Profielwerkstuk Aardrijkskunde Broeikaseffect

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Profielwerkstuk Aardrijkskunde Broeikaseffect"

Transcriptie

1 Profielwerkstuk Aardrijkskunde Broeikaseffect Profielwerkstuk door een scholier 4569 woorden 16 jaar geleden 6,6 108 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde Inleiding Als onderwerp voor ons profielwerkstuk hebben wij gekozen voor het broeikaseffect. Dit onderwerp sprak ons erg aan. Ook is het een veel besproken onderwerp van deze tijd. Veel landen vinden het tegenwoordig zo belangrijk dat ze er veel aan willen doen, en er hele congressen voor organiseren. Ook mensen kunnen er een heleboel aan doen, want een verbetering van het milieu begint natuurlijk bij jezelf! In dit profielwerkstuk willen wij duidelijk maken wat het broeikaseffect is, wat er allemaal gebeurt en wat de gevolgen voor alles en iedereen kunnen zijn. Wij willen aan de hand van dit profielwerkstuk duidelijk maken hoe belangrijk het is voor iedereen dat er nú maatregelen genomen worden, voordat het te laat is.. Voor de volgende generaties is het belangrijk om ook in een frisse en gezonde natuur te kunnen leven, net zoals deze generaties. Daarom moet iedereen samenwerken voor een betere toekomst. In dit profielwerkstuk komen de volgende punten aan de orde: * Wat is het broeikaseffect nou eigenlijk? * Wat zijn de oorzaken van het broeikaseffect? * Wat zijn de gevolgen van het broeikaseffect? * Heeft Nederland een belangrijke invloed qua broeikaseffect? * Hoe zit het met het broeikaseffect in Nieuwegein? * Zijn er maatregelen om het broeikaseffect terug te dringen? H 1. Wat is het broeikaseffect? Het broeikaseffect is een natuurlijk proces. Het zorgt ervoor dat de aarde niet te veel afkoelt. Zonder het Pagina 1 van 12

2 natuurlijke broeikaseffect zou het op aarde gemiddeld 18 graden onder nul zijn. Nu is de gemiddelde temperatuur op aarde 15 graden boven nul. Door het broeikaseffect wordt de warmte op aarde dus vastgehouden. Zonder het broeikaseffect zou er op aarde geen leven mogelijk zijn. In de atmosfeer zweven allemaal broeikasgassen. Deze gassen laten de zonnestraling door, maar kaatsen de warmtestraling van de aarde ook terug. Dit lijkt op wat er in een broeikas gebeurt. Daarom heet dit proces ook het broeikaseffect. Het probleem ontstaat, als het natuurlijke evenwicht verstoord wordt. Er komen dan teveel broeikasgassen in de lucht, waardoor er meer warmte wordt vastgehouden en de temperatuur op aarde stijgt. Dat heet het versterkte broeikaseffect. Het versterkte broeikaseffect wordt door de mens veroorzaakt. Sinds het begin van de industriële revolutie worden er steeds meer fossiele brandstoffen verbrand. Bij de verbranding komt er veel koolstofdioxide vrij. Koolstofdioxide is een broeikasgas. Als er meer fossiele brandstoffen worden verbrand, komt er dus meer koolstofdioxide in de lucht. En als er meer koolstofdioxide in de lucht zit, wordt er meer warmte vastgehouden en wordt het dus warmer op aarde. Als er geen maatregelen worden genomen, zal de hoeveelheid koolstofdioxide in de eerste helft van de 21e eeuw verdubbeld zijn vergeleken met de periode van de industriële revolutie. Om meer zekerheid te krijgen over het broeikaseffect, richtte de Verenigde Naties en de Wereld Meteorologische Organisatie in 1988 het Intergovernmental Panal on Climate Change (IPCC) op. In december 1995 werd door het IPCC wetenschappelijk aangetoond dat het klimaat is veranderd als gevolg van het versterkte broeikaseffect. Het meest voorkomende broeikasgas dat bijdraagt aan het versterkte broeikaseffect is koolstofdioxide. Ongeveer 25% van de alle broeikasgassen bestaat uit koolstofdioxide. Aan de andere kant zijn Cfk s ook heel belangrijke broeikasgassen. Ongeveer 7% van alle broeikasgassen