HANDREIKING FORMULEREN INTEGRALE BELEIDSVISIE OP PARTICIPATIE

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "HANDREIKING FORMULEREN INTEGRALE BELEIDSVISIE OP PARTICIPATIE"

Transcriptie

1 HANDREIKING FORMULEREN INTEGRALE BELEIDSVISIE OP PARTICIPATIE

2 Deze handreiking is samengesteld in het kader van de voorbereidingstrajecten voor de invoering van het Participatiebudget in opdracht van de ministeries van VROM/WWI, SZW en OCW. COLOFON Projectbureau Voorbereidingstrajecten Participatiebudget Auteurs Cheryl Kroezen (Ernst & Young) Ingrid Oomes (Ernst & Young) Anton Revenboer(Ernst & Young) Jaco van Velden (Ernst & Young) Sahar Yadegari (Ernst & Young) September 2008 Geactualiseerd maart

3 INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK 1 Inleiding Achtergrond Participatiebudget Beleidsvisie als start verandertraject Leeswijzer 7 HOOFDSTUK 2 Integrale beleidsvisie als verandertraject Waarom een verandertraject? Verandermodellen voor formuleren en implementeren beleidsvisie 9 HOOFDSTUK 3 Voorbereidende fases formuleren beleidsvisie Urgentiebesef vestigen Voer een quick scan uit van huidig beleid Breng het thema participatie tot leven! Zoek een lokale ambassadeur De leidende coalitie vormen Identificeer een kopstuk op bestuurs- of managementniveau Vorm een leidende coalitie Stel een projectleider aan 15 HOOFDSTUK 4 Visievorming Wat is integraal participatiebeleid? Hoe breed is participatiebeleid? Uitgangspunt werk of maatschappelijke participatie? Welke beleidsterreinen vallen onder participatie? Wat houdt integratie van beleidsterreinen in? Een visie en strategie ontwikkelen Denk out of the box Stel de contouren van een regiematrix op Betrek afdelingen, benoem operationele aanjagers Organiseer een startbijeenkomst Leg commitment vast Zet de klant centraal Sluit aan bij de lokale agenda Oog voor de praktijk Doelgroepparticipatie Werk met een onafhankelijke beleidsmakelaar Organiseer een Coalitiekamer 37 3

4 HOOFDSTUK 5 Implementatie integrale beleidsvisie Veranderingsvisie communiceren Stel een begrippenkader op Communiceer intern Communiceer extern Breed draagvlak creëren Vul de Regiematrix in Aandacht individueel niveau in verandertraject Bied handelingsperspectief Aandacht voor cultuurverschillen Creëer eigenaarschap Betrek externe partijen Korte termijn successen genereren Ontwikkel SMART doelstellingen Ontwikkel een werkplan Maak het proces inzichtelijk Gebruik voorbeelden Verbeteringen consolideren en verandering tot stand brengen Breng risico s in kaart Plan regelmatig voortgangsbijeenkomsten Nieuwe benaderingen verankeren in de cultuur Zet participatiebeleid op de agenda binnen de betrokken afdelingen Verbind participatiebeleid met staand beleid en programma s Monitoring en evaluatie 49 Wat is de Coalitiekamer? 51 Meerwaarde van de Coalitiekamer 51 Voor wie is de Coalitiekamer bestemd? 51 Hoe werkt de Coalitiekamer? 52 Fase 1 Informatieronde 52 Fase 2 Voorbereiding Coalitiekamer 55 Fase 3 De Coalitiekamer 56 Fase 4 Van Coalitieakkoord naar integrale beleidsvisie 57 Fase 5 Borging van de integrale beleidsvisie 57 BIJLAGE 1 De Coalitiekamer LITERATUURLIJST 4

5 HOOFDSTUK 1 Inleiding 1.1 Achtergrond Participatiebudget Om mensen gemakkelijker aan een baan te helpen en maatschappelijke participatie te bevorderen zijn per 1 januari 2009 de gemeentelijke middelen voor volwasseneneducatie, inburgering en re-integratie gebundeld in het Participatiebudget. Voor de G31-gemeenten is 2009 nog een overgangsjaar. De beleidsvrijheid van gemeenten en de mogelijkheden voor maatwerk nemen met het Participatiebudget toe. Gemeenten krijgen meer vrijheid om te bepalen wie ze een aanbod doen en hoe dat aanbod eruit ziet. Daarnaast is de doelgroep waarvoor het Participatiebudget kan worden ingezet breder dan de doelgroepen uit de Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB), de Wet Inburgering (WI) en de Wet werk en bijstand (WWB) afzonderlijk. Gemeenten krijgen de ruimte voorzieningen aan te bieden aan één breed geformuleerde doelgroep, namelijk aan iedereen van achttien jaar en ouder. Voor gemeenten betekent de ontschotting van budgetten dat de samenwerking tussen afdelingen zowel op beleidsniveau als in de uitvoering kan worden versterkt. Op administratief vlak worden de schotten weggenomen. De verantwoording van de huidige drie budgetten naar het Rijk gaat terug naar één verantwoording. Waar gemeenten nu te maken hebben met de drie geldstromen van het WWB-werkdeel, de WEB en de WI ter financiering van respectievelijk re-integratie, educatie en inburgering, is in de nieuwe structuur van het Participatiebudget één geldstroom voor deze drie beleidsterreinen. Figuur Situatie tot 1 januari

6 Figuur Participatiebudget vanaf 1 januari 2009 WWI + SZW + OCW = Rijk 1,75 miljard* Participatievoorzieningen voor één brede doelgroep: personen van 18 jaar en ouder en 16/17 jarigen met ontheffing van kwalificatieplicht of die aan kwalificatieplicht reeds hebben voldaan, of bedreigd worden met schooluitval. Verantwoording * 1,75 miljard is de som van de in figuur 1 gepresenteerde bedragen (0,26 miljard + 1,50 miljard + 0,19 miljard) minus de inburgerings- en educatiegelden die de G31 in 2009 nog via BDU/SIV verkrijgen en uitvoeringskosten inburgering die vanaf 2009 via het Gemeentefonds worden verstrekt. Gemeenten kunnen het Participatiebudget op diverse manieren vorm geven en bepalen deels zelf met welk ambitieniveau ze het Participatiebudget invoeren. Dit neemt niet weg dat gemeenten verplicht zijn het Participatiebudget in te voeren. Naast een aantal technische wijzigingen in de verantwoordingssystematiek die alle gemeenten zullen moeten doorvoeren, is de mate waarin de interne organisatie, de gemeentelijke visie en lokaal participatiebeleid de contouren van het geïntegreerde Participatiebudget volgen afhankelijk van de ambitie van individuele gemeenten. Om optimaal gebruik te maken van de mogelijkheden die het Participatiebudget biedt, ligt het voor de hand dat gemeenten niet alleen de technische aanpassingen in de verantwoordingssfeer vorm geven, maar ook een integrale visie ontwikkelen op participatie. Visievorming dient aan beleidsvorming vooraf te gaan. Het bepalen van de visie en de wijze waarop de gemeente dat wil aanpakken is bij uitstek een politiek vraagstuk waarbij het College van Burgermeester en Wethouders en de Gemeenteraad de koers moeten bepalen. De Raad moet een aantal strategische beslissingen nemen waarmee zij de kaders van het beleid vaststelt. 1.2 Beleidsvisie als start verandertraject Het schrijven van een beleidsvisie is op twee manieren te beschouwen: de ene manier is het opstellen van een document door de verantwoordelijke afdeling waarbij het document de lijn in gaat en het management / het bestuur datgene ermee doet wat 6

7 haar goeddunkt. De andere manier is om het formuleren van de beleidsvisie te zien als het begin van een verandertraject. De uitvoering van de visie zal een verandering in de organisatie met zich meebrengen. Een dergelijke beleidsvisie behelst dan ook méér dan het schrijven van een beleidsnotitie voor het bestuur. Naar ons idee biedt de invoering van het Participatiebudget dé kans voor gemeenten om een stap verder te zetten in het uitvoeren van integraal participatiebeleid. Door de verschillende onderdelen van participatie te koppelen tot één integrale beleidsvisie kan de uitvoering ervan integraal ter hand genomen worden en kan daarmee het rendement van het participatiebeleid worden geoptimaliseerd. Om die reden gaat deze handreiking vooral uit van de zienswijze van een beleidsvisie als start van een verandertraject. Maar de handreiking is ook te gebruiken bij de opstelling van een beleidsdocument door de verantwoordelijke afdeling. Tegen deze achtergrond gebruiken wij een aantal verander theorieën om aan te geven hoe te komen tot een gedragen beleidsvisie die ook uitgevoerd zal worden. Daarbij zijn de gekozen theorieën niet zaligmakend. Wel bieden ze evenals andere theorieën- handvaten om het veranderproces tot een goed einde te brengen. Op aanpalende terreinen, zoals de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), zijn verschillende handreikingen opgesteld die in dit verband een waardevolle aanvulling kunnen bieden op deze handreiking Leeswijzer In hoofdstuk 2 gaan we in op veranderkundige aspecten van het ontwikkelen van een integrale visie op participatie. Daarbij wordt onder andere de theorie van Kotter aangegeven als instrument. In hoofdstuk 3 beschrijven we de voorbereidende fases bij het formuleren van een integrale visie op participatie waarbij we ingaan op de eerste twee fases van het model van Kotter; het vestigen van urgentiebesef en het vormen van de leidende coalitie. In hoofdstuk 4 gaan we in op de inhoudelijke visie ontwikkeling en de keuzes waarmee gemeenten worden geconfronteerd bij het formuleren van een visie op participatie. Ook hierbij presenteren we een aantal aandachtspunten voor de concrete invulling van het proces. Hoofdstuk 5 gaat over de implementatie van de integrale visie op participatie en behandelt de laatste vijf fases van het model van Kotter; het communiceren van de

8 veranderingsvisie, het creëren van breed draagvlak voor de verandering, het genereren van korte termijn successen, het consolideren van verbeteringen en tot slot de verankering van de nieuwe benadering in de cultuur. 8

9 HOOFDSTUK 2 Integrale beleidsvisie als verandertraject 2.1 Waarom een verandertraject? Het formuleren van een integrale visie op participatiebeleid is geen doel op zich. De gemeente staat voor een veranderproces en de omvang ervan wordt bepaald door de visie die de gemeente ontwikkelt en implementeert. Een integrale visie betekent in dit geval ook een verdere mate van integraal werken in de uitvoering om op die manier de klant het beste van dienst te zijn. Zowel qua effectiviteit (doelbereiking) als qua efficiëntie (meer doen tegen dezelfde kosten of hetzelfde doen tegen lagere kosten). Werken vanuit een integrale visie betekent ook dat de klantmanager vanuit een brede(re) blik naar de klant dient te kijken. Dit vergt een andere werkwijze, zowel qua bejegening van de klant als.qua processen. Dergelijke veranderingen zijn complex omdat zij direct samenhangen met de capaciteit en houding van medewerkers. Het is daarom van belang dat bij het schrijven van een integrale beleidsvisie op participatie de daadwerkelijke implementatie en het effect op de interne gemeentelijke organisatie meegenomen wordt. Om deze verandering en het veranderingstraject goed in te kunnen zetten, kan het gebruik van theorieën en instrumenten op dit vlak helpen. 2.2 Verandermodellen voor formuleren en implementeren beleidsvisie In deze handleiding zullen twee verschillende theorieën, die betrekking hebben op veranderprocessen binnen organisaties, gehanteerd worden. Als eerste het verandermodel van Kotter 2. Volgens dit model moeten organisaties verschillende stappen doorlopen om een succesvolle verandering te waarborgen. Kotter onderscheidt acht stappen die van belang zijn voor het implementeren van een succesvolle verandering. 2 John P. Kotter, Leiderschap bij verandering (1997). 9

