Zorgt een nieuwe aanpak en veel lezen voor een verhoogde leesmotivatie en betere technisch leesresultaten?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Zorgt een nieuwe aanpak en veel lezen voor een verhoogde leesmotivatie en betere technisch leesresultaten?"

Transcriptie

1 Zorgt een nieuwe aanpak en veel lezen voor een verhoogde leesmotivatie en betere technisch leesresultaten? Hogeschool van Amsterdam Domein Onderwijs & Opvoeding Naam: Margot Kooij Klas: Verkort jaar 2 (ABV) Studentnummer: Datum van inleveren: mei 2011 Begeleidend docent: A. Louwyck 2 e beoordelaar: A. Warger Opdrachtgever: C. Kersten (Meester Spigtschool)

2 Voorwoord Met veel plezier heb ik aan dit afstudeerwerkstuk gewerkt. Ik vond het een uitdaging om mijn eigen onderzoek te mogen doen op een basisschool. Het onderwerp van mijn afstudeerwerkstuk lezen, heeft mij van jongs af aan geboeid. Zelf las ik altijd graag boeken. Op de kleuterschool las ik al eenvoudige boekjes. Vaak vroeg ik mij af waarom andere kinderen (nog) niet konden lezen. Toen ik na de middelbare school naar de Pabo ging, leerde ik steeds meer over kinderen en het lezen op school. Inmiddels wist ik dat ieder kind anders was en dat ieder kind onderwijs op maat nodig had. Dat lezen zo belangrijk was, had ik niet onderschat. Je hebt het je hele leven nodig, bij vrijwel alles wat je doet. Denk aan boodschappen doen, ondertiteling op de televisie enzovoorts. De afgelopen drie jaar heb ik gewerkt in groep 5/6. Regelmatig kwam ik kinderen tegen met leesproblemen. Zij kregen hierdoor ook problemen met andere vakken. Dit onderzoek sluit dan ook goed aan bij mijn werk als groepsleerkracht. Ik wil allereerst Christa Kersten van de Meester Spigtschool bedanken voor de opdracht die ze mij heeft toevertrouwd. De collega s wil ik bedanken voor het afnemen van de enquêtes, de Drie-Minuten-Toets (DMT) en de verdere medewerking aan mijn onderzoek. Verder wil ik Antoon Louwyck, mijn scriptiebegeleider, bedanken voor zijn hulp en tips. Antonet Warger, tweede beoordelaar, wil ik bedanken voor haar begeleiding bij de opzet van mijn onderzoek. Eveneens dank ik vrienden en familie die mij gesteund hebben bij het maken van dit afstudeerwerkstuk. Margot Kooij Bovenkarspel, april

3 Samenvatting Dit afstudeerwerkstuk gaat over het technisch leesonderwijs op de Meester Spigtschool in Hoogkarspel. Zij hebben sinds november 2010 een nieuwe leesmethode ingevoerd in alle groepen. De school wil graag onderzoeken of de nieuwe leesmethode bijdraagt aan een verbeterde leesmotivatie en hogere technisch leesresultaten. De centrale vraagstelling van mijn afstudeerwerkstuk luidt als volgt: Zorgt het invoeren van Veel lezen, Niveau omhoog en Leesplezier (VNL) voor een verbeterde leesmotivatie en betere resultaten van het technisch lezen van kinderen tussen 6 en 12 jaar op de Meester Spigtschool in Hoogkarspel? Om deze centrale vraagstelling te kunnen beantwoorden, heb ik de volgende deelvragen opgesteld: 1. Aan welke eisen moet elke school voldoen, op het gebied van technisch lezen, volgens het ministerie van onderwijs en volgens de CITO? 2. Hoe leren kinderen tussen 6 en 12 jaar technisch en begrijpend lezen? 3. Wat brengt het technisch leesniveau van de kinderen tussen 6 en 12 jaar omhoog? 4. Wat bevordert de leesmotivatie van kinderen tussen 6 en 12 jaar? 5. Wat is de huidige situatie (oktober 2010)? 6. Wat is de gewenste situatie in maart/april 2011? De eerste vier deelvragen worden middels een literatuurstudie beantwoord. De laatste twee deelvragen zullen door veldonderzoek beantwoord worden. Mijn veldonderzoek bestaat uit observaties in drie groepen, het afnemen van enquêtes (voor en na de invoering van de nieuwe leesmethode) en het vergelijken van de resultaten van de Drie-Minuten-Toets. De verzamelde gegevens zijn overzichtelijk weergegeven in tabellen en grafieken. Opvallend aan mijn onderzoek is dat de verwachte resultaten niet allemaal behaald zijn. De school hoopte een verbetering van de leesmotivatie te zien en hogere technisch leesresultaten in alle groepen. In vier van de zes groepen is verbetering zichtbaar, soms maar heel minimaal. 2

4 Inhoudsopgave Voorwoord... 1 Samenvatting Inleiding Aanleiding tot onderzoek Belanghebbenden en relevantie van het onderzoek Probleemformulering Verwachting opdrachtgever Onderzoeksvragen Samenvatting Literatuurstudie Inleiding Definiëring van de begrippen Opbouw en argumentatie van de literatuur Beantwoorden deelvraag Beantwoorden deelvraag Beantwoorden deelvraag Beantwoorden deelvraag Samenvatting en afsluiting Conceptueel model Methode Procedure: verzameling van gegevens Steekproef Meetinstrumenten Analyseplan Resultaten Resultaten groep Resultaten groep Resultaten groep Resultaten groep Resultaten groep Analyse observaties Beantwoorden deelvragen veldonderzoek 50 3

5 5. Conclusie en aanbevelingen Samenvatting van de belangrijkste resultaten en verklaring van onverwachte resultaten Eventuele tekortkomingen en aanbevelingen.. 55 Literatuurlijst 58 Bijlagen 60 Bijlage 1: Leerlijnen leesbevordering 60 Bijlage 2: Observatieformulier lezen. 68 Bijlage 3: Enquête 69 4

6 1. Inleiding Ik ga mijn onderzoek doen op een basisschool. De school heet Meester Spigtschool en staat in Hoogkarspel. Een dorp in de kop van Noord-Holland. De school bestaat uit 12 combinatiegroepen, 2 Intern Begeleiders en 26 leerkrachten. 1.1 Aanleiding tot onderzoek Op de Meester Spigtschool in Hoogkarspel is gebleken, dat de leesmotivatie van de kinderen sterk aan het dalen is. De kinderen kunnen geen boeiende boeken vinden in de schoolbibliotheek. Het vrij lezen krijgt hierdoor een negatieve beoordeling van de kinderen. Dit is gebleken uit een enquête onder de kinderen van groep 4 tot en met 8. De intern begeleider heeft deze enquête in samenwerking met de leescoördinator opgesteld en afgenomen. Het leesonderwijs is echter van groep 3 tot en met 8 heel belangrijk, omdat ze het bij vrijwel alle schoolvakken nodig hebben. Dit is de reden dat de school een nieuwe methode van leesonderwijs in gaat voeren. De methode heet VNL. Het is de vraag of VNL voldoet aan de richtlijnen van het ministerie van onderwijs voor goed leesonderwijs. VNL staat voor Veel lezen, Niveau omhoog en Leesplezier, een unieke vorm van voortgezet technisch lezen waarbij leerlingen vanaf groep 3 de beste, meest uitdagende kinderboeken lezen uit een volledig opgefriste schoolbibliotheek. Deze boeken zijn geordend in 13 didactische niveaus waarbij een koppeling wordt gemaakt tussen leesbeleving en technisch leesniveau. Door veel leeskilometers te maken, wordt de leesvaardigheid van de leerlingen zo goed als mogelijk bevorderd. De leerkracht krijgt de rol van leescoach. De opleiding van een leescoördinator binnen de school vormt een integraal onderdeel van het traject dat OBD (Onderwijs Begeleidings Dienst )Noordwest u aanbiedt. Modules voor de zorgleerlingen, het leerlingvolgsysteem, boekpromotie en de administratie zijn opgenomen in de scholing. (Beemsterboer, 2010). De school wil graag weten of VNL daadwerkelijk bijdraagt aan een verhoging van de leesmotivatie en betere resultaten van het technisch lezen. Ik ga daarom onderzoeken of de leesmotivatie en het technisch leesniveau van de kinderen gestegen is na het invoeren van het nieuwe leesonderwijs. Lezen is de basis voor goed onderwijs, elk kind gebruikt het bij vrijwel alle vakken. De school vindt het ook belangrijk dat de kinderen met plezier lezen, een goede motivatie bevordert de inzet en daarmee ook de resultaten. De opdrachtgever verwacht een onderzoeksverslag met de resultaten, de analyse daarvan en de uiteindelijke conclusie. De resultaten zullen bestaan uit een verwerking van de gegevens uit beide enquêtes (voor en na de invoering van VNL) met de conclusies die 5

7 daaruit getrokken kunnen worden. Uiteindelijk zal blijken of de invoering van VNL de gewenste resultaten heeft geboekt of niet. 1.2 Belanghebbenden en relevantie van het onderzoek De school, waaronder de leerkrachten en leerlingen van de Meester Spigtschool, en het schoolbestuur zijn degene die het meeste belang hebben bij mijn onderzoek. Binnen de stichting van vijf scholen kan gekeken worden door de leescoördinatoren van andere scholen of het ook voor hen een optie is om VNL in te voeren Probleemformulering Resultaten technisch lezen op de Meester Spigtschool Binnen de basisschool lopen de gemiddelde resultaten van het technisch lezen (niveau lezen) terug. Dit is gebleken uit de resultaten van de AVI-toetsen en de Drie-Minuten- Toetsen van CITO die op de Meester Spigtschool zijn afgenomen. Uit de gegevens is op te maken dat kinderen die moeite hebben met het technisch lezen hierdoor een achterstand oplopen. Wanneer kinderen het technisch lezen onvoldoende beheersen (achterstand van een jaar of meer), is het bijna onmogelijk om goede resultaten te boeken bij taal- en spellingonderwijs. Normaal gesproken horen de kinderen AVI 9 (hoogste niveau) eind groep 6 te beheersen. Op deze school is echter gebleken dat ongeveer 15-20% dit doel niet behaald eind groep 6. Dit is terug te vinden in de CITO resultaten van de Meester Spigtschool van de afgelopen jaren. (Dotcom, 2010) 14% van de leerlingen heeft een forse leerachterstand van een jaar of meer. Dit is gebleken uit de resultaten van de Cito-toetsen van juni De school heeft de laatste jaren weinig vernieuwing doorgevoerd binnen het leesonderwijs. De kinderen lezen vanaf groep 5 een half uur per dag zelfstandig en worden twee keer per jaar getoetst. Er wordt geen technisch leesmethode gebruikt. In de onderbouw worden eerst de letters aangeboden en daarna korte woordjes. Er is binnen de school geen doorlopende lijn van groep 1 tot en met 8 binnen het leesonderwijs Leesmotivatie De leesmotivatie is ook gedaald, hoe dit komt is niet geheel duidelijk. Leesmotivatie is het wel of niet graag lezen door kinderen. De kinderen geven in de enquête, die afgenomen is voorafgaand aan de invoering van VNL door mij, wel aan dat de boeken in de bibliotheek op school niet boeiend zijn. Dit zou een oorzaak kunnen zijn. Ook zie ik tijdens observaties in de groepen dat lang niet alle kinderen geconcentreerd aan het lezen zijn. De school gaat daarom een nieuw soort leesonderwijs (VNL) invoeren, waarbij leesmotivatie en een hoger technisch leesniveau behalen hoog in het vaandel staan. 6

8 1.3.3 Goede methodiek of niet? Komt de methodiek van het nieuwe leesonderwijs en de geboekte resultaten hiervan overeen met wat het ministerie van onderwijs voorschrijft in de kerndoelen voor het basisonderwijs? Ik ga uitzoeken waarom VNL een goede methode is of waarom juist niet. Dit beschrijf ik in mijn literatuuronderzoek Onderzoekspopulatie In het onderzoek zullen alle kinderen van groep 4 tot en met 8 meegenomen worden. De school wil weten of de leesmotivatie onder de kinderen is gestegen en of er gemiddeld betere resultaten worden behaald binnen het technisch leesonderwijs. 1.4 Verwachting opdrachtgever De leeszwakke kinderen ondervinden ook problemen bij andere vakken, doordat ze de teksten die bij andere vakken horen niet kunnen lezen. Dit is terug te vinden bij de resultaten van de methodegebonden toetsen en de Cito-toetsen die de kinderen hebben gemaakt op de Meester Spigtschool. De school besteedt veel tijd aan deze kinderen en wil daarom ook specifiek een uitwerking van de resultaten van deze kinderen ten aanzien van het technisch lezen. Het is belangrijk voor de school dat er gekeken wordt of de doelen van het nieuwe leesonderwijs ook daadwerkelijk behaald worden. Ik ga daarom onderzoek doen naar de leesmotivatie en het technisch leesniveau voor en na het invoeren van VNL. 1.5 Onderzoeksvragen Centrale vraagstelling Zorgt het invoeren van Veel lezen, Niveau omhoog en Leesplezier (VNL) voor een verbeterde leesmotivatie en betere resultaten van het technisch lezen van kinderen tussen 6 en 12 jaar op de Meester Spigtschool in Hoogkarspel? Bij deze onderzoeksvraag horen een aantal deelvragen die er uiteindelijk voor zorgen dat de onderzoeksvraag beantwoord kan worden Literatuuronderzoek Ik wil mij gaan verdiepen in de literatuur van het leesonderwijs. De deelvragen waarmee ik uiteindelijk mijn onderzoeksvraag ga beantwoorden zijn: 1. Aan welke eisen moet elke school voldoen, op het gebied van technisch lezen, volgens het ministerie van onderwijs en volgens de CITO? Bij deze deelvraag gebruik ik het boekje met kerndoelen van het ministerie van 7

9 onderwijs, die ik vooraf al gelezen heb om te kijken of het geschikt was. (van der Hoeven, 2006). 2. Hoe leren kinderen tussen 6 en 12 jaar technisch en begrijpend lezen? (Leij, van der A., Struiksma, A.J.C., Vieijra, J.P., 2009) (Huizenga, 2008). 3. Wat brengt het technisch leesniveau van de kinderen tussen 6 en 12 jaar omhoog? De boekjes van L. Ahlers heb ik vooraf gelezen om mij te verdiepen in het technisch lezen. (Ahlers, 2007) 4. Wat bevordert de leesmotivatie van kinderen tussen 6 en 12 jaar? Bij deze deelvraag heb ik twee boeken gelezen..( Tellegen & Catsburg, 1987) (Haan, de & Kok, 1990) Ik heb bij de deelvragen een aantal boeken genoemd die ik ga gebruiken bij mijn literatuurstudie. Door het beantwoorden van deze deelvragen heb ik een goede theoretische kennis om straks met het veldonderzoek aan de slag te gaan. De methode van mijn literatuurstudie is dus vooral heel veel lezen en de teksten aan mijn vragen proberen te koppelen, zodat ik een helder antwoord kan formuleren om de deelvragen met betrekking tot de literatuurstudie te beantwoorden. De literatuur zoek ik in de mediatheek, de plaatselijke bibliotheek, de orthotheek op de Meester Spigtschool en via internet Veldonderzoek Mijn veldonderzoek zal ongeveer de helft van mijn afstudeerwerkstuk beslaan. Op school zal ik door middel van observaties in de klassen en enquêtes bij de kinderen de leesmotivatie in kaart brengen. Ik kies voor deze manier van werken, omdat ik de enquêtes goed kan vergelijken met de eerder afgenomen enquête. Bij de verwerking van de enquêtes zal duidelijk worden of de leesmotivatie is toegenomen ten opzichte van voor de invoering van VNL. Door kinderen te observeren voor en na het invoeren van VNL hoop ik verschillen in de klas te zien. Nu zijn niet alle kinderen geconcentreerd aan het lezen, aan de hand van observatielijsten hoop ik dit vast te kunnen leggen. Ik heb mij alvast verdiept in de literatuur met betrekking tot de leesmotivatie. Deze literatuur helpt mij een goed beeld te vormen over wat leesmotivatie inhoud en hoe leesmotivatie verbeterd kan worden.( Tellegen & Catsburg, 1987) (Haan, de & Kok, 1990) Ook zal ik AVI, technisch leestoets van CITO, en DMT, toets woordrijen lezen van CITO, afnemen (met behulp van leerkrachten) om de technisch leesresultaten te kunnen meten. Ik kijk hierbij naar alle kinderen van groep 4 tot en met 8. 8

