Bijlage 3 Risicosignalering, risicotaxatie en risicohantering: naar een effectieve aanpak in het jeugdbeleid
|
|
- Benjamin Driessen
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Bijlage 3 Risicosignalering, risicotaxatie en risicohantering: naar een effectieve aanpak in het jeugdbeleid C. de Ruiter 12 Inleiding De wetenschappelijke basis voor het inschatten van het risico van ongewenst gedrag (bijvoorbeeld: kindermishandeling, antisociaal gedrag bij kinderen, gewelddadig gedrag bij adolescenten, seksueel geweld) ontwikkelt zich snel, getuige het grote aantal studies dat de afgelopen 25 jaar op dit terrein is verschenen (voor overzichten zie o.a.: Borum, 1996; Monahan et al., 2001; Sheldrick, 1999). Op basis van dit onderzoek zijn diverse risicotaxatieinstrumenten ontwikkeld voor een groot aantal typen gedragsproblemen, zoals relationeel geweld, kindermishandeling en seksueel geweld, met zeer bevredigende psychometrische eigenschappen (voor een overzicht: zie De Vogel, 2005). In deze bijdrage zal eerst een overzicht worden gegeven van drie verschillende benaderingen van risicotaxatie. Deze benaderingen hebben ieder hun sterke en zwakke aspecten en zijn daardoor niet geschikt in alle contexten. Vervolgens zullen een aantal individuele risicotaxatieinstrumenten, die veelal in het buitenland zijn ontwikkeld en die relevant zijn voor het Nederlandse jeugdbeleid, besproken worden. Daarbij zal aandacht uitgaan naar hun psychometrische eigenschappen. Tenslotte zal de toepasbaarheid van risicotaxatie-instrumenten in de Nederlandse context besproken worden. Drie benaderingen van risicotaxatie Traditioneel vonden risico-inschattingen plaats op basis van het ongestructureerde klinisch oordeel. Grove en Meehl (1996) beschrijven het ongestructureerd klinisch oordeel als informeel, subjectief en impressionistisch, en sterk leunend op de expertise van de professional, die geheel vrij is wat betreft de informatie die hij/zij verzameld en hoe hij/zij deze weegt. Het ongestructureerd klinisch oordeel is aan sterke wetenschappelijke kritiek onderhevig (Hart, 2001; Meehl, 1996), omdat de betrouwbaarheid en de voorspellende waarde ervan zwak zijn. Zo zijn clinici bijvoorbeeld geneigd het risico van geweld bij psychiatrische patiënten te overschatten en houden ze te weinig rekening met base rates (Belfrage, 1998; Doren, 1998). Een tweede generatie risicotaxatie-instrumenten bestaat uit zuiver actuariële instrumenten. Deze instrumenten zijn ontwikkeld op basis van empirisch gevonden factoren die verband houden met het te voorspellen probleemgedrag. De instrumenten zijn relatief snel en eenvoudig volgens vast omlijnde regels (algoritmen) te coderen, meestal niet noodzakelijk door een hooggespecialiseerde deskundige. Actuariële risicotaxatie-instrumenten bevatten vooral statische, niet (ten positieve) veranderbare factoren. Zij zijn derhalve vooral geschikt om risicogroepen te signaleren, maar ongeschikt om ingezet te worden om als basis te dienen voor een risicohanteringsinterventieplan (Douglas & Kropp, 2002). Gedurende het afgelopen decennium is een derde generatie risicotaxatie-instrumenten ontwikkeld die werkt volgens de methode van het gestructureerd professioneel oordeel (SPO) (Fuller & Cowan, 1999). De wieg van deze methode stond in het midden van de jaren 90 van de vorige eeuw in de Simon Fraser University in Vancouver, Canada. Het doel van Dr. Christopher Webster en zijn collega s was het overbruggen van de kloof tussen de klinische praktijk van de risicotaxatie en de empirische kennis over risicofactoren. Zo ontstonden in de loop der jaren een aantal gestructureerde risicotaxatie-instrumenten voor diverse typen gedragsproblemen (bijvoorbeeld: de Spousal Assault Risk Assessment guide voor relationeel 12 Prof.dr. Corine de Ruiter, klinisch psycholoog NIP is als bijzonder hoogleraar Forensische psychologie verbonden aan de Universiteit Maastricht, en tevens programmahoofd Nationale Monitor Geestelijke gezondheid, Trimbosinstituut. Website: 115
2 geweld, de Sexual Violence Risk-20 (SVR-20; Hildebrand, de Ruiter, & van Beek, 2001) voor seksueel geweld, de Historical Clinical Risk management-20 (HCR-20; Philipse, de Ruiter, Hildebrand, & Bouman, 2000) voor algemeen geweld). Deze instrumenten bevatten allen een checklist met de belangrijkste empirisch onderbouwde risicofactoren voor dat type probleemgedrag. Deze risicofactoren zijn deels statisch en deels dynamisch. De checklist moet volgens een vaste richtlijn gescoord worden, er zijn instructies voor het verzamelen en wegen van informatie, en er worden eisen gesteld aan de deskundigheid van de gebruiker. De SPO benadering van risicotaxatie wint de laatste jaren steeds meer terrein, omdat uit empirisch onderzoek blijkt dat zij superieur is aan de eerste twee benaderingen. De meerwaarde van de SPO methoden blijkt vooral uit de accuraatheid van de voorspelling: in de vergelijking van de drie benaderingen komt de SPO methode steeds als significant nauwkeuriger naar voren (De Vogel, de Ruiter, Hildebrand, Bos, & van de Ven, 2004; de Vogel, de Ruiter, van Beek, & Mead, 2004; Douglas, Ogloff, & Hart, 2003; McNiel, Gregory, Lam, Binder, & Sullivan, 2003). De grootste meerwaarde van de SPO benadering van risicotaxatie ligt echter in haar directe link met risicohantering en interventie. Immers: een gestructureerde risicotaxatie biedt inzicht in de historische en de dynamische, in principe veranderbare, risicofactoren voor het probleemgedrag, en daardoor onmiddellijk aanknopingspunten voor interventie. Onderzoek heeft aangetoond dat de SPO risicotaxatie-instrumenten gevoelig zijn voor het meten van verandering ten gevolge van een interventie (Belfrage & Douglas, 2002). De HCR-20 voor algemeen geweld en de SVR-20 voor seksueel geweld zijn voor Nederland vertaald en bewerkt en hun betrouwbaarheid en predictieve validiteit is aangetoond in een aantal empirische studies naar de voorspelling van delictherhaling bij forensisch psychiatrische fficiële (voor een overzicht van deze studies: zie de Vogel, 2005). Voor risicotaxatie van probeemgedrag bij kinderen en jeugdigen zijn inmiddels ook een aantal risicotaxatieinstrumenten volgens de SPO methode ontwikkeld en voor Nederland bewerkt. De stand van zaken in het internationale en Nederlandse onderzoek naar deze instrumenten wordt hieronder samengevat. Risicotaxatie-instrumenten voor jeugdigen: een overzicht Het eerste SPO risicotaxatie-instrument dat ontwikkeld en onderzocht is voor het inschatten van het risico van antisociaal gedrag bij kinderen was de Early Assessment Risk List for Boys (EARL-20B; Augimeri, Webster, Koegl, & Levene, 1998; Augimeri, Koegl, Webster, & Levene, 2001). Dit instrument is gemodelleerd naar de HCR-20 en bestaat uit 20 risicofactoren, elk voorzien van een duidelijke coderingsrichtlijn. Later werd volgens dezelfde principes de Early Assessment Risk List for Girls (EARL-21G; Levene, Augimeri, Pepler, Walsh, Webster, & Koegl, 2001) ontwikkeld. Tenslotte verdient de Structured Assessment of Violence Risk in Youth (SAVRY; Borum, Bartel, & Forth, 2002) hier vermelding. EARL-20B en EARL-21G Inhoud. De EARL-20B is een risicotaxatie-instrument voor de beoordeling van jongens in de leeftijd van 6 tot 12 jaar, die gedragsproblemen vertonen die zouden kunnen wijzen op ontsporing in de richting van antisociaal, crimineel en gewelddadig gedrag. De beoogde doelen van de EARL-20B, maar ook van de EARL-21G en de SAVRY, zijn: (1) bijdragen aan de kennis over vroege risicofactoren voor antisociaal gedrag onder professionals, (2) een gestructureerd schema bieden waarin risicofactoren voor een individueel kind kunnen worden ondergebracht, en (3) bieden van effectieve risicohanteringsplannen voor deze kinderen en hun gezinnen (Augimeri, Koegl, Levene, & Webster, 2004). De items van de EARL-20B en EARL-21G zijn verdeeld in 3 hoofdcategorieën: Gezins-items, Kind-items and Responsiviteitsitems (zie Tabel 1). Omdat wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat sommige risicofactoren zich anders manifesteren bij meisjes en jongens, zijn er kleine verschillen tussen de twee instrumenten. 116
