J.G.M. van Ham ANR: Bedrijfscommunicatie en Digitale Media Faculteit Communicatie en Cultuur Universiteit van Tilburg

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "J.G.M. van Ham ANR: 777645 j.g.m.vanham@uvt.nl. Bedrijfscommunicatie en Digitale Media Faculteit Communicatie en Cultuur Universiteit van Tilburg"

Transcriptie

1 Het kwartje is gevallen De merknaam ook? Experimenteel onderzoek naar het effect van visuele metaforen in advertenties op herkenning van nieuwe merknamen J.G.M. van Ham ANR: Bedrijfscommunicatie en Digitale Media Faculteit Communicatie en Cultuur Universiteit van Tilburg

2 Advertising is the greatest art form of the twentieth century. (Marshall McLuhan 1 ) 1 Marshall McLuhan (1976), Canadese socioloog (geciteerd in Robert Andrews, The Routledge Dictionary of Quotations 1987, p. 5, London: Routledge & Kegan Paul). 2

3 Inhoudsopgave VOORWOORD... 5 SAMENVATTING INLEIDING THEORETISCH KADER ADVERTENTIES Advertenties als marketinginstrument Retoriek in advertenties Visuele retoriek in advertenties ONDERZOEK NAAR RETORIEK IN ADVERTENTIES Verwerking van retoriek Effecten retoriek Effecten visuele retoriek Het merk? Geen idee GEHEUGEN EN MERKNAMEN Blootstelling aan merknamen Recognitie, recall en merknamen ONDERZOEKSVRAGEN EN HYPOTHESES ONDERZOEKSOPZET MATERIAAL metaforenadvertenties Letterlijke advertenties DESIGN PROEFPERSONEN INSTRUMENTATIE Recognitie merknamen recall producten en koppeling aan merknamen Controlevariabelen: elaboratie, waardering en begrip Achtergrondvariabelen: leeftijd, sexe en studierichting PROCEDURE VERWERKING VAN DE GEGEVENS recognitie-, en recalltaak controlevariabelen: elaboratie, waardering en begrip RESULTATEN ELABORATIE EN WAARDERING ADVERTENTIES Elaboratie Waardering RECOGNITIE MERKNAMEN EN KOPPELING PRODUCTEN Recognitie merknamen Koppelen producten aan merknaam CORRELATIES CONCLUSIES DISCUSSIE VERKLARINGEN EFFECTEN Herkenning van de merknaam Koppelen product aan merknaam Totale recall producten KANTTEKENINGEN BIJ ONDERZOEKSOPZET Materiaal Overige punten SUGGESTIES VOOR VERVOLGONDERZOEK

4 6.3 PRAKTISCHE AANBEVELINGEN BIJLAGEN: 1. METAFORENADVERTENTIES MATERIAALTEST 2. DEFINITIEF METAFORENMATERIAAL 3. DEFINITIEF LETTERLIJK MATERIAAL 4. TEKSTDELEN EN QUIZVRAGEN POWERPOINT PRESENTATIE 4

5 Voorwoord In september 2002 begon ik vol enthousiasme aan de studie communicatie-, en informatiewetenschappen omdat ik iets met reclame wilde gaan doen. Na m n bachelor Tekst & Communicatie te hebben behaald, besloot ik de master Bedrijfscommunicatie en Digitale Media te gaan volgen. Deze scriptie vormt de afsluiting van vier jaar studeren, en als mensen vragen wat ik nu wil gaan doen luidt het antwoord nog steeds iets met reclame. Reclame intrigeert me vanwege zijn grote impact op de maatschappij en zijn verscheidenheid; hoe komt het dat Albert Heijn een WKwuppie immens populair kan maken, terwijl niemand warm loopt voor de miniatuur oranje-spelers van Super de Boer? Daarbij vond ik het vak Multimodaliteit en Communicatie erg interessant, waar diep werd ingegaan op retorische figuren. Reclame en retoriek zijn nauw met elkaar verbonden, en ik wist dan ook al snel dat ik mijn studie in dat thema wilde afronden. Hoewel het niet gemakkelijk was hierin een begeleider te vinden, ben ik toch blij dat ik heb doorgezet en voor een onderwerp heb gekozen dat ik écht interessant vind. Ik ondervond al snel dat er toch nog heel wat bij zo n onderzoek komt kijken; leren photoshoppen, een experiment opzetten, proefpersonen vinden, het waren allemaal grote, maar leerzame uitdagingen. Gelukkig stond ik er niet alleen voor, en mijn dank gaat dan ook uit naar alle mensen die mij op welke wijze dan ook geholpen hebben. In het bijzonder wil ik mijn twee begeleiders Floor van Horen en Fons Maes bedanken voor de goede feedback en het vertrouwen in het eindresultaat. Daarnaast wil ik Lennart van de Laar bedanken voor de hulp bij het maken van de advertenties, Harold Miesen als pilot proefpersoon en tipgever, en Carel van Wijk voor de raad met betrekking tot de statistische verwerking van de resultaten. Tot slot verdienen ook mijn ouders en mijn vriend Dick het om hier vernoemd te worden; zij waren er altijd om met me mee te denken en tijdens stress-aanvallen me ervan te overtuigen dat alles goed zou komen. En ze hadden gelijk, uiteindelijk is alles zonder al te grote tegenslagen op zijn pootjes terecht gekomen. Ik ben dan ook trots op het eindresultaat en hoop dat lezers er net zoveel plezier aan beleven als ik tijdens de weg ernaartoe. 5

6 Samenvatting Het gebruik van visuele retoriek in advertenties wordt steeds populairder. Uit verschillende onderzoeken is gebleken dat visuele retoriek de aandacht weet te trekken en een positief effect heeft op overtuigingskracht. Waar nog niet zoveel aandacht aan is besteed is de vraag of het merkherkenning ten goede komt. Dit onderzoek richt zich dan ook op de vraag wat het effect is van visuele metaforen in advertenties op herkenning van nieuwe merknamen. Hiertoe werden zeven advertenties ontworpen die in twee condities werden aangeboden; met visuele metafoor en zonder visuele metafoor. Achteraf werd proefpersonen gevraagd aan te strepen welke merknamen ze herkenden uit een lijstje met veertien merknamen. Een tweede taak bestond uit het koppelen van producten aan de merknamen die in de advertenties gebruikt waren. De resultaten met betrekking tot merkherkenning bleken, tegengesteld aan de verwachting, in het voordeel te zijn voor advertenties zonder visuele metaforen. Ook werden er meer producten juist aan de merknaam gekoppeld in de letterlijke conditie. Waarschijnlijk leidt het gebruik van visuele metaforen dus af van de merknaam. Adverteerders moeten dan ook voorzichtig zijn met het gebruik van visuele metaforen bij de introductie van een nieuw merk. 6

7 1. Inleiding De afbeelding in figuur 1 is op het eerste gezicht wat vreemd, wat doet die spons daar op het hoofd van de vrouw, moet dat niet een bak water zijn? Ondanks dat deze afbeelding tegen onze verwachtingen ingaat, zal het de meeste mensen niet veel moeite kosten toch de betekenis van de advertentie te achterhalen; sponzen van Spontex absorberen net zoveel water als in een emmer past. Hoewel onder de merknaam de verbale cue Super absorbent wordt gegeven, zou ook zonder deze hulp tot dezelfde conclusie gekomen kunnen worden. Het fenomeen zoals in deze advertentie te zien is noemen we een visuele metafoor. Daarbij wordt een voorwerp als een ander, vaak op het eerste gezicht totaal verschillend, voorwerp afgebeeld, in dit geval een spons als een emmer. Op die manier kunnen bepaalde (vaak positieve) eigenschappen van het afgebeelde concept op het geadverteerde product geprojecteerd worden. Hier geldt dat de eigenschap er kan veel water in van een emmer overgedragen wordt op de spons. Kenmerkend voor dergelijke reclame-uitingen is dat de commerciële boodschap niet wordt opgedrongen en voorgekauwd, maar dat de consument uitgedaagd wordt zelf de juiste interpretatie te zoeken. Uit onderzoek waarin 537 advertenties werden betrokken is gebleken dat sinds 1980 tekst steeds meer plaats heeft moeten maken voor beeld en dat daarnaast zowel de teksten als beelden minder duidelijk zijn geworden (Gisbergen, Ketelaar en Pieters, 2003). En waarom? Om op te vallen tussen alle saaie, steeds weer dezelfde simpele boodschappen die al tot genoeg irritatie van de consument leiden. Daarnaast bestaat de assumptie dat door een indirecte aanpak tegenargumentatie voorkomen kan worden; de consument is blij als hij het raadsel heeft opgelost en vergeet de gevonden oplossing ter discussie te stellen. Tot slot speelt de opkomst van de beeldcultuur een rol; beelden overstijgen taalverschillen en zijn daardoor mondiaal te gebruiken (Gisbergen e.a., 2003). Indirecte (retorische) visuele boodschappen zijn erg populair en vallen vaak in de prijzen. De verwachting is dan ook dat de komende tijd advertenties van dit type nog verder in aantal zullen toenemen. Dit geldt ook voor de specifiekere, maar veelvuldig voorkomende visuele metafoor waar dit onderzoek zich op zal richten. Onderzoeken gericht op visuele retoriek hebben uitgewezen dat advertenties die een visuele metafoor bevatten dieper verwerkt worden, een hogere waardering krijgen, overtuigender zijn en beter herinnerd worden. Daarmee samenhangend ontstaat er een positievere attitude jegens het merk en het product. Echter, wil deze positievere attitude zijn vruchten 7

8 af gaan werpen, dan is het van belang dat de consument eenmaal in de winkel het merk waarvan hij eerder een advertentie zag, nog wel herkent. Dit onderzoek richt zich dan ook op de vraag of het gebruik van een visuele metafoor in een advertentie merkherkenning ten goede komt. In hoofdstuk 2 wordt deze onderzoeksvraag ingebed in een breder theoretisch kader. Vervolgens wordt in hoofdstuk 3 de opzet van het onderzoek besproken. Hoofdstuk 4 behandelt de resultaten van het onderzoek en hoofdstuk 5 tenslotte betreft een discussie met betrekking tot de gevonden resultaten. 8

9 2. Theoretisch kader Op het gebied van retoriek en advertenties is al veel onderzoek gedaan. Dit hoofdstuk heeft als doel dit onderzoek binnen een breder wetenschappelijk en maatschappelijk veld te plaatsen. Paragraaf 2.1 gaat in op advertenties, in paragraaf 2.2 wordt onderzoek naar retoriek in advertenties besproken en paragraaf 2.3 tenslotte bespreekt geheugen in relatie met merknamen. 2.1 Advertenties Advertenties, je hoeft niet lang te zoeken om er een te vinden; in tijdschriften, kranten, in het openbaar vervoer, in scholen, bij dokters, binnen en buiten, overal kom je ze tegen. Door hun overvloed soms irritant, maar toch ook onmisbaar, want hoe zou de consument zonder advertenties op de hoogte blijven van wat de markt te bieden heeft? Of nog belangrijker, hoe zou hij zich een beeld kunnen vormen bij merken en producten? En wat te denken van het enorme aanbod in de winkels? Hoe kies je als alle merken je even onbekend voorkomen? Omdat producenten willen dat consumenten voor hun merk kiezen zetten zij marketingcommunicatie-instrumenten in, waarvan adverteren één van de belangrijkste is. In deze paragraaf wordt eerst ingegaan op het doel van advertenties als marketinginstrument. Vervolgens wordt er aandacht besteed aan retoriek in advertenties, waarna er door gegaan zal worden op visuele retoriek, en in het bijzonder visuele metaforen Advertenties als marketinginstrument Marketingcommunicatie-instrumenten worden ingezet om met de consument te communiceren. Advertenties zijn er op gericht de vraag naar een bepaald product op de lange termijn te stimuleren door de mental states van de consument te beïnvloeden. Dit proces bestaat uit drie stappen (Burnett en Moriarty, 1998): 1. Het eerste wat een advertentie beoogt te bereiken is dat hij gezien wordt en dat de boodschap indruk maakt op de ontvanger. Bij high-involvement producten 2 zoals auto s en wasmachines zal aandacht voor de advertentie vooral optreden als de ontvanger op zoek is naar een dergelijk product. Omdat het belangrijke aankopen betreft, heeft de ontvanger vooral behoefte aan informatie over het product. Informatie geven is dan ook een belangrijk aspect van de advertentie, zodat de potentiële koper een rationele afweging kan maken. Bij low-involvement producten zoals kauwgum, tandpasta 2 Producten waarvan de aankoop meer persoonlijke relevantie en consequenties heeft en meer met een bepaald individu verbonden is dan het geval is bij low-involvement producten (Petty en Cacioppo, 1983) 9

