Richtlijnen milieueffectrapportage. Plan-MER voor het geïntegreerd kustveiligheidsplan

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Richtlijnen milieueffectrapportage. Plan-MER voor het geïntegreerd kustveiligheidsplan"

Transcriptie

1 Vlaamse Overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid, Dienst Mer Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20, bus 8, 1000 BRUSSEL tel: 02/ fax: 02/ Richtlijnen milieueffectrapportage Plan-MER voor het geïntegreerd kustveiligheidsplan Agentschap Maritieme dienstverlening en Kust Afdeling Kust 10 december 2009 PLMER-0099-RL

2 1. Inleiding De Vlaamse overheid (Agentschap Maritieme dienstverlening en Kust, Afdeling Kust) laat een planmilieueffectrapport opmaken om de milieueffecten van het Geïntegreerd Kustveiligheidsplan te onderzoeken. Het plan bestaat uit een reeks maatregelen die erop gericht zijn de zeewering te versterken en te verbeteren en zo de veiligheid tegen overstromingen van de Vlaamse kust 1 te garanderen. Het plangebied strekt zich uit over de 10 kustgemeenten: De Panne, Koksijde, Nieuwpoort, Middelkerke, Oostende, Bredene, De Haan, Blankenberge, Brugge en Knokke-Heist. Het plan heeft een planhorizon in het jaar 2050 en houdt daarbij rekening met de zeespiegelstijging die in de tussenliggende periode kan optreden. Het voorgenomen plan, is niet plan-mer-plichtig in het kader van titel IV van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (B.S. 3 juni 1995), zoals herhaaldelijk gewijzigd, en artikel 36ter van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu (B.S. 10 januari 1998), zoals herhaaldelijk gewijzigd (hierna plan-m.e.r.-decreet). Het plan valt niet onder het toepassingsgebied van het planm.e.r.-decreet, zoals gesteld op p.12 van de kennisgeving. Het Geïntegreerd Kustveiligheidsplan wordt kort vermeld in de Beleidsnota Openbare Werken , maar wordt niet voorgeschreven op grond van decretale of bestuursrechterlijke bepalingen. De initiatiefnemer wenst echter via het plan-m.e.r.-proces het Geïntegreerd Kustveiligheidsplan te laten beoordelen op mogelijke milieueffecten in functie van een breed gedragen en goed onderbouwde besluitvorming. Het plan-mer dient bijgevolg beschouwd te worden als een vrijwillig plan-mer. De initiatiefnemer van dit plan is Agentschap Maritieme dienstverlening en Kust, afdeling Kust, Vrijhavenstraat 3, 8400 Oostende. Het kennisgevingsdossier is door de Dienst Mer van de Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid volledig verklaard op 19 augustus De ter inzage legging liep van 24 augustus 2009 tot en met 23 september Het kennisgevingsdossier was gedurende de ter inzage legging te raadplegen op de gemeentehuizen van de tien kustgemeentes 2, bij de initiatiefnemer (Agentschap Maritieme dienstverlening en Kust - Afdeling Kust, Vrijhavenstraat 3, 8400 Oostende), bij de Dienst Mer te Brussel en op de webstek van de Dienst Mer. Dit werd aangekondigd via de website van de Dienst Mer en via de krant Het Laatste Nieuws editie Westkust + Oostkust. Parallel aan de ter inzage legging werden de adviezen bij de administraties en openbare besturen gevraagd. De ontvangen adviezen en inspraakreacties zijn behandeld op de bespreking van de ontwerprichtlijnen op 27 oktober In de kennisgeving wordt aangegeven dat er mogelijk grensoverschrijdende effecten verwacht worden. Gezien de ligging van het plan werden zowel de betrokken administraties in Frankrijk (Préfet de Région Nord-Pas-de-Calais en Direction Régionale de l Environment Nord-Pas-de-Calais), Nederland (VROM, provincie Zeeland en gemeente Sluis) als het federale niveau (FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu) op 1 Voor Oostende Centrum en voor het Zwin worden via aparte studietrajecten (dus niet in deze plan-mer) de noodzakelijke maatregelen bepaald. De maatregelen voor alle kustzones samen zullen wel vertaald worden in één Masterplan voor de Vlaamse Kust. 2 De Panne, Koksijde, Nieuwpoort, Middelkerke, Oostende, Bredene, De Haan, Blankenberge, Brugge en Knokke-Heist. Dienst Mer - Richtlijnen 2/17

3 de hoogte gebracht en gevraagd na te gaan of er (gewest)grensoverschrijdende effecten te verwachten waren. Tot op de datum van de beslissing van deze richtlijnen werden geen reacties ontvangen. Deze richtlijnen zijn opgesteld door de Dienst Mer en hebben betrekking op de inhoudsafbakening van het MER. Ontvangen inspraakreacties en adviezen worden hierin meegenomen (zie bijlagen). De inspraakreacties hadden voornamelijk betrekking op het alternatievenonderzoek (o.a over de keuze van aandachtszones en de opname van bouwstenen). Een aantal inspraakreacties kunnen niet ingevuld worden in het plan-mer omdat deze opmerkingen zich niet situeren op het schaalniveau van een plan-mer. Reacties en adviezen die handelen over de aanlegfase (bvb aanvoer materiaal per schip of via de weg) of betrekking hebben op de ontwerp- en projectfase zijn niet meegenomen voorzover deze niet leiden tot aanzienlijke of permanente effecten. 2. Vorm en presentatie Met betrekking tot de vorm en presentatie vraagt de Dienst Mer om: recent kaartmateriaal te gebruiken voorzien van een duidelijke bronvermelding, schaalaanduiding, noordpijl en legende; het kaartmateriaal zodanig te presenteren dat het van goede kwaliteit is, m.n. overzichtelijk, duidelijk, bruikbaar (voldoende detailniveau), hanteerbaar (bij voorkeur A4, maximaal A3) en gemakkelijk begrijpbaar, ook voor een niet-deskundige; een verklarende woordenlijst, afkortingenlijst, lijst van figuren, lijst van tabellen en literatuurlijst bij het rapport op te nemen; achtergrondinformatie in de bijlagen op te nemen; de handtekening van de erkende deskundigen en de initiatiefnemer van het MER op te nemen in het plan-mer. 3. Doelstelling, verantwoording en besluitvorming De doelstelling van het Geïntegreerd Kustveiligheidsplan is voldoende veiligheid tegen overstromingen vanuit de zee te bieden voor de volledige 3 Vlaamse Kust. Primair doel van het kustveiligheidsplan is het veilig stellen van de eerste zeewering, dit is de meest zeewaartse kustbescherming. De eerste zeewering bestaat uit dijken, strand en duinen, en voor de havens nog uit kaaien, sluizen en stuwen. De kennisgeving stelt dat het kustveiligheidsplan primair gericht is op het garanderen van voldoende veiligheid tegen overstromingen. Het uitwerken van een visie op en een plan voor de hele kust, waarbij diverse sectoren betrokken worden, kan de mogelijkheid bieden verschillende belangen te bundelen, en maatregelen of projecten te ontwikkelen waarbij kustveiligheid slechts een onderdeel is. Het nut hiervan wordt niet in vraag gesteld, maar deze benadering wordt, gezien de urgentie met betrekking tot kustveiligheid, op dit moment niet gevolgd in het kustveiligheidsplan. Gelet op bovenstaande werden vanuit de inspraak vragen gesteld omtrent het al dan niet geïntegreerd zijn van het voorliggende plan daar het plan, volgens deze reacties, te weinig rekening houdt met toerisme, recreatie en natuur. Het MER zal dit verduidelijken. 3 Uitgezonderd voor Oostende Centrum en voor het Zwin. Dienst Mer - Richtlijnen 3/17

4 Niettegenstaande het primair doel van het plan veiligheid is, dient in het MER voor elk alternatief de potenties/meerwaarde/risico s voor andere doelstellingen dan de kustverdediging weergegeven te worden. De maatregelen die nu genomen worden om de aandachtszones te beveiligen, zullen al dan niet een invloed uitoefenen op later te nemen maatregelen (na 2050). Het kustveiligheidsplan zal echter trachten geen hypotheek te leggen op nieuwe en/of toekomstige visies voor de kust, die op langere termijn ontwikkeld zullen worden. Naast het opstellen van het plan-mer zal ook een MKBA (maatschappelijke kosten-baten analyse) opgemaakt worden. Op basis van het plan-mer en de MKBA zal het beleid een beslissing nemen met betrekking tot de meest aangewezen maatregelen (Masterplan Kustveiligheid). 4. Voorgenomen plan en alternatieven Om de locaties te bepalen waar de veiligheid tegen overstromingen onvoldoende wordt geacht en waar bijgevolg maatregelen nodig zijn, werd een studie uitgevoerd (IMDC, 2008). Naast deze veiligheidstoetsing 4 werd ook een risicoberekening uitgevoerd door het Waterbouwkundig Laboratorium waarbij voor stormen met verschillende maximale waterstanden werd nagegaan hoeveel schade en slachtoffers er verwacht kunnen worden. Op basis van deze veiligheidstoetsing en de risicoberekening werden de aandachtszones afgebakend. Beide studies hebben geleid tot 2 normen, namelijk norm 1: minimale problemen bij stormen met een terugkeerperiode 1000 jaar en norm 2: beperken van het risico op grote economische schade en slachtoffers. Het MER zal een toelichting opnemen over de criteria voor het afbakenen van deze zones en deze werkwijze verantwoorden. Zo wordt in een inspraakreactie opgemerkt dat voor de veiligheidstoetsing bijvoorbeeld uitgegaan wordt van de eerste veiligheidslijn. Het trekken van een contourlijn langs de voorgevels van de voorste bebouwing leidt tot een springerig verloop, dat niet steeds overeenkomt met het fysische proces van duinafslag, stranderosie en golfoverslag. Bovendien zal bij het toepassen van deze werkwijze, het voorste bewoonde gebouw bepalen wat er nodig zal zijn. Voor bijvoorbeeld het casino in Middelkerke, waarvoor een lager veiligheidsniveau zou kunnen gelden dan 1/1000 jaar, kan dit leiden tot vertekende inzichten. Afdeling Kust merkt echter op dat er geen specifieke maatregelen voor het casino zelf voorzien zijn maar wel voor de omliggende bewoning. Bewoning wordt steeds beschermd, niet permanent bewoonde gebouwen zoals een scoutslokaal, een casino of een camping zullen niet specifiek beschermd worden. Het is van belang dat op een voldoende kritische wijze wordt gekeken naar de bestaande voorste bebouwing bij het ontwikkelen van de diverse versterkingsopties. Het MER dient te motiveren waarom sommige secties als veilig beschouwd worden en andere als onveilig. Er dient gedefinieerd te worden wat een hoog of laag risico betekent, zoals 4 De veiligheidstoetsing werd uitgevoerd voor de eerste veiligheidslijn van de volledige Vlaamse Kust. Deze veiligheidslijn is een ononderbroken lijn van De Panne tot aan de Nederlandse grens en wordt gedefinieerd als de meest zeewaartse grens van de bewoning, of in onbewoonde gebieden, door de hoogtelijn van 7 m TAW of 8 m TAW, naargelang het om een toetsing betreft aan een (maatgevende) storm met een kans op voorkomen van één op duizend dan wel één op vierduizend jaar. Dienst Mer - Richtlijnen 4/17

