LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN"

Transcriptie

1 32530 MONITEUR BELGE Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN REGION DE BRUXELLES-CAPITALE BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST MINISTERE DE LA REGION DE BRUXELLES-CAPITALE F [S C 99/31382] 29 JUILLET Arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale modifiant l arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 16 juillet 1998 relatif à la présentation générale du projet de plan et du plan régional d affectation du sol MINISTERIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST N [S C 99/31382] 29 JULI Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 16 juli 1998 betreffende de algemene voorstelling van het ontwerpplan en van het gewestelijk bestemmingsplan Le Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale, Vu l ordonnance du 29 août 1991 organique de la planification et de l urbanisme, notamment les articles 26 à 29; Vu l arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 16 juillet 1998 relatif à laprésentation générale du projet de plan et du plan régional d affectation du sol; Vu l avis de l inspection des Finances donné le 27 juillet 1999; Vu l urgence; Considérant l adoption le 3 juin 1999 par le Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale d un nouveau projet de plan régional d affectation du sol; Considérant qu il convient de modifier l arrêté de présentation générale du projet de plan et du plan régional d affectation du sol afin de le faire correspondre au nouveau projet adopté par le Gouvernement; Sur la proposition du Secrétaire d Etat à larégion de Bruxelles- Capitale, chargé de l Aménagement du Territoire, de la Rénovation Urbaine, des Monuments et Sites et du Transport rémunéré des personnes, Arrête : Article 1 er. Aux articles 6 et 7 de l arrêté du 16 juillet 1998 relatif à la présentation générale du projet de plan et du plan régional d affectation du sol, les mots «échelle de 1/10 000» sont remplacés par les mots «échelle de 1/20 000». Art. 2. L alinéa 2 de l article 8 du même arrêté est remplacé par l alinéa suivant : «La carte des superficies de bureaux admissibles indique le potentiel de bureau admissible ainsi que la superficie des bureaux existants, par maille, en mètres carrés pour les zones d habitat et les zones mixtes». Art. 3. A l article 11 du même arrêté sont apportées les modifications suivantes : au tiret 3, les mots «les liserés de noyaux commerciaux» sont remplacés par les mots : «les liserés de noyaux commerciaux ou leur équivalent représenté par la lettre«g» pour les galeries commerciales»; le tiret 4 est remplacé par ce qui suit : «les points de variation de mixité : ces surimpressions permettant la coexistence de fonctions diverses nonobstant les limites dé fi nies par la zone»; les tirets 5, 6, 8 et 9 sont supprimés. De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de ordonnantie van 29 augustus 1991 houdende organisatie van de planning en de stedenbouw, inzonderheid op artikelen 26 tot 29; Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 16 juli 1998 betreffende de algemene voorstelling van het ontwerpplan en van het gewestelijk bestemmingsplan; Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën gegeven op 27 juli 1999; Gelet op de dringende noodzakelijkheid; Overwegende de aanneming door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering op 3 juni 1999 van een nieuw ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; Overwegende dat het besluit betreffende de algemene voorstelling van het ontwerpplan en van het gewestelijk bestemmingsplan dient te worden gewijzigd om het in overeenstemming te brengen met het door de Regering aangenomen nieuwe ontwerp; Op voorstel van de Staatssecretaris bij het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, belast met Ruimtelijke Ordening, Stadsvernieuwing, Monumenten en Landschappen en Bezoldigd Vervoer van Personen, Besluit : Artikel 1. In de artikelen 6 en 7 van het besluit van 16 juli 1998 betreffende de algemene voorstelling van het ontwerpplan en van het gewestelijk bestemmingsplan worden de woorden «schaal 1/10 000» vervangen door de woorden «schaal 1/20 000». Art. 2. Het 2e lid van artikel 8 van hetzelfde besluit wordt vervangen door het volgende lid «Op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten wordt het potentieel aan toelaatbare kantooroppervlakte, alsmede de bestaande kantooroppervlakte, per maas, in vierkante meter aangegeven voor de woongebieden en de gebieden met gemengd karakter». Art. 3. In artikel 11 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : derde streepje : de woorden «de stroken voor handelskernen» worden vervangen door de woorden «de stroken voor handelskernen of hun equivalent voorgesteld door de letter «G» voor de winkelgalerijen»; het vierde streepje wordt vervangen door het volgende : «de punten van wisselend gemengd karakter : die superposities veroorloven de Coëxistentie van diverse functies, ongeacht de door het gebied bepaalde grenzen»; de streepjes 5, 6, 8 en 9 worden geschrapt.

2 MONITEUR BELGE Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD Art. 4. Le Ministre qui a l Aménagement du territoire dans ses attributions est chargé de l exécution du présent arrêté. Art. 5. Le présent arrêté entre en vigueur le jour de sa publication au Moniteur belge. Bruxelles, le 29 juillet Par le Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale : Le Ministre-Président du Gouvernement de la Région de Bruxelles- Capitale, chargé des Pouvoirs locaux, de l Aménagement du Territoire, des Monuments et Sites, de la Rénovation Urbaine et la Recherche scientifique, J. SIMONET Le Secrétaire d Etat à la Région de Bruxelles-Capitale, chargé, de l Aménagement du Territoire, de la Rénovation Urbaine, des Monuments et Sites et du Transport rémunéré des personnes, E. ANDRE Art. 4. De Minister van Ruimtelijke Ordening is belast met de uitvoering van dit besluit. Art. 5. Dit besluit treedt in werking op de dag dat het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt. Brussel, 29 juli Namens de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek, J. SIMONET De Staatssecretaris bij het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, belast met Ruimtelijke Ordening, Stadsvernieuwing, Monumenten en Landschappen en Bezoldigd Vervoer van Personen, E. ANDRE c F [C 99/31400] 30 AOUT Arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale adoptant le projet de plan régional d affectation du sol N [C 99/31400] 30 AUGUSTUS Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot goedkeuring van het ontwerp van Gewestelijk bestemmingsplan AVIS DU CONSEIL D ETAT ADVIES VAN DE RAAD VAN STATE Le Conseil d Etat, section de législation, quatrième chambre, saisi par le Ministre de l Aménagement du territoire, des Travaux publics et du Transport de la Région de Bruxelles-Capitale, le 26 avril 1999, d une demande d avis, dans un délai ne dépassant pas trois jours, sur un projet d arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale adoptant le projet de plan régional d affectation du sol, a donné le 3 mai 1999 l avis suivant : Suivant l article 84, alinéa 1 er, 2, des lois coordonnées sur le Conseil d Etat, inséré par la loi du 4 août 1996, la demande d avis doit spécialement indiquer les motifs qui en justifient le caractère urgent. La lettre et le préambule sont rédigés de manière quasi identiques. La lettre s exprime en ces termes : «Considérant l urgence motivée par la nécessité d adopter sans retard le plan régional d affectation du sol sous peine de permettre l émergence d une période de quasi vide juridique en matière planologique en Région de Bruxelles-Capitale; Qu un vide juridique risque de résulter de la conjonction des éléments suivants si aucune décision relative au plan régional d affectation ne vient parer à l expiration du délai de douze mois prenant cours à dater de l entrée en vigueur du projet de plan régional d affectation du sol du 16 juillet 1998, énoncé à l article 31 de l ordonnance du 29 août 1991 organique de la planification et de l urbanisme : - l abrogation des effets réglementaires du Plan régional de développement du 3 mars 1995 par l ordonnance du 16 juillet 1998; - l abrogation partielle du plan de secteur lors de l adoption du plan régional de développement le 3 mars 1995; - les abrogations implicites des plans particuliers d affectation du sol dans la mesure où ils n étaient pas conformes avec le plan régional de développement du 3 mars 1995; Considérant qu en vertu des articles 31 et 123 de l ordonnance du 29 août 1991, le projet de Plan régional d Affectation du Sol perdra sa valeur réglementaire et sa force obligatoire dans les douze mois de l entrée en vigueur du projet de PRAS; Considérant que le 16 juillet 1998, le Gouvernement de la Région de Bruxelles a fait entrer en vigueur, à cette même date, les dispositions de l ordonnance du 16 juillet 1998 portant abrogation des dispositions réglementaires du plan régional de développement qui régissaient jusqu alors l affectation du sol de l ensemble du territoire régional; Considérant que le 3 mars 1995, lorsque le Gouvernement a adopté le premier plan régional de développement, il a procédé à une série d abrogations partielles du plan de secteur par référence au contenu du plan régional de développement sans pour autant insérer les nouvelles normes dans le corps du plan de secteur; Que l intention du Gouvernement était de toute évidence de supprimer tous les cas possible de contradiction entre les dispositions du plan de secteur et celles du plan régional de développement; De Raad van State, afdeling wetgeving, vierde kamer, op 26 april 1999 door de Minister van Ruimtelijke Ordening, Openbare Werken en Vervoer van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest verzocht hem, binnen een termijn van ten hoogste drie dagen, van advies te dienen over een ontwerp van besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot goedkeuring van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, heeft op 3 mei 1999 het volgende advies gegeven : Overeenkomstig artikel 84, eerste lid, 2, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, ingevoegd bij de wet van 4 augustus 1996, moeten in de adviesaanvraag in het bijzonder de redenen worden aangegeven tot staving van het spoedeisende karakter ervan. De brief en de aanhef zijn in nagenoeg dezelfde bewoordingen gesteld. In het onderhavige geval luidt de motivering in de brief aldus : «Considérant l urgence motivée par la nécessité d adopter sans retard le plan régional d affectation du sol sous peine de permettre l émergence d une période de quasi vide juridique en matière planologique en Région de Bruxelles-Capitale; Qu un vide juridique risque de résulter de la conjonction des éléments suivants si aucune décision relative au plan régional d affectation ne vient parer à l expiration du délai de douze mois prenant cours à dater de l entrée en vigueur du projet de plan régional d affectation du sol du 16 juillet 1998, énoncé à l article 31 de l ordonnance du 29 août 1991 organique de la planification et de l urbanisme : - l abrogation des effets réglementaires du Plan régional de développement du 3 mars 1995 par l ordonnance du 16 juillet 1998; - l abrogation partielle du plan de secteur lors de l adoption du plan régional de développement le 3 mars 1995; - les abrogations implicites des plans particuliers d affectation du sol dans la mesure où ils n étaient pas conformes avec le plan régional de développement du 3 mars 1995; Considérant qu en vertu des articles 31 et 123 de l ordonnance du 29 août 1991, le projet de Plan régional d Affectation du Sol perdra sa valeur réglementaire et sa force obligatoire dans les douze mois de l entrée en vigueur du projet de PRAS; Considérant que le 16 juillet 1998, le Gouvernement de la Région de Bruxelles a fait entrer en vigueur, à cette même date, les dispositions de l ordonnance du 16 juillet 1998 portant abrogation des dispositions réglementaires du plan régional de développement qui régissaient jusqu alors l affectation du sol de l ensemble du territoire régional; Considérant que le 3 mars 1995, lorsque le Gouvernement a adopté le premier plan régional de développement, il a procédé à une série d abrogations partielles du plan de secteur par référence au contenu du plan régional de développement sans pour autant insérer les nouvelles normes dans le corps du plan de secteur; Que l intention du Gouvernement était de toute évidence de supprimer tous les cas possible de contradiction entre les dispositions du plan de secteur et celles du plan régional de développement;

3 32532 MONITEUR BELGE Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD Que cependant la lecture du plan de secteur partiellement abrogé compte tenu de l abrogation des dispositions réglementaires du plan régional de développement est un exercice excessivement complexe et hasardeux; Considérant qu en application de la théorie de l abrogation implicite reconnue par le Conseil d Etat (C.E. 10 sept. 1998, n ), l ensemble des plans particuliers d affectation du sol ont fait l objet d une abrogation implicite dans la mesure où ils n étaient pas conformes avec le plan régional de développement; Que ces plans doivent aujourd hui être lus à la lumière des dispositions réglementaires du plan régional de développement (abrogées le 16 juillet 1998) pour déterminer lesquelles de leurs dispositions sont encore en vigueur; Considérant que l ensemble de ces éléments amène à la conclusion que peu de dispositions planologiques seront encore en vigueur pour régir les affectations et qu une insécurité juridique résultera de l extrême difficulté dedéterminer quelles règles appliquées sur base des plans partiellement abrogés subsistants; qu il est dès lors nécessaire que le présent projet de Plan régional d Affectation du Sol soit adopté sans retard;. Le texte à l examen établit un nouveau projet de plan régional d affectation du sol, remplaçant celui qui a été arrêté par le Gouvernement le 16 juillet 1998 (1). L article 31 de l ordonnance du 29 août 1991 organique de la planification et de l urbanisme détermine comme suit les effets d un projet de plan régional d affectation du sol : «Le projet de plan arrêté par le Gouvernement a même force obligatoire et même valeur réglementaire que le plan définitif. L arrêté du Gouvernement qui arrête le projet de plan détermine les dispositions du plan régional d affectation du sol, des plans communaux de développement et des plans particuliers d affectation du sol en vigueur dont l effet est suspendu en raison de leur défaut de conformité au projet de plan. Cette suspension est levée si le plan régional d affectation du sol n est pas entré en vigueur dans les douze mois de l entrée en vigueur du projet de plan. N ont ni force obligatoire, ni valeur réglementaire, les dispositions du projet de plan qui ne sont pas conformes à celles suspendues en vertu du deuxième alinéa.» (2). D autres dispositions de l ordonnance du 29 août 1991 attachent encore des effets particuliers au projet de plan régional d affectation du sol : 1 l article 116, 4, alinéa 1 er, 2, donne au fonctionnaire délégué le pouvoir de donner un avis défavorable sur une demande de permis relative à un bien pour lequel il n existe pas de plan particulier d affectation du sol ou de permis de lotir, lorsque cette demande est incompatible avec le projet de plan régional d affectation du sol; 2 selon l article 118, 3, alinéa 1 er, quand il est saisi d une demande de permis relative à un bien pour lequel il existe un plan particulier d affectation du sol ou un permis de lotir, le collège des bourgmestre et échevins refuse le permis qui, bien qu il soit fondé sur un plan particulier d affectation du sol ou un permis de lotir non périmé, est incompatible avec les prescriptions d un projet de plan régional de développement ou de plan régional d affectation du sol entré en vigueur ; 3 l article 125, 2, alinéa 1 er, charge le fonctionnaire délégué de suspendre le permis qui, bien qu il soit fondé sur un plan particulier d affectation du sol ou un permis de lotir non périmé, est incompatible avec les prescriptions d un projet de plan régional de développement ou de plan régional d affectation du sol entré en vigueur. Il résulte de l article 31, alinéa 2, deuxième phrase, de l article 123, alinéa 1 er, 2, alinéa 2, 1, et alinéa 3, et de l article 127 de l ordonnance du 29 août 1991, que ces divers effets attachés au projet de plan régional d affectation du sol ne s appliquent que pendant douze mois à compter de l entrée en vigueur du projet. Si, à l expiration dudit délai de douze mois, le plan définitif n est pas entré en vigueur, le projet de plan perd la force obligatoire et la valeur réglementaire qu il avait précédemment (3). Toutefois, le projet de plan ne perd pas toute valeur. Ainsi, il reste valable en tant que phase préparatoire de la procédure conduisant au plan définitif, pour autant que les circonstances n aient pas eu le temps de changer au point que ce plan ne puisse plus être regardé comme l aboutissement d une procédure dont le projet était la première étape. Par ailleurs, ce projet Que cependant la lecture du plan de secteur partiellement abrogé compte tenu de l abrogation des dispositions réglementaires du plan régional de développement est un exercice excessivement complexe et hasardeux; Considérant qu en application de la théorie de l abrogation implicite reconnue par le Conseil d Etat (C.E. 10 sept. 1998, n ), l ensemble des plans particuliers d affectation du sol ont fait l objet d une abrogation implicite dans la mesure où ils n étaient pas conformes avec le plan régional de développement; Que ces plans doivent aujourd hui être lus à la lumière des dispositions réglementaires du plan régional de développement (abrogées le 16 juillet 1998) pour déterminer lesquelles de leurs dispositions sont encore en vigueur; Considérant que l ensemble de ces éléments amène à la conclusion que peu de dispositions planologiques seront encore en vigueur pour régir les affectations et qu une insécurité juridique résultera de l extrême difficulté dedéterminer quelles règles appliquées sur base des plans partiellement abrogés subsistants; qu il est dès lors nécessaire que le présent projet de Plan régional d Affectation du Sol soit adopté sans retard;. De onderzochte tekst stelt een nieuw ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan vast, dat het door de Regering op 16 juli 1998 vastgelegde ontwerp vervangt (1). Artikel 31 van de ordonnantie van 29 augustus 1991 houdende organisatie van de planning en de stedenbouw bepaalt de gevolgen van een gewestelijk bestemmingsplan : «Het door de Executieve vastgestelde ontwerp-plan heeft dezelfde bindende kracht en dezelfde verordenende waarde als het definitieve plan. Het besluit van de Executieve dat het ontwerp-plan vaststelt, bepaalt van welke bepalingen van het vigerende gewestelijk bestemmingsplan, van de vigerende gemeentelijke ontwikkelingsplannen en van de vigerende bijzondere bestemmingsplannen de werking wordt geschorst wegens hun gebrek aan overeenstemming met het ontwerp-plan. Deze schorsing wordt opgeheven indien het gewestelijk bestemmingsplan niet in werking is getreden binnen twaalf maanden na de inwerkingtreding van het ontwerp-plan. De bepalingen van het ontwerp-plan die niet overeenstemmen met de bepalingen die krachtens het tweede lid worden geschorst, hebben noch bindende kracht noch verordenende waarde.» (2). Andere bepalingen van de ordonnantie van 29 augustus 1991 verbinden nog bijzondere gevolgen aan het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan : 1 artikel 116, 4, eerste lid, 2, verleent aan de gemachtigde ambtenaar de bevoegdheid een ongunstig advies uit te brengen over een vergunningsaanvraag voor een goed waarvoor geen bijzonder bestemmingsplan of verkavelingsvergunning bestaat, wanneer die aanvraag onverenigbaar is met het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; 2 artikel 118, 3, eerste lid, bepaalt, ingeval het college van burgemeester en schepenen een vergunningsaanvraag ontvangt voor een goed waarvoor een bijzonder bestemmingsplan of een verkavelingsvergunning bestaat, dat het college van burgemeester en schepenen (...) de vergunning (weigert) die, hoewel steunende op een bijzonder bestemmingsplan of op een niet-vervallen verkavelingsvergunning, onverenigbaar is met de voorschriften van een ontwerp van gewestelijk ontwikkelingsplan of van gewestelijk bestemmingsplan dat in werking is getreden ; 3 artikel 125, 2, eerste lid, belast de gemachtigde ambtenaar ermee de vergunning te schorsen... die, hoewel steunende op een bijzonder bestemmingsplan of op een niet-vervallen verkavelingsvergunning, onverenigbaar is met de voorschriften van een ontwerp van gewestelijk ontwikkelingsplan of gewestelijk bestemmingsplan dat in werking is getreden. Uit artikel 31, tweede lid, tweede zin, uit artikel 123, eerste lid, 2, tweede lid, 1, en derde lid, en uit artikel 127 van de ordonnantie van 29 augustus 1991 volgt dat die verschillende aan het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan verbonden gevolgen slechts gedurende twaalf maanden te rekenen vanaf de inwerkingtreding van het ontwerp van toepassing zijn. Indien, na het verstrijken van de genoemde termijn van twaalf maanden, het definitieve plan niet in werking getreden is, verliest het ontwerpplan de bindende kracht en verordenende waarde die het voorheen had (3). Het ontwerpplan verliest evenwel niet alle waarde. Zo blijft het gelden als voorbereidende fase in de procedure die leidt tot het definitieve plan, voor zover de omstandigheden in de loop van de tijd niet zodanig veranderd zijn dat dat plan niet meer kan worden beschouwd als eindpunt in een procedure waarvan het ontwerp de

