EFG-Vac / 25L/S/SL
|
|
- Samuël Bogaerts
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 EFG-Vac / 25L/S/SL Gebruiksaanwijzing H
2 Voorwoord Voor een veilig gebruik van het interne transportmiddel is kennis nodig, die u in deze ORIGINELE HANDLEIDING vindt. De inormatie is weergegeven in korte, overzichtelijke vorm. De hoodstukken zijn alabetisch gerangschikt. Ieder hoodstuk begint met pagina 1. De pagina-aanduiding wordt gevormd door een hoodstukletter en paginanummer. Voorbeeld: pagina B 2 is de tweede pagina in hoodstuk B. Deze handleiding beschrijt verscheidene voertuigvarianten. Let er bij de bediening en de uitvoering van onderhoudswerkzaamheden op dat u de beschrijving voor het juiste voertuigtype gebruikt. m A De volgende pictogrammen markeren veiligheidsaanwijzingen en belangrijke uitleg. Staat voor veiligheidsinstructies die u moet opvolgen, om gevaren voor mensen te vermijden. Staat voor instructies die u moet opvolgen, om materiële schade te vermijden. Staat voor aanwijzingen en toelichting. t o Duidt op de standaarduitvoering. Duidt op de optionele uitvoering. Onze apparaten worden continu verder ontwikkeld. Wij vragen om uw begrip voor het eit dat wij een voorbehoud moeten maken voor wijzigingen in vorm, uitrusting en techniek. Uit de inhoud van deze handleiding kunnen op grond hiervan geen claims met betrekking tot bepaalde eigenschappen van het apparaat worden ageleid. Auteursrecht Het auteursrecht voor deze handleiding blijt in het bezit van JUNGHEINRICH AG. Jungheinrich Aktiengesellschat Am Stadtrand Hamburg - DUITSLAND Teleoon: +49 (0) 40/ NL
3 0108.NL
4 Inhoudsopgave A B Doelmatig gebruik Voertuigbeschrijving 1 Gebruiksbeschrijving... B 1 2 Beschrijving van de bouwgroepen en unctionele speciicatie... B Voertuig... B 3 3 Technische gegevens standaard-uitvoering... B Prestatiewaarden... B Gewichten (alle opgaven in kg)... B Banden... B Aanhanglasten... B EN-normen... B Voorwaarden gebruik... B 9 4 Posities van kenplaatjes en typeplaatjes... B Typeplaatje, voertuig... B Lastdiagram voertuig... B Lastdiagram vorktanden (basiswerktuig)... B Lastdiagram aanbouwappendage... B 13 C Transport en eerste inbedrijstelling 1 Verlading met kraan... C 1 2 Eerste inbedrijstelling... C 2 3 Voertuig zonder aandrijving aan verrijden... C 3 4 Wegslepen van het voertuig... C 3 D Accu - onderhoud, opladen, vervangen 1 Veiligheidsbepalingen in de omgang met natte accu s... D 1 2 Batterijtypen... D 2 3 Openen van de batterijkap met blokkeersysteem (optie)... D 3 4 Batterij open leggen... D 4 5 Batterij laden... D 5 6 Batterij uit- en inbouwen... D 6 7 Batterijkap sluiten... D 7 8 Batterijontladingsaanwijzer, batterijontladingsmeter, bedrijsurenteller D 7 I 1
5 E Bediening 1 Veiligheidsbepalingen voor de omgang met het bodemtransportvoertuig... E 1 2 Beschrijving van de bedieningsorganen en aleesinstrumenten... E Schakelaar op het dashboard... E Schakelaar op de bedieningsconsole... E Multiunctioneel display... E 5 3 Voertuig in bedrij stellen... E Controles en en werkzaamheden vooragaand aan de dagelijkse inbedrijstelling... E Bestuurderstoel instellen... E Veiligheidsgordel... E Blokkeersysteem automatisch/mechanisch (optie)... E Stuurkolom instellen... E Bedrijsgereed maken... E 14 4 Werken met het bodemtransportvoertuig... E Veiligheidsregels tijdens het rijden... E Rijden... E Sturen... E Remmen... E Bediening van de heinrichting en de appendages (MULTI-PILOT)... E Bediening van heinrichting en appendages (SOLO-PILOT)... E Opnemen, transporteren en aleggen van laadeenheden... E Voertuig beveiligd parkeren... E Trekken van aanhangers... E Aanhanglasten... E 29 5 Ontstoringshulp... E 30 I 2
6 F Instandhouding van het bodemtransportvoertuig 1 Bedrijsveiligheid en milieubescherming...f 1 2 Veiligheidsvoorschriten voor het instandhouden...f 1 3 Onderhoud en inspectie...f 3 4 Onderhouds-checklijst EFG-Vac...F 4 5 Smeerschema EFG-Vac...F Bedrijsmiddel...F 8 6 Beschrijving van de onderhouds- en reparatiewerkzaamheden...f Voertuig voor onderhouds- en reparatiewerkzaamheden gereed maken...f Bevestiging van de wielen inspecteren...f Bandenspanning...F Hydrauliekoliestand controleren...f Transmissieoliestand controleren...f Olie atappen...f Olie vullen...f Hydrauliekolieilter vervangen...f Aanzuigilter vervangen...f Oliestand voor remsysteem controleren...f Onderhoud aan de veiligheidsgordel...f Elektrische zekeringen controleren...f Hernieuwde inbedrijstelling na reinigings- o reparatiewerkzaaheden F 15 7 Stilleggen van het bodemtransportvoertuig...f Maatregels voor het stilleggen...f Maatregels tijdens de stillegging...f Hernieuwde ingebruikname na stillegging...f 16 8 Veiligheidscontrole na verloop van tijd en buitengewone gebeurtenissen (D: UVV-controle volgens BGV D27 [voorschriten voor ongevallenpreventie])...f 16 I 3
7 I 4
8 A A Doelmatig gebruik De Richtlijn voor het juiste en doelmatige gebruik van bodemtransport-voertuigen (VDMA) wordt met dit toestel meegeleverd. Ze is onderdeel van deze gebruiksaanwijzing en moet in ieder geval worden nagekomen. Nationale bestemmingen blijven onbeperkt geldig. Het hier beschreven voertuig is een beschreven bodemtransport-voertuig dat geschikt is voor het heen en transporteren van laadeenheden. Het moet volgens de gegevens in deze gebruiksaanwijzing ingezet, bediend en onderhouden worden. Ieder ander gebruik is niet doelmatig en kan schade aan personen, materieel o goederen veroorzaken. Bovenal dient een te zware belasting door te zware o eenzijdig opgenomen lading vermeden te worden. Bindend voor de maximaal op te nemen lading is de aan het voertuig bevestigde typeplaatje o het lastdiagram. De ondernemer dient ervoor te zorgen, dat beschadigde en/o slecht leesbare lastdiagrammen worden vernieuwd. Het bodemtransport-voertuig mag niet in omgevingen met brand- o ontploingsgevaar gereden worden en evenmin in omgevingen die corrosie veroorzaken o die sterk stohoudend zijn. m Verplichtingen voor de exploitant: Exploitant in de hier bedoelde betekenis is iedere natuurlijke o juridische persoon die zel gebruik maakt van het bodemtransportvoertuig o in diens opdracht deze gebruikt wordt. In speciale gevallen (b.v. leasing, verhuur) is de exploitant diegene persoon die volgens de bestaande contractuele bestemmingen tussen de eigenaar en de gebruiker van het bodemtransport-voertuig de verplichtingen voornoemd dient uit te voeren. De exploitant dient ervoor te zorgen dat het bodemtransport-voertuig uitsluitend doelmatig gebruikt wordt en dat alle gevaren voor het leven en de gezondheid van de gebruiker o van derden vermeden worden. Bovendien moet erop gelet worden dat de voorschriten voor het vermijden van ongelukken, verdere arbeidstechnische aanwijzingen evenals de richtlijnen voor gebruik, onderhoud en instandhouding in acht genomen worden. De exploitant dient ervoor in te staan dat alle gebruikers deze gebruiksaanwijzing gelezen en begrepen hebben. Bij veronachtzaming van deze gebruiksaanwijzing vervalt onze garantie. Dit geldt dienovereenkomstig, wanneer zonder toestemming van de servicedienst van de abrikant door de klant en/o derden ondeugdelijke werkzaamheden aan het product zijn verricht. Het aanbouwen van accessoires: Het aan- o inbouwen van extra installaties, waardoor ingegrepen wordt in de unkties van het bodemtransport-voertuig o die daardoor aangevuld worden, mag uitsluitend ná schritelijke toestemming door de producent gebeuren. Indien nodig dient een schritelijke vergunning van de lokale autoriteiten aangevraagd te worden. De vergunning van amtswege is echter geen alternatie voor de toestemming door de producent. Aanhang- resp. sleeplasten: Aan het voertuig mogen alleen aanhang- resp. sleeplasten aangekoppeld worden, waarvoor het voertuig is toegelaten. A 1
9 A 2
10 B Voertuigbeschrijving 1 Gebruiksbeschrijving De EFG-Vac is een elektro--cabine-vorkhetruck in vierwiel-uitvoering met rontaandrijving, die zijn last buiten de wielbasis opneemt, transporteert en het. De EVG- Vac is een vrijdragende contragewicht-stapelaar, die met de voorop aangebrachte lastopname ongehinderd vrachtwagens kan uitladen en de last op laadperrons o in stellingen kan neerzetten. Met de EVC-Vac kunnen genormde pallets conorm DIN 15142, draadijzeren boxpallets conorm DIN en andere gepalleteerde lasten worden gestapeld en getransporteerd. Voertuigtypen en maximum laadvermogen: Type max. laadvermogen *) Lastzwaartepunt EFG-Vac kg 500 mm EFG-Vac kg 500 mm EFG-Vac kg 500 mm *) Voor het laadvermogen gelden de op het voertuig aangebrachte lastdiagrammen B 1
11 2 Beschrijving van de bouwgroepen en unctionele speciicatie Pos. Aanduiding 1 t Bestuurdersbeschermdak 2 t Bestuurdersplaats 3 t Contragewicht 4 t Stuuras 5 t Motoras 6 t Vorkligger 7 t Mast 8 t Besturing B 2
12 2.1 Voertuig Besturing (8): Bij belasting van de bestuurderstoel wordt de besturing op stand-by geschakeld. Het stuuraggregaat loopt met een vooringesteld basistoerental. Ahankelijk van de benodigde stuurkracht wordt het toerental van de stuurpomp verhoogd, ahankelijk van de delexie van de stuurhoek wordt de rijsnelheid gereduceerd ( CurveControl ). De stuurhoek wordt in het display getoond. Bestuurderstoel (2): De bestuurdersstoel is een comortabel uitgevoerde stoel, de stuurkolom is instelbaar. Opbergmogelijkheden voor documenten o persoonlijke bezittingen van de bestuurder zijn aanwezig. De MULTI-PILOT verenigt alle hydraulische uncties en de rijrichtingschakelaar in één hendel. Het bestuurdersbeschermdak (1) is voorbereid voor evt. cabine-opbouw en kan derhalve snel worden geadapteerd. Elektrisch systeem/elektronica: Ultramoderne draaistroomtechniek maakt datatransmissie (CAN-Bus) via slechts een paar kabelstrengen mogelijk. Daardoor realiseren we een geringe storingsgevoeligheid voor b.v. kabelbreuken en een aanmerkelijk snellere outlocalisering. De complexe TC-besturing (Total Control) is eenvoudig, veilig en lexibel opgebouwd. De chaueur kan ahankelijk van lading en omgeving uit een aantal besturingsprogramma's kiezen: van high-perormance tot energiesparend. Een uiterst gemakkelijke en vooral snelle outanalyse en programmering zijn via een PC mogelijk. Aandrijving en rem: De wielen draaien niet door en er wordt geen energie verspild. De hydraulisch bediende oliebad-lammellenrem is als bedrijsrem nagenoeg onderhoudsvrij. De ascherming in de transmissie maakt gebruik zels in een agressieve omgeving mogelijk. Tevens wordt de stapelaar regeneratie via de tractiemotor tot stilstand ageremd. Daardoor wordt het energieverbruik geminimaliseerd. De veerrem koppelt ca. 15 sec. na stilstand van de stapelaar o 1-15 sec. (instelbaar) na ontlasting van de bestuurdersstoel in. Bij het intrappen van het rijpedaal wordt de veerrem automatisch weer gelost. Hydraulisch systeem: Alle uncties dienen subtiel, proportioneel en simultaan (voorzover geen abreuk doende aan de veiligheid) te worden uitgevoerd. Om een hoger rendement te verkrijgen werken één hydraulisch aggregaat en één stuurbekrachtigingsmotor azonderlijk van elkaar. Het micro-drukilter kan vana de bovenzijde (zonder dat hydrauliekolie uitloopt) worden vervangen. Mast (7): Ons doel is een geoptimaliseerd zicht. De ulstrastevige staalproielen zijn smal, wat met name bij drietraps-masten een goed zicht op de vork oplevert. Evengoede resultaten werden bij de vorkligger bereikt. De mast en de vorkligger lopen op continu-gesmeerde en daardoor onderhoudsvrije schuingeplaatste steunrollen. B 3