10 Figuur Acht stappen van verandering Urgentiebesef De leidende Een visie Veranderings Breed Korte-termijn- Verbeteringen Nieuwe vestigen coalitie en Visie draagvlak successen consolideren benaderingen vormen strategie Communi- creëren genereren en verankeren ontwikkelen ceren verandering in de cultuur tot stand brengen H3: Voorbereidende Fase H4: Visievorming H5: Implementatie Integrale Beleidsvisie In deze handleiding wordt een indeling gehanteerd die voortvloeit uit dit model. In hoofdstuk 3 beschrijven we de Voorbereidende Fase, waarin stap 1 en 2 van het model op praktische wijze worden ingevuld. In hoofdstuk 4 Visievorming wordt stap 3 van het model nader uitgewerkt. Ten slotte gaan we in hoofdstuk 5 Implementatie Integrale Beleidsvisie dieper in op de implementatiefase (stap 4 tot en met 8 van het model). De in de hoofdstukken gepresenteerde aandachtspunten zijn niet volgtijdelijk, per fase kunnen activiteiten gelijktijdig worden uitgevoerd. Daarnaast passen sommige activiteiten bij meerdere stappen van het verandermodel. Het tweede gehanteerde verandermodel is de kleurentheorie van De Caluwé 3, die dient als kader om op verschillende manieren naar veranderprocessen te kijken en om zowel motivators als weerstanden te duiden. De Caluwé ziet vijf verschillende manieren van veranderen die hij aanduidt met vijf verschillende kleuren. Hij gebruikt hiervoor de vier primaire kleuren (geel, blauw, rood en groen) en de optelsom van die primaire kleuren (wit). 3 Léon de Caluwé, Denken over veranderen in vijf kleuren (2003). 10

11 Figuur Kleurentheorie van De Caluwé Geeldruk Blauwdruk Rooddruk Groendruk Witdruk Dingen/mensen zullen veranderen, als je......belangen bij elkaar kunt brengen...ze kunt dwingen tot het innemen van (bepaalde) standpunten/meningen...win-win situaties kunt creëren/coalities kunt vormen...de voordelen kunt laten zien van bepaalde opvattingen (macht, status, invloed)...de neuzen kunt richten...van tevoren een duidelijk resultaat/doel formuleert...een goed stappenplan maakt van A naar B...de stappen goed monitort en op basis daarvan bijstuurt...alles zoveel mogelijk stabiel houdt en beheerst...de complexiteit zoveel mogelijk reduceert...mensen op de juiste manier prikkelt, bijvoorbeeld door straf- of lokmiddelen...geavanceerde HRM-instrumenten inzet voor belonen, motiveren, promoveren...mensen iets teruggeeft voor wat zij jou geven...mensen bewust maakt van nieuwe zienswijzen/eigen tekortkomingen...mensen kunt motiveren om nieuwe dingen te zien/te leren/te kunnen...geschikte gezamenlijke leersituaties kunt creëren...uitgaat van de wil/wens en natuurlijke weg van de mens zelf, betekenis toevoegt...de eigen energie van mensen laat komen...dynamiek/complexiteit wil zien...eventuele blokkades wegneemt...symbolen en rituelen gebruikt Niet alleen elk verandertraject heeft een hoofdkleur, ook alle medewerkers hebben hun persoonlijke voorkeuren voor een specifieke manier (kleur) van veranderen. Hoewel er voor ieder verandertraject zeker een hoofdkleur is aan te geven, zal een traject pas succesvol zijn als ook elementen uit andere kleuren worden ingebouwd zodat alle medewerkers zich kunnen herkennen in de wijze van verandering. Dit kleurenmodel biedt een conceptueel kader om veranderprocessen te duiden en in te spelen op de voorkeuren van de belangrijkste actoren in de desbetreffende fase. Elke kleur komt in deze handreiking terug bij de praktische uitwerking van één van de acht stappen van het model van Kotter. Nadrukkelijk dient te worden opgemerkt dat in principe alle vijf de kleuren kunnen toepasbaar zijn op alle acht stappen van Kotter. De in deze handreiking gepresenteerde combinaties stap van Kotter kleur van De Caluwé zijn slechts een klein deel van alle mogelijkheden. 11

12 HOOFDSTUK 3 Voorbereidende fases formuleren beleidsvisie Urgentiebesef De leidende Een visie Veranderings Breed Korte-termijn- Verbeteringen Nieuwe vestigen coalitie en Visie draagvlak successen consolideren benaderingen vormen strategie Communi- creëren genereren en verankeren ontwikkelen ceren verandering in de cultuur tot stand brengen 3.1 Urgentiebesef vestigen Voor de inhoudelijke visie en strategie ontwikkeling onderscheidt Kotter twee belangrijke voorwaarden waaraan voldaan moet zijn; het vestigen van urgentiebesef en het vormen van de leidende coalitie. Als eerste moet het urgentiebesef gevestigd zijn - de noodzaak dient voelbaar te zijn - want zonder een duidelijke noodzaakbeleving komen mensen niet in beweging Voer een quick scan uit van huidig beleid Het startpunt voor het ontwikkelen van een beleidsvisie is het verzamelen van kennis over de huidige stand van zaken rondom participatie in de gemeente. Dat kan door het uitvoeren van een zogenoemde quick scan. Het uitvoeren van een quick scan levert een duidelijk startpunt op, waarmee de urgentie naar voren kan worden gebracht omdat er een beeld is ontstaan van de huidige situatie, tegenover de gewenste richting. Bij de quick scan ligt de nadruk op het verzamelen van zowel beleidsinformatie als demografische gegevens. Welke begrippen uit de wereld van participatiebeleid passen goed op de lokale situatie? Van welke samenhangende visies die de afgelopen jaren zijn geformuleerd binnen de gemeente kan gebruik worden gemaakt? Wat gebeurt er al? Over wie gaat het? Hoeveel mensen? 12

13 Een quick scan hoeft niet heel uitgebreid te zijn of veel tijd in beslag te nemen. Elementen die terug kunnen komen zijn bijvoorbeeld: Probleemdefinitie: (waarom) is een visie op de participatie nodig? Bestaand beleid en bijbehorende activiteiten als kader waarop participatiebeleid moet aansluiten. Demografische gegevens over de (potentiële) doelgroep 4. Een van de manieren voor het analyseren van de gegevens uit de quick scan is een SWOT analyse. SWOT staat voor Strengths, Weaknesses, Opportunities en Threats. In gewoon Nederlands: sterkten (intern), zwakten (intern), kansen (extern) en bedreigingen (extern). SWOT analyses worden veel gebruikt als hulpmiddel bij strategieformulering. Het idee is om de vier elementen systematisch te analyseren om de toekomstmogelijkheden inzichtelijk te maken en kansrijke doelen te stellen. Een goede vuistregel is om maximaal drie elementen op te nemen in elke categorie. Waar mogelijk kunnen verbanden gelegd worden. Een kans maakt gebruik van de sterke punten en wordt zo uitgevoerd dat de zwakke punten worden weggenomen of gecompenseerd Breng het thema participatie tot leven! Een belangrijk vereiste voor het creëren van urgentiebesef is dat mensen begrijpen waar het over gaat. Participatie is een breed begrip en veel mensen zullen daar in de eerste instantie geen beeld bij hebben. Leg uit, zowel voor gemeenteambtenaren en bestuurders als voor het algemene publiek, waarom participatie voor de gemeente een belangrijk thema is. Wat is het? Wat is het belang voor de klant? Waarom is de gemeente bezig een beleidsvisie op participatie te ontwikkelen? Het feit dat nog niet alle vragen beantwoord zijn en dat de visie nog niet volledig ontwikkeld is, hoeft geen belemmering te zijn dit thema tot leven te brengen. Benoem de vragen waar de gemeente voor staat en leg uit waarom het belangrijk is dat er keuzes gemaakt worden Zoek een lokale ambassadeur Het onderwerp participatie kan op voorhand meer gewicht en urgentie krijgen door er een lokale ambassadeur aan te verbinden. Een aansprekende en inspirerende persoonlijkheid kan helpen het onderwerp te vertalen naar een breed publiek. Dat kan iemand uit het landelijke of lokale maatschappelijk betrokken circuit, zoals een inspirerende wetenschapper of werkgever, zijn. 4 Op dit moment in het visie traject is de exacte doelgroep nog niet bepaald. De demografische data zijn een indicatie, om een orde van grootte aan te geven. 13

14 Dergelijke initiatieven hebben niet alleen een positief effect op het draagvlak bij bestuur en management, ook bij uitvoerders en het brede publiek blijft de positieve koppeling van het thema participatie en een (lokale) ambassadeur hangen. In veel gevallen werkt het positief als de betrokken wethouders of latere projectgroepleden terug kunnen grijpen op extern ingebrachte kennis en visies. 3.2 De leidende coalitie vormen De stap die Kotter na het vestigen van urgentiebesef onderscheidt, is het vormen van de leidende coalitie. Het moet duidelijk zijn wie deze leidende coalitie gaat vormen. Bij de mensen in deze kleine kopgroep start het proces. Zij trekken de kar en geven de aftrap voor de verdere visieontwikkeling. Een sterke en krachtige leidende coalitie is onontbeerlijk bij het ontwikkelen van een visie, en zeker ook in de latere implementatie Identificeer een kopstuk op bestuurs- of managementniveau Zonder de betrokkenheid van het bestuur of leidinggevend management binnen de gemeente zal er geen verandering plaatsvinden. Een uitgesproken positieve houding van een aansprekende persoon op bestuurs- of managementniveau is noodzakelijk om medewerkers te motiveren voor het onderwerp participatie. Tegelijkertijd geeft dit het signaal af dat het thema veel gewicht heeft binnen de gemeentelijke hiërarchie, waardoor staf op operationeel niveau zich gesteund voelt ideeën en activiteiten te ontwikkelen op het terrein van participatie. Te denken valt bijvoorbeeld aan het benoemen van één verantwoordelijk wethouder voor het thema participatie Vorm een leidende coalitie Een verandering start met een kleine groep mensen die de beslisbevoegdheid heeft een visie om te vormen tot realiteit. Zij zijn niet de enige die de visie formuleren, maar geven wel de aanzet en blijven gedurende het hele proces nauw betrokken. Deze leidende coalitie hoeft geen formele rol te hebben in de zin van stuurgroep of projectgroep, maar dat kan wel. In het geval van het Participatiebudget bestaat een leidende coalitie idealiter uit een wethouder, de directeuren van de direct betrokken afdelingen en de projectleider. Belangrijk is de leidende coalitie niet te groot te maken (maximaal 5 personen) om de slagkracht en beslisvaardigheid hoog te houden. 14

15 3.2.3 Stel een projectleider aan Er moet een persoon zijn die het proces trekt; de projectleider. Dit houdt onder andere in: de voortgang en relatie met andere beleidsterreinen bewaken, het onderhouden van contacten en het bewaken van gemaakte afspraken. Kader Geeldrukdenken tijdens de voorbereidende fase In de voorbereidende fase van de visievorming past bijvoorbeeld het geeldrukdenken uit de kleurentheorie van De Caluwé. Bij geeldrukdenken wordt verondersteld dat mensen pas zullen veranderen als je rekening houdt met hun (eigen) belang of als je ze tot bepaalde opvattingen kunt verleiden of dwingen. Het bijeenbrengen van meningen of standpunten en het vormen van leidende coalities of machtsblokken zijn favoriete manieren van doen in dit soort veranderingstrajecten. Deze manier past heel sterk in veranderingstrajecten waar complexe doelen of effecten moeten worden bereikt en waarbij meerdere personen of partijen zijn betrokken. De toepassing van het geeldrukdenken op het Participatiebudget is het belang is om medewerkers in te laten zien welke mogelijkheden de implementatie van het Participatiebudget biedt en welke voordelen dit met zich meebrengt. Dit houdt in dat tijdens de startfase de juiste coalitie gesmeed moet worden om de beleidsvisie participatie hoog op de agenda te krijgen. Feitelijk gaat het om het zorgen voor het juiste draagvlak maar ook zorgen voor de gewenste daadkracht. Geeldrukdenken past sterk in verandertrajecten waar complexe doelen moeten worden gesteld en bereikt, waarbij meerdere personen of partijen bij betrokken zijn. Een valkuil van dit denken is luchtfietserij. Het is van belang dat doelen die door de leidende coalitie geformuleerd worden niet (te) abstract zijn en duidelijkheid scheppen over wat de verandering precies inhoudt en met welke middelen en inspanningen dit bereikt kan worden. 15