5 vermeld in 5.2 van de kennisgeving. Zo kan er vastgesteld worden dat bijvoorbeeld een veilige sectie soms omringd kan zijn door onveilige secties. Het is daarom van belang dat het MER duidelijk aangeeft waarom of wanneer een bepaalde drempelwaarde inzake veiligheid wordt overschreven voor een bepaalde sectie 5. In de volledig verklaarde kennisgeving wordt gesteld dat voor het Zwin (secties ) en voor Oostende Centrum (secties ) reeds een milieueffectrapport is/wordt opgesteld. Het MER zal, naast de correcte referenties van deze rapporten, ook de conclusies (aangaande de kustveiligheid) opnemen. De kennisgeving stelt dat het plan een planhorizon heeft in het jaar 2050 en rekening houdt met de zeespiegelstijging die in de tussenliggende periode kan optreden. Het MER dient de keuze van deze planhorizon en het vooropgestelde veiligheidsniveau 6 beter te motiveren. Het MER zal tevens verduidelijken welke scenario s (vb. volgens het IPCC, UNEP, ) inzake zeespiegelrijzing worden meegenomen en op welke wijze rekening gehouden werd met deze scenario s 7 bij de uitwerking van de bouwstenen. Om na te gaan welke mogelijke maatregelen kunnen genomen worden om de kust de nodige veiligheid te geven, werd een studie Mogelijke oplossingen kustverdediging (IMDC 2009) uitgevoerd. De op basis van deze studie geselecteerde maatregelen of bouwstenen worden beschreven in 8.1 van de kennisgeving. Er wordt hierbij een onderscheid gemaakt tussen drie typeomgevingen (badplaatsen, duinen en havens) om een aantal specifieke kustbeschermingsmaatregelen te nemen. De niet-geselecteerde bouwstenen zijn weergegeven in tabel 8-1 en bijlage C van de kennisgeving. Betreffende het niet selecteren van bepaalde bouwstenen kwamen vanuit de inspraak verschillende reacties: geulwandsuppletie: de kansrijkheid wordt in de kennisgeving als relatief groot bestempeld, maar toch wordt de bouwsteen voorlopig niet geselecteerd gezien deze zich in een nog experimentele fase bevindt. zandmotor: de slaagkans wordt als klein bestempeld, terwijl de Provincie Zuid-Holland, volgens bepaalde inspraakreacties, de slaagkansen voor een flexibele kustontwikkeling wel hoog inschat en dat dit project (als proefproject) volgend jaar in uitvoering gaat in Ter Heijde (NL). 5 Zo heeft de gemeente Knokke-Heist volgende bedenking: Sectie 238 in de zone Knokke-Zoute wordt verondersteld veilig te zijn, terwijl het volledig omringd is door een reeks aandachtszones (secties en ). In de zone Duinbergen is enkel sectie 225 een aandachtszone wegens het vooruit springen van de zee met een smaller strand als gevolg en dit terwijl de omliggende secties 224 en 226 zich, althans gedeeltelijk, in dezelfde situatie bevinden. Een storm zal toch niet stoppen aan een arbitrair gekozen sectiegrens. In het plan- MER ontbreekt een duidelijke motivering waarom secties 224, 226 en 238 niet als aandachtzone worden beschouwd. 6 Vanuit de inspraak werd bijvoorbeeld geopperd om het vooropgestelde veiligheidsniveau op te trekken om zo een eventuele versnelling van de stijging van de zeespiegel en een toename van het aantal superstormen te voorzien. 7 De provincie West-Vlaanderen stelt hieromtrent volgende vragen: Er wordt gesproken van 7m TAW als een duizendjarige storm, en 8m TAW als een vierduizendjarige storm. Daarnaast wordt gemeld dat rekening gehouden wordt met een zeespiegelstijging van 30 cm tegen a) wil dit zeggen dat 7,3 TAW en 8,3 TAW als resp jarig en 4000-jarig dienen beschouwd te worden? b) graag enige duiding bij de aanname van 30cm zeespiegelstijging tegen Is dit een pessimistische of optimistische inschatting? Dienst Mer - Richtlijnen 5/17

6 duin voor dijk, dijk in duin en vooroeversuppleties: duidelijke argumenten waarom deze maatregelen niet weerhouden zijn, terwijl ze zogenaamd economisch en/of ecologisch voordeel kunnen opleveren, ontbreken. Vlaamse Baaien 2100 veilig, natuurlijk, aantrekkelijk, duurzaam en ontwikkeld : vanwege het urgente karakter van de veiligheid wordt deze maatregel niet verder onderzocht. Dit wordt betreurd in een aantal inspraakreacties. aanleg tweede duinengordel: in het Alterrarapport 8 en tijdens de CLIMAR-workshop (4 december 2008) werd o.a. de aanleg van een tweede duinengordel als een mogelijk (innovatief) voorstel aangebracht. Er wordt dan ook de vraag gesteld of reeds alle relevante alternatieven (bouwstenen) werden beschouwd. vanuit de inspraak wordt tevens de vraag gesteld of de zeespiegelstijging met de daarbij gepaard gaande veranderende bewegingen van getijden en getijdenstromingen, samen met de beoogde werken, ook geen opportuniteiten inhouden voor het genereren van energie of andere economische activiteiten (bv. piscicultuur). Algemeen kan geconcludeerd worden dat de motivatie voor het niet weerhouden van een aantal bouwstenen onvoldoende is. Tevens wordt opgemerkt dat het mogelijk is dat het hoofddoel van deze bouwstenen niet het verhogen van de kustveiligheid is, maar dat de uitvoering ervan (in het kader van andere kustgerelateerde projecten) wel een significant positief effect op de kustveiligheid zou kunnen hebben. Verder dient opgemerkt dat een motivatie enkel op basis van economische motieven in een milieueffectenrapport niet wenselijk is. Temeer omdat er een MKBA zal worden opgesteld waarin de economische effecten in beeld worden gebracht. Gezien het plan-mer een horizon tot 2050 heeft, mag het niet beletten dat enerzijds de zwakke plekken versneld versterkt kunnen worden met reversibele maatregelen en anderzijds verder gezocht wordt naar betere en duurzamere maatregelen. Vanuit de inspraak werd meermaals gewezen op een mogelijke gemiste kans om nieuwe innoverende bouwstenen, die voordelen bieden voor mens en natuur, te benutten. Op de richtlijnenvergadering wordt door Afdeling Kust duidelijk aangegeven dat tijdens de komende 50 jaar nieuwe projecten/maatregelen/bouwstenen kunnen opduiken en ingezet worden om de kustveiligheid te garanderen en dat het kustveiligheidsplan deze nieuwe projecten/maatregelen/bouwstenen niet wenst te hypothekeren. Ook betreffende de geselecteerde bouwstenen kwamen vanuit de inspraak verschillende reacties en vragen tot verduidelijking: Zandsuppleties algemeen: ~ Er wordt meermaals gevraagd om de historiek van de zandsuppleties aan onze kust en de typische dynamiek aan onze kust meer te verduidelijken. ~ De landschappelijke veranderingen van het strand zelf (bv. primaire duinvorming op het strand) dient mee onderzocht te worden. ~ Voor zandsuppleties wordt de aanname gedaan dat zand van 300µm zal gebruikt worden. Dit zou een grovere korrelgrootte dan het huidige strand zijn. Kan dit een wijziging in belevingswaarde teweegbrengen? De winzones van het suppletiezand behoren niet tot het plangebied. Voor het winnen van marien zand (in concessiezone 4) zal een aparte beoordeling (federaal MER) opgestart worden. De verhouding tussen de volumes zand nodig voor het kustveiligheidsplan en de 8 Dienst Mer - Richtlijnen 6/17

7 beschikbare zandvolumes in die concessiezone(s) dient wel weergegeven worden in dit plan-mer. Strandsuppletie met strandhoofden: ~ Het blijkt niet duidelijk te zijn waarom men de strandhoofden voor een 50-jarige storm en niet voor een 1000-jarige storm ontwerpt, zoals bij de andere alternatieven? ~ Gezien de unieke fauna die op en rond een aantal strandhoofden aanwezig zijn, dient gekeken te worden om het behoud van deze strandhoofden te verzekeren binnen het plan. Op de richtlijnenvergadering wordt door Afdeling Kust aangegeven dat de ecologisch waardevolle strandhoofden verhoogd kunnen worden of afgebroken en op een hoger niveau heropgebouwd. Vooroeversuppletie: ~ Vooroeversuppletie wordt in de kennisgeving enkel als een onderhoudsbeperkende maatregel gezien en niet als een volwaardig bouwsteen. Op de richtlijnenvergadering wordt aangegeven dat op basis van onderzoek in Nederland 30% van het zand uit de vooroever op het strand terechtkomt. In Nederland past men vooroeversuppletie enkel toe op plaatsen waar de kustveiligheid reeds gegarandeerd is. Strandsuppleties met hoog/laag muurtje: ~ Er wordt gevraagd rekening te houden met de afwatering van de dijk richting het strand. ~ In Oostende zijn vroeger tijdelijke muurtjes gebouwd, die nu terug worden afgebroken. Op de richtlijnenvergadering wordt de volgende reden hiervoor aangegeven, met name dat het strand ondertussen werd opgehoogd waardoor de veiligheid terug gegarandeerd kan worden. ~ De impact van de muurtjes op de interactie tussen dijk en hoogstrand (beleving, intensief recreatief medegebruik, ) zou mee bestudeerd moeten worden. Daarnaast worden ook vragen gesteld naar o.a. impact op het machinaal onderhoud van het strand. Afdeling Kust gaf op de richtlijnenvergadering bijkomend aan dat de onderzochte hoogte ( cm) niet bindend is. Het zouden tevens nooit continue massieve muren worden. De gekozen hoogte en de esthetische/architecturale vormgeving van de muurtjes zullen sterk afhankelijk zijn van de plaatselijke omstandigheden en pas bij het definitieve ontwerp vastgelegd worden. Het plan-mer dient minstens aan te geven welke hoogtes aanvaardbaar / niet aanvaardbaar zijn vanuit specifieke disciplines. Tevens zal het plan- MER aandachtspunten en/of aanbevelingen formuleren voor de eventuele latere uitwerking van het definitieve ontwerp. Locatiespecifieke opmerkingen en vragen vanuit de inspraak: Er wordt gemeld dat ter hoogte van de aandachtszone in Sint-Idesbald geen dijk aanwezig is maar dat vanaf halverwege sectie 22 richting Koksijde-bad wel een dijk aanwezig is. Aanvankelijk is er een hoog strand, maar dit gaat over naar een laag strand. Bijgevolg zal ook hier de golfdempende uitbouw van de zeedijk bestudeerd moeten worden. Ter hoogte van de haven van Zeebrugge (Figuur 5.2 van de kennisgeving) wordt opgemerkt dat de volledige achterhaven ingesloten wordt door de veiligheidslijn. Het MER zal dit aspect verduidelijken (met name het al dan niet onder water komen te staan Dienst Mer - Richtlijnen 7/17

