Maatwerk voor zeldzame planten en dieren in Overijssel

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Maatwerk voor zeldzame planten en dieren in Overijssel"

Transcriptie

1 Maatwerk voor zeldzame planten en dieren in Overijssel Evaluatie soortenbeheer

2

3 Maatwerk voor zeldzame planten en dieren in Overijssel Evaluatie soortenbeheer Dank gaat uit naar de Provincie Overijssel en de Nationale Postcode Loterij die diverse soortgerichte maatregelen hebben gefinancierd. De Nationale Postcode Loterij heeft tevens deze evaluatie gefinancierd. Auteur: Mark Zekhuis, Annemarie Kamerling Rapportnummer: LG Datum: Juli 2012 Foto s: MZ = Mark Zekhuis; VB = Vliegende Brigade

4 - 4 -

5 Inhoudsopgave Samenvatting 7 Soortenbeheer in Overijssel 7 Inzet op soortenbeheer in Overijssel 7 Evaluatie soortenbeheer 7 Conclusies 7 Toekomst van soortenbeheer 8 Inleiding 9 Aanleiding 9 Probleemstelling 9 Doelstelling 9 Leeswijzer 10 1 Soortenbeheer Soortenbeheer Soortenbeheer in Overijssel Visie op soortgericht beheer bij Landschap Overijssel Waar wordt soortenbeheer uitgevoerd? Wie voert soortenbeheer uit? 13 2 Methode van evaluatie Verzamelen van informatie Beoordelen van de resultaten: succesbeoordeling 16 3 Resultaten Maatregelen Terreineigenaren Plant- en diersoorten Hoeveelheden en oppervlaktes maatregelen Werkuren en kosten Vliegende Brigade is niet gratis Effect van de maatregelen: de succesbeoordeling 37 4 Conclusies 43 5 De toekomst Leerpunten Toekomst soortenbeheer 48 Bijlage 1 49 Bijlage 2 51

6

7 Samenvatting Soortenbeheer in Overijssel Door ons veranderende milieu, door verdroging en versnippering, worden zeldzame soorten planten en dieren steeds zeldzamer. Deze kritische soorten hebben onvoldoende baat bij generiek natuurbeheer. Specifiek soortenbeheer is noodzakelijk om deze zeldzame soorten te stimuleren. Inzet op soortenbeheer in Overijssel Met financiële middelen van met name de provincie Overijssel (ongeveer één miljoen euro over de periode ) heeft Landschap Overijssel soortenbeheer uit kunnen voeren voor ruim 40 verschillende plant- en met name diersoorten. Het betrof veelal specifieke soorten waarvoor de provincie vanuit de Leefgebiedenbenadering internationale verantwoordelijkheid draagt. Evaluatie soortenbeheer Soortenbeheer is een relatief nieuw expertisegebied. Veel maatregelen voor zeldzame soorten zijn proefondervindelijk bekend geworden, maar vaak, o.a. doordat de soorten zeer zeldzaam zijn, is onvoldoende wetenschappelijke onderbouwing van de effecten voorhanden. Door het evalueren van zes jaar ( ) soortgerichte maatregelen wordt inzicht verkregen in de kosten, de winst en de succes- en faalfactoren van het soortenbeheer voor zeldzame soorten in Overijssel. Conclusies Van 2005 tot 2010 zijn in totaal 241 maatregelen uitgevoerd, verspreid over 350 locaties. De werkzaamheden omvatten een gebied van ongeveer 52 hectare verspreid over de hele provincie Overijssel. Op professionele wijze zijn door aannemers 170 maatregelen uitgevoerd. Gemiddeld kosten deze maatregelen tussen de en euro. De Vliegende Brigade, een soortbeschermende vrijwilligersgroep van Landschap Overijssel, heeft 71 soortgerichte maatregelen uitgevoerd. Op jaarbasis kost de Vliegende Brigade euro. Dit levert zij in uren vrijwilligerswerk ook op (550 werkuren per jaar). De maatregelen zijn uitgevoerd bij allerlei verschillende grondeigenaren, voornamelijk particulieren (44%). De helft van de maatregelen is buiten de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) uitgevoerd, de andere helft binnen de EHS. De genomen maatregelen hebben gemiddeld in 75% van de gevallen succes gehad. Dit cijfer is gebaseerd op een veldbeoordeling van een representatieve selectie van 71 van de 241 maatregelen.

8 Voor onder andere de nachtzwaluw, heikikker, zandhagedis en jeneverbes hebben de uitgevoerde maatregelen zelfs 100% succes gehad. De belangrijkste redenen voor lage successcores bleken onherstelbare verandering van het milieu (verdroging, verzuring, vermesting) en complexere ecologie dan verwacht (waardoor een maatregel ongeschikt bleek voor de betreffende soort) te zijn. De kwaliteit van het vervolgbeheer scoorde relatief laag in de evaluatie. Dit is een belangrijk leerpunt voor de toekomst. Naast het succes op de doelsoorten, hebben de soortgerichte maatregelen ook effect gehad op het betrekken van mensen bij soorten. Denk hierbij aan de vrijwilligers en terreinbeheerders maar ook de inwoners van Overijssel. In de periode van 2005 tot 2010 kwam het soortenbeheer geregeld terug in de media (ca. 10 keer per jaar). Toekomst van soortenbeheer Wij zijn van mening dat het soortenbeheer zoals in de afgelopen jaren is uitgevoerd van groot belang is voor het voortbestaan van zeldzame soorten planten en dieren in Overijssel. De financiering van het soortenbeheer door rijk en provincie in de toekomst is echter onzeker. Soortenbeheer is nodig en het werkt! Wij verwachten dat de in deze evaluatie getoonde successen positief kunnen bijdragen aan beleidsdiscussies over de toekomst van natuurbeheer in Overijssel. Het soortenbeheer blijft namelijk nodig! Soortenbeheer is nodig. Soortenbeheer werkt. Soortenbeheer blijft nodig!

9 Inleiding Aanleiding Door ons veranderende milieu, door verdroging en versnippering worden zeldzame soorten planten en dieren, steeds zeldzamer. Deze kritische soorten hebben onvoldoende baat bij generiek natuurbeheer. Willen we deze soorten behouden dan is daar speciale aandacht voor nodig. Door hun vaak complexe ecologie en bijzondere eisen aan hun leefgebied is maatwerk noodzakelijk. In de afgelopen jaren wordt soortenbeheer steeds meer toegepast en is het naast standaard natuurbeheer, een gedragen en geaccepteerde manier van werken. In Overijssel zijn door Landschap Overijssel in het kader van het Plan van Aanpak Soortenbeleid (2002) en het Beleidskader Soorten (2009) van de provincie veel soortgerichte maatregelen uitgevoerd. Daarnaast heeft Landschap Overijssel met eigen middelen (grotendeels afkomstig van de Nationale Postcode Loterij) soortgerichte maatregelen uitgevoerd. Regelmatig werden deze uitgevoerd door de vrijwilligers van de Vliegende Brigade. Probleemstelling Soortenbeheer is een relatief nieuw expertisegebied. Veel maatregelen voor zeldzame soorten zijn proefondervindelijk bekend geworden, maar vaak, o.a. doordat de soorten zeer zeldzaam zijn, is onvoldoende wetenschappelijke onderbouwing van de effecten voorhanden. Bij de vele maatregelen die Landschap Overijssel over de periode heeft uitgevoerd hebben we kennis van regionale en landelijk experts ingezet om type maatregel, locatie, grootte en tijdstip van de inzet te bepalen. Toch zagen we dat niet alle maatregelen het gewenste succes hadden. Binnen de budgetten voor de uitvoering van de maatregelen was voor monitoring nauwelijks ruimte. Het is van groot belang voor het verder ontwikkelen van het soortenbeheer om proefondervindelijk te blijven leren. Succesvolle soortgerichte maatregelen kunnen laten zien welke winst te behalen is voor plant- en diersoorten en tegen welke inspanning. Vastgestelde succes- en faalfactoren met betrekking tot de uitvoering van een maatregel zijn belangrijke leerpunten voor de toekomst. Doelstelling Door het evalueren van zes jaar ( ) soortgerichte maatregelen wordt inzicht verkregen in de kosten, de winst en de succes- en faalfactoren van het soortenbeheer. Dit levert kennis op op het gebied van soortgerichte maatregelen, zowel binnen Landschap Overijssel als binnen andere organisaties. Landschap Overijssel heeft eigen middelen ingezet voor deze evaluatie, omdat zij waarde hecht aan kennisvergroting binnen de eigen organisatie op het vlak van soortenbeheer. De evaluatie moet ook inzicht geven aan geïnteresseerde beleidsmakers in de tot nu toe bereikte resultaten en de inspanningen die nodig zijn om de leefgebieden van soorten te waarvoor Overijssel een verantwoordelijkheid heeft te verbeteren.

10 Leeswijzer Met deze rapportage geeft Landschap Overijssel een overzicht van bijna alle soortgerichte maatregelen die de afgelopen zes jaar door Landschap Overijssel zijn uitgevoerd in het kader van het Plan van Aanpak Soortenbeleid (2002) en het Beleidskader Soorten (2009) van de provincie Overijssel. Hoofdstuk 1 geeft een inleiding op het soortenbeheer in Overijssel. In hoofdstuk 2 wordt een methodebeschrijving gegeven met betrekking tot deze evaluatie. Hoofdstuk 3 laat de resultaten zien van de soortgerichte maatregelen, waarbij onder andere betrokken partijen, locaties, grondeigenaren, soorten, maatregelen en succes- en faalfactoren aan bod komen. Hoofdstuk 4 trekt conclusies naar aanleiding van de resultaten van de evaluatie en hoofdstuk 5 geeft een doorkijk naar de toekomst met aanbevelingen.

11 1 Soortenbeheer 1.1 Soortenbeheer Onder soortenbeheer verstaan we specifieke, aanvullende aandacht aan beschermde en bedreigde soorten, die van regulier natuur&landschapsbeheer te veel of juist te weinig profiteren. Soortenbeheer biedt een extra beheersinspanning om soorten positief te stimuleren of negatief te beheren. Deze extra inspanning is vaak gericht op specifieke plekken waar je de successie terugzet, gradiënten introduceert of natuurtechnische maatregelen neemt als een nestkast of een betonnen broedwand. Positief stimuleren doen we bijvoorbeeld voor de Jeneverbes, die wordt vrijgesteld van andere begroeiing om zich beter te kunnen ontwikkelen. Negatief stimuleren we bijvoorbeeld de Amerikaanse vogelkers om te voorkomen dat deze exoot gaat overheersen in ons landschap. Onder soortenbeheer kun je twee lijnen onderscheiden: Soortgerichte maatregelen: eenmalige maatregelen om een soort te stimuleren. Na eventueel vervolgbeheer moet de soort sterk genoeg zijn om zich verder redden. Soortgericht beheer: continu beheer gericht op een specifieke soort. Bijvoorbeeld het standaard bij maaibeheer sparen van bepaalde gebiedjes om soorten hier blijvend van te laten profiteren. Vaak verworden eenmalige soortgerichte maatregelen bij succes tot meer continu gericht beheer. De verschillen tussen beide zijn dan ook niet altijd exact aan te geven. 1.2 Soortenbeheer in Overijssel In het verleden was in het Beleidsplan Natuur en Landschap in Overijssel (BNLO, 1992) een overzicht opgenomen van bijzondere soorten planten en dieren waaraan de provincie in haar beleid speciale aandacht besteedde. Belangrijk was daarnaast de aandacht die uitging naar bescherming van natuurwaarden in het kader van de Vogel- en Habitatrichtlijn. Provincie Overijssel heeft in 2002 een Plan van Aanpak Soortenbeleid opgesteld (Arcadis, december 2002) waarin maatregelen voor aandachtsoorten zijn uitgewerkt. In 2007 gaf het Ministerie van LNV een beleidstrategie uit waarin de leefgebiedenbenadering wordt uitgewerkt. Naar aanleiding van deze nieuwe aanpak voor soortenbeheer (Taskforce Impuls Soortenbeleid, 2005) stelde de provincie een eigen beleidskader op om hier uitvoering aan te geven, het Beleidskader Soorten (april 2009). In dit beleidskader heeft de provincie uitwerking gegeven aan de leefgebiedenbenadering in Overijssel. Dit kader geeft aan voor welke leefgebieden en op welke manier soortgerichte projecten uitgevoerd kunnen worden. De periode waarop deze evaluatie van Landschap Overijssel betrekking heeft, 2005 t/m 2010, bestrijkt bovengenoemde twee beleidsperiodes. In de prestatieafspraak met de provincie Overijssel werden jaarlijks voor Landschap Overijssel uren beschikbaar gesteld voor het ontwikkelen, aanjagen en begeleiden van soortgericht beheer. In de periode voor 2007 werden ad hoc projectvoorstellen en subsidieaanvragen bij de provincie ingediend om bijbehorende