10 en etenswaren gaat het om relatief onbelangrijke aankopen en zal de adverteerder de aandacht moeten trekken door de ontvanger nieuwsgierig te maken (Petty en Cacioppo,1983). 2. De tweede stap is dat, nadat er aandacht aan de advertentie is besteed, deze ook blijft hangen in het geheugen van de ontvanger. Als de consument door de winkel loopt is het belangrijk dat hij merknamen herkend. Nog een stapje verder gaat herinnering; wanneer de consument overweegt een bepaalde aankoop te doen kan hij zich een bepaald merk en advertentie voor de geest halen (meer over herkenning en herinnering in paragraaf 2.3.2) 3. De laatste stap is dat de consument een positieve attitude krijgt ten aanzien van het geadverteerde product en het prefereert boven andere producten. Hiervoor worden onder andere involvement technieken ingezet die de ontvanger uitnodigen fysiek of mentaal iets te doen waardoor de consument meer betrokken raakt bij het product. Een woordspeling is hiervan een voorbeeld. De beschreven drie stappen gelden bij iedere vorm van adverteren; deze scriptie richt zich echter op geprinte advertenties voor low-involvement producten. Hierin spelen visuele aspecten een grote rol Retoriek in advertenties Zoals in de vorige paragraaf al naar voren kwam is het belangrijk dat advertenties voor lowinvolvement producten de consument nieuwsgierig maken. Een middel dat hiervoor vaak wordt ingezet is retoriek. Een andere benaming hiervoor is figuurlijk taalgebruik, wat de tegenhanger is van letterlijk taalgebruik. Figuurlijk taalgebruik is te definiëren als taalgebruik waarbij vanuit het oogpunt van de zender conventionele beperkingen 3 worden overtreden ter bevordering van de communicatie, en waarbij vanuit het oogpunt van de lezer slechts een bevredigende (relevante) interpretatie verkregen kan worden als conventionele beperkingen met betrekking tot de interpretatie verworpen worden door contextuele beperkingen (Croft & Cruse, 2004). Deze nogal ingewikkelde definitie kan verhelderd worden aan de hand van figuur 2. De zender schendt een spellingsregel (conventionele beperking) door Brrrtje te schrijven in plaats van Biertje. Hij doet dit echter om extra nadruk te leggen op de speciale winterverpakking van het Heineken bier. Volgens de relevantietheorie van Sperber en Wilson (1986; volgens Forceville, 1994) gaat de ontvanger bij het zien van een dergelijke afwijking direct op zoek naar een context die de conventionele schending rechtvaardigt. De ontvanger kan het woord Brrrtje dan ook interpreteren doordat de sneeuw op het flesje en de tekst speciale winterverpakking net als de uiting brrr wijzen op winter en kou. Zo weet hij dat het hier niet om een fout gaat, maar om een woordspeling die als effect heeft 3 te denken valt aan spellingsregels, grammaticaregels of één van Grice s maximes (kwaliteit, kwantiteit, relevantie, zegswijze (Grice, 1967) Figuur 2: retoriek om aandacht te trekken (woordspeling) 10

11 dat er extra nadruk op de winterverpakking gelegd wordt. Figuurlijke uitdrukkingen worden dan ook alleen ingezet wanneer de zender van mening is dat er geen letterlijke uitdrukking is die hetzelfde effect zou hebben (Croft & Cruse, 2004). Voorwaarden om onder het label retorische figuur te vallen zijn dat de onverwachte afwijking zich bevindt op het gebied van vorm en niet van inhoud 4 en dat de gebruikte figuur onafhankelijk van de situatie gedefinieerd kan worden 5 (McQuarrie en Mick, 1996). Naast het doel van aandacht trekken (zie figuur 2), wordt retoriek ook vaak ingezet om een complex beeld te verhelderen (je kunt een harde schijf van een computer zien als een bibliotheek met afdelingen, kasten en boeken) of om overtuigender over te komen ( Hij was dapper als een leeuw is krachtiger dan Hij was heel dapper ). Figuurlijk taalgebruik is dus zeker meer dan opsmuk van letterlijke taal, want het verandert niet alleen de vorm van de boodschap, maar ook de strekking. Categorisatie Omdat er grote verschillen in verwerking waar te nemen zijn afhankelijk van of er wel of geen retoriek aanwezig is in een advertentie en vanwege de grote verschillen in kenmerken tussen de verschillende retorische figuren, zijn er meerdere pogingen gedaan tot het maken van een categorisatiemodel. Een van deze is het categorisatiemodel van McQuarrie en Mick (1996) (zie figuur 3). Figuur 3: Categorisatiemodel McQuarrie en Mick (1996) 4 De boodschap dat poedels harder kunnen rennen dan hyena s wijkt ook af van onze verwachting maar dat is geen figuurlijke uitdrukking aangezien deze afwijking zich op inhoudelijk vlak bevindt, 5 Dit is nodig om de figuur onder te kunnen brengen in een bredere categorie stijlfiguren. Wanneer dit niet mogelijk is betreft het geen retorische figuur, maar een stilistisch middel. 11

12 Met dit model probeerden ze een begrijpelijke en eenduidige indeling te maken van retorische figuren die in het veld van advertenties voorkomen. In eerste instantie was het model alleen bedoeld voor verbale retoriek, maar later pasten zij het model ook toe op visuele retoriek (McQuarrie en Mick, 1999). De indeling die zij maken bestaat uit drie hoofdniveaus (zie figuur 3). Het eerste niveau betreft alle retorische figuren die voorkomen in advertenties. Daarna volgt de tweedeling tussen schema s en tropen. Fogelin (1988) definieerde het verschil hiertussen als klankfiguren versus gedachtefiguren. McQuarrie en Mick hechten hier het label overdreven regelmaat aan schema s en onregelmatigheid aan tropen. Op niveau drie worden er twee soorten schema s (herhaling en omkering) en twee soorten tropen (vervanging en destabilisatie) onderscheiden. Tot slot worden de specifieke stijlfiguren die onder deze categorieën vallen weergegeven. Over het algemeen vereisen schema s minder cognitieve inspanning dan tropen, waarbij omkering een meer complexe categorie is dan herhaling, en destabilisatie meer complex dan vervanging. Aangezien dit onderzoek zich op metaforen richt wordt alleen uitgebreid ingegaan op metaforen en er niet op de overige afzonderlijke figuren. Figuur 4: advertentie Esso Metaforen Voor de destabilisatiecategorie (zie figuur 3) in het algemeen geldt dat de zender meer bedoelt dan hij zegt en dat hij er vanuit gaat dat de ontvanger verder redeneert om de betekenis te achterhalen. Bij een metafoor is er sprake van een substantiële of fundamentele overeenkomst tussen twee termen waarvan men niet verwacht dat op basis van die overeenkomst de twee termen met elkaar geassocieerd worden. Door dit wel te doen kunnen er nieuwe, creatieve implicaties tot stand komen (McQuarrie en Mick, 1999). Figuur 4 geeft een voorbeeld van een verbale metafoor. Met de zin Put a tiger in your tank worden de eigenschappen van een tijger (krachtig, snelheid) overgebracht op Esso brandstof Visuele retoriek in advertenties Naast de verbale metafoor in figuur 4 wordt er ook gebruik gemaakt van een visuele metafoor; in plaats van benzine komt er namelijk een tijger uit de tank van de auto. In deze advertentie worden verbale en visuele metaforiek naast elkaar ingezet om de boodschap te versterken, maar ook zonder een metaforische tekst zijn dergelijke illustraties vaak te interpreteren. Retoriek beperkt zich dus niet tot het verbale domein, wat ook al uit de woorden van Aristoteles bleek toen hij retorica definieerde als De discipline waarin men middelen om te overtuigen ontdekt die in 12

13 iedere situatie toepasbaar zijn (Kenney & Scott, 1991 in Kenney & Scott 2003). Door de traditie in de kunst echter, waar afbeeldingen vooral ingezet werden om de werkelijkheid weer te geven, werd lange tijd gedacht dat ook plaatjes in advertenties gezien konden worden als weergaven van de werkelijkheid (copy theory, Goodman 1976, Mitchell, 1986; volgens Scott, 1994). Deze zouden via de perifere route verwerkt worden (wat weinig cognitieve inspanning vereist) of zelfs automatisch geabsorbeerd worden. Bij letterlijke afbeeldingen vormt deze theorie geen probleem maar op figuurlijke afbeeldingen, waarbij de ontvanger meer moeite moet doen om de strekking te interpreteren, is de theorie minder goed toepasbaar (Scott, 1994). Scott zag dan ook de noodzaak in van een theorie die visuele retoriek betreft omdat het kijken naar plaatjes, even goed als tekst, cognitieve inspanning vereist. Net als schrijven en lezen is ook het kijken naar en verwerken van plaatjes cultuurgebonden, en net als bij de selectie van woorden maakt de maker van een plaatje een afweging van wat hij wel en wat hij niet laat zien. Ook hierbij geldt dat de manier waarop iets wordt afgebeeld minstens zo belangrijk is als wat wordt afgebeeld (Kenney & Scott 2003). Vanuit dit standpunt worden afbeeldingen beschouwd als een symbolisch systeem dat ook ingezet kan worden als middel om te overtuigen. Dit systeem werkt volgens Scott s theorie (1994) op drie niveaus; Invention (uitvinding), Arrangement (rangschikking) en Delivery (levering). Invention betreft het proces van het bedenken van de advertentie. Hieronder valt het bedenken van het voordeel van het product voor de consument, hoe dat voordeel onderbouwd kan worden, de positie van het product in vergelijking met andere competitieve producten en de manier waarop dit overgebracht gaat worden (Scott, 1994). In het geval van de Esso advertentie (figuur 4) bijvoorbeeld is het voordeel dat de adverteerders over willen brengen krachtige brandstof (krachtiger dan andere brandstofmerken) wat gerealiseerd wordt door de brandstof te vergelijken met een tijger. Het is vervolgens taak van de ontvanger om door middel van cognitieve verwerking deze boodschap er uit te halen. Het tweede niveau, arrangement, richt zich op hoe de elementen gerangschikt worden. In de Esso advertentie is dit bijvoorbeeld de grootte van de tijger ten opzichte van de auto, en de plaatsing van de tekst ten opzichte van de illustratie. Dit betreft dus vooral de compositie van het geheel die er invloed op heeft hoe de advertentie verwerkt gaat worden. Het derde niveau, delivery, betreft vooral keuzes met betrekking tot stijl; vanuit welke hoek worden plaatjes afgebeeld, en op wat voor manier worden ze weergegeven (fel of flets, kleur of zwart-wit, scherp of vaag). Door te variëren op deze drie niveaus kunnen plaatjes verschillende retorische boodschappen uitdragen (Scott, 1994). Visuele retoriek: hot or not? De mogelijkheid naast verbale retoriek ook visuele retoriek toe te passen biedt grote mogelijkheden voor adverteerders aangezien visuele elementen een belangrijke plaats innemen bij advertenties. De vele documentatie uit de vorige eeuw heeft dan ook bewezen dat in geprinte advertenties een voorkeur is ontstaan voor plaatjes boven tekst (Leiss e.a., 1986; Philips en McQuarrie, 2003; Pollay, 1985 volgens McQuarrie en Philips, 2004). Gisbergen e.a. (2003) nuanceren dit door te zeggen dat deze voorkeur alleen is opgetreden bij low-involvement producten, terwijl bij high-involvement producten juist steeds meer tekst werd gebruikt. Ook is opvallend dat verbale hulp bij visuele metaforen in advertenties in de periode 1954 tot 1999 steeds minder geworden is en dat de 13

