VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG"

Transcriptie

1 Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar Brief van de ministers van Economische Zaken en Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. Kabinetsreactie op advies nr. 56: Netwerken met kennis: kennisabsorptie en kennisbenutting door bedrijven van de Adviesraad voor het Wetenschaps- en Technologiebeleid (AWT) Nr. VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 1 november 2004 Binnen de vaste commissie voor Economische Zaken hebben enkele fracties de behoefte om over de brief van de ministers van Economische Zaken en Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen d.d. 30 september 2004 (Kamerstuk 29338, nr. 24) inzake de kabinetsreactie op het advies van de AWT (aangevraagd naar aanleiding van de motie Joldersma, Kamerstuk VIII nr. 59) enkele vragen en opmerkingen voor te leggen. De vragen en opmerkingen zijn op 1 november 2004 aan de ministers voorgelegd. Bij brief van... zijn ze door de minister van Economische Zaken en Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen beantwoord. De voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken, Hofstra De adjunct-griffier van de commissie, De Veth I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties Inhoudsopgave Inleiding Advies op hoofdlijnen Verhoog het kennisniveau Versterk netwerkvorming Personele mobiliteit Meer aandacht voor de vertaalslag naar toepassingen Inleiding De leden van de PvdA-fractie hebben teleurgesteld 1

2 kennisgenomen van de brief van de bewindslieden. Zij ondersteunen het streven om de absorptie en benutting van de resultaten van (fundamenteel) wetenschappelijk onderzoek verricht in publieke kennisinstellingen te verbeteren en daarmee de innovatiekracht van Nederland te vergroten. Maar zij vinden dat er andere maatregelen nodig zijn om de innovatiekracht echt te versterken. De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van de kabinetsreactie. Zij hebben nog enkele nadere vragen en opmerkingen. De leden van de SP-fractie hebben de brief van de bewindslieden met interesse gelezen. Advies op hoofdlijnen De leden van de CDA-fractie vragen de bewindslieden of zij de analyse delen van de Adviesraad voor het Wetenschapsen Technologiebeleid (AWT) dat bedrijven primair zelf verantwoordelijk zijn voor adequate kennisabsorptie en kennisbenutting? Op welke manier wil het kabinet bedrijven aanspreken op hun investering in het onderwijs? Is het kabinet van mening dat de kans dat uit wetenschappelijk onderzoek nieuwe innovatieve producten en diensten komen, groter wordt als vertegenwoordigers uit het bedrijfsleven zouden meebeslissen over in welke programma s voor onderzoek geïnvesteerd zou moet worden? De leden van de fractie van de PvdA hebben hiervoor bij de begrotingsbehandeling suggesties gedaan. Op welke wijze zou dit in de ogen van het kabinet kunnen worden ingevuld? De leden van de VVD-fractie constateren dat de AWT heeft geadviseerd om het in dienst nemen van hoger opgeleiden door MKB-bedrijven te stimuleren én om het kennisniveau van mensen die nu in de bedrijven werkzaam zijn te verhogen door o.a. meer scholingsmogelijkheden. In de kabinetsreactie wordt een draai gemaakt naar uitstroom van meer hoger opgeleiden, o.a. door de verwijzing naar het Deltaplan Bèta en Techniek. Dat heeft dus geen betrekking op mensen die al in bedrijven werken, maar op de instroom van nieuwe medewerkers. Deze leden vragen wat het kabinet concreet doet in het kader van de door de AWT gedane aanbevelingen. De leden van de SP-fractie kunnen zich vinden in de conclusie van de AWT dat bedrijven in eerste instantie zelf verantwoordelijk zijn voor adequate kennisabsorptie en kennisbenutting en dat innovatie, kennisabsorptie en benutting vooral mensenwerk is. Deze leden zijn dan ook van mening dat het probleem niet zozeer ligt in een tekort aan 2

3 kenniscirculatie, maar in het feit dat er überhaupt te weinig jongeren een (middelbaar) beroepsdiploma krijgen. Graag ontvangen deze leden een reactie van het kabinet. De leden van de D66-fractie merken op dat de vraag hoe de kennis van kennisinstellingen beter benut kan worden door bedrijven en andere organisaties niet nieuw is. Al jarenlang is bekend dat er relatief veel en goed onderzoek uitgevoerd wordt, maar dat het te weinig wordt gebruikt. Toch blijkt het in de praktijk een weerbarstig probleem. Niet voor niets buigt het Innovatieplatform zich op dit moment over de manier waarop het kennissysteem als geheel verbeterd kan worden. Deze leden zijn dan ook erg te spreken over het AWT advies dat voorstellen doet om kennisbenutting te verbeteren. Genoemde leden zijn minder enthousiast over de kabinetsreactie. De reactie is vooral een opsomming van de instrumenten die er nu zijn. Wat gaat het kabinet nu concreet doen in het kader van de aanbevelingen van de AWT? Verhoog het kennisniveau De leden van de CDA-fractie constateren dat er een tekort is aan goede leerplekken in bedrijven. Wat zijn de redenen hiervoor? Welke knelpunten ervaren bedrijven in het creëren van geschikte leerplekken? Wat kan het bedrijfsleven doen om hun verantwoordelijkheid hierin op te pakken en het aantal goede leerplekken te vergroten? Een van de aanbevelingen is dat er meer scholingsmogelijkheden moeten komen voor werkenden. De leden van de PvdA-fractie vragen of de scholingsmogelijkheden voor werkenden tijdens deze kabinetsperiode zijn verbeterd, wat het kabinet concreet gaat doen om deze aanbeveling op te volgen en welke concrete acties binnen het Actieplan leven lang leren hiertoe zullen bijdragen? Deze leden vragen zich af in hoeverre het kabinet het noodzakelijk vindt dat voor betere benutting van kennis door bedrijven deelname aan de ontwikkeling van kennis door bedrijven noodzakelijk is. Is het niet zo dat veel technologievolgende midden- en kleinbedrijven zich met de juiste instrumenten voor kennisoverdracht ook goed kunnen innoveren? In de kabinetsreactie staat: Verder wordt de KeBB-regeling niet afgeschaft, zoals de Raad doet voorkomen. Het voornemen is om deze op te laten gaan in de brede regeling Innovatiearrangement beroepskolom. De leden van de fracties van de PvdA, VVD en D66 vragen wat de regeling Innovatie-arrangement beroepskolom 3

4 inhoudt. De leden van de PvdA-fractie vragen in hoeverre en op welke wijze deze regeling bijdraagt aan het verhogen van het kennisniveau in bedrijven. Wat is opgaan in anders dan opheffen? In hoeverre dragen de in het arrangement voorziene regelingen bij aan bovengenoemde doelstellingen, zo vragen de leden van de VVD-fractie. De leden van de D66-fractie vragen of de KeBB-regeling één op één wordt overgenomen in de regeling Innovatiearrangement beroepskolom? Als dit niet het geval is, is er dan feitelijk geen sprake van een beëindiging van de KeBB regeling? De leden van de VVD-fractie merken op dat de AWT heeft geadviseerd de KIM(Kennisdragers in het MKB)-regeling (in aangepaste vorm nu onderdeel van de Subsidieregeling Kennisoverdracht Ondernemers (SKO)) te verruimen. Dat is een effectieve manier om zorg te dragen voor een grotere instroom van hoger opgeleiden in het MKB. Uitvoeringsprobleem overigens bij deze regeling in het verleden was, dat de uitvoerder van het project leidend was in het al of niet toekennen van het project. Door de ruime werkgelegenheid had de beoogde uitvoerder vaak al een andere baan voordat de aanvraag toegekend was, hier ging soms namelijk wel een jaar overheen. Deze regeling was toen gebaseerd op het idee HBO-ers op deze manier aan werk te helpen. De leden van de VVD-fractie vragen de bewindslieden welke concrete acties voor een leven lang leren zullen bijdragen dat zittende werknemers beter en langer scholing kunnen krijgen? De leden van de SP-fractie stellen verder hun vraagtekens bij de gedachte dat de praktijk de theorie moet sturen in plaats van andersom. Is de aard en de waarde van uitvindingen en innovatie nu juist niet dat zij op de praktijk vooruitloopt? Er zijn signalen dat het bedrijfsleven juist minder investeert in het onderwijs. De bewindslieden geven aan dat zij bedrijven hierop zullen aanspreken. Hoe gaan zij dat doen? In dezelfde lijn vragen genoemde leden zich af hoe deze doelstelling zich verhoudt tot de doelstelling van het kabinet de arbeidsmarkt te flexibiliseren. Als werknemers geen of weinig ontslagbescherming hebben, geeft dat veel onzekerheid. Dan doen ze ook geen moeite om dat bedrijf te leren kennen en er echt in te investeren. Daarnaast heeft zowel theoretisch als empirisch onderzoek aangetoond dat een flexibele arbeidsmarkt ertoe leidt dat men minder in beroeps- of bedrijfstakspecifieke, maar juist meer in algemene vaardigheden wil investeren. Algemene 4

