Verslag over de doorlichting van Gemeentelijke Kunstacademie te HOVE

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Verslag over de doorlichting van Gemeentelijke Kunstacademie te HOVE"

Transcriptie

1 Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming Onderwijsinspectie Hendrik Consciencegebouw Koning Albert II-laan BRUSSEL Verslag over de doorlichting van Gemeentelijke Kunstacademie te HOVE Hoofdstructuur deeltijds kunstonderwijs Instellingsnummer Instelling Gemeentelijke Kunstacademie Directeur Boudewijn CIELEN Adres Kapelstraat HOVE Telefoon Fax Website Bestuur van de instelling Adres Gemeentebestuur van Hove Geelhandlaan HOVE Dagen van het doorlichtingsbezoek ; ; ; ; , Einddatum van het doorlichtingsbezoek Datum bespreking verslag met de instelling Samenstelling inspectieteam Inspecteur-verslaggever Teamleden Luc PONET Wouter CORNILLIE DL dko Gemeentelijke Kunstacademie te HOVE (Schooljaar ) 1/25

2 INHOUDSTAFEL INLEIDING SAMENVATTING DOORLICHTINGSFOCUS Opties/instrumenten in de doorlichtingsfocus Procesindicatoren of procesvariabelen in de doorlichtingsfocus RESPECTEERT DE ACADEMIE DE ONDERWIJSREGLEMENTERING? Respecteert de academie de erkenningsvoorwaarden? Voldoet de academie aan de onderwijsdoelstellingen? Beeldende kunst: algemeen beeldende vorming Beeldende kunst: beeldende vorming Beeldende kunst: tekenkunst Beeldende kunst: textiele kunst Voldoet de academie aan de erkenningsvoorwaarde bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne? BEWAAKT DE ACADEMIE DE EIGEN KWALITEIT? Deskundigheidsbevordering Evaluatiepraktijk Rapporteringspraktijk ALGEMEEN BELEID VAN DE ACADEMIE STERKTES EN ZWAKTES VAN DE ACADEMIE Wat doet de academie goed? Wat kan de academie verbeteren? Wat moet de academie verbeteren? ADVIES BETREFFENDE DE ERKENNINGSVOORWAARDEN...24 DL dko Gemeentelijke Kunstacademie te HOVE (Schooljaar ) 2/25

3 INLEIDING De decretale basis van het onderzoek Tijdens een doorlichting gaat de onderwijsinspectie na of de academie 1. de onderwijsreglementering respecteert, 2. op systematische wijze haar eigen kwaliteit onderzoekt en bewaakt, 3. haar tekorten al dan niet zelfstandig kan wegwerken (zie artikel 38 van het decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs, 8 mei 2009). Een doorlichting is dus een onderzoek van 1. de onderwijsreglementering, 2. de kwaliteitsbewaking door de academie, 3. het algemeen beleid van de academie. Een onderzoek in drie fasen Een doorlichting bestaat uit drie fasen: het vooronderzoek, het doorlichtingsbezoek en het doorlichtingsverslag. Tijdens het vooronderzoek bekijkt het inspectieteam de gehele academie aan de hand van het CIPOreferentiekader. Het vooronderzoek wordt afgesloten met een doorlichtingsfocus: een selectie van te onderzoeken aspecten tijdens het doorlichtingsbezoek. Tijdens het doorlichtingsbezoek voert de onderwijsinspectie het onderzoek uit aan de hand van observaties, gesprekken en analyse van documenten. Het doorlichtingsverslag beschrijft het resultaat van de doorlichting, bevat een advies over de verdere erkenning en wordt gepubliceerd op Een gedifferentieerd onderzoek 1. Omdat de onderwijsinspectie gedifferentieerd doorlicht, onderzoekt het inspectieteam in de academie een selectie van de onderwijsreglementering: het voldoen aan de onderwijsdoelstellingen Hiertoe selecteert de onderwijsinspectie een aantal opties/instrumenten. Daarbij onderzoekt de onderwijsinspectie altijd de volgende procesvariabelen uit het CIPOreferentiekader: het onderwijsaanbod de uitrusting de evaluatiepraktijk de leerbegeleiding. een selectie van andere erkenningsvoorwaarden, waaronder de erkenningsvoorwaarde bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne. 2. Om de kwaliteitsbewaking door de academie na te gaan, selecteert het inspectieteam een aantal procesvariabelen. Het inspectieteam gaat met de kwaliteitswijzer na of de academie voor deze procesvariabelen aandacht heeft voor doelgerichtheid: welke doelen stelt de academie voorop? ondersteuning: welke ondersteunende initiatieven neemt de academie om efficiënt en doelgericht te werken? doeltreffendheid: bereikt de academie de doelen en gaat de academie dit na? ontwikkeling: heeft de academie aandacht voor nieuwe ontwikkelingen? DL dko Gemeentelijke Kunstacademie te HOVE (Schooljaar ) 3/25

4 3. Het inspectieteam onderzoekt ten slotte het algemeen beleid van de academie aan de hand van vier procesvariabelen: leiderschap, visieontwikkeling, besluitvorming, kwaliteitszorg. Het advies De adviezen die de onderwijsinspectie uitbrengt, hebben betrekking op alle of op afzonderlijke structuuronderdelen van de academie. De onderwijsinspectie kan drie adviezen uitbrengen: een gunstig advies: het inspectieteam adviseert gunstig over de verdere erkenning van de academie of van structuuronderdelen. een beperkt gunstig advies: het inspectieteam adviseert gunstig over de erkenning van de academie of van structuuronderdelen als de academie binnen een bepaalde periode voldoet aan de voorwaarden vermeld in het advies. een ongunstig advies: het inspectieteam adviseert om de procedure tot intrekking van de erkenning van de academie of van structuuronderdelen op te starten. Bij een ongunstig advies beoordeelt de onderwijsinspectie bovendien of de academie de vastgestelde tekorten zelfstandig kan wegwerken. Tot slot Binnen een termijn van dertig kalenderdagen na ontvangst van het definitieve doorlichtingsverslag informeert de directeur van de academie de ouders en leerlingen over de mogelijkheid tot inzage. Binnen de dertig kalenderdagen na ontvangst moet de directeur van de academie het verslag volledig bespreken tijdens een personeelsvergadering. Het bestuur van de academie of zijn gemandateerde tekent het verslag voor gezien. Het bestuur stuurt het binnen dertig kalenderdagen na ontvangst terug naar de onderwijsinspectie en maakt eventueel melding van zijn opmerkingen. De academie mag het verslag niet gebruiken voor publicitaire doeleinden. Meer informatie? en DL dko Gemeentelijke Kunstacademie te HOVE (Schooljaar ) 4/25