bestaat uit Cfk s. Dat is minder dan de hoeveelheid koolstofdioxide in de lucht, maar 1 CFK-molekuul neemt duizenden malen zoveel warmtestraling op als een koolstofdioxidemolecuul. Je kunt dus koolstofdioxide het belangrijkste broeikasgas noemen dat bijdraagt aan het versterkte broeikaseffect, omdat het grootste deel van die broeikasgassen uit koolstofdioxide bestaat. Je kunt ook zeggen dat Cfk s de belangrijkste, onnatuurlijke broeikasgassen zijn, omdat CFK-molekulen veel meer warmte vasthouden dan koolstofdioxidemoleculen. H 2. Wat zijn de oorzaken van het broeikaseffect? De voornaamste oorzaak voor het ontstaan van het versterkte broeikaseffect is de steeds stijgende behoefte aan energie. De geïndustrialiseerde landen zijn verantwoordelijk voor meer dan driekwart van het energieverbruik. 90% van deze energie wordt geleverd door fossiele brandstoffen. Elektriciteitscentrales, industriële productieprocessen en verwarming van huizen en gebouwen zijn voor een groot deel verantwoordelijk voor de steeds toenemende uitstoot van broeikasgassen. H 2.1 Het energieverbruik op aarde. Het verbruik van fossiele brandstoffen speelt bij het broeikaseffect een belangrijke rol. Wanneer men het over de gehele wereld bekijkt ziet men dat ongeveer 75% van de klimaatsverandering erdoor veroorzaakt wordt. Het belangrijkste element is de uitstoot van CO2. Dit element is de veroorzaker van 50% van het broeikaseffect. Het verbruik van fossiele brandstoffen is in de afgelopen jaren sterk toegenomen en die Pagina 2 van 12

3 groei zal zich voorlopig doorzetten. In Derde Wereldlanden ligt het verbruik momenteel per hoofd van de bevolking lager dan in de ontwikkelde, vaak Westerse landen. Door een sterke stijging van de bevolking zal ook daar het verbruik van fossiele brandstoffen sterk gaan stijgen. Wanneer we de situatie in Nederland bekijken zien we dat de verbruikte hoeveelheid per jaar aan fossiele brandstoffen gelijk is aan 60 miljard ton olie. Door de industrie wordt daarvan 25% als energie en 15% als grondstof gebruikt. In totaal is dat 40% op jaarbasis. Voor het vervoer is 15% vereist en het huishouden verbruikt per jaar zo n 25%. Tot slot is er nog een verbruik van 20% door de dienstensector. In welvarende landen, waaronder Nederland, worden enorme hoeveelheden energie verspild. De mogelijkheden voor energiebesparing zijn aanwezig maar worden zelden op grote schaal toegepast. Sector: % miljarden Energie 25% -> 15 miljard Grondstof 15% -> 9 miljard Vervoer 15% -> 9 miljard Huishouden 25% -> 15 miljard Diensten 20% -> 12 miljard Totaal: 100% -> 60 miljard In het voorgaande gedeelte zijn enkele van de volgende onderdelen al genoemd. Echter hieronder zal alles duidelijk worden toegelicht. Dit zijn de belangrijkste veroorzakers van het broeikaseffect. H Koolstofdioxide Dit is een verbinding met de molecuulformule CO2. Oxydatieprodukt van koolstofverbindingen komt o.a. voor in door de mens en dier uitgeademde lucht. Kooldioxide wordt door planten opgenomen en door fotosynthese omgezet in koolstofverbindingen. Gehalte in atmosfeer ca. 0,032 vol %. In principe bestaat er een kooldioxidekringloop, waarbij het gehalte in de dampkring constant blijft. Door de (overmatige) verbranding van fossiele brandstoffen als olie en steenkool neemt dit gehalte echter toe, waardoor er een stijging van temperatuur kan optreden: broeikaseffect. Kooldioxide werkt prikkelend op de ademhaling. Meer dan 8% in de lucht leidt tot bewusteloosheid en dood. Kooldioxide speelt in het lichaam ook een belangrijke rol bij de handhaving van een constant intern milieu, doordat het voor kan komen als bicarbonaat (HCO3), dat gebruikt kan worden om de zuurgraad (ph) constant te houden. H Fossiele brandstoffen Pagina 3 van 12

