Inspectierapport. Mammy Daycare (KDV) Lodewijk van Deysselstr HM Amsterdam Registratienummer:

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Inspectierapport. Mammy Daycare (KDV) Lodewijk van Deysselstr HM Amsterdam Registratienummer:"

Transcriptie

1 Inspectierapport Mammy Daycare (KDV) Lodewijk van Deysselstr HM Amsterdam Registratienummer: Toezichthouder: GGD Amsterdam In opdracht van: Gemeente Amsterdam Datum inspectie: Type onderzoek: Jaarlijks onderzoek Status: definitief Datum vaststellen inspectierapport: Mammy Daycare - Jaarlijks onderzoek /14

2 Inhoudsopgave Het onderzoek Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Personeel en groepen Veiligheid en gezondheid Accommodatie Ouderrecht Inspectie-items Gegevens voorziening Gegevens toezicht Mammy Daycare - Jaarlijks onderzoek /14

3 Het onderzoek Onderzoeksopzet Op 30 mei 2018 is op grond van artikel 1.62, tweede lid van de Wet kinderopvang een onaangekondigd jaarlijks onderzoek uitgevoerd. In dit onderzoek zijn op grond van het risicoprofiel de belangrijkste kwaliteitseisen onderzocht, namelijk de kwaliteitseisen p het gebied van het pedagogisch klimaat, de eisen aan (de inzet van) het personeel, de stabiliteitseisen, het veiligheids- en gezondheidsbeleid en de uitvoering daarvan, de accommodatie en het ouderrecht. De kwaliteitseisen die zijn onderzocht staan achter in het rapport vermeld. De toezichthouder heeft de houder in de gelegenheid gesteld om na het inspectiebezoek nog documenten aan te leveren. Deze documenten heeft de toezichthouder ontvangen op 3, 6, 11 en 12 juni Beschouwing Locatie Kinderdagverblijf Mammy Daycare is een kleinschalig kinderdagverblijf in Amsterdam Nieuw-West bestaande uit één stamgroep waarin dagelijks maximaal zeven kinderen in de leeftijd van 0 tot 4 jaar worden opgevangen. Ten tijde van het inspectieonderzoek staat dagelijks slechts één beroepskracht op de groep. Sinds het vorig jaarlijks onderzoek zijn twee nieuwe beroepskrachten in dienst getreden en werkt de houder zelf ook twee dagen in het kindercentrum. In geval van ziekte, vakantie of verlof wordt dit onderling opgelost. Tevens lopen op de locatie drie stagiairs, die de beroepskrachten waar nodig ondersteunen, stage. De stagiairs en camera's op de groep zorgen ervoor dat het vierogenprincipe wordt gewaarborgd. In juli 2018 zal de houder, zoals in voorgaande jaren, een kinderfeest met hapjes en activiteiten organiseren waar kinderen verkleed aan kunnen deel nemen. Naar aanleiding van het jaarlijks onderzoek van 2017 is een bestuurlijke boete met betrekking tot de beroepskwalificatie van een beroepskracht opgelegd. Dit onderwerp is in het huidige onderzoek opnieuw beoordeeld. In het huidige onderzoek zijn geen overtredingen geconstateerd. Advies aan college van B&W De toezichthouder heeft in dit onderzoek geen overtredingen geconstateerd en adviseert om dit rapport ter kennisname in ontvangst te nemen. Mammy Daycare - Jaarlijks onderzoek /14