5 1 SAMENVATTING De Gemeentelijke Kunstacademie van Hove is gelegen in een mooi woondorp met residentieel karakter (ca inwoners), in de zuidelijke verstedelijkte gordel van de Antwerpse agglomeratie. De hoofdschool is gevestigd in het ontmoetingscentrum waar ook de bibliotheek zich bevindt, in een gebouw dat gelegen is in de beschermde omgeving van de gotische Sint-Laurentiuskerk in het centrum van de gemeente. Hove heeft geen deelgemeenten of gehuchten. De academie heeft naast drie leslocaties op het eigen grondgebied een filiaal in Boechout. Tijdens deze doorlichting werden vier aspecten van de werking van dichtbij onderzocht: het algemeen beleid, de erkenningsvoorwaarden (de opties algemeen beeldende vorming, beeldende vorming, tekenkunst en textiel), drie procesindicatoren (deskundigheidsbevordering, evaluatiepraktijk en rapporteringspraktijk) en de bewoonbaarheid, veiligheid, hygiëne (BVH). Bij het erkenningsonderzoek worden voor geen enkel van de vakken in de focus de leerplandoelstellingen door een voldoende aantal leerlingen bereikt. Dit resulteert telkens in een 'voldoet niet', ook al zijn er soms elementen die wijzen op goede aspecten en positieve factoren. Het onderzoek naar de stand van zaken met betrekking tot de bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne van de leslocaties resulteert eveneens in een onvoldoende. Het belangrijkste probleem is de ongeschiktheid van de huisvesting voor de hoofdschool. Van de inrichtende macht en van de academie wordt verwacht dat zij de tekorten systematisch opsporen, consequent aanpakken en verbeteren, respectievelijk op zoek gaan naar oplossingen. Bij de onderwijsprocessen krijgt de deskundigheidsbevordering onvoldoende aandacht. Er is geen nascholingsplan, wel een overzicht van initiatieven die hebben bijgedragen tot een individuele professionalisering van sommige teamleden. De opgedane ervaringen worden door het lerarenteam op academieniveau niet gemultipliceerd. De academie zit momenteel in een periode van transitie. De procedure voor de aanstelling van een nieuwe directeur was in uitvoering tijdens de doorlichtingsperiode, terwijl de afscheidnemende directie zich tijdens die periode nog beschikbaar stelde van de inspectie. Het leiderschap is tot op heden erg gefocust op een sterke lokale verankering enerzijds en een goede artistieke kwaliteit anderzijds. De structurele communicatie is beperkt, enkel afgestemd op de fundamentele werking van de academie, no more, no less. De visietekst omtrent het artistiek-pedagogisch project van de academie is erg rigide afgestemd op het CIPO-model van destijds, waardoor dit document weliswaar enigszins gedateerd is. Het is een uitdaging voor de toekomst om de stelselmatige betrokkenheid van het team te vergroten bij de actualisering van de artistiek-pedagogische visie. De besluitvorming gebeurt middels korte, directe lijnen tussen de directie en de inrichtende macht. Voor wat betreft de activering van intern overleg en vakgroepwerking staat de academie aan het begin van een ontwikkelingstraject. Er is veel zorg besteed aan de selectie van interessante kunstenaars-pedagogen, waaraan vanaf de aanstelling veel verantwoordelijkheid wordt gegeven. Het is een eerste stap in de richting van een dynamisch beleid inzake interne en integrale kwaliteitszorg (IKZ). De instelling krijgt een ongunstig advies voor de erkenningsvoorwaarde 'bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne'. De systematische zorg voor de kwaliteit van de bewoonbaarheid, de veiligheid en de hygiëne faalt. De instelling kent haar tekorten op dit vlak onvoldoende en pakt ze niet consequent aan. De omstandigheden waarin de leer- en begeleidingsprocessen moeten plaatsvinden in de hoofdvestigingsplaats zijn onaanvaardbaar. DL dko Gemeentelijke Kunstacademie te HOVE (Schooljaar ) 5/25

6 Zoals eerder al vermeld krijgt de academie een beperkt gunstig advies voor al de opties in de Beeldende kunst. De inspectie is er evenwel van overtuigd dat zowel de academie zelf als de inrichtende macht voldoende garanties kunnen bieden om de vastgestelde tekorten te remediëren. DL dko Gemeentelijke Kunstacademie te HOVE (Schooljaar ) 6/25

7 2 DOORLICHTINGSFOCUS Op basis van het vooronderzoek en in het kader van een gedifferentieerde doorlichting selecteerde de onderwijsinspectie onderstaande opties/instrumenten en procesindicatoren/procesvariabelen voor verder onderzoek. 2.1 Opties/instrumenten in de doorlichtingsfocus Beeldende kunst algemeen beeldende vorming beeldende vorming tekenkunst textiele kunst 2.2 Procesindicatoren of procesvariabelen in de doorlichtingsfocus Personeel - Professionalisering Deskundigheidsbevordering Deskundigheidsbevordering Onderwijs - Evaluatie Evaluatiepraktijk Evaluatiepraktijk Rapporteringspraktijk Rapporteringspraktijk DL dko Gemeentelijke Kunstacademie te HOVE (Schooljaar ) 7/25

8 3 RESPECTEERT DE ACADEMIE DE ONDERWIJSREGLEMENTERING? 3.1 Respecteert de academie de erkenningsvoorwaarden? Voldoet de academie aan de onderwijsdoelstellingen? Het onderzoek naar het voldoen aan de onderwijsdoelstellingen levert voor de geselecteerde opties/instrumenten het volgende op Beeldende kunst: algemeen beeldende vorming Voldoet niet De leerlingen zijn gehinderd in het bereiken van de leerplandoelstellingen door een gebrek aan leerlijnen in het onderwijsaanbod. Daarnaast ontbreekt een effectief ondersteunende evaluatie- en rapporteringspraktijk en bieden de leslokalen een te beperkt pedagogisch comfort. Te weinig leerlingen bereiken de leerplandoelstellingen. Outputgegevens Leerprestaties Outcomes Vervolgonderwijs Tevredenheid Onderwijsaanbod Volledigheid Evenwicht Referentiekader Planning Verticale en horizontale samenhang Klasmanagement Actief en constructief leren Sinds de vorige doorlichting, in het schooljaar , groeide het leerlingenaantal van deze optie met 71 %. Op Vlaams niveau steeg dit met 28,5 %. Het aandeel van deze optie binnen de academie stijgt in dezelfde periode lichtjes, van 42 % tot 52 %, en blijft hiermee onder het Vlaams gemiddelde van 67,9 %. De academie houdt geen doorstroomcijfers bij van haar leerlingen. Een steekproef leert dat de doorstroom van leerlingen over zes jaar slechts 13% is. Op Vlaams niveau is dat gemiddeld 22%. De opleiding biedt een gevarieerd lesaanbod. Conform de bepalingen uit de artistiek pedagogisch visie (APV) streven de leerkrachten een positieve algemene ontwikkeling na bij hun leerlingen. Ze zien het als hun taak om hen hierbij te helpen vanuit de opleiding beeldende kunsten. In de vakgroep is er onvoldoende duidelijkheid over de beeldvorming omtrent de volledigheid en de evenwichtigheid van het aanbod. De leerkrachten bepalen individueel het onderwijsaanbod voor hun atelier. De variatie van het aanbod wordt door de leerkrachten bewaakt via informeel overleg, zonder enige vorm van systematiek. De academie rekent op de deskundigheid van elke leerkracht om leerlijnen te bepalen. Slechts binnen bepaalde opdrachtreeksen, en dat voor een beperkte periode per atelier, vallen leerlijnen te bespeuren. Dit fragmenteert het onderwijsaanbod en bemoeilijkt het leerproces. Het aanbod in haar geheel mist zowel een horizontale als een verticale samenhang. DL dko Gemeentelijke Kunstacademie te HOVE (Schooljaar ) 8/25