4 MONITEUR BELGE Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD peut constituer un élément exprimant la conception que se font les autorités du bon aménagement des lieux, si aucune disposition législative ou réglementaire ne s y oppose. En outre, les prescriptions des plans en vigueur qui étaient suspendues en raison de leur défaut de conformité au projet de plan retrouvent leur force obligatoire et leur valeur réglementaire (4), et les décisions de refus ou d annulation de permis fondées sur l incompatibilité de la demande avec le projet de plan deviennent caduques (5). Selon le délégué du Gouvernement, le texte à l examen, qui établit un nouveau projet de plan régional d affectation du sol, peut bénéficier, pendant douze mois à compter de son entrée en vigueur, des effets que l ordonnance attache à un projet de plan régional d affectation du sol. Ce point de vue ne peut être admis. En effet, on ne perdra pas de vue que l entrée en vigueur du projet de plan arrêté par le Gouvernement le 16 juillet 1998 a eu pour conséquence de commencer à faire courir le délai précité de douze mois et, partant, de permettre l application du régime qu organise l ordonnance du 29 août 1991 pendant cette période. En limitant à douze mois les effets particuliers qu il attache au projet de plan régional d affectation du sol, le législateur a voulu inciter le Gouvernement à arrêter définitivement le plan dans ce délai; en toute hypothèse, il a entendu éviter que des dispositions à l état de simple projet ne se substituent au plan définitif qu il incombe au Gouvernement d arrêter (6). Certes, aucune disposition n empêche formellement le Gouvernement, après avoir adopté un premier projet de plan régional d affectation du sol, d en adopter un autre -voire encore d autres par la suite. Toutefois, il serait incompatible avec le système mis en place par le législateur que l entrée en vigueur d un nouveau projet ait pour conséquence d ouvrir - éventuellement plusieurs fois de suite, voire même indéfiniment si chaque année le Gouvernement adopte un nouveau projet - un nouveau délai de douze mois pendant lequel s appliqueraient les effets particuliers que l ordonnance attache à un projet de plan régional d affectation du sol. Une telle solution risquerait d avoir comme résultat que le plan définitif ne soit jamais établi et que les divers projets arrêtés par le Gouvernement se substituent, le cas échéant indéfiniment, au plan définitif qui doit être établi. Elle conduirait à faire peser sur les demandeurs de permis les effets du non-respect, par le Gouvernement, du délai qui lui est imparti pour arrêter le plan définitif. Elle aboutirait aussi à proroger le délai de douze mois, alors que le législateur n a nullement prévu une telle possibilité. Il s ensuit que, si le Gouvernement peut adopter un nouveau projet de plan régional d affectation du sol, remplaçant celui qu il avait arrêté le 16 juillet 1998, cela n a pas - et ne peut pas avoir - pour effet d ouvrir un nouveau délai de douze mois, pendant lequel s appliqueraient les effets particuliers que l ordonnance attache à un projet de plan régional d affectation du sol. Ces effets particuliers ne peuvent - théoriquement - s appliquer au nouveau projet de plan, à compter de l entrée en vigueur de celui-ci, que pendant la partie restant à courir du délai de douze mois suivant l entrée en vigueur du projet arrêté le 16 juillet 1998 (7). En l occurrence, force est de constater que l on approche de l expiration du délai de douze mois suivant l entrée en vigueur du projet arrêté le 16 juillet 1998 (8). L on relève aussi que, vu les délais régissant la procédure d élaboration du plan régional d affectation du sol (9), celui-ci ne pourra être adopté et entrer en vigueur avant plusieurs mois suivant l expiration du délai précité de douze mois. eerste fase was. Indien geen enkele wets- of verordeningsbepaling zich hiertegen verzet, kan dat ontwerp overigens een gegeven vormen waarbij de opvatting van de overheden over de goede plaatselijke ordening tot uiting gebracht wordt. De voorschriften van de van kracht zijnde plannen die zijn geschorst omwille van hun niet-overeenstemming met het ontwerpplan krijgen bovendien opnieuw bindende kracht en verordenende waarde (4), en de beslissingen houdende een weigering of een vernietiging van een vergunning op grond van de onverenigbaarheid van het verzoek met het ontwerpplan, vervallen (5). Volgens de gemachtigde van de Regering kunnen voor de onderzochte tekst, die een nieuw ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan vaststelt, gedurende twaalf maanden, te rekenen vanaf de inwerkingtreding ervan, dezelfde gevolgen gelden als die welke de ordonnantie koppelt aan een ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan. Met dat standpunt kan niet ingestemd worden. Er mag inderdaad niet uit het oog worden verloren dat met de inwerkingtreding van het ontwerpplan dat op 16 juli 1998 door de Regering is vastgesteld, de voornoemde termijn van twaalf maanden is beginnen lopen en daardoor derhalve gedurende die periode de toepassing van de door de ordonnantie van 29 augustus 1991 ingestelde regeling mogelijk geworden is. Door de bijzondere rechtsgevolgen die door de wetgever gekoppeld worden aan het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan te beperken tot twaalf maanden, heeft hij de Regering ertoe willen aanzetten het plan binnen die termijn definitief vast te stellen; hij heeft in elk geval willen vermijden dat bepalingen die zich nog in een loutere ontwerpfase bevinden in de plaats zouden treden van het definitieve plan dat door de Regering behoort te worden vastgesteld (6). Uiteraard kan de Regering door geen enkele bepaling formeel verhinderd worden om na een eerste ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan te hebben goedgekeurd, er een ander - of zelfs nog andere achteraf - goed te keuren. Het zou hoe dan ook onverenigbaar zijn met de door de wetgever ingestelde regeling, mocht bij de inwerkingtreding van een nieuw ontwerp een nieuwe termijn van twaalf maanden ingaan - mogelijk zelfs verschillende of een onbepaald aantal termijnen achter elkaar, indien de Regering elk jaar opnieuw een nieuw ontwerp goedkeurt - gedurende welke de bijzondere rechtsgevolgen van toepassing zouden zijn, die door de ordonnantie gekoppeld worden aan een ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan. Zulk een oplossing zou kunnen resulteren in een situatie waarbij het definitieve plan nooit wordt vastgesteld en de verschillende ontwerpen die door de Regering worden vastgesteld, in de plaats treden, in voorkomend geval voor onbepaalde duur, van het uiteindelijke plan dat behoort te worden vastgesteld. De vergunningaanvragers zouden daardoor de gevolgen moeten dragen van de niet-naleving door de Regering van de termijn die haar wordt toegemeten om het definitieve plan vast te stellen. Die oplossing zou ook kunnen leiden tot een verlenging van de termijn van twaalf maanden, daar waar de wetgever geenszins in zulk een mogelijkheid heeft voorzien. Daaruit volgt dat de Regering weliswaar een nieuw ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan kan goedkeuren ter vervanging van het plan dat zij op 16 juli 1998 heeft vastgesteld, maar dat daardoor niet een nieuwe termijn van twaalf maanden ingaat - en ook niet kan ingaan - gedurende welke dezelfde bijzondere gevolgen van toepassing zouden zijn als die welke de ordonnantie verbindt aan een ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan. Die bijzondere gevolgen kunnen - in theorie - alleen maar van toepassing zijn op het nieuwe ontwerpplan, te rekenen vanaf de inwerkingtreding ervan, voor het overblijvende gedeelte van de termijn van twaalf maanden, volgend op de inwerkingtreding van het ontwerp dat is vastgesteld op 16 juli 1998 (7). In casu valt op te merken dat de termijn van twaalf maanden volgend op de inwerkingtreding van het ontwerpplan dat op 16 juli 1998 (8) is vastgesteld bijna verstreken is. Er behoort ook rekening te worden gehouden met het feit dat, gelet op de termijnen die gelden voor het opmaken van het gewestelijk bestemmingsplan (9), dit plan pas verscheidene maanden na het verstrijken van de voornoemde termijn van twaalf maanden zal kunnen worden goedgekeurd en in werking treden.

5 32534 MONITEUR BELGE Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD Faire entrer en vigueur l arrêté en projet avant l expiration du délai de douze mois suivant l entrée en vigueur du projet de plan arrêté le 16 juillet 1998 serait contraire à la sécurité juridique. D une part, pendant un temps très limité, le nouveau projet de plan produirait ses pleins et entiers effets pour, ensuite, ne plus produire que des effets atténués. D autre part, les administrés pourraient avoir l impression erronée que le nouveau projet produirait ses pleins et entiers effets durant une nouvelle période d un an. Aussi, mieux vaut faire en sorte que le projet d arrêté n entre pas en vigueur avant l expiration du délai de douze mois suivant l entrée en vigueur du projet de plan arrêté le 16 juillet 1998, de sorte qu aucun des effets particuliers que l ordonnance attache à un projet de plan régional d affectation du sol ne s y applique. Ceci implique que l arrêté ne soit pas publié au Moniteur belge plus de quinze jours avant l expiration du délai de douze mois suivant l entrée en vigueur du projet arrêté le 16 juillet Il s ensuit également que l article 3 de l arrêté en projet doit être omis. Comme un arrêté adoptant un projet de plan régional d affectation du sol dépourvu de force obligatoire et de valeur réglementaire est dépourvu de caractère réglementaire au sens de l article 3, 1 er, des lois coordonnées sur le Conseil d Etat et ne doit pas être soumis à l avis de la section de législation, celle-ci estime ne pas devoir examiner plus avant l arrêté en projet. La chambre était composée de : MM. : R. Andersen, président de chambre; C. Wettinck, P. Lienardy, conseillers d Etat; P. Gothot, J. van Compernolle, assesseurs de la section de législation, Mme M. Proost, greffier. Le rapport a été présenté par M. B. Jadot, auditeur. La note du Bureau de coordination a été rédigée et exposée par M. P. Brouwers, référendaire. La concordance entre la version française et la version néerlandaise a été vérifiée sous le contrôle de M. R. Andersen. Het zou indruisen tegen de rechtszekerheid het ontworpen besluit in werking te doen treden vóór het verstrijken van de termijn van twaalf maanden volgend op de inwerkingtreding van het ontwerpplan dat is vastgesteld op 16 juli Enerzijds zou het nieuwe ontwerpplan gedurende een zeer beperkte termijn volledige uitwerking hebben, en dan vervolgens, alleen nog maar gedeeltelijke uitwerking hebben. Anderzijds zouden de bestuursonderhorigen de verkeerde indruk kunnen krijgen dat het nieuwe ontwerp volledige uitwerking zou hebben gedurende een nieuwe tijdspanne van één jaar. Het zou dan ook beter zijn ervoor te zorgen dat het ontwerpbesluit niet in werking treedt vóór het einde van de termijn van twaalf maanden volgend op de inwerkingtreding van het ontwerpplan dat is vastgesteld op 16 juli 1998, zodat geen van de bijzondere gevolgen die door de ordonnantie gekoppeld worden aan een ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan daarop van toepassing zou zijn. Dat impliceert dat het besluit niet méér dan vijftien dagen vóór het einde van de termijn van twaalf maanden volgend op de inwerkingtreding van het ontwerp dat op 16 juli 1998 is vastgesteld in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt. Daaruit volgt eveneens dat artikel 3 van het ontworpen besluit dient te vervallen. Aangezien een besluit tot goedkeuring van een ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan zonder bindende kracht en verordenende waarde geen reglementair besluit is in de zin van artikel 3, 1, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State en niet om advies behoort te worden voorgelegd aan de afdeling wetgeving, is deze van oordeel dat ze het ontworpen besluit niet verder hoeft te onderzoeken. De kamer was samengesteld uit : De heren : R. Andersen, kamervoorzitter; C. Wettinck, P. Lienardy, staatsraden; P. Gothot, J. van Compernolle, assessoren van de afdeling wetgeving, Mevr. M. Proost, griffier. Het verslag werd uitgebracht door de H. B. Jadot, auditeur. De nota van het Coördinatiebureau werd opgesteld en toegelicht door de H. P. Brouwers, referendaris. De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst werd nagezien onder toezicht van de H. R. Andersen. Le greffier, Le président, De griffier, De voorzitter, M. Proost R. Andersen. M. Proost R. Andersen. Notes 1) Certains éléments du préambule de l arrêté en projet, en particulier les réponses aux réclamations, observations et avis formulés au sujet du projet de plan arrêté le 16 juillet 1998, et même plusieurs de ses dispositions (voir par exemple la première phrase de l article 1 er et le début de l intitulé ( plan régional d affectation du sol ) de la première annexe) pourraient donner à penser que ce texte arrête définitivement le plan régional d affectation du sol. Le délégué du Gouvernement a toutefois confirmé que l objet du texte à l examen était, non pas celui-là, mais l établissement d un nouveau projet de plan régional d affectation du sol. (2) Dans un projet d ordonnance modifiant la procédure d élaboration et de modification des plans particuliers d affectation du sol et diverses dispositions de l ordonnance du 29 août 1991 organique de la planification et de l urbanisme, qui a été communiqué à l auditeur rapporteur par le délégué du Gouvernement, il est envisagé de compléter cet article 31 par un alinéa rédigé comme suit : Le collège des bourgmestre et échevins, le fonctionnaire délégué, le collège d urbanisme et le Gouvernement refusent tout certificat ou permis d urbanisme ou de lotir non conforme aux dispositions suspendues en vertu de l alinéa 2 ou non conforme aux dispositions du projet de plan dépourvues de force obligatoire et de valeur réglementaire en vertu de l alinéa 3.». Nota s (1) Bepaalde gegevens in de aanhef van het ontworpen besluit, in het bijzonder de antwoorden op de bezwaarschriften, de opmerkingen en de adviezen die uitgebracht zijn over het op 16 juli 1998 vastgelegde ontwerpplan, en zelfs verschillende bepalingen van dat ontworpen besluit [zie bijvoorbeeld de eerste zin van artikel 1 en het begin van het opschrift ( gewestelijk bestemmingsplan ) van de eerste bijlage], zouden de indruk kunnen wekken dat die tekst het gewestelijk bestemmingsplan definitief vastlegt. De gemachtigde van de Regering heeft evenwel bevestigd dat dát niet de strekking van de onderzochte tekst is, maar wel het opstellen van een nieuw ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan. (2) Het ontwerp van ordonnantie tot wijziging van de procedure voor de uitwerking en wijziging van de bijzondere bestemmingsplannen en verschillende bepalingen van de ordonnantie van 29 augustus 1991 houdende organisatie van de planning en de stedenbouw, dat door de gemachtigde van de regering aan de auditeur-rapporteur bezorgd is, beoogt dat artikel 31 aan te vullen met een als volgt geredigeerd lid : Het college van burgemeester en schepenen, de gemachtigde ambtenaar, het Stedenbouwkundig College en de Regering weigeren elke stedenbouwkundige vergunning of attest of verkavelingsvergunning of -attest die niet in overeenstemming is met de bepalingen die zijn geschorst krachtens het tweede lid of die niet in overeenstemming zijn met de bepalingen van het ontwerpplan die krachtens het derde lid bindende kracht noch verordenende waarde hebben.».

6 MONITEUR BELGE Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD (3) L ordonnance du 29 août 1991 ne dit pas expressément que le projet de plan régional d affectation du sol n a force obligatoire et valeur réglementaire que pendant douze mois à dater de son entrée en vigueur. Toutefois, cette solution résulte logiquement de l article 31, alinéa 2, deuxième phrase, de l article 123, alinéa 1 er, 2, et alinéa 2, 1, et alinéa 3, et de l article 127 de l ordonnance (comparer, mutatis mutandis, avec la solution dégagée par la section d administration du Conseil d Etat à propos de la limitation dans le temps de la force obligatoire et de la valeur réglementaire des projets de plans de secteur sous l empire de la loi du 29 mars 1962 organique de l aménagement du territoire et de l urbanisme : voir notamment l avis A /III-9-754, publié in Administration publique (trim.), , pp. 132 et sv., ainsi que l abondante jurisprudence citée par F. HAUMONT, L urbanisme, Région wallonne, Larcier, 1996, n s 104 et 105). (4) Voir l article 31, alinéa 2, deuxième phrase, de l ordonnance. (5) Voir l article 123, alinéa 1 er, 2, et alinéa 2, 1, et l article 127 de l ordonnance. L article 123, alinéa 3, ajoute que, dans les cas visés aux deux premiers alinéas, la requête primitive fait l objet, à la demande du requérant, d une nouvelle décision qui, en cas de refus, ne peut plus être fondée sur (l incompatibilité avec le projet de plan régional d affectation du sol). (6) Telle était également la raison d être du système par lequel, sous l empire de la loi du 29 mars 1962, la force obligatoire et la valeur réglementaire des projets de plans de secteur étaient limitées à une période déterminée (voir en ce sens l avis et les arrêts précités de la section d administration du Conseil d Etat), système dont l ordonnance s est assez largement inspirée pour déterminer les effets du projet de plan régional d affectation du sol. (7) Après cette date le projet de plan conserve une valeur diminuée (voir à cet égard ce qui a été dit ci-dessus). (8) Conformément à l article 28, alinéa 4, de l ordonnance du 29 août 1991, l arrêté du 16 juillet 1998 est entré en vigueur quinze jours après sa publication au Moniteur belge, laquelle est intervenue le 19 août et le 1 er septembre (9) Voir l article 28 de l ordonnance du 29 août (3) De ordonnantie van 29 augustus 1991 bepaalt niet uitdrukkelijk dat het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan slechts gedurende twaalf maanden vanaf de inwerkingtreding ervan bindende kracht en verordenende waarde heeft. Deze regeling vloeit evenwel logischerwijs voort uit artikel 31, tweede lid, tweede zin, artikel 123, eerste lid, 2, tweede lid, 1, en derde lid, en uit artikel 127 van de ordonnantie (vergelijk mutatis mutandis met de rechtspraak van de afdeling administratie van de Raad van State in verband met de beperking in de tijd van de bindende kracht en de verordenende waarde van ontwerpen van gewestplan onder de gelding van de wet van 29 maart 1962 houdende organisatie van de ruimtelijke ordening en van de stedenbouw : zie inzonderheid advies A /III-9-754, gepubliceerd in Administration publique (trim.), , blz. 132 en volgende, alsmede de overvloedige rechtspraak die geciteerd wordt door F. HAU- MONT, L urbanisme, Région wallonne, Larcier, 1996, nrs. 104 en 105). (4) Zie artikel 31, tweede lid, tweede zin, van de ordonnantie. (5) Zie artikel 123, eerste lid, 2, en tweede lid, 1, en artikel 127 van de ordonnantie. Artikel 123, derde lid, bepaalt voorts dat voor de gevallen bedoeld in de eerste twee leden over de oorspronkelijke aanvraag, op verzoek van de aanvrager, een nieuwe beslissing (wordt) genomen, die bij weigering niet meer op (de niet-overeenstemming met het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan) gegrond mag zijn. (6) Dat was tevens de bestaansreden van de regeling waarbij, onder de gelding van de wet van 29 maart 1962, de bindende kracht en de verordenende waarde van de ontwerpen van gewestplannen beperkt bleef tot een welbepaalde periode (zie in dat verband het advies en de voornoemde arresten van de afdeling administratie van de Raad van State), op welke regeling de ordonnantie in ruime mate heeft gesteund om de gevolgen van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan te bepalen. (7) Na die datum behoudt het ontwerpplan nog een beperkte waarde (zie in dat verband hetgeen hiervoor is gezegd). (8) Overeenkomstig artikel 28, vierde lid, van de ordonnantie van 29 augustus 1991, is het besluit van 16 juli 1998 in werking getreden vijftien dagen na de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad, die op 19 augustus en 1 september 1998 heeft plaatsgevonden. (9) Zie artikel 28 van de ordonnantie van 29 augustus AOUT Arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale adoptant le projet de plan regional d affectation du sol 30 AUGUSTUS Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot goedkeuring van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan Le Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale, De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Vu l ordonnance du 29 août 1991 organique de la planification et de l urbanisme et, notamment, les articles 25 à 34 ainsi que l article 204; Vu l article de l ordonnance du 29 août 1991 organique de la planification et de l urbanisme abrogeant les prescriptions urbanistiques littérales de la carte réglementaire de l affectation du sol et la carte réglementaire de l affectation du sol du plan régional de développement arrêté le 3 mars 1995; Vu l arrêté royal du 28 novembre 1979 arrêtant le plan de secteur de l agglomération bruxelloise; Vu l arrêté du 3 mars 1995 du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale arrêtant le plan régional de développement; Vu l arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 16 juillet 1998 fixant au 16 juillet 1998 la date d entrée en vigueur de l article de l ordonnance du 29 août 1991 organique de la planification et de l urbanisme; Vu l arrêté du 16 juillet 1998 du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale relatif à laprésentation générale du projet de plan et du plan régional d affectation du sol tel que modifié par l arrêté du Gouvernement du 29 juillet 1999; Vu l arrêté du 16 juillet 1998 du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale arrêtant le projet de plan régional d affectation du sol; Vu la liste, reproduite en annexe I, des administrations et organismes d intérêt public régional visés à l article 28, alinéa 2 de l ordonnance organique de la planification et de l urbanisme du 29 août 1991; Gelet op de ordonnantie van 29 augustus 1991 houdende organisatie van de planning en de stedenbouw, inzonderheid op de artikelen 25 tot 34, alsmede op artikel 204; Gelet op artikel 203, 3 van de ordonnantie van 29 augustus 1991 houdende organisatie van de planning en de stedenbouw waarbij de schriftelijke stedenbouwkundige voorschriften worden opgeheven van de reglementaire bestemmingskaart, alsmede van de reglementaire bestemmingskaart van het op 3 maart 1995 vastgestelde gewestelijk ontwikkelingsplan; Gelet op het koninklijk besluit van 28 november 1979 tot vaststelling van het gewestplan van de Brusselse agglomeratie; Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 3 maart 1995 tot vastlegging van het Gewestelijk Ontwikkelings-plan; Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 16 juli 1998 waarbij de datum van inwerkingtreding van artikel 203, 3 van de ordonnantie van 29 augustus 1991 houdende organisatie van de planning en de stedenbouw wordt vastgesteld op 16 juli 1998; Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 16 juli 1998 betreffende de algemene voorstelling van het ontwerpplan en van het gewestelijk bestemmingsplan, zoals gewijzigd bij het besluit van de Regering van 29 juli 1999; Gelet op het besluit van 16 juli 1998 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vastlegging van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; Gelet op de in de bijlage I afgedrukte lijst van de besturen en gewestelijke instellingen van openbaar nut bedoeld in artikel 28, tweede lid van de ordonnantie houdende de planning en de stedenbouw van 29 augustus 1991;