4 Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat De toezichthouder heeft de houder in de gelegenheid gesteld het pedagogisch beleid op enkele punten aan te passen, daar deze in eerste instantie nog niet aan alle voorwaarden voldeed. De herziene versie is beoordeeld. Pedagogisch beleid In het pedagogisch beleidsplan wordt een concrete en uitgebreide beschrijving gegeven van de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de aspecten van verantwoorde kinderopvang, waarbij rekening wordt gehouden met de verschillende ontwikkelingsfasen waarin kinderen zich bevinden. Over het waarborgen van de emotionele veiligheid is onder meer opgenomen dat vaste beroepskrachten op de groep staan, geen flexibele opvang wordt aangeboden en beroepskrachten de gevoelens die het kind uit, verwoorden. De persoonlijke competenties worden gestimuleerd door gevarieerd speelmateriaal aan te bieden en verschillende activiteiten, zoals grote groepsschilderijen maken of imitatiespelletjes spelen met de baby's, te ondernemen. Teven wordt door buiten te spelen en boekjes te lezen een bijdrage geleverd aan respectievelijk de motoriek en taalontwikkeling van het kind. Met betrekking tot de sociale competenties wordt met name de groepsparticipatie belicht. Onderlinge interactie wordt bijvoorbeeld gestimuleerd door activiteiten samen te doen, baby's naast elkaar te leggen en aandacht te besteden aan het helpen van elkaar. Over de overdracht van normen en waarden is onder meer opgenomen dat aan kinderen omgangsvormen worden bijgebracht zoals: 'We doen elkaar geen pijn' of 'We gebruiken een bord om eten op te leggen'. De houder heeft aandacht voor het bijscholen van de beroepskrachten en binnenkort zal bijvoorbeeld een training 'taal- en interactievaardigheden' door het team worden gevolgd. Het beleidsplan vermeldt dat met behulp van het kindvolgsysteem Pravo de ontwikkeling van het kind wordt gevolgd en gestimuleerd en hiermee naar een doorlopende ontwikkellijn naar het basisonderwijs en de buitenschoolse opvang wordt gestreefd. Met toestemming van ouders wordt informatie met de basisschool gedeeld. De werkwijze, maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de stamgroepen zijn opgenomen in het beleid. Gezien het feit dat slechts één beroepskracht op de groep staat is geen sprake van afwijken van de beroepskracht-kind-ratio. De aard van en de wijze waarop kinderen bij een activiteit de stamgroep kunnen verlaten wordt helder omschreven. Onder andere het bezoeken van een speeltuin, de kinderboerderij en het buiten spelen worden genoemd. Ten slotte wordt kort en concreet beschreven welke taken de stagiairs op de groep mogen uitvoeren en hoe zij worden begeleid. Verantwoorde dagopvang Het pedagogisch handelen van de beroepskrachten is beoordeeld aan de hand van observaties tijdens vrij spel en het eten. Op basis van deze observaties blijkt dat de beroepskrachten voldoende uitvoering geven aan de aspecten van verantwoorde dagopvang. Hieronder volgen enkele voorbeelden. Wanneer een kind bij het kindercentrum wordt gebracht, begroet de beroepskracht het kind enthousiast en neemt het kind mee naar het raam om samen mama uit te zwaaien. De beroepskracht voert persoonlijke gesprekken met de kinderen waarbij onderwerpen worden aangehaald waar zij eerder met elkaar over gesproken hebben, zoals een pijnlijke arm of de belofte om te gaan voetballen in de nabijgelegen speeltuin. Het bovenstaande getuigt van een veilige emotionele omgeving waarin naar voren komt dat de beroepskracht goed op de hoogte is van hetgeen er bij de kinderen speelt. Ten aanzien van de sociale ontwikkeling en het bijbrengen van normen en waarden blijkt dat de beroepskracht oplettend is en inspeelt op situaties die zich voordoen tussen kinderen. Wanneer een kind een ander bijvoorbeeld vastpakt bij het hoofd en deze heen en weer beweegt, zegt de beroepskracht direct dat het aanraken van andere kinderen ook zachtjes kan. Het kind zegt: 'Maar hij lacht!' Waarop de beroepskracht antwoordt: 'En toch moet je goed op blijven letten!'. Het kind laat het andere kind los. Wanneer het tijd is voor het eten van fruit moet er opgeruimd worden. De beroepskracht kondigt dit aan en geeft zelf het goede voorbeeld door stukken speelgoed in de daarvoor bestemde bakken te leggen. Zowel de jonge als de oudere kinderen willen de beroepskracht graag helpen en ruimen zelfstandig het overige speelgoed op. Gebruikte bronnen: - Pedagogisch beleidsplan, versie januari 2018 nieuw, ontvangen op 11 juni Observatie tijdens vrij spel en een eetmoment tussen en uur - Inspectieonderzoek Mammy Daycare - Jaarlijks onderzoek /14