9 De meeste leerlingen ontwikkelen in voldoende mate het kleur- en het grafisch gevoel, maar hebben onvoldoende kunstzinnige inzichten en vaardigheden aangeleerd. Hun ruimtelijke gevoel is slechts in beperkte mate ontwikkeld en hun creatieve verbeelding in onvoldoende mate. De afstuderende leerlingen beschikken slechts in beperkte mate over de artistiek-technische vaardigheden die hen in staat zouden moeten stellen zelfstandig tot beeldende creaties te komen, vanuit specifieke waarnemingen en door het toepassen van zelf gekozen technieken. De sfeer in de ateliers is aangenaam en de kinderen werken enthousiast en geconcentreerd aan hun opdrachten. Ze doen dit met trots en met respect voor elkaars werk. Ze genieten duidelijk van hun beeldend vormgeven. Onderwijsorganisatie Groeperingsvorm Onderwijstijd Uitrusting Leermiddelen en ICT Logistiek De academie stelt haar uurrooster en de groepssamenstelling zoveel mogelijk af op de mogelijkheden van elke leerling en streeft daarbij naar groeperingen per leeftijdscategorie. Vaak komt daardoor de jongste leeftijdsgroep onder druk te staan. Aan het begin van het schooljaar starten bepaalde groepen met een grotere klasbezetting dan decretaal toegestaan. De groepen van de oudere leeftijdscategorie zijn opvallend kleiner dan de groeperingsnorm waarvan sprake. Zij kunnen overigens vier lestijden volgen samen met de middelbare graad. Sommige leerlingen uit de beide graden zitten daardoor samen in één atelier. Dit werkt bevorderlijk voor een goede doorstroom naar de optie beeldende vorming. Ook al werkt deze groeperingsvorm drempelverlagend, het zet druk op het pedagogisch comfort. De academie biedt onvoldoende materialen aan ter ondersteuning van het leerproces van de leerlingen. Regelmatig beroepen leerlingen zich op aangeboden materiaal van ouders of wat de leerkrachten van thuis meebrengen. In de meeste lesplaatsen ontbreken vaste wandpanelen om de werken van de leerlingen op te kunnen hangen zoals het leerplan omschrijft. In de ateliers is geen relevante, ondersteunende basisbibliotheek aanwezig. De leerlingen zijn aangewezen op de privécollectie van de leerkrachten. Aan de hoofdvestigingsplaats kunnen de leerkrachten terecht in de gemeentelijke bibliotheek. Deze koopt in onderling overleg met de academie kwaliteitsvolle kunstboeken aan. Slechts in één leslokaal zijn er ICT-middelen van de academie om het tekort aan boeken in het atelier op te vangen of om de waarneming bij de leerling te intensifiëren, conform de bepalingen uit het leerplan. Infrastructuur De meeste atelierruimtes zijn meer dan voldoende groot, hebben veel daglicht en goed kunstlicht. Op één lesplaats beschikt de academie over een grote ruimte met veel potentieel maar in de praktijk blijft dat onbenut. De akoestiek laat er overigens te wensen over. Het geluidsniveau is tijdens de lessen zo hoog dat het voor de leerlingen onmogelijk is om voldoende lang geconcentreerd aan het werk te blijven. DL dko Gemeentelijke Kunstacademie te HOVE (Schooljaar ) 9/25

10 Evaluatiepraktijk Evenwichtig en representatief Valide Betrouwbaar Rapporteringspraktijk Leerbegeleiding Zorgzaam en uitdagend Leerlingvolgsysteem De leerkrachten evalueren hun leerlingen formeel twee keer per jaar. De vakgroep ontwikkelde een evaluatiefiche waarin commentaren kunnen worden genoteerd. De evaluatie is product- en procesgericht. Er is echter geen link tussen de commentaren op de fiches, het onderwijsaanbod en de leerplandoelstellingen. Bij de productevaluatie blijven de commentaren steken in al te vage formuleringen zonder boodschap voor de leerling. Bij de procesevaluatie ontbreekt in de meeste gevallen de duiding over het leerproces van de leerling. De vertaling van de evaluatie naar een quotering in punten is onduidelijk. De voorbije jaren ontbreken op de fiches vaak de bevindingen van het tweede evaluatiemoment. De leraars rapporteren niet aan de leerlingen. Ze komen daardoor de verplichting niet na om, aan de hand van de evaluatiefiche, de inhoud van de schriftelijke evaluatie aan de leerlingen mee te delen. De vakgroep streeft naar een geïndividualiseerde leerbegeleiding waarbij de leerling binnen het kader van een bepaalde opdracht kan aangeven wat hij wil doen en hoe hij dit wil realiseren. De leerkrachten schatten regelmatig het niveau van de leerlingen in en sturen waar nodig de doelen bij. Methodes of strategieën om dit te doen zijn hiervoor binnen de vakgroep niet afgesproken. De kwaliteit van de begeleiding is erg variabel. Gesprekken met de leerlingen tonen aan dat zij de algemene doelen en zelfs hun persoonlijke doelen onvoldoende kennen. Inbreuk(en) op regelgeving Regelmatig voeren de leerkrachten aan het eind van een opdracht groepsgesprekken om enkele resultaten en leerprocessen van willekeurig gekozen leerlingen te bespreken, als een vorm van introspectie. De vakgroep ziet dit als het belangrijkste evaluatiemoment. Een inbreuk op de regelgeving is vastgesteld in verband met de rapportering van de schriftelijke evaluatie: Besluit van de Vlaamse Regering, 31/07/1990, houdende de organisatie van het deeltijds kunstonderwijs, studierichting Beeldende kunst, artikel Beeldende kunst: beeldende vorming Voldoet niet De leerlingen bereiken in onvoldoende mate de leerplandoelstellingen. Het studieaanbod mist leerlijnen en de leerlingen krijgen geen ondersteuning aan de hand van een efficiënte evaluatie- en rapporteringspraktijk. De ontwikkeling van hun ruimtelijk gevoel, hun artistieke creativiteit en hun zelfevaluerend vermogen is onvoldoende. Voor enkele groepen biedt de optie de leerinhoud van andere opties aan. De lokalen bieden onvoldoende pedagogisch comfort. Outputgegevens Leerprestaties Outcomes Vervolgonderwijs Tevredenheid Sinds de vorige doorlichting, in het schoolaar , steeg het leerlingenaantal van deze optie met 7,3 %. Op Vlaams niveau daalde het leerlingenaantal echter met 7,9 %. Deze groei is wellicht te wijten aan nieuwe initiatieven in verband met striptekenen, animatie en fotokunst. Het aandeel van deze optie binnen het studieaanbod van de academie daalt in dezelfde periode van 13,4 % naar 10,6 %, en blijft hiermee onder het Vlaams gemiddelde van 17,1 %. DL dko Gemeentelijke Kunstacademie te HOVE (Schooljaar ) 10/25

