Beroepsvraagstuk Muzisch agogisch

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Beroepsvraagstuk Muzisch agogisch"

Transcriptie

1 Beroepsvraagstuk Muzisch agogisch Spelenderwijs onderweg naar zelfstandigheid Chantal ten Have Studentnummer: Klas: SV401 Telefoonnummer: Opleidingsinstituut: Hogeschool van Amsterdam Docent: Michiel de Gier adres docent: Datum:

2 Voorwoord Voor u ligt mijn eindverslag van mijn muzisch agogisch beroepsvraagstuk. Graag zou ik in dit voorwoord een aantal mensen willen bedanken die een bijdrage hebben geleverd aan het tot stand komen van dit eindverslag. Allereerst wil ik mijn begeleider Michiel de Gier bedanken voor zijn begeleiding en tips gedurende het proces. Daarnaast wil ik mijn partner, vrienden en familie bedanken voor hun steun en geloof in mij. In het bijzonder wil ik graag Lydia Hindle bedanken voor haar kritische blik op mijn verslag en haar feedback. Als laatste wil ik Josephine van Bokhoven bedanken voor haar creatieve inzicht bij het spelontwerp en de spelontwikkeling. Dankzij hen ben ik tot dit eindverslag gekomen. 2

3 Samenvatting De huidige maatschappij is erg gericht op zelfstandigheid. Ook bij psychiatrische instellingen worden er trainingen gegeven aan cliënten om zelfstandig te kunnen functioneren in de maatschappij, bijvoorbeeld sociale vaardigheidtraining en zelfstandigheidtraining. Deze trainingen zijn vaak gericht op onderwerpen als zelfstandig wonen en activiteiten die daarbij aansluiten. Voor jongeren met een autisme spectrum stoornis (ASS) verloopt het leerproces anders dan bij andere jongeren. De trainingen sluiten mede daarom niet altijd goed aan bij de belevingswereld en de manier van leren van jongeren met ASS. Ik wilde daarom graag onderzoek doen om eraan bij te kunnen dragen dat er een spel werd ontwikkeld, dat de zelfstandigheid van jongeren van 10 tot 14 jaar met ASS bevorderd. Dit spel heeft als doel de sociale vaardigheden, vrijetijdsvaardigheden en zelfredzaamheid te vergroten. Dit zijn drie domeinen waar veel kinderen en jongeren met ASS moeite mee hebben. Voor dit onderzoek heb ik de volgende hoofdvraag geformuleerd: Hoe kan de SPH er met een muzisch agogisch bordspel bijdragen aan de bevordering van de zelfstandigheid van jongeren van 10 tot 14 jaar met een autisme spectrum stoornis met een normaal intelligentieniveau en hoe zou een dergelijk bordspel gericht op het ondernemen van een activiteit met vrienden in de eigen tijd eruit kunnen zien? Om antwoord te kunnen geven op deze vraag is de doelgroep geanalyseerd, is er gekeken welke vaardigheden jongeren nodig hebben voor zelfstandige participatie in de maatschappij, hoe het leerproces bij jongeren met ASS verloopt en aan welke eisen een bordspel voor jongeren met ASS moet voldoen. Uit dit onderzoek bleek dat jongeren met ASS beperkingen ervaren in sociale interactie, beperkt zijn in verbale en non-verbale communicatie en rigide patronen van gedragingen en interesses hebben. Benodigde vaardigheden voor het ondernemen van een activiteit in de eigen tijd toonden veel samenhang met deze drie punten. Structuur, visuele ondersteuning en aangepaste communicatie bleken belangrijke punten in het leerproces van jongeren met ASS. Aan de hand van dit onderzoek heb ik een bordspel ontwikkeld genaamd Samen er op uit! Het spel is visueel duidelijk en er wordt gebruik gemaakt van pictogrammen, dit zijn belangrijke punten bij het spelen van een spel met jongeren met ASS. Het spel kan worden ingezet in de behandeling van jongeren met ASS in ambulante, semiresidentiële en residentiële setting. Door het spelen van dit spel in een expliciet aanleerproces zullen de jongeren adaptieve vaardigheden ontwikkelen om zelfstandig een activiteit te kunnen ondernemen met vrienden. Dit zal hen versterken om zelfstandiger te participeren in de maatschappij. Een kleine kanttekening kan geplaatst worden bij de vraag waarom het nodig is dat jongeren met een beperking zelfstandig taken kunnen uitvoeren. Want zullen deze jongeren niet altijd een zelfstandigheid onder voorwaarden ervaren en hun hele leven in meer of mindere mate begeleiding nodig hebben? Hierover zal meer te lezen zijn in het onderzoek. 3

4 Inhoud Voorwoord... 2 Samenvatting Inleiding Autisme spectrum stoornis ASS volgens de DSM IV Diagnosticeren van ASS Cognitieve theorieën over het denken bij jongeren met ASS Centrale Coherentie Executieve functies Theory of Mind Vaardigheden voor zelfstandige participatie in de maatschappij Het schoolkind en de puber Ontwikkelingstaken en adaptieve vaardigheden Zelfstandigheid Adaptieve vaardigheden benodigd voor zelfstandigheid Adaptieve vaardigheden volgens de AAIDD Adaptieve vaardigheden volgens Slot & Spanjaard Adaptieve vaardigheden volgens Sparrow Mijn visie op adaptieve vaardigheden Adaptieve vaardigheden bij ASS Rigiditeit Inlevingsvermogen Beperkingen in executieve functies Ontwikkelingstaken en adaptieve vaardigheden Leerproces bij jongeren met ASS Expliciet aanleerproces Fase Fase Fase Variatie en motivatie Koppeling naar muzisch agogisch product Kenmerken van leren bij jongeren met ASS Structuur

5 4.3.2 Leerstijl Informatieverwerking Eisen van een bordspel voor jongeren met ASS Aspecten bordspel Spelontwerp Spelcriteria Meningen van spelers Bordspel voor jongeren met ASS Overgevoeligheid voor prikkels Voorbereiding Visueel aangebrachte instructie Functionele waarde Spel en spelregels aanleren Het uiteindelijke spel Conclusie Aanbevelingen en implementatie Microniveau Mesoniveau Macroniveau Eindconclusie Bibliografie Bijlage 1: Subdiagnoses van ASS Bijlage 2: Ontwikkelingstaken en adaptieve vaardigheden van jongeren van 10 tot 14 jaar Bijlage: Discussieonderwerpen eindgesprek Bijlage: SIS-uitdraai... Error! Bookmark not defined. Bijlage: Opname HvA kennisbank

6 1 Inleiding Ik schrijf dit beroepsvraagstuk voor alle instellingen die te maken hebben met de doelgroep van kinderen en/of jongeren met een autisme spectrum stoornis (ASS) met een normaal intelligentieniveau. In mijn derde jaar van de SPH opleiding heb ik stage gelopen op een dagbehandeling voor jongeren van 12 tot 18 jaar met ASS. Deze jongeren hebben kwalitatieve beperkingen in sociale interactie. Ook ervaren zij kwalitatieve beperkingen in verbale en non-verbale communicatie en/of beperkte, zich herhalende stereotiepe patronen van gedrag, belangstelling en activiteiten waarbij sprake is van een stoornis in de verbeelding. Wij gaven de jongeren een training om de zelfstandigheid te bevorderen. Vanuit deze stage kwam ik op het idee om een bordspel te ontwikkelen dat bijdraagt aan de ontwikkeling van sociale vaardigheden en het aanleren van vaardigheden die de zelfstandigheid vergroten, zoals budgetteren en plannen. Dit product kan bijdragen aan de behandeling van kinderen/jongeren met ASS in residentiële, semiresidentiële en ambulante instellingen. Het is onderdeel van de behandeling. Ik maak in mijn onderzoek en bordspel geen onderscheid tussen specifieke autistische stoornissen zoals Asperger en PDD-NOS, de problematiek komt namelijk bij alle vormen van ASS voor. Zoals vermeld kwam ik op het idee voor dit product door mijn stage. Ik bemerkte dat we met de zelfstandigheidtraining de jongeren wilden versterken, maar dat de methodes die we gebruikten niet altijd even goed aansloten bij de jongeren. Vooral bij de jongere cliënten sloten een aantal thema s ook niet goed aan. De zelfstandigheidtraining was grotendeels gericht op zelfstandig wonen en activiteiten die daarbij aansloten. Bij de jongere cliënten speelden deze thema s nog niet. Het is belangrijk de zelfstandigheid van jongere cliënten te bevorderen met thema s die aansluiten bij hun belevingswereld, omdat ze dan meer gemotiveerd zullen zijn de training te volgen en meer vaardigheden leren die ze in hun dagelijkse leven kunnen toepassen. Een voorbeeld hiervan is het zelfstandig plannen van een uitje/activiteit. Voor een beginnende puber is het van belang dat hij met geld kan omgaan en weet welke stappen hij moet nemen als hij een activiteit met vrienden wil ondernemen. Dit is onderdeel van het ontwikkelen van zijn zelfstandige zelf richting adolescentie en om zijn sociale interactie te bevorderen (Slot & Spanjaard, 2009). Meer uitleg hierover volgt in hoofdstuk 3. Het zou voor jongeren met ASS fijn zijn als ze (net zoals hun leeftijdsgenoten zonder beperking) zelfstandig kunnen deelnemen aan vrijetijdsactiviteiten van leeftijdsgenoten. Je zou jezelf kunnen afvragen hoe belangrijk het is dat jongeren zelfstandig kunnen functioneren. Jongeren met ASS hebben uit ervaring waarschijnlijk hun hele leven een zekere vorm van begeleiding nodig. Waarom zou deze begeleiding niet ook kunnen bijdragen in de ondersteuning van deze jongeren bij het ondernemen van activiteiten in de eigen tijd? In mijn ogen is het belangrijk voor hun zelfbeeld, hun sociale interactie en hun toekomst dat ze vaardigheden leren waardoor ze zelfstandig deze taken kunnen uitvoeren. Ik vind het belangrijk dat mensen versterkt worden om, ondanks hun beperking, zelfstandig te kunnen participeren in de maatschappij. Ik denk dat mensen gelukkiger, zelfstandiger en minder eenzaam zijn op het moment dat ze zelfstandig kunnen deelnemen aan de samenleving. Het geeft zelfvertrouwen als je weet hoe je iets kan aanpakken zonder ondersteuning van anderen en dit ook zelfstandig kan uitvoeren. Uiteraard dien je hierbij wel rekening te houden met de mogelijkheden en beperkingen van de jongeren. Bij kinderen en jongeren met ASS zie je dat ze vaak moeite hebben met het invullen van de eigen vrije tijd. Dit heeft te maken met verschillende factoren. In de autisme-wijzer van A. Jennes wordt bijvoorbeeld omschreven dat de W-vragen niet duidelijk zijn voor het kind. Het Wanneer, Wie, Waar, Wat, Waarom, Hoe lang en Wat daarna (vragen die aan bod komen bij het ondernemen van een activiteit), zijn puzzelstukjes die gevisualiseerd moeten worden ter voorbereiding op een vrije tijd activiteit (Jennes, 2006). Doordat kinderen en jongeren met ASS waarnemen in puzzelstukjes moeten ze hard werken voor de informatieverwerking. Deze verwerking kost tijd, wat kan variëren van 6

7 enkele seconden tot maanden. Verbanden tussen de losse stukjes zijn voor hen niet vanzelfsprekend. Als de verwerking hen teveel wordt, kan dit leiden tot een emotie-uitbarsting (de Bruin, 2004). In hoofdstuk 2 en 4 zal hier meer over worden uitgelegd. Ik wilde eraan bijdragen dat er een spel werd ontwikkeld, dat de zelfstandigheid van jongeren van 10 tot 14 jaar met ASS wordt bevorderd. Dit spel heeft als doel de sociale vaardigheden, vrijetijdsvaardigheden en zelfredzaamheid te vergroten. Dit zijn drie domeinen waar veel kinderen en jongeren met ASS moeite mee hebben (Jennes, 2006). Dit spel sluit goed aan bij het niveau en de belevingswereld van de doelgroep. Dit is in het belang van de cliënten, zij zullen hierdoor meer gemotiveerd zijn het spel te spelen en de vaardigheden aan te leren. Ook is het in het belang van het systeem van de cliënten dat zij zelfstandig een activiteit kunnen ondernemen die past bij hun leeftijd. Zij kunnen hierdoor met meer vertrouwen hun kind loslaten. Ik verwacht dat kinderen en jongeren het als prettig ervaren om door middel van een bordspel te leren. Een bordspel heeft een informele sfeer, je hoeft de ander niet constant aan te kijken en er zit een spelelement in. Daarnaast denk ik dat geleerde vaardigheden ook beter beklijven als deze praktisch en visueel worden aangeboden. Je kunt het bordspel inzetten bij het aanleerproces in drie fases namelijk, fase 1 optimaal beschermende en (individueel) aangepaste situatie, fase 2 oefenfase die nog steeds aangepast is maar meer zelfstandig en fase 3 waarin het kind zelfstandig de aangeleerde vaardigheden toepast in een reële en levensechte situatie (Degrieck, 2001). Meer uitleg over dit aanleerproces kunt u teruglezen in hoofdstuk 4. Dit maakt ook dat het aanleren van vaardigheden meetbaar, reproduceerbaar en bruikbaar/toepasbaar is. Voor het uitvoeren van dit onderzoek heb ik de volgende hoofd- en deelvragen opgesteld. Hoofdvraag: Hoe kan de SPH er met een muzisch agogisch bordspel bijdragen aan de bevordering van de zelfstandigheid van jongeren van 10 tot 14 jaar met een autisme spectrum stoornis met een normaal intelligentieniveau en hoe zou een dergelijk bordspel gericht op het ondernemen van een activiteit met vrienden in de eigen tijd eruit kunnen zien? Deelvragen: - Wat is een autisme spectrum stoornis? - Welke vaardigheden hebben jongeren nodig om zelfstandig te kunnen participeren in de maatschappij en over welke van deze vaardigheden beschikken jongeren met ASS wel/niet? - Op welke manier leren jongeren met ASS het beste? - Aan welke eisen moet een spel voor jongeren met ASS voldoen? De beantwoording van de deelvragen is terug te lezen in de hierop volgende hoofdstukken. In mijn conclusie zal ik antwoord geven op de hoofdvraag. Aan de hand van mijn onderzoek zal ik aanbevelingen doen voor de implementatie van mijn bordspel in de praktijk. Wanneer ik het in dit verslag over jongeren heb, bedoel ik kinderen en jongeren van 10 tot 14 jaar. Ik heb voor de term jongeren gekozen omdat kinderen van 10 jaar in de prepuberteit zitten, met het oplopen van de leeftijd gaat deze fase over in de puberteit. De term jongeren vind ik hierdoor passend voor de gehele leeftijdsgroep waar ik mijn onderzoek op richt. Ik zal in dit verslag de term jongeren met ASS gebruiken, hiermee wordt bedoeld jongeren met een autisme spectrum stoornis. Voor de leesbaarheid zal ik het in dit verslag hebben over hij, hem en zijn, dit omdat de meeste kinderen en jongeren met ASS jongens zijn, vanzelfsprekend kun je hier echter ook zij en haar lezen. 7

