ten onrechte of te veel aan de belanghebbende is betaald. De maatregel wordt toegepast op de toekomstige bijstandsuitkering van de belanghebbende. Derde lid Recidive op grond van dit artikel wordt slechts één keer toegepast. Indien belanghebbende na een tweede verwijtbare gedraging wederom herhaald verwijtbaar gedrag vertoont, dient de verlaging in plaats van een verdubbeling van de duur bij recidive, vastgesteld te worden op basis van de ernst van het feit en de gedraging en de mate van de verwijtbaarheid individueel vastgesteld te worden. Artikel 13: Het verstrekken van onjuiste of onvolledige inlichtingen zonder gevolgen voor de bijstand of reintegratiemiddelen. Eerste lid In dit artikel wordt de zogeheten nulfraude geregeld: het verstrekken van onjuiste of onvolledige inlichtingen, zonder dat deze gedraging gevolgen heeft voor de hoogte van de bijstand. Voorbeelden van nulfraude is het niet opgeven van een vermogensbestanddeel onder de vermogensgrens. Tweede lid, onder a Het betreft hier de meldplicht ten aanzien van het verblijf in het buitenland zoals bedoeld in artikel 13, lid 1, onderdeel d van de WWB (langer dan 4 weken in een kalenderjaar verblijf buiten Nederland). Deze informatie is noodzakelijk om het recht op bijstand te kunnen vaststellen (bij langer verblijf volgt uitsluiting van bijstand). Tweede lid, onder b Het betreft hier een meldplicht die noodzakelijk is om het recht op bijstand te kunnen vaststellen zoals nader omschreven in Artikel 40, lid 3 van de WWB (territorialiteitsbeginsel). Indien een uitkeringsgerechtigde een verblijf op een ander adres buiten de gemeentegrenzen gedurende langer dan 1 week niet meldt, dan is dat in ieder geval een maatregelwaardige gedraging.

11 Bij korter verblijf op een ander adres dient per individueel geval te worden beoordeeld of het niet of niet tijdig melden een belemmering vormt voor de arbeidsinschakeling of de vaststelling van het recht op bijstand. Derde lid en verder De hoogte van de maatregelen in dit artikel zijn gelijk aan die bij het te laat verstrekken van informatie. Artikel 14: Tekortschietend besef van verantwoordelijkheid De verplichting om voldoende besef van verantwoordelijkheid te tonen voor de voorziening in het bestaan, geldt reeds voordat een bijstandsuitkering wordt aangevraagd. Dit betekent dat wanneer iemand in de periode voorafgaand aan de bijstandaanvraag een tekortschietend besef van verantwoordelijkheid heeft getoond, waardoor hij niet langer beschikt over de middelen om in de kosten van het bestaan te voorzien en als gevolg daarvan een bijstandsuitkering aanvraagt, de gemeente bij de toekenning van de bijstand hiermee rekening kan houden door het opleggen van een maatregel. Een tekortschietend besef van verantwoordelijkheid kan uit allerlei gedragingen blijken, zoals: - een onverantwoorde besteding van vermogen; - geen of te late aanvraag doen voor een voorliggende voorziening; - het niet nakomen van de verplichting tot instellen alimentatievordering. Ten aanzien van het onverantwoord besteden van vermogen is een afzonderlijk artikel in deze verordening opgenomen (artikel 15). In het tweede lid wordt een relatie gelegd tussen de hoogte van de maatregel en het benadelingsbedrag. Het benadelingsbedrag is in dit geval de omvang van de voorziening waarmee de betrokkene gedurende kortere of langere tijd buiten de bijstand zou zijn gebleven. Artikel 15: Onverantwoord omgaan met vermogen De wijze waarop mensen hun beschikbaar vermogen hebben aangesproken in de periode voorafgaande aan een bijstandsaanvraag kan grote gevolgen hebben voor de aanspraak op bijstand. Soms is dergelijk gedrag te typeren als profiteren nu het nog kan en snel wat luxe goederen aankopen. Andere uitgaven kunnen zijn dure vakanties of casinobezoek. In andere gevallen is het onduidelijk of het geld wel daadwerkelijk is uitgegeven; b.v. na casinobezoek. Om te beoordelen of zo n situatie zich voordoet zal de gemeente goed moeten nagaan waaraan het geld is besteed en op basis daarvan tot een standpunt komen of er in dat specifieke geval sprake van verwijtbaar gedrag is. Essentieel is in deze gevallen of de behoefte aan bijstand kon worden voorzien ten tijde van het te onderzoeken gedrag. Op basis van jurisprudentie wordt acceptabel geacht dat iemand die van eigen vermogen leeft terwijl bijstand voorzienbaar is, dit doet tot een gemiddeld niveau van 150 % van de bijstandsnorm, verhoogd met de premie voor een eventuele verzekering tegen ziektekosten. Soms kunnen noodzakelijke incidentele uitgaven die leiden tot een hoger niveau acceptabel zijn. Bij het afstemmen van de bijstand moet de gemeente rekening houden met de omstandigheden, de mogelijkheden en middelen van belanghebbende. Logisch is dat de gemeente het beleid dusdanig inricht dat de verwijtbare handelingen niet lonen. Met andere woorden, bij het opleggen van de maatregel zal de gemeente ook rekening houden met alle resterende middelen. Tweede lid Gekozen is voor een maatregel van 10%, zijnde het voor beslag vatbare gedeelte van de uitkering, gedurende 1 jaar, wanneer er geen middelen meer zijn. Uiteraard is het totaal bedrag van de verlaging nooit hoger dan het onverantwoord ingeteerde vermogen. Zie hiervoor lid 5 van dit artikel. Derde en vierde lid Wanneer er nog vermogen is, zal hiermee bij het opleggen van de maatregel rekening worden gehouden. Deze zal zo mogelijk gelijk zijn aan het deel van het vermogen dat onverantwoord is besteed. In deze gevallen zal de maatregel gemaximeerd worden door belanghebbende gedurende maximaal 12 maanden een maatregel op te leggen die bestaat uit een maatregel van 100% van de bijstandsnorm, waarvan de lengte bepaald wordt door het resterende vermogen te delen door de bijstandsnorm, gevolgd door een verlaging van 10%.