5 vaardigheden zijn immers toepasbaar in meerdere bedrijfstakken, zodat men bij ontslag elders aan de slag kan. Hierdoor zullen algemene studies zoals allerlei management opleidingen in populariteit winnen. Dit alles lijkt niet in het belang van de kenniseconomie die Nederland wil worden. Als laatste vragen deze leden zich af wat de waarschuwingen van de AWT met betrekking tot het instrument lectoraten zijn en wat ermee wordt gedaan? Versterk netwerkvorming Netwerken, samenwerking, en kennisuitwisseling zijn noodzakelijke, maar nog geen voldoende voorwaarden voor het van de grond komen van innovatie, zo zien de leden van de CDA-fractie. Nu de lineaire fasering niet meer een adequate verklaring is voor het tot stand komen van innovatie, welke fasering ziet het kabinet dan wel in de innovatieketen en hoe grijpen de bestaande en recent in werking getreden instrumenten in op de verschillende fasen van de innovatieketen en de verschillen betrokken actoren en worden daarmee voldoende voorwaarden geschapen voor kennisabsorptie en kennisbenutting? Slechts 13% van de bedrijven die deelnemen aan de programma s van het Eureka-netwerk behoren tot het MKB, zo merken de leden van de PvdA-fractie op. Via welke concrete acties gaan het kabinet de deelname van het MKB vergroten? Welke rol dienen de brancheverenigingen te spelen in het vormen van netwerken en op welke wijze wil de regering deze rol versterken? De leden van de VVD-fractie merken op dat in de kabinetsreactie staat dat de benutting van kennis begint bij het samen ontwikkelen van nieuwe kennis. Ontwikkelingsgerichte en technologievolgende MKB maken gebruik van al bestaande kennis. Benutting van kennis begint voor die bedrijven dus bij het krijgen van toegang tot die kennis. De regelingen die in de kabinetsreactie genoemd worden, zoals TTIs en IOPs, zijn allemaal gericht op gezamenlijk onderzoek van bedrijven en kennisinstellingen. Voorbeelden van kennisoverdracht van bestaande kennis worden niet genoemd. Bovendien wordt gesteld: Daarnaast is kennisoverdracht een vast onderdeel van de instrumenten. Kunnen de bewindslieden aangeven welke instrumenten ingezet zullen worden en hoe deze zullen worden vormgegeven, zo vragen de leden van de VVD-fractie. Meer in het algemeen geldt dat kennisoverdrachtsintrumenten (SKO en SKB) maar een zeer klein deel van het 5

6 Economische Zaken-budget bestrijken. Bovendien zijn die programma s gericht op het technologievolgende MKB en ontbreken instrumenten voor het ontwikkelingsgerichte MKB. Deze leden vragen welke instrumenten de minister van Economische Zaken denkt te gaan ontwikkelen voor het ontwikkelingsgerichte MKB en welk deel van het budget men hiervoor denkt uit te trekken. Het verder vergroten van deelname van het MKB ( aan Europese programma s) is één van de speerpunten tijdens het Nederlands voorzitterschap In de kabinetsreactie wordt gesteld dat door de laagdrempeligheid van de regelingen nu al een goed deel van de MKB-bedrijven deelneemt. Dat is nu ongeveer 13% van de bedrijven in het MKB. Kan de minister van Economische Zaken aangeven of hij deze deelname wil vergroten. Zo ja, op welke wijze zal dit dan worden vormgegeven, zo vragen de leden van de VVD-fractie. Er wordt vooral ingegaan op de rol van Syntens. Er wordt niets gezegd over brancheorganisaties. Hier moet opnieuw gekeken worden naar de behoeften van bedrijven. Ontwikkelingsgericht MKB zoekt kennis die zij zelf kunnen combineren. Technologievolgend MKB zoekt min of meer kant-en-klare technologie die men kan implementeren. Bij het laatste, het verspreiden van informatie over kant-enklare technologie kunnen brancheorganisaties een nuttige rol vervullen. Wil de minister van Economische Zaken de rol van brancheorganisaties versterken? Zo ja, kan deze minister aangeven op welke wijze dit wordt vorm gegeven, zo vragen de leden van de VVD. Kan deze minister aangeven waarom bedrijven geringe interesse hebben voor de SKB-regeling en ingaan op de kritieken vanuit het MKB dat deze regeling weinig toegankelijk is, zo vragen de leden van de VVD-fractie. De leden van de D66-fractie constateren dat in het AWT advies wordt gewezen op de noodzakelijke versterking van het ontwikkelingsgerichte en het technologievolgende MKB. Zowel tijdens de begrotingsbehandeling 2004 als bij de behandeling van de innovatiebrief hebben deze leden gevraagd om een meer gedifferentieerd MKB beleid. Dit is niet alleen een zaak van Syntens. Ook de ministeries van Economische Zaken en Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen en brancheorganisaties hebben hierin een rol. Het is goed om te zien dat in de brief expliciet aandacht wordt gegeven aan het technologievolgende MKB en dat er verschillende initiatieven worden opgenoemd. Toch ontbreekt nog een breder integraal MKB innovatiebeleid, uitgewerkt naar de verschillende soorten MKB bedrijven (high tech MKB, ontwikkelingsgericht MKB en 6

7 technologievolgend MKB). Wanneer kunnen deze leden een opzet tegemoet zien van een gedifferentieerd MKB beleid, waarbij ook helder de inzet en rol van de verschillende ministeries, Syntens en brancheorganisaties is opgenomen? Hoe sluiten de diverse initiatieven, zoals het advies van de commissie Wijffels, herziening kennisoverdrachtinstrumentarium en voorstellen uit HOOP en Koers BVE, hierop aan? Deze leden willen graag kantekeningen plaatsen bij de stelling dat kennisbenutting begint met het gezamenlijk ontwikkelen van kennis. Deze invalshoek is vooral van toepassing op technologie intensieve bedrijven met een eigen Onderzoek & Ontwikkelingsafdeling. Een groot deel van het MKB vernieuwt haar product of dienst echter door een vertaalslag van bestaande kennis. In dit geval gaat het vooral om de toegang tot deze kennis en een betere matching van kennisvraag- en aanbod. Kennisoverdracht kan dan gestimuleerd worden door bijvoorbeeld stage- en promotieplaatsen bij bedrijven, tijdelijke detachering van onderzoekers of het aanstellen van scouts bij kennisinstellingen, zoals bij het IMEC in België. Zijn de bewindslieden het ermee eens dat gezamenlijke kennisontwikkeling niet de enige manier is waarop kennisoverdracht plaatsvindt en hoe vertaalt zich dat door in het bestaande instrumentarium? Personele mobiliteit De leden van de VVD-fractie merken op dat de AWT stelt dat personele mobiliteit vergroot kan worden bijvoorbeeld in de vorm van tijdelijke detacheringen, deeltijdaanstellingen, gastcolleges, stages, afstudeeropdrachten en variatie in promotietrajecten, zoals meer mogelijkheden om onderzoek geheel of gedeeltelijk in het bedrijfsleven uit te voeren. Casimir (uitwisseling van wetenschappelijke onderzoekers met het bedrijfsleven) is eigenlijk het enige antwoord in de kabinetsreactie op de 5 aanbevelingen die de AWT doet. De leden van de fracties van PvdA, VVD en D66 vragen wat het kabinet nog meer doet, naast het Casimir programma, om de personele mobiliteit te vergoten?. Is dit niet veel te weinig om de personele mobiliteit echt naar een hoger niveau te tillen, zo vragen de leden van de PvdAfractie? Meer aandacht voor de vertaalslag naar toepassingen Welke mogelijkheden zien de bewindslieden voor wat bedrijven zelf kunnen doen om het niveau van kennisabsorptie en kennisbenutting te verhogen, zo vragen de leden van de CDA-fractie. Kan nog eens duidelijk worden gemaakt hoe de ministeries van Economische Zaken en Onderwijs. Cultuur en Wetenschappen gezamenlijk 7

8 optrekken in het bevorderen van kennisabsorptie en kennisbenutting? De leden van de VVD-fractie merken op dat de samenwerking met private kennisaanbieders (grote bedrijven en/of adviesbureaus en consultants) cruciaal is bij het maken van de benodigde vertaalslagen van kennis naar toepassing. Innovatievouchers zijn daarin nu beperkt van opzet (uitsluitend besteding bij universiteiten, GTI s en hogescholen). Op welke manier stimuleren de vouchers het formuleren en indienen van kennisaanvragen in netwerken met kennis, zo vragen deze leden. De leden van de D66-fractie vragen of een overzicht kan worden gegeven van de aanbevelingen van de commissie Wijffels en de concrete acties van het kabinet die daaruit voorvloeien die gericht zijn op het verbeteren van de vertaalslag van bestaande kennis naar toepassingen voor bedrijven? II Reactie van de bewindslieden Hieronder vindt u de antwoorden op de schriftelijke vragen en opmerkingen naar aanleiding van de kabinetsreactie op het AWT-advies Netwerken met kennis. De reden dat u nu pas deze antwoorden ontvangt, is dat wij bij de beantwoording van de vragen de uitkomsten van de herijking van het EZinstrumentarium (waarover u op 30 mei jl. per brief bent geïnformeerd) wilden betrekken. Bij de herijking is grondig bezien hoe via de EZ-instrumentenmix beter kan worden ingespeeld op de behoeften van ondernemers en in het bijzonder het MKB. Hierbij zijn nadrukkelijk ervaringen uit het buitenland, suggesties van de Tweede Kamer, van bedrijven en adviezen van de AWT en het Innovatieplatform betrokken. Om lijn te brengen in de beantwoording zijn in het navolgende de vragen genummerd. Advies op hoofdlijnen Vraag 1 De leden van de CDA-fractie vragen de bewindslieden of zij de analyse delen van de Adviesraad voor het Wetenschapsen Technologiebeleid (AWT) dat bedrijven primair zelf verantwoordelijk zijn voor adequate kennisabsorptie en kennisbenutting? Op welke manier wil het kabinet bedrijven aanspreken op hun investering in het onderwijs? 8