8 2 Autisme spectrum stoornis Om een muzisch agogisch product te kunnen ontwikkelen voor jongeren met ASS, moet je eerst op de hoogte zijn wat ASS precies inhoudt. Daarom zal ik hieronder eerst een uitleg geven van ASS en hoe deze gediagnosticeerd kan worden. Er zijn twee diagnostische classificatiehandboeken, namelijk de Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM) en de International Classification of Diseases (ICD) (Jennes, 2006). In dit verslag zal ik gebruik maken van de classificatie volgens de DSM, omdat dit doorgaans het meest gebruikte classificatiesysteem binnen de kinder- en jeugdpsychiatrie in Nederland is. 2.1 ASS volgens de DSM IV De term ASS wordt gebruikt om kinderen, jongeren en volwassenen met een ernstige ontwikkelingsstoornis aan te duiden. ASS komt vaker voor bij jongens dan meisjes, de verhouding is ongeveer 4:1. Het is een aangeboren stoornis in de informatieverwerking van de hersenen. Dat betekent dat informatie die via de zintuigen binnenkomt, zoals zien, ruiken, horen, proeven en voelen, bij mensen met ASS anders verwerkt wordt dan bij mensen zonder ASS. Het is voor mensen met ASS lastig om details te hervormen tot een samenhangend geheel. Hierdoor hebben mensen met ASS problemen met communicatie, sociale interactie en de verbeelding (Nederlandse Vereniging voor Autisme). Jongeren met ASS nemen alles op een gefragmenteerde wijze waar. Bij normale mensen gaat de waarneming als geheel via de zintuigen naar de hersenen. Hier wordt deze verwerkt en vervolgens reageert men hierop. Het is een logisch vervolg op de waarneming, waar je meestal niet eens over nadenkt. Bij jongeren met ASS werkt dit anders. De informatie komt bij hen in losse puzzelstukjes binnen. Eerst moeten ze deze informatie weer in elkaar puzzelen voordat de waarneming als geheel kan worden gezien en ze daar betekenis aan kunnen geven. Dit proces gebeurt meestal razendsnel, maar moet wel steeds (opnieuw) gebeuren. Soms worden deze puzzelstukjes verkeerd aan elkaar gekoppeld en kunnen er misstanden ontstaan (de Bruin, 2004). Dit zag ik ook in mijn stage goed terugkomen. Wanneer ik een gesprek voerde met een jongere moest ik duidelijk meer tijd nemen en pauzes inlassen, zodat de jongere de tijd had om mijn woorden te verwerken. ASS is een beperking die invloed heeft op alle levensgebieden in alle levensfasen. De meeste mensen met ASS hebben in meer of mindere mate hun leven lang professionele begeleiding nodig. Met begrip van de omgeving en de juiste begeleiding kunnen veel mensen met ASS een normaal leven leiden en kunnen zij naar school gaan, werken en relaties met anderen onderhouden en functioneren volgens de normen van de huidige maatschappij (Nederlandse Vereniging voor Autisme). Autisme spectrum stoornissen vallen onder de psychiatrische stoornissen. Hoe de stoornis zich uit verschilt erg per individu. Volgens de DSM-IV worden er vijf subdiagnoses onderscheiden namelijk, het syndroom van Rett, desintegratieve stoornis, klassiek autisme, stoornis van Asperger en pervasieve ontwikkelingsstoornis niet anderszins omschreven (PDD-NOS). Deze stoornissen worden vaak weergegeven onder een paraplu, zoals op onderstaande afbeelding: Figuur 1: Autismespectrumstoornissen (Blackburn) 8

9 2.2 Diagnosticeren van ASS De diagnose ASS wordt gesteld op basis van anamnese. Dit is een systematische en gedetailleerde manier van vragen stellen aan de cliënt zelf en zijn ouders met behulp van vragenlijsten en interviews. Ook wordt de cliënt geobserveerd aan de hand van een gestandaardiseerde psychiatrische observatieprocedure. Aan de hand van onderstaande criteria wordt iemand vervolgens gediagnosticeerd met de diagnose ASS en wordt de subdiagnose bepaald (Baird, Cass, & Slonims, 2003). Volgens de DSM-IV is er sprake van een autistische stoornis als iemand voldoet aan drie criteria: 1. kwalitatieve beperkingen in sociale interactie 2. kwalitatieve beperkingen in verbale en non-verbale communicatie 3. beperkte, zich herhalende stereotiepe patronen van gedrag, belangstelling en activiteiten waarbij sprake is van een stoornis in de verbeelding. Deze drie criteria zijn elk onderverdeeld in een aantal items. Op basis van het voldoen aan een aantal items binnen de criteria wordt de subdiagnose bepaald. Hieronder de items per criterium: 1. Kwalitatieve beperkingen in de sociale interacties: - duidelijke stoornissen in het gebruik van verschillende vormen van non-verbaal gedrag, zoals oogcontact, gelaatsuitdrukking, lichaamshouding en gebaren om de sociale interactie te bepalen; - er niet in slagen met leeftijdgenoten tot relaties te komen die passen bij het ontwikkelingsniveau; - tekort in het spontaan met anderen delen van plezier, bezigheden of prestaties; - afwezigheid van sociaal-emotionele wederkerigheid. 2. Kwalitatieve beperkingen in verbale en non-verbale communicatie: - achterstand in of volledige afwezigheid van de ontwikkeling van de gesproken taal (niet samengaand met een poging tot compensatie met alternatieve communicatiemiddelen, zoals gebaren of mimiek); - bij individuen met voldoende spraak duidelijke beperkingen in het vermogen een gesprek met anderen te beginnen en te onderhouden; - stereotiep en herhaald taalgebruik of eigenaardig woordgebruik; - afwezigheid van gevarieerd spontaan fantasiespel (doen-als-of-spelletjes) of sociaal imiterend spel (nadoen-spelletjes) passend bij het ontwikkelingsniveau. 3. Beperkte, zich herhalende stereotiepe patronen van gedrag, belangstelling en activiteiten waarbij sprake is van een stoornis in de verbeelding: - sterke preoccupatie met één of meer stereotiepe patronen van gedrag en beperkte patronen van belangstelling die abnormaal is in intensiteit of richting; - duidelijk rigide vastzitten aan specifieke niet-functionele routines of rituelen; - stereotiepe en zich herhalende motorische gekunstelde manier van doen (bijvoorbeeld fladderen, draaien met hand of vingers of complexe bewegingen met het hele lichaam); - aanhoudende preoccupatie met delen van voorwerpen (Hengeveld & Balkom, 2005). Zoals beschreven zijn er verschillende subdiagnoses die onder ASS vallen. Voor mijn onderzoek zijn deze echter niet van belang, omdat mijn spel gericht zal zijn op alle jongeren met ASS ongeacht de vorm. Daarnaast zal in mei 2013 de DSM-IV worden opgevolgd door de DSM-V, hierin zal bij diagnosticeren geen onderscheid meer worden gemaakt in de verschillende subdiagnoses (Tartuffel, 2010).Met het oog op deze ontwikkeling is het dus passend om mijn spel te richten op alle jongeren met ASS, ongeacht hun subdiagnose. Voor hen die echter wel geïnteresseerd zijn in de diverse subdiagnoses van ASS heb ik de uitleg van hiervan toegevoegd in bijlage 1. 9

10 2.3 Cognitieve theorieën over het denken bij jongeren met ASS Zoals beschreven nemen jongeren met ASS de wereld anders waar. Er zijn drie cognitieve theorieën over het denken, die de gedragingen van jongeren met ASS deels verklaren. Dit zijn de centrale coherentie (CC), executieve functies (EF) en de Theory of Mind (TOM) (de Bruin, 2004) Centrale Coherentie Bij de centrale coherentie zie je dat jongeren met ASS moeite hebben met de samenhang zien van het geheel en hier de juiste betekenis aan te geven. Hieronder valt ook het detaildenken. Dit uit zich in twee vormen. Bij de eerste uitingsvorm begrijpt een jongere de situatie pas als alle details die hij in zijn hoofd heeft ook werkelijk aanwezig zijn. De tweede uitingsvorm zie je bij jongeren die gelijk een taak gaan uitvoeren zodra ze één detail zien. Deze taak is niet altijd passend in de situatie. De CC gaat ook over generaliseren en relativeren. Soms is dit teveel aanwezig, andere keren blijken jongeren hier juist totaal geen inzicht in te hebben. Betekenis verlenen aan situaties en voorwerpen gebeurt volgens de CC in stapjes. Soms ontstaan hieruit een 1-1 associatie, waarbij details blijvend aan elkaar gekoppeld worden. Bijvoorbeeld wanneer een jongere limonade uit een blauwe beker krijgt. Zodra hij de blauwe beker ziet, zal hij vervolgens denken dat hij limonade krijgt (de Bruin, 2004) Executieve functies Bij jongeren met ASS zie je in de executieve functies terug dat zij moeite hebben met plannen en organiseren van taken en hier flexibel in te zijn. Voorstructureren en planning is nodig als je de jongere een taak wil laten uitvoeren. Ook zie je vaak weerstand optreden bij de jongere als ze een taak moeten uitvoeren (de Bruin, 2004) Theory of Mind De Theory of Mind (TOM) gaat uit van het vermogen om het eigen innerlijk te herkennen, verwoorden en vanuit hier te handelen en daarnaast het innerlijk van een ander te begrijpen en daarmee rekening te houden. Jongeren met ASS hebben een gebrekkige TOM en begrijpen het gedrag en de emoties van de ander vaak niet en kunnen zich niet inleven in de ander (de Bruin, 2004). Deze drie theorieën gaan uit van een (specifiek) disfunctioneren van de hersenen (Delfos, 2002). Vanuit deze drie cognitieve theorieën is te begrijpen dat jongeren met ASS problemen tegenkomen in het ondernemen van activiteiten met anderen in het dagelijks leven. In hoofdstuk 3 kunt u hier meer over lezen. 10

11 3 Vaardigheden voor zelfstandige participatie in de maatschappij Elk mens doorloopt in zijn leven een aantal ontwikkelingsfasen. Elke fase heeft zijn eigen typische kenmerken. We onderscheiden de volgende ontwikkelingsfasen: - ongeboren kind (prenatale fase: 40 weken) - zuigeling (0-18 maanden) - peuter (18 maanden - 4 jaar) - De kleuter (4-6 jaar) - Het schoolkind (6-12 jaar) - De puberteit (12-16 jaar) - De adolescentie (16-22 jaar) - De jongvolwassene (22-40 jaar) - De rijpere volwassene (40-60 jaar) - De oudere volwassenen (60 jaar en ouder) (Tieleman, 2011) 3.1 Het schoolkind en de puber Volgens de ontwikkelingsfasen zitten de jongeren waar ik me op wil richten in de schoolfase en in de puberteit. In deze fases maakt het lichaam van de jongere een Gestaltwandel door, dit betekent dat het langer en slanker wordt. Ook vormen jongeren een deze fase een zelfbeeld, ze leren wat ze wel en niet kunnen en krijgen zelfvertrouwen. Voor jongeren in deze leeftijd is het belangrijk dat ze niet onder of overvraagd worden. Er moet genoeg aangeboden worden om te leren en zichzelf te ontplooien, maar er moet ook rekening gehouden worden met wat ze kunnen (Tieleman, 2011). Het woord puber komt van het Latijnse pubescere en betekent het geslachtsrijp worden (Tieleman, 2011). De puberteit is een periode waarin het kind groeit naar onafhankelijkheid en volwassenheid. Als kinderen in de puberteit komen, zullen ze zich steeds meer richten op jongeren van hun eigen leeftijd. Pubers willen graag bij een groep horden. Ze willen vrienden maken. Vaak gaat het vanzelf. Klasgenoten, leeftijdgenoten en sportgenoten ontmoeten elkaar en als het klikt, vormen ze een groep. Omdat niet iedereen dezelfde mening heeft zullen de groepsleden zich aan elkaar aanpassen. De groepsleden identificeren zich ook met elkaar. Een puber voelt zich veilig in een groep. Het hebben van vrienden en vriendinnen is goed voor het zelfvertrouwen en geeft pubers een positief zelfbeeld. Wanneer ze zelfstandiger worden, is de groep minder belangrijk en kunnen jongeren meer hun eigen weg gaan (Centrum voor Jeugd en Gezin Groningen, 2013). Terugkijkend op mijn stageperiode zie ik ook dat de jongeren vaak onzeker waren en weinig zelfvertrouwen hadden. Wij maakten bij de behandeling ook gebruik van de groep, door nieuwe jongeren en jongeren die al langer op de dagbehandeling zaten van elkaar te laten leren. Dit deden wij bijvoorbeeld door de zogenoemde doelengroep, waarbij we in groepsvorm nieuwe leerdoelen vormden voor de jongeren. Cliënten konden elkaar hierbij ook tips geven en ondersteunen. 3.2 Ontwikkelingstaken en adaptieve vaardigheden In elke ontwikkelingsfase worden bepaalde eisen aan mensen gesteld, aan wat mensen moeten kunnen op een bepaalde leeftijd, die worden aangeduid als ontwikkelingstaken. Ontwikkelingstaken zijn thema s die karakteristiek zijn voor een bepaalde levensfase en die bepaalde vaardigheden vragen (Slot & Spanjaard, 2009, p. 40). Om deze ontwikkelingstaken adequaat uit te kunnen voeren heb je bepaalde vaardigheden nodig. 11