4 Dit zijn brandstoffen van organische oorsprong: aardolie, aardgas, turf, steenkool en bruinkool. Zij zijn voornamelijk opgebouwd uit atomen van de elementen koolstof en waterstof (koolwaterstoffen). Deze stoffen reageren bij een bepaalde temperatuur, de ontbrandingstemperatuur (rond 500 C), met zuurstof uit de lucht, waarbij veel warmte vrijkomt. H 2.2 Het verkeer Het alsmaar groeiende aantal files is een probleem dat steeds ernstigere vormen aanneemt. Bumperklevend, rijden auto s en vrachtwagens bijna dagelijks in kilometers lange files over de wegen. Per dag vindt er, door deze mobiliteit een uitstoot van lood plaats in Amerika, West- Europa en Japan dat een gewicht heeft van 400 miljoen auto s samen! De uitlaatgassen van de auto s zijn de volgende: koolmono-oxide, kooldioxide, zwaveldioxide en stikstofoxide. Op het moment dat de zon gaat schijnen vormt een mengeling van de genoemde schadelijke stoffen uit stikstofoxide en koolwaterstoffen ozon. Door deze reactie stijgt de hoeveelheid ozon aan de grond waardoor de temperatuur met enige graden zal stijgen in de onderste luchtlagen. H 2.3 De ontbossing Bosbranden veroorzaken in tropische regenwouden de uitstoot van miljoenen tonnen CO2. Hele bossen veranderen in kale vlakten die vatbaar zijn voor erosie. Dit gebeurt terwijl bomen in tropische regenwouden de grootste gebruikers zijn van CO2. Ze nemen CO2 op en zetten dat om in zuurstof. Op het moment dat de ontbossing zich door zal zetten, zal de aarde in de toekomst te kampen krijgen met het volgende probleem: de CO2 zal niet meer uit de atmosfeer worden verwijderd doordat de bomen verdwenen zijn. Het kappen van het tropische regenwoud zal er waarschijnlijk voor zorgen dat één van de grootste eigendommen van de aarde zal verdwijnen. In de groene longen van de aarde woont meer dan de helft van alle planten. Dit is momenteel nog het geval, onderzoekers beweren echter dat in het huidige tempo van ontbossing de tropische regenwouden binnen 25 jaar geheel verdwenen zullen zijn. H 3. Wat zijn de gevolgen van het broeikaseffect? Er zal meer vocht in de lucht komen. Dat betekent dat het ook meer zal gaan regenen, en dus het waterpeil zal gaan stijgen. Laag gelegen ontwikkelingslanden zullen hiervan vooral last krijgen. Verder zal de landbouw er veel last aan ondervinden. En ook zal de verdamping van water sterk toenemen, doordat de lucht bij een hogere temperatuur meer water kan bevatten. Vervolgens zullen gletsjers smelten en ook zal de zeespiegel stijgen. H 3.1 Gevolgen voor de mens Landen die afhankelijk zijn van de landbouw zullen het zwaar krijgen. Ook de meeste landen die afhankelijk zijn van de landbouw, hebben het nu al moeilijk. De voedselproductie van die landen zal minder worden. Het gene dat ze nu produceren, is vooral bedoeld om de eigen bevolking te voeden. En dat Pagina 4 van 12

5 is af en toe nu al een probleem. Langs de kust en de rivieren zullen de mensen te maken krijgen met stijging van het waterpeil. Hoge waterstanden zullen er in de winter komen, maar die zijn er nu ook al. Nu al zijn in Nederland problemen, langs de rivieren. Als het waterpeil nog meer zal gaan stijgen, zullen er overstroming komen in Nederland. Tenzij er maatregelen worden genomen. In Nederland kunnen we deze problemen verhelpen en daar hebben we ook geld voor. Ook auto s zijn een grote vervuiling van de aarde. Door alle file s en het vele gebruik van de auto stoten ze veel uitlaatgassen uit. Deze gassen veroorzaken een hoop extra ozon. Die ozon zorgt ervoor dat de ozonlaag dunner wordt. Giftige gassen op grootte hoogte kunnen geen kwaad, maar naarmate ze dichter bij de aarde komen worden ze giftig en heeft dit super grote gevolgen voor de mens en natuur. H 3.2 Gevolgen voor de natuur Het broeikaseffect grijpt met een reusachtige snelheid om zich heen. Planten