9 Ja, de bewindslieden delen de analyse van de AWT dat bedrijven primair zelf verantwoordelijk zijn voor adequate kennisabsorptie en kennisbenutting. Als het gaat om investeringen in onderwijs en scholing dan kan worden geconstateerd dat Nederlandse bedrijven daarin al fors investeren. Het gaat veel meer om een gerichtere inzet van middelen en de stimulering van samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven. De combinatie van leren en werken zal steeds belangrijker worden voor een adequate kennisabsorptie en -benutting van het bedrijfsleven aan de ene kant en de kennisontwikkeling in de onderwijsinstellingen aan de andere kant. Via de projectiedirectie Leren en Werken (een gezamenlijke projectdirectie van de ministeries van OCW en SZW) en het Platform Bèta/Techniek is het kabinet daarover met bedrijven in gesprek. Voor een verdere analyse en een overzicht van maatregelen verwijzen wij u naar het Actieplan Leven Lang Leren (TK , nr. 32) dat op 19 november 2004 aan de Tweede Kamer is aangeboden. Vraag 2 Is het kabinet van mening dat de kans dat uit wetenschappelijk onderzoek nieuwe innovatieve producten en diensten komen, groter wordt als vertegenwoordigers uit het bedrijfsleven zouden meebeslissen over in welke programma s voor onderzoek geïnvesteerd zou moet worden? De leden van de fractie van de PvdA hebben hiervoor bij de begrotingsbehandeling suggesties gedaan. Op welke wijze zou dit in de ogen van het kabinet kunnen worden ingevuld? Ja. Het kabinet wil daarom kennisinstellingen stimuleren bij hun onderzoek meer samenwerking te zoeken met het bedrijfsleven voor innovatie. Hierbij ziet het kabinet publiekprivate R&D-samenwerking tevens als een belangrijke sleutel voor het verhogen van private investeringen in innovatie. De kans op nieuwe producten wordt voorts ook vergroot indien bedrijven zelf ook mee investeren. Het kabinet wil daarom deze vormen van publiek-private R&D-samenwerking intensiveren - bijvoorbeeld via de smart mix en via het programmatische pakket in het nieuwe EZ-instrumentarium - en tegelijkertijd in de onderzoeksbekostiging van publieke kennisinstellingen positieve prikkels opnemen voor deze vormen van samenwerking. Vraag 3 De leden van de VVD-fractie constateren dat de AWT heeft geadviseerd om het in dienst nemen van hoger opgeleiden door MKB-bedrijven te stimuleren én om het kennisniveau van mensen die nu in de bedrijven werkzaam zijn te verhogen 9

10 door o.a. meer scholingsmogelijkheden. In de kabinetsreactie wordt een draai gemaakt naar uitstroom van meer hoger opgeleiden, o.a. door de verwijzing naar het Deltaplan Bèta en Techniek. Dat heeft dus geen betrekking op mensen die al in bedrijven werken, maar op de instroom van nieuwe medewerkers. Deze leden vragen wat het kabinet concreet doet in het kader van de door de AWT gedane aanbevelingen. In het Plan van Aanpak Leren&Werken versterken staat beschreven wat de projectdirectie Leren&Werken gaat doen om deze ambities te realiseren. De projectdirectie Leren&Werken is een gezamenlijk project van de ministeries van OCW en SZW met betrokkenheid van de ministeries van LNV, EZ, V&I en Financiën. Er zijn drie programmalijnen: 1. Duale trajecten Doel is ervoor te zorgen dat meer jongeren en volwassenen hun werk of het zoeken naar werk combineren met scholing en opleiding die tot een (beroeps)kwalificatie op de arbeidsmarkt leidt. Daarvoor zullen in de regio samenwerkingsovereenkomsten tussen werkgevers, werknemers, onderwijsaanbieders en gemeenten worden gesloten. Deze samenwerkingsovereenkomsten zullen moeten leiden tot duale trajecten voor begin Leerwerkloket. Doel is het oprichten van leerwerkloketten in de regio om werkenden en werkzoekenden een laagdrempelige toegang te bieden tot loopbaanadvies, beoordeling van verworven competenties en opleidingsmogelijkheden. Er zijn twee projecten: - Het introduceren van de mogelijkheid van Erkenning van Verworven Competenties; - Het opzetten van een online marktplaats van het interactief informeren van burgers over opleiding en scholing. 3. Drempels slechten en vernieuwing Deze programmalijn valt uiteen in drie projecten: - Een onderzoek naar de beschikbaarheid en toegankelijkheid van financiële instrumenten voor een leven lang leren; - Het opsporen en opschalen van baanbrekende vernieuwingen of verbeteringen die zich in de praktijk als effectief hebben bewezen (spotten en verpotten) - Het introduceren van een associate degree in het hoger beroepsonderwijs via experimenten met tweejarig opleidingsprogramma in de hbo-bachelor. Vraag 4 De leden van de SP-fractie kunnen zich vinden in de conclusie van de AWT dat bedrijven in eerste instantie zelf 10

11 verantwoordelijk zijn voor adequate kennisabsorptie en kennisbenutting en dat innovatie, kennisabsorptie en benutting vooral mensenwerk is. Deze leden zijn dan ook van mening dat het probleem niet zozeer ligt in een tekort aan kenniscirculatie, maar in het feit dat er überhaupt te weinig jongeren een (middelbaar) beroepsdiploma krijgen. Graag ontvangen deze leden een reactie van het kabinet. De analyse van de AWT laat zien dat het bij kennisabsorptie en kennisbenutting gaat om een samenspel aan knelpunten, afhankelijk van het type bedrijf. De knelpunten variëren van het in dienst nemen van een hoger opgeleide tot goede vraagarticulatie naar kennisleveranciers. Er is dus niet één knelpunt aan te wijzen. De SP wijst in verband met het aantrekken van personeel terecht op het probleem dat er nog te weinig jongeren een (middelbaar) beroepsdiploma krijgen. Het kabinet stelt zich dan ook ten doel om de voortijdige schooluitval te verminderen en de doorstroom in het beroepsonderwijs te verhogen. Dit doet het Kabinet onder meer door het nemen van preventieve maatregelen (zoals bijvoorbeeld vroeg en voorschoolse educatie) en curatieve maatregelen (zoals een meldplicht tot 23 jaar, en een verbetering van overdracht van risicoleerlingen van vmbo naar mbo). Daarnaast zal het Kabinet binnenkort een reactie geven op het advies beroepswijs beroepsonderwijs van het Innovatieplatform. Vraag 5 De leden van de D66-fractie merken op dat de vraag hoe de kennis van kennisinstellingen beter benut kan worden door bedrijven en andere organisaties niet nieuw is. Al jarenlang is bekend dat er relatief veel en goed onderzoek uitgevoerd wordt, maar dat het te weinig wordt gebruikt. Toch blijkt het in de praktijk een weerbarstig probleem. Niet voor niets buigt het Innovatieplatform zich op dit moment over de manier waarop het kennissysteem als geheel verbeterd kan worden. Deze leden zijn dan ook erg te spreken over het AWT advies dat voorstellen doet om kennisbenutting te verbeteren. Genoemde leden zijn minder enthousiast over de kabinetsreactie. De reactie is vooral een opsomming van de instrumenten die er nu zijn. Wat gaat het kabinet nu concreet doen in het kader van de aanbevelingen van de AWT? Om de kennis van kennisinstellingen beter te benutten neemt het kabinet de volgende maatregelen: In het programmatische pakket (van het vernieuwde EZ-instrumentarium) worden per thema samen met het veld innovatieprogramma s ontwikkeld en 11

12 uitgevoerd. Bij de vormgeving van een programma wordt samen met het veld bezien wat de specifieke behoeften zijn van ondernemers binnen het thema. Bedrijven en kennisinstellingen trekken daarbij gezamenlijk op en formuleren de doelstellingen en activiteiten binnen zo n innovatieprogramma. Met de Innovatievouchers kunnen MKB-bedrijven in deze pilotfase met een concrete kennisvraag terecht bij publieke kennisinstellingen en op beperkte schaal bij private kennisaanbieders. Dit leidt tot een betere benutting van beschikbare kennis. Ook bij hogescholen en het beroepsonderwijs is veel voor bedrijven bruikbare kennis beschikbaar. De HBO-lectoren hebben mede tot taak een goed netwerk met bedrijven tot stand te brengen en zo kennis beter te ontsluiten. Verder gaan RAAK-teams experimenten opzetten om tot meer kenniscirculatie tussen hogescholen en het MKB te komen. De in de toekomst te vormen ondernemerspleinen zullen een actieve doorverwijsfunctie vervullen voor bedrijven, ook richting hogescholen en het beroepsonderwijs. De aansturing van TNO en GTI s wordt momenteel hervormgegeven op basis van de aanbevelingen van de Commissie Wijffels. Belangrijke onderdelen daarin zijn meer vraagsturing en meer betrokkenheid van en betere toepasbaarheid van het onderzoek bij het bedrijfsleven en met name het MKB. Via de smart mix en via de besteding van de extra Fes-middelen wil het kabinet een sterkere verbinding leggen tussen innovatie en toponderzoek en publiekprivate samenwerking tussen bedrijven en kennisinstellingen stimuleren. Gezamenlijke kennisontwikkeling leidt er toe dat de ontwikkelde kennis beter aansluit bij de kennisvragen van bedrijven. Tenslotte heeft het kabinet een externe commissie ingesteld om te bezien of universiteiten, via het inbouwen van positieve prikkels in de onderzoeksbekostiging, meer kunnen worden gestimuleerd om bij hun onderzoek samenwerking te zoeken met bedrijfsleven. Verhoog het kennisniveau Vraag 6 De leden van de CDA-fractie constateren dat er een tekort is aan goede leerplekken in bedrijven. Wat zijn de redenen hiervoor? Welke knelpunten ervaren bedrijven in het creëren van geschikte leerplekken? Wat kan het bedrijfsleven doen om hun verantwoordelijkheid hierin op te pakken en het aantal goede leerplekken te vergroten? 12