12 Ontwikkelingstaken en de daarvan afgeleide vaardigheden kunnen een aanknopingspunt bieden voor concrete hulpverlening. Het is soms lastig om de taken en vaardigheden uit elkaar te houden. Slot en Spanjaard gaven hiervoor de volgende uitleg: Een taak is datgene wat de omgeving van je vraagt of datgene waar de omgeving je toe uitdaagt. Taken worden actueel in bepaalde situaties. Een vaardigheid is datgene wat je doet om de taak uit te voeren (Slot & Spanjaard, 2009, p. 42). Bijvoorbeeld een ontmoeting met iemand op het schoolplein is een taak. Het voeren van een gesprek en het uitnodigen tot samenspel zijn vaardigheden die een jongere in deze situatie kan inzetten. Hier volgen nog een aantal voorbeelden om het verschil tussen een ontwikkelingstaak en vaardigheden te verduidelijken. Voorbeelden van ontwikkelingstaken zijn vragen waar iets staat in een winkel, samen een activiteit ondernemen en een ijsje kopen. Vaardigheden die je hiervoor nodig hebt zijn een vreemde durven aanspreken, jezelf in iemand anders kunnen verplaatsen en met geld kunnen rekenen. In bijlage 2 treft u een lijst aan van ontwikkelingstaken en de bijbehorende adaptieve vaardigheden volgens Slot en Spanjaard die behoren bij jongeren van 10 tot 14 jaar. Het niet beheersen van een vaardigheid in een bepaalde leeftijdsfase heeft een negatief effect op de verdere ontwikkeling (Rispens, Goudena, & Groenendaal, 1994). Het is daarom belangrijk om vast te stellen welke vaardigheden een persoon al beheerst en welke nog ontbreken of (verder) ontwikkeld dienen te worden. Als deze inventarisatie heeft plaatsgevonden kan men door middel van een motiverende benadering de ontwikkeling van de ontbrekende vaardigheden beïnvloeden. Bij deze benadering staat het aanleren van goed (en nieuw) gedrag centraal. De jongeren worden aangesproken op hun mogelijkheden en niet op hun onmogelijkheden Zelfstandigheid De huidige maatschappij is erg individualistisch. Mensen zijn zelfstandig en geven zelf richting aan hun leven en activiteiten. Dit wordt ook door de omgeving van hen verwacht. In cultuur hecht men grote waarde aan de ontwikkeling tot een volwassen individu, die zelfstandig en autonoom in de wereld functioneert (Slot & Spanjaard, 2009).Zelfstandigheid, zelfredzaamheid en onafhankelijkheid zijn waarden die onze maatschappij hoog in het vaandel heeft. Om deze waarden te kunnen bereiken heb je bepaalde adaptieve vaardigheden nodig. Mijn muzisch agogisch product is gericht op het vergroten van de competenties van jongeren betreffende de eisen die de maatschappij aan hen stelt. Daarom heb ik de adaptieve vaardigheden benodigd voor zelfstandigheid in kaart gebracht in de volgende paragraaf. 3.3 Adaptieve vaardigheden benodigd voor zelfstandigheid Adaptieve vaardigheden zijn vaardigheden die leiden tot adaptief gedrag. Er bestaan verschillende definities voor adaptief gedrag. Hieronder zal ik de definities van de American Association on Intelectual and Developmental Disabilities (AAIDD), Slot & Spanjaard en Sparrow kort beschrijven Adaptieve vaardigheden volgens de AAIDD De AAIDD deelt adaptief gedrag in onder drie verschillende vaardigheden die alle mensen leren om te functioneren in het dagelijks leven: conceptuele vaardigheden: geletterdheid, zelfbeschikking en begrip van getallen, geld en tijd; sociale vaardigheden: inter-persoonlijke vaardigheden, sociale verantwoordelijkheid, zelfvertrouwen, goedgelovigheid, naïviteit, sociaal probleemoplossend vermogen, je houden aan regels en wetten en het vermijden slachtoffer te worden van anderen; praktische vaardigheden: activiteiten van het dagelijks leven, zoals persoonlijke verzorging, omgaan met geld, veiligheid, gezondheid, transport en reizen, routines, beroepsmatige vaardigheden en het gebruik van de telefoon. 12

13 Volgens de AAIDD wordt adaptief gedrag gedefinieerd als activiteiten die een mens daadwerkelijk onderneemt, in tegenstelling tot waar een mens toe in staat is. Dat wil zeggen dat een mens bijvoorbeeld wel in staat is om een activiteit met vrienden te ondernemen, maar dit niet daadwerkelijk onderneemt en ervoor kiest alleen thuis achter de computer een spelletje te spelen. Zijn adaptief gedrag is dan het zelfstandig en individueel spelen van een spel op de computer. De AAIDD stelt daarnaast dat adaptief gedrag leeftijd-, cultuur-, situatie- en omgevingsgebonden is (American Association on Intellectual and Developmental Disabilities) Adaptieve vaardigheden volgens Slot & Spanjaard Slot & Spanjaard stellen dat ontwikkelingstaken tijd- en cultuurgebonden zijn. Voor de uitvoering van deze taken heb je adaptieve vaardigheden nodig. Zoals eerder beschreven treft u in bijlage 2 de ontwikkelingstaken en bijbehorende vaardigheden aan, volgens deze twee onderzoekers. Volgens hen zijn adaptieve vaardigheden de handelingen die men in taakgerelateerde situaties zou moeten uitvoeren, om de taak zo goed mogelijk te volbrengen (Slot & Spanjaard, 2009) Adaptieve vaardigheden volgens Sparrow Een derde definitie komt van Sparrow. Hij verstaat onder adaptieve vaardigheden die vaardigheden die nodig zijn om dagelijkse activiteiten uit te voeren, zodat iemand persoonlijk en sociaal adequaat functioneert. Deze zijn onder te verdelen in vier domeinen: communicatieve vaardigheden, sociale vaardigheden, dagelijkse vaardigheden en motorische vaardigheden. Adaptief gedrag is leeftijdsafhankelijk en breidt zich uit met het ouder worden. De basale vaardigheden die een kind leert, zoals aan- en uitkleden of omgaan met leeftijdsgenootjes, worden steeds complexer met het ouder worden. Een volwassene moet bijvoorbeeld kunnen omgaan met geld en zich handhaven in een werkomgeving. De omgeving beoordeelt of het gedrag adequaat is. De jongere past zijn adaptieve gedrag aan volgens de eisen en verwachtingen van de omgeving, zoals familie en vrienden (de Bildt, Kraijer, Sytema, & Minderaa, 2005). In de ontwikkeling van schoolkind naar puber naar adolescent zijn er steeds meer adaptieve vaardigheden nodig om te verschillende ontwikkelingstaken uit te kunnen voeren. Dit proces vraagt veel van een normaal ontwikkelende persoon. Maar je kunt je voorstellen dat dit nog meer vraagt van een persoon met ASS, aangezien een jongere met ASS beperkingen ervaart in de sociale interactie, beperkingen vertoont in verbale en non-verbale communicatie en/of beperkte, zich herhalende stereotiepe patronen van gedrag, belangstelling en activiteiten laat zien waarbij sprake is van een stoornis in de verbeelding (Sparrow, 2009) Mijn visie op adaptieve vaardigheden Als ik deze drie definities naast elkaar leg zie ik dat ze veel overlap vertonen. Alle drie de onderzoekers geven aan dat de ontwikkelingstaken en bijbehorende adaptieve vaardigheden leeftijdsafhankelijk zijn. Dit sluit goed aan bij mijn visie. Ik vind dat vaardigheden die een jongere moet beheersen afhankelijk is van zijn kalenderleeftijd en ontwikkelingsleeftijd. Voor mijn product heb ik een combinatie gemaakt van de drie definities waarbij ik stel dat adaptieve vaardigheden de competenties zijn die iemand nodig heeft om te kunnen functioneren in het dagelijks leven. Deze competenties zijn persoonsafhankelijk, situatieafhankelijk en ontwikkelen zich in de tijd. Het gaat hierbij om conceptuele vaardigheden, communicatieve vaardigheden, sociale vaardigheden en praktische vaardigheden. Het doel van mijn spel is dan ook (een deel van) deze vaardigheden te ontwikkelen en/of versterken. 3.4 Adaptieve vaardigheden bij ASS Onderzoek wijst uit dat de ontwikkeling van adaptief gedrag in bepaalde domeinen bij normaal ontwikkelende jongeren significante verschillen van jongeren met ASS. Dit verschilt op de volgende relevante domeinen: omgang met leeftijdsgenoten (met subdomeinen vrienden, contacten en communicatie), autonomie en zelfsturing, redzaamheid (met subdomeinen zelfsturing en sociale redzaamheid)en invulling van vrije tijd (Meijer, 2011). 13

14 Voor het ontwikkelen van een muzisch agogisch product voor jongeren met ASS is het belangrijk om uiteen te zetten welke problemen deze jongeren tegen komen bij de invulling van hun vrije tijd. Daarom zal ik hieronder een beschrijving hiervan geven Rigiditeit Jongeren met ASS hebben volgens de DSM IV een beperkt, zich herhalend en stereotiep gedragsrepertoire, beperkte interesses en activiteiten (Hengeveld & Balkom, 2005). Voor hen is het lastig hun vrije tijd zinvol te besteden aan hobby s of sport. Zij zullen namelijk geneigd zijn om steeds voor dezelfde activiteit te kiezen en vinden ook weinig activiteiten leuk Inlevingsvermogen Een volgend belangrijk probleem betreft het inlevingsvermogen. Voor het gezamenlijk ondernemen van een activiteit, heeft men inlevingsvermogen nodig. Men moet rekening houden met de wensen van een ander, zodat alle partijen het naar hun zin hebben. In paragraaf over de Theory of Mind is besproken dat jongeren met ASS hier moeite mee hebben. Vanwege de beperkingen in het inlevingsvermogen in een ander, hebben jongeren met ASS eenvoudigweg niet de vaardigheden om wensen van vrienden mee te nemen in hun beslissing (de Bruin, 2004). Hiermee samenhangend zijn jongeren met ASS slecht in het zelf een voorstelling van iets kunnen maken, ze werken liever met pictogrammen en echte foto s van hoe iets eruit ziet dan wanneer je in gedachten je moet voorstellen hoe iets eruit ziet (Blokhuis & van der Kolk-Wolthaar) Beperkingen in executieve functies Ook is een vrije tijd activiteit ondernemen voor jongeren met ASS wellicht moeilijk vanwege de beperkingen in de executieve functies zoals besproken in paragraaf Voor het gezamenlijk ondernemen van een activiteit is het belangrijk over vaardigheden zoals plannen en aandachtsverdeling te beschikken. Jongeren met ASS hebben hier moeite mee (de Bruin, 2004) Ontwikkelingstaken en adaptieve vaardigheden Kijkend naar de ontwikkelingstaken kun je met de kennis over ASS begrijpen dat dit niet altijd goed verloopt. De taken, omschreven door Spanjaard en Slot, die nodig zijn voor het gezamenlijk ondernemen van een activiteit in de eigen tijd zijn in mijn ogen: emotionele zelfstandigheid, affectdifferentiatie en regulatie, sociale informatieverwerking, relaties met leeftijdgenootjes aangaan, vrije tijd en sociale contacten en vriendschappen. Bij deze taken hebben jongeren met ASS meer moeite met het inzetten van de juiste vaardigheden. Mijn product zal zich er dan ook op richten om deze competenties aan te leren of (verder) te ontwikkelen. Hierdoor zullen de jongeren beter in staat zijn de geleerde vaardigheden toe te passen in een bijpassende situatie. Zij zullen zelfstandiger kunnen functioneren in situaties waarbij ze samen met anderen een activiteit willen organiseren en hieraan deelnemen. 14