12 Vijfde lid In dit lid wordt de afstemming conform de voorgaande leden beperkt tot maximaal het onverantwoord ingeteerde bedrag. Artikel 16: Het zich jegens het college zeer ernstig misdragen Onder de term zeer ernstige misdragingen kunnen diverse vormen van agressie worden verstaan, zij het dat er sprake moet zijn van verwijtbaarheid en van gedrag dat in het normale menselijke verkeer in alle gevallen als onacceptabel kan worden beschouwd. Gemeenten kunnen alleen een maatregel opleggen indien er een verband bestaat tussen de ernstige misdraging en (mogelijke) belemmeringen voor de gemeente bij het vaststellen van het recht op een uitkering. Vandaar dat in dit artikel wordt bepaald dat de zeer ernstige misdragingen moeten hebben plaatsgevonden onder omstandigheden die rechtstreeks verband houden met de uitvoering van WWB. In artikel 18, tweede lid, van de WWB wordt gesproken over het zich jegens het college zeer ernstig misdragen. Dit betekent dat alleen (zeer) agressief gedrag tegenover leden van het college en hun ambtenaren aanleiding zijn voor het opleggen van een maatregel. Er kan dus geen maatregel worden opgelegd als een klant zich agressief heeft gedragen tegenover een medewerker van een andere organisatie die belast is met de uitvoering van de WWB (bijvoorbeeld een reïntegratiebedrijf). Het is dat geval wellicht wel mogelijk om een maatregel op te leggen wegens het niet of onvoldoende gebruikmaken van een voorziening gericht op arbeidsinschakeling (artikel 9, derde lid, van deze verordening). Bij het vaststellen van de maatregel in de situatie dat een uitkeringsgerechtigde zich ernstig heeft misdragen, zal gekeken moeten worden naar de ernst van de gedraging, de mate van verwijtbaarheid en de persoonlijke omstandigheden van de betrokkene. Wat betreft het vaststellen van de ernst van de gedraging, kunnen de volgende vormen van agressief gedrag in een oplopende reeks (steeds ernstiger) worden onderscheiden: a. verbaal geweld (schelden); b. discriminatie; c. intimidatie (uitoefenen van psychische druk); d. zaakgericht fysiek geweld (vernielingen); e. mensgericht fysiek geweld; f. combinatie van agressievormen. Voor het bepalen van verwijtbaarheid van de misdraging zal gekeken moeten worden naar de omstandigheden waaronder de misdraging heeft plaatsgehad. Derde lid. Fysiek geweld is nooit tolerabel. Een maatregel op grond van dit lid staat een aangifte in het kader van het strafrecht niet in de weg. In de toelichting bij artikel 18 WWB staat dat het kabinet van mening is dat verlaging van de uitkering in alle gevallen een reparatoire sanctie is. Artikel 17: Overgangsbepaling Deze verordening kent ten aanzien van bepaalde gedragingen welke ook onder de oude verordening van vóór 1oktober 2011 voor een verlaging in aanmerking kwamen mogelijk een hoger verlagingspercentage. Uit het oogpunt van rechtszekerheid voor de belanghebbende wordt voor een gedraging van vóór 1 oktober 2011 het lagere oude verlagingspercentage toegepast, ofwel het verlagingspercentage genoemd in deze verordening wordt tot dat lagere niveau gematigd. Artikel 18: Afwijken van bepalingen/hardheidsclausule Eerste lid. Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de cliënt afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt. Bij een bijzonder geval kan worden gedacht aan situaties waarbij het opleggen van de gebruikelijke maatregel leidt tot onaanvaardbare maatschappelijke gevolgen. Indien bijvoorbeeld een maatregel van 100% wordt opgelegd aan een alleenstaande ouder of gezin met kinderen kan ervoor worden gekozen om deze op te splitsen in 2 maanden van 50%. Tweede lid. In gevallen, de uitvoering van deze verordening betreffende, waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

13 Artikel 19: Inwerkingtreding + citeertitel De inwerkingtreding en citeertitel behoeven geen nadere toelichting.

1. Het college stemt de bijstand en de daaraan verbonden verplichtingen af op de omstandigheden, mogelijkheden en middelen van de belanghebbende.

1. Het college stemt de bijstand en de daaraan verbonden verplichtingen af op de omstandigheden, mogelijkheden en middelen van de belanghebbende. Algemene toelichting op de Maatregelenverordening WWB ISD Bollenstreek 2012 De regeling in de Wet werk en bijstand Artikel 8, eerste lid, onderdeel b, WWB bevat de opdracht aan de gemeenteraad om een maatregelenbeleid

Nadere informatie

TOELICHTING OP DE MAATREGELENVERORDENING WWB ISD BOLLENSTREEK 2013

TOELICHTING OP DE MAATREGELENVERORDENING WWB ISD BOLLENSTREEK 2013 TOELICHTING OP DE MAATREGELENVERORDENING WWB ISD BOLLENSTREEK 2013 ALGEMEEN De regeling in de Wet werk en bijstand Artikel 8, eerste lid, onderdeel b, WWB bevat de opdracht aan de gemeenteraad om een maatregelenbeleid

Nadere informatie

Toelichting Afstemmingsverordening

Toelichting Afstemmingsverordening Toelichting Afstemmingsverordening Algemene toelichting Rechten en plichten zijn twee kanten van één medaille. Het recht op een uitkering is altijd verbonden aan de plicht zich in te zetten om weer onafhankelijk

Nadere informatie

TOELICHTING MAATREGELVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND 2011 GEMEENTE DOETINCHEM.