8 van de volledig achterhaven bij uitzonderlijke stormen en de eventuele gevolgen hiervan.) en dit voor de verschillende havens. Het nulalternatief is het alternatief waarbij beschreven wordt hoe de toestand in het referentiejaar (2015) zal zijn zonder dat het plan wordt uitgevoerd. In dit geval worden dus geen extra maatregelen genomen om de eerste zeewering te verbeteren maar wordt er wel over gewaakt dat de veiligheid niet verder achteruitgaat (m.a.w. de zandsuppleties zoals ze vandaag plaatsvinden aan de kust, worden voortgezet, waar nodig gecorrigeerd met de zeespiegelstijging). Het lopende onderhoud van de kustzone, zowel de aandachtszones als de niet-aandachtszones, is bijgevolg inbegrepen in het nulalternatief. Het plangebied wordt in de kennisgeving gedefinieerd als het gebied waarbinnen de ingrepen worden gepland, het betreft hierdoor enkel de afgelijnde aandachtszones in de badplaatsen en duinen van De Panne, St. Idesbald/Koksijde, Middelkerke, Raversijde/Oostende Wellington, Oostende Oost, Wenduine, Blankenberge en Knokke-Heist en de havens van Nieuwpoort, Blankenberge en Zeebrugge. Gezien in het nulalternatief ook het onderhoud in de nietaandachtszones wordt inbegrepen, behoren de niet-aandachtszones per definitie ook tot het plangebied. 5. Juridische en beleidsmatige context De kennisgeving heeft opgave gedaan van het juridisch/ beleidsmatig kader dat voor dit MER van belang is. Het MER zal zorgvuldig nagaan waar de relevantie van deze randvoorwaarden zich situeert en met name ook aangeven of de voorwaarde onderzoeksturend kan zijn dan wel procedurebepalingen bevat of een combinatie van beide. Het is van belang om ook tijdens het opstellen van het MER de stand van zaken hiervan op te volgen. Algemeen dient de tabel 10-1 in bijlage A van de kennisgeving nagekeken worden inzake relevantie tot dit plan (vb. vermelding van een reservatiestrook op het gewestplan, vermelding van de gemeenten Damme, Maldegem, Sint-Laureins, Eeklo en Zomergem bij de gemeentelijke milieubeleidsplannen). Het juridisch/beleidsmatig kader dient in vergelijking met het kennisgevingsdossier verder verduidelijkt en/of aangevuld te worden m.b.t. volgende aspecten: Provinciale RUP s Strand en Dijk dienen aangevuld te worden. Zeewering is in de PRUP s in alle gebieden een hoofdfunctie. Er zullen dus wellicht geen problemen optreden naar bestemming toe. Hetzelfde geldt voor het goedgekeurde PRUP Afbakening kleinstedelijk gebied Blankenberge en in opmaak zijnde PRUP Afbakening kleinstedelijk gebied Knokke-Heist. Ook andere relevante BPA s en RUP s in het studiegebied dienen aangegeven te worden. Opname van de herbevestigde agrarische gebieden (HAG s) in de randvoorwaarden van bijlage A. Bepaalde onderdelen van het studiegebied zijn gelegen binnen het door de Vlaamse Regering op 31 maart 2006 goedgekeurd HAG Regio Kust-Polders- Westhoek. Het kaartmateriaal van bijzonder beschermde gebieden (Habitatrichtlijngebieden, Vogelrichtlijngebieden, VEN, beschermde landschappen, ) dient van toepassing te zijn op het volledige studiegebied. Aandachtsgebieden die gelegen zijn in het mariene Dienst Mer - Richtlijnen 8/17

9 milieu, of grensoverschrijdend (Frankrijk en Nederland) dienen bijgevolg visueel gesitueerd te worden t.a.v. het plangebied. Het kustveiligheidsplan zal afgetoetst worden aan de Ecosysteemvisie voor de Vlaamse Kust (opgemaakt door INBO). In het MER zal men ingaan op de mogelijke tegenstrijdigheden of synergieën van het plan met deze Ecosysteemvisie. Een Ecosysteemvisie voor de Noordzee ontbreekt momenteel. Wel zijn allerhande studies voorhanden die hier een bijkomend aftoetsingskader kunnen over scheppen. 6. Bestaande toestanden en milieueffecten De referentiesituatie, bestaande toestand en ontwikkelingsscenario s Als referentiejaar voor dit plan-mer wordt het jaar 2015 aangenomen. Het kustveiligheidsplan heeft een planhorizon die tot 2050 loopt ( het plan moet tot 2050 zijn functie kunnen vervullen). Omdat de autonome ontwikkelingen (met name de verwachte zeespiegelstijging) in de tussenliggende periode ( ) mogelijks significant kunnen wijzigen, zal bij de effectbespreking ook een doorkijk gemaakt worden naar De kennisgeving geeft een beschrijving per discipline van de wijze waarop de referentiesituatie(s) worden beschreven, welke bestaande gegevens daarvoor gebruikt zullen worden en waar, in het raam van het MER, bijkomende inventarisaties noodzakelijk zijn. De afbakening van het studiegebied dient voldoende gemotiveerd te worden per discipline rekening houdende met het feit dat het studiegebied zowel het plangebied als het gebied met effecten dient te omvatten (en bevat dus ook de secties die als veilig beschouwd worden en niet als aandachtszone werden geselecteerd). De ruimtelijke afbakening dient voor elke discipline duidelijk voorgesteld te worden op figuur of kaart. Gezien er eventueel grensoverschrijdende effecten te verwachten zijn, dient het studiegebied uitgebreid te worden naar Nederland en Frankrijk en dient het ook op de kaarten gevisualiseerd te worden. Het plan-mer zal ook de link schetsen met de kustveiligheidsmaatregelen in Frankrijk of Nederland en mogelijke cumulatieve effecten. Zeewaarts is het studiegebied tot circa 2 km in zee afgebakend. Indien uit het milieueffectenonderzoek blijkt dat er ook verder effecten kunnen verwacht worden, zal het studiegebied verder uitgebreid worden en grensoverschrijdende effecten naar het federale niveau beschreven worden. Tevens werd vanuit de inspraak de vraag gesteld om landinwaarts het studiegebied uit te breiden tot alle overstroombare zones. De relevantie van dit laatste zal nagegaan worden en desgevallend onderzocht worden in het MER. Het MER zal een overzicht bieden van alle ontwikkelingsscenario s die in het plan-mer in rekening gebracht zullen worden. Relevante ontwikkelingsscenario s op basis van de juridische en beleidsmatige randvoorwaarden dienen behandeld te worden in de relevante disciplines. De ontwikkelingsscenario s worden bij voorkeur na de effectbespreking ook als beoordelingskader voor de verschillende effectgroepen gebruikt. In het plan-mer dienen, waar relevant, de ontwikkelingsscenario s op figuur of op kaart gesitueerd te worden, afhankelijk van de beschikbare informatie dient de geplande timing (grootte-orde) inzake de realisatie van de ontwikkelingsscenario s aangegeven te worden. Dienst Mer - Richtlijnen 9/17

10 Met de volgende (bijkomende) ontwikkelingscenario s zal alvast rekening gehouden worden tijdens de opmaak van het MER: De actuele beslissing rond de verdere uitbreiding en aanpassing van de haven van Zeebrugge omvat ondermeer een nieuw te bouwen zeesluis (SHIP), het vastleggen van een aantal aanvullend te beschermen zones, De lopende processen en ontwikkelingen voor de jachthavens op linker- en rechteroever in de haven van Nieuwpoort dienen meegenomen te worden bij de beleidsgestuurde ontwikkelingen. Op de linkeroever (omgeving oude jachthaven) worden momenteel appartementen gerealiseerd (140tal woongelegenheden), net tegenover het vernieuwde dok. De luchtfoto in de kennisgeving is niet actueel, enige tijd terug werd een uitbreiding van dit dok gerealiseerd. Voor de rechteroever (Novus Portus) worden momenteel plannen voorbereid die een uitgebreid stedenbouwkundig programma bevatten (o.m. 500 wooneenheden, 450 ligplaatsen, handel en diensten). ANB vraagt om rekening te houden met de natuurherstel- en compensatiemaatregelen die (zullen) worden uitgevoerd in kader van andere plannen (bv het OW-plan) en vraagt dat deze maatregelen als randvoorwaarden (bv het verwijderen van duinvoetversteviging als compenserende maatregel) worden meegenomen. Indien er tijdens het opstellen van het MER andere ontwikkelingsscenario s naar voor zouden komen, dienen deze toegevoegd te worden aan het afwegingskader. Milieueffecten, geplande toestand en milderende maatregelen De kennisgeving geeft een beschrijving per discipline van de wijze waarop de effecten zullen worden onderzocht en beoordeeld en geeft aan dat in functie van het effectenonderzoek maatregelen op planniveau zullen worden voorgesteld en uitgewerkt om de milieueffecten van het voorgenomen plan op een samenhangende wijze te vermijden, te beperken, te verhelpen of te compenseren. Effecten van voorgestelde compenserende maatregelen worden uiteraard ook beschreven. Het ingreep-effectschema wordt als handleiding gebruikt bij de behandeling van de effectbeschrijving en vice-versa en wordt in de loop van de milieueffectrapportage waar nodig vervolledigd. De kennisgeving stelt dat effecten van de aanlegwerken niet bestudeerd zullen worden omdat er van uitgegaan wordt dat deze effecten niet onderscheidend zijn als het erom gaat een beeld te verkrijgen van de voor- en nadelen van de verschillende planalternatieven. De effecten van de onderhoudswerken worden wel bestudeerd. Het MER dient echter de effecten die tijdens de aanleg mogelijks leiden tot aanzienlijke of permanente effecten mee te nemen in de effectbeoordeling. De effecten van overstromingen die niet meer zullen optreden ten gevolge van het uitvoeren van het kustveiligheidsplan dienen niet als dusdanig bestudeerd te worden maar kunnen wel aangehaald worden bij de verantwoording van voorliggend plan. Deze vermeden effecten zullen ook een rol spelen in de op te maken MKBA. Deze kosten-batenanalyse zal afgerond worden begin volgend jaar en loopt gelijktijdig met het plan-mer. Dienst Mer - Richtlijnen 10/17

