De Staat der Nederlanden (Inspectie voor het reclametoezicht; dhr. H. ter Steege) verder te noemen: klager

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De Staat der Nederlanden (Inspectie voor het reclametoezicht; dhr. H. ter Steege) verder te noemen: klager"

Transcriptie

1 K De Codecommissie CGR heeft het navolgende overwogen en beslist naar aanleiding van de klacht in kort geding (CGR nummer: K20007) op de voet van artikel 11 van het Reglement voor de Codecommissie CGR van: De Staat der Nederlanden (Inspectie voor het reclametoezicht; dhr. H. ter Steege) verder te noemen: klager met betrekking tot een uiting van geneesmiddelenreclame van: GlaxoWellcome B.V., gevestigd te Zeist, verder te noemen: GlaxoWellcome voor het middel: Zyban De Codecommissie CGR heeft kennisgenomen van: het klaagschrift van mr J.J. van der Helm, advocaat te Den Haag namens klager met bijlagen dd 6 maart 2000; de aanvullende klacht met bijlage d.d. 10 maart 2000 en de aanvullende produkties d.d. 29 maart 2000; de faxen van mr L. Oosting, advocaat te Amsterdam namens Glaxo Wellcome d.d. 20 en 29 maart 2000; brief met bijlagen namens mr O.P. Swens voor mr L. Oosting dd 30 maart 2000; de pleitnota s van beide partijen. De Codecommissie CGR heeft de klacht behandeld in kort geding ter zitting van 4 april Ter zitting waren als klager de heer H. ter Steege, Inspecteur voor het Reclametoezicht, en de heer Kuijk aanwezig, bijgestaan door de heer mr J.J. van der Helm, advocaat te Den Haag. Namens GlaxoWellcome waren aanwezig de heren C. van Schagen en G. Hallie bijgestaan door de heer mr. L. Oosting, advocaat te Amsterdam. Ter zitting hebben partijen hun standpunten toegelicht en vragen van de Codecommissie beantwoord. Daarbij zijn door de raadslieden de pleitnota s overgelegd. A. De vaststaande feiten: GlaxoWellcome is een onderneming die zich bezighoudt met de produktie, verhandeling en distributie van geneesmiddelen. GlaxoWellcome brengt onder meer sinds 1 december 1999 het geneesmiddel Zyban op de markt, dat wordt toegepast voor het verminderen van

2 ontwenningsverschijnselen die optreden bij het stoppen met roken en beoogt rokers op die manier te helpen te stoppen met roken. Het is een geneesmiddel dat uitsluitend op recept te verkrijgen is. De werkzame stof van dit produkt is bupropion (hydrochloride). GlaxoWellcome heeft sinds de introductie van Zyban op 1 december 1999 een aantal reclameactiviteiten ondernomen. In de periode 25 december 1999 tot 30 december 1999 heeft GlaxoWellcome op verschillende Nederlandse - zowel commerciële als publieke - televisiezenders een spotje doen vertonen gericht op het stoppen met roken, met daarin een verwijzing naar de internetsite Dergelijke spotjes zijn tevens in een groot aantal Nederlandse bioscopen vertoond. Na interventie van de Inspectie hebben de betrokken televisiestations ultimo december 1999 verdere uitzending van het bewuste spotje gestaakt. Blijkens de eerder genoemde internetsite worden door GlaxoWellcome - ook aan potentiële patiënten brochures en videobanden over het middel Zyban verstrekt. Tevens heeft GlaxoWellcome een telefonische informatielijn waarlangs informatie over het gebruik van het middel wordt verstrekt. Sinds 18 februari 2000 verschijnen in (landelijke) dagbladen advertenties. Hierin worden rokers die willen stoppen met roken naar de huisarts verwezen. GlaxoWellcome heeft het middel Zyban ook onder de aandacht gebracht van huisartsen, ondermeer door reclamemateriaal te verspreiden en op het landelijke NHG-congres informatie te verstrekken. Het materiaal bevat ondermeer een folder die in de wachtkamers van huisartsen is terug te vinden. B. De klacht en het verzoek: De klacht van de Inspectie voor de Gezondheidszorg richt zich in de eerste plaats tegen de advertentie, zoals die in verschillende dagbladen sinds 18 februari 2000 verschenen is. Door het doen plaatsen van de bewuste advertentie handelt GlaxoWellcome volgens klager in strijd met het verbod op publieksreclame voor UR-geneesmiddelen. De advertentie is volgens haar niet uitsluitend gericht op beroepsbeoefenaren, maar richt zich tot (de rokers onder) de lezers van de krant. Weliswaar wordt het geneesmiddel Zyban in de advertentie niet genoemd, maar het rokende publiek wordt nadrukkelijk uitgenodigd de huisarts te benaderen. De huisarts kan, indien hij ervoor kiest een recept-geneesmiddel voor te schrijven, slechts Zyban of de Nicorette Inhaler voorschrijven. Door het tweeledige karakter van de gehele reclamecampagne -zowel gericht op potentiële gebruiker als de voorschrijver- wordt volgens klager het eigenlijke doel van de advertentie -het doen voorschrijven van het receptplichtige geneesmiddel Zybanbereikt. Daarmee is volgens klager deze advertentie te vergelijken met de door Roche Nederland B.V. geplaatste advertentie voor het geneesmiddel Xenical, over welke advertentie de Codecommissie in haar uitspraak van 6 januari 2000 (K99008) heeft geoordeeld. De reclamecampagne van GlaxoWellcome is volgens de Inspectie, gelet op de onderdelen waaruit deze is opgebouwd te beschouwen als een zogenaamde push and pull-campagne.

3 Artsen worden enerzijds aangemoedigd het middel voor te schrijven (push-element) en patiënten worden anderzijds aangemoedigd het middel aan hun arts te vragen (pull-element). De advertentie fungeert derhalve dan ook in dit kader als fuik om potentiële gebruikers met het middel in contact te brengen. Volgens de Inspectie is de advertentie daarom te beschouwen als een vorm van verboden publieksreclame in de zin van het Reclamebesluit en de Europese Richtlijn 92/28 en zij komt aldus in strijd met de artikelen 3 en 4.4 van de Gedragscode Geneesmiddelenreclame. De door GlaxoWellcome geplaatste advertentie bevat geen informatie over volksgezondheid of menselijke ziekten, maar is uitsluitend gericht op verkoop van het middel Zyban. Reeds op die grond faalt volgens de Inspectie het beroep op de uitzonderingsgrond zoals genoemd in artikel 1 lid 4 van de Richtlijn en artikel 2 van de Gedragscode. Zo er al sprake zou zijn van voorlichting, heeft te gelden dat de advertentie in elk geval een indirecte verwijzing naar Zyban bevat, zodat de uitzonderingsgrond ook daarom niet aan de orde is. Bij aanvullende klacht op 10 maart 2000 heeft klager, deels op dezelfde gronden als in geval van bovenvermelde advertentie bezwaar gemaakt tegen de door GlaxoWellcome onder huisartsen verspreide folder. Deze folder is volgens klager evident op rokers gericht en wordt in publieke ruimtes aan het publiek aangeboden. De folder is tevens te beschouwen als reclame. Hij beschrijft een aantal methoden om met roken te stoppen, maar werkt slechts één methode, de zogenaamde nieuwe aanpak uit. De folder verwijst bij deze uitwerking vervolgens naar de werkzame stof van het geneesmiddel Zyban, bupropion, en naar de internetsite waar uitgebreide informatie over het middel Zyban is te vinden. Deze internetsite vermeldt vervolgens het nummer van de informatielijn. Potentiële patiënten worden zo volgens klager direct met het middel Zyban in contact gebracht. Door daarnaast nadrukkelijk te spreken over tabletten wordt de patiënt eveneens duidelijk op het spoor van Zyban en duidelijk niet op het spoor van de Nicorette Inhaler, het andere receptgeneesmiddel tegen roken, gezet. Het doen voorschrijven van Zyban is derhalve het feitelijke doel van de brochure. Naar oordeel van klager is sprake van een vorm van stimulering die bedoeld is ter bevordering van het voorschrijven, het afleveren, de verkoop of het verbruik van geneesmiddelen. Dit is in strijd met artikel 5 van het Reclamebesluit en artikelen 3 en 4.4 van de Gedragscode. Klager verzoekt de Codecommissie GlaxoWellcome te berispen en van haar te vorderen het doen plaatsen van de gewraakte advertentie te staken en/of te vorderen dat zij zich van verdere plaatsing van deze of een vergelijkbare advertentie of het geven van een opdracht daartoe onthoudt. Tevens verzoekt zij van GlaxoWellcome te vorderen de verspreiding van de gewraakte folder te staken en de reeds verspreide folders terug te halen. C. Het verweer van GlaxoWellcome: a. Voorvragen: Prealabel aan de inhoudelijke behandeling van de klacht heeft GlaxoWellcome twee weren gevoerd. 1. Als eerste stelt GlaxoWellcome dat klager onrechtmatig gebruik maakt van bewijsmateriaal