kunnen er over een aantal jaren niet meer leven. De planten zullen dus een geschiktere woonomgeving moeten vinden waar ze wel kunnen overleven. Doordat zaden van verschillende planten kunnen overwaaien zouden ze zich ergens anders kunnen vestigen en zo verder leven. Door gebergten zoals de Alpen, Caucasus en de Pyreneeën, kunnen zaden nooit overwaaien naar een betere leefomgeving. Vele soorten planten die in de bossen wonen zullen naarmate het broeikaseffect toeneemt waarschijnlijk uitsterven. Het broeikaseffect zal het eerste te merken zijn in het noorden. Daar leven planten en dieren in de kou, en wanneer het ook maar een paar graden stijgt kunnen allebei de soorten het niet aan. Naarmate het broeikaseffect toeneemt en de veranderingen erg duidelijk worden, zul je merken dat het een uitstralingseffect heeft. Het begint in de gebieden waar ze zo n temperatuurstijging nauwelijks aankunnen. Maar naarmate de gevolgen extremer worden en de verschillen oplopen naar hele hoge temperaturen, zullen ook de meest sterke gebieden eronder lijden. Het hele ecologische evenwicht zal uit balans raken en heel veel kringlopen zullen verstoord worden, en ook uitsterven. Door de temperatuurstijging zal de zeespiegel ook stijgen. Dit is een gevolg van de door de oplopende temperaturen smeltende ijsbergen. Door de stijging zal het de zeestromen beïnvloeden. Het water kan niet weglopen, daardoor mengt het zich met het andere water en stijgt de zeespiegel. Wanneer dit uit de hand loopt zullen laag gelegen landen onder water lopen. De zee heeft een sterke invloed op het weer. In Limburg vriest het harder dan in Noord-Holland, omdat dat naast de zee ligt. Terwijl in de zomer is het in Limburg warmer dan in Noord-Holland, weer door de zee. Doordat het water niet weg kan stromen, zullen de oude stromingen die van grote invloed waren op ons weer afnemen. Die warme of koude zeelucht zal vervangen worden door poollucht. Daardoor word Europa kouder en droger. Grond die altijd bevroren is noemen we permafrost. Door de poollucht zal de grond in Pagina 5 van 12

6 Europa daar meer op gaan lijken en is landbouw niet meer mogelijk. De zeespiegelstijging is een van de gevolgen, die het meeste gevolgen heeft. Als het op aarde een graad warmer wordt, zal de zee met 10 tot 20 centimeter stijgen. Havens zullen moeten worden verplaatst. Hieronder staat een plaatje van Nederland. Hier wordt duidelijk gemaakt dat Nederland zeer kwetsbaar is voor een stijging van de zeespiegel. Hele delen van Nederland zullen dan onderstromen, omdat Nederland eenlaag gelegen land is. H 3.3 Aantasting van de ozonlaag. De dampkring bestaat dus uit verschillende luchtlagen. Een daarvan is de stratosfeer. Hierin bevindt zich de ozonlaag. De ozonlaag is geen dichte laag. De laag houdt ultra-violette straling (uv-straling) tegen. Maar 1% van deze straling bereikt de aarde. Het tegenhouden van uv-straling in de dampkring wordt veroorzaakt door de stof ozon die werkt als een soort filter. Daarbij kan je denken aan een zonnebril. De dikte van de ozonlaag hangt af van de plaats, tijdstip en het seizoen. Vele jaren hebben deskundigen de hoeveelheid ozon in de ozonlaag gemeten, omdat ze werden dat de ozonlaag werd beschadigd. In 1985 merkten Britse geleerden dat de hoeveelheid ozon boven de Noordpool met 30% was afgenomen. Eerst vertrouwden ze hun metingen niet, maar later bleek dat die wel degelijk klopten. De ozon was verminderd doordat CFK de ozon als het ware opat. Doordat de ozon weg is, is er ook een gat ontstaan boven de Zuidpool. Inmiddels zijn er dus gaten in de ozonlaag ontstaan boven de Zuid- en de Noordpool. Deze gaten zijn er maar enkele maanden per jaar. Hier zie je het gat boven de Zuidpool. H 3.4 Gevolgen voor het milieu overstromingen stormen hittegolven droogtes