5 Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag en personenregister kinderopvang Alle personen, inclusief stagiairs, die werken bij het kindercentrum, staan ingeschreven in het personenregister en zijn gekoppeld aan de houder. Opleidingseisen en eisen aan de inzet van leerlingen De beroepskrachten die werken bij het kindercentrum beschikken over een passende beroepskwalificatie zoals in de cao Kinderopvang is opgenomen. Deze beoordeling is gebaseerd op het personeel dat sinds het laatste reguliere inspectiebezoek d.d. 9 februari 2017 in dienst is getreden. Aantal beroepskrachten Op de dag van het inspectiebezoek worden voldoende beroepskrachten ingezet voor het aantal kinderen dat wordt opgevangen. In de groep worden namelijk vijf kinderen opgevangen door één beroepskracht. Op basis van een steekproef uit de presentielijsten van 1 tot en met 31 mei 2018 en de bijbehorende werkroosters van het personeel, constateert de toezichthouder dat ook in deze periode voldoende beroepskrachten zijn ingezet voor het aantal opgevangen kinderen. Op alle dagen staat slechts één beroepskracht op de groep. Gedurende de opgevraagde periode wordt niet afgeweken van de beroepskrachtkind-ratio. De houder verklaart dat indien weer kinderen jonger dan één jaar worden opgevangen, het minimaal aantal in te zetten beroepskrachten zal worden verhoogd naar twee. Van maandag tot en met donderdag wordt de beroepskracht ondersteund door een stagiair. Alle dagen van de week is een achterwachtregeling van kracht. De telefoonnummers van de twee mogelijke achterwachten (waaronder de houder) zijn op de groep beschikbaar en zijn opgeslagen in de mobiele telefoon die meegaat bij het verlaten van de stamgroep. De beroepskrachten zijn op de hoogte van de achterwachtregeling. Stabiliteit van de opvang voor kinderen Het kindercentrum heeft één stamgroep. Er is geen sprake van flexibele opvang, waardoor de stabiliteit van de groepssamenstelling wordt behouden. Extra opvangdagen behoort tot de opties. Gezien de omvang van het kindercentrum, weten de ouders welke beroepskracht op welke dag werkt. Dit is tijdens de intake medegedeeld en bij wijzigingen worden de ouders persoonlijk of per op de hoogte gebracht. Aan alle kinderen vanaf één jaar zijn ten hoogste drie vaste beroepskrachten toegewezen. Ten tijde van het inspectieonderzoek zijn op de groep geen kinderen jonger dan één jaar geplaatst. Elk kind heeft een mentor, die jaarlijks een oudergesprek voert waarin de ontwikkeling van het kind wordt besproken. Ook tussentijds hebben ouders de mogelijkheid om de mentor te benaderen met vragen ten aanzien van de ontwikkeling of opvoeding van hun kind. Gebruik van de voorgeschreven voertaal Gedurende de hele opvang wordt door alle beroepskrachten Nederlands gesproken. Gebruikte bronnen: - Gesprekken met de beroepskracht en leidinggevende - Personenregisterkinderopvang.duo.nl, geraadpleegd op 11 juni Afschriften beroepskwalificaties in dienst getreden beroepskrachten sinds vorig jaarlijks onderzoek, ontvangen op 6 en 12 juni Afschriften stagecontracten, ontvangen op 3 juni Overzicht inzet beroepskrachten van 1 tot en met 31 mei 2018, ontvangen op 6 juni Presentielijsten en geboortedata kinderen van 1 tot en met 31 mei 2018, ontvangen op 6 juni Inspectieonderzoek Mammy Daycare - Jaarlijks onderzoek /14