TOELICHTING MAATREGELVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND 2011 GEMEENTE DOETINCHEM. TOELICHTING MAATREGELVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND 2011 GEMEENTE DOETINCHEM. HOOFDSTUK 1: ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1: Begrippen Dit artikel bevat de verschillende begripsomschrijvingen. De begrippen

Nadere informatie

besluit: vast te stellen de 5e wijziging van de Maatregelenverordening Wet werk en bijstand gemeente Helmond.

besluit: vast te stellen de 5e wijziging van de Maatregelenverordening Wet werk en bijstand gemeente Helmond. Jaar: 2011 Nummer: 85 Besluit: Gemeenteraad 1 november 2011 Gemeenteblad De raad van de gemeente Helmond; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 6 september 2011; gelet op artikel 8, eerste

Nadere informatie

TOELICHTING OP DE MAATREGELENVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND HAARLEMMERMEER

TOELICHTING OP DE MAATREGELENVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND HAARLEMMERMEER TOELICHTING OP DE MAATREGELENVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND HAARLEMMERMEER ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING Artikel 1. Begripsomschrijving De begrippen die in de verordening worden gebruikt hebben een gelijkluidende

Nadere informatie

Artikelgewijze toelichting - maatregelenverordening Wet investeren in jongeren 2009

Artikelgewijze toelichting - maatregelenverordening Wet investeren in jongeren 2009 Artikelgewijze toelichting - maatregelenverordening Wet investeren in jongeren 2009 Artikel 1. Begripsomschrijving De begrippen die in de verordening worden gebruikt hebben een gelijkluidende betekenis

Nadere informatie

Afstemmingsverordening WWB

Afstemmingsverordening WWB Afstemmingsverordening WWB Midden-Delfland, juli 2004 1 De Raad van de gemeente Midden-Delfland, Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 15 oktober 2004, nr 2004-10-11;

Nadere informatie

MAATREGELENVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND 2010

MAATREGELENVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND 2010 MAATREGELENVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND 2010 Pag.i/5 HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 Definities 1. In deze verordening wordt verstaan onder: a. de wet: de Wet werk en bijstand (WWB); b. belanghebbende:

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders nr. 13.04353;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders nr. 13.04353; GEMEENTERAAD Onderwerp: Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand 2013 Registratienummer: 13.01891 De raad van de gemeente Borger-Odoorn; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

Algemene toelichting

Algemene toelichting Algemene toelichting De regeling in de Wet werk en bijstand Sinds de inwerkingtreding van de WWB per 1 januari 2004 is het systeem van boeten en maatregelen van de Algemene bijstandswet vervallen. In plaats

Nadere informatie

Toelichting op de Maatregelenverordening WWB, BBZ 2004, IOAW, IOAZ 2013

Toelichting op de Maatregelenverordening WWB, BBZ 2004, IOAW, IOAZ 2013 Toelichting op de Maatregelenverordening WWB, BBZ 2004, IOAW, IOAZ 2013 Paragraaf 1. Algemene bepalingen Artikel 1. Begripsomschrijvingen Hierbij wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de begripsbepalingen

Nadere informatie

Toelichting bij de regionale Maatregelenverordening 2004.

Toelichting bij de regionale Maatregelenverordening 2004. Toelichting bij de regionale Maatregelenverordening 2004. De regeling in de Wet werk en bijstand Met de inwerkingtreding van de WWB komt het systeem van boeten en maatregelen van de Algemene bijstandswet

Nadere informatie

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen No. 2010/696 De raad van de gemeente Coevorden; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 21 januari 2010, bijlagenr. 696; gelet op artikel 8, lid 1 en artikel 18 van de Wet werk en bijstand;

Nadere informatie

Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand Nijkerk

Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand Nijkerk CVDR Officiële uitgave van Nijkerk. Nr. CVDR2613_2 22 mei 2018 Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand Nijkerk De raad van de gemeente Nijkerk; gelezen het collegevoorstel van 9 maart 2004; gelet op

Nadere informatie

Voorstel De gewijzigde Maatregelenverordening Wet werk en bijstand vast te stellen met ingang van 1 augustus 2011.

Voorstel De gewijzigde Maatregelenverordening Wet werk en bijstand vast te stellen met ingang van 1 augustus 2011. Raadsvergadering: 12 juli 2011 Agendapunt: Kenmerk: ADV/11-6484 Datum voorstel: 6 juni 2011 Portefeuillehouder: Wethouder mr. S. de Jong Informant: Mevrouw H. Tiemens Onderwerp: Maatregelenverordening

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 november 2008, voorstelnummer 180;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 november 2008, voorstelnummer 180; CVDR Officiële uitgave van Leek. Nr. CVDR57328_2 1 juni 2016 Maatregelenverordening Wet werk en bijstand De raad van de gemeente Leek; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 november

Nadere informatie

Aan de gemeenteraad, De Maatregelenverordening Wet werk en bijstand gemeente Helmond wordt op een aantal onderdelen aangepast.

Aan de gemeenteraad, De Maatregelenverordening Wet werk en bijstand gemeente Helmond wordt op een aantal onderdelen aangepast. Raadsvoorstel 93 Vergadering 1 november 2011 Gemeenteraad Onderwerp : 5 e Wijziging Maatregelenverordening Wet werk en bijstand gemeente Helmond B&W vergadering : 6 september 2011 Dienst / afdeling : SE.WI.JZ

Nadere informatie

Verordening maatregelen Wet Werk en Bijstand 2005

Verordening maatregelen Wet Werk en Bijstand 2005 Verordening maatregelen Wet Werk en Bijstand 2005 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie gemeente Lelystad Officiële naam regeling Verordening maatregelen Wet Werk en Bijstand

Nadere informatie

Afstemmingsverordening WWB Sluis 2013

Afstemmingsverordening WWB Sluis 2013 Verordening Pag. 1/8 Afstemmingsverordening WWB Sluis 2013 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1: Begripsomschrijving In deze verordening wordt verstaan onder: a. de wet: de Wet werk en bijstand (WWB);