16 HOOFDSTUK 4 Visievorming Urgentiebesef De leidende Een visie Veranderings Breed Korte-termijn- Verbeteringen Nieuwe vestigen coalitie en Visie draagvlak successen consolideren benaderingen vormen strategie Communi- creëren genereren en verankeren ontwikkelen ceren verandering in de cultuur tot stand brengen In dit hoofdstuk gaan we in op de inhoudelijke aspecten van het Participatiebudget en de ontwikkeling van een visie en strategie. In paragraaf 4.1 komt de vraag aan de orde Wat is integraal participatiebeleid?, in paragraaf 4.2 volgt de vraag Hoe breed is integraal participatiebeleid?. Bij deze vraag gaan we in op de te kiezen uitgangspunten, de beleidsterreinen die onder participatie kunnen vallen en de integratie van die beleidsterreinen. In paragraaf 4.3 gaan we in op de procesmatige aandachtspunten bij deze derde stap van Kotter s verandermodel. 4.1 Wat is integraal participatiebeleid? Gemeenten hebben te maken met mensen die ondersteuning nodig hebben die in verschillende wetten met bijbehorende aparte budgetten is georganiseerd 5 : hulp bij inburgering en taal onder de Wet Inburgering, een opleidingstraject in de volwasseneneducatie gericht op Nederlands als tweede taal (NT2), sociale redzaamheid, breed maatschappelijk functioneren of het alsnog behalen van een startkwalificatie in het voortgezet algemeen volwassenenonderwijs (VAVO), opvoedingsondersteuning vanuit de Wmo, bijzondere bijstand, een uitkering volgens de WWB, betaling voor levensonderhoud via de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) met bijbehorende aparte re-integratie- of dagbestedingbudgetten. Het Participatiebudget draait om burgers die ondersteuning nodig hebben bij het participeren in de Nederlandse samenleving. Het doel is om deze burgers zoveel mogelijk op maat te ondersteunen, zonder dat de schotten tussen de verschillende budgetten voor re-integratie, inburgering en educatie daartoe een belemmering vormen. Gemeenten hebben de mogelijkheid te onderzoeken of de Wmo en de Wsw 5 Divosa monitor, Verschil maken (juni 2007). 16

17 hier ook bij betrokken kunnen worden, maar ook bijvoorbeeld beleid en activiteiten op het gebied van welzijn en jeugdzorg. Figuur Integraal participatiebeleid Wonen Opvoeden Werken Integreren Leren Bron: Ernst & Young Het niet meer meedoen in de samenleving op één terrein zoals school of werk, kan onderdeel uit gaan maken van een complexere problematiek waarin uitvalsverschijnselen als anonimiteit, criminaliteit en onveiligheid een rol gaan spelen. Uitval wil zeggen dat burgers van de samenleving zijn uitgesloten en niet participeren. Zij krijgen bijvoorbeeld onvoldoende scholing, hebben geen werk of andere zinvolle dagbesteding, of geen dak boven hun hoofd. Mede daardoor voelen zij zich niet meer betrokken bij hun buurt of stad. Dit is niet alleen bedreigend voor degene die het treft maar ook voor een stad en de samenleving als geheel. Het antwoord hierop kan worden gezocht in een integrale aanpak van problemen vanuit één gedeelde visie op participatie. Soms zal hierin een overheid nodig zijn die van bovenaf beleid oplegt, maar soms ook een overheid die in kan spelen op de behoeften en kwaliteiten van burgers. 17

18 Figuur Integraal participatiebeleid ingevuld Schuldhulpverlening Kinderopvang Regionaal economisch beleid NUGgers WWB Wsw Krachtwijken WMO WI AWBZ WEB Onderwijs Wajong WIA Bron: Ernst & Young Bovenstaande figuur representeert de samenhang die tussen de verschillende wetten bestaat. Deze vijf wetten vormen samen 60 procent van het gemeentelijke budget. Gezamenlijke doelstellingen en doelgroepen Een eerste belangrijk raakvlak van de vijf hierboven gepresenteerde terreinen betreft de doelstellingen en de doelgroepen waarop het beleid, en meer in het bijzonder de wetten, zich richten. Bij de Wmo, de WWB en de Wsw gaat het om het bevorderen van de arbeidsparticipatie en de maatschappelijke deelname van de burger en het creëren van de randvoorwaarden daarvoor. De doelgroepen van de WI en de WEB kunnen niet los van elkaar gezien worden, alleen al vanwege het feit dat inburgering gezien kan worden als vorm van onderwijs en nauw samenhangt met de persoonlijke kennis, vaardigheden en attitudes van individuen. Gelijksoortige bestuurlijke uitgangspunten Daarnaast kennen de vijf wetten gelijksoortige bestuurlijke uitgangspunten op het gebied van verhoudingen tussen overheid en burger en verhoudingen tussen nationale en lokale overheid. Het gaat onder meer om decentraal beleid, het actief betrekken van de burger (klant) bij beleidsvorming (in geval van de Wmo, WWB en Wsw) en het gaat om meedoen. Bij alle wetten heeft de lokale overheid een belangrijke 18

19 verantwoordelijke regisserende en coördinerende positie en is bovendien financieel verantwoordelijk. Inkoop Een ander raakvlak zit in de systematiek van de uitvoering. Voor de uitvoering van de vijf wetten koopt de gemeente veelal activiteiten in bij organisaties op het terrein van onderwijs, werk en inkomen, welzijn en zorg. Trajecten worden aanbesteed, of de gemeente voert deze in eigen beheer uit. Welke criteria daarbij moeten worden gehanteerd en hoe deze te operationaliseren, is op alle terreinen een punt van aandacht. Criteria die van belang zijn bij de re-integratie van kwetsbare groepen - onder meer het kunnen bieden van continuïteit in de begeleiding en ingangen in het sociale netwerk- zullen ook bij de aanbesteding van maatschappelijke voorzieningen van belang zijn. In het bestek kunnen bijvoorbeeld sociale (gunnings)criteria worden opgenomen om deze continuïteit te waarborgen. Op alle terreinen is het inkoopbeleid een wezenlijk onderdeel van het sociaal beleid. Naast de deels gezamenlijke doelstellingen en doelgroepen, de gelijksoortige bestuurlijke uitgangspunten en inkoop, hebben de vijf terreinen en wetten uiteraard hun karakteristieken en specifieke raakvlakken met een of meerdere van de andere wetten. Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) Onder de Wmo zijn gemeenten vanaf 1 januari 2007 verantwoordelijk voor de participatie van de inwoners in de gemeente. Gemeenten bekostigen de Wmo voorzieningen vanuit het gemeentefonds. Er zijn negen prestatievelden benoemd die een breed scala van het lokale sociale beleid betreffen: bevorderen sociale samenhang en leefbaarheid, preventief jeugdbeleid, cliëntenparticipatie, ondersteuning mantelzorg en vrijwilligers, deelname aan de samenleving door mensen met een beperking, maatschappelijke opvang, huiselijk geweld, geestelijke gezondheidszorg, verslavingsbeleid. Hieronder vallen taken die al bij de gemeente belegd waren (vanuit de Wet voorzieningen gehandicapten en de Wet Welzijn bijvoorbeeld) of taken die nieuw zijn voor de gemeente (taken vanuit delen van de AWBZ). Naast de betrokken wetten, zijn er ook een aantal subsidieregelingen onder de Wmo gebracht, bijvoorbeeld initiatieven openbare geestelijke gezondheidszorg, zorgvernieuwingsprojecten GGZ (ZVPregeling) en de coördinatie vrijwillige thuiszorg en mantelzorg. 19

20 Doel van de Wmo is in het kort 'meedoen. In de dagelijkse praktijk betekent dit dat mensen zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen en aan activiteiten kunnen deelnemen. De extra hulp die daarvoor nodig is moet eenvoudig bereikbaar zijn. Wet Werk en Bijstand (WWB) Gemeenten hebben vanuit de WWB de verantwoordelijkheid om bijstandsontvangers en werkloze niet-uitkeringsgerechtigden te ondersteunen bij de arbeidsinschakeling. Indien nodig kunnen zij daarbij een re-integratievoorziening aanbieden, bijvoorbeeld scholing, loonkostensubsidie, gesubsidieerde arbeid of sociale activering. De kaders voor deze voorzieningen zijn vastgelegd in de re-integratieverordening van gemeenten. Volgens de Commissie Arbeidsparticipatie 6 zijn er mensen die wel kunnen en willen werken (de ene helft met uitkering, de andere helft zonder) maar die niet goed aan het werk geholpen worden. Hierbij benoemt de commissie een aantal knelpunten, dat een hogere arbeidsparticipatie in de weg staat: De werktijden en de organisatie van werk maken dat er veel in (kleine) deeltijdbanen wordt gewerkt. De arbeidsmarkt voor ouderen zit op slot; er wordt te weinig in hun inzetbaarheid geïnvesteerd. Het onderwijs sluit (kwalitatief) onvoldoende aan op de vraag van de arbeidsmarkt en de schooluitval is te hoog. Door gebrek aan stimulans wordt er te weinig geïnvesteerd in de inzetbaarheid van werknemers. Het doel van de WWB is zoveel mogelijk mensen aan het werk te krijgen en daarmee het beroep op de bijstand te voorkomen en te verminderen. Omdat gemeenten het beste op de hoogte zijn van de plaatselijke arbeidsmarkt en de mogelijkheden voor scholing, zijn zij het best in staat om het maatwerk te leveren dat nodig is om mensen weer aan de slag te krijgen onder het motto werk boven inkomen. Het ontvangen van een uitkering wordt daarbij niet als een vanzelfsprekendheid gezien. Het is een voorwaarde op basis waarvan de gemeente en de klant onderling tot afspraken komen met als doel zo snel mogelijk weer in het eigen bestaan te voorzien. De gemeentelijke taken gericht op arbeidsparticipatie worden mede beïnvloed door sociale en demografische aspecten. Zo is bijvoorbeeld de vergrijzing van de samenleving één van de maatschappelijke ontwikkelingen waar alle gemeenten mee te maken hebben of krijgen. Het is economisch gezien van belang juist dan burgers met een (grote) afstand tot de arbeidsmarkt de mogelijkheid of voorziening te bieden tot arbeidsparticipatie. Door koppeling van diverse beleidsterreinen (waaronder bijvoorbeeld armoedebeleid en zorg) kunnen gemeenten randvoorwaarden creëren voor het laten participeren van bijvoorbeeld ouderen in de maatschappij. Dit om 6 Commissie Arbeidsparticipatie, Naar een toekomst die werkt ( juni 2008). 20