11 De impact van de geselecteerde bouwstenen op de nabijgelegen kustsecties die niet beschouwd worden als aandachtszone, zal in het MER bekeken en beoordeeld worden. Hiervoor zullen o.a. kustmorfologische berekeningen voor het zandtransport worden uitgevoerd. Ook cumulatieve effecten met andere plannen of projecten in de omgeving dienen in beeld gebracht te worden zoals de ontwikkeling rond Oostende en het Zwin (daar deze niet in onderhavig plan-mer opgenomen zijn), het SHIP-project en eventuele effecten van de zandwinningen op zee voor zover deze interfereren met het studiegebied. Per zone (soms gemeenteoverschrijdend) zal in het MER het meest wenselijk alternatief worden uitgewerkt. Dit kan enerzijds een zuiver bestudeerd alternatief zijn, of anderzijds een combinatie inhouden van verschillende alternatieven Zoals voorgesteld in de kennisgeving worden volgende disciplines in het MER opgesteld door een erkend MER-deskundige: water; bodem; lucht; geluid en trillingen; landschap, bouwkundige erfgoed en archeologie; fauna en flora; mens-ruimte; mens-gezondheid en veiligheidsaspecten. De Dienst Mer vraagt om bij de beschrijving van de bestaande toestand en de te verwachten milieueffecten, als aanvulling op de volledig verklaarde kennisgeving, voldoende aandacht te besteden aan het volgende: Lokale gegevens (o.m. informatie betreffende geluids-, water- en luchtkwaliteit) dienen bij het milieueffectenonderzoek eveneens in rekening gebracht te worden. Met betrekking tot de discipline Water: - Met betrekking tot grondwater zal het MER vooral de invloedszone van grondwaterstandwijzigingen in de omgeving van de duinen waar duinsuppleties als een mogelijke maatregel worden voorzien onderzoeken. De VMM is akkoord dat de overige alternatieven weinig of geen impact zullen hebben op het aspect grondwater. In een later stadium zal op projectniveau echter nog naar de impact van aanlegwerkzaamheden en dergelijke gekeken moeten worden. - Effecten op de afwatering van het hinterland (bv bij sluiten van een waterkering) dienen in beeld gebracht te worden. Afdeling Kust meldt dat hierover afzonderlijk overleg met de waterbeheerders zal opgestart worden. De nodige operationele afstemming is vereist tijdens deze (uitzonderlijke) omstandigheden. Met betrekking tot de discipline Bodem: - De algemene effecten van het gebruik van het 300 µm zand zullen worden beoordeeld. Een (mini)gevoeligheidsanalyse voor andere korrelgroottes wordt voorzien. Tevens zal de (al dan niet verschillende) impact op mens, op bepaalde faunagroepen en op de kieming van typische strandplanten en initiële embryonale duinvormers kwalitatief beoordeeld worden bij de desbetreffende disciplines. - De impact van een mogelijke verhoogde aanzanding t.a.v. de havengeulen, het Zwin en de Baai van Heist door de continue zandsuppleties zal onderzocht worden. Met betrekking tot de discipline Landschap, Archeologie en Bouwkundig Erfgoed: - Het MER dient de impact op de erfgoedwaarden, belevingswaarde en structuren en relaties voldoende gedetailleerd te bestuderen in de opgegeven aandachtszones waar Dienst Mer - Richtlijnen 11/17

12 elementen en structuren aanwezig zijn met een bijzondere erfgoedwaarde. Het gaat om constructies die op het strand staan (vb. pieren), of langs de haventoegangen (vb. staketsels), of zones langs de dijk met een ensemble van bouwkundig erfgoed (dijk als contextuele omgeving met typisch en historisch waardevol straatmeubilair als banken, reling, verlichtingselementen, ). Vaak genieten ze een bescherming als monument, stads/dorpsgezicht of zijn ze opgenomen in de inventaris van bouwkundig erfgoed. Ook enkele landschappelijk waardevolle zones (beschermd landschap, ankerplaatsen) en archeologische attentiegebieden zitten in de aandachtszones. Buiten de aandachtszones zijn het vooral de duinen met landschappelijke waarde (beschermd als landschap, aangeduid als ankerplaats, of in de landschapsatlas opgenomen als ankerplaats) die belangrijk zijn. Vooral de gevolgen van strand- en duinsuppleties op de geomorfologie in de duinen of op eventuele waardevolle gebouwen (vb. bunkers) zijn te onderzoeken. - Het advies van het Agentschap R-O, Onroerend Erfgoed West-Vlaanderen bevat een lijst met aanwezige beschermingen per gemeente. Deze lijst dient overgenomen te worden in het MER. En zal, indien mogelijk, op kaart weergegeven worden. Met betrekking tot de discipline Fauna en Flora: - Niet alleen de beschermde gebieden (Vogelrichtlijngebied, Habitatrichtlijngebied, VEN, Ramsar, ) in Vlaanderen, maar ook de eventuele impact op beschermde gebieden in het mariene milieu dienen beschouwd te worden. Deze beschermde gebieden zullen tevens cartografisch weergegeven worden. - De passende beoordeling die dient opgemaakt te worden in functie van een mogelijke betekenisvolle aantasting van speciale beschermingszones, zal opgenomen worden bij de discipline fauna en flora. - De algemene impact van de zandsuppleties op het ecologische kustsysteem dient mee beschouwd te worden bij de effectbespreking. Het strand heeft een belangrijke ecologische waarde (bvb. het belang van stranden als HVP-rustplaats of als foerageerplaats voor soorten (zowel overwinterende vogels, doortrekkers, ) als steenloper, scholekster, paarse strandloper of eidereend). - Ook de effecten op bodemdieren, het vis- en grijze garnalenbestand zal onderzocht worden. - De mogelijke wijziging in lichtperceptie in de waterkolom door toenemende troebelheid tengevolge de uitvoering van de suppleties zal mee beschouwd worden. - De wijziging in hydrologische condities in de duinen kan niet enkel een impact hebben op de waterhuishouding, maar tevens een relevante impact uitoefenen op de specifieke fauna en flora van deze duingebieden. Met betrekking tot de discipline Mens- Ruimte: - Vanuit de landbouwsector wordt gevraagd de herbevestigde agrarische gebieden op te nemen. Er wordt in de kennisgeving melding gemaakt van het agrarisch gebruik van gronden, maar wordt hier verder niet op ingegaan. Indien relevant, zal de eventuele impact op landbouw kwalitatief beschreven en beoordeeld worden in het MER. - Met betrekking tot verzilting is het zo dat deze effecten niet in het MER aan bod zullen komen om de hoger aangehaalde reden dat in het MER geen rekening zal gehouden worden met vermeden effecten zoals het uitblijven van verzilting ten gevolge van een verbeterde veiligheid en een verminderd areaal overstroomd gebied (deze aspecten komen wel aan bod in de MKBA). Naast de bewoning in eerste lijn wordt uiteraard het achterland in tweede lijn beschermd, het kustveiligheidsplan zal in die zin positieve effecten hebben voor de landbouw. Dienst Mer - Richtlijnen 12/17

13 7. Leemten in de kennis art ,4 Het MER dient opgave te doen van de leemten in kennis die tijdens het uitvoeren van het onderzoek werden vastgesteld. Deze leemten kunnen opgedeeld worden naar aard van de leemte waarbij dan onderscheid dient gemaakt te worden tussen leemten met betrekking tot project, betreffende inventarisatie en aangaande methodologie en inzicht. Het MER zal eveneens aangeven hoe met deze leemten is omgegaan en hoe zij kunnen doorwerken naar de besluitvorming. 8. Monitoring en evaluatie art ,2, d In het MER zal per discipline aangegeven worden of er eventueel opvolgingsmaatregelen voor te stellen zijn. Verder zal opgave worden gedaan van een monitoringprogramma voor die elementen waarvoor dit - vanuit de leemten in de kennis noodzakelijk wordt geacht. 9. Globale evaluatie van voorgenomen plan en alternatieven Art , 2, e In een afzonderlijk deel zal het rapport een disciplineoverschrijdende, leesbare samenvatting geven over de verwachte gevolgen voor het milieu en hoe en in welke mate de voorgestelde maatregelen deze kunnen milderen. De synthese zal duidelijk over de verschillende disciplines heen aangeven wat het resultaat van de afweging van de verschillende disciplines t.o.v. elkaar is om tot een voor het milieu best haalbare voorstel of combinatie van voorstellen te komen. De elementen welke noodzakelijk zijn voor de "Watertoets" uit het Decreet Integraal Waterbeheer en voor de Passende Beoordeling uit het Decreet Natuurbehoud zullen hierin duidelijk opgenomen worden. Dienst Mer - Richtlijnen 13/17