7 32536 MONITEUR BELGE Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD Considérant les réclamations et observations émises lors de l enquête publique sur le projet de plan régional d affectation du sol du 16 juillet 1998 qui s est déroulée du 1 er septembre 1998 au 2 novembre 1998; Vu les avis des communes de la Région de Bruxelles-Capitale qui ont été émis dans le délai légal visé à l article 28, alinéa 8, de l ordonnance du 29 août 1991 organique de la planification et de l urbanisme; Vu les avis du Conseil économique et social régional bruxellois du 17 décembre 1998, du Conseil de l Environnement de la Région de Bruxelles-Capitale du 3 décembre 1998, de la Commission royale des Monuments et Sites du 23 décembre 1998 et de la Commission consultative pour l étude et l Amélioration des Transports publics du 22 décembre 1998; Vu l avis de la Commission régionale de développement sur le projet de plan régional d affectation du sol du 16 juillet 1998, transmis au Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale, le 26 mars 1999; Considérant que le présent projet de plan régional d affectation du sol a été arrêté en tenant compte des réclamations et des observations émises durant l enquête publique relative au projet de plan régional d affectation du sol du 16 juillet 1998, des avis émis et transmis valablement par les communes et les instances consultatives; Que cependant, le Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale a souhaité y apporter, en outre, les modifications suivantes : - La protection des intérieurs d îlots, dans toutes les zones, fait à présent l objet, outre de dispositions propres à chaque prescription particulière, d une prescription générale, à l instar du plan de secteur de 1979, qui met l accent sur l amélioration des qualités végétales, minérales, esthétiques et paysagères des intérieurs d îlots; - La carte des superficies de bureaux admissibles organise désormais le potentiel de bureaux par maille et non plus par îlot; ce nouveau mode de calcul a pour conséquence de réduire les mètres carrés de bureaux admissibles dans les zones d habitat et de les augmenter proportionnellement dans les zones mixtes; la représentation des mailles tient compte du tracé des voiries régionales, des voiries interquartiers et des limites communales; - Des points de variation de mixité ont été prévus lorsque la morphologie des îlots le permettait; ce changement de représentation de la mixité entraîne pour le front de l îlot concerné par ce type de point, une augmentation ou une diminution de la mixité de l îlot variant selon que l îlot est situé en zone d habitation ou en zone de mixité; - Dans les zones de forte mixité qui répondent à des caractéristiques spécifiques, il est prévu une possibilité d implantation de grands commerces à condition qu ils s intègrent dans un projet d ensemble prévoyant, notamment, un quota important de logements et d espaces verts accessibles au public; - Une zone d intérêt régional n 10 a été créée en vue de la réaffectation du site de l école vétérinaire à Anderlecht; cette zone se caractérise par la mixité des diverses fonctions qui peuvent s y développer; Considérant que le Gouvernement doit veiller à ce que les modifications qu il décide d apporter au projet de plan régional d affectation du sol trouvent leur source dans une observation émise par un ou plusieurs réclamants dans le cadre de l enquête publique ou dans un avis émis par une instance consultée; Que le lien entre les modifications précitées et les observations formulées lors de l enquête publique ou les avis émis, est soit ténu, soit inexistant; Gelet op de bezwaarschriften en de opmerkingen die zijn geformuleerd tijdens het openbaar onderzoek nopens het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan van 16 juli 1998 dat heeft plaatsgehad van 1 september 1998 tot 2 november 1998; Gelet op de adviezen van de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest die uitgebracht werden binnen de wettelijke termijn bedoeld in artikel 28, alinea 8, van de ordonnantie houdende organisatie van de planning en de stedenbouw; Gelet op het advies van de Economische en Sociale Raad van Brussel van 17 december 1998, van de Raad voor het Leefmilieu van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 3 december 1998, van de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen van 23 december 1998 en van de Adviescommissie voor de Studie en de Verbetering van het Openbaar Vervoer van 22 december 1998; Gelet op het advies van de Gewestelijke Ontwikkelingscommissie nopens het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan van 16 juli 1998, verzonden aan de Brusselse Hoofdstedelijke Regering op 26 maart 1999; Overwegende dat dit ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan werd vastgesteld op basis van de bezwaarschriften en de opmerkingen die zijn geformuleerd tijdens het openbaar onderzoek nopens het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan van 16 juli 1998, alsmede op grond van de adviezen welke door de gemeenten en de adviesorganen wettelijk uitgebracht en toegezonden zijn; Dat de Brusselse Hoofdstedelijke Regering daarin evenwel de volgende wijzigingen heeft willen aanbrengen : - De bescherming van de binnenterreinen van huizenblokken in al de gebieden is thans het voorwerp niet alleen van bepalingen die eigen zijn aan ieder bijzonder voorschrift, maar ook van een algemeen voorschrift naar het voorbeeld van het gewestplan 1979 dat de nadruk legt op de opwaardering van de groene, minerale, esthetische en landschapskwaliteit van de binnenterreinen van huizenblokken; - De kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten organiseert voortaan het potentieel van de kantoren per maas en niet langer per huizenblok; het gevolg van die nieuwe berekeningswijze is dat het aantal vierkante meters toelaatbare kantoren in de woongebieden wordt verminderd en in de gemengde gebieden verhoudingsgewijs wordt verhoogd; de voorstelling van de mazen houdt rekening met het tracé van de gewestwegen, van de interwijkenwegen en met de gemeentegrenzen; - Er werden punten van wisselend gemengd karakter bepaald wanneer de morfologie van de huizenblokken het toeliet; die gewijzigde voorstelling van het gemengd karakter heeft voor de voorzijde van het huizenblok waarop dit type van punt betrekking heeft, een toename of vermindering van het gemengd karakter van het huizenblok tot gevolg, al naar gelang het huizenblok in een typisch woongebied of in een gebied met gemengd karakter gelegen is. - In de gebieden met sterk gemengd karakter die aan specifieke karakteristieken beantwoorden, wordt een mogelijkheid gecreëerd voor de vestiging van grote handelszaken, op voorwaarde dat zij zich inpassen in een globaal project dat, inzonderheid, voorziet in een aanzienlijk huisvestingscontingent en in groene ruimten die voor het publiek toegankelijk zijn; - Er werd een gebied van gewestelijk belang nr. 10 gecreëerd met het oog op de bestemmingsverandering van de site van de veeartsenijschool in Anderlecht; het kenmerkende van dat gebied is het gemengd karakter van de diverse functies die er kunnen worden ontwikkeld; Overwegende dat de Regering er moet op toezien dat de wijzigingen die zij in het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan beslist aan te brengen, hun oorsprong vinden in een opmerking geformuleerd door een of meer indieners van bezwaarschriften in het kader van het openbaar onderzoek, of in een advies dat door een geraadpleegde instelling is uitgebracht; Dat het verband tussen de voormelde wijzigingen en de tijdens het openbaar onderzoek geformuleerde opmerkingen, of de uitgebrachte adviezen ofwel subtiel, ofwel onbestaande is;

8 MONITEUR BELGE Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD Qu afin de garantir la meilleure sécurité juridique possible dans l élaboration du plan régional d affectation du sol, il échet de soumettre à enquête publique un nouveau projet de plan régional d affectation du sol; Considérant en outre que d une part, certaines communes ont demandé, dans le cadre des avis émis par les conseils communaux en application de l article 28, alinéa 8 de l ordonnance du 29 août 1991 organique de la planification et de l urbanisme, des modifications substantielles du projet de plan régional d affectation du sol sans que ces demandes ne soient la conséquence logique ou nécessaire d une observation émise au cours de l enquête publique sur le projet de plan régional d affectation du sol ou qui puisse s y rattacher; Que le Conseil d Etat estime depuis son arrêt CREPPE (C.E., 17 décembre 1991, Creppe, n ; voir aussi C.E., 8 mai 1996, Golfinger, n ) qu un plan ne peut être modifié de manière fondamentale à la suite d une enquête publique sur la seule base de demandes, fussent-elles émises par les conseils communaux ou les instances consultatives, si ces dernières ne trouvent pas appui sur des objections soulevées lors de l enquête publique; Que dans son avis n /4 sur le règlement régional d urbanisme, la section de législation du Conseil d Etat a estimé qu il ressortait de la jurisprudence «Creppe» précitée que dans l hypothèse où le Gouvernement souhaitait se rallier à de telles propositions de modifications substantielles, l enquête publique devrait être recommencée; Que dans la mesure où le Gouvernement a retenu diverses propositions de modifications émanant des conseils communaux, l enquête publique doit être recommencée; Considérant d autre part, que l avis de la Commission régionale de développement émis en séance plénière le 4 mars 1999, a été transmis au Gouvernement complètement dans sa version française et partiellement dans sa version néerlandaise, le 6 mars 1999; Que la version néerlandaise complète de l avis a été transmise le 26 mars; Qu en vertu de l article 28 alinéa 9 de l ordonnance du 29 août 1991 organique de la planification et de l urbanisme, la transmission tardive implique que l avis de la Commission est réputé favorable; Qu une contestation est apparue quant à l applicabilité de l article 58, alinéas 2 et 3 de la loi du 18 juillet 1966 relative à l emploi des langues en matière administrative afin de valider, le cas échéant, ledit avis; Que compte tenu de l expertise de la Commission régionale de développement et de l importance des incidences du plan régional d affectation du sol pour la région, il échet de permettre à ladite Commission de pouvoir émettre et transmettre son avis, notamment, sur les modifications substantielles précisées plus haut; Considérant que pour toutes ces raisons, le Gouvernement a estimé opportun d adopter un nouveau projet de plan régional d affectation du sol et de le soumettre à une nouvelle enquête publique ainsi qu aux avis des différentes instances consultatives; Considérant que le Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale a veillé à la cohérence des affectations et à leur compréhension par la population en assurant une large diffusion d une note méthodologique explicitant clairement les différents critères d affectation; Que cette note, reproduite en annexe II du présent arrêté, a servi de référence quant à la méthodologie poursuivie dans l élaboration du présent projet de plan régional d affectation du sol par la Région de Bruxelles-Capitale; Considérant que le plan régional de développement arrêté le 3 mars 1995 a conçu un projet de ville reposant sur les principes suivants : la protection renforcée du logement; Dat, om bij de opstelling van het gewestelijk bestemmingsplan de grootst mogelijke rechtszekerheid te waarborgen, een nieuw ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan aan het openbaar onderzoek dient te worden onderworpen; Overwegende bovendien dat, enerzijds, sommige gemeenten, in het raam van de adviezen van de gemeenteraden uitgebracht bij toepassing van artikel 28, alinea 8 van de ordonnantie van 29 augustus 1991 houdende organisatie van de planning en de stedenbouw, wezenlijke wijzigingen van het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan gevraagd hebben zonder dat die verzoeken het logisch of noodzakelijk gevolg zijn van een opmerking die is geformuleerd tijdens het openbaar onderzoek nopens het ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan of die daarmee kan worden in verband gebracht; Dat de Raad van State sinds zijn arrest CREPPE (R. v. S, 17 december 1991, Creppe, nr ; zie ook R.v.S., 8 mei 1996, Golfinger, nr ) van oordeel is dat een plan naar aanleiding van een openbaar onderzoek niet fundamenteel gewijzigd kan worden op grond alleen van verzoeken, ook al zouden zij gedaan zijn door de gemeenteraden of adviesorganen, wanneer die verzoeken niet gebaseerd zijn op opmerkingen welke tijdens het openbaar onderzoek zijn geformuleerd; Dat de afdeling wetgeving van de Raad van State in haar advies nr /4 nopens het gewestelijk stedenbouwkundig reglement van oordeel is dat uit de voormelde rechtspraak «Creppe» bleek dat het openbaar onderzoek zou moeten herbegonnen worden in de veronderstelling dat de Regering zich wenste aan te sluiten bij dergelijke voorstellen van wezenlijke wijzigingen; Dat in de mate waarin de Regering verschillende voorstellen tot wijziging in aanmerking heeft genomen uitgaande van de gemeenteraden, het openbaar onderzoek moet herbegonnen worden; Overwegende, anderzijds, dat de Regering op 6 maart 1999 de volledige Franse versie en een gedeeltelijke Nederlandse versie toegezonden kreeg van het advies van de Gewestelijke Ontwikkelingscommissie, uitgebracht tijdens haar plenaire vergadering van 4 maart 1999; Dat de volledige Nederlandse versie werd toegezonden op 26 maart; Dat krachtens artikel 28, alinea 9 van de ordonnantie van 29 augustus 1991 houdende organisatie van de planning en de stedenbouw de laattijdige toezending van het advies inhoudt dat het geacht wordt gunstig te zijn; Dat zich een betwisting heeft voorgedaan wat betreft de toepasbaarheid van artikel 58, alinea s 2 en 3 van de wet van 18 juli 1966 betreffende het gebruik van de talen in bestuurszaken ten einde, in voorkomend geval, het bedoelde advies te valideren; Dat, rekening houdend met de deskundigheid van de gewestelijke Ontwikkelingscommissie en het belang van de gevolgen van het gewestelijk bestemmingsplan voor het gewest, het aangewezen is de genoemde Commissie toe te laten haar advies uit te brengen en toe te zenden, inzonderheid nopens de hierboven vermelde wezenlijke wijzigingen; Overwegende dat de Regering, om al die redenen, gemeend heeft dat het opportuun was een nieuw ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan aan te nemen en het aan een nieuw openbaar onderzoek te onderwerpen evenals aan de adviezen van de verschillende adviesorganen; Overwegende dat de Brusselse Hoofdstedelijke Regering toegezien heeft op de samenhang van de bestemmingen en op de verstaanbaarheid ervan voor de bevolking door de verspreiding op grote schaal van een methodologische nota waarin de verschillende bestemmingscriteria duidelijk worden omschreven; Dat deze in de bijlage II bij dit besluit afgedrukte nota gediend heeft als referentie voor de methodologie die werd nagestreefd bij de uitwerking, door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, van dit ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan; Overwegende dat het Gewestelijk Ontwikkelings-plan van 3 maart 1995 een stadsproject heeft ontworpen dat is gebaseerd op de volgende principes : de verhoogde bescherming van de huisvesting;

9 32538 MONITEUR BELGE Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD la modernisation du tissu économique, par une préservation du tissu mixte défini par le plan de secteur et par une restructuration des zones industrielles, portuaires et de transport; le soutien aux transformations du tissu industriel; le renforcement de la centralité métropolitaine et des centres anciens porteurs d identité locale; l arrêt de la diffusion du bureau dans l ensemble de la ville par la désignation de centres préférentiels pour l accueil des bureaux; la restructuration de l espace de la Région en donnant à l axe du canal un rôle catalyseur d opérations urbaines d envergure; la valorisation des équipements ayant un impact direct sur la vie économique; la gestion de la mobilité àl échelle de la région; le renforcement de l identité de la ville par la mise en valeur d éléments du paysage urbain qui contribuent à la beauté de la ville (espaces structurants, trame verte, protection du patrimoine); le soutien aux projets culturels dynamiques; Considérant que le présent projet de plan régional d affectation du sol précise et renforce ces différents principes, notamment, par la reconnaissance de zones d habitat à prédominance résidentielle et de zones d habitation, par la protection accrue du logement et des intérieurs d îlots, ainsi que par l introduction de concepts nouveaux tels que la gestion des bureaux par maille, les liserés de noyaux commerciaux; Qu en effet, ledit projet se fonde sur les principes du plan régional de développement dans l esprit duquel il s intègre, garantissant de la sorte une politique durable et équilibrée de l urbanisme et de l aménagement du territoire; Qu à cet égard, le présent projet établit un juste équilibre entre les impératifs de développement économique et d attractivité résidentielle de la région par une protection renforcée du logement; Que le présent projet de plan régional d affectation du sol, en conformité avec le plan régional de développement, a adapté les limites du zonage du plan de secteur, notamment, sur base de la situation existante de fait; Qu à la différence du plan régional de développement qui prévoyait trois territoires urbains distincts (le périmètre de protection accrue du logement, le périmètre de protection du logement, le périmètre de redéploiement du logement et de l entreprise ), le présent projet de plan régional d affectation du sol s est fixé comme objectif de définir de manière plus précise la mixité endéterminant quatre zones de mixité différenciée (la zone d habitation à prédominance résidentielle, la zone d habitation, la zone mixte et la zone de forte mixité); Que le choix des affectations a résulté d un processus qui s est déroulé en plusieurs étapes; Qu ainsi, le présent projet de plan régional d affectation du sol s inspire des objectifs généraux du plan régional de développement visant à promouvoir un développement équilibré delarégion; qu il prend en compte les situations existantes de fait et de droit et analyse les situations urbanistiques particulières pour ensuite établir un zonage à l échelle de l îlot; Que les commerces ont fait l objet d un traitement spécifique par la création du liseré de noyau commercial représenté sur la carte des affectations; le concept de liseré de noyau commercial a permis de maintenir davantage de zones d habitation tout en garantissant la survie et le développement des îlots à caractère commercial; Que la morphologie, l homogénéité et les caractéristiques du bâti existant ont été pris en compte pour déterminer les affectations du présent projet de plan régional d affectation du sol; Que, pour assurer la clarté et la transparence administrative, il était nécessaire de recourir à une terminologie simple et différenciée des plans précedents et de créer des zones d affectation en rapport avec le contenu des prescriptions y relatives; de modernisering van de economische structuur door de bescherming van de gemengde structuur die is bepaald in het gewestplan en door een herstructurering van de industrie-, haven- en vervoergebieden; de ondersteuning van de verandering van de industriële structuur; de versterking van het grootstedelijk karakter van de hoofdstad en van de oude wijken met een plaatselijke identiteit; de stopzetting van de verspreiding van kantoren over de hele stad door de aanduiding van voorkeursgebieden voor het onthaal van kantoren; de herstructurering van de ruimte van het Gewest door aan het kanaal een rol van catalysator toe te vertrouwen voor de grootschalige stedelijke activiteiten; de opwaardering van de voorzieningen die een rechtstreekse invloed hebben op het economisch leven; het beheer van de mobiliteit op schaal van het gewest; de versterking van de identiteit van de stad door de opwaardering van elementen van het stedelijk landschap die de stad verfraaien (structurende ruimten, groenstroken, bescherming van het erfgoed); de ondersteuning van dynamische culturele projecten; Overwegende dat dit ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan die verschillende principes verduidelijkt en versterkt, meer bepaald, door de erkenning van woongebieden met residentieel karakter en typische woongebieden, door de verhoogde bescherming van de huisvesting en van de binnenterreinen van huizenblokken, evenals door het invoeren van nieuwe begrippen zoals het beheer van de kantoren per maas, de linten voor handelskernen; Dat immers het genoemde ontwerp gebaseerd is op de principes van het Gewestelijk Ontwikkelingsplan en in de geest ervan is opgesteld, waardoor een duurzaam en evenwichtig beleid inzake stedenbouw en ruimtelijke ordening wordt gewaarborgd; Dat dit ontwerp, in dat opzicht een billijk evenwicht tot stand brengt tussen de dwingende eisen van de economische ontwikkeling en de residentiële aantrekkelijkheid van het gewest door een versterkte bescherming van de huisvesting; Dat dit ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan, in overeenstemming met het Gewestelijk Ontwikkelingsplan, de grenzen van de gebieden van het gewestplan gewijzigd heeft, inzonderheid op basis van de bestaande feitelijke toestand; Dat, in tegenstelling tot het Gewestelijk Ontwikkelingsplan - dat drie onderscheiden gebieden in de stad voorzag (de perimeter voor de verhoogde bescherming van de huisvesting, de perimeter voor de bescherming van de huisvesting en de perimeter voor de herontplooiing van de huisvesting en de bedrijven) -, dit ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan ten doel heeft het gemengd karakter te verduidelijken aan de hand van vier gebieden met een verschillend gemengd karakter (het woongebied met residentieel karakter, het typisch woongebied, het gemengd gebied en het sterk gemengd gebied); Dat de keuze van de bestemmingen het gevolg is van een proces dat in meerdere fasen is verlopen; Dat dit ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan aldus is gebaseerd op de algemene doelstellingen van het Gewestelijk Ontwikkelingsplan waarin gestreefd wordt naar een evenwichtige ontwikkeling van het Gewest; dat het rekening houdt met de bestaande feitelijke en rechtstoestand en het de specifieke stedenbouwkundige situaties analyseert om nadien een huizenblok in te delen in gebieden; Dat de handelszaken specifiek werden behandeld door de invoering van het lint voor handelskernen dat op de bestemmingskaart is afgebeeld; het concept van lint voor handelskernen heeft mogelijk gemaakt meer typische woongebieden in stand te houden en tegelijk het voortbestaan en de ontwikkeling van de huizenblokken met commercieel karakter te waarborgen; Dat werd rekening gehouden met de morfologie, de homogeniteit en de kenmerken van de bestaande bebouwing om de bestemmingen van dit ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan vast te leggen; Dat het om de bestuurlijke klaarheid en transparantie te waarborgen nodig was een eenvoudige en onderscheiden terminologie te hanteren en bestemmingsgebieden te creëren die aansluiten op de inhoud van de desbetreffende voorschriften;

10 MONITEUR BELGE Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD Qu ainsi le présent projet de plan régional d affectation du sol identifie les zones d affectations suivantes, réparties en cinq grandes catégories : les zones d habitat : les zones d habitation à prédominance résidentielle et les zones d habitation; les zones de mixité : les zones mixtes, les zones de forte mixité; les zones d industries : les zones d industries urbaines, les zones de transport et d activité portuaire; les autres zones d activités : les zones administratives, les zones d équipement d intérêt collectif ou de service public, les zones de chemin de fer; les zones d espaces verts et les zones agricoles : les zones vertes, les zones vertes de haute valeur biologique, les zones de parc, les zones de sports ou de loisirs de plein air, les zones de cimetière, les zones forestières, les zones agricoles; Vu l avis du Conseil d Etat, du 3 mai 1999 relatif au projet d arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale adoptant le projet de plan régional d affectation du sol; Sur la proposition du Ministre chargé de l aménagement du territoire, Arrête : Article 1 er. Le projet de plan régional d affectation du sol est adopté. Il comporte les pièces ci-annexées : 1 le cahier des prescriptions littérales en ce compris le glossaire; 2 le carte de la situation existante de fait; 3 la carte de la situation existante de droit; 4 la carte des affectations du sol; 5 la carte des voiries; 6 la carte des transport en commun; 7 la carte des superficies de bureaux existants et admissibles. Art. 2. A dater de la présente publication, le présent projet de plan régional d affectation du sol remplace le projet de plan régional d affectation du sol adopté le 16 juillet 1998; Art. 3. La liste des administrations et des organismes d intérêt public régional visée par l article 28, alinéa 2 de l ordonnance du 29 août 1991 organique de la planification et de l urbanisme est reproduite en annexe 1 du présent arrêté; Art. 4. Le Secrétaire d Etat chargé de l aménagement du territoire est chargé de l exécution du présent arrêté. Bruxelles, le 30 août J. SIMONET Ministre-Président, chargé des Pouvoirs locaux, de l Aménagement du Territoire, des Monuments et des Sites, de la Rénovation urbaine et de la Recherche scientifique J. CHABERT Ministre chargé des Travaux publics, du Transport, de la Lutte contre l incendie et l Aide médicale urgente E. TOMAS Ministre chargé de l Emploi, de l Economie, de l Energie et du Logement D. GOSUIN Ministre chargé de l Environnement et de la Politique de l eau, de la Rénovation, de la Conservation de la nature et de la Propreté publique Mme A. NEYTS-UYTTEBROECK Ministre chargée des Finances, du Budget, de la Fonction publique et des Relations extérieures Dat dit ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan aldus de volgende bestemmingsgebieden vastlegt, verdeeld in vijf grote categorieën : de woongebieden : de woongebieden met residentieel karakter en de typische woongebieden; de gebieden met gemengd karakter : de gemengde gebieden, de sterk gemengde gebieden; de industriegebieden : de stedelijke industriegebieden, de gebieden voor haven- en vervoeractiviteiten; de andere activiteitengebieden : de administratiegebieden, de gebieden voor uitrustingen van algemeen belang of voor openbare diensten, de spoorweggebieden; de groengebieden en de landbouwgebieden : de groengebieden, de groengebieden met hoogbiologische waarde, de parkgebieden, de gebieden voor sport en ontspanning in de open lucht, de begraafplaatsgebieden, de bosgebieden, de landbouwgebieden; Gelet op het advies van de Raad van State van 3 mei 1999 nopens het ontwerp van besluit van de Brussselse Hoofdstedelijke Regering tot goedkeuring van het gewestelijk bestemmingsplan; Op de voordracht van de Minister van Ruimtelijke Ordening, Besluit : Artikel 1. Het gewestelijk bestemmingsplan wordt aangenomen. Het omvat de volgende stukken : 1 de bundel van de geschreven voorschriften met inbegrip van de verklarende woordenlijst; 2 de kaart van de bestaande feitelijke toestand; 3 de kaart van de bestaande rechtstoestand; 4 de bestemmingskaart; 5 de kaart van de wegen; 6 de kaart van het openbaar vervoer; 7 de kaart van de toelaatbare en bestaande kantooroppervlakten. Art. 2. Met ingang van deze bekendmaking vervangt dit ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan het op 16 juli 1998 aangenomen ontwerp van gewestelijk bestemmingsplan. Art. 3. De lijst van de besturen en de gewestelijke instellingen van openbaar nut bedoeld door artikel 28, tweede lid van de ordonnantie van 29 augustus 1991 houdende de planning en de stedenbouw is opgenomen als bijlage van dit besluit; Art. 4. De Staatssecretaris van Ruimtelijke Ordening is belast met de uitvoering van dit besluit. Brussel, 30 augustus J. SIMONET Minister-Voorzitter, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek J. CHABERT Minister belast met Openbare Werken, Vervoer, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp E. TOMAS Minister belast met Werkgelegenheid, Economie, Energie en Huisvesting D. GOSUIN Minister belast met Leefmilieu, Waterbeleid, Renovatie, Natuurbehoud en Openbare Netheid Mevr. A. NEYTS-UYTTEBROECK Minister belast met Financiën, Begroting, Ambtenarenzaken en Externe Betrekkingen Les cartes jointes à cet arrêté parraissent en supplément au Moniteur belge de ce jour. De kaarten bij dit besluit verschijnen in bijvoegsel tot het Belgisch Staatsblad van heden.