21 sociale uitsluiting te voorkomen, de beschikbare productiviteit, kennis en vaardigheden van ouderen te benutten en te stimuleren dat zij een nuttige bijdrage kunnen blijven leveren aan de gemeenschap. Nagegaan kan worden of de WWB en de Wmo elkaar kunnen versterken. In het kader van de Wmo worden er activiteiten georganiseerd, bijvoorbeeld de ondersteuning van mantelzorgers, het bevorderen van de sociale samenhang en leefbaarheid in wijken en het stimuleren van vrijwilligerswerk. Op gemeentelijk niveau zou kunnen worden bezien of en hoe WWB-ers en inburgeraars kunnen worden ingezet bij de uitvoering van een aantal van deze voorzieningen en activiteiten om tegemoet te komen aan de groeiende behoefte aan werknemers in met name de huishoudelijke verzorging. Tegelijkertijd zou dit stimulerend kunnen werken voor re-integratie en maatschappelijke participatie van de WWB-ers en inburgeraars. Dergelijke verbanden zijn ook te leggen voor bijvoorbeeld verslaafden die onder begeleiding eenvoudige opknap- of schoonmaakwerkzaamheden uitvoeren. Koppelingen zijn ook te leggen met bijvoorbeeld de wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA) -voorheen de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO)- en de Wet op de (re-)integratie arbeidsgehandicapten (Wet Rea), die het voor werkgevers en werknemers aantrekkelijker maakt om arbeidsgehandicapten in dienst te houden of te nemen door het bieden van premiekortingen. Overigens zijn de cliënten die al een WAO-uitkering hadden, niet bij alle gemeenten duidelijk in beeld als het gaat om participatie; de uitkering wordt door het UWV verstrekt. Dit terwijl de problematiek van deze cliënten gelijkenissen vertoont met de doelgroep die een WWBuitkering hebben. Steeds meer gemeenten kiezen samen met het UWV- voor een wijkaanpak waarbij de soort uitkering (WWB, WAO/WIA, Wajong, WW) er niet toe doet maar waar naar de behoefte van de burger wordt gekeken. Wet sociale werkvoorziening (Wsw) Sinds 1 januari 2008 zijn gemeenten direct verantwoordelijk voor de uitvoering van de Wsw: het budget gaat rechtstreeks naar de gemeenten, individuele gemeenten verantwoorden zich richting het Rijk en gemeenten zijn zelf verantwoordelijk voor wachtlijstbeheer. Om regie te voeren op de Wsw zullen gemeenten, individueel of in Wgr-verband, aan visieontwikkeling moeten doen. Hiertoe worden zij niet alleen gedwongen door de modernisering van de Wsw, ook de veranderende omgeving van de Wsw vraagt om een samenhangende visie op integraal arbeidsmarkt- en zorgbeleid. Zo is de sociale werkvoorziening, naast de WWB, één van de gemeentelijke instrumenten aan de onderkant van de arbeidsmarkt. Afstemming tussen de onderscheiden instrumenten is gewenst. Daarnaast zien ook veel gemeenten zich vanuit de financiële opgave genoodzaakt meer te gaan sturen op een effectieve en efficiënte uitvoering van de Wsw. 21

22 Aan de onderkant van de arbeidsmarkt is er behoefte aan een gerichte aanpak voor ongeveer mensen 7. De Divosa-monitor 2007 geeft aan dat gemeenten een substantieel deel van de mensen in de bijstand niet op korte termijn zien uitstromen naar regulier werk. Als voornaamste reden voor deze beperkte kansen op uitstroom worden genoemd: fysieke belemmeringen (25%), psychische belemmeringen en hoge leeftijd (beide 22%). Daarnaast constateert Divosa in de monitor dat de traditionele sociale dienst verdwijnt. Sociale diensten groeien uit tot brede dienstverlenende organisaties die via integraal beleid voorkomen dat burgers werkloos en uitkeringsafhankelijk raken. Tegelijkertijd hebben gemeenten hun sociale ambities nog onvoldoende verwoord en benutten sociale diensten de beleidsvrijheid te weinig voor een gedifferentieerd en regionaal beleid 8. Wet Inburgering (WI) Inburgering is een eerste stap op weg naar integratie. Inburgering is dan ook een integraal onderdeel van het gemeentelijk integratiebeleid. De WI regelt een verplichte inburgering voor vreemdelingen met een rechtmatig verblijf in Nederland. Onder de WI is pas aan de inburgeringsplicht voldaan als het inburgeringsexamen is gehaald of het Staatsexamen NT2 I of II. De betrokken personen hebben een resultaatverplichting. Ze zijn zelf verantwoordelijk voor het met goed gevolg afleggen van het examen. De gemeente verstrekt informatie en advies en beoordeelt wie via de gemeente een aanbod ontvangt voor een inburgeringstraject. Ook stelt de gemeente vast welke personen uitgezonderd worden van de inburgeringsplicht. Tenslotte heeft de gemeente een belangrijke taak als handhaver van de wet. Met prikkels en boetes wordt deze taak ingevuld. De inburgeringsgelden en educatiemiddelen (WEB) zijn voor de niet G31-gemeenten vanaf 2009 in het Participatiebudget ondergebracht. Voor de G31 komen deze middelen vanaf 2010 in het Participatiebudget. Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB) De WEB regelt de bundeling van verschillende vormen van beroepsonderwijs en volwasseneneducatie in regionale opleidingen centra, agrarische opleidingen centra en vakscholen. Naast het beroepsonderwijs vallen ook de volwassenen (basis)educatie, het voortgezet algemeen volwassenenonderwijs (VAVO) en het cursorisch onderwijs onder de wet. De WEB kent een kwalificatiestructuur, een samenhangend onderwijsmodel en aandacht voor beroepspraktijkvorming om de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt te optimaliseren. De wet heeft een sociaal-culturele functie. Iedere burger heeft recht op algemene vorming en persoonlijke ontplooiing, zodat hij of zij 7 Piet Dek / Harry Vogelaar Divosa monitor, Verschil maken (juni 2007). 22

23 goed kan functioneren in de maatschappij. Een belangrijk uitgangspunt van de WEB is dat iedere burger in bezit komt van een zogenoemde startkwalificatie. In Europees verband is afgesproken dat in % van de beroepsbevolking minimaal het niveau van startkwalificatie heeft. Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jongehandicapten (Wajong) De Wajong is een volksverzekering voor iedere ingezetene van Nederland en trad per 1 januari 1997 in werking. De verzekering keert uit aan een verzekerde indien die voor zijn 17e verjaardag arbeidsongeschikt is geworden en dat bij zijn 18e verjaardag nog steeds is. De verzekering geldt ook voor mensen die tussen hun 18e en 30e verjaardag arbeidsongeschikt zijn geworden tijdens een studie. De duur van de studie moet minimaal 6 maanden zijn. Er zijn ruim Wajongers in Nederland. De basis voor de uitkering is het minimumloon en de hoogte van de uitkering wordt bepaald op basis van het percentage van arbeidsongeschiktheid. Mensen die minder dan 25 procent arbeidsongeschikt zijn kunnen geen beroep doen op de Wajonguitkering. Mensen die tussen 25 en 80 procent arbeidsongeschikt zijn kunnen een beroep doen op een deel van de Wajong-uitkering. Mensen die meer dan 80 procent arbeidsongeschikt zijn hebben recht op de volledige Wajong-uitkering. De volledige Wajonguit-kering bedraagt 75 procent van het minimumloon. Hoewel uitkeringsgerechtigden hun Wajong-uitkering kunnen behouden, mogen ze zelf initiatief nemen om een baan te vinden. Er bestaan speciale regelingen voor deze groep Wajongers. Ze hebben vijf jaar vangnet bij een reguliere baan, terwijl ze een vangnet bij de sociale werkplaats (Wsw)hebben. Bij terugval krijgen ze hun oude uitkering terug. De Wajong is tevens bedoeld voor mensen die hulp nodig hebben bij het vinden en/of behouden van een werkplek. Een deel van de Wajongeren heeft na afronding van hun opleiding moeite met het vinden van een werkplek. Vaak kiezen gemeenten er daarom voor - ondanks het feit dat het UWV voor deze klanten reintegratieverantwoordelijk is om Wajongers voorrang te geven bij instroom in de Wsw. De Wajong raakt een groot deel van de genoemde wetten en is van belang in het kader van het bevorderen van participatie. Overigens heeft de term jongeren betrekking op het moment waarop de arbeidsongeschiktheid zich voordoet. Na toekenning van een Wajong-uitkering kan een uitkeringsgerechtigde tot zijn 65 e leeftijd de uitkering behouden. Ook voor deze doelgroep net als bij de WAO ers- is er het risico dat de gemeente vanuit haar participatiedoelstelling deze groep onvoldoende in beeld heeft omdat de uitkering door het UWV wordt verstrekt. Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) 23

24 Met de invoering van de WIA op 28 december 2005 is de wet op de Re-integratie Arbeidsgehandicapten (REA) afgeschaft. De meeste regelingen uit de wet REA blijven bestaan, maar zijn opgenomen in andere wetten -WIA, WAO, Wajong, WAZ en Ziektewet-. De essentie van de WIA is dat er onderscheid gemaakt wordt tussen mensen die nog wel kunnen werken (en die dus gestimuleerd worden te werken en die daar alle hulp bij krijgen) en mensen die nooit meer kunnen werken, maar wellicht nog wel op een andere wijze zouden kunnen participeren. De WIA omvat twee onderdelen: De regeling Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten; de WGA geldt voor mensen die gedeeltelijk arbeidsongeschikt zijn en niet meer dan 65 procent van het loon kunnen verdienen dat zij voor hun ziekte ontvingen. De WGA-uitkering vult het loon aan en gaat ervan uit dat hoe meer de klant werkt, hoe hoger het inkomen is. Er zijn drie verschillende WGA uitkeringen: loongerelateerde uitkering, de loonaanvullinguitkering en de vervolguitkering afhankelijk van hoe lang de klant gewerkt heeft en nu werkt. De regeling Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten, de IVA; een regeling voor mensen die niet meer kunnen werken of niet meer dan 20 procent van het laatst verdiende loon verdienen en er geen of weinig kans is op herstel. Zowel voor de WIA als de Wajong is het UWV verantwoordelijk voor de uitvoering. In het kader van nauwere ketensamenwerking en mogelijke combinaties van trajecten die het Participatiebudget mogelijk maken zijn de wetten in deze handreiking opgenomen. Doordat gemeenten met het Participatiebudget meer vrijheid krijgen om te bepalen wie in aanmerking komt voor een voorziening of opleiding en het thema participatie breder kunnen benaderen, zijn er binnen het Participatiebudget bijvoorbeeld ook mogelijkheden om: re-integratievoorzieningen in te zetten voor inwoners uit andere gemeenten, voorzieningen aan te bieden aan 16- en 17-jarigen die zijn ontheven van de kwalificatieplicht of die al aan de kwalificatieplicht hebben voldaan, voorzieningen aan te bieden aan 16- en 17-jarigen voor wie schooluitval dreigt, maar die door een leer-werktraject alsnog een startkwalificatie kunnen behalen, re-integratievoorzieningen preventief in te zetten voor werknemers die met ontslag worden bedreigd. 4.2 Hoe breed is participatiebeleid? Bij de ontwikkeling van integraal participatiebeleid wordt gezocht naar het samenbrengen van de verschillende beleidsterreinen om de noodzakelijke ondersteuning van de klant op de verschillende domeinen mogelijk te maken. Dit traject van integrale beleidsontwikkeling brengt veranderingen met zich mee voor de hele organisatie. Het is hierbij de vraag voor de gemeenten hoe ver zij daarin willen 24