13 Volgens een inventarisatie van knelpunten door de Bve raad onder ROC s is volgens 67% van de ROC s de huidige economische recessie de belangrijkste factor voor het tekort aan leerplekken in bedrijven. Daarnaast melden de ROC s dat het aantal deelnemers aan het beroepsonderwijs toeneemt (45%), dat een deel van de deelnemers moeilijk te plaatsen is bij werkgevers (41%) en dat stageplaatsen niet doorgaan omdat bedrijven geen of onvoldoende begeleiding kunnen bieden aan de stagiaire (23%). De Taskforce Jeugdwerkeloosheid onder leiding van Hans de Boer heeft zich tot doel gesteld om in vier jaar tijd extra jeugdbanen bij bedrijven te creëren. Inmiddels zijn er gerealiseerd. Daarnaast zet het kabinet samen met onderwijsinstellingen en bedrijfsleven in op het vergroten van de beschikbaarheid van meer duale trajecten waarin een combinatie van leren en werken wordt aangeboden. Zie ook de antwoorden op de vragen van de leden Hamer (TK , 1424) en Bruls en Mosterd (TK , 1425) over de beschikbaarheid van stageplaatsen voor (laagopgeleide) mbo ers. Vraag 7 Een van de aanbevelingen is dat er meer scholingsmogelijkheden moeten komen voor werkenden. De leden van de PvdA-fractie vragen of de scholingsmogelijkheden voor werkenden tijdens deze kabinetsperiode zijn verbeterd, wat het kabinet concreet gaat doen om deze aanbeveling op te volgen en welke concrete acties binnen het Actieplan leven lang leren hiertoe zullen bijdragen? Zie ook het antwoord op vraag 3. Vraag 8 Deze leden vragen zich af in hoeverre het kabinet het noodzakelijk vindt dat voor betere benutting van kennis door bedrijven deelname aan de ontwikkeling van kennis door bedrijven noodzakelijk is. Is het niet zo dat veel technologievolgende midden- en kleinbedrijven zich met de juiste instrumenten voor kennisoverdracht ook goed kunnen innoveren? : De AWT maakt terecht onderscheid naar verschillende groepen van bedrijven. Voor de categorieën grote bedrijven, koplopers uit het MKB en ten dele het ontwikkelingsgerichte 13

14 MKB is het zeer relevant om deel te nemen aan de ontwikkeling van kennis, zodat in het onderzoek met hun specifieke kennisbehoeften rekening kan worden gehouden. De ontwikkelde kennis is dan ook voor hen beter te benutten. Voor het technologievolgend MKB ligt dat anders. Zij hebben vaak geen eigen R&D-staf en innoveren door het toepassen van bestaande technologie. Voor deze groep bedrijven is het, zoals de AWT stelt, zinvol in het beleid een open houding ten aanzien van nieuwe ontwikkelingen te stimuleren en mogelijkheden om gericht naar kennis te zoeken aan te reiken. Ook geldt dat voor deze groep bedrijven een belangrijke eerste stap ligt in het vergroten van het strategisch opereren. 1 In het nieuwe EZ-instrumentarium, zoals aangekondigd in de brief Ruimte voor topprestaties, kunnen technologievolgende MKB-ers: Voor voorlichting en informatie over (internationaal) ondernemen en innovatie terecht bij het landelijke front office van SenterNovem, EVD en Octrooicentrum Nederland of bij één van de in de toekomst te vormen regionale ondernemerspleinen (van Kamers van Koophandel en Syntens). De loketten zorgen voor een goede doorgeleiding naar kennisinstellingen en ondernemen ook op het MKBgerichte makel-schakel-activiteiten. Bovendien kan het technologievolgende MKB met een kennisvraag met behulp van een innovatievoucher kennis inkopen bij een kennisaanbieder naar keuze. In het programmatische pakket van het nieuwe EZinstrumentarium zullen op bepaalde innovatiethema s in overleg met het veld programma s worden ontwikkeld. Daarbij wordt heel gericht bezien wat voor de ondernemers binnen dat thema de behoeften en knelpunten zijn. Om MKB-ondernemers enthousiaster te maken voor innovatie gaat EZ een pilot met Innovatieprestatiecontracten (IPC s) lanceren. Dat zijn afspraken tussen EZ en groepen van MKBondernemers met een gemeenschappelijke penvoerder over innovatiedoelstellingen en gezamenlijke actieplannen om die doelstellingen te bereiken. Juist voor het technologievolgende MKB kan het beroepsonderwijs een belangrijke partner zijn. Vanuit hogescholen en het beroepsonderwijs zal ook meer worden 1 Zie AWT-advies Netwerken met kennis, blz

15 gedaan om de beschikbare kennis beter te benutten door actief netwerken aan te gaan met bedrijven in de regio, denk daarbij aan de HBO-lectoren en aan de RAAK-teams. Vraag 9: In de kabinetsreactie staat: Verder wordt de KeBB-regeling niet afgeschaft, zoals de Raad doet voorkomen. Het voornemen is om deze op te laten gaan in de brede regeling Innovatiearrangement beroepskolom. De leden van de fracties van de PvdA, VVD en D66 vragen wat de regeling Innovatie-arrangement beroepskolom inhoudt. De leden van de PvdA-fractie vragen in hoeverre en op welke wijze deze regeling bijdraagt aan het verhogen van het kennisniveau in bedrijven. Wat is opgaan in anders dan opheffen? In hoeverre dragen de in het arrangement voorziene regelingen bij aan bovengenoemde doelstellingen, zo vragen de leden van de VVD-fractie. De leden van de D66-fractie vragen of de KeBB-regeling één op één wordt overgenomen in de regeling Innovatiearrangement beroepskolom? Als dit niet het geval is, is er dan feitelijk geen sprake van een beëindiging van de KeBB regeling? Het ministerie van OCW is in 2003 gestart met het innovatiearrangement beroepskolom. Het innovatiearrangement is gericht op het aanjagen van innovaties door onderwijsinstellingen (vmbo-mbo-hbo) en bedrijfsleven gezamenlijk. Het gaat om innovaties die nodig zijn ter versterking van de beroepskolom. De innovaties komen van onderop tot stand, hebben een regionale/sectorale insteek en worden uitgevoerd met cofinanciering van de betrokken partijen in het samenwerkingsverband. Een uitdrukkelijke voorwaarde is dat alleen een samenwerkingsverband van onderwijsinstellingen en bedrijven een beroep kan doen op het innovatiearrangement. Beide partijen leveren daarbij een bijdrage aan de innovatie en profiteren van de opbrengsten van de door hen voorgestelde innovatie. Vanuit verschillende kanten wordt aangedrongen op bundeling van bestaande innovatie-initiatieven. Voorstellen hiertoe zijn onder meer gedaan door de werkgroep Dynamisering Beroepsonderwijs van het Innovatieplatform, Het Platform Beroepsonderwijs en de STAR. In reactie op deze voorstellen wordt nagedacht over een innovatiestrategie voor de diverse onderwijssectoren en een bundeling van innovatie-initiatieven en bijbehorende middelen, waaronder 15

16 de KeBB-regeling. In de beleidsreactie die de Tweede Kamer zal ontvangen ten aanzien van het advies van de werkgroep Dynamisering Beroepsonderwijs Beroepswijs Beroepsonderwijs wordt de Kamer over deze bundeling verder geïnformeerd. Vraag 10 De leden van de VVD-fractie merken op dat de AWT heeft geadviseerd de KIM(Kennisdragers in het MKB)-regeling (in aangepaste vorm nu onderdeel van de Subsidieregeling Kennisoverdracht Ondernemers (SKO)) te verruimen. Dat is een effectieve manier om zorg te dragen voor een grotere instroom van hoger opgeleiden in het MKB. Uitvoeringsprobleem overigens bij deze regeling in het verleden was, dat de uitvoerder van het project leidend was in het al of niet toekennen van het project. Door de ruime werkgelegenheid had de beoogde uitvoerder vaak al een andere baan voordat de aanvraag toegekend was, hier ging soms namelijk wel een jaar overheen. Deze regeling was toen gebaseerd op het idee HBO-ers op deze manier aan werk te helpen. De SKO-Vernieuwing biedt op dit moment ondersteuning voor het MKB bij het in dienst nemen van een kennisdrager. Het uitvoeringsprobleem bij de KIM-regeling, doet zich ook bij dit onderdeel van de SKO-regeling voor. De SKOvernieuwing zal ophouden te bestaan en zal opgaan in de nieuwe regeling voor kennisoverdracht die op basis van de ervaringen met de Innovatievouchers wordt vormgegeven. Vraag 11 De leden van de VVD-fractie vragen de bewindslieden welke concrete acties voor een leven lang leren zullen bijdragen dat zittende werknemers beter en langer scholing kunnen krijgen? Zie het antwoord op vraag 3. Vraag 12 De leden van de SP-fractie stellen verder hun vraagtekens bij de gedachte dat de praktijk de theorie moet sturen in plaats van andersom. Is de aard en de waarde van uitvindingen en innovatie nu juist niet dat zij op de praktijk vooruitloopt? Met de zin Vanuit de gedachte dat de praktijk de theorie moet sturen in plaats van andersom wordt in de kabinetsreactie gedoeld op het beter laten aansluiten van het 16

17 onderwijs op de vraag en de praktijk van het bedrijfsleven. Het gaat natuurlijk altijd om een goede balans tussen praktijk en theorie. Vraag is alleen waar je het zwaartepunt legt. Vaak blijkt dat de laatste ontwikkelingen in de praktijk te laat worden doorvertaald naar de theorie in het onderwijs. Tegelijkertijd zijn er natuurlijk ook innovatieve nieuwe ideeën, die al wel in theorie bestaan maar nog niet in de praktijk zijn doorvertaald, zie alleen al de hele "valorisatie" discussie. Zowel binnen scholen als binnen bedrijven moet dan ook meer ruimte ontstaan om in te spelen op nieuwe ideeën, of die nu uit de theorie komen of uit de praktijk. Het onderwijs is hier nog niet voldoende toe in staat, er is nog te weinig aandacht voor de praktijk in het onderwijs en de vertaling hiervan naar de curricula. Vandaar dat het noodzakelijk is het zwaartepunt nu te verleggen: niet de theorie stuurt de praktijk, maar andersom. Vraag 13 Er zijn signalen dat het bedrijfsleven juist minder investeert in het onderwijs. De bewindslieden geven aan dat zij bedrijven hierop zullen aanspreken. Hoe gaan zij dat doen? In dezelfde lijn vragen genoemde leden zich af hoe deze doelstelling zich verhoudt tot de doelstelling van het kabinet de arbeidsmarkt te flexibiliseren. Als werknemers geen of weinig ontslagbescherming hebben, geeft dat veel onzekerheid. Dan doen ze ook geen moeite om dat bedrijf te leren kennen en er echt in te investeren. Daarnaast heeft zowel theoretisch als empirisch onderzoek aangetoond dat een flexibele arbeidsmarkt ertoe leidt dat men minder in beroeps- of bedrijfstakspecifieke, maar juist meer in algemene vaardigheden wil investeren. Algemene vaardigheden zijn immers toepasbaar in meerdere bedrijfstakken, zodat men bij ontslag elders aan de slag kan. Hierdoor zullen algemene studies zoals allerlei management opleidingen in populariteit winnen. Dit alles lijkt niet in het belang van de kenniseconomie die Nederland wil worden. Het is belangrijk om in de relatie tussen onderwijs en bedrijfsleven structurele verbindingen te leggen, die zodanig stevig zijn dat ook als het economisch tegen zit bedrijven bereid blijven in deze relatie te investeren. Dit kan door ervoor te zorgen dat deze verbinding waardevol is voor het bedrijfsleven. Met andere woorden, de kwaliteit van de contacten tussen onderwijsinstelling en bedrijven moet omhoog. Deelnemers moeten niet simpelweg een kunstje komen leren uit een boek, maar moeten een waardevolle bijdrage leveren aan het betreffende bedrijf. Niet alleen kennis komen halen, maar ook kennis komen brengen. Het kabinet is daarbij niet bang voor een grotere concentratie op 17