4 dat binnen het kader van een strafrechtelijk onderzoek is verkregen. Dit materiaal is als produkties 3, 5, 6 en 7 gevoegd bij de klacht van 6 maart 2000 respectievelijk de aanvullende klacht van 10 maart 2000 en bevat volgens GlaxoWellcome ondermeer een vertrouwelijk stuk met betrekking tot een bespreking van de Strategische Portfolio Groep binnen de onderneming. Hierin wordt melding gemaakt van strategische bedrijfsgegevens betreffende prijsbepaling en financiële vooruitzichten. Tevens betreft dit de in het geding gebrachte brochure getiteld Stoppen met roken - de kans van je leven. GlaxoWellcome stelt dat deze gang van zaken in strijd is met de wet, meer bepaald het Wetboek van Strafvordering. Ten eerste omdat de Inspecteur de heer H. ter Steege als bijzonder opsporingsambtenaar in de zin van art. 142 Sv naar de mening van GlaxoWellcome zijn ambtseed heeft geschonden door het overleggen van voornoemde produkties. Daarnaast is volgens GlaxoWellcome de wet geschonden doordat eventuele processen-verbaal (met bewijsstukken) pas aan derden/belanghebbenden ter beschikking kunnen worden gesteld nadat de Officier van Justitie na kennisneming van de processen-verbaal beslist tot vervolging over te gaan en nadat de Officier van Justitie van oordeel is dat er een derde belanghebbende is in de zin Wet Openbaarheid van Bestuur (WOB) die van de betrokken stukken kennis moet nemen nadat dit oordeel in een voor beroep vatbare beslissing is gevat en nadat onherroepelijk is beslist dat de betreffende stukken aan derden/belanghebbenden ter beschikking mogen worden gesteld. Aan al deze vereisten is in casu niet voldaan en is derhalve volgens GlaxoWellcome volstrekt in strijd gehandeld met de waarborgen ter zake van geheimhouding van interne bedrijfsinformatie zoals geregeld in het Wetboek van Strafvordering, het bestuursrecht en het civiele recht. GlaxoWellcome is van oordeel dat de Staat in de klacht van 6 maart 2000 en de aanvullende klacht van 10 maart 2000 niet ontvankelijk moet worden verklaard. 2. GlaxoWellcome stelt zich op het standpunt dat in casu geen onmiddellijke voorziening uit hoofde van onverwijlde spoed vereist is, zodat de klacht, voorzover die al in behandeling kan worden genomen in ieder geval niet in kort geding behandeld moet worden. De uitingen die onderwerp van de klachten zijn, worden reeds geruime tijd openbaar gemaakt. Daarnaast spelen geen gezondheidsrisico s of andere bijzondere omstandigheden een rol die een onverwijld - en dus minder zorgvuldig overwogen- beslissing rechtvaardigen. GlaxoWellcome is gaarne bereid de discussie over de grens tussen voorlichting en reclame aan te gaan. Maar die discussie moet naar het oordeel van GlaxoWellcome dan wel op een adequate en zorgvuldige wijze worden gevoerd en derhalve niet in het kader van onderhavige kortgedingprocedure doch te verwijzen ter behandeling in een bodemprocedure door de voltallige Codecommissie. b. Inhoudelijk verweer: GlaxoWellcome stelt dat zij als ieder ander de vrijheid heeft inlichtingen te verspreiden. De grens van die vrijheid wordt gevonden waar de uiting reclame is in de zin van het Reclamebesluit geneesmiddelen. GlaxoWellcome stelt dat bij het bepalen van de grens tussen voorlichting en reclame allereerst moet worden uitgegaan van de definitie voor de beide begrippen zoals die beschreven staan in respectievelijk de Gedragscode, het Reclamebesluit en de Richtlijn 92/28. Daaruit volgt dat een farmaceutisch bedrijf voorlichting aan het publiek mag geven omtrent bepaalde ziekten of in het belang van de volksgezondheid. De reclameregels zijn op dergelijke voorlichting niet van toepassing. De grens tussen voorlichting en reclame moet getrokken worden aan de hand van de inhoud van de boodschap en is niet afhankelijk van de

5 boodschapper. Dit wordt onderschreven door de Minister van VWS in haar beantwoording van kamervragen in maart GlaxoWellcome begrijpt niet welk onderdeel van de inhoud van haar advertentie tot de conclusie kan leiden dat sprake is van reclame. In de advertentie wordt slechts informatie over volksgezondheid (stoppen met roken) gegeven. Mensen die roken en die er van af willen worden aangespoord deskundige hulp bij de huisarts te zoeken. Van wervende teksten is derhalve geen sprake. De mededeling bevat tevens geen enkele verwijzing, noch in woord noch in beeld naar het geneesmiddel Zyban. I n het kader van de harmonisatie van reclameregels verwijst GlaxoWellcome naar een uitspraak van de Britse Code of Practice Authority dd 25 augustus 1999 (Director Media vs Pharmacia Upjohn) waarin het Panel criteria heeft aangelegd aan de hand waarvan kan worden beoordeeld of een uiting voorlichting inhoudt of reclame. Het verdient naar de mening van GlaxoWellcome de voorkeur deze praktische criteria ook in deze zaak te hanteren. De conclusie moet dan volgens GlaxoWellcome zijn dat in onderhavige klacht niet van reclame maar van voorlichting sprake is. Vervolgens wijst GlaxoWellcome erop dat er vele geneesmiddelen en andere mogelijkheden bestaan om van het roken af te komen. De boodschap Stoppen met roken - ga naar je huisarts betekent niet dat automatisch Zyban wordt voorgeschreven. De brochure die in de aanvullende klacht van 10 maart 2000 overgelegd is is een informatiebrochure die door GlaxoWellcome is verstrekt aan huisartsen. Deze brochure bevat algemene informatie over stoppen met roken en vermeldt in objectieve bewoordingen de verschillende manieren om te stoppen met roken. Daarbij wordt nadere informatie gegeven over de nieuwe aanpak, waarbij slechts wordt vermeld dat deze bestaat uit een combinatie van tabletten en een persoonlijk ondersteuningsprogramma. Naar het oordeel van GlaxoWellcome bevatten deze brochures geen publieksreclame. Van aanprijzing is geen sprake en de merknaam Zyban wordt nergens vermeld. Bovendien zijn de brochures niet aan het publiek maar aan de huisarts ter beschikking gesteld en zijn niet tot het publiek gericht maar bestemd voor de wachtkamer, overigens volstrekt gebruikelijk en geaccepteerd in de branche. GlaxoWellcome ontkent dat wachtkamers publieke ruimten zijn en kan er alleen al om die reden geen sprake zijn van publieksreclame. De vermelding in de brochure van de farmaceutische vorm (tabletten) en het werkzame bestanddeel (bupropion) van Zyban kan volgens GlaxoWellcome evenmin leiden tot de conclusie dat van publieksreclame sprake is. Hierbij wordt verwezen naar de uitspraak van de President in Utrecht inzake de Staat/Roche waarin hij beslist dat geen sprake is van publieksreclame indien de werkzame stof genoemd wordt. De website bevat zeer uiteenlopende informatie over GlaxoWellcome en volksgezondheid. Van een directe doorlinking naar Zyban is geen sprake en de basis website bevat nergens de melding van Zyban. Glaxo Wellcome concludeert dat de klachten dienen te worden afgewezen. D. Het voorlopig oordeel van de Codecommissie: 1. Allereerst heeft GlaxoWellcome geprotesteerd tegen het gesteld onrechtmatig gebruik in deze