11 De academie houdt geen doorstroomcijfers bij van haar leerlingen. Een steekproef leert dat de doorstroom van de leerlingen vanaf het eerste jaar tot en met het vierde jaar slechts 17% is. Op Vlaams niveau is dit ongeveer 48 %. De spreiding van de leerlingen vertoont een opvallende wanverhouding. In de eerste twee van de zes leerjaren bevindt zich iets meer dan de helft van het totaal aantal leerlingen van de opleiding beeldende vorming. Onderwijsaanbod Volledigheid Evenwicht Referentiekader Planning Verticale en horizontale samenhang Klasmanagement Actief en constructief leren Onder de noemer beeldende vorming biedt de academie vijf ateliers aan. In twee daarvan worden andere leerplannen aangeboden, namelijk striptekenen en fotokunst. De leerlingen uit deze twee ateliers vormen bijna 30% van het totale leerlingenaantal van de optie. Zij bereiken de leerplandoelstellingen voor de optie beeldende vorming in onvoldoende mate. De academie investeert in de afwijkende ateliers 40 % van haar beschikbare lesuren. Gezien het hier om een oneigenlijk gebruik van overheidsmiddelen gaat, geldt dit als een inbreuk tegen de regelgeving. Bij de overige drie groepen wordt een correcte leerinhoud aangeboden, gebaseerd op een leerplan van beeldende vorming. Conform de algemene doelstellingen uit het leerplan stimuleert de vakgroep het vermogen bij de leerling om persoonlijke ervaringen op authentieke beeldende wijze te leren uitdrukken. De leerplandoelstellingen in verband met de ontwikkeling van het ruimtelijk gevoel (3D-vormstudie) en de ontwikkeling van de creatieve verbeelding komen weinig aan bod en de leerlingen bereiken deze in onvoldoende mate. Dit geldt eveneens voor de doelstellingen in verband met de maatschappelijke waarden. De leerlingen hebben te weinig notie van het professioneel toepassingsveld van de belevingsgebieden. ICT en andere audiovisuele middelen wenden ze te weinig en te weinig kritisch aan. Het onderwijsaanbod voor deze drie groepen kent een voldoende horizontaal verband. De inhoud van de geïntegreerde vakken zijn goed op elkaar afgestemd. De verticale samenhang van het aanbod is echter niet gegarandeerd. Het aanbod mist leerlijnen. Het horizontaal verband van het onderwijsaanbod van de hele optie, voor de vijf ateliers, kent een onvoldoende samenhang. Uit gesprekken met leerlingen blijkt een goede tevredenheid. Ze werken met plezier aan hun projecten. Af en toe kunnen ze deelnemen aan groepsprojecten. Het zelfevaluerend vermogen is bij de leerlingen onvoldoende ontwikkeld. Onderwijsorganisatie Groeperingsvorm Onderwijstijd De academie stelt haar uurrooster en de groepssamenstelling zoveel mogelijk af op de wensen van elke leerling. In de meeste groepen zitten de leerlingen van drie leeftijdscategorieën samen. In de grootste groep zitten bovendien ook de leerlingen van de oudste leeftijdscategorie van de lagere graad. Dit zet een grote druk op het pedagogisch comfort. DL dko Gemeentelijke Kunstacademie te HOVE (Schooljaar ) 11/25

12 Uitrusting Leermiddelen en ICT Logistiek Evaluatiepraktijk Evenwichtig en representatief Valide Betrouwbaar Rapporteringspraktijk Leerbegeleiding Zorgzaam en uitdagend Leerlingvolgsysteem Inbreuk(en) op regelgeving De uitrusting voor deze optie is gelijk aan de situatie in de lagere graad, zoals hierboven beschreven. De academie biedt onvoldoende materialen aan en overal ontbreken vaste wandpanelen. In de ateliers is geen inspirerende basisbibliotheek met kunstboeken aanwezig. Formeel evalueren de leerkrachten hun leerlingen tweemaal per jaar. De vakgroep gebruikt daarvoor de evaluatiefiche zoals voor de algemeen beeldende vorming. De commentaren op de fiches hebben aandacht voor het product en het proces van de leerling maar missen de link met de vakken van de optie en de bijhorende leerplandoelstellingen. De vakgroep heeft geen duidelijk zicht op de mate waarin de leerlingen de leerplandoelstellingen hebben bereikt. De vakgroep laat het na om de inhoud van de schriftelijke evaluatie aan de leerlingen te rapporteren. Dit is een inbreuk tegen de regelgeving. Zoals het leerplan aangeeft kunnen de leerlingen veel van hun onderwijsprogramma zelf bepalen. De begeleiding is persoonlijk, zorgzaam en afgestemd op de noden van elke individuele leerling. Ze is echter onvoldoende uitdagend en er niet op gericht om de leerlingen een voldoende brede en verdiepende leerervaring mee te geven. Besluit van de Vlaamse Regering, 31/07/1990, houdende organisatie van het deeltijds kunstonderwijs, studierichting Beeldende kunst, artikel 43, 2. Het betreft de organisatie van niet-gesubsidieerde opleidingen doordat wordt afgeweken van de leerplandoelstellingen. Een inbreuk op de regelgeving is eveneens vastgesteld in verband met de rapportering van de schriftelijke evaluatie: Besluit van de Vlaamse Regering, 31/07/1990, houdende organisatie van het deeltijds kunstonderwijs, studierichting Beeldende kunst, artikel Beeldende kunst: tekenkunst Voldoet niet De leerplandoelstellingen worden in onvoldoende mate bereikt. De evaluatie- en de rapporteringspraktijk missen validiteit en betrouwbaarheid. Ze vormen geen ondersteuning voor de ontwikkeling van de leerlingen. Voor een bepaalde groep van leerlingen klopt het studieaanbod niet met de optie. Outputgegevens Leerprestaties Outcomes Vervolgonderwijs Tevredenheid Het leerlingenaantal van deze optie groeide sinds de vorige doorlichting met 17,4 %. Op Vlaams niveau steeg dit met 10 %. Het aandeel van deze optie binnen de academie daalt in dezelfde periode lichtjes, van 7,5 % tot 6,5 %, maar blijft hiermee boven het Vlaams gemiddelde van 4,4 %. De academie houdt geen doorstroomcijfers bij van haar leerlingen. Een steekproef leert dat de gemiddelde doorstroom van de leerlingen vanaf het eerste jaar tot het vijfde jaar met 33% nagenoeg gelijk is met het Vlaams gemiddelde. DL dko Gemeentelijke Kunstacademie te HOVE (Schooljaar ) 12/25