11 32540 MONITEUR BELGE Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD PLAN REGIONAL D AFFECTATION DU SOL Dispositions relatives à l affectation du sol A. PRESCRIPTIONS GÉNÉRALES RELATIVES A L ENSELE DES ZONES 0.1. La réalisation d espaces verts est autorisée dans toutes les zones, notamment en vue de contribuer à laréalisation du maillage vert. Lorsqu elles s inscrivent dans le cadre du maillage vert du plan régional de développement, les demandes de certificat d urbanisme ou de permis d urbanisme portant sur une ou plusieurs parcelles représentant une superficie au sol de minimum m 2 doivent prévoir le maintien ou la réalisation d un espace vert représentant au moins 10% de cette superficie au sol Les actes et travaux dans les espaces verts, publics ou privés, sont soumis aux mesures particulières de publicité, sauf si ces actes et travaux sont conformes à l aménagement arrêté en application de l article 31 du Code forestier, au plan de gestion ou au règlement de gestion visés aux articles 24 et 33 de l ordonnance du 27 avril 1995 relative à la sauvegarde et à la protection de la nature Les travaux amenant à la suppression ou à la réduction de la surface de plans d eau de plus de 100 m 2 et les travaux amenant à la suppression ou à la réduction du débit des ruisseaux, rivières ou voies d eau sont interdits. Les actes et travaux, autres que de gestion du réseau hydrographique, qui portent atteinte aux plans d eau de plus de 100 m 2 ou aux ruisseaux, rivières, voies d eau et sources sont soumis aux mesures particulières de publicité Les projets de construction ou de lotissement sur une propriété plantée de plus de m 2 sont soumis aux mesures particulières de publicité Dans toutes les zones, l amélioration des qualités végétales, minérales, esthétiques et paysagères des intérieurs d îlots doit être favorisée. Il ne peut être porté atteinte aux intérieurs d îlots qu aux conditions suivantes : 1 les actes et travaux, au-delà d une profondeur de 20 mètres à partir du front de bâtisse, sont soumis aux mesures particulières de publicité; 2 les actes et travaux respectent les prescriptions particulières Dans toutes les zones, les équipements d intérêt collectif ou de service public peuvent être admis dans une mesure compatible avec la destination générale de la zone considérée et les caractéristiques du cadre urbain environnant. Lorsque ces équipements ne font pas partie des activités autorisées par les prescriptions particulières ou en cas de dépassement de la superficie de planchers autorisée par les prescriptions particulières de la zone, ces équipements sont soumis aux mesures particulières de publicité En vue de protéger le patrimoine, un immeuble inscrit sur la liste de sauvegarde ou classé dans sa totalité ou partiellement dans ses éléments principaux, en vertu de l ordonnance du 4 mars 1993 relative à la conservation du patrimoine immobilier, peut être affecté au logement, aux activités productives, aux commerces, aux bureaux ou aux établissements hôteliers pour autant que l impossibilité de conserver son affectation originelle sans modifier sa conception architecturale ait été démontrée et après que les actes et travaux auront été soumis aux mesures particulières de publicité et à l avis de la Commission royale des monuments et des sites. Dans ce cas, 1 les activités productives et les commerces peuvent être autorisés moyennant le respect des limites de superficie de planchers édictées par les prescriptions particulières; 2 la réaffectation en bureaux et en activités de production de services matériels et de biens immatériels est autorisée. La superficie de planchers affectée aux bureaux est prise en considération pour le calcul du solde de bureaux admissibles dans la maille; GEWESTELIJK BESTEMMINGSPLAN Bepalingen betreffende de bodembestemming A. ALGEMENE VOORSCHRIFTEN VOOR ALLE GEBIEDEN 0.1. De aanleg van groene ruimten is toegestaan in alle gebieden, meer bepaald om bij te dragen tot de verwezenlijking van het groen netwerk. Wanneer ze passen in het groen netwerk van het gewestelijk ontwikkelingsplan moeten aanvragen om stedenbouwkundige attesten of vergunningen die betrekking hebben op een of meer percelen met een terreinoppervlakte van minimum m 2 voorzien in het behoud of de aanleg van een groene ruimte die overeenstemt met minstens 10 % van deze terreinoppervlakte Handelingen en werken in openbare of private groene ruimten zijn onderworpen aan de speciale regelen van openbaarmaking, behalve wanneer deze handelingen en werken in overeenstemming zijn met de inrichting vastgelegd krachtens artikel 31 van het Boswetboek, met het beheersplan of met het beheersreglement zoals bedoeld in de artikelen 24 en 33 van de ordonnantie van 27 april 1995 tot behoud en bescherming van de natuur Werken die leiden tot de verdwijning of vermindering van de oppervlakte van waterplassen van meer dan 100 m 2 en werken die leiden tot de verdwijning of vermindering van het debiet van beken, rivieren of waterlopen, zijn verboden. Handelingen en werken, andere dan voor het beheer van het hydrografisch net, die waterplassen van meer dan 100 m 2 of beken, rivieren, waterlopen en bronnen aantasten, zijn aan de speciale regelen van openbaarmaking onderworpen Projecten voor bebouwing of verkaveling van beplante eigendommen van meer dan m 2 zijn aan de speciale regelen van openbaarmaking onderworpen In alle gebieden dient de opwaardering van de groene, minerale, esthetische en landschapskwaliteit van de binnenterreinen van huizenblokken te worden bevorderd. De binnenterreinen van de huizenblokken mogen enkel worden aangetast onder de volgende voorwaarden : 1 de handelingen en werken, uitgevoerd op meer dan 20 meter diep vanaf de bouwlijn, zijn onderworpen aan de speciale regelen van openbaarmaking; 2 de handelingen en werken eerbiedigen de bijzondere voorschriften Uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten kunnen in alle gebieden worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de algemene bestemming van het betrokken gebied en met de kenmerken van het omliggend stedelijk kader. Wanneer deze uitrustingen geen deel uitmaken van de door de bijzondere voorschriften toegestane activiteiten of wanneer de vloeroppervlakte, zoals toegestaan door de bijzondere voorschriften van het gebied, wordt overschreden, zijn deze uitrustingen aan de speciale regelen van openbaarmaking onderworpen Met het oog op de bescherming van het erfgoed kan een volledig of in zijn hoofdelementen gedeeltelijk beschermd of op de bewaarlijst ingeschreven goed, krachtens de ordonnantie van 4 maart 1993 betreffende het behoud van het onroerend erfgoed, bestemd worden voor huisvesting, productie-activiteiten, handelszaken, kantoren of hotelinrichtingen voor zover bewezen is dat het onmogelijk is de oorspronkelijke bestemming te behouden zonder de architecturale structuur te wijzigen en nadat de handelingen en werken aan de speciale regelen van openbaarmaking en aan het advies van de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen werden onderworpen. In dit geval, 1 kunnen productie-activiteiten en handelszaken worden toegestaan als de door de bijzondere voorschriften vastgestelde vloeroppervlaktedrempels geëerbiedigd worden; 2 kan de herbestemming als kantoor en voor activiteiten voor de vervaardiging van materiële en immateriële goederen worden toegestaan. De vloeroppervlakte bestemd voor kantoren wordt in aanmerking genomen voor de berekening van de resterende toelaatbare kantoren in de maas;

12 MONITEUR BELGE Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD les établissements hôteliers peuvent être autorisés moyennant le respect des limites édictées par les prescriptions particulières En liseré de noyau commercial ou dans les zones marquées d un «G» repris sur la carte des affectations, les rez-de-chaussée des immeubles sont affectés par priorité aux commerces. L affectation des étages au commerce ne peut être autorisée que lorsque les conditions locales le permettent et après que les actes et travaux auront été soumis aux mesures particulières de publicité. La superficie des planchers affectée aux commerces est limitée, par projet et par immeuble, à 500 m 2. L augmentation de cette superficie jusqu à m 2 ne peut être autorisée que lorsque les conditions locales le permettent et après que les actes et travaux auront été soumis aux mesures particulières de publicité. L augmentation de cette superficie au-delà de m 2 ne peut être autorisée qu à l une des conditions suivantes : - le commerce réutilise un immeuble existant et inexploité; - cette affectation est prévue par un plan particulier d affectation du sol. La continuité du logement doit être assurée dans les noyaux commerciaux. Les actes et travaux garantissent un accès distinct aux logements situés aux étages Dans le respect de l application de la prescription 0.10, les immeubles existants dont la destination indiquée dans les permis de bâtir ou d urbanisme qui les concernent ou, à défaut, dont l utilisation licite ne correspond pas aux affectations du plan, peuvent faire l objet de travaux de transformation ou de rénovation lourde. Les actes et travaux respectent les conditions suivantes : 1 ils n entraînent pas un accroissement supérieur à 20 % de la superficie de planchers existante par période de 20 ans; 2 ils répondent aux prescriptions 1,5, 2.5, 3.5, 4.5 ou 7.4 de la zone concernée par le projet; 3 ils sont soumis aux mesures particulières de publicité. 4 la reconstruction est autorisée moyennant le respect des caractéristiques urbanistiques de l îlot. En cas de destruction suite à un cas de force majeure, ils peuvent faire l objet d une reconstruction aux mêmes conditions. La faculté d accroissement s applique également aux immeubles existants dont la superficie de planchers excède les limites édictées par les prescriptions particulières, moyennant, s il échet, le respect de la prescription 0.13 applicable aux bureaux. En outre, cette faculté d accroissement ne s applique ni dans les zones vertes à haute valeur biologique, ni dans les zones forestières, ni dans les zones de réserve foncière. 0.9bis. Dans le respect de l application de la prescription 0.10, les immeubles existants et inexploités construits avant 1962 et dont la dernière utilisation licite ne correspond pas aux affectations du plan peuvent faire l objet de travaux de transformation ou de rénovation lourde, en vue de favoriser leur réutilisation. Après que les actes et travaux auront été soumis aux mesures particulières de publicité et pour autant que la qualité résidentielle de l îlot ne soit pas compromise, ces immeubles peuvent être affectés : 1 aux logements; 2 aux bureaux moyennant le respect de la prescription 0.13.; 3 à toute autre affectation nonobstant le dépassement des superficies autorisées par les prescriptions particulières de la zone considérée et s il échet, dans le respect de la superficie de planchers autorisée par permis d urbanisme Sans préjudice de l application de la prescription 0.9, l exploitation des établissements soumis à permis d environnement dont l activité ne correspond pas aux prescriptions du plan, peut être poursuivie conformément à l autorisation reçue. 3 kunnen hotelinrichtingen worden toegestaan als de door de bijzondere voorschriften vastgestelde drempels geëerbiedigd worden Benedenverdiepingen van onroerende goederen gelegen in een lint voor handelskernen of in gebieden die zijn aangeduid met een «G», weergegeven op de bestemmingskaart, worden bij voorrang bestemd voor handelszaken. De bestemming van de bovenverdiepingen voor de handel kan slechts worden toegestaan wanneer de plaatselijke omstandigheden dit mogelijk maken en nadat de handelingen en werken aan de speciale regelen van openbaarmaking werden onderworpen. De vloeroppervlakte voor handelszaken is, per project en per onroerend goed, beperkt tot 500 m 2. De vergroting van deze oppervlakte tot m 2 kan enkel worden toegestaan wanneer de plaatselijke omstandigheden dit mogelijk maken en nadat de handelingen en werken aan de speciale regelen van openbaarmaking werden onderworpen. De vergroting van deze oppervlakte tot meer dan m 2 kan slechts worden toegestaan onder een van de volgende voorwaarden : - de handelszaak hergebruikt een bestaand onroerend goed dat niet wordt uitgebaat; - deze bestemming is vastgelegd in een bijzonder bestemmingsplan; De continuïteit van het wonen moet in de handelskernen verzekerd zijn. De handelingen en werken moeten voorzien in een aparte ingang tot de woningen op de bovenverdiepingen In naleving van voorschrift 0.10 mogen verbouwingswerken of grondige renovatiewerken worden uitgevoerd aan bestaande onroerende goederen waarvan de bestemming vermeld is in de bouw- of stedenbouwkundige vergunningen die hierop betrekking hebben of, bij ontstentenis daarvan, waarvan het rechtmatig gebruik niet overeenstemt met de bestemmingen van het plan. De handelingen en werken voldoen aan de volgende voorwaarden : 1 ze vergroten de bestaande vloeroppervlakte om de 20 jaar niet met meer dan 20 %; 2 ze voldoen aan voorschriften 1.5, 2.5, 3.5, 4.5 of 7.4 van het gebied waarop het project betrekking heeft; 3 ze worden onderworpen aan de speciale regelen van openbaarmaking; 4 de wederopbouw is toegelaten als de stedenbouwkundige kenmerken van het huizenblok geëerbiedigd worden. Wederopbouwwerken kunnen eveneens toegelaten worden in geval van afbraak ten gevolge van een geval van overmacht. De mogelijkheid tot vergroting is eveneens van toepassing op bestaande onroerende goederen waarvan de vloeroppervlakte de door de bijzondere voorschriften vastgestelde drempels overschrijdt, op voorwaarde dat, in dit geval, voorschrift 0.13 wordt nageleefd. Daarenboven geldt deze mogelijkheid tot vergroting niet in groengebieden met hoogbiologische waarde, bosgebieden en grondreservegebieden. 0.9bis. Aan de bestaande en niet-uitgebate onroerende goederen die voor 1962 gebouwd werden en waarvan het rechtmatig gebruik niet overeenstemt met de bestemmingen van het plan, kunnen, met het oog op het wedergebruik ervan, verbouwings- of grondige renovatiewerken uitgevoerd worden mits de inachtneming van voorschrift Nadat de handelingen en werken onderworpen zijn aan de speciale regelen van openbaarmaking en voorzover de residentiële kwaliteit van het huizenblok niet in het gedrang wordt gebracht, kunnen deze onroerende goederen bestemd worden : 1 voor woningen; 2 voor kantoren als voorschrift 0.13 in acht genomen wordt; 3 voor iedere andere bestemming niettegenstaande de overschrijding van de door de bijzondere voorschriften toegestane oppervlakten van desbetreffend gebied en, in voorkomend geval, de eerbiediging van de in de stedenbouwkundige vergunning toegelaten vloeroppervlakte Onverminderd de toepassing van voorschrift 0.9 mag de uitbating van de inrichtingen waarvoor een milieuvergunning vereist is en waarvan de activiteit niet overeenstemt met de voorschriften van het plan, voortgezet worden overeenkomstig de verkregen vergunning.

13 32542 MONITEUR BELGE Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD A l expiration du délai de validité de l autorisation, celle-ci peut être renouvelée conformément aux dispositions relatives au permis d environnement sans pour autant pouvoir remettre en cause le bien-fondé de l appréciation urbanistique apportée par le permis d urbanisme ou le certificat durant sa période de validité La modification de l utilisation ou de la destination d un logement ainsi que la démolition d un logement ne peuvent être autorisées en zone d habitation à prédominance résidentielle qu à l une des conditions suivantes et après que les actes et travaux auront été soumis aux mesures particulières de publicité : 1 reconstruire au moins la même superficie de logement sur le site; 2 permettre l activité d une profession libérale ou d une entreprise de service intellectuel exercée de manière isolée, pour autant que la superficie de planchers affectée à ces activités soit limitée à 45%dela superficie de planchers du logement existant; 3 permettre l installation d un équipement d intérêt collectif ou de service public; 4 permettre la réalisation d un espace vert; 5 permettre la réaffectation d un immeuble inscrit sur la liste de sauvegarde ou classé dans sa totalité ou partiellement dans ses éléments principaux conformément à la prescription 0.7; 6 permettre l extension d un commerce existant hors liseré de noyau commercial. La modification de l utilisation ou de la destination d un logement ainsi que la démolition d un logement ne peuvent être autorisées en zone d habitation, en zone mixte, en zone de forte mixité ou en zone administrative qu à l une des conditions suivantes et après que les actes et travaux auront été soumis aux mesures particulières de publicité : 1 reconstruire au moins la même superficie de logement sur le site; 2 permettre l activité d une profession libérale ou d une entreprise de service intellectuel exercée de manière isolée, pour autant que la superficie de planchers affectée à ces activités soit limitée à 45%dela superficie de planchers du logement existant. 3 permettre l extension d un commerce en liseré de noyau commercial dans le respect de la prescription 0.8; 4 permettre l extension d un commerce existant hors liseré de noyau commercial ou d une activité productive existante dans le respect des prescriptions particulières de la zone concernée; 5 permettre l installation d un équipement d intérêt collectif ou de service public; 6 permettre la réalisation d un espace vert; 7 permettre la réaffectation d un immeuble inscrit sur la liste de sauvegarde ou classé dans sa totalité ou partiellement dans ses éléments principaux conformément à la prescription 0.7. Toutefois, en zone administrative, cette modification ou cette démolition implique la reconstruction d une superficie de logement au moins équivalente dans la zone Les travaux d infrastructure ne peuvent compromettre l affectation des terrains où sont exécutés les travaux et qui ne comportent pas ces infrastructures en surface Dans les zones d habitation à prédominance résidentielle et d habitation, la superficie de planchers de bureaux et des activités de production de services matériels et de production de biens immatériels est limitée, dans la maille, au nombre de mètres carrés indiqués sur la carte des superficies de bureaux admissibles. Dans les zones mixtes ou de forte mixité, la superficie de planchers de bureaux et des activités de production de services matériels et de production de biens immatériels est limitée, dans la maille, au nombre de mètres carrés indiqués sur la carte des superficies de bureaux admissibles. Moyennant l entrée en vigueur d un plan particulier d affectation du sol, les superficies de planchers de bureaux admissibles peuvent être réparties spatialement, entre ces zones, aux conditions suivantes : 1 la superficie de planchers de bureaux autorisée par la carte des superficies de bureaux admissibles pour la maille dans laquelle est compris le périmètre du plan particulier d affectation du sol, n est pas dépassée; Wanneer de vergunning vervalt, kan deze worden hernieuwd overeenkomstig de bepalingen aangaande de milieuvergunning zonder dat hierbij evenwel de gegrondheid van de stedenbouwkundige beoordeling in de stedenbouwkundige vergunning of het attest tijdens de geldigheid ervan kan worden in vraag gesteld De wijziging van het gebruik of van de bestemming van een woning evenals de afbraak van een woning in een woongebied met residentieel karakter kunnen slechts toegestaan worden nadat de handelingen en werken zijn onderworpen aan de speciale regelen van openbaarmaking en onder een van de volgende voorwaarden : 1 dat op dezelfde plaats minstens voor dezelfde oppervlakte aan woningen wordt heropgebouwd; 2 dat de activiteit van een vrij beroep of van een bedrijf voor intellectuele dienstverlening die afzonderlijk wordt uitgeoefend, toegelaten is voor zover de vloeroppervlakte voor deze activiteiten beperkt is tot 45 % van de vloeroppervlakte van de bestaande woning; 3 dat een uitrusting van collectief belang of voor openbare diensten er kan worden gevestigd; 4 dat een groene ruimte kan worden aangelegd; 5 dat een onroerend goed, ingeschreven op de bewaarlijst of volledig of in zijn hoofdelementen gedeeltelijk beschermd, overeenkomstig voorschrift 0.7, kan worden herbestemd; 6 dat de uitbreiding van een bestaande handelszaak buiten het lint voor handelskernen mogelijk is; De wijziging van het gebruik of van de bestemming van een woning evenals de afbraak van een woning in een typisch woongebied, een gemengd gebied, een sterk gemengd gebied of in een administratiegebied kunnen slechts worden toegestaan nadat de handelingen en werken zijn onderworpen aan de speciale regelen van openbaarmaking en onder een van de volgende voorwaarden : 1 dat op dezelfde plaats minstens voor dezelfde oppervlakte aan woningen wordt heropgebouwd; 2 dat de activiteit van een vrij beroep of van een bedrijf voor intellectuele dienstverlening die afzonderlijk wordt uitgeoefend, toegelaten is voor zover de vloeroppervlakte voor deze activiteiten beperkt is tot 45 % van de vloeroppervlakte van de bestaande woning; 3 dat de uitbreiding van een handelszaak in een lint voor handelskernen wordt toegestaan met inachtneming van voorschrift 0.8; 4 dat de uitbreiding van een bestaande handelszaak, buiten het lint voor handelskernen, of van een bestaande productie-activiteit mogelijk is met inachtneming van de bijzondere voorschriften van het betrokken gebied; 5 dat een uitrusting van collectief belang of voor openbare diensten er kan worden gevestigd; 6 dat een groene ruimte kan worden aangelegd; 7 dat een onroerend goed, ingeschreven op de bewaarlijst of volledig of in zijn hoofdelementen gedeeltelijk beschermd, overeenkomstig voorschrift 0.7, kan worden herbestemd. In een administratiegebied veronderstelt deze wijziging of afbraak evenwel de wederopbouw van minstens dezelfde oppervlakte aan woonruimte in het gebied De infrastructuurwerken mogen geen afbreuk doen aan de bestemming van de terreinen waarop deze werken worden uitgevoerd en waarop deze infrastructuren niet aanwezig zijn In de woongebieden met residentieel karakter en de typische woongebieden is de vloeroppervlakte van kantoren en activiteiten voor de vervaardiging van materiële diensten en de vervaardiging van immateriële goederen in de maas beperkt tot het aantal vierkante meter dat is aangeduid op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten. In de gemengde of sterk gemengde gebieden is de vloeroppervlakte van kantoren en activiteiten voor de vervaardiging van materiële diensten en de vervaardiging van immateriële goederen in de maas beperkt tot het aantal vierkante meter dat is aangeduid op de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten. Mits de inwerkingtreding van een bijzonder bestemmingsplan mogen de toelaatbare kantooroppervlakten, tussen deze gebieden, onder de volgende voorwaarden ruimtelijk worden gespreid : 1 geen overschrijding van de vloeroppervlakte van kantoren die is toegestaan door de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten voor de maas waarin de perimeter van het bijzonder bestemmingsplan is gelegen;