Nadere informatie

Maatregelverordening Wet werk en bijstand gemeente Gennep 2013

Maatregelverordening Wet werk en bijstand gemeente Gennep 2013 CVDR Officiële uitgave van Gennep. Nr. CVDR305167_1 21 maart 2017 Maatregelverordening Wet werk en bijstand gemeente Gennep 2013 Maatregelen verordening Wet werk en bijstand gemeente Gennep 2013 De Raad

Nadere informatie

Maatregelenverordening gemeente Dantumadeel

Maatregelenverordening gemeente Dantumadeel - 2 - Class.nr.: -1.848 Nr.: 12 f. De raad der gemeente DANTUMADEEL; gelet op artikel 8, eerste lid, onderdeel b en artikel 18 van de Wet werk en bijstand; de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht

Nadere informatie

RAADSBESLUIT. gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d ;

RAADSBESLUIT. gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d ; RAADSBESLUIT Onderwerp: Dagtekening: nummer: Maatregelenverordening WWB Asten 2010 1 e wijziging 22 november 2011 11.11.5 De raad van de gemeente Asten; gezien het voorstel van het college van burgemeester

Nadere informatie

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING Artikel 1. Begripsomschrijving De begrippen die in de verordening worden gebruikt hebben een gelijkluidende betekenis als de omschrijving in de WWB, de Bbz en de Algemene wet

Nadere informatie

Artikelsgewijze Toelichting. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Artikelsgewijze Toelichting. Paragraaf 1 Algemene bepalingen Artikelsgewijze Toelichting Paragraaf 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen De begrippen die in de verordening worden gebruikt, hebben een gelijkluidende betekenis als de omschrijving in WWB

Nadere informatie

Hoofdstuk 1:Algemene bepalingen.

Hoofdstuk 1:Algemene bepalingen. Raadsbesluit De raad van de gemeente Noord-Beveland; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van gelet op artikel 8, eerste lid, onderdeel b, en artikel 18 van de Wet werk en bijstand (WWB);

Nadere informatie

TOELICHTING. Artikelsgewijze toelichting

TOELICHTING. Artikelsgewijze toelichting TOELICHTING T Artikelsgewijze toelichting Artikel 1. Begripsomschrijving De begrippen die in de verordening worden gebruikt hebben een gelijkluidende betekenis als de omschrijving in de WWB, IOAW, IOAZ,

Nadere informatie

Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand

Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand Bijlage bij nr. 2007-044 (gewijzigd) De raad van de gemeente Houten; Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 22 mei 2007; Gezien het advies van

Nadere informatie

Maatregelenverordening Wet werk en bijstand.

Maatregelenverordening Wet werk en bijstand. Nr. XIII / 6 De raad van de gemeente DE WOLDEN; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 28 mei 2004, nr. 4B, inzake vaststelling van de Reïntegratieverordening en de Maatregelenverordening;

Nadere informatie

MAATREGELENVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND GEMEENTE HELMOND

MAATREGELENVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND GEMEENTE HELMOND Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen Datum Terug- Betreft Ontstaansbron: Inwerkingtreding: Vindplaats inwerking werkende datum datum ondertekening; Voorstel treding kracht ondertekening; bron

Nadere informatie

Algemene toelichting - 1 -

Algemene toelichting - 1 - Algemene toelichting De regeling in de Wet werk en bijstand (WWB) Met de volledige inwerkingtreding van de WWB komt het systeem van boeten en maatregelen van de Algemene bijstandswet (de artikelen 14 tot

Nadere informatie

Maatregelenverordening Wet werk en bijstand gemeente Borger- Odoorn

Maatregelenverordening Wet werk en bijstand gemeente Borger- Odoorn GEMEENTERAAD Onderwerp: Maatregelenverordening Wet werk en bijstand gemeente Borger- Odoorn Registratienummer: 10.17758 De raad van de gemeente Borger-Odoorn; gelezen het voorstel van het college van burgemeester

Nadere informatie

Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren

Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren CVDR Officiële uitgave van Nijkerk. Nr. CVDR31752_3 22 mei 2018 Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren De raad van de gemeente Nijkerk; gelezen het collegevoorstel van

Nadere informatie

ALGEMENE TOELICHTING Maatregelenverordening WWB/IOAW/IOAZ Het verlagen van de uitkering Artikelsgewijze toelichting

ALGEMENE TOELICHTING Maatregelenverordening WWB/IOAW/IOAZ Het verlagen van de uitkering Artikelsgewijze toelichting ALGEMENE TOELICHTING Maatregelenverordening WWB/IOAW/IOAZ De Wet bundeling van uitkeringen inkomensvoorziening aan gemeenten is op 1 januari 2010 in werking getreden. Dit betekent dat de gemeenteraad nu

Nadere informatie

maatr verordening WWB ISD 2012.pdf

maatr verordening WWB ISD 2012.pdf maatr verordening WWB ISD 2012.pdf Maatregelenverordening Wet werk en bijstand WWB ISD Bollenstreek 2012 De Raad van de gemeente Teylingen, gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur van de intergemeentelijke

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN Nr. 12B De raad van de gemeente Marum; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 7 maart 2013, nr. 13.04.12; gelet op artikel 8 eerste lid onder b en h, artikel 9a lid 12 en artikel 18 van

Nadere informatie

Lid 1. De WWB verbindt aan het recht op een bijstandsuitkering de volgende verplichtingen:

Lid 1. De WWB verbindt aan het recht op een bijstandsuitkering de volgende verplichtingen: Toelichting bij de Afstemmingsverordening WWB Hoofdstuk 1 Artikel 1 Algemene bepalingen Begripsomschrijving De begrippen die in de verordening worden gebruikt hebben een gelijkluidende betekenis als de

Nadere informatie

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 4 oktober 2011, en

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 4 oktober 2011, en De Raad van de gemeente Grave gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 4 oktober 2011, en gelet op artikel 8, lid 1, sub b, en artikel 18 van de Wet werk en bijstand; de gemeente bij verordening

Nadere informatie

Maatregelenverordening WWB Dantumadiel 2009 e.v (*)

Maatregelenverordening WWB Dantumadiel 2009 e.v (*) CVDR Officiële uitgave van Dantumadiel. Nr. CVDR75602_1 12 juni 2018 Maatregelenverordening WWB Dantumadiel 2009 e.v (*) HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsomschrijving 1. In deze verordening

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 14 mei 2013;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 14 mei 2013; V E R G A D E R I N G G E M E E N T E R A A D 2013 B E S L U I T Registratienummer: 216/3 D E R A A D V A N D E G E M E E N T E B E E M S T E R ; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.