25 gaan en wat nog werkbaar wordt geacht. Een breed begrip als participatie kan alles omvattend zijn, maar kan ook gelimiteerd worden tot bijvoorbeeld de beleidsterreinen werk & inkomen, integratie & inburgering en/of educatie. Kader Discussiepunten invoering Participatiebudget Zaanstad Uit: Discussiestuk Zaanstad en de invoering van de Wet Participatiebudget Sobere of uitgebreide uitvoering Naar de letter van de wet kan de gemeente Zaanstad met een paar aanpassingen in de huidige manier van werken volstaan. Maar, de bedoeling van de wet is juist dat de gemeente meer mogelijkheden krijgt om samenhang aan te brengen in haar activiteiten voor re-integratie, inburgering en educatie. Gemeenten kunnen in hun beleid variëren in de mate waarin zij willen inzetten op re-integratie, inburgering en volwasseneneducatie. Op die manier zouden situaties voorkomen moeten worden waarin het budget voor het ene doel is uitgeput, terwijl er voor het andere doel een budgetoverschot bestaat. Het is dus een belangrijke vraag of Zaanstad de mogelijkheden die de wet biedt (allemaal) wil benutten. Ook als Zaanstad de Wet participatiebudget naar de letter invoert, brengt het drie min of meer lastige vraagstukken met zich mee voor de medewerkers die ermee te maken gaan krijgen. Net iets andere manier van werken Het Participatiebudget verbindt drie beleidsterreinen die weliswaar (ongeveer) dezelfde doelgroepen kennen, maar op dit moment wel verschillende uitgangspunten en werkwijzen. De nieuwe wet- en regelgeving is samengesteld uit de drie onderliggende wetten. Voor alle betrokkenen zitten er dus herkenbare elementen in, maar tegelijkertijd ook nieuwe zaken. Ongelijke budgetverdeling Het Participatiebudget gaat ervan uit dat de gemeente drie beleidsterreinen met elkaar verbindt. Daarbij is de (budget)omvang van re-integratie wel veel groter dan van de andere twee onderdelen. Verschil in insteek De drie onderdelen van de Wet participatiebudget hebben op dit moment fundamentele verschillen in hun insteek. Bij educatie gaat het nu om (anonieme) inwoners, die met geld van de gemeente een cursus volgen. De gemeente levert het budget en een aantal macro-inzichten. Vervolgens kiest een inwoner samen met het ROC welke cursus het meest geschikt is. Bij re-integratie en inburgering gaat het om trajecten, die de gemeente voor (groepen) inwoners inkoopt omdat de gemeente wil dat die personen een concreet resultaat bereiken (werk of het behalen van een inburgeringsexamen). De gemeente is bij deze beleidsterreinen dus meer en bovendien sturend aan zet. Soms komen beide sporen samen, als bijvoorbeeld een uitkeringsgerechtigde een (voorloop)traject volgt bij het ROC. De keuzes die belangrijk zijn voor gemeenten bij het formuleren van een integrale beleidsvisie op participatie zijn talrijk en brengen veel verschillende opties en invullingen met zich mee. Het is onmogelijk een uitputtende lijst met vragen op te stellen aangezien de specifieke lokale context hierin uitermate belangrijk is. 25

26 Toch zijn er een aantal hoofdvragen, die het uitgangspunt kunnen vormen voor de discussie binnen de gemeente en waarvan de beantwoording ervan de basis kan vormen van de integrale beleidsvisie Uitgangspunt werk of maatschappelijke participatie? Wat is het hoofddoel van de gemeente met het participatiebeleid? Iedereen zo snel mogelijk toeleiden naar een reguliere baan? Of gaat het ook om het ondersteunen van alle burgers bij het actief participeren in de samenleving? En wat bedoelen we daar dan mee? Binnen het brede thema maatschappelijke participatie zijn ook weer keuzes te maken, bijvoorbeeld het centraal stellen van leren, het centraal stellen van de Nederlandse taal, het centraal stellen van zelfredzaamheid van burgers of het deelnemen aan de samenleving. Kader Uitgangspunten participatiebeleid Groningen Uit: Discussie notitie Groningse visie op participatiebeleid De Groningse visie betekent dat we: 1. op weg gaan naar integraal participatiebeleid. In fase verbinden we re-integratie, inburgering en volwasseneneducatie bestuurlijk, inhoudelijk, organisatorisch en financieel met elkaar. Op termijn leggen we verbindingen met de wet sociale werkvoorziening en de wet maatschappelijke ondersteuning. 2. als uitgangspunt Alle stadjers actief hebben. Als het kan via werk en als werk (nog) niet aan de orde is via andere vormen van deelname aan de samenleving. Het gaat dus zowel om het vergroten van arbeidsparticipatie als om het vergroten van de maatschappelijke participatie... Kader Uitgangspunten participatiebeleid voorbeeld Alkmaar Uit: Plan van Aanpak voorbereidingstraject Participatiebudget Alkmaar Als het om duurzame arbeidsparticipatie gaat dan is er nu geen inzet voor mensen met lage opleidingen en tijdelijke baantjes met het doel (al of niet in samenwerking met werkgevers) hen toe te leiden naar een baan die meer aansluit bij de mogelijkheden van betrokkenen. Het Participatiebudget zou ook op deze doelgroep kunnen worden gericht. Denk aan migrantenvrouwen met een paar uurtjes schoonmaakwerk. Inburgering richt zich wel op deze groep, maar dan gaat het enkel om taal en kennis van de Nederlandse samenleving en niet om (verdere) re-integratie, althans niet in directe zin. 26

27 4.2.2 Welke beleidsterreinen vallen onder participatie? Met het Participatiebudget is een begin gemaakt met de ontschotting van budgetten op de beleidsterreinen volwasseneneducatie, inburgering en re-integratie. De financiële ontschotting vanuit het Rijk vraagt vervolgens om een visie op participatie op lokaal niveau. Afhankelijk van het onder hoofdvraag 1 gekozen uitgangspunt, kunnen er op lokaal niveau andere beleidsterreinen zijn die onmisbaar zijn bij het invullen van de gemeentelijke visie op participatie. Als bijvoorbeeld de keuze is gemaakt voor werk, waarbij de focus ligt op snelle toeleiding naar reguliere banen, mag de koppeling met lokaal arbeidsmarktbeleid niet ontbreken. Stelt de gemeente maatschappelijke participatie centraal, dan kan een koppeling met het beleidsveld maatschappelijke ontwikkeling (onder andere de Wmo) nuttig zijn. Hieronder gaan wij in op vijf concrete beleidsterreinen die bij het ontwikkelen van een integrale visie op participatie een rol zouden kunnen spelen. Veelal gaat het over onderwerpen waar rijk en gemeenten nu al actief beleid op voeren. 1. Wonen Wonen goede en betaalbare huisvesting is niet voor iedereen de veilige basisbehoefte die het behoort te zijn. Daarbij kan wonen als belangrijke voorwaarde worden beschouwd voor volwaardige en actieve deelname aan de maatschappij. In het lokale woonbeleid treedt de gemeente in veel gevallen op als regisseur, bijvoorbeeld in het stimuleren van woningcorporaties en private ontwikkelaars om het woningenaanbod kwantitatief en kwalitatief te verhogen, of door het voeren van de regie over de realisatie van de wijkactieplannen in 40 Krachtwijken. Maar ook bijvoorbeeld maatregelen om de leefbaarheid en de veiligheid in een wijk te bevorderen, zoals veilige speelplekken, organiseren van sport, meer politietoezicht, culturele activiteiten, vrijetijdsvoorzieningen en meer groen. Daarbij stellen woningcorporaties zich steeds actiever op. Zij signaleren bijvoorbeeld oplopende schulden als er huurachterstand optreedt en zien het als hun verantwoordelijkheid daar samen met de gemeente iets aan te doen. Extra inspanningen op het terrein van buurtbeheer zijn daar ook een voorbeeld van. Samenwerking op basis van gelijkluidende visies om van daaruit in de praktijk de problematiek op te pakken, betekent in feite het scheppen van een basis voor de bewoners om (weer) te kunnen deel nemen aan de samenleving. 2. Werken Deelnemen aan het arbeidsproces is belangrijk: betaald werk zorgt ervoor dat mensen met twee benen in de samenleving staan en zich kunnen ontplooien. Nederland krijgt de komende decennia te maken met meer werk en minder mensen 9. Daarnaast nemen door de globalisering de eisen aan het kennisniveau en aanpassingsvermogen van mensen toe. Nederland heeft snel iedereen nodig. Gemeenten spannen zich in om het 9 Naar een toekomst die werkt. Advies Commissie Arbeidsparticipatie 27

Handreiking formuleren integrale beleidsvisie op Participatie

Handreiking formuleren integrale beleidsvisie op Participatie Handreiking formuleren integrale beleidsvisie op Participatie Deze handreiking is samengesteld in het kader van de voorbereidingstrajecten voor de invoering van het Participatiebudget in opdracht van de

Nadere informatie

HANDREIKING FORMULEREN INTEGRALE BELEIDSVISIE OP PARTICIPATIE

HANDREIKING FORMULEREN INTEGRALE BELEIDSVISIE OP PARTICIPATIE HANDREIKING FORMULEREN INTEGRALE BELEIDSVISIE OP PARTICIPATIE COLOFON Projectbureau Voorbereidingstrajecten Participatiebudget Auteurs Cheryl Kroezen Ingrid Oomes Anton Revenboer Jaco van Velden Sahar

Nadere informatie

Afdeling: Beleid Maatschappij Leiderdorp, 30 oktober 2014 Onderwerp: Re-integratieverordening. Aan de raad. Participatiewet

Afdeling: Beleid Maatschappij Leiderdorp, 30 oktober 2014 Onderwerp: Re-integratieverordening. Aan de raad. Participatiewet Pagina 1 van 6 Versie Nr.1 Afdeling: Beleid Maatschappij Leiderdorp, 30 oktober 2014 Onderwerp: Re-integratieverordening Aan de raad. Participatiewet Beslispunten *Z00288A120 E* 1. Vast te stellen de Re-integratieverordening

Nadere informatie

W etopdearbeidsongeschiktheidsverzekering. W etwerkeninkomennaararbeidsvermogen

W etopdearbeidsongeschiktheidsverzekering. W etwerkeninkomennaararbeidsvermogen W etopdearbeidsongeschiktheidsverzekering De W etopdearbeidsongeschiktheidsverzekering(wao) is een Nederlandse wet die is bedoeld voor werknemers die langdurig ziek of gehandicapt zijn en niet meer (volledig)

Nadere informatie

Communicatieplan. Communicatieplan implementatie voorbereidingstraject participatiebudget PAGINA ONDERWERP

Communicatieplan. Communicatieplan implementatie voorbereidingstraject participatiebudget PAGINA ONDERWERP Communicatieplan 1 1 Aan- en inleiding Om mensen gemakkelijker aan een baan te helpen en maatschappelijke deelname (participatie) te bevorderen, heeft het kabinet besloten de gemeentelijke middelen voor

Nadere informatie

Werk, inkomen. sociale zekerheid. www.departicipatieformule.nl, 2011 1

Werk, inkomen. sociale zekerheid. www.departicipatieformule.nl, 2011 1 Werk, inkomen & sociale zekerheid www.departicipatieformule.nl, 2011 1 Inhoudsopgave Wet Wajong (sinds 2010)... 3 Wet Werk en Bijstand (WWB)... 5 Wet investeren in jongeren (Wij)... 6 Wet Sociale Werkvoorziening

Nadere informatie

Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Castricum 2015

Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Castricum 2015 Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Castricum 2015 De raad van de gemeente Castricum; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 28 oktober [nummer]; gelet op

Nadere informatie

VERORDENING TEGENPRESENTATIE PARTICIPATIEWET, IOAW EN IOAZ 2015

VERORDENING TEGENPRESENTATIE PARTICIPATIEWET, IOAW EN IOAZ 2015 VERORDENING TEGENPRESENTATIE PARTICIPATIEWET, IOAW EN IOAZ 2015 Artikel 1. Begrippen In deze verordening wordt verstaan onder: a) uitkeringsgerechtigden: personen die een uitkering ontvangen op grond van

Nadere informatie

vast te stellen de hierna volgende Verordening tegenprestatie Alkmaar 2015 Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

vast te stellen de hierna volgende Verordening tegenprestatie Alkmaar 2015 Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Alkmaar. Nr. 1818 8 januari 2015 Verordening tegenprestatie Alkmaar 2015 De raad van de gemeente Alkmaar; gelezen het voorstel de stuurgroep fusie; gelet op

Nadere informatie

Participatiewiel: een andere manier van kijken

Participatiewiel: een andere manier van kijken Participatiewiel: een andere manier van kijken Ideeën voor gebruik door activeerders en hun cliënten Participatiewiel: samenhang in beeld WWB Schuldhulpverlening Wajong / WIA / WW / WIJ AWBZ en zorgverzekeringswet

Nadere informatie

Werknemers 1 ZIEK. werknemer en verzekerd voor ZW en WIA is degene die een ww-uitkering geniet

Werknemers 1 ZIEK. werknemer en verzekerd voor ZW en WIA is degene die een ww-uitkering geniet Werknemers 1 ZIEK Recht op doorbetaling van loon: - gedurende maximaal 2 jaar - gedurende looptijd contract - na afloop contract binnen twee jaar overname loonbetaling door UWV (vangnet) tot max. 2 jaar