14 10. Niet-technische samenvatting Art , 4 De niet-technische samenvatting vormt een afzonderlijk leesbaar deel van het rapport dat de essentie van de overige delen beknopt en correct weergeeft. De tekst moet zodanig geschreven zijn dat hij begrijpelijk is voor een gemiddelde lezer. Figuren, kaarten of tekeningen dienen ter ondersteuning van de tekst in deze samenvatting te zijn opgenomen. Deze niet-technische samenvatting wordt bij het indienen van de definitieve versie tevens in digitale vorm aangeleverd. 10 december 2009, Paul Van Snick Algemeen directeur Afdelingshoofd AMNEB Dienst Mer - Richtlijnen 14/17

15 Bijlagen Bijlage 1: Bekendmaking inspraakperiode via de webstek van de Dienst Mer en een advertentie in de krant Het Laatste Nieuws editie Westkust + Oostkust (publicatie 22 september 2009) Dienst Mer - Richtlijnen 15/17

16 Bijlage 2: Overzicht van de inspraakreacties 24 inspraakreacties van burgers 2 inspraakreacties vanuit Natuurpunt (Natuurpunt Knokke en Natuurpunt kustwerkgroep) Bijlage 3: Lijst van de administraties, overheidsinstellingen en openbare besturen die reageerden of aanwezig waren op de richtlijnenvergadering en waarmee rekening werd gehouden in deze richtlijnen (ontvangen alle een ontwerptekst): ANB Agentschap R-O Vlaanderen Buitendienst West- Vlaanderen R-O West-Vlaanderen Zandstraat 255 bus 3 Onroerend Erfgoed West- Vlaanderen 8200 BRUGGE Werkhuisstraat 9 OVAM Afdeling Bodembeheer Dienst Databeheer Stationsstraat 110 VMM Departement MOW Departement MOW Departement MOW Departement Landbouw en Visserij Afdeling Operationeel Waterbeheer Afdeling Maritieme Toegang Afdeling Haven- en Waterbeleid Algemeen beleid Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling Haven Oostende Slijkensesteenweg 2 Port Authority Zeebrugge Provinciebestuur West-Vlaanderen Koning Albert IIlaan 20, bus 16 Tavernierkaai 3 Koning Albert IIlaan 20, bus 5 Koning Albert IIlaan 20 bus BRUSSEL 2000 ANTWERPEN 1000 BRUSSEL 1000 BRUSSEL 8000 BRUGGE 2800 MECHELEN West-Vlaanderen Baron Ruzettelaan BRUGGE 8400 OOSTENDE P. Vandammehuis Isabellalaan ZEEBRUGGE Departement Leefmilieu Koning Leopold III-laan BRUGGE Van de Stad Nieuwpoort Marktplein NIEUWPOORT Van de Stad Brugge Burg BRUGGE Van de Stad Blankenberge J.F. Kennedyplein BLANKENBERGE Van de Gemeente De Panne Zeelaan DE PANNE Van de Gemeente Koksijde Zeelaan KOKSIJDE Van de Gemeente Middelkerke Van de Gemeente Knokke- Heist Spermaliestraat MIDDELKERKE A. Verweeplein KNOKKE- HEIST Dienst Mer - Richtlijnen 16/17

17 Bijlage 4: Lijst van de administraties, overheidsinstellingen en openbare besturen die werden uitgenodigd om reactie te geven maar die niet reageerden en waarmee dus ook geen rekening kon gehouden worden in deze richtlijnen (ontvangen geen ontwerptekst tenzij aangegeven): Departement LNE Departement LNE Departement LNE Agentschap R-O Vlaanderen Departement RWO VMM Aan de Gouverneur van de Provincie West-Vlaanderen Afdeling Land en Bodembescherming, Ondergrond, Natuurlijke Rijkdommen Afdeling Lucht, Hinder, Risicobeheer, Milieu en Gezondheid Afdeling Lucht, Hinder, Risicobeheer, Milieu en Gezondheid R-O West-Vlaanderen Afdeling Ruimtelijke Planning Afdeling Ecologisch Toezicht Koning Leopold III-laan 41 Buitendienst Vlaams-Brabant, Oost- en West- Vlaanderen Dienst Hinder en Risicobeheer Dienst Lucht en Klimaat Ruimtelijke Ordening West- Vlaanderen Koning Albert IIlaan 19 bus 11 A. Van de Maelestraat BRUGGE Elfjulistraat 39b Koning Albert II-laan 20, bus 8 Koning Albert II-laan 20 bus 8 Werkhuisstraat BRUSSEL 9320 EREMBODEGEM Van de Stad Oostende(*) Vindictivelaan OOSTENDE Van de Gemeente Bredene(*) Van de Gemeente De Haan(*) Centrumplein 1 Leopoldlaan BREDENE 8420 DE HAAN 9000 GENT 1000 BRUSSEL 1000 BRUSSEL 8000 BRUGGE M. le Préfet de Région Nord-Pasde-Calais DIREN Ministerie van VROM Préfet du Nord Nord Pas-de- Calais t.a.v. mevr. E. Baron Bureau de l'environnement Delegation de Bassin Artois Picardie Postbus /14 rue Jean Sans Peur 107 Boulevard de la Liberté 2500 GX DEN HAAG LILLE cedex LILLE cedex Nederland FRANCE FRANCE Gedeputeerde Staten van Zeeland Gemeenteraad van Sluis FOD Volksgezondheid, Wethouders van Sluis Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu Postbus 6001 Postbus 27 Directoraatgeneraal Leefmilieu 4330 LA MIDDELBURG 4500 AA OOSTBURG Victor Hortaplein 40, bus 10 Nederland Nederland 1060 Brussel Er dienen 23 exemplaren van de ontwerptekst bij de dienst Mer bezorgd te worden. (*) Zullen ook een ontwerptekst ontvangen Dienst Mer - Richtlijnen 17/17

Goedkeuring plan-milieueffectrapport voor het Geïntegreerd Kustveiligheidsplan

Goedkeuring plan-milieueffectrapport voor het Geïntegreerd Kustveiligheidsplan Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Goedkeuring plan-milieueffectrapport

Nadere informatie

Goedkeuringsverslag milieueffectrapport

Goedkeuringsverslag milieueffectrapport Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Goedkeuringsverslag

Nadere informatie

Richtlijnen voor het Project-MER Oiltanking AGT

Richtlijnen voor het Project-MER Oiltanking AGT Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Mer Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 BRUSSEL Tel: 02/553.80.79 e-mail: mer@vlaanderen.be

Nadere informatie

Ruimtelijke. Ordening Planning. Ordening en Stedenbouw Provinciebestuur Vlaams-Brabant Dienst Ruimtelijke ordening Provincieplein 1 3010 Leuven

Ruimtelijke. Ordening Planning. Ordening en Stedenbouw Provinciebestuur Vlaams-Brabant Dienst Ruimtelijke ordening Provincieplein 1 3010 Leuven Adreslijst adviesinstanties volgens het besluit van de Vlaamse Regering betreffende de milieueffectrapportage over plannen en programma s van 12-10-2007 ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Nadere informatie

Richtlijnen voor het Project-MER Belgoprocess bouw gebouw 167X opslag vaten

Richtlijnen voor het Project-MER Belgoprocess bouw gebouw 167X opslag vaten Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Mer Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 BRUSSEL Tel: 02/553.80.79 e-mail: mer@vlaanderen.be

Nadere informatie

PROVINCIE ANTWERPEN STAD HERENTALS GEMEENTE GROBBENDONK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN HAZENPAD VERZOEK TOT RAADPLEGING BIJLAGE BUNDELING ADVIEZEN

PROVINCIE ANTWERPEN STAD HERENTALS GEMEENTE GROBBENDONK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN HAZENPAD VERZOEK TOT RAADPLEGING BIJLAGE BUNDELING ADVIEZEN PROVINCIE ANTWERPEN STAD HERENTALS GEMEENTE GROBBENDONK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN HAZENPAD VERZOEK TOT RAADPLEGING BIJLAGE BUNDELING ADVIEZEN bvba Advies Ruimtelijke Kwaliteit (bvba ARK) Augustijnenlaan

Nadere informatie

Richtlijnen milieueffectrapportage

Richtlijnen milieueffectrapportage Vlaamse Overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Mer Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL Richtlijnen milieueffectrapportage Uitbreiding

Nadere informatie

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding van een veeteeltbedrijf : De Lindehoeve/Carrebrouck Koen te Diksmuide

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding van een veeteeltbedrijf : De Lindehoeve/Carrebrouck Koen te Diksmuide Vlaamse Overheid Departement Omgeving Afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en projecten Milieueffectrapportage Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel T 02/553 80 79 mer@vlaanderen.be www.omgevingvlaanderen.be

Nadere informatie

MASTERPLAN KUSTVEILIGHEID. Dr. ir. Nathalie Balcaen

MASTERPLAN KUSTVEILIGHEID. Dr. ir. Nathalie Balcaen MASTERPLAN KUSTVEILIGHEID Dr. ir. Nathalie Balcaen Agenda promofilm Kustveiligheid korte historiek toelichting van de werken in de verschillende kustgemeentes communicatie Kustveiligheid Korte historiek

Nadere informatie

Richtlijnen milieueffectrapportage. Plan-MER OMLOOP VOOR GRONDGEBONDEN GEMOTORISEERDE SPORTEN TE MAASEIK (Neeroeteren), Waterloos

Richtlijnen milieueffectrapportage. Plan-MER OMLOOP VOOR GRONDGEBONDEN GEMOTORISEERDE SPORTEN TE MAASEIK (Neeroeteren), Waterloos !" Richtlijnen milieueffectrapportage Plan-MER OMLOOP VOOR GRONDGEBONDEN GEMOTORISEERDE SPORTEN TE MAASEIK (Neeroeteren), Waterloos Initiatiefnemer: Provincie Limburg 3 de directie: Infrastructuur, Ruimtelijke

Nadere informatie

Milieueffectrapport voor het uitbreiden van een varkensbedrijf

Milieueffectrapport voor het uitbreiden van een varkensbedrijf Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Mer Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Project-MER-Verslag

Nadere informatie

Het Masterplan Kustveiligheid

Het Masterplan Kustveiligheid Het Masterplan Kustveiligheid Symposium Natuurlijke Kustbescherming, 23/10/17 Ir. Daphné Thoon MDK-Afdeling Kust A low-lying Laaghinterland liggend achterland Meer dan 85% van de polders ligt onder +5

Nadere informatie

Grenzeloze Schelde 25 november 2013. MDK-Afdeling Kust Kustbescherming- Masterplan Kustveiligheid. ir. Peter DeWolf