6 procedure van bescheiden die de Staat heeft verkregen middels inbeslagneming in het kader van een strafrechtelijk onderzoek. Dit verweer is evenwel ongegrond. De meeste bescheiden zijn immers niet van vertrouwelijke aard maar integendeel naar hun aard bestemd om in ruime kring gelezen te worden. Dit geldt voor de brochure (produktie 5) en de brieven van GlaxoWellcome aan de artsen (produktie 6), terwijl ook het overzicht van geplaatste advertenties geen informatie bevat waarvan gezegd kan worden dat GlaxoWellcome door het bekend worden daarvan in bredere kring in enig relevant belang wordt geschaad. Dit zou anders kunnen zijn voor produktie 3, houdende strikt vertrouwelijke informatie over het marketingbeleid van GlaxoWellcome, maar deze produktie is niet (mede) redengevend voor de Codecommissie, zodat de Codecommissie aan een oordeel over het gesteld onrechtmatig gebruik daarvan niet toekomt. 2. Ten aanzien van het spoedeisend karakter van de klacht is de Codecommissie van oordeel dat dit voldoende aannemelijk is gemaakt om de behandeling in kort geding te rechtvaardigen. De Staat heeft er belang bij op korte termijn maatregelen te vragen gericht tegen wat de Staat ziet als gedragingen welke indruisen tegen de belangen van de volksgezondheid en van een adequaat geneesmiddelengebruik in het algemeen en van de naleving van de regelen inzake geneesmiddelenreclame middels TV en dagbladen in het bijzonder. Ook kan niet gezegd worden dat het feitencomplex in casu zodanig is dat daarover niet in kort geding zou kunnen worden geoordeeld bijvoorbeeld om de reden als genoemd in artikel 11.4 aanhef en sub c van het reglement. De Staat kan dus in zijn klacht in kort geding worden ontvangen. 3. Naar tussen partijen vaststaat bevat de advertentie niet meer dan de volgende tekst: Als je wilt stoppen met roken, wil je natuurlijk graag weten waar je deskundig en objectief advies kunt krijgen over de mogelijkheden. Daarom hebben we een paar plaatsen gemarkeerd. (volgt een gestileerd kaartje van Nederland met stippen zijnde dokterspraktijken ). Stoppen met roken. De kans van je leven. De Codecommissie stelt vast dat deze tekst direct noch indirect enige verwijzing bevat naar Zyban dan wel de werkzame stof of de toedieningsvorm daarvan en evenmin naar GlaxoWellcome. De Gedragscode Geneesmiddelenreclame definieert reclame als iedere aanprijzing van geneesmiddelen en daarmee samenhangende diensten of denkbeelden (...). In de Code voor de Publieksreclame wordt reclame gedefinieerd als iedere openbare aanprijzing van goederen, diensten of denkbeelden. Niet valt in te zien hoe de onderhavige advertentie is te kwalificeren als aanprijzing van een geneesmiddel en/of daarmee samenhangende diensten of denkbeelden. Een geneesmiddel wordt zoals gezegd niet genoemd en er wordt niet naar een produkt van GlaxoWellcome verwezen of op de beschikbaarheid daarvan gezinspeeld. Het moge waar zijn dat GlaxoWellcome hoopt en beoogt met de advertentie vraag van het publiek naar Zyban te creëren -dit motief lijdt voor de Codecommissie geen twijfel-, het daartoe gebezigde middel is niet een middel dat onder de werkingssfeer van de Gedragscode kan worden gebracht. De enkele uitnodiging aan rokers in het algemeen om de huisarts te benaderen is daartoe onvoldoende. De Codecommissie verklaart de klacht op dit onderdeel dan ook ongegrond. 4. Inzake de brochure wordt het volgende overwogen. De brochure is bestemd om te worden aangeboden aan (het rokend deel van) het publiek, zo staat wel vast op grond van de inhoud

7 ervan. Aangenomen mag worden dat GlaxoWellcome deze laat neerleggen in ruimtes die door haar doelgroep worden bezocht, met name wachtkamers van artsen. De brochure vermeldt onder de kop manieren om te stoppen met roken onder meer de nieuwe aanpak, waaraan vervolgens (als enige) uitvoerig aandacht wordt besteed, met vermelding van de tabletten met de werkzame stof bupropion, een stof die alleen door GlaxoWellcome op de markt wordt gebracht met een indicatie voor het verminderen van de ontwenningsverschijnselen die optreden bij het stoppen met roken, en wel in haar produkt Zyban. Ook vermeldt de brochure nadrukkelijk de website van GlaxoWellcome. Door deze vermeldingen respectievelijk verwijzingen moet de brochure als een vorm van reclame in de zin van de Gedragscode worden aangemerkt. Daargelaten de eventuele juistheid van de stelling van GlaxoWellcome dat deze boodschap (ook) als voorlichting kan worden beschouwd, reclame voor een bupropion-houdend produkt als Zyban is zij in ieder geval. De reclameboodschap in de brochure is tevens te beschouwen als publieksreclame in de zin van artikel 1 sub b van de Code voor de Publieksreclame. Zij is immers bij uitstek bestemd voor potentiële eindgebruikers van Zyban en is niet uitsluitend gericht tot beroepsbeoefenaren. Daarmee valt de brochure onder de werking van de Gedragscode. De stelling van GlaxoWellcome dat wachtkamers van artsen geen publieke ruimten zijn is in het kader van de toepassing van de Gedragscode onjuist. Juist in die wachtkamers verzamelt zich het publiek waarop de boodschap van GlaxoWellcome is gericht. Aangezien publieksreclame voor geneesmiddelen is verboden is de gegrondheid van de klacht tegen de brochure daarmee gegeven. 5. De Codecommissie is van oordeel dat de verspreiding van de brochure dient te worden gestaakt. Voor berisping acht de Codecommissie geen termen aanwezig, te minder nu ervan uitgegaan mag worden dat GlaxoWellcome deze uitspraak terstond zal nakomen. Aangezien beide partijen gedeeltelijk in het ongelijk worden gesteld, zullen de kosten van deze procedure zodanig worden gecompenseerd dat ieder van hen de eigen kosten draagt. E. De beslissing: De Codecommissie legt de volgende voorlopige maatregelen op: beveelt dat GlaxoWellcome de verspreiding van de brochure Stoppen met roken - de kans van je leven binnen vijf dagen na deze uitspraak dient te staken ; compenseert de kosten van deze procedure zodanig dat iedere partij de eigen kosten draagt. Verklaart deze uitspraak tot zover uitvoerbaar bij voorraad. Wijst af het meer of anders verzochte. Aldus gewezen te Utrecht op 18 april 2000 door mr M. de Boer, voorzitter, G.B.E. Baron van Till en drs. L.E. Visser leden, in aanwezigheid van drs. H.L. Zilverentant secretaris.

BESLISSING VAN BEROEPSKAMER 1 VAN DE COMMISSIE VAN BEROEP VAN DE STICHTING CODE GENEESMIDDELENRECLAME IN KORT GEDING

BESLISSING VAN BEROEPSKAMER 1 VAN DE COMMISSIE VAN BEROEP VAN DE STICHTING CODE GENEESMIDDELENRECLAME IN KORT GEDING B20.007 beslissing 7 juli 2000 nummers 4/2000 en 5/2000 BESLISSING VAN BEROEPSKAMER 1 VAN DE COMMISSIE VAN BEROEP VAN DE STICHTING CODE GENEESMIDDELENRECLAME IN KORT GEDING In de zaak van: DE STAAT DER

Nadere informatie

met betrekking tot een uiting van geneesmiddelenreclame van:

met betrekking tot een uiting van geneesmiddelenreclame van: K20.022De Codecommissie (Kamer I) van de Stichting CGR heeft het navolgende overwogen en beslist naar aanleiding van de klacht in kort geding (CGR nummer: K20022) op de voet van artikel 11 van het Reglement

Nadere informatie

De inhoud van voornoemde documenten geldt als hier ingelast.