10 De volgende deelvragen wil ik beantwoorden met mijn veldonderzoek: 1. Wat is de huidige situatie (oktober 2010)? (Verhoeven, 1994). 2. Wat is de gewenste situatie in maart/april 2011? 1.6 Samenvatting Kort samengevat bevat mijn onderzoek de volgende punten: 1. Voldoet VNL aan de richtlijnen voor goed onderwijs van het ministerie van onderwijs? 2. Leesmotivatie verhogen 3. Technisch leesniveau verbeteren Ik heb ervoor gekozen om de leeszwakke kinderen niet apart te onderzoeken, omdat mijn afstudeerwerkstuk daardoor veel te groot wordt. Ik kan de school na afloop eventueel wel aanraden een vervolgonderzoek te starten voor deze kinderen. De opdrachtgever staat achter mijn keuze, dit heb ik uiteraard vooraf overlegd. 9

11 2. Literatuurstudie 2.1 Inleiding Elke school heeft zijn eigen manier van werken. Er worden op veel scholen methodes gebruikt om het technisch lezen te leren. Deze methodes zijn allemaal verschillend. Er zijn zelfs scholen die geen gebruik maken van een methode. Zij geven het leesonderwijs een geheel eigen invulling. Wat is goed en wat mag er nu wel en niet volgens het ministerie van onderwijs en CITO? Dat ga ik bij deelvraag 1 beschrijven. Volgens Feys & van Biervliet (2010) is lezen de belangrijkste competentie die kinderen op de basisschool ontwikkelen. Kunnen lezen is volgens hen een basisvaardigheid, die nodig is bij alle andere vaardigheden. Technisch kunnen lezen is cruciaal voor het begrijpend lezen en het uitbreiden van de woordenschat, maar ook voor het rekenen, kortom, voor de hele schoolloopbaan. (Feys & van Biervliet, 2010, p.13) Ik zal bij het beantwoorden van de tweede deelvraag de verschillende stappen beschrijven die de kinderen volgens Huizenga (2008) moeten doorlopen om goed technisch te kunnen lezen. Ook zal ik verschillende methodes betrekken bij deze deelvraag. Vervolgens beschrijf ik wat begrijpend lezen precies inhoud en hoe je dit aan kinderen kunt leren. Het niveau van technisch lezen kan verhoogd worden door kinderen de juiste instructie te geven en door voldoende tijd te investeren in het leesonderwijs. Hoe kinderen kunnen worden geholpen om het niveau te verhogen is terug te vinden bij deelvraag 3. Het technisch lezen neemt een belangrijke plaats in binnen het basisonderwijs. Er wordt vaak vergeten dat kinderen pas goed leren lezen, als ze er ook plezier in hebben. Ze zijn veel gemotiveerder om te oefenen, wanneer ze het leuk vinden om te doen. Een leerkracht kan op allerlei manieren helpen het leesplezier te vergroten. Welke manieren ze kunnen gebruiken staat beschreven bij deelvraag 4. 10

12 2.2 Definiëring van de begrippen Technisch en begrijpend lezen: Technisch lezen kan als volgt worden omschreven: het verklanken van woorden en zinnen zonder er betekenis aan te verbinden (Leij, van der A., Struiksma, A.J.C., Vieijra, J.P., 2009). Of zoals Huizenga het beschrijft: De vaardigheid om geschreven taal om te zetten in gesproken taal (Huizenga, 2008, p.11) Leren lezen houdt in dat kinderen in groep 3 de letters leren, om vervolgens ook woordjes te kunnen lezen. Ze moeten de grafemen (tekens) kunnen koppelen aan de fonemen (klanken). Deze klanken moeten ze vervolgens weer samenvoegen om woorden goed te kunnen lezen. Het gaat bij technisch lezen puur om de techniek van het koppelen van grafemen aan fonemen. Kinderen hoeven bij deze vaardigheid de tekst nog niet te kunnen begrijpen. Dat leren ze bij begrijpend lezen. Twee definities van begrijpend lezen: Begrijpend lezen is het achterhalen van de betekenis van een tekst. Het begrip tekst moet je daarbij heel ruim opvatten: het kan gaan om een los woord op een mededelingenbord tot een literaire roman. Begrijpend lezen kan uiteraard niet zonder technisch lezen. Het decoderen is een voorwaarde voor het begrijpen (Huizenga, 2008, p.15). Begrijpend en studerend lezen zijn die vormen van lezen waarbij het accent ligt op het achterhalen en vastleggen van de betekenis en bedoeling van de woorden, de zinnen en de gehele tekst in hun onderlinge verband en binnen hun context met als doel dat de lezer er een passende reactie op geeft. (Robbe, 2007, p.19) CITO en AVI: De afkorting CITO staat voor Centraal Instituut voor Toetsontwikkeling. Het instituut ontwikkelt examens en toetsen en neemt deze ook af. Ze maken gebruik van volgsystemen binnen het onderwijs en onderzoekt aan de hand daarvan de kwaliteit van het onderwijs. AVI staat voor Analyse en Individualiseringsvormen. Dit was een project in de jaren 70 waarin het ontwikkelen van hulpmiddelen en werkwijzen voor de individualisering van het leesonderwijs centraal stond. Er zijn negen AVI-niveaus ontwikkeld. Aan de hand hiervan konden het leesniveau van de kinderen en de moeilijkheidsgraad van de tekst op elkaar afgestemd worden. (Jongen & Krom, 2009) Leesmotivatie 11

13 Onder leesmotivatie wordt het volgende verstaan: De mate waarin leerlingen bekend zijn met bepaalde vormen van voldoening die het lezen met zich meebrengt. En het doelgericht nastreven van deze vormen van voldoening. (Tellegen & Catsburg, 1987, p.60) Hiermee wil men zeggen dat een kind leest om aan zijn behoefte te voldoen. In het onderzoeksrapport van Israels (2006) is leesmotivatie volgens haar, het willen lezen van teksten, omdat dit als nuttig of leuk wordt gezien. Met het ontwikkelen van leesmotivatie doelen we op (les)activiteiten die kinderen en jongeren zoveel mogelijk positieve leeservaringen laten opdoen, zodat ze plezier in lezen krijgen en houden. (Meijer, Pilon & Smits, 2008, p.3) Leesbevordering Leesbevordering is te omschrijven als: het stimuleren van het ontwikkelen van de leesmotivatie en de literaire competentie van kinderen (0 12) en jongeren (12 18). Onder literaire competentie verstaan we: het mee kunnen praten over boeken, de weg kunnen vinden in het brede aanbod van boeken, kennis hebben van de kenmerken van boeken (genres en dergelijke) en een eigen oordeel over boeken kunnen geven. Het gaat hierbij om kinder-, jeugd- en volwassenenliteratuur. (Meijer, Pilon & Smits, 2008, p.3) 2.3 Opbouw en argumentatie van de literatuur Kerndoelen met betrekking tot lezen van het ministerie (Van der hoeven, 2006) Deze literatuur kan ik goed gebruiken bij deelvraag 1, omdat die vraag betrekking heeft op de kerndoelen voor het basisonderwijs. Het ministerie van onderwijs beschrijft in het kerndoelenboekje (Van der Hoeven, 2006) niet precies wat ze verwachten van scholen met betrekking tot technisch lezen. De kerndoelen zijn heel algemeen geschreven, zodat elke school het op zijn eigen manier kan invullen. Wel belangrijk is dat de doelen die voorgeschreven worden, ook behaald worden door de school en zijn leerlingen. In de kerndoelen staat duidelijk beschreven aan welke mondelinge en schriftelijke taalvaardigheden een leerling moet voldoen aan het eind van de basisschool. Het technisch lezen is hier een belangrijk onderdeel van. Het is immers niet mogelijk om schriftelijke taalvaardigheden te leren als je niet kunt lezen. Te denken valt aan begrijpend lezen. Dit kan niet zonder kennis van letters en woorden. Er worden dus geen eisen gesteld aan de manier waarop kinderen leren lezen, maar wel de uiteindelijke doelen waarbij technisch lezen noodzakelijk is, worden beschreven. Bij de volgende doelen is technisch lezen nodig: 4. De leerlingen leren informatie te achterhalen in informatieve 12

14 en instructieve teksten, waaronder schema s, tabellen en digitale bronnen. 5. De leerlingen leren naar inhoud en vorm teksten te schrijven met verschillende functies, zoals: informeren, instrueren, overtuigen of plezier verschaffen. 6. De leerlingen leren informatie en meningen te ordenen bij het lezen van school- en studieteksten en andere instructieve teksten, en bij systematisch geordende bronnen, waaronder digitale bronnen. 7. De leerlingen leren informatie en meningen te vergelijken en te beoordelen in verschillende teksten. 8. De leerlingen leren informatie en meningen te ordenen bij het schrijven van een brief, een verslag, een formulier of een werkstuk. Zij besteden daarbij aandacht aan zinsbouw, correcte spelling, een leesbaar handschrift, bladspiegel, eventueel beeldende elementen en kleur. 9. De leerlingen krijgen plezier in het lezen en schrijven van voor hen bestemde verhalen, gedichten en informatieve teksten. (Van der Hoeven, 2006, p.17) Vormen en fasen in het leesonderwijs (Huizenga 2008) Vormen en fasen van leesonderwijs zijn belangrijk om te kunnen beschrijven hoe kinderen leren lezen. Bij deelvraag 2, zal ik deze literatuur gebruiken om uit te leggen hoe een kind leert lezen. Vormen van leesonderwijs Er zijn verschillende vormen van leesonderwijs te onderscheiden. Allereerst het technisch lezen, waarbij het alleen gaat om geschreven taal om te kunnen zetten in gesproken taal. Begrip van de tekst is hier nog niet aan de orde. Naast het technisch lezen wordt er op de basisschool veel aandacht besteed aan het begrijpend lezen. Een kind moet de betekenis van een tekst kunnen achterhalen. Nog een stapje verder leert een kind studerend lezen. Bij deze vaardigheid moet een kind de tekst naast het begrijpen, ook kunnen vastleggen. Studerend lezen komt alleen in de hoogste groepen van de basisschool voor. Tegenwoordig is het opgenomen in methoden voor begrijpend lezen. Als laatste is er nog het belevend lezen. Kinderen moeten zich kunnen inleven in personen en gebeurtenissen in een verhaal. 13

15 Voor het belevend lezen bestaan geen methoden. Als leerkracht kun je er wel aandacht aan besteden door er bijvoorbeeld een dramales aan te koppelen. (Huizenga, 2008) Fasen in het leesonderwijs Het leren lezen start volgens Huizenga (2008) al op jonge leeftijd. Bij de kleuters wordt gewerkt aan het voorbereidend lezen. Bij het voorbereidend lezen, lezen de kinderen nog niet zelf. Het zijn activiteiten die kinderen voorbereiden op het technisch lezen, begrijpend lezen en belevend lezen. Kinderen kunnen met schuurpapierletters werken, ze kunnen naar een verhaal luisteren, rijmoefeningen doen, stempelletters gebruiken enzovoorts. Het voorbereidend lezen wordt ook wel beginnende geletterdheid genoemd. Daaronder verstaat men de spontane interesse van peuters en kleuters voor het geschreven woord. (Huizenga, 2008) Vanaf groep 3 (kinderen van ongeveer 6 jaar) wordt er gestart met het aanvankelijk lezen. In deze fase leren de kinderen de grafeem-foneem-koppeling. Kinderen houden zich in deze fase bezig met het zich eigen maken van de leestechniek. De meeste scholen gebruiken hier een technisch leesmethode voor. (Huizenga, 2008) Na het aanvankelijk lezen volgt het voortgezet lezen, deze fase begint als de kinderen alle letters kennen. In deze fase komen technisch, begrijpend en belevend lezen aan bod. De meeste aandacht binnen deze fase gaat uit naar het begrijpend lezen. (Huizenga, 2008) Alles in een overzichtelijk schema: Bron: Robbe, R (2007). P.17 14

16 2.3.3 Een doorgaande leeslijn voor 3- tot 13-jarigen (Ahlers, CPS, 2007) Het CPS onderwijsontwikkeling heeft een serie boekjes uitgegeven waarin de leeslijn van 3- tot 13-jarigen staat beschreven (Ahlers, 2007). Zij beschrijven per fase kort en krachtig wat de kinderen moeten leren en welke doelen ze moeten behalen om de vaardigheden goed onder de knie te krijgen. Ik geef hieronder een korte samenvatting van deze boekjes, omdat het duidelijk weergeeft hoe kinderen van 3 tot 13 jaar leren lezen. Ook dit is relevante literatuur om bij deelvraag 2 en 3 te gebruiken. De afgelopen jaren is er veel onderzoek gedaan naar het lezen bij kinderen. Deze onderzoeken hebben nieuwe informatie opgeleverd over kwalitatief goed leesonderwijs, over wat werkt (evidence based) en over wat scholen kunnen doen om van alle kinderen goede lezers te maken. (Ahlers, 2007) Peuters: De doelen die gesteld worden aan peuters om op latere leeftijd goed technisch te kunnen lezen zijn: - Een goede mondelinge communicatie - Beginnende geletterdheid Er zijn veel VVE- (voor- en vroegschoolse educatie) programma s waar peuterspeelzalen mee werken. Deze programma s zorgen er voor dat de kinderen werken aan de doelen en deze behalen voordat ze naar de kleuterschool gaan. Peuters zijn zowel thuis als op de peuterspeelzaal bezig met de volgende aspecten van mondelinge communicatie: gespreksvaardigheid, spelen met taal, begrijpend luisteren, verhalen vertellen, informatie vertellen en presenteren, reflectie op gesproken taal, spelen met taal, interactief luisteren, mondelinge taalvaardigheid en woordenschat, ontwikkeling complexe taalfuncties. Met betrekking tot beginnende geletterdheid zijn ze bezig met: boekoriëntatie,verhaalbegrip, functies van geschreven taal, relatie tussen gesproken en geschreven taal. (Stoep & van Elsäcker, 2005) Wanneer kinderen deze vaardigheden voldoende beheersen, hebben ze een goede basis om hiermee verder te gaan op de kleuterschool. CITO heeft een toets ontwikkeld, Cito Taal voor peuters: Peutervolgsysteem, (Citogroep), om te testen of de kinderen deze vaardigheden voldoende beheersen. Deze toets wordt drie 15