6 Veiligheid en gezondheid Een keer per twee maanden vindt een teamvergadering waarin verschillende protocollen uit het veiligheids- en gezondheidsbeleid aan bod komen, plaats. Ook is er ruimte voor het evalueren van genomen maatregelen omtrent de eerder geïnventariseerde risico's. De houder vertelt dat ook tussendoor veel overleg plaatsvindt tussen beroepskrachten met betrekking tot de ontwikkeling van de kinderen. Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De beroepskrachten zijn op de hoogte van de voornaamste risico's op het gebied van veiligheid en gezondheid, zij worden tevens betrokken in het proces van beleidsvorming, implementatie, evaluatie en actualisering. Tijdens een teamoverleg inventariseren de beroepskrachten de risico's binnen de groepsruimte. Zo zijn onlangs naar aanleiding van een overleg de scherpe punten van de keukenhoek en opbergtafels beschermd met plastic stoothoekjes. De voornaamste risico's met betrekking tot veiligheid en gezondheid worden uiteengezet in het beleid, waarbij tevens aandacht is voor de maatregelen die worden getroffen indien de mogelijke risico's zich voordoen. Ten aanzien van kinderen leren omgaan met kleine risico's op het gebied van veiligheid en gezondheid bevat het veiligheids- en gezondheidsbeleid een korte toelichting op kinderen leren omgaan met risico's, bijvoorbeeld: 'Houd tijdens het hoesten of niezen de binnenkant van de ellenboog voor de mond'. De genomen maatregelen omtrent grensoverschrijdend gedrag zijn, zowel bij kinderen onderling als tussen volwassenen en kinderen, concreet beschreven. Wanneer op vrijdag slechts één beroepskracht aanwezig is op de groep kan in verband met het vierogenprincipe een beroep worden gedaan op de camerabeelden die, indien noodzakelijk, toegankelijk zijn voor de houder en een lid van de oudercommissie. Het veiligheids- en gezondheidsbeleid is inzichtelijk en kan op de groep worden ingezien door medewerkers en ouders. De medewerkers worden door middel van s, notulen en tijdens teamvergaderingen op de hoogte gehouden van actualisatie van het beleid. De ouders ontvangen de informatie over nieuw beleid per . Deze voorwaarde stond in eerste instantie niet beschreven in het beleid. De toezichthouder heeft de houder in de gelegenheid gesteld het beleid aan te passen en de houder heeft hier binnen de onderzoekstermijn gehoor aan gegeven. Alle dagen van de week is een achterwachtregeling van kracht. De telefoonnummers van de twee achterwachten zijn op de groep voorhanden en staan in de mobiele telefoon die meegenomen wordt bij het verlaten van de stamgroep. De beroepskrachten zijn op de hoogte van de achterwachtregeling. Tevens blijkt uit de afschriften van de EHBO-certificaten dat de vaste beroepskrachten allemaal gekwalificeerd zijn voor het verlenen van eerste hulp aan kinderen conform de in de Regeling Wet kinderopvang aan deze kwalificatie gestelde nadere regels. Tot slot is de uitvoering van het veiligheids- en gezondheidsbeleid beoordeeld aan de hand van speerpunten. Op het gebied van veiligheid is aandacht besteed aan het veilig slapen en op het gebied van gezondheid is aandacht besteed aan binnenmilieu en voedselveiligheid. Veilig slapen Tijdens het vorig jaarlijks onderzoek bleken de bedden in de slaapruimte niet te voldoen aan de geldende kwaliteitseisen en onvoldoende veiligheid te bieden vanwege het ontbreken van dakjes op de bovenste bedden en spijlen die losgehaald konden worden. Inmiddels zijn de bedden in de slaapruimte vervangen door nieuwe gecertificeerde bedden. De beroepskracht is op de hoogte van de afspraken over het slapen, zoals opgenomen in het Protocol veilig slapen en wiegendoodpreventie. Daar momenteel geen kinderen jonger dan 1 jaar worden opgevangen en alle kinderen tegelijkertijd rusten wordt geen gebruik gemaakt van de babyfoon. De beroepskracht is altijd op de groep aanwezig en kan de kinderen in de slaapruimte, gezien de kleinschalige opzet van het kindercentrum, altijd horen en controleert de slapende kinderen regelmatig. Binnenmilieu en voedselveiligheid De beroepskracht is op de hoogte van het ventilatiebeleid. In de slaapruimte is een CO 2 -meter aanwezig die gaat piepen wanneer de waarden te hoog zijn. De beroepskracht weet welke maatregelen in dat geval getroffen moeten worden zoals het openen van de tuindeur en het raam bij het kantoor waardoor frisse lucht naar binnen kan stromen. Ten aanzien van de voedselveiligheid is momenteel geen sprake van het gebruik en bewaren van afgekolfde moedermelk. Het fruit en de maaltijd worden geleverd door een leverancier van biologische producten. De houder, tevens beroepskracht, verklaart dat de producten bij levering direct in de koelkast worden geplaatst, de datum wordt na openen op de producten genoteerd en de koelkast wordt wekelijks schoongemaakt. Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode door hier meerdere keren per jaar aandacht aan te besteden tijdens teamvergaderingen. Mammy Daycare - Jaarlijks onderzoek /14

7 Gebruikte bronnen: - Inspectieonderzoek - Gesprekken met de beroepskrachten en leidinggevende - Veiligheids- en gezondheidsbeleid, versie januari 2018, ontvangen op 11 juni Pedagogisch beleidsplan, versie januari 2018 nieuw, ontvangen op 11 juni Notulen teamoverleg d.d. 27 december 2017 en 6 maart 2018, ontvangen op 3 en 6 juni Ventilatiebeleid Mammy Daycare, versie februari 2017, ontvangen op 3 juni Werkinstructie voedselbereiding, versie onbekend, ontvangen op 3 juni Protocol veilig slapen en preventie wiegendood, ontvangen op 3 juni 2018 Mammy Daycare - Jaarlijks onderzoek /14