Grenzeloze Schelde 25 november 2013. MDK-Afdeling Kust Kustbescherming- Masterplan Kustveiligheid. ir. Peter DeWolf Grenzeloze Schelde 25 november 2013 MDK-Afdeling Kust Kustbescherming- Masterplan Kustveiligheid ir. Peter DeWolf Een kunstmatig versterkte kustlijn 38 km zeedijken (meer dan de helft van de kustlijn)

Nadere informatie

Plan-MER verslag Goedkeuring milieueffectrapport. Plan: Nationaal Operationeel Plan voor de Belgische Visserijsector

Plan-MER verslag Goedkeuring milieueffectrapport. Plan: Nationaal Operationeel Plan voor de Belgische Visserijsector Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Dienst Mer Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Plan-MER verslag Goedkeuring milieueffectrapport

Nadere informatie

Resultaten CLIMAR onderzoek Veilig wonen aan de Kust tot 2100

Resultaten CLIMAR onderzoek Veilig wonen aan de Kust tot 2100 Resultaten CLIMAR onderzoek Veilig wonen aan de Kust tot 2100 Symposium Knokke-Heist 9 januari 2010 Toon Verwaest, Johan Reyns Waterbouwkundig Laboratorium Veilig wonen aan de Kust tot 2050 tot 2050 ~

Nadere informatie

Masterplan Kustveiligheid

Masterplan Kustveiligheid Masterplan Kustveiligheid ir. Kathleen Bernaert Afdelingshoofd afdeling Kust Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust Vlaamse Baaien Gefaseerde aanpak met 3 parallelle sporen: Spoor 1: Masterplan

Nadere informatie

Ontheffing tot het opstellen van een MER. Ontheffingsbeslissing. Project:

Ontheffing tot het opstellen van een MER. Ontheffingsbeslissing. Project: Vlaamse Overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Ontheffing tot het opstellen van een

Nadere informatie

Scopingsadvies Project-MER Hervergunning en uitbreiding van een varkenshouderij : Messely Klaas te Kortrijk

Scopingsadvies Project-MER Hervergunning en uitbreiding van een varkenshouderij : Messely Klaas te Kortrijk Vlaamse Overheid Afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en projecten Milieueffectrapportage Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel T 02/553 80 79 mer@vlaanderen.be www.omgevingvlaanderen.be

Nadere informatie

Vormen van milieueffectrapportage in Vlaanderen. Pascal Van Ghelue Geograaf Dienst Begeleiding Gebiedsgerichte Planprocessen

Vormen van milieueffectrapportage in Vlaanderen. Pascal Van Ghelue Geograaf Dienst Begeleiding Gebiedsgerichte Planprocessen Vormen van milieueffectrapportage in Vlaanderen Pascal Van Ghelue Geograaf Dienst Begeleiding Gebiedsgerichte Planprocessen Inhoud 1. Doel milieueffectrapportage 2. Regelgeving 3. Rapportagevormen (4)

Nadere informatie

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing milieuvergunning van slachtkuikenbedrijf Pollo NV te Oud-Turnhout

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing milieuvergunning van slachtkuikenbedrijf Pollo NV te Oud-Turnhout Vlaamse Overheid Departement Omgeving Afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en projecten Milieueffectrapportage Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel T 02/553 80 79 mer@vlaanderen.be www.omgevingvlaanderen.be

Nadere informatie

Ontbossing en bouw en exploitatie van een nieuwe elektriciteitscentrale van Electrabel op de terreinen van Arcelor Gent te Gent

Ontbossing en bouw en exploitatie van een nieuwe elektriciteitscentrale van Electrabel op de terreinen van Arcelor Gent te Gent Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Dienst Mer Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Project-MER verslag Goedkeuring milieueffectrapport

Nadere informatie

Plan-MER-Verslag. Plan: Initiatiefnemer:

Plan-MER-Verslag. Plan: Initiatiefnemer: Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Plan-MER-Verslag Goedkeuring milieueffectrapport

Nadere informatie

Beslissing over het verzoek tot ontheffing van de project-mer-plicht. Duurzaam Beheerplan Boven-Zeeschelde

Beslissing over het verzoek tot ontheffing van de project-mer-plicht. Duurzaam Beheerplan Boven-Zeeschelde Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Mer Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 BRUSSEL Tel: 02/553.80.79 e-mail: mer@vlaanderen.be

Nadere informatie

HOE REAGEREN OP DE KENNISGEVING VAN EEN PLAN- MILIEUEFFECTRAPPORT?

HOE REAGEREN OP DE KENNISGEVING VAN EEN PLAN- MILIEUEFFECTRAPPORT? HOE REAGEREN OP DE KENNISGEVING VAN EEN PLAN- MILIEUEFFECTRAPPORT? 1. Wat is een milieueffectrapport? Er wordt een bepaald project of plan opgevat in uw gemeente. De uitvoering daarvan zal mogelijk effecten

Nadere informatie

Vormen van milieueffectrapportage in Vlaanderen

Vormen van milieueffectrapportage in Vlaanderen Vormen van milieueffectrapportage in Vlaanderen Pascal Van Ghelue Geograaf - Diensthoofd Dienst Begeleiding Gebiedsgerichte Planprocessen Inhoud 1. Doel milieueffectrapportage 2. Regelgeving 3. Rapportagevormen

Nadere informatie

Scopingsadvies Project-MER Modernisering van het Albertkanaal tussen de Noorderlaanbrug en de sluis van Wijnegem

Scopingsadvies Project-MER Modernisering van het Albertkanaal tussen de Noorderlaanbrug en de sluis van Wijnegem Vlaamse Overheid Departement Omgeving Afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en projecten Milieueffectrapportage Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel T 02/553 80 79 mer@vlaanderen.be www.omgevingvlaanderen.be

Nadere informatie

Openluchtrecreatieve verblijven PRUP Molenzijdse Heide (Merksplas) en Hof van Eeden / t Heultje (Westerlo)

Openluchtrecreatieve verblijven PRUP Molenzijdse Heide (Merksplas) en Hof van Eeden / t Heultje (Westerlo) Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Mer Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Project-MER

Nadere informatie

Richtlijnen milieueffectrapportage ADPO N.V.

Richtlijnen milieueffectrapportage ADPO N.V. administratie Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer afdeling Algemeen Milieu- en Natuurbeleid, cel Mer Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75

Nadere informatie

Wiga NV: uitbreiding van een varkenshouderij tot varkens te Heuvelland

Wiga NV: uitbreiding van een varkenshouderij tot varkens te Heuvelland Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Mer Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Goedkeuring

Nadere informatie

SOS Het zeewater komt ons tot aan de lippen Hoe verdedig je de kust tegen de zee? Brugge 15 december 2012 Tina Mertens

SOS Het zeewater komt ons tot aan de lippen Hoe verdedig je de kust tegen de zee? Brugge 15 december 2012 Tina Mertens SOS Het zeewater komt ons tot aan de lippen Hoe verdedig je de kust tegen de zee? Brugge 15 december 2012 Tina Mertens Structuur Vlaamse kust probleem Kustveiligheidsbeleid Kustveiligheidsplan aanpak oplossing

Nadere informatie

In kader van het onderzoek tot milieueffectrapportage werden op basis van een lijst aangeleverd voor de dienst MER volgende instanties geraadpleegd:

In kader van het onderzoek tot milieueffectrapportage werden op basis van een lijst aangeleverd voor de dienst MER volgende instanties geraadpleegd: Dossiernummer SCRPL16197 In kader van het onderzoek tot milieueffectrapportage werden op basis van een lijst aangeleverd voor de dienst MER volgende instanties geraadpleegd: provinciebestuur Vlaams-Brabant;

Nadere informatie

Ontheffing tot het opstellen van een MER. Ontheffingsbeslissing. Project: Gemengd Regionaal Bedrijventerrein Veedijk te Turnhout.

Ontheffing tot het opstellen van een MER. Ontheffingsbeslissing. Project: Gemengd Regionaal Bedrijventerrein Veedijk te Turnhout. Vlaamse Overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Ontheffing tot het opstellen van een

Nadere informatie

Verzoek tot ontheffing van het opstellen van een project-mer: Ontheffingsbeslissing. Project:

Verzoek tot ontheffing van het opstellen van een project-mer: Ontheffingsbeslissing. Project: Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Dienst Mer Koning Albert II-laan 20 bus 8, 1000 BRUSSEL Tel. (02)553 80 79 - Fax (02)553 80 75 www.mervlaanderen.be Verzoek tot ontheffing van

Nadere informatie

Hervergunning en verandering van een attractiepark

Hervergunning en verandering van een attractiepark Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Milieueffectrapportagebeheer Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20, bus 8, 1000 BRUSSEL

Nadere informatie

Aanbevelingen voor het opstellen van een kennisgevingsdossier. MER-forum 10 juni 2004

Aanbevelingen voor het opstellen van een kennisgevingsdossier. MER-forum 10 juni 2004 Aanbevelingen voor het opstellen van een kennisgevingsdossier MER-forum 10 juni 2004 Inleiding MER-forum 10 juni 2004 Aanbevelingen voor het opstellen van een kennisgeving (project-m.e.r.) Inhoud van de

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 22 februari 2018 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/1 Uitvoering RSPA : PRUP Afbakening kleinstedelijk

Nadere informatie

/11/2015

/11/2015 Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Milieueffectrapportagebeheer Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel T 02 553 80 79 F 02 553 80 75 www.mervlaanderen.be AKIVAR Sint-Maartensveldstraat

Nadere informatie

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing milieuvergunning van een slachtkuikenbedrijf. Aerts Kristof te Beerse

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing milieuvergunning van een slachtkuikenbedrijf. Aerts Kristof te Beerse Vlaamse Overheid Afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en projecten Milieueffectrapportage Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel T 02/553 80 79 mer@vlaanderen.be www.omgevingvlaanderen.be

Nadere informatie

ADVIEZEN OP HET VERZOEK TOT RAADPLEGING RUP KLEIN SCHRIEKEN HEIST-OP-DEN-BERG

ADVIEZEN OP HET VERZOEK TOT RAADPLEGING RUP KLEIN SCHRIEKEN HEIST-OP-DEN-BERG ADVIEZEN OP HET VERZOEK TOT RAADPLEGING RUP KLEIN SCHRIEKEN HEIST-OP-DEN-BERG 1 Aangeschreven adviesinstanties Het verzoek tot Raadpleging voor het RUP Klein Schrieken te Heist-op-den-Berg in het kader