13 3 Technische gegevens standaard-uitvoering 1) = + 25 mm DZ-mast Aanduiding EFG- Vac 22 EFG- Vac 25 EFG- Vac 25L h 1 Hoogte mast ingeschoven mm h 2 Vrije hehoogte mm h 3 Heing mm h 4 Hoogte mast uitgeschoven mm h 6 Hoogte boven beschermdak mm h 7 Zithoogte/Stahoogte mm Zitvrijheid H h 10 Koppelhoogte 390/ 390/ 390/ mm L 1 Totale lengte, inclusie vork mm L 2 Lengte inclusie vorkrug mm b1 Totale breedte mm b3 Vorkliggerbreedte mm m 1 Vrije hoogte met last onder mast mm m 2 Vrije hoogte midden wielbasis mm Ast Stapelgangbreedte bij pallets 800 x 1200 overlangs mm Ast Stapelgangbreedte bij pallets 1000 x 1200 overdwars mm W a Draaicirkel mm x Lastastand 425 1) 425 1) 425 1) mm y Wielbasis mm B 4
14 1) = + 25 mm DZ-mast Aanduiding EFG- Vac 25S EFG-Vac 25SL EFG- Vac 30 h 1 Hoogte mast ingeschoven mm h 2 Vrije hehoogte mm h 3 Heing mm h 4 Hoogte mast uitgeschoven mm h 6 Hoogte boven beschermdak mm h 7 Zithoogte/Stahoogte mm Zitvrijheid H h 10 Koppelhoogte 390/ / /550 mm L 1 Totale lengte inclusie vork mm L 2 Lengte inclusie vorkrug mm b1 Totale breedte mm b3 Vorkliggerbreedte mm m 1 Vrije hoogte met last onder mast mm m 2 Vrije hoogte midden wielbasis mm Ast Stapelgangbreedte bij pallets 800 x 1200 overlangs mm Ast Stapelgangbreedte bij pallets 1000 x 1200 overdwars mm W a Draaicirkel mm x Lastastand 425 1) 425 1) 430 1) mm y Wielbasis mm B 5
15 B 6
16 3.1 Prestatiewaarden Aanduiding EFG-Vac 22 EFG-Vac 25 EFG-Vac 25L Q Laadvermogen/Last 2,2 2,5 2,5 t C Lastzwaartepunt mm Rijsnelheid met / zonder last 17/18 17/18 17/17 km/h Hesnelheid met / zonder last 0,46/0,54 0,44/0,54 0,44/0,54 m/s Neerlaatsnelheid met / zonder last 0,58/0,56 0,58/0,56 0,58/0,56 m/s Hellingsweerstandsvermogen met / zonder last S2 30 min. 10/15 8,5/14 7,5/13 % Max. hellingsweerstandsvermogen 20/31 18/29 17/27 % met / zonder last S2 5 min. Accelleratietijd met / zonder last naar 10 m 4,2/3,9 4,3/4,0 4,4/4,1 s Aanduiding EFG- Vac 25S EFG-Vac 25SL EFG-Vac 30 Q Laadvermogen/Last 2,5 2,5 3,0 t C Lastzwaartepunt mm Rijsnelheid met / zonder last 20/20 20/20 20/20 km/h Hesnelheid met / zonder last 0,55/0,60 0,55/0,60 0,50/0,60 m/s Neerlaatsnelheid met / zonder last 0,58/0,56 0,58/0,56 0,58/0,56 m/s Hellingsweerstandsvermogen met / zonder last S2 30 min. 12/19 11/17 10/17 % Max. hellingsweerstandsvermogen 21/35 20/32 18/29 % met / zonder last S2 5 min. Accelleratietijd met / zonder last naar 10 m 4,1/3,7 4,1/3,7 4,2/3,8 s B 7
17 3.2 Gewichten (alle opgaven in kg) 3.3 Banden 3.4 Aanhanglasten Aanduiding EFG-Vac 22 EFG-Vac 25 EFG-Vac 25L Eigengewicht (incl. batterij) kg Batterijgewicht kg Asdruk met last voor/achter 5800/ / /850 kg Asdruk zonder last voor/achter 2300/ / /2220 kg Aanduiding EFG-Vac 25 S EFG-Vac 25 SL EFG-Vac 30 Eigengewicht (incl. batterij) kg Batterijgewicht kg Asdruk met last voor/achter 6300/ / /850 kg Asdruk zonder last voor/achter 2300/ / /2500 kg Aanduiding EFG-Vac 22 EFG-Vac 25 EFG-Vac 25L Banden massie rubber, SE (= Solid), lucht Solid Solid Solid Bandenmaat, voor 23 x x x 9-10 Bandenmaat, achter 18 x x x 7-8 Wielen, aantal voor/achter (x=aangedreven) 2x / 2 2x / 2 2x / 2 b 10 Spoorbreedte, voor mm b 11 Spoorbreedte, achter mm Aanduiding EFG-Vac 25S EFG-Vac 25SL EFG-Vac 30 Banden massie rubber, SE (= solid), lucht Solid Solid Solid Bandenmaat, voor 23 x x x Bandenmaat, achter 18 x x x 7-8 Wielen, aantal voor/achter (x=aangedreven) 2x / 2 2x / 2 2x / 2 b 10 Spoorbreedte, voor mm b 11 Spoorbreedte, achter mm max. toegestane aanhanglasten EFG-Vac 22 EFG-Vac 25 EFG-Vac 25L kg EFG-Vac 25S EFG-Vac 25SL EFG-Vac kg B 8
18 3.5 EN-normen Continu geluidsniveau: EFG-Vac 22/25/25L = 70 db(a) EFG-Vac 25S/25SL/30 = 71 db(a) A conorm EN in overeenstemming met ISO Het continu geluidsniveau is een op basis van de normwaarden berekend gemiddelde en het geet de geluidsdruk aan tijdens rijden, heen en vrijloop. De geluidsdruk wordt op oorhoogte van de chaueur gemeten. Trilling: EFG-Vac = aw,zs = 0,45 m/s 2 A volgens EN De trillingsacceleratie, welke in de bedieningspositie op zijn lichaam werkt, is volgens de voorgeschreven normen de lineair geïntegreerde gewogen acceleratie in de verticale lijn. De acceleratie wordt bij het rijden over drempels met constante snelheid gemeten. Elektromagnetische verdraagzaamheid (EMV) A De producent bevestigt het aanhouden van de grenswaarden voor elektromagnetische stoorzendingen en stoorbestendigheid evenals de controle van het ontladen van statische elektriciteit volgens EN en ook de daar aangegeven normatieve verwijzingen. Wijzigingen aan de elektrische en elektronische onderdelen en hun groepering mogen alleen met de schrijtelijke toestemming van de producent worden uitgevoerd. 3.6 Voorwaarden gebruik A Omgevingstemperatuur - bij gebruik -20 C tot 40 C Bij voortdurende inzet onder 5 C o in het koelhuis resp. bij extreme temperaturen o verandering van luchtvochtigheidsgehalte is voor hetrucks een speciale uitrusting en toelating vereist. B 9
19 4 Posities van kenplaatjes en typeplaatjes Waarschuwings- en aanwijzingsplaatjes zoals lastdiagrammen, aanslagpunt-plaatjes en typeplaatjes dienen permanent goed leesbaar te zijn, zo nodig dienen deze te worden vervangen B 10
20 Pos Aanduiding 1 Plaatje aanslagpunten 2 Plaatje hydraulische unctie (MULTI-PILOT) 3 Plaatje veiligheidsgordel 4 Plaatje meerijden verboden 5 Plaatje bedieningshandleiding raadplegen 6 Plaatje hydrauliekolie vullen 7 Plaatje laadvermogen 8 Plaatje niet op en onder last gaan staan, beknellingsgevaar 9 Plaatje rijden met geheven last, voorwaarts neigen mast met geheven last verboden 10 Plaatje waarschuwing bij kantelen 11 Plaatje heen/neerlaten 12 Plaatje voorwaarts/terugwaarts neigen 13 Typeplaatje 14 Plaatje minerale olie 15 Plaatje veerrem 16 Plaatje hepunt 17 Ongevallenpreventie-inspectielabel 18 Plaatje keurmerk 19 Plaatje hebegrenzing 20 Plaatje verstelling stuurkolom 21 Plaatje Jungheinrich B 11
21 4.1 Typeplaatje, voertuig Pos. Aanduiding Pos. Aanduiding 23 Type 29 Lastzwaartepuntastand in mm 24 Serie-nr. 30 Batterijgewicht min/max in kg 25 Order-nr. 31 Eigengewicht zonder batterij i kg 26 Draagvermogen in kg 32 Bouwjaar 27 Batterij: spanning V 33 Type-nr. ampère-uren Ah 28 Fabrikant 34 Fabrikant-logo A Bij vragen over het voertuig resp. bestelling van onderdelen het serienummer (24) vermelden s.v.p. 4.2 Lastdiagram voertuig Het lastdiagram voertuig toont het laadvermogen Q van het voertuig in kg bij verticaal geplaatste mast. In tabelvorm wordt aangegeven, hoe groot het maximale laadvermogen bij een bepaald lastzwaartepunt D (in mm) en de gewenste hehoogte H (in mm) is. Voorbeeld: Voorbeeld van de berekening van het maximale draagvermogen: Bij een lastzwaartepunt D van 600 mm en een maximale hehoogte H van 3600 mm bedraagt het maximale laadvermogen Q 1105 kg. B 12
22 4.3 Lastdiagram vorktanden (basiswerktuig) Het lastdiagram vorktanden toont het laadvermogen Q van het voertuig in kg. In een diagram wordt aangegeven, hoe groot het maximale laadvermogen bij verschillende lastzwaartepunt D (in mm) is. 4.4 Lastdiagram aanbouwappendage Het lastdiagram aanbouw-appendages toont het laadvermogen Q van het voertuig gecombineerd met de desbetreende aanbouwappendage in kg. Het in het lastdiagram voor de aanbouwappendage aangegeven serie-nr. moet met het typeplaatje van de aanbouwappendage overeenstemmen, aangezien het laadvermogen door de abrikant speciaal wordt vermeld. Dit wordt op dezelde wijze als het laadvermogen van het voertuig aangegeven en dienovereenkomstig berekend. De pijlvormige markeringen (46 en 47) op de binnen- resp. buitenmast tonen de bestuurder, wanneer hij de in het lastdiagram voorgeschreven hehoogtegrenzen bereikt heet B 13
23 B 14
24 C Transport en eerste inbedrijstelling 1 Verlading met kraan m Alleen hijswerktuigen met voldoende hijsvermogen gebruiken (laadgewicht = eigengewicht + batterijgewicht; Zie typeplaatje voertuig). 1 Voertuig vergrendeld neerzetten (zie hoodstuk E). Hijsgerei aan dwarsligger van de mast (1) en aan de aanhangkoppeling (2) bevestigen. m m m Verlading met een kraan is alleen voor transport bij de eerste inbedrijstelling aan de orde. Bij gebruiksomstandigheden, die requent op- en aladen noodzakelijk maken (wisselende werklocaties) is overleg met de abrikant vereist. Takelbanden resp. -kettingen uitsluitend in het bovenste oog van het contragewicht en in de ogen van de koptraverse (hemast) bevestigen. De hemast dient geheel achterover te neigen. De takelband resp. de ketting aan de mast moet een vrije lengte van minimaal 2 m hebben. Aanslagmiddelen van het hijsgerei dienen zodanig te worden aangebracht, dat deze bij het optakelen geen aangemonteerde delen o het bestuurdersbeschermdak kunnen raken. 2 C 1