15 4 Leerproces bij jongeren met ASS Nu we weten welke problemen jongeren met ASS tegenkomen bij het ondernemen van een activiteit in de eigen tijd, kunnen we een stap doen in de richting van het aanpakken van deze problemen. De eerste stap hierin is het in kaart brengen van het leerproces bij jongeren met ASS. Vervolgens zal beschreven worden met welke leeromstandigheden de begeleider rekening mee dient te houden. Tenslotte is er in dit hoofdstuk aandacht voor de informatieverwerking bij jongeren met ASS. 4.1 Expliciet aanleerproces Bij jongeren met ASS gaat het aanleerproces expliciet en in kleine stapjes. Hierin worden drie fases onderscheiden: 1. Leren in een optimaal beschermde en (individueel) aangepaste situatie 2. Oefenfase waarbij leren aangepast wordt naar meer zelfstandigheid 3. Zelfstandig toepassen van aangeleerde vaardigheden in reële levensechte situaties (Degrieck, 2001) Fase 1 Bij fase 1 is het belangrijk dat de activiteit plaatsvindt in een prikkelarme omgeving. Jongeren met ASS ervaren vaak een over- of ondergevoeligheid voor zintuiglijke waarnemingen. Door de prikkelarme omgeving wordt de jongere met ASS minder snel afgeleid. Daarnaast dient de activiteit aan een tafel plaats te vinden, om de concentratie te bevorderen. Er is constante begeleiding nodig, aangezien het gaat om een leersituatie. De activiteit dient wel op begrijpbaar en aanvaardbaar niveau te zijn en leerdoelen zijn gebaseerd op vaardigheden die in ontwikkeling zijn. Er dient gebruikt gemaakt te worden van aangepaste communicatiemiddelen, zoals pictogrammen en activiteitenschema s, voor goede aansluiting bij de belevingswereld en het begripsvermogen van de jongere met ASS. Werken met beloningen als tegenprestatie voor de inspanning van de jongere, blijkt een effectieve methode. Hiervoor dien je het criterium en het resultaat zichtbaar te maken voor de jongere. Zo kun je het verband tussen het gedrag en de beloning zichtbaar maken. Zowel Jennes als Degrieck geven aan dat het opbouwen van succeservaringen belangrijk is in het leerproces. Het leertraject dient op een positieve en stapsgewijze manier te worden opgebouwd. Zodoende krijgt de jongere meer zelfvertrouwen en motivatie (Jennes, 2006). In mijn spel ga ik gebruik maken van aangepaste communicatiemiddelen. Hierover is meer te lezen in paragraaf Daarnaast zou ik de begeleider willen adviseren een passend beloningssysteem voor de jongeren te gebruiken. Deze fase zal bij mijn spel in groepsverband worden doorlopen. Als de activiteit herhaaldelijk zelfstandig kan worden uitgevoerd, kan je doorstromen naar fase 2 (Degrieck, 2001) Fase 2 In fase twee staat generalisatie van de verworven vaardigheid centraal. In deze fase oefenen de jongeren met ASS zelfstandig de activiteit. De jongeren en het proces zullen wel gecontroleerd worden door de begeleider. In deze fase kan ook weer gebruik gemaakt worden van een beloningssysteem. Het is in fase 2 wederom van belang om in een prikkelarme omgeving te zitten aan een tafel en gebruik te maken van aangepaste communicatie (Degrieck, 2001). In de praktijk zullen jongeren het spel in deze fase zelfstandig spelen en dit evalueren met de begeleider Fase 3 Een vaardigheid is pas functioneel als je deze kan toepassen in het dagelijkse leven. Fase 3 draait dan ook om het generaliseren van een zelfstandig goed verworven vaardigheid naar een reële, levensechte situatie. Bij het toepassen van de vaardigheid kan de jongere eventueel gebruik maken van eigen meegebrachte visuele hulpmiddelen. Fase 3 kan geleidelijker worden ingevoerd door hier begeleiding bij aan te bieden of de activiteit eerst op kleinschaliger vertrouwd terrein te laten plaatsvinden (Degrieck, 2001). Fase 3 kan individueel of in duo s worden uitgevoerd. Je zou in deze fase de jongere(n) een zelfgekozen activiteit kunnen laten plannen en samen met hem/hen deze activiteit kunnen ondernemen. 15

16 4.1.4 Variatie en motivatie Om de motivatie hoog te houden is het in alle fases van belang dat er afwisseling zit in de aangeboden activiteiten. Variatie is ook belangrijk om routines te vermijden en om de aandacht van de jongere met ASS vast te blijven houden op de leertaak. Ten derde is variatie belangrijk om de geleerde vaardigheden te kunnen toepassen in verschillende situaties. Generaliseren moet daarom worden ingebouwd in het aanleerproces (Degrieck, 2001) Koppeling naar muzisch agogisch product Omdat ik een bordspel heb gemaakt waarbij de jongere iedere keer dat het spel gespeeld wordt andere keuzes kan maken, op andere vakjes terecht zal komen en interactief bezig is met het aanleren van de vaardigheden, is er voldoende variatie aanwezig. Naast het feit dat dit de motivatie hoog zal houden heeft dit nog een gunstig effect. Door deze variatie zal de jongere ook beter om kunnen gaan met veranderingen die kunnen voorkomen. Zij zullen ook in levensechte situaties hierdoor beter in kunnen spelen op veranderingen in het van te voren bedachte plan en de uitvoering hiervan. Het spelelement zorgt er daarnaast voor dat de aandacht erbij blijft, omdat uit eigen ervaring iedereen met het spelen van een spel gemotiveerd is om te winnen. 4.2 Kenmerken van leren bij jongeren met ASS In deze paragraaf worden twee belangrijke factoren besproken voor het leerproces van de jongere met ASS Structuur Structuur is voor jongeren met ASS een belangrijke factor in het leerproces. Daar waar nodig kan de omgeving die structuur voor de jongere aanbrengen, om zodoende de jongere in staat te stellen zelfstandig taken uit te voeren. Daarbij is het belangrijk om de taak niet persoonsafhankelijk te maken, maar wel de stappen om de taak te volbrengen te structureren. Deze structuur is een hulpmiddel richting zelfstandigheid. Na verloop van tijd is het mogelijk dat de jongere met ASS zelfstandig kan functioneren, zonder dit hulpmiddel (de Bruin, 2004). Nicolette de bruin schrijft: Zelfstandig taken kunnen uitvoeren, al dan niet met behulp van visuele ondersteuning, blijft bij kinderen met autisme altijd een zelfstandigheid onder voorwaarden (de Bruin, 2004, p. 92). Hiermee wordt bedoeld dat de jongere de taak weliswaar zelfstandig kan uitvoeren, maar dat de jongere bij het optreden van plotselinge veranderingen hier toch nog moeite mee kan hebben of dit niet kan volbrengen omdat de details voor hem niet kloppen. Het is de kunst om de vaardigheden zodanig aan te leren dat ze een houvast bieden om wel flexibel met veranderingen om te kunnen gaan. Dit kun je bereiken door de vaardigheden en taken veelvuldig te herhalen en op den duur veranderingen in plaats of tijd aan te brengen. De jongere zal zich ontwikkelen van persoonsafhankelijk via structuurafhankelijk naar zelfstandigheid (de Bruin, 2004). In mijn spel zie je dit terug in de fases die de jongeren doorlopen door middel van het expliciet aanleerproces. In de eerste fase zal er nog veel begeleiding zijn en is de jongere hier ook afhankelijk van. Gaandeweg het proces zal deze begeleiding steeds meer op de achtergrond plaatsvinden totdat de jongere uiteindelijk in staat is zelfstandig een activiteit in de vrije tijd te organiseren en ondernemen Leerstijl Jongeren met ASS ontwikkelen zich vaak heel wisselend. Op technische onderdelen doen zij het vaak erg goed, terwijl taalbegrip en vermogen om te integreren veel meer problemen oplevert. Eerder hebben we het gehad over de centrale coherentie. Jongeren met ASS hebben hier moeite mee, zij zien vaak niet de samenhang van de losse delen. Dit beïnvloedt ook het leren van jongeren met ASS. Zoals in het tweede hoofdstuk beschreven kenmerkt de cognitieve stijl van jongeren met ASS zich door een abnormale prikkelgevoeligheid, waarneming in puzzelstukjes, concreet denken en rigiditeit. 16

17 De leerstijl van jongeren met ASS kenmerkt zich door een aantal zaken welke ik kort zal toelichten. Het eerste kenmerk is het fragmentarisch leren. Informatieverwerking bij jongeren met ASS gaat langzaam en in stukjes. Zij zien niet het grote geheel. Leren is voor een belangrijk deel samenhang aanbrengen en verbanden leggen tussen eerder opgedane kennis en nieuwe ervaringen. Belangrijk in de begeleiding van jongeren met ASS is dat deze verbanden steeds verduidelijkt worden voor de jongere. Ten tweede zijn jongeren met ASS vaak wel goed in staat informatie en feiten te leren en reproduceren, maar het toepassen van vaardigheden en kennis in de praktijk brengt moeilijkheden met zich mee. Zij hebben moeite aangeleerde vaardigheden te generaliseren. De begeleiding zal de aandacht dus moeten richten op het leren toepassen van vaardigheden in dagelijkse situaties. Het derde kenmerk richt zich op het concreet denken. Jongeren met ASS hebben moeite met abstract denken, abstracte begrippen en abstracte emoties. Auditieve informatie wordt vaak moeilijk verwerkt en visuele ondersteuning is daarom zeer aangeraden bij jongeren met ASS. Ten vierde denken jongeren met ASS vaak stroef en rigide. Zij hebben moeite met het zelf plannen, organiseren, uitvoeren en reflecteren op taken. Daarnaast hebben jongeren met ASS vaak een rigide denkpatroon, waarin hun eigen regels en routines centraal staan, ze angst ervaren voor veranderingen en ze weinig flexibel zijn. Ook hiermee zal de begeleiding rekening moeten houden. Als laatste kenmerk hebben jongeren met ASS vaak specifieke interesses en motivatie. Door externe motivatie, bijvoorbeeld met een beloningssysteem, kun je de jongeren wel overhalen om taken uit te voeren. Jongeren met ASS zullen zich wel meer openstellen voor exploratie buiten hun eigen comfortzone, wanneer zij zich in een veilige, duidelijke en voorspelbare leeromgeving bevinden (Baltussen, Clijsen, & Leenders, 2003). 4.3 Informatieverwerking Zoals vermeld in paragraaf 2.1 en gaat de informatieverwerking van jongeren met ASS anders dan die van normaal ontwikkelende jongeren. Het is dan ook noodzakelijk om rekening te houden met de stoornis bij het aanleren en/of versterken van nieuwe vaardigheden. Het menselijk bestaan kan gezien worden vanuit vier essentiële dimensies. Deze dimensies zijn benaderingen om de wereld waar te nemen. Jongeren ervaren hun wereld normaal gesproken in meerdere dimensies tegelijk. Voor dit onderzoek zijn de fysieke benadering en de sociale benadering van belang. De fysieke dimensie betreft alles wat met het stoffelijke, zintuiglijke lichaam en de natuurlijke en de materiële wereld te maken heeft. Hierbij zijn veiligheid, comfort, genot, gezondheid en uiterlijke schoonheid belangrijk. Dreigingen zijn armoede, pijn, ziekte, aftakeling, dood. In de sociale dimensie heeft men vooral oog voor iemands plaats in de samenleving of functie in het openbare leven. Hier zijn aanzien, erkenning en succes belangrijke categorieën, maar ook vriendschap, zorgen voor anderen, verantwoordelijkheid dragen en ergens bij horen. De grote bedreigingen zijn: veroordeling, afkeuring, verwerping, eenzaamheid, schuld en schaamte (Leijssen, 2009). Niet-autisten verwerken informatie via de fysieke benadering en de sociale benadering. Jongeren met ASS verwerken diezelfde informatie alleen via de fysieke benadering. De sociale benadering wordt doorgaans van binnenuit ervaren. Via je eigen emoties leer je de sociale sfeer kennen. Via spel en het ondernemen van activiteiten krijgen niet-autisten sociaal inzicht en begrip. Ook bij jongeren met ASS is het mogelijk om de sociale dimensie aan te leren via spel, mits daarbij rekening wordt gehouden met de belevingswereld en beperkingen van de jongere met ASS. Om dit aan te leren kan de jongere bijvoorbeeld adaptieve vaardigheden aanleren en leren in welke situaties deze vaardigheden toepasbaar zijn. Kijkend naar mijn spel leren de jongeren bijvoorbeeld dat ze bij het ondernemen van een activiteit zullen moeten overleggen en rekening dienen te houden met de wensen van een ander (Beyer, 2010, p. 13). 17