14 moeilijkere visuele tropen steeds vaker voorkwamen dan de makkelijkere visuele schema s (Philips en McQuarrie, 2002). Waarschijnlijk wordt dit veroorzaakt door wederzijdse aanpassing van consument en adverteerder; consumenten eisen steeds meer creativiteit van advertenties willen zij er aandacht aan besteden, adverteerders nemen meer risico door consumenten in staat te achten ook ingewikkelde visueel retorische figuren op eigen kracht te kunnen interpreteren (Philips en McQuarrie, 2002). Nieuwe trend, nieuwe indeling Aanvankelijk werden de vele verschillende soorten visuele reclame-uitingen gecategoriseerd door middel van bestaande categorisatiemodellen. Philips en McQuarrie (2004) echter vonden deze taxonomieën niet volstaan omdat deze in de eerste plaats ontworpen waren voor verbale retoriek en daardoor niet adequaat grip konden krijgen op belangrijke verschillen binnen het visuele domein. Daarom ontwikkelden zij een nieuwe categorisatiemodel specifiek gericht op visuele retoriek. De categorieën zijn ingedeeld op basis van de verschillende soorten interne structuur van visuele elementen en daarmee samenhangende verschillen in consumentenverwerking en reacties. Figuur 5 geeft dit categorisatiemodel weer. Figuur 5: categorisatiemodel McQuarrie en Philips visuele retoriek (hoe hoger het cijfer, hoe moeilijker; types waar onderzoek op gericht is blauw) Overeenkomst tussen de verschillende categorieën is dat het om visuele figuren gaat waarbij de consument op zoek gaat naar een relatie tussen twee zaken. De twee dimensies waarop de verschillende categorieën worden onderscheiden zijn visuele structuur en betekenisgeving. Visuele structuur richt zich op de manier waarop de twee termen, die met elkaar in verband gebracht dienen te 14

15 worden, zijn afgebeeld. Dit kan naast elkaar (juxtaposition) of gecombineerd (fusion) zijn, maar het kan ook zijn dat een term volledig vervangen wordt door de andere (replacement). Op deze dimensie vereist juxtaposition de minst diepe verwerking en is daardoor ook het minst complex. Replacement vraagt om een diepere verwerking en is de meest complexe visuele structuur. De tweede dimensie, betekenisgeving, richt zich op de relatie tussen de twee termen. Er kan hier sprake zijn van connectie 6, waarbij de twee termen aan elkaar gelinkt moeten worden of een vergelijking, waar de twee termen met elkaar vergeleken moeten worden. Deze vergelijking kan zijn op basis van gelijkheid (similarity) of tegenstelling (opposition). In het geval van connectie worden de termen niet als gelijk of juist ongelijk aan elkaar gepresenteerd, maar wordt er door de twee termen met elkaar in verband te brengen nadruk gelegd op een bepaalde eigenschap. Op de dimensie van betekenisgeving zijn de verschillende mogelijkheden in meer of minder mate ambigue. Dit leidt tot verschillen in rijkheid; hoe ambiguer een figuur is, hoe meer inferenties er gemaakt kunnen worden, met als gevolg dat de figuur vatbaar is voor meerdere interpretaties. In het categorisatiemodel van McQuarrie en Philips wordt een vergelijking op basis van connectie als minst rijke figuur gezien en een vergelijking op basis van tegenstelling als rijkste. Hoewel dit nieuwe model tracht de oorspronkelijke benamingen (die overeenkomen met verbale retorische figuren) niet meer te gebruiken, kan toch min of meer gesteld worden dan de visuele metafoor, waar dit onderzoek zich op richt, valt onder de categorie vergelijking op basis van gelijkheid. Net als een verbale metafoor, bestaat ook een visuele metafoor uit twee benoembare termen, waarvan een het letterlijk eerste subject vormt (het brondomein) en de andere het figuurlijk tweede subject (het doeldomein), waarbij een of meerdere eigenschappen van het brondomein op het doeldomein geprojecteerd worden (Forceville, 2004). De consument wordt dus geacht de analogie tussen de beide termen te achterhalen. Tijdens dit cognitieve proces wordt eerst toegang gezocht tot de twee relevante termen in het lange termijn geheugen, vervolgens wordt het brondomein toegepast op het doeldomein zodat er analoge inferenties met betrekking tot het doeldomein gemaakt kunnen worden. Zo wordt er nieuwe kennis gegenereerd met leren als gevolg wanneer er nieuwe linken in het geheugen ontstaan (zie ook paragraaf 2.2.1). Omdat er in dit onderzoek alleen maar advertenties van dit type gebruikt worden, kan een gedetailleerde uitleg van slechts de categorie vergelijking op basis van gelijkheid volstaan (gemarkeerd in tabel). Aan de hand van een voorbeeld van elk type advertentie binnen deze categorie zullen de verschillende mogelijkheden uitgelegd worden. Kenmerk van vergelijkingen op basis van gelijkheid in het algemeen is dat ze vaak openstaan voor meerdere interpretaties (McQuarrie en Philips, 2004) 6 Visuele figuren op basis van connectie worden voor het eerst in het model van McQuarrie en Philips (2004) onderscheiden. Het verschil 15

16 1. vergelijking op basis van gelijkheid termen naast elkaar afgebeeld (juxtaposition) De Dunkin Donuts advertentie (figuur 6) is een voorbeeld van een vergelijking waarbij de termen naast elkaar afgebeeld zijn. De lippen in kusstand worden vergeleken met de apart afgebeelde donut. Eigenschappen als lekker en verleidend worden van de lippen overgebracht op de donut. Er is waarschijnlijk gekozen voor een donkere kleur van de lippen om mensen te helpen bij het vinden van gemeenschappelijke eigenschappen van de twee termen. Mensen zijn immers geneigd te denken dat wanneer twee objecten uiterlijk op elkaar lijken, zij ook andere eigenschappen delen (Gibbs, 1994, volgens; McQuarrie en Mick, 2004) Figuur 6: advertentie Dunkin Donuts 2. vergelijking op basis van gelijkheid termen gecombineerd (fusion) De Heinz tomatenpuree advertentie (figuur 7) combineert een fles tomatenpuree (het etiket, spuitmond) met een tomaat (kroontje, vruchtvlees) in één visueel element. Doel hiervan is dat eigenschappen als vers, puur en gezond van de tomaat (brondomein) aan de tomatenpuree worden toegekend (doeldoemin). Figuur 8: Advertentie Tropicana Sinaasappelsap Figuur 7: Advertentie Heinz Tomatenpure 3. vergelijking op basis van gelijkheid vervanging (replacement) Figuur 8 laat een voorbeeld zien waar het brondomein (sinaasappel) in het geheel wordt vervangen door het doeldomein (pak sinaasappelsap). Dat het brondomein een sinaasappel is, valt af te leiden uit de contextuele sinaasappelpers waar het pak als het ware op uitgeperst wordt. De eigenschappen die overgebracht dienen te worden zijn ook hier versheid en puurheid. 16

17 2.2 Onderzoek naar retoriek in advertenties Omdat consumenten vrij zijn in hun keuze om een advertentie te bekijken of te negeren is het belangrijk dat een advertentie motiveert om er aandacht aan te besteden. Berlyne (1971; volgens McQuarrie en Mick, 1996) vond dat incongruentie, ofwel een retorische figuur, een van de factoren is die aandacht trekt en deze ook weet te behouden. Ook benadrukt Berlyne, evenals semioticus Barthes (1985; volgens McQuarrie en Mick, 1996), dat retorische figuren plezier teweeg brengen bij ontvangers door de uitdaging van het oplossen van de betekenis. Als gevolg hiervan zou er ook een positievere attitude ten opzichte van de advertentie moeten ontstaan en zou hij door de diepere verwerking beter onthouden moeten worden (McQuarrie en Mick, 1996). Maar zoals al werd besproken zijn er naast het onderscheid tussen verbale en visuele retoriek ook nog veel verschillen in retorische figuren. Hoewel zij allemaal tot bovengenoemde voordelen in meer of mindere mate leiden, is er genuanceerder onderzoek gedaan naar de effecten van de verschillende mogelijkheden om retoriek in te zetten. In deze paragraaf wordt eerst aandacht besteed aan de verwerking van informatie in het algemeen en retoriek in het bijzonder, vervolgens zullen er een aantal onderzoeken besproken worden met betrekking tot retoriek en tot slot onderzoek dat zich specifiek richt op visuele retoriek en de vergelijking daarvan met verbale retoriek Verwerking van retoriek Als consumenten bloot staan aan tekst of beeld wordt dit door hen verwerkt. De meest dominante theorie wat betreft informatieverwerking is de stage theorie die gebaseerd is op het werk van Atkinson en Shiffrin (1968, volgens; Huitt, 2003). Figuur 9 geeft het bijbehorende model weer. figuur 9: Stage model van informatieverwerking (Atkinson en Shiffrin, 1968) 17