Weersomstandigheden uit het verleden zijn geen maatstaf voor die van het heden. Niemand kan dus precies vertellen wat er zal gaan gebeuren, men kan hooguit een voorspelling doen. Men moet rekenen op extreme weersomstandigheden, die enorm veel schade aan zullen richten. Misschien is er een héél klein voordeel te noemen van de klimaatsveranderingen, zoals hogere landbouwopbrengsten en lagere stookkosten. Je moet dan denken aan gebieden zoals Rusland en Canada. Door de temperatuurstijging kan men daar in de toekomst misschien bepaalde landbouwproducten wel verbouwen. Maar om dat te realiseren is er veel tijd en geld nodig om de werkomstandigheden daar te veranderen. H 3.5 Wat is El Niño? Pagina 6 van 12

7 El Niño is het verschijnsel, dat het water in een deel van de Grote Oceaan eens in de 3 tot 5 jaar sterk opwarmt. Dit komt, doordat de stromingen in de Grote Oceaan veranderen. Doordat het water in de oceaan op sommige plaatsen afkoelt en op andere plaatsen opwarmt, verandert ook de temperatuur van de lucht. Hierdoor worden de luchtstromingen in het gebied boven en rond de Stille Oceaan verstoord. Door deze verstoring veranderen de zeestromingen ook. Door dit alles verandert het weer in een groot deel van de wereld. Op sommige plaatsen valt er bijvoorbeeld veel regen, terwijl het er anders droog is. De regen kan ook veel later komen, waardoor oogsten mislukken en bosbranden ontstaan. Ook het aantal orkanen neemt toe. El Niño betekent Kerstkind. De naam El Niño is verzonnen door vissers, omdat eens in de 3 a 5 jaar rond Kerstmis hun visvangst daalde, dit is te wijten aan El Niño. El Niño is dus eigenlijk een naam voor alle klimaatveranderingen door het broeikaseffect. H 3.6 Gevolgen voor economie en maatschappij Om het versterkte broeikaseffect te verminderen zullen de energievoorzieningen moeten veranderen. Een hele andere aanpak is vereist en dat kost veel geld en een hoop tijd. Alle mensen op aarde moeten van dit probleem bewust worden in die korte tijd waarin maatregelen moeten worden genomen, en dat is misschien nog wel moeilijker dan de maatregelen zelf. Als het geldbij elkaar is, moet er een milieuvriendelijke manier van energie verwekken gevonden worden. Deze energie winning moet minder CO2 maken dan de huidige. Er zijn al enkele internationale verdragen en regels opgesteld, om het broeikaseffect te minderen. Een voorbeeld daarvan is het Kyoto-verdag. Deze werd in 1997 ontworpen, alle landen kregen een quota om de uitstoot van CO2 te verkleinen. Niet alle landen ondertekenden dit en een aantal landen die dit wel deden, kwamen met slimme trucjes toch over die quota heen. Er is ook een groep landen, dat het verminderen van het broeikaseffect niet kan betalen. Tot en met vandaag veroorzaken die landen niet zo veel slechte uitstoot, maar misschien in de toekomst wel. Belangrijkste economische en maatschappelijke gevolgen; staatsschuld in landen stijgt belastingen moeten daardoor stijgen mensen kunnen minder besteden en gaan dus minder kopen Doordat mensen minder kopen, moeten bedrijven mensen ontslaan en zo ontstaat er werkloosheid. Mensen kunnen dus op den duur minder kopen en moeten dus gaan bezuinigen op hun uitgaven. Mensen zullen als eerste in de secundaire behoeften gaan straffen, zoals luxeartikelen en lidmaatschappen van de sportschool kunnen dus niet meer doorgaan. H 4. Broeikaseffect en Nederland Pagina 7 van 12