De inhoud van voornoemde documenten geldt als hier ingelast. K04.013 29 oktober 2004 De Codecommissie (Kamer I) heeft het navolgende overwogen en beslist naar aanleiding van de klacht (CGR nummer: K04.013) op de voet van artikel 10.1 van het Reglement van de Codecommissie

Nadere informatie

inzake de toelating van reclame-uitingen voor het product Prioderm van Meda Pharma B.V.

inzake de toelating van reclame-uitingen voor het product Prioderm van Meda Pharma B.V. 20 oktober 2015 De Codecommissie KOAG/KAG (Kamer II van de Stichting Code Geneesmiddelenreclame) heeft het navolgende overwogen en beslist naar aanleiding van het bezwaar in kort geding (CGR nummer: KK15.001)

Nadere informatie

De inhoud van voornoemde documenten geldt als hier ingelast.

De inhoud van voornoemde documenten geldt als hier ingelast. K04.029 8 februari 2005 De Codecommissie (Kamer I) heeft het navolgende overwogen en beslist naar aanleiding van de klacht in kort geding (CGR nummer: K04.029) op de voet van artikel 30 van het Reglement

Nadere informatie

met betrekking tot een uiting van geneesmiddelenreclame van:

met betrekking tot een uiting van geneesmiddelenreclame van: K99.009 De Codecommissie van de Stichting CGR heeft het navolgende overwogen en beslist naar aanleiding van de klacht in kort geding (CGR nummer: K99009) op de voet van artikel 11 van het Reglement voor

Nadere informatie

De inhoud van voornoemde stukken geldt als hier ingelast.

De inhoud van voornoemde stukken geldt als hier ingelast. 1 september 2017 De Codecommissie (Kamer I) heeft het navolgende overwogen en beslist naar aanleiding van de klacht in kort geding (CGR nummer: K17.005) op de voet van artikel 30 van het Reglement voor

Nadere informatie

De inhoud van voornoemde documenten geldt als hier ingelast.

De inhoud van voornoemde documenten geldt als hier ingelast. K03.016 24 september 2003 De Codecommissie (Kamer I) heeft het navolgende overwogen en beslist naar aanleiding van de klacht in kort geding (CGR nummer: K03.016) op de voet van artikel 11 van het Reglement

Nadere informatie

met betrekking tot een uiting van geneesmiddelenreclame van:

met betrekking tot een uiting van geneesmiddelenreclame van: K21.009 De Codecommissie (Kamer I) heeft het navolgende overwogen en beslist naar aanleiding van de klacht (CGR nummer: K21009) op de voet van artikel 11 van het Reglement voor de Codecommissie van: Merck

Nadere informatie

met betrekking tot een uiting van geneesmiddelenreclame van:

met betrekking tot een uiting van geneesmiddelenreclame van: K20.012 De Codecommissie CGR heeft het navolgende overwogen en beslist naar aanleiding van de klacht in kort geding (CGR nummer: K20012) op de voet van artikel 11 van het Reglement voor de Codecommissie

Nadere informatie

inzake reclameuitingen voor de producten Avandamet en Avandia van GSK.

inzake reclameuitingen voor de producten Avandamet en Avandia van GSK. K05.003 12 mei 2005 De Codecommissie CGR (Kamer I) heeft het navolgende overwogen en beslist naar aan-leiding van de klacht (CGR nummer: K05.003) op de voet van artikel 10 lid 1 van het Reglement van de

Nadere informatie

met betrekking tot een uiting van geneesmiddelenreclame van:

met betrekking tot een uiting van geneesmiddelenreclame van: 2 oktober 2008 De Commissie Aanprijzing Veterinaire Producten (CAVP) heeft het navolgende overwogen en beslist naar aanleiding van de klacht (CAVP-nummer: 2008-3) op de voet van artikel 4.1 van het Reglement

Nadere informatie

De inhoud van voornoemde documenten geldt als hier ingelast.

De inhoud van voornoemde documenten geldt als hier ingelast. 6 december 2007 De Codecommissie KOAG/KAG (Kamer II) heeft het navolgende overwogen en beslist naar aanleiding van het bezwaar in kort geding (KK07.002) op de voet van artikel 6 van het Reglement voor

Nadere informatie

met betrekking tot een uiting van geneesmiddelenreclame van:

met betrekking tot een uiting van geneesmiddelenreclame van: K20.021 De Codecommissie (Kamer I) heeft het navolgende overwogen en beslist naar aanleiding van de klacht in kort geding (CGR nummer: K20021) op de voet van artikel 11 van het Reglement voor de Codecommissie

Nadere informatie

De inhoud van voornoemde documenten geldt als hier ingelast.

De inhoud van voornoemde documenten geldt als hier ingelast. 6 december 2007 De Codecommissie KOAG/KAG (Kamer II) heeft het navolgende overwogen en beslist naar aanleiding van de klacht in kort geding (KK07.003) op de voet van artikel 3.2, laatste volzin, juncto

Nadere informatie

inzake uitingen van Novo Nordisk over het geneesmiddel Tresiba. De inhoud van voornoemde stukken geldt als hier ingelast.

inzake uitingen van Novo Nordisk over het geneesmiddel Tresiba. De inhoud van voornoemde stukken geldt als hier ingelast. 30 oktober 2015 De Codecommissie (Kamer I) heeft het navolgende overwogen en beslist naar aanleiding van de klacht in kort geding (CGR nummer: K15.008) op de voet van artikel 30 van het Reglement voor

Nadere informatie

5 juli De heer H. van der Linde, arts gevestigd te Capelle aan den IJssel verder te noemen: Van der Linde. tegen:

5 juli De heer H. van der Linde, arts gevestigd te Capelle aan den IJssel verder te noemen: Van der Linde. tegen: K04.010 5 juli 2004 De Codecommissie (Kamer I) heeft het navolgende overwogen en beslist naar aanleiding van de klacht (CGR nummer: K04.010) op de voet van artikel 10.1 van het Reglement van de Codecommissie

Nadere informatie

gezamenlijk verder te noemen: Pharmacosmos, afzonderlijk bij de eigen volledige naam,

gezamenlijk verder te noemen: Pharmacosmos, afzonderlijk bij de eigen volledige naam, 25 april 2013 De Codecommissie (Kamer I) heeft het navolgende overwogen en beslist naar aanleiding van de klacht in kort geding (CGR nummer: K13.002) op de voet van artikel 30 van het Reglement voor de

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2005:AV1120

ECLI:NL:GHSHE:2005:AV1120 ECLI:NL:GHSHE:2005:AV1120 Instantie Datum uitspraak 27-09-2005 Datum publicatie 06-02-2006 Zaaknummer K05/0167 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch Strafrecht

Nadere informatie

Opiniestuk in landelijk dagblad waarin naam van receptgeneesmiddel wordt genoemd. Geen publieksreclame.

Opiniestuk in landelijk dagblad waarin naam van receptgeneesmiddel wordt genoemd. Geen publieksreclame. Adviesnummer: A17.015 Datum uitspraak: 20 februari 2017 Datum publicatie: n.t.b. Instantie: Codecommissie Onderwerp: Reclame, publieksreclame Oordeel: Relevante artikelen: 3.1, 5.1.3 Samenvatting: Opiniestuk

Nadere informatie

6 september 2006. Wyeth Pharmaceuticals B.V. gevestigd te Hoofddorp, verder te noemen: Wyeth. tegen

6 september 2006. Wyeth Pharmaceuticals B.V. gevestigd te Hoofddorp, verder te noemen: Wyeth. tegen K06.009 Samenvatting De Codecommissie beantwoordt de vraag of het Reglement het toelaat dat Wyeth een klacht tegen Serono indient naar aanleiding van de weigering van Serono te bevestigen dat het gebruik

Nadere informatie

BESLISSING. gezamenlijk hierna te noemen: Meduon c.s., afzonderlijk respectievelijk Meduon Holding, Bosman Medische Hulpmiddelen en Zuzz.