18 5 Eisen van een bordspel voor jongeren met ASS Om een bordspel te kunnen ontwikkelen voor jongeren met ASS is het belangrijk om te weten aan welke eisen dit bordspel moet voldoen. Hierin zijn er twee zaken van belang. Ten eerste aan welke aspecten een bordspel in zijn algemeen moet voldoen. En ten tweede welke zaken je rekening mee moet houden bij jongeren met ASS. 5.1 Aspecten bordspel Bij het ontwikkelen van een bordspel moet het beoogde doel voor ogen blijven. Dit doel bepaald samen met de doelgroep voor een groot deel de vormgeving van het spel Spelontwerp Drie spelontwerpers, Chislaine Van den Bulk, Reiner Knizia en Klaus Teuber ontwikkelden een aantal tips voor wie zelf een bordspel wil ontwikkelen. Deze tips van hen heb ik gebruikt bij het ontwikkelen van mijn bordspel voor jongeren met ASS: - Gebruik je wiskundig inzicht en je creativiteit. - Begin met het thema of met de spelstructuur. - Schrijf de regels goed uit. En laat ze lezen door iemand in je omgeving om te checken of alles begrijpbaar is. - Test je spel uitvoerig. - Besteed aandacht aan de vormgeving. Zorg dat het speelbaar is en tegen een stootje kan. - Experimenteer met nieuwe technieken, bijvoorbeeld met elektronica als dat bij het spel past. (Verkade, 2011) Een bordspel spreekt heel snel tot de verbeelding voor spelers van alle leeftijden. Het biedt grote voordelen in spelbegrip ten opzichte van een kaartspel omdat het bord ondersteunend is voor de spelers. Het is belangrijk dat het bordspel duidelijk is voor de spelers en goed speelbaar. Ook moet het bordspel leuk zijn om te spelen. De spelonderdelen moeten dan ook functioneel zijn en er aantrekkelijk uit zien. Uiteraard staat originaliteit voorop. Belangrijk is om te onderzoeken of het spel niet al bestaat. Het spel kan dan ook auteursrechtelijk worden beschermd. Het spel moet een eigen, oorspronkelijk karakter en een persoonlijk stempel van de maker hebben. Het spel is dus zelf bedacht en niet overgenomen van eerder uitgebrachte spellen. Hierbij heb je zelf bepaalde creatieve keuzes gemaakt. In de praktijk zal dat neerkomen op de vraag of het spel een of meerdere nieuwe elementen bevat die nog niet eerder in andere spellen zijn verwerkt. Als daardoor de totaalindruk van het spel anders is dan die van andere spellen, dan zal het door het auteursrecht kunnen worden beschermd (Rijksoverheid). Via internet en de bibliotheek heb ik vooronderzoek gedaan en geen gelijksoortig spel ontdekt. Het is dus naar alle waarschijnlijkheid dat mijn idee origineel en niet eerder bedacht en uitgebracht is Spelcriteria In het boek Denk en Doe, wordt omschreven hoe je een zinvol leerproces op gang kan brengen. Hierin omschrijven ze dat een goede activiteit moet voldoen aan een aantal criteria: - Is op niveau - Ziet er aantrekkelijk uit - Gaat één stap per keer vooruit - Is visueel sober en duidelijk - Is stevig - Is aanpasbaar - Bevat leeftijdsaangepast materiaal (Degrieck, 2001) 18

19 Deze criteria zijn ook van toepassing op een bordspel. Wel is het voor een bordspel vaak belangrijk dat het visueel aantrekkelijk is. Dit nodigt meer uit tot spelen. Belangrijk is ook dat je het spel getest hebt voordat je het aanbiedt aan de cliënt. Op deze manier kun je uitproberen of het spel speelbaar is of nog aanpassingen nodig heeft, zodat het optimaal gespeeld kan worden en goed aansluit bij de doelgroep. Ik heb daarom ook mijn spel getest door het een paar keer te spelen met bekenden. Dit om te testen of er voldoende materialen aanwezig waren en het spel goed speelbaar was. Aan de hand hiervan heb ik nog de toevoeging gedaan om beurt overslaan kaartjes te maken. Hierna heb ik het spel getest met vijf cliënten van logeerhuis Fornhese, te Almere. Hiermee wilde ik testen of het spel deugdelijk en gebruiksvriendelijk is voor de doelgroep. De jongeren vonden het een leuk spel om te spelen. Zij begrepen snel hoe het spel gespeeld moest worden, het was duidelijk dat ze de kaartjes en opdrachten begrepen en de materialen waren technisch deugdelijk. Voor een optimale observatie over de effectiviteit van het spel moet het spel echter nog meer worden uitgetest in de toekomst volgens het omschreven 3-fase aanleerproces Meningen van spelers Op internetfora is te lezen dat de belangrijkste eigenschappen van een goed spel vormgeving en gameplay zijn. Men wil bij het zien van het spel weten hoe het ongeveer in elkaar zit. Als het idee later blijkt te kloppen met de werkelijkheid betekent dat, dat het spel een goede vormgeving heeft. De vorm geeft dan de functie weer. (BordspelFanaat) Visuele vormgeving helpt ook voor het inlevingsvermogen en het vergroot het plezier. Een van de reacties was bijvoorbeeld: Naar mijn idee is het belangrijkste artwork van een spel de voorkant van de doos. Op grond daarvan wordt een spel uit het schap gehaakt. Het moet direct duidelijk worden voor welke doelgroep het spel is en moet dus 'mooi' of 'goed' gevonden worden door de juiste mensen. 100 mensen 100 meningen, dus vooral niet TE specifiek.uiteraard is de achterkant het belangrijkste voor de uitleg van het spel. Bij de inhoud van het spel is het aller belangrijkste dat het artwork een spel verduidelijkt en ervoor zorgt dat het 'logisch' is zodat je bijvoorbeeld niet steeds opnieuw in de spelregels hoeft te kijken. Het moet de speler dus helpen het spel goed te spelen! En als het dan ook nog mooi eruitziet is dat alleen maar meegenomen (Otto, 2011) (Forum Bordspelmania). 5.2 Bordspel voor jongeren met ASS Een bordspel is een creatieve en interactieve manier om vaardigheden aan te leren. Bij het ontwikkelen van het bordspel is het belangrijk om rekening te houden met de doelgroep waarvoor het bordspel ontwikkeld wordt. Een bordspel voor jongeren met ASS dient dus ook rekening te houden met een aantal zaken Overgevoeligheid voor prikkels Zoals Colette de Bruin in haar boek omschreven heeft, hebben jongeren met ASS vaak een over- of ondergevoeligheid voor zintuiglijke waarnemingen. Het bordspel dient hier rekening mee te houden in bijvoorbeeld kleurgebruik en vormgeving, waarin gezocht moet worden naar een balans in prikkels. In mijn bordspel heb ik bijvoorbeeld ervoor gekozen om standaard pionnen te gebruiken, dit zijn prikkelarme voorwerpen met een neutrale vorm. Ook heb ik gekozen voor een rustig kleurgebruik. Ook omschrijft zij dat er een evenwicht moet zijn tussen zo weinig mogelijk stappen enerzijds en zoveel stappen als nodig voor duidelijkheid anderzijds bij het ondernemen van een taak. Ik heb daarom deze balans gecreëerd door de hoofdkeuzes die je maakt in mijn spel te beperken tot de hoogst noodzakelijke keuzes die je moet maken wanneer je een activiteit wil ondernemen met vrienden (de Bruin, 2004) Voorbereiding Voor het ondernemen van een activiteit met jongeren met ASS is de voorbereiding erg belangrijk. Zoals vermeld in paragraaf ervaren jongeren met ASS problemen in de centrale coherentie. 19

20 Hierom is het belangrijk na te denken over de details, het geheel van de activiteit en de betekenis van de gebruikte materialen en de activiteit op zich. Daarnaast hebben deze jongeren moeite met de executieve functies betreffende taken organiseren en uitvoeren. Belangrijk is daarom hen voor te structureren op de komst en uitvoering van de activiteit. Het is hierbij van belang antwoord te geven op alle W-vragen (Wanneer, Wie, Waar, Wat, Waarom, Hoe lang en Wat daarna?) door middel van het visualiseren van deze antwoorden (Jennes, 2006). Door deze visualisatie aan te brengen zal het bordspel de realiteit dichter naderen en zal het voor jongeren met ASS makkelijker zijn de geleerde vaardigheden toe te passen in een echte situatie Visueel aangebrachte instructie Een andere belangrijke voorwaarde voor een spel voor jongeren met ASS is dat het duidelijk en visueel is. Visuele informatie ondersteunt sociale en gesproken informatie. Het biedt een houvast voor het begrijpen van het spel en het begrijpen van de aangeboden situaties en vaardigheden. Kortom, maak gebruik van visueel aangebrachte instructie, bijvoorbeeld in de handleiding van het spel. Visueel aangebrachte instructie is het gebruik van visuele aansporingen, voorwerpen, foto s, afbeeldingen, geschreven taal of video, om sociale verwachtingen voor te bereiden, te voorzien, uit te lokken of te voorspellen (Quill, 2012, p. 207). Visueel aangebrachte instructie kan dus bijdragen aan een enthousiaste deelname, structurering van het spel en het spelbegrip. Het verhoogt de mate waarin het spel zelfstandig gespeeld kan worden en geeft concreet aan wat er van de jongere verwacht wordt. Types van visueel aangebrachte instructie zijn bijvoorbeeld schema s, taakkaarten, sociale verhalen, video s/foto s en uitlegborden over sociaal gedrag (Quill, 2012). Deze manier van instructie overbrengen kan goed terugkomen in de handleiding van het bordspel evenals in de opdrachtkaarten die gebruikt worden. Ik heb daarom in mijn handleiding gebruik gemaakt van visuele ondersteuning om de spelregels uit te leggen. Daarnaast heb ik in de opdrachtkaarten gebruik gemaakt van pictogrammen van sclera, deze pictogrammen zijn ontwikkeld ter verbetering van de communicatieve en verstandelijke toegankelijkheid. Onder verstandelijke toegankelijkheid verstaan wij het gebruiken van hulpmiddelen om tijd, verwachtingen, communicatie en omgeving toegankelijker te maken. Communicatieve toegankelijkheid staat voor het verstaanbaar maken van wat geschreven en/of gesproken is voor wie moeilijkheden heeft met taal (Sclera vzw). Deze pictogrammen bieden dus een ondersteuning in de communicatie en het begripsvermogen van de opdracht Functionele waarde Uitgangspunt van mijn activiteit is het lange termijn leerdoel. Vaardigheden die ik met mijn spel aanleer aan een jongere met ASS moeten een functionele waarde hebben. Deze vaardigheden moeten zodoende bruikbaar zijn in de toekomst. Dit worden ook wel functionele terreinen genoemd. Mijn spel speelt in op de functionele terreinen: werkvaardigheden, werkgedrag, communicatie, zelfredzaamheid, vrije tijd en sociale vaardigheden (Degrieck, 2001) Spel en spelregels aanleren Bij het gebruiken van een bordspel als activiteit voor het aanleren van vaardigheden, is het belangrijk dat eerst het principe van het spel wordt aangeleerd voordat er echt inhoudelijk gewerkt kan worden. Eerst zal dus het spel en de spelregels uitgelegd moeten worden. Door middel van visuele ondersteuning kan duidelijk gemaakt worden hoe het spel gespeeld dient te worden, evenals het verloop en de duur van de activiteit op zich. Doel van het spel zal zijn om vaardigheden aan te leren die passen bij de ontwikkelingstaak vrije tijd. Daarnaast zullen ook sociale vaardigheden verworven of 20

Deel VI Verstandelijke beperking en autisme

Deel VI Verstandelijke beperking en autisme Deel VI Inleiding Wat zijn de mogelijkheden van EMDR voor cliënten met een verstandelijke beperking en voor cliënten met een autismespectrumstoornis (ASS)? De combinatie van deze twee in een en hetzelfde

Nadere informatie

DSM IV interview. Semi-gestructureerd anamnestisch interview ter beoordeling of er sprake is van een autismespectrumstoornis.

DSM IV interview. Semi-gestructureerd anamnestisch interview ter beoordeling of er sprake is van een autismespectrumstoornis. DSM IV interview Semi-gestructureerd anamnestisch interview ter beoordeling of er sprake is van een autismespectrumstoornis. A.A. Spek Klinisch psycholoog Centrum Autisme Volwassenen GGZ Eindhoven Wanneer

Nadere informatie

Omgaan met kinderen met autismespectrumstoornissen. Rob Neyens 22.10.2009

Omgaan met kinderen met autismespectrumstoornissen. Rob Neyens 22.10.2009 Omgaan met kinderen met autismespectrumstoornissen Rob Neyens 22.10.2009 Programma 1. Theorie: wat is autisme? 1.1 Buitenkant 1.2 Binnenkant 2. Praktijk: hoe omgaan met autisme? 2.1 Remediëren 2.2 Compenseren

Nadere informatie

Welkom. DGM en Autisme. Esther van Efferen-Wiersma. Presentatie door

Welkom. DGM en Autisme. Esther van Efferen-Wiersma. Presentatie door Welkom DGM en Autisme Presentatie door Esther van Efferen-Wiersma Inhoud Autisme: recente ontwikkelingen Van beperkingen naar (onderwijs)behoeften DGM en autisme Hulpmiddelen en materialen Vragen? Autisme?

Nadere informatie

Asperger en werk. Een dynamisch duo

Asperger en werk. Een dynamisch duo Asperger en werk Een dynamisch duo Natalie van Berkel Module Onderzoeksvaardigheden Stoornis van Asperger Kwalitatieve beperkingen in de sociale interactie, zoals blijkt uit ten minste 2 van de volgende:

Nadere informatie

Welkom. DGM en Autisme. Esther van Efferen-Wiersma. Presentatie door

Welkom. DGM en Autisme. Esther van Efferen-Wiersma. Presentatie door Welkom DGM en Autisme Presentatie door Esther van Efferen-Wiersma Inhoud DGM en autisme? Autisme: recente ontwikkelingen Van beperkingen naar (onderwijs)behoeften DGM en autisme! Vragen? DGM en Autisme?

Nadere informatie

Wat betekent autisme voor een persoon met een verstandelijke beperking?