25 2 Eerste inbedrijstelling m De eerste inbedrijstelling en het instruëren van de bestuurder mogen uitsluitend door personeel geschieden, dat daarvoor speciaal geschoold is. Worden meerdere voertuigen geleverd, dient erop gelet te worden, dat uitsluitend lastopneemmiddelen, masten en basisvoertuigen met hetzelde serienummer worden geassembleerd. Voertuig alleen met batterijstroom rijden. Gelijkgerichte wisselstroom beschadigt de elektronica-componenten. Kabelverbindingen naar de batterij (ageschermde bedieningskabels) moeten korter dan 6 m zijn. Om het voertuig na levering o na transport bedrijsklaar te maken, dienen de volgende werkzaamheden te worden uitgevoerd: Uitrusting op volledigheid inspecteren. Batterij-aansluitingen en accuzuurpeil controleren (zie hoodstuk D, sectie 6). Aandraaimoment van de wielmoeren controleren (zie hoodstuk F, sectie 6.3). Voertuig, zoals voorgeschreven, in bedrij stellen (zie hoodstuk E, sectie 3). C 2
26 3 Voertuig zonder aandrijving aan verrijden Om het voertuig zonder voeding te kunnen verrijden, dient de veerrem als volgt gelost te worden: Heboom (1) naar links in de stand Veerrem lossen zwenken. Het stuurwiel naar rechts draaien, tot in het hydraulisch circuit druk is opgebouwd en de veerrem is gelost. Dit herkent men aan de rempedaal, die normaal werkt, terwijl bij ingekoppelde rem onmiddellijk weerstand wordt gevoeld). De aangedreven wielen worden dan niet meer door de veerrem geblokkeerd resp. ageremd. De voetrem blijt echter volledig paraat. Tijdens het draaien van het stuur mag de voetrem niet bediend worden. 1 m Voordat de bestuurder het voertuig bij geloste veerrem verlaat, dient het voertuig door geschikte maatregelen tegen onbedoeld wegrollen te worden beveiligd. Alvorens het voertuig opnieuw in bedrij te stellen, moet de heboom (1) weer naar rechts in de positie Rijstand worden geplaatst. het voertuig is alleen in de rijstand bedrijsklaar. 4 Wegslepen van het voertuig A Sleepstang/-kabel aan de aanhangkoppeling van het bergingsvoertuig en aan het te bergen voertuig bevestigen. Batterijstekker uittrekken (punt 3 lezen!). Handrem loszetten. Voor het besturen dient er iemand op de bestuurdersstoel van het weg te slepen voertuig te hebben plaatsgenomen. Voertuig met loopsnelheid wegslepen! Omdat het stuurbekrachtigingsaggregaat niet is ingeschakeld, kan het voertuig alleen met extra krachtsinspanning worden bestuurd. C 3
27 C 4
28 D Accu - onderhoud, opladen, vervangen 1 Veiligheidsbepalingen in de omgang met natte accu s Vóór alle werkzaamheden aan de accu s moet het voertuig beveiligd geparkeerd worden (vergl. hoodstuk E). Onderhoudspersoneel: Het opladen, onderhouden en vervangen van accu s mag uitsluitend door hiervoor opgeleid personeel worden uitgevoerd. Deze handleiding en de aanwijzingen van de producenten van de accu's en het acculaadstation moeten bij deze werkzaamheden opgevolgd worden. Maatregelen voor brandbeveiliging: Bij het omgaan met de accu s mag niet gerookt en geen open vuur gebruikt worden. In de omtrek van het voor opladen geparkeerd voertuig mogen op een astand van tenminste 2 m geen brandbare stoen o vonkenvormende bedrijsmiddelen aanwezig zijn. De ruimte moet geventileerd zijn. Brandwerend materieel moet gereedstaan. Accu-onderhoud: De celdeksels van de accu moeten droog en schoon gehouden worden. Klemmen en kabelschoentjes moeten schoon, met weinig accupoolvet ingesmeerd en stevig vastgeschroed zijn. Accu s met niet geisoleerde polen moeten met een niet glijdende isolatiemat adeckken. m m Verwijdering van de accu: De accu moet op juiste wijze en volgens de geldende nationale bepalingen voor milieubescherming o de desbetreende wetten uit te weg worden geruimd. De aanwijzingen van de producent moeten in ieder geval worden nagekomen. Voordat de accukap wordt gesloten, moet worden gecontroleerd dat de accukabel niet kan worden beschadigd. De accu s bevatten opgelost zuur dat vergitig en bijtend is. Om deze reden moet bij alle werkzaamheden aan de accu s beschermende kleding en oogbescherming gedragen worden. Ieder contact met accuzuur moet vermeden worden. Mochten kleding, huid o ogen desondanks met accuzuur in aanraking gekomen zijn, dienen de getroen delen onmiddellijk met veel stromend water agespoeld te worden, bij huid- o ogencontact moet bovendien een arts geraadpleegd worden. Uitgestroomd accuzuur moet onmiddellijk geneutraliseerd worden. Er mogen alleen batterijen met gesloten batterijbak gebruikt worden. D 1
29 2 Batterijtypen Ahankelijk van het gebruik wordt het voertuig met verschillende batterijtypen uitgerust. De volgende tabel toont, met vermelding van de capaciteit, welke combinaties standaard, overeenkomstig DIN 43535, mogelijk zijn. EFG-Vac 22 EFG-Vac 25 EFG-Vac 25L/30 80 V - 4PzW - Batterij 480 Ah 80 V - 4PzS - Batterij 560 Ah 80 V - 4PzW - Batterij 480 Ah 80 V - 4PzS - Batterij 560 Ah 80 V - 4PzS - Batterij 600 Ah 80 V - 5PzW - Batterij 600 Ah 80 V - 5PzS - Batterij 700 Ah 80 V - 5 PzS - Batterij 750 Ah Het batterijgewicht staat aangegeven op het typeplaatje van de batterij. Batterijgewicht en -ametingen hebben een aanmerkelijke invloed op de stabiliteit van het voertuig. De batterijen moeten derhalve qua ameting en gewicht overeenstemmen met de speciicaties in de onderstaande tabel en tekening. Gebruik van het voertuig met hiervan awijkende batterijen is alleen met toestemming van de abrikant toegestaan. Voertuig aandrijbatterij 80 V ameting (mm) Nom. gew. L max. B max. H1 +/- 2 mm H2 +/- 2 mm (-5/+8%)in kg EFG-Vac EFG-Vac 25/ 25 S EFG-Vac 25L/25SL/ conorm DIN Ah Ah Ah D 2
30 3 Openen van de batterijkap met blokkeersysteem (optie) m Is het voertuig met een blokkeersysteem uitgerust, kan de batterijkap alleen geopend worden, wanneer de veiligheidsbeugels omlaag gezwenkt zijn. Bij een automatisch blokkeersysteem vergrendelingsknop (2) vastklikken en beugel omlaag zwenken. 2 D 3
31 4 Batterij open leggen Voertuig vergrendeld neerzetten (zie hoodstuk E). Stuurkolomarrêtering (1) losmaken, stuurkolom naar voren schuiven en borgen. Extra aandacht bij het ont- en vergrendelen van de bedieningsklepkap. 1 Met MULTI-PILOT: Bedieningsklepkap (2) naar voren trekken tot deze vastklikt. Batterijkap met bestuurdersstoel (3) voorzichtig naar achteren klappen. 3 2 Met SOLO-PILOT: Via indrukken van de hebooms (4) de bedieningsklepkap (2) ontgrendelen en deze naar voren zwenken. Batterijkap met bestuurdersstoel voorzichtig naar achteren klappen. 2 4 Het aansluiten en loskoppelen van batterijstekker en contactdoos mag alleen bij uitgeschakelde hoodschakelaar en uitgeschakeld laadtoestel geschieden. Batterijstekker (5) uittrekken. Zo nodig de aanwezige isolatiemat van de batterij nemen. 5 D 4
32 5 Batterij laden m Batterij open leggen (zie hoodstuk D, sectie 3). Aansluiten en loskoppelen van batterij en laadtoestel mogen alleen bij uitgeschakeld laadtoestel geschieden. Tijdens het opladen moeten de oppervlakken van de batterijcellen bloot liggen, om voldoende ventilatie te waarborgen. Op de batterij mogen geen metalen voorwerpen worden gelegd. Vooragaand aan het opladen alle kabel- en steekverbindingen op zichtbare beschadigingen inspecteren. Laadkabel van het batterijlaadstation met de batterijstekker (5) verbinden. Batterijlaadstation inschakelen en batterij overeenkomstig de voorschriten van de batterij- en de laadstationabrikant opladen. De veiligheidsinstructies van de batterij- en laadstationabrikant strikt naleven. De batterijkap moet tijdens het opladen beslist geopend blijven, opdat de zich tijdens het laden vormende gassen kunnen vervluchtigen. Geen vuur en open lichtbronnen gebruiken. Explosiegevaar! D 5
33 6 Batterij uit- en inbouwen m De batterij mag niet tot boven de aanrijbeveiligingsbeugel op de achterwand getild worden, anders bestaat het gevaar, dat de ventilatoren o de stoelkap beschadigt worden. Batterij open leggen (zie hoodstuk D, sectie 3). Zijstuk (6, 7) uittrekken. Om kortsluiting te voorkomen, moeten batterijen met open polen o connectors met een gummimat worden agedekt. Bij batterijwissel met behulp van hijsgerei op voldoende hijsvermogen letten (zie batterijgewicht op het batterijtypeplaatje op de batterijbak). Het hijsgerei wordt door de uitsparing in het bestuurdersbeschermdak geleid en moet in verticale richting aantrekken, opdat de batterijbak niet wordt samengedrukt. Haken moeten zodanig worden bevestigd, dat deze bij ontspannen hijsgerei niet op de batterijcellen kunnen vallen. Hijsgerei aan de batterijbak bevestigen. eg v d04 mitte Met hijsgerei de batterij in de rijrichting rechts over het chassis heen en vervolgens zijwaarts naar buiten zwenken. Inbouw geschiedt in omgekeerde volgorde. Bij het verwisselen van de batterij mag uitsluitend een batterij met identieke uitvoering teruggeplaatst worden. Na terugplaatsing alle kabel- en steekverbindingen op zichtbare beschadigingen inspecteren. Kappen en en zijdeuren moeten veilig zijn agesloten. Bij het verwisselen/plaatsen van de batterij erop letten, dat deze goed in het batterijcompartiment van het voertuig wordt aangebracht. D 6
34 7 Batterijkap sluiten Met MULTI-PILOT: Bedieningsklepkap naar voren trekken en deze gelijktijdig via indrukken van de heboom (8) ontgrendelen. Bedieningsklepkap gaat zelstandig naar achteren. Met SOLO-PILOT: 8 Na het sluiten van de batterijkap de bedieningsklepkap naar achteren zwenken tot deze vastklikt. 8 Batterijontladingsaanwijzer, batterijontladingsmeter, bedrijsurenteller m Batterijontladingsaanwijzer: De laadtoestand van de batterij wordt in 10%-stappen in het display van de inormatie- en service-aleeseenheid getoond (100% = batterijcapaciteit 100%, alezing 0% = batterijcapaciteit 20%). De standaard instelling van de batterijontladingsaanwijzer / ontladingsmeters geschiedt op standaardbatterijen. Bei gebruik van onderhoudsvrije batterijen moet de alezing opnieuw worden ingesteld. Het instellen dient door de service-dienst te geschieden. Wordt deze instelling niet uitgevoerd, kan de batterij door te ver ontladen beschadigd raken. Bij het bereiken van de laatste 10% nog beschikbare capaciteit knippert het waarschuwingssymbool. Bij een batterij-restcapaciteit van 20% voor standaardbatterijen resp. 40% voor onderhoudsvrij batterijen is opladen van de batterij noodzakelijk. Batterijontladingsmeter: Bij onderschrijding van de restcapaciteit wordt de unctie heen uitgeschakeld. Er verschijnt een desbetreende melding op de inormatie- en service-aleeseenheid. A Om de heprocedure nog te kunnen beëindigen, moet de sleutelschakelaar uit- en weer ingeschakeld worden, heen is vervolgens nog gedurende 30 tot 40 sec. mogelijk. De unctie heen wordt pas weer vrijgegeven, wanneer de aangesloten batterij voor minimaal 40% geladen is. bedrijsurenteller: De bedrijsuren worden naast de laadtoestand van de batterij getoond. De bedrijsurenteller toont het totale aantal rij- en hebewegingen. D 7