13 Onderwijsaanbod Volledigheid Evenwicht Referentiekader Planning Verticale en horizontale samenhang Klasmanagement Actief en constructief leren De academie organiseert meerdere ateliermomenten met duidelijke verschillen op vlak van onderwerp en methodiek. Dit laat de leerlingen toe eigen accenten in hun onderwijsaanbod te leggen. Voor één van deze ateliermomenten, Ruimtelijk genoemd, biedt de vakgroep feitelijk weinig tot geen leerplandoelstellingen van tekenkunst aan, maar van de optie beeldhouwkunst of keramiek. De helft van de lestijd gaat uit naar het maken van ruimtelijk werk en het aanleren van ruimtelijke vaardigheidstechnieken. Tekenen is hier ondergeschikt aan het maken van ruimtelijk werk. De leerlingen kunnen op artistiek vlak weliswaar het ruimtelijk gevoel (volume) ontwikkelen. Dit levert hen voornamelijk leerwinst op in de ontwikkeling van hun technisch en artistiek vermogen, voor de realisatie van sculpturen. In veel mindere mate kunnen zij artistieke beelden in het platte vlak creëren zoals het leerplan tekenkunst voorziet. Dit is een inbreuk tegen de regelgeving en maakt de academie voor de helft van de lestijd van deze groep oneigenlijk gebruik van overheidsmiddelen. Deze groep leerlingen bereiken de leerplandoelstellingen van het leerplan tekenkunst niet. Verder biedt de optie tijdens de overige ateliermomenten modeltekenen en stilleven aan. Het onderwijsaanbod vertoont een goede verticale samenhang en bevat leerlijnen voor waarneming en techniek. De leerlingen kunnen natuurgetrouw waarnemen en dit kwaliteitsvol omzetten in een beeld volgens de juiste verhoudingen, met interessante materiaal- en lichtweergaven. De meerderheid van de leerlingen beheerst een goede lijnvoering en kan bewust goede composities in het vlak bouwen. Voor de artistieke ontwikkeling ontbreken leerlijnen en zijn de leerlingen aangewezen op de leerlingbegeleiding. Een meerderheid van de afstuderende leerlingen uit deze groepen bereikt in voldoende mate de leerplandoelstellingen voor artistieke ontwikkeling. Het onderwijsaanbod daagt alle leerlingen echter onvoldoende uit om zelfstandig en doelgericht te experimenteren met technieken, mediaapparatuur, soorten dragers en formaten. Het onderwijsaanbod voor alle groepen vertoont geen sterke horizontale samenhang. Onderwijsorganisatie Groeperingsvorm Onderwijstijd Uitrusting Leermiddelen en ICT Logistiek De leerlingen kunnen vrij bepalen welke hun vaste ateliermomenten in de week zijn. Daarmee leggen ze accenten op inhoudelijke keuzes. De leraars hebben daar geen duidelijk zicht op. De academie biedt in tegenstelling tot de eerder beschreven vakken in de focus een goede basis van didactisch materiaal en meubilair aan. Het verbruiksmateriaal zoals papier of karton is echter beperkt van kwaliteit en diversiteit. In de lesruimtes ontbreken vaste wandpanelen om regelmatig het werk van de leerlingen op te hangen. Dit is niet conform de richtlijnen van het leerplan. De academie biedt geen inspirerende kunstboeken of ICT-middelen aan in de ateliers. DL dko Gemeentelijke Kunstacademie te HOVE (Schooljaar ) 13/25

14 Infrastructuur Evaluatiepraktijk Evenwichtig en representatief Valide Betrouwbaar Het tekenatelier biedt nipt het nodige comfort. De ruimte, met een mooi zicht op de omgeving, laat veel daglicht toe en het kunstlicht voldoet. Het dubbel gebruik met de optie schilderkunst in combinatie met het tekort aan wandpanelen is funest voor het pedagogisch comfort. De opbergmogelijkheden zijn beperkt. De leerlingen leren door de leerlingbegeleiding en groepsgesprekken in het atelier hoe de leerkracht over hun werk en hun proces oordeelt. Tweemaal per jaar evalueert deze hen op een formele wijze en noteert de bevindingen over hun product en proces in een individuele evaluatiefiche. Deze vaststellingen en commentaren missen de link met de leerplandoelstellingen. De leerkrachten weten niet in welke mate de leerlingen die leerplandoelstellingen hebben bereikt. De afstuderenden presenteren hun werk aan een externe jury. De criteria zijn gericht op het beoordelen van het werk van de leerling en maken geen duidelijke link met de leerplandoelstellingen. Van een grote groep leerlingen gaat de vakgroep niet na in welke mate zij, volgens het schoolreglement van de academie, in aanmerking komt om deel te nemen aan de overgangs- of eindproeven. Evaluatiepraktijk Leerbegeleiding Zorgzaam en uitdagend Leerlingvolgsysteem De leerlingen krijgen geen evaluatiefiche, noch de informatie daar uit. De vakgroep maakt bovendien niet systematisch bekend dat de leerlingen hun fiche op het secretariaat kunnen inkijken. Iedere leerling krijgt een persoonlijke, gedifferentieerde begeleiding. Tijdens observaties peilt de leerkracht naar het niveau van iedere leerling. Op basis hiervan stelt deze de doelen voor elke leerling bij, wat de begeleiding voldoende zorgzaam maar ook uitdagend maakt. In bepaalde ateliers ondersteunt de leerlingbegeleiding goed de artistieke ontwikkeling. Het uitdagende aspect van de leerbegeleiding is voor alle ateliermomenten niet gelijkgericht. Inbreuk(en) op regelgeving Door de vrije keuze van de leerlingen, om af en toe een periode andere ateliermomenten bij te wonen, en het ontbreken van een leerlingvolgsysteem heeft de vakgroep geen duidelijk zicht op de volledigheid van het onderwijsaanbod voor elke leerling. Een inbreuk op de regelgeving is vastgesteld in verband met de organisatie van een niet gesubsidieerde optie: Besluit van de Vlaamse Regering, 31/07/1990, houdende organisatie van het deeltijds kunstonderwijs, studierichting Beeldende kunst, artikel 43, 2. Een inbreuk op de regelgeving is eveneens vastgesteld in verband met de rapportering van de schriftelijke evaluatie: Besluit van de Vlaamse Regering, 31/07/1990, houdende organisatie van het deeltijds kunstonderwijs, studierichting Beeldende kunst, artikel 19. DL dko Gemeentelijke Kunstacademie te HOVE (Schooljaar ) 14/25