8 Ons land heeft sinds 1988 te maken met uitzonderlijk warm weer. De warmte is het gevolg van abnormale luchtstromingen die werden veroorzaakt door het stijgen van de zeespiegel. Dit leidde tot hogere temperaturen en daardoor was er in de winter vaker regen dat samen ging met onweer. Zowel in de winter als in de zomer kwamen de windstromen uit een warme hoek. Wetenschappers zijn van mening dat het broeikaseffect voor een groot deel door de mens is veroorzaakt. Zo hebben mensen ervoor gezorgd dat er een overvloed aan auto s kwam die er allemaal voor zorgden dat er uitlaatgassen kwamen. Door die uitlaatgassen is het natuurlijke verschijnsel zure regen ontstaan. Je zou denken dat het aan de natuur ligt, maar die regen is ontstaan nadat de lucht was aangetast door de mens en haar uitlaatgassen. De temperatuurstijging in de wereld in deze eeuw, is veel kleiner dan de stijging van de temperatuur die de afgelopen tien jaar in ons land is opgetreden. Dat betekent dat de afgelopen tien jaar de temperatuurstijging in verhouding veel erger was, dan de temperatuurstijging van de afgelopen eeuw. Sinds het begin van 1900 is de temperatuur wereldwijd gemiddeld een halve graad toegenomen. Terwijl in Nederland, de afgelopen tien jaar de temperatuur is toegenomen met nog eens een hele graad. Toch verwacht het KNMI dat de wereldwijde temperatuurstijging (en dus de opwarming van de aarde), wanneer het broeikaseffect doorgaat zoals het nu doet, over enkele decennia sterk merkbaar wordt. Ook is een schatting van wetenschappers dat in het jaar 2050 Nederland zal zijn opgewarmd met 0,5 tot 2 graden Celsius. De warmte zal dan merkbaar aanwezig zijn in ons weer, dat als duidelijk kenmerk heeft om erg wisselend te zijn. Een hittegolf zal in Nederland erg onwaarschijnlijk blijven. De winters in Nederland zullen niet meer zo koud zijn, en zullen eerder ten einde komen, dat betekent dat er een lange lente met een aansluitende zomer zal zijn. Jaarlijks zal door het versterkte broeikaseffect 2% tot 5% meer neerslag vallen. De grootste toename van de neerslag wordt verwacht in de winter. In de zomer zal vooral het verschil gemerkt worden door de ergere regenvallen met een tropisch karakter. In de zomer zal de hoeveelheid van de regenbuien toenemen met zo n 5% tot 20%. Het KNMI wijst er overigens wel nadrukkelijk op dat deze mogelijkheid slechts een van de vele is. Het kan natuurlijk ook heel anders uitpakken. Wanneer de kwaliteit van de computermodellen die het klimaat voorspellen verbetert, zal het toekomstbeeld ook steeds duidelijker worden. Wanneer je op landelijk gebied kijkt, hebben wij een overzicht gemaakt wat Nederland zoal uitstoot aan CO2 (koolstofdioxide). Dat hebben wij per sector bekenen voor een duidelijk overzicht. Ook op regionaal gebied zijn er gegevens beschikbaar. Zo ook over de uitstoot van CO2 van de provincie Utrecht. Het is namelijk ook erg belangrijk dat niet alleen op landelijk gebied gekeken wordt naar de uitstoot van CO2, maar ook op regionaal gebied. Zo kan ook een provincie of gemeenten maatregelen nemen om deze uitstralingen te verminderen. Deze gegevens worden onderzocht door het Provinciehuis Utrecht, waar wij deze gegevens vandaan hebben. Hieronder zie je wat de provincie Utrecht uitstoot aan CO2. Pagina 8 van 12

9 H 5. Broeikaseffect in onze eigen woonplaats, Nieuwegein Voor ons profielwerkstuk hebben wij ook onderzoek gedaan naar de gegevens van Nieuwegein over uitstoot en gebruik van verschillende gassen. Niewegein is een redelijke grote en dichtbevolkte stad. Nieuwegein telt grof geschat inwoners. Al deze mensen, verspreid over Nieuwgein dat een oppervlakte heeft van..m2, doen mee aan het broeikaseffect. Huishoudens verbruiken een hoop energie, stoken waardoor er veel gassen vrijkomen en bijna ieder huishouden gebruikt een auto. Ook beschikt Nieuwegein over een welvarend industriegebied. Dit gebied telt bedrijven en enkele fabrieken die ook allerlei gassen uitstoten die deelnemen aan het broeikaseffect. Door de industrie komen er veel vrachtwagens en schepen in Nieuwegein die producten en materialen aan en af voeren. Al deze factoren die toch echt noodzakelijk zijn voor zo n welvarende en