17 keer afgenomen. Bij 3 jaar, 3,5 jaar en vlak voordat kinderen naar de basisschool gaan. (Cito, Unit primair onderwijs, 2000) Kleuters (groep 1 en 2): Bij de kleuters wordt er gewerkt aan een goede leesstart. Om een goede leesstart voor groep 3 te hebben wordt aan de volgende leergebieden aandacht besteed: - Mondelinge taalvaardigheid (Goede gesprekken voeren in de klas, vertelstoel) - Fonologisch en fonemisch bewustzijn (Werkmap fonemisch bewustzijn, Taalpoppen) - Kennis van geschreven taal/letterkennis (Lettermuur, lettergroei-boekje) - Woordenschat (Computerprogramma woordenstart ) - Verhaalbegrip en Begrijpend luisteren (Verteltafel, Interactief voorlezen) Een goede leesstart is onmisbaar voor het aanvankelijk technisch lezen in groep 3 en legt het fundament voor het begrijpend lezen. Een goede leesvaardigheid is bepalend voor de schoolloopbaan van kinderen en hun latere maatschappelijk functioneren, aldus Ahlers. (Ahlers, 2007, p.63) Er zijn verschillende toetsen, o.a van Cito en Protocol Leesproblemen en Dyslexie voor het speciaal basisonderwijs, waarmee de leerkracht kan toetsen of de kinderen een goede leesstart hebben om naar groep 3 te gaan. Groep 3: In groep 3 wordt gestart met het aanvankelijk technisch lezen. Vanaf het begin van het schooljaar wordt er hard gewerkt aan het automatiseren van de letterkennis en de auditieve analyse en synthese. Ze leren met de nieuw geleerde letters, meteen nieuwe woorden. Ook leren ze dat een zin uit woorden bestaat en dat zinnen samen een tekst vormen. Er wordt in groep 3 heel veel herhaald, omdat dit leidt tot een goede automatisering. In de tweede helft van het schooljaar staat het voortgezet aanvankelijk lezen centraal. Kinderen leren woorden met letterclusters en eenvoudige woordjes steeds vlotter verklanken. Er worden heel veel teksten en boekjes gelezen. Het gaat erom dat kinderen de teksten vlot, nauwkeurig en met een goede intonatie leren verklanken. Kinderen krijgen verschillende soorten teksten aangeboden. (Ahlers, van de Mortel, 2007) Naast het technisch lezen wordt er in groep 3 aandacht besteed aan het begrijpend lezen en luisteren. De leerkracht past een beperkt aantal strategieën voor, tijdens en na het lezen toe. Cito heeft de DMT (Drie-Minuten-Toets) ontwikkeld om te toetsen of kinderen de woordjes vlot en foutloos kunnen lezen. 95% van de kinderen moet AVI e3 kunnen behalen aan het eind van groep 3. Dit percentage wordt door veel scholen niet gehaald. Bij de overgang van groep 3 naar groep 4 hebben veel 16

18 scholen problemen. Kinderen die een te laag AVI niveau hebben, begrijpen de teksten in methoden van groep 4 niet. (Ahlers, Koekebacker, 2009) Groep 4-8: Het verschil in technisch leesniveau is vaak groot binnen een groep. Er moet voldoende differentiatie zijn voor de kinderen. Ieder kind moet leesonderwijs op zijn eigen niveau aangeboden krijgen. Alleen dan kun je van (bijna) alle kinderen goede lezers maken. In groep 4 en 5 is het belangrijk dat er minstens 180 minuten per week aan technisch lezen wordt besteed. Kinderen moeten veel lezen om het uiteindelijk vlot en foutloos te kunnen. Bij het voortgezet technisch lezen wordt er vanuit gegaan dat de kinderen de vaardigheden van het aanvankelijk technisch lezen beheersen. Wanneer dit niet het geval is, moet de leerkracht zorgen dat deze kinderen de vaardigheden die niet geautomatiseerd zijn veel herhalen. In groep 6 tot en met 8 moet er minstens 135 minuten per week aan technisch lezen worden besteed. Er zijn tegenwoordig ook methodes voor technisch lezen in de bovenbouw. Het is de bedoeling dat hiermee wordt voorkomen dat kinderen terugvallen in een lager niveau. Het bijhouden van de leesvaardigheid staat centraal bij deze groepen. De doelstelling met betrekking tot technisch lezen is dat kinderen aan het eind van de basisschool teksten op het hoogste AVI-niveau vloeiend kunnen lezen. Oftewel correct, vlot en met de goede intonatie. (Ahlers, Koekebacker, 2009) Om tot goed begrijpend lezen te komen moeten de kinderen een aantal vaardigheden beheersen: ze moeten de leesstrategieën kunnen toepassen, het technisch leesniveau moet voldoende zijn, ze moeten een voldoende niveau van begrijpend luisteren hebben, mondelinge taalvaardigheid moet goed zijn, een ruime woordenschat is vereist, kennis van verschillende soorten teksten is eveneens een vereiste, metacognitie moet voldoende toereikend zijn (leren hoe je moet/kunt leren). Cito heeft veel toetsen ontwikkeld omtrent het lezen van kinderen. Zo zijn er leeswoordenschattoetsen, AVI-toetsen (tekst lezen), Drie-Minuten-Toetsen (woordrijen), begrijpend leestoetsen, leestechniek- en leestempotoetsen. (Ahlers, Koekebacker, 2009) 17

19 2.3.4 Diagnostiek van technisch lezen (Leij, van der A., Struiksma, A.J.C., Vieijra, J.P., 2009) Het boek van Struiksma (2009) zal mij helpen om deelvraag 2 en 3 te beantwoorden. Er wordt duidelijk omschreven wat een kind nodig heeft om te leren lezen. Ook staat er in dit boek hoe je een kind op een hoger niveau van technisch lezen kunt krijgen. In het boek Diagnostiek van technisch lezen en aanvankelijk spellen (Leij, van der A., Struiksma, A.J.C., Vieijra, J.P., 2009) worden de deelvaardigheden die kinderen moeten beheersen om technisch te kunnen lezen uitgewerkt. Dit boek bevat bij alle deelvaardigheden een test waarmee je als onderzoeker kunt vaststellen of het kind de vaardigheden wel of niet voldoende beheerst om tot technisch lezen te komen. Struiksma (2009) gaat uit van de AVI-toetsen die ontwikkeld zijn door Cito. Alleen gebruiken zij een andere manier om het niveau van de kinderen aan te duiden. Waar Cito uitgaat van goed, voldoende en onvoldoende beheersing, spreekt Struiksma van beheersing, instructie en frustratie. Bij beheersing heeft het geen zin om langer in hetzelfde niveau te lezen. Instructieniveau is het niveau dat een kind nog niet beheerst, maar wel kan lezen. Daar gaan de kinderen in oefenen. Frustratieniveau betekent dat kinderen het niet kunnen lezen en alleen maar negatieve ervaringen hebben. Kinderen op frustratieniveau laten oefenen heeft totaal geen nut. Hier wordt gewerkt met het principe van de naaste ontwikkeling van Vygotsky (1978). Zone van de naaste ontwikkeling houdt in dat een kind net een stukje boven het eigen kunnen oefent, om zo de vaardigheid te leren. De leerkracht kan het kind hierbij helpen. Deelvaardigheden Kennis van begrippen is essentieel. Een kind moet weten dat je bij de eerste letter begint te lezen, oftewel van links naar rechts leest. Termen als eerste en laatste letter herkennen is een onderdeel van deze deelvaardigheid. In de eerste fase van het technisch lezen staat woordherkenning centraal. Woordherkenning kan op drie verschillende manieren plaatsvinden: - Directe woordherkenning: Een kind herkent het unieke patroon van letters en weet meteen welk woord er geschreven staat. - Indirecte woordherkenning: Een kind herkent niet direct het woord, maar slaagt er via een andere weg toch in om er achter te komen welk woord het is. Er zijn twee manieren om tot indirecte woordherkenning te komen. Een kind kan het woord letter voor letter ontcijferen of aan de hand van letterclusters die het kind herkent. 18

20 Bij de omzetting van letters tot een woord moet een kind beroep doen op de deelvaardigheden van het aanvankelijk lezen. Wanneer een kind letter voor letter een woord leest (volledig spellend lezen), moet het de volgende deelvaardigheden beheersen: - Visuele analyse: het woord is opgebouwd uit bijvoorbeeld 3 grafemen (t\ie\n) - Visuele discriminatie: het kind moet de grafemen (letters) kunnen onderscheiden van alle andere grafemen. - Auditieve discriminatie: Het kind moet de fonemen (klanken) kunnen onderscheiden van alle andere fonemen. - Klank-tekenkoppeling: Juiste foneem (klank) koppelen aan grafeem (teken). - Auditieve synthese: Klankenstroom wordt herkend als een klankvorm van het woord. - Temporele orde waarneming: De juiste volgorde van de klanken moet herkend worden. Wanneer een kind delen van het woord herkent en verklankt die groter zijn dan een enkel grafeem, wordt gesproken van visuele synthese. Men noemt dit ook wel de tussenstap tussen directe woordherkenning en volledig spellend lezen. Hieronder staat het overzichtelijk in een schema weergegeven: Figuur 2: Deelvaardigheden van het aanvankelijk lezen in een overzichtelijk schema. Bron: Struiksma, 1995, p Begrijpend lezen (Robbe, 2007) Bij deelvraag 2 wil ik naast het technisch lezen, ook in gaan op het begrijpend lezen. Hoe leert een kind dit? Aan de hand van onderstaande literatuur kan ik mijn deelvraag beantwoorden. 19

21 Om een tekst te begrijpen is het noodzakelijk dat de lezer een leesdoel heeft. Er zijn drie verschillende doelen te onderscheiden: - Een kennisdoel: Je wilt ergens iets over te weten komen. - Een ontspanningsdoel: Je wilt een spannend of grappig verhaal lezen, voor je plezier. - Een actiedoel: Je wilt er iets mee gaan doen, bijvoorbeeld een taart bakken. Dan heb je een handleiding nodig. Verder is de voorkennis die je hebt en je woordenschat belangrijk om een tekst te kunnen begrijpen. Een tekst moet altijd aangepast worden aan het technisch leesniveau van de kinderen, omdat ze anders niet tot begrijpend lezen kunnen komen. Er zijn tien leesvaardigheden die kinderen moeten leren om een tekst goed te kunnen begrijpen: Een tekst selecteren Een strategie bepalen De betekenis van woord(groep)en bepalen Relaties in een tekst leggen Relaties buiten een tekst leggen De structuur van een tekst herkennen De tekstsoort herkennen Het thema van een tekst bepalen Het doel van een tekst vaststellen De tekst beoordelen. (Robbe, 2007, p.36) Leesmotivatie Om deelvraag 4 te kunnen beantwoorden is het belangrijk dat ik een goed beeld schets van wat leesmotivatie precies inhoud. Pas wanneer duidelijk is wat leesmotivatie inhoud, kan ik ook beschrijven hoe je de leesmotivatie zou kunnen verhogen. Vandaar dat ik de literatuur van Tellegen & Catsburg (1987) gebruik. Tellegen & Catsburg (1987) onderscheiden verschillende vormen van leesmotivatie. Allereerst de intrinsieke leesmotivatie. Dat betekent dat lezen van binnenuit komt. Een kind kan hiermee zijn eigen stemming beïnvloeden. Dit gaat over allerlei verschillende gevoelens. De intrinsieke leesmotivatie heeft de grootste invloed op het leesgedrag. Op dit gebied kun je als leerkracht veel winst behalen. Dit kan door kinderen nieuwsgierig te maken, uit te dagen, hun betrokkenheid te vergroten en zorgen dat ze geïnteresseerd raken. Naast de intrinsieke leesmotivatie is er ook de extrinsieke leesmotivatie. Dit is de motivatie die meer gestuurd wordt van buitenaf. Hierbij spelen omgevingsfactoren een grote rol. Een kind kan bijvoorbeeld enthousiast worden na een boekbespreking van een ander kind en dat 20

22 boek vervolgens zelf ook gaan lezen. Het kan ook zijn dat een kind leest, omdat het moet van de leerkracht. Behalve intrinsieke en extrinsieke leesmotivatie is er ook nog de escape-motivatie. Dit is de motivatie om je even terug te trekken van de dagelijkse dingen, door je af te zonderen met een boek. In België is in 1995 onderzoek gedaan naar het lezen van kinderen. Veel kinderen kunnen lezen, maar doen ze dit ook? Marleen Lambrichts (1995) vroeg zich waarom veel kinderen in België stoppen met lezen, terwijl ze dit wel kunnen. In Denemarken en Zweden blijven kinderen wel lezen. Zij ging op zoek naar de verschillen tussen deze landen. In Denemarken en Zweden wordt gericht aan leesmotivatie gewerkt, terwijl in België vooral traditioneel leesonderwijs gegeven wordt. In België leren de kinderen de vaardigheden die nodig zijn om technisch en begrijpend lezen onder de knie te krijgen. Aan leesmotivatie werd bijna niets gedaan. Lambrichts heeft leesmotiverende activiteiten opgezet, waarbij de interesse van de kinderen centraal staat. Voorlezen in de klas, gerichte boekkeuze, vaste leesmomenten inroosteren en veel praten over boeken zijn belangrijke leesmotiverende activiteiten Praten over boeken Aidan Chambers beschrijft in zijn boek Vertel eens (1993) hoe je kinderen kunt leren om over boeken te praten. In zijn boek wordt aandacht besteed aan hoe je over een boek vertelt, welke vragen een leerkracht wel en niet moet stellen, hoe een kind de juiste tekst kiest en hoe je spelenderwijs met boeken bezig kunt zijn. Kortom de aspecten die belangrijk zijn bij het vergroten van de leesmotivatie. Naast het boek Vertel eens (1993), heeft hij ook het boek De leesomgeving (1991) geschreven. Dit geeft allerlei suggesties aan ouders en leerkrachten hoe ze kinderen kunnen helpen om plezier te krijgen in het lezen. Oftewel, hoe ze de leesmotivatie van de kinderen kunnen vergroten. Aidan (1991) beschrijft in zijn boek de ideale leesomgeving. In de volgende cirkel zijn de onderdelen van het helpen door volwassenen, schematisch weergegeven: Figuur 3: De leescirkel, volwassenen helpen kinderen met lezen. Bron: Chambers, A. (1991). De leesomgeving. Amsterdam: Querido p.9 21

23 2.3.9 Het plezier in lezen Om te kijken of ze op de Meester Spigtschool genoeg doen aan leesbevordering, heb ik onderstaande literatuur gelezen. Deze literatuur kan ik goed gebruiken bij deelvraag 4, maar ook bij het opstellen van mijn observatielijsten. Veel lezen is de beste manier om goed te leren lezen. En een echte lezer wordt je alleen als je er plezier in hebt. (Meijer, Pilon & Smits, 2008, p.8). Deze uitspraak beschrijft in twee zinnen waarom het bevorderen van leesplezier, oftewel leesbevordering, zo belangrijk is. Kinderen zullen alleen veel gaan lezen als ze het leuk vinden. Om het lezen leuk te maken kun je als leerkracht, ouder en bibliotheek veel voor kinderen betekenen. Er zijn verschillende programma s ontworpen ter bevordering van het leesplezier van kinderen. Aan de slag met kinderboeken (Kemmeren, 2006) is een boek waar allerlei lesideeën in staan voor de basisschool. Het zijn suggesties variërend van groep 1 tot en met 8. Er zijn verschillende punten waaraan een leerkracht aandacht kan besteden met betrekking tot leesbevordering: - Hulp bij het kiezen van een boek. - Presenteren van een boek (door leerkracht of leerling). - Gesprekken voeren over boeken. - Leesomgeving aantrekkelijk maken. - Aantrekkelijke werkvormen bij de verwerking van boeken. - Kennis van beleid met betrekking tot lezen. (leesbevorderingsprojecten, mogelijkheden bij de plaatselijke bibliotheek enzovoorts) - Voorlezen - Samen lezen (Kemmeren, 2006) Bij echte leesbevordering, het vergroten van de leesmotivatie, staan kinderen centraal. Het is belangrijk dat een leerkracht daar op in speelt. Soms moet je een les aanpassen aan de situatie en kan het zijn dat je iets heel anders hebt voorbereid. Zorg dat kinderen geboeid zijn! (Dorssemont, R & Manderveld, M., 2008) Het boek Naar meer leesplezier (Dorssemont, R & Manderveld, M., 2008) geeft allerlei praktische tips over leesbevordering. Ze komen grotendeels overeen met de hierboven geschreven punten van Kemmeren (2006). Wat voor de leerkracht heel zinvol is, zijn de leerlijnen met betrekking tot leesbevordering. Je kunt precies zien of je genoeg aan leesbevordering in de klas doet. Deze leerlijnen heb ik toegevoegd in bijlage 1. 22