15 Beeldende kunst: textiele kunst Voldoet niet De leerlingen bereiken in onvoldoende mate de leerplandoelstellingen. Het leertraject van de leerlingen mist de ondersteuning van een betrouwbare en valide evaluatie- en rapporteringspraktijk. Outputgegevens Leerprestaties Outcomes Vervolgonderwijs Tevredenheid Onderwijsaanbod Volledigheid Evenwicht Referentiekader Planning Verticale en horizontale samenhang Klasmanagement Actief en constructief leren Het leerlingenaantal van deze optie daalt met 6,4 % sinds de vorige doorlichting. Op Vlaams niveau steeg dit met 73,3 %. Het aandeel van deze optie binnen de academie daalt in dezelfde periode, van 10,8 % tot 7,4 %, een blijft hiermee ver boven het Vlaams niveau van 0,3 %. De academie houdt geen doorstroomcijfers bij van haar leerlingen. Een steekproef leert dat de doorstroom van de leerlingen uit het eerste jaar naar het zesde jaar schommelt tussen de 17 % en 100 %. De gemiddelde doorstroom in de hogere graad in Vlaanderen is evenwel 33 %. Op artistiek vlak is het gemiddelde niveau van de groep goed voor de realisatie van functionele textielstukken, maar is ze onvoldoende voor de realisatie van vrij werk, kunstwerken in textiel. Op dit vlak vertonen de leerlingen weinig ambitie, noch op inhoudelijk, noch op vormelijk vlak. De optie bouwt haar onderwijsaanbod op twee pijlers, textiele technieken en artistiek experiment, conform het minimumleerplan. Voor de technieken neemt het weven een centrale positie in, ondersteunt door een brede waaier van andere technieken. Een leerlijn voor de artistieke ontwikkeling is impliciet gebouwd rond experimenteren met materialen en technieken, in combinatie met velerlei soorten van kleur- en vormonderzoek. Een expliciete leerlijn voor de artistieke ontwikkeling kent het aanbod niet. De leerlingen hebben een goede basiskennis en beheersen alle aangeboden technieken. Daarnaast kunnen ze zich specialiseren in een techniek naar keuze. Zij bereiken een vrij goed evenwicht tussen de technische en de artistieke leerplandoelstellingen, zoals het algemeen doel uit het leerplan vooropstelt. Het onderwijsaanbod is voor de ontwikkeling op technisch vlak goed opgebouwd volgens leerlijnen en kent voor de textiele kunst een goede verticale en horizontale samenhang. Uitrusting Leermiddelen en ICT Logistiek De academie stelt een heel goed uitgerust atelier ter beschikking om de specifieke technieken uit te voeren zoals weeftechnieken, vilten, batik, maar mist grote tafels voor het aanleren van andere technieken zoals stofdruktechnieken, knooptechnieken, enzovoort. Zoals in de andere opties voorziet de academie in het atelier geen vakbibliotheek, geen elementaire, inspirerende kunstboeken. Er zijn ook geen ICT-middelen voorzien. DL dko Gemeentelijke Kunstacademie te HOVE (Schooljaar ) 15/25

16 Evaluatiepraktijk Evenwichtig en representatief Valide Betrouwbaar De evaluatiepraktijk verloopt zoals bij de optie tekenkunst, hierboven beschreven. De vakgroep evalueert elke leerling tweemaal per jaar en vult een individuele evaluatiefiche in. De bemerkingen over het product en het proces hebben nauwelijks of geen link met de leerplandoelstellingen. De vakgroep weet niet in welke mate de leerlingen de leerplandoelstellingen bereiken. Aan het eind van de opleiding presenteren de leerlingen hun werk aan een externe jury die het beoordeelt volgens criteria die een minimale link met de leerplandoelstellingen maken. Rapporteringspraktijk Leerbegeleiding Zorgzaam en uitdagend Leerlingvolgsysteem Inbreuk(en) op regelgeving De leerlingen krijgen, zoals bij de andere opties, geen evaluatiefiches of geen informatie uit de evaluatiefiches mee. De vakgroep maakt ook niet systematisch bekend dat zij hun fiche op het secretariaat kunnen inkijken. De leerlingen krijgen een persoonlijke begeleiding met veel aandacht voor de individuele talenten en wensen. Ze kunnen rekenen op voldoende haalbare maar op weinig uitdagende doelstellingen. Een inbreuk op de regelgeving is vastgesteld in verband met de rapportering van de schriftelijke evaluatie: Besluit van de Vlaamse Regering, 31/07/1990, houdende organisatie van het deeltijds kunstonderwijs, studierichting Beeldende kunst, artikel Voldoet de academie aan de erkenningsvoorwaarde bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne? De instelling faalt in het systematisch opsporen van tekorten op het vlak van bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne. Haar werkwijze is heel onvolledig. Meerdere verplichte controles zijn niet uitgevoerd. De deskundige ondersteuning van de interne en externe dienst bereikt niet elke vestiging waar de instelling gebruik van maakt voor haar activiteiten. Doordat de instelling onvoldoende de tekorten kent waaraan ze moet werken, mist ze de waakzaamheid die nodig is om ongunstige veranderingen in haar leer- en werkomgeving op te merken. Ze beschikt daardoor niet over de vereiste informatie en deskundige ondersteuning om planmatig en doelgericht tekorten weg te werken. Voor zover deskundige ondersteuning onder de vorm van een samenwerking met de interne en externe dienst wel beschikbaar is, leidt deze samenwerking onvoldoende tot een verbetering van de tekorten. Het verklaart waarom plannen zoals het globaal preventieplan en het jaaractieplan te weinig inspelen op tekorten die specifiek zijn voor de instelling en waarom bepaalde tekorten blijven aanslepen. De uitwerking van het plan mist doelgerichtheid en bovendien is er voor meerder verbeteracties onduidelijkheid over het vereiste budget om ze uit te voeren. Dit veroorzaakt, in combinatie met een opvallend uitstelgedrag, onzekerheid over de effectieve beheersing van alle vastgestelde tekorten. De planning mist bovendien aandacht voor maatregelen die, in afwachting van een oplossing ten gronde, de situatie minimaal verbeteren of aantonen dat de instelling proactief handelt. Een cultuur waarbij elkeen op zijn niveau verantwoordelijkheid neemt, ontbreekt. Dat laat zich in belangrijke mate voelen in de feitelijke situatie op het vlak van bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne en het zorgt voor onaanvaardbare situaties. DL dko Gemeentelijke Kunstacademie te HOVE (Schooljaar ) 16/25