35 D 8
36 E Bediening 1 Veiligheidsbepalingen voor de omgang met het bodemtransportvoertuig Toestemming voor rijden: Het vloertransportvoertuig mag uitsluitend gereden worden door personen die voldoend vertrouwd zijn met de besturing en de opdrachtgever o diens gemachtigden het bewijs leveren dat zij geschikt zijn het voertuig te rijden en met ladingen adequaat om te gaan. Alle bestuurders moeten voldoende opgeleid zijn en uitdrukkelijk van de opdrachtgever gevolmachtigd zijn het voertuig te sturen. Rechten, plichten en gedragsregels voor de bestuurder: De bestuurder moet ingelicht zijn over zijn rechten en plichten en onderricht in de bediening van het vloertransportvoertuig en met deze gebruiksaanwijzing vertrouwd zijn. Aan deze persoon moeten de noodzakelijke rechten overgedragen worden. Als het vloertransportvoertuig samen met andere personen gebruikt wordt, die het voertuig begeleiden (meeloopbedrij), is het noodzakelijk veiligheidsschoenen te dragen. Het gebruik door onbevoegden is verboden: De bestuurder is tijdens de tijd van gebruik voor het vloertransportvoertuig verantwoordelijk. Hij moet onbevoegden verbieden, met het voertuig te rijden o in werking te stellen. Er mogen geen personen meegenomen o opgeheven worden. Beschadigingen en outen: Beschadigingen en andere outen aan het vloertransportvoertuig o de aanbouwinstallatie moeten ogenblikkelijk aan het toeziend personeel vermeld worden. Vloertransportvoertuigen welke niet bedrijsveilig zijn (bvb. agesleten banden o deecte remmen) mogen niet worden gebruikt totdat zij op juiste wijze gerepareerd worden. Reparaties: Zonder speciale opleiding en toestemming mag de bestuurder geen reparaties o veranderingen aan het vloertransportvoertuig uitvoeren. In geen geval mag hij veiligheidsinrichtingen o schakelaars buiten werking stellen o verstellen. Gevaarlijk bereik: Het gevaarlijk bereik is die zone waarin personen door rij- o hebewegingen van het vloertransportvoertuig, het hegerei (bijvoorbeeld de vorktanden o aanbouwinstallaties) o het laadgoed in gevaar gebracht worden. Het gevaarlijk bereik omvat ook de zone die door dalend o neerstortend laadgoed o een dalende/ neerstortende werkinstallatie bereikt kan worden. Onbevoegde personen moeten uit de gevarenzone gewezen worden. Bij gevaar voor personen moet op tijd een waarschuwingssignaal gegeven worden. Wanneer onbevoegden ondanks waarschuwing de gevarenzone niet verlaten, moet het voertuig onmiddelijk tot stilstand gebracht worden. Veiligheidsinrichtingen en waarschuwingsborden: De hier beschreven veiligheidsinstallaties, waarschuwingsborden en waarschuwingsaanwijzingen moeten in ieder geval worden nagekomen. E 1
37 2 Beschrijving van de bedieningsorganen en aleesinstrumenten Pos. Bedieningsorgaan resp. Functie aleesinstrument 1 Stuurwiel t Sturen van het voertuig met 5 stuurwieldraaiingen van links naar rechts. 2 Multiunctioneel display t Weergave van de belangrijkste rijd- en heparameters, waarschuwingen, meldingen van outieve bediening en servicemeldingen, alsmede batterijontladings- en bedrijsurenindicatie 3 Handrem (tuimelschakelaar) t Alleen bij hapering van de bedrijsrem handmatig inkoppelen. Normaal werkt de handrem (veerrem) bij stilstand automatisch. Visuele weergave: rood = handrem ingekoppeld groen = handrem gelost 4 Stuurkolomarrêtering t De stuurkolom wordt op de gewenste astand ingesteld en vastgezet. 5 Schakelslot t Stuurstroom in- en uitschakelen. Door de sleutel uit te trekken is het voertuig tegen inschakelen door onbevoegden beveiligd. 6 Rijpedaal t De rijsnelh. wordt traploos geregeld. 7 Rempedaal t Het voertuig wordt geremd. 8 Rijrichtingschakelaar MULTI-PILOT Claxon Hulp-hydraulica (ZH3) 9 Schakelaar voor hulpuitrusting 10 Hoodschakelaar NOOD- STOP 11 bij dubbele pedaal-besturing: Rijpedaal achteruit 12 bij dubbele pedaalbesturing: rempedaal 13 bij dubbele pedaal-besturing: rijpedaal vooruit o o o o De gewenste rijrichting wordt ingesteld. Stuurt de uncties van de hemast. Waarschuwingssignaal activeren. Omschakelen van ZH2 op ZH3. o b. v. weergave van werkverlichting aan t Voeding in- en uitschakelen. o Bij bediening rijdt het voertuig achteruit De rijsnelh. wordt traploos geregeld. o Het voertuig wordt geremd. o Bij bediening rijdt het voertuig vooruit De rijsnelheid wordt traploos geregeld. 14 Rijrichtingschakelaar t De gewenste rijrichting wordt ingesteld. 15 Claxon t Waarschuwingssignaal activeren. 16 SOLO-PILOT Heen - neerlaten 17 SOLO-PILOT Mast - neigen 18 SOLO-PILOT Hulp-hydraulica (ZH1) side-shit 19 SOLO-PILOT Hulp-hydraulica (ZH2) 20 Omschakelaar Hulp-hydraulica (ZH3) t De lastvork wordt omhoog geheven resp. neergelaten. t De lastvork wordt naar voren resp. naar achteren geneigd. o De lastvork wordt naar rechts resp. naar links geschoven. o Voor hydraulische appendages bestemd. o Omschakelen van ZH2 op ZH3 t = standaard uitrusting o = hulpuitrusting E 2
38 Voertuig met MULTI-PILOT Dubbele pedaal-besturing Voertuig met SOLO-PILOT E 3
39 2.1 Schakelaar op het dashboard Functie Schakelaar waarschuwingsknipperlicht Schakelaar zwaailicht/parkeerlicht Schakelaar ruitenwisser-wasinrichting stand 1 ruitenwisser aan stand 2 wasinrichting aan 2.2 Schakelaar op de bedieningsconsole Functie Overbruggingsschakelaar uitschakeling heen Schakelaar slakkegang Schakelaar stoelverwarming Schakelaar voertuigverlichting (parkeerlicht/dimlicht) Schakelaar werkschijnwerper E 4
40 2.3 Multiunctioneel display Op het multiunctioneel display worden de bedrijsgegevens, de batterijlading, de bedrijsuren alsmede storingen en inormatie getoond. Voor waarschuwingsindicatie zijn pictogrammen op multiunctioneel display aanwezig Pos. Melding 21 Omschakeltoets bedrijsuren naar uurtijd 22 Overtemperatuur van de besturingen 23 Overtemperatuur pompmotor 24 Overtemperatuur tractiemotor 25 Stoelschakelaar 26 Parkeerrem aangetrokken 27 Rijrichtingaanwijzer o 28 Voertuig in bedrij (sleutelschakelaar AAN ) 29 Serviceanzeige / UVV-Anzeige 30 Remvloeistostand te laag 31 Brandt bij storingen resp. knippert bij batterijcapaciteit minder dan 10 % 32 Kruipsnelheidschakelaar 33 Programmakeuzeschakelaar 34 SET-toets 35 Bedrijsprogramma-indicatie (programma's 1-5) 36 Rijrichting- en wielstandindicatie 37 Batterijcapaciteit-indicatie 38 Uurtijd en bedrijsurenindicatie resp. diagnose- en storingsmelding E 5
41 Waarschuwingen, drukschakelaars en schakelaars De volgende toestanden worden getoond o ingeschakeld: Pos. Indicatie / Functie Omschakeltoets bedrijsurenteller - uurtijd Bedrijsuren voertuig sleutelschakelaar AAN Bedrijsuren EFF kan via code AAN o UIT geschakeld worden Uurtijd-indicatie Overtemperatuur van de besturingen (controllers) Brandt bij overtemperatuur van de besturingen Vermogen wordt temperatuurahankelijk continu gereduceerd Overtemperatuur pompmotor, stuurbekrachtigingsmotor Temperatuur van de pompmotor en de stuurbekrachtigingsmotor worden bewaakt Bij overtemperatuur wordt het vermogen gereduceerd Overtemperatuur tractiemotor Temperatuur van de tractiemotor wordt bewaakt Bij overtemperatuur wordt het vermogen gereduceerd Stoelschakelaar Stoelschakelaar niet gesloten, Voertuig bedrijsgereed, bestuurdersplaats is echter niet bezet Parkeerrem aangetrokken 26 Voertuig bedrijsklaar, parkeerrem aangetrokken 27 Rijrichtingaanwijzer o Bij verlichting middels knipperlichinstallatie Voertuig in bedrij Sleutelschakelaar op AAN Service-melding / UVV-melding Ingesteld service-interval is verstreken (1000 bedrijsuren) o UVV-inspectie na 12 maanden noodzakelijk (indicatie knippert) Te weinig remvloeisto Remvloeistostand wordt op de remvloeistotank via meetsensors gecontroleerd WAARSCHUWING 31 Brandt bij storingen Knippert bij batterijcapaciteit minder dan 10 % 32 Kruipsnelheidschakelaar Rijsnelheid maximaal 6 km/h (instelbaar) 33 Programmakeuzeschakelaar Schakelaar voor omhoog en omlaag" 34 SET-toets Selectie van speciale uncties 35 Bedrijsprogramma-indicatie Indicatie van het gekozen rijprograma (1-5) E 6
42 Display-indicaties Pos. Functie Rijrichting- en wielstandindicatie Toont de geselecteerde rijrichting (vooruit o achteruit) resp. de wielstand van de gestuurde wielen Batterijcapaciteit-indicatie in % De beschikbare restcapaciteit wordt getoond. Indicatie 0% = batterij voor 80% ontladen. Bij indicatie 10% knippert de waarschuwing (42). Bij 0% capaciteit wordt de heunctie na 30 tot 40 seconden uitgeschakeld. Bedrijsurenindicatie /Foutcode-indicatie Bedrijsurenindicatie: e: Indicatie van de totale werktijd Foutcode-indicatie: Treedt een storing (Err) o een waarschuwing (In) op, verdwijnt de bedrijsurenindicatie. In plaats daarvan verschijnt de outcode-indicatie. Zijn meerdere storingen opgetreden, worden deze awisselend om de 1,5 seconden getoond, er klinkt een waarschuwingstoon. Klok instellen standaard werking Toets h/time en up gelijktijdig indrukken Op de display verschijnt de klok. Het eerste cijer knippert. Met de toets up/down kan het knipperende cijer groter o kleiner worden ingesteld. Met SET wordt naar het volgende cijer worden omgeschakeld. Na het laatste cijer wordt de waarde overgenomen. E 7