drukke stad als Nieuwegein zorgen voor een nog versterkter broeikaseffect. Nieuwegein is eigenlijk maar een kleine stad. Maar door haar grote inwoneraantal en drukke industrie, stoten zij naar verhouding tot andere plaatsen van dezelfde grootte, een hoop meer schadelijke stoffen uit. Hieronder staan de beschikbare gegevens over de uitstoot en het gebruik van verschillende gassen in de gemeente Nieuwegein. Doelgroep: Elektra in kwh Aantal verbruikers electriciteit gas in m3 Landbouw/bosbouw en visserij Glastuinbouw Handel, dienst en overheid Industrie Consument Totaal: Doelgroep: Aantal verbruikers gas Ton CO2 tgv elektraverbruik Ton CO2 tgv gasverbruik Ton CO2 totaal Landbouw/bosbouw en visserij Glastuinbouw Handel, dienst en overheid Industrie Consument Totaal: H 6. Maatregelen om het broeikaseffect terug te dringen Als wij de opwarming van de aarde willen stoppen moeten we de uitstoot van broeikasgassen terug brengen naar het huidige peil. Om de uitstoot van koolzuur te verminderen moeten we beginnen om Pagina 9 van 12

10 minder fossiele brandstoffen te verbruiken. Dat kan door alternatieve energie te gebruiken. Daarbij moet je denken aan: H 6.1 Windenergie: Windenergie is tot nu toe de meest rendabele en schone manier van energie productie. Een moderne windmolen produceert rond de 600 kw. Deze windmolens produceren per jaar 1 tot 1,5 miljoen kwh. Dat is genoeg om 300 tot 500 huishoudens een jaar lang van duurzame energie te voorzien. Het enig nadeel van een windmolen is: als er geen wind is wordt er geen energie geproduceerd. Veel windmolens worden aan de kant van het water neergezet en daar is altijd wel genoeg wind. Veel mensen vinden dat de windmolens de horizon vervuilen, maar als je er eenmaal aan gewend bent dan merk je de windmolens helemaal niet op. De overheid in Nederland wil in de toekomst grote windmolen parken in de Noordzee bouwen. Zodoende kan niemand de windmolens goed zien en toch wordt er veel energie opgewekt. Veel mensen, met name boeren, kopen een windmolen om in hun energie behoefte te voorzien. H 6.2 Zonne-energie: Zonne-energie wordt ook steeds meer toegepast. Een zonnepaneel levert natuurlijk op zonnige dagen meer energie dan op bewolkte dagen. Het zonneaanbod in Nederland komt overeen met bijna duizend uur volle zon. Op jaarbasis kan een zonnepaneel van 1 m² circa duizend kilowattuur energie produceren. De meest normale type zonnepanelen wekken bij volle zon ongeveer 1 kilowatt op. De meeste zonnepanelen worden op huizen aangebracht.om een gemiddeld huishouden van energie te voorzien zijn ongeveer 20 tot 40 zonnepanelen nodig. Sommige energiebedrijven hebben een veld van zonnepanelen aangelegd om in de energiebehoefte van de mensen te voorzien. H 6.3 Waterkracht: Energie geproduceerd door middel van waterkracht wordt al op grote schaal toegepast; bijna 20% van de elektriciteit wordt met waterkracht geproduceerd. In Noorwegen zijn ze al helemaal afhankelijk van waterkracht. Maar waterkracht energie kan alleen opgewekt worden in een landschap met veel verschillen in de hoogte van het waterniveau. Er zijn twee vormen van waterkracht, grootschalige waterkracht en kleinschalige waterkracht. Bij grootschalige waterkracht wordt er een dam gebouwd in een rivier. Doordat het water wordt tegen gehouden ontstaat er achter de dam een reservoir met water. Door het water door de turbines onder in de dam te laten stromen wordt er een grote hoeveelheid elektrische vermogen geleverd. Het nadeel van deze manier is dat er grote gebieden onder water komen te staan. Daardoor moeten soms hele dorpen verplaatst worden en kan er schade aan het ecosysteem ontstaan of kan het landschap worden aangetast. Bij kleinschalig waterkracht wordt er in de rivier een stromingcentrale neergezet. Hierbij wordt er geen reservoir gevormd, maar het water wordt direct gebruikt. Zulke centrales wekken tussen de 100 kilowatt en enkele tientallen megawatt energie op. H 6.4 Verbranding van biomassa: Pagina 10 van 12