3 Tabel 1: Vergelijking van de EARL-20B en de EARL-21G 13 EARL-20B Versie 2 EARL-21G Versie 1: Consultatie editie Gezins-items Gezins-items G1. Gezinsomstandigheden G1. Gezinsomstandigheden G2. Continuïteit van zorg G2. Continuïteit van zorg G3. Ondersteuning G3. Ondersteuning G4. Stressoren G4. Stressoren G5. Opvoedingstijl van de ouders G5. Opvoedingstijl van de ouders G6. Antisociale waarden en gedrag G6. Ouder-dochter interactie G7. Antisociale waarden en gedrag Kind-items Kind-items K1. Ontwikkelingsproblemen K1. Ontwikkelingsproblemen K2. Begin van de gedragsproblemen K2. Begin van de gedragsproblemen K3. Mishandeling/verwaarlozing/trauma K3. Mishandeling/verwaarlozing/trauma K4. Hyperactiviteit / impulsiviteit / aandachtsstoornis K4. Hyperactiviteit / impulsiviteit / aandachtsstoornis K5. Prettig in de omgang K5. Prettig in de omgang K6. Omgang met leeftijdgenoten K6. Omgang met leeftijdgenoten K7. Schoolprestaties K7. Schoolprestaties K8. Buurt K8. Buurt K9. Contact met autoriteiten K9. Psychoseksuele ontwikkeling K10. Antisociale houding K10. Antisociale houding K11. Antisociaal gedrag K11. Antisociaal gedrag K12. Coping mogelijkheden K12. Coping mogelijkheden Responsiviteits-items Responsiviteits-items R1. Ontvankelijkheid van het gezin R1. Ontvankelijkheid van het gezin R2. Ontvankelijkheid van het kind R2. Ontvankelijkheid van het kind In de handleiding van de EARL s wordt iedere risicofactor op twee pagina s beschreven. Op de linkerpagina staat een beknopte samenvatting van de onderzoeksliteratuur over de betreffende risicofactor, op de rechterpagina staan de codeerinstructies. Ieder item wordt op een driepuntschaal gecodeerd, waarbij 0 aangeeft dat de risicofactor niet aanwezig is, en 2 dat de risicofactor duidelijk aanwezig is. Bij een score 1 is de risicofactor mogelijk of in enige mate aanwezig. Alle items dienen gecodeerd te worden op basis van een interview met het kind en de ouders, én collaterale informatie (informatie van derden, zoals leerkracht, huisarts). In sommige gevallen kan voor het coderen van sommige items nader psychologisch testonderzoek nodig zijn. De scores worden samengevat op een Scoreformulier en uiteindelijk komt de professional tot een globale risicotaxatie in termen van laag, matig, of hoog. Een eenvoudige optelling van de individuele items volstaat niet, omdat in een individueel geval één enkele risicofactor een zeer grote bijdrage kan leveren aan het risico. Bijvoorbeeld, een kind dat een relatief lage totaalscore heeft op de EARL-20B kan toch als hoog risico op een antisociale ontwikkeling worden aangemerkt als het louter met antisociale leeftijdgenoten optrekt. Zo n risicofactor kan dan op het Scoreformulier als een kritieke factor worden aangemerkt. Uit het 13 De EARL-20B is voor Nederland vertaald en bewerkt door Hildebrand, de Ruiter en Ligthart, en zal in de loop van 2005 uitgegeven worden. De Nederlandse vertaling van de EARL-21G is in voorbereiding. (voor informatie: cruiter@trimbos.nl). 117
4 bovenstaande moge duidelijk worden dat toepassing van risicotaxatie-instrumenten als de EARL s is voorbehouden aan daartoe getrainde professionals. Onderzoek. De interbeoordelaarsbetrouwbaarheid van de EARL-20B werd onderzocht in een retrospectief onderzoek met 229 random geselecteerde kinderen die tussen 1985 en 1999 waren behandeld in het Earlscourt Child and Family Center, Toronto, Canada (Augimeri et al., 2001). De intraklasse correlatie coëfficiënten (ICC s) voor overeenstemming tussen drie onafhankelijke beoordelaars voor de EARL-20B items lagen tussen.79 en.97, een hoog niveau van overeenstemming. In een Zweeds onderzoek werden ICC s tussen.90 en.92 gerapporteerd voor de Totaalscore, Kind-itemschaal en Gezins-itemschaal (Enebrink, Långström, Neij, Grann & Gumpert, 2001). Voor de EARL-21G zijn vergelijkbare waarden gevonden in retrospectief onderzoek (ICC s tussen.64 en.84; Levene et al., 2001) en prospectief onderzoek (Levene et al., 2004). De eerste studie naar de validiteit van de EARL-20B voor het voorspellen van fficiële criminele recidive was een retrospectief onderzoek met 447 kinderen die tussen 1985 en 1999 behandeld waren in Earlscourt (Augimeri et al., 2001). Gemiddeld werden de kinderen gevolgd tot het 18 de levensjaar. Er was een significante relatie tussen de scores op de EARL-20B en contacten met het strafrechtssysteem voor jongens en meisjes gedurende de follow-up periode (Webster et al., 2002). Recent onderzoek in Zweden biedt verdere steun voor de validiteit van de EARL- 20B (Enebrink et al., 2003). SAVRY Ook de SAVRY is een SPO methode, die bedoeld is om risicofactoren te identificeren waardoor effectieve risicohantering van gewelddadig gedrag bij adolescenten mogelijk wordt. Inhoud. De SAVRY bestaat uit 24 items (Historische, Individuele en Contextuele) afkomstig uit wetenschappelijk onderzoek naar risicofactoren voor agressie en gewelddadig gedrag bij adolescenten. Daarnaast zijn in de SAVRY zes protectieve factoren opgenomen (Borum, Bartel, & Forth, 2002). De items van de SAVRY staan vermeld in Tabel 2. De risicofactoren van de SAVRY worden gescoord op een driepuntschaal, analoog aan de scoring van de EARL s. De protectieve factoren wordt alleen als aan- of afwezig gecodeerd. Ook voor de SAVRY geldt dat de scores van de schalen kunnen worden opgeteld, maar het meest relevant voor de praktijk is de weging van de risico- en protectieve factoren door de professional, die zo tot een eindoordeel over het risico komt. Onderzoek. In een eerste onderzoek met de SAVRY vonden Borum en Forth (2000) dat de SAVRY totaalscore significant samenhing met toekomstig geweld, met niet-gewelddadige criminele handelingen en met veelzijdigheid van het geweld (Pearson correlatiecoëfficiënt tussen.20 en.33). Catchpole en Gretton (2003) vonden een interbeoordelaarbetrouwbaarheid ICC van.81 voor de totaalscore en van.77 voor het eindoordeel in termen van laag-matig-hoog. De predictieve validiteit van de SAVRY totaalscore voor gewelddadige recidive in een steekproef van 74 adolescenten die een gewelddelict hadden gepleegd was goed (Area Under the Curve=.73; Catchpole & Gretton, 2003). Het internationale onderzoek met de SAVRY wordt verder samengevat in een artikel van Lodewijks, De Ruiter & Doreleijers (2003). 118
5 Tabel 2: Risico- en protectieve factoren van de SAVRY 14 SAVRY Versie 1. Consultatie editie Historische risicofactoren H1. Eerder gewelddadig gedrag H2. Eerder niet-gewelddadig delinquent gedrag H3. Jonge leeftijd bij eerste gewelddadig incident H4. Eerdere onttrekking aan toezicht H5. Eerdere zelfbeschadiging of suïcidepogingen H6. Getuige geweest van geweld in het gezin H7. Geschiedenis van mishandeling als kind H8. Criminaliteit van ouders/verzorgers H9. Vroege verstoring in de verzorgingssituatie H10. Slechte schoolprestaties Contextuele risicofactoren C11. Omgang met delinquente leeftijdgenoten C12. Afwijzing door leeftijdgenoten C13. Ervaren stress en geringe copingvaardigheden C14. Zwakke opvoedingsvaardigheden van de ouders C15. Gebrek aan steun van andere volwassenen C16. Achterstandbuurt Individuele risicofactoren I17. Negatieve opvattingen I18. Riskant gedrag/impulsiviteit I19. Problemen met middelengebruik I20. Problemen met hanteren van boosheid I21. Psychopathische trekken I22. Aandachtstekortstoornis/hyperactiviteit I23. Weinig medewerking aan interventies I24. Weinig interesse/binding met school Protectieve factoren P1. Prosociale betrokkenheid P2. Ondersteuning door een ander/anderen P3. Hechte band met een ander/anderen P4. Positieve houding tegenover interventie en autoriteit P5. Duidelijke positieve gerichtheid op school P6. Veerkrachtige persoonlijkheid CARE-NL Een risicotaxatie-instrument uit de SPO traditie dat zich niet zozeer op de jeugdige zelf richt, maar op zijn of haar ouders/verzorgers is de Child Abuse Risk Evalation- NL versie (de Ruiter & de Jong, 2005). Systematische taxatie van het risico van kindermishandeling mag in een verantwoord jeugdbeleid niet ontbreken. De CARE-NL is een bewerking van het Canadese risicotaxatie-instrument CARE (Agar, 2001), dat bedoeld is voor risicotaxatie in gevallen van lichamelijke mishandeling en verwaarlozing. 14 De SAVRY is in het Nederlands vertaald door Lodewijks, Doreleijers, de Ruiter, & de Wit-Grouls (2001). Er loopt in de justitiële jeugdinrichtingen Rentray en Harreveld een valideringsonderzoek naar de SAVRY, dat in 2006 zal worden afgerond. (Voor informatie: 119