43 3 Voertuig in bedrij stellen Voordat het voertuig in bedrij wordt gesteld, bediend o een laadeenheid geheven mag worden, dient de bestuurder zich ervan te vergewissen, dat zich niemand in de gevaarzone bevindt en het voertuig in bedrijsveilige toestand is. 3.1 Controles en en werkzaamheden vooragaand aan de dagelijkse inbedrijstelling Vooragaand aan inbedrijstelling van het voertuig dient de bestuurder zich van de bedrijsveilige toestand te overtuigen. Telkens vóór werkbegin moet b.v. gecontroleerd worden, o de bedrijs- en handrem resp. de automatische rem (noodstop) werkt de borging van de vorktanden tegen omhoogkomen en verschuiven geen gebreken vertoont lastopneemmiddelen geen waarneembare beschadigingen hebben (verbogen, scheuren o in sterke mate agesleten) de waarschuwingsinrichting werkt 3.2 Bestuurderstoel instellen A Om een optimale stoeldemping te realiseren, moet de bestuurdersstoel op het gewicht van de bestuurder zijn agesteld. De bestuurdersstoel moet bij instelling op het gewicht van de bestuurder ontlast zijn! A Gewicht van de bestuurder instellen: Gewichtsinstelling bestuurdersstoel (40) in de pijlrichting tot aan de aanslag trekken en weer terugbrengen. De vorige gewichtsinstelling wordt naar de minimumwaarde teruggezet. Instelgebied van de stoeldemping loopt van 50 kg tot 130 kg. Gewichtsinstelling bestuurdersstoel (40) opnieuw zover in de pijlrichting trekken, tot in het gewichtalezing-display bestuurdersstoel (41) de juiste aanduiding wordt getoond. Gewichtsinstelling bestuurderstoel vervolgens weer terugbrengen. Op de bestuurderstoel plaats nemen E 8
44 Rugleuning Instellen: Rugleuninginstelling (42) omhoog trekken en schuinstand van de rugleuning instellen. Rugleuninginstelling (42) weer loslaten, rugleuning wordt vergrendeld. Stoelpositie instellen: A Stoelvergrendeling (39) naar buiten trekken en stoel via naar voren o naar achteren schuiven in de juiste stoelpositie brengen. Stoelvergrendeling (39) weer vergrendelen. De bestuurdersstoelarrêtering moet in de ingestelde positie veilig vergrendeld zijn. De instelling van de bestuurderstoel mag tijdens het rijden niet veranderd worden! De bestuurdersstoelinstelling is van toepassing op de standaard-uitvoering. Voor hiervan awijkende uitvoeringen geldt de instelbeschrijving van de abrikant. Er bij het instellen op letten, dat alle bedieningsorganen goed bereikbaar zijn E 9
45 3.3 Veiligheidsgordel Gordel vooragaand aan iedere manoeuvre van de hetruck omdoen. De gordel beschermt tegen ernstig letsel! A Veiligheidsgordel tegen vuil beschermen (b.v. tijdens stilstand adekken) en regelmatig reinigen. Vastgevroren gordelsluiting o gordeloprolmechaniek ontdooien en compleet drogen, om opnieuw vastvriezen te verhinderen. De droogtemperatuur van de warme lucht mag +60 graden niet overschrijden! Geen veranderingen aan de veiligheidsgordel aanbrengen! Verhoogde kans op haperingen. Veiligheidsgordels na ieder ongeval vervangen. Voor aanpassing en reparaties uitsluitend originele onderdelen gebruiken. Beschadigde o niet werkende veiligheidsgordels door dealer o iliaal laten vervangen. Hoe te handelen in extreme situaties Dreigt de hetruck te kantelen, dan nooit de gordel losmaken en niet proberen, uit het voertuig te springen. Bij uit het voertuig springen bestaat een verhoogde kans op letsel! Juiste handelwijze: Bovenlichaam over het stuurwiel buigen. Stuurwiel met beide handen vasthouden en de voeten schrap zetten. Lichaam tegen de valrichting in werpen. E 10
46 Gebruiksinstructies voor de veiligheidsgordel Alvorens de hetruck te starten de gordel zonder rukken uit het oprolmechaniek trekken, strak tegen het lichaam sluitend over de bovendijbenen leggen en de sluiten vastgrendelen. De gordel mag bij het omdoen niet verdraaid zijn! Tijdens het bedienen van de hetruck (b.v. rijden, heen, neerlaten enz.) steeds zo ver mogelijk naar achteren zitten, opdat de rug tegen de rugleuning steunt. A De automatische blokkering van de gordeloproller laat voldoende bewegingsvrijheid op de stoel over. Bij naar voren zitten is sprake van een geringere beveiliging ten gevolge van de dan te lange gordel. Veiligheidsgordel alleen ter beveiliging van één persoon gebruiken. A Na gebruik op de rode toets drukken en de gesp met de hand naar de oproller terugleiden. Wanneer de gesp tegen de behuizing ketst, kan de automatische blokkering geactiveerd worden. De gordel kan dan niet worden uitgetrokken. Blokkering opheen: Gordel met verhevigde kracht 10 mm tot 15 mm uit de behuizing trekken. Gordel laten inlopen om de automatische blokkering los te maken. De gordel kan weer worden uitgetrokken. Hoe te handelen bij het starten van de hetruck in sterk hellende positie A De automatische blokkering blokkeert bij sterke schuinstand van het voertuig de gordeluittrekking. De gordel kan dan niet meer uit de oproller getrokken worden. Vloertransportvoertuig voorzichtig uit de slagzijpositie brengen en gordel omdoen. E 11
47 3.4 Blokkeersysteem automatisch/mechanisch (optie) Voertuig nooit zonder paraat blokkeersysteem gebruiken. Blokkeersysteem na ieder ongeval laten controleren door door ons geautoriseerd technici. Geen wijzigingen aan het blokkeersysteem uitvoeren. Een astand van 90 mm (bij belaste bestuurderstoel) tussen beugel (1) en zitting aanhouden, om de gebruiksveiligheid te waarborgen. 1 Hoe te handelen in extreme situaties Dreigt het voertuig te kantelen, dan in geen geval proberen naar buiten te springen. Bij het naar buiten springen bestaat een verhoogd gevaar voor letsel. Bovenlichaam over het stuur buigen. Stuurwiel met beide handen vasthouden en de voeten schrap zetten. Lichaam tegen de valrichting in werpen. E 12
48 Gebruiksinstructies blokkeersysteem (Automatic) Vooragaand aan het rijden dient de werking van het blokkeersysteem gecontroleerd te worden. De vergrendelingsknop (2) mag niet gearrêteerd zijn. Zitpositie innemen Contactsleutel in stand Aan draaien. Na het lossen van de handrem sluiten en vergrendelen beide veiligheidsbeugels links en rechts automatisch. Erop letten, dat de veiligheidsbeugels vrij kunnen bewegen. Na het wegparkeren van het voertuig en het vastzetten van de handrem openen de veiligheidsbeugels automatisch. 2 3 De contactsleutel mag pas na het openen van de veiligheidsbeugels op 0 gezet en uit het contactslot getrokken worden. Bij stroomuitval kan het blokkeersysteem via uittrekken van de knop (3) ontgrendeld worden. De veiligheidsbeugels kunnen dan handmatig naar achteren gezwenkt worden. Gebruiksinstructies blokkeersysteem (mechanisch) Vooragaand aan het rijden dient de werking van het blokkeersysteem gecontroleerd te worden. Om het systeem te openen, linker klembeugel naar binnen duwen en gelijktijdig omhoog zwenken, na het loslaten van de beugel zwenkt deze automatisch omlaag en vergrendelt zich. E 13
49 3.5 Stuurkolom instellen Stuurkolomarrêtering (4) losmaken en de stuurkolom in de gewenste stand naar voren o achteren schuiven. Stuurkolomarrêtering weer vastzetten Bedrijsgereed maken 43 Hoodschakelaar (10) ontgrendelen. Daartoe: Wip indrukken (s) en omhoog trekken (r), tot de hoodschakelaar voelbaar vastklikt. Sleutel in schakelslot (5) steken en en tot aan de aanslag naar rechts in de stand I draaien. Claxonknop (43) op goede werking controleren. 10 Elektrische en hydraulische rem alsmede handrem op goede werking controleren. Het voertuig is nu bedrijsgereed. Het multiunctionele display (2) toont de beschikbare batterijcapaciteit. A Nadat der NOOD-STOP-knop is uitgetrokken en de schakelsleutel naar rechts werd gedraaid, voert het voertuig ca. 3-4 sec. lang een zeltest uit (besturingen en motoren worden getest). Gedurende deze tijd is geen rijbeweging mogelijk. Wordt het rijpedaal gedurende deze tijd ingetrapt, wordt in het display ruststand rijden getoond. E 14
50 4 Werken met het bodemtransportvoertuig 4.1 Veiligheidsregels tijdens het rijden Rijwegen en werkbereiken: Er mag slechts op wegen gereden worden die aan het openbaar verkeer vrijstaan. Onbevoegde derden moeten het arbeidsgebied mijden. De lading mag uitsluitend op de daarvoor voorziene plaatsen neergelegd worden. Gedrag tijdens het rijden: De bestuurder moet de rijsnelheid aan de lokale gegevens aanpassen. Hij moet langzaam rijden, bij voorbeeld in bochten, aan o in nauwe doorgangen, bij het rijden door zwaaideuren, op onoverzichtelijke plekken. Hij moet steeds een veilige remastand t.o.v. voertuigen vóór zich hebben en het voertuig steeds onder controle houden. Plotseling stoppen (behalve in geval van gevaar), snel keren, inhalen op gevaarlijke o onoverzichtelijke plekken is verboden. Het eruit leunen o grijpen uit het werk- o bedieningsbereik is verboden. Zichtverhoudingen tijdens het rijden: De bestuurder moet in rijrichting kijken en steeds voldoende overzicht over de door hem bereden weg hebben. Als ladingeenheden getransporteerd worden die de zicht beperken moet het vloertransportvoertuig met de lading achter de bestuurdersplaats rijden. Als dit niet mogelijk is moet een tweede persoon het voertuig begeleiden om - zo nodig - de bestuurder te waarschuwen. Omhoog- en omlaagrijden van hellingen en glooingen: Het omhoog- o omlaagrijden van hellingen en glooingen is slechts dan geoorlood, als deze gekenmerkt zijn als verkeersweg en schoon en goed berijdbaar zijn en volgens de technische speciicaties van het voertuig veilig kunnen worden bereden. Daarbij moet de lading steeds aan de hoge kant getransporteerd worden. Keren, schuin op- en arijden en parkeren van het voertuig aan hellingen o glooingen is verboden. Hellingen mogen alleen omlaaggereden worden met verminderde snelheid en voortdurende gereedheid tot remmen. Rijden in lits o op ladingbruggen: Lits o ladingbruggen mogen alleen bij voldoende draagcapaciteit opgereden worden en wanneer ze door hun bouw geschikt zijn voor oprijden en het oprijden aan de bestuurder toegestaan is. Dit moet voor het oprijden onderzocht worden. Het vloertransportvoertuig moet met de lading vooraan op de lit gereden worden en een positie innemen die het onmogelijk maakt de schachten aan te raken. Personen die in de lit meerijden mogen deze pas betreden als het vloertransportvoertuig veilig staat en moeten de lit vóór het vloertransportvoertuig verlaten. Aard van de transportlading: De bestuurder dient zich van de correcte toestand van de laadeenheid te vergewissen. Er mogen alleen volgens de voorschriten beveiligde goederen opgenomen worden. Nooit goederen transporteren die hoger dan de spits van de vorkdrager o van het ladingstraliewerk ter bescherming zijn. E 15
ETM/V 110/112/114/116
ETM/V 110/112/114/116 04.99- Gebruiksaanwijzing H 50047423 10.05 Belangrijke aanwijzingen voor transport en montage van masten op reachtrucks Transport Het transport kan ahankelijk van de constructiehoogte
Nadere informatieA Stoel naar voren klappen. B Controleer of de batterijstekker in het apparaat is gestoken. C Klap de stoel naar achteren.