18 Dit model laat zien dat nadat nieuwe informatie wordt waargenomen (sensory memory) het opgeslagen wordt in het korte termijn geheugen (short-term memory). Om vervolgens de informatie langdurig te onthouden moet deze opgeslagen worden in het lange termijn geheugen (Long-term Memory). Hiervoor wordt bestaande voorkennis uit het lange termijn geheugen opgehaald (retrieval) zodat de nieuwe informatie hiermee geïntegreerd kan worden (coding). Het niveau van verwerking hangt af van de mate van elaboratie (elaboration), een cognitief proces waarin inferenties gevormd worden, of eerdere ervaringen en gevoelens bij het interpretatieproces worden betrokken (Schilperoord en Maes, 2003, McQuarrie en Mick, 1996). Elaboratie komt volgens Schilperoord en Maes (2003) dan ook neer op: De rest die je erbij denkt. De aard van een bepaalde verbale of visuele stimulus heeft invloed op de mate van elaboratie; bij een boodschap die weinig of niet afwijkt van de verwachting zal er niet veel elaboratie optreden, een verrassende boodschap daarentegen geeft aanleiding tot meer elaboratie. Volgens McQuarrie en Mick (1996) kan een kunstzinnige afwijking (=retorische figuur) dan ook een toename van elaboratie realiseren. Verwerking van schema s en tropen Als er teruggekeken wordt naar het categorisatiemodel van McQuarrie en Mick (figuur 3) is er een groot onderscheid te maken in de verwerking van schema s (overdreven regelmaat) en tropen (onregelmatigheid). De herinnering van advertenties met schema s wordt gestimuleerd doordat ze door de overdreven regelmaat overgecodeerd zijn. Een slogan met rijm bijvoorbeeld biedt verschillende mogelijkheden om de slogan op te slaan in het lange termijn geheugen (de inhoud, de fonetische equivalentie van de rijmwoorden en de klank van de rijmwoorden). In termen van het stage model van informatieverwerking (figuur 9) is er sprake van meerdere coderingsmogelijkheden. Door deze meerdere opslagmogelijkheden is de kans groter dat één van deze opslagpunten geactiveerd kan worden wanneer er een beroep op het geheugen wordt gedaan, en dus is de kans op herinnering groter dan wanneer er een letterlijke tekst was gebruikt (Mitchell, 1983). In het geval van tropen werkt herinnering anders; deze kenmerken zich juist door hun onregelmatigheid wat ze ondergecodeerd maakt. Door deze grote afwijking van letterlijk taal- en beeldgebruik wordt de ontvanger tijdens de verwerking aangezet tot diepere elaboratie om de strekking te kunnen achterhalen. Bij bijvoorbeeld de slogan Put a tiger in your tank (figuur 4) is het woord benzine onverwacht vervangen door tijger. De lezer moet door middel van doordenken (Schilperoord en Maes, 2003) begrijpen dat dit gedaan is om de kracht van een tijger over te brengen op de benzine. Tijdens dit proces wordt er een uitgebreid netwerk van associaties in werking gezet, wat leidt tot meerdere coderingen en de versterking van bestaande conceptuele verbanden in het geheugen (McQuarrie en Mick, 1996). In termen van Mitchell (1983) is er hier geen sprake van meerdere opslagmogelijkheden naast elkaar, maar wordt het aantal associatieve paden in het geheugen vergroot. Beide soorten figuratief taalgebruik worden dus dieper verwerkt dan letterlijk taalgebruik, maar bij tropen geldt dit sterker dan bij schema s (Motherbaugh e.a., 2002). Ook bleek uit het onderzoek van Motherbaugh e.a. (2002) dat wanneer consumenten een advertentie met een schema zien zij aandacht besteden aan zowel stilistische als boodschap gerelateerde elementen in de advertentie, terwijl in het geval van tropen de ontvanger zich 18

19 voornamelijk richt op boodschap gerelateerde elementen. Daarnaast werd duidelijk dat bij het gebruik van meerdere schema s of van meerdere tropen naast elkaar geen extra verwerking optrad, terwijl bij een combinatie van beide soorten figuren dit wel het geval was. Dit is extra bewijs dat beide soorten figuren op een verschillende manier verwerkt worden Effecten retoriek Toncar en Munch (2001) deden onderzoek naar de effecten van tropengebruik (verbaal) in advertenties op de mate van cognitieve verwerking, attitude ten opzichte van de advertentie en het product, en herinnering. Ze gebruikten hiervoor een advertentie voor een fictief merk fiets waarbij de koptekst al dan niet een troop bevatte. Daarbij maakten zij een onderscheid tussen low-involvement en high-involvement situaties door proefpersonen achteraf vragen te laten beantwoorden over hun houding ten opzichte van het geadverteerde product. De mate van cognitieve verwerking werd vastgesteld aan de hand van door de proefpersonen zelfgerapporteerde antwoorden op de vraag wat ze dachten tijdens het kijken naar de advertentie. Attitude ten opzichte van het product en de advertentie werd gemeten door middel van een aantal semantisch differentialen. Bij de recalltaak diende de koptekst in het geheel of gedeeltelijk herinnerd te worden. In overeenstemming met de theorie van Petty en Cacioppo (1993) vonden zij dat tropen alleen positieve effecten hebben in lowinvolvement situaties. In deze situaties werd de informatie in advertenties met tropen dieper verwerkt, werden de advertenties beter gewaardeerd, waren de gedachten met betrekking tot het product positiever en werd de advertentie beter onthouden dan wanneer er expliciete teksten werden gebruikt. Door het gebruik van tropen kan een adverteerder in low-involvement situaties door de diepere verwerking hetzelfde effect bereiken als in een high-involvement situatie waar mensen behoefte hebben aan veel informatie, waardoor sowieso al diepere verwerking optreedt. Kanttekening die Toncar en Much hierbij maken is dat deze effecten mogelijk alleen voor de korte termijn gelden, maar wanneer een adverteerder de keuze moet maken tussen geen effect (expliciete boodschappen) of een tijdelijk effect lijkt het gebruik van tropen toch de beste keuze in low-involvement situaties. Ook waarschuwen zij voor het mogelijke risico dat de retorische figuur niet begrepen wordt. Uit eerder onderzoek van McQuarrie en Mick (1992) was namelijk gebleken dat wanneer consumenten niet in staat zijn een betekenis uit de metafoor af te leiden zij stoppen met het zoeken naar een passende betekenis. Aangezien volgens de klassieke informatieverwerkingstheorie van persuasieve communicatie van McQuire (1969, volgens; Schilperoord en Maes, 2003) een persuasief effect van een boodschap pas ontstaat nadat 1. er aandacht aan besteed is, 2. de boodschap begrepen is en 3. de stelling geaccepteerd is, heeft het niet begrijpen van een metafoor (stap 2) desastreuze gevolgen voor de overtuigingskracht. Morgan en Reichert (1999) gaan verder in op begrip van metaforen en maakten in hun onderzoek onderscheid tussen concrete en abstracte metaforen. Een concrete metafoor is een vergelijking waarbij de overgebrachte eigenschap(pen) met een van de zintuigen waargenomen kan worden 19

20 (bijvoorbeeld lippen zijn kussentjes waarbij de eigenschap zacht wordt overgebracht). Bij een abstracte metafoor gaat het om iets ontastbaars (bijvoorbeeld een wees is een dolend schaap waarbij de eigenschap verloren wordt geprojecteerd). Zij maakten gebruik van een set van dertien advertenties met daarin zowel visuele als verbale metaforen en combinaties van beide. Proefpersonen moesten daarna een vragenlijst met betrekking tot informatieverwerking invullen en de betekenis van de dertien advertenties noteren. In het algemeen werd duidelijk dat metaforen niet altijd begrepen worden, waardoor de overtuigingskracht mogelijk minder is dan adverteerders hopen. Wel bleek dat concrete metaforen vaker juist begrepen werden dan abstracte metaforen en ook was er een voordeel voor metaforen die visueel ondersteund werden. Tom en Eves (1999) onderzochten mogelijke effecten van retoriek op recall en overtuigingskracht. Ze gebruikten hiervoor advertenties uit drie edities van het tijdschrift Which ad pulled best. Hieruit werden 40 paren samengesteld die dezelfde productcategorie vertegenwoordigden. De advertenties werden eerst door twee onderzoekers geclassificeerd als geen gebruik makend van retoriek of wel gebruik makend van retoriek. Er werd geen onderscheid gemaakt tussen visuele en verbale retoriek of tussen verschillende retorische figuren. Daarna werd gekeken of er voor de twee groepen advertenties een verschil optrad tussen recall en overtuigingskracht. Per paar werd gekeken welke advertentie beter scoorde op merknaamregistratie (recall) en op positieve attitude ten opzichte van de aankoop van het product (overtuigingskracht). De advertenties die gebruik maakten van retoriek bleken over het algemeen beter te scoren op zowel herinnering als overtuigingskracht, maar in sommige gevallen bleek een letterlijke advertentie effectiever. Ook bleek (bij paren die beiden retoriek bevatten) dat sommige retorische figuren een groter effect sorteerden dan andere. In welke gevallen een letterlijke advertentie effectiever bleek en welke retorische figuren een groter effect hadden werd niet verder geëxpliciteerd. Hoewel de veelbelovende bevindingen in grote lijnen lijken te wijzen op voordelen voor advertenties met retorische figuren, benadrukken Tom en Eves dan ook dat het onderzoek nog in de kinderschoenen staat en dat de resultaten slechts suggestief zijn. Hoewel in de eerdergenoemde onderzoeken vaak geen verschil werd gemaakt tussen verbale en visuele retoriek wijst Kaplan (1992) erop dat er belangrijke verschillen zijn tussen verbale en visuele retoriek en dat ze daarom ook als apart object van onderzoek behandeld moeten worden. Als belangrijkste verschil haalt hij aan dat bij verbale metaforen sprake is van eenrichtingsverkeer (je kunt wel zeggen encyclopedieën zijn goudmijnen, maar goudmijnen zijn encyclopedieën ligt niet zo voor de hand). De eigenschappen van het concrete, de goudmijn, worden overgebracht op het abstracte, de encyclopedieën. Bij visuele metaforen echter treedt er in beide subjecten een verandering op veroorzaakt door het andere subject waardoor er ook tweerichtingsverkeer mogelijk is. Dit kan geïllustreerd worden aan de hand van figuur 7; de tomaat en het flesje tomatenpuree zijn in dit geval met elkaar geïntegreerd (fusion) om de eigenschap puur van de tomaat op de tomatenpuree over te brengen. Een andere mogelijkheid echter was gehele vervaging (replacement) geweest. Hierbij zou zowel de tomatenpuree vervangen kunnen zijn door een tomaat (iemand knijpt bijvoorbeeld een tomaat met het Heinz etiket uit boven een pan) als een tomaat door een flesje tomatenpuree (een 20

21 flesje tomatenpuree groeit aan een tomatenplant). In beide gevallen wordt de eigenschap puur van de tomaat op de tomatenpuree geprojecteerd waaruit blijkt dat tweerichtingsverkeer mogelijk is. Ook wijst Kaplan erop dat psychologische studies hebben uitgewezen dat het presenteren van een metafoor in visuele vorm ten opzichte van een verbale metafoor, herinnering ten goede komt. In paragraaf zullen onderzoeken besproken worden die zich specifiek richten op visuele retoriek of beide soorten retoriek vergelijken Effecten visuele retoriek Ook bij visuele metaforiek speelt begrip een sleutelrol, want zonder begrip geen positieve effecten. Philips (1997) onderzocht de mate van begrip van visuele retoriek door middel van vragen over advertenties met visuele retoriek aan consumenten te stellen. Hieruit bleek dat over het algemeen de antwoorden overeenkwamen met de bedoeling van de zender (strong implicature), maar dat de advertenties ook regelmatig vatbaar waren voor andere interpretaties (weak implicatures). In een vervolgonderzoek onderzocht Philips (2000) het effect van verbale hulp bij visuele metaforen op begrip en waardering van de advertentie. Door verbale hulp te gebruiken kan namelijk voorkomen worden dat er onbedoelde interpretaties optreden. Uit het onderzoek bleek dat een tekst die een hint geeft met betrekking tot de strekking van de metafoor begrip ten goede komt, en dat daardoor ook de waardering van de advertentie stijgt. Een tekst echter die de gehele strekking verraadt leidt weliswaar ook tot beter begrip, maar tevens tot verminderde waardering doordat het plezier van het oplossen is weggenomen. Het is vaak moeilijk vast te stellen wat voldoende tekst is en wat teveel omdat dit afhangt van vele factoren zoals de complexiteit van de visuele metafoor, de eigenschappen van de ontvanger (leeftijd, opleidingsniveau) en de verwachtingen van de ontvanger. Voor adverteerders is het dus erg belangrijk bij het ontwerpen van een advertentie de doelgroep goed in het achterhoofd te houden. In het onderzoek van McQuarrie en Mick (1999), naar het effect van visuele retorische figuren op elaboratie (cognitieve verwerking) en attitude ten aanzien van de advertentie (affectieve verwerking), leek begrip geen probleem te vormen. Deze twee factoren worden door hen geformuleerd als de twee primaire responsetypen die in kaart kunnen brengen hoe retoriek bijdraagt aan persuasiviteit en werden gemeten door middel van negen semantisch differentialen. McQuarrie en Mick gebruikten voor het onderzoek een viertal advertenties die bewerkt waren zodat er een gelijk paar ontstond met als enige verschil de al dan niet aanwezige retorische figuur. De paren werden voorzien van een fictieve merknaam en een letterlijke koptekst die de hoofdeigenschap van het betreffende product noemde. Advertenties met visuele retoriek bleken dieper geëlaboreerd en beter gewaardeerd te worden. Daarbij komt dat er geen begripsproblemen optraden; advertenties met visueel retorische figuren bleken even goed in staat eigenschappen van producten over te brengen als advertenties die geen gebruik maakten van retoriek. Advertenties met visuele retoriek hebben dus meer overtuigingskracht dan advertenties zonder visuele retoriek. Voorwaarde voor een juiste interpretatie 21