6 Er is voor gekozen de oorspronkelijke CARE aan te vullen op basis van de empirische literatuur over risicofactoren voor seksueel misbruik en emotionele verwaarlozing/mishandeling van kinderen. Het leek ons van groot belang om op basis van de Nederlandse praktijk van kinderbescherming een instrument te ontwikkelen dat alle gangbare vormen van kindermishandeling omvat en daardoor breed toepasbaar is. De CARE-NL bevat 17 risicofactoren voor kindermishandeling die kunnen worden onderscheiden in Ouderfactoren, Ouder-kind factoren, Kindfactoren en Omgevingsfactoren (zie Tabel 3). Tabel 3: Risicofactoren van de CARE-NL voor risicotaxatie van kindermishandeling CARE-NL Ouderfactoren O1. In het verleden gepleegde mishandeling van een kind O2. Ouder/verzorgen is zelf slachtoffer van kindermishandeling O3. Ernstige psychische stoornis O4. Suïcidale/homicidale gedachten O5. Problemen met middelengebruik O6. Persoonlijkheidsstoornis gekenmerkt door boosheid, impulsiviteit of instabiliteit O7. Sterke minimalisering of ontkenning van kindermishandeling O8. Negatieve houding ten opzichte van interventies O9. Problemen met kennis over de opvoeding van kinderen, opvoedingsvaardigheden en/of attitudes O10. Negatieve opvattingen ten aanzien van het kind O11. Risicotaxatie betreffende seksueel misbruik Ouder-kind interactie factoren OK12. Problemen in de interactie tussen ouder en kind Kindkenmerken K13. Kwetsbaarheidverhogende kenmerken van het kind Contextfactoren C14. Gezinsstressoren C15. Sociaal-econonomische stressoren C16. Ontoereikende sociale steun C17. Culturele invloeden Over de CARE-NL zijn nog geen betrouwbaarheids- en validiteitsgegevens bekend, dit onderzoek start najaar 2005 in een aantal Nederlandse Advies- en Meldpunten Kindermishandeling (AMK). Het ligt echter in de lijn der verwachting dat de bevindingen vergelijkbaar zullen zijn met de resultaten die gevonden zijn met de andere instrumenten, zoals de HCR-20, SVR-20, EARL s en SAVRY, die gebaseerd zijn op de SPO methode. Dat invoering van een gestructureerd risicotaxatie-instrument voor kindermishandeling binnen de Nederlandse jeugdzorg hard nodig is bewijst een recent onderzoek van De Jong en Reus (2004). Zij vonden in een vergelijkende studie naar besluitvormingsprocessen rondom meldingen van kindermishandeling dat AMK-medewerkers in vergelijking met studenten psychologie, significant minder systematisch tot een besluit kwamen en hun besluiten eveneens significant minder op relevante risicofactoren baseerden. De CARE-NL richtlijn maakt duidelijk dat ouderfactoren de belangrijkste risicofactoren voor kindermishandeling vormen: AMKmedewerkers richtten zich in hun onderzoek van een melding voornamelijk op contextfactoren, de studenten hadden meer aandacht voor de ouderfactoren. 120
7 Toepassing van risicotaxatie-instrumenten in de jeugdzorg in Nederland Zoals hierboven al werd betoogd verdient het gebruik van gestructureerde risicotaxatieinstrumenten altijd de voorkeur boven het ongestructureerd klinisch oordeel. Het laatste is notoir onbetrouwbaar en onnauwkeurig en wordt door internationale deskundigen op het gebied van risicotaxatie zelf als professioneel onethisch beschouwd. Aan de gebruiker van de SPO risicotaxatie-instrumenten worden kwalificatie-eisen gesteld, die in de handleidingen van de verschillende instrumenten geëxpliciteerd worden. Dit zijn terechte eisen, omdat een incorrect uitgevoerde risicotaxatie potentieel ernstige gevolgen kan hebben voor het betrokken kind en zijn/haar ouders. Men hoeft hier alleen maar recente gevallen van in Nederland overleden kinderen in herinnering te roepen (bijvoorbeeld de Roermondse casus, het meisje Savanna; de Ruiter & Pollmann, 2003). In deze recente gevallen is uiteraard nog niet met gestructureerde risicotaxatie gewerkt. De SPO instrumenten als de EARL s, de CARE-NL en de SAVRY zijn geschikt voor toepassing in eerste- en tweedelijns voorzieningen, gezien de tijdinvestering en de deskundigheid die zij vragen. Voor de nuldelijnsvoorzieningen zoals de JGZ zijn actuariële risicotaxatie-instrumenten geschikt. Op basis van de uitslag van zo n actuarieel risicosignaleringsinstrument kan dan besloten worden dat ouder en kind verwezen dienen te worden voor een uitgebreidere risicotaxatie met een SPO risicotaxatie-instrument. Het actuariële instrument is eenvoudig af te nemen door een minder geschoolde medewerker; alleen als deze risicosignalering een hoog-risico uitslag geeft, wordt een uitgebreide risicotaxatie gericht op veranderbare risicofactoren uitgevoerd. Het unieke van de SPO risicotaxatie-instrumenten is naast hun voortreffelijke voorspellende waarde, hun directe relevantie voor interventies. Zij zijn expliciet ontwikkeld met als doel risicofactoren te reduceren en zo ongunstige ontwikkelingsuitkomsten voor het kind te voorkómen. Voor de praktijk van de jeugdzorg betekent dit dat deze instrumenten een hoge mate van praktische relevantie hebben. In onderstaande Tabel 4 staat met een voorbeeld uitgewerkt hoe op basis van een gestructureerde risicotaxatie een interventieplan is opgesteld. 121
8 Tabel 4: Casusvoorbeeld Jeroen (7 jaar): van risicotaxatie met de EARL-20B naar risicohanteringsinterventies Risicotaxatie Risicohantering EARL-20B Versie 2 Gezins-items G1. Armoedige woning, te weinig ruimte voor de kinderen G2. Vader verliet het huishouden 2 jaar geleden G3. Eén goede vriendin, geen vrijetijdsactiviteiten G4. Hoge mate van ouderlijke stress, geïsoleerd G5. Inconsequente opvoedingsstijl, slaan, gebrek aan toezicht G6. Vader veroordeeld wegens relationeel geweld Op wachtlijst plaatsen voor grotere woning Moeder stimuleren in ieder geval 1 gestructureerde vrijetijdsactiviteit te gaan ondernemen, o.a. om nieuwe sociale contacten op te doen Idem als voor G3. Structureel in de week rustpunten voor moeder inbouwen/oppas regelen Parent Management Training Kind-items K1. Geen ontwikkelingsproblemen K2. Begin van de gedragsproblemen op 5- Begin lijkt samen te hangen met vertrek van jarige leeftijd vader K3. Getuige van extreem relationeel geweld Eventueel traumaverwerking voor de kinderen tussen de ouders K4. Impulsief, concentratieproblemen Nader onderzoek door een kinderpsychiater om ADHD uit te sluiten K5. Leuk kind, creatief K6. Eén positieve relatie met een vriendje; Agressiehanteringsinterventie voor Jeroen veel afgewezen K7. Schoolprestaties: achter met lezen Begeleiding bij het leesonderwijs K8. Achterstandbuurt, veel criminaliteit Zie G1. K9. Heeft contact met de politie Eventueel in het kader van herstelrecht een interventie opstarten K10. Antisociale houding: afwezig, voelt zich schuldig K11. Antisociaal gedrag: vechtpartij met gebruik van een mes K12. Heeft slaapproblemen Probleemoplossingsvaardigheden verbeteren, kan in aanvulling op de agressiehanteringsinterventie Responsiviteits-items R1. Ontvankelijkheid van het gezin: wil graag hulp, ietwat gereserveerd R2. Ontvankelijkheid van het kind: wil leren omgaan met zijn boosheid 122