8 Accommodatie Eisen aan ruimtes Op de locatie zijn verschillende speelplaatsen gecreëerd zoals een leeshoek en een huishoek. De kinderen hebben gemakkelijk toegang tot verschillend materiaal zoals blokken, knutselgerei, knuffels en leesboekjes. Hieruit blijkt dat de ruimtes passend voor de leeftijd van de kinderen zijn ingericht. Gebruikte bronnen: - Inspectieonderzoek Mammy Daycare - Jaarlijks onderzoek /14

9 Ouderrecht Oudercommissie De houder heeft een oudercommissie ingesteld, waarin drie leden zitting hebben die actief worden betrokken voor advies over het beleid. Zo zijn in verband met de wet IKK de veranderingen in het pedagogisch beleid doorgenomen en is het waarborgen van het vierogenprincipe, waar de oudercommissie onderdeel van uitmaakt, tijdens vergaderingen aan bod geweest. Daarnaast zijn alle ouders betrokken bij de ontwikkelingen binnen het kindercentrum en worden zij per op de hoogte gesteld van veranderingen in het beleid. Gebruikte bronnen: - Gesprek leidinggevende - Notulen vergadering Oudercommissie d.d. 6 december 2017 en 6 maart 2018, ontvangen op 3 juni Inspectieonderzoek Mammy Daycare - Jaarlijks onderzoek /14

10 Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleid Het kindercentrum beschikt over een pedagogisch beleidsplan. De houder draagt er zorg voor dat in de dagopvang conform het pedagogisch beleidsplan wordt gehandeld. Het pedagogisch beleidsplan bevat ten minste een concrete beschrijving van de wijze waarop invulling wordt gegeven aan aspecten van verantwoorde dagopvang, bedoeld in artikel 2 van het Besluit kwaliteit kinderopvang. Het pedagogisch beleidsplan bevat ten minste een concrete beschrijving van de wijze waarop de ontwikkeling van het kind wordt gevolgd en gestimuleerd en daarbij naar een doorlopende ontwikkellijn met het basisonderwijs en de buitenschoolse opvang wordt gestreefd, waarbij in ieder geval wordt ingegaan op de wijze waarop: - met toestemming van de ouders kennis over de ontwikkeling van het kind wordt overgedragen aan de school bij de overgang van het kind naar het basisonderwijs en aan de buitenschoolse opvang bij de overgang van het kind naar de buitenschoolse opvang; - bijzonderheden in de ontwikkeling van het kind of problemen worden gesignaleerd en ouders worden doorverwezen naar passende instanties voor verdere ondersteuning. Het pedagogisch beleidsplan bevat ten minste een concrete beschrijving van de werkwijze, maximale omvang en leeftijdsopbouw van de stamgroepen. Het pedagogisch beleidsplan bevat, indien van toepassing, een concrete beschrijving van de aard en de organisatie van de activiteiten waarbij kinderen de stamgroep of de stamgroepruimte kunnen verlaten. Het pedagogisch beleidsplan bevat, indien van toepassing, een concrete beschrijving van de taken die beroepskrachten in opleiding, stagiairs en vrijwilligers in de dagopvang kunnen uitvoeren en de wijze waarop zij hierbij worden begeleid. Verantwoorde dagopvang In het kader van het bieden van verantwoorde dagopvang, draagt de houder er in ieder geval zorg voor dat, rekening houdend met de ontwikkelingsfase waarin kinderen zich