BESLISSING. gezamenlijk hierna te noemen: Meduon c.s., afzonderlijk respectievelijk Meduon Holding, Bosman Medische Hulpmiddelen en Zuzz. BESLISSING De Codecommissie heeft het navolgende overwogen en beslist naar aanleiding van de klacht (K12.01) op de voet van artikel 22.1 van het Reglement van de Codecommissie en Commissie van Beroep van

Nadere informatie

inzake een reclame-uiting voor het geneesmiddel Oralgen van Artu.

inzake een reclame-uiting voor het geneesmiddel Oralgen van Artu. K08.008 Samenvatting De klacht van Oei is gericht tegen een advertentie van Artu voor het geneesmiddel Oralgen. Oei stelt primair dat Artu in het geheel geen reclame voor Oralgen mag maken en subsidiair

Nadere informatie

K09.004. 27 maart 2009

K09.004. 27 maart 2009 K09.004 Samenvatting De klacht van Merck is gericht tegen het aanbieden van de Menopur patiëntentas van Ferring. Merck is van mening dat door het aanbieden van deze patiëntentas met en zonder de lichaamsverzorgende

Nadere informatie

met betrekking tot een uiting van geneesmiddelenreclame van:

met betrekking tot een uiting van geneesmiddelenreclame van: 3 juli 2007 De Commissie Aanprijzing Veterinaire Producten (CAVP) heeft het navolgende overwogen en beslist naar aanleiding van de klacht (CAVP-nummer: 2007-1) op de voet van artikel 4.1 van het Reglement

Nadere informatie

De inhoud van voornoemde documenten geldt als hier ingelast.

De inhoud van voornoemde documenten geldt als hier ingelast. K04.028 10 maart 2005 De Codecommissie (Kamer I) heeft het navolgende overwogen en beslist naar aanleiding van de klacht (CGR nummer: K04.028) op de voet van artikel 10.1 van het Reglement van de Codecommissie

Nadere informatie

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 15/352 Wtra AK van 20 juli 2015 van

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 15/352 Wtra AK van 20 juli 2015 van ACCOUNTANTSKAMER BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 15/352 Wtra AK van 20 juli 2015 van mr. X, wonende en kantoorhoudende te [plaats1], K L A G E R,

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2012:4344 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie

ECLI:NL:GHAMS:2012:4344 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie ECLI:NL:GHAMS:2012:4344 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 27-11-2012 Datum publicatie 16-08-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 200.096.974-01 NOT Civiel

Nadere informatie

BESLISSING VAN KAMER 1 VAN DE COMMISSIE VAN BEROEP VAN DE STICHTING CODE GENEESMIDDELENRECLAME

BESLISSING VAN KAMER 1 VAN DE COMMISSIE VAN BEROEP VAN DE STICHTING CODE GENEESMIDDELENRECLAME Hoger Beroep B03.004 Beslissing 17 september 2003 nummer B03.004/03.03 BESLISSING VAN KAMER 1 VAN DE COMMISSIE VAN BEROEP VAN DE STICHTING CODE GENEESMIDDELENRECLAME In de zaak van: tegen: De besloten

Nadere informatie

K mei JANSSEN CILAG B.V., gevestigd te Tilburg, verder te noemen: Janssen Cilag BV, gericht tegen:

K mei JANSSEN CILAG B.V., gevestigd te Tilburg, verder te noemen: Janssen Cilag BV, gericht tegen: K03.004 15 mei 2003 De Codecommissie CGR (Kamer I) heeft het navolgende overwogen en beslist naar aan-leiding van de klacht (CGR nummer: K03.004) op de voet van artikel 8 van het Reglement van de Codecommissie

Nadere informatie

Reglement Commissie van Toezicht en College van Beroep van de Stichting GFB versie 2002

Reglement Commissie van Toezicht en College van Beroep van de Stichting GFB versie 2002 REGLEMENT van de Commissie van Toezicht en het College van Beroep van de Stichting Gedragscode Farmaceutische Bedrijfstak (Stichting GFB) I ALGEMEEN 1. De behandeling van klachten wegens niet naleving

Nadere informatie

het klaagschrift van AstraZeneca d.d. 8 februari 2008;

het klaagschrift van AstraZeneca d.d. 8 februari 2008; K08.001 Samenvatting De klacht van AZ tegen reclame-uitingen van GSK voor haar geneesmiddel Seretide wordt gegrond verklaard. De Codecommissie is van oordeel dat de claim feeling free from symptoms ten

Nadere informatie

Ontvankelijkheid. Belangenbehartiging niet-opdrachtgever. Ongepast optreden. Misleiding.

Ontvankelijkheid. Belangenbehartiging niet-opdrachtgever. Ongepast optreden. Misleiding. Ontvankelijkheid. Belangenbehartiging niet-opdrachtgever. Ongepast optreden. Misleiding. Klager heeft van de gemeente een vergunning verkregen voor de aanleg van een uitrit op zijn perceel. Nadat beklaagde,

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 2003.1733 (052.03) ingediend door: hierna te noemen 'klager', tegen: hierna te noemen 'verzekeraar'. De Raad van Toezicht Verzekeringen

Nadere informatie

Ontvankelijkheid. Klacht over (nog) niet verrichte handeling. Tuchtrechtelijke laakbaarheid van handelwijze in gerechtelijke procedure.

Ontvankelijkheid. Klacht over (nog) niet verrichte handeling. Tuchtrechtelijke laakbaarheid van handelwijze in gerechtelijke procedure. Ontvankelijkheid. Klacht over (nog) niet verrichte handeling. Tuchtrechtelijke laakbaarheid van handelwijze in gerechtelijke procedure. De koper van een woning (klager) verwijt de verkopend makelaar (beklaagde)

Nadere informatie

Reglement van de Commissie Aanprijzing Veterinaire Producten. 1.1 Commissie: de Commissie Aanprijzing Veterinaire Producten (CAVP).

Reglement van de Commissie Aanprijzing Veterinaire Producten. 1.1 Commissie: de Commissie Aanprijzing Veterinaire Producten (CAVP). Reglement van de Commissie Aanprijzing Veterinaire Producten 1. Definities In dit reglement wordt verstaan onder: 1.1 Commissie: de Commissie Aanprijzing Veterinaire Producten (CAVP). 1.2 Code: Code voor

Nadere informatie

2.1 Voor de beslissing in deze zaak kan van de volgende - tussen partijen niet omstreden -

2.1 Voor de beslissing in deze zaak kan van de volgende - tussen partijen niet omstreden - K04.021 7 januari 2005 De Codecommissie (Kamer II) heeft het navolgende overwogen en beslist naar aanleiding van de klacht in kort geding (CGR nummer: K04.021) op de voet van artikel 6 van het Reglement

Nadere informatie

Landelijk Register van Gerechtelijke Deskundigen, LRGD. Raad voor de Tuchtrechtspraak U I T S P R A A K

Landelijk Register van Gerechtelijke Deskundigen, LRGD. Raad voor de Tuchtrechtspraak U I T S P R A A K Landelijk Register van Gerechtelijke Deskundigen, LRGD Raad voor de Tuchtrechtspraak U I T S P R A A K Inzake de klacht van [Klaagster BV], gevestigd te [gemeente] aan de [adres], hierna te noemen klaagster,

Nadere informatie

Collegialiteit. Oneerlijke concurrentie. Aftroggelen van medewerkers van collega. Onvoldoende gekwalificeerde medewerkers.

Collegialiteit. Oneerlijke concurrentie. Aftroggelen van medewerkers van collega. Onvoldoende gekwalificeerde medewerkers. 18-20 RvT Zuid 205 OVERIG Collegialiteit. Oneerlijke concurrentie. Aftroggelen van medewerkers van collega. Onvoldoende gekwalificeerde medewerkers. Klager (makelaarskantoor X) verwijt beklaagde (makelaarskantoor

Nadere informatie

inzake uitingen voor de geneesmiddelen Travatan en DuoTrav

inzake uitingen voor de geneesmiddelen Travatan en DuoTrav 24 februari 2014 De Codecommissie (Kamer I) heeft het navolgende overwogen en beslist naar aanleiding van de klacht (CGR nummer: K13.008) op de voet van artikel 10 van het Reglement voor de Codecommissie

Nadere informatie

De werkafspraken hebben vooralsnog alleen betrekking op geneesmiddelenreclame in de zin van hoofdstuk 9 van de Geneesmiddelenwet.