18 algemene vaardigheden in het onderwijs, zolang hier maar gerichte, zeer praktisch ingerichte praktijkelementen in de arbeidscontext in worden vervlochten. Een algemene management opleiding die geen uitgebreide praktijkcomponent kent waarin hele praktische, direct toepasbare vaardigheden worden ontwikkeld is minder efficiënt, en zou niet in het belang van onze kenniseconomie zijn. Maar het is nu juist de bedoeling van het kabinet meer duaal onderwijs te bevorderen, om zo te vermijden dat dit probleem zich voor kan doen. Vraag 14 Als laatste vragen deze leden zich af wat de waarschuwingen van de AWT met betrekking tot het instrument lectoraten zijn en wat ermee wordt gedaan? De AWT beveelt aan de rol van lectoren aan hogescholen te versterken en waardeert vanuit dit oogpunt de voorgenomen uitbreiding van het aantal lectoren. De Raad plaatst hierbij twee waarschuwingen (citaat blz. 44 van het AWT-advies): Ten eerste kan een effectieve (netwerk)rol van lectoren naar bedrijven alleen tot stand komen als lectoren goed ingebed zijn in de dagelijkse onderwijspraktijk en intensieve relaties onderhouden met de docenten. Betrokkenheid van lectoren bij stages en afstudeeropdrachten is in ieder geval onmisbaar. Ten tweede is het van groot belang het profiel van lectoren scherp te blijven richten op kenniscirculatie en het toepasbaar maken van kennis. Het is een verkeerde ontwikkeling indien het taakprofiel van lectoren opschuift in de richting van onderzoek en kennisontwikkeling; academic drift dient vermeden te worden. Het kabinet is van mening dat onderzoek en kennisontwikkeling niet automatisch tot "academic drift" leidt. Het gaat er om wat het uitgangspunt is bij dit type onderzoek. Lectoren hebben mede tot taak een goed netwerk met bedrijven tot stand te brengen. Dit doen zij door in samenwerking met bedrijven (met behulp van docenten en studenten, in de vorm van duaal onderwijs) te doen aan kennisontwikkeling: het door studenten meehelpen oplossen van complexe problemen die zich in de praktijk voordoen. Hiervoor is het doen aan onderzoek en kennisontwikkeling een noodzaak, sterker nog, dit is kennisontwikkeling in de praktijk. En in dat laatste zit direct het belangrijke verschil met meer "academisch", nieuwsgierigheidsgedreven onderzoek: de aanleiding voor het ondezoek is een praktisch probleem uit de praktijk. Dit betekent dat bij het verankeren van deze functie bij hogescholen in de nieuwe wet op het hoger onderwijs, conform de wetgevingsnotitie die naar de 18

19 Kamer is gestuurd, met dit uitgangspunt rekening zal worden gehouden. Het kabinet is van mening dat op deze wijze "academic drift" voorkomen wordt. Versterk de netwerkvorming Vraag 15 Netwerken, samenwerking, en kennisuitwisseling zijn noodzakelijke, maar nog geen voldoende voorwaarden voor het van de grond komen van innovatie, zo zien de leden van de CDA-fractie. Nu de lineaire fasering niet meer een adequate verklaring is voor het tot stand komen van innovatie, welke fasering ziet het kabinet dan wel in de innovatieketen en hoe grijpen de bestaande en recent in werking getreden instrumenten in op de verschillende fasen van de innovatieketen en de verschillen betrokken actoren en worden daarmee voldoende voorwaarden geschapen voor kennisabsorptie en kennisbenutting? In het innovatiebeleid wordt uitgegaan van het analysekader van het dynamisch innovatiesysteem. Dat systeem bestaat uit tal van actoren: bedrijven, toeleveranciers, klanten, onderzoeksinstituten, universiteiten, scholen, financiers, overheden, etc. De essentie van het dynamisch innovatiesysteem-denken is dat innovatie tot stand komt door een goed samenspel tussen al deze actoren. Om innovatie goed te laten verlopen, moet het systeem als geheel soepel functioneren. De vorming van netwerken waarin de relevante actoren samenwerken om de beoogde innovaties tot stand te brengen, is daarbij van groot belang. Uit dit analysekader vloeit het beleid voort gericht op het zorgen voor goede randvoorwaarden (goed opgeleid personeel, beschikbaarheid risicodragend kapitaal) en het bevorderen van goede verbindingen tussen onderwijs- en kennisinfrastructuur en het bedrijfsleven (zie ook AWT-advies nr. 59 Tijd om te oogsten. Vernieuwing in het innovatiebeleid., juni 2004). Ook het Innovatieplatform gebruikt het theoretisch kader van het dynamisch innovatiesysteem voor zijn advies Vitalisering van de kenniseconomie. Zoals geschetst in de notitie Sterke basis voor topprestaties: vernieuwde EZ-instrumenten voor ondernemers, komt het er allereerst op aan om te zorgen voor een stabiele macroeconomische omgeving, met onder meer goed werkende (internationale) markten, heldere wet- en regelgeving en een aantrekkelijk fiscaal klimaat. Om het ondernemingsklimaat verder te verbeteren wordt daarnaast een samenhangend financieel instrumentarium ingezet, bestaande uit een stevig basispakket en een programmatisch pakket gericht op het leveren van 19

20 topprestaties. Het basispakket zorgt voor een goede toegang tot informatie en kapitaal en draagt zo, samen met de WBSO, bij aan goede randvoorwaarden voor ondernemers om te innoveren. Tot goede randvoorwaarden hoort ook de beschikbaarheid van een goed opgeleide beroepsbevolking. Het programmatisch pakket is gericht op het uitlokken van topprestaties op gebieden die (in potentie) een sterke uitstraling hebben op de gehele Nederlandse economie. Binnen het programmatisch pakket worden, in nauwe samenwerking met bedrijfsleven, kennisinstellingen, andere departementen en overheden, innovatieprogramma s op gerichte thema s opgesteld en uitgevoerd. Flexibiliteit en maatwerk zijn het uitgangspunt dat wil zeggen dat programma s worden toegesneden op de specifieke knelpunten en behoeften binnen zo n thema. Belangrijk is dat daarbij conform de filosofie van het dynamisch innovatiesysteem breed wordt gekeken naar de kwaliteit van de interactie tussen de randvoorwaarden en de verschillende spelers binnen zo n thema. Door het bij elkaar brengen en betrekken van partijen bij het opstellen en uitvoeren van innovatieprogramma s wordt netwerkvorming bevorderd. Vraag 16 Slechts 13% van de bedrijven die deelnemen aan de programma s van het Eureka-netwerk behoren tot het MKB, zo merken de leden van de PvdA-fractie op. Via welke concrete acties gaan het kabinet de deelname van het MKB vergroten? Op dit moment bedraagt het aandeel MKB in het totaal aantal deelnemers in EUREKA projecten 41%. Ook in de grote Clusterprojecten is het MKB goed vertegenwoordigd: 39% van de deelnemende bedrijven in Clusterprojecten is een MKB-bedrijf. Tijdens de Eureka Ministersconferentie in Parijs afgelopen juni hebben de ministers en de toenmalige EU commissaris voor onderzoek, Busquin vastgesteld dat Eureka een uitstekend mechanisme is voor het MKB; dit wordt ook onderschreven door zijn opvolger Commissaris Potočnik. Zij hebben in de conclusie van Parijs opgeroepen om gezamenlijke concrete financiële mechanismen te ontwikkelen ter ondersteuning van het MKB. Dit is door de Raden van Concurrentievermogen tijdens het Nederlandse EU-voorzitterschap onderstreept. Ook de 15 e Eureka Interparlementaire Conferentie die op mei jl. in Den Haag heeft plaatsgevonden, heeft ondermeer dit aspect in zijn resolutie benadrukt. Op dit moment is Nederland, als voorzitter van EUREKA, samen met de Europese Commissie begonnen aan de ontwikkeling van een EU-Eureka MKB-initiatief. Dit moet 20

21 ook leiden tot een betere deelname van het MKB aan het Zesde Kaderprogramma. Met het percentage 13% doelt de Tweede Kamer waarschijnlijk op de deelname van het MKB aan het Zesde Kaderprogramma. Om de deelname van het MKB aan het Zesde Kaderprogramma te verbeteren, werkt de Commissie aan het terugdringen van administratieve lasten en zijn er aparte calls geweest om MKB te laten aanhaken bij de verschillende KP projectvormen. Vraag 17 Welke rol dienen de brancheverenigingen te spelen in het vormen van netwerken en op welke wijze wil de regering deze rol versterken? Brancheverenigingen kunnen een nuttige rol spelen in het vormen van netwerken. Het ministerie van EZ start een pilot met Innovatieprestatiecontracten (IPC s). Deze contracten zijn meerjarige innovatieplannen waarin afspraken worden vastgelegd tussen de overheid en MKB-bedrijven en hun organisaties over hun innovatie inspanningen. Eén van de doelstellingen van de IPC s is het stimuleren van bedrijven om deel uit te maken van innovatienetwerken. De IPC s kunnen aansluiten bij het basispakket of het programmatische pakket van het nieuwe EZinstrumentarium. Dit wordt de komende tijd verder uitgewerkt. Vraag 18 De leden van de VVD-fractie merken op dat in de kabinetsreactie staat dat de benutting van kennis begint bij het samen ontwikkelen van nieuwe kennis. Ontwikkelingsgerichte en technologievolgende MKB maken gebruik van al bestaande kennis. Benutting van kennis begint voor die bedrijven dus bij het krijgen van toegang tot die kennis. De regelingen die in de kabinetsreactie genoemd worden, zoals TTIs en IOPs, zijn gericht op gezamenlijk onderzoek van bedrijven en kennisinstellingen. Voorbeelden van kennisoverdracht van bestaande kennis worden niet genoemd. Bovendien wordt gesteld: Daarnaast is kennisoverdracht een vast onderdeel van de instrumenten. Kunnen de bewindslieden aangeven welke instrumenten ingezet zullen worden en hoe deze zullen worden vormgegeven, zo vragen de leden van de VVD-fractie. Zie de antwoorden op vraag 8 en vraag