24 2.4 Beantwoorden deelvraag 1: Aan welke eisen moet elke school voldoen, op het gebied van technisch lezen, volgens het ministerie van onderwijs en volgens de CITO? Eigenlijk is kerndoel 9 het enige kerndoel dat aansluit bij mijn onderzoek. Het ministerie stelt verder dus geen eisen aan hoe het technisch lezen aangeboden moet worden op de basisschool. Tijdens mijn veldonderzoek zal ik erachter komen of de school kerndoel 9 wel of niet behaald heeft bij het grootste deel van de kinderen. Eisen CITO Ondanks het feit dat het ministerie weinig eisen stelt aan de manier waarop technisch lezen aangeboden wordt en het niveau dat kinderen behalen, heeft CITO speciale toetsen ontworpen om het niveau van de kinderen vast te kunnen stellen. Volgens CITO is het belangrijk om het technisch leesniveau te meten bij kinderen, omdat ze het bij heel veel vakken nodig hebben. Het is bijna niet mogelijk om een tekst goed te begrijpen als je het technisch lezen niet goed onder de knie hebt. CITO stelt geen eisen aan de manier waarop kinderen leren lezen, maar wel aan de resultaten die de kinderen behalen. Wanneer je als school niet aan deze norm komt, dan kan de onderwijsinspectie je hierop aanspreken. CITO heeft AVI-toetsen ontworpen om het technisch leesniveau van kinderen te bepalen. Als school kun je dan de lesstof aan laten sluiten bij het technisch leesniveau van een kind. Het heeft bijvoorbeeld geen nut om een kind dat een technisch leesniveau van midden groep 3 heeft, begrijpend leestoetsen te laten maken van eind groep 4. Zij zal dan de tekst niet kunnen lezen, omdat haar technisch leesniveau onvoldoende toereikend is. Een voldoende technisch leesniveau is een voorwaarde om teksten goed te kunnen begrijpen. Wanneer kinderen blijken uit te vallen met technisch lezen, kan een leerkracht de DMT (drieminuten-toets van CITO) afnemen. Dit is een toets waarbij het verklanken van woorden van een uiteenlopende moeilijkheidsgraad wordt getest. De technische leesvaardigheid kan hiermee in kaart worden gebracht. Kinderen moeten een aantal deelvaardigheden beheersen om de techniek van het lezen onder de knie te krijgen. Kinderen moeten de grafemen herkennen, daaraan de juiste klank (foneem) koppelen. Door het samenvoegen van de klanken kunnen zij vervolgens het woord lezen. Dit proces is voor kinderen erg moeilijk. Naarmate het kind verder in de basisschool komt worden de woorden steeds langer en moeilijker (Verhoeven, L., 1994). 23

25 Het Leerling en Onderwijsvolgsysteem (LVOS) geeft leerkrachten inzicht in de resultaten van de kinderen. Een kind kan zo gedurende de hele basisschool gevolgd worden en bovendien wordt er aan de toetsscore een vaardigheidsscore gekoppeld. Kinderen kunnen daardoor vergeleken worden met alle kinderen van dezelfde leeftijd. Op deze manier is het voor CITO mogelijk om te kijken of een school voldoende resultaten behaalt en/of voldoende vooruitgang boekt (Jongen, I. & Krom, K., (2009)). Kortom, een school is vrij om het leesonderwijs op een bepaalde manier vorm te geven. Echter is het wel belangrijk dat er voldoende resultaten en vooruitgang geboekt wordt. Elke school wordt door de onderwijsinspectie regelmatig beoordeeld. Zij bekijken dan onder andere de resultaten van leerlingen individueel, maar ook op groeps- en schoolniveau. Wanneer de resultaten achter blijven, krijgt een school een waarschuwing. Bij herhaaldelijk matig tot slechte resultaten kan de onderwijsinspectie maatregelen nemen. (Onderwijsinspectie, 2010) 2.5 Beantwoorden deelvraag 2: Hoe leren kinderen tussen 6 en 12 jaar technisch en begrijpend lezen? Aan het leren lezen in groep 3 gaat heel veel vooraf. Zoals Ahlers (2007) in haar boeken beschrijft, wordt de basis al vanaf 3-jarige leeftijd gelegd. Kinderen krijgen op de peuterspeelzaal en in de kleuterklas al te maken met deelvaardigheden met betrekking tot het leren lezen. Ze zijn dan voornamelijk bezig met mondelinge taalvaardigheid en beginnende geletterdheid. Wanneer ze deze vaardigheden voldoende beheersen, zullen ze het leren lezen in groep 3 makkelijk oppakken. In groep 3 start het aanvankelijk lezen. Dit houdt in dat de kinderen eerst de letters leren. Ze moeten de juiste klank (foneem) aan de juiste letter (grafeem) kunnen koppelen. Dit wordt ook wel de grafeem-foneem-koppeling genoemd. (Huizenga, 2008) Veel scholen gebruiken hier een technisch leesmethode voor. Wanneer kinderen het aanvankelijk technisch lezen beheersen, de letters en klanken geautomatiseerd zijn, wordt in de tweede helft van groep 3 overgegaan op het voortgezet technisch lezen. Kinderen leren woorden met letterclusters en eenvoudige woordjes steeds vlotter verklanken. Er worden heel veel teksten en boekjes gelezen. Het gaat erom dat kinderen de teksten vlot, nauwkeurig en met een goede intonatie leren verklanken. Kinderen krijgen verschillende soorten teksten aangeboden. (Ahlers, van de Mortel, 2009) Leerkrachten in groep 3 zijn al veel bezig met begrijpend luisteren, zodat de kinderen de strategieën die bij het begrijpend lezen horen al veel geoefend hebben. Echter eerst 24

26 mondeling (begrijpend luisteren) en wanneer ze de leestechniek voldoende onder de knie hebben ook schriftelijk. Dan beginnen de kinderen met begrijpend lezen. Eerst heel eenvoudig en naarmate ze ouder worden steeds ingewikkelder. De aandacht voor het technisch lezen wordt vanaf groep 6 steeds minder, alhoewel dit wel heel belangrijk is om bij te houden. Kinderen kunnen anders terugvallen in een lager niveau. Het begrijpend lezen wordt wel in alle klassen van de basisschool aangeboden. Hier wordt meestal een begrijpend leesmethode voor gebruikt. Tegenwoordig zijn er ook methoden voor de bovenbouw van de basisschool die het technisch en begrijpend lezen combineren. (Ahlers, 2009) Kinderen moeten tien leesvaardigheden beheersen om een tekst goed te begrijpen. Dat zijn onderstaande tien vaardigheden: Een tekst selecteren Een strategie bepalen De betekenis van woord(groep)en bepalen Relaties in een tekst leggen Relaties buiten een tekst leggen De structuur van een tekst herkennen De tekstsoort herkennen Het thema van een tekst bepalen Het doel van een tekst vaststellen De tekst beoordelen. (Robbe, 2007) Er zijn kinderen die al op jonge leeftijd uitvallen met technisch lezen. Zij lopen een achterstand op, in vergelijking met de rest van de groep. Het is heel belangrijk dat deze kinderen de vaardigheden die ze nog niet beheersen, opnieuw aangeboden krijgen. Met behulp van de testen van Struiksma (2009) is het mogelijk om de deelvaardigheden die nodig zijn bij het technisch lezen, te meten. Je kunt dan precies zien waar de kinderen op uitvallen en welke extra instructie ze nodig hebben. (Leij, van der A., Struiksma, A.J.C., Vieijra, J.P., 2009) 2.6 Beantwoording deelvraag 3: Wat brengt het technisch leesniveau van de kinderen tussen 6 en 12 jaar omhoog? Het technisch leesniveau kan omhoog gebracht worden, als ze één niveau hoger lezen dan ze beheersen. Dit wordt dan het oefenniveau, oftewel het instructieniveau genoemd. Kinderen die bijvoorbeeld AVI-4 beheersen, gaan oefenen in AVI-5. Ze kunnen de tekst dan 25

27 wel redelijk goed lezen, maar nog niet vloeiend. Door veel te oefenen in het instructieniveau gaan ze de teksten steeds sneller en nauwkeuriger lezen. Ze kunnen dan getoetst worden om te kijken of ze het instructieniveau beheersen. Dan gaan kinderen weer in een niveau hoger dan het beheersingsniveau oefenen enzovoorts. Hier is sprake van de zone van naaste ontwikkeling, van Vygotsky. (Vygotsky, 1978) Door kinderen veel te laten lezen gaat het niveau ook omhoog. In groep 4 en 5 moet er minstens 180 minuten per week gelezen worden en in groep 6 tot en met 8 is dit 135 minuten. (Ahlers, van de Mortel, 2009) Bij kinderen die moeite hebben met het technisch lezen is het belangrijk de deelvaardigheden waar ze op uit vallen te oefenen. Alleen wanneer aan de leesvoorwaarden voor technisch lezen wordt voldaan, is het mogelijk om technisch lezen goed te leren. Kinderen moeten bijvoorbeeld eerst alle letters geautomatiseerd hebben, voordat ze woordjes kunnen lezen. Door aan vaardigheden te werken waar ze moeite mee hebben, gaat het technisch leesniveau omhoog.( (Leij, van der A., Struiksma, A.J.C., Vieijra, J.P., 2009) 2.7 Beantwoording deelvraag 4: Wat bevordert de leesmotivatie van kinderen tussen 6 en 12 jaar? Het is belangrijk dat er in de klas aandacht wordt besteed aan leesbevordering. Bij leesbevordering krijgen de kinderen allerlei activiteiten aangeboden, waardoor ze het lezen leuk gaan vinden. Wanneer dit vanaf de kleuterklas al wordt gedaan, door veel voor te lezen en kennis te maken met prentenboeken, zullen kinderen geïnteresseerd raken in boeken. Ze kunnen op allerlei manieren met boeken bezig zijn. Als leerkracht is het je taak om het aantrekkelijk te maken voor de kinderen. Activiteiten die bijdragen aan een verhoogde leesmotivatie zijn: - Hulp bij het kiezen van een boek. - Presenteren van een boek (door leerkracht of leerling). - Gesprekken voeren over boeken. - Leesomgeving aantrekkelijk maken. - Aantrekkelijke werkvormen bij de verwerking van boeken. - Kennis van beleid met betrekking tot lezen. (leesbevorderingsprojecten, mogelijkheden bij de plaatselijke bibliotheek enzovoorts) - Voorlezen - Samen lezen (Kemmeren, 2006) 26

28 Het praten over boeken is heel belangrijk voor de leesbevordering. Je kunt interactief voorlezen, boekbesprekingen houden, formeel praten over een boek, samen een boek uitzoeken. (Chambers, A. (1991) 2.8 Samenvatting en afsluiting Het leesonderwijs start al op de peuterspeelzaal. Kinderen leren daar al vaardigheden die ze later op de basisschool nodig hebben om goed te kunnen lezen. Bij de kleuters gaan ze steeds gerichter aan het werk met letters. Vanaf groep 3 starten de kinderen met aanvankelijk lezen. Wanneer de kinderen het technisch lezen goed onder de knie hebben, zullen ze steeds vlotter en nauwkeuriger gaan lezen. Aan het eind van groep 5 zouden ze het hoogste AVI niveau moeten halen. Er wordt in groep 6 tot en met 8 weinig aandacht meer besteed aan het technisch lezen, waardoor sommige kinderen terug vallen in een lager niveau. Het bijhouden van het leesniveau is daarom heel belangrijk. In deze groepen wordt wel veel aandacht besteed aan begrijpend lezen. Goed leesonderwijs is van essentieel belang, omdat kinderen bij alle andere vakken het lezen nodig hebben. Om in mijn veldonderzoek aan te kunnen tonen of de Meester Spigtschool een goede methode heeft gekozen voor het leesonderwijs, is het belangrijk dat ik weet welke deelvaardigheden de kinderen moeten kennen. Nu ik weet welke eisen er gesteld worden aan het leesonderwijs en hoe kinderen leren lezen, kan ik kijken of de school goed leesonderwijs aan de kinderen geeft. Vaak is het lezen op school niet aantrekkelijk voor kinderen. Vooral in de bovenbouw is het vaak een half uur zelfstandig lezen en verder wordt er weinig aandacht aan besteed. Kinderen vinden het dan saai. De leesmotivatie verhogen is daarom heel belangrijk. Als kinderen lezen leuk vinden, gaan ze het veel meer doen. Het niveau zal dan ook sneller stijgen. Leesbevordering zou op elke basisschool veel aandacht moeten krijgen. In mijn veldonderzoek ga ik onderzoeken of de nieuwe leesmethode deze aspecten van leesbevordering bevat. Ik ga VNL vergelijken met de activiteiten die bijdragen aan een hogere leesmotivatie. De literatuur die ik bestudeerd heb, kan me daar goed bij helpen. 2.9 conceptueel model: In het conceptueel model op de volgende bladzijde is schematisch een weergave gemaakt van de aspecten die met technisch lezen te maken hebben. De aspecten zijn door middel van pijlen met elkaar verbonden. Wanneer er een enkele pijl( )staat, betekent dit dat het ene aspect het andere beïnvloedt. Er zijn ook aspecten van het lezen die elkaar wederzijds beïnvloeden. Dit is te zien aan de dubbele pijl ( ). 27

29 Leesonderwijs Mondelinge taalvaardigheid: Het is noodzakelijk dat de kinderen een goede mondelinge taalvaardigheid hebben. Alleen dan kunnen ze letters en woorden omzetten in de juiste klanken. Een goede leesstart: Op de peuterspeelzaal en in groep 1 en 2 zijn de kinderen al bezig met boeken. Dit is de voorbereiding op het aanvankelijk lezen in groep 3. Woordenschat: Door veel te lezen wordt de woordenschat van kinderen steeds groter, maar kinderen kunnen ook beter lezen als ze bij aanvang van de basisschool al een ruime woordenschat hebben. Aanvankelijk lezen: In groep 3 leren de kinderen de techniek van het lezen. Ze moeten de grafemen (letters) aan de juiste fonemen (klanken) koppelen. Dit wordt ook wel de grafeem-foneemkoppeling genoemd. Wanneer kinderen het aanvankelijk lezen beheersen kunnen ze teksten lezen. Begrijpend lezen: Het achterhalen van de betekenis van een tekst. Studerend lezen: Vastleggen van de betekenis en bedoeling van de tekst. Leesbevordering: Dit belangrijk bij het leren lezen. Lezen moet leuk zijn voor de kinderen. Dan willen ze het veel doen en leren ze vlot en nauwkeurig lezen. 28 Voortgezet technisch lezen: Volgt na het aanvankelijk lezen. Kinderen kennen nu de letters. Ze gaan veel oefenen met teksten. Snel en nauwkeurig lezen is belangrijk. De woorden en teksten die kinderen lezen worden steeds moeilijker.