De werkafspraken hebben vooralsnog alleen betrekking op geneesmiddelenreclame in de zin van hoofdstuk 9 van de Geneesmiddelenwet. Werkafspraken tussen de Inspectie voor de Gezondheidszorg (inspectie), de stichting Code Geneesmiddelenreclame (CGR) en de Keuringsraad Openbare Aanprijzing Geneesmiddelen (KOAG) over de wijze van samenwerking

Nadere informatie

ECLI:NL:RBALM:2010:BN8235

ECLI:NL:RBALM:2010:BN8235 ECLI:NL:RBALM:2010:BN8235 Instantie Rechtbank Almelo Datum uitspraak 22-09-2010 Datum publicatie 24-09-2010 Zaaknummer 113824 / KG ZA 10-207 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Kort geding

Nadere informatie

Zaaknummer: 2000/026 en 2000/026.1 Rechter(s): mr. Olivier Datum uitspraak: 22 mei 2000 X tegen het college van bestuur van de Universiteit Leiden

Zaaknummer: 2000/026 en 2000/026.1 Rechter(s): mr. Olivier Datum uitspraak: 22 mei 2000 X tegen het college van bestuur van de Universiteit Leiden Zaaknummer: 2000/026 en 2000/026.1 Rechter(s): mr. Olivier Datum uitspraak: 22 mei 2000 Partijen: X tegen het college van bestuur van de Universiteit Leiden Trefwoorden: Algemeen verbindend voorschrift,

Nadere informatie

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE C2010.295 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer C2010.295 van: , wonende te , appellant, klager in eerste aanleg, gemachtigde: R. Melchers,

Nadere informatie

NMLK Didio DomJur 2013-971. Rechtbank Amsterdam Zaak-/rolnummer: C/13/540039/KG ZA 13-458 SP/PV Datum:21 mei 2013. In de zaak van

NMLK Didio DomJur 2013-971. Rechtbank Amsterdam Zaak-/rolnummer: C/13/540039/KG ZA 13-458 SP/PV Datum:21 mei 2013. In de zaak van NMLK Didio DomJur 2013-971 Rechtbank Amsterdam Zaak-/rolnummer: C/13/540039/KG ZA 13-458 SP/PV Datum:21 mei 2013 In de zaak van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid NMLK B.V. h.o.d.n.

Nadere informatie

Tuchtrechtspraak NVM. Stichting RvT Zuid 203 ERECODE 202 TAXATIE. Taxatie uitgevoerd door medewerker die geen lid NVM was.

Tuchtrechtspraak NVM. Stichting RvT Zuid 203 ERECODE 202 TAXATIE. Taxatie uitgevoerd door medewerker die geen lid NVM was. 19-04 RvT Zuid 203 ERECODE 202 TAXATIE Taxatie uitgevoerd door medewerker die geen lid NVM was. De NVM verwijt makelaarskantoor X (beklaagde en lid NVM) dat door haar medewerker/vennoot Z een taxatierapport

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE. Het College heeft het volgende overwogen en beslist over de op 7 juni 2011 binnengekomen

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE. Het College heeft het volgende overwogen en beslist over de op 7 juni 2011 binnengekomen G2010/51 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE Beslissing in de zaak onder nummer van: G2010/51 Rep.nr. G 2010/51 6 december 2011 Def. 159 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE GRONINGEN Het College heeft

Nadere informatie

met betrekking tot een uiting van geneesmiddelenreclame van: Lipitor en in reconventie de klacht van laatstgenoemde inzake Zocor

met betrekking tot een uiting van geneesmiddelenreclame van: Lipitor en in reconventie de klacht van laatstgenoemde inzake Zocor K02.003 21 mei 2002 De Codecommissie (Kamer I) heeft het navolgende overwogen en beslist naar aanleiding van de klacht in kort geding (CGR nummer: K02.003) op de voet van artikel 11 van het Reglement voor

Nadere informatie

DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM. CR 11/2362 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM. Tijdig beroep op ontbindende voorwaarde? Klager/koper deed op de dag dat het financieringsbeding

Nadere informatie

met betrekking tot een uiting van geneesmiddelenreclame van:

met betrekking tot een uiting van geneesmiddelenreclame van: K21.008 De Codecommissie (Kamer I) heeft het navolgende overwogen en beslist naar aanleiding van de klacht in kort geding (CGR nummer: K20008) op de voet van artikel 11 van het Reglement voor de Codecommissie

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. 2000/103 Mo i n d e k l a c h t nr. 012.00 ingediend door: hierna te noemen 'klager', tegen: hierna te noemen 'verzekeraar'. De Raad van Toezicht Verzekeringen

Nadere informatie

ECLI:NL:CBB:2004:AR3508

ECLI:NL:CBB:2004:AR3508 ECLI:NL:CBB:2004:AR3508 Instantie Datum uitspraak 05-10-2004 Datum publicatie 08-10-2004 Zaaknummer AWB 03/647 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie College van Beroep voor het bedrijfsleven

Nadere informatie

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken: Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 88 d.d. 11 april 2011 (prof. mr. M.M. Mendel, voorzitter, mr. E.M. Dil-Stork en prof. mr. M.L. Hendrikse, leden, mr. F.E. Uijleman, secretaris)

Nadere informatie

Meetinstructie. Geen informatie verstrekt over positie van medewerker van makelaarskantoor.

Meetinstructie. Geen informatie verstrekt over positie van medewerker van makelaarskantoor. Meetinstructie. Geen informatie verstrekt over positie van medewerker van makelaarskantoor. Klagers kopen een appartement dat volgens de verkoopbrochure een woonoppervlak heeft van 71 m². De opmeting van

Nadere informatie

met betrekking tot een uiting van geneesmiddelenreclame van:

met betrekking tot een uiting van geneesmiddelenreclame van: K02.008 3 oktober 2002 De Codecommissie (Kamer I) heeft het navolgende overwogen en beslist naar aanleiding van de klacht in kort geding (CGR nummer: K02.008) op de voet van artikel 11 van het Reglement

Nadere informatie

De heer S., aangesloten makelaar, verbonden aan [naam makelaarskantoor], [adres] beklaagde.

De heer S., aangesloten makelaar, verbonden aan [naam makelaarskantoor], [adres] beklaagde. Taxatie. Onjuiste Taxatiewaarde. Belangenbehartiging opdrachtgever. Ongepast optreden. Klager en zijn (ex-)echtgenote hebben beklaagde in het kader van hun echtscheiding gevraagd hun woning te taxeren.

Nadere informatie

Gerechtshof te 's-gravenhage negende enkelvoudige belastingkamer 29 maart 2002 Nr. BK-00/01073 UITSPRAAK

Gerechtshof te 's-gravenhage negende enkelvoudige belastingkamer 29 maart 2002 Nr. BK-00/01073 UITSPRAAK Gerechtshof te 's-gravenhage negende enkelvoudige belastingkamer 29 maart 2002 Nr. BK-00/01073 UITSPRAAK op het beroep van de Stichting X te Y tegen de uitspraak van de Inspecteur, het hoofd van de eenheid

Nadere informatie

CR 12/2415 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

CR 12/2415 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM. CR 12/2415 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM. Niet-ontvankelijkheid klager. Al eerder over feiten geoordeeld. Tijdsverloop van acht

Nadere informatie

HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN

HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de klacht van: 1. A, in zijn hoedanigheid van hoofdinspecteur voor de geestelijke Gezondheidszorg

Nadere informatie

Waardebepaling tegen de zin van een van de twee opdrachtgevers gemeld.

Waardebepaling tegen de zin van een van de twee opdrachtgevers gemeld. Waardebepaling tegen de zin van een van de twee opdrachtgevers gemeld. Klaagster en haar partner gaan uit elkaar. In dat kader moet de gezamenlijke woning worden verkocht. Als na geruime tijd geen verkoop

Nadere informatie

inzake een persbericht voor het product Risperdal van Janssen-Cilag De Codecommissie heeft kennisgenomen van:

inzake een persbericht voor het product Risperdal van Janssen-Cilag De Codecommissie heeft kennisgenomen van: K03.022 21 januari 2004 De Codecommissie CGR (Kamer I) heeft het navolgende overwogen en beslist naar aan-leiding van de klacht (CGR nummer: K03.022) op de voet van artikel 8 lid 1 (oud) van het Reglement

Nadere informatie

11-521 RvT Zwolle. Taxatie als deskundige. Noodzaak van plaatselijke bekendheid.

11-521 RvT Zwolle. Taxatie als deskundige. Noodzaak van plaatselijke bekendheid. 11-521 RvT Zwolle DE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM. -------------------------------------------------------------------------------------------------------

Nadere informatie

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar Beslissing op bezwaar Kenmerk: 26146/2011014629 Betreft: beslissing op bezwaar inzake het besluit tot publicatie van het besluit betreffende het leveren van programmagegevens van de landelijke publieke

Nadere informatie

REGLEMENT VAN DE CODECOMMISSIE KOAG/KAG. 1.1 De Codecommissie KOAG/KAG (hierna Codecommissie) is belast met

REGLEMENT VAN DE CODECOMMISSIE KOAG/KAG. 1.1 De Codecommissie KOAG/KAG (hierna Codecommissie) is belast met REGLEMENT VAN DE CODECOMMISSIE KOAG/KAG 1. Algemeen 1.1 De Codecommissie KOAG/KAG (hierna Codecommissie) is belast met a) het kennisnemen en uitspreken van een oordeel over klachten, die bij haar zijn

Nadere informatie

met betrekking tot uitingen van geneesmiddelenreclame van:

met betrekking tot uitingen van geneesmiddelenreclame van: K07.004 Bezwaar tegen radiospot en inhoud website www.beschermjedochter.nl De Codecommissie verwerpt de klacht van Nederlandse Vereniging Kritisch Prikken dat website van SPMSD bezoekers angst aanjaagt

Nadere informatie

Beweerdelijke strijd met regel 6 Erecode. Belegging en schijn van mogelijke belangenverstrengeling

Beweerdelijke strijd met regel 6 Erecode. Belegging en schijn van mogelijke belangenverstrengeling Beweerdelijke strijd met regel 6 Erecode. Belegging en schijn van mogelijke belangenverstrengeling Klager, een NVM-makelaar, dient een klacht in tegen zijn voormalige kantoorgenoot, eveneens NVM-makelaar

Nadere informatie

met betrekking tot een uiting van geneesmiddelenreclame van:

met betrekking tot een uiting van geneesmiddelenreclame van: K20.008 De Codecommissie van de Stichting CGR (Kamer I) heeft het navolgende overwogen en beslist naar aanleiding van de klacht (CGR nummer: K20008) op de voet van artikel 8 van het Reglement voor de Codecommissie

Nadere informatie

Klachtnummer: K Datum uitspraak: 27 juni 2016 Datum publicatie: 5 september Relevante artikelen: ,

Klachtnummer: K Datum uitspraak: 27 juni 2016 Datum publicatie: 5 september Relevante artikelen: , Klachtnummer: K16.002 Datum uitspraak: 27 juni 2016 Datum publicatie: 5 september 2016 Instantie: Codecommissie Onderwerp: Vergelijkende reclame Oordeel: Gegrond Relevante artikelen: 5.2.2.8, 5.2.2.9 Samenvatting

Nadere informatie

Samenvatting. De Codecommissie komt tot het oordeel dat de klacht van Nycomed grotendeels gegrond is. 9 juni 2011

Samenvatting. De Codecommissie komt tot het oordeel dat de klacht van Nycomed grotendeels gegrond is. 9 juni 2011 K11.003 Samenvatting De klacht van Nycomed is gericht tegen uitingen van Mundipharma voor haar product OxyNorm Instant. In deze uitingen maakt Mundipharma gebruik van onder andere de navolgend teksten:

Nadere informatie

Raad van Toezicht NVI, Nederlandse Vereniging van Incasso-ondernemingen Postbus 279 1400 AG BUSSUM T: 035-6994210 F: 035-6945045

Raad van Toezicht NVI, Nederlandse Vereniging van Incasso-ondernemingen Postbus 279 1400 AG BUSSUM T: 035-6994210 F: 035-6945045 Raad van Toezicht NVI, Nederlandse Vereniging van Incasso-ondernemingen Postbus 279 1400 AG BUSSUM T: 035-6994210 F: 035-6945045 Uitspraak van de Raad van Toezicht van de Nederlandse Vereniging van Incassoondernemingen,

Nadere informatie

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken: Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2011-346 d.d. 2 december 2011 (mr. P.A. Offers, voorzitter, mr. B.F. Keulen en mr. A.W.H. Vink, leden, en mr.drs. D.J. Olthoff, secretaris)

Nadere informatie

- het op 4 juni 2014 ingekomen klaagschrift van [klager] ( klager ), inclusief 5 producties;

- het op 4 juni 2014 ingekomen klaagschrift van [klager] ( klager ), inclusief 5 producties; RAAD VAN TUCHT VERENIGING VAN REGISTERCONTROLLERS Datum uitspraak: 4 november 2014 Zaaknummer: RvT VRC 2014-02 de heer [klager], wonende te [woonplaats 1] gemachtigde: de heer mr. R.M. Braat K L A G E

Nadere informatie

TUCHTRAAD FINANCIËLE DIENSTVERLENING (ASSURANTIËN) UITSPRAAK (II) [naam], gevestigd te [plaatsnaam], hierna te noemen klaagster,

TUCHTRAAD FINANCIËLE DIENSTVERLENING (ASSURANTIËN) UITSPRAAK (II) [naam], gevestigd te [plaatsnaam], hierna te noemen klaagster, TUCHTRAAD FINANCIËLE DIENSTVERLENING (ASSURANTIËN) UITSPRAAK 15-005 (II) in de zaak nr. [nummer] ingediend door: met betrekking tot: [naam], gevestigd te [plaatsnaam], hierna te noemen klaagster, [naam

Nadere informatie

SAMENVATTING. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mr. Y.E.M.

SAMENVATTING. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mr. Y.E.M. 103369 SAMENVATTING Verzoek voorlopige voorziening HBO De werkgever heeft de werkneemster meegedeeld dat haar tijdelijk dienstverband van rechtswege eindigt. De werkneemster stelt dat zij in vaste dienst

Nadere informatie

- het klaagschrift met bijlagen van Van der Linde d.d. 17 december 2003;

- het klaagschrift met bijlagen van Van der Linde d.d. 17 december 2003; K03.025 12 mei 2004 De Codecommissie (Kamer I) heeft het navolgende overwogen en beslist naar aanleiding van de klacht (CGR nummer: K03.025) op de voet van artikel 8 van het Reglement van de Codecommissie

Nadere informatie

SAMENVATTING. 104771 - Klacht over medewerking aan AMK-onderzoek; PO

SAMENVATTING. 104771 - Klacht over medewerking aan AMK-onderzoek; PO SAMENVATTING 104771 - Klacht over medewerking aan AMK-onderzoek; PO Een vader klaagt dat de IB'er zonder indicatie en overleg onjuiste informatie heeft verschaft aan het AMK en aan de logopedist en de

Nadere informatie

Op 8 februari 2011 is het volgende advies (A11.004) gegeven. 1. Het verzoek:

Op 8 februari 2011 is het volgende advies (A11.004) gegeven. 1. Het verzoek: Op 8 februari 2011 is het volgende advies (A11.004) gegeven. 1. Het verzoek: Het hierna te bespreken verzoek refereert aan en borduurt voort op - een eerder gegeven advies, gedateerd 13 september 2010

Nadere informatie

Beweerdelijk te lage taxatie. Verschil van 10 % tussen verschillende taxatie niet onaanvaardbaar.

