Wft PE-Actualiteiten 2016 Module Basis. 1. Inkomstenbelasting: Aanpassingen belastingheffing Box 3 per 1 januari 2017

Transcriptie

1 Wft PE-Actualiteiten 2016 Module Basis 1. Inkomstenbelasting: Aanpassingen belastingheffing Box 3 per 1 januari : Kinderalimentatie geen schuld meer in box 3 Vanaf 2015 is aftrek van kinderalimentatie als persoonsgebonden aftrek voor levensonderhoud van kinderen afgeschaft. In plaats daarvan kunnen de verplichte toekomstige uitgaven voor het levensonderhoud van kinderen worden opgeven als een schuld in box 3. Dit is vanaf 2017 niet meer mogelijk. 2017: Herziening structuur box 3 Het veronderstelde (forfaitaire) rendement van vermogen in box 3 is 4%. Dit forfaitaire systeem roept lange tijd weerstand op, vooral omdat het werkelijke rendement op spaargeld al lange tijd veel lager is dan 4%. Met ingang van 1 januari 2017 is voorgesteld om de structuur van box 3 te herzien met een indeling in vermogensklassen met verschillende forfaitaire rendementspercentages: Grondslag belast vermogen box 3* Forfaitair rendement 2015/2016 Forfaitair rendement ,0% 2,9% ,0% 4,7% > ,0% 5,5% *Vermogen minus heffingsvrij vermogen in 2017 van Toelichting berekeningswijze forfaitair rendement Uit de tabel met de verschillende vermogensklassen blijkt dat de hoogte van het (verondersteld) rendement toeneemt naarmate het vermogen groter wordt. Bij elke vermogensklasse wordt voor de berekening van de rendementen - van een andere vermogensmix uitgegaan, waarmee de verhouding wordt aangegeven tussen beleggingen en spaargeld:

2 Forfaitair rendement 2,9% Dit rendement is gebaseerd op gemiddelde rentestanden in de afgelopen vijf jaar. Effectief is dan de belasting 2,9% x 30% belasting is 0,87% van het vermogen. Fictief rendement 4,7% Dit rendement is gebaseerd op de gemiddelde rentestanden en behaalde rendementen van een representatieve selectie aandelen. Effectief is dan de belasting 4,7%x 30% belasting is 1,41% van het vermogen. Fictief rendement 5,5% Dit rendement is ook gebaseerd op de gemiddelde rentestanden en behaalde rendementen van een representatieve selectie aandelen. Effectief is dan de belasting 5,5% x 30% belasting is 1,65% van het vermogen. 2. Crowdfunding Beschrijving crowdfunding Crowdfunding is het investeren met of uitlenen van relatief kleine bedragen door een grote groep investeerders (geldgevers) aan particulieren of ondernemingen (geldvragers) via een doorgaans online platform (crowdfunding platform). Crowdfunding platforms brengen geldvragers en geldgevers samen. Er zijn verschillende verschijningsvormen, waarvan crowdfunding via het uitlenen van geld (loan based) en investeren in bedrijven (equity based) onder toezicht van de AFM vallen. De werking van crowdfunding baseert zich op kleine bedragen die samen een aanzienlijk bedrag vormen. Crowdfunding is een vorm van financiering, met als typerend kenmerk dat de financiering (funding) wordt opgehaald bij het publiek (de crowd ). Verschijningsvormen van crowdfunding Crowdfunding heeft verschillende verschijningsvormen, afhankelijk van het doel van de geldvrager. Bekeken vanuit de geldgever, kan crowdfunding in essentie op vier verschillende manieren plaatsvinden: Doneren Geld schenken aan een goed doel. Geldgevers nemen afscheid van het geld maar hebben wel direct zicht op waar hun geld naar toe gaat.