30 3. Methode 3.1 Procedure: verzameling van gegevens Het onderzoek heeft plaatsgevonden op de Meester Spigtschool in Hoogkarspel. Deze school heeft een nieuwe leesmethode ingevoerd in november Voor het invoeren (oktober 2010) van deze nieuwe methode heb ik observaties in drie klassen gedaan. In maart 2011, na de invoering, heb ik opnieuw in deze drie klassen geobserveerd. Tijdens de observaties heb ik onder andere gekeken of de kinderen gemotiveerd aan het lezen waren. Ook heb ik de leerkrachten geobserveerd, om te kijken wat zij precies doen tijdens het zelfstandig lezen. Er zit een nadeel aan observeren. Een onderzoeker kan de situatie beïnvloeden, omdat mensen zich soms anders gaan gedragen als er een onderzoeker aanwezig is. (Baarda, D.B & Goede, M.P.M de, 2006) Hierdoor kunnen de onderzoeksgegevens vertekend zijn. Toch heb ik ervoor gekozen om wel te observeren, omdat ik hoop dat er verschillen bij de leerlingen en leerkrachten te zien zijn. Zo kan ik onderzoeken of de leesmotivatie verbeterd is door de nieuwe leesmethode. De kinderen hebben voor de invoering van VNL (oktober 2010) een enquête ingevuld met betrekking tot de leesmotivatie. In maart 2011 hebben zij eveneens een enquête ingevuld om de leesmotivatie te meten. Naast de observaties en de enquêtes heb ik de resultaten van de Drie-Minuten-Toets (DMT) voor en na de invoering van de nieuwe leesmethode bekeken. De groepsleerkrachten hebben bij de kinderen de DMT afgenomen. De resultaten hiervan gaan naar de Intern Begeleider. Zij verwerkt deze resultaten. De resultaten heb ik via haar ontvangen. Zij heeft mij toestemming gegeven om de resultaten te gebruiken voor mijn onderzoek, mits dit anoniem gebeurt. Er zullen geen achternamen van kinderen genoemd worden. Wel zal de school een bijlage ontvangen, waar wel achternamen in vermeld staan. Zij kunnen de resultaten van mijn onderzoek dan gebruiken om eventueel handelingsplannen voor kinderen op te stellen. Hier heb ik dus toestemming van de Intern Begeleider voor gekregen. Mijn onderzoeksverslag zal binnen de school blijven, waardoor de privacy van de kinderen gewaarborgd is. De uitkomsten van het onderzoek zullen geen nadelige gevolgen voor de kinderen hebben en er wordt geen valse voorstelling van zaken gegeven. Oftewel mijn onderzoek is ethisch verantwoord. (Baarda, D.B & Goede, M.P.M de, 2006) Het onderzoek dat ik uitvoer is kwantitatief. Ik ga kijken bij hoeveel kinderen de leesmotivatie is toe- of afgenomen. Daarnaast onderzoek ik bij hoeveel kinderen het niveau van het technisch lezen is toegenomen. Bij de DMT kijk ik ook hoeveel de resultaten zijn 29

31 toegenomen. Dit doe ik aan de hand van het leerrendement dat terug te vinden is bij de resultaten van deze toets. Het onderzoek is een evaluatieonderzoek. De school verwacht met de nieuwe leesmethode een verbeterde leesmotivatie en hogere technisch leesresultaten te behalen. Na dit onderzoek moet blijken of de verwachting juist is. Er is hier sprake van een pre-experimenteel onderzoek, omdat er sprake is van een voor- en nameting bij één groep. (Baarda, D.B & Goede, M.P.M de, 2006) 3.2 Steekproef De populatie van mijn onderzoek bestaat uit alle leerlingen van groep 4 tot en met 8 van de Meester Spigtschool in Hoogkarspel. Ik heb voor deze populatie gekozen, omdat zij allemaal met het nieuwe lezen aan de slag gaan. In groep 3 worden de letters geautomatiseerd en wordt er veel aandacht besteed aan het aanvankelijk lezen, maar kunnen ze niet vanaf de start van het schooljaar lezen. Vanaf groep 4 kunnen de kinderen allemaal zelfstandig boekjes lezen en kan ik de kinderen dus betrekken bij mijn onderzoek. Het aantal kinderen van groep 4 tot en met 8 bedraagt 185 leerlingen. Tijdens mijn onderzoek heb ik een steekproef genomen van 8 leerlingen per groep. Dat betekent dat ik in totaal 40 leerlingen bij mijn onderzoek betrek. Ik heb gekozen voor een steekproef van 40 leerlingen, omdat het niet haalbaar is om alle gegevens van de 185 leerlingen te analyseren. Mijn onderzoek zal dan veel te groot worden. Ik zal de leerlingen niet willekeurig kiezen. Er is sprake van een quotasteekproef. Dit is een steekproef waarbij de populatie eerst in deelpopulaties verdeeld wordt. In dit geval in de groepen van de basisschool. Vervolgens wordt uit elke groep een selecte steekproef getrokken. De mogelijkheden om mijn onderzoek te generaliseren zijn dan wel kleiner.(baarda, D.B & Goede, M.P.M de, 2006) Ik neem uit elke groep de 1 e, 5 e, 10 e, 15 e, 20 e, 25 e, 30 e, 35 e leerling. Ik heb gekozen voor deze wijze van selecteren, omdat ik dan van elke leeftijdcategorie evenveel leerlingen betrek in mijn onderzoek. Ik zal gebruik maken van een steekproefkader. Een steekproefkader is een vorm van administratie waarin de onderzoekseenheden zijn geregistreerd. (Baarda, D.B & Goede, M.P.M de, 2006) De klassenlijsten van de groepen zijn beschikbaar en mag ik gebruiken voor het selecteren van de kinderen. 3.3 Meetinstrumenten Observatie Ik ga in groep 3/4, 5/6 en 7/8 observeren. Daarbij ga ik zowel de leerkracht als de kinderen 30

32 observeren. Ik wil weten of de leerkracht een stimulerende leesomgeving heeft ingericht, maar ook of zij zelf enthousiast is tijdens het lezen. Leest zij zelf ook? Laat ze kinderen hardop lezen? Of is ze met andere zaken bezig? Ik ga de eerste keer observeren als de nieuwe methode nog niet is ingevoerd. Na het invoeren van de nieuwe methode zal ik nogmaals in dezelfde 3 groepen gaan observeren. Ik heb voor dit meetinstrument gekozen, omdat VNL hoge eisen stelt aan het leerkracht gedrag tijdens de leesles. Het is belangrijk dat leerkrachten zich aan de regels van VNL houden, omdat dit bijdraagt aan de leesbevordering van de kinderen. Dit kan ik zien tijdens de observaties. Het nadeel van observeren is dat mensen sociaal wenselijk gedrag kunnen laten zien. Ze gedragen zich in het bijzijn van een observator anders.(baarda, D.B & Goede, M.P.M de, 2006) Het zal wel lastig zijn om de validiteit vast te stellen, omdat ik geen vergelijkingsmateriaal heb. Ik heb gebruikt gemaakt van een eenvoudig observatieformulier (bijlage 2) Door de observaties kan ik zien of de leerkrachten en de kinderen zich anders gedragen, dan voor de invoering van VNL. De motivatie is deels te zien door de inzet van de kinderen tijdens het lezen. Dit is echter moeilijk te zien, omdat je niet weet of kinderen lezen met plezier of omdat het moet van de leerkracht. Dit is de rede dat ik een enquête afneem onder de kinderen Enquête leesmotivatie De enquête (bijlage 3) neem ik voor en na de invoering van de nieuwe leesmethode af. Ik heb gekozen voor 6 vragen die de leesmotivatie van kinderen meten. Ik heb zowel school als thuis erin meegenomen. Er kunnen verschillen in leesmotivatie naar voren komen tussen deze twee milieus. Hoe kan het dat een kind op school niet graag leest en thuis wel bijvoorbeeld? Zegt het iets wanneer kinderen vaak in de plaatselijke bibliotheek komen? Bevordert de nieuwe leesmethode ook de motivatie om thuis te lezen? Dit hoop ik met deze enquête in kaart te kunnen brengen. Ik heb gekozen voor een enquête, omdat er aan dit meetinstrument weinig nadelen verbonden zijn.(baarda, D.B & Goede, M.P.M de, 2006) De kinderen zitten al in groepen bij elkaar, waardoor ik ze makkelijk kan benaderen. Door kinderen in de toetsopstelling te laten zitten tijdens het invullen, voorkom ik dat ze overleggen of iets overschrijven. Na afloop haal ik zelf de enquêtes op, waardoor ik zeker weet dat ik ze allemaal volledig ingevuld terug krijg Drie-Minuten-Toets (DMT) DMT is een toets van Cito die de technische leesvaardigheid van kinderen meet. Elk jaar 31

33 wordt deze toets twee keer afgenomen. In januari en in juni. Ik zal de laatste 3 resultaten met elkaar vergelijken: januari 2010, juni 2010 en januari Aan de hand van deze toetsuitslagen kan ik kijken of de kinderen betere resultaten behalen dan voor de invoering van VNL. Ik maak gebruik van het leerrendement dat afgelezen kan worden op de uitslagenlijst van Cito. Een kind dat precies gemiddeld scoort, behaalt 100% leerrendement, een kind dat hoger scoort heeft een percentage boven de 100% en een kind dat lager scoort, lager dan 100%. Door deze percentages naast elkaar te leggen, kan ik kijken of er sprake is van groei in het leerrendement van een kind. 3.4 Analyseplan De observaties in de groepen zal ik vergelijken, door er een verslag van te schrijven. Ik hoop verschillen te zien in het leerkrachtgedrag en in het leesgedrag van de kinderen. Bij de resultaten zal ik hier een kort verslag van weergeven per groep. Op deze manier kan ik per groep vergelijken of er verbeteringen zichtbaar zijn. De enquêtes ga ik verwerken in Excel. Ik ga per groep, per enquêtevraag twee cirkeldiagrammen met de percentages erin maken. De eerste cirkeldiagram geeft gegevens van voor de invoering weer en de tweede cirkeldiagram geeft de gegevens van na invoering weer. In één oogopslag is dat te zien of de kinderen een positiever of negatiever antwoord hebben gegeven. Door dit per groep te verwerken, kan ik uiteindelijk in de conclusie ook eventuele verschillen per groep aangeven. De resultaten van de Drie-Minuten-Toets geef ik weer in een tabel met een daar bijbehorende staafgrafiek. Door de resultaten per kind weer te geven, is duidelijk te zien welke kinderen betere en welke kinderen slechtere resultaten hebben behaald. Ook dit geef ik weer per groep weer, omdat ik dan ook conclusies kan trekken die betrekking hebben op een kleine groep kinderen of de leeftijd van de kinderen. 32

34 4. Resultaten 4.1 resultaten groep Analysen Drie-Minuten-Toets: Klas Naam DMT jan 10 DMT juni 10 DMT jan 11 4b Cheyenne A. 31% 50% 100% 4c Karsten B. 100% 60% 106% 4a Lars de H. 180% 150% 206% 4a Iris van H. 100% 90% 126% 4b Rosa H. 100% 80% 153% 4b Thessa K. 83% 50% 53% 4a Kim R. 100% 50% 93% 4c Morris W. 33% 29% 80% 250% 200% 150% 100% 50% DMT jan. '10 DMT juni '10 DMT jan. '11 0% Figuur 4: Resultaten DMT groep 4 Bij de afname in juni 10 hebben 7 van de 8 kinderen een lager leerrendement, dan in januari 10. In januari 2011 zijn alle 8 kinderen vooruit gegaan in vergelijking met de DMT van juni 10. Er is duidelijk een stijgende lijn te zien. 1 kind scoort problematisch laag. 33

35 4.1.2 Analyse enquête 1. Hoe vaak ruilen kinderen hun boek per week? 12,50 % 0% 87,50 % 1 of 2 keer per week 37,50 % 0% 62,50 % 1 of 2 keer per week Meer dan 2 keer per week Figuur 5: analyse groep 4 vraag 1 okt. 10 Figuur 6: analyse groep 4 vraag 1 maart 11 Er zijn minder kinderen in groep 4 die na de invoering van VNL 1 of 2 keer per week hun boek ruilen. 2. Wat vinden kinderen van lezen op school? Leuk 50% 50% Niet leuk 0% Niet leuk, niet stom Figuur 7: analyse groep 4 vraag 2 okt. 10 Figuur 8: analyse groep 4 vraag 2 maart 11 De percentages voor en na de invoering zijn bij deze vraag hetzelfde gebleven. 3. Staan er veel of weinig leuke boeken in de bibliotheek op school? 50% 50% Veel leuke boeken Weinig leuke boeken 37,50 % 62,50 % Veel leuke boeken Weinig leuke boeken Figuur 9: analyse groep 4 vraag 3 okt. 10 Figuur 10: analyse groep 4 vraag 3 maart 11 Meer kinderen vinden dat er leuke boeken in de schoolbibliotheek staan na de invoering van VNL. 34

36 4. Hoe vaak lezen kinderen thuis? 12,50 % 37,50 % 50% (bijna) iedere dag een half uur ongeveer 5 boeken per jaar Nooit Figuur 11: analyse groep 4 vraag 4 okt. 10 Figuur 12: analyse groep 4 vraag 4 maart 11 Het aantal kinderen in groep 4 dat thuis veel leest, is afgenomen na de invoering van VNL. Toch lezen na de invoering wel alle kinderen thuis. Er is niemand die nooit meer thuis leest. 5. Hoe vaak komen kinderen in de bibliotheek? 25% 25% 50% 1 keer in de 3 weken of vaker 1 keer in de 3 maanden Nooit 50% 25% 25% 1 keer in de 3 weken of vaker 1 keer in de 3 maanden Figuur 13: analyse groep 4 vraag 5 okt. 10 Figuur 14: analyse groep 4 vraag 5 maart 11 De helft van de kinderen komt na de invoering nooit in de bibliotheek, terwijl dit voor de invoering 25% was. Ook het aantal kinderen dat 1 keer in de 3 weken of vaker naar de bibliotheek gingen is gehalveerd. Het aantal kinderen dat 1 keer in de 3 maanden gaat is gelijk gebleven. 35

37 4.2 Resultaten groep Analyse Drie-Minuten-Toets Klas Naam DMT jan 10 DMT juni 10 DMT jan 11 5b Larissa A. 100% 90% 80% 5b Stan B. 81% 80% 96% 5a Luke G. 43% 50% 72% 5c Bram K. 33% 50% 48% 5a Timo P 81% 75% 72% 5c Maurits P. 31% 25% 40% 5c Maike S. 53% 60% 80% 5a Joelle W. 68% 70% 88% 120% 100% 80% 60% 40% 20% DMT jan 10 DMT juni 10 DMT jan 11 0% Figuur 15: Analyse DMT groep 5 5 van de 8 kinderen hebben een beter resultaat behaald in januari 11, dan in juni van de 8 kinderen hebben een lager resultaat behaald in januari 11, dan in juni 10. Niemand heeft een leerrendement van 100% of hoger gehaald bij de laatste afname, dit is opvallend. 2 kinderen scoren problematisch laag. 36

38 4.2.2 Analyse enquête 1. Hoe vaak ruilen kinderen hun boek per week? 12,50 % 12,50 % 1 of 2 keer per week 75% Meer dan 2 keer per week Minder dan 1 keer per week Figuur 16: analyse groep 5 vraag 1 okt. 10 Figuur 17: analyse groep 5 vraag 1 maart 11 De kinderen ruilen na de invoering veel minder vaak hun boek in de bibliotheek. 75% van de kinderen ruilt zijn boek minder dan 1 keer per week. 2. Wat vinden kinderen van lezen op school? Leuk Leuk 0% 37,50% 62,50% Niet leuk Niet leuk, maar ook niet stom 0% 25% 75% Niet leuk Niet leuk, maar ook niet stom Figuur 18: analyse groep 5 vraag 2 okt. 10 Figuur 19: analyse groep 5 vraag 2 maart 11 Het percentage kinderen dat lezen leuk vindt, is toegenomen. 3. Staan er veel of weinig leuke boeken in de bibliotheek op school? 62,50% 37,50% Veel leuke boeken Weinig leuke boeken Figuur 20: analyse groep 5 vraag 3 okt. 10 Figuur 21: analyse groep 5 vraag 3 maart 11 37

39 Na de invoering van VNL is er een groter percentage dat vindt dat er weinig leuke boeken in de bibliotheek op school staan. 4. Hoe vaak lezen kinderen thuis? 75% 0% 25% (bijna) iedere dag een half uur ongeveer 5 boeken per jaar Nooit Figuur 22: analyse groep 5 vraag 4 okt. 10 Figuur 23: analyse groep 5 vraag 4 maart 11 Er zijn meer kinderen na de invoering van VNL die thuis bijna iedere dag lezen. 5. Hoe vaak komen kinderen in de bibliotheek? Figuur 24: analyse groep 5 vraag 5 okt. 10 Figuur 25: analyse groep 5 vraag 5 maart 11 Het percentage kinderen dat nooit in de bibliotheek komt, is gegroeid. Ook het percentage kinderen dat er 1 keer in de 3 weken komt is gegroeid. Het percentage kinderen dat er eens in de drie maanden kwam, is hierdoor afgenomen. 38