Nadere informatie

Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand Scherpenzeel. gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 27 augustus 2007,

Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand Scherpenzeel. gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 27 augustus 2007, CVDR Officiële uitgave van Scherpenzeel. Nr. CVDR61753_3 8 november 2016 Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand Scherpenzeel De raad van de gemeente Scherpenzeel, gelezen het voorstel van het college

Nadere informatie

gezien het advies van het Platform Werk en Inkomen d.d. 14 november 2012;

gezien het advies van het Platform Werk en Inkomen d.d. 14 november 2012; MINUT.C Agendapunt: 8 Nr.: 2012/5658A De raad van de gemeente Slochteren; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 20 november 2012; gezien het advies van het Platform Werk

Nadere informatie

Verordening maatregelen Lelystad

Verordening maatregelen Lelystad Verordening maatregelen Lelystad Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Besloten door Deze versie is geldig tot (als de vervaldatum

Nadere informatie

Afstemmingsverordening WWB, IOAW, IOAZ en Bbz gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 12 maart 2013;

Afstemmingsverordening WWB, IOAW, IOAZ en Bbz gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 12 maart 2013; CVDR Officiële uitgave van Gemert-Bakel. Nr. CVDR309242_1 1 mei 2018 Afstemmingsverordening WWB, IOAW, IOAZ en Bbz 2013 De raad van de gemeente Gemert-Bakel; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

Algemene toelichting. De regeling in de Wet werk en bijstand De WWB kent slechts één soort sanctie: het verlagen van de uitkering.

Algemene toelichting. De regeling in de Wet werk en bijstand De WWB kent slechts één soort sanctie: het verlagen van de uitkering. Algemene toelichting De regeling in de Wet werk en bijstand De WWB kent slechts één soort sanctie: het verlagen van de uitkering. Artikel 8 WWB geeft aan dat de gemeenteraad bij verordening regels stelt

Nadere informatie

MAATREGELENVERORDENING IOAW EN IOAZ 2010

MAATREGELENVERORDENING IOAW EN IOAZ 2010 Pag.1/5 HOOFDSTUK 1ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 Definities 1. In deze verordening wordt verstaan onder: a. IOAW: de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 26 augustus 2013;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 26 augustus 2013; DE RAAD VAN DE GEMEENTE HAREN, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 26 augustus 2013; gelet op artikel 8, eerste lid, onderdelen b en h, en artikel 18 eerste, tweede en derde lid van

Nadere informatie

Artikel 2 Het opleggen van een maatregel De IOAW en de IOAZ verbinden aan het recht op een uitkering de volgende verplichtingen:

Artikel 2 Het opleggen van een maatregel De IOAW en de IOAZ verbinden aan het recht op een uitkering de volgende verplichtingen: Artikelsgewijze Toelichting Paragraaf 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen De begrippen die in de verordening worden gebruikt, hebben een gelijkluidende betekenis als de omschrijving in de

Nadere informatie

Artikelsgewijze. toelichting. Afstemmingsverordening WWB

Artikelsgewijze. toelichting. Afstemmingsverordening WWB Artikelsgewijze toelichting Afstemmingsverordening WWB 1 Artikelsgewijze toelichting Inleiding Rechten en plichten zijn twee kanten van één medaille. Het recht op een uitkering is altijd verbonden aan

Nadere informatie

Afstemmingverordening WWB, IOAW en IOAZ 2013

Afstemmingverordening WWB, IOAW en IOAZ 2013 T De raad van de gemeente Noordenveld gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 21 mei 2013; gelet op artikel 8 eerste lid onder b en h, artikel 9a lid 12 en artikel 18 van de Wet werk en

Nadere informatie

Toelichting Maatregelenverordening IOAW / IOAZ gemeente Rijssen-Holten 2013

Toelichting Maatregelenverordening IOAW / IOAZ gemeente Rijssen-Holten 2013 Toelichting Maatregelenverordening IOAW / IOAZ gemeente Rijssen-Holten 2013 Algemene toelichting De verordening voorziet in het afstemmingsbeleid voor de IOAW en IOAZ. In deze verordening is er voor gekozen

Nadere informatie

B&W 21 december 2010 Gemeenteblad GEWIJZIGDE INVULLING VAN RICHTLIJN NR B044 OVERZICHT HOOGTE VERLAGINGEN

B&W 21 december 2010 Gemeenteblad GEWIJZIGDE INVULLING VAN RICHTLIJN NR B044 OVERZICHT HOOGTE VERLAGINGEN Jaar: 2010 Nummer: 118 Besluit: B&W 21 december 2010 Gemeenteblad GEWIJZIGDE INVULLING VAN RICHTLIJN NR B044 OVERZICHT HOOGTE VERLAGINGEN Het college van burgemeester en wethouders, Gelet op artikel 8,

Nadere informatie

Eerste lid De WWB verbindt aan het recht op een bijstandsuitkering de volgende verplichtingen:

Eerste lid De WWB verbindt aan het recht op een bijstandsuitkering de volgende verplichtingen: TOELICHTING Artikel 8, eerste lid onder b WWB geeft de gemeenteraad opdracht om bij verordening regels te stellen met betrekking tot het verlagen van de bijstand, als bedoeld in artikel 18, tweede lid

Nadere informatie

GEMEENTE V A L K E N S W.A ARD. De Raad van de gemeente Valkenswaard,..