bevinden: a. op een sensitieve en responsieve manier met kinderen wordt omgegaan, respect voor de autonomie van kinderen wordt getoond en grenzen worden gesteld aan en structuur wordt geboden voor het gedrag van kinderen, zodat kinderen zich emotioneel veilig en geborgen kunnen voelen; b. kinderen spelenderwijs worden uitgedaagd in de ontwikkeling van hun motorische vaardigheden, cognitieve vaardigheden, taalvaardigheden en creatieve vaardigheden, teneinde kinderen in staat te stellen steeds zelfstandiger te functioneren in een veranderende omgeving; c. kinderen worden begeleid in hun interacties, waarbij hen spelenderwijs sociale kennis en vaardigheden worden bijgebracht, teneinde kinderen in staat te stellen steeds zelfstandiger relaties met anderen op te bouwen en te onderhouden; d. kinderen worden gestimuleerd om op een open manier kennis te maken met de algemeen aanvaarde waarden en normen in de samenleving met het oog op een respectvolle omgang met anderen en een actieve participatie in de maatschappij. Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag en personenregister kinderopvang In het bezit van een verklaring omtrent het gedrag zijn: a. de houder of voorgenomen houder van een kindercentrum; b. de personen die op basis van een arbeidsovereenkomst met de houder of met een uitzendorganisatie tijdens opvanguren werkzaam zijn dan wel zullen zijn op de locatie van een onderneming waarmee de houder een kindercentrum exploiteert en waar kinderen worden opgevangen; c. de personen die op basis van een andere overeenkomst met de houder structureel tijdens opvanguren werkzaam zijn of zullen zijn op de locatie waarmee de houder een kindercentrum exploiteert en waar kinderen worden opgevangen; d. de personen die uit hoofde van hun functie toegang hebben of zullen hebben tot informatie over de kinderen die worden opgevangen; e. de personen van 18 jaar en ouder die op het woonadres waar een kindercentrum is gevestigd hun hoofdverblijf hebben of zullen hebben dan wel die structureel tijdens opvanguren aanwezig zijn of zullen zijn op het kindercentrum, gevestigd op een woonadres. Voor zover het natuurlijke personen betreft is eenieder als bedoeld in de onderdelen a tot en met e ingeschreven in het personenregister kinderopvang, bedoeld in artikel 1.48d van de Wet. De verklaring omtrent het gedrag is bij inschrijving in het personenregister kinderopvang niet ouder dan twee maanden. Voor personen die op 28 februari 2018 op basis van de artikelen 9a en 9b van het Besluit landelijk register kinderopvang en register buitenlandse kinderopvang (zoals dat geldt op 28 februari 2018) continu worden gescreend geldt een overgangsbepaling en verwerkt de minister de gegevens in het personenregister kinderopvang in de periode die loopt van 1 maart 2018 tot 1 juli De houder van een kindercentrum draagt zorg voor koppeling op basis van het burgerservicenummer, met de in artikel 1.50 derde lid van de Wet genoemde personen inclusief hemzelf. Na inschrijving van een persoon als bedoeld in artikel 1.50 derde lid van de Wet in het personenregister Mammy Daycare - Jaarlijks onderzoek /14