22 van tropen was echter wel dat de ontvanger voldoende kennis moet hebben van de semiotische en retorische omgeving waarin de advertentie zich bevindt 7. Voor schema s geldt deze beperking niet. Deze bevinding is deels in lijn met Scott s theorie (1994) die zegt dat verwerking van alle retorische figuren cultuurafhankelijk is. Visueel versus verbaal Schilperoord en Maes (2003) verfijnden het onderzoek van McQuarrie en Mick (1999) op twee punten. Ten eerste werd er meer aandacht besteed aan de interactie tussen beeld en tekstelementen zodat visuele en verbale retoriek met elkaar vergeleken konden worden. Ten tweede werden relaties tussen verschillende effecten en ontvangersresponses verder uitgewerkt. Zo werd het eerdere door McQuarrie en Mick gemaakte onderscheid tussen discursieve elaboratie (alles wat men erbij redeneert) en imaginaire elaboratie (alles wat men zich erbij verbeeldt) verder uitgewerkt, en werden oorzaak en gevolgrelaties tussen elaboratie en waardering nader onderzocht. Ook kon door het onderzoek in Nederland te laten plaatsvinden, gekeken worden of de door McQuarrie en Mick gevonden effecten ook gelden voor andere advertenties en culturele achtergronden dan de Amerikaanse. Uit het onderzoek bleek dat de bevindingen van McQuarrie en Mick grotendeels overeenkwamen met de bevindingen bij Nederlandse proefpersonen; visuele retoriek had vooral een positief effect op beeldende elaboratie en op de attitude ten opzichte van de advertentie in vergelijking met advertenties zonder retoriek. Verhoogde discursieve elaboratie trad vooral op bij verbale retoriek. Advertenties met visuele retoriek werden over het algemeen als makkelijker beoordeeld dan advertenties zonder retoriek, terwijl advertenties met verbale retoriek juist moeilijker gevonden werden dan advertenties zonder retoriek. Attitude bleek vooral te associëren met beeldende elaboratie, terwijl discursieve elaboratie vooral met moeilijkheid te associëren was. Moeilijkheid en attitude correleerden nauwelijks. Beeldende elaboratie kan dus gezien worden als determinant van attitude en discursieve elaboratie als determinant van moeilijkheid; zij treden op als mediërende variabelen die de waarde van de eindvariabelen beïnvloeden. Het probleem van de tot nu besproken onderzoeken is dat zij sterk afwijken van de werkelijkheid in die zin dat proefpersonen expliciet gevraagd werden de advertenties te verwerken. Om te toetsen of retorische figuren in een minder gecontroleerde setting dezelfde effecten hebben, ontwierpen McQuarrie en Mick (2003) een experiment met een conditie waarin proefpersonen acht stimuli advertenties aangeboden kregen in een tijdschrift met daarin in totaal zestien advertenties en tien artikelen. Dit tijdschrift mocht op eigen tempo doorgebladerd worden zodat er een soort van incidentele blootstelling aan de advertenties ontstond, zoals ook in het gewone leven het geval is. In de andere conditie werd van hetzelfde tijdschrift gebruik gemaakt maar hier werd expliciet geïnstrueerd vooral aandacht aan de advertenties te besteden. De advertenties bevatten zowel tropen als schema s en zowel verbale als visuele retoriek. Voor beide condities werd geholpen recall (productcategorie werd gegeven; tekstelementen en beeldelementen konden ingevuld worden) en 7 De ontvanger moet op de hoogte zijn van de retorische en semiotische traditie dat de afzonderlijke elementen in advertenties fungeren als tekens die zijn geselecteerd uit meerdere tekens en door de adverteerder weldoordacht op een bepaalde manier zijn gecombineerd om betekenissen te communiceren over het merk, het product en/of de gebruiker. 22

23 attitude ten opzichte van de advertentie gemeten. De resultaten lieten zien dat recall weliswaar daalt wanneer er sprake is van incidentele blootstelling aan de advertentie maar dat de voordelen voor retoriek ten opzichte van geen retoriek hetzelfde blijven; advertenties met retoriek werden beter herinnerd en beter gewaardeerd dan advertenties zonder retoriek, waarbij tropen hoger scoorden dan schema s. Daarbij bleek dat, vooral bij incidentele blootstelling, visuele retoriek groter effect had dan verbale retoriek. In een ander onderzoek keken McQuarrie en Philips (2005) naar het aantal positieve inferenties dat mensen maken wanneer zij blootstaan aan een advertentie. Doel was een vergelijking te kunnen maken tussen het aantal inferenties bij letterlijke persuasieve boodschappen, visueel indirecte persuasieve boodschappen en verbaal indirecte persuasieve boodschappen. Voor de indirecte persuasieve boodschappen werden metaforen gebruikt. Ze manipuleerden voor het experiment twaalf advertenties zodat er drie equivalenten ontstonden: een letterlijke, een verbaal metaforische en een visueel metaforische. Ze werden voorzien van fictieve merknamen en de productcategorie werd weergegeven. Indirecte overtuigingskracht werd gemeten door proefpersonen, nadat zij een advertentie gezien hadden, een aantal mogelijke strekkingen met betrekking tot het merk voor te leggen. Proefpersonen moesten aangeven of de advertentie de betreffende strekking had of niet. Zo kon gekeken worden hoeveel inferenties er gemaakt waren ten opzichte van de advertentie. Uit de resultaten bleek dat bij het gebruik van metaforiek in advertenties consumenten meerdere, verschillende en positieve inferenties maken ten opzichte van het merk (weak implicatures; Philips, 1997), maar dat ze daarbij ook nog steeds de door de adverteerder bedoelde hoofdinferentie maken (strong implicature; Philips, 1997). Door de tijd te meten tussen het laten zien van een mogelijke strekking en de reactie van de proefpersoon kon gekeken worden of de inferentie tijdens het kijken naar de advertentie al gemaakt was, of nog gemaakt moest worden. Hieruit bleek dat de inferenties bij visuele metaforen al tijdens het kijken naar de advertentie spontaan hadden plaatsgevonden, terwijl dit bij verbale metaforen of verbaal ondersteunde visuele metaforen niet het geval was. De gevonden grotere overtuigingskracht van retoriek boven geen retoriek, en het nog grotere voordeel van louter visuele metaforen sluit aan bij het idee dat de openheid 8 van indirecte metaforische boodschappen de bron is van toename aan overtuigingskracht (McQuarrie en Philips, 2005) Het sleeper effect Visuele retoriek blijkt dus erg overtuigend te zijn. DeRosia voegt hier tijdens een conferentie over nieuwe richtingen in advertentieretoriek (2005) nog aan toe dat het werkelijke effect nog groter is: visuele tropen leiden volgens hem namelijk tot een sleeper effect. Dit effect, waarbij een boodschap na het verstrijken van tijd na de uiting aan persuasieve kracht wint, was tot dan toe voornamelijk gevonden wanneer de boodschap kwam van een ongeloofwaardige bron en daardoor niet praktisch toepasbaar. Dat hetzelfde effect ook bereikt kan worden door middel van visuele tropen is een grote kans voor adverteerders. De verklaring voor dit fenomeen ligt in de toegenomen elaboratie: doordat het geheugenspoor dat wordt aangemaakt tijdens het begrijpen van de strekking zich langzamer 8 Het gebrek aan beperkingen wat betreft de interpretatie 23

Gebruikte technieken in Engelse slogans Onderzoekspresentatie

Gebruikte technieken in Engelse slogans Onderzoekspresentatie Gebruikte technieken in Engelse slogans Onderzoekspresentatie 2.1 Kernboodschap De kernboodschap is dat Engelstalige advertenties slechter worden gewaardeerd, maar beter worden onthouden dan hun Nederlandstalige

Nadere informatie

Samenvatting in het Nederlands

Samenvatting in het Nederlands Samenvatting in het Nederlands (Summary in Dutch) 1. Het overtuigingsproces Op basis van modellen als het Elaboration Likelihood Model (Petty & Cacioppo, 1986a; Petty & Wegener, 1999), het Heuristic-Systematic

Nadere informatie

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte. Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van

Nadere informatie

Size matters! ATLAS onderzoek 2013: BlowUPs niet te missen en effectief

Size matters! ATLAS onderzoek 2013: BlowUPs niet te missen en effectief Size matters! ATLAS onderzoek 2013: BlowUPs niet te missen en effectief Inhoudsopgave ATLAS onderzoek 2013 4 De wereld van BlowUPs 9 Bewustzijn 5 Het ATLAS onderzoek 10 Imago 6 Onderzoeksopzet 11 Impact

Nadere informatie

Samenvatting Zoeken naar en leren begrijpen van speciale woorden Herkenning en de interpretatie van metaforen door schoolkinderen

Samenvatting Zoeken naar en leren begrijpen van speciale woorden Herkenning en de interpretatie van metaforen door schoolkinderen Samenvatting Zoeken naar en leren begrijpen van speciale woorden Herkenning en de interpretatie van metaforen door schoolkinderen Onderzoek naar het gebruik van metaforen door kinderen werd populair in

Nadere informatie

INFORMATIEARCHITECTUUR DESIGN EN MARKTPLAATS

INFORMATIEARCHITECTUUR DESIGN EN MARKTPLAATS INFORMATIEARCHITECTUUR DESIGN EN MARKTPLAATS HOW TO MAKE IT BETTER FOR THE USER? Priscilla Roos van Raadshooven Marcel Jansen V1CC1 26 oktober 2007 1 Inhoudspagina Inhoudspagina 2 Inleiding 3 Design Marktplaats

Nadere informatie

Samenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur

Samenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur Samenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur Hoewel kinderen die leren praten geen moeite lijken te doen om de regels van hun moedertaal

Nadere informatie

Growth & Reflection. Opleverdatum: 18 juni 2014

Growth & Reflection. Opleverdatum: 18 juni 2014 Growth & Reflection Growth & Reflection Opleverdatum: 18 juni 2014 Multimediaal Reclamebureau 2013/2014 Inleiding Er zit alweer een half jaar bij MMR op en ik heb weer veel nieuwe dingen geleerd en nieuwe

Nadere informatie

Hoe ga ik dit verwerken? (Begrip maken) Dit volume is goed, dit moet ik zo houden.