GEMEENTE V A L K E N S W.A ARD. De Raad van de gemeente Valkenswaard,.. GEMEENTE V A L K E N S W.A ARD De Raad van de gemeente Valkenswaard,.. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van de gemeente Valkenswaard d.d. 10 augustus 2010, gelet op artikel 147, eerste

Nadere informatie

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Schouwen- Duiveland 2015

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Schouwen- Duiveland 2015 Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Schouwen- Duiveland 2015 De raad van de gemeente Schouwen-Duiveland; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 16 september 2014;

Nadere informatie

MAATREGELENVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND. Algemene toelichting

MAATREGELENVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND. Algemene toelichting MAATREGELENVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND Algemene toelichting 1. Inleiding In de Wet werk en bijstand (WWB) wordt de gemeenteraad opgedragen een aantal verordeningen vast te stellen. Dit zijn een reïntegratieverordening,

Nadere informatie

Maatregelenverordening Wet Investeren in Jongeren gemeente Aa en Hunze

Maatregelenverordening Wet Investeren in Jongeren gemeente Aa en Hunze No.: 03 De raad der gemeente Aa en Hunze; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van de gemeente Aa en Hunze, d.d. 11 januari 2010, nummer 2010/03; gelet op artikel 147, eerste lid Gemeentewet,

Nadere informatie

Artikel 3 - Berekeningsgrondslag 1. De maatregel wordt toegepast op de bijstandsnorm.

Artikel 3 - Berekeningsgrondslag 1. De maatregel wordt toegepast op de bijstandsnorm. CVDR Officiële uitgave van Deurne. Nr. CVDR113472_1 31 juli 2018 Maatregelenverordening Wet Werk en Bijstand DE RAAD DER GEMEENTE DEURNE gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 16 augustus

Nadere informatie

Maatregelen- en handhavingsverordening Wet werk en bijstand gemeente Woensdrecht. Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Maatregelen- en handhavingsverordening Wet werk en bijstand gemeente Woensdrecht. Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen De raad van de gemeente Woensdrecht; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 14 juni 2004, nr. 2004.06.15, inzake het vaststellen van een maatregelen- en handhavingsverordening,

Nadere informatie

Afstemmingsverordening gemeente Arnhem 2015

Afstemmingsverordening gemeente Arnhem 2015 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Arnhem. Nr. 19431 22 februari 2016 Afstemmingsverordening gemeente Arnhem 2015 Op 15 december 2014 heeft de gemeenteraad de 'Afstemmingsverordening gemeente

Nadere informatie

VERORDENING MAATREGELEN WET WERK EN BIJSTAND 2012 Pag.1/14

VERORDENING MAATREGELEN WET WERK EN BIJSTAND 2012 Pag.1/14 Pag.1/14 HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 Definities 1. In deze verordening wordt verstaan onder: a. de wet: de Wet werk en bijstand (WWB); b. belanghebbende: de persoon die recht heeft op een

Nadere informatie

AFSTEMMINGSVERORDENING WWB, IOAW EN IOAZ GEMEENTE DOETINCHEM 2013

AFSTEMMINGSVERORDENING WWB, IOAW EN IOAZ GEMEENTE DOETINCHEM 2013 AFSTEMMINGSVERORDENING WWB, IOAW EN IOAZ GEMEENTE DOETINCHEM 2013 De raad van de gemeente Doetinchem; gezien het advies van de sociale raad; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 27 februari

Nadere informatie

Gelezen het advies van de Commissie Samenleving van Schiermonnikoog, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Schiermonnikoog,

Gelezen het advies van de Commissie Samenleving van Schiermonnikoog, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Schiermonnikoog, De raad van de gemeente Schiermonnikoog; Gelezen het advies van de Commissie Samenleving van Schiermonnikoog, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Schiermonnikoog, gelet op de artikelen

Nadere informatie

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen Tekst van de regeling De raad van de gemeente Hoogeveen, gelezen het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders; gelet op artikel 8, eerste lid, onderdeel b, en artikel 18 van de Wet werk

Nadere informatie

vast te stellen: de volgende Maatregelenverordening WWB, IOAW en IOAZ 2012-A gemeente Heerde.

vast te stellen: de volgende Maatregelenverordening WWB, IOAW en IOAZ 2012-A gemeente Heerde. Raadsbesluit De raad van de gemeente Heerde; gelezen het voorstel van het college d.d. 14 augustus 2012; gelet op artikel 8, lid 1 onderdelen b en h, artikel 9a, lid 12 en artikel 18, lid 1, 2 en 3 van

Nadere informatie

( MAATREGELENVERORDENING WET INVESTEREN IN JONGEREN )

( MAATREGELENVERORDENING WET INVESTEREN IN JONGEREN ) ( MAATREGELENVERORDENING WET INVESTEREN IN JONGEREN ) ARTIKELGEWIJZE TOELICHTING Artikel 1 Begripsomschrijving De begrippen die in de verordening worden gebruikt hebben dezelfde betekenis als in de WIJ.

Nadere informatie

Onder algemeen geaccepteerde arbeid wordt ook verstaan deltijd werk, participatiebanen en banen met loonkostensubsidie.

Onder algemeen geaccepteerde arbeid wordt ook verstaan deltijd werk, participatiebanen en banen met loonkostensubsidie. TOELICHTING OP DE VERORDENING Artikel 1. Begripsomschrijving De begrippen die in de verordening worden gebruikt hebben een gelijkluidende betekenis als de omschrijving in de WWB de IOAW en de IOAZ. In

Nadere informatie

RAADSBESLUIT 13R. 00044

RAADSBESLUIT 13R. 00044 RAADSBESLUIT 13R. 00044 Gemeente Woerden 13R.00044 ^ 359 3 gemeente WOERDEN Agendapunt: 6. H-1 Onderwerp: vaststellen Maatregelenverordening WWB, IOAW, IOAZ 2013 gemeente Woerden De raad van de gemeente

Nadere informatie

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 29 januari 2013;

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 29 januari 2013; RAADSBESLUIT De raad van de gemeente Hilversum, Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 29 januari 2013; gelet op artikel 147, eerste lid Gemeentewet en artikel 8, eerste lid, aanhef en