3 Sponsoring (reward based) Ondersteunen van een project, tegen een (niet-financiële) tegenprestatie. Het financiële aspect is hierbij onderschikt en geldgevers voelen zich vooral verbonden met het doel wat de aanvrager nastreeft. Lenen (Loan based) Uitlenen van geld aan een bedrijf of particulier, met als compensatie rente op de lening. Bij deze vorm van crowdfunding is financieel rendement belangrijk. Investeren (Equity based) Investeren in een bedrijf, met als compensatie dividend en waardevermeerdering van het aandeel. Ook hier geldt dat het rendement op de investering belangrijk is. Risico s crowdfunding Crowdfunding kent ook risico s. De AFM is toezichthouder en heeft een aantal risico s geanalyseerd. Zij heeft bepaald aan welke randvoorwaarden moet worden voldaan om deze risico s zo veel mogelijk te kunnen beheersen. Deze (6) geprioriteerde risico s zijn: Disfunctioneren van het platform Geldvrager voldoet niet aan betalingsverplichtingen Investering is niet passend (voor de geldgever) Financiering is niet passend (voor de geldvrager) Fraude door geldvrager Fraude door platform 3. De nieuwe studiefinanciering vanaf 1 september 2015 Per 1 september 2015 en vanaf het studiejaar is er een nieuw stelsel van studiefinanciering ingegaan: het zogenaamde leenstelsel. Dit stelsel geldt voor studenten die voor het eerst studiefinanciering krijgen voor een bachelor- of masteropleiding (hbo of universiteit). De belangrijkste wijzigingen zijn: het afschaffen van de basisbeurs; het afschaffen van de bijverdiengrens, en:

4 het verhogen van de aanvullende beurs. Basisbeurs wordt lening De basisbeurs voor hbo en universiteit (als prestatiebeurs, indien het diploma wordt behaald) wordt afgeschaft en vervangen door een zogenoemd studievoorschot. Dit voorschot bestaat uit een lening bij DUO voor levensonderhoud en collegegeld. Alle studenten krijgen hetzelfde budget. Daarmee vervalt ook het verschil tussen uitwonend en thuiswonend. De verplichte aflosfase gaat van 15 naar 35 jaar. In het mbo blijft de basisbeurs gewoon bestaan. Bijverdiengrens wordt afgeschaft Studenten die onder het leenstelsel vallen, mogen vanaf 1 september 2015 onbeperkt bijverdienen. De aanvullende beurs wordt hoger De aanvullende beurs gaat omhoog. Studenten met minder draagkrachtige ouders hebben recht op een aanvullende beurs. 4. Versnelde verhoging AOW/ Witteveen 2015 Vanaf 1 januari 2016 wordt de AOW- gerechtigde leeftijd versneld verhoogd. Geboren voor 1 januari 1955 Vanaf 1 januari 2016 gaat de AOW-leeftijd versneld in stappen omhoog naar 66 jaar in 2018 en 67 jaar in Geboren op of na 1 januari 1955 Voor personen geboren op of na 1 januari 1955 geldt dat de AOW-leeftijd minimaal 67 jaar is. Vanaf 2022 is de AOW-leeftijd gekoppeld aan de levensverwachting volgens prognoses voor de levensduur door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). De exacte AOW-leeftijd is daarom nu nog niet bekend. 5 jaar van te voren weet men wanneer men AOW krijgt. 5. Kifid opent digitaal klachtenloket Op 7 juli 2015 is het nieuwe online klachtenloket Mijn Kifid geopend. Consumenten kunnen voortaan klachten tegen banken, verzekeraars, vermogensbeheerders en