QUIKSTRT R/D 00/50 WRSHUWING Dit is slechts een korte handleiding! Lees voor het gebruik of onderhoud van het apparaat de bij het apparaat gevoegde gebruiksaanwijzing. ij niet-naleving van de gebruiksaanwijzing
Nadere informatieVerkorte gebruiksaanwijzing
Verkorte gebruiksaanwijzing VeloPlus Contactgegevens fabrikant: Tel. +31 (0)315 257370 E-mail: info@vanraam.com Website: www.vanraam.com Van Raam Aaltenseweg 56 7051 CM Varsseveld Nederland Versie 18.06
Nadere informatieRoetdeeltjesfilter. Handleiding 12.07 - 08.10 DFG 316-320. DFG 316s-320s DFG 425-435 DFG 425s-435s
Roetdeeltjesfilter 12.07 - Handleiding H 51098687 DFG 316-320 08.10 DFG 316s-320s DFG 425-435 DFG 425s-435s Voorwoord Voor een veilig gebruik van het interne transportmiddel is kennis nodig, die u in deze
Nadere informatieLees aandachtig deze handleiding vooraleer u uw Strider scooter gebruikt!
ST4 HANDLEIDING INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING 2. VEILIGHEID 3. BEDIENING 4. ZITPOSITIE 5. RIJDEN 6. BATTERIJEN OPLADEN 7. ONDERHOUD 8. TECHNISCHE GEGEVENS 1. INLEIDING Deze handleiding geldt voor de volgende
Nadere informatieHandleiding: Rupsdumper roterende kipbak.
Handleiding: Rupsdumper roterende kipbak. Veiligheidsvoorzieningen Beschermingsvoorzieningen mogen alleen worden verwijderd resp. geopend na stilstand van de dumper met geactiveerde parkeerrem, uitschakelen
Nadere informatieVerkorte gebruiksaanwijzing
Verkorte gebruiksaanwijzing Fun2Go Contactgegevens fabrikant: Tel. +31 (0)315 257370 E-mail: info@vanraam.com Website: www.vanraam.com Van Raam Aaltenseweg 56 7051 CM Varsseveld Nederland Versie 18.06
Nadere informatieBGR 233 GEKEURD (DE) Gebruikshandleiding Laadbrug. Bekijk de instructievideo op www.kruizinga.nl
BGR 233 GEKEURD (DE) Gebruikshandleiding Laadbrug Bekijk de instructievideo op www.kruizinga.nl Lees mij eerst! 1Lees deze handleiding zorgvuldig voor de laadbrug te gebruiken. De handleiding omschrijft
Nadere informatieSpecificaties. WD 2300 Serie. Dubbelheffende stapelaar WD 2300. Serie
C Specificaties WD 2300 Serie Dubbelheffende stapelaar WD 2300 Serie C WD 2300 Serie Dubbelheffende stapelaar 4.5 4.22 4.4 4.2 4.6 Q 1.6 4.9 90 1.9 180 4.20 4.19 4.35 4.25 3.7 4.21 1.8 4.34 C WD 2300S
Nadere informatieOorspronkelijke gebruiksaanwijzing. Routetrein CX T. Aanvullingopdeseriebedieningsinstructies. vandetrekkercxt 51048070051 NL - 02/2012
Oorspronkelijke gebruiksaanwijzing Routetrein CX T Aanvullingopdeseriebedieningsinstructies vandetrekkercxt 1050 51048070051 NL - 02/2012 Inhoudsopgave g 1 Voorwoord Informatie over de documentatie...
Nadere informatieEFG 535/540/545/550. Gebruiksaanwijzing 01.04 - 52016504 07.08
EG 535/540/545/550 01.04 - Gebruiksaanwijzing H 52016504 07.08 Voorwoord Voor een veilig gebruik van het interne transportmiddel is kennis nodig, die u in deze ORIGINELE HANDLEIDING vindt. De informatie
Nadere informatie2. Geadviseerde omgevingstemperatuur van 0 C tot 50 C.
BT111 ACCU TESTER BT222 ACCU / LAADSTART / TESTER BEDIENINGSHANDLEIDING BELANGRIJK! 1. Voor het testen van 12 V accu's: SAE : 200~1200 CCA DIN : 110~670 CCA IEC : 130~790 CCA EN : 185~1125 CCA CA(MCA)
Nadere informatieHandleiding: Verreiker roterend max. hefvermogen 20,6 mtr. incl. machinist
Handleiding: Verreiker roterend max. hefvermogen 20,6 mtr. incl. machinist BEDIENINGSUITLEG 1 - Bestuurderszetel 17 - Hendel stuurafstelling 2 - Sleutelschakelaar (START) 18 - Bedieningshendel hijsen linker
Nadere informatie1. Batterijpakket Onderdelen. Kabeltas. Batterijtas Laderstekker. Sleutels (2 stuks) Lader. Batterijstekker F B
HANDLEIDING Inhoud 1. Batterijpakket... 4 1.1. Onderdelen... 4 1.2. Batterijpakket opladen... 5 2. Bediening... 7 2.1. Beveiliging... 7 2.2. Display... 7 2.3. Vullingsgraad... 7 2.4. Trapbekrachtiging...
Nadere informatieEFG 213-320. Gebruikershandleiding 06.08- 51100006 07.11
EFG 213-320 06.08- Gebruikershandleiding H 51100006 07.11 Conformiteitsverklaring Jungheinrich AG, Am Stadtrand 35, D-22047 Hamburg Fabrikant of in de Gemeenschap gevestigde vertegenwoordiger Type Optie
Nadere informatieEFG 316k/ 316/ 318k/ 318/ 320
EG 316k/ 316/ 318k/ 318/ 320 01.04- Gebruiksaanwijzing H 52020401 01.04 Voorwoord Voor een veilig gebruik van het interne transportmiddel is kennis nodig, die u in deze ORIGINELE HANDLEIDING vindt. De
Nadere informatieGebruikershandleiding Puch Radius, State of the Art, Boogy BMS
Gebruikershandleiding Puch Radius, State of the Art, Boogy BMS Gefeliciteerd! U heeft gekozen voor een fiets met elektrische ondersteuning, de E-bike. Uw E-bike zal u door zijn elektrische ondersteuning
Nadere informatieGebruiksaanwijzing kort
Fun2Go Van Raam BV Aaltenseweg 56 7051 CM Varsseveld Nederland Tel. : +31 (0)315 257370 E-mail : info@vanraam.nl Internet : www.vanraam.nl Versie 17.04 Positie zitting Om de positie van de stoel correct
Nadere informatieALCT 6/24-2 GEBRUIKSAANWIJZING
ALCT 6/24-2 GEBRUIKSAANWIJZING [1] b c g d f e a [2] 0,5 1 2 NL Gebruiksaanwijzing ALCT 6/24-2 VOORWOORD Geachte klant, Dank u voor de aanschaf van de ANSM ANN lader ALC T 6-24/2. Deze gebruiksaanwijzing
Nadere informatieBatterijdiagnosetoestel voor het testen van alle types 12 V-batterijen.
CBT12XS BATTERIJTESTTOESTEL Batterijdiagnosetoestel voor het testen van alle types 12 V-batterijen. TESTVERLOOP / GEBRUIKSAANWIJZINGEN BELANGRIJK: 1. Voor het testen van de prestatie van 12 V-accu s (CCA:
Nadere informatieA Controleer of de batterijstekker in het apparaat is gestoken.
QUICKSTRT B0R WRSCHUWING it is slechts een korte handleiding! Lees voor het gebruik of onderhoud van het apparaat de bij het apparaat gevoegde gebruiksaanwijzing. Bij niet-naleving van de gebruiksaanwijzing
Nadere informatieTheorie. Taxono mie Code
Toetstermen: Werken met een vorkheftruck in de (petro)chemie Code Toetstermen Na afloop van de training kan de cursist ALGEMEEN Taxono mie Code Theorie Relevante aandachtspunten voor toetsing en examinering
Nadere informatieHandleiding: Rupsdumper zelfladende bak.
Handleiding: Rupsdumper zelfladende bak. Veiligheidsvoorzieningen De bestuurdersplaats bevindt zich aan de achterkant van de machine. De operator moet op de treeplank staan en zich stevig vasthouden aan
Nadere informatieGEBRUIKSAANWIJZING AQUA LASER 2 IN 1 RAAMREINIGER ARTIKEL NUMMER :
GEBRUIKSAANWIJZING AQUA LASER 2 IN 1 RAAMREINIGER ARTIKEL NUMMER : 808.478 Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig voordat u het apparaat in gebruik neemt. Doelmatig gebruik: Gebruik het apparaat alleen
Nadere informatiePowerpack. gebruikshandleiding
Powerpack gebruikshandleiding 1 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding De RMA powerpack is een hulpmiddel voor de begeleiding. Het vergemakkelijkt het duwen van een rolstoel gebruiker. De hulpmotor is niet ontworpen
Nadere informatieQUICKSTART. Inbedrijfstelling. Werking B90R
QUIKSTRT 90R WRSHUWING it is slechts een korte handleiding! Lees voor het gebruik of onderhoud van het apparaat de bij het apparaat gevoegde gebruiksaanwijzing. ij niet-naleving van de gebruiksaanwijzing
Nadere informatieEFG 425-430. Gebruiksaanwijzing 10.09 - 11.11. EFG 425k EFG 425 EFG 425ks EFG 425s EFG 430
EFG 425-430 10.09 - Gebruiksaanwijzing 51151507 11.11 H EFG 425k EFG 425 EFG 425ks EFG 425s EFG 430 Verklaring van overeenstemming Jungheinrich AG, Am Stadtrand 35, D-22047 Hamburg Producent of in de gemeenschap
Nadere informatieAX-3010H. Multifunctionele schakelende voeding. Gebruiksaanwijzing
AX-3010H Multifunctionele schakelende voeding Gebruiksaanwijzing Bewaar deze gebruiksaanwijzing op een veilige plaats, zodat u hem later nog eens in kunt kijken. De gebruiksaanwijzing bevat belangrijke
Nadere informatieHandleiding Gebruiker Aandrijving Quattrocycle
Handleiding Gebruiker Aandrijving Quattrocycle NL N.B.: Lees deze handleiding aandachtig door voordat u het voertuig in gebruik neemt. Bewaar deze handleiding zorgvuldig. Inhoudsopgave GEBRUIK VOLGENS
Nadere informatieGebruikershandleiding kort
Velo-Plus² Van Raam BV Aaltenseweg 56 7051 CM Varsseveld Zadelhoogte U stelt de zadelhoogte correct in, door op de fiets te gaan zitten en een voet op het pedaal in de onderste stand te zetten. In die
Nadere informatieDe elektrische laadlift
Art-Lift De elektrische laadlift 1 Lees deze bedienings- en gebruikshandleiding nauwkeurig door, voordat u de laadlift in gebruik neemt. Neem deze handleiding goed door en zorg ervoor dat u de informatie
Nadere informatieLCD scherm va LCD scherm
scherm 1. Gebruik scherm Met het in Uw scooter ingebouwde scherm kunt U alle rij-, stuuracties, remmen en bedienen van het voertuig bepalen. De elektrische installatie van de scooter en de elektronica
Nadere informatieN.B.: Lees deze handleiding aandachtig door voordat u het voertuig in gebruik neemt. Bewaar deze handleiding zorgvuldig.