Nadere informatie

Algemene toelichting Maatregelenverordening WWB, IOAW en IOAZ 2012 gemeente Heerde

Algemene toelichting Maatregelenverordening WWB, IOAW en IOAZ 2012 gemeente Heerde Algemene toelichting Maatregelenverordening WWB, IOAW en IOAZ 2012 gemeente Heerde Rechten en plichten in de WWB De gemeenteraad heeft in de WWB een verantwoordelijkheid met betrekking tot de invulling

Nadere informatie

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Gemeenteblad 543 Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Gemeente Voorst November 2014-1 - Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ De raad van de gemeente Voorst; gelezen het

Nadere informatie

Afstemmingsverordening wet investeren in jongeren Gouda 2010

Afstemmingsverordening wet investeren in jongeren Gouda 2010 Bijlage 8 regeling nummer 11.2.4 Afstemmingsverordening wet investeren in jongeren Gouda 2010 vastgesteld 2009 bekendgemaakt 2009 inwerkingtreding 1 januari 2010 laatste wijziging - pagina 2 nr. 11.2.4

Nadere informatie

Maatregelenverordening WWB, IOAW, IOAZ 2012 gemeente Montfoort

Maatregelenverordening WWB, IOAW, IOAZ 2012 gemeente Montfoort De raad van de gemeente Montfoort, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 16 oktober 2012, gelet op: artikel 147, eerste lid en artikel 108, tweede lid Gemeentewet, artikel 8, lid 1, onderdeel

Nadere informatie

VERORDENING. Onderwerp: vaststelling Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand De raad van de gemeente Terneuzen;

VERORDENING. Onderwerp: vaststelling Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand De raad van de gemeente Terneuzen; Lijst agendapunten nummer: Kenmerk: 32324 Afdeling: Samenleving VERORDENING 7e Datum: 15 december 2011 Onderwerp: vaststelling Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand 2012 De raad van de gemeente Terneuzen;

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Onderwerp: Maatregelverordening WWB, IOAW en IOAZ gemeente Overbetuwe 2013 Ons kenmerk: 12RB000197 Nr. 8 De raad van de gemeente Overbetuwe; gelezen het raadsvoorstel van burgemeester en wethouders van

Nadere informatie

-1- gelet op artikel 147, eerste lid, van de Gemeentewet en artikel 8, eerste lid, onderdeel b, en artikel 18 van de Wet werk en bijstand;

-1- gelet op artikel 147, eerste lid, van de Gemeentewet en artikel 8, eerste lid, onderdeel b, en artikel 18 van de Wet werk en bijstand; -1- No.: 6.1/260804 De raden van de gemeenten Leek, Marum en Noordenveld; gelet op artikel 147, eerste lid, van de Gemeentewet en artikel 8, eerste lid, onderdeel b, en artikel 18 van de Wet werk en bijstand;

Nadere informatie

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen Agendanummer: 8 Vergadering: 20 januari 2009 De raad van de gemeente Winsum; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders; gelet op artikel 8, eerste lid, onderdeel b, en artikel 18 van de Wet werk

Nadere informatie

Maatregelverordening WWB, IOAW en IOAZ gemeente Renkum 2012

Maatregelverordening WWB, IOAW en IOAZ gemeente Renkum 2012 CVDR Officiële uitgave van Renkum. Nr. CVDR131167_2 5 december 2017 Maatregelverordening WWB, IOAW en IOAZ gemeente Renkum 2012 De raad van de gemeente Renkum, Gelezen het voorstel van het college van

Nadere informatie

DE RAAD VAN DE GEMEENTE SINT-OEDENRODE;

DE RAAD VAN DE GEMEENTE SINT-OEDENRODE; DE RAAD VAN DE GEMEENTE SINT-OEDENRODE; GEZIEN HET VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS D.D. 7 DECEMBER 2009, NR. -- /2009; GELET OP DE ARTIKEL 147, EERSTE LID VAN DE GEMEENTEWET, ARTIKEL 8, EERSTE

Nadere informatie

, no. De Raad der gemeente Stein; Gezien het voorstel inzake verordeningen Wet Werk en Bijstand (Gem. blad Afd. A, no. );

, no. De Raad der gemeente Stein; Gezien het voorstel inzake verordeningen Wet Werk en Bijstand (Gem. blad Afd. A, no. ); , no. De Raad der gemeente Stein; Gezien het voorstel inzake verordeningen Wet Werk en Bijstand (Gem. blad Afd. A, no. ); gelet op artikel 8, eerste lid, onderdeel b en artikel 18 van de Wet werk en bijstand

Nadere informatie

Maatregelenverordening WWB, WIJ, IOAW en IOAZ

Maatregelenverordening WWB, WIJ, IOAW en IOAZ CVDR Officiële uitgave van Hoogeveen. Nr. CVDR85538_1 29 maart 2016 Maatregelenverordening WWB, WIJ, IOAW en IOAZ De raad van de gemeente Hoogeveen, gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders;

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 14493 1 oktober 2010 Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 13 september 2010, nr. IVV/I/2010/16440,

Nadere informatie

CVDR. Nr. CVDR39307_1. Maatregelenverordening Wet werk en bijstand

CVDR. Nr. CVDR39307_1. Maatregelenverordening Wet werk en bijstand CVDR Officiële uitgave van Noordenveld. Nr. CVDR39307_1 1 mei 2018 Maatregelenverordening Wet werk en bijstand De raden van de gemeenten Leek, Marum en Noordenveld; gelet op artikel 147, eerste lid, van

Nadere informatie

gelet op artikel 8, eerste lid, onderdeel b, en artikel 18 van de Wet werk en bijstand;

gelet op artikel 8, eerste lid, onderdeel b, en artikel 18 van de Wet werk en bijstand; Vergadering d.d. : 20 december 2011 Agendapunt : 9B Registratienummer : 364390 Onderwerp : Maatregelenverordening Wet werk en bijstand (WWB), Wet inkomensvoorziening ouder en gedeeltelijk arbeidsongeschikte