11 kinderopvang en na koppeling met de houder kan de persoon zijn werkzaamheden aanvangen. Opleidingseisen en eisen aan de inzet van leerlingen Beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende opleiding. De beroepskwalificatie-eisen en bewijsstukken die voor beroepskrachten worden genoemd in de meest recent aangevangen cao kinderopvang en cao welzijn en maatschappelijke dienstverlening (cao sociaal werk) worden aangemerkt als beroepskwalificatie-eisen en bewijsstukken voor een passende opleiding. Aantal beroepskrachten De verhouding tussen het minimaal aantal in te zetten beroepskrachten en het aantal aanwezige kinderen in een stamgroep (beroepskracht-kindratio) wordt bepaald op grond van tabel 1 in bijlage 1a, onderdeel a bij het besluit en de daarbij behorende rekenregels. Gebruik kan worden gemaakt van de rekentool op de website Indien bij dagopvang per dag ten minste tien aaneengesloten uren opvang wordt geboden, kunnen in afwijking van het vereist aantal minimaal in te zetten beroepskrachten, voor ten hoogste drie uren per dag minder beroepskrachten worden ingezet. Dit met inachtneming van de in het pedagogisch beleidsplan vastgestelde tijden waarop minder beroepskrachten kunnen worden ingezet dan minimaal vereist op grond van de beroepskrachtkindratio alsmede de tijden waarop in ieder geval niet daarvan wordt afgeweken. Gedurende de uren dat minder beroepskrachten worden ingezet wordt ten minste de helft van het aantal vereiste beroepskrachten ingezet. De afwijkende inzet kan op de dagen van de week verschillen, zij het dat de afwijkende inzet niet per week verschilt. Indien kinderen bij een activiteit zoals beschreven in het pedagogisch beleidsplan de stamgroep verlaten, leidt dit niet tot een verlaging van het totaalaantal minimaal op of, indien de activiteit buiten het kindercentrum plaatsvindt, vanuit het kindercentrum in te zetten beroepskrachten, ten opzichte van de situatie direct voorafgaand aan de activiteit. Indien gelet op de vereiste beroepskracht-kindratio op grond van artikel 7, lid 2, in het kindercentrum één beroepskracht aanwezig is, is tevens een volwassene beschikbaar die telefonisch bereikbaar is en die binnen vijftien minuten in het kindercentrum aanwezig kan zijn in geval van een calamiteit. De houder informeert de bij het kindercentrum werkzame personen over de naam en het telefoonnummer van deze persoon. Stabiliteit van de opvang voor kinderen Bij dagopvang vindt de opvang plaats in stamgroepen. Een kind wordt opgevangen in één stamgroep. De maximale groepsgrootte wordt bepaald op grond van tabel 1 in bijlage 1a, onderdeel a van het Besluit kwaliteit kinderopvang. Het vereiste van opvang in één stamgroep geldt niet: - indien kinderen bij activiteiten als beschreven in het pedagogisch beleidsplan de stamgroep verlaten; - voor een kind dat blijkens de overeenkomst tussen de houder en de ouders van het kind, gebruik maakt van dagopvang op dagen die per week verschillen; - indien met vooraf gegeven schriftelijke toestemming van de ouders het kind gedurende een tussen houder en ouders overeengekomen periode worden opgevangen in één andere stamgroep dan de vaste stamgroep. De eis ten aanzien van de maximale groepsgrootte geldt niet indien kinderen bij activiteiten als beschreven in het pedagogisch beleidsplan de groep verlaten. De houder deelt de ouders en het kind mee tot welke stamgroep het kind behoort en welke beroepskracht dan wel beroepskrachten op welke dag aan de desbetreffende stamgroep zijn toegewezen. Aan een kind van één jaar of ouder worden ten hoogste drie vaste beroepskrachten toegewezen, waarvan per dag ten minste één beroepskracht werkzaam is in de stamgroep van dat kind. Indien er vanwege de grootte van de stamgroep met drie of meer beroepskrachten tegelijkertijd gewerkt wordt dan worden er ten hoogste vier vaste beroepskrachten toegewezen aan een kind van één jaar of ouder. Aan ieder kind wordt een mentor toegewezen. De mentor is een beroepskracht van het kind en bespreekt de ontwikkeling van het kind periodiek met de ouders. Tevens is de mentor voor de ouders aanspreekpunt bij vragen over de ontwikkeling en het welbevinden van het kind. Gebruik van de voorgeschreven voertaal De Nederlandse taal wordt als voertaal gebruikt. Daar waar naast de Nederlandse taal de Friese taal of een streektaal in levend gebruik is, kan de Friese taal of de streektaal mede als voertaal worden gebruikt. (art 1.55 lid 1 Wet kinderopvang) OF Er wordt naast de Nederlandse voertaal mede een andere voertaal gebezigd, omdat de herkomst van de kinderen in specifieke omstandigheden daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder van het kindercentrum vastgestelde gedragscode. Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder heeft voor elk kindercentrum een beleid dat ertoe leidt dat de veiligheid en gezondheid van de op te vangen kinderen zoveel mogelijk is gewaarborgd. De houder draagt er zorg voor dat er in de dagopvang conform het veiligheids- en gezondheidsbeleid wordt gehandeld. Het veiligheids- en gezondheidsbeleid omvat een concrete beschrijving van de wijze waarop de houder er zorg voor draagt dat het veiligheids- en gezondheidsbeleid samen met de beroepskrachten een continue proces is van het vormen van beleid, implementeren, evalueren en actualiseren. Mammy Daycare - Jaarlijks onderzoek /14