22 Vraag 19 Meer in het algemeen geldt dat kennisoverdrachtsintrumenten (SKO en SKB) maar een klein deel van het Economische Zaken-budget bestrijken. Bovendien zijn die programma s gericht op het technologievolgende MKB en ontbreken instrumenten voor het ontwikkelingsgerichte MKB. Deze leden vragen welke instrumenten de minister van Economische Zaken denkt te gaan ontwikkelen voor het ontwikkelingsgerichte MKB en welk deel van het budget men hiervoor denkt uit te trekken. Belangrijk is dat in het nieuwe herijkte instrumentarium meer mogelijkheid is tot flexibiliteit en maatwerk naar gelang de specifieke behoeften van de ondernemer. In het programmatisch pakket zullen samen met het veld innovatieprogramma s worden vormgegeven. Als de behoefte hier vooral gericht is op kennisuitwisseling en op het toepasbaar maken van bestaande kennis (bijvoorbeeld via applicatielabs) dan kan het programma daarop worden toegesneden. Ten opzichte van het huidige instrumentarium is het beter mogelijk om ontwikkelingsprojecten in te dienen. Daarnaast kunnen MKB-bedrijven in het algemeen gebruik maken van innovatievouchers om bij een kennisaanbieder naar eigen keuze kennis in te kopen. Dit is ook voor het ontwikkelingsgerichte MKB een goed instrument en een eerste stap naar samenwerkingsrelaties met kennisinstellingen. Brancheverenigingen kunnen, zoals de AWT stelt, hulp bieden bij het vinden van kennis en het volgen van relevante technologische ontwikkelingen vereenvoudigen of versnellen. Het ministerie van EZ start een pilot met Innovatieprestatiecontracten met groepen MKB-bedrijven en een penvoerder. Hoeveel budget naar het ontwikkelingsgerichte MKB zal gaan is afhankelijk van de invulling van de innovatieprogramma s en de uiteindelijke besluitvorming over de innovatievouchers (na evaluatie van de pilot). Vraag 20 Het verder vergroten van deelname van het MKB ( aan Europese programma s) is één van de speerpunten tijdens het Nederlands voorzitterschap In de kabinetsreactie wordt gesteld dat door de laagdrempeligheid van de regelingen nu al een goed deel van de MKB-bedrijven deelneemt. Dat is nu ongeveer 13% van de bedrijven in het MKB. Kan de minister van Economische Zaken aangeven of hij deze deelname wil vergroten. Zo ja, op welke wijze zal dit dan worden vormgegeven, zo vragen de leden van de VVD-fractie. 22

Overzicht gespreksonderwerpen uit de afgelopen IP-vergaderingen

Overzicht gespreksonderwerpen uit de afgelopen IP-vergaderingen Bijlage 1 Overzicht gespreksonderwerpen uit de afgelopen IP-vergaderingen Vergadering van 7 juli Sociale innovatie Gesproken over sociale innovatie. Er is een eerste gesprek geweest tussen leden van de

Nadere informatie

logoocw De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag 20 december 2004 HO/prog/2004/55113

logoocw De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag 20 december 2004 HO/prog/2004/55113 logoocw De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Den Haag Ons kenmerk 20 december 2004 HO/prog/2004/55113 Onderwerp voortgang Deltaplan Bèta/Techniek Bijlage

Nadere informatie

2011D63989. Inbreng verslag van een schriftelijk overleg

2011D63989. Inbreng verslag van een schriftelijk overleg 2011D63989 Inbreng verslag van een schriftelijk overleg Binnen de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap hebben enkele fracties de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen over de

Nadere informatie

Duurzaam toerusten voor arbeidsmarkt en

Duurzaam toerusten voor arbeidsmarkt en Duurzaam toerusten voor arbeidsmarkt en samenleving Stel hogere eisen aan het arbeidsmarktperspectief Handhaaf het startkwalificatieniveau met extra aandacht aan studiekeuze mbo niveau 2 studenten. Biedt

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag a 1 > Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Bijlage 2. } De werkgroep Lange termijn keuzes. } De werkgroep Dynamisering van de kennisketen. } De werkgroep Dynamisering beroepsonderwijs

Bijlage 2. } De werkgroep Lange termijn keuzes. } De werkgroep Dynamisering van de kennisketen. } De werkgroep Dynamisering beroepsonderwijs Bijlage 2 Voor de invulling van de strategische agenda van het Innovatieplatform zijn verschillende werkgroepen in het leven geroepen. De werkgroepen staan onder leiding van een van de leden van het Innovatieplatform.

Nadere informatie

Aanpak arbeidsmarkt Zuidoost-Nederland 2016-2020. Illustratie regionaal arbeidsmarkt dashboard. Inleiding

Aanpak arbeidsmarkt Zuidoost-Nederland 2016-2020. Illustratie regionaal arbeidsmarkt dashboard. Inleiding Aanpak arbeidsmarkt Zuidoost-Nederland 2016-2020 Illustratie regionaal arbeidsmarkt dashboard. Inleiding Wil Zuidoost-Nederland als top innovatie regio in de wereld meetellen, dan zal er voldoende en goed

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 031 Wijziging van de Wet op het primair onderwijs en de Wet op de expertisecentra in verband met het regelen van de mogelijkheid een deel van

Nadere informatie

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG a 1 > Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Datum: 22 april 2013 Betreft: Beleidsreactie op het advies "De

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 26 695 Voortijdig school verlaten Nr. 60 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 31 568 Staatkundig proces Nederlandse Antillen Nr. 172 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 4 maart 2016 De vaste commissie voor Onderwijs,

Nadere informatie

Hoofdlijnenakkoord voor het inrichten van een Regionaal Arrangement Beroepsonderwijs Amsterdam

Hoofdlijnenakkoord voor het inrichten van een Regionaal Arrangement Beroepsonderwijs Amsterdam Afdeling Onderwijs, Jeugd en Educatie Team Onderwijs VO Hoofdlijnenakkoord voor het inrichten van een Regionaal Arrangement Beroepsonderwijs Amsterdam Betrokken partijen: De instellingen voor Beroepsonderwijs

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 200 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2008 Nr. 183 BRIEF

Nadere informatie

Een goede loodgieter, daar zit iedereen om te springen

Een goede loodgieter, daar zit iedereen om te springen Gemeente Den Haag Een goede loodgieter, daar zit iedereen om te springen Den Haag werkt aan betere aansluiting onderwijs op arbeidsmarkt Bedrijfsleven, onderwijs en bestuurders in de regio Den Haag slaan

Nadere informatie

2. voorbeeld beleidsartikel

2. voorbeeld beleidsartikel Artikel Algemene doelstelling Rol en verantwoordelijkheid minister Beleidsartikel 3. Innovatie (van het fictieve Ministerie van Groei en Geluk) Een relatief sterke positie van Nederland in de EU op het

Nadere informatie

2015D42193 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

2015D42193 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG 2015D42193 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG De vaste commissie voor Financiën heeft op 5 november 2015 een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Minister van Financiën over zijn brief

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 22 452 Internationalisering van het onderwijs Nr. 44 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 18 februari 2015 De vaste commissie voor

Nadere informatie

Onderwijsraad, Den Haag, juli 2009. De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag

Onderwijsraad, Den Haag, juli 2009. De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag a 1 > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Directie Leren en Werken Anna van Hannoverstraat 4 Den Haag Postbus

Nadere informatie

6 Samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven

6 Samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven 6 Samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven 6.1 Adviesaanvraag Voor de samenwerking tussen onderwijs en bedrijven wordt de SER advies gevraagd over de volgende passage uit de adviesaanvraag: Het instrumentarium

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 628 Industrie- en dienstenbeleid Nr. 2 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 31 289 Voortgezet Onderwijs Nr. 189 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 22 april 2014 Binnen de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur

Nadere informatie

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag. 19 december 2006 ASEA/DIR/2006/46294

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag. 19 december 2006 ASEA/DIR/2006/46294 Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Den Haag Ons kenmerk 19 december 2006 ASEA/DIR/2006/46294 Onderwerp Kabinetsreactie op vier kennisadviezen Onderwijs,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 26 807 Hoger Onderwijs en Onderzoek Plan 2000 Nr. 29 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETEN- SCHAPPEN Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

5 Kenniscirculatie. 5.1 Adviesaanvraag. 5.2 Koers BVE over kenniscirculatie

5 Kenniscirculatie. 5.1 Adviesaanvraag. 5.2 Koers BVE over kenniscirculatie 5 Kenniscirculatie 5.1 Adviesaanvraag Een van de vier onderwerpen waarover de staatssecretaris de SER advies vraagt, betreft de kenniscirculatie: Welk instrumentarium draagt blijvend bij aan kenniscirculatie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 29 544 Arbeidsmarktbeleid Nr. 433 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG a 1 > Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 21 501-30 Raad voor Concurrentievermogen Nr. 147 HERDRUK 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der

Nadere informatie

2015D08205 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

2015D08205 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG 2015D08205 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG De vaste commissie voor Financiën heeft op 5 maart 2015 een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Staatssecretaris van Financiën inzake

Nadere informatie

Subsidieregeling Onderwijs Netwerk Ondernemen

Subsidieregeling Onderwijs Netwerk Ondernemen Subsidieregeling Onderwijs Netwerk Ondernemen www.onderwijsonderneemt.nl In de ontwikkeling van Nederland naar een meer kennisgedreven economie, zijn het vooral startende en jonge bedrijven en ondernemende

Nadere informatie

Hierbij zend ik u het antwoord op de vragen van het lid Wiersma (VVD) van uw Kamer inzake de techniekopleidingen in het mbo.