Nadere informatie

Maatregelenverordening WWB, Bbz, Ioaw, Ioaz 2013

Maatregelenverordening WWB, Bbz, Ioaw, Ioaz 2013 Maatregelenverordening WWB, Bbz, Ioaw, Ioaz 2013 Paragraaf 1. Algemene bepalingen Artikel 1. Begripsomschrijvingen De begrippen die in deze verordening worden gebruikt en niet nader worden omschreven hebben

Nadere informatie

CVDR. Nr. CVDR194664_1. Afstemmingsverordening WWB en IOAW

CVDR. Nr. CVDR194664_1. Afstemmingsverordening WWB en IOAW CVDR Officiële uitgave van Brunssum. Nr. CVDR194664_1 24 oktober 2017 Afstemmingsverordening WWB en IOAW Afstemmingsverordening WWB en IOAW ISD BOL 2012 De raad van de gemeente Brunssum; Gezien het voorstel

Nadere informatie

Behoort bij agendapunt 9 van de vergadering van de raadscommissie Burger d.d. 24 januari 2012

Behoort bij agendapunt 9 van de vergadering van de raadscommissie Burger d.d. 24 januari 2012 Behoort bij agendapunt 9 van de vergadering van de raadscommissie Burger d.d. 24 januari 2012 De raad van de gemeente Cuijk; Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 16 augustus 2011 Gezien

Nadere informatie

Maatregelenverordening Wet werk en bijstand 2004

Maatregelenverordening Wet werk en bijstand 2004 CVDR Officiële uitgave van Hendrik-Ido-Ambacht. Nr. CVDR114026_1 14 november 2017 Maatregelenverordening Wet werk en bijstand 2004 De raad der gemeente Hendrik-Ido-Ambacht; gezien het voorstel van burgemeester

Nadere informatie

Zaaknummer. Documentnummer

Zaaknummer. Documentnummer Raadsvergadering 4 december 2014 Zaaknummer 368186 Agendapunt 12 Documentnummer *368195* De raad der gemeente Putten; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 19 november 2014, nr. 368189;

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 26 augustus 2013;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 26 augustus 2013; GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Haren. Nr. 73827 11 december 2014 Maatregelenverordening WWB 2013 De raad van de gemeente Haren, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 26 augustus

Nadere informatie

betoont voor de voorziening in het bestaan dan wel de uit de WWB of artikel 30 c,

betoont voor de voorziening in het bestaan dan wel de uit de WWB of artikel 30 c, CVDR Officiële uitgave van Hoogeveen. Nr. CVDR270939_1 29 maart 2016 Maatregelenverordening WWB, IOAW en IOAZ De raad van de gemeente Hoogeveen, gelezen het voorstel van het college van Burgemeester en

Nadere informatie

Aan de gemeenteraad Agendapunt: 6.1/220606

Aan de gemeenteraad Agendapunt: 6.1/220606 Aan de gemeenteraad Agendapunt: 6.1/220606 Roden, 15 juni 2006 Onderwerp maatregelenverordening Wet Werk en Bijstand Voorstel verordening aanpassen Motivering De Intergemeentelijke Sociale Dienst Noordenkwartier

Nadere informatie

MAATREGELENVERORDENING WWB, IOAW, IOAZ HAARLEMMERLIEDE EN SPAARNWOUDE 2013

MAATREGELENVERORDENING WWB, IOAW, IOAZ HAARLEMMERLIEDE EN SPAARNWOUDE 2013 BOB 13/008 MAATREGELENVERORDENING WWB, IOAW, IOAZ HAARLEMMERLIEDE EN SPAARNWOUDE 2013 HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1. Begripsomschrijving In deze verordening wordt verstaan onder: a. wet: Wet

Nadere informatie

Gezien de behandeling in de gezamenlijke raadsvergadering van 7 december 2009

Gezien de behandeling in de gezamenlijke raadsvergadering van 7 december 2009 DE RAAD VAN DE GEMEENTE PEEL EN MAAS Gelet op het voorstel van het college van burgemeester en wethouders Gezien de behandeling in de gezamenlijke raadsvergadering van 7 december 2009 Gelet op artikel

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN Nr. 13A De raad van de gemeente Marum; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 12 september 2013, nr. 13.09.13; gelet op artikel 8 eerste lid onder b en h, artikel 9a lid 12 en artikel

Nadere informatie

G e m e e n t e S l u i s

G e m e e n t e S l u i s Raadsvoorstel Pag. 1 Datum vergadering 23 april 2009 Nr. Omschrijving agendapunt Portefeuillehouder Voorstel tot vaststelling van de Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand gemeente Sluis 2009 wethouder

Nadere informatie

Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand

Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen 1 Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde

Nadere informatie

Toelichting. Algemeen. Aanleiding tot aanpassing:

Toelichting. Algemeen. Aanleiding tot aanpassing: Toelichting Aanleiding tot aanpassing: De Wet Aanscherping handhaving en sanctiebeleids SZW-wetgeving is met ingang van 1 januari 2013 in werking getreden. Voor de WWB introduceert deze wet de bestuurlijke

Nadere informatie

AFSTEMMINGSVERORDENING WWB, IOAW EN IOAZ GEMEENTE DOETINCHEM 2013

AFSTEMMINGSVERORDENING WWB, IOAW EN IOAZ GEMEENTE DOETINCHEM 2013 CVDR Officiële uitgave van Doetinchem. Nr. CVDR263478_1 17 oktober 2017 AFSTEMMINGSVERORDENING WWB, IOAW EN IOAZ GEMEENTE DOETINCHEM 2013 De raad van de gemeente Doetinchem; gezien het advies van de sociale

Nadere informatie

AFSTEMMINGSVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND 2012

AFSTEMMINGSVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND 2012 CVDR Officiële uitgave van Losser. Nr. CVDR212568_2 8 november 2016 AFSTEMMINGSVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND 2012 De raad van de gemeente Losser; - gelezen het voorstel van het college van burgemeester

Nadere informatie