Hoe ga ik dit verwerken? (Begrip maken) Dit volume is goed, dit moet ik zo houden. Wie Citaat feedback Wat? (Interpreteren) Hoe ga ik dit verwerken? (Begrip maken) Wat & waarom? (Vervolg vraag) Goed volume in je stem. Het volume van mijn stem is zodanig dat de informatie goed te horen

Nadere informatie

How to present online information to older cancer patients N. Bol

How to present online information to older cancer patients N. Bol How to present online information to older cancer patients N. Bol Dutch summary (Nederlandse samenvatting) Dutch summary (Nederlandse samenvatting) Goede informatievoorziening is essentieel voor effectieve

Nadere informatie

Visual Storytelling Analyse van een Infographic. Het Frisia-Nederland conflict

Visual Storytelling Analyse van een Infographic. Het Frisia-Nederland conflict Visual Storytelling Analyse van een Infographic Het Frisia-Nederland conflict Student: Yannick van Hierden Id-code : 1609791 E-mail : Yannickvanhierden@student.hu.nl Docent: Gerard Smit Minor: Editorial

Nadere informatie

Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel

Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel Workshop voorbereiden Uitleg Start De workshop start met een echte, herkenbare en uitdagende situatie. (v.b. het is een probleem, een prestatie, het heeft

Nadere informatie

Een onderzoek naar visuele en verbale denkvoorkeuren en vaardigheden bij leerlingen van groep 6 en 7

Een onderzoek naar visuele en verbale denkvoorkeuren en vaardigheden bij leerlingen van groep 6 en 7 Beelddenken: Een onderzoek naar visuele en verbale denkvoorkeuren en vaardigheden bij leerlingen van groep 6 en 7 Een samenvatting van het wetenschappelijk onderzoek naar beelddenken Inhoudsopgave Inleiding

Nadere informatie

Begeleider: dr. J. Schilperoord Tweede lezer: dr. E. Oversteegen

Begeleider: dr. J. Schilperoord Tweede lezer: dr. E. Oversteegen De rol van beelden in advertenties Het effect van verbale verankering op begrijpelijkheid van de advertentie, waardering van de advertentie, beoordeling van het merk en de aankoopintentie in advertenties

Nadere informatie

Het belangrijkste doel van de studie in hoofdstuk 3 was om onafhankelijke effecten van visuele preview en spellinguitspraak op het leren spellen van

Het belangrijkste doel van de studie in hoofdstuk 3 was om onafhankelijke effecten van visuele preview en spellinguitspraak op het leren spellen van Samenvatting Het is niet eenvoudig om te leren spellen. Om een woord te kunnen spellen moet een ingewikkeld proces worden doorlopen. Als een kind een bepaald woord nooit eerder gelezen of gespeld heeft,

Nadere informatie

Special advertising: SBS Billboards DVJ Insights

Special advertising: SBS Billboards DVJ Insights Special advertising: SBS s DVJ Insights Ronald Jansen & Robin Koenen Maart 2016 onderzoeksopzet 2 Inleiding SBS biedt adverteerders de mogelijkheid om via special advertising nog betere effecten voor het

Nadere informatie

Taal en communicatie - profielwerkstuk

Taal en communicatie - profielwerkstuk Taal en communicatie profielwerkstuk Op weg naar een onderzoek Op weg naar een onderzoeksverslag Als voorbeeld: een experimenteel onderzoek: de kracht van Twitter je kunt me volgen op Twitter: @roblepair

Nadere informatie

SSamenvatting. 1. Introductie

SSamenvatting. 1. Introductie S 1. Introductie PowerPoint is niet meer weg te denken bij presentaties. Het programma kende wereldwijd meer dan 200 miljoen gebruikers in 2012. Sommigen wenden het aan voor hun colleges, anderen voor

Nadere informatie

Special advertising: SBS ident Spots DVJ Insights

Special advertising: SBS ident Spots DVJ Insights Special advertising: SBS ident Spots DVJ Insights Lucas Hulsebos & Anneke Kuipers November 2015 Inleiding 2 Inleiding SBS biedt adverteerders de mogelijkheid om via special advertising betere effecten

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING

NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING 143 Logo s spelen een cruciale rol in de marketing communicatie en bij besluitvorming van consumenten: 70% van alle aankoopbeslissingen wordt namelijk in de winkel zelf gedaan

Nadere informatie

SAMENVATTING SAMENVATTING

SAMENVATTING SAMENVATTING Goed kunnen lezen is een van de belangrijkste vaardigheden in de huidige informatiemaatschappij, waarin communicatie en informatie centraal staan. Lezen is dan ook een onderwerp waar veel onderzoek naar

Nadere informatie

ONDERZOEK VOOR JE PROFIELWERKSTUK HOE DOE JE DAT?

ONDERZOEK VOOR JE PROFIELWERKSTUK HOE DOE JE DAT? ONDERZOEK VOOR JE PROFIELWERKSTUK HOE DOE JE DAT? Wim Biemans Rijksuniversiteit Groningen, Faculteit Economie & Bedrijfswetenschappen 4 juni, 2014 2 Het doen van wetenschappelijk onderzoek Verschillende

Nadere informatie

Handleiding. Pagina 1 van 9

Handleiding. Pagina 1 van 9 Begeleiding De website is opgebouwd uit stappen. De stappen op de website volgen elkaar logisch op en alle opdrachten staan duidelijk op de website beschreven. De informatie op de website is voor iedere

Nadere informatie

Niveaus van het Europees Referentiekader (ERK)

Niveaus van het Europees Referentiekader (ERK) A Beginnend taalgebruiker B Onafhankelijk taalgebruiker C Vaardig taalgebruiker A1 A2 B1 B2 C1 C2 LUISTEREN Ik kan vertrouwde woorden en basiszinnen begrijpen die mezelf, mijn familie en directe concrete

Nadere informatie

MANTELZORG, GOED GEVOEL

MANTELZORG, GOED GEVOEL UITKOMSTEN ONDERZOEK: MANTELZORG, GOED GEVOEL Inhoud: Theorie & Vragen Methode Theoretische achtergrond: Mantelzorgers zijn iets minder gelukkig dan de rest van de bevolking (CBS, 2016). Mantelzorg brengt

Nadere informatie

SAMENVATTING Het doel van dit proefschrift is drieledig. Ten eerste wordt inzicht verschaft in het gebruik van directe-rede-constructies (bijvoorbeeld Marie zei: Kom, we gaan! ) door sprekers met afasie.

Nadere informatie

Onzichtbare voice-over in beeld

Onzichtbare voice-over in beeld Onzichtbare voice-over in beeld Een explorerend onderzoek naar de vormgeving van de documentaire in afstemming op het publiek met betrekking tot de onzichtbare voice-over in tekst en beeld Masterscriptie

Nadere informatie

3. Wat betekent dat voor de manier waarop lesgegeven zou moeten worden in de - voor jou - moeilijke vakken?

3. Wat betekent dat voor de manier waarop lesgegeven zou moeten worden in de - voor jou - moeilijke vakken? Werkblad: 1. Wat is je leerstijl? Om uit te vinden welke van de vier leerstijlen het meest lijkt op jouw leerstijl, kun je dit simpele testje doen. Stel je eens voor dat je zojuist een nieuwe apparaat

Nadere informatie

Everyday Multiscreening. How the Simultaneous Usage of Multiple Screens Affects Information Processing and Advertising Effectiveness. C.M.

Everyday Multiscreening. How the Simultaneous Usage of Multiple Screens Affects Information Processing and Advertising Effectiveness. C.M. Everyday Multiscreening. How the Simultaneous Usage of Multiple Screens Affects Information Processing and Advertising Effectiveness. C.M. Segijn Dutch Summary (Nederlandse samenvatting) Alledaags multiscreening.

Nadere informatie

Visuele geletterdheid

Visuele geletterdheid Visuele geletterdheid Ola Lanko Kijken, daar draait het om in het boek Required Reading van Ola Lanko. Op een laagdrempelige manier onderzoekt de 27-jarige Oekraïense fotografe de manier waarop wij naar

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch)

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) (Summary in Dutch) Omgaan met Informatie over Complexe Onderwerpen: De Rol van Bronpercepties In het dagelijkse leven hebben mensen een enorme hoeveelheid informatie tot hun beschikking (bijv. via het

Nadere informatie

ART/MEDIA & ME AUTOBIOTIC SELFIE DOCUMENT

ART/MEDIA & ME AUTOBIOTIC SELFIE DOCUMENT ART/MEDIA & ME AUTOBIOTIC SELFIE DOCUMENT Gwen Bergers G&I1A 3009429 19.11.15 Project docenten: Saskia Freeke, Sonja van Vuuren, Martin Lacet & John Hennequin Art/Media & Me Autobiotic Selfie Voor de lessen

Nadere informatie

150 Tips om kinderen te laten zien dat je om ze geeft!

150 Tips om kinderen te laten zien dat je om ze geeft! 150 Tips om kinderen te laten zien dat je om ze geeft! Scott de Jong http://www.positiefleren.nl - 1 - Je leest op dit moment versie 2.0 van het Ebook: 150 Tips om kinderen te laten zien dat je om ze geeft.

Nadere informatie

Van mij. Een gezicht is geen muur. Jan Bransen, Universiteit Utrecht

Van mij. Een gezicht is geen muur. Jan Bransen, Universiteit Utrecht [Gepubliceerd in Erik Heijerman & Paul Wouters (red.) Praktische Filosofie. Utrecht: TELEAC/NOT, 1997, pp. 117-119.] Van mij Een gezicht is geen muur Jan Bransen, Universiteit Utrecht Wij hechten veel

Nadere informatie

a p p e n d i x Nederlandstalige samenvatting

a p p e n d i x Nederlandstalige samenvatting a p p e n d i x B Nederlandstalige samenvatting 110 De hippocampus en de aangrenzende parahippocampale hersenschors zijn hersengebieden die intensief worden onderzocht, met name voor hun rol bij het geheugen.

Nadere informatie

Rapportgegevens Nederlandse persoonlijkheidstest

Rapportgegevens Nederlandse persoonlijkheidstest Rapportgegevens Nederlandse persoonlijkheidstest Respondent: Johan den Doppelaar Email: info@123test.nl Geslacht: man Leeftijd: 37 Opleidingsniveau: hbo Vergelijkingsgroep: Nederlandse beroepsbevolking

Nadere informatie

Rapportgegevens Marketing en sales potentieel test

Rapportgegevens Marketing en sales potentieel test Rapportgegevens Marketing en sales potentieel test Respondent: Jill Voorbeeld Email: voorbeeld@testingtalents.nl Geslacht: vrouw Leeftijd: 39 Opleidingsniveau: wo Vergelijkingsgroep: Normgroep marketing

Nadere informatie

Meer Merkbeleving door Merkextensies Een onderzoek naar de invloed van merkextensies op de merkbeleving van de consument

Meer Merkbeleving door Merkextensies Een onderzoek naar de invloed van merkextensies op de merkbeleving van de consument Meer Merkbeleving door Merkextensies Een onderzoek naar de invloed van merkextensies op de merkbeleving van de consument - Marieke van Westerlaak 2007 - 1. Inleiding Libelle Idee, Libelle Balans, Libelle

Nadere informatie

Vragen gesteld in het evaluatieformulier + Antwoorden

Vragen gesteld in het evaluatieformulier + Antwoorden Verslag Studenten Evaluatie Videoproject Door Tonny Mulder, a.b.mulder@uva.nl, 26 sept 213 De studenten van de opleidingen Biologie, Biomedische Wetenschappen en Psychobiologie krijgen in het 1 ste jaar

Nadere informatie

Examenopgaven VMBO-GL en TL

Examenopgaven VMBO-GL en TL Examenopgaven VMBO-GL en TL 2003 tijdvak 2 woensdag 18 juni 13.30 15.30 uur NEDERLANDS LEESVAARDIGHEID CSE GL EN TL NEDERLANDS LEESVAARDIGHEID VBO-MAVO-D Bij dit examen hoort een tekstboekje. Dit examen

Nadere informatie

Onderzoek naar de effecten op waardering en overtuigingskracht

Onderzoek naar de effecten op waardering en overtuigingskracht Onderzoek naar de effecten op waardering en overtuigingskracht Masterscriptie Opleiding Communicatie- en Informatiewetenschappen Specialisatie Tekst en Communicatie Faculteit Communicatie en Cultuur Universiteit

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/20358 holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/20358 holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/20358 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Witsenburg, Tijn Title: Hybrid similarities : a method to insert relational information