5 andere financiële dienstverleners via een klachtenformulier online indienen. Kifid handelt de klachten vervolgens volledig online af.voordelen Een klacht indienen en stukken versturen via Mijn Kifid gaat sneller, werkt makkelijker en is efficiënter, zowel voor consumenten als voor Kifid. Consumenten kunnen de verdere behandeling van hun klacht daarna in Mijn Kifid volgen. Kifid informeert hun namelijk tijdens de behandeling van de klacht automatisch over status en wijzigingen. Bovendien kunnen zij snel en gemakkelijk online aanvullende dossierstukken indienen. Met klacht eerst naar financieel dienstverlener Wat niet verandert, is dat consumenten pas bij Kifid terecht kunnen met hun klacht als blijkt dat zij het geschil niet samen met hun financieel dienstverlener kunnen oplossen. Kifid blijft het namelijk uitermate belangrijk vinden dat consumenten eerst met hun financieel dienstverlener in gesprek gaan, zodat die de kans krijgt hun probleem op te lossen. Op Kifid.nl vinden zij een leidraad voor het schrijven van een klachtbrief aan hun financieel dienstverlener. Oude methode voor klachtindiening blijft Wat ook niet verandert, is dat consumenten hun klacht via de post kunnen indienen, maar dit heeft niet meer de voorkeur van Kifid. Kifid scant het klachtenformulier en alle documenten dan zelf. Zij blijft dan per post communiceren met consumenten. 6. Solvency II Solvency II is de nieuwe Europese richtlijn gericht op versterking van het toezicht op verzekeraars. Doel van de richtlijn is consumenten te beschermen tegen mogelijke solvabiliteitsproblemen bij verzekeraars, mede naar aanleiding van de kredietcrisis. De impact op verzekeraars is enorm: de balanswaardering verandert en de kapitaaleisen worden complexer. Twee groepen verzekeraars vallen niet onder Solvency II vanwege hun geringe omvang en/of branche waarin zij werkzaam zijn, te weten: natura-uitvaartverzekeraars, en: kleine schadeverzekeraars met bruto premie-inkomsten van jaarlijks minder dan 5 miljoen euro of technische voorzieningen van minder dan 25 miljoen euro, tenzij deze verzekeraars aansprakelijkheids-, krediet- of borgtochtrisico s dekken.

6 Deze verzekeraars zijn volgens de Vrijstellingsregeling Wft vrijgesteld van het verbod om zonder vergunning van De Nederlandse Bank (DNB) het verzekeringsbedrijf uit te oefenen. Vanaf 2016 kunnen deze verzekeraars vrijgesteld worden van DNB-toezicht. Voor zover de verzekeraars adviseren of bemiddelen dienen zij over een vergunning van de AFM te beschikken, tenzij zij ook van deze vergunningplicht zijn vrijgesteld. 7. Beloningsbeleid financiële ondernemingen ingevoerd Op 7 februari 2015 is de Wet beloningsbeleid financiële ondernemingen in werking getreden. De wet heeft tot doel variabele beloningen te beperken en perverse prikkels bij financiële ondernemingen weg te nemen. Financiële ondernemingen worden verplicht tot het voeren van een beheerst beloningsbeleid en de wet legt excessieve variabele beloningen aan banden. De wet introduceert een variabele bonusplafond van maximaal 20% van het jaarloon. Onder de nieuwe wet zijn vertrekvergoedingen nog wel toegestaan, maar zijn deze aan strengere regels gebonden. Voor dagelijks beleidsbepalers, zoals bestuurders, geldt dat de vertrekvergoeding maximaal 100% van het vaste jaarsalaris mag zijn. Disclaimer: Het aangeboden studiedocument Wft PE-Actualiteiten 2016 Module Basis biedt een overzicht van en toelichting op de toetstermen van het Wft PE-Plusexamen per 1 april De Stichting Erkend Hypotheekadviseur (SEH) heeft in samenwerking met de auteur grote zorgvuldigheid in acht genomen bij het samenstellen van het studiedocument en daarbij gebruik gemaakt van bronnen die betrouwbaar geacht worden. Zowel de SEH als de auteur zijn op geen enkele wijze verantwoordelijk voor de schade die ontstaat als gevolg van eventuele onjuistheden, onvolledigheid en actualiteit van de geboden informatie en wijst iedere aansprakelijkheid ten aanzien hiervan af.