40 4.3 resultaten groep Analyse Drie-Minuten-Toets Klas Naam DMT jan 10 DMT juni 10 DMT jan 11 6a Laura A. 136% 137% 137% 6b Kees C. - 63% 57% 6c Eva S. 181% 170% 148% 6c Rowin K. 140% 151% 148% 6b Xingan K. 72% 77% 80% 6b Luuk O. 236% 192% 148% 6a Glenn van S. 104% 92% 122% 6b Noortje W. 77% 100% 120% 250% 200% 150% 100% 50% DMT jan 10 DMT juni 10 DMT jan 11 0% Figuur 26: analyse DMT groep 6 5 van de 8 kinderen hebben een hoger of vrijwel gelijk leerrendement behaald in januari 11, vergeleken met juni 10. Tussen januari 10 en juni 10 is geen opvallende terugval te zien bij deze kinderen. Opvallend is het hoge leerrendement dat deze groep kinderen behaald heeft, er zijn maar 2 kinderen die onder de 100% scoren. 1 jongetje scoort problematisch laag. 39

41 4.3.2 Analyse enquête 1. Hoe vaak ruilen kinderen hun boek per week? 75% 25% 0% 1 of 2 keer per week Meer dan 2 keer per week Minder dan 1 keer per week 62,50 % 37,50 % 0% 1 of 2 keer per week Meer dan 2 keer per week Figuur 27: analyse groep 6 vraag 1 okt. 10 Figuur 28: analyse groep 6 vraag 1 maart 11 De kinderen van groep 6 ruilen na de invoering van VNL vaker hun boek. 2. Wat vinden kinderen van lezen op school? Leuk Leuk 12,50 % 25% 62,50 % Niet leuk Niet leuk, maar ook niet stom 0% 37,50 % 62,50 % Niet leuk Niet leuk, maar ook niet stom Figuur 29: analyse groep 6 vraag 2 okt. 10 Figuur 30: analyse groep 6 vraag 2 maart 11 Het aantal kinderen dat lezen leuk vindt, is gelijk gebleven. Er zijn na de invoering geen kinderen meer die lezen niet leuk vinden. 3. Staan er veel of weinig leuke boeken in de bibliotheek op school? 50% 50% Veel leuke boeken Weinig leuke boeken Figuur 31: analyse groep 6 vraag 3 okt. 10 Figuur 32: analyse groep 6 vraag 3 maart 11 De percentages zijn gelijk gebleven. 40

42 4. Hoe vaak lezen kinderen thuis? 12,50% 25% 62,50% (bijna) iedere dag een half uur of meer Ongeveer 5 boeken per jaar Nooit 12,50 % 50% 37,50 % (bijna) iedere dag een half uur of meer Ongeveer 5 boeken per jaar Figuur 33: analyse groep 6 vraag 4 okt. 10 Figuur 34: analyse groep 6 vraag 4 maart 11 Er zijn minder kinderen die thuis bijna iedere dag lezen. Het percentage dat thuis niet leest, is gelijk gebleven. 5. Hoe vaak komen kinderen in de bibliotheek? 12,50% 37,50% 50% 1 keer in de 3 weken of vaker 1 keer in de 3 maanden Nooit Figuur 35: analyse groep 6 vraag 5 okt. 10 Figuur 36: analyse groep 6 vraag 5 maart 11 Het percentage dat 1 keer in de 3 weken of vaker in de bibliotheek kwam, is afgenomen na de invoering van VNL. Het percentage dat er nooit komt, is gelijk gebleven. 41

43 4.4 Resultaten groep Analyse Drie-Minuten-Toets Klas Naam DMT jan 10 DMT juni 10 DMT jan 11 7c Lisanne B a Yvon vd B c Thomas D c Nick van t H a Shervin K b Miriam N a Rosan S b Lisa W DMT jan 10 DMT juni 10 DMT jan 11 0 Figuur 36: Analyse DMT groep 7 6 van de 8 kinderen hebben tussen januari 10 en juni 10 een terugval. 6 van de 8 kinderen scoren in januari 11 hoger dan in juni 10, er is weer een stijgende lijn te zien. Alle kinderen hebben een leerrendement van 100% of hoger. Deze groep heeft geen problemen met technisch lezen. 42

44 4.4.2 Analyse enquête 1. Hoe vaak ruilen kinderen hun boek per week? 1 of 2 keer per week 62,50 % 37,50 % 0% Meer dan 2 keer per week Minder dan 1 keer per week Figuur 37: Analyse groep 7 vraag 1 okt. 10 Figuur 38: Analyse groep 7 vraag 1 maart 11 Er zijn geen veranderingen waar te nemen. 2. Wat vinden kinderen van lezen op school? Leuk 37,50% 50% Niet leuk 12,50% Niet leuk, maar ook niet stom Figuur 39: analyse groep 7 vraag 2 okt. 10 Figuur 40: analyse groep 7 vraag 2 maart 11 Er zijn geen veranderingen waar te nemen. 3. Staan er veel of weinig leuke boeken in de bibliotheek op school? Figuur 41: analyse groep 7 vraag 3 okt. 10 Figuur 42: analyse groep 7 vraag 3 maart 11 De kinderen vinden dat er na de invoering van VNL minder leuke boeken in de bibliotheek staan. 43

45 4. Hoe vaak lezen kinderen thuis? Figuur 43: analyse groep 7 vraag 4 okt. 10 Figuur 44: analyse groep 7 vraag 4 maart 11 Het percentage kinderen dat thuis bijna iedere dag een half uur of meer leest is bij de kinderen van groep 7 afgenomen. 5. Hoe vaak komen kinderen in de bibliotheek? 12,50 % 12,50 % 75% 1 keer in de 3 weken of vaker 1 keer in de 3 maanden Nooit 25% 25% 50% 1 keer in de 3 weken of vaker 1 keer in de 3 maanden Nooit Figuur 45: analyse groep 7 vraag 5 okt. 10 Figuur 46: analyse groep 7 vraag 5 maart 11 Er gaan duidelijk minder kinderen van groep 7 naar de plaatselijke bibliotheek dan voor de invoering van VNL. 44

Ko observatielijst/ Kern(tussen)doelen TULE SLO Van November 2006

Ko observatielijst/ Kern(tussen)doelen TULE SLO Van November 2006 1 Ko observatielijst/ Kern(tussen)doelen TULE SLO Van November 2006 Mondeling onderwijs Kerndoel 1 Kerndoel 2 Kerndoel 3 Schriftelijk onderwijs Kerndoel 4 Bijlage kerndoel 4 leestechniek Kerndoel 5 Kerndoel

Nadere informatie

Leesonderwijs en dyslexie in het PO, het SBO en het VO. Betsy Ooms

Leesonderwijs en dyslexie in het PO, het SBO en het VO. Betsy Ooms Leesonderwijs en dyslexie in het PO, het SBO en het VO Betsy Ooms Opzet Doel leesonderwijs (en spellingonderwijs) Doorgaande lijn Kenmerken goed leesonderwijs Extra aandacht voor monitoring, als belangrijk

Nadere informatie

Jong geleerd. Beatrijs Brand en Saskia Snikkers

Jong geleerd. Beatrijs Brand en Saskia Snikkers Jong geleerd. Beatrijs Brand en Saskia Snikkers Programma Kennismaken Presentatie Jong geleerd Warming-up Pauze Praktische oefening Afsluiting Jong geleerd over het belang van actieve stimulering van ontluikende

Nadere informatie

Wat te doen met zwakke begrijpend lezers?

Wat te doen met zwakke begrijpend lezers? Wat te doen met zwakke begrijpend lezers? Cor Aarnoutse Wat doe je met kinderen die moeite hebben met begrijpend lezen? In dit artikel zullen we antwoord geven op deze vraag. Voor meer informatie verwijzen

Nadere informatie

Interventieperiode november februari groep 1 tot en met 5. Mariët Förrer

Interventieperiode november februari groep 1 tot en met 5. Mariët Förrer Interventieperiode november februari groep 1 tot en met 5 Mariët Förrer November - februari Doelen en accenten per groep Rol van intern begeleider / taalcoördinator IB en TC ook in deze periode Bewaken

Nadere informatie

Groep 7 en 8. Doelen Leerdoelen technisch lezen eind groep 8

Groep 7 en 8. Doelen Leerdoelen technisch lezen eind groep 8 Groep 7 en 8 Doelen Leerdoelen technisch lezen eind groep 8 85-95 % van de leerlingen beheerst AVI-plus 90% beheerst A t/m D-niveau op de DMT leerlingen lezen vlot woorden en zinnen leerlingen richten

Nadere informatie

Effectief aanvankelijk leesonderwijs

Effectief aanvankelijk leesonderwijs Effectief aanvankelijk leesonderwijs Mirjam.Snel@hu.nl @Leesonderwijs www.goedleesonderwijs.nl Inhoud: Technisch lezen in groep 3 Effectief aanvankelijk leesonderwijs Differentiatie Stel jezelf vragen

Nadere informatie

Visie leesbevordering

Visie leesbevordering Visie leesbevordering Leesbevordering zien we als basis van het totale leesonderwijs Zonder aandacht voor leesbevordering mist het technisch lezen een belangrijke stimulans. Leesbevordering is dus niet

Nadere informatie

Uw kind heeft moeite met lezen Wat kunt u van De Noordkaap verwachten?

Uw kind heeft moeite met lezen Wat kunt u van De Noordkaap verwachten? Uw kind heeft moeite met lezen Wat kunt u van De Noordkaap verwachten? 1 Inhoud Voorwoord... 3 1 Leesproblemen... 4 2 Mogelijk dyslexie... 4 2.1. De dagelijkse lespraktijk.... 4 2.2: De stappen die genomen

Nadere informatie

Het systematisch volgen van leerlingen

Het systematisch volgen van leerlingen Het systematisch volgen van leerlingen uteurs: Rosemarie Irausquin en Susan van der Linden Het systematisch volgen van de leesontwikkeling van leerlingen is essentieel om tijdig problemen bij het leren

Nadere informatie

Goed, vlot en begrijpend lezen blijft één van de belangrijkste doelen die een leerling gedurende zijn of haar schoolloopbaan moet bereiken.

Goed, vlot en begrijpend lezen blijft één van de belangrijkste doelen die een leerling gedurende zijn of haar schoolloopbaan moet bereiken. Goed, vlot en begrijpend lezen blijft één van de belangrijkste doelen die een leerling gedurende zijn of haar schoolloopbaan moet bereiken. Daarom hechten wij er dan ook veel belang aan dat dit op een

Nadere informatie

Nationaal congres Taal en Lezen. 15 oktober 2015 Plezier beleven aan leren en lezen WWW.CPS.NL

Nationaal congres Taal en Lezen. 15 oktober 2015 Plezier beleven aan leren en lezen WWW.CPS.NL Nationaal congres Taal en Lezen 15 oktober 2015 Plezier beleven aan leren en lezen WWW.CPS.NL Lezen is heerlijk Het kan heerlijk wezen om een boek te lezen: boom-roos-vis-vuur en een boek is heus niet

Nadere informatie

Afspraken mbt protocol dyslexie Van Dijckschool Bilthoven. Inhoudsopgave:

Afspraken mbt protocol dyslexie Van Dijckschool Bilthoven. Inhoudsopgave: 11-12-2007 Inhoudsopgave: 1. Dyslexie...3 1.1 Wat is het dyslexieprotocol?...3 1.2 Doel van het Protocol Dyslexie....3 1.3 Inhoud van het protocol...3 2. Preventie en interventiehandelingen...4 2.1 Groep

Nadere informatie

Handleiding ouderportaal ParnasSys. Inleiding

Handleiding ouderportaal ParnasSys. Inleiding 1 Handleiding ouderportaal ParnasSys Inleiding Op onze school vinden wij openheid naar ouders belangrijk. Tijdens de oriëntatie op een nieuw leerlingvolgsysteem hebben wij met de scholen van De Oude Vrijheid

Nadere informatie

lezen Hulp aan risicolezers

lezen Hulp aan risicolezers veilig leren lezen Hulp aan risicolezers bij Auteur: Ed Koekebacker Na kern 11 heeft u de eindsignalering en waarschijnlijk ook het Citoafnamemoment E3 afgenomen. De resultaten daarvan maken u duidelijk

Nadere informatie

VOORTGEZET TECHNISCH LEZEN Leeshuis

VOORTGEZET TECHNISCH LEZEN Leeshuis VOORTGEZET TECHNISCH LEZEN Leeshuis Praktische handvatten voor het taallees- en rekenonderwijs zoals deze Kwaliteits zijn te vinden op www.taalpilots.nl en www.rekenpilots.nl. De rubriek implementatiekoffer

Nadere informatie

Om de kwaliteit van ons onderwijs te bewaken en de vorderingen van uw kind te volgen, nemen wij in iedere groep niet-methode gebonden toetsen af.

Om de kwaliteit van ons onderwijs te bewaken en de vorderingen van uw kind te volgen, nemen wij in iedere groep niet-methode gebonden toetsen af. Leerlingvolgsysteem. Leerkrachten volgen de ontwikkeling van de kinderen in hun groep nauwgezet. Veel methoden die wij gebruiken, leveren toetsen die wij afnemen om vast te stellen of het kind de leerstof

Nadere informatie

Hoe vind ik het juiste boek voor mijn kind?

Hoe vind ik het juiste boek voor mijn kind? Hoe vind ik het juiste boek voor mijn kind? De AVI-niveaus zijn veranderd. Wat nu? Informatie voor ouders 2013 Lieven Coppens Versie VL 1.2 Nieuw, maar niet slechter! De leesniveaus op de boekjes worden

Nadere informatie

BROCHURE:-LEZEN? JA-GRAAG!-

BROCHURE:-LEZEN? JA-GRAAG!- -! BROCHURE:-LEZEN? JA-GRAAG!- Lezen? ja graag! Kinderen lezen tegenwoordig veel minder, vinden lezen lastig of beginnen er niet eens aan. Misschien lijkt het lezen van een boek teveel op een schoolopdracht,

Nadere informatie

Minor Dyslexie Cursus 1: Inleiding Dyslexie Bijeenkomst 4

Minor Dyslexie Cursus 1: Inleiding Dyslexie Bijeenkomst 4 Minor Dyslexie 2016-2017 Cursus 1: Inleiding Dyslexie Bijeenkomst 4 Programma Vragen over theorie Tot nu toe Complexiteit van lezen: tussendoelen deelvaardigheden Minor Dyslexie 1-4 2 Vragen over theorie

Nadere informatie

KRACHTIG LEESONDERWIJS. Groeien in lezen met een ondersteunend voetje als daar nood aan is

KRACHTIG LEESONDERWIJS. Groeien in lezen met een ondersteunend voetje als daar nood aan is KRACHTIG LEESONDERWIJS Groeien in lezen met een ondersteunend voetje als daar nood aan is Handelingsgericht werken: - Omgaan met specifieke onderwijsbehoeften - Transactioneel referentiekader (wisselwerking)

Nadere informatie

Leerjaar 1 en 2 vmbo-b/k. Doelen Leerdoelen technisch lezen eind leerjaar 2

Leerjaar 1 en 2 vmbo-b/k. Doelen Leerdoelen technisch lezen eind leerjaar 2 Leerjaar 1 en 2 vmbo-b/k Doelen Leerdoelen technisch lezen eind leerjaar 2 95 % van de leerlingen beheerst AVI-plus 95% beheerst A t/m D-niveau op de DMT leerlingen lezen vlot woorden en zinnen leerlingen

Nadere informatie

Automatisering van het lezen op woordniveau

Automatisering van het lezen op woordniveau Protocol Leesproblemen en Dyslexie toetskalender voor groep 4 expertisecentrum nederlands 4 algemene toelichting Momenteel werkt het Expertisecentrum Nederlands aan een herziening van de Protocollen Leesproblemen

Nadere informatie

TULE inhouden & activiteiten Nederlands - Technisch lezen. Kerndoel 4 - Technisch lezen. Toelichting en verantwoording

TULE inhouden & activiteiten Nederlands - Technisch lezen. Kerndoel 4 - Technisch lezen. Toelichting en verantwoording TULE - NEDERLANDS KERNDOEL 4 - TECHNISCH LEZEN 82 TULE inhouden & activiteiten Nederlands - Technisch lezen Kerndoel 4 - Technisch lezen Bij kerndoel 4 - De leestechniek. Toelichting en verantwoording

Nadere informatie

TUTORLEZEN 1. AANLEIDING 2. INLEIDING

TUTORLEZEN 1. AANLEIDING 2. INLEIDING TUTORLEZEN 1. AANLEIDING Naar aanleiding van de resultaten van lees- en taaltoetsen heeft de directie in het schooljaar 2007-2008 onderzoek gedaan naar het leesonderwijs op school. De resultaten van het

Nadere informatie

Groep 4. Doelen Leerdoelen technisch lezen eind groep 4

Groep 4. Doelen Leerdoelen technisch lezen eind groep 4 Groep 4 Doelen Leerdoelen technisch lezen eind groep 4 75% van de leerlingen beheerst niveau AVI-E4 (teksten lezen) 90 % beheerst A t/m D-niveau op de DMT leerlingen lezen vlot twee- en drielettergrepige

Nadere informatie

Aanvankelijk technisch lezen. Effectief aanvankelijk lezen in groep 3

Aanvankelijk technisch lezen. Effectief aanvankelijk lezen in groep 3 Aanvankelijk technisch lezen Effectief aanvankelijk lezen in groep 3 Praktische handvatten voor het taallees- en rekenonderwijs zoals deze Kwaliteitskaart zijn te vinden op www.taalpilots.nl en www.rekenpilots.nl.