Nadere informatie

Presentatie onderzoeksverslag Plaatje 1 Welkom bij mijn presentatie. Mijn naam is Monica Heikoop en ik ben docent aan de opleiding Communicatie van

Presentatie onderzoeksverslag Plaatje 1 Welkom bij mijn presentatie. Mijn naam is Monica Heikoop en ik ben docent aan de opleiding Communicatie van Presentatie onderzoeksverslag Plaatje 1 Welkom bij mijn presentatie. Mijn naam is Monica Heikoop en ik ben docent aan de opleiding Communicatie van de Hogeschool Rotterdam. Mijn presentatie is opgebouwd

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Het aantal eerste en tweede generatie immigranten in Nederland is hoger dan ooit tevoren. Momenteel wonen er 3,2 miljoen immigranten in Nederland, dat is 19.7% van de totale

Nadere informatie

Lesbrief voor leerlingen: hoe ontwerp je een omslag voor een boek

Lesbrief voor leerlingen: hoe ontwerp je een omslag voor een boek Lesbrief voor leerlingen: hoe ontwerp je een omslag voor een boek KIEZEN Een goed begin is het kiezen van het juiste boek. Er zijn zo veel mooie verhalen waardoor het soms lastig is om een goede keuze

Nadere informatie

ONDERZOEKSRAPPORT CONTENT MARKETING EEN ONDERZOEK NAAR DE BEHOEFTE VAN HET MKB IN REGIO TWENTE AAN HET TOEPASSEN VAN CONTENT MARKETING

ONDERZOEKSRAPPORT CONTENT MARKETING EEN ONDERZOEK NAAR DE BEHOEFTE VAN HET MKB IN REGIO TWENTE AAN HET TOEPASSEN VAN CONTENT MARKETING ONDERZOEKSRAPPORT CONTENT MARKETING EEN ONDERZOEK NAAR DE BEHOEFTE VAN HET MKB IN REGIO TWENTE AAN HET TOEPASSEN VAN CONTENT MARKETING VOORWOORD Content marketing is uitgegroeid tot één van de meest populaire

Nadere informatie

DONATEUR KIEST GOEDE DOEL VANWEGE ONDERWERP EN STOPT MET STEUN VANWEGE ONTEVREDENHEID OVER GOEDE DOEL

DONATEUR KIEST GOEDE DOEL VANWEGE ONDERWERP EN STOPT MET STEUN VANWEGE ONTEVREDENHEID OVER GOEDE DOEL Meting maart 2013 Het Nederlandse Donateurspanel van WWAV wordt mede mogelijk gemaakt door het CBF en is uitgevoerd door Peil.nl DONATEUR KIEST GOEDE DOEL VANWEGE ONDERWERP EN STOPT MET STEUN VANWEGE ONTEVREDENHEID

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

Niveaubepaling Nederlandse taal

Niveaubepaling Nederlandse taal Niveaubepaling Nederlandse taal Voor een globale niveaubepaling kunt u de niveaubeschrijvingen A1 t/m C1 doornemen en vaststellen welk niveau het beste bij u past. Niveaubeschrijving A0 Ik heb op alle

Nadere informatie

ALCOHOLKENNIS OVERGEDRAGEN

ALCOHOLKENNIS OVERGEDRAGEN Al cohol kenni s over gedr agen Eval uat i eal cohol voor l i cht i ng doorpeer si ndehor eca ALCOHOLKENNIS OVERGEDRAGEN Evaluatie alcoholvoorlichting door peers in de horeca Juli 2005 INTRAVAL Groningen-Rotterdam

Nadere informatie

Stagedag Christiaan Huygens College, Eindhoven Natuurwetenschappelijk onderzoek 2, dd. 8 april 2008

Stagedag Christiaan Huygens College, Eindhoven Natuurwetenschappelijk onderzoek 2, dd. 8 april 2008 Stagedag Christiaan Huygens College, Eindhoven Natuurwetenschappelijk onderzoek 2, dd. 8 april 2008 Plan: Bij het Christiaan Huygens College mogen 4-VWO leerlingen een aantal dagen meelopen bij een bedrijf

Nadere informatie

CREATIEF VERMOGEN. Andrea Jetten, Hester Stubbé

CREATIEF VERMOGEN. Andrea Jetten, Hester Stubbé CREATIEF VERMOGEN Andrea Jetten, Hester Stubbé OPDRACHT Creativitief vermogen meetbaar maken zodat de ontwikkeling ervan gestimuleerd kan worden bij leerlingen. 21st century skills Het uitgangspunt is

Nadere informatie

Voel jij wat ik bedoel? www.psysense.be 17/5/2008

Voel jij wat ik bedoel? www.psysense.be 17/5/2008 Voel jij wat ik bedoel? www.psysense.be 17/5/2008 Gevoel en emoties / definitie Emoties: in biologische zin: affectieve reacties. Prikkeling van dit systeem geeft aanleiding tot allerlei lichamelijke reacties.

Nadere informatie

STIJLEN VAN BEÏNVLOEDING. Inleiding

STIJLEN VAN BEÏNVLOEDING. Inleiding STIJLEN VAN BEÏNVLOEDING Inleiding De door leidinggevenden gehanteerde stijlen van beïnvloeding kunnen grofweg in twee categorieën worden ingedeeld, te weten profileren en respecteren. Er zijn twee profilerende

Nadere informatie

Samenvatting. Dutch Summary.

Samenvatting. Dutch Summary. Samenvatting Dutch Summary. 125 126 Dutch Summary Nederlandse Samenvatting (Summary in Dutch) Door de aanwezigheid van omstanders helpen mensen elkaar minder snel en minder vaak. Dit geldt voor zowel noodsituaties,

Nadere informatie

ogen en oren open! Luister je wel?

ogen en oren open! Luister je wel? ogen en oren open! Luister je wel? 1 Verbale communicatie met jonge spelers Communiceren met jonge spelers is een vaardigheid die je van nature moet hebben. Je kunt het of je kunt het niet. Die uitspraak

Nadere informatie

Individueel verslag Timo de Reus klas 4A

Individueel verslag Timo de Reus klas 4A Individueel verslag de Reus klas 4A Overzicht en tijdsbesteding van taken en activiteiten 3.2 Wanneer Planning: hoe zorg je ervoor dat het project binnen de beschikbare tijd wordt afgerond? Wat Wie Van

Nadere informatie

WERVINGSCIRKEL. De juiste persoon op de juiste plaats

WERVINGSCIRKEL. De juiste persoon op de juiste plaats WERVINGSCIRKEL De juiste persoon op de juiste plaats Werving gaat om het aantrekken van vrijwilligers die passen bij de organisatie en bij de taken die ze gaan uitvoeren. Kort samengevat: de juiste persoon

Nadere informatie

Inhoud. 1 Inleiding 9 1.1 Voor wie is dit boek? 9 1.2 Doelstelling 11 1.3 Aanpak 11 1.4 Opzet 13

Inhoud. 1 Inleiding 9 1.1 Voor wie is dit boek? 9 1.2 Doelstelling 11 1.3 Aanpak 11 1.4 Opzet 13 Inhoud 1 Inleiding 9 1.1 Voor wie is dit boek? 9 1.2 Doelstelling 11 1.3 Aanpak 11 1.4 Opzet 13 2 Tevredenheid en beleid 15 2.1 Het doel van tevredenheid 16 2.2 Tevredenheid in de beleidscyclus 19 2.3

Nadere informatie

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM Instructie Dit document hoort bij het beoordelingsformulier. Op het beoordelingsformulier kan de score per criterium worden ingevuld. Elk criterium kan op vijf niveaus

Nadere informatie

Als huiswerk voor de tweede bijeenkomst moeten de cursisten oefening 03.2 & 03.3 maken

Als huiswerk voor de tweede bijeenkomst moeten de cursisten oefening 03.2 & 03.3 maken Bijeenkomst 1 De trainer stelt zichzelf voor en geeft een korte toelichting over de inhoud en het doel van de training. Licht de afspraken en regels toe die gelden voor deelname. Neemt hier de tijd voor,

Nadere informatie

Look! Inspire : De schaduw kant van verslavende middelen Daan Hermans G&I 1B

Look! Inspire : De schaduw kant van verslavende middelen Daan Hermans G&I 1B Look! Inspire : De schaduw kant van verslavende middelen Daan Hermans G&I 1B 1 Inhoudsopgave Inleiding.. 3 Tijdlijn verzameling..4 week 1 & 2..4 week 3 & 4..5 week 5 & 6..6 week 7...7 De verwerkingskeuze....7

Nadere informatie

Het onderzoeksverslag

Het onderzoeksverslag Het onderzoeksverslag Rian Aarts & Kitty Leuverink Onderzoeksverslag (zie ook handboek blz. 306) Titel en Titelpagina Voorwoord Inhoudsopgave Samenvatting Inleiding (ook wel: Aanleiding) Probleemstelling

Nadere informatie

Tweeluikend Toezien. Schematische en categorische visuele brondomeinen nader bekeken

Tweeluikend Toezien. Schematische en categorische visuele brondomeinen nader bekeken Schematische en categorische visuele brondomeinen nader bekeken Masterscriptie van Petra Figee Tekst en Communicatie Faculteit Communicatie en Cultuur Universiteit van Tilburg Examencommissie: Dr. J. Schilperoord

Nadere informatie

2.9 Lesplan opzet workshop 8 Lesformulier

2.9 Lesplan opzet workshop 8 Lesformulier 2.9 Lesplan opzet workshop 8 Lesformulier Naam docent: Onderwerp van de les/training/ workshop: Aantal deelnemende studenten: Datum: Presenteren Beginsituatie: Groep kent elkaar nu al redelijk goed. Er

Nadere informatie

Drents Museum. Wat als de stoel van meneer Rietveld kon praten? Groep 3 Thema-overzicht

Drents Museum. Wat als de stoel van meneer Rietveld kon praten? Groep 3 Thema-overzicht Drents Museum Wat als de stoel van meneer Rietveld kon praten? Groep 3 Thema-overzicht Thema-overzicht Drents Museum Groep 3 Essentie van het thema Beeldcultuur kan omschreven worden als een maatschappelijke

Nadere informatie

Het toekennen van waarden aan advertenties

Het toekennen van waarden aan advertenties Het toekennen van waarden aan advertenties Experimenteel onderzoek naar de effecten van advertentievorm op de magnitude van waarde-toekenning Universiteit van Tilburg Faculteit Geesteswetenschappen Departement

Nadere informatie

Hoe beïnvloeden je verwachtingen je waarnemingen?