N.B.: Lees deze handleiding aandachtig door voordat u het voertuig in gebruik neemt. Bewaar deze handleiding zorgvuldig. NL Inhoudsopgave GEBRUIK VOLGENS BESTEMMING... 3 VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN... 3 HOUDT
Nadere informatieToetsmatrijs Vakbekwaamheid vorkheftruck-/reachtruckchauffeur praktijk Initieel en Verlenging
In deze toetsmatrijs staat wat u moet kunnen en kennen. De toetsmatrijs vormt daarom de basis van de opleiding en het examen. Opgesteld door: CB divisie CCV Categoriecode: HEF en E(Initieel examen), VHEF
Nadere informatieLCD scherm ve LCD scherm
scherm. Gebruik scherm Met het in Uw scooter ingebouwde scherm kunt U alle rij-, stuuracties, remmen en bedienen van het voertuig bepalen. De elektrische installatie van de scooter en de elektronica zelf
Nadere informatieHandleiding. Tilly Light fietsendrager
Handleiding Tilly Light fietsendrager mei 2015 Tilly Light BV Inhoudsopgave Algemeen 4 Onderdelen 5 Stekker aansluiting 10 Eerste gebruik 11 Op de auto plaatsen 15 Fietsen plaatsen 18 Rijden 23 Fietsen
Nadere informatieSpecificaties. FC 4000 Serie. Vierwiel Vorkheftruck FC 4000. Serie
C FC 4000 Serie FC 4000 Serie Vierwiel Vorkheftruck C FC 4000 Serie Vierwiel Vorkheftruck 4.21 3.7 3.6 4.22 4.24 4.21 4.35 100 mm 4.33-4.34 100 mm 1220 500 Q 4.22 4.5 4.7 4.4 4.2 4.18 462 mm 14.6" 503
Nadere informatieToetsmatrijs. Opgesteld door: CCV. Examenonderdeel. Chauffeur Containerheftruck. Opgenomen in de toets: Aantal vragen /opdrachten: Taxonomie code:
Opgesteld door: CCV Examenonderdeel Code: Naam: Toetsvorm: CHP Chauffeur Containerheftruck Praktijk 1. Controle en onderhoudshandelingen 10% 1.1 De kandidaat kan de controle- en de vorken van de containerheftruck
Nadere informatieHandleiding Euroflex Basic & Classic
Handleiding Euroflex Basic & Classic FABRIKANT: Eurovema AB Baldersvägen 38 SE-332 35 Gislaved, Zweden Tel: +46 371 390 100 Fax: +46 371 189 82 E: info@eurovema.se I: www.eurovema.se Inhoudsopgave Inleiding
Nadere informatieGebruiksaanwijzing kort
O-Pair² Van Raam BV Aaltenseweg 56 7051 CM Varsseveld Tel. : +31 (0)315 257370 E-mail : info@vanraam.nl Internet : www.vanraam.nl Versie 14.10 Zadelhoogte U stelt de zadelhoogte correct in, door op de
Nadere informatieFig Veiligheid
3.4.2 Crankstel; bij inrijden van een nieuwe skelter Na een gebruiksperiode van enkele dagen (bij intensief gebruik) tot twee weken (bij normaal gebruik) dienen de bevestigingsbouten (zie Fig. 3) waarmee
Nadere informatieGebruikershandleiding Inhoud
Gebruikershandleiding Inhoud 1 Overzicht onderdelen...4 2 Display en bediening... 6 2.1 Functies stuurbediening... 6 2.2 Functies display... 7 2.3 Gashendel (Optioneel)... 9 3 atterijpakket en lader...
Nadere informatieTijdschakelklok. Bestnr.: 61 00 57 (groen) 61 00 58 (oranje) 61 00 82 (transparant) 61 00 83 (blauw) Omwille van het milieu 100% recyclingpapier
G E B R U I K S A A N W I J Z I N G Bestnr.: 61 00 57 (groen) 61 00 58 (oranje) 61 00 82 (transparant) 61 00 83 (blauw) Tijdschakelklok Omwille van het milieu 100% recyclingpapier Impressum Alle rechten,
Nadere informatieLOGISTIEKE OPLEIDINGEN HEFTRUCK PROEFEXAMEN 3 VEILIG WERKEN MET DE HEF- OF REACHTRUCK
LOGISTIEKE OPLEIDINGEN HEFTRUCK PROEFEXAMEN 3 VEILIG WERKEN MET DE HEF- OF REACHTRUCK Vraag 1 Vraag 2 Vraag 3 Vraag 4 Vraag 5 Vraag 6 Vraag 7 In de Arbo-wet gaat het om zaken als A gezondheid en mensenkennis
Nadere informatieAutomatische transmissie
Automatische transmissie TRANSMISSIEHENDEL H3916 De CommandShift transmissie kan als automaat en als handbak worden gebruikt. Automatische bediening Normaal staat de transmissie op 'automatisch'. Nadat
Nadere informatieBevestig de kraanhaak van het hefwerktuig in het hijsoog van de klem. Indien de kraanhaak te groot is voor het hijsoog gebruik dan een voorloper.
DEZE GEBRUIKSAANWIJZING DIENT VOLLEDIG GELEZEN EN BEGREPEN TE ZIJN VOOR AANVANG VAN DE WERKZAAMHEDEN gebruiksaanwijzing voor BSV mechanische dakelementenklem type 253050A 1. GESCHIKT VOOR Het hijsen en
Nadere informatieGebruikers handleiding versie
Gebruikers handleiding versie 280109 Gebruikers handleiding 1. Gebruik Een fiets met VTS ondersteuning rijdt als een gewone fiets, waarbij het VTS systeem zorgt voor een extra ondersteuning die instelbaar
Nadere informatieOnderhoud aan accu's. Algemene informatie over onderhoud aan accu's WAARSCHUWING!
Algemene informatie over onderhoud aan accu's Algemene informatie over onderhoud aan accu's WAARSCHUWING! De accu's bevatten bijtend zuur. De werkzaamheden moeten daarom met de grootste zorg en met geschikte
Nadere informatieGEBRUIKSAANWIJZING EASYSTART REMOTE
Voertuigverwarmingen Technische documentatie NL GEBRUIKSAANWIJZING EASYSTART REMOTE Bedieningselement voor de Eberspächer-standverwarmingen EasyStart Select Bedienungsanleitung EasyStart Remote Gebruiksaanwijzing
Nadere informatieCCS COMBO 2 ADAPTER. Handleiding
CCS COMBO 2 ADAPTER Handleiding WAARSCHUWINGEN BEWAAR DEZE BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES. Dit document bevat belangrijke instructies en waarschuwingen die bij het gebruik van de CSS Combo 2-adapter
Nadere informatieHoogfrequent batterijladers. KOP serie. Handleiding
Hoogfrequent batterijladers KOP serie Handleiding Inhoud. 1. Belangrijke veiligheidsinstructies 1.1 Algemeen 1.2 Voorzorgsmaatregelen bij het werken met batterijen 2. Eigenschappen 2.1 Algemene specificatie
Nadere informatieElektrische fiets Pedelec
Versie 06/2010 Bestnr. 86 20 23 Elektrische fiets Pedelec Alle rechten, ook vertalingen, voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een automatische gegevensbestand,
Nadere informatieAfzuigkap Gebruiksaanwijzing
Afzuigkap Gebruiksaanwijzing Inhoudsopgave 1.Opmerkingen 2.Functies 3..Installatie 4..Opmerkingen over installatie 5..Veiligheidswaarschuwingen 6 Gebruik 7 Onderhoud 1 Opmerkingen 1. Bedankt voor het kiezen
Nadere informatieHoogfrequent batterijladers. PM-24 serie. Handleiding
Hoogfrequent batterijladers PM-24 serie Handleiding Inhoud. 1. Belangrijke veiligheidsinstructies 1.1 Algemeen 1.2 Voorzorgsmaatregelen bij het werken met batterijen 2. Eigenschappen 2.1 Algemene specificatie
Nadere informatieSTIHL AP 100, 200, 300. Veiligheidsinstructies
{ STIHL AP 100, 200, 300 Veiligheidsinstructies Nederlands Inhoudsopgave Vertaling van de originele handleiding 1 Veiligheidsinstructies................................ 1 1.1 Waarschuwingssymbolen...........................
Nadere informatieProfessional Supplies EIERKOOKAPPARAAT. Modelnr.: *688.107
Professional Supplies EIERKOOKAPPARAAT Modelnr.: *688.107 GEBRUIKSAANWIJZING Om volledig gebruik te maken van de mogelijkheden en storingen tot het minimum te beperken raden wij u aan om de gebruiksaanwijzing
Nadere informatieMotor vermogen: 26 pk Eigen gewicht: 1599 kg KUBOTA WIELLADER
Motor vermogen: 26 pk Eigen gewicht: 1599 KUBOTA WIELLADER KRACHTIG, SOEPEL EN VEELZIJDIG Kubota heeft een nieuwe lijn wielladers in het assortiment van 1000 tot 2800. Deze nieuwe RT-serie is ontworpen
Nadere informatieE-Bike. Gebruikers handleiding versie B2
E-Bike Gebruikers handleiding versie 160609-B2 Gebruikers handleiding 1. Ingebruikname Een Target fiets met elektrische ondersteuning rijdt als een gewone fiets, waarbij het elektrisch systeem zorgt voor
Nadere informatieGebruikersinstructies LED display, accu en lader voor handbikes uitgevoerd met elektrische ondersteuning
Gebruikersinstructies Led Display, accu en lader V2.4 Double Performance BV Antwerpseweg 13/1 2803 PB Gouda Tel: 0182-573833 Gebruikersinstructies LED display, accu en lader voor handbikes uitgevoerd met
Nadere informatieElektrische Vorkheftrucks 2.0-5.0 t
Elektrische Vorkheftrucks 2.0-5.0 t www.toyota-forklifts.eu Elektrische Vorkheftrucks 2.0-2.5 t Specificaties 8FBMKT20 8FBMKT25 8FBMT25 Kenmerken Gewicht Wielen en banden Afmetingen Prestaties Motor Andere
Nadere informatieVerkorte gebruiksaanwijzing
Verkorte gebruiksaanwijzing OPair Contactgegevens fabrikant: Tel. +31 (0)315 257370 E-mail: info@vanraam.com Website: www.vanraam.com Van Raam Aaltenseweg 56 7051 CM Varsseveld Nederland Versie 18.06 Let
Nadere informatieT4512 Telescooplader. Technische gegevens. Motorgegevens. Elektrische installatie
T4512 Telescooplader Technische gegevens Kleine motor Grote motor Motorgegevens Fabrikant Yanmar Yanmar Motortype 3TNV82A 3TNV84T Cilinder 3 3 Vermogen (max.) kw (PS) 22,6 ( 31 ) 29,6 ( 40 ) bij (max.)
Nadere informatieEFG 535-550. Gebruiksaanwijzing 10.09 - 04.13 EFG 535 EFG 540 EFG 545 EFG 550
EFG 535-550 10.09 - Gebruiksaanwijzing 51151563 04.13 EFG 535 EFG 540 EFG 545 EFG 550 H Verklaring van overeenstemming Jungheinrich AG, Am Stadtrand 35, D-22047 Hamburg Producent of in de gemeenschap gevestigde
Nadere informatieSTIHL AK 10, 20, 30. Veiligheidsinstructies
{ STIHL AK 10, 20, 30 Veiligheidsinstructies Nederlands Inhoudsopgave Vertaling van de originele handleiding 1 Veiligheidsinstructies................................ 1 1.1 Waarschuwingssymbolen...........................