Wat betekent autisme voor een persoon met een verstandelijke beperking? Wat betekent autisme voor een persoon met een verstandelijke beperking? (Héle korte introductie) Gerlie Willemsen, orthopedagoog-generalist Gerianne Smeets, psycholoog Eva Braune, coördinerend begeleider

Nadere informatie

Autisme en een verstandelijke beperking 20 september 2016

Autisme en een verstandelijke beperking 20 september 2016 Autisme en een verstandelijke beperking 20 september 2016 Cecile Blansjaar: orthopedagoog/autisme specialist Gedragskundige Stichting de Waerden Mede oprichter De Sociale Bron Wat is Autisme? In Nederland

Nadere informatie

Autismespectrumstoornis. SPV REGIOBIJEENKOMST MIDDEN NEDERLAND Mandy Bekkers

Autismespectrumstoornis. SPV REGIOBIJEENKOMST MIDDEN NEDERLAND Mandy Bekkers Autismespectrumstoornis SPV REGIOBIJEENKOMST MIDDEN NEDERLAND 19-10-2016 Mandy Bekkers (mandybekkers@hotmail.com) Waarschuwing vooraf! 2 Geschiedenis Autos (Grieks: zelf) 1937-1940: Term autisme 1943 &

Nadere informatie

Autisme Spectrum Stoornissen

Autisme Spectrum Stoornissen www.incontexto.nl to nl Autisme Spectrum Stoornissen Drs. Nathalie van Kordelaar Nathalie van Kordelaar en Mirjam Zwaan Opbouw voorlichting Algemene kennis van autisme. Handelen in werksituaties. Alle

Nadere informatie

Bijlage 25: Autismespectrumstoornis in DSM-5 (voorlopige Nederlandse vertaling) 1

Bijlage 25: Autismespectrumstoornis in DSM-5 (voorlopige Nederlandse vertaling) 1 Bijlage 25: Autismespectrumstoornis in DSM-5 (voorlopige Nederlandse vertaling) 1 Moet voldoen aan de criteria A, B, C en D A. Aanhoudende tekorten in sociale communicatie en sociale interactie in meerdere

Nadere informatie

Seksualiteit en ASS. Presentatie symposium pleegzorg 19 juni 2014. presentatie symposium pleegzorg

Seksualiteit en ASS. Presentatie symposium pleegzorg 19 juni 2014. presentatie symposium pleegzorg Seksualiteit en ASS Presentatie symposium pleegzorg 19 juni 2014 programma Opfrissen van informatie over ASS (heel kort het spectrum toelichten). ASS en seksualiteit belichten. Seksuele en relationele

Nadere informatie

Vorming AUTISMESPECTRUM- STOORNIS

Vorming AUTISMESPECTRUM- STOORNIS Vorming AUTISMESPECTRUM- STOORNIS Bart Lenaerts Jorinde Dewaelheyns 6 december 2010 Wat mag je verwachten? Wat is autisme? Het stellen van de diagnose Wie? Hoe? Triade van stoornissen Autisme = anders

Nadere informatie

Overzicht Autisme net ff anders. Herkennen van autisme in contact. Autisme Specifieke Communicatie. Vragen

Overzicht Autisme net ff anders. Herkennen van autisme in contact. Autisme Specifieke Communicatie. Vragen Autisme niet begrepen? Niet herkend! Gemeente Koggenland 6 november 2017 & Stichting Deuvel Mieke Bellinga Mariëlle Witteveen Overzicht Autisme net ff anders Herkennen van autisme in contact Autisme Specifieke

Nadere informatie

Op naar de DSM 5! Autismespectrumstoornis. J. Wolthaus, GZ-psycholoog en C. Schoenmakers, GZ-psycholoog

Op naar de DSM 5! Autismespectrumstoornis. J. Wolthaus, GZ-psycholoog en C. Schoenmakers, GZ-psycholoog Op naar de DSM 5! Autismespectrumstoornis J. Wolthaus, GZ-psycholoog en C. Schoenmakers, GZ-psycholoog Autisme DSM IV: Stoornissen die meestal voor het eerst op zuigelingenleeftijd, kinderleeftijd of in

Nadere informatie

Structuur! Voorstellen Autisme anders bekijken Theorie (en ervaringen!) over autisme Kennis maken met workshop Autisme Anders Ervaren

Structuur! Voorstellen Autisme anders bekijken Theorie (en ervaringen!) over autisme Kennis maken met workshop Autisme Anders Ervaren Structuur! Voorstellen Autisme anders bekijken Theorie (en ervaringen!) over autisme Kennis maken met workshop Autisme Anders Ervaren Wie ben ik? De ijsbergtheorie Wie zijn jullie? Even voorstellen Wie

Nadere informatie

DSM IV interview. Semi-gestructureerd anamnestisch interview ter beoordeling of er sprake is van een autismespectrumstoornis.

DSM IV interview. Semi-gestructureerd anamnestisch interview ter beoordeling of er sprake is van een autismespectrumstoornis. DSM IV interview Semi-gestructureerd anamnestisch interview ter beoordeling of er sprake is van een autismespectrumstoornis. A.A. Spek Klinisch psycholoog Centrum Autisme Volwassenen GGZ Eindhoven Wanneer

Nadere informatie

Bijlage 2 Competentieprofiel leerling

Bijlage 2 Competentieprofiel leerling Bijlage 2 Competentieprofiel leerling Naam leerling: Geboortedatum leerling: Kalenderleeftijd: Diagnose: School: Naam medewerker school: Functie medewerker school: Datum: Protocol overgang leerlingen met

Nadere informatie

www.hildedeclercq.be hilde_de_clercq@telenet.be

www.hildedeclercq.be hilde_de_clercq@telenet.be 1 Pervasieve Ontwikkelingsstoornis Spel en Verbeelding Taal en Communicatie Emoties Seksualiteit en Relatievorming Eten Slapen Zindelijk worden Zelfredzaamheid of Algemene Dagelijkse leefvaardigheden 2

Nadere informatie

Inzicht in Autisme. Lezing

Inzicht in Autisme. Lezing Inzicht in Autisme Lezing 18-09-2014 FRANS COOLEN ASS Trainer NVA ASS Trainer/coach bij In to Autisme frans.coolen@intoautisme.nl ASS Autisme Spectrum Stoornis Per persoon Per leeftijd In ernst In verschijningsvorm

Nadere informatie

Diagnostiek en onderzoek naar autisme bij dubbele diagnose. Annette Bonebakker, PhD, klinisch neuropsycholoog CENTRUM DUBBELE PROBLEMATIEK DEN HAAG

Diagnostiek en onderzoek naar autisme bij dubbele diagnose. Annette Bonebakker, PhD, klinisch neuropsycholoog CENTRUM DUBBELE PROBLEMATIEK DEN HAAG Diagnostiek en onderzoek naar autisme bij dubbele diagnose Annette Bonebakker, PhD, klinisch neuropsycholoog CENTRUM DUBBELE PROBLEMATIEK DEN HAAG 1 Autisme spectrum stoornissen Waarom dit onderwerp? Diagnostiek

Nadere informatie

Inleiding psycho-educatie ASS bij volwassenen

Inleiding psycho-educatie ASS bij volwassenen Inleiding psycho-educatie ASS bij volwassenen Dit is de inleiding van de psycho-educatie modules. Aan de hand van deze modules geven we meer informatie over hoe autismespectrumstoornissen (ASS) zich uiten

Nadere informatie

passend onderwijs! Onderwijs aan leerlingen met een autisme spectrum stoornis

passend onderwijs! Onderwijs aan leerlingen met een autisme spectrum stoornis passend onderwijs! Onderwijs aan leerlingen met een autisme spectrum stoornis Brechtje van de Kant & Marion Kemper Orthopedagogen Berg en Boschschool, locatie Houten Herken de autist! Voorkennis? Prikbord

Nadere informatie

Autisme en de gevolgen Els Ronsse / MDR

Autisme en de gevolgen Els Ronsse /   MDR Autisme en de gevolgen Els Ronsse / www.psysense.be MDR Voorkomen? Voor het hele spectrum komen een aantal studies onafhankelijk van elkaar uit op 60 tot 70 op 10.000 of 1 op ongeveer 150 personen. Af

Nadere informatie

GEWOON ANDERS ASS BIJ JONGE KINDEREN. AutismeTeam Noord-Nederland, Jonx Lentis

GEWOON ANDERS ASS BIJ JONGE KINDEREN. AutismeTeam Noord-Nederland, Jonx Lentis GEWOON ANDERS ASS BIJ JONGE KINDEREN AutismeTeam Noord-Nederland, Jonx Lentis Programma Even voorstellen Wat is autisme? Vroege signalen bij autismespectrumstoornissen De eerste stap richting onderzoek

Nadere informatie

Het enige middel dat je in het werken met mensen hebt, is jezelf.

Het enige middel dat je in het werken met mensen hebt, is jezelf. Het enige middel dat je in het werken met mensen hebt, is jezelf. I. Autisme en verstandelijke beperking Het verschil Peter Vermeulen zei ooit in een vorming (1999) dat een verstandelijke beperking gelijk

Nadere informatie

Wie is wie? Tips & tricks om mijn sport AUTISME-VRIENDELIJKER te maken. Vertaling van wetenschappelijke inzichten naar de praktijk.

Wie is wie? Tips & tricks om mijn sport AUTISME-VRIENDELIJKER te maken. Vertaling van wetenschappelijke inzichten naar de praktijk. Tips & tricks om mijn sport AUTISME-VRIENDELIJKER te maken Vertaling van wetenschappelijke inzichten naar de praktijk Debbie Van Biesen Wie is wie? 1 Opwarming Is mijn sport autismevriendelijk? Is mijn

Nadere informatie

Omgaan met verschillen, passend onderwijzen!

Omgaan met verschillen, passend onderwijzen! Omgaan met verschillen, passend onderwijzen! Gedrag in de klas Labelen ASS en ADHD, waar denk je aan? Geef me de Vijf (Colette de Bruin) De methode heeft als uitgangspunt dat mensen met een autistische

Nadere informatie

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S 2 Ik en autisme In het vorige hoofdstuk is verteld over sterke kanten die mensen met autisme vaak hebben. In dit hoofdstuk vertellen we over autisme in het algemeen. We beginnen met een stelling. In de

Nadere informatie

AUTISME EN CONFLICTHANTERING. Anneke E. Eenhoorn

AUTISME EN CONFLICTHANTERING. Anneke E. Eenhoorn AUTISME EN CONFLICTHANTERING Anneke E. Eenhoorn UITGANGSPUNT UITGANGSPUNT DRIE VOORBEELDEN Rosa van 8 jaar. Na een ogenschijnlijk gewone dag op school, haalt ze fel uit Mike van 11 jaar. Na een kleine

Nadere informatie

Studiedag. Relatie en autisme Over de invloed van autisme op liefdesrelaties

Studiedag. Relatie en autisme Over de invloed van autisme op liefdesrelaties Studiedag Relatie en autisme Over de invloed van autisme op liefdesrelaties Relaties en autisme HouvASS /Therapeutisch Gerda Bastiaan, MaNP Centrum Flevoland GGZ Diagnose en dan? Volwassenzorg; steeds

Nadere informatie

ADHD en ASS. Bij normaal begaafde volwassen. Utrecht, 23-01-2014 Anne van Lammeren, psychiater UCP/UMCG

ADHD en ASS. Bij normaal begaafde volwassen. Utrecht, 23-01-2014 Anne van Lammeren, psychiater UCP/UMCG ADHD en ASS Bij normaal begaafde volwassen Utrecht, 23-01-2014 Anne van Lammeren, psychiater UCP/UMCG Disclosure belangen spreker (potentiële) Belangenverstrengeling Geen Voor bijeenkomst mogelijk relevante

Nadere informatie

Zo te zien is er met Mike niets aan de hand. Toch is hij anders dan anderen. Hij kan urenlang tikken op zijn favoriete voorwerpen.

Zo te zien is er met Mike niets aan de hand. Toch is hij anders dan anderen. Hij kan urenlang tikken op zijn favoriete voorwerpen. Autisme Zo te zien is er met Mike niets aan de hand. Toch is hij anders dan anderen. Hij kan urenlang tikken op zijn favoriete voorwerpen. Op andere mensen reageert hij niet. Zijn ouders dachten eerst

Nadere informatie

Vrouwen en autisme. Lezing 26 mei 2016 bij autismecafé i.o.v Carrefour NOP Emmeloord. Mariëlle Witteveen Mieke Bellinga. www.deuvel.