14 MONITEUR BELGE Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD les limitations des superficies de planchers de bureaux des prescriptions 1.2, 2.2, 3.2 et 4.1 sont respectées. Pour le respect de la carte des superficies de bureaux admissibles, il n est pas tenu compte : 1 des superficies de planchers de bureaux inférieures ou égales à 75 m 2 ; 2 des superficies de planchers de bureaux supérieures à 75m 2 et inférieures ou égales à 200 m 2, pour autant que ces bureaux soient liés à du logement et que la superficie de planchers soit limitée à 45%de la superficie totale du logement existant; 3 des superficies de planchers de bureaux intégrées dans les projets répondant aux conditions de la prescription 4.4 dans les zones de forte mixité A l exception des actes et travaux visés par la prescription 0.11, les actes et travaux dispensés de l avis conforme du fonctionnaire délégué en exécution de l article 117 de l ordonnance organique du 29 août 1991 de la planification et de l urbanisme sont exonérés des mesures particulières de publicité requises par les présentes prescriptions Le tracé dubâti figurant sur la carte des affectations et de la situation existante est mentionné àtitre indicatif En zone d habitations à prédominance résidentielle ou en zone d habitations, les parcelles limitées par la face d îlot marquée, en surimpression, d un point de variation de mixité bénéficient de l application des prescriptions relatives à la zone mixte. En zone mixte ou de forte mixité, les parcelles limitées par la face d îlot marquée, en surimpression, d un point de variation de mixité bénéficient de l application des prescriptions relatives à la zone d habitation. 2 naleving van voorschriften 1.2, 2.2, 3.2 en 4.1 met betrekking tot de drempels voor de kantoorvloeroppervlakten. Voor de naleving van de kaart van de toelaatbare kantooroppervlakten is geen rekening gehouden met : 1 de vloeroppervlakten van kantoren van minder dan of gelijk aan 75 m 2 ; 2 de vloeroppervlakten van kantoren van meer dan 75 m 2 en gelijk aan of minder dan 200 m 2, voor zover deze kantoren bij een woning behoren en de vloeroppervlakte beperkt is tot 45 % van de totale oppervlakte van de bestaande woning; 3 de vloeroppervlakten van kantoren in de projecten die voldoen aan de voorwaarden van voorschrift 4.4 in de sterk gemengde gebieden De handelingen en werken die krachtens artikel 117 van de ordonnantie van 29 augustus 1991 houdende organisatie van de planning en de stedenbouw vrijgesteld zijn van het eensluidend advies van de gemachtigde ambtenaar, zijn vrijgesteld van de door deze voorschriften opgelegde speciale regelen van openbaarmaking, uitgezonderd de werken bedoeld in voorschrift De afbakening van de bouwstructuur op de bestemmingskaart en op de kaart van de bestaande toestand is richtinggevend In een woongebied met residentieel karakter of in een typisch woongebied zijn de voorschriften van het gemengd gebied van toepassing op de percelen die begrensd zijn door de voorzijde van een huizenblok dat in overdruk is aangeduid met een punt van wisselend gemengd karakter. In een gemengd gebied of sterk gemengd gebied zijn de voorschriften van het typisch woongebied van toepassing op de percelen die begrensd zijn door de voorzijde van een huizenblok dat in overdruk is aangeduid met een punt van wisselend gemengd karakter. B. PRESCRIPTIONS PARTICULIÈRES RELATIVES AUX ZONES D HABITAT 1. Zones d habitations à prédominance résidentielle 1.1. Ces zones sont affectées aux logements Ces zones peuvent aussi être affectées aux équipements d intérêt collectif ou de service public et aux activités productives dont la superficie de planchers de l ensemble de ces fonctions ne dépasse pas, par immeuble, 300 m 2. Ces zones peuvent également être affectées aux bureaux dont la superficie de planchers est limitée à 200 m 2 par immeuble En dehors des liserés de noyaux commerciaux, les rez-dechaussée des immeubles peuvent être affectés aux commerces. Le premier étage peut également être affecté aux commerces lorsque les conditions locales le permettent et après que les actes et travaux ont été soumis aux mesures particulières de publicité. La superficie des planchers affectés aux commerces ne peut dépasser, par projet et par immeuble, 150 m 2. Les actes et travaux garantissent un accès distinct aux logements situés aux étages Ces zones peuvent aussi être affectées aux établissements hôteliers pour autant que leur capacité nedépasse pas vingt chambres Conditions générales pour toutes les affectations visées aux prescriptions 1.1 à 1.4 : 1 seuls les actes et travaux relatifs au logement et aux équipements d intérêt collectif ou de service public peuvent porter atteinte aux intérieurs d îlots sous réserve du respect de le densité moyenne des parcelles bâties de l îlot ou, le cas échéant, des îlots voisins; Cette condition ne porte pas préjudice à la réaffectation des constructions existantes; 2 les caractéristiques urbanistiques des constructions et installations s accordent avec celles du cadre urbain environnant; leurs modifications sont soumises aux mesures particulières de publicité; 3 la nature des activités est compatible avec l habitation; B. BIJZONDERE VOORSCHRIFTEN BETREFFENDE DE WOONGE- BIEDEN 1. Woongebieden met residentieel karakter Deze gebieden zijn bestemd voor huisvesting Deze gebieden kunnen eveneens worden bestemd voor uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten en productieactiviteiten waarvan de vloeroppervlakte van al deze functies samen, per onroerend goed, niet meer bedraagt dan 300 m 2. Deze gebieden kunnen ook worden bestemd voor kantoren waarvan de vloeroppervlakte, per onroerend goed, beperkt is tot 200 m Buiten de linten voor handelskernen kunnen de benedenverdiepingen van de onroerende goederen bestemd worden voor handelszaken. De eerste verdieping kan eveneens bestemd worden voor handelszaken wanneer de plaatselijke omstandigheden dit mogelijk maken en nadat de handelingen en werken aan de speciale regelen van openbaarmaking werden onderworpen. De vloeroppervlakte bestemd voor handelszaken mag, per project en per onroerend goed, niet meer dan 150 m 2 bedragen. De handelingen en werken voorzien in een aparte ingang tot de woningen op de bovenverdiepingen Deze gebieden kunnen eveneens worden bestemd voor hotelinrichtingen voor zover deze niet meer dan twintig kamers bevatten Algemene voorwaarden voor alle bestemmingen bedoeld in de voorschriften 1.1 tot 1.4 : 1 enkel de handelingen en werken aan de woningen en aan de uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten mogen de binnenterreinen van huizenblokken aantasten, mits de gemiddelde dichtheid van de bebouwde percelen van het huizenblok of, desgevallend, van de omliggende huizenblokken wordt in acht genomen; Deze voorwaarde doet geen afbreuk aan de herbestemming van de bestaande bouwwerken; 2 het stedenbouwkundig karakter van de bouwwerken en installaties strookt met dat van het omliggend stedelijk kader; wijzigingen eraan zijn onderworpen aan de speciale regelen van openbaarmaking; 3 de aard van de activiteiten is verenigbaar met het wonen;

15 32544 MONITEUR BELGE Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD 4 la continuité du logement est assurée. 2. Zones d habitations 2.1. Ces zones sont affectées aux logements Ces zones peuvent aussi être affectées aux équipements d intérêt collectif ou de service public et aux activités productives dont la superficie de planchers de l ensemble de ces fonctions ne dépasse pas, par immeuble 300 m 2. Cette superficie est portée à m 2 pour les équipements scolaires, culturels, sportifs, sociaux et de santé. Ces zones peuvent également être affectées aux bureaux dont la superficie de planchers est limitée à 200 m 2 par immeuble. L augmentation des superficies de planchers d activités productives et des superficies de bureaux peut être autorisée jusqu à 500 m 2 par immeuble aux conditions suivantes : 1 l augmentation des superficies est dûment motivée par des raisons sociales ou économiques; 2 les conditions locales permettent cette augmentation sans porter atteinte à la fonction principale de la zone; 3 les actes et travaux ont été soumis aux mesures particulières de publicité En dehors des liserés de noyaux commerciaux, les rez-dechaussée des immeubles peuvent être affectés aux commerces. Le premier étage peut également être affecté aux commerces lorsque les conditions locales le permettent et après que les actes et travaux ont été soumis aux mesures particulières de publicité. La superficie des planchers affectées aux commerces ne peut dépasser, par projet et par immeuble, 150 m 2. Cette superficie peut être portée à 300 m 2 par projet et par immeuble aux conditions suivantes : 1 les conditions locales le permettent; 2 les actes et travaux ont été soumis aux mesures particulières de publicité. Les actes et travaux garantissent un accès distinct aux logements situés aux étages Ces zones peuvent aussi être affectées aux établissements hôteliers pour autant que leur capacité ne dépasse pas cinquante chambres Conditions générales pour toutes les affectations visées aux prescriptions 2.1 à 2.4 : 1 seuls les actes et travaux relatifs au logement et aux équipements d intérêt collectif ou de service public peuvent porter atteinte aux intérieurs d îlots sous réserve du respect de la densité moyenne des parcelles bâties de l îlot ou, le cas échéant, des îlots voisins; Cette condition ne porte pas préjudice à la réaffectation des constructions existantes; 2 les caractéristiques urbanistiques des constructions et installations s accordent avec celles du cadre urbain environnant; leurs modifications sont soumises aux mesures particulières de publicité; 3 la nature des activités est compatible avec l habitation; 4 la continuité du logement est assurée. 4 de continuïteit van het wonen is verzekerd; 2. Typische woongebieden Deze gebieden zijn bestemd voor huisvesting Deze gebieden kunnen eveneens worden bestemd voor uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten en productieactiviteiten waarvan de vloeroppervlakte van al deze functies samen, per onroerend goed, niet meer dan 300 m 2 bedraagt. Deze oppervlakte wordt op m 2 gebracht voor school-, culturele, sportieve, sociale en gezondheidsvoorzieningen. Deze gebieden kunnen ook worden bestemd voor kantoren waarvan de vloeroppervlakte, per onroerend goed, beperkt is tot 200 m 2. De vloeroppervlakte van productie-activiteiten en van kantoren mag, per onroerend goed, tot 500 m 2 worden vergroot op voorwaarde dat : 1 deze vergroting behoorlijk gerechtvaardigd is om sociale en economische redenen; 2 de plaatselijke omstandigheden deze vergroting mogelijk maken zonder de hoofdfunctie van het gebied in het gedrang te brengen; 3 de handelingen en werken aan de speciale regelen van openbaarmaking werden onderworpen Buiten de linten voor handelskernen kunnen de benedenverdiepingen van de onroerende goederen bestemd worden voor handelszaken. De eerste verdieping kan eveneens bestemd worden voor handelszaken wanneer de plaatselijke omstandigheden dit mogelijk maken en nadat de handelingen en werken aan de speciale regelen van openbaarmaking werden onderworpen. De vloeroppervlakte bestemd voor handelszaken mag, per project en per onroerend goed, niet meer dan 150 m 2 bedragen. Deze oppervlakte mag, per project en per onroerend goed, op 300 m 2 worden gebracht, op voorwaarde dat : 1 de plaatselijke omstandigheden dit mogelijk maken; 2 de handelingen en werken aan de speciale regelen van openbaarmaking werden onderworpen. De handelingen en werken voorzien in een aparte ingang tot de woningen op de bovenverdiepingen Deze gebieden kunnen eveneens bestemd worden voor hotelinrichtingen voor zover deze niet meer dan vijftig kamers bevatten Algemene voorwaarden voor alle bestemmingen bedoeld in de voorschriften 2.1 tot 2.4 : 1 Enkel de handelingen en werken aan de woningen en aan de uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten mogen de binnenterreinen van huizenblokken aantasten mits de gemiddelde dichtheid van de bebouwde percelen van het huizenblok of, desgevallend, van de omliggende huizenblokken wordt in acht genomen. Deze voorwaarde doet geen afbreuk aan de herbestemming van de bestaande bouwwerken; 2 het stedenbouwkundig karakter van de bouwwerken en installaties strookt met dat van het omliggend stedelijk kader; wijzigingen ervan zijn onderworpen aan de speciale regelen van openbaarmaking; 3 de aard van de activiteiten is verenigbaar met het wonen; 4 de continuïteit van het wonen is verzekerd; C. PRESCRIPTIONS PARTICULIÈRES RELATIVES AUX ZONES DE MIXITE 3. Zones mixtes 3.1. Ces zones sont affectées aux logements Ces zones peuvent aussi être affectées aux équipements d intérêt collectif ou de service public, aux bureaux et aux activités productives. La superficie de planchers de l ensemble de ces fonctions ne dépasse pas, par immeuble, m 2 dans lesquels les bureaux et les activités productives ne peuvent dépasser 500 m 2. C. BIJZONDERE VOORSCHRIFTEN BETREFFENDE DE GEBIE- DEN MET GEMENGD KARAKTER 3. Gemengde gebieden. 3.1 Deze gebieden zijn voor huisvesting bestemd. 3.2 Deze gebieden kunnen ook worden bestemd voor uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten, voor kantoren en productie-activiteiten. De vloeroppervlakte voor al deze functies samen mag, per onroerend goed, niet meer dan m 2 bedragen met een maximum van 500 m 2 voor kantoren en productie-activiteiten.

16 MONITEUR BELGE Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD L augmentation des superficies de planchers des activités productives, à l exclusion des activités de production de services matériels et de production de biens immatériels, peut être autorisée jusqu à m 2 par immeuble aux conditions suivantes : 1 l augmentation des superficies est dûment motivée par des raisons sociales ou économiques; 2 les conditions locales permettent cette augmentation sans porter atteinte à la fonction principale de la zone; 3 les actes et travaux ont été soumis aux mesures particulières de publicité. L augmentation des superficies de planchers de bureaux et d activités de production de services matériels et de production de biens immatériels peut être autorisée jusqu à m 2 par immeuble aux conditions visées à l alinéa En dehors des liserés de noyaux commerciaux, les rez-dechaussée des immeubles peuvent être affectés aux commerces. Le premier étage peut également être affecté aux commerces lorsque les conditions locales le permettent et après que les actes et travaux ont été soumis aux mesures particulières de publicité. La superficie des planchers affectées aux commerces ne peut dépasser, par projet et par immeuble, 200 m 2. Cette superficie peut être portée à 500 m 2, par projet et par immeuble, lorsque les conditions locales le permettent et après que les actes et travaux ont été soumis aux mesures particulières de publicité. Les actes et travaux garantissent un accès distinct aux logements situés aux étages Ces zones peuvent aussi être affectées aux établissements hôteliers pour autant que leur capacité ne dépasse pas 50 chambres. Cette capacité peut être portée à 80 chambres après mesures particulières de publicité Conditions générales pour toutes les affectations visées aux prescriptions 3.1 à 3.4 : 1 les caractéristiques urbanistiques des constructions et des installations s accordent avec celles du cadre urbain environnant; leurs modifications sont soumises aux mesures particulières de publicité; 2 la nature des activités est compatible avec l habitation; 3 la continuité du logement est assurée. 4. Zones de forte mixité 4.1. Ces zones sont affectées aux logements, aux équipements d intérêt collectif ou de service public, aux bureaux et aux activités productives. La superficie de planchers de l ensemble des fonctions autres que le logement ne dépasse pas, par immeuble, m 2 dans lesquels les bureaux et les équipements d intérêt collectif ou de service public ne peuvent dépasser m 2. L augmentation des superficies de planchers des activités productives, à l exclusion des activités de production de services matériels et de production de biens immatériels, peut être autorisée aux conditions suivantes : 1 l augmentation est dûment motivée par des raisons sociales ou économiques; 2 les conditions locales permettent cette augmentation sans porter atteinte à la fonction principale de la zone; 3 les actes et travaux ont été soumis aux mesures particulières de publicité. L augmentation des superficies de planchers de bureaux et des activités de production de services matériels et de production de biens immatériels peut être autorisée jusqu à m 2 par immeuble aux conditions visées à l alinéa 2. Lorsqu un plan particulier d affectation du sol, en vigueur au 1 er juillet 2000, permet par immeuble de dépasser cette dernière limite, une superficie de planchers de bureaux supérieure à m 2 peut être autorisée dans les limites édictées par ce plan particulier. De vloeroppervlakte van productie-activiteiten, met uitzondering van de activiteiten voor de vervaardiging van materiële diensten en de vervaardiging van immateriële goederen mag worden vergroot tot m 2 per onroerend goed, op voorwaarde dat : 1 de vergroting van deze oppervlakte behoorlijk gerechtvaardigd is om sociale of economische redenen; 2 de plaatselijke omstandigheden deze vergroting mogelijk maken zonder de hoofdfunctie van het gebied in het gedrang te brengen; 3 de handelingen en werken aan de speciale regelen van openbaarmaking werden onderworpen. De vloeroppervlakte voor kantoren en activiteiten voor de vervaardiging van materiële diensten en immateriële goederen mag worden vergroot tot m 2 per onroerend goed onder de voorwaarden bedoeld in het tweede lid Buiten de linten voor handelskernen kunnen de benedenverdiepingen van de onroerende goederen bestemd worden voor handelszaken. De eerste verdieping kan eveneens bestemd worden voor handelszaken wanneer de plaatselijke omstandigheden dit mogelijk maken en nadat de handelingen en werken aan de speciale regelen van openbaarmaking werden onderworpen. De voor handelszaken bestemde vloeroppervlakte mag, per project en per onroerend goed, niet meer dan 200 m 2 bedragen. Deze oppervlakte mag, per project en per onroerend goed, op 500 m 2 worden gebracht wanneer de plaatselijke omstandigheden dit mogelijk maken en nadat de handelingen en werken aan de speciale regelen van openbaarmaking werden onderworpen. De handelingen en werken voorzien in een aparte ingang tot de woningen op de bovenverdiepingen Deze gebieden kunnen eveneens bestemd worden voor hotelinrichtingen voor zover deze niet meer dan 50 kamers bevatten. Deze capaciteit kan op 80 kamers worden gebracht na speciale regelen van openbaarmaking Algemene voorwaarden voor alle bestemmingen bedoeld in de voorschriften 3.1 tot 3.4 : 1 het stedenbouwkundig karakter van de bouwwerken en installaties strookt met dat van het omliggend stedelijk kader; wijzigingen ervan zijn onderworpen aan de speciale regelen van openbaarmaking; 2 de aard van de activiteiten is verenigbaar met het wonen; 3 de continuïteit van het wonen is verzekerd; 4. Sterk gemengde gebieden Deze gebieden zijn bestemd voor huisvesting, uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten, kantoren en productieactiviteiten. De vloeroppervlakte voor al deze functies samen, behalve huisvesting, mag per onroerend goed niet meer bedragen dan m 2 met een maximum van m 2 voor de kantoren en uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten. De vloeroppervlakte van productie-activiteiten, uitgezonderd de activiteiten voor de vervaardiging van materiële diensten en de vervaardiging van immateriële goederen mag worden vergroot, op voorwaarde dat : 1 de vergroting van deze oppervlakte behoorlijk gerechtvaardigd is om sociale of economische redenen; 2 de plaatselijke omstandigheden deze vergroting mogelijk maken zonder de hoofdfunctie van het gebied in het gedrang te brengen; 3 de handelingen en werken aan de speciale regelen van openbaarmaking werden onderworpen. De vloeroppervlakte voor kantoren en voor de activiteiten voor de vervaardiging van materiële diensten en immateriële goederen kan worden vergroot tot m 2 per onroerend goed onder de voorwaarden bedoeld in het tweede lid. Wanneer een bijzonder bestemmingsplan, dat vanaf 1 januari 2000 in voege treedt, toelaat voornoemde drempel, per onroerend goed, te overschrijden, dan kan een vloeroppervlakte voor kantoren van meer dan m 2 toegelaten worden binnen de grenzen die zijn vastgelegd in dit bijzonder plan.