12 Het veiligheids- en gezondheidsbeleid omvat een concrete beschrijving van de risico s die de opvang van kinderen van het desbetreffende kindercentrum met zich brengt, waarbij in ieder geval wordt ingegaan op: - de voornaamste risico s met grote gevolgen voor de veiligheid van kinderen; - de voornaamste risico s met grote gevolgen voor de gezondheid van kinderen; - het risico op grensoverschrijdend gedrag door beroepskrachten, beroepskrachten in opleiding, stagiairs, vrijwilligers, overige aanwezige volwassenen en kinderen. Het veiligheids- en gezondheidsbeleid omvat een plan van aanpak waarin in concrete termen is aangegeven welke maatregelen binnen welke termijn zijn respectievelijk worden genomen, teneinde deze voornaamste risico s met grote gevolgen betreffende veiligheid, gezondheid en het risico op grensoverschrijdend gedrag in te perken en de handelswijze indien deze risico s zich verwezenlijken. De houder beschrijft bij de maatregelen die gericht zijn op het inperken van het risico op grensoverschrijdend gedrag, in ieder geval de wijze waarop hij de dagopvang zodanig organiseert dat een beroepskracht, beroepskracht in opleiding of stagiair de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl hij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene. Het veiligheids- en gezondheidsbeleid omvat een beschrijving in algemene zin van de wijze waarop kinderen wordt geleerd om te gaan met risico s waarvan de gevolgen voor de veiligheid en gezondheid van kinderen beperkt zijn en welke derhalve niet zijn aan te merken als voornaamste risico s met grote gevolgen betreffende veiligheid en gezondheid en als risico op grensoverschrijdend gedrag. Het veiligheids- en gezondheidsbeleid omvat een concrete beschrijving van de wijze waarop de houder er zorg voor draagt dat het actuele veiligheids- en gezondheidsbeleid en de evaluaties daarvan inzichtelijk zijn voor de beroepskrachten, beroepskrachten in opleiding, stagiairs, vrijwilligers en ouders. Het veiligheids- en gezondheidsbeleid omvat, indien van toepassing, een concrete beschrijving van de wijze waarop de achterwacht is geregeld indien er met inachtneming van de beroepskracht-kindratio of bij het afwijken van de inzet van het minimaal aantal in te zetten beroepskrachten op grond van de beroepskracht-kindratio, slechts een beroepskracht op het kindercentrum aanwezig is. De houder draagt er zorg voor dat er gedurende de dagopvang te allen tijde ten minste één volwassene aanwezig is die gekwalificeerd is voor het verlenen van eerste hulp aan kinderen conform de in de Regeling Wet kinderopvang aan deze kwalificatie gestelde nadere regels. Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. Accommodatie Eisen aan ruimtes De binnen- en buitenruimtes waar kinderen verblijven gedurende de tijd dat zij worden opgevangen, zijn veilig, toegankelijk en passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. Ouderrecht Oudercommissie Er is, zes maanden na registratie, een oudercommissie ingesteld die tot taak heeft de houder te adviseren over de onderwerpen in artikel 1.60 van de Wet. OF De verplichting tot het instellen van een oudercommissie geldt niet omdat het een kindercentrum betreft waar maximaal 50 kinderen worden opgevangen en de houder zich aantoonbaar voldoende heeft ingespannen om een oudercommissie in te stellen. Als er conform artikel 1.58 tweede lid geen oudercommissie is ingesteld, betrekt de houder de ouders aantoonbaar voldoende op een andere wijze bij: - de wijze waarop uitvoering wordt gegeven aan artikel 1.50, eerste lid; - het pedagogisch beleid dat wordt gevoerd; - voedingsaangelegenheden van algemene aard; - het algemene beleid op het gebied van opvoeding, veiligheid of gezondheid; - openingstijden; - het beleid met betrekking tot het aanbieden van voorschoolse educatie; - de vaststelling of wijziging van een regeling inzake de behandeling van klachten; - wijziging van de prijs van kinderopvang. Ook blijft de houder ouders de gelegenheid bieden om deel te nemen aan een oudercommissie. Mammy Daycare - Jaarlijks onderzoek /14

13 Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : Mammy Daycare KvK-vestigingsnummer : Website : Aantal kindplaatsen : 7 Gesubsidieerde voorschoolse educatie : Nee Gegevens houder Naam houder : Hasna Tiliouine KvK-nummer : Website : Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD Amsterdam Inspectie kinderopvang Postadres : Postbus 2200 Postcode en plaats : 1000 CE AMSTERDAM Telefoonnummer : Onderzoek uitgevoerd door : Mw. S.M.A. Thio Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam : Gemeente Amsterdam Postadres : Amstel 1 Postcode en plaats : 1011 PN AMSTERDAM Planning Datum inspectiebezoek : Opstellen concept inspectierapport : Zienswijze houder : Vaststellen inspectierapport : Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie : Verzenden inspectierapport naar gemeente : Openbaar maken inspectierapport : Mammy Daycare - Jaarlijks onderzoek /14

14 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om een zienswijze in te dienen. Mammy Daycare - Jaarlijks onderzoek /14