Nadere informatie

1. De Wet Werk en Bijstand op hoofdlijnen (WWB)

1. De Wet Werk en Bijstand op hoofdlijnen (WWB) BIJLAGE 2: BASISINFORMATIE WET WERK EN BIJSTAND, WET INBURGERING EN WET EDUCATIE BEROEPSONDERSWIJS 1. De Wet Werk en Bijstand op hoofdlijnen (WWB) a. Doel van de Wet Werk en Bijstand Volgens de Commissie

Nadere informatie

TEGENPRESTATIE REGIO ZUID-KENNEMERLAND HAARLEM ZANDVOORT HEEMSTEDE BLOEMENDAAL HAARLEMMERLIEDE EN SPAARNWOUDE

TEGENPRESTATIE REGIO ZUID-KENNEMERLAND HAARLEM ZANDVOORT HEEMSTEDE BLOEMENDAAL HAARLEMMERLIEDE EN SPAARNWOUDE TEGENPRESTATIE REGIO ZUID-KENNEMERLAND HAARLEM ZANDVOORT HEEMSTEDE BLOEMENDAAL HAARLEMMERLIEDE EN SPAARNWOUDE JULI 2014 1 INHOUDSOPGAVE Inleiding 3 Hoofdstuk 1 De tegenprestatie 4 1.1 Wettelijk kader 4

Nadere informatie

Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015

Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015 Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015 Definitieve versie 30-10-2014 Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015 De raad van de gemeente Montferland; Gelezen het

Nadere informatie

De raad van de gemeente Schiermonnikoog,

De raad van de gemeente Schiermonnikoog, De raad van de gemeente Schiermonnikoog, Gelet op artikel 8a, eerste lid, onderdeel b, van de Participatiewet, artikel 35, eerste lid, onderdeel e van de Wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk

Nadere informatie

Werk, inkomen. sociale zekerheid. www.departicipatieformule.nl, versie 2 2013 1

Werk, inkomen. sociale zekerheid. www.departicipatieformule.nl, versie 2 2013 1 Werk, inkomen & sociale zekerheid versie 2013 www.departicipatieformule.nl, versie 2 2013 1 Inleiding... 3 Participatiewet, geplande invoerdatum 1 januari 2014... 4 Wet Wajong (sinds 2010)... 6 Wet Werk

Nadere informatie

De gemeenteraad aan zet Wat wilt u weten over de jongeren met een beperking in uw regio?

De gemeenteraad aan zet Wat wilt u weten over de jongeren met een beperking in uw regio? De gemeenteraad aan zet Wat wilt u weten over de jongeren met een beperking in uw regio? Transities sociale domein Gemeenten staan zoals bekend aan de vooravond van drie grote transities: de decentralisatie

Nadere informatie

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving) Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie gemeente Heerhugowaard Officiële naam regeling verordening tegenprestatie gemeente Heerhugowaard 2015 Citeertitel Verordening Tegenprestatie

Nadere informatie

Aan de raad AGENDAPUNT 3. Doetinchem, 10 december 2008. Beleidsplan Re-integratiebeleid 2009-2011

Aan de raad AGENDAPUNT 3. Doetinchem, 10 december 2008. Beleidsplan Re-integratiebeleid 2009-2011 Aan de raad AGENDAPUNT 3 Beleidsplan Re-integratiebeleid 2009-2011 Voorstel: 1. De kaders uit het beleidsplan 'Werken werkt!' vaststellen, zijnde: a. als doelstellingen: - het bevorderen van de mogelijkheden

Nadere informatie

Beleidsregel tegenprestatie Participatiewet 2015

Beleidsregel tegenprestatie Participatiewet 2015 Beleidsregel tegenprestatie Participatiewet 2015 Kenmerk: 193113 Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oldebroek; gelet op artikel 2, tweede lid van de Verordening tegenprestatie Participatiewet

Nadere informatie

Artikelsgewijze toelichting Enkel die bepalingen die verdere toelichting behoeven worden hieronder behandeld.

Artikelsgewijze toelichting Enkel die bepalingen die verdere toelichting behoeven worden hieronder behandeld. Toelichting Algemeen Er is gekozen voor een algemene, globale verordening. Dit heeft te maken met de aard van de opdracht die de raad heeft gekregen, te weten het bij verordening regels stellen waarin

Nadere informatie

Beschut werk in Aanleiding

Beschut werk in Aanleiding Beschut werk in 2015 1. Aanleiding Op 1 januari jl. is de Participatiewet in werking getreden. Een nieuwe voorziening onder deze wet is beschut werk nieuwe stijl 1. Gemeenten zijn onder deze wet verplicht

Nadere informatie

Startnotitie Werken naar Vermogen

Startnotitie Werken naar Vermogen Startnotitie Werken naar Vermogen 1. ACHTERGROND 1.1. Aanleiding Voor u ligt de Startnotitie Werken naar Vermogen. Concrete aanleiding voor deze Startnotitie is de aangenomen motie van het CDA van 15 november

Nadere informatie

CVDR. Nr. CVDR80772_3. Participatieverordening Hoofdstuk 1 ALGEMENE BEPALINGEN

CVDR. Nr. CVDR80772_3. Participatieverordening Hoofdstuk 1 ALGEMENE BEPALINGEN CVDR Officiële uitgave van Ooststellingwerf. Nr. CVDR80772_3 12 juni 2018 Participatieverordening 2010 De raad van de gemeente Ooststellingwerf;nr. B.4gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

Met het nieuwe welzijnsbeleid werkt de gemeente Tiel vanuit de volgende uitgangspunten:

Met het nieuwe welzijnsbeleid werkt de gemeente Tiel vanuit de volgende uitgangspunten: Opdrachtformulering kwartiermaker integrale welzijnsopdracht Aanleiding De gemeenteraad van de gemeente Tiel heeft in haar vergadering van juli 2014 het besluit genomen om een inhoudelijke discussie te

Nadere informatie

Verordening tegenprestatie Participatiewet gemeente Haarlem (versie ) De raad van de gemeente Haarlem;

Verordening tegenprestatie Participatiewet gemeente Haarlem (versie ) De raad van de gemeente Haarlem; Verordening tegenprestatie Participatiewet gemeente Haarlem (versie 10-09-2014) De raad van de gemeente Haarlem; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van [datum en nummer]; gelet op artikel

Nadere informatie

Wmo beleidsplan 2013 INLEIDING

Wmo beleidsplan 2013 INLEIDING December 2012 INLEIDING Het beleidsplan Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo) 2008-2011 heeft een wettelijk bepaalde werkingsduur van vier jaren. In 2012 is besloten dit beleidsplan met één jaar te

Nadere informatie

Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Heerenveen 2015

Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Heerenveen 2015 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Heerenveen. Nr. 82635 29 december 2014 Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Heerenveen 2015 De raad van de gemeente Heerenveen;

Nadere informatie

Toelichting Participatiewet Raadsbijeenkomst

Toelichting Participatiewet Raadsbijeenkomst Toelichting Participatiewet Raadsbijeenkomst 25-08- Inleiding Met de invoering van de Participatiewet op 1 januari 2015 worden gemeenten verantwoordelijk voor alle burgers met arbeidsvermogen die ondersteuning

Nadere informatie

VISIE BESCHUT WERK (nieuw) REGIO MIDDEN-LIMBURG

VISIE BESCHUT WERK (nieuw) REGIO MIDDEN-LIMBURG VISIE BESCHUT WERK (nieuw) REGIO MIDDEN-LIMBURG Juli 2016 1 INHUDSOPGAVE Pagina 1. Samenvatting 4 2. Inleiding 5 3. Beschut werk nieuw 6 4. (Regionale) visie op beschut werk nieuw 7 5. Contouren beschut

Nadere informatie

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen Verordening tegenprestatie Participatiewet 2015 Kenmerk: 183277 De raad van de gemeente Oldebroek; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 oktober 2014; gelet op artikel 8a, eerste lid,

Nadere informatie

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen Participatieverordening gemeente Bergen 2014 De raad van de gemeente Bergen, gelezen het voorstel van Burgemeester en wethouders van 10 december 2013, gelezen het advies van de commissie Welzijn van 28

Nadere informatie

VERORDENING TEGENPRESTATIE PARTICIPATIEWET, IOAW EN IOAZ 2015

VERORDENING TEGENPRESTATIE PARTICIPATIEWET, IOAW EN IOAZ 2015 VERORDENING TEGENPRESTATIE PARTICIPATIEWET, IOAW EN IOAZ 2015 DE RAAD VAN DE GEMEENTE TEN BOER gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 26 mei 2015 nr. TB 15.5037761; gelet op artikel 8a,

Nadere informatie

Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Venray 2017

Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Venray 2017 Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Venray 2017 De raad van de gemeente Venray; gelet op artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Participatiewet en artikel 35

Nadere informatie

1 van 5. Registratienummer: Bijlage(n) 2 Onderwerp. Beleidsplan Participatiewet. Middenbeemster, 30 september 2014. Aan de raad

1 van 5. Registratienummer: Bijlage(n) 2 Onderwerp. Beleidsplan Participatiewet. Middenbeemster, 30 september 2014. Aan de raad VERG AD ERING GEM EENT ER AAD 20 14 VOORST EL Registratienummer: 1150476 Bijlage(n) 2 Onderwerp Beleidsplan Participatiewet Aan de raad Middenbeemster, 30 september 2014 Inleiding en probleemstelling Gemeenten

Nadere informatie

De Participatiewet. In een politiek krachtenveld. 25 september Twitter mee! hashtag: #VGNparticipatie

De Participatiewet. In een politiek krachtenveld. 25 september Twitter mee! hashtag: #VGNparticipatie De Participatiewet In een politiek krachtenveld 25 september 2013 Twitter mee! hashtag: #VGNparticipatie Wajongers in de zorg Doel en Inspiratie Programma 13:00 13.15 13:15 13.45 13:45 14:15 Opening Hoofdlijn

Nadere informatie

VERORDENING TEGENPRESTATIE PARTICIPATIEWET, IOAW en IOAZ ASTEN 2015

VERORDENING TEGENPRESTATIE PARTICIPATIEWET, IOAW en IOAZ ASTEN 2015 VERORDENING TEGENPRESTATIE PARTICIPATIEWET, IOAW en IOAZ ASTEN 2015 De raad van de gemeente Asten, gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 19 mei 2015; gehoord het advies van de Commissie

Nadere informatie

VISIE BESCHUT WERK (nieuw) REGIO MIDDEN-LIMBURG

VISIE BESCHUT WERK (nieuw) REGIO MIDDEN-LIMBURG VISIE BESCHUT WERK (nieuw) REGIO MIDDEN-LIMBURG Juli 2016 1 INHUDSOPGAVE Pagina 1. Samenvatting 3 2. Inleiding 4 3. Beschut werk nieuw 5 4. (Regionale) visie op beschut werk nieuw 5 5. Contouren beschut

Nadere informatie

Gezondheidsachterstanden. Gelijke kansen voor iedereen

Gezondheidsachterstanden. Gelijke kansen voor iedereen Gezondheidsachterstanden Gelijke kansen voor iedereen Goede gezondheid: niet voor iedereen Een goede gezondheid is een groot goed, voor de individuele burger én voor de samenleving als geheel. We worden

Nadere informatie

Het Participatiebudget

Het Participatiebudget Het Participatiebudget Communicatieplan Het Participatiebudget: communiceren doen we zo! Gemeente Leeuwarden April 2009 Annette Geurden, invoering budget 1 INHOUDSOPGAVE 1. Aanleiding 3 2. Waarom een communicatieplan?