Hoe beïnvloeden je verwachtingen je waarnemingen? Hoe beïnvloeden je verwachtingen je waarnemingen? Anw Sarah Bastiaans, Robin Schlechtriem, Anne Soede V5B 21 3 2014 Dhr. Verstappen Inhoudsopgave Inleiding 3 Probleemstelling & onderzoeksvraag 5 Hypothese

Nadere informatie

Thema. Kernelementen. Emoties Puber- en kinderemotie Eenduidige communicatie

Thema. Kernelementen. Emoties Puber- en kinderemotie Eenduidige communicatie Thema Kernelementen Emoties Puber- en kinderemotie Eenduidige communicatie Tips voor de trainer: Werken met mensen is werken met emotie. Leer emoties als signaal te herkennen, maar niet als leidraad te

Nadere informatie

Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers

Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers nderzoek uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Goirle DIMENSUS beleidsonderzoek April 2012 Projectnummer 488 Het onderzoek De gemeente Goirle is eind april 2010

Nadere informatie

SAMENVATTING (Summary in Dutch)

SAMENVATTING (Summary in Dutch) SAMENVATTING (Summary in Dutch) Taal speelt een belangrijke rol in ons dagelijks leven. Het is een van de meest centrale aspecten bij de interactie tussen mensen. Ons taalgebruik wordt beïnvloed door onze

Nadere informatie

Ik-Wijzer Ik ben wie ik ben

Ik-Wijzer Ik ben wie ik ben Ik ben wie ik ben Naam: Johan Vosbergen Inhoudsopgave Inleiding... 3 De uitslag van Johan Vosbergen... 7 Toelichting aandachtspunten en leerdoelen... 8 Tot slot... 9 Pagina 2 van 9 Inleiding Hallo Johan,

Nadere informatie

OBSERVATIE. Hoe kom je in een creatieve mindset? De observatie van een kunstenaar en hoe hij aan zijn creativiteit komt. Robbert Kooiman G&I 1-C

OBSERVATIE. Hoe kom je in een creatieve mindset? De observatie van een kunstenaar en hoe hij aan zijn creativiteit komt. Robbert Kooiman G&I 1-C OBSERVATIE Hoe kom je in een creatieve mindset? De observatie van een kunstenaar en hoe hij aan zijn creativiteit komt Robbert Kooiman G&I 1-C Contents Inleiding... 2 Covert of Overt... 2 Analyse... 3

Nadere informatie

Leerlingenhandleiding

Leerlingenhandleiding Leerlingenhandleiding Afsluitende module Van Nature tot Metro Van Nature tot Metro Inleiding Onderzoekers publiceren het verslag van hun onderzoek in wetenschappelijke bladen die internationaal verschijnen.

Nadere informatie

Leren in contact met paarden Communicatie die is gebaseerd op gelijkwaardigheid (Door Ingrid Claassen, juni 2014)

Leren in contact met paarden Communicatie die is gebaseerd op gelijkwaardigheid (Door Ingrid Claassen, juni 2014) Leren in contact met paarden Communicatie die is gebaseerd op gelijkwaardigheid (Door Ingrid Claassen, juni 2014) Inleiding De kern van (autisme)vriendelijke communicatie is echt contact, gebaseerd op

Nadere informatie

Hoofdstuk 8 Kenmerken van de thuisomgeving

Hoofdstuk 8 Kenmerken van de thuisomgeving Hoofdstuk 8 Kenmerken van de thuisomgeving De relatie tussen leesvaardigheid en de ervaringen die een kind thuis opdoet is in eerder wetenschappelijk onderzoek aangetoond: ouders hebben een grote invloed

Nadere informatie

Stem op ons! Hoe onderzoek je de effectiviteit van politieke slogans?

Stem op ons! Hoe onderzoek je de effectiviteit van politieke slogans? Stem op ons! Hoe onderzoek je de effectiviteit van politieke slogans? Schooldecanendag Radboud Universiteit, 17 mei 2018 dr. Gudrun Reijnierse Een gedicht Politieke slogans Uithangbord partijen tijdens

Nadere informatie

Hebben we nog wel vragenlijsten nodig?

Hebben we nog wel vragenlijsten nodig? Mwg: van fictie naar feiten? Lucas Hulsebos November 2015 Hebben we nog wel vragenlijsten nodig? 2 Zekeralsmensenietsandersdoendanzezeggen De vergelijking tussen wat mensen zeiden en wat ze daadwerkelijk

Nadere informatie

Richtlijnen effectieve OOH campagnes

Richtlijnen effectieve OOH campagnes Gebaseerd op 135+ Brand Lift studies Richtlijnen effectieve OOH campagnes Voorwoord In 2016 zijn de onderzoeksresultaten van 136 Out-of-Home campagnes geanalyseerd door de Vrije Universiteit Amsterdam

Nadere informatie

Antreum RAPPORT PF. Test Kandidaat Administratienummer: Datum: 01 Sep 2011. de heer Consultant

Antreum RAPPORT PF. Test Kandidaat Administratienummer: Datum: 01 Sep 2011. de heer Consultant RAPPORT PF Van: Test Kandidaat Administratienummer: Datum: 01 Sep 2011 Normgroep: Advies de heer Consultant 1. Inleiding Persoonlijke flexibiliteit is uw vermogen om met grote uitdagingen en veranderingen

Nadere informatie

Deze scriptie vormt de afronding van onze studie Communicatie-Design aan de Faculteit Geesteswetenschappen van de Universiteit van Tilburg.

Deze scriptie vormt de afronding van onze studie Communicatie-Design aan de Faculteit Geesteswetenschappen van de Universiteit van Tilburg. Gabrielle Couwenberg Voorwoord Deze scriptie vormt de afronding van onze studie Communicatie-Design aan de Faculteit Geesteswetenschappen van de Universiteit van Tilburg. Door onder andere de vakken Multimodaliteit

Nadere informatie

Voorwoord. Martin Sykes www.storiesthatmovemountains.com www.facebook.com/storiesthatmovemountains www.overtuigenmetstorytelling.

Voorwoord. Martin Sykes www.storiesthatmovemountains.com www.facebook.com/storiesthatmovemountains www.overtuigenmetstorytelling. Voorwoord Ik was al vijf jaar bezig met het ontwikkelen en toepassen van de ideeën in dit boek voordat ik ze in 2006 voor het eerst in het openbaar presenteerde tijdens de zevende jaarlijkse Europese conferentie

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1: MERKEN & STRATEGISCH MERKENMANAGEMENT

HOOFDSTUK 1: MERKEN & STRATEGISCH MERKENMANAGEMENT HOOFDSTUK 1: MERKEN & STRATEGISCH MERKENMANAGEMENT 1 INTRODUCTIE H:1 Een merk is in de eerste plaats een product. Een product is fysiek, een service, winkel, persoon, organisatie, plaats of een idee. Een

Nadere informatie

10 X meer opvallen met uw reclameactie

10 X meer opvallen met uw reclameactie 10 X meer opvallen met uw reclameactie Inhoud Tip 1. Wees er op tijd bij. (Of wees eigenlijk een beetje te vroeg ) 3 Tip 2. Zorg voor stopping power 3 Tip 3. Houd het simpel en rustig 4 Tip 4. Personaliseer

Nadere informatie

Verstandelijke beperkingen

Verstandelijke beperkingen 11 2 Verstandelijke beperkingen 2.1 Definitie 12 2.1.1 Denken 12 2.1.2 Vaardigheden 12 2.1.3 Vroegtijdig en levenslang aanwezig 13 2.2 Enkele belangrijke overwegingen 13 2.3 Ernst van verstandelijke beperking

Nadere informatie

Informatie over de deelnemers

Informatie over de deelnemers Tot eind mei 2015 hebben in totaal 45558 mensen deelgenomen aan de twee Impliciete Associatie Testen (IATs) op Onderhuids.nl. Een enorm aantal dat nog steeds groeit. Ook via deze weg willen we jullie nogmaals

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

Drents Museum. Wat als de stoel van meneer Rietveld kon praten? Groep 3 Les 1 Pratende dingen

Drents Museum. Wat als de stoel van meneer Rietveld kon praten? Groep 3 Les 1 Pratende dingen Drents Museum Wat als de stoel van meneer Rietveld kon praten? Groep 3 Les 1 Pratende dingen Les 1 Pratende dingen Samenvatting van de les Deze les is de eerste van vier lessen over beeldcultuur. Tijdens

Nadere informatie

De theorie voor leesvaardigheid in de vorm van een stappenplan

De theorie voor leesvaardigheid in de vorm van een stappenplan De theorie voor leesvaardigheid in de vorm van een stappenplan 1. Globaal lezen a. Lees eerst altijd een tekst globaal. Dus: titel, inleiding, tussenkopjes, slot en bron. b. Denk na over het onderwerp,

Nadere informatie

Leerstofoverzicht Lezen in beeld

Leerstofoverzicht Lezen in beeld Vaardigheden die bij één passen, worden in Lezen in beeld steeds bij elkaar, in één blok aangeboden. Voor Lezen in beeld a geldt het linker. Voor Lezen in beeld b t/m e geldt het rechter. In jaargroep

Nadere informatie

De drijfveren zijn ontwikkeld en aangeleverd door Coert-Jan Tomassen van CJT for Sales: Coert-Jan Tomassen info@cjtforsales.com www.cjtforsales.

De drijfveren zijn ontwikkeld en aangeleverd door Coert-Jan Tomassen van CJT for Sales: Coert-Jan Tomassen info@cjtforsales.com www.cjtforsales. Drijfveren Tool 1.0 Carolien van Herrikhuyzen www.cforcycling.nl www.cforcycling.com carolien@cforcycling.nl Om wat handvaten te hebben voor een gesprek met ons begeleidingsteam bij het formuleren van

Nadere informatie

Hoofdstuk 2: Kritisch reflecteren 2.1. Kritisch reflecteren: definitie Definitie: Kritisch reflecteren verwijst naar een geheel van activiteiten die

Hoofdstuk 2: Kritisch reflecteren 2.1. Kritisch reflecteren: definitie Definitie: Kritisch reflecteren verwijst naar een geheel van activiteiten die Hoofdstuk 2: Kritisch reflecteren 2.1. Kritisch reflecteren: definitie Definitie: Kritisch reflecteren verwijst naar een geheel van activiteiten die worden uitgevoerd om uit het gevonden bronnenmateriaal

Nadere informatie

Experience-Based Authority Argumentation in Direct-to-Consumer Medical Advertisements R.M. Wierda

Experience-Based Authority Argumentation in Direct-to-Consumer Medical Advertisements R.M. Wierda Experience-Based Authority Argumentation in Direct-to-Consumer Medical Advertisements R.M. Wierda Samenvatting In medische advertenties proberen adverteerders consumenten ervan te overtuigen een bepaald

Nadere informatie

Koers in zicht! Visie, werken in units Kernconcepten

Koers in zicht! Visie, werken in units Kernconcepten Astrid van den Hurk Koers in zicht! Visie, werken in units Kernconcepten De Toverbal, Venray Hoe leren kinderen? De wereld rondom ons In ons hoofd De boekenwereld op school 2. Bostypen Men onderscheidt

Nadere informatie

How Do Children Read Words? A Focus on Reading Processes M. van den Boer

How Do Children Read Words? A Focus on Reading Processes M. van den Boer How Do Children Read Words? A Focus on Reading Processes M. van den Boer Samenvatting Leesvaardigheid is van groot belang in onze geletterde maatschappij. In veel wetenschappelijke studies zijn dan ook

Nadere informatie

KOL bijeenkomst 3 12-13

KOL bijeenkomst 3 12-13 KOL bijeenkomst 3 12-13 Terugblik: H1:demotoets uitwisselen Bijeenkomst 2 leerstijlen (slb) Wat heb je afgelopen stagedagen gezien/gedaan dat te maken heeft met leren? Aanvullen spin leren: Mijn leren

Nadere informatie

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars Management Summary Wat voor een effect heeft de vorm van een bericht op de waardering van de lezer en is de interesse in nieuws een moderator voor dit effect? Auteur Tessa Puijk Organisatie Van Diemen

Nadere informatie

SECTORWERKSTUK 2013-2014

SECTORWERKSTUK 2013-2014 SECTORWERKSTUK 2013-2014 1 HET SECTORWERKSTUK Het sectorwerkstuk is een verplicht onderdeel voor alle leerlingen uit het Mavo. Het maken van een sectorwerkstuk is een manier waarop je, als eindexamenkandidaat,

Nadere informatie

Opgave 2 Doen wat je denkt

Opgave 2 Doen wat je denkt Opgave 2 Doen wat je denkt 7 maximumscore 2 een argumentatie waarom Swaab het bestaan van vrije wil verwerpt op grond van de experimenten van Libet: bewustzijn komt pas na de beslissingen van de hersenen

Nadere informatie