17 32546 MONITEUR BELGE Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD 4.2. En dehors des liserés de noyaux commerciaux, les rez-dechaussée des immeubles peuvent être affectés aux commerces. Le premier étage peut également être affecté aux commerces lorsque les conditions locales le permettent et après que les actes et travaux ont été soumis aux mesures particulières de publicité. La superficie des planchers affectés aux commerces ne peut dépasser, par projet et par immeuble, 200 m 2. Cette superficie peut être portée à 500 m 2, par projet et par immeuble, lorsque les conditions locales le permettent et après que les actes et travaux aient été soumis aux mesures particulières de publicité. Les actes et travaux garantissent un accès distinct aux logements situés aux étages Ces zones peuvent aussi être affectées aux établissements hôteliers pour autant que leur capacité nedépasse pas 80 chambres. Cette capacité peut être portée à 150 chambres après mesures particulières de publicité. Moyennant l entrée en vigueur d un plan particulier d affectation du sol, l augmentation de la capacité des établissements hôteliers peut être autorisée Dans les îlots situés en zone de forte mixité caractérisés par les éléments suivants : 1 une bonne accessibilité; 2 l absence de surface commerciale ayant une superficie de planchers supérieure à m 2 ; 3 la présence soit d un chancre, soit d une friche, soit d un terrain non bâti soit d une entreprise à l abandon, représentant, ensemble, au moins 15% de la superficie de l îlot concerné; 4 les actes et travaux ont été soumis aux mesures particulières de publicité. Il peut être dérogé aux prescriptions 4.1 et 4.2. pour tout projet d ensemble faisant l objet d une seule demande de permis et répondant aux conditions suivantes : 1 le projet permet la restructuration du tissu urbain; 2 le projet porte sur une surface au sol d au moins m 2 ; 3 le projet prévoit au minimum 35 % de superficie de planchers de logement, maximum 35 % de superficie de planchers affectés aux bureaux, aux activités de production de services matériels et de production de biens immatériels ou aux commerces; 4 le projet prévoit au minimum 10 % de superficie au sol d espace vert accessible au public dans les parties du territoire déficitaires en espaces verts ou couvertes par le maillage vert; 5 le projet garantit la réalisation concomitante du logement et des autres affectations Conditions générales pour toutes les affectations visées aux prescriptions 4.1 à 4.4 : 1 les caractéristiques urbanistiques des constructions et des installations s accordent avec celles du cadre urbain environnant; leurs modifications sont soumises aux mesures particulières de publicité; 2 la nature des activités est compatible avec l habitation. D. PRESCRIPTIONS PARTICULIÈRES RELATIVES AUX ZONES D INDUSTRIES 5. Les zones d industries urbaines 5.1. Ces zones sont affectées : 1 aux activités productives; 2 aux activités logistiques; 3 aux activités ayant pour objet l amélioration de l environnement telles que l épuration des eaux, les processus d élimination, de traitement, de recyclage et de collecte des déchets; 4 aux activités de conditionnement Ces zones peuvent aussi être affectées : 1 aux bureaux, aux commerces et à l entreposage qui sont l accessoire des activités visées au 5.1 et dont la superficie de planchers ne dépasse pas, par immeuble, 1000 m 2 ; 4.2. Buiten de linten voor handelskernen kunnen de benedenverdiepingen van de onroerende goederen bestemd worden voor handelszaken. De eerste verdieping kan eveneens bestemd worden voor handelszaken wanneer de plaatselijke omstandigheden dit mogelijk maken en nadat de handelingen en werken aan de speciale regelen van openbaarmaking werden onderworpen. De vloeroppervlakte bestemd voor handelszaken mag, per project en per onroerend goed, niet meer dan 200 m 2 bedragen. Deze oppervlakte mag, per project en per onroerend goed, op 500 m 2 worden gebracht wanneer de plaatselijke omstandigheden dit mogelijk maken en nadat de handelingen en werken aan de speciale regelen van openbaarmaking werden onderworpen. De handelingen en werken voorzien in een aparte ingang tot de woningen op de bovenverdiepingen Deze gebieden kunnen eveneens bestemd worden voor hotelinrichtingen voor zover deze niet meer dan 80 kamers bevatten. Deze capaciteit kan op 150 kamers worden gebracht na speciale regelen van openbaarmaking. De capaciteit van de hotelinrichtingen kan worden verhoogd mits een bijzonder bestemmingsplan van kracht wordt In de huizenblokken gelegen in een sterk gemengd gebied die de hiernavolgende kenmerken vertonen : 1 een goede bereikbaarheid; 2 de afwezigheid van een handelsruimte met een vloeroppervlakte van meer dan m 2 ; 3 de aanwezigheid van ofwel een stadskanker ofwel een braakliggend stuk grond, ofwel een onbebouwd terrein, ofwel een verlaten bedrijf, samen goed voor minstens 15 % van de oppervlakte van het betrokken huizenblok; 4 nadat de handelingen en werken werden onderworpen aan de speciale regelen van openbaarmaking. Kan worden afgeweken van voorschriften 4.1 en 4.2 voor elk totaalproject waarvoor één enkele vergunningsaanvraag is ingediend en dat voldoet aan de volgende voorwaarden : 1 het project maakt de herstructurering van de stedelijke omgeving mogelijk; 2 het project beslaat een terreinoppervlakte van minstens m 2 ; 3 het project voorziet minstens 35 % van de vloeroppervlakte voor de huisvesting en maximum 35 % vloeroppervlakte voor kantoren, activiteiten voor de vervaardiging van materiële diensten en de vervaardiging van immateriële goederen of voor handelszaken; 4 in de delen van het grondgebied met onvoldoende groene ruimten of die opgenomen zijn in het groen netwerk voorziet het project minstens 10 % terreinoppervlakte voor groene ruimte toegankelijk voor het publiek; 5 in het project worden gelijktijdig woningen en andere bestemmingen voorzien Algemene voorwaarden voor alle bestemmingen bedoeld in de voorschriften 4.1 tot 4.4 : 1 het stedenbouwkundig karakter van de bouwwerken en installaties strookt met dat van het omliggend stedelijk kader; wijzigingen ervan zijn onderworpen aan de speciale regelen van openbaarmaking; 2 de aard van de activiteiten moet verenigbaar zijn met het wonen; D. BIJZONDERE VOORSCHRIFTEN BETREFFENDE DE INDUS- TRIEGEBIEDEN 5. Stedelijke industriegebieden Deze gebieden zijn bestemd voor : 1 productie-activiteiten 2 logistieke activiteiten; 3 activiteiten die de verbetering van het leefmilieu beogen, zoals waterzuivering, systemen voor het verwijderen, verwerken, recycleren en ophalen van afval; 4 verpakkingsactiviteiten Deze gebieden kunnen eveneens bestemd worden : 1 voor kantoren, handelszaken en opslagplaatsen die bij de onder 5.1 bedoelde activiteiten horen en waarvan de vloeroppervlakte per onroerend goed niet meer dan m 2 bedraagt;

18 MONITEUR BELGE Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD aux équipements d intérêt collectif ou de service public, ainsi qu aux commerces qui constituent le complément usuel des activités visées au 5.1, notamment les agences de banque, les stations-services, les cafés et les restaurants dont la superficie de planchers ne dépasse pas, par immeuble, 300 m 2 ; 3 aux activités des sièges administratifs et commerciaux d entreprises qui présentent une complémentarité avec les activités viséesau5.1 et qui nécessitent un potentiel d accessibilité etàcondition qu elles n occupent pas plus de 2,5 % de la superficie de l îlot. L augmentation des superficies de planchers de bureaux, d entreposage ou de commerces visés à l alinéa 1, 1 et 2, peut être autorisée aux conditions suivantes : 1 l augmentation est dûment motivée par des raisons sociales ou économiques; 2 les conditions locales permettent cette augmentation sans porter atteinte à la fonction principale de la zone; 3 les actes et travaux sont soumis aux mesures particulières de publicité. Toutefois, la superficie de planchers de bureaux et de commerces visés à l alinéa 1, 1 et 2 est limitée à 2000 m 2 par immeuble Les immeubles existants affectés principalement aux bureaux peuvent faire l objet de travaux de transformation, d extension ou de reconstruction aux conditions suivantes : 1 les bureaux sont affectés aux besoins d une entreprise existante qui y est implantée; 2 les transformations, extensions ou reconstructions sont dûment motivées par des raisons économiques et sociales; 3 les transformations, extensions ou reconstructions n entraînent pas un accroissement supérieur à 100 % de la superficie existante affectée aux bureaux; 4 les actes et travaux sont soumis aux mesures particulières de publicité. Il ne peut être fait usage de cette faculté qu une fois tous les vingt ans Ces zones peuvent aussi être affectées au logement complémentaire et accessoire à la fonction principale de la zone, notamment au logement du personnel de sécurité Conditions générales pour toutes les affectations visées aux prescriptions 5.1 à 5.4 : 1 la nature des activités doit être compatible avec les autres activités ou destinations de l îlot concerné par le projet et des îlots avoisinants; 2 les constructions doivent présenter des caractéristiques urbanistiques permettant leur intégration dans l environnement urbain; 3 les abords des installations doivent comporter des aménagements tels quedes espaces plantés ou clôturés, permettant leur intégration dans l environnement urbain L établissement de raccordements ferroviaires industriels est autorisé. Ces raccordements peuvent traverser les voiries à niveau si les circonstances locales l imposent. 6. Zones de transport et d activités portuaires Ces zones sont affectées : 1 aux activités industrielles ou artisanales ayant pour but la production ou la transformation de biens meubles sur le site; 2 aux activités de distribution, de conditionnement, de logistique, de commerce de gros, de transport et d entreposage; 3 aux activités ayant pour objet l amélioration de l environnement telles que l épuration des eaux, les processus d élimination, de traitement, de recyclage et de collecte des déchets Ces zones peuvent aussi être affectées : 1 aux bureaux et commerces qui sont l accessoire des activités visées au 6.1. et dont la superficie de planchers ne dépasse pas 500 m 2 par immeuble; 2 aux équipements d intérêt collectif ou de service public ainsi qu aux commerces qui constituent le complément usuel des activités visées au 6.1, notamment les agences de banque, stations-services, cafés, restaurants dont la superficie de planchers de l ensemble de ces fonctions ne dépasse pas, par immeuble, 300 m 2. 2 voor uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten evenals voor handelszaken die de gebruikelijke aanvulling op de activiteiten bedoeld onder 5.1 vormen, met name bankagentschappen, benzinestations, cafés en restaurants met een vloeroppervlakte van niet meer dan dan 300 m 2 per onroerend goed; 3 voor activiteiten van administratieve en commerciële zetels van bedrijven die complementair zijn met de onder 5.1 bedoelde activiteiten en waarvoor een bijzondere bereikbaarheidscapaciteit vereist is en op voorwaarde dat zij niet meer dan 2,5 % van de oppervlakte van het huizenblok beslaan. De vloeroppervlakte voor kantoren, opslagplaatsen of handelszaken, bedoeld in het eerste lid, 1 en 2, mag worden vergroot op voorwaarde dat : 1 deze vergroting behoorlijk gerechtvaardigd is om sociale of economische redenen; 2 de plaatselijke omstandigheden deze vergroting mogelijk maken zonder de hoofdfunctie van het gebied in het gedrang te brengen; 3 de handelingen en werken aan de speciale regelen van openbaarmaking worden onderworpen. De vloeroppervlakte voor kantoren en handelszaken, bedoeld in het eerste lid, 1 en 2, is evenwel beperkt tot m 2 per onroerend goed Bestaande onroerende goederen die hoofdzakelijk bestemd zijn voor kantoren kunnen verbouwd, uitgebreid of heropgebouwd worden, op voorwaarde dat : 1 de kantoren bestemd worden voor de behoeften van het daar gevestigde bedrijf; 2 de verbouwings-, uitbreidings- of heropbouwwerken behoorlijk gerechtvaardigd zijn om sociale en economische redenen; 3 de verbouwings-, uitbreidings- of heropbouwwerken niet leiden tot een vergroting met meer dan 100% van de bestaande kantooroppervlakte; 4 de handelingen en werken aan de speciale regelen van openbaarmaking worden onderworpen. Van deze mogelijkheid mag slechts eenmaal om de twintig jaar worden gebruik gemaakt Deze gebieden kunnen eveneens bestemd worden voor de bijkomende huisvesting die behoort bij de hoofdfunctie van het gebied, met name de huisvesting van het veiligheidspersoneel Algemene voorwaarden voor alle bestemmingen bedoeld in de voorschriften 5.1 tot 5.4 : 1 de aard van de activiteiten moet verenigbaar zijn met de andere activiteiten of bestemmingen van het huizenblok waarop het project betrekking heeft en van de omringende huizenblokken; 2 de bouwwerken moeten architecturale kenmerken vertonen die de integratie ervan in de stedelijke omgeving mogelijk maken; 3 de naaste omgeving van de installaties moet bestaan uit voorzieningen zoals beplante of omheinde ruimten die de integratie ervan in de stedelijke omgeving mogelijk maken Industriële spoorverbindingen mogen worden aangelegd. Deze verbindingen mogen op het niveau van de wegen lopen indien de plaatselijke omstandigheden dit noodzakelijk maken. 6. Gebieden voor vervoer- en havenactiviteiten Deze gebieden zijn bestemd voor : 1 nijverheids- of ambachtsactiviteiten die ter plaatse roerende goederen produceren of bewerken; 2 distributie-, verpakkings-, groothandels-, vervoers-, opslag- en logistieke activiteiten; 3 activiteiten die de verbetering van het leefmilieu beogen, zoals waterzuivering, systemen voor het verwijderen, verwerken, recycleren en ophalen van afval; 6.2. Deze gebieden kunnen eveneens bestemd worden voor : 1 kantoren en handelszaken die behoren bij de onder 6.1 bedoelde activiteiten en waarvan de vloeroppervlakte per onroerend goed niet meer dan 500 m 2 bedraagt. 2 uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten evenals voor handelszaken als gebruikelijke aanvulling op de activiteiten bedoeld onder 6.1, met name bankagentschappen, benzinestations, cafés en restaurants met een vloeroppervlakte voor al deze functies samen van niet meer dan 300 m 2 per onroerend goed;

19 32548 MONITEUR BELGE Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD L augmentation des superficies de planchers de bureaux ou de commerces peut être autorisée aux conditions suivantes : 1 l augmentation est dûment motivée par des raisons sociales ou économiques; 2 les conditions locales permettent cette augmentation sans porter atteinte à la fonction principale de la zone; 3 les actes et travaux sont soumis aux mesures particulières de publicité. Toutefois, la superficie de planchers de commerces qui constituent le complément usuel des activités visées au 6.1 est limitée à m 2 par immeuble Ces zones peuvent aussi être affectées au logement du personnel de sécurité si la sécurité et la bonne marche de l entreprise l exigent Les terrains situés à quai sont par priorité réservés aux activités liées à la voie d eau Conditions générales pour toutes les affectations visées aux prescriptions 6.1 à 6.4 : 1 la nature des activités doit être compatible avec les autres activités ou destinations de l îlot concerné par le projet et des îlots avoisinants; 2 les constructions doivent présenter des caractéristiques urbanistiques permettant leur intégration dans l environnement urbain; 3 les abords des installations doivent comporter des aménagements tels que des espaces plantés ou clôturés permettant leur intégration dans l environnement urbain L établissement de raccordements ferroviaires industriels est autorisé. Ces raccordements peuvent traverser les voiries à niveau si les circonstances locales l imposent. E. PRESCRIPTIONS PARTICULIERES RELATIVES AUX AUTRES ZONES D ACTIVITES 7. Zones administratives 7.1. Ces zones sont affectées aux bureaux. Elles peuvent également être affectées aux logements, aux établissements hôteliers, aux équipements d intérêt collectif ou de service public Ces zones peuvent aussi être affectées aux activités productives pour autant qu elles soient compatibles avec les affectations visées au Ces zones peuvent aussi être affectées aux commerces qui constituent le complément usuel des activités visées au 7.1 et 7.2 et dont la superficie de planchers ne dépasse pas 500 m 2 par immeuble. L augmentation des superficies de planchers peut être autorisée après que les actes et travaux ont été soumis aux mesures particulières de publicité Les caractéristiques urbanistiques des constructions et installations doivent s accorder avec celles du cadre urbain environnant; leurs modifications sont soumises aux mesures particulières de publicité. 8. Zones d équipements d intérêt collectif ou de service public 8.1. Ces zones sont affectées aux équipements d intérêt collectif ou de service public Moyennant mesures particulières de publicité, ces zones peuvent également être affectées au logement ainsi qu aux commerces qui en sont le complément usuel et l accessoire. Les abords des équipements d intérêt collectif contribuent à la réalisation du maillage vert Les caractéristiques urbanistiques des constructions et des installations s accordent avec celles du cadre urbain environnant; leurs modifications sont soumises aux mesures particulières de publicité. Toute autre affectation peut être autorisée par plan d affectation du sol si elle est dûment motivée par des raisons économiques ou sociales. 9. Zones de chemin de fer 9.1. Ces zones sont affectées aux installations de chemin de fer et aux activités industrielles et artisanales connexes. L aménagement de ces zones en vue d accueillir d autres affectations, soit sur les domaines non exploités, soit par couverture des installations, est arrêté par plan particulier d affectation du sol. De vloeroppervlakte voor kantoren of handelszaken mag worden vergroot, op voorwaarde dat : 1 de vergroting van deze oppervlakte behoorlijk gerechtvaardigd is om sociale of economische redenen; 2 de plaatselijke omstandigheden deze vergroting mogelijk maken zonder de hoofdfunctie van het gebied in het gedrang te brengen; 3 de handelingen en werken aan de speciale regelen van openbaarmaking worden onderworpen. De vloeroppervlakte van handelszaken die de gebruikelijke aanvulling vormen op de activiteiten bedoeld onder 6.1 is evenwel beperkt tot m 2 per onroerend goed Deze gebieden kunnen eveneens bestemd worden voor de huisvesting van het veiligheidspersoneel als de veiligheid en de goede werking van het bedrijf dit vereisen De terreinen aan de kade zijn bij voorrang bestemd voor watergebonden activiteiten Algemene voorwaarden voor alle bestemmingen bedoeld in de voorschriften 6.1 tot 6.4 : 1 de aard van de activiteiten moet stroken met de andere activiteiten of bestemmingen van het huizenblok waarop het project betrekking heeft en van de omringende huizenblokken; 2 de bouwwerken moeten architecturale kenmerken vertonen die de integratie ervan in de stedelijke omgeving mogelijk maken; 3 de naaste omgeving van de installaties moet bestaan uit voorzieningen zoals beplante of omheinde ruimten die de integratie ervan in de stedelijke omgeving mogelijk maken Industriële spoorverbindingen mogen worden aangelegd. Deze verbindingen mogen op het niveau van de wegen lopen indien de plaatselijke omstandigheden dit noodzakelijk maken. E. BIJZONDERE VOORSCHRIFTEN BETREFFENDE DE ANDERE ACTIVITEITENGEBIEDEN 7. Administratiegebieden Deze gebieden zijn bestemd voor kantoren. Zij kunnen ook worden bestemd voor woningen, hotelinrichtingen, uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten Deze gebieden kunnen ook worden bestemd voor productieactiviteiten voor zover ze verenigbaar zijn met de bestemmingen bedoeld in Deze gebieden kunnen ook worden bestemd voor handelszaken als gebruikelijke aanvulling op de activiteiten bedoeld in 7.1 en 7.2 en waarvan de vloeroppervlakte niet meer dan 500m 2 bedraagt per onroerend goed. De vergroting van de vloeroppervlakte kan worden toegelaten nadat de handelingen en werken werden onderworpen aan de speciale regelen van openbaarmaking De stedenbouwkundige kenmerken van de bouwwerken en installaties moeten overeenstemmen met het omliggend stedelijk kader; wijzigingen ervan zijn onderworpen aan de speciale regelen van openbaarmaking. 8. Gebieden voor uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten Deze gebieden zijn bestemd voor uitrustingen van collectief belang of van openbare diensten Mits speciale regelen van openbaarmaking kunnen deze gebieden eveneens bestemd worden voor huisvesting alsook voor handelszaken die er de gebruikelijke aanvulling van zijn en erbij behoren. De naaste omgeving van de uitrustingen van collectief belang draagt bij tot de totstandkoming van het groen netwerk De stedenbouwkundige kenmerken van de bouwwerken en installaties stemmen overeen met het omliggend stedelijk kader; wijzigingen ervan zijn onderworpen aan de speciale regelen van openbaarmaking. Iedere andere bestemming kan bij bijzonder bestemmingsplan worden toegestaan als deze behoorlijk gerechtvaardigd is door sociale of economische redenen. 9. Spoorweggebieden Deze gebieden zijn bestemd voor spoorweginstallaties en voor aanverwante nijverheids- en ambachtsactiviteiten. De aanleg van deze gebieden met het oog op het onthaal van andere bestemmingen, hetzij op de niet-gebruikte terreinen, hetzij door overdekking van de installaties, wordt bij bijzonder bestemmingsplan vastgelegd.