Nadere informatie

Opdracht 2: Data analyseren en interpreteren op groepsniveau (technisch lezen voor leerkrachten van groep 3 (Opdracht 2a) en groep 4 (Opdracht 2b))

Opdracht 2: Data analyseren en interpreteren op groepsniveau (technisch lezen voor leerkrachten van groep 3 (Opdracht 2a) en groep 4 (Opdracht 2b)) Opdracht 2: Data analyseren en interpreteren op groepsniveau (technisch lezen voor leerkrachten van groep 3 (Opdracht 2a) en groep 4 (Opdracht 2b)) Met behulp van onderstaande opdracht kun je met behulp

Nadere informatie

Leeshuis. Leeshuis begrijpend en studerend lezen past zowel bij de oude als de nieuwe AVI! Lekker lezen met Leeshuis!

Leeshuis. Leeshuis begrijpend en studerend lezen past zowel bij de oude als de nieuwe AVI! Lekker lezen met Leeshuis! Leeshuis Tabellenboekje nieuwe AVI-niveaus T E C H N I S C H L E Z E N Lekker lezen met Leeshuis! Leeshuis begrijpend en studerend lezen past zowel bij de oude als de nieuwe AVI! LEESHUIS TECHNISCH LEZEN

Nadere informatie

Brochure Begrijpend lezen VMBO 1

Brochure Begrijpend lezen VMBO 1 Brochure Begrijpend lezen VMBO 1 Brochure Begrijpend lezen VMBO 2 Inleiding Het belang van begrijpend lezen kan nauwelijks overschat worden. Het niveau van begrijpend lezen dat kinderen aan het einde van

Nadere informatie

CBS Maranatha. Doel: Hoogklei 7, 9671 GC Winschoten Dyslexieprotocol 2013 aangepast sept.14

CBS Maranatha. Doel: Hoogklei 7, 9671 GC Winschoten Dyslexieprotocol 2013 aangepast sept.14 CBS Maranatha Hoogklei 7, 9671 GC Winschoten Dyslexieprotocol 2013 aangepast sept.14 Doel: Doel van ons dyslexieprotocol is een zo goed mogelijke begeleiding van leerlingen met (dreigende) leesproblemen.

Nadere informatie

Protocol leesproblemen en dyslexie

Protocol leesproblemen en dyslexie Groep 1 en 2 Periode: Toetsen: Bij uitslag: Inzetten op: Materialen/ methode: Hele jaar kleutersignaleringslijst Kleuterplein Zorgen om leesmotivatie. november gr. 2 gr. 2 gr.2 gr.2 Geletterdheid (hierin

Nadere informatie

Enkele weken voor de eindtoets, maken de leerlingen de eindtoets van het voorgaande jaar in dezelfde setting als bij de officiële eindtoets.

Enkele weken voor de eindtoets, maken de leerlingen de eindtoets van het voorgaande jaar in dezelfde setting als bij de officiële eindtoets. TOETSEN OP DE PWA; het hoe en waarom Alle basisscholen in Nederland moeten beschikken over een leerlingvolgsysteem: een serie toetsen of observaties waarmee de ontwikkeling van de kinderen gevolgd kan

Nadere informatie

Een kind heeft recht op een stevig fundament.

Een kind heeft recht op een stevig fundament. Overgangsprotocol groep 1 - groep 2 groep 3 Inleiding Ooit was er een zelfstandige kleuterschool naast een zelfstandige lagere school. In die tijd werd het begrip schoolrijpheid gebruikt waarmee de mate

Nadere informatie

Aanvankelijk en voortgezet technisch lezen. Werkconferentie 24 september 2014 Ebelien Nieman. info@niemantaal.nl www.niemantaal.nl

Aanvankelijk en voortgezet technisch lezen. Werkconferentie 24 september 2014 Ebelien Nieman. info@niemantaal.nl www.niemantaal.nl Aanvankelijk en voortgezet technisch lezen Werkconferentie 24 september 2014 Ebelien Nieman info@niemantaal.nl www.niemantaal.nl Doel Aan de slag met je eigen leespraktijk didactiek informatie leerlijnen

Nadere informatie

VRAGENLIJST PRIMAIR ONDERWIJS DYSLEXIEMONITOR

VRAGENLIJST PRIMAIR ONDERWIJS DYSLEXIEMONITOR VRAGENLIJST PRIMAIR ONDERWIJS DYSLEXIEMONITOR INHOUDSOPGAVE Zorgniveau 1: Goed lees- en spellingonderwijs Stap 1: Leestijd blz. 3 Kwaliteit instructiegedrag blz. 3 Klassenmanagement blz. 4 Stap 2: Juist

Nadere informatie

Hulp aan risicolezers

Hulp aan risicolezers Hulp aan risicolezers bij Auteurs: Ed koekebacker Na kern 11 heeft u de eindsignalering afgenomen. Dat waren de drie kaarten van de DMT en, hoewel facultatief, meestal ook de AVI-kaarten. De resultaten

Nadere informatie

Taal in beeld Spelling in beeld

Taal in beeld Spelling in beeld Taal in beeld/ / Spelling in beeld Kerndoelanalyse SLO Juli 2011 Verantwoording 2011 SLO (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling), Enschede Alle rechten voorbehouden. Mits de bron wordt vermeld

Nadere informatie

Protocol doubleren en versnellen

Protocol doubleren en versnellen Protocol doubleren en versnellen Omnis school T Opstapje Van Tilburghstraat 41 4438 AJ Driewegen tel: +31 - (0)113-653010 e-mail: tel. directeur S. Meulblok : 06-10730662 Vooraf In de wet op het onderwijstoezicht

Nadere informatie

Achtergrondinformatie en aanwijzingen voor interpretatie van de Wintersignalering PLD groep 3:

Achtergrondinformatie en aanwijzingen voor interpretatie van de Wintersignalering PLD groep 3: Achtergrondinformatie en aanwijzingen voor interpretatie van de Wintersignalering PLD groep 3: In het Protocol Leesproblemen en Dyslexie voor groep 3, kortweg PLD 3, wordt in het hoofdstuk Signaleren een

Nadere informatie

TAAL- EN LEESMETHODEN. Het aanbod Taal- en leesmethoden Begrijpend Lezen. Begrijpend lezen. Effectieve strategieën voor begrijpend lezen ALGEMEEN

TAAL- EN LEESMETHODEN. Het aanbod Taal- en leesmethoden Begrijpend Lezen. Begrijpend lezen. Effectieve strategieën voor begrijpend lezen ALGEMEEN TAAL- EN LEESMETHODEN ALGEMEEN Het aanbod Taal- en leesmethoden Begrijpend Lezen Algemeen: aandachtspunten bij methode Begrijpend lezen Om een goede begrijpend lezer te zijn, is het in de eerste plaats

Nadere informatie

Handleiding ouderportaal ParnasSys

Handleiding ouderportaal ParnasSys Handleiding ouderportaal ParnasSys Inleiding Op onze school vinden wij het goed informeren van ouders belangrijk. Zoals bekend werken wij met het leerlingvolgsysteem ParnasSys waar ook een ouderportaal

Nadere informatie

Schoolplan lezen Eerste Openluchtschool Versie 1.0 2011-2012

Schoolplan lezen Eerste Openluchtschool Versie 1.0 2011-2012 Schoolplan lezen Eerste Openluchtschool Versie 1.0 2011-2012 Uitgangspunten zijn: lezen moet leuk zijn / worden / blijven Kinderen moeten de gelegenheid krijgen veel te lezen -uit goede boeken -op hun

Nadere informatie

DATplus. Kerndoelanalyse SLO

DATplus. Kerndoelanalyse SLO DATplus Kerndoelanalyse SLO September 2014 Verantwoording 2014SLO (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling), Enschede Mits de bron wordt vermeld, is het toegestaan zonder voorafgaande toestemming

Nadere informatie

Vrij lezen groep 4. Doelen eind groep 4

Vrij lezen groep 4. Doelen eind groep 4 Vrij lezen groep 4 Doelen eind groep 4 Leerlingen hebben plezier in voorgelezen worden hebben plezier in lezen en voorlezen hebben belangstelling voor verhalende teksten (waaronder poëzie) en informatieve

Nadere informatie

Quickscan taal- en leesonderwijs

Quickscan taal- en leesonderwijs Quickscan taal- en leesonderwijs Gegevens school Naam school Adres school Plaats Telefoon e-mail Datum invulling Ingevuld door Functie invuller directie IB-er RT-er taal/leescoördinator leerkracht gr:

Nadere informatie

Rol van de interne begeleider in effectief leesonderwijs (basisonderwijs)

Rol van de interne begeleider in effectief leesonderwijs (basisonderwijs) 36 Bijlage 5 Rol van de interne begeleider in effectief leesonderwijs (basisonderwijs) De schoolleider en de interne begeleider geven samen leiding aan het borgen van het leesonderwijs. Beiden hebben hierin

Nadere informatie

Hier een korte samenvatting over de verschillende lessen in deze groep.

Hier een korte samenvatting over de verschillende lessen in deze groep. INFORMATIE OVER GROEP 3 Uw kind zit in groep 3, maar wat doet het toch de hele dag? Hier een korte samenvatting over de verschillende lessen in deze groep. VEILIG LEREN LEZEN Dit is de methode die we in

Nadere informatie

VOORTGEZET TECHNISCH LEZEN Lekker Lezen

VOORTGEZET TECHNISCH LEZEN Lekker Lezen VOORTGEZET TECHNISCH LEZEN Lekker Lezen Praktische handvatten voor het taallees- en rekenonderwijs zoals deze Kwaliteits zijn te vinden op www.taalpilots.nl en www.rekenpilots.nl. De rubriek implementatiekoffer

Nadere informatie

In dit vlot leesbaar boek vertaalt Kees Vernooy recente bevindingen uit de leeswetenschappen naar de onderwijspraktijk.

In dit vlot leesbaar boek vertaalt Kees Vernooy recente bevindingen uit de leeswetenschappen naar de onderwijspraktijk. Deze tekst is auteursrechterlijk beschermd Boek : Effectief omgaan met risicolezers Auteur : Dr. Kees Vernooy 2006, CPS www.cps.nl Bespreker : Els Van Doorslaer Datum : februari 2007 1. In een notendop

Nadere informatie

kt! 2 Leren lezen en spellen, een aanpak periode in groep 3 en de hogere

kt! 2 Leren lezen en spellen, een aanpak periode in groep 3 en de hogere Leren lezen en spellen, een aanpak kt! 2 In het vorige artikel- Instructie werkt! (r), opgenomen in Praxis~ bulletin, nummer 7 - zijn een " aantal algemene tips beschreven én speciale tips voor de klankzuiuere

Nadere informatie

8-10-2015. Nationaal congres Taal en Lezen. 15 oktober 2015 Toetsen. Contactgegevens

8-10-2015. Nationaal congres Taal en Lezen. 15 oktober 2015 Toetsen. Contactgegevens Nationaal congres Taal en Lezen 15 oktober 2015 Toetsen WWW.CPS.NL Contactgegevens Willem Rosier w.rosier@cps.nl 06 55 898 653 Wat betekent dit voor het meten van de 21ste eeuwse taalvaardigheden? We hebben

Nadere informatie

Dyslexiebeleid CBS De Springplank 2014-2015

Dyslexiebeleid CBS De Springplank 2014-2015 Dyslexiebeleid CBS De Springplank 2014-2015 Dyslexie onderzoek De resultaten van alle leerlingen worden door de intern begeleiders gevolgd. Wanneer een leerling drie keer achtereenvolgend een E scores

Nadere informatie

Checklist Begrijpend lezen en woordenschat Curriculum Nederlands ? - + +

Checklist Begrijpend lezen en woordenschat Curriculum Nederlands ? - + + Checklist Begrijpend lezen en woordenschat Curriculum Nederlands? - + + De gebruikte methoden stellen duidelijke (toetsbare) doelen en leerlijnen voor begrijpend lezen. Zwakke lezers krijgen een aanvullend

Nadere informatie

VOORTGEZET TECHNISCH LEZEN Goed Gelezen versie 2

VOORTGEZET TECHNISCH LEZEN Goed Gelezen versie 2 VOORTGEZET TECHNISCH LEZEN Goed Gelezen versie 2 Praktische handvatten voor het taallees- en rekenonderwijs zoals deze Kwaliteits zijn te vinden op www.taalpilots.nl en www.rekenpilots.nl. De rubriek implementatiekoffer

Nadere informatie

GEMEENSCHAPPELIJKE VISIEONTWIKKELING OP LEESONDERWIJS

GEMEENSCHAPPELIJKE VISIEONTWIKKELING OP LEESONDERWIJS AANSLUITING PO-VO ONTWIKKELING/ DIFFERENTIATIE GEMEENSCHAPPELIJKE VISIEONTWIKKELING OP LEESONDERWIJS Dit document bevat de procesbeschrijving van de leergemeenschap taal uit de ketenverbinding van Openbaar

Nadere informatie

Automatisering van het lezen op woordniveau

Automatisering van het lezen op woordniveau Protocol Leesproblemen en Dyslexie toetskalender voor groep 3 expertisecentrum nederlands 3 algemene toelichting Momenteel werkt het Expertisecentrum Nederlands aan een herziening van de Protocollen Leesproblemen

Nadere informatie

Handleiding ouderportaal Parnassys

Handleiding ouderportaal Parnassys Handleiding ouderportaal Parnassys Inleiding Als team van de Sint Jozefbasisschool vinden wij openheid naar ouders belangrijk. Tijdens de oriëntatie op een nieuw leerlingvolgsysteem hebben wij bewust gekeken

Nadere informatie

Passend onderwijs Verdieping Ontwikkelingsperspectief & Technisch lezen 26-11-2014

Passend onderwijs Verdieping Ontwikkelingsperspectief & Technisch lezen 26-11-2014 Passend onderwijs Verdieping Ontwikkelingsperspectief & Technisch lezen 26-11-2014 Annemarie Vink avink@hetabc.nl Dianne Roerdink droerdink@hetabc.nl Technisch lezen 8-10-2014 www.hetabc.nl 2 Programma

Nadere informatie

Leesontwikkeling op de Casimirschool

Leesontwikkeling op de Casimirschool Leesontwikkeling op de Casimirschool Waarom veel aandacht voor leesontwikkeling? Als kinderen lezen worden allerlei onderdelen van het brein aangesproken Veel aandacht voor leesontwikkeling 1. Als kinderen

Nadere informatie

Inhoud. Inleiding 9. 5 Planning 83 5.1 Leerdoelen en persoonlijke doelen 84 5.2 Het ontwerpen van het leerproces 87 5.3 Planning in de tijd 89

Inhoud. Inleiding 9. 5 Planning 83 5.1 Leerdoelen en persoonlijke doelen 84 5.2 Het ontwerpen van het leerproces 87 5.3 Planning in de tijd 89 Inhoud Inleiding 9 1 Zelfsturend leren 13 1.1 Zelfsturing 13 1.2 Leren 16 1.3 Leeractiviteiten 19 1.4 Sturingsactiviteiten 22 1.5 Aspecten van zelfsturing 25 1.6 Leerproces vastleggen 30 2 Oriëntatie op