9 Literatuur Agar, S. (2001). The development of general risk assessment guidelines for physical child abuse and neglect. Doctoral Dissertation, Simon Fraser University, Burnaby, BC, Canada. Augimeri, L.K., Koegl, C.J., Webster, C.D., & Levene, K.S. (2001). Early Assessment Risk List fr boys: EARL-20B, Version 2. Toronto, Ontario: Earlscourt Child and Family Centre. Augimeri, L.K., Koegl, C.J., Levene, K.S., & Webster, C.D. (2004). Early Assessment Risk Lists or boys and girls: EARL-20B and EARL-21G. In: Handbook of Mental Health Screening and Assessment for Juvenile Justice. New York: Guilford. Belfrage, H. (1998). Making risk predictions without an instrument. International Journal of Law and Psychiatry, 21, Belfrage, H., & Douglas, K.S. (2002). Treatment effects on forensic psychiatric patients measured with the HCR-20 violence risk assessment scheme. International Journal of Forensic Dental Health, 1, Borum, R. (1996). Improving the clinical practice of violence risk assessment: Technology, guidelines and training. American Psychologist, 51, Borum, R., Bartel, P., & Forth, A. (2002). Structured Assessment of Violence Risk in Youth SAVRY), Version 1. Florida: University of South Florida. Catchpole, R.H., & Gretton, H.M. (2003). The predictive validity of risk assessment with violent young offenders: A 1-year examination of criminal outcome. Criminal Justice and behavior, 30, Doren, D.M. (1998). Recidivism base rates, predictions of sex offender recidivism, and the sexual predator commitment laws. Behavioral Sciences and the Law, 16, Douglas, K.S., & Kropp, P.R. (2002). A prevention-based paradigm for violence risk assessment criminal Justice and Behavior, 29, Douglas, K.S., Ogloff, J.R.P., & Hart, S.D. (2003). Evaluation of a model of violence risk assessment among forensic psychiatric patients. Psychiatric Services, 54, Enebrink, P., Långström, N., Hulten, S., & Gumpert, C.H. (2003). Swedish validation of the ARL-20B, a decision-aid for use with children presenting conduct-disordered behaviour. manuscript submitted for publication. Enebrink, P., Långström, N., Neij, J., Grann, M., & Gumpert, C.H. (2001). Brief report: Interrater reliability of the EARL-20B:A new guide for clinical evaluation of conductdisordered boys. Huddinge, Sweden: Karolinska Institute. Fuller, J., & Cowan, J. (1999). Risk assessment in a multi-disciplinary forensic setting: Clinical judgment revisited. The Journal of Forensic Psychiatry, 10, Grove, W.M., & Meehl, P.E. (1996). Comparative efficiency of informal (subjective, impressionistic) and formal (mechanical, algorithmic) prediction procedures: The clinical- statistical controversy. Psychology, Public Policy, and Law, 2, Hart, S.D. (2001). Risk assessment: Possibilities and impossibilities. Retrieved from Simon Fraser University website: Hildebrand, M., de Ruiter, C. & van Beek, D.J. SVR-20. Richtlijnen voor het beoordelen van het risico van seksueel gewelddadig gedrag. Utrecht: Forum Educatief. Jong, E.M., de, & Reus, C.P.A. (2004). Kind in Nood II: Besluitvormingsprocessen en risicotaxatie in multidisciplinair teamverband. Afstudeerscriptie Universiteit van Amsterdam, Afdeling Psychologie. Levene, K.S., Augimeri, L.K., Pepler, D., Walsh, M., Webster, C.D., & Koegl, C.J. (2001). Early Assessment Risk List for Girls: EARL-21G, Version 1, Consultation Edition. Toronto, Ontario: Earlscourt Child and Family Centre. Levene, K.S., Walsh, M.M., Augimeri, L.K., & Pepler, D. (2004). Linking identification and treatment of early risk factors for female delinquency. In: M. Moretti, C. Odgers, & M. Jackson (Eds.), Girls and aggression: Contributing factors and intervention principles: Perspectives in law and psychology (Vol. 19), pp New York: Kluwer Academic/Plenum. 123
10 Lodewijks, H.P.B., Doreleijers, Th., de Ruiter, C., & de Wit-Grouls, H. (2001). Gestructureerde taxatie van geweldsrisico bij jongeren (geautoriseerde vertaling en onderzoeksversie van de SAVRY). Eefde: Rentray. Lodewijks, H., de Ruiter, C., & Doreleijers, Th. (2003). Risicotaxatie en risicohantering van gewelddadig gedrag bij adolescenten. Directieve therapie, 23, McNiel, D.E., Gregory, A., Lam, J., Binder, R.L., & Sullivan, G. (2003). Utility of decision support tools for assessing acute risk of violence. Journal of Consulting and Clinical Psychology, 71, Meehl, P.E. (1996). Clinical versus statistical prediction: A theoretical analysis and a review of the literature. Northvale, NJ: Aronson (original work published in 1954). Monahan, J., Steadman, H.J., Silver, E., Appelbaum, P., Robbins, P.C. et al. (2001). Rethinking risk assessment: The MacArthur study of mental disorder and violence. Oxford, Oxford University Press. Philipse, M, de Ruiter, C. Hildebrand, M. & Bouman, Y. HCR-20. Beoordelen van het risico van gewelddadig gedrag, Versie 2. Nijmegen/Utrecht: Prof.mr. W.P.J. Pompestichting/Dr. Henri van der Hoeven Stichting. Ruiter, C., de, & Pollmann, P. (2003). De risico s van kindermishandeling. Tijdschrift over Kindermishandeling, 17, Ruiter, C., de, & de Jong, E.M. (2005). CARE-NL: Professionele richtlijnen voor de beoordeling van het risico van kindermishandeling. Utrecht: Socrates Consultancy. Sheldrick, C. (1999). Practitioner review: The assessment and management of risk in adolescents. Journal of Child Psychology and Psychiatry, 40, Vogel, V., de (2005). Structured risk assessment of (sexual) violence in forensic clinical practice: The HCR-20 and SVR-20 in Dutch forensic psychiatric patients. Dissertatie Universiteit van Amsterdam. Amsterdam: Dutch University Press. Vogel, V., de, de Ruiter, C., Hildebrand, M., Bos, B., & van de Ven, P. (2004). Type of discharge and risk of recidivism measured by the HCR-20: A retrospective study in a Dutch sample of treated forensic psychiatric patients. International Journal of Forensic Mental Health, 3, Vogel, V., de, de Ruiter, C., van Beek, D. & Mead, G. (2004). Predictive validity of the SVR-2- and Static-99 in a Dutch sample of treated sex offenders. Law and Human Behavior, 28, Webster, C.D., Augimeri, L.K., & Koegl, C.J. (2002). The under 12 Outreach Project for antisocial boys: A research based clinical program. In: R.R. Corrado, R. Roesch, S.D. Hart & J.K. Gierowski (Eds.), Multi-problem violent youth: A foundation for comparative research needs, interventions, and outcomes, pp Amsterdam: IOS Press. 124
Risicotaxatie en risicohantering geweld bij jongeren
Risicotaxatie en risicohantering geweld bij jongeren dr. Henny Lodewijks hlodewijks@lsg-rentray.nl Kijvelanden conferentie 1-12-2011 SAVRY Historische risicofactoren: 1. Eerder gewelddadig gedrag 2. Eerder
Nadere informatieJoop Hoekman Training, Advies, Onderzoek Intake van jongeren in instellingen voor J-SGLVB: de ontwikkeling en het gebruik van een checklist
Intake van jongeren in instellingen voor J-SGLVB: de ontwikkeling en het gebruik van een checklist Joop Hoekman, Mia Ament, Karin de Bruin, Jackelien Feenstra, Maaike Willemen, Dirk Verstegen 1 Jongeren
Nadere informatieInnovatie in gestructureerde risicotaxatievan geweld: De HCR:V3 en SAPROF. Donderdag 6 december 2012 Kevin Douglas, Michiel de Vries Robbé
Innovatie in gestructureerde risicotaxatievan geweld: De HCR:V3 en SAPROF Donderdag 6 december 2012 Kevin Douglas, Michiel de Vries Robbé Programma 13.00-13.15 Opening 13.15-14.30 HCR:V3, part I 14.30-15.00
Nadere informatieDe FAM als aanvulling op de HCR-20 V3
De FAM als aanvulling op de HCR-20 V3 De FAM is een aanvullende handleiding op de HCR-20 voor het inschatten van geweld bij vrouwelijke (forensisch) psychiatrische patiënten. Met het verschijnen en in
Nadere informatieGestructureerde risicotaxatie bij kindermishandeling: De Child Abuse Risk Evaluation - Nederlandse versie (CARE-NL)
W E T E N S C H A P Gestructureerde risicotaxatie bij kindermishandeling: De Child Abuse Risk Evaluation - Nederlandse versie (CARE-NL) C. de Ruiter, M. Hildebrand, S. van der Hoorn In dit artikel wordt
Nadere informatieHUISELIJK GEWELD: VAN SIGNALERING TOT
HUISELIJK GEWELD: VAN SIGNALERING TOT EEN EFFECTIEVE AANPAK Corine de Ruiter 1), klinisch psycholoog/gedragstherapeut is werkzaam als bijzonder hoogleraar Forensische psychologie aan de Universiteit Maastricht.