Nadere informatie

In kader van het onderzoek tot milieueffectrapportage werden op basis van een lijst aangeleverd door de dienst MER volgende instanties geraadpleegd:

In kader van het onderzoek tot milieueffectrapportage werden op basis van een lijst aangeleverd door de dienst MER volgende instanties geraadpleegd: N o t a b e t r e f f e n d e d e b e h a n d e l i n g v a n d e a d v i e z e n i n k a d e r v a n h e t o n d e r z o e k t o t m i l i e u e f f e c t r a p p o r t a g e v a n h e t R U P O p s p

Nadere informatie

Vlaamse Baaien Duurzame Kust als rode draad

Vlaamse Baaien Duurzame Kust als rode draad Vlaamse Baaien Duurzame Kust als rode draad ir. Luc Van Damme Projectleider Vlaamse Baaien Afdeling Maritieme Toegang Departement Mobiliteit en Openbare Werken Project Vlaamse Baaien 2100 initiatief van

Nadere informatie

Versterking bestaande zeewering. Type Maatregelen Masterplan Kustveiligheid

Versterking bestaande zeewering. Type Maatregelen Masterplan Kustveiligheid Versterking bestaande zeewering Type Maatregelen Masterplan Kustveiligheid Ir. Peter Van Besien MDK-Afdeling Kust 28/09/17 1. Historiek kustlijn & bestaande zeewering 2. Risico s kustgebied 3. Masterplan

Nadere informatie

Scopingsadvies Project-MER Aanleg infrastructuur industrieterreinontwikkeling Kluizendok te Gent

Scopingsadvies Project-MER Aanleg infrastructuur industrieterreinontwikkeling Kluizendok te Gent Vlaamse Overheid Departement Omgeving Afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en projecten Milieueffectrapportage Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel T 02/553 80 79 mer@vlaanderen.be www.omgevingvlaanderen.be

Nadere informatie

Richtlijnen milieueffectrapportage: Hervergunning Chemogas NV te Grimbergen

Richtlijnen milieueffectrapportage: Hervergunning Chemogas NV te Grimbergen Vlaamse Overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Graaf de Ferrarisgebouw, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Richtlijnen milieueffectrapportage: Hervergunning Chemogas NV

Nadere informatie

Infomoment Verapazbrug

Infomoment Verapazbrug Infomoment Verapazbrug Toelichting kennisgevingsnota project-mer 08 december 2015 P/A BOVA ENVIRO+ NV WELLINGSTRAAT 102 9070 DESTELBERGEN Tel.: + 32 9 328 11 40 - Fax: + 32 9 328 11 50 Inhoud Mer: wat

Nadere informatie

Aanvullende nota milieuscreening PRUP 'Reconversie verblijfsrecreatie Stekene fase 1'

Aanvullende nota milieuscreening PRUP 'Reconversie verblijfsrecreatie Stekene fase 1' directie Ruimte dienst Ruimtelijke Planning Aanvullende nota milieuscreening PRUP 'Reconversie verblijfsrecreatie Stekene fase 1' 1. Inleiding Deze nota behandelt de adviezen die zijn binnengekomen in

Nadere informatie

Initiatiefnemer: Van Rooy Kathleen Hegge Ravels. 12 februari 2016 PRMER-PR2299-RL

Initiatiefnemer: Van Rooy Kathleen Hegge Ravels. 12 februari 2016 PRMER-PR2299-RL Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Mer Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 BRUSSEL Tel: 02/553.80.79 e-mail: mer@vlaanderen.be

Nadere informatie

WERKEN AAN EEN VEILIGE KUST

WERKEN AAN EEN VEILIGE KUST 2010 WERKEN AAN EEN VEILIGE KUST Een veiligere kust, kust, goed met bestudeerd oog voor andere functies De Vlaamse overheid werkt aan het Geïntegreerd Kustveiligheidsplan om de Vlaamse kust beter te beschermen

Nadere informatie

Richtlijnen milieueffectrapportage. Hernieuwing van de milieuvergunning voor een pluimveehouderij met stalruimte voor leghennen (Vanthournout)

Richtlijnen milieueffectrapportage. Hernieuwing van de milieuvergunning voor een pluimveehouderij met stalruimte voor leghennen (Vanthournout) administratie Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer afdeling Algemeen Milieu- en Natuurbeleid, cel Mer Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75

Nadere informatie

BETREFT: plan MER screening

BETREFT: plan MER screening Vlaamse overheid Adviezen en Vergunningen Antwerpen Lange Kievitstraat 111-113 bus 63 2018 ANTWERPEN T 03 224 63 14 aves.ant.anb@lne.vlaanderen.be Stad Antwerpen Bedrijfseenheid Stadsontwikkeling Francis

Nadere informatie

9.2 Beschrijving van de alternatieven voor duinen

9.2 Beschrijving van de alternatieven voor duinen 9.2 Beschrijving van de alternatieven voor duinen De alternatieven voor kustbescherming voor de type-omgeving duinen of havens kunnen zoals eerder aangegeven geconfigureerd worden op basis van de beschreven

Nadere informatie

Varkensbedrijf Kodeva te Torhout

Varkensbedrijf Kodeva te Torhout Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Mer Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Project-MER-Verslag

Nadere informatie

In kader van het onderzoek tot milieueffectrapportage werden op basis van een lijst aangeleverd door de dienst MER volgende instanties geraadpleegd:

In kader van het onderzoek tot milieueffectrapportage werden op basis van een lijst aangeleverd door de dienst MER volgende instanties geraadpleegd: N o t a b e t r e f f e n d e d e b e h a n d e l i n g v a n d e a d v i e z e n i n k a d e r v a n h e t o n d e r z o e k t o t m i l i e u e f f e c t r a p p o r t a g e v a n h e t R U P B & B (dossiernummer:

Nadere informatie

Richtlijnen milieueffectrapportage. Plan-MER. Historisch gegroeid bedrijf Drukkerij Verstraete N.V. te Knesselare

Richtlijnen milieueffectrapportage. Plan-MER. Historisch gegroeid bedrijf Drukkerij Verstraete N.V. te Knesselare Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, natuur- en energiebeleid, dienst Mer Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Richtlijnen

Nadere informatie

AANVULLENDE NOTA VERZOEK TOT ONTHEFFING VAN DE PLAN-MER PLICHT

AANVULLENDE NOTA VERZOEK TOT ONTHEFFING VAN DE PLAN-MER PLICHT Aanvullende nota screeningsnota PRUP Regionaal bedrijf Waeyaert - Vermeersch - Kortemark PROVINCIE WEST-VLAANDEREN Dienst Ruimtelijke Planning AANVULLENDE NOTA VERZOEK TOT ONTHEFFING VAN DE PLAN-MER PLICHT

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 22 september 2016 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/1 Uitvoering RSPA : PRUP Afbakeningslijn Heist-op-den-

Nadere informatie

Scopingsadvies Project-MER Windturbines Middelkerke - Gistel

Scopingsadvies Project-MER Windturbines Middelkerke - Gistel Vlaamse Overheid Departement Omgeving Afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en projecten Milieueffectrapportage Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel T 02/553 80 79 mer@vlaanderen.be www.omgevingvlaanderen.be

Nadere informatie

Richtlijnen voor het Project-MER Spent Fuel Facility voor Kerncentrale Doel

Richtlijnen voor het Project-MER Spent Fuel Facility voor Kerncentrale Doel Vlaamse Overheid Departement Omgeving Afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en projecten Milieueffectrapportage Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel T 02/553 80 79 mer@vlaanderen.be www.omgevingvlaanderen.be

Nadere informatie

RUP Oude Dokken Gent

RUP Oude Dokken Gent Vlaamse Overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Milieueffectrapportage Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20, bus 8, 1000 BRUSSEL

Nadere informatie

Richtlijnen milieueffectrapportage

Richtlijnen milieueffectrapportage Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Mer Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 BRUSSEL Tel: 02/553.80.79 e-mail: mer@vlaanderen.be

Nadere informatie

Geïntegreerd advies bij het "Verzoek tot raadpleging voor het RUP regionaal bedrijventerrein Eke"

Geïntegreerd advies bij het Verzoek tot raadpleging voor het RUP regionaal bedrijventerrein Eke Geïntegreerd advies bij het "Verzoek tot raadpleging voor het RUP regionaal bedrijventerrein Eke" 1. Adviesvraag : De adviesvraag ten behoeve van het verzoek tot raadpleging voor het "RUP regionaal bedrijventerrein

Nadere informatie

Windturbineproject Maatheide te Lommel

Windturbineproject Maatheide te Lommel Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Milieueffectrapportagebeheer Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20, bus 8, 1000 BRUSSEL

Nadere informatie

Initiatiefnemer: Provinciebestuur Vlaams-Brabant. Dienst Ruimtelijke Ordening Provincieplein 1 3010 Leuven. 15 juli 2011 PLIR-0008-GK

Initiatiefnemer: Provinciebestuur Vlaams-Brabant. Dienst Ruimtelijke Ordening Provincieplein 1 3010 Leuven. 15 juli 2011 PLIR-0008-GK Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Goedkeuring van de

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 25 september 2014 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/2 Uitvoering RSPA : PRUP Oude kanaalarm Puurs

Nadere informatie

Gelet op het decreet van 28 maart 2014 betreffende de landinrichting, artikel 3.1.1;

Gelet op het decreet van 28 maart 2014 betreffende de landinrichting, artikel 3.1.1; 1 Besluit van de Vlaamse Regering van 22 april 2016 tot goedkeuring en instelling van het landinrichtingsproject Zwinpolders (B.S., 14 juli 2016, I : 10 d. na publicatie) De Vlaamse Regering, Gelet op

Nadere informatie

plan-mer uitgevoerd volgens het integratiespoorbesluit van 18 april 2008 voor de milieueffectrapportage over ruimtelijke uitvoeringsplannen

plan-mer uitgevoerd volgens het integratiespoorbesluit van 18 april 2008 voor de milieueffectrapportage over ruimtelijke uitvoeringsplannen Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur en Energiebeleid Dienst Mer Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20, bus 8 Richtlijnen betreffende het addendum op de