Nadere informatie

Protocol. verlengen - doubleren - versnellen

Protocol. verlengen - doubleren - versnellen Protocol verlengen - doubleren - versnellen 0 Protocol verlengen - doubleren - versnellen Vooraf In de wet op het onderwijstoezicht wordt gesteld dat het onderwijs afgestemd moet worden op de voortgang

Nadere informatie

Toelichting bij het rapport van groep 3 t/m 8

Toelichting bij het rapport van groep 3 t/m 8 Toelichting bij het rapport van groep 3 t/m 8 De volgende items vindt u terug in de rapporten van alle groepen 3 t/m 8 De cognitieve vakken zijn per groep aangegeven. SOCIALE VAARDIGHEDEN WERKHOUIDNG CITO-LOVS

Nadere informatie

Model om schoolse taalvaardigheden te observeren en te reflecteren

Model om schoolse taalvaardigheden te observeren en te reflecteren 1 Bijlage 1: Model om schoolse taalvaardigheden te observeren en te reflecteren Als een leraar op zoek is naar een mogelijk instrument om schoolse taalvaardigheid bij zijn leerlingen te observeren, dan

Nadere informatie

SLO-kerndoelanalyse Alles-in-1/Alles apart. Uitgeverij Alles-in-1

SLO-kerndoelanalyse Alles-in-1/Alles apart. Uitgeverij Alles-in-1 SLO-kerndoelanalyse Alles-in-1/Alles apart Uitgeverij Alles-in-1 Stichting leerplanontwikkeling (SLO), Enschede 2 maart 2010 Alle rechten voorbehouden. Mits de bron wordt vermeld is het toegestaan om zonder

Nadere informatie

SLO-kerndoelanalyse Alles-in-1/Alles apart. Uitgeverij Alles-in-1

SLO-kerndoelanalyse Alles-in-1/Alles apart. Uitgeverij Alles-in-1 SLO-kerndoelanalyse Alles-in-1/Alles apart Uitgeverij Alles-in-1 Stichting leerplanontwikkeling (SLO), Enschede 2 maart 2010 Alle rechten voorbehouden. Mits de bron wordt vermeld is het toegestaan om zonder

Nadere informatie

Taal in beeld/ Spelling in beeld (tweede versie) Kerndoelanalyse SLO

Taal in beeld/ Spelling in beeld (tweede versie) Kerndoelanalyse SLO Taal in beeld/ Spelling in beeld (tweede versie) Kerndoelanalyse SLO Oktober 2015 Verantwoording 2015 SLO (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling), Enschede Mits de bron wordt vermeld, is het

Nadere informatie

Nationaal Congres Taal en lezen. 13 oktober De rol van de goede tekst in relatie tot leesmotivatie. Bianca Lammers

Nationaal Congres Taal en lezen. 13 oktober De rol van de goede tekst in relatie tot leesmotivatie. Bianca Lammers Nationaal Congres Taal en lezen 13 oktober 2016 De rol van de goede tekst in relatie tot leesmotivatie Bianca Lammers WWW.CPS.NL Contactgegevens Bianca Lammers b.lammers@cps.nl 06 29502901 Lezen is heerlijk

Nadere informatie

Samenvatting. De lat omhoog. 2012, 2013 en 2014. Technisch- en Begrijpend lezen. Woordenschat. Spelling. Rekenen

Samenvatting. De lat omhoog. 2012, 2013 en 2014. Technisch- en Begrijpend lezen. Woordenschat. Spelling. Rekenen 1 Samenvatting De lat omhoog 2012, 2013 en 2014 Technisch- en Begrijpend lezen Woordenschat Spelling Rekenen 2 Inleiding Voor het derde achtereenvolgende jaar zijn de onderwijsopbrengsten van de Cito-lovs

Nadere informatie

Planmatig werken in groep 1&2 Werken met groepsplannen. Lunteren, maart 2011 Yvonne Leenders & Mariët Förrer

Planmatig werken in groep 1&2 Werken met groepsplannen. Lunteren, maart 2011 Yvonne Leenders & Mariët Förrer Planmatig werken in groep 1&2 Werken met groepsplannen Lunteren, maart 2011 Yvonne Leenders & Mariët Förrer Masterclass Waarom, waarvoor, hoe? Verdieping m.b.t. taalontwikkeling en werken met groepsplannen

Nadere informatie

Vlaamse versie Cito leerlingvolgsysteem voor taal

Vlaamse versie Cito leerlingvolgsysteem voor taal Vlaamse versie Cito leerlingvolgsysteem voor taal Het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, departement Onderwijs stelt een leerlingvolgsysteem ter beschikking, gebaseerd op het CITO leerlingvolgsysteem.

Nadere informatie

Connect in de groep? Achtergronden Connect Hoe moet dat in de groep? Anneke Smits Tom Braams

Connect in de groep? Achtergronden Connect Hoe moet dat in de groep? Anneke Smits Tom Braams Connect in de groep? Achtergronden Connect Hoe moet dat in de groep? Drs. Sonja Hotho-Toppers, Seminarium voor Orthopedagogiek Drs. Herman Hotho, remedial teacher o.b.s. De Elsweiden Anneke Smits Tom Braams

Nadere informatie

Het flexibel inzetten van de taalmethode heeft te maken met de functie van taal.

Het flexibel inzetten van de taalmethode heeft te maken met de functie van taal. Taal: vakspecifieke toelichting en tips Taalverwerving en -onderwijs verlopen als het ware in cirkels: het gaat vaak om dezelfde inhouden, maar de complexiteit en de mate van beheersing nemen toe. Anders

Nadere informatie

Sinemiddag Verdiepend lezem. 30 maart 2016 Plezier beleven aan leren en lezen

Sinemiddag Verdiepend lezem. 30 maart 2016 Plezier beleven aan leren en lezen Sinemiddag Verdiepend lezem 30 maart 2016 Plezier beleven aan leren en lezen WWW.CPS.NL Contactgegevens Bianca Lammers b.lammers@cps.nl 06 29502901 Lezen is heerlijk Het kan heerlijk wezen om een boek

Nadere informatie

Beoordelingsinstrument Digitale Leermiddelen Taalonderwijs

Beoordelingsinstrument Digitale Leermiddelen Taalonderwijs kennisnet.nl Beoordelingsinstrument Digitale Leermiddelen Taalonderwijs Op de volgende pagina s treft u het beoordelingsinstrument Digitale Leermiddelen Taalonderwijs. Het instrument is ingedeeld in acht

Nadere informatie

Huiswerkprotocol Mattheusschool

Huiswerkprotocol Mattheusschool Huiswerkprotocol Mattheusschool De Mattheusschool geeft huiswerk aan onze leerlingen vanaf groep 3. Dit huiswerk past in onze visie dat de omgeving steeds meer eisen aan de kinderen stelt naarmate ze ouder

Nadere informatie

Taalconferentie Hoera! Lezen. In gesprek met de inspectie. Programma. Uw beeld. Marja de Boer

Taalconferentie Hoera! Lezen. In gesprek met de inspectie. Programma. Uw beeld. Marja de Boer Taalconferentie Hoera! Lezen Kansen en uitdagingen voor begrijpend lezen In gesprek met de inspectie Marja de Boer Programma Hoe beoordeelt de inspectie kwaliteit onderwijs BL? Uw beeld Een aantal misvattingen

Nadere informatie

toetsen van Veilig Leren lezen en Estafette. groepen 1 2 LOVS Cito Taal voor Goed lees en spellingsonderwijs in de groepen 3 tot en met 8

toetsen van Veilig Leren lezen en Estafette. groepen 1 2 LOVS Cito Taal voor Goed lees en spellingsonderwijs in de groepen 3 tot en met 8 onderwijs en zorgarrrangement op De Wilgen uitgevoerd door meetinstrumenten Zorgniveau 1 = basisarrangenment Zorgniveau 1 Leerkracht Methodegebonden Gestructureerde stimulering van beginnende geletterdheid

Nadere informatie

VCLB De Wissel - Antwerpen

VCLB De Wissel - Antwerpen VCLB De Wissel - Antwerpen Vrij Centrum voor Leerlingenbegeleiding LEERLIJN LEZEN Of Hoe kunnen we voorkomen dat veel kinderen leesmoeilijkheden krijgen? Elke leerkracht, ouder en kind weet dat lezen de

Nadere informatie

TAAL EN LEESMETHODEN Begrijpend Lezen Goed Gelezen

TAAL EN LEESMETHODEN Begrijpend Lezen Goed Gelezen TAAL EN LEESMETHODEN Begrijpend Lezen Goed Gelezen Praktische handvatten voor het taallees- en rekenonderwijs zoals deze methode zijn te vinden op www.taalpilots.nl en www.rekenpilots.nl. De rubriek implementatiekoffer

Nadere informatie

Staal. Kerndoelanalyse SLO

Staal. Kerndoelanalyse SLO Staal Kerndoelanalyse SLO oktober 2014 Verantwoording 2014SLO (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling), Enschede Mits de bron wordt vermeld, is het toegestaan zonder voorafgaande toestemming van

Nadere informatie

Week 12: 20 t/m 24 maart Bidden, Lucas 11:1-13 De vogels in de hemel, Lucas 12:22-34 De gelijkenis van de verontschuldigingen, Lucas 14:15-24

Week 12: 20 t/m 24 maart Bidden, Lucas 11:1-13 De vogels in de hemel, Lucas 12:22-34 De gelijkenis van de verontschuldigingen, Lucas 14:15-24 Praompraot Nieuwsbrief CBS de Praom, Zwartemeer 30 e jaargang nr.26 donderdag 16 maart 2017, week 11 Algemene informatie 22 maart Gastles jeugdcriminaliteit Halt groep 7/8 27 maart Luizencontrole 6 april

Nadere informatie

Protocol doubleren en versnellen

Protocol doubleren en versnellen CBS Merula email: info@merula.nl, website: www.merula.nl Bloemendaele 4, 3218 XA Heenvliet tel.: 0181-662551 fax.: 0181-665617 Protocol doubleren en versnellen CBS Merula is één van de scholen van www.vcodekring.nl

Nadere informatie

SCHAKELKLASSEN EN EFFECTIEF LEESONDERWIJS

SCHAKELKLASSEN EN EFFECTIEF LEESONDERWIJS SCHAKELKLASSEN EN EFFECTIEF LEESONDERWIJS Dr. Kees Vernooy (CPS) Den Haag, 15 juni 2006 Michelangelo Het grootste gevaar voor de meeste van ons is niet dat ons doel te hoog is en we het daardoor niet zullen

Nadere informatie

Het schoolbeleid ten aanzien van doubleren

Het schoolbeleid ten aanzien van doubleren Het schoolbeleid ten aanzien van doubleren Inleiding Doubleren op de Wiekslag kan worden omschreven als: Een proces waarbij in de groepen 1 t/m 4 een situatie is ontstaan, waarbij de ontwikkeling van een

Nadere informatie

Tips bij het bestellen van nieuwe boeken

Tips bij het bestellen van nieuwe boeken Tips bij het bestellen van nieuwe boeken Versie: juni 2015 Leidseveer 2, 3511 SB Utrecht Telefoon: 088-999 0 444 Email: info@snappet.org Nieuwe methode aanschaffen? Dat kan nu veel voordeliger. Snappet

Nadere informatie

2011 SLO (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling), Enschede

2011 SLO (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling), Enschede Taalfontein Kerndoelanalyse SLO Juli 2011 Verantwoording 2011 SLO (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling), Enschede Alle rechten voorbehouden. Mits de bron wordt vermeld is het toegestaan om

Nadere informatie

Planmatig samenwerken met ouders

Planmatig samenwerken met ouders Ouderparticipatie Team Planmatig samenwerken met ouders Samen vooruit! Tamara Wally Tamara Wally (MSc.) is werkzaam bij de CED- Groep. Ze werkte mee aan de publicatie Samen vooruit, over planmatig werken

Nadere informatie

Protocol leesproblemen en dyslexie

Protocol leesproblemen en dyslexie 1 KC Den Krommen Hoek Protocol leesproblemen en dyslexie Verantwoording: Het protocol leesproblemen en dyslexie van kindcentrum Den Krommen Hoek is opgesteld op basis van het Protocol Leesproblemen en

Nadere informatie

Lisbo Begrijpend Lezen

Lisbo Begrijpend Lezen Wat en waarom Lisbo Begrijpend Lezen Begrijpend lezen op de Tine Marcusschool Technisch lezen op orde Verzoek CPS mee te doen aan Lisbo-BL 9 SBO-scholen + 1 school cluster 2 (ESM) Binnen het taal-leesverbetertraject

Nadere informatie

Leerjaar 1 en 2 vmbo-g/t. Doelen Leerdoelen technisch lezen eind leerjaar 2

Leerjaar 1 en 2 vmbo-g/t. Doelen Leerdoelen technisch lezen eind leerjaar 2 Leerjaar 1 en 2 vmbo-g/t Doelen Leerdoelen technisch lezen eind leerjaar 2 Alle leerlingen beheersen AVI-plus Leerlingen lezen vlot woorden, zinnen en teksten vanaf niveau 1F Leerlingen richten zich op

Nadere informatie

VOORTGEZET TECHNISCH LEZEN Estafette

VOORTGEZET TECHNISCH LEZEN Estafette VOORTGEZET TECHNISCH LEZEN Estafette Praktische handvatten voor het taallees- en rekenonderwijs zoals deze Kwaliteits zijn te vinden op www.taalpilots.nl en www.rekenpilots.nl. De rubriek implementatiekoffer

Nadere informatie

Document vertellen en presenteren voor de groepen 1, 2, 3 en 4. Doelen van vertellen en presenteren in groep 1 en 2:

Document vertellen en presenteren voor de groepen 1, 2, 3 en 4. Doelen van vertellen en presenteren in groep 1 en 2: Document vertellen en presenteren voor de groepen 1, 2, 3 en 4 Doelen van vertellen en presenteren in groep 1 en 2: Leerlingen raken vertrouwd met het presenteren voor een groep Leerlingen raken vertrouwd

Nadere informatie

Vertel eens - aanpak van Aidan Chambers

Vertel eens - aanpak van Aidan Chambers Vertel eens - aanpak van Aidan Chambers bijlage 6 2 Theorie Aidan Chambers wil met de Vertel eens-aanpak kinderen helpen goed te praten over wat zij hebben gelezen en goed naar elkaar te leren luisteren.

Nadere informatie

Afstudeer werkstuk: Lezen. Afstudeerwerkstuk: Lezen

Afstudeer werkstuk: Lezen. Afstudeerwerkstuk: Lezen Debbie Bakker 2011 Afstudeer werkstuk: Lezen. Afstudeerwerkstuk: Lezen Zijn informatieboekjes in te zetten in het leesonderwijs van groep 6 van de Kamperfoelieschool? Afstudeerwerkstuk: Lezen Blaricum,

Nadere informatie

Verslag opbrengsten technisch lezen

Verslag opbrengsten technisch lezen Verslag opbrengsten technisch lezen SWV Waterland (Groepen 3, 4 en 5 2008 2009) Chruf van Kempen Inhoudsopgave: INHOUDSOPGAVE:... 2 INLEIDING:... 3 WAAROM D.M.T. EN AVI?... 3 DE BETROUWBAARHEID VAN CIJFERS:...

Nadere informatie

Energie: hoe duurzaam is jouw school? Esther van der Meer. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. http://maken.wikiwijs.

Energie: hoe duurzaam is jouw school? Esther van der Meer. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. http://maken.wikiwijs. Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Esther van der Meer 05 June 2013 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/31896 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijsleermiddelenplein.

Nadere informatie

lezen als de basis van leren

lezen als de basis van leren lezen als de basis van leren Lezen is een van de belangrijkste vaardigheden die we in ons leven leren. Door te lezen doen we nieuwe kennis op, kunnen we ons ontspannen en de wereld om ons heen beter begrijpen.

Nadere informatie