Nadere informatieOnderzoek met de SAPROF
Onderzoek met de SAPROF De Vries Robbé & De Vogel SAPROF 2 e Editie handleiding, 2012 Betrouwbaarheid en validiteit Retrospectief dossieronderzoek In verschillende internationale instellingen wordt momenteel
Nadere informatieMeetinstrumenten voor een landelijk onderzoek bij seksueel geweldplegers in een. forensisch psychiatrische instelling
Meetinstrumenten voor een landelijk onderzoek bij seksueel geweldplegers in een forensisch psychiatrische instelling Risicotaxatieinstrumenten De Historical Clinical Risk Management-20, versie 3 (HCR-20
Nadere informatieMeldcode huiselijk geweld en kindermishandeling
Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling Inhoudsopgave Overeenkomst meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling 2 Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling 3 Toelichting meldcode huiselijk
Nadere informatiePrincipes bij de behandeling in de forensische psychiatrie
Principes bij de behandeling in de forensische psychiatrie Inleiding Binnen de forensisch psychiatrische behandelsetting is het doel van de behandeling primair het verminderen van delictrisico s of risico
Nadere informatieRisicotaxatie van geweldsrecidive bij jeugdigen
o o r s p r o n k e l i j k a r t i k e l Risicotaxatie van geweldsrecidive bij jeugdigen Het belang van items van de Structured Assessment of Violence Risk in Youth bij het klinisch oordeel n. d u i t
Nadere informatieActuarieel Risicotaxatie Instrument voor Jeugdbescherming (ARIJ)
Actuarieel Risicotaxatie Instrument voor Jeugdbescherming (ARIJ) Mirte Forrer, Jeugdbescherming Regio Amsterdam Claudia van der Put, Universiteit van Amsterdam Jeugdbescherming Ieder kind veilig GGW FFPS
Nadere informatieNo part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Bedankt voor het downloaden van dit artikel. De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding)
Nadere informatieCitation for published version (APA): van der Put, C. E. (2011). Risk and needs assessment for juvenile delinquents
UvA-DARE (Digital Academic Repository) Risk and needs assessment for juvenile delinquents van der Put, C.E. Link to publication Citation for published version (APA): van der Put, C. E. (2011). Risk and
Nadere informatieUniversity of Groningen. Dilemmas in child protection Bartelink, Cora
University of Groningen Dilemmas in child protection Bartelink, Cora IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please check the document
Nadere informatieJan Dirk van der Ploeg publicaties (4)
Jan Dirk van der Ploeg publicaties (4) Artikelen in tijdschriften 2015 Effectieve interventies voor agressie bij kinderen. PsychoPraktijk, 6, 14-17. 2014 Scheiding en stress. PsychoPraktijk, 6, 22-26.
Nadere informatieActuarieel Risicotaxatie Instrument voor Jeugdbescherming (ARIJ) Mirte Forrer, gedragsdeskundige Stefanie Meijs, senior gezinsmanager
Actuarieel Risicotaxatie Instrument voor Jeugdbescherming (ARIJ) Mirte Forrer, gedragsdeskundige Stefanie Meijs, senior gezinsmanager Jeugdbescherming Ieder kind veilig Intensief Systeemgericht Casemanagement
Nadere informatiePsychometrische stand van zaken van risicotaxatie-instrumenten voor volwassenen in Nederland
o v e r z i c h t s a r t i k e l Psychometrische stand van zaken van risicotaxatie-instrumenten voor volwassenen in Nederland g. t. b l o k, e. d e b e u r s, a. g. s. d e r a n i t z, t. r i n n e achtergrond
Nadere informatieGestructureerd beslissen over reclasseringsinterventies
ARTIKELEN Gestructureerd beslissen over reclasseringsinterventies Jacqueline Bosker 1. Inleiding De reclassering adviseert justitiële opdrachtgevers zoals het Openbaar Ministerie, de rechterlijke macht
Nadere informatiepraktijk Risicotaxatie van geweld in de forensische psychiatrie
1 / 13 Risicotaxatie van geweld in de forensische psychiatrie Voordat patiënten in de forensische psychiatrie met verlof mogen, schatten deskundigen het risico dat ze buiten de instelling gewelddadig gedrag
Nadere informatieOntwikkeling en achtergronden ARIJ-Risicotaxatie. Claudia van der Put, UvA, Forensische Orthopedagogiek
Ontwikkeling en achtergronden ARIJ-Risicotaxatie Claudia van der Put, UvA, Forensische Orthopedagogiek c.e.vanderput@uva.nl Vragen Hebben jullie ervaring met instrumenten om het risico op kindermishandeling
Nadere informatieCriminele meisjes: Specifieke zorg en aandacht of niet?
Stijging criminaliteit meisjes Criminele meisjes: Specifieke zorg en aandacht of niet? Anne-Marie Slotboom Vrije Universiteit Amsterdam 1 BRISBANE 2010 - Steeds meer jonge meisjes tussen tien en veertien
Nadere informatieWaagSchaal jeugd: de psychometrische kwaliteit van een gestructureerd klinisch risicotaxatie-instrument voor de ambulante forensische psychiatrie
WaagSchaal jeugd: de psychometrische kwaliteit van een gestructureerd klinisch risicotaxatie-instrument voor de ambulante forensische psychiatrie Joan van Horn, Julia Wilpert, Marieke Bos, Mara Eisenberg
Nadere informatieInschatting van de kans op geweldsrecidive in het onderzoek pro Justitia van jongeren
o v e r z i c h t s a r t i k e l Inschatting van de kans op geweldsrecidive in het onderzoek pro Justitia van jongeren Een klinische benadering n. d u i t s, w. v a n d e n b r i n k, t h. a. h. d o r
Nadere informatieKindermishandeling. Voor de minderjarige bedreigende of gewelddadige interactievan fysieke, psychische of seksuele aard,
Presentatie Kindermishandeling Is elke vorm van: Voor de minderjarige bedreigende of gewelddadige interactievan fysieke, psychische of seksuele aard, die de ouders of andere personen ten opzichte van wie
Nadere informatieHet inschatten van agressie van patienten van de ggz crisisdienst
Het inschatten van agressie van patienten van de ggz crisisdienst B. Penterman psychiater GGZ Oost Brabant Instrumenten The Historical, Clinical, and Riskindicators (HCR- 20) Historische, Klinische en
Nadere informatieNeurobiologie, criminaliteit en strafrecht. SWR 27 september 2014. Arne Popma
Neurobiologie, criminaliteit en strafrecht SWR 27 september 2014 Arne Popma Interactie in ontwikkeling en onderzoek van antisociaal gedrag Moran Cohn / Arne Popma Interactie in ontwikkeling en onderzoek
Nadere informatieDynamische risicotaxatie
Dynamische risicotaxatie Wens of werkelijkheid? Martien Philipse Pompestichting, Nijmegen Studiemiddag NVK - WODC, Den Haag 17 november 2006 De eerste wet van risicotaxatie De beste voorspeller van gedrag
Nadere informatieWhen things are getting out of hand: Prevalence, assessment, and treatment of substance use disorder(s) and violent behavior Kraanen, F.L.