Nadere informatieHandleiding: minigraafkraan 1000 KG Kubota U10-3
Handleiding: minigraafkraan 1000 KG Kubota U10-3 Bediening 1 Contactslot 2 Urenteller 3 Waarschuwingslampje 4 Claxonschakelaar 5 Schakelaar werklamp 1 Gashendel 2 Rijhendel (links) 3 Rijhendel (rechts)
Nadere informatieProgrammeerbare elektronische tijdschakelklok
G E B R U I K S A A N W I J Z I N G Bestnr.: 62 24 60 Programmeerbare elektronische tijdschakelklok Omwille van het milieu 100% recyclingpapier Impressum Alle rechten, ook vertalingen, voorbehouden. Niets
Nadere informatieINLEIDING VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN SYMBOLEN. De symbolen in deze gebruiksaanwijzing. Symbolen op het apparaat
INLEIDING Deze gebruiksaanwijzing is bedoeld voor Rapid 100E. Lees ze eerst grondig door alvorens u het apparaat in gebruik neemt. Deze gebruiksaanwijzing bevat de veiligheidsvoorschriften, de voorschriften
Nadere informatieGEBRUIKSAANWIJZING. Afstandsbediening BRC315D7
GEBRUIKSAANWIJZING 1 3 2 1 4 11 NOT AVAILABLE 12 6 5 5 7 8 14 9 10 19 17 18 21 13 20 15 16 1 ONZE WELGEMEENDE DANK VOOR UW AANKOOP VAN DEZE AFSTANDS- BEDIENING. LEES DE HANDLEIDING AANDACHTIG ALVORENS
Nadere informatieSTIHL AK 10, 20, 30. Veiligheidsinstructies
{ STIHL AK 10, 20, 30 Veiligheidsinstructies Inhoudsopgave Vertaling van de originele handleiding................................ 1 1.1 Waarschuwingssymbolen........................... 1 1.2 Gebruik conform
Nadere informatieGebruiksaanwijzing, waarschuwingen en veiligheidsvoorschriften voor batterijen met vloeibaar elektrolyt voor motorfietsen. (zuurpakket meegeleverd)
Gebruiksaanwijzing, waarschuwingen en veiligheidsvoorschriften voor batterijen met vloeibaar elektrolyt voor motorfietsen. (zuurpakket meegeleverd) Let op de aanwijzingen op de batterij, in de gebruiksaanwijzing
Nadere informatieSulky Line Painter 1200
Form No. 3355 9 Rev C Sulky Line Painter 00 Modelnr. 403 6000000 en hoger Gebruikershandleiding Registreer uw product op www.toro.com Vertaling van de oorspronkelijke instructies (NL) Inhoud Blz. Inleiding....................................
Nadere informatieEJC/EJC-Z 14/16. Gebruiksaanwijzing 06.98 - 10004251 01.06
EJC/EJC-Z 14/16 06.98 - Gebruiksaanwijzing H 10004251 01.06 Voorwoord Voor een veilig gebruik van het interne transportmiddel is kennis nodig, die u in deze ORIGINELE HNDLEIDING vindt. De inormatie is
Nadere informatieGebruiksaanwijzing, waarschuwingen en veiligheidsvoorschriften voor gesloten batterijen met vast elektrolyt (AGM-technologie) voor motorfietsen.
Gebruiksaanwijzing, waarschuwingen en veiligheidsvoorschriften voor gesloten batterijen met vast elektrolyt (AGM-technologie) voor motorfietsen. Let op de aanwijzingen op de batterij, in de gebruiksaanwijzing
Nadere informatieMS Semen Storage Pro
MS Semen Storage Pro 150 4508425 NL MS Semenstorage PRO 150 Gebruiksaanwijzing... 3 4508425/11-01-2016/F Inhoud MS Semen Storage Pro 150... 1 Bepalingen... 3 Introductie... 4 MS Semen Storage... 5 Aanbevelingen...
Nadere informatieHandleiding Euroflex Basic
Handleiding Euroflex Basic FABRIKANT: Eurovema AB Baldersvägen 38 SE-332 35 Gislaved, Zweden Tel: +46 371 390 100 Fax: +46 371 189 82 E: info@eurovema.se I: www.eurovema.se RevaMed B.V. telefoon + 31 (0)
Nadere informatieNL ESP-Systeem
603.83.515 NL ESP-Systeem ESP-SYSTEEM (Electronic Stability Program) Dit systeem bewaakt de stabiliteit van de auto als de wielen hun grip verliezen, waardoor de auto beter op koers blijft. De werking
Nadere informatieElektrische Vorkheftrucks 2.0-3.5 t
Elektrische Vorkheftrucks 2.0-3.5 t www.toyota-forklifts.eu Elektrische Vorkheftrucks 2.0-2.5 t Specificaties 8FBMKT20 8FBMKT25 8FBMT25 Kenmerken Gewicht Wielen en banden Afmetingen Prestaties Motor Andere
Nadere informatieAfstandsbediening Telis 16 RTS
Afstandsbediening Telis 16 RTS Bedieningshandleiding Telis 16 RTS Pure Art.nr. 1811020 Telis 16 RTS Silver Art.nr. 1811021 Afstandsbediening Telis 16 RTS 16 Kanaals zender met display Telis 16 RTS Pure
Nadere informatieRX 60 Technische gegevens.
RX 60 Technische gegevens. Elektrische vorkheftrucks RX 60-40 RX 60-45 RX 60-50 Als u méér wilt bereiken. RX 60 Technische gegevens. Dit typenblad is opgesteld volges VDI-richtlijn 2198 en geeft de technische
Nadere informatieInnovation Protection Conseil
Pagina 1 van 7 PULVERISATEUR DORSAL AUTONOME Elektrische autonome rugsproeier met continue druk KENMERKEN : o Het reservoir is uitgerust met een membraanpomp met Viton-afdichting die wordt bediend met
Nadere informatieTECHNISCHE HANDLEIDING
TECHNISCHE HANDLEIDING TIMER SCHAKELAAR Sleutelschakelaar met timerfunctie 230/380V / 4 x 10 Amp - 1 x 2 AMP inschakelbaar incl. LED controle, uitvoering opbouw ASW BV 2011 Technische Handleiding Documentversie
Nadere informatieECE 220. Gebruiksaanwijzing 04.04 - 50435805 03.07
ECE 220 04.04 - Gebruiksaanwijzing H 50435805 03.07 Voorwoord Voor een veilig gebruik van het interne transportmiddel is kennis nodig, die u in deze ORIGINELE HANDLEIDING vindt. De informatie is weergegeven
Nadere informatieStoelen IN DE JUISTE HOUDING ZITTEN
IN DE JUISTE HOUDING ZITTEN E81931 2 U mag de stoel niet tijdens het rijden verstellen. Als u dit toch doet, kunt u de macht over het stuur verliezen en letsel veroorzaken. 1 De stoel, de hoofdsteun, de
Nadere informatieHandleiding EPT20-15ET Elektrische transpallet
Handleiding EPT20-15ET Elektrische transpallet 0 Wij danken u voor de aankoop van ons product. Deze handleiding bevat alle instructies om dit toestel te gebruiken en te onderhouden. De gebruiker van de
Nadere informatieTransport over land en te water laten van de boot
Transport over land en te water laten van de boot Hier lees je alles over het transporteren van boten over het land. Ook lees je hier alles over het te water laten en uit het water halen van je boot. Vervoer
Nadere informatieEMC 110/B 10. Gebruiksaanwijzing 06.96- 10003630 07.08
EMC 110/B 10 06.96- Gebruiksaanwijzing H 10003630 07.08 Voorwoord Voor een veilig gebruik van het interne transportmiddel is kennis nodig, die u in deze ORIGINELE HANDLEIDING vindt. De informatie is weergegeven
Nadere informatieVEILIGHEID EN CORRECT GEBRUIK
INSTALLATIE INSTRUCTIES 12-2015 VEILIGHEID EN CORRECT GEBRUIK Om veiligheid en een lange levensduur van dit product te garanderen, zal u de bijgesloten instructies strikt in acht moeten nemen. Uw garantie
Nadere informatieNL BOSAL TOURER Gebruiksaanwijzing voor fietsendrager E4-26R
www.bosal.com OSAL TOURER E4-6R-007 P Q X A E L U O C N R S T J V G H W K M F D A Handvat Hendel snelkoppeling C Kunststof borging met slot D Kunststof vleugelmoeren t.b.v. bevestiging wielgoten E Linkerkant
Nadere informatieGfS Day Alarm. Algemene omschrijving...p. 2. Montage handleiding en functies...p. 3. Instellingen van magneet contacten...p. 4
Art.-Nr.: Art.-Nr.: Montage handleiding Inhoud Algemene omschrijving...p. Montage handleiding en functies...p. Instellingen van magneet contacten...p. Aansluiting met draadloos magneet contact...p. Aansluiting
Nadere informatieBestnr Toerentalregelaar voor ventilator
Bestnr. 53 73 73 Toerentalregelaar voor ventilator Alle rechten, ook vertalingen, voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een automatische gegevensbestand, of openbaar
Nadere informatieGraaflaadcombinatie JCB 4CX-M. druk 1
NSN:3805-17-120-5458 NSN:3805-17-120-9367 PN 015034 TECHNISCHE HANDLEIDING Graaflaadcombinatie JCB 4CX-M druk 1 BEDIENING EN GEBRUIKSONDERHOUD Vastgesteld door de Directeur Defensie Materieel Organisatie,
Nadere informatieTechnische specificaties. TMM Serie 2,0 tot 2,5 ton Meeneem heftrucks
Technische specificaties TMM Serie 2,0 tot 2,5 ton Meeneem heftrucks 2 000-2 500 kg TECHNISCHE SPECIFICATIES 1.1 Fabrikant 1.2 Modeltype TMM 20 TMM 25 Omschrijving Gewicht 1.3 Aandrijving Diesel Diesel
Nadere informatieWij beschermen mensen
Wij beschermen mensen SafetyTracer handleiding Mopas Lite 1. Functies en eigenschappen 2 2. Veiligheidsinstructies 2 3. Gebruik 3 4. Alarmeren 4 5. Oproep 4 6. Statusoverzicht van de Mopas Lite 4 7. Technische
Nadere informatieProfessional Supplies BORDENWARMKAST. Modelnr.: *688.050 - *688.050 - *688.050. CaterChef 60
Professional Supplies Modelnr.: *688.050 - *688.050 - *688.050 CaterChef 120 CaterChef 60 CaterChef 30 GEBRUIKSAANWIJZING Lees deze instructies aandachtig door alvorens het apparaat te gebruiken. 688050-51-52
Nadere informatieGfS Nooduitgang beveiliging
GfS Nooduitgang beveiliging GfS Nooduitgang beveiliging (1) Paniekbeslag heeft als functie om in geval van nood een veilige en doeltreffende vluchtweg te bieden. De Europese normering beschrijft dat deuren
Nadere informatieGebruikershandleiding Peugeot CE22, CE33, CE141, CE132, CE122, CE151, CE101, CE111
Gebruikershandleiding Peugeot CE22, CE33, CE141, CE132, CE122, CE151, CE101, CE111 Gefeliciteerd! U heeft gekozen voor een fiets met elektische ondersteuning, de E-bike. Uw E-bike zal u meer mogelijkheden
Nadere informatieElektronische jaloezieinbouwschakelaar
Bestnr. 62 00 09 Elektronische jaloezieinbouwschakelaar Alle rechten, ook vertalingen, voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een automatische gegevensbestand, of
Nadere informatieCellion primax. Handleiding voor audiciens. Hearing Systems
Cellion primax Handleiding voor audiciens Hearing Systems Inhoudsopgave Inleiding 3 Voor en na het passen 4 Monteren 4 Activeren 4 Opladen 5 Aansluiten 5 Het serienummer noteren 6 Loskoppelen 6 De behuizing
Nadere informatie