Vrouwen en autisme. Lezing 26 mei 2016 bij autismecafé i.o.v Carrefour NOP Emmeloord. Mariëlle Witteveen Mieke Bellinga. www.deuvel. Vrouwen en autisme Lezing 26 mei 2016 bij autismecafé i.o.v Carrefour NOP Emmeloord Mariëlle Witteveen Mieke Bellinga Even voorstellen Uitleg autisme Waarneming Informatieverwerking Prikkels Autisme bij

Nadere informatie

Workshop Patijnenburg. BuitenGewoon begeleiden van mensen met een arbeidsbeperking

Workshop Patijnenburg. BuitenGewoon begeleiden van mensen met een arbeidsbeperking Workshop Patijnenburg BuitenGewoon begeleiden van mensen met een arbeidsbeperking Patijnenburg is onderdeel van Werkplein Westland is de paraplu waaronder alle extern gerichte activiteiten van Werkplein

Nadere informatie

maakt meedoen mogelijk Workshop Wennen aan de brugklas 2014

maakt meedoen mogelijk Workshop Wennen aan de brugklas 2014 maakt meedoen mogelijk Workshop Wennen aan de brugklas 2014 Voorstellen Elly van Vliet Consulent MEE ZK Cursusleider Coördinator autisme netwerken convenant autisme Kennemerland en Amstelland en Meerlanden

Nadere informatie

Autisme begeleiding of aansturing? Workshop Platformdag gehandicapten 9 april 2015 Chul Joo Ro

Autisme begeleiding of aansturing? Workshop Platformdag gehandicapten 9 april 2015 Chul Joo Ro Autisme begeleiding of aansturing? Workshop Platformdag gehandicapten 9 april 2015 Chul Joo Ro Voorzet Voorzet is gespecialiseerd in het begeleiden van mensen met autisme sinds 1994. Actief in Noord en

Nadere informatie

Inhoud Uitgebreid. Foreword 15 Voorwoord 17. deel 1 WAT IS HET? 19

Inhoud Uitgebreid. Foreword 15 Voorwoord 17. deel 1 WAT IS HET? 19 Inhoud Uitgebreid Foreword 15 Voorwoord 17 deel 1 WAT IS HET? 19 1 Inleiding 21 De eerste onderzoekers 22 De opbouw van het boek 24 Aanleg of opvoeding 27 Diagnose of etiket 30 De kracht en de zwakte 32

Nadere informatie

Andy van den Berg Vakleerkracht bewegingsonderwijs op een praktijkschool en op een school voor z.m.l.k.

Andy van den Berg Vakleerkracht bewegingsonderwijs op een praktijkschool en op een school voor z.m.l.k. Andy van den Berg Vakleerkracht bewegingsonderwijs op een praktijkschool en op een school voor z.m.l.k. In het verleden leerkracht op deze scholen, Ambulant begeleider, stagebegeleider. Docent stichting

Nadere informatie

Doelstellingen van PAD

Doelstellingen van PAD Beste ouders, We kozen er samen voor om voor onze school een aantal afspraken te maken rond weerbaarheid. Aan de hand van 5 pictogrammen willen we de sociaal-emotionele ontwikkeling van onze leerlingen

Nadere informatie

Lezing voor de NVA. Door Harmke Nygard-Smith Klinisch psycholoog. Ontwikkelingsstoornissen Dimence

Lezing voor de NVA. Door Harmke Nygard-Smith Klinisch psycholoog. Ontwikkelingsstoornissen Dimence Lezing voor de NVA Door Harmke Nygard-Smith Klinisch psycholoog Ontwikkelingsstoornissen Dimence Waarom diagnostiek? Hoe doen we eigenlijk diagnostiek? De DSM 5 Wijzigingen in de DSM 5 voor de autisme

Nadere informatie

Voor wie zijn de kind-jongere trainingen bedoeld? Hulpaanbod

Voor wie zijn de kind-jongere trainingen bedoeld? Hulpaanbod Voor wie zijn de kind-jongere trainingen bedoeld? - Normaal begaafde kinderen van 4 tot 13 jaar, woonachtig in de regio Gelderland-Zuid, die in hun gedrag signalen afgeven die mogelijk duiden op een problematische

Nadere informatie

23 oktober 2013 1. Wat betekent autisme voor jou? Waaraan denk je spontaan? Vroeger hoorde je daar toch niet zoveel over?

23 oktober 2013 1. Wat betekent autisme voor jou? Waaraan denk je spontaan? Vroeger hoorde je daar toch niet zoveel over? Vroeger hoorde je daar toch niet zoveel over? Tegenwoordig heeft iedereen wel een etiketje! Hebben we dat niet allemaal een beetje? Als je niks hebt, is het precies al abnormaal! Mijn kind heeft (net)

Nadere informatie

Autisme (ASS) begeleiding of aansturing? Platformdag Passend Onderwijs 3 december 2015 Chul Joo Ro

Autisme (ASS) begeleiding of aansturing? Platformdag Passend Onderwijs 3 december 2015 Chul Joo Ro Autisme (ASS) begeleiding of aansturing? Platformdag Passend Onderwijs 3 december 2015 Chul Joo Ro Voorzet Voorzet is gespecialiseerd in het begeleiden van mensen met autisme sinds 1994. Is actief in Noord

Nadere informatie

Ontwikkeling van een arbeidsidentiteit bij mensen met een autisme spectrum stoornis

Ontwikkeling van een arbeidsidentiteit bij mensen met een autisme spectrum stoornis Ontwikkeling van een arbeidsidentiteit bij mensen met een autisme spectrum stoornis Diana Rodenburg d.rodenburg@leokannerhuis.nl Copyright Dr. Leo Kannerhuis Visie en missie Het Dr. Leo Kannerhuis is een

Nadere informatie

Herkennen van en omgaan met mensen met een lichte verstandelijke beperking

Herkennen van en omgaan met mensen met een lichte verstandelijke beperking Herkennen van en omgaan met mensen met een lichte verstandelijke beperking Doelgroep s Heeren Loo, Almere: Alle leeftijden: kinderen, jongeren & volwassenen (0 100 jaar) Alle niveaus van verstandelijke

Nadere informatie

1. Gedrag. Au3sme. UMCG Publiekslezing Au3sme. Els M.A. Blijd- Hoogewys. Overzicht presenta3e. Wat is au3sme? Drie probleemgebieden

1. Gedrag. Au3sme. UMCG Publiekslezing Au3sme. Els M.A. Blijd- Hoogewys. Overzicht presenta3e. Wat is au3sme? Drie probleemgebieden Au3sme dr. Behandelcoördinator Au3sme Team Noord Nederland Overzicht presenta3e Wat is au3sme? naar Morton & Frith, 1995 1. Gedrag 2. Biologie 3. Cogni3e 4. Diagnose 5. Behandeling genen, hersengebieden

Nadere informatie

Inleiding. Autisme & Communicatie in de sport

Inleiding. Autisme & Communicatie in de sport Sanne Gielen Inleiding Starten met een nieuwe sport is voor iedereen spannend; Hoe zal de training eruit zien? Zal de coach aardig zijn? Heb ik een klik met mijn teamgenoten? Kán ik het eigenlijk wel?

Nadere informatie

Mijn kind heeft een LVB

Mijn kind heeft een LVB Mijn kind heeft een LVB Wat betekent een licht verstandelijke beperking nu precies? Informatie voor ouders van kinderen en jongeren met een licht verstandelijke beperking in de leeftijd van 6 tot 23 jaar

Nadere informatie

Psycho sociale gevolgen bij kinderen met CP. Susanne Sluijter Orthopedagoog Mytylschool De Trappenberg Mytylschool Behandelteam Merem Huizen

Psycho sociale gevolgen bij kinderen met CP. Susanne Sluijter Orthopedagoog Mytylschool De Trappenberg Mytylschool Behandelteam Merem Huizen Psycho sociale gevolgen bij kinderen met CP Susanne Sluijter Orthopedagoog Mytylschool De Trappenberg Mytylschool Behandelteam Merem Huizen Ontwikkelingsfasen bij kinderen. 3 Basisbehoeften van kinderen.

Nadere informatie

Autisme voor beginners. www.psysense.be

Autisme voor beginners. www.psysense.be Autisme voor beginners www.psysense.be Oorzaak? Autisme = handicap Stoornis in functioneren van de hersenen Neurologische (biologische )stoornis andere ontwikkeling laatste theorie (augu 2014: teveel synapsen!

Nadere informatie

Verstandelijke beperkingen

Verstandelijke beperkingen 11 2 Verstandelijke beperkingen 2.1 Definitie 12 2.1.1 Denken 12 2.1.2 Vaardigheden 12 2.1.3 Vroegtijdig en levenslang aanwezig 13 2.2 Enkele belangrijke overwegingen 13 2.3 Ernst van verstandelijke beperking

Nadere informatie

Eindverslag Academische Opleidingsschool Sophianum, juni 2011

Eindverslag Academische Opleidingsschool Sophianum, juni 2011 Eindverslag Academische Opleidingsschool Sophianum, juni 2011 Welke middelen kan een docent tijdens zijn les gebruiken / hanteren om leerlingen van havo 4 op het Sophianum meer te motiveren? Motivatie

Nadere informatie

Zelfbeeld. Het zelfvertrouwen wordt voor een groot deel bepaald door de ideeën die het kind over zichzelf heeft: het zelfbeeld.

Zelfbeeld. Het zelfvertrouwen wordt voor een groot deel bepaald door de ideeën die het kind over zichzelf heeft: het zelfbeeld. Zelfbeeld Het zelfvertrouwen wordt voor een groot deel bepaald door de ideeën die het kind over zichzelf heeft: het zelfbeeld. Een kind dat over het algemeen positief over zichzelf denkt, heeft meer zelfvertrouwen.

Nadere informatie

Programma deel 1. Wat is autisme? Gedrag Modellen Visualiseren

Programma deel 1. Wat is autisme? Gedrag Modellen Visualiseren Leerthema 6 ASS Programma deel 1 Wat is autisme? Gedrag Modellen Visualiseren De regels van Matthijs ASS Prevalentie 1% (gezondheidsraad 2009) 1 op 5 ook verstandelijke beperking Jongens en meisjes Gemiddelde

Nadere informatie

Spel: Wat heb ik geleerd dit jaar?

Spel: Wat heb ik geleerd dit jaar? Spel: Wat heb ik geleerd dit jaar? Inleiding Traditioneel staat de decembermaand in het teken van jaaroverzichten en top 100 of top 2000 lijstjes. Allemaal bedoeld om terug te kijken op het afgelopen jaar.

Nadere informatie

MEE Nederland. Raad en daad voor iedereen met een beperking. Moeilijk lerend. Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind

MEE Nederland. Raad en daad voor iedereen met een beperking. Moeilijk lerend. Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind MEE Nederland Raad en daad voor iedereen met een beperking Moeilijk lerend Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind Moeilijk lerend Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind Inhoudsopgave

Nadere informatie

3. Wat betekent dat voor de manier waarop lesgegeven zou moeten worden in de - voor jou - moeilijke vakken?

3. Wat betekent dat voor de manier waarop lesgegeven zou moeten worden in de - voor jou - moeilijke vakken? Werkblad: 1. Wat is je leerstijl? Om uit te vinden welke van de vier leerstijlen het meest lijkt op jouw leerstijl, kun je dit simpele testje doen. Stel je eens voor dat je zojuist een nieuwe apparaat

Nadere informatie

Kwaliteit van leven Een hulpmiddel bij de voorbereiding van een zorgplan

Kwaliteit van leven Een hulpmiddel bij de voorbereiding van een zorgplan Kwaliteit van leven Een hulpmiddel bij de voorbereiding van een zorgplan De zorg en begeleiding van mensen met een verstandelijke beperking moet erop gericht zijn dat de persoon een optimale kwaliteit

Nadere informatie

Autisme als contextblindheid

Autisme als contextblindheid Leerlingen met autisme in het secundair onderwijs Autisme Limburg 18 oktober 2011 KobeVanroy Autisme Centraal, Gent Autisme als contextblindheid P. Vermeulen, 2009 Autisme: prevalentie 2010 Autisme Centraal

Nadere informatie

Autisme en de DSM-5 symposium autismenetwerk Zuid- Holland Zuid Autismeweek

Autisme en de DSM-5 symposium autismenetwerk Zuid- Holland Zuid Autismeweek Autisme en de DSM-5 symposium autismenetwerk Zuid- Holland Zuid Autismeweek Woensdag 2 april 2014 Ad van der Sijde, Yulius Autisme Paul Reijnen, BOBA Inhoud Presentatie Vragen Veranderingen DSM-5 autisme

Nadere informatie

Peuters Groep 1 Groep 2 Groep 3 BP MP EP M1 E1 M2 E2 M3

Peuters Groep 1 Groep 2 Groep 3 BP MP EP M1 E1 M2 E2 M3 1. Omgaan met jezelf, met en met volwassenen Peuters Groep 1 Groep 2 Groep 3 BP MP EP M1 E1 M2 E2 M3 Zelfbeeld Sociaal gedrag belangstelling voor andere kinderen, maar houden weinig rekening met de ander

Nadere informatie

Onderzoek naar het cluster 4 onderwijs: kinderen en hulpverlening. Drs. R. Stoutjesdijk & Prof. Dr. E.M. Scholte M.m.v. drs. H.

Onderzoek naar het cluster 4 onderwijs: kinderen en hulpverlening. Drs. R. Stoutjesdijk & Prof. Dr. E.M. Scholte M.m.v. drs. H. Onderzoek naar het cluster 4 onderwijs: kinderen en hulpverlening Drs. R. Stoutjesdijk & Prof. Dr. E.M. Scholte M.m.v. drs. H. Leloux-Opmeer Voorwoord Inhoudsopgave Een tijd geleden hebben Stichting Horizon

Nadere informatie

Stevensbeek Beloning- en ontspanningsmomenten binnen het speciaal onderwijs

Stevensbeek Beloning- en ontspanningsmomenten binnen het speciaal onderwijs Stevensbeek Beloning- en ontspanningsmomenten binnen het speciaal onderwijs VSO De Korenaer Stevensbeek Inhoud: pagina nummer 1) Speciaal Onderwijs 3 a) Visie b) Hoe werkt dit in de praktijk? 2) Beloning-

Nadere informatie

Dwang en autisme. Cognitieve gedragstherapie bij jongeren met een obsessief compulsieve stoornis en een stoornis uit het autistische spectrum.