UvA-DARE (Digital Academic Repository) When things are getting out of hand: Prevalence, assessment, and treatment of substance use disorder(s) and violent behavior Kraanen, F.L. Link to publication Citation
Nadere informatieRisicotaxatie bij jeugdige zeden- en geweldplegers in een ambulante setting. J.E. van Horn, A. Scholing, & J. Mulder
Risicotaxatie bij jeugdige zeden- en geweldplegers in een ambulante setting J.E. van Horn, A. Scholing, & J. Mulder ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Nadere informatieBeschermende factoren bij seksuele delinquenten
Beschermende factoren bij seksuele delinquenten Een retrospectieve studie naar de validiteit van de SAPROF bij ex-terbeschikkinggestelde seksueel delinquenten in de FPC Dr. S. van Mesdag en de Van der
Nadere informatieBehandeleffecten. in Forensisch Psychiatrisch Center de Rooyse Wissel. Treatment effects in. Forensic Psychiatric Centre de Rooyse Wissel
Behandeleffecten in Forensisch Psychiatrisch Center de Rooyse Wissel Treatment effects in Forensic Psychiatric Centre de Rooyse Wissel S. Daamen-Raes Eerste begeleider: Dr. W. Waterink Tweede begeleider:
Nadere informatieDynamiek en de protectieve factoren van de SAVRY
Dynamiek en de protectieve factoren van de SAVRY Onderzoek naar de dynamiek van een risicotaxatieinstrument welke gebruikt wordt binnen een gesloten justitiële jeugdinrichting November 2008 Masterwerkstuk
Nadere informatieCURRICULUM VITAE LIST OF PUBLICATIONS
CURRICULUM VITAE LIST OF PUBLICATIONS Curriculum Vitae Curriculum Vitae Barbara Wilhelmina Cornelia Zwirs werd geboren op 3 oktober 1977 in Alphen aan den Rijn. Daar behaalde zij in 1995 haar Gymnasiumdiploma
Nadere informatieRecente ontwikkelingen op het gebied van risicotaxatie van geweld: Naar meer balans en verfijning
Recente ontwikkelingen op het gebied van risicotaxatie van geweld: Naar meer balans en verfijning Vivienne de Vogel, Van der Hoeven Kliniek 13 februari 2013 Inhoud presentatie Stand van zaken risicotaxatie
Nadere informatieOuderlijke betrokkenheid en het welzijn van kinderen
Pagina 1 / 17 Ouderlijke betrokkenheid en het welzijn van kinderen Als kinderen meer ouderlijke betrokkenheid ervaren en een betere band met hun ouders hebben, is de kans kleiner dat zij gedragsproblemen
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Addendum A 173 Nederlandse samenvatting Het doel van het onderzoek beschreven in dit proefschrift was om de rol van twee belangrijke risicofactoren voor psychotische stoornissen te onderzoeken in de Ultra
Nadere informatieForensische academie. Vivienne de Vogel. RINO 24 mei 2014
Forensische academie Vivienne de Vogel RINO 24 mei 2014 Inhoud Forensische academie Risicotaxatie: enkele trainingen uitgelicht Geweld algemeen Beschermende factoren Zeden Vrouwen geweld Forensische academie
Nadere informatieDe psychometrische eigenschappen van de HKT-R Michelle Willems
De psychometrische eigenschappen van de HKT-R Michelle Willems Symposium HKT-R: introductie van een gereviseerd instrument voor risicotaxatie en behandelevaluatie Donderdag 13 juni 2013, Conferentiecentrum
Nadere informatieHet terugdringen van geweld in gezinnen. Een hopeloze opgave?
Het terugdringen van geweld in gezinnen Een hopeloze opgave? Jo Hermanns 8-12-2016 Bijna 1 op de 10 volwassenen heeft in het privéleven ervaringen opgedaan die ondubbelzinnig als fysiek of psychisch geweld
Nadere informatie(Deze vragenlijst wordt afgenomen in het voortraject van de interventie Stevig Ouderschap)
Bijlage 5 Signaleringsinstrumenten (Kooijman, 2003; Hermanns, 2005) In deze bijlage worden de volgende signaleringsinstrumenten besproken: 1. Stevig Ouderschap (na implementatie van de Ouder- en kindzorg
Nadere informatieRisicotaxatie van geweld bij vrouwen: ontwikkeling van de Female Additional Manual (fam)
oorspronkelijk artikel Risicotaxatie van geweld bij vrouwen: ontwikkeling van de Female Additional Manual (fam) v. de vogel, m. de vries robbé, w. van kalmthout, c. place achtergrond Geweld door vrouwen
Nadere informatieTijdschrift voor Seksuologie (2006) 30, 204-214
Tijdschrift voor Seksuologie (2006) 30, 204-214 www.tijdschriftvoorseksuologie.nl Voorspelling van recidive bij zedendelinquenten met behulp van retrospectief gebruik van de PCL-R en SVR-20 Koen Koster,
Nadere informatieRisicofactoren voor kindermishandeling. En waarom melden alleen geen zin heeft. Prof.dr. Corine de Ruiter. Studium Generale 17 november 2016.
Risicofactoren voor kindermishandeling De De En waarom melden alleen geen zin heeft Prof.dr. Corine de Ruiter Studium Generale 17 november 2016 Still Face Experiment: Dr. Edward Tronick - YouTube Hoe belangrijk
Nadere informatieObjectiviteit of schijnzekerheid?
Kwaliteit, mogelijkheden en beperkingen van instrumenten voor risicotaxatie Joke Harte & Minke Breukink In toenemende mate wordt voor het inschatten van toekomstig delictgevaar gebruikgemaakt van instrumenten
Nadere informatieRisicotaxatie van kindermishandeling in teamverband: een experimenteel onderzoek
kind en adolescent jaargang 34 (2013), nr. 1, p. 30 44 www.kindenadolescent.nl Risicotaxatie van kindermishandeling in teamverband: een experimenteel onderzoek Corine de Ruiter, Erika M. de Jong en Marlies
Nadere informatiePartnergeweld: risico s wikken en wegen. Anne Groenen Thomas More Kempen
Partnergeweld: risico s wikken en wegen - Anne Groenen Thomas More Kempen Op zoek naar een evenwichtig recept Ingrediënten Tools Wikken en wegen Ingrediënten Partnergeweld is wereldwijd 1 van de belangrijkste
Nadere informatieTien jaar gestructureerde risicotaxatie in de forensisch klinische praktijk: Wat heeft het opgeleverd en waar zijn verbeteringen mogelijk?