Nadere informatie

Participatiewet. 1 januari 2015

Participatiewet. 1 januari 2015 Participatiewet 1 januari 2015 Agenda Uitgangspunten Participatiewet - Sjak Vrieswijk De WVK-groep - Gerard van Beek De ISD/Werkplein de Kempen - Sjak Vrieswijk Kempenplus - Gerard van Beek Het regionaal

Nadere informatie

Beleidsregels Tegenprestatie in de Participatiewet ingaande 1 januari 2015 concept

Beleidsregels Tegenprestatie in de Participatiewet ingaande 1 januari 2015 concept Beleidsregels Tegenprestatie in de Participatiewet ingaande 1 januari 2015 concept Sinds 1 januari 2012 beschikken gemeenten op basis van art.9, lid 1 sub c van de WWB over de mogelijkheid om een Tegenprestatie

Nadere informatie

Participatiewet. 9 september 2014. raadscommissie EM - 1 -

Participatiewet. 9 september 2014. raadscommissie EM - 1 - Participatiewet raadscommissie EM 9 september 2014-1 - Inhoud achtergrond wijzigingen sociale zekerheid hoofdlijnen Participatiewet 1 januari 2015 financiering Rijk wetswijzigingen WWB 1 januari 2015 voorbereidingen

Nadere informatie

1 notitie beleidskeuzes participatiewet, mei 2014. Notitie beleidskeuzes participatiewet

1 notitie beleidskeuzes participatiewet, mei 2014. Notitie beleidskeuzes participatiewet 1 notitie beleidskeuzes participatiewet, mei 2014 Notitie beleidskeuzes participatiewet Introductie Op 1 januari 2015 treedt de Participatiewet in werking. De Participatiewet is een bundeling van drie

Nadere informatie

Pagina 1 van 5 Versie Nr.1 Registratienr.: Z/14/004375/13096_1 Agendapunt 7

Pagina 1 van 5 Versie Nr.1 Registratienr.: Z/14/004375/13096_1 Agendapunt 7 Pagina 1 van 5 Versie Nr.1 Afdeling: Beleid Maatschappij Leiderdorp, 25 november 2014 Onderwerp: RVS notitie en verordening Aan de raad. tegenprestatie Beslispunten *Z002849116 1. De notitie Tegenprestatie

Nadere informatie

Een nieuwe taak voor gemeenten

Een nieuwe taak voor gemeenten Een nieuwe taak voor gemeenten Vanaf 1 januari 2015 treedt de Participatiewet in werking. Het doel van de wet is om meer mensen, ook mensen met een arbeidsbeperking, aan de slag te krijgen. De gemeente

Nadere informatie

Actuele kijk op de Participatiewet in het sociale domein

Actuele kijk op de Participatiewet in het sociale domein Actuele kijk op de Participatiewet in het sociale domein Ledenbijeenkomst 24 april 2014 Aart Bertijn, Senior beleidsmedewerker VGN Inhoud presentatie Samenhang stelselwijzingen zorg Achtergrond Hoofdlijn

Nadere informatie

Toelichting verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Heerenveen 2015

Toelichting verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Heerenveen 2015 Toelichting verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Heerenveen 2015 Algemeen Het college is bevoegd een persoon te verplichten naar vermogen een tegenprestatie te verrichten,

Nadere informatie

Re-integratie-instrumenten en voorzieningen voor gedeeltelijk arbeidsgeschikten

Re-integratie-instrumenten en voorzieningen voor gedeeltelijk arbeidsgeschikten Re-integratie-instrumenten en voorzieningen voor gedeeltelijk arbeidsgeschikten Bij de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) staat 'werken naar vermogen' centraal. De nadruk ligt op wat mensen

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Verordening Re-integratie WWB, IOAW en IOAZ 2011 Gemeente Lemsterland. Opdracht aan het college. Aanspraak op ondersteuning.

Inhoudsopgave. Verordening Re-integratie WWB, IOAW en IOAZ 2011 Gemeente Lemsterland. Opdracht aan het college. Aanspraak op ondersteuning. Verordening Re-integratie WWB, IOAW en IOAZ 2011 Gemeente Lemsterland Inhoudsopgave Artikel 1: Artikel 2: Artikel 3: Artikel 4: Artikel 5: Artikel 6: Artikel 7: Artikel 8: Artikel 8a: Artikel 9: Artikel

Nadere informatie

Programma 6 Werk en Inkomen Missie Kaderstellende beleidsnota s Context en achtergrond Ontwikkelingen Decentralisaties (Participatiewet)

Programma 6 Werk en Inkomen Missie Kaderstellende beleidsnota s Context en achtergrond Ontwikkelingen Decentralisaties (Participatiewet) Programma 6 Werk en Inkomen Missie De gemeente heeft een zorgplicht voor de burgers. Iedereen kan in de situatie komen dat hij of zij niet meer in het eigen levensonderhoud kan voorzien en daarom afhankelijk

Nadere informatie

Artikelsgewijze toelichting Verordening tegenprestatie Participatiewet gemeente Renkum

Artikelsgewijze toelichting Verordening tegenprestatie Participatiewet gemeente Renkum Algemene toelichting Verordening tegenprestatie Participatiewet gemeente Renkum 2015 Het college is bevoegd een belanghebbende te verplichten naar vermogen een tegenprestatie te verrichten, ook als die

Nadere informatie

Betreft: Reactie van de Haagse Maatschap op Landelijke bezuinigingen kinderopvang (RIS 181086)

Betreft: Reactie van de Haagse Maatschap op Landelijke bezuinigingen kinderopvang (RIS 181086) College van B&W en Raadsleden Den Haag T.a.v. Griffie Postbus 19157 2500 CD Den Haag Betreft: Reactie van de Haagse Maatschap op Landelijke bezuinigingen kinderopvang (RIS 181086) Geacht College en Raadsleden,

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude Verordening tegenprestatie Participatiewet Haarlemmerliede en Spaarnwoude 2015 De raad van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 23 september

Nadere informatie

Participatieverslag Nieuw & Anders

Participatieverslag Nieuw & Anders Participatieverslag Nieuw & Anders Op 26 en 31 maart vonden twee bijeenkomsten plaats met de titel Nieuw & Anders plaats. Twee bijeenkomsten die druk bezocht werden door vrijwilligers, verenigingen en

Nadere informatie

Meerjarenvisie 2011-2014 Gelijkwaardige en maatschappelijke participatie van mensen met een functiebeperking in Arnhem

Meerjarenvisie 2011-2014 Gelijkwaardige en maatschappelijke participatie van mensen met een functiebeperking in Arnhem 2012 Meerjarenvisie 2011-2014 Gelijkwaardige en maatschappelijke participatie van mensen met een functiebeperking in Arnhem Arnhems Platform Chronisch zieken en Gehandicapten September 2011 Aanleiding

Nadere informatie

College van burgemeester en wethouders de gemeenteraad Documentnummer: z Datum: 26 oktober 2017 Participatievoorziening beschut werk

College van burgemeester en wethouders de gemeenteraad Documentnummer: z Datum: 26 oktober 2017 Participatievoorziening beschut werk Van: Aan: College van burgemeester en wethouders de gemeenteraad Documentnummer: z170052070 Datum: 26 oktober 2017 Onderwerp: Participatievoorziening beschut werk Memo Zeewolde Dit memo geeft een toelichting

Nadere informatie

naast of in aanvulling op reguliere arbeid en die niet leiden tot verdringing op de arbeidsmarkt.

naast of in aanvulling op reguliere arbeid en die niet leiden tot verdringing op de arbeidsmarkt. Algemene toelichting Het college is bevoegd een belanghebbende te verplichten naar vermogen een tegenprestatie te verrichten. Een belanghebbende van achttien jaar of ouder doch jonger dan de pensioengerechtigde

Nadere informatie

VERORDENING TEGENPRESTATIE PARTICIPATIEWET GEMEENTE ASSEN 2015

VERORDENING TEGENPRESTATIE PARTICIPATIEWET GEMEENTE ASSEN 2015 VERORDENING TEGENPRESTATIE PARTICIPATIEWET GEMEENTE ASSEN 2015 Wetstechnische informatie 1. Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie gemeente Officiële naam regeling Verordening tegenprestatie participatiewet

Nadere informatie

Wet stimulering arbeidsparticipatie

Wet stimulering arbeidsparticipatie Wet stimulering arbeidsparticipatie Op 1 januari 2009 is de Wet stimulering arbeidsparticipatie (STAP) in werking getreden (Stb. 2008, 590 en 591). In deze wet wordt een aantal wijzigingen met betrekking

Nadere informatie

Gemiddelde van grootteklasse 1734 Overbetuwe. aantal uitkeringen einde kwartaal 3 4 1 2 laatste kwartaal afgerond op tientallen abs. perc. abs. perc.

Gemiddelde van grootteklasse 1734 Overbetuwe. aantal uitkeringen einde kwartaal 3 4 1 2 laatste kwartaal afgerond op tientallen abs. perc. abs. perc. : Sociale Zekerheid-Op-Maat Gemeente Gemiddelde van grootteklasse 1734 Overbetuwe 20.000 tot 50.000 inwoners 2014 2014 2015 2015 ontwikkeling 2014 2014 2015 2015 ontwikkeling aantal uitkeringen einde kwartaal

Nadere informatie

Raadsbesluit Raadsvergadering: 28 mei 2014

Raadsbesluit Raadsvergadering: 28 mei 2014 ONDERWERP Beleidskadernota Participatiewet 2015 SAMENVATTING Op 20 februari 2014 is door de Tweede Kamer het wetsvoorstel Participatiewet aangenomen. Het voorstel ligt nu bij de Eerste Kamer en als deze

Nadere informatie

io-fó-m nr. 6293^ n Heemst

io-fó-m nr. 6293^ n Heemst ' oort bij raadsbesii' io-fó-m nr. 6293^ n Heemst Verordening tegenprestatie Participatiewet Heemstede 2015 De raad van de gemeente Heemstede; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van de gemeente Aa en Hunze,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van de gemeente Aa en Hunze, De raad der gemeente Aa en Hunze; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van de gemeente Aa en Hunze, d.d. 28-10-2014 nummer.; gelet op artikel 147, eerste lid van de Gemeentewet en op artikel

Nadere informatie

Participatiewet vanaf 2015 Wat betekent dit voor u?

Participatiewet vanaf 2015 Wat betekent dit voor u? Participatiewet vanaf 2015 Wat betekent dit voor u? Participatiewet vanaf 2015 Wat betekent dit voor u? Vanaf 2015 is er veel veranderd rondom werk en inkomen. Zo is de Participatiewet ingevoerd, zijn

Nadere informatie

SUBSIDIEKAART. 13 september 2013. Toelichting

SUBSIDIEKAART. 13 september 2013. Toelichting SUBSIDIEKAART Toelichting Dit betreft een overzicht van de nu bestaande subsidies en voorzieningen aan bedrijven, die ten goede komen aan en werkzoekenden voor mobiliteit, algemene scholing, opdoen van

Nadere informatie

2. Het beleid ten aanzien van ontheffing van de arbeidsverplichting wijzigen en aan

2. Het beleid ten aanzien van ontheffing van de arbeidsverplichting wijzigen en aan Aan de gemeenteraad 26 juni 2007 Onderwerp: Ontheffingen arbeidsverplichting WWB 1. Voorstel 1. Het beleid ten aanzien van ontheffing van de arbeidsverplichting wijzigen en aan alleenstaande ouders met

Nadere informatie

Onderweg naar één Werk-Ontwikkelbedrijf. Divosa Masterclass 01-02-2013

Onderweg naar één Werk-Ontwikkelbedrijf. Divosa Masterclass 01-02-2013 Onderweg naar één Werk-Ontwikkelbedrijf Divosa Masterclass 01-02-2013 Inhoud keuze voor het inrichten van één werkbedrijf het model op hoofdlijnen doelgroep ondersteuning in de uitvoering de risico s en

Nadere informatie

Bots 18 Werken naar vermogen tijdens wachttijd Wsw

Bots 18 Werken naar vermogen tijdens wachttijd Wsw I Bots 18 Werken naar vermogen tijdens wachttijd Wsw 18.1 Jongeren met een beperking die een indicatie hebben voor de Wsw maar nog niet geplaatst zijn, staan op een wachtlijst voor de Wsw. De wachtlijsten