11 Verbranding van biomassa is het verbranden van biologische producten. Dit lijkt grote gevolgen te hebben voor het milieu, immers als je hout of ander biomassa verbrandt komt er CO2 vrij. In een energie centrale waar ze biomassa verbranden, zetten ze evenveel bomen weer neer en die halen evenveel CO2 uit de lucht als er bij de verbranding vrijkomt. Die bomen die opnieuw gepland zijn worden weer als biomassa gebruikt. Daarom wort biomassa een hernieuwbare energiebron genoemd. De biomassa wordt omgezet in warmte en elektriciteit. Er zijn vier bronnen voor biomassa brandstoffen: - houtafval uit de bosbouw - plantaardig afval uit de landbouw - plantaardig afval uit de landbouwverwerkende industrie - speciaal geteelde energie gewassen In Nederland zijn maar een paar van zulke biomassa centrales. In Scandinavië zijn er al veel in gebruik. Die centrales worden vooral gebruikt voor stadsverwarming. Energie kan ook opgewekt worden door afvalverbranding. Bij afval verbranding wordt huishoudelijk afval, afval uit de industrie en andere sectoren gebruikt op energie op te wekken. Er wordt al veel huisafval verbrand, maar er wordt nog geen energie bij opgewekt. Veel van de boven genoemde manieren om energie op te wekken worden nog niet overal op de wereld toegepast. Ongeveer 65% van de elektriciteit in de wereld wordt nog steeds opgewekt met behulp van fossiele brandstoffen zoals kolen (39%), olie(9%) en gas(16%). Alleen de voorraden van deze grondstoffen zijn eindigend. En bij de verbranding van deze brandstoffen komen veel broeikasgassen in de atmosfeer. Niet alleen de energie productie kan milieu vriendelijker, maar ook het vervoer van mensen. De auto is het meest gebruikte vervoer middel en alle auto s bij elkaar stoten de meeste broeikas gassen uit. De auto s stoten ongeveer ton CO2 uit, vliegtuigen daarentegen stoten maar 724 ton CO2 uit. De auto s moeten dus milieu vriendelijker worden. Dat kan op verschillende manieren: - Auto s zuiniger maken - Auto s met een brandstofcel - Auto s met een motor en een elektromotor - Volledig elektrische auto s Als de auto s zuiniger worden gemaakt dan neemt de verbranding van fossiele brandstoffen af. Maar er komen dan nog steeds broeikasgassen vrij. Veel nieuwe auto s hebben al een zuinige motor. Maar veel auto s die een aantal jaren geleden gemaakt zijn hebben nog een motor die minder zuinig is. H 6.5 Verdrag Kyoto Zelf kan je ook aan een betere toekomst werken. Niet alleen jij kan ervoor zorgen dat het op deze aarde beter kan gaan, en dus doen de regeringen van een hele hoop landen ook mee. Zo zijn er bijvoorbeeld allerlei bijeenkomsten geweest over de verbetering en terugdringen van het versterkte broeikaseffect. In 1997 was er sprake van het Kyoto verdrag. Allerlei verschillende landen besloten om samen aan een betere toekomst te gaan werken. Helaas gingen die afspraken in het begin erg goed, maar na verloop van tijd haakten steeds meer landen af. Nu het tegenwoordig zo slecht gaat, is er in Den Haag ook zo n conferentie geweest. Helaas is er niets moois uit ontstaan. Een korte periode daarna zijn dezelfde landen weer samengekomen, maar dan in Bonn, Duitsland. Bij die conferentie zijn er wel goede afspraken Pagina 11 van 12

12 gemaakt, en was deze een groot succes. H 6.6 Groene stroom in Nieuwegein Nieuwegein is ook druk bezig met het verbeteren van de uitstoot van schadelijke stoffen. In het Utrechts Nieuwsblad van Zaterdag 15 maart 2003 staat een artikel, dat Nieuwegein voor een deel wil overstappen naar groene stroom. Dit is natuurlijk al een hele verbetering. Pagina 12 van 12