Hierbij zend ik u het antwoord op de vragen van het lid Wiersma (VVD) van uw Kamer inzake de techniekopleidingen in het mbo. >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Middelbaar Beroeps Onderwijs Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting 9

Samenvatting. Samenvatting 9 Samenvatting Sinds de introductie in 2001 van lectoraten in het Nederlandse hoger beroepsonderwijs wordt aan hogescholen steeds meer gezondheidsonderzoek uitgevoerd. De verwachting is dat dit niet alleen

Nadere informatie

Besluit tot wijziging van het Uitvoeringsbesluit WEB met name in verband met het afschaffen van de cascadebekostiging

Besluit tot wijziging van het Uitvoeringsbesluit WEB met name in verband met het afschaffen van de cascadebekostiging 35 002 Besluit tot wijziging van het Uitvoeringsbesluit WEB met name in verband met het afschaffen van de cascadebekostiging Nr. 2 Verslag van een schriftelijk overleg Vastgesteld 17 september 2018 De

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 356 Wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet voortgezet onderwijs BES in verband met het treffen van een overgangsmaatregel

Nadere informatie

3 februari 2003 I/SOI/I Kabinetsreactie op het AWT-advies 'KP6 laten werken'.

3 februari 2003 I/SOI/I Kabinetsreactie op het AWT-advies 'KP6 laten werken'. Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA s-gravenhage Datum Uw kenmerk Ons kenmerk Bijlage(n) 3 februari 2003 I/SOI/I 03001559 Onderwerp Kabinetsreactie op het AWT-advies

Nadere informatie

Verslag van een schriftelijk overleg. De voorzitter van de commissie Van Bochove. Adjunct-griffier van de commissie Janssen

Verslag van een schriftelijk overleg. De voorzitter van de commissie Van Bochove. Adjunct-griffier van de commissie Janssen Kamerstuk 31497, nr. 55 31 497 Passend Onderwijs Nr. Verslag van een schriftelijk overleg Vastgesteld d.d... Binnen de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap hebben enkele fracties de behoefte

Nadere informatie

./. Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het lid Bussemaker (PvdA) over de arbeidsproductiviteit van oudere werknemers.

./. Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het lid Bussemaker (PvdA) over de arbeidsproductiviteit van oudere werknemers. Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon

Nadere informatie

2016D22881 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

2016D22881 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG 2016D22881 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG De vaste commissie voor Financiën heeft op 2 juni 2016 een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Minister van Financiën over zijn brief

Nadere informatie

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus 20017 2500 EA DEN HAAG Wetgeving en Juridische Zaken Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500

Nadere informatie

DORDRECHT. Aan. de gemeenteraad

DORDRECHT. Aan. de gemeenteraad *P DORDRECHT Retouradres: Postbus 8 3300 AA DORDRECHT Aan de gemeenteraad Gemeentebestuur Spuiboulevard 300 3311 GR DORDRECHT T 14 078 F (078) 770 8080 www.dordrecht.nl Datum 4 december 2012 Begrotingsprogramma

Nadere informatie

2014D46478 INBRENG VERSLAG SCHRIFTELIJK OVERLEG

2014D46478 INBRENG VERSLAG SCHRIFTELIJK OVERLEG 2014D46478 INBRENG VERSLAG SCHRIFTELIJK OVERLEG In de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport bestond er bij enkele fracties behoefte een aantal vragen en opmerkingen voor te leggen aan

Nadere informatie

Valorisatieagenda Kennis moet circuleren

Valorisatieagenda Kennis moet circuleren Valorisatieagenda Kennis moet circuleren Nederland Ondernemend Innovatieland Kennis moet circuleren Nederland heeft in toenemende mate een op kennis en creativiteit gebaseerde economie en maatschappij.

Nadere informatie

De motor van de lerende organisatie

De motor van de lerende organisatie De motor van de lerende organisatie Focus op de arbeidsmarkt Naast het erkennen van leerbedrijven is Calibris verantwoordelijk voor ontwikkeling en onderhoud van kwalificaties in de sectoren zorg, welzijn

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 30 012 Leven Lang Leren Nr. 17 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARISSEN VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP EN VAN SOCIALE ZAKEN EN WERK- GELEGENHEID

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 504 Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met de modernisering van de wijze van tenaamstelling van kentekenbewijzen en enkele andere

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 553 Regels omtrent de Kamer van Koophandel (Wet op de Kamer van Koophandel) Nr. 18 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 17 december

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 000 XIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken (XIII) en het Diergezondheidsfonds (F) voor het jaar

Nadere informatie

29544 Arbeidsmarktbeleid. Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

29544 Arbeidsmarktbeleid. Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal 29544 Arbeidsmarktbeleid Nr. 433 Brief van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 17 januari 2013 Het kabinet streeft ernaar

Nadere informatie

2018D03500 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

2018D03500 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG 2018D03500 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Binnen de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap hebben enkele fracties de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen over de

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1A 2513 AA s-gravenhage

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1A 2513 AA s-gravenhage Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1A 2513 AA s-gravenhage Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon

Nadere informatie

9 februari 2006 OI/I/IN/6003335 2

9 februari 2006 OI/I/IN/6003335 2 Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA s-gravenhage Datum Uw kenmerk Ons kenmerk Bijlage(n) 9 februari 2006 OI/I/IN/6003335 2 Onderwerp Reactie van het Kabinet op

Nadere informatie

Drempels. droom. werkelijkheid

Drempels. droom. werkelijkheid Drempels tussen droom en werkelijkheid Een dynamisch groen kennissysteem, midden in de praktijk In de groene sector spelen vraagstukken waar direct en gerichte antwoorden voor nodig zijn. Goede oplossingen

Nadere informatie

de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA..DEN HAAG

de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA..DEN HAAG >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA..DEN HAAG Hoger Onderwijs en Studiefinanciering Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE Onderwijs en ondernemerschap: feiten en cijfers Wat gaan we doen? Tot slot

INHOUDSOPGAVE Onderwijs en ondernemerschap: feiten en cijfers Wat gaan we doen? Tot slot INHOUDSOPGAVE 1. Onderwijs en ondernemerschap: feiten en cijfers 2 1.1 Waarom is stimuleren van ondernemerschap in het onderwijs van belang? 3 1.2 Doelstelling en beleidsacties tot nu toe 3 1.3 Knelpunten

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A. overleg 30300 XV

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A. overleg 30300 XV De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA 's-gravenhage 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon (070) 333 44 44 Fax (070) 333 40 33

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 34 514 Wijziging van de Participatiewet, de Wet tegemoetkomingen loondomein, de Wet financiering sociale verzekeringen en de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

2013D50407 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

2013D50407 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG 2013D50407 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Binnen de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap hebben enkele fracties de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen over de

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag a 1 De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag 13 februari 2013 Betreft Verslag schriftelijk overleg OJCS-Raad 15 februari 2013 Hierbij zend ik u, mede namens

Nadere informatie

Datum 13 augustus 2018 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over Aangiftebereidheid van minderjarige slachtoffers mensenhandel

Datum 13 augustus 2018 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over Aangiftebereidheid van minderjarige slachtoffers mensenhandel 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/jenv

Nadere informatie

14 april 2008 PO/B&B/2008/9198

14 april 2008 PO/B&B/2008/9198 Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Den Haag Ons kenmerk 14 april 2008 PO/B&B/2008/9198 Onderwerp verlichting leergang bewegingsonderwijs Inleiding

Nadere informatie

Diensteninnovatie: wat is dat?

Diensteninnovatie: wat is dat? Over de AWT De Adviesraad voor het Wetenschaps- en Technologiebeleid (AWT) adviseert regering en parlement over beleid voor wetenschap, technologie en innovatie De AWT adviseert gevraagd en ongevraagd.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 33 716 Wijziging van de Algemene Kinderbijslagwet, de Wet op het kindgebonden budget, de Wet werk en bijstand, de Wet inkomstenbelasting 2001,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 300 XIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken (XIII) en het Diergezondheidsfonds (F) voor het jaar

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500EA Den Haag Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties DG Bestuur, Ruimte en Wonen Directie D&B www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Voorstel voor een aanbeveling van de Raad inzake beleid ter bestrijding van voortijdig schoolverlaten

Voorstel voor een aanbeveling van de Raad inzake beleid ter bestrijding van voortijdig schoolverlaten Fiche 2: Mededeling voortijdig schoolverlaten aanpakken 1. Algemene gegevens Titel voorstel Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Datum 23 oktober 2018 Erkenning werkervaring in mbo en hbo

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Datum 23 oktober 2018 Erkenning werkervaring in mbo en hbo >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE Middelbaar Beroeps Onderwijs Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 31 288 Hoger Onderwijs-, Onderzoek- en Wetenschapsbeleid Nr. 523 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP Aan de Voorzitter van

Nadere informatie

Europees Sociaal Fonds. Mede mogelijk gemaakt door Europese Unie, Ondernemen INHOLLAND. biedt haar kennis, vraagt uw expertise. Samen boeken we winst

Europees Sociaal Fonds. Mede mogelijk gemaakt door Europese Unie, Ondernemen INHOLLAND. biedt haar kennis, vraagt uw expertise. Samen boeken we winst Mede mogelijk gemaakt door Europese Unie, Europees Sociaal Fonds Ondernemen INHOLLAND biedt haar kennis, vraagt uw expertise Samen boeken we winst Dubbele winst Welke zaken houden uw organisatie bezig?