Dwang en autisme. Cognitieve gedragstherapie bij jongeren met een obsessief compulsieve stoornis en een stoornis uit het autistische spectrum. Dwang en autisme Cognitieve gedragstherapie bij jongeren met een obsessief compulsieve stoornis en een stoornis uit het autistische spectrum. Autistische stoornis Informatieverwerkingsstoornis Andere manier

Nadere informatie

Autisme, zonder verstandelijke beperking Dr. Martine F. Delfos Cursus voor ouders (en hun begeleiders)

Autisme, zonder verstandelijke beperking Dr. Martine F. Delfos Cursus voor ouders (en hun begeleiders) Autisme, zonder verstandelijke beperking Dr. Martine F. Delfos Cursus voor ouders (en hun begeleiders) Cursus op 13 en 27 maart en 10 april en 8 mei 2009 Autisme zonder verstandelijke handicap Cursus voor

Nadere informatie

Brochure voor ouders/verzorgers en begeleiders van kinderen met het Foetaal Alcohol Syndroom (FAS).

Brochure voor ouders/verzorgers en begeleiders van kinderen met het Foetaal Alcohol Syndroom (FAS). Brochure voor ouders/verzorgers en begeleiders van kinderen met het Foetaal Alcohol Syndroom (FAS). Deze brochure richt zich op kinderen met FAS tussen de 4 en 14 jaar. Hierin worden vooral de begeleidingsbehoeften

Nadere informatie

Autisme en een visuele of visuele én verstandelijke beperking

Autisme en een visuele of visuele én verstandelijke beperking Autisme en een visuele of visuele én verstandelijke beperking Koninklijke Visio expertisecentrum voor slechtziende en blinde mensen www.visio.org Volg ons op: Pellentesque ipsum ligula, accumsan nec, elementum

Nadere informatie

Autisme, wat weten we?

Autisme, wat weten we? Autisme, wat weten we? Matt van der Reijden, kinder- en jeugdpsychiater & geneesheer directeur Dr Leo Kannerhuis, Oosterbeek 1 autisme agenda autisme autisme en het brein: wat weten we? een beeld van autisme:

Nadere informatie

Overleg van tevoren altijd met de ouders over de aanpak voor het kind en tips voor de omgang.

Overleg van tevoren altijd met de ouders over de aanpak voor het kind en tips voor de omgang. Overleg van tevoren altijd met de ouders over de aanpak voor het kind en tips voor de omgang. Aandacht stoornissen ADD Attention Deficit Disorder (letterlijk: aandacht tekort stoornis) - Een vorm van ADHD

Nadere informatie

Dans & drama o.b.s. De Eiber Dedemsvaart Januari 2015

Dans & drama o.b.s. De Eiber Dedemsvaart Januari 2015 Dans & drama o.b.s. De Eiber Dedemsvaart Januari 2015 Inleiding 2 INLEIDING DANS Leerlingen in het basisonderwijs dansen graag. Het sluit aan bij hun natuurlijke creativiteit, fantasie en bewegingsdrang.

Nadere informatie

Het stimuleren van sociaalcommunicatieve vaardigheden bij jonge kinderen met een autismespectrumstoornis

Het stimuleren van sociaalcommunicatieve vaardigheden bij jonge kinderen met een autismespectrumstoornis Het stimuleren van sociaalcommunicatieve vaardigheden bij jonge kinderen met een autismespectrumstoornis Herbert Roeyers Onderzoeksgroep Ontwikkelingsstoornissen VVL Congres, Berchem, 14 maart 2014 Pervasieve

Nadere informatie

Veiligheid en welbevinden. Hoofdstuk 1

Veiligheid en welbevinden. Hoofdstuk 1 30 Veiligheid en welbevinden Kees (8) en Lennart (7) zitten in de klimboom. Kees geeft Lennart een speels duwtje en Lennart geeft een duwtje terug. Ze lachen allebei. Maar toch kijkt Lennart even om naar

Nadere informatie

Werkgeversvereniging Oost - Regio IJssel/Vecht

Werkgeversvereniging Oost - Regio IJssel/Vecht Werkgeversvereniging Oost - Regio IJssel/Vecht 1. Welke associaties heeft u bij het begrip Autisme? Contactgestoord, nemen geen initiatief. Beperkt in het sociaal wenselijk gedrag, grotere behoefte aan

Nadere informatie

Ik-Wijzer Ik ben wie ik ben

Ik-Wijzer Ik ben wie ik ben Ik ben wie ik ben Naam: Johan Vosbergen Inhoudsopgave Inleiding... 3 De uitslag van Johan Vosbergen... 7 Toelichting aandachtspunten en leerdoelen... 8 Tot slot... 9 Pagina 2 van 9 Inleiding Hallo Johan,

Nadere informatie

Reader. Autisme Spectrum Stoornissen

Reader. Autisme Spectrum Stoornissen Reader Autisme Spectrum Stoornissen Inhoudsopgave 1. Inleiding ASS... 3 1.1 Wat is ASS... 3 Omschrijving ASS... 3 3 hoofdkenmerken... 3 Sociale interactie... 3 Communicatie... 4 Problemen in de verbeelding...

Nadere informatie

Two roads diverged in a wood, and I- I took the one less traveled by, And that has made all the difference.

Two roads diverged in a wood, and I- I took the one less traveled by, And that has made all the difference. Two roads diverged in a wood, and I- I took the one less traveled by, And that has made all the difference. Robert Frost Mountain interval.(fragment uit het gedicht The road not taken). Autigym of. een

Nadere informatie

Een talengerichte benadering bij leerlingen met autisme

Een talengerichte benadering bij leerlingen met autisme Een talengerichte benadering bij leerlingen met autisme College bij Zorg II Carla Geveke Autisme Project Lectoraat Curious Minds Onderzoeker en moeder van kind met autisme (10) Doelen van het college Inzicht

Nadere informatie

Autisme, zonder verstandelijke beperking Dr. Martine F. Delfos Cursus voor professionals

Autisme, zonder verstandelijke beperking Dr. Martine F. Delfos Cursus voor professionals Autisme, zonder verstandelijke beperking Dr. Martine F. Delfos Cursus voor professionals Cursus op 6 en 20 maart en 3 en 24 april 2009 Autisme zonder verstandelijke handicap Cursus voor professionals PICOWO

Nadere informatie

Competenties De Fontein

Competenties De Fontein Competenties De Fontein We werken met de volgende 4 competenties: 1. Verantwoordelijkheid 2. Samenwerken 3. Organisatie en planning, zelfstandigheid 4. Motivatie - In klas 1 wordt gewerkt aan de volgende

Nadere informatie

Bijlage: Voorbeeldschema van mijlpalen in de verschillende ontwikkelingsgebieden

Bijlage: Voorbeeldschema van mijlpalen in de verschillende ontwikkelingsgebieden Bijlage: Voorbeeldschema van mijlpalen in de verschillende sgebieden Ontwikkeling 4-6 jaar 7-9 jaar 10-12 jaar Taal Opbouwen basiswoordenschat. Woordenschat en zinsbouw neemt sterk toe. Redelijk tot goed

Nadere informatie

Motivatie problemen bij ASS

Motivatie problemen bij ASS Motivatie problemen bij ASS Praten met pubers die anders zijn Esther Leuning 25 oktober 2018 www.karakter.com 2 Praten met pubers die anders zijn Esther Leuning GZ-psycholoog, cognitief gedragstherapeut

Nadere informatie

Voel jij wat ik bedoel? www.psysense.be 17/5/2008

Voel jij wat ik bedoel? www.psysense.be 17/5/2008 Voel jij wat ik bedoel? www.psysense.be 17/5/2008 Gevoel en emoties / definitie Emoties: in biologische zin: affectieve reacties. Prikkeling van dit systeem geeft aanleiding tot allerlei lichamelijke reacties.

Nadere informatie

Help ik ben geslaagd, wat nu? Thijs van der Heijden

Help ik ben geslaagd, wat nu? Thijs van der Heijden Help ik ben geslaagd, wat nu? Thijs van der Heijden Kwetsbare doelgroep. Extra verantwoordelijkheid. Welke extra vaardigheden zijn nodig om de kansen te vergroten? Niet alleen studievaardigheden, ook sociale

Nadere informatie

Doordat bewegen en uitvoeren van activiteiten moeilijker gaat, voelt een kind met DCD zich soms onzeker. Ook kan het activiteiten spannend vinden.

Doordat bewegen en uitvoeren van activiteiten moeilijker gaat, voelt een kind met DCD zich soms onzeker. Ook kan het activiteiten spannend vinden. Onlangs is uw kind gezien in het observatieteam en is de diagnose DCD gesteld. In deze folder leest u wat DCD is, wat de behandeling bij Libra Revalidatie & Audiologie locatie Blixembosch inhoudt en hoe

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Pouw, Lucinda Title: Emotion regulation in children with Autism Spectrum Disorder

Nadere informatie

ecourse Moeiteloos leren leidinggeven

ecourse Moeiteloos leren leidinggeven ecourse Moeiteloos leren leidinggeven Leer hoe je met minder moeite en tijd uitmuntende prestaties met je team bereikt 2012 Marjan Haselhoff Ik zou het waarderen als je niets van de inhoud overneemt zonder

Nadere informatie

Ouderbrochure PDD-NOS

Ouderbrochure PDD-NOS 1 Ouderbrochure PDD-NOS Maandagmiddag vijf voor vier. Vanuit de keuken hoort ze een auto stoppen op straat. De deur wordt hard dichtgeslagen. Dan is het even stil. De achterdeur wordt opengetrokken en

Nadere informatie

Proudy. Praktijk voor psychomotorishe kindertherapie

Proudy. Praktijk voor psychomotorishe kindertherapie Proudy Praktijk voor psychomotorishe kindertherapie Wat is psychomotorische kindertherapie? Pmkt is een vorm van kindertherapie bedoeld voor kinderen die vast lopen in hun ontwikkeling en dat in hun gedrag

Nadere informatie

houd altijd de specifieke leerling met zijn individuele hulpvraag in het achterhoofd

houd altijd de specifieke leerling met zijn individuele hulpvraag in het achterhoofd Sleutelwoord is structuur De school is een uitgelezen plaats om de leerling met het Syndroom van Asperger te leren omgaan met leeftijdgenoten. Goede begeleiding is dan van belang. Docent kunnen veel voor

Nadere informatie

Late fouten in het taalbegrip van kinderen

Late fouten in het taalbegrip van kinderen 1 Late fouten in het taalbegrip van kinderen Petra Hendriks Hoogleraar Semantiek en Cognitie Center for Language and Cognition Groningen Rijksuniversiteit Groningen 2 De misvatting Actief versus passief

Nadere informatie

Autisme Spectrum Stoornissen Van DSM IV naar DSM 5

Autisme Spectrum Stoornissen Van DSM IV naar DSM 5 Autisme Spectrum Stoornissen Van DSM IV naar DSM 5 Britt Hoogenboom, kinder,- en jeugdpsychiater Dr. Sanne Hogendoorn, psycholoog Zorgprogrammaleiders Centrum voor Autisme en Psychose, de Bascule Referatencyclus

Nadere informatie

Collectief aanbod Jeugd Houten

Collectief aanbod Jeugd Houten Collectief aanbod Jeugd Houten Groepsmaatschappelijk werk Santé Partners in Houten 2018-2019 1 Inhoud Blz. Training Sterk staan 9-12.... 3 Zomertraining Plezier op School (aankomende brugklassers). 4 Assertiviteitstraining

Nadere informatie

Doel van deze presentatie is

Doel van deze presentatie is Doel van deze presentatie is Oplossingsgericht? Sjoemelen? Evaluatie van de praktische oefening. Verbetersuggesties qua oplossingsgerichtheid (niet met betrekking tot de inhoud van de gebruikte materialen)

Nadere informatie

Voor wie zijn de kind-jongere trainingen bedoeld?

Voor wie zijn de kind-jongere trainingen bedoeld? Voor wie zijn de kind-jongere trainingen bedoeld? - Normaal begaafde kinderen van 4 tot 13 jaar, woonachtig in de regio Gelderland-Zuid, die in hun gedrag signalen afgeven die mogelijk duiden op een problematische

Nadere informatie

1. Beeldbeschrijving 2. 2. Observatieformulier Het drukke kind 3 Uitleg bij het observatieformulier 4. 3. De benaderingen 5

1. Beeldbeschrijving 2. 2. Observatieformulier Het drukke kind 3 Uitleg bij het observatieformulier 4. 3. De benaderingen 5 Het drukke kind Handleiding Het drukke kind Inhoudsopgave 1. Beeldbeschrijving 2 2. Observatieformulier Het drukke kind 3 Uitleg bij het observatieformulier 4 3. De benaderingen 5 4. Actieplan voor het

Nadere informatie

Dansen zonder SDN beperkingen

Dansen zonder SDN beperkingen Dansen zonder SDN beperkingen Lesboek korte impressie achtergrondinformatie Stichting Danssport op maat Schrijvers Emmely Lefèvre & Stefan Nijmeijer Mensen met een verstandelijke beperking Waar denk je

Nadere informatie

Thema. Kernelementen. Emoties Puber- en kinderemotie Eenduidige communicatie

Thema. Kernelementen. Emoties Puber- en kinderemotie Eenduidige communicatie Thema Kernelementen Emoties Puber- en kinderemotie Eenduidige communicatie Tips voor de trainer: Werken met mensen is werken met emotie. Leer emoties als signaal te herkennen, maar niet als leidraad te

Nadere informatie

2

2 2 Inhoud 3 o o o 4 o o 5 6 7 1 8 a. 9 b. 10 11 12 a. b. 13 14 15 Soort informatie IQgegevens (IQ < 70) Eventueel: naam van document waarin de gevraagde informatie te vinden is Ontwikkelingsperspectief

Nadere informatie