17 Uit de controles en adviezen van externe controlediensten, de interne dienst (preventieadviseur) en de externe dienst, blijken er meerdere tekorten te zijn opgemerkt op het vlak van bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne. Deze tekorten zijn op het ogenblik van de doorlichting nauwelijks opgelost. Wat moet verbeteren, is in de planning niet voorzien en er is weinig initiatief om, in afwachting van een oplossing ten gronde, via organisatorische maatregelen, kleinere werken en sensibiliserende acties iets te ondernemen om de situatie minimaal te verbeteren. De vaststellingen van deskundigen, die terug te vinden zijn in documenten, stemmen overeen met wat de onderwijsinspectie tijdens de doorlichting opmerkt. Tijdens het bezoek ter plaatse valt op dat niet alle locaties even geschikt en comfortabel zijn voor de organisatie van kunstonderwijs. Het keramieklokaal in de hoofdvestiging bijvoorbeeld voldoet niet aan de minimale voorschriften en is daardoor niet geschikt. De instelling krijgt een ongunstig advies voor de erkenningsvoorwaarde bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne. Omwille van de ontbrekende systematiek in het opsporen van tekorten, de gebrekkige beheersing van vastgestelde tekorten en de feitelijke situatie op vlak van BVH, wekt het beleidvoerend vermogen in de instelling weinig vertrouwen. Een nauwgezette opvolging van de verbetering van de bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne van de leer- en werkomgeving is nodig. Dat vereist deskundige analyse, advies en daadkracht van het schoolbestuur. DL dko Gemeentelijke Kunstacademie te HOVE (Schooljaar ) 17/25

18 4 BEWAAKT DE ACADEMIE DE EIGEN KWALITEIT? Het onderzoek naar de kwaliteit en de kwaliteitsbewaking van de geselecteerde procesindicatoren of procesvariabelen levert het volgende op. 4.1 Deskundigheidsbevordering Doelgerichtheid Ondersteuning Doeltreffendheid Ontwikkeling Er is geen feitelijke visie over de manier waarop de academie de beroepsbekwaamheid van haar personeel bewaakt, op peil houdt en versterkt. Een formeel, goedgekeurd nascholingsplan ontbreekt. Dit is een inbreuk tegen de regelgeving. Een systematisch en gefaseerd nascholingsbeleid is geen issue. Het behoefteonderzoek ligt volledig in handen van de leraars, er zijn geen prioriteiten gesteld. In functie van de doorlichting werd een lijst van gevolgde nascholingen samengesteld. Hieruit blijkt dat er wel degelijk aan beroepsbekwaamheid en professionalisering wordt gewerkt, zij het op individuele basis. Er is een budget van per jaar beschikbaar voor deskundigheidsbevordering. De besteding ervan gebeurt vraaggestuurd. Hierover bestaan geen convenanten of formele afspraken. De belangrijkste parameter om een financiële ondersteuning toe te kennen is dat het doel van de (bijkomende) opleiding of vorming in functie moet staan, of bijdragen tot een beter rendement van de lesopdracht aan de academie. De deskundigheidsbevordering dient ter verbetering van de persoonlijke attitude of van het vakmanschap, specifiek binnen het vakgebied en de lesopdracht. Er is geen multiplicatie van de opgedane ervaringen omdat de deskundigheidsbevordering geen aandachtspunt is bij algemene leraarsvergaderingen. Er is geen evaluatie van de gevolgde nascholingen. Voor de opgedane individuele ervaringen is er dus ook geen borging. Gezien de erg zwakke bevindingen inzake doelgerichtheid en doeltreffendheid is er momenteel geen ambitie om nieuwe initiatieven te ontwikkelen. Door het feit dat er geen evaluatie gebeurt van de gevolgde nascholingen worden er momenteel ook geen ontwikkelingen voor de toekomst verwacht. 4.2 Evaluatiepraktijk Doelgerichtheid Het Artistiek Pedagogisch Project (APP) bevat geen artistiek pedagogisch onderbouwde visie voor de evaluatiepraktijk. Met de evaluatie heeft de academie desalniettemin een tweeledig doel voor ogen, nl. de koppeling maken tussen de aangeboden leerdoelen en de gerealiseerde werken enerzijds en de koppeling tussen de aangeboden leerdoelen en de evolutie van de leerling anderzijds. De academie onderstreept hiermee het belang van een brede blik op de leerling, zowel op het ontwikkelingsproces als op de kwaliteit van de gerealiseerde werken. Daarnaast moet de evaluatiepraktijk volgens de academie aanzetten tot zelfreflectie van de leerkracht. DL dko Gemeentelijke Kunstacademie te HOVE (Schooljaar ) 18/25

19 Ondersteuning Doeltreffendheid Ontwikkeling Om elke leerling tweemaal per jaar te evalueren is een evaluatiefiche beschikbaar. De leerkracht noteert zijn bevindingen over de leerling in verband met de twee aandachtspunten zoals vermeld onder doelgerichtheid: proces en product. In de praktijk zijn deze beschrijvingen erg vaag. De evaluatiefiche mist feitelijke criteria om de doelgerichtheid te ondersteunen. Voor de eindproeven wordt een jury samengesteld. Deze jury bestaat uit meerdere externe juryleden, o.a. vakexperts voor diverse domeinen van de kunstopleiding, een vertegenwoordiger van het schoolbestuur en alle leerkrachten van de academie. De keuze van de externe deskundigen kan gebeuren door de leerkrachten. Voor de jurybeoordelingen zijn geen criteria of richtlijnen ontwikkeld die de artistiek-pedagogische eigenheid van de academie ondersteunen en accentueren. Het ontbreken van een duidelijk referentiekader dat refereert naar de leerplandoelstellingen en het jaarplan, ontneemt de leerkracht de mogelijkheid om een systematische link te maken tussen het onderwijsaanbod en de evaluatie. De evaluatie mist effect en is dus niet doeltreffend. De academie kent geen traditie waarbij het voltallige korps of vakgroepen overleg plegen om de kwaliteit van haar evaluatiepraktijk te ontwikkelen, bij te sturen of te verbeteren. Velerlei aspecten van de academiewerking en van de evaluatiepraktijk komen enkel aan bod tijdens de evaluatiemomenten met de externe jury. Voor de leerkrachten, voornamelijk deze van de hogere graad, is dit een moment van zelfevaluatie. Dit leidt soms tot bijsturing van de visie over de evaluatie van de eindproeven. 4.3 Rapporteringspraktijk Doelgerichtheid Ondersteuning De rapportering van de evaluatie draagt volgens de academie bij tot de effectiviteit ervan. Het APP vermeldt voor de opties van de lagere en de middelbare graad dat de leerlingen tweemaal per jaar via individuele evaluatiefiches een aangepaste rapportering per vak krijgen. Voor de leerlingen van de hogere graad is volgens het APP feedback mogelijk door een gesprek met de directeur en/of afgevaardigde van het schoolbestuur, en dit aan de hand van de evaluatiefiches. Verder zijn er geen specifieke verwachtingen of doelen met betrekking tot de rapportering van de evaluatie of de communicatie hierover. In de praktijk is het zo dat er feitelijk geen gestructureerde rapportering is. Na de eindevaluatie in de hogere graad deelt de leerkracht in een gesprek de bevindingen mee van de jury maar hanteert hiervoor noch de ingevulde evaluatiefiche noch een kader dat de koppeling maakt met de leerplandoelstellingen of het onderwijsaanbod. Voor de andere graden en jaren is er geen gestructureerde communicatie ter ondersteuning van het leerproces en de ontwikkelingsgerichtheid. DL dko Gemeentelijke Kunstacademie te HOVE (Schooljaar ) 19/25