12 uitvoeringsmiddelen gedekt te krijgen. Vanaf 2007 werd jaarlijks in de prestatieafspraak een aanvullende afspraak gemaakt voor uitvoeringsmiddelen. Ontwikkelen, aanjagen en begeleiden kost relatief veel inspanning omdat de juiste plaats, de juiste partners en specifieke begeleiding van aannemers nodig is om soortgericht beheer goed uit te voeren. Vanuit eigen middelen van Landschap Overijssel (vanuit de Nationale Postcode Loterij) is sinds 2005 bijna jaarlijks beperkte eigen financiering beschikbaar gesteld, meestal specifiek gebonden aan een bepaalde soort, zie Figuur 1. Investering in soortenbeheer Jaar Provincie Overijssel (uitvoering + aanjagen/begeleiden) Eigen middelen Landschap Overijssel (uitvoering, incl. aanjagen en begeleiden) 2005 Incidenteel EURO (steenuil) 2006 Incidenteel EURO (boomkikker en kamsalamander) EURO EURO (boomkikker en knoflookpad) EURO EURO (diverse) EURO EURO (das) EURO EURO (boomkikker en vleermuis) Figuur 1 Uitvoeringsgeld soortenbeheer vanuit prestatieafspraken met de Provincie Overijssel Naast het budget uit de prestatieafspraak met de provincie en de gelden vanuit de Nationale Postcode Loterij kwam naar aanleiding van projectvoorstellen incidenteel financiering beschikbaar vanuit het Rijk (het Ministerie van LNV), gemeentes en particulieren. 1.3 Visie op soortgericht beheer bij Landschap Overijssel Landschap Overijssel heeft in haar Kader Soortenbeheer van Landschap Overijssel (2010) soortenbeheer specifiek aangeduid als een noodzakelijke activiteit om de aanwezigheid van bedreigde en/of zeldzame soorten te behouden en versterken. Landschap Overijssel zoekt actief naar mogelijkheden en middelen om dit te doen. In het Kader Soortenbeheer uit 2010 wordt tevens vastgesteld dat Landschap Overijssel de effecten van actief soortenbeheer volgt: Op basis van monitoring wordt de mogelijkheden voor actief soortenbeheer geanalyseerd en worden de effecten van stimulerende activiteiten onderzocht. Onderzoek en monitoring vormen de basis voor de uitvoering en evaluatie van het soortenbeheer bij Landschap Overijssel. Dit geeft aan dat Landschap Overijssel ook goed kijkt wat het soortenbeheer daadwerkelijk oplevert, door onderzoek, monitoring, analyse en evaluatie. In dat kader is deze evaluatie dan ook opgesteld. Omdat het werkveld volgens bovengenoemde definitie erg groot is, beperken we ons in deze evaluatie tot positieve soortgerichte acties (maatregelen). Dit houdt in dat soorten die te veel profiteren van het gevoerde systeembeheer (zoals Amerikaanse vogelkers) hier buiten vallen.

13 Deze rapportage evalueert maatregelen voor soorten die juist te weinig van het gevoerde systeembeheer profiteren. 1.4 Waar wordt soortenbeheer uitgevoerd? In de evaluatieperiode werden jaarlijks één of twee oproepen gedaan aan terreinbeheerders, waterschappen, rentmeesters, adviesbureaus en enkele gemeentes voor soortgerichte projecten voor specifieke soorten. Hierdoor werd het soortenbeheer zowel binnen als buiten terreinen van Landschap Overijssel uitgevoerd. Bij de keuze voor een soortgerichte maatregel is geredeneerd vanuit de soorten zelf en mogelijkheden tot verbeteren van hun specifieke leefgebied, en niet vanuit het belang van de terreinen van Landschap Overijssel. Als gekeken wordt naar de soorten en gebieden waar soortgerichte maatregelen echt nodig waren, dan lag die urgentie zelfs meestal buiten de terreinen van Landschap Overijssel. Echter, voor vliegend hert en boomkikker zijn de natuurterreinen in beheer van Landschap Overijssel provinciaal van zeer groot belang. Voor deze soorten zijn de maatregelen meestal in de eigen Landschap Overijssel terreinen uitgevoerd. Bij de resultaten in Hoofdstuk 3 komen we op de locaties van soortenbeheer terug. Figuur 2 Plagstroken voor het heideblauwtje en een bult met heideplagsel voor de gladde slang, Wierdense veld, 2010 (MZ). 1.5 Wie voert soortenbeheer uit? Op basis van de uitvoeringsstrategie kan het soortenbeheer bij Landschap Overijssel in twee groepen worden verdeeld: Door professionals Door vrijwilligers Professionals: groenaannemers en/of loonbedrijven Wanneer specialistische, grote maatregelen worden uitgevoerd wordt meestal een professionele aannemer ingehuurd om de maatregelen te realiseren. Bijvoorbeeld in het geval van de aanleg van poelen voor de kamsalamander of het maken van een broedwand voor oeverzwaluw. Hiervoor worden meestal lokale groenaannemers of loonbedrijven ingehuurd. Vrijwilligers: De vliegende brigade

14 Ter bescherming en ontwikkeling van veel plant- en diersoorten heeft Landschap Overijssel in 2006 de Vliegende Brigade ingesteld. De Vliegende Brigade is een mobiele groep van enthousiaste vrijwilligers die overal in de provincie beheermaatregelen uitvoert voor diverse plant- en diersoorten. 1 De voorloper van de Vliegende Brigade was de Blauwe Brigade, een enthousiaste groep vrijwilligers, die tussen 2000 en 2006 werkzaamheden uitvoerde voor het gentiaanblauwtje, zie Figuur 3. Figuur 3 Gentiaanblauwtje, 2005 (MZ) De klussen van de Vliegende Brigade bestaan uit eenmalige en kleinschalige werkzaamheden die de grondeigenaar of beheerder anders niet uitvoert of niet kan uitvoeren. Deskundige begeleiding vanuit Landschap Overijssel zorgt ervoor dat de werkzaamheden zo gunstig mogelijk uitpakken voor de bedreigde plant- en/of diersoort. Indien nodig wordt bij werkzaamheden de kennis van Landschap Overijssel aangevuld door specialisten, bijvoorbeeld van de Vlinderstichting. De werkzaamheden kunnen bestaan uit maaien, plaggen, opslag verwijderen, wateren opschonen, nestkasten ophangen (zie Figuur 4), nestvlotjes uitleggen en stijlwandjes maken of afsteken. Gemiddeld bestaat de groep uit 35 vrijwilligers die jaarrond werkzaamheden uitvoeren in groepen van ca. 10 vrijwilligers. Figuur 4 Vrijwilligers van de Vliegende Brigade hangen een nestkast op voor de boommarter, Schoonheten 2009 (VB) 1 Landelijk wordt in verschillende provincies het concept van de Vliegende Brigade momenteel overgenomen.

15 2 Methode van evaluatie 2.1 Verzamelen van informatie Bij de evaluatie is gestart met het verzamelen van de basisinformatie. In eerste instantie is een grote lijst aangelegd, waarin alle maatregelen zijn vastgelegd, onder andere in samenspraak met de coördinator van de Vliegende Brigade. Ook uit archief, eigen boekhouding en navraag bij verschillende medewerkers van Landschap Overijssel zijn projecten/maatregelen in de lijst opgenomen. In de datalijst zijn zoveel mogelijk relevante kenmerken opgenomen, zie Bijlage 1. De meeste kenmerken konden voor ieder project worden ingevuld, voor een aantal werkzaamheden konden niet alle gegevens worden achterhaald. Bij verdere analyse is uitgegaan van de beschikbare data in de datalijst. In deze evaluatie is gekozen voor de periode van 2005 tot en met Een overzichtelijke periode van 5 jaar, waarvan de kennis over de genomen maatregelen nog relatief eenvoudig terug te herleiden was. In Bijlage 1 wordt gesproken over maatregelen en activiteiten. Binnen één maatregel zijn meerdere activiteiten mogelijk. En binnen één activiteit zijn ook weer verschillende actielocaties mogelijk. Een voorbeeld Een beschermende maatregel is biotoopverbetering, het verbeteren van het leefgebied van een bepaalde diersoort. Activiteiten die hier bijvoorbeeld voor nodig zijn: vegetatie maaien, bomen kappen en aanleggen van voortplantingsplekken (broeihopen, nestkasten, poelen, steile wand voor ijsvogels en oeverzwaluwen). Binnen de verschillende activiteiten zijn meerdere actielocaties mogelijk. Er kunnen bijvoorbeeld op diverse plekken broeihopen worden aangelegd of nestkasten worden opgehangen. Binnen één maatregel zijn meerdere activiteiten mogelijk. Binnen één activiteit zijn meerdere actielocaties mogelijk.

16 2.2 Beoordelen van de resultaten: succesbeoordeling Op basis van de datalijst werd vervolgens het succes beoordeelt. Het beoordelen van het succes van soortgerichte maatregelen valt niet mee. Het is moeilijk meetbaar of een doelsoort ook daadwerkelijk baat heeft gehad bij een maatregel. Sommige soorten zijn bijvoorbeeld niet altijd zichtbaar of hebben veel tijd nodig om zich te vestigen. Soms ook worden indirecte maatregel genomen om iets te doen voor een doelsoort, om bijvoorbeeld het leefgebied van de doelsoort te herstellen. Wanneer de doelsoort vervolgens niet direct aanwezig is, maar het leefgebied wel succesvol hersteld is, is het bepalen van het succes van de maatregel lastig. In potentie is het gebied dan wel geschikt gemaakt, maar misschien laat de aanwezigheid van de doelsoort door andere omstandigheden gewoon nog even op zich wachten (zie onderstaand voorbeeld). Het gentiaanblauwtje is afhankelijk van een waardplant en een waardmier in zijn leven. De klokjesgentiaan is de waardplant waarop de vlinders eieren afzetten. Nadat de rups uit het ei is gekropen doet hij zich te goed aan de klokjesgentiaan, waarna hij zich op de grond laat vallen. Knoopmieren adopteren en voeden de rupsen vervolgens. Wanneer zij zich verpoppen tot vlinder kruipen ze uit het mierennest. Voor het gentiaanblauwtje wordt op potentieel geschikte locaties de maatregel plaggen toegepast, zodat de klopjesgentiaan gestimuleerd wordt en daarmee het gentiaanblauwtje. Als na het plaggen veel klokjesgentiaan ontkiemd, is de maatregel in feite succesvol, maar kan het nog enige tijd duren voor gentiaanblauwtjes zich vestigen, afhankelijk van aanwezige bronpopulaties in de omgeving.

17 Per activiteit zijn de volgende zaken in het veld beoordeeld om iets te kunnen zeggen over het succes van de maatregelen: 1. Is de doelsoort nu aanwezig? Op de plek van de activiteit of in de directe omgeving. 2. Is er een positief effect op begeleidende soorten? Heeft maar één soort of hebben meer soorten baat bij de activiteit? 3. Is de activiteit goed uitgevoerd? Is de activiteit uitgevoerd zoals de planmaker/ecoloog voor ogen had. 4. Is er nu een geschikt habitat aanwezig? Is er een geschikt biotoop of een geschikte groeiplaats gecreëerd? 5. Is het juiste vervolgbeheer uitgevoerd? Is het biotoop/de groeiplaats goed onderhouden en nog steeds geschikt? Steeds werd een score toegekend tussen 0 en 100%. Om een eindscore te kunnen vaststellen werd van de 5 scores een gewogen gemiddelde genomen. 1. Is de doelsoort nu aanwezig? weging: 0,30 2. Is de activiteit goed uitgevoerd? weging: 0,15 3. Is er een positief effect op begeleidende soorten? weging: 0,10 4. Is er nu een geschikt habitat aanwezig? weging: 0,15 5. Is het juiste vervolgbeheer uitgevoerd? weging: 0,30 Som = 1,00 De gedachte achter deze weging: het aanwezig zijn van de doelsoort en het geschikt houden van het habitat na het nemen van de initiële maatregel zijn de belangrijkste sleutels tot succes. Begeleidende soorten die meeliften zijn mooi als extra, maar van duidelijk minder belang. De kwaliteit van uitvoering en de uiteindelijke kwaliteit van het habitat hebben een gemiddelde weging.

18 Doelsoort: aardbeivlinder Aantal activiteiten: 2 Score aanwezigheid doelsoort: 75% Score kwaliteit uitvoering activiteit: 50% Score effect op begeleidende soorten: 50% Score geschiktheid habitat: 50% Score kwaliteit vervolgbeheer: 50% Berekening totaalscore incl. weging: 75% x 0,30 50% x 0,15 50% x 0,10 50% x 0,15 50% x 0,30 Totaalscore: 58% Er zijn in totaal 241 activiteiten uitgevoerd, waarvan voor een aantal maatregelen ook nog eens activiteiten hebben plaatsgevonden op verschillende locaties. Het was niet haalbaar om alle activiteiten in het veld te beoordelen. Er is daarom een representatieve selectie gemaakt van 72 activiteiten, waarbij het effect van de activiteiten voldoende bepaald kon worden. Deze steekproef van ongeveer 30% geeft een representatief beeld van de resultaten en successen van alle soortgerichte maatregelen. In totaal 241 activiteiten uitgevoerd. Een selectie van 72 maatregelen beoordeeld. De succesbeoordeling vond plaats in 2011, het merendeel in de zomer (vanwege de zichtbaarheid van de doelsoort). Voor maatregelen uit 2010 was dit moment soms iets te vroeg, zeker wanneer de maatregel eind 2010 was uitgevoerd. Wanneer dit voorkwam is dit in de analyse apart aangegeven. De succesbeoordeling is grotendeels uitgevoerd door Mark Zekhuis - Ecoloog van Landschap Overijssel. Soms schakelde hij leden van de vliegende brigade in of betrokken

19 terreinbeheerders/grondeigenaren. Hierbij zorgde hij ervoor dat de methode zo veel mogelijk gelijk en reproduceerbaar werd toegepast. Op deze manier is een goed beeld verkregen van het effect van de 72 geselecteerde maatregelen. De slager keurt zijn eigen vlees Mark Zekhuis, ecoloog bij Landschap Overijssel, nauw betrokken geweest bij de uitvoering van de soortgerichte maatregelen, heeft de geselecteerde maatregelen ook beoordeeld op hun effect. Vanwege zijn expertise heeft hij deze evaluatie zelf uitgevoerd. Om de objectiviteit zo veel mogelijk te waarborgen zijn terreinbeheerders en andere ecologen uit de organisatie als klankbord ingezet bij de beoordeling. De slager keurt dus inderdaad zijn eigen vlees, maar niet alleen.

20

21 3 Resultaten 3.1 Maatregelen Het totaal aantal maatregelen dat in de datalijst is opgenomen is 241, over de periode 2005 t/m Sommige maatregelen waren eenmalig van aard, sommigen maakten deel uit van een groter project. Onder de vlag van de Vliegende Brigade zijn 71 (29%) maatregelen uitgevoerd, 170 (71%) maatregelen zijn professioneel uitgevoerd. De twee grootste projecten waren het project Kamsalamander Salland en het project Steenuil. Voor deze soorten zijn gedurende meerdere jaren vele particulieren benaderd om maatregelen uit te voeren om deze soorten te helpen. Figuur 5 Soortgerichte maatregelen die tussen 2005 en 2011 zijn uitgevoerd door Landschap Overijssel Als je naar de spreiding kijkt valt op dat er veel activiteiten zijn geweest in Salland en Oost- Twente, zie Figuur 5. Ook het Vechtdal en het Reestdal zijn goed zichtbaar. Dit zijn gebieden waar veel bijzondere soorten te vinden zijn en maatregelen mogelijk waren. De noordwest hoek van de provincie is minder goed bedeeld. Ecologisch gezien heeft Landschap Overijssel hier een minder breed netwerk met grondeigenaren en de meeste natuurwaarden zijn hier te vinden in de Wieden (Natuurmonumenten) en de Weerribben (Staatsbosbeheer). Een groot gedeelte van dit gebied is vooral agrarisch en bied minder (potentiële) ruimte voor bijzondere soorten. Met weidevogelbeheer scoren deze gebieden dan wel weer hoog, het weidevogelbeheer is echter niet meegenomen in deze evaluatie.

22 3.2 Terreineigenaren Op de jaarlijkse oproep(en) kwam vaak veel enthousiaste respons. Afhankelijk van de (ecologische) kansrijkheid van het project, de realiseerbaarheid en de haalbaarheid werd vervolgens de keuze gemaakt om een klus wel of niet op te pakken cq. een project wel of niet op een locatie uit te voeren. In een enkel geval wilde een grondeigenaar een eigen bijdrage betalen voor de uitvoeringskosten van een project. Percentage uitgevoerde maatregelen van het totaal over Terreineigenaar Binnen of buiten EHS? 44% Particulier Grotendeels buiten EHS 27% Landschap Overijssel Binnen EHS 12% Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer Binnen EHS 10% Landgoed Binnen EHS 4% Gemeente Buiten EHS 2% Bedrijf Grotendeels buiten EHS 1% Onbekend Buiten EHS 100% Totaal 50% - 50% Binnen/Buiten Figuur 6 Percentage uitgevoerde maatregelen per terreineigenaar van totaal over periode Figuur 6 laat zien bij welke terreineigenaar de 241 maatregelen zijn uitgevoerd (in percentages van het totaal). De meeste maatregelen zijn bij particuliere grondeigenaren uitgevoerd, een gevolg van het project Steenuil en Kamsalamander. Daarnaast zijn ook veel projecten op terreinen van Landschap Overijssel gerealiseerd, maar ook op terreinen van Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten en landgoederen. Qua organisatie en afstemming is het uitvoeren van maatregelen op terreinen van natuurterreinbeheerders het eenvoudigst. Daar is het vervolgbeheer over het algemeen ook goed gewaarborgd. Een aantal bijzondere maatregelen bij gemeenten: Aanleg kunstburcht voor dassen Aanleg faunavoorzieningen Een aantal bijzondere maatregelen bij bedrijven: Advies, broedende kolonie visdieven op het dak, Deventer Maatregelen voor kamsalamander, Olst

23 3.3 Plant- en diersoorten In zes jaar zijn voor meer dan 40 bijzondere plant- en diersoorten maatregelen getroffen. 11 soorten zeldzame planten waren daarbij aandachtssoort voor die maatregelen. De dieren als aandachtsoort waren populairder. Voor 33 verschillende diersoorten zijn acties ondernomen. Bij de meeste maatregelen is de provinciale lijst uit het Beleidskader Soorten richtinggevend geweest. In sommige gevallen is hiervan afgeweken omdat er kansen waren of urgentie was om andere soorten te helpen. Voorbeeld hiervan is de visdief, das of oeverzwaluw. De maatregelen liggen sterk verspreid over de provincie. Wat opvalt is dat plant- en diersoorten zich wel het beste thuis voelen in bepaalde specifieke gebieden. Maatregelen voor heideblauwtje, klokjesgentiaan, gentiaanblauwtje of hoogveenglanslibel zijn bijvoorbeeld vooral genomen in Oost-Twente, waar de meeste natte heideterreinen liggen, zie Figuur 7.

24

25 Figuur 7 Spreiding van de soortgerichte maatregelen per soortgroep. Iedere stip geeft de regio aan waar maatregelen zijn genomen. Hoe groter de stip hoe meer locaties waar maatregelen zijn genomen in die regio.

26 Figuur 8 en Figuur 9 laten voorbeelden zien van soortgerichte maatregelen die zijn uitgevoerd voor de soortgroepen reptielen en planten, specifiek voor de zandhagedis, de steenanjer en het echt walstro. Figuur 8 Een vrijwilliger van de Vliegende Brigade maait als voorbereiding op de aanleg van eiafzetplekken voor de zandhagedis (VB) Figuur 9 Langs de Dinkel (Kribbenbrug, Staatsbosbeheer) is met succes geplagd om de steenanjer en het echt walstro terug te krijgen (MZ)

27 3.4 Hoeveelheden en oppervlaktes maatregelen Figuur 10 geeft, voor zover bekend, een beeld van het totaal aantal stuks, de totale lengte en de totale oppervlakte van genomen soortgerichte maatregelen per soort. Figuur 11 laat, voor zover bekend, het totaal aantal stuks, de totale lengte en de totale oppervlakte per type maatregel. Bij lijnvormige elementen, zoals een houtwal, sloot, faunaraster of verbindingszone is het resultaat in meters aangegeven. Soms had een maatregel betrekking op een oppervlakte, bijvoorbeeld bij maaien, plaggen, een poel graven en aanleggen van een fruitboomgaard en is het resultaat in vierkante meters aan te geven. Veel maatregelen bestonden echter uit één locatie (of puntelement), zoals het ophangen van een nestkast, het aanleggen van een broeihoop voor de ringslang of het maken van een eiafzetplek voor de zandhagedis. De getallen zijn niet volledig, omdat niet bij iedere maatregel de juiste lengtes, oppervlaktes of aantallen zijn genoteerd, de tabel en grafiek geven echter wel een goede indicatie. Ruim 350 actielocaties 2. Over meer dan 6 km lengte en op zo n 52 ha maatregelen getroffen voor bijzondere plant- en diersoorten. Het bleek moeilijk om oppervlaktes van maatregelen goed vast te stellen op basis van de beschikbare data. Wanneer bijvoorbeeld poelen geschoond zijn door de Vliegende Brigade, kon enkel het aantal poelen worden achterhaald en niet exact de vierkante meters waar geschoond werd. Aan de hand van de beschikbare data is zo goed mogelijk bepaald wat de gemiddelde oppervlakte per jaar was van de uitgevoerde maatregelen. 2 2 Meerdere activiteiten mogelijk binnen één maatregel en meerdere actielocaties mogelijk binnen één activiteit, zie paragraaf 2.1.

28 Totaal aantal stuks soorgerichte maatregelen Totale lengte (m) soortgerichte maatregelen Figuur 10 Totaal aantal stuks, totale lengte en totale oppervlakte soortgerichte maatregelen per soort Totale oppervlakte (m2) soortgerichte maatregelen Vlinders aardbeivlinder bruine vuurvlinder gentiaanblauwtje groentje grote weerschijnvlinder, sleedoornpage heideblauwtje sleedoornpage Kevers vliegend hert Libellen hoogveenglanslibel speerwaterjuffer Vogels ganzen, kraanvogel ganzen, zwanen, zangvogels grauwe klauwier ijsvogel moerasvogels nachtzwaluw oeverzwaluw steenuil visdief zwarte stern Zoogdieren boommarter das otter Amfibieën boomkikker heikikker kamsalamander knoflookpad knoflookpad, kamsalamander rugstreeppad Reptielen adder gladde slang levendbarende hagedis ringslang zandhagedis Vissen grote modderkruiper Planten beemdkroon divers dotterbloem jeneverbes kievitsbloem klein wintergroen klokjesgentiaan tormentil vlozegge voorjaarszegge wilde tijm zwolse anjer zwolse anjer, wilde tijm Mossen beeksterretje divers zeldzame mossoorten TOTAAL

29 Figuur 11 Per type maatregel het totaal aantal stuks, meters en vierkante meters in de periode Werkuren en kosten Van de werkzaamheden van de Vliegende Brigade is bekend hoeveel vrijwilligers en hoeveel uren per vrijwilliger besteedt zijn aan een bepaalde maatregel. Van de maatregelen die professioneel zijn uitgevoerd is bekend hoeveel deze gekost hebben. Niet bij iedere maatregel kon het aantal vrijwilligersuren of de exacte kosten achterhaald worden. Bij het merendeel echter wel. In de analyse is uitgegaan van beschikbare data Werkuren Vliegende Brigade Figuur 12 laat het totaal aantal activiteiten en uren zien van vrijwilligers van de Vliegende Brigade 3. Door de jaren heen is de Vliegende Brigade steeds meer activiteiten gaan doen en vooral ook grotere re klussen, te zien aan het aantal uur dat sterker toeneemt dan het aantal aciviteiten. Een voorbeeld van een relatief grote klus is bijvoorbeeld het maaien van oude heide om geschikte vliegterreinen te maken voor het heideblauwtje. Er wordt dan op verschillende plekken gemaaid, maar dit wordt wel als één activiteit gezien van het type maatregel maaien. 3 Let op, hierbij geldt specifiek dat er meerdere activiteiten mogelijk zijn binnen één maatregel en meerdere actielocaties mogelijk binnen één activiteit, zie paragraaf 2.1.

30 600 Totaal aantal activiteiten en vrijwilligersuren Vliegende Brigade periode Figuur 12 Totaal vrijwilligersuren en aantal activiteiten (getal) van de Vliegende Brigade Figuur 13 laat het aantal activiteiten en het aantal uur van de Vliegende Brigade nog eens zien, maar dan per type maatregel. De Vliegende Brigade heeft de meeste uren gestoken in het maken van ei-afzetplekken voor de zandhagedis, hakhoutbeheer voor het vliegend hert in Noord-Oost Twente en het vrijstellen van jeneverbestruweel en heide.

31 Totaal aantal activiteiten en uren Vliegende Brigade Aantal activiteiten Aantal uur Opslag verwijderen/vrijstellen Hakhoutbeheer Plaggen Kappen/zagen Steile wanden maken Maaien Overig Ei-afzetplekken maken Nestkasten ophangen Herstel/aanleg poel Nestvlotjes maken Broeihoop maken Knotten Aanleg/verbeteren biotoop Fuiken maken Figuur 13 Totaal aantal activiteiten en uren per type maatregel Vliegende Brigade Het vliegend hert, al eerder genoemd als doelsoort, is samen met de knoflookpad een diersoort waar de meeste maatregelen voor genomen zijn, zie Figuur 14 en Figuur 15. Bomen knotten, kappen en stoven (broedplaatsen gemaakt van (half begraven) eiken stammen) zijn de meest voorkomende maatregelen voor het vliegend hert. Een andere doelsoort waar veel maatregelen voor getroffen zijn is de klokjesgentiaan. Onder andere op de Lemelerberg zijn plekken gemaaid, vervolgens bekalkt en daarna ingezaaid met zaad van de klokjesgentiaan. Dit heeft tot een mooi resultaat geleid, zie Figuur 16.

32 Figuur 14 Onder andere voor het vliegend hert zijn veel maatregelen genomen (MZ) Figuur 15 Bomen kappen, knotten en hertestoven maken zijn geschikte maatregelen voor het vliegend hert, Manderheide 2009 (MZ)

33 Figuur 16 Op bekalkte plagplekken, waar zaad is uitgestrooid, groeien het jaar daarna vele blauwe klokjesgentianen, Lemelerberg 2010 (MZ) Sommige klussen van de Vliegende brigade hebben wat toelichting nodig. Wat betreft de fuiken: de Vliegende Brigade heeft twee dagen amfibieënfuiken in elkaar genaaid die als bouwpakket binnenkwamen. Het ophangen van nestkasten heeft betrekking op het ophangen van 12 boommarterkasten. Het maken van steile wanden is voor de ijsvogel gedaan. Op verschillende plekken bij het water zorgt dit voor een geschikte broedlocatie. Figuur 17 laat zien hoe de Vliegende Brigade maatregelen heeft getroffen voor het beeksterretje, een mossoort. Figuur 17 Herstel stenen beschoeiing voor het beeksterretje, Vliegende Brigade, Lonnekerberg 2010 (VB) Kosten professionals In Figuur 18 zijn de verschillende door professionals uitgevoerde maatregelen uitgezet tegen de kosten.

34 Aantal en kosten maatregelen professionals %14% 6% 11% 8% 5% 9% 12% 4% 0% 0% 1% 1% 2% Aanleg/verbeteren biotoop Plaggen Bekalken Herstel/aanleg poel Kappen/zagen Zaaien Hakhoutbeheer Aanleg beplanting houtwal Voerakker aanleggen Maaien Nestkasten ophangen Steile wand maken Ei-afzetplekken maken Faunavoorziening treffen Figuur 18 Het aantal activiteiten (kolom) en het percentage van de totale kosten over zes jaar (percentage) per maatregel uitgevoerd door professionals. Van de maatregel kappen/zagen is Figuur 19 een mooi voorbeeld. Op landgoed Junne zijn bomen verwijderd om struweel van boswilg en sleedoorn te stimuleren. Twee bijzondere vlindersoorten (de grote weerschijnvlinder en de sleedoornpage) profiteren hiervan. Figuur 19 Op Landgoed Junne zijn in 2009 bomen verwijderd om boswilg en sleedoornstruweel te stimuleren, de grote weerschijnvlinder en de sleedoornpage profiteren hiervan (MZ) Door de kosten van alle activiteiten op te tellen en te delen door het aantal activiteiten kan een gemiddelde verkregen worden, zie Figuur 20. Een gemiddelde activiteit kost dan ongeveer 3.000,- euro. Als de activiteiten die nauwelijks tot geen geld hebben gekost buiten beschouwing worden gelaten, zoals advies of sommige klussen van de Vliegende Brigrade, is de

35 gemiddelde prijs van een activiteit ongeveer 4.500,-. Het betreft hier alleen de uitvoeringskosten, niet de kosten voor ecologische begeleiding en coördinatie van het soortenbeheer. Gemiddelde kosten per activiteit in de periode Gemiddelde kosten per activiteit zonder meetellen van activiteiten met kosten 0,- in de periode Figuur 20 Gemiddelde kosten per maatregel 3.043,32, ,40,- Een activiteit binnen een soortgerichte maatregel kost ongeveer 3.000,- tot 4.500, Vliegende Brigade is niet gratis De Vliegende Brigade heeft zeer veel goed werk verzet. Voor dit werk is geen aannemer betaald. Ondanks dit is het werk van de Vliegende Brigade niet geheel gratis. Jaarlijks kost de Vliegende Brigade ongeveer 2.000,-, een vergoeding voor o.a. de afgelegde kilometers en voor de genutigde lunches. De afschrijving en onderhoudskosten voor het door de Vliegende Brigade gebruikte gereedschap is hierbij niet inbegrepen. De kosten voor de (ecologische) begeleiding en de aansturing door Landschap Overijssel zijn ca ,- op jaarbasis. Wanneer we het vrijwilligerswerk van de Vliegende Brigade op waarde zetten, dan realiseert de Vliegende Brigade voor ,- 4 aan werk. De multiplier van deze vorm van vrijwilligerswerk is daarmee 1: een prima kostendekkende investering dus. Iedere EURO die in de Vliegende Brigade wordt geïnvesteerd, levert een EURO op. Eerder zagen we in Figuur 12 dat het aantal activiteiten en de hoeveelheid vrijwilligersuren die de Vliegende Brigade over de jaren is toegenomen. Het kostte tijd voordat de Vliegende Brigade meer activiteiten op zich nam. De grafiek laat zien dat het aantal activiteiten door de jaren toenam van 0 naar 20 activiteiten per jaar. Het aantal uren, dit zegt ook iets over de 4 We gebruiken voor het op waarde zetten van het vrijwilligerswerk de norm van 20,- per uur, die door het Europaloket wordt gehanteerd in Europese projecten.

36 grootte van de individuele klussen, nam door de jaren heen explosief toe van 0 naar 550 per jaar. Figuur 21 laat een voorbeeld zien van een activiteit die de Vliegende Brigade in 2010 heeft uitgevoerd voor uitbreiding van groeiplaatsen voor de beemdkroon. Figuur 21 Vrijwilligers van de Vliegende Brigade maaien met de zeis voor het behoud van beemdkroon, Zwolle (VB) Figuur 22 laat de verdeling van het aantal werkdagen van de Vligende Brigade in de periode Een werkdag van de Vliegende Brigade lag tussen de 4 en 6 uur en de groepsgrootte lag tussen de 4 en 15 mensen. Van de 73 dagen dat de vrijwilligersgroep actief was, is meer dan de helft besteedt op gronden van Landschap Overijssel. Dit heeft vooral te maken met het hakhoutbeheer dat is uitgevoerd voor het vliegend hert, dit is relatief arbeidsintensief. De Vliegende Brigade werd ook ingezet op terreinen van andere natuurbeherende instanties of grondeigenaren. De soorten zijn bij de soortgerichte maatregelen richtinggevend geweest voor de locatie van werkzaamheden. Eigenaar Werkdagen Percentage Landschap Overijssel % Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer % Particulier % Gemeente 3 4 % Onbekend 3 4 % Totaal % Figuur 22 Totaal aantal werkdagen Vliegende Brigade per type eigenaar en in percentage van het totaal

37 3.7 Effect van de maatregelen: de succesbeoordeling De tabel in Figuur 23 laat van de 72 geselecteerde activiteiten zien hoe deze beoordeeld zijn op hun succes. De vijf variabelen welke beoordeeld zijn (zie eerder in paragraaf 2.2): 1. Aanwezigheid doelsoort 2. Kwaliteit uitvoering maatregel 3. Effect op begeleidende soorten 4. Geschiktheid habitat 5. Kwaliteit vervolgbeheer zijn gecodeerd met een kleurcodering kan snel worden gezien of een maatregel positief (groen) of juist negatief (rood) scoort. Bijlage 2 geeft inzicht in de 71 geselecteerde maatregelen en de exacte beoordeling. De maatregelen zijn in Figuur 23 per soort gegroepeerd. De beoordelingspercentages die bij de variabelen genoemd zijn, geven dus een gemiddelde beoordeling weer voor die specifieke soort. Let op: Wanneer het aantal activiteiten per soort wordt opgeteld zal dit uitkomen op 88 maatregelen in plaats van 72. Een aantal maatregelen zijn echter voor meerdere doelsoorten tegelijk uitgevoerd. Ditzelfde geldt voor de totale kosten. Wanneer de totale kosten worden opgeteld zal dit uitkomen op ,-. In het overzicht staat echter ,- genoemd, omdat een aantal activiteiten voor meerdere soorten zijn uitgevoerd. Uit de tabel in Figuur 23 komt een totale gemiddeld eindscore van 75%. Dit betekent dat het ruime merendeel van de maatregelen effectief is geweest. In 78% van de gevallen is de doelsoort na uitvoering van de activiteit ook daadwerkelijk aanwezig. De activiteiten zijn in 89% van de gevallen goed uitgevoerd. Van niet alle activiteiten profiteerden andere soorten mee. Dat is wel het geval geweest bij bijvoorbeeld plaggen, maar zeer beperkt bij bijvoorbeeld het ophangen van nestkasten of broeihopen (zie gegevens in bijlage 2). Relatief hoog is het aandeel geschikt habitat dat is ontstaan door de activiteiten. In 83% van de gevallen is na beoordeling door een ecoloog de locatie geschikt verklaard voor voortbestaan of vestiging van de doelsoort.

38 0,30 0,15 0,10 0,15 0,30 WEGINGSFACTOREN Doelsoort aanwezig in procenten per soort Uitvoering maatregel in procenten per soort Effect beg. soorten in procenten per soort Soortgroep Soort Aantal activiteitefactoren) dan 65% soort Vlinders aardbeivlinder E bruine vuurvlinder gentiaanblauwtje heideblauwtje sleedoornpage E 150 Kevers vliegend hert Libellen hoogveenglanslibel Vogels ganzen, kraanvogel ganzen, zwanen, zangvogels grauwe klauwier D, B ijsvogel C 100 nachtzwaluw oeverzwaluw C 150 visdief zwarte stern C, B 200 Zoogdieren boommarter das Amfibieën boomkikker A, B heikikker kamsalamander knoflookpad A, C Reptielen adder levendbarende hagedis ringslang D 200 zandhagedis Planten beemdkroon dotterbloem jeneverbes klokjesgentiaan tormentil vlozegge voorjaarszegge zwolse anjer, wilde tijm B Mossen Beeksterretje E 100 TOTAAL Geschikt habitat in procenten per soort Vervolgbeheer in procenten per soort Eindscore in procenten per soort (inclusief wegings- Verwachte oorzaak bij score lager Totale kosten in periode voor de betreffende Figuur 23 Het succes van maatregelen, samengevat per soort, beoordeeld op basis van de vijf succesvariabelen. De codering in de kolom verwachte oorzaak verwijst naar Figuur 24.

39 Doelsoort aanwezig in 78% van de gevallen goede uitvoering activiteiten in 89% van de gevallen effect positief op begeleidende soorten in 58% van de gevallen geschikt habitat gecreëerd door de activiteit in 83% van de gevallen goed vervolgbeheer uitgevoerd of vastgesteld in 67% van de gevallen totaalscore 75% van de gevallen Succes! Van alle maatregelen die als totaalscore lager zijn dan 65% is met een letter aangegeven wat de hoofdoorzaak lijkt te zijn van de lage score (Figuur 24). Dit is een verwachting van het probleem. Het is niet mogelijk dit met zekerheid te stellen. Van de verwachte problemen komen B en C het vaakst voor: het milieu is onherstelbaar veranderd en de ecologie was complexer dan gedacht. Code Probleem Aantal soorten waarbij dit probleem optreedt A B C D E De maatregel is te laat genomen, de soort is al uit het gebied verdwenen. Het milieu is door verdroging, verzuring en vermesting onherstelbaar veranderd en niet meer geschikt te maken. De maatregel was niet geschikt voor de soort, de ecologie was complexer dan ingeschat. De maatregel was goed, maar het juiste vervolgbeheer wordt niet (goed) uitgevoerd. Voor de maatregel is het te vroeg om succes te meten omdat de ontwikkeling van het beoogde milieu meer tijd nodig heeft. 2 x 4 x 4 x 2 x 3 x Figuur 24 De verwachte oorzaken van lage eindscores van succes van de maatregelen en het aantal soorten waarbij dit probleem voorkomt.

40 Het vervolgbeheer is een punt van aandacht. Bij meer dan een kwart van de activiteiten was het vervolgbeheer niet goed geregeld en is door successie of verkeerd beheer de plek (op langere termijn) niet meer geschikt voor de doelsoort. Kanttekening hier is dat sommige activiteiten nog geen vervolgbeheer nodig hebben gehad, deze zijn hier dan ook positief beoordeeld en zouden mogelijk in de toekomst op de variabele vervolgbeheer negatief beoordeeld worden. Figuur 25 geeft aan hoe verschillende eigenaren scoren op het vervolgbeheer. Om dit in het juiste perspectief te zien laat de figuur ook zien hoeveel maatregelen er bij dit type eigenaar uitgevoerd zijn. Figuur 25 Beoordeling vervolgbeheer per terreineigenaar in procenten (100% = goed, 50% = matig, 0% = slecht) De weinige maatregelen die zijn uitgevoerd op gemeentegrond en bij bedrijven hebben een goed vervolgbeheer gekregen, uitgaande van de doelsoort(en). Gemiddeld genomen ligt de gemiddelde score beneden de 75%, zoals hierboven ook al beschreven. Figuur 26, Figuur 27 en Figuur 28 laten drie typen maatregelen zien, op het terrein Croonen van Staatsbosbeheer voor aardbeivlinder, knoflookpad en grauwe klauwier, in het gebied Bergvennen van Landschap Overijssel voor het heideblauwtje en rondom Enschede voor de boomkikker. Onder de foto s wordt meer uitleg gegeven over de successen en tegenslagen bij de uitvoering en het uiteindelijke resultaat van de maatregelen.

41 Figuur 26 Op terrein Croonen van Staatsbosbeheer zijn inrichtingsmaatregelen uitgevoerd voor de aardbeivlinder, de knoflookpad en de grauwe klauwier, door droogte en wildvraat zal de ontwikkeling van het struweel binnen de rasters even op zich laten wachten (MZ) Figuur 27 Kleinschalig maaibeheer op de heide (Bergvennen, 2010) zorgt voor extra gradiënten en een betere nectarvoorziening voor het heideblauwtje (MZ)

42 Figuur 28 Voor de boomkikker zijn diverse geschikte voortplantingswateren aangelegd, als er echter vis in de wateren komt (in dit geval tiendoornige stekelbaars) is het water niet meer geschikt en is de maatregel uiteindelijk niet effectief (Enschede 2010) (MZ)

43 4 Conclusies Met financiële middelen van met name de provincie Overijssel (ca. 1 miljoen EURO over de periode ) heeft Landschap Overijssel sinds 2005 soortenbeheer uit kunnen voeren voor verschillende plant- en met name diersoorten waarvoor de provincie vanuit de Leefgebiedenbenadering provinciale, nationale of Europese verantwoordelijkheid draagt. De soortgerichte maatregelen sluiten aan bij de Beleidsstrategie Leefgebiedenbenadering (Ministerie LNV, 2007), het Beleidskader Soorten (2009) en het Kader Soortenbeheer (Landschap Overijssel, 2009). De maatregelen zijn uitgevoerd voor een breed scala aan soorten: vlinders, kevers, libellen, vogels, zoogdieren, amfibieën, reptielen, planten en mossen. De evaluatie soortenbeheer heeft betrekking op de periode Over de evaluatieperiode zijn in totaal 241 activiteiten uitgevoerd, verspreid over 350 actielocaties. De werkzaamheden beslaan zo n 52 ha. Op professionele wijze zijn door aannemers 170 maatregelen uitgevoerd verspreid over heel Overijssel. Het betreft veelal grootschalige maatregelen. De Vliegende Brigade heeft als vrijwilligersgroep veel soortgerichte maatregelen (71) uitgevoerd, zij hebben de laatste jaren van de evaluatie, 2009 en 2010 wel 550 werkuren per jaar gemaakt. De belangrijkste maatregelen die zij uitvoerden voor soorten waren opslag verwijderen, hakhoutbeheer en plagwerkzaamheden. Ook zij zijn daarbij werkzaam geweest in heel Overijssel. Zes jaar soortenbeheer heeft er voor gezorgd dat voor veel plant- en diersoorten het leefgebied verbeterd is. Meestal waren dat soorten waarvoor Overijssel een grote verantwoordelijkheid heeft. Voor meer dan 40 bedreigde plant- en diersoorten zijn maatregelen uitgevoerd, verspreid over Overijssel. Maatregelen die bijvoorbeeld voor de knoflookpad zijn uitgevoerd (zie Figuur 29), zoals het herstellen of aanleggen van poelen of het aanleggen van eiafzetplekken, dragen bij aan het niet uitsterven van deze voor Overijssel zo kenmerkende soort.

Uitvoering herstelmaatregelen voor kommavlinder en bruine eikenpage in Overijssel [Voer de ondertitel in]

Uitvoering herstelmaatregelen voor kommavlinder en bruine eikenpage in Overijssel [Voer de ondertitel in] Uitvoering herstelmaatregelen voor kommavlinder en bruine eikenpage in Overijssel [Voer de ondertitel in] Uitvoering herstelmaatregelen voor kommavlinder en bruine eikenpage in Overijssel Uitvoering herstelmaatregelen

Nadere informatie

Zes jaar soortenbeheer door Landschap Overijssel

Zes jaar soortenbeheer door Landschap Overijssel Mark Zekhuis Zes jaar soortenbeheer door Landschap Overijssel Kritische planten en dieren worden in Nederland steeds zeldzamer. Het veranderende milieu, verdroging en versnippering leiden er toe dat zelfs

Nadere informatie

Casco beoordeling. Aanvraag casco gemeente Dinkelland. Auteur: Annemarie Kamerling, Martin Degen. Casco Noordoost Twente - 1 -

Casco beoordeling. Aanvraag casco gemeente Dinkelland. Auteur: Annemarie Kamerling, Martin Degen. Casco Noordoost Twente - 1 - Casco beoordeling Aanvraag casco gemeente Dinkelland Auteur: Annemarie Kamerling, Martin Degen Versie: Definitief Rapportnummer: LG-2015-06 / DNK-015 Datum: 30-04-2015 Casco Noordoost Twente - 1 - Inhoudsopgave

Nadere informatie

Bijlage 2 Uitvoeringsprojecten biodiversiteit en leefgebieden. Voorbeeld 1 Leefgebieden gladde slang in De Kempen (binnen EHS)

Bijlage 2 Uitvoeringsprojecten biodiversiteit en leefgebieden. Voorbeeld 1 Leefgebieden gladde slang in De Kempen (binnen EHS) Bijlage 2 Uitvoeringsprojecten biodiversiteit en leefgebieden Voorbeeld 1 Leefgebieden gladde slang in De Kempen (binnen EHS) Inleiding In 2006 heeft RAVON in opdracht van de Provincie Noord-Brabant het

Nadere informatie

Kleinschalig heidebeheer maatregelen diverse terreinen

Kleinschalig heidebeheer maatregelen diverse terreinen Resultaten Uitgangssituatie Algemeen Kleinschalig heidebeheer maatregelen diverse terreinen Projectnummer: 2010_009 Projectnaam: Kleinschalig heidebeheer maatregelen diverse terreinen PMJP: B2 Kwaliteitsverbetering

Nadere informatie

Referentienummer Datum Kenmerk GM-0055696 16 februari 2012 313182

Referentienummer Datum Kenmerk GM-0055696 16 februari 2012 313182 Notitie Referentienummer Datum Kenmerk GM-0055696 16 februari 2012 313182 Betreft Actualisatie locatieonderzoek natuurwaarden 1 Aanleiding In 2007 is door Grontmij het Locatieonderzoek natuurwaarden Projectlocatiegebied

Nadere informatie

Leeswijzer internationale doelen binnen het gebiedsproces van agrarisch natuurbeheer Versie 0.1 16 mei 2014

Leeswijzer internationale doelen binnen het gebiedsproces van agrarisch natuurbeheer Versie 0.1 16 mei 2014 Leeswijzer internationale doelen binnen het gebiedsproces van agrarisch natuurbeheer Versie 0.1 16 mei 2014 Inleiding In deze leeswijzer vindt u een uitgebreidere uitleg over de het gebruik en interpretatie

Nadere informatie

1 NATUUR. 1.1 Natuurwetgeving & Planologie

1 NATUUR. 1.1 Natuurwetgeving & Planologie 1 NATUUR 1.1 Natuurwetgeving & Planologie De bescherming van de natuur is in Nederland vastgelegd in respectievelijk de Natuurbeschermingswet en de Flora- en faunawet. Deze wetten vormen een uitwerking

Nadere informatie

Defensie en Natuur: Ja, Natuurlijk!

Defensie en Natuur: Ja, Natuurlijk! Defensie en Natuur: Ja, Natuurlijk! Defensie staat voor vrede en veiligheid, in eigen land en daarbuiten. Men denkt dan al snel aan rondvliegende F-16 s en Chinooks, rondrijdende tanks, het opruimen van

Nadere informatie

Beheer- en onderhoudsplan

Beheer- en onderhoudsplan Beheer- en onderhoudsplan 2010-2015 Algemeen Deel Naar een meer gedifferentieerd en extensief onderhoud van hoofdwatergangen in het landelijk gebied Tabel 4:

Nadere informatie

Drukbegrazing en Chopperen als Alternatieven voor Plaggen van Natte heide

Drukbegrazing en Chopperen als Alternatieven voor Plaggen van Natte heide Drukbegrazing en Chopperen als Alternatieven voor Plaggen van Natte heide Effecten op middellange termijn: Fauna De Vlinderstichting Stichting Bargerveen B-Ware Experimenteel onderzoek Abiotiek: ph, buffercapaciteit,

Nadere informatie

3. Inventarisatie. Organisatie. Figuur 1: Grafiek met het aantal retour gezonden inventarisatieformulieren per organisatie.

3. Inventarisatie. Organisatie. Figuur 1: Grafiek met het aantal retour gezonden inventarisatieformulieren per organisatie. 3. Inventarisatie 3.1. Methode Het inventarisatieformulier (zie bijlage 2) voor de Jeneverbes is verspreid via diverse organisaties naar beheerders en vrijwilligers. De organisaties die hierbij aan bij

Nadere informatie

Biodiversiteit in Zundert Korte samenvatting

Biodiversiteit in Zundert Korte samenvatting Biodiversiteit in Zundert Korte samenvatting Wij hopen dat het rapport "Biodiversiteit in Zundert" en deze korte samenvatting u zullen inspireren tot het nemen van maatregelen om de biodiversiteit in Zundert

Nadere informatie

Quickscan natuuronderzoek en aanvullende rapportage verbouwing monumentaalpand Lammerinkweg 102 Enschede

Quickscan natuuronderzoek en aanvullende rapportage verbouwing monumentaalpand Lammerinkweg 102 Enschede Quickscan natuuronderzoek en aanvullende rapportage verbouwing monumentaalpand Lammerinkweg 102 Enschede Een inventarisatie van beschermde flora en fauna Enschede 2 December 2010 Rapportnummer 0123 Projectnummer

Nadere informatie

Landschappelijke elementen

Landschappelijke elementen Welkomstkaarten voor Landschappelijke elementen Gaan voor groen! Behoud en herstel van landschappelijke elementen? Geweldig! Landschappelijke elementen zijn van culturele en historische waarde. Maar ze

Nadere informatie

Notitie. 1 Aanleiding

Notitie. 1 Aanleiding Aan Bart van Eck Onderwerp Advies over natuurwetgeving bij de inrichtingsplannen voor de waterberging de Ronde Hoep 1 Aanleiding De polder de Ronde Hoep is aangewezen voor calamiteitenberging in de deelstroomgebiedsvisie

Nadere informatie

CERTIFICERING ZORGVULDIG HANDELEN FLORA & FAUNA, WET NATUURBESCHERMING NIVEAU 1, 2 EN 3 AOC KEURMERK

CERTIFICERING ZORGVULDIG HANDELEN FLORA & FAUNA, WET NATUURBESCHERMING NIVEAU 1, 2 EN 3 AOC KEURMERK BERAAD CURSUSCOÖRDINATOREN AOC S NIETS UIT DEZE UITGAVE MAG WORDEN GEBRUIKT, VERVEELVOUDIGD EN/OF OPENBAAR GEMAAKT DOOR MIDDEL VAN DRUK, FOTOKOPIE, MICROFILM OF OP WELKE WIJZE DAN OOK, ZONDER VOORAFGAANDE

Nadere informatie

Voorschriften en criteria financiële bijdrage soortenbescherming 2016

Voorschriften en criteria financiële bijdrage soortenbescherming 2016 Voorschriften en criteria financiële bijdrage soortenbescherming 2016 1 Begripsomschrijving initiatiefnemer a. Initiatiefnemer: met initiatiefnemer wordt bedoeld, diegene die bij Landschap Noord-Holland

Nadere informatie

LIFE+ IN DE AMSTERDAMSE WATERLEIDINGDUINEN

LIFE+ IN DE AMSTERDAMSE WATERLEIDINGDUINEN LIFE+ IN DE AMSTERDAMSE WATERLEIDINGDUINEN De AWD maakt onderdeel uit van Natura 2000, een netwerk van beschermde Europese natuurgebieden. Dankzij een LIFE+ subsidie kan Waternet het duin de komende jaren

Nadere informatie

Quick scan Ecologie Tunnel Leijenseweg Gemeente De Bilt

Quick scan Ecologie Tunnel Leijenseweg Gemeente De Bilt Quick scan Ecologie Tunnel Leijenseweg Gemeente De Bilt CONCEPT Omgevingsdienst Regio Utrecht juli 2012 kenmerk/ opgesteld door beoordeeld door Ronald Jansen Dagmar Storm INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding...

Nadere informatie

Onderzoek flora en fauna

Onderzoek flora en fauna Onderzoek flora en fauna 1. Conclusie Geconcludeerd wordt dat voor de beoogde functieveranderingen geen ontheffing in het kader van de Flora- en faunawet vereist is. Hierbij dient wel gewerkt te worden

Nadere informatie

Quickscan natuuronderzoek bouwblok Kolenbranderweg Haaksbergen

Quickscan natuuronderzoek bouwblok Kolenbranderweg Haaksbergen Quickscan natuuronderzoek bouwblok Kolenbranderweg Haaksbergen Een inventarisatie van beschermde flora en fauna Haaksbergen 21 Mei 2014 Rapportnummer 031 Projectnummer 012 opdrachtgever Fam. Ten Dam Kolenbranderweg

Nadere informatie

Notitie. Referentienummer Datum Kenmerk november Betreft Notitie actualisatie natuuronderzoek Willevenstraat te Schaijk

Notitie. Referentienummer Datum Kenmerk november Betreft Notitie actualisatie natuuronderzoek Willevenstraat te Schaijk Notitie Referentienummer Datum Kenmerk 254564 13 november 2014 254564 Betreft Notitie actualisatie natuuronderzoek Willevenstraat te Schaijk 1 Aanleiding en doel De ontwikkelingsmaatschappij Ruimte voor

Nadere informatie

Inventarisatie van ecologische waarden van het agrarisch natuurbeheer in Zeeland juni 2014

Inventarisatie van ecologische waarden van het agrarisch natuurbeheer in Zeeland juni 2014 Inventarisatie van ecologische waarden van het agrarisch natuurbeheer in Zeeland juni 2014 Stichting Landschapsbeheer Zeeland Lucien Calle Sandra Dobbelaar Alex Wieland 15 juli 2014 1 Inhoud Inleiding...

Nadere informatie

Bijlage 6: Oplegnotitie bij bijlage 5 Gevolgen voor beschermde en bedreigde natuurwaarden inrichting Skûlenboarch, Buro Bakker, 2011

Bijlage 6: Oplegnotitie bij bijlage 5 Gevolgen voor beschermde en bedreigde natuurwaarden inrichting Skûlenboarch, Buro Bakker, 2011 Bijlage 6: Oplegnotitie bij bijlage 5 Gevolgen voor beschermde en bedreigde natuurwaarden inrichting Skûlenboarch, Buro Bakker, 2011 Gevolgen voor beschermde en bedreigde natuurwaarden inrichting Skûlenboarch

Nadere informatie

Notitie flora en fauna

Notitie flora en fauna Notitie flora en fauna Titel/locatie Projectnummer: 6306 Datum: 11-6-2013 Opgesteld: Rosalie Heins Gemeente Baarn is voornemens om op de locatie van de huidige gemeentewerf een nieuwe brede school ontwikkelen.

Nadere informatie

3.8 Praktische aanpak monitoring natte dooradering en water Rémon ter Harmsel Stichting RAVON

3.8 Praktische aanpak monitoring natte dooradering en water Rémon ter Harmsel Stichting RAVON 3.8 Praktische aanpak monitoring natte dooradering en water Rémon ter Harmsel Stichting RAVON Praktische aanpak monitoring natte dooradering en water Amfibieën & Vissen Rémon ter Harmsel Landelijke ANLb-dag,

Nadere informatie

QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET VOOR HET PERCEEL KAATSWEG 3 RODERESCH

QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET VOOR HET PERCEEL KAATSWEG 3 RODERESCH Eindrapport QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET VOOR HET PERCEEL KAATSWEG 3 RODERESCH September 2015 Quick scan Flora- en faunawet Kaatsweg 3 Roderesch Pagina 1 INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding 1.1 Inleiding 1.2 Het

Nadere informatie

Dossiernummer: 23-10-2013 Projectnummer:

Dossiernummer: 23-10-2013 Projectnummer: Bijlagen bij verordening subsidies natuurvriendelijke oevers en vispaaiplaatsen 2014: 1. Inrichtingseisen natuurvriendelijke oevers en vispaaiplaatsen; 2. Richtlijnen voor natuurvriendelijk onderhoud.

Nadere informatie

Herstel biodiversiteit in Noord-Brabant,

Herstel biodiversiteit in Noord-Brabant, Herstel biodiversiteit in Noord-Brabant, hoe doen we dat en werkt het? Wiel Poelmans Programma Natuur Provincie Noord-Brabant Wat komt er aan de orde? Positie biodiversiteit in natuurbeleid Waarom, wat,

Nadere informatie

WERKWIJZE ECOLOGISCHE EN FINANCIELE TOETS

WERKWIJZE ECOLOGISCHE EN FINANCIELE TOETS WERKWIJZE ECOLOGISCHE EN FINANCIELE TOETS INLEIDING Als onderdeel van de interne kwaliteitsborging voert het collectief een ecologische toets uit op het beheerplan dat in voorbereiding op de gebiedsaanvraag

Nadere informatie

Quickscan Flora- en Faunawet Nieuwbouw Doorninkweg 6. Verkennend onderzoek naar beschermde natuurwaarden ten behoeve van ruimtelijke ontwikkelingen

Quickscan Flora- en Faunawet Nieuwbouw Doorninkweg 6. Verkennend onderzoek naar beschermde natuurwaarden ten behoeve van ruimtelijke ontwikkelingen Quickscan Flora- en Faunawet Nieuwbouw Doorninkweg 6 Verkennend onderzoek naar beschermde natuurwaarden ten behoeve van ruimtelijke ontwikkelingen Quickscan Flora- en Faunawet Nieuwbouw Doorninkweg 6 Verkennend

Nadere informatie

Indeling lezing. Herstel van leefgebieden voor de gladde slang. Ringslang. Gladde slang. Adder

Indeling lezing. Herstel van leefgebieden voor de gladde slang. Ringslang. Gladde slang. Adder Indeling lezing Herstel van leefgebieden voor de gladde slang De gladde slang; uiterlijk, verspreiding en habitat Beheer Monitoring Jeroen van Delft Bladel, 13 september 2013 2/31 Ringslang Slanke bruine

Nadere informatie

TOELICHTING FLORA- EN FAUNAWET

TOELICHTING FLORA- EN FAUNAWET BUREAU NATUURBALANS - LIMES DIVERGENS BV Natuuronderzoek gastransportleiding Hommelhof Zuid-Limburg BIJLAGE 1 TOELICHTING FLORA- EN FAUNAWET De Flora- en faunawet regelt de bescherming van dier- en plantensoorten

Nadere informatie

mei 2018 The Links Valley Natuurgolfterrein The Links Valley

mei 2018 The Links Valley Natuurgolfterrein The Links Valley mei 2018 The Links Valley Natuurgolfterrein The Links Valley THE LINKS VALLEY, GOLFBAAN OF NATUURTERREIN? Het is lastig te zeggen of The Links Valley nu meer golfbaan is of natuurterrein. Feitelijk bestaat

Nadere informatie

Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk (KuiperCompagnons)

Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk (KuiperCompagnons) Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk 14-16 (KuiperCompagnons) NATUUR Kader De Flora- en faunawet (hierna: Ffw) beschermt alle in het wild levende zoogdieren, vogels, reptielen en amfibieën. Van deze soortgroepen

Nadere informatie

Bureauonderzoek natuurwaarden wijzigingsplan Boekenrode

Bureauonderzoek natuurwaarden wijzigingsplan Boekenrode Bureauonderzoek natuurwaarden wijzigingsplan Boekenrode Natuurwaardenkaart Voor het inventariseren van de natuurwaarden van Heemstede zijn in het rapport Natuurwaardenkaart van Heemstede Waardering van

Nadere informatie

Harderbos en Harderbroek verbonden

Harderbos en Harderbroek verbonden Harderbos en Harderbroek verbonden De Ganzenweg is een verbinding voor mensen, maar een barrière voor dieren. Er ligt al een faunapassage onderdoor. De route daar naar toe is voor dieren nog niet ideaal.

Nadere informatie

1.2 landschap, natuur en recreatie. Landschap

1.2 landschap, natuur en recreatie. Landschap 1.2 landschap, natuur en recreatie Landschap Radio Kootwijk vormt een belangrijke schakel in een aaneengesloten open tot halfopen droog tot vochtig stuifzand- en heidegebied dat zich uitstrekt van het

Nadere informatie

Uitvoeringsprogramma Biodiversiteit en Leefgebieden

Uitvoeringsprogramma Biodiversiteit en Leefgebieden Uitvoeringsprogramma Biodiversiteit en Leefgebieden 1. Inleiding In de nota Brabant Uitnodigend Groen (Nota BrUG) is het nieuwe natuur- en landschapsbeleid van de provincie voor het komende decennium verwoord.

Nadere informatie

De Nederlander en de natuur. Rapportage

De Nederlander en de natuur. Rapportage De Nederlander en de natuur Rapportage Index 1. Samenvatting 3 2. Het belang van de Nederlandse natuur 6 3. De kijk op het Nederlandse natuurbeleid 8 4. Het groene netwerk 13 5. Onderzoeksverantwoording

Nadere informatie

2Bconnect Ecologie en bedrijventerreinen. Kennisdag Rollin Verlinde Inverde

2Bconnect Ecologie en bedrijventerreinen. Kennisdag Rollin Verlinde Inverde CURSUS 2Bconnect Ecologie en bedrijventerreinen Kennisdag Rollin Verlinde Inverde Heeft dit zin? Welke rol kunnen bedrijventerreinen hebben? Illustratie: Wilfried Jansen Of Lorkeers, illustrator/designer

Nadere informatie

RAVON JAARVERSLAG 2003 & 2004

RAVON JAARVERSLAG 2003 & 2004 RAVON JAARVERSLAG 2003 & 2004 REPTIELEN AMFIBIEËN VISSEN ONDERZOEK NEDERLAND Projecten Inhaalslag In 2004 heeft RAVON van het ministerie van LNV opdracht gekregen voor het project Inhaalslag Verspreidingsonderzoek.

Nadere informatie

Alle soorten tellen Mee!

Alle soorten tellen Mee! Alle soorten tellen Mee! Reflectie op lezing Astrid Manhoudt Monitoring Agrarisch Natuurbeheer 3 e Flora en Faunacongres Nijmegen, 25 januari 2016 Ronald Zollinger Tellen alle soorten wel mee? Discussie

Nadere informatie

Biodiversiteit in Vlaanderen: de cijfers

Biodiversiteit in Vlaanderen: de cijfers Biodiversiteit in Vlaanderen: de cijfers Myriam Dumortier Natuurrapport www.natuurindicatoren.be www.nara.be www.inbo.be Haalt Vlaanderen de 2010-doelstelling? Biodiversiteit Verstoringen/bedreigingen

Nadere informatie

Aanvullend natuuronderzoek TATA. tbv tijdelijke natuur

Aanvullend natuuronderzoek TATA. tbv tijdelijke natuur Aanvullend natuuronderzoek TATA tbv tijdelijke natuur 2017 Aanvullend natuuronderzoek TATA tbv tijdelijke natuur C. van den Tempel & V. Ronde 2017 Projectleider Afdeling Opdrachtgever Financiering Foto

Nadere informatie

Amfibieën. Peter Harrewijn 9 maart 2017 IVN Steilrand

Amfibieën. Peter Harrewijn 9 maart 2017 IVN Steilrand Amfibieën Peter Harrewijn 9 maart 2017 IVN Steilrand Inhoud Welkom / voorstellen Reptiel/amfibie? Padden / kikkers / salamanders / exoten Ziekten / plagen Poelen Wetgeving Beheer Vragen Peter Harrewijn

Nadere informatie

Ooibossen zijn bossen die op natuurlijke wijze zijn ontstaan en langs rivieren groeien.

Ooibossen zijn bossen die op natuurlijke wijze zijn ontstaan en langs rivieren groeien. Ooibossen Definitie Ooibossen zijn bossen die op natuurlijke wijze zijn ontstaan en langs rivieren groeien. Ooi is een oud woord voor nat terrein nabij een rivier Deze bossen worden voortdurend blootgesteld

Nadere informatie

Hoofdlijnen Natuurrapport 2007

Hoofdlijnen Natuurrapport 2007 Hoofdlijnen Hoofdlijnen Natuurrapport 2007 Biodiversiteit Verstoringen/bedreigingen Duurzaam gebruik Hoofdlijnen Natuurrapport 2007 Biodiversiteit Verstoringen/bedreigingen Duurzaam gebruik Toestand plant-

Nadere informatie

Quickscan. Een. Projectnummer 018. Opdrachtgever. Opdrachtnemer. Scholtenhagenweg 10

Quickscan. Een. Projectnummer 018. Opdrachtgever. Opdrachtnemer. Scholtenhagenweg 10 Quickscan natuuronderzoek ivm bestemmingsplan en ontwikkelingen Bellersweg 13 Hengelo Een inventarisatie van beschermde flora en fauna Haaksbergen 9 juli 2013 Rapportnummer 0128 Projectnummer 018 Opdrachtgever

Nadere informatie

Memo. Stefan Buskermolen Liandon B.V. Sander van Rijn 2 e lezer Ellen Bults. 13 juli 2012 RLO 476-SOM

Memo. Stefan Buskermolen Liandon B.V. Sander van Rijn 2 e lezer Ellen Bults. 13 juli 2012 RLO 476-SOM Liandon B.V. Aan Stefan Buskermolen Liandon B.V. Van Sander van Rijn 2 e lezer Ellen Bults Memo Contactpersoon drs. Sander van Rijn Telefoon +31 6 21 47 95 82 sander.van.rijn@alliander.com Datum Betreft

Nadere informatie

Bosbeheer voor reptielen en amfibieën. Jeroen van Delft

Bosbeheer voor reptielen en amfibieën. Jeroen van Delft Bosbeheer voor reptielen en amfibieën Jeroen van Delft Opbouw lezing Habitateisen herpetofauna Gesloten bos Open plekken en brede bermen Randen, mantels en zomen Dood hout Water in en bij het bos Steilkanten,

Nadere informatie

Bermbeheer: ook voor plant en dier van knautia en knautiabij tot bruin dikkopje. Hasselt - 2 februari 2012 Kars Veling, De Vlinderstichting

Bermbeheer: ook voor plant en dier van knautia en knautiabij tot bruin dikkopje. Hasselt - 2 februari 2012 Kars Veling, De Vlinderstichting Bermbeheer: ook voor plant en dier van knautia en knautiabij tot bruin dikkopje Kartering 650 kilometer bermen en holle wegen Zuid-Limburg en bepaling kwaliteit Belang van de bermen voor aandachtssoorten:

Nadere informatie

PROV 1f,,c,,-.. ;_.-_ STATE:i'J VAN OVE;:.~l.JSSEL. Dat. ontv 2 2 FEB 2018

PROV 1f,,c,,-.. ;_.-_ STATE:i'J VAN OVE;:.~l.JSSEL. Dat. ontv 2 2 FEB 2018 PROV 1f,,c,,-.. ;_.-_ STATE:i'J VAN OVE;:.~l.JSSEL Reg.nr. fs> \ 2 (') tlf ) 1 'Ç 5 Dat. ontv 2 2 FEB 2018 Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 Fax 038 425 48 88 overijssel.nl

Nadere informatie

P a r a g r a a f e c o l o g i e N i e u w b o u w w o n i n g S c h a p e n d r i f t t e N o r g

P a r a g r a a f e c o l o g i e N i e u w b o u w w o n i n g S c h a p e n d r i f t t e N o r g P a r a g r a a f e c o l o g i e N i e u w b o u w w o n i n g S c h a p e n d r i f t t e N o r g X.X Eco lo gi e KADER Om de uitvoerbaarheid van het plan te toetsen, is een inventarisatie van natuurwaarden

Nadere informatie

Invoerportaal Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer

Invoerportaal Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer Invoerportaal Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer Handleiding Thijs Schippers Versie 1.0 (juni 2016) Colofon Datum: Juni 2016 Titel: Handleiding invoermodule Subtitel: Meetnet Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer

Nadere informatie

Rapportage beoordelen en incidenteel belonen 2012

Rapportage beoordelen en incidenteel belonen 2012 Rapportage beoordelen en incidenteel belonen 2012 Oktober 2013 Samenvatting Provinciebreed wordt er in 2012 met 91% van de medewerkers een planningsgesprek gevoerd, met 81% een voortgangsgesprek en met

Nadere informatie

Beverwijkerstraatweg 44 - Castricum

Beverwijkerstraatweg 44 - Castricum Quick scan flora en fauna Beverwijkerstraatweg 44 - Castricum Gemeente Castricum 0 INHOUD 1. Aanleiding... 2 2. Gebiedsomschrijving en beoogde ingrepen... 3 3. Wettelijk kader... 4 4. Voorkomen van beschermde

Nadere informatie

HEIDE ROZENDAALSE VELD EN ROZENDAALSE ZAND. Beleidsnota

HEIDE ROZENDAALSE VELD EN ROZENDAALSE ZAND. Beleidsnota HEIDE ROZENDAALSE VELD EN ROZENDAALSE ZAND 2005 Beleidsnota Inhoudsopgave 1 Inleiding...3 2 Doelen...3 3 Uitgewerkte randvoorwaarden op juridisch en beleidsinhoudelijk vlak...4 3.1 Europees beleid...4

Nadere informatie

Baggeren en de natuurwetgeving. Studiedag Baggernet 18 juni 2008

Baggeren en de natuurwetgeving. Studiedag Baggernet 18 juni 2008 Baggeren en de natuurwetgeving Studiedag Baggernet 18 juni 2008 1 Dolf Logemann Adviesgroep Natuur & Archeologie ARCADIS 2 Inhoud van deze presentatie 1. De natuurwetgeving 2. De gedragscode van de Unie

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing Flora en fauna De Monarch I, II, III en IV

Ruimtelijke onderbouwing Flora en fauna De Monarch I, II, III en IV Notitie Contactpersoon ing. M.M. (Margaret) Konings Datum 18 juli 2012 Ruimtelijke onderbouwing Flora en fauna De Monarch I, II, III en IV Algemeen In opdracht van Monarch heeft Tauw in 2011 en 2012 onderzoek

Nadere informatie

Wet natuurbescherming. Niels Jeurink

Wet natuurbescherming. Niels Jeurink Wet natuurbescherming Niels Jeurink Inhoud Gebiedenbescherming: Natura 2000, beschermde natuurmonumenten, NNN Soortenbescherming: om welke soorten gaat het? soorten die beschermd zijn en dat ook blijven

Nadere informatie

HANDLEIDING ECOLOGISCHE EN FINANCIELE TOETS

HANDLEIDING ECOLOGISCHE EN FINANCIELE TOETS HANDLEIDING ECOLOGISCHE EN FINANCIELE TOETS INLEIDING Als onderdeel van de interne kwaliteitsborging voert het collectief een ecologische toets uit op het beheerplan dat in voorbereiding op de gebiedsaanvraag

Nadere informatie

Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe

Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe Verordening vastgesteld: 26-06-2003 In werking getreden: 15-09-2003 COMPENSATIEVERPLICHTING Artikel 1 Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan

Nadere informatie

Samen houden we het landschap in de gemeente Dalfsen mooi!

Samen houden we het landschap in de gemeente Dalfsen mooi! De Stichting Groene en lauwe Diensten Overijssel De stichting Groene en lauwe Diensten Overijssel is opgericht door Landschap Overijssel en Natuurlijk Platteland Oost (de koepelorganisatie van Agrarische

Nadere informatie

Quick scan ecologie Grote Sloot te Burgerbrug

Quick scan ecologie Grote Sloot te Burgerbrug Quick scan ecologie Grote Sloot te Burgerbrug Quick scan ecologie Grote Sloot te Burgerbrug Auteur Opdrachtgever Projectnummer Ingen foto omslag P.J.H. van der Linden N. Hemmers Bureau Buitenweg 13.143

Nadere informatie

BOETELERVELD. ROUTE 4,3 km

BOETELERVELD. ROUTE 4,3 km BOETELERVELD ROUTE 4,3 km 20 17 Weten hoe een groot deel van Salland er tot eind 19e eeuw uitzag? Wandel dan eens door het Boetelerveld bij Raalte. Ervaar rust, ruimte en openheid in dit enig overgebleven

Nadere informatie

INRICHTING & BEHEER EN STARING ADVIES

INRICHTING & BEHEER EN STARING ADVIES EN STARING ADVIES Inrichtingsplan Om de ecologische hoofdstructuur te realiseren moeten er nog vele hectares landbouwgrond omgevormd worden in bos en natuur. Om tot een duurzame inrichting te komen moeten

Nadere informatie

Notitie quickscan flora en fauna Wilgenweg 10, Groot- Ammers

Notitie quickscan flora en fauna Wilgenweg 10, Groot- Ammers Notitie quickscan flora en fauna Wilgenweg 10, Groot- Ammers Aan: S. Baardwijk (Sjaak Baardwijk Hoveniersbedrijf ) Van: Kopie: L. Boon (Ecoresult) B. Verhoeven (Ecoresult) Datum: 15 oktober 2014 Versie:

Nadere informatie

Projectplan ontheffingsaanvraag Flora- en faunawet drie bebouwingslocaties te Rozenburg (ZH)

Projectplan ontheffingsaanvraag Flora- en faunawet drie bebouwingslocaties te Rozenburg (ZH) Projectplan ontheffingsaanvraag Flora- en faunawet drie bebouwingslocaties te Rozenburg (ZH) Projectplan ontheffingsaanvraag Flora- en faunawet drie bebouwingslocaties te Rozenburg (ZH) september 2009

Nadere informatie

Is herstel hoogvenen succesvol? Bart van Tooren. Bjørn van den Boom, Senior beleidsmedewerker Natuurbeheer

Is herstel hoogvenen succesvol? Bart van Tooren. Bjørn van den Boom, Senior beleidsmedewerker Natuurbeheer Is herstel hoogvenen succesvol? Bart van Tooren Bjørn van den Boom, Senior beleidsmedewerker Natuurbeheer Agenda Inleiding Wat is hoogveen Degradatie van hoogveen in Nederland Herstel van hoogveen Resultaten