Tien jaar gestructureerde risicotaxatie in de forensisch klinische praktijk: Wat heeft het opgeleverd en waar zijn verbeteringen mogelijk? Vivienne de Vogel, Michiel de Vries Robbé, Eva de Spa, & Edwin
Nadere informatieLijst met publicaties
Lijst met publicaties Forensische psychiatrie (boeken) Hornsveld, R. H. J., & Kanters, T. (2015). Held zonder seksueel geweld, deel 3. Tweede editie: Cognitieve vervormingen (draai- en werkboek). Rijswijk:
Nadere informatieRisicotaxatie- en risicomanagementmethoden
Factsheet 2010-7 Risicotaxatie- en risicomanagementmethoden Een inventarisatie in de forensisch psychiatrische centra in Nederland Auteur: M.H. Nagtegaal 1 December 2010 Inleiding Risicotaxatie en risicomanagement
Nadere informatieARIJ-Veiligheidstaxatie en ARIJ-Behoeftetaxatie (ARIJ-Needs)
ARIJ-Veiligheidstaxatie en ARIJ-Behoeftetaxatie (ARIJ-Needs) Dr. Mark Assink (M.Assink@UvA.nl) Dr. Claudia van der Put (C.E.vanderPut@UvA.nl) Universiteit van Amsterdam ARIJ-Veiligheidstaxatie Doel: Vaststellen
Nadere informatieDe Delta veiligheidslijst. Gestructureerde risicotaxatie en management binnen de Deltamethode
De Delta veiligheidslijst Gestructureerde risicotaxatie en management binnen de Deltamethode Gezinsvoogden hebben de taak de veiligheid van het kind in de thuissituatie te onderzoeken. Vaak op grond van
Nadere informatieEen beoordeling ter beoordeling
Een beoordeling ter beoordeling Opbrengsten en beperkingen van instrumenten voor risicotaxatie in de forensische psychiatrie en mogelijkheden voor wetenschappelijk onderzoek Een van de manieren om de maatschappij
Nadere informatiePauline Goense, 7 november Implementatie
Pauline Goense, 7 november 2017 Implementatie Innovatie en consolidatie Zorgveld is erg goed in innovatie Echter: weinig aandacht voor consolidatie The better the implementation, the better the results:
Nadere informatieLeidraad in de keten. Landelijk Instrumentarium Jeugdstrafrechtketen (LIJ) Contactgegevens
Contactgegevens Heeft u na het lezen van deze Leidraad vragen of opmerkingen over het LIJ? U kunt dan contact opnemen met het projectteam LIJ via het telefoonnummer: 070 370 72 75. Mailen kan ook naar:
Nadere informatieRisicotaxatie en Beschermende Factoren voor Gewelddadig Gedrag
Risicotaxatie en Beschermende Factoren voor Gewelddadig Gedrag Michiel de Vries Robbé 10 november 2015 Inhoud Risicotaxatie van geweld: Achtergrond risicotaxatie Verschillende instrumenten Risicofactoren
Nadere informatieRisicotaxatie bij verslaafde justitiabelen Naar een (aanvullend)instrument
Verslag EFP Themabijeenkomst Risicotaxatie bij verslaafde justitiabelen Naar een (aanvullend)instrument 29 november 2011 Introductie De presentatie wordt verzorgd door Sylvia Lammers; psycholoog en gepromoveerd
Nadere informatiePsychometrische Eigenschappen van de Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Psychometric Properties of the Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5)
Psychometrische Eigenschappen van de Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Psychometric Properties of the Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Hester A. Lijphart Eerste begeleider: Dr. E. Simon Tweede
Nadere informatieSamenvatting: Summary in Dutch
Samenvatting: Summary in Dutch Hoofdstuk 1: Kindermishandeling en Psychopathologie in een Multi-Culturele Context: Algemene Inleiding Dit proefschrift opent met een korte geschiedenis van de opkomst van
Nadere informatieDUURZAME IMPLEMENTATIE: DAT WERKT! Leonieke Boendermaker Lectoraat Implementatie in de Jeugdzorg
DUURZAME IMPLEMENTATIE: DAT WERKT! Leonieke Boendermaker Lectoraat Implementatie in de Jeugdzorg 1 Modules & zorgprogramma s Vraaggericht Kwaliteit Effectiviteit Evidence based werken Professionalisering
Nadere informatieSpitzer quality of life index
Spitzer Quality of life index Spitzer, W. O., Dobson, A. J., Hall, J., Chesterman, E., Levi, J., Shepherd, R. et al. (1981). Measuring the quality of life of cancer patients: a concise QL index for use
Nadere informatiede waarde van gestructureerde risicotaxatie en van de diagnose psychopathie
de waarde van gestructureerde risicotaxatie en van de diagnose psychopathie EEN ONDERZOEK NAAR DE BETROUWBAARHEID EN PREDICTIEVE VALIDITEIT VAN DE HCR-20, HKT-30 EN PCL-R M. Hildebrand B.L. Hesper M. Spreen
Nadere informatieBeschermende factoren van de Toekomst
Beschermende factoren van de Toekomst Michiel de Vries Robbé FFZ, 22 januari 2019 Overzicht presentatie Beschermende factoren Volwassenen Jeugd Jongvolwassenen Nieuwe ontwikkelingen: Zeden LVB / Long-care
Nadere informatieProfessionaliteit in de zorg voor de jeugd
Professionaliteit in de zorg voor de jeugd Professionals in de jeugdzorg Jo Hermanns Met de professionaliteit van de werkers in de jeugdzorg is weinig mis Hoog opleidingsniveau Aanvullende trainingen Werkbegeleiding/supervisie
Nadere informatieHET GEBRUIK VAN RISICOTAXATIE
HET GEBRUIK VAN RISICOTAXATIE INSTRUMENTEN ONDER SPV-EN Sophie de Valk, MSc, Corine de Ruiter, PhD, Jorge O. Folino, MD, PhD, Matthew M. Large, MBBS, Thierry H. Pham, PhD, Kim A. Reeves, MA, Carolina Condemarin,
Nadere informatieKindermishandeling: Prevalentie. Psychopathologie
Wereldwijd komt een schrikbarend aantal kinderen in aanraking met kindermishandeling, in de vorm van lichamelijke mishandeling of seksueel misbruik, verwaarlozing, of gebrek aan toezicht. Soms zijn kinderen
Nadere informatieCitation for published version (APA): van Vugt, E. S. (2011). Moral development and juvenile sex offending. Oisterwijk: Boxpress.
UvA-DARE (Digital Academic Repository) Moral development and juvenile sex offending van Vugt, E.S. Link to publication Citation for published version (APA): van Vugt, E. S. (2011). Moral development and
Nadere informatieBetekenis van vaderschap
Betekenis van vaderschap Conferentie vader-empowerment G.O.Helberg Kinder-en Jeugdpsychiater Materiaal ontleed aan onderzoek: Prof. dr. Louis Tavecchio Afdeling POWL, Universiteit van Amsterdam Een paar
Nadere informatieNPM-2017 NATIONALE PREVALENTIESTUDIE MISHANDELING VAN KINDEREN EN JEUGDIGEN. Samenvatting
Samenvatting NPM-2017 NATIONALE PREVALENTIESTUDIE MISHANDELING VAN KINDEREN EN JEUGDIGEN Leiden University, Institute of Education and Child Studies TNO Child Health Lenneke Alink / Mariëlle Prevoo / Sheila
Nadere informatieHet belang van beschermende factoren bij vermindering van het recidiverisico. Vivienne de Vogel. 15 september 2014
Het belang van beschermende factoren bij vermindering van het recidiverisico Vivienne de Vogel 15 september 2014 Inhoud Risicotaxatie in de dagelijkse praktijk: van taxatie naar management De waarde van
Nadere informatieAutisme spectrum stoornissen en delinquentie
Autisme spectrum stoornissen en delinquentie Lucres Nauta-Jansen onderzoeker kinder- en jeugdpsychiatrie VUmc Casus Ronnie jongen van 14, goed en wel in de puberteit onzedelijke handelingen bij 5-jarig
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting 207 208 Deel I Het wordt steeds belangrijker gevonden om kinderen een stem te geven. Hierdoor kunnen kinderen beter begrepen worden en kan hun ontwikkeling worden geoptimaliseerd.
Nadere informatieRisicotaxatie bij forensisch psychiatrische patiënten met een lichte verstandelijke handicap: hoe bruikbaar zijn risicotaxatieinstrumenten?
overzichtsartikel Risicotaxatie bij forensisch psychiatrische patiënten met een lichte verstandelijke handicap: hoe bruikbaar zijn risicotaxatieinstrumenten? j.w. van den berg, v. de vogel achtergrond
Nadere informatieWaar moet het heen? Wat is het doel? What works? (Andrews & Bonta, 2010) What works? Hoe kunnen we het risico per individu bepalen?