Nadere informatie

N O T A B E T R E F F E N D E D E B E H A N D E L I N G V A N D E WOONWIJKEN L U T T E R Z E L E

N O T A B E T R E F F E N D E D E B E H A N D E L I N G V A N D E WOONWIJKEN L U T T E R Z E L E N O T A B E T R E F F E N D E D E B E H A N D E L I N G V A N D E A D V I E Z E N I N K A D E R V A N H E T O N D E R Z O E K T O T M I L I E U E F F E C T R A P P O R T A G E V A N H E T R U P WOONWIJKEN

Nadere informatie

Een overzicht van de mer-procedure en bespreking van de terinzagelegging van de kennisgeving

Een overzicht van de mer-procedure en bespreking van de terinzagelegging van de kennisgeving WOORD VOORAF: Een overzicht van de mer-procedure en bespreking van de terinzagelegging van de kennisgeving De bedoeling van dit voorwoord is om een kort overzicht te geven van de mer-procedure. Tevens

Nadere informatie

Nieuwe elektriciteitscentrale van T-Power NV te Tessenderlo

Nieuwe elektriciteitscentrale van T-Power NV te Tessenderlo Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Dienst Mer Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Project-MER verslag Goedkeuring milieueffectrapport

Nadere informatie

Goedkeuring milieueffectrapport. Kerncentrale van Doel hernieuwing van de Vlarem-vergunning

Goedkeuring milieueffectrapport. Kerncentrale van Doel hernieuwing van de Vlarem-vergunning Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Mer Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Goedkeuring

Nadere informatie

Scopingsadvies Project-MER Productie en bewerking van glas AGC Glass Europe NV in Mol Hervergunning en uitbreiding/wijziging

Scopingsadvies Project-MER Productie en bewerking van glas AGC Glass Europe NV in Mol Hervergunning en uitbreiding/wijziging Vlaamse Overheid Departement Omgeving Afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en projecten Milieueffectrapportage Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel T 02/553 80 79 mer@vlaanderen.be www.omgevingvlaanderen.be

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed; Besluit van de Vlaamse Regering houdende voorlopige vaststelling van het ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Kustpolders tussen Oudenburg, Jabbeke en Stalhille' DE VLAAMSE REGERING, Gelet

Nadere informatie

Goedkeuring project-milieueffectrapport Aanleg AX

Goedkeuring project-milieueffectrapport Aanleg AX Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Goedkeuring project-milieueffectrapport

Nadere informatie

Richtlijnen milieueffectrapportage

Richtlijnen milieueffectrapportage Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Mer Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Richtlijnen

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed; Besluit van de Vlaamse Regering houdende de voorlopige vaststelling van het ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Scheldepolders Hingene in Bornem DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de Vlaamse

Nadere informatie

Speerpunt Ontwikkeling Havens

Speerpunt Ontwikkeling Havens Speerpunt Ontwikkeling Havens Dr. ir. Hadewych Verhaeghe Projectingenieur Afdeling Maritieme Toegang Departement Mobiliteit en Openbare Werken Ontwikkeling Havens haven van Zeebrugge en haven van Oostende

Nadere informatie

Renogen biomassa-wkk te Ham

Renogen biomassa-wkk te Ham Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Mer Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Goedkeuring

Nadere informatie

Project-MER-Verslag. Goedkeuring milieueffectrapport. Project: Sint-Janspoort Kortrijk. Initiatiefnemer:

Project-MER-Verslag. Goedkeuring milieueffectrapport. Project: Sint-Janspoort Kortrijk. Initiatiefnemer: Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Project-MER-Verslag

Nadere informatie

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan AFBAKENING VAN HET STRUCTUURONDERSTEUNEND KLEINSTEDELIJK GEBIED KNOKKE-HEIST

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan AFBAKENING VAN HET STRUCTUURONDERSTEUNEND KLEINSTEDELIJK GEBIED KNOKKE-HEIST Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan AFBAKENING VAN HET STRUCTUURONDERSTEUNEND KLEINSTEDELIJK GEBIED KNOKKE-HEIST DEFINITIEVE VASTSTELLING SEPTEMBER 2011 STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN Inhoudstafel

Nadere informatie

Goedkeuringsverslag van de planmilieueffectrapportage voor het gewestelijk RUP Missing Link N60 ter hoogte van Ronse

Goedkeuringsverslag van de planmilieueffectrapportage voor het gewestelijk RUP Missing Link N60 ter hoogte van Ronse Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Goedkeuringsverslag

Nadere informatie

Richtlijnen milieueffectrapportage. Uitbreiding en wijziging van een gemengd veeteeltbedrijf te Wingene tot varkens en 30.

Richtlijnen milieueffectrapportage. Uitbreiding en wijziging van een gemengd veeteeltbedrijf te Wingene tot varkens en 30. Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Mer Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 BRUSSEL Tel: 02/553.80.79 e-mail: mer@vlaanderen.be

Nadere informatie

adviezen n.a.v. planmer-screening

adviezen n.a.v. planmer-screening adviezen n.a.v. planmer-screening RUP nr. 6 Kragenwiel gemeente Bornem september 2012 ADVIES ONTWERPER colofon project: RUP Kragenwiel opdrachtgever: GEMEENTE BORNEM opdrachtnemer: OMGEVING cvba uitbreidingstraat

Nadere informatie

afbakening zeehavengebied Antwerpen

afbakening zeehavengebied Antwerpen gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan afbakening zeehavengebied Antwerpen Havenontwikkeling linkerscheldeoever Bijlage VIb: onderzoek tot milieueffectrapportage deelgebied polder tussen Verrebroek en

Nadere informatie

Scopingsadvies Project-MER Hervergunning en verandering van pluimveehouderij Bart Bax LV in Weelde

Scopingsadvies Project-MER Hervergunning en verandering van pluimveehouderij Bart Bax LV in Weelde Vlaamse Overheid Departement Omgeving Afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en projecten Milieueffectrapportage Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel T 02/553 80 79 mer@vlaanderen.be www.omgevingvlaanderen.be

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed; Besluit van de Vlaamse Regering houdende voorlopige vaststelling van het ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Openruimtegebieden Beneden-Nete DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de Vlaamse Codex

Nadere informatie

Provincieraadsbesluit

Provincieraadsbesluit directie Ruimte dienst Ruimtelijke Planning dossiernummer: 1602849 Provincieraadsbesluit betreft verslaggever Sint-Gillis-Waas - PRUP 'Reconversie verblijfsrecreatie Sint-Gillis-Waas fase 1' Definitieve

Nadere informatie

Project-MER-Verslag. Verdere exploitatie van elektriciteitscentrale Langerbrugge

Project-MER-Verslag. Verdere exploitatie van elektriciteitscentrale Langerbrugge Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Project-MER-Verslag Goedkeuring milieueffectrapport

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 26 januari 2017 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/1 Uitvoering RSPA : PRUP De Beunt Lier voorlopige

Nadere informatie

In kader van het onderzoek tot milieueffectrapportage werden op basis van een lijst aangeleverd door de dienst MER volgende instanties geraadpleegd:

In kader van het onderzoek tot milieueffectrapportage werden op basis van een lijst aangeleverd door de dienst MER volgende instanties geraadpleegd: N o t a b e t r e f f e n d e d e b e h a n d e l i n g v a n d e a d v i e z e n i n k a d e r v a n h e t o n d e r z o e k t o t m i l i e u e f f e c t r a p p o r t a g e v a n h e t R U P Z o n e

Nadere informatie

Aanvullende richtlijnen milieueffectrapportage. Project-MER. Oosterweelverbinding

Aanvullende richtlijnen milieueffectrapportage. Project-MER. Oosterweelverbinding Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Mer Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 BRUSSEL Tel: 02/553.80.79 e-mail: mer@vlaanderen.be

Nadere informatie

Richtlijnen milieueffectrapportage. Uitbreiding en hernieuwing van een varkenshouderij tot varkens te Beveren- Waas

Richtlijnen milieueffectrapportage. Uitbreiding en hernieuwing van een varkenshouderij tot varkens te Beveren- Waas Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Mer Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Richtlijnen

Nadere informatie

Richtlijnen milieueffectrapportage. Bouw en exploitatie van een varkensbedrijf

Richtlijnen milieueffectrapportage. Bouw en exploitatie van een varkensbedrijf Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Mer Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 BRUSSEL Tel: 02/553.80.79 e-mail: mer@vlaanderen.be

Nadere informatie

Goedkeuringsverslag van het plan-mer voor het provinciaal RUP Dendermonde-West

Goedkeuringsverslag van het plan-mer voor het provinciaal RUP Dendermonde-West Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Milieueffectrapportage Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL

Nadere informatie

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van het gemengd veeteeltbedrijf Danny Delcroix

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van het gemengd veeteeltbedrijf Danny Delcroix Vlaamse Overheid Departement Omgeving Afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en projecten Milieueffectrapportage Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel T 02/553 80 79 mer@vlaanderen.be www.omgevingvlaanderen.be

Nadere informatie

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing van een gemengd veeteeltbedrijf in Poperinge (Watou)

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing van een gemengd veeteeltbedrijf in Poperinge (Watou) Vlaamse Overheid Departement Omgeving Afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en projecten Milieueffectrapportage Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel T 02/553 80 79 mer@vlaanderen.be www.omgevingvlaanderen.be

Nadere informatie

Aanbevelingen milieueffectbeoordeling "integratiespoor" Europese Structuurfondsen Programmaperiode

Aanbevelingen milieueffectbeoordeling integratiespoor Europese Structuurfondsen Programmaperiode !!"#$ %###&'()) *#"+,,-.$#./01*#"+,,-.$#./, Aanbevelingen milieueffectbeoordeling "integratiespoor" Europese Structuurfondsen Programmaperiode 2007-2013 Nationaal Strategisch Referentiekader Vlaanderen

Nadere informatie

Eurostadium Brussels

Eurostadium Brussels Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Milieueffectrapportagebeheer Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20, bus 8, 1000 BRUSSEL

Nadere informatie

Uitbreiding van de kopersmelter

Uitbreiding van de kopersmelter Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap departement Leefmilieu en Infrastructuur administratie Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer afdeling Algemeen Milieu- en Natuurbeleid, cel MER Graaf de Ferrarisgebouw

Nadere informatie

Project-MER verslag Goedkeuring milieueffectrapport

Project-MER verslag Goedkeuring milieueffectrapport Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Mer Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Project-MER

Nadere informatie

Goedkeuring plan-milieueffectrapport PRUP Omleidingsweg Anzegem

Goedkeuring plan-milieueffectrapport PRUP Omleidingsweg Anzegem Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Goedkeuring plan-milieueffectrapport

Nadere informatie