20 MONITEUR BELGE Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD Toutefois, la modification de la destination d immeubles existants peut être autorisée après que les actes et travaux ont été soumis aux mesures particulières de publicité. De même, les actes et travaux ayant pour objet la création ou la modification de voies piétonnes ou cyclistes, éventuellement dénivelées, sont autorisés, après avoir été soumis aux mesures particulières de publicité. Ces zones peuvent aussi être affectées aux activités de loisirs maraîchers et horticoles et, lorsque la qualité des sols et la topographie des lieux le permettent, à lapréservation de la flore et de la faune. Sans porter préjudice à la fonction de transport ferroviaire et à son développement, les talus et les abords des lignes de chemin de fer contribuent par priorité à la réalisation du maillage vert Outre sa fonction principale d assurer la circulation fédérale et internationale, le réseau de chemin de fer doit être équipé ou adapté pour compléter le réseau des transports publics urbains et suburbains. Les actes et travaux ayant pour objet la création ou la modification de lignes, d ouvrages d art ou de haltes ne peuvent être autorisés que s ils sont accompagnés de toutes les mesures d aménagement requises concernant : 1 l accès aux haltes et stations; 2 le stationnement des véhicules, en ce compris le stationnement de transit et celui des vélos; 3 l intégration urbaine et l environnement, notamment en ce qui concerne les matériaux, les plantations, le mobilier urbain et la protection contre le bruit et les vibrations; 4 la signalisation; 5 les correspondances avec les autres moyens de transport public en commun et les taxis Les zones administratives qui pourraient être prévues par plan particulier d affectation du sol ne pourront être ouvertes à la construction qu après la réalisation d un minimum de m 2 de superficies de planchers de bureaux neufs et de m 2 de superficies de planchers de bureaux à rénover répartis dans les zones administratives suivant le détail ci-après : 1 Zone administrative Nord : m 2 2 Zone administrative Midi : m 2 3 Zone administrative Quartier Léopold : m 2 et m 2 à rénover. F. PRESCRIPTIONS PARTICULIÈRES RELATIVES AUX ZONES D ESPACES VERTS ET AUX ZONES AGRICOLES. 10. Zones vertes Ces zones sont destinées à la conservation et à larégénération du milieu naturel. Elles sont essentiellement affectées à lavégétation et aux plans d eau qui constituent les éléments essentiels du paysage. Elles sont entretenues ou aménagées afin de garantir leur intérêt scientifique ou esthétique ou afin de remplir leur rôle social ou pédagogique. Les localisations éventuelles de terrains de sports de plein air sont expressément indiquées au plan. Leur réalisation doit respecter les plantations existantes et comporter un cadre de plantations. Ne sont admis que les actes et travaux strictement nécessaires à l affectation de ces zones ou directement complémentaires de leur fonction sociale sans que puisse être mises en cause leur unité ou leur valeur scientifique, pédagogique ou esthétique. Ces zones peuvent être converties en d autres zones d espaces verts par plan particulier d affectation du sol. 11. Zones vertes à haute valeur biologique Ces zones sont destinées à la conservation et à larégénération du milieu naturel de haute valeur biologique en ce qu il abrite des espèces animales et végétales rares ou qu il présente une diversité biologique importante. Ne sont admis que les actes et travaux nécessaires à la protection active ou passive du milieu naturel ou des espèces. De bestemming van bestaande onroerende goederen mag evenwel worden gewijzigd nadat de handelingen en werken aan de speciale regelen van openbaarmaking werden onderworpen. Ook zijn de handelingen en werken voor de aanleg of wijziging van voet- of fietspaden met een eventueel hoogteverschil toegelaten nadat ze werden onderworpen aan de speciale regelen van openbaarmaking. Deze gebieden kunnen ook worden bestemd voor vrijetijdsactiviteiten in tuinbouw en sierteelt, wanneer de bodemkwaliteit en de topografie van de plaatsen dit mogelijk maken, alsook voor de bescherming van fauna en flora. Zonder afbreuk te doen aan de functie van het vervoer per spoor en de ontwikkeling ervan dragen de bermen en de naaste omgeving van de spoorlijnen bij voorrang bij tot de totstandkoming van het groen netwerk Naast zijn hoofdfunctie, namelijk het voorzien in het internationaal en federaal verkeer, moet het spoorwegnet uitgerust of aangepast worden om het openbaar stedelijk en voorstedelijk vervoersnet aan te vullen. De handelingen en werken voor de aanleg of wijziging van lijnen, kunstwerken of haltes mogen slechts worden toegestaan indien zij gepaard gaan met de nodige inrichtingsmaatregelen betreffende : 1 de toegang voor de gebruikers tot de haltes en stations; 2 het parkeren van voertuigen, inclusief de transitparkeerplaatsen en het stallen van fietsen; 3 de stedelijke integratie en de leefomgeving, inzonderheid wat betreft de materialen, beplantingen, het stadsmeubilair en de bescherming tegen lawaai en trillingen; 4 de verkeerstekens; 5 het overstappen op andere openbare vervoermiddelen en de taxi s De administratiegebieden waarin zou kunnen worden voorzien bij bijzonder bestemmingsplan zullen slechts voor bebouwing kunnen in aanmerking komen nadat een vloeroppervlakte is bereikt van minimum van m 2 nieuwe kantoren en van minimum van m 2 te renoveren kantoren, op de volgende gedetaillerde wijze verdeeld over de hierna genoemde gebieden : 1 Administratiegebied Noord : m 2 2 Administratiegebied Zuid : m 2 3 Administratiegebied Leopoldswijk : m 2 en m 2 te renoveren F. BIJZONDERE VOORSCHRIFTEN BETREFFENDE DE GROENGE- BIEDEN EN DE LANDBOUWGEBIEDEN 10. Groengebieden Deze gebieden zijn bestemd voor het behoud en het herstel van het natuurlijk milieu. Ze zijn in hoofdzaak bestemd voor vegetatie en waterplassen die de hoofdbestanddelen van het landschap vormen. Ze worden onderhouden of ingericht om de wetenschappelijke of esthetische waarde ervan te vrijwaren of om de sociale of opvoedkundige functie ervan te vervullen. De eventuele ligging van openluchtsportterreinen wordt uitdrukkelijk aangeduid op het plan. Bij de verwezenlijking ervan moet worden rekening gehouden met de bestaande beplantingen en moeten ze met een groen kader omgeven zijn. Enkel handelingen en werken die volstrekt noodzakelijk zijn voor de bestemming van die gebieden of die de rechtstreekse aanvulling op de sociale functie ervan vormen zonder dat de eenheid of de wetenschappelijke, opvoedkundige of esthetische waarde van dat gebied in het gedrang wordt gebracht, zijn toegestaan. Deze gebieden kunnen bij bijzonder bestemmingsplan tot andere groengebieden worden herbestemd. 11. Groengebieden met hoogbiologische waarde Deze gebieden zijn bestemd voor het behoud en het herstel van het natuurlijk milieu van hoogbiologische waarde, aangezien het zeldzame fauna en flora herbergt of een belangrijke biologische verscheidenheid vertegenwoordigt. Enkel handelingen en werken die noodzakelijk zijn voor de actieve of passieve bescherming van het natuurlijk milieu of van de soorten, zijn toegestaan.

BELGISCH STAATSBLAD 08.01.2010 Ed. 2 MONITEUR BELGE

BELGISCH STAATSBLAD 08.01.2010 Ed. 2 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD 08.01.2010 Ed. 2 MONITEUR BELGE 731 MINISTERIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST N. 2010 45 [C 2010/31002] 17 DECEMBER 2009. Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot

Nadere informatie

WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS

WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS BELGISCH STAATSBLAD 08.01.2010 Ed. 2 MONITEUR BELGE 721 WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE

Nadere informatie

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD. Gratis tel. nummer : N Numéro tél. gratuit :

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD. Gratis tel. nummer : N Numéro tél. gratuit : BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE Publicatie overeenkomstig artikelen 472 tot 478 van de programmawet van 24 december 2002, gewijzigd door de artikelen 4 tot en met 8 van de wet houdende diverse bepalingen

Nadere informatie

BELGISCH STAATSBLAD 15.07.2014 MONITEUR BELGE

BELGISCH STAATSBLAD 15.07.2014 MONITEUR BELGE 53805 BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST [C 2014/31492] 10 JUNI 2014. Ministerieel besluit tot vaststelling van de typeinhoud en de algemene uitvoeringsmodaliteiten van de energieaudit opgelegd door het Besluit

Nadere informatie

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD. Gratis tel. nummer : Numéro tél. gratuit :

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD. Gratis tel. nummer : Numéro tél. gratuit : BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE P overeenkomstig artikelen 472 tot 478 van de programmawet van 24 december 2002, gewijzigd door de artikelen 4 tot en met 8 van de wet houdende diverse bepalingen van

Nadere informatie

46434 MONITEUR BELGE 17.07.2015 BELGISCH STAATSBLAD

46434 MONITEUR BELGE 17.07.2015 BELGISCH STAATSBLAD 46434 MONITEUR BELGE 17.07.2015 BELGISCH STAATSBLAD SERVICE PUBLIC FEDERAL SECURITE SOCIALE [C 2015/22259] 9 JUILLET 2015. Arrêté ministériel modifiant la liste jointe à l arrêté royal du 21 décembre 2001

Nadere informatie

22490 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

22490 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE 22490 BELGISCH STAATSBLAD 04.04.2016 MONITEUR BELGE FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN [C 2016/00214] Omzendbrief van 23 maart 2016 tot wijziging van de omzendbrief van 21 juni 2007 betreffende

Nadere informatie

GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN 51132 MONITEUR BELGE 12.08.2015 BELGISCH STAATSBLAD GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN VLAAMSE GEMEENSCHAP COMMUNAUTE FLAMANDE

Nadere informatie

Le Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale, De Brusselse Hoofdstedelijke Regering,

Le Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale, De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, COORDINATION OFFICIEUSE DE : Arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 19 juin 2008 déterminant le contenu de la proposition PEB et de l étude de faisabilité AE22 - Arrêté du Gouvernement

Nadere informatie

MONITEUR BELGE 30.12.2013 BELGISCH STAATSBLAD

MONITEUR BELGE 30.12.2013 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE 30.12.2013 BELGISCH STAATSBLAD 103249 SERVICE PUBLIC FEDERAL SECURITE SOCIALE [C 2013/22606] 21 DECEMBRE 2013. Arrêté royal modifiant l arrêté royal du 18 mars 1971 instituant un régime

Nadere informatie

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE 07.09.2005 BELGISCH STAATSBLAD 39161 Si, dans les douze mois à compter de cette date, cet arrêté n est pas confirmé par une ordonnance du Conseil de la Région de Bruxelles- Capitale, il

Nadere informatie

CONSEIL DE LA REGION DE BRUXELLES-CAPITALE BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD ONTWERP VAN ORDONNANTIE PROJET D'ORDONNANCE

CONSEIL DE LA REGION DE BRUXELLES-CAPITALE BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD ONTWERP VAN ORDONNANTIE PROJET D'ORDONNANCE A-147/1-96/97 A-147/1-96/97 BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD CONSEIL DE LA REGION DE BRUXELLES-CAPITALE GEWONE ZITTING 1996-1997 2 DECEMBER 1996 SESSION ORDINAIRE 1996-1997 2 DECEMBRE 1996 ONTWERP VAN ORDONNANTIE

Nadere informatie

BELGISCH STAATSBLAD 21.02.2012 MONITEUR BELGE

BELGISCH STAATSBLAD 21.02.2012 MONITEUR BELGE 11971 Art. 15. De Minister aan wie de bevoegdheid voor Energie toegewezen is, wordt belast met de uitvoering van dit besluit. Art. 15. Le Ministre qui a l Energie dans ses attributions est chargé de l

Nadere informatie

76142 MONITEUR BELGE Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD

76142 MONITEUR BELGE Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD 76142 MONITEUR BELGE 18.12.2015 Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD Art. 2. Al annexe II du même arrêté, tel qu il a été modifié à ce jour, est apportée la modification suivante : le point IV.25 est inséré, rédigé

Nadere informatie

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE 28893 FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE N. 2008 1822 [C 2008/09406] 2 JUNI 2008. Ministerieel besluit tot vaststelling van de lijst met punten voor prestaties verricht door advocaten belast met gedeeltelijk

Nadere informatie

FEDERALE OVERHEIDSDIENST MOBILITEIT EN VERVOER SERVICE PUBLIC FEDERAL MOBILITE ET TRANSPORTS

FEDERALE OVERHEIDSDIENST MOBILITEIT EN VERVOER SERVICE PUBLIC FEDERAL MOBILITE ET TRANSPORTS ROYAUME DE BELGIQUE SERVICE PUBLIC FEDERAL MOBILITE ET TRANSPORTS Arrêté ministériel déterminant les marchandises dangereuses visées par l article 48 bis 2 de l arrêté royal du 1 er décembre 1975 portant

Nadere informatie

LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN

LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN MONITEUR BELGE 10.02.2015 BELGISCH STAATSBLAD 11523 LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN

Nadere informatie

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD. Gratis tel. nummer : N. 74. Numéro tél. gratuit : INHOUD SOMMAIRE. 104 bladzijden/pages

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD. Gratis tel. nummer : N. 74. Numéro tél. gratuit : INHOUD SOMMAIRE. 104 bladzijden/pages BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE Publicatie overeenkomstig artikelen 472 tot 478 van de programmawet van 24 december 2002, gewijzigd door de artikelen 4 tot en met 8 van de wet houdende diverse bepalingen

Nadere informatie

- 1173 / 1-96 / 97. Chambre des Représentants de Belgique. Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers WETSONTWERP

- 1173 / 1-96 / 97. Chambre des Représentants de Belgique. Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers WETSONTWERP - 1173 / 1-96 / 97 Chambre des Représentants de Belgique - 1173 / 1-96 / 97 Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers SESSION ORDINAIRE 1996-1997 (~) 9 SEPTEMBRE 1997 GEWONE ZITTING 1996-1997 (~) 9 SEPTEMBER

Nadere informatie

33662 BELGISCH STAATSBLAD 02.07.2008 MONITEUR BELGE

33662 BELGISCH STAATSBLAD 02.07.2008 MONITEUR BELGE 33662 BELGISCH STAATSBLAD 02.07.2008 MONITEUR BELGE MINISTERIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST N. 2008 2191 [C 2008/31345] 19 JUNI 2008. Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling

Nadere informatie

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD. Numéro tél. gratuit : 0800-98 809 Gratis tel. nummer : 0800-98 809. 104 pages/bladzijden. www.staatsblad.

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD. Numéro tél. gratuit : 0800-98 809 Gratis tel. nummer : 0800-98 809. 104 pages/bladzijden. www.staatsblad. MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD Publication conforme aux articles 472 à 478 de la loi-programme du 24 décembre 2002, modifiés par les articles 4 à 8 de la loi portant des dispositions diverses du 20

Nadere informatie

MONITEUR BELGE 02.09.1999 Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD

MONITEUR BELGE 02.09.1999 Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE 02.09.1999 Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD 32531 Art. 4. Le Ministre qui a l Aménagement du territoire dans ses attributions est chargé de l exécution du présent arrêté. Art. 5. Le présent arrêté

Nadere informatie

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD. Numéro tél. gratuit : Gratis tel. nummer : N. 101 INHOUD SOMMAIRE. 710 bladzijden/pages

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD. Numéro tél. gratuit : Gratis tel. nummer : N. 101 INHOUD SOMMAIRE. 710 bladzijden/pages BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE Publicatie overeenkomstig artikelen 472 tot 478 van de programmawet van 24 december 2002, gewijzigd door de artikelen 4 tot en met 8 van de wet houdende diverse bepalingen

Nadere informatie

36152 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

36152 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE 36152 BELGISCH STAATSBLAD 14.06.2016 MONITEUR BELGE BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST [C 2016/31426] 2 JUNI 2016. Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende wijziging van de prijzen voor het

Nadere informatie

39150 BELGISCH STAATSBLAD Ed. 2 MONITEUR BELGE

39150 BELGISCH STAATSBLAD Ed. 2 MONITEUR BELGE 39150 BELGISCH STAATSBLAD 14.05.2014 Ed. 2 MONITEUR BELGE Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Artikel 1. Dit besluit is van toepassing op de werkgevers en

Nadere informatie

WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS

WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS 9472 BELGISCH STAATSBLAD 05.02.2014 MONITEUR BELGE WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE

Nadere informatie

GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN 31051 GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST REGION DE BRUXELLES-CAPITALE MINISTERIE VAN HET BRUSSELS

Nadere informatie

20274 BELGISCH STAATSBLAD 12.04.2006 MONITEUR BELGE

20274 BELGISCH STAATSBLAD 12.04.2006 MONITEUR BELGE 20274 BELGISCH STAATSBLAD 12.04.2006 MONITEUR BELGE BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST REGION DE BRUXELLES-CAPITALE MINISTERIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST N. 2006 1514 [C 2006/31165] 23 FEBRUARI

Nadere informatie

COMMUNAUTE FRANÇAISE FRANSE GEMEENSCHAP

COMMUNAUTE FRANÇAISE FRANSE GEMEENSCHAP BELGISCH STAATSBLAD 19.09.2002 MONITEUR BELGE 41523 COMMUNAUTE FRANÇAISE FRANSE GEMEENSCHAP MINISTERE DE LA COMMUNAUTE FRANÇAISE F. 2002 3274 [C 2002/29427] 17 JUILLET 2002. Arrêté pris en application

Nadere informatie

BELGISCH STAATSBLAD 28.07.2010 MONITEUR BELGE

BELGISCH STAATSBLAD 28.07.2010 MONITEUR BELGE 48001 N. 2010 2506 VLAAMSE OVERHEID [C 2010/35508] 11 JUNI 2010. Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2007 betreffende de modulaire structuur

Nadere informatie

16002 MONITEUR BELGE 21.03.2007 BELGISCH STAATSBLAD

16002 MONITEUR BELGE 21.03.2007 BELGISCH STAATSBLAD 16002 MONITEUR BELGE 21.03.2007 BELGISCH STAATSBLAD Art. 2. Ces 342,5 agents sont répartis de la manière suivante : Personnel de niveau A : 112,5. Personnel de niveau B : 32,5. Personnel de niveau C :

Nadere informatie

GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN 80072 BELGISCH STAATSBLAD 15.10.2014 MONITEUR BELGE GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN VLAAMSE GEMEENSCHAP COMMUNAUTE FLAMANDE

Nadere informatie

BELGISCH STAATSBLAD Ed. 2 MONITEUR BELGE

BELGISCH STAATSBLAD Ed. 2 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD 21.10.2016 Ed. 2 MONITEUR BELGE 71309 FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID [C 2016/22418] SERVICE PUBLIC FEDERAL SECURITE SOCIALE [C 2016/22418] 13 OKTOBER 2016. Ministerieel

Nadere informatie

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD 04.06.2014 MONITEUR BELGE 42651 FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID [C 2014/22260] 14 MEI 2014. Ministerieel besluit tot vaststelling van de modellen van de inlichtingenformulieren

Nadere informatie

BELGISCH STAATSBLAD 04.03.2014 Ed. 2 MONITEUR BELGE

BELGISCH STAATSBLAD 04.03.2014 Ed. 2 MONITEUR BELGE 18211 Overwegende het ministerieel besluit van 20 juni 2008 tot vaststelling van de criteria waarmee door de exploitant moet rekening gehouden worden bij het afbakenen van het gebied dat door een zwaar

Nadere informatie

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE 49523 N. 2012 2493 BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST [C 2012/31640] 19 JULI 2012. Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van het model van de oproepingsbrieven voor de gemeenteraadsverkiezingen

Nadere informatie

CONSEIL DE LA REGION DE BRUXELLES-CAPITALE BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD PROJET D ORDONNANCE ONTWERP VAN ORDONNANTIE

CONSEIL DE LA REGION DE BRUXELLES-CAPITALE BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD PROJET D ORDONNANCE ONTWERP VAN ORDONNANTIE CONSEIL DE LA REGION DE BRUXELLES-CAPITALE BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD SESSION ORDINAIRE 2000-2001 22 NOVEMBRE 2000 GEWONE ZITTING 2000-2001 22 NOVEMBER 2000 PROJET D ORDONNANCE portant assentiment

Nadere informatie

57936 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD

57936 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD 57936 MONITEUR BELGE 15.09.2015 BELGISCH STAATSBLAD Les propositions sont introduites auprès du Ministre-Président du Gouvernement flamand et comprennent au moins les données suivantes : 1 les prénoms

Nadere informatie

MONITEUR BELGE 19.03.2003 BELGISCH STAATSBLAD

MONITEUR BELGE 19.03.2003 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE 19.03.2003 BELGISCH STAATSBLAD 13137 SERVICE PUBLIC FEDERAL MOBILITE ET TRANSPORTS F. 2003 1044 [C 2003/14035] 23 JANVIER 2003. Arrêté ministériel pris en exécution de l arrêté royal du

Nadere informatie

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD. Numéro tél. gratuit : Gratis tel. nummer : N. 351 INHOUD SOMMAIRE. 144 bladzijden/pages

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD. Numéro tél. gratuit : Gratis tel. nummer : N. 351 INHOUD SOMMAIRE. 144 bladzijden/pages BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE Publicatie overeenkomstig artikelen 472 tot 478 van de programmawet van 24 december 2002, gewijzigd door de artikelen 4 tot en met 8 van de wet houdende diverse bepalingen

Nadere informatie

19612 MONITEUR BELGE 30.03.2015 BELGISCH STAATSBLAD

19612 MONITEUR BELGE 30.03.2015 BELGISCH STAATSBLAD 19612 MONITEUR BELGE 30.03.2015 BELGISCH STAATSBLAD SERVICE PUBLIC FEDERAL SECURITE SOCIALE [C 2015/22079] 16 MARS 2015. Règlement modifiantlerèglement du 28 juillet 2003 portant exécution de l article