Beweerdelijk te lage taxatie. Verschil van 10 % tussen verschillende taxatie niet onaanvaardbaar. Beweerdelijk te lage taxatie. Verschil van 10 % tussen verschillende taxatie niet onaanvaardbaar. In het kader van het uit elkaar gaan van klager en zijn partner moet de gemeenschappelijke woning getaxeerd

Nadere informatie

Beslissing d.d. 10 mei 2017 ex art Tuchtrechtreglement Bancaire Sector

Beslissing d.d. 10 mei 2017 ex art Tuchtrechtreglement Bancaire Sector Beslissing Beslissing d.d. 10 mei 2017 ex art. 3.9.1 Tuchtrechtreglement Bancaire Sector DE ALGEMEEN DIRECTEUR, mr. J. Brouwer, benoemd door de Stichting Tuchtrecht Banken, Klager, gemachtigden: dhr. mr.

Nadere informatie

DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM. CR 11/2367 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM. Samenstelling raad van toezicht. Oud en nieuw Reglement Tuchtrechtspraak. VvE-beheer.

Nadere informatie

Echtscheidingsproblematiek. Optreden als makelaar op grond van rechterlijk vonnis. Contact met advocaten van partijen.

Echtscheidingsproblematiek. Optreden als makelaar op grond van rechterlijk vonnis. Contact met advocaten van partijen. Echtscheidingsproblematiek. Optreden als makelaar op grond van rechterlijk vonnis. Contact met advocaten van partijen. Een makelaar is door de rechtbank als deskundige benoemd om te komen tot de verkoop

Nadere informatie

een bij een Aangesloten Instelling geregistreerde mediator; de door een Aangesloten Instelling vastgestelde gedragsregels;

een bij een Aangesloten Instelling geregistreerde mediator; de door een Aangesloten Instelling vastgestelde gedragsregels; 10 november 2009 REGLEMENT STICHTING TUCHTRECHTSPRAAK MEDIATORS Artikel 1 Definities In dit reglement wordt verstaan onder: Stichting: Aangesloten Instelling: Mediator: Gedragsregels: Klachtenregeling:

Nadere informatie

Bij de memorie van eis zijn producties gevoegd (genummerd 1 17).

Bij de memorie van eis zijn producties gevoegd (genummerd 1 17). SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG Arbitraal vonnis in kort geding van 28 november 2014 Kenmerk: SG KG 14/28 De fungerend voorzitter van het Scheidsgerecht, mr. R.J.B. Boonekamp, wonende te Arnhem, bijgestaan

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDOR:2010:BO7430

ECLI:NL:RBDOR:2010:BO7430 ECLI:NL:RBDOR:2010:BO7430 Instantie Rechtbank Dordrecht Datum uitspraak 29-11-2010 Datum publicatie 15-12-2010 Zaaknummer 10/1272 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

Klacht tegen makelaar als lid van de Bedrijfshuuradviescommissie. Nietontvankelijkheid

Klacht tegen makelaar als lid van de Bedrijfshuuradviescommissie. Nietontvankelijkheid Klacht tegen makelaar als lid van de Bedrijfshuuradviescommissie. Nietontvankelijkheid klacht. Klager is eigenaar van een horecapand. Huurder en verhuurder worden het niet eens over een verzoek van huurder

Nadere informatie

TUCHTRAAD FINANCIËLE DIENSTVERLENING (ASSURANTIËN) UITSPRAAK in de zaak nr. [nummer] mevrouw [naam klaagster], hierna te noemen klaagster,

TUCHTRAAD FINANCIËLE DIENSTVERLENING (ASSURANTIËN) UITSPRAAK in de zaak nr. [nummer] mevrouw [naam klaagster], hierna te noemen klaagster, TUCHTRAAD FINANCIËLE DIENSTVERLENING (ASSURANTIËN) UITSPRAAK 18-015 in de zaak nr. [nummer] ingediend door: met betrekking tot: mevrouw [naam klaagster], hierna te noemen klaagster, [naam aangeslotene

Nadere informatie

vanstate /1/V6. Datum uitspraak: 28 maart 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

vanstate /1/V6. Datum uitspraak: 28 maart 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201108441/1/V6. Datum uitspraak: 28 maart 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak na vereenvoudigde behandeling (artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb)) op het

Nadere informatie

Informatie aan niet-opdrachtgever. Bouwkundige staat. Mededelings- en onderzoeksplicht. Asbest.

Informatie aan niet-opdrachtgever. Bouwkundige staat. Mededelings- en onderzoeksplicht. Asbest. Informatie aan niet-opdrachtgever. Bouwkundige staat. Mededelings- en onderzoeksplicht. Asbest. De koper van een woning (klager) stelt dat de verkopend makelaar (beklaagde) onjuist c.q. onzorgvuldig heeft

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over de Belastingdienst/Toeslagen te Utrecht. Datum: 6 mei 2013. Rapportnummer: 2013/047

Rapport. Rapport over een klacht over de Belastingdienst/Toeslagen te Utrecht. Datum: 6 mei 2013. Rapportnummer: 2013/047 Rapport Rapport over een klacht over de Belastingdienst/Toeslagen te Utrecht Datum: 6 mei 2013 Rapportnummer: 2013/047 2 Klacht Verzoeksters klagen over de beslissing van de Belastingdienst/Toeslagen van

Nadere informatie

betreft: [klager] datum: 2 februari 2015

betreft: [klager] datum: 2 februari 2015 nummer: 14/3322/GA en 14/3394/GA betreft: [klager] datum: 2 februari 2015 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van bij

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2016:3181

ECLI:NL:CRVB:2016:3181 ECLI:NL:CRVB:2016:3181 Instantie Datum uitspraak 22-08-2016 Datum publicatie 29-08-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 16/3877 PW-VV Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

TUCHTRAAD FINANCIËLE DIENSTVERLENING (ASSURANTIËN) UITSPRAAK in de zaak nr. [nummer] klaagster,

TUCHTRAAD FINANCIËLE DIENSTVERLENING (ASSURANTIËN) UITSPRAAK in de zaak nr. [nummer] klaagster, TUCHTRAAD FINANCIËLE DIENSTVERLENING (ASSURANTIËN) UITSPRAAK 17-022 in de zaak nr. [nummer] inzake de klacht ingediend door: mevrouw mr. [naam 1], hierna te noemen klaagster, met betrekking tot: [naam

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK MigratieWeb ve07001323 200607474/1. Datum uitspraak: 11 juli 2007 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: A., wonend te Breda, appellant, tegen de uitspraak in zaak no. 05/5140

Nadere informatie

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 12 d.d. 25 februari 2009 (mr. M.M. Mendel, voorzitter, mr. E.M. Dil - Stork en mr. B. Sluijters) 1. Procedure De Commissie beslist met inachtneming

Nadere informatie

DE COMMISSIE GEDRAGSCODE BOUWEND NEDERLAND

DE COMMISSIE GEDRAGSCODE BOUWEND NEDERLAND 60005 DE COMMISSIE GEDRAGSCODE BOUWEND NEDERLAND heeft het volgende overwogen en beslist omtrent het op 21 februari 2013 binnengekomen verzoek van de besloten vennootschap SCHIJF BOUW B.V., gevestigd te

Nadere informatie

Klachtencommissie Governance en Beloning MBO

Klachtencommissie Governance en Beloning MBO UITSPRAAK NUMMER 2011-1 Inzake het klaagschrift d.d. 25 oktober 2010 ingediend door. wonende te Arnhem (verder te noemen: klager); tegen de Raad van Toezicht en het College van Bestuur van de Stichting

Nadere informatie

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 140 d.d. 30 mei 2011 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. E.M. Dil-Stork en mr. A.W.H. Vink, leden, en mr. F.E. Uijleman, secretaris)

Nadere informatie

DE COMMISSIE GEDRAGSCODE BOUWEND NEDERLAND

DE COMMISSIE GEDRAGSCODE BOUWEND NEDERLAND 60004 DE COMMISSIE GEDRAGSCODE BOUWEND NEDERLAND heeft het volgende overwogen en beslist omtrent het op 21 februari 2013 binnengekomen verzoek van de besloten vennootschap SCHIJF BOUW B.V., gevestigd te

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 070.00 ingediend door: hierna te noemen klager`, tegen: hierna te noemen 'verzekeraar. De Raad van Toezicht Verzekeringen heeft

Nadere informatie

Beslissing van het College van Toezicht van de Stichting Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

Beslissing van het College van Toezicht van de Stichting Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Beslissing van het College van Toezicht van de Stichting Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd

Nadere informatie