Nadere informatie

Algemene toelichting Verordening tegenprestatie Participatiewet 2015 gemeente Pijnacker-Nootdorp

Algemene toelichting Verordening tegenprestatie Participatiewet 2015 gemeente Pijnacker-Nootdorp Algemene toelichting Verordening tegenprestatie Participatiewet 2015 gemeente Pijnacker-Nootdorp Het college is bevoegd een belanghebbende te verplichten naar vermogen een tegenprestatie te verrichten,

Nadere informatie

Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Enschede 2015

Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Enschede 2015 Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Enschede 2015 De raad van de gemeente Enschede, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 18 november 2014, gelet op artikel

Nadere informatie

2. Bijgaande begrotingswijziging vast te stellen.

2. Bijgaande begrotingswijziging vast te stellen. Agendapunt : 7. Voorstelnummer : 05-029 Raadsvergadering : 12 mei 2011 Naam opsteller : Laureen Hulskamp Informatie op te vragen bij : tst.: 170 Portefeuillehouders : Alwin Hietbrink Onderwerp: Beleidsnota

Nadere informatie

Wajongers aan het werk met loondispensatie

Wajongers aan het werk met loondispensatie Wajongers aan het werk met loondispensatie UWV, Directie Strategie, Beleid en Kenniscentrum Dit memo gaat in op de inzet van loondispensatie bij Wajongers en op werkbehoud en loonontwikkeling. De belangrijkste

Nadere informatie

Beleidsnotitie Participatiebudget

Beleidsnotitie Participatiebudget Beleidsnotitie Participatiebudget Inhoudsopgave Beleidsnotitie Particiaptiebudget 1. Inleiding... 3 1.1. Leeswijzer... 3 2. Huidig Beleid... 4 2.1. Re-integratie... 4 2.2. Inburgering... 4 2.3. Volwasseneducatie...

Nadere informatie

Uitwerken/introduceren nieuwe (beleids-)instrumenten;

Uitwerken/introduceren nieuwe (beleids-)instrumenten; 1 Aanleiding Invoering Pw per 1 januari 2015 Stop instroom Wsw Beperking instroom Wajong Nieuwe/uitbreiding instrumenten: Nieuw Beschut en LKS Afname Rijksbijdrage Wsw Verlaging Participatiebudget door

Nadere informatie

Toelichting behorende bij de Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Oldenzaal 2015

Toelichting behorende bij de Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Oldenzaal 2015 Toelichting behorende bij de Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Oldenzaal 2015 (vastgesteld bij raadsbesluit van 15 december 2014, nr. 498) Het college is bevoegd een belanghebbende

Nadere informatie

Deelplan Participatiewet Beleidsplan sociaal domein 2015-2018

Deelplan Participatiewet Beleidsplan sociaal domein 2015-2018 Deelplan Participatiewet Beleidsplan sociaal domein 2015-2018 Gemeente Noordoostpolder 19 augustus 2014 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 1. Inleiding... 3 2. groep... 4 3. en en uitgangspunten... 5 3.1.

Nadere informatie

VERORDENING TEGENPRESTATIE PARTICIPATIEWET GEMEENTE ASSEN 2015

VERORDENING TEGENPRESTATIE PARTICIPATIEWET GEMEENTE ASSEN 2015 VERORDENING TEGENPRESTATIE PARTICIPATIEWET GEMEENTE ASSEN 2015 Wetstechnische informatie 1. Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie gemeente Officiële naam regeling Verordening tegenprestatie participatiewet

Nadere informatie

gemeente roerdalen Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Roerdalen heeft;

gemeente roerdalen Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Roerdalen heeft; gemeente roerdalen Beleidsregel maatschappelijk actief bonus 2015 Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Roerdalen heeft; gelet op het gemeentelijk minimabeleid zoals beschreven in

Nadere informatie

Initiatiefvoorstel PvdA-GroenLinks

Initiatiefvoorstel PvdA-GroenLinks Initiatiefvoorstel PvdA-GroenLinks Onderwerp: social return en inbesteden Datum commissie: 6 juni 2013 Datum raad: Nummer: Documentnummer: Steller: Eric Dammingh Fractie: PvdA-GroenLinks Samenvatting Meedoen

Nadere informatie

De Verordening tegenprestatie Participatiewet IOAW en IOAZ Waddinxveen 2015.;

De Verordening tegenprestatie Participatiewet IOAW en IOAZ Waddinxveen 2015.; GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Waddinxveen. Nr. 81579 24 december 2014 Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ Waddinxveen 2015 De raad van de gemeente Waddinxveen gelezen

Nadere informatie

ALGEMENE TOELICHTING VERORDENING TEGENPRESTATIE

ALGEMENE TOELICHTING VERORDENING TEGENPRESTATIE ALGEMENE TOELICHTING VERORDENING TEGENPRESTATIE Het college is bevoegd een uitkeringsgerechtigde te verplichten naar vermogen een tegenprestatie te verrichten, ook als die tegenprestatie niet direct samenhangt

Nadere informatie

Individuele omstandigheden. Geen tegenprestatie. Afstemmen. Bevoegdheid opdragen tegenprestatie. Tegenprestatie is geen re-integratie-instrument

Individuele omstandigheden. Geen tegenprestatie. Afstemmen. Bevoegdheid opdragen tegenprestatie. Tegenprestatie is geen re-integratie-instrument Algemene toelichting Verordening tegenprestatie Participatiewet gemeente Doesburg Het college is bevoegd een belanghebbende te verplichten naar vermogen een tegenprestatie te verrichten, ook als die tegenprestatie

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 1 december 2015;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 1 december 2015; GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Berg en Dal. Nr. 15879 11 februari 2016 Verordening Tegenprestatie naar Vermogen gemeente Berg en Dal De raad van de gemeente Berg en Dal; gelezen het voorstel

Nadere informatie

Structuur Ketenbrede Cliëntenparticipatie Werkplein Drachten

Structuur Ketenbrede Cliëntenparticipatie Werkplein Drachten Structuur Ketenbrede Cliëntenparticipatie Werkplein Drachten gemeentelijke WWBcliëntenraden en de Districtscliëntenraad Noord UWV Algemeen Vanaf 2009 moeten UWV Werkbedrijf en Gemeenten cliënten geïntegreerde

Nadere informatie

Bijlage 1b Voorbeeld format programma 2. Programma 2. Sociale Zaken

Bijlage 1b Voorbeeld format programma 2. Programma 2. Sociale Zaken Bijlage 1b Voorbeeld format programma 2 Programma 2 Sociale Zaken Programma 2: Sociale Zaken Maatsch. effecten Beleidsterreinen Beleidsdoelen Prestaties (wat willen we bereiken?) (wat gaan we doen?) Iedere

Nadere informatie

Illllllllllllllilllllllllllllllllllll

Illllllllllllllilllllllllllllllllllll Illllllllllllllilllllllllllllllllllll 09.0004909 Vereniging van Hedertandse Semeenten Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad informatiecentrum tel. (070) 373 8020 betreft Ledenbrief inburgering

Nadere informatie

Met elkaar voor elkaar

Met elkaar voor elkaar Met elkaar voor elkaar Publiekssamenvatting Oktober 2013 1 1 Inleiding Met elkaar, voor elkaar. De titel van deze notitie is ook ons motto voor de komende jaren. Samen met u (inwoners en beroepskrachten)

Nadere informatie

Modernisering Ziektewet Hoofdlijnen van de wet beperking ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid vangnetters (BeZaVa)

Modernisering Ziektewet Hoofdlijnen van de wet beperking ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid vangnetters (BeZaVa) Modernisering Ziektewet Hoofdlijnen van de wet beperking ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid vangnetters (BeZaVa) 1. Inleiding De overheid heeft besloten de Ziektewet (ZW) per 1 januari 2013 aan te

Nadere informatie

De bibliotheek actief in het sociale domein. Veranderende wetten en de rol van de bibliotheek daarbij

De bibliotheek actief in het sociale domein. Veranderende wetten en de rol van de bibliotheek daarbij De bibliotheek actief in het sociale domein Veranderende wetten en de rol van de bibliotheek daarbij Programma Wetten op een rij: Wet Langdurige Zorg (Wlz) Wet Maatschappelijke Ondersteuning 2015 (Wmo

Nadere informatie

Re-integratieverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015

Re-integratieverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015 Re-integratieverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015 ================================================================================== De raad van de gemeente (naam gemeente) ; gelezen het voorstel

Nadere informatie

Datum uw brief n.v.t.

Datum uw brief n.v.t. Ingekomen stuk D29 (PA 28 januari 2009) Aan de gemeenteraad van Nijmegen Korte Nieuwstraat 6 6511 PP Nijmegen Telefoon (024) 329 90 00 Telefax (024) 329 29 81 E-mail gemeente@nijmegen.nl Postadres Postbus

Nadere informatie

Herstel en rehabilitatie in het licht van herziening zorgstelsel

Herstel en rehabilitatie in het licht van herziening zorgstelsel Herstel en rehabilitatie in het licht van herziening zorgstelsel Hanneke Henkens Congres Herstelwerkzaamheden 14 december 2006 WMO, WIA, WWB, Poortwachter AWBZ ZVW Forensisch wettelijk kader GGz Maatschappelijke

Nadere informatie

De bibliotheek actief in het sociale domein. Veranderende wetten en de rol van de bibliotheek daarbij

De bibliotheek actief in het sociale domein. Veranderende wetten en de rol van de bibliotheek daarbij De bibliotheek actief in het sociale domein Veranderende wetten en de rol van de bibliotheek daarbij Programma Wetten op een rij: Wet Langdurige Zorg (Wlz) Wet Maatschappelijke Ondersteuning 2015 (Wmo

Nadere informatie

Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Peel en Maas

Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Peel en Maas Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Peel en Maas DE RAAD VAN DE GEMEENTE PEEL EN MAAS Gelet op het raadsvoorstel (2016-087 07) Gelet op het bepaalde in artikel 147 en 149

Nadere informatie

CVDR. Nr. CVDR26528_1. Nadere regels Premiebeleid gemeente Almere

CVDR. Nr. CVDR26528_1. Nadere regels Premiebeleid gemeente Almere CVDR Officiële uitgave van Almere. Nr. CVDR26528_1 12 december 2017 Nadere regels Premiebeleid gemeente Almere Burgemeester en wethouders van Almere; Gelet op het bepaalde in artikel 8 van de Re-integratieverordening

Nadere informatie

Gemeente Heerlen - Beleidsregel Tegenprestatie naar vermogen 2015

Gemeente Heerlen - Beleidsregel Tegenprestatie naar vermogen 2015 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Heerlen. Nr. 67375 23 juli 2015 Gemeente Heerlen - Beleidsregel Tegenprestatie naar vermogen 2015 Artikel 1 Begripsomschrijvingen 1. Alle begrippen die in deze

Nadere informatie

Nr Houten, 17 november Onderwerp: Verordeningen Wet Investeren in Jongeren (Wet WIJ)

Nr Houten, 17 november Onderwerp: Verordeningen Wet Investeren in Jongeren (Wet WIJ) Raadsvoorstel BARCODE STICKER Nr. 2009-061 Houten, 17 november 2009 Onderwerp: Verordeningen Wet Investeren in Jongeren (Wet WIJ) Beslispunten: De onder 1 tot en met 5 vermelde verordeningen vast te stellen:

Nadere informatie

1. De Vereniging - in - Context- Scan... 2. 2. Wijk-enquête... 3. 3. De Issue-scan en Stakeholder-Krachtenanalyse... 4. 4. Talentontwikkeling...

1. De Vereniging - in - Context- Scan... 2. 2. Wijk-enquête... 3. 3. De Issue-scan en Stakeholder-Krachtenanalyse... 4. 4. Talentontwikkeling... Meetinstrumenten De meetinstrumenten zijn ondersteunend aan de projecten van De Sportbank en ontwikkeld met de Erasmus Universiteit. Deze instrumenten helpen om op een gefundeerde manier te kijken naar

Nadere informatie