Nadere informatie

Onderbouwing Arbeidsmarktrelevantie Ad-opleidingen Een kader voor de uitwerking

Onderbouwing Arbeidsmarktrelevantie Ad-opleidingen Een kader voor de uitwerking Onderbouwing Arbeidsmarktrelevantie Ad-opleidingen Een kader voor de uitwerking Koninklijke vereniging MKB-Nederland Beleid, Onderzoek en Communicatie Delft, 9 januari 2006 Contactpersoon: Ir. G.F.W.C.

Nadere informatie

Toespraak staatssecretaris H.A.L. van Hoof bij de opening van de miniconferentie O&O-fondsen op 10 september 14.00u in Den Haag

Toespraak staatssecretaris H.A.L. van Hoof bij de opening van de miniconferentie O&O-fondsen op 10 september 14.00u in Den Haag Toespraak staatssecretaris H.A.L. van Hoof bij de opening van de miniconferentie O&O-fondsen op 10 september 14.00u in Den Haag Welkom, blij dat u er bent. Uit het feit dat u met zovelen bent gekomen maak

Nadere informatie

1. De opbrengsten van de aanbevelingen van de commissie Bruijn

1. De opbrengsten van de aanbevelingen van de commissie Bruijn Bestuurlijke afspraken tussen de HBO-raad en de Minister van Onderwijs Cultuur en Wetenschap, naar aanleiding van het advies Vreemde ogen dwingen van de Commissie externe validering examenkwaliteit hoger

Nadere informatie

Overzicht gespreksonderwerpen uit de afgelopen IPvergaderingen

Overzicht gespreksonderwerpen uit de afgelopen IPvergaderingen Bijlage 1 Overzicht gespreksonderwerpen uit de afgelopen IPvergaderingen Vergadering 5 september 2003 Installatievergadering - Het Innovatieplatform is ingesteld. De leden zijn: - De minister-president

Nadere informatie

Samenwerking hogescholen en MKB in de topsectoren ZWAARTEPUNTVORMING PROFILERING SAMENWERKING KWALITEIT DUURZAME VERANKERING

Samenwerking hogescholen en MKB in de topsectoren ZWAARTEPUNTVORMING PROFILERING SAMENWERKING KWALITEIT DUURZAME VERANKERING Samenwerking hogescholen en MKB in de topsectoren ZWAARTEPUNTVORMING PROFILERING SAMENWERKING KWALITEIT DUURZAME VERANKERING 14 december Bedrijfslevenbrief Het kabinet heeft samenleving en bedrijfsleven

Nadere informatie

Regionale broedplaatsen voor onderzoek en praktijkleren

Regionale broedplaatsen voor onderzoek en praktijkleren Werkplaatsen Sociaal Domein Regionale broedplaatsen voor onderzoek en praktijkleren www.werkplaatsensociaaldomein.nl Verbinden en versterken De transitie en vooral de daaruit voortvloeiende transformaties

Nadere informatie

Via de wijk aan het werk

Via de wijk aan het werk Via de wijk aan het werk Focus op de arbeidsmarkt Naast het erkennen van leerbedrijven is Calibris verantwoordelijk voor ontwikkeling en onderhoud van kwalificaties in de sectoren zorg, welzijn en sport.

Nadere informatie

5 juli 2004 I/II/4041462

5 juli 2004 I/II/4041462 Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA 's-gravenhage Datum Uw kenmerk Ons kenmerk Bijlage(n) 5 juli 2004 I/II/4041462 Onderwerp Actieprogramma ondernemerschap en

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 30 220 Publiek ondernemerschap Toezicht en verantwoording bij publiek-private arrangementen Nr. 5 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 14

Nadere informatie

Convenant sociale partners inzake leer-werktrajecten in het vmbo

Convenant sociale partners inzake leer-werktrajecten in het vmbo Convenant sociale partners inzake leer-werktrajecten in het vmbo Den Haag, 20 december 2001 1 Werkend leren moet worden versterkt, werkend leren is ook kansen creëren. Leerwerktrajecten bieden jongeren

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA..DEN HAAG..

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA..DEN HAAG.. >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA..DEN HAAG.. Internationaal Beleid IPC 2300 Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500

Nadere informatie

2014D37348. Inbreng verslag van een schriftelijk overleg

2014D37348. Inbreng verslag van een schriftelijk overleg 2014D37348 Inbreng verslag van een schriftelijk overleg Binnen de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap hebben enkele fracties de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen over de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 24 724 Studiefinanciering Nr. 163 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 7 februari 2017 De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 27 859 Modernisering Gemeentelijke Basisadministratie persoonsgegevens (GBA) Nr. 117 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 14 november

Nadere informatie

Uw brief van. Bijlage(n)

Uw brief van. Bijlage(n) logoocw De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Den Haag Ons kenmerk 6 april 2007 HO/CBV/2007/10020 Uw brief van Onderwerp Voortgang Deltaplan Bèta Techniek

Nadere informatie

Contextschets Techniek

Contextschets Techniek Contextschets Techniek Nationaal Techniekpact 2020... 2 Welke activiteiten ondernemen de hbo-instellingen?... 2 Welke activiteiten ondernemen de universiteiten?... 3 Welke activiteiten onderneemt de 3TU?...

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 5 juli 2019 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 5 juli 2019 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 2008 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 25 VX Den Haag T 070 340 79 F 070 340 78 34

Nadere informatie

Aandacht voor jouw ambitie!

Aandacht voor jouw ambitie! Aandacht voor jouw ambitie! ROC Rivor is hét opleidingscentrum van regio Rivierenland. Wij bieden een breed scala aan opleidingen, cursussen en trainingen voor jongeren en volwassenen. Toch zijn we een

Nadere informatie

8 Aanbevelingen op een rij

8 Aanbevelingen op een rij 8 Aanbevelingen op een rij 8.1 Verstevigen infrastructuur voor postinitiële ontwikkeling Flexibel en praktijkrelevant aanbod voor maatwerk De regelgeving wordt aangepast om bekostigde en niet-bekostigde

Nadere informatie

PE,PEPP en Samen Werken

PE,PEPP en Samen Werken PE,PEPP en Samen Werken Permanente Educatie Platform voor Pedagogische Professionals Begeleiding, Ondersteuning, Tijd en Moeite 15-10-2015 Alex Cornellissen Kleine Ikke lid AGOOP 1 Permanente Educatie

Nadere informatie

Pact Brabant Brabants Arbeidsmarktakkoord oktober 2011

Pact Brabant Brabants Arbeidsmarktakkoord oktober 2011 Pact Brabant Brabants Arbeidsmarktakkoord 2012-2015 19 oktober 2011 Pact Brabant 19 oktober 2011 p/a PSW s-hertogenbosch 073-6124325 f.aarten@psw.nl Brabants Arbeidsmarktakkoord 2012-2015, Pact Brabant,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 650 Subsidiebeleid Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) Nr. 34 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP Aan de Voorzitter

Nadere informatie

constaterende dat, er aan universiteiten en hogescholen relatief veel mensen op basis flexcontracten werken;

constaterende dat, er aan universiteiten en hogescholen relatief veel mensen op basis flexcontracten werken; TWEEDE KAMER DER Vergaderjaar 014-015 STATEN-GENERAAL Nr. 47 MOTIE VAN HET LID MEI LI VOS constaterende dat, er aan universiteiten en hogescholen relatief veel mensen op basis flexcontracten werken; Constaterende

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 404 Wijziging van enkele belastingwetten (Wet herziening fiscale behandeling woon-werkverkeer) Nr. 5 VERSLAG Vastgesteld 11 oktober 2012 De

Nadere informatie

Aanval op de uitval. perspectief en actie

Aanval op de uitval. perspectief en actie Aanval op de uitval perspectief en actie Fatma wil fysiotherapeut worden. En dat kan ze ook. Maar ze heeft nog een wel een lange leerloopbaan te gaan. Er kan in die leerloopbaan van alles misgaan waardoor

Nadere informatie

Impuls klantprofielen kandidatenverkenner en grensoverschrijdende arbeidsbemiddeling

Impuls klantprofielen kandidatenverkenner en grensoverschrijdende arbeidsbemiddeling Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Impuls klantprofielen kandidatenverkenner en grensoverschrijdende arbeidsbemiddeling Programma Economie & Werk Portefeuillehouder J. Zoetelief Samenvatting Het ministerie

Nadere informatie

De voorzitter van de commissie Wolbert. Adjunct-griffier van de commissie Arends

De voorzitter van de commissie Wolbert. Adjunct-griffier van de commissie Arends 24 724 Studiefinanciering Nr. Verslag van een schriftelijk overleg Vastgesteld d.d. Binnen de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap hebben enkele fracties de behoefte om vragen en opmerkingen

Nadere informatie

Voor vakmensen voor de toekomst

Voor vakmensen voor de toekomst Voor vakmensen voor de toekomst D66 Gelderland wil een klimaatneutrale en toekomstbestendige provincie zijn. Dat betekent windmolens plaatsen, zonneweides aanleggen en elk huis in Gelderland energieneutraal

Nadere informatie

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus EA Den Haag

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus EA Den Haag Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Turfmarkt 147 Den Haag Postbus 20011 2500 EA Den Haag

Nadere informatie

Participatie Stichting BioMedTech Zuid-Holland BESLUITEN

Participatie Stichting BioMedTech Zuid-Holland BESLUITEN Aanbiedingsformulier Onderwerp Participatie Stichting BioMedTech Zuid-Holland BESLUITEN behoudens advies van de Commissie voor Economische Zaken, Grondzaken, Toerisme en Parkeren, bijgaand raadsvoorstel

Nadere informatie

Professionele Masters. Uitgangspunten verdere uitbouw aanbod professionele masters

Professionele Masters. Uitgangspunten verdere uitbouw aanbod professionele masters Professionele Masters Uitgangspunten verdere uitbouw aanbod professionele masters Professionele Masters Uitgangspunten verdere uitbouw aanbod professionele masters Inhoud 5 Voorwoord 7 Inleiding 8 Professionele

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 30 012 Leven Lang Leren Nr. 30 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie