Wijzigingen meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling versie juli 2013 versus december 2011

Transcriptie

1 Wijzigingen meldcode versie juli 2013 versus december 2011 In onderstaande tabel zijn de belangrijkste wijzigingen weergegeven tussen de versies van juli 2013 en december 2011 van de meldcode voor de sector kinderopvang en bijbehorende handleiding. Tekstuele wijzigingen zijn in deze tabel niet opgenomen, het gaat om inhoudelijke wijzigingen ten opzichte van de oude versie. In de eerste tabel zijn de wijzigingen aangegeven tussen de nieuwe en de oude versie van de Meldcode zelf, in de tweede tabel zijn de wijzigingen weergegeven van de bijbehorende handleiding Wijzigingen meldcode versie juli 2013 Wat is gewijzigd in versie 2013 Tekstueel aangepast naar aanleiding van gewijzigde wet- en regelgeving Grotere nadruk op aanpassen van meldcode en bijbehorende handleiding voor eigen organisatiemodel Definities De volgende definities zijn gewijzigd: kinderopvangorganisatie, directie, beroepskracht, gastouder Nieuw Toegevoegd zijn definitie: houder, vrijwilliger, SHG, AMK, vertrouwensinspecteur, (Zeden)politie Overeenkomst ter gebruik Toevoeging van nieuwe wet- en regelgeving die van toepassing is. van de meldcode Benadrukt dat wat de organisatie zelf in dient te vullen Route 1: signalen van Wijziging van stap 2; toegevoegd dat zo nodig het SHG, AMK of een deskundige op het gebied van letselduiding geconsulteerd kan worden. Reden en toelichting (als van toepassing) Ter verduidelijking en ter onderscheiding van verschillende functies. Vanwege de ontstane meldplicht is een centrale rol weggelegd voor de houder bij het melden. De vertrouwensinspecteur is aangewezen als deskundige om de melding te doen. De enige plek om aangifte te doen van een zedenmisdrijf is de politie. : in dit besluit zijn een aantal stappen inhoudelijk In de faq s op de website staat meer informatie over wie als deskundige op het gebied van letselduiding kan worden ingeschakeld. In de kinderopvang zal in de praktijk het meeste met het AMK geschakeld worden. SHG is met name van belang indien het over volwassene gaat

2 Route 1: signalen van Route 1: signalen van Wijziging van stap 3; toegevoegd dat indien mogelijk ook met het kind zelf gesproken kan worden. Wijziging van stap 4; toegevoegd dat bij twijfel altijd het SHG of AMK verplicht ingeschakeld wordt. Nieuwe naam van de route (deze was in versie december 2011 route bij signalen van mishandeling door een beroepskracht) Wijziging van stap 1: de inhoud van de stappen is veranderd en in tweeën gedeeld; stap 1A en stap 1B Wijziging in stap 2: inhoud van de stap is veranderd; de houder moet direct contact opnemen met de vertrouwensinspecteur die mogelijk slachtoffer is. Daarnaast is verwerkt dat in deze route ook gesproken kan worden over gastouder daar waar beroepskracht staat. : in dit besluit zijn een aantal stappen inhoudelijk Binnen kinderopvang zal een gesprek met kinderen gezien hun leeftijd niet altijd aan de orde kunnen zijn. Intern binnen de organisatie moet een goede afweging gemaakt worden. Meer is terug te lezen in de toelichting op stap 3 in de meldcode zelf, en in hoofdstuk 6.1 van de bijbehorende handleiding versie juli : in dit besluit zijn een aantal stappen inhoudelijk Bedoeling van deze toevoeging is dat een professional niet te lang zelf met twijfel blijft rondlopen, maar bij twijfel altijd te rade moet gaan bij een instelling die hen bij de afweging van de aard en ernst kan helpen. De naam van deze route is aangepast vanwege de bij wet ontstane meldplicht. De naam is gewijzigd omdat het niet alleen om mishandeling kan gaan, maar ook een mogelijk zedendelict. De hele route is door de invoering van de meldplicht fundamenteel gewijzigd. Veel sneller wordt het signaal bij een externe deskundige (vertrouwensinspecteur van de Inspectie van het Onderwijs) neergelegd, verantwoordelijkheden worden direct al hoger binnen de organisatie neergelegd, wat snelheid van handelen zal bevorderen. Om de snelheid van handelen te benadrukken, is de eerste stap opgedeeld in twee delen; op moment dat het vermoeden bestaat bij de beroepskracht dat er sprake is van een zedendelict (stap 1A) moet direct de houder op de hoogte worden gebracht (stap 1B) Daarnaast is in dit verband niet alleen de beroepskracht degene die kan signaleren, maar ook de bemiddelingsmedewerker Vanwege de invoering van de meldplicht. Zie verder een toelichting hierop in route 2 van de meldcode zelf.

3 Verantwoordelijkheden in het scheppen van randvoorwaarden voor een veilig werk- en meldklimaat Sociale kaart Wijziging van stap 3: inhoud van de stap is veranderd; indien na melding bij vertrouwensinspecteur het vermoeden reëel wordt geacht, moet overgegaan worden tot aangifte bij de (zeden)politie. Daarnaast zijn de substappen iets aangepast en is bijvoorbeeld toegevoegd dat betrokken beroepskracht op non-actief moet worden gesteld gedurende het onderzoek Wijziging van stap 4: dit was in de route van versie december 2011 stap 5 in het proces. Er is daarnaast aan toegevoegd hoe gehandeld kan worden indien sprake is van een gastouder of vrijwilliger Wijziging in stap 5: dit was in de route van versie december 2011 stap 6 in het proces. Er zijn geen inhoudelijke wijzigingen gedaan verder Toegevoegd is een aantal keren de term gastouder. Toegevoegd is aan de sociale kaart het landelijke telefoonnummer om in contact te treden met de vertrouwensinspecteur van de Inspectie van het Onderwijs Vanwege invoering van de meldplicht. Zie verder een toelichting hierop in route 2 van de meldcode zelf. Een gastouder en vrijwilliger zijn doorgaans niet in dienst van de kinderopvangorganisatie, waardoor het nemen van arbeidsrechterlijke maatregelen niet aan de orde zijn. In de toelichting bij stap 4 van deze meldcode wordt hier dieper op ingegaan. Vanwege invoering van de meldplicht. Zie verder een toelichting hierop in route 2 van de meldcode zelf. Er dient altijd direct contact te worden opgenomen door de houder met de vertrouwensinspecteur indien een vermoeden is geuit van mogelijk geweld- of collega binnen de kinderopvangvoorziening.

4 Wijzigingen handleiding behorende bij de Meldcode versie juli 2013 Wat is gewijzigd in versie 2013 Reden en toelichting (als van toepassing) Tekstueel aangepast naar aanleiding van gewijzigde wet- en regelgeving Definities De volgende definities zijn gewijzigd: kinderopvangorganisatie, Ter verduidelijking en ter onderscheiding van verschillende functies. directie, beroepskracht, gastouder Vanwege de ontstane meldplicht is een centrale rol weggelegd voor Nieuw Toegevoegd zijn definitie: houder, vrijwilliger, SHG, AMK, vertrouwensinspecteur, (Zeden)politie de houder bij het melden. De vertrouwensinspecteur is aangewezen als deskundige om de melding te doen. De enige plek om aangifte te doen van een zedenmisdrijf is de politie. Algemeen (hoofdstuk 1) 1.1 Doel en functies van de handleiding; inhoud is tekstueel aangepast naar aanleiding van gewijzigde wet- en regelgeving en het ontstaan van de wettelijke meldplicht Algemeen (hoofdstuk 1) 1.2 kleine aanpassingen m.b.t. toevoeging houder en duidelijk aangegeven dat het mogelijk is om functies en verantwoordelijkheden aante passen aan het betreffende organisatiemodel. Vanwege ontstane meldplicht en centrale rol van houder hierin. Daarnaast vanwege betere inpasbaarheid binnen de organisatie een aantal zinsneden toegevoegd. Algemeen (hoofdstuk 1) 1.3 aanpassingen in situatie functies en verantwoordelijkheden binnen gastouderopvang Duidelijker uitgesplitst hoe de taakverhoudingen binnen gastouderopvang liggen, ook in relatie tot de toelichting in route 2 van de meldcode zelf. Hoofdstuk 3 Tekstueel aangepast met aanpassing van de stappen. Zie verdere uitleg over de gewijzigde stappen in de tabel van de wijzigingen van de meldcode zelf. Hoofdstuk 4 Naam van de route is gewijzigd. Daarnaast inhoudelijk aangepast naar aanleiding van de nieuw opzet van de stappen die binnen deze Vanwege de invoering van de meldplicht. Zie verdere uitleg over de gewijzigde stappen in de tabel van de wijzigingen van de meldcode zelf. route gezet moeten worden door invoering van de meldplicht. Hoofdstuk Preventieve maatregelen; kopje toegevoegd over vierogenprincipe Naar aanleiding van gewijzigde wetgeving in dagopvang. Hoofdstuk 6 In 6.1 wordt dieper ingegaan op een mogelijk gesprek met het kind zelf. Er worden tips gegeven hoe dit gesprek gevoerd kan worden. Toegevoegd naar aanleiding van de gewijzigde stap 3 in de route1 bij signalen van (gesprek voeren met ouder en indien mogelijk met kind) Hoofdstuk 7 Tekstuele wijzigingen in 7.1 en 7.2 omdat SHG en AMK op termijn over zullen gaan naar 1 nieuwe organisatie Hoofdstuk 7 Nieuwe paragraaf toegevoegd; vertrouwensinspecteurs van de Inspectie van het Onderwijs Naar aanleiding van de invoering van de meldplicht waarbij bij wet de vertrouwensinspecteur is aangewezen als partij waar melding van een zedendelict gedaan moet worden door de houder.

5 Hoofdstuk 8 Bijlage 1 Bijlage is inhoudelijk gewijzigd vanwege de ontstane meldplicht Onderdeel 6 is gewijzigd van naamgeving. Waar eerst gesproken werd over het syndroom van Munchhausen by Proxy wordt nu gesproken over Pediatric Condition Falsification (PCF) en Factitious Disorder by Proxy (FDP) Onderdeel 6 is gewijzigd van naamgeving. Waar eerst gesproken werd over het syndroom van Munchhausen by Proxy wordt nu gesproken over Pediatric Condition Falsification (PCF) en Factitious Disorder by Proxy (FDP)