Waar moet het heen? Wat is het doel? Wineke Smid wsmid@hoevenkliniek.nl VFS Symposium, Utrecht, Nederland, 22-01-2014 Het terugbrengen van het aantal slachtoffers! What works? What works? (Andrews & Bonta,
Nadere informatieScreening van gedragsproblemen en consequenties hiervan op effect van interventies. Walter Matthys
Screening van gedragsproblemen en consequenties hiervan op effect van interventies Walter Matthys Preventie en behandeling Wezenlijk verschillend? Voorbeeld: Coping Power (Minder boos en opstandig) bij
Nadere informatieKetenzorg voor suïcidaliteit
Ketenzorg voor suïcidaliteit Marie Van Broeckhoven Suïcidepreventiewerking DAGG Lommel marie.vanbroeckhoven@dagg-cgg.be Meer onderzoek nodig Sterke evidentie Acties gezondheidszorg Beperking toegang tot
Nadere informatieAanpak complexe scheidingen. Fieke Mol, projectleider complexe scheidingen Midden Brabant
Aanpak complexe scheidingen Fieke Mol, projectleider complexe scheidingen Midden Brabant In Nederland: 80.000 echtscheidingen 8000 kinderen in de knel In Midden-Brabant januari - november 2016: 61 beschikkingen
Nadere informatieForensische psychiatrie en positieve psychologie
Forensische psychiatrie en positieve psychologie The future of forensic care. Symposium EFP 7 juni, 2012. Jan Walburg www.trimbos.nl Wat is positieve psychologie? stelt net zoveel belang in gezondheid
Nadere informatieDE WAARDE VAN GESTRUCTUREERDE RISICOTAXATIE
DE WAARDE VAN GESTRUCTUREERDE RISICOTAXATIE EN VAN DE DIAGNOSE PSYCHOPATHIE BIJ SEKSUELE DELINQUENTEN EEN ONDERZOEK NAAR DE BETROUWBAARHEID EN PREDICTIEVE VALIDITEIT VAN DE SVR-20, STATIC-99, HKT-30 EN
Nadere informatieHarris MA, Wysocki T, Sadler M, Wilkinson K, Harvey LM, Buckloh LM, Mauras N., White N.H. (2000).
The Diabetes Self Management Profile (DSMP) Harris MA, Wysocki T, Sadler M, Wilkinson K, Harvey LM, Buckloh LM, Mauras N., White N.H. (2000). Validation of a structured interview for the assessment of
Nadere informatiePreventie van agressie in de kliniek moet beter
Freerk Scheffers 1 Preventie van agressie in de kliniek moet beter Systematisch inzetten van evidence-based interventies helpt Opinie Agressief gedrag van patiënten is een veelvoorkomend probleem op acute
Nadere informatieInstrumenten voor risicotaxatie in situaties van (vermoedelijke) kindermishandeling
Instrumenten voor risicotaxatie in situaties van (vermoedelijke) kindermishandeling Notitie op verzoek van de MOgroep jeugdzorg Ingrid ten Berge Nederlands Jeugdinstituut december 2008 1 Inhoudsopgave
Nadere informatieDE MASTEROPLEIDING EDUCATION AND CHILD STUDIES (PER SPECIALISATIE) IN SCHEMA. Child and Family Science (instromen in september)
DE MASTEROPLEIDING EDUCATION AND CHILD STUDIES 2017-2018 (PER SPECIALISATIE) IN SCHEMA Child and Family Science (instromen in september) Internship Child and Family Science Child care, experts, and parents:
Nadere informatieRisicotaxatie bij preventieve uithuisplaatsing
Risicotaxatie bij preventieve uithuisplaatsing Positie huisverbod: Waarom een risicotaxatie-instrument? Gewenst Dreigingsanalyse via: ongestructureerd klinisch oordeel (sterk, matig, zwak op grond van
Nadere informatieWanneer de vlag de lading niet meer dekt: over het gebruik van labels voor stoornissen
Wanneer de vlag de lading niet meer dekt: over het gebruik van labels voor stoornissen Het moeilijke kind stelt ons vragen: Wie is de volwassene is die hem of haar zo moeilijk vindt? Met welke ver(w)achtingen
Nadere informatieHet nagaan van het verloop van borstvoeding bij de pasgeborene
INFANT BREASTFEEDING ASSESSMENT TOOL (IBFAT) Matthews M.K. (1988) Developing an instrument to assess infant breastfeeding behavior in early neonatal period. Midwifery, 4, 154-165. Meetinstrument Afkorting
Nadere informatieHulpverlening aan plegers van huiselijk geweld: (On)mogelijkheden, methodische aspecten en resultaten
Hulpverlening aan plegers van huiselijk geweld: (On)mogelijkheden, methodische aspecten en resultaten Prof.dr. Corine de Ruiter Universiteit Maastricht en Trimbos-instituut 29-5-2007 1 De cyclus van relationeel
Nadere informatieImplementatie Projectleidersbijeenkomst Vroege Opsporing. Fleur Boulogne / Adviseur implementatie ZonMw
Implementatie Projectleidersbijeenkomst Vroege Opsporing Fleur Boulogne / Adviseur implementatie ZonMw Definitie van implementatie Implementatie verwijst naar een reeks geplande, bewuste activiteiten die
Nadere informatieSignaleren en dan? De samenwerking tussen gezondheidszorg en jeugdzorg bij zorg/risico-zwangeren. Roermond, 3 september
Signaleren en dan? De samenwerking tussen gezondheidszorg en jeugdzorg bij zorg/risico-zwangeren Roermond, 3 september Mevr. N. Coebergh, vertrouwensarts AMK Limburg Dhr. H. Haanstra, kinderarts Maasziekenhuis
Nadere informatieDE MASTEROPLEIDING EDUCATION AND CHILD STUDIES (PER SPECIALISATIE) IN SCHEMA. Child and Family Science*
DE MASTEROPLEIDING EDUCATION AND CHILD STUDIES 2018-2019 (PER SPECIALISATIE) IN SCHEMA Child and Family Science* Practice of empirical research Internship Child and Family Science Internship Child and
Nadere informatieInterculturele psychiatrie en jeugd-ggz
Interculturele psychiatrie en jeugd-ggz mr.dr. Lieke van Domburgh Onderzoeker Vumc, afd. Kinder- en Jeugdpsychiatrie Hoofd afdeling O&O Intermetzo prevalentie problemen: etniciteit en gender (Zwirs 2006)
Nadere informatieMentale kracht in de Forensische Psychiatrie
Mentale Mentale kracht in de Forensische Psychiatrie LFPZ,Zeeland, 11 juni 2009 Jan Auke Walburg Principes van positieve psychologie Bestudering positieve subjectieve ervaringen en constructieve cognities.
Nadere informatieHet voorspellen van recidive na de tbs-behandeling. Een vergelijkend onderzoek naar de predictieve validiteit van de HKT-EX en HCR-20
Het voorspellen van recidive na de tbs-behandeling Een vergelijkend onderzoek naar de predictieve validiteit van de HKT-EX en HCR-20 Masterthesis Forensische Psychologie, Departement Klinische Psychologie
Nadere informatieCover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/18701 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Gent, Tiejo van Title: Mental health problems in deaf and severely hard of hearing
Nadere informatieDr. Barbara van den Hoofdakker, klinisch psycholoog - gedragstherapeut Accare Universitair Centrum Groningen. Lezing GGNet 27 juni 2013 1
Dr. Barbara van den Hoofdakker, klinisch psycholoog - gedragstherapeut Accare Universitair Centrum Groningen Lezing GGNet 27 juni 2013 1 Behandelmogelijkheden bij kinderen met ADHD in de basisschoolleeftijd
Nadere informatieTriple P (Positive Parenting Program): effectief bij gedragsproblemen?
21/11/11 Triple P (Positive Parenting Program): effectief bij gedragsproblemen? Inge Glazemakers Dirk Deboutte Inhoud Het probleem Oplossingen: de theorie Triple P Het project De eerste evaluatie - - -
Nadere informatiezeer jeugdige delinquenten in nederland: een zorgwekkende ontwikkeling? theo doreleijers lieke van domburgh vumc amsterdam
zeer jeugdige delinquenten in nederland: een zorgwekkende ontwikkeling? theo doreleijers lieke van domburgh vumc amsterdam samenwerkingsverband vu medisch centrum amsterdam Prof. Dr Th. Doreleijers, kinder-
Nadere informatieTSCYC. Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen. HTS Report. Julia de Vries ID Datum Ouderversie
TSCYC Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen HTS Report ID 15890-3156 Datum 18.07.2017 Ouderversie Informant: Jeroen de Vries Vader INLEIDING TSCYC 2/8 Inleiding De TSCYC is een vragenlijst
Nadere informatiePreventie van gedragsproblemen Maatschappelijke relevantie en beleid
Preventie van gedragsproblemen Maatschappelijke relevantie en beleid Hans Koot Vrije Universiteit Relevantie en beleid 1. Voor preventie van gedragsproblemen is de vroege levensfase erg belangrijk 2. In
Nadere informatieOnderzoeksvoorstel. Vrouwen in de forensische GGZ: Een multicenter onderzoek naar risicoen beschermende factoren voor geweld bij vrouwen
Onderzoeksvoorstel Vrouwen in de forensische GGZ: Een multicenter onderzoek naar risicoen beschermende factoren voor geweld bij vrouwen Auteur: Vivienne de Vogel, Jeantine Stam, & Eva de Spa Versie: april
Nadere informatie