Nadere informatie

Toelichting bij Uitbreiding gebiedsaanvraag Agrarisch natuur- en landschapsbeheer (ANLb)

Toelichting bij Uitbreiding gebiedsaanvraag Agrarisch natuur- en landschapsbeheer (ANLb) Toelichting bij Uitbreiding gebiedsaanvraag Agrarisch natuur- en landschapsbeheer (ANLb) A1/A2. Gegevens rechtspersoon en gemachtigde De uitbreiding op de gebiedsaanvraag moet worden aangevraagd en ondertekend

Nadere informatie

Monitoring bij Natuurboeren. 31 maart 2015

Monitoring bij Natuurboeren. 31 maart 2015 Monitoring bij Natuurboeren 31 maart 2015 problematiek Afname Plant- en dieren leven in het buitengebied Intensivering grondgebruik, verdroging Monitoring bij natuurboeren 2 Monitoring bij natuurboeren

Nadere informatie

Marijn Nijssen, Toos van Noordwijk, Annemieke Kooijman, Herman van Oosten, Bart Wouters, Chris van Turnhout, Jasja Dekker, Michiel Wallis de Vries,

Marijn Nijssen, Toos van Noordwijk, Annemieke Kooijman, Herman van Oosten, Bart Wouters, Chris van Turnhout, Jasja Dekker, Michiel Wallis de Vries, Zijn effecten van begrazing te voorspellen? Marijn Nijssen, Toos van Noordwijk, Annemieke Kooijman, Herman van Oosten, Bart Wouters, Chris van Turnhout, Jasja Dekker, Michiel Wallis de Vries, Ingo Jansen,

Nadere informatie

LANGS ESDORP & STUIFZAND

LANGS ESDORP & STUIFZAND LANGS ESDORP & STUIFZAND ROUTE 8 km Een mooie route over dit landgoed met kamduinen, bijzondere planten en dieren en een blik op huis Beerze. Deze route is gemaakt door Landschap Overijssel. 20 17 Langs

Nadere informatie

Bureaustudie natuurwaarden Nijverheidstraat te Nederhemert

Bureaustudie natuurwaarden Nijverheidstraat te Nederhemert Bureaustudie natuurwaarden Nijverheidstraat te Nederhemert Datum : 30 oktober 2014 Opdrachtgever : Pouderoyen BV Opgesteld door : ir. N. Arts Projectnummer : P14-0202 Inleiding Initiatiefnemer is voornemens

Nadere informatie

Quickscan flora en fauna. Deltaweg te Helmond

Quickscan flora en fauna. Deltaweg te Helmond Quickscan flora en fauna Deltaweg te Helmond A.P. Kerssemakers Voor de afdeling: SB/ROV. Gemeente Helmond. December 2012 Inhoudsopgave 1. Inleiding 1 2.Wettelijk kader 2 3. Plangebied 4 4. Onderzoek 7

Nadere informatie

Examen HAVO. wiskunde B1. tijdvak 1 dinsdag 20 mei 13.30-16.30 uur

Examen HAVO. wiskunde B1. tijdvak 1 dinsdag 20 mei 13.30-16.30 uur Examen HAVO 2008 tijdvak 1 dinsdag 20 mei 13.30-16.30 uur wiskunde B1 Dit examen bestaat uit 20 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 84 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat hoeveel punten met

Nadere informatie

Advies over ontsnipperingsmaatregelen

Advies over ontsnipperingsmaatregelen Advies over ontsnipperingsmaatregelen in Laakdal Adviesnummer: INBO.A.3531 Datum advisering: 1 februari 2017 Auteur(s): Contact: Joris Everaert Niko Boone (niko.boone@inbo.be) Kenmerk aanvraag: e-mail

Nadere informatie

Verkennend natuuronderzoek N237 Soesterberg

Verkennend natuuronderzoek N237 Soesterberg Verkennend natuuronderzoek N237 Soesterberg Verantwoording Titel : Verkennend natuuronderzoek N237 Soesterberg Subtitel : Projectnummer : Referentienummer : Revisie : C1 Datum : 30-10-2012 Auteur(s) :

Nadere informatie

Monitoring Ecocorridor Zwaluwenberg

Monitoring Ecocorridor Zwaluwenberg Monitoring Ecocorridor Zwaluwenberg Nieuwsbrief Versie: oktober 2014 Inhoud 1. Inleiding 2. Zoogdieren 3. Herpetofauna 4. Vlinders 5. Overig 6. Colofon Wat dragen de ecoducten bij de Zwaluwenberg bij aan

Nadere informatie

Ruimtelijke ontwikkelingen en de Flora- en faunawet

Ruimtelijke ontwikkelingen en de Flora- en faunawet Ruimtelijke ontwikkelingen en de Flora- en faunawet Inleiding Praktisch overal in Nederland komen beschermde soorten flora en fauna voor. Bekende voorbeelden zijn de aanwezigheid van rugstreeppadden op

Nadere informatie

Groengebied Amstelland AB 16-04-2009 Agendapunt 8 Ecologische verbinding Holendrechter- en Bullewijkerpolder BIJLAGE 2: NOTA VAN UITGANGSPUNTEN

Groengebied Amstelland AB 16-04-2009 Agendapunt 8 Ecologische verbinding Holendrechter- en Bullewijkerpolder BIJLAGE 2: NOTA VAN UITGANGSPUNTEN Groengebied Amstelland AB 16-04-2009 Agendapunt 8 Ecologische verbinding Holendrechter- en Bullewijkerpolder BIJLAGE 2: NOTA VAN UITGANGSPUNTEN De Holendrechter- en Bullewijkerpolder als ontbrekende schakel

Nadere informatie

Natura 2000 in De Wieden en Weerribben. Wat betekent dit voor u?

Natura 2000 in De Wieden en Weerribben. Wat betekent dit voor u? Natura 2000 in De Wieden en Weerribben Wat betekent dit voor u? Deze brochure is bestemd voor bewoners, ondernemers, grondeigenaren, pachters en andere belanghebben in de gebieden De Wieden en De Weerribben.

Nadere informatie

Was word tabel Natuurbeheerplan 2017 ontwerp Natuurbeheerplan tekstdeel

Was word tabel Natuurbeheerplan 2017 ontwerp Natuurbeheerplan tekstdeel Was word tabel Natuurbeheerplan 2017 ontwerp Natuurbeheerplan 2018 tekstdeel Algemeen: Overal waar 2017 stond is dit aangepast naar 2018 Natuurnetwerk Nederland is afgekort tot NNN. Specifiek per pagina:

Nadere informatie

Verkennend natuuronderzoek locatie Hessenweg

Verkennend natuuronderzoek locatie Hessenweg Verkennend natuuronderzoek locatie Hessenweg 101 te Dalfsen Onderzoek naar het voorkomen van beschermde soorten en gebieden Datum: 09-10-2012 Auteur: A. Tuitert Opdrachtgever: Aveco de Bondt Rapportnummer:

Nadere informatie

K a n s e n. voor particulier natuurbeheer i n B r a b a n t. Onderzoeksrapport. Mei 2007

K a n s e n. voor particulier natuurbeheer i n B r a b a n t. Onderzoeksrapport. Mei 2007 K a n s e n voor particulier natuurbeheer i n B r a b a n t Onderzoeksrapport Mei 2007 Opdrachtgever: Uitvoerenden: In samenwerking met: Provincie Noord-Brabant Brabants Landschap Brabants Particulier

Nadere informatie

Bijlage 1 Onderzoek ecologie

Bijlage 1 Onderzoek ecologie Bijlage 1 Onderzoek ecologie In dit bureauonderzoek is de bestaande situatie vanuit ecologisch oogpunt beschreven en is vermeld welke ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt. Vervolgens is aangegeven waaraan

Nadere informatie

BEHEERPLAN BATENDIJK (ONG.) TE BORCULO

BEHEERPLAN BATENDIJK (ONG.) TE BORCULO BEHEERPLAN BATENDIJK (ONG.) TE BORCULO Rapportage beheerplan Batendijk (ong.) te Borculo Opdrachtgever Bosch & van Rijn Groenmarktstraat 56 3521 AV Utrecht Rapportnummer 8015.004 Versienummer Status D1

Nadere informatie

Het Brabantse natuurbeleid onder de loep Bijstelling noodzakelijk?

Het Brabantse natuurbeleid onder de loep Bijstelling noodzakelijk? Het Brabantse natuurbeleid onder de loep Bijstelling noodzakelijk? Conclusie Er zijn veel ontwikkelingen in het natuurbeleid sinds 2010 Er zijn aanpassingen doorgevoerd of noodzakelijk Natuurbeleid in

Nadere informatie

Albert Vliegenthart De Vlinderstichting

Albert Vliegenthart De Vlinderstichting Vlinders van A naar beter Albert Vliegenthart De Vlinderstichting Wet- en regelgeving Natuurwet wel of geen problemen? Omgevingswet komt er aan Gedragscodes - Rijksverantwoordelijkheid Handhaving - flexibiliteit

Nadere informatie

Memo. Figuur 1 Ligging Planlocatie (rode ster) (Bron: Google Maps)

Memo. Figuur 1 Ligging Planlocatie (rode ster) (Bron: Google Maps) Memo nummer 1 datum 10 februari 2014 aan Ron Vleugels Gemeente Maastricht van Luc Koks Antea Group Ton Steegh kopie project Sporthal Geusselt-stadion projectnummer 265234 betreft Toetsing natuurwetgeving

Nadere informatie

ANTWOORDNOTA Ontwerp Natuurbeheerplan Flevoland 2016

ANTWOORDNOTA Ontwerp Natuurbeheerplan Flevoland 2016 FLEVOLAND R U I M T E VOOR OPLOSSINGEN ANTWOORDNOTA Ontwerp Natuurbeheerplan Flevoland 2016 ANTWOORDNOTA ONTWERP NATUURBEHEERPLAN FLEVOLAND 2016 Gedeputeerde Staten van Flevoland hebben op 16 december

Nadere informatie

LANDGOED BEERZE. ROUTE 4,2 km

LANDGOED BEERZE. ROUTE 4,2 km LANDGOED BEERZE ROUTE 4,2 km Een heerlijke wandeling voor de hele familie door de bossen bij Beerze, vlak bij Ommen. Lekker lopen langs heide, stuifduinen en ook via het oude huis Beerze. Route gemaakt

Nadere informatie

Inrichtingsplan verbindingszone Weerribben-Wieden Deelgebied Noordmanen, versie 1.2

Inrichtingsplan verbindingszone Weerribben-Wieden Deelgebied Noordmanen, versie 1.2 Inrichtingsplan verbindingszone Weerribben-Wieden Deelgebied Noordmanen, versie 1.2 Dit inrichtingsplan is een schets van de door Staatsbosbeheer wenselijk geachte situatie voor de verbindingszone tussen

Nadere informatie

Tabel doelen agrarisch natuur- en landschapsbeheer

Tabel doelen agrarisch natuur- en landschapsbeheer Tabel doelen agrarisch natuur- en landschapsbeheer AGRARISCHE AGRARISCHE AGRARISCHE LIMBURGS AANDEEL in NATUURTYPEN en LANDSCHAPSELEMENTTYPEN DEELGEBIEDEN CLUSTERS VAN BEHEERACTIVITEITEN volgens catalogus

Nadere informatie

Quickscan FF-wet voor ontwikkelingen aan Wedderstraat 18 te Vlagtwedde.

Quickscan FF-wet voor ontwikkelingen aan Wedderstraat 18 te Vlagtwedde. Quickscan FF-wet voor ontwikkelingen aan Wedderstraat 18 te Vlagtwedde. Quickscan FF-wet voor ontwikkelingen aan Wedderstraat 18 te Vlagtwedde. Status Definitief Datum 7 april 2015 Handtekening Matthijs

Nadere informatie

Onderzoek flora en fauna

Onderzoek flora en fauna Bijlage 3 Onderzoek flora en fauna Ecologie In dit onderzoek is de bestaande situatie vanuit ecologisch oogpunt beschreven en is vermeld welke ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt. Vervolgens is aangegeven

Nadere informatie

Verkennend natuurwaardenonderzoek

Verkennend natuurwaardenonderzoek Verkennend natuurwaardenonderzoek Locatie: ter hoogte van de Spoorstraat te Zegge, gemeente Rucphen (NB) Datum: 26 maart 2012 Projectnummer: 211x05748 Opgesteld door: mw. P. Maas Ecoloog ruimtelijke ordening

Nadere informatie