Nadere informatie

CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS BELGISCHE KAMER VAN

CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS BELGISCHE KAMER VAN DOC 50 0321/002 DOC 50 0321/002 BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE 6 januari 2000 6 janvier 2000 WETSONTWERP betreffende het ontslag van bepaalde militairen en de

Nadere informatie

21396 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

21396 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE 21396 BELGISCH STAATSBLAD 13.03.2014 MONITEUR BELGE FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID [C 2014/22060] SERVICE PUBLIC FEDERAL SECURITE SOCIALE [C 2014/22060] 21 FEBRUARI 2014. Koninklijk besluit

Nadere informatie

52686 MONITEUR BELGE Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD

52686 MONITEUR BELGE Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD 52686 VLAAMSE OVERHEID Leefmilieu, Natuur en Energie [C 2015/36016] 30 JULI 2015. Ministerieel besluit tot wijziging van de kaart van de focusgebieden, opgenomen in de bijlage bij het besluit van de Vlaamse

Nadere informatie

75410 BELGISCH STAATSBLAD Ed. 4 MONITEUR BELGE

75410 BELGISCH STAATSBLAD Ed. 4 MONITEUR BELGE 75410 BELGISCH STAATSBLAD 28.12.2006 Ed. 4 MONITEUR BELGE FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE N. 2006 5305 [C 2006/10029] 21 DECEMBER 2006. Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van

Nadere informatie

MONITEUR BELGE 25.09.2015 BELGISCH STAATSBLAD

MONITEUR BELGE 25.09.2015 BELGISCH STAATSBLAD 60077 SERVICE PUBLIC FEDERAL FINANCES [C 2015/03324] 18 SEPTEMBRE 2015. Arrêté royal déterminant les modèles des formules de déclaration en matière de cotisations spéciales visées à l article 541 du Code

Nadere informatie

4732 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

4732 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE 4732 BELGISCH STAATSBLAD 24.01.2012 MONITEUR BELGE MINISTERIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST N. 2012 298 [C 2011/31649] 15 DECEMBER 2011. Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling

Nadere informatie

GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN 66892 MONITEUR BELGE 20.09.2013 Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD Sur la proposition du Ministre de l Economie, Nous avons arrêté et arrêtons : Article 1 er. Dans l article 16 de l arrêté royal du 23 septembre

Nadere informatie

CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS BELGISCHE KAMER VAN

CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS BELGISCHE KAMER VAN DOC 50 1871/004 DOC 50 1871/004 BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE 22 januari 2003 22 janvier 2003 WETSONTWERP tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden

Nadere informatie

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD. Gratis tel. nummer : N. 13. Numéro tél. gratuit : INHOUD SOMMAIRE bladzijden/pages

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD. Gratis tel. nummer : N. 13. Numéro tél. gratuit : INHOUD SOMMAIRE bladzijden/pages BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE Publicatie overeenkomstig artikelen 472 tot 478 van de programmawet van 24 december 2002, gewijzigd door de artikelen 4 tot en met 8 van de wet houdende diverse bepalingen

Nadere informatie

GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN 64559 Art. 20. Elk bedrog dat wordt gepleegd om een lot uitgekeerd te krijgen, in het bijzonder elke valsheid in geschrifte of elk gebruik ervan, geeft aanleiding tot een klacht bij het parket. Art. 21.

Nadere informatie

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD. Numéro tél. gratuit : Gratis tel. nummer : pages/bladzijden.

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD. Numéro tél. gratuit : Gratis tel. nummer : pages/bladzijden. MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD Publication conforme aux articles 472 à 478 de la loi-programme du 24 décembre 2002, modifiés par les articles 4 à 8 de la loi portant des dispositions diverses du 20

Nadere informatie

ALBERT ALBERT BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE FEDERALE OVERHEIDSDIENST MOBILITEIT EN VERVOER

ALBERT ALBERT BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE FEDERALE OVERHEIDSDIENST MOBILITEIT EN VERVOER BELGISCH STAATSBLAD 09.05.2012 MONITEUR BELGE 27295 FEDERALE OVERHEIDSDIENST MOBILITEIT EN VERVOER N. 2012 1310 [C 2012/14127] 22 APRIL 2012. Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit

Nadere informatie

RIJKSINSTITUUT VOOR ZIEKTE- EN INVALIDITEITSVERZEKERING. Dienst Geneeskundige Verzorging NATIONALE COMMISSIE ARTSEN ZIEKENFONDSEN

RIJKSINSTITUUT VOOR ZIEKTE- EN INVALIDITEITSVERZEKERING. Dienst Geneeskundige Verzorging NATIONALE COMMISSIE ARTSEN ZIEKENFONDSEN RIJKSINSTITUUT VOOR ZIEKTE- EN INVALIDITEITSVERZEKERING Openbare instelling opgericht bij de wet van 9 augustus 1963 Tervurenlaan 211-1150 Brussel Dienst Geneeskundige Verzorging NATIONALE COMMISSIE ARTSEN

Nadere informatie

44226 MONITEUR BELGE 24.08.2007 BELGISCH STAATSBLAD

44226 MONITEUR BELGE 24.08.2007 BELGISCH STAATSBLAD 44226 MONITEUR BELGE 24.08.2007 BELGISCH STAATSBLAD MATERIEL OUTPLACEMENT : MATERIAAL OUTPLACEMENT : Quantité Description Hoeveelheid Omschrijving Matériel informatique Informaticamateriaal 19 PC COMPAQ

Nadere informatie

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD 04.07.2008 MONITEUR BELGE 35679 variabele bezetting en het rendement van de warmteterugwinningsvoorziening, ligt lager dan 2 % van het jaarlijks energieverbruik van een ventilatiesysteem

Nadere informatie

BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD CONSEIL DE LA REGION DE BRUXELLES-CAPITALE A-114/1-95/96 A-114/1-95/96 SESSION ORDINAIRE 1995-1996

BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD CONSEIL DE LA REGION DE BRUXELLES-CAPITALE A-114/1-95/96 A-114/1-95/96 SESSION ORDINAIRE 1995-1996 A-114/1-95/96 A-114/1-95/96 CONSEIL DE LA REGION DE BRUXELLES-CAPITALE BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD SESSION ORDINAIRE 1995-1996 24 SEPTEMBRE 1996 GEWONE ZITTING 1995-1996 24 SEPTEMBER 1996 PROJET D'ORDONNANCE

Nadere informatie

49188 BELGISCH STAATSBLAD 22.09.2008 MONITEUR BELGE

49188 BELGISCH STAATSBLAD 22.09.2008 MONITEUR BELGE 49188 BELGISCH STAATSBLAD 22.09.2008 MONITEUR BELGE Art. 3. Artikel 15 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «Art. 15. De subsidies die ten bate van het Nationaal Geografisch Instituut zijn

Nadere informatie

GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN 62848 BELGISCH STAATSBLAD 22.10.2010 Ed. 2 MONITEUR BELGE GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN VLAAMSE GEMEENSCHAP COMMUNAUTE

Nadere informatie

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD 05.08.2010 MONITEUR BELGE 50359 VLAAMSE OVERHEID N. 2010 2633 [C 2010/35519] 11 JUNI 2010. Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van

Nadere informatie

7172 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD

7172 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD 7172 MONITEUR BELGE 24.02.2005 BELGISCH STAATSBLAD Vu les lois sur le Conseil d Etat, coordonnées le 12 janvier 1973, notamment l article 3, 1 er, remplacé par la loi du 4 juillet 1989 et modifié par la

Nadere informatie

47990 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

47990 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE 47990 BELGISCH STAATSBLAD 28.07.2010 MONITEUR BELGE N. 2010 2505 VLAAMSE OVERHEID [C 2010/35507] 11 JUNI 2010. Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de modulaire structuur van het secundair volwassenenonderwijs

Nadere informatie

22306 BELGISCH STAATSBLAD Ed. 2 MONITEUR BELGE

22306 BELGISCH STAATSBLAD Ed. 2 MONITEUR BELGE 22306 BELGISCH STAATSBLAD 28.04.2006 Ed. 2 MONITEUR BELGE FEDERALE OVERHEIDSDIENST MOBILITEIT EN VERVOER N. 2006 1678 [C 2006/14095] 24 APRIL 2006. Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit

Nadere informatie

MONITEUR BELGE Ed. 3 BELGISCH STAATSBLAD

MONITEUR BELGE Ed. 3 BELGISCH STAATSBLAD 30611 SERVICE PUBLIC FEDERAL FINANCES [C 2015/03204] 26 MAI 2015. Arrêté royal déterminant le modèle de la formule de déclaration en matière d impôt des sociétés pour l exercice d imposition 2015 (1) PHILIPPE,

Nadere informatie

64360 BELGISCH STAATSBLAD 27.10.2010 MONITEUR BELGE

64360 BELGISCH STAATSBLAD 27.10.2010 MONITEUR BELGE 64360 BELGISCH STAATSBLAD 27.10.2010 MONITEUR BELGE FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID N. 2010 3685 [C 2010/22451] F. 2010 3685 SERVICE PUBLIC FEDERAL SECURITE SOCIALE [C 2010/22451] 15 OKTOBER

Nadere informatie

CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS BELGISCHE KAMER VAN. relative à l enregistrement abusif des noms de domaine

CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS BELGISCHE KAMER VAN. relative à l enregistrement abusif des noms de domaine DOC 50 1069/002 DOC 50 1069/002 BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE 17 oktober 2002 17 octobre 2002 WETSONTWERP betreffende het wederrechtelijk registreren van domeinnamen

Nadere informatie

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE 1703 1704 BELGISCH STAATSBLAD 15.01.2010 MONITEUR BELGE 1705 1706 BELGISCH STAATSBLAD 15.01.2010 MONITEUR BELGE 1707 1708 BELGISCH STAATSBLAD 15.01.2010 MONITEUR BELGE 1709 1710 BELGISCH STAATSBLAD 15.01.2010

Nadere informatie

WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS

WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS 13102 BELGISCH STAATSBLAD 28.03.2002 Ed. 2 MONITEUR BELGE WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN N. 2002 1113 [C 2002/11054]

Nadere informatie

BELGISCH STAATSBLAD Ed. 2 MONITEUR BELGE

BELGISCH STAATSBLAD Ed. 2 MONITEUR BELGE 43865 VLAAMSE OVERHEID Leefmilieu, Natuur en Energie N. 2010 2250 [C 2010/35427] 7 JUNI 2010. Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 2 april 2007 betreffende de vastlegging

Nadere informatie

Collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juni 2011 Convention collective de travail du 27 juin 2011

Collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juni 2011 Convention collective de travail du 27 juin 2011 Paritair Comité voor de bedienden van de nonferro metalen non ferreux Collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juni 2011 Convention collective de travail du 27 juin 2011 Tewerkstellings- en opleidingsinitiatieven

Nadere informatie

35968 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD

35968 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD 35968 MONITEUR BELGE 07.06.2013 BELGISCH STAATSBLAD CHAPITRE V. Dispositions abrogatoires et finales Art. 15. Dans la deuxième colonne de l annexe 3 PJPol, les mots «Inspecteur général et Inspecteur général

Nadere informatie

BELGISCH STAATSBLAD 18.12.2014 Ed. 2 MONITEUR BELGE

BELGISCH STAATSBLAD 18.12.2014 Ed. 2 MONITEUR BELGE 104265 Art. 2. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2015. Art. 2. Le présent arrêté entre en vigueur le 1 er janvier 2015. Brussel, 10 december 2014. Bruxelles, le 10 décembre 2014. Maggie DE BLOCK

Nadere informatie

13286 BELGISCH STAATSBLAD 09.03.2004 Ed. 2 MONITEUR BELGE

13286 BELGISCH STAATSBLAD 09.03.2004 Ed. 2 MONITEUR BELGE 13286 BELGISCH STAATSBLAD 09.03.2004 Ed. 2 MONITEUR BELGE PROGRAMMATORISCHE FEDERALE OVERHEIDSDIENST WETENSCHAPSBELEID N. 2004 842 [C 2004/21028] 13 FEBRUARI 2004. Ministerieel besluit tot vastlegging

Nadere informatie

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD 20.12.2000 MONITEUR BELGE 42367 N. 2000 3261 [C 2000/22873] 14 DECEMBER 2000. Ministerieel besluit tot wijziging van de lijst gevoegd bij het koninklijk besluit van 2 september 1980

Nadere informatie

46866 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD

46866 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD 46866 MONITEUR BELGE 22.07.2015 BELGISCH STAATSBLAD SERVICE PUBLIC FEDERAL SECURITE SOCIALE [C 2015/22264] FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID [C 2015/22264] 13 JUILLET 2015. Règlement modifiant

Nadere informatie

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE [C - 2005/09451] N. 2005 1425 31 MEI 2005. Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 26 juni 2003 op de openbaarmaking van akten en stukken van verenigingen

Nadere informatie

MONITEUR BELGE 13.06.2013 BELGISCH STAATSBLAD

MONITEUR BELGE 13.06.2013 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE 13.06.2013 BELGISCH STAATSBLAD 36987 SERVICE PUBLIC FEDERAL FINANCES [C 2013/03172] 29 MAI 2013. Arrêté royal portant approbation du règlement du 12 février 2013 de l Autorité des services

Nadere informatie

MONITEUR BELGE Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD

MONITEUR BELGE Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE 09.07.2015 Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD 45477 TRADUCTION AUTORITE FLAMANDE [C 2015/35854] 19 JUIN 2015. Arrêté du Gouvernement flamand portant approbation du cadre de l évaluation institutionnelle

Nadere informatie

36930 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD

36930 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD 36930 MONITEUR BELGE 13.06.2013 BELGISCH STAATSBLAD SERVICE PUBLIC FEDERAL FINANCES [C 2013/03159] 29 MAI 2013. Arrêté royal portant approbation du règlement du 12 février 2013 de l Autorité des services

Nadere informatie

45462 MONITEUR BELGE Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD

45462 MONITEUR BELGE Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD 45462 MONITEUR BELGE 09.07.2015 Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD VLAAMSE OVERHEID [C 2015/35854] 19 JUNI 2015. Besluit van de Vlaamse Regering houdende goedkeuring van het kader van de instellingsreview 2015-2017

Nadere informatie

SERVICE PUBLIC FEDERAL PERSONNEL ET ORGANISATION FEDERALE OVERHEIDSDIENST PERSONEEL EN ORGANISATIE

SERVICE PUBLIC FEDERAL PERSONNEL ET ORGANISATION FEDERALE OVERHEIDSDIENST PERSONEEL EN ORGANISATIE FEDERALE OVERHEIDSDIENST PERSONEEL EN ORGANISATIE N. 2008 1373 [C 2008/02049] 13 APRIL 2008. Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 7 februari 1969 tot vaststelling van de

Nadere informatie

ALBERT ALBERT. BELGISCH STAATSBLAD Ed. 2 MONITEUR BELGE SERVICES DU PREMIER MINISTRE DIENSTEN VAN DE EERSTE MINISTER

ALBERT ALBERT. BELGISCH STAATSBLAD Ed. 2 MONITEUR BELGE SERVICES DU PREMIER MINISTRE DIENSTEN VAN DE EERSTE MINISTER 29055 DIENSTEN VAN DE EERSTE MINISTER N. 2000 2033 [2000/21142] 1 MAART 2000. Koninklijk besluit tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van Titel I van de wet van 7 mei 1999 houdende oprichting

Nadere informatie

MONITEUR BELGE 01.03.2011 BELGISCH STAATSBLAD

MONITEUR BELGE 01.03.2011 BELGISCH STAATSBLAD 14163 Toelaten van de kandidaten V Een beschrijving van de eventuele toelatingscriteria voor de cursisten. V Een verklaring die aangeeft of het organisme al dan niet de bedoeling heeft een vrijstelling

Nadere informatie

GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN 24154 MONITEUR BELGE 19.04.2013 Ed. 3 BELGISCH STAATSBLAD GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN VLAAMSE GEMEENSCHAP COMMUNAUTE

Nadere informatie

LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN

LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN 23178 MONITEUR BELGE 16.04.2013 BELGISCH STAATSBLAD LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN SERVICE PUBLIC FEDERAL INTERIEUR [C 2012/00569] 10 JUILLET 2012.

Nadere informatie

PHILIPPE FILIP BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

PHILIPPE FILIP BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD 16.05.2018 MONITEUR BELGE 40503 FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN [C 2018/11917] 23 APRIL 2018. Koninklijk besluit tot wijziging van diverse bepalingen inzake het uniform

Nadere informatie

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE 48101 FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU N. 2008 3134 [C 2008/24352] 29 AUGUSTUS 2008. Ministerieel besluit tot wijziging van de bijlagen I tot en met

Nadere informatie

WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS

WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS 53478 BELGISCH STAATSBLAD 18.08.2010 MONITEUR BELGE WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE

Nadere informatie

- 1747 / 1-97 / 98. Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers. Chambre des Représentants de Belgique PROJET DE LOI WETSONTWERP

- 1747 / 1-97 / 98. Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers. Chambre des Représentants de Belgique PROJET DE LOI WETSONTWERP - 1747 / 1-97 / 98 Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers - 1747 / 1-97 / 98 Chambre des Représentants de Belgique GEWONE ZITTING 1997-1998 (') loktober 1998 SESSION ORDINAIRE 1997-1998 (') pr OCTOBRE

Nadere informatie

BELGISCH STAATSBLAD 14.09.2006 Ed. 2 MONITEUR BELGE. Art. 2. Entrent en vigueur le 1 er janvier 2007 :

BELGISCH STAATSBLAD 14.09.2006 Ed. 2 MONITEUR BELGE. Art. 2. Entrent en vigueur le 1 er janvier 2007 : 46851 FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE N. 2006 3572 [C 2006/09648] 1 SEPTEMBER 2006. Koninklijk besluit tot vaststelling van de vorm, de inhoud, de bijlagen en de nadere regels voor de neerlegging van

Nadere informatie

CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS BELGISCHE KAMER VAN

CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS BELGISCHE KAMER VAN DOC 50 2222/002 DOC 50 2222/002 BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE 19 februari 2003 19 février 2003 WETSONTWERP tot wijziging van het koninklijk besluit n r 78 van

Nadere informatie

GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN 64359 FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG N. 2004 3391 (2004 2305) [2004/202310] 12 MEI 2004. Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve

Nadere informatie

ALBERT ALBERT. BELGISCH STAATSBLAD Ed. 3 MONITEUR BELGE SERVICE PUBLIC FEDERAL JUSTICE FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE

ALBERT ALBERT. BELGISCH STAATSBLAD Ed. 3 MONITEUR BELGE SERVICE PUBLIC FEDERAL JUSTICE FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE 55873 FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE N. 2008 3705 [C 2008/09864] 16 OKTOBER 2008. Koninklijk besluit tot aanpassing aan de wapenwet van 8 juni 2006 van de modellen van verschillende formulieren en documenten

Nadere informatie

MINISTERE DES FINANCES MINISTERIE VAN FINANCIEN

MINISTERE DES FINANCES MINISTERIE VAN FINANCIEN MINISTERIE VAN FINANCIEN N. 2002 1081 [C 2002/03145] 14 MAART 2002. Koninklijk besluit tot vastlegging van het model van deel 2 van het aangifteformulier inzake personenbelasting voor het aanslagjaar 2002

Nadere informatie

Après en avoir délibéré ; Na beraadslaging ; A R R E T E : B E S L U I T :

Après en avoir délibéré ; Na beraadslaging ; A R R E T E : B E S L U I T : Arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles- Capitale fixant les règles de présentation des listes et des candidats sur les écrans des machines à voter. Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering

Nadere informatie

40816 MONITEUR BELGE 29.10.1999 BELGISCH STAATSBLAD

40816 MONITEUR BELGE 29.10.1999 BELGISCH STAATSBLAD 40816 MONITEUR BELGE 29.10.1999 BELGISCH STAATSBLAD MINISTERE DES AFFAIRES ECONOMIQUES F. 99 3542 [99/11342] 30 SEPTEMBRE 1999. Arrêté ministériel modifiant l arrêté royal du 30 décembre 1993 prescrivant

Nadere informatie

MONITEUR BELGE Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD

MONITEUR BELGE Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD 76315 Art. 4. Les dispositions de l article 8/3, 1 er, de la loi du 12 avril 1965 relative au transport de produits gazeux et autres par canalisations, qui étaient d application préalablement à l entrée

Nadere informatie

65372 BELGISCH STAATSBLAD 02.09.2014 Ed. 2 MONITEUR BELGE

65372 BELGISCH STAATSBLAD 02.09.2014 Ed. 2 MONITEUR BELGE 65372 BELGISCH STAATSBLAD 02.09.2014 Ed. 2 MONITEUR BELGE Het beginindexcijfer is dat van de maand augustus van het jaar gedurende hetwelk het tarief is vastgesteld. Het nieuwe indexcijfer is dat van de

Nadere informatie

BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD CONSEIL DE LA REGION DE BRUXELLES-CAPITALE PROJET D'ORDONNANCE ONTWERPVAN ORDONNANTIE

BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD CONSEIL DE LA REGION DE BRUXELLES-CAPITALE PROJET D'ORDONNANCE ONTWERPVAN ORDONNANTIE A-288/1-97/98 A-288/1-97/98 CONSEIL DE LA REGION DE BRUXELLES-CAPITALE BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD SESSION ORDINAIRE 1997-1998 9 SEPTEMBRE 1998 GEWONE ZITTING 1997-1998 9 SEPTEMBER 1998 PROJET D'ORDONNANCE

Nadere informatie

PHILIPPE FILIP BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

PHILIPPE FILIP BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE 35815 FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN [C 2014/03161] 25 APRIL 2014. Koninklijk besluit tot vastlegging van het model van het aangifteformulier inzake vennootschapsbelasting voor het aanslagjaar 2014

Nadere informatie