20 Doeltreffendheid Ontwikkeling Inbreuk(en) op regelgeving Door het ontbreken van de rapportering missen de leerlingen de informatie uit de evaluatie. De enige bron van informatie over hun ontwikkeling is de leerbegeleiding, waar dan weer enige systematiek en strategie ontbreekt om de verbinding te leggen tussen de leerdoelen en de evaluatie van het individueel ontwikkelingstraject. Binnen de academie leeft geen bezorgdheid over de kwaliteit van haar rapportering. Bijgevolg is ze niet onderworpen aan enige vorm van interne kwaliteitszorg. De rapporteringspraktijk komt niet overeen met de visie zoals vermeld in het APP. Er is geen structurele rapportering van de schriftelijke evaluatie: Besluit van de Vlaamse Regering, 31/07/1990, houdende organisatie van het deeltijds kunstonderwijs, studierichting Beeldende kunst, artikel 19. DL dko Gemeentelijke Kunstacademie te HOVE (Schooljaar ) 20/25

21 5 ALGEMEEN BELEID VAN DE ACADEMIE Het onderzoek naar het algemeen beleid van de academie levert volgende vaststellingen op. Leiderschap Visieontwikkeling Besluitvorming Kwaliteitszorg De academie wordt geleid door de directeur en één administratief medewerkster. Samen doen zij het volledige beheer. Er is geen directieteam, geen middenkader en er zijn geen coördinatoren. Als verklaring geldt dat het team te klein is om te differentiëren en op te splitsen. Door de huidige werkwijze is er geen ruimte voor een gestructureerde, daadwerkelijke communicatie met o.a. de leerlingen: geen schoolkrant, enkel courante flyers worden ter beschikking gesteld of gecommuniceerd. Informatie over specifieke tentoonstellingen bijvoorbeeld gaat rechtstreeks van het secretariaat naar de leraars die het aanbelangt. Projecten ontstaan bij de leraars. Voorstellen worden doorgesproken (meestal per mail) met de directie. Omwille van beperkte financiële en ruimtelijke middelen is de realisatie van projecten echter beperkt. De huidige directie is niet actief betrokken bij de werking van de directeursvereniging Codibel, noch bij andere regio-overschrijdende organisaties. Er is een lokale binding met de cultuurraad (als externe expert) en de bibraad. Er is een visietekst ter ondersteuning van het artistiek-pedagogisch project van de academie onder de naam Artistiek-pedagogisch uitgangspunt. Dit document, vrij algemeen geformuleerd en gemodelleerd naar het oorspronkelijke CIPO-model, opgesteld per graad, is het resultaat van gesprekken, o.a. met de leraars. Van een echte bottom up-creatie is geen sprake. Bijgevolg is er geen structurele betrokkenheid en dus ook geen groot draagvlak. Een goedgekeurd schoolwerkplan annex schoolreglement zijn beschikbaar. Beleidspunten en beslissingen worden genomen op twee niveaus: de directie (cfr. supra) en het gemeentebestuur. Er is een reglementair samengesteld ABOC dat rechtsgeldig functioneert. In de academie zijn geen syndicaal afgevaardigden. Er wordt gestreefd naar twee leraarsvergaderingen per trimester. In de praktijk wordt dat drie keer per jaar. Er zijn geen formele vakgroepen om bij te dragen tot een onderbouwde besluitvorming. Ten behoeve van de integrale kwaliteitszorg werden door de directie documenten en syllabussen van gevolgde nascholingen verzameld en in één IKZ-map samengebracht. Daarbij o.a. een document trajectbegeleiding kwaliteitszorg/cultuur, het arbeidsreglement met bijlagen (uit 2009), een sjabloon voor de functiebeschrijving van het ambt van leraar, een modeldocument intern noodplan voor scholen en internaten, en een leidraad annex stappenplan bij het uitvoeren van de zelfevaluatie van een tijdelijk project in het dko (OVSG, 2008). Ongetwijfeld werd een en ander verzameld in functie van de eigen schoolwerking. Van een echt beleid inzake kwaliteitszorg kan echter nog geen sprake zijn. De academie staat wat dat betreft aan het begin van een ontwikkelingstraject. DL dko Gemeentelijke Kunstacademie te HOVE (Schooljaar ) 21/25

22 Enkele vaststellingen en aandachtspunten die zeker voor verbetering vatbaar zijn gaan over zowel het beheer, de communicatie als de organisatie van de academie, maar ook over het onderzoek naar het welbevinden van alle betrokkenen en over zowel de noodzaak van als de behoefte aan introspectie. Enkele concrete voorbeelden zijn o.a. het niet langer beheren van academiegelden op persoonlijke rekeningen, de interne en de externe communicatie, de permanentie op het secretariaat tijdens de lessen en het toezicht, bevragingen omtrent het welbevinden van leraars en leerlingen, de opvolging en bijsturing van jaarplannen, onderzoek naar de relevantie van de outcome door analyse van statistische gegevens, enzovoort. Inbreuken op de regelgeving Decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs van 08 mei 2009, Art. 8: elke instelling stelt jaarlijks een nascholingsplan op. Dit plan wordt goedgekeurd door ofwel het lokaal comité ofwel, bij ontstentenis hiervan, door de algemene personeelsvergadering. Een inbreuk op de regelgeving is vastgesteld in verband met de organisatie van een niet gesubsidieerde optie, betreffend Besluit van de Vlaamse Regering, 31/07/1990, houdende organisatie van het deeltijds kunstonderwijs, studierichting Beeldende kunst, artikel 43, 2. Een inbreuk op de regelgeving is vastgesteld in verband met de rapportering van de schriftelijke evaluatie, betreffend Besluit van de Vlaamse Regering, 31/07/1990, houdende organisatie van het deeltijds kunstonderwijs, studierichting Beeldende kunst, artikel 19. DL dko Gemeentelijke Kunstacademie te HOVE (Schooljaar ) 22/25