Algemene voorwaarden voor het recht op bijzondere bijstand

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Algemene voorwaarden voor het recht op bijzondere bijstand"

Transcriptie

1 Hoofdstuk 1. Algemene voorwaarden voor het recht op bijzondere bijstand Door bijzondere omstandigheden kan zich de situatie voordoen dat in het individuele geval het inkomen van belanghebbende niet volledig toereikend is ter voorziening in bepaalde noodzakelijke kosten. Voor zover de belanghebbende voor dergelijke kosten geen beroep kan doen op een voorliggende voorziening en deze uitgaven naar het oordeel van het college evenmin uit de eigen middelen kunnen worden voldaan, kan daarvoor bijzondere bijstand worden verstrekt. Om recht te hebben op bijzondere bijstand is niet vereist, dat belanghebbende ook recht heeft op algemene bijstand Begripsbepalingen In artikel 5 WWB wordt aangegeven wat wordt verstaan onder: a. bijstand : algemene en bijzondere bijstand; b. algemene bijstand : de bijstand ter voorziening in de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan; c. bijstandsnorm : de op grond van paragraaf 3.2 WWB, op de belanghebbende van toepassing zijnde norm, vermeerderd of verminderd met de op grond van paragraaf 3.3 WWB, door het college vastgestelde verhoging of verlaging; d. bijzondere bijstand : de bijstand, bedoeld in artikel 35, eerste lid WWB; e. langdurigheidstoeslag : de langdurigheidstoeslag, bedoeld in artikel 36 WWB; f. voorliggende voorziening : elke voorziening buiten deze wet waarop de belanghebbende of het gezin aanspraak kan maken, dan wel een beroep kan doen, ter verwerving van middelen of ter bekostiging van specifieke uitgaven Recht op bijzondere bijstand Artikel 35 lid 1 WWB bepaalt dat, onverminderd het bepaalde in paragraaf 2.2 WWB, de alleenstaande of het gezin recht heeft op bijzondere bijstand voorzover de alleenstaande of het gezin niet beschikt over de middelen om te voorzien in de uit bijzondere omstandigheden voortvloeiende noodzakelijke kosten van het bestaan. Voor het recht op bijzondere bijstand betekent dat de algemene voorwaarden voor het recht op bijstand onverkort van toepassing zijn; belanghebbende moet voldoen aan de algemene voorwaarden om überhaupt recht te hebben op (bijzondere) bijstand. De algemene voorwaarden zijn opgenomen in artikel 11 WWB tot en met artikel 16 WWB. In dit verband is vooral artikel 15 WWB van belang. Bijzondere bijstand wordt niet aangemerkt als een subsidie in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). In artikel 21 lid 3 Abw was duidelijkheidshalve nog uitdrukkelijk bepaald dat de bijzondere bijstand niet kan worden beschouwd als een subsidie in de zin van artikel 4:21 Awb. Titel 4.2 van de Awb (bepalingen over subsidies) is dus niet van toepassing op de verlening van bijzondere bijstand. Overigens geldt dat ook de algemene bijstand niet als subsidie kan worden aangemerkt. De individuele uitvoering van de bijzondere bijstand laat onverlet dat gemeenten daarvoor beleidsregels kunnen opstellen. Beleidsregels kunnen bijdragen aan de rechtsgelijkheid en rechtszekerheid en mede van belang zijn voor de doelmatigheid van de uitvoering. Bij de toetsing van een aanvraag aan de beleidsregels dient echter altijd rekening te worden gehouden met de feitelijke noodzaak van de kosten. Het is de gemeenteraad dus niet toegestaan om bij verordening regels inzake bijzondere bijstandsverlening vast te stellen. De gemeentelijke beleidsregels ten aanzien van verschillende kostensoorten waarvoor bijzondere bijstand kan worden verleend zijn opgenomen in de volgende hoofdstukken. 1

2 1.3. Voorliggende voorziening Artikel 15 WWB bepaalt dat er geen recht op bijstand bestaat indien een beroep kan worden gedaan op een passende en toereikende voorliggende voorziening. Er bestaat evenmin recht op (bijzondere) bijstand indien de voorliggende voorziening de betreffende kosten niet als noodzakelijk aanmerkt (artikel 15 lid 1 WWB). Het college zal bij iedere aanvraag bijzondere bijstand dus moeten beoordelen of er sprake is van een voorliggende voorziening Dringende redenen Artikel 16, lid 1 WWB bepaalt dat het college aan een persoon die geen recht op bijstand heeft, gelet op alle omstandigheden, bijstand kan verlenen indien zeer dringende redenen daartoe noodzaken. Voor de toepassing van artikel 16 WWB gelden twee voorwaarden: 1. De belanghebbende behoort niet tot de kring van rechthebbenden en 2. De belanghebbende is Nederlander of een aan een Nederlander gelijk gestelde vreemdeling. Uitsluitend vanwege het feit dat het de belanghebbende ontbreekt aan financiële middelen om in de noodzakelijke kosten van het bestaan te voorzien, kan nog niet worden gesproken van zeer dringende redenen. Vast dient te staan dat sprake is van een acute noodsituatie en dat de behoeftige omstandigheden waarin de belanghebbende verkeert op geen enkele andere wijze te verhelpen zijn, zodat het verlenen van bijstand volstrekt onvermijdelijk is, aldus de wetgever. De rechter sluit zich hier volledig bij aan door te stellen dat van zeer dringende redenen in het algemeen slechts sprake kan zijn in geval van een acute noodsituatie, te weten een situatie die van levensbedreigende aard is of blijvend ernstig letsel of invaliditeit tot gevolg kan hebben. Gelet op bovenstaande uitleg zal artikel 16 WWB in de praktijk slechts zelden toegepast kunnen worden Middelen Voor de verlening van bijzondere bijstand is het geen vereiste dat men algemene bijstand krachtens de WWB ontvangt. Ook degene die uit een andere bron beschikt over een inkomen dat naar het oordeel van het college niet toereikend is ter voorziening in bepaalde bijzondere noodzakelijke kosten, kan een beroep op bijzondere bijstand doen. De hoogte van de bijzondere bijstand wordt bepaald door de hoogte van de kosten en de middelen waarover belanghebbende zelf kan beschikken om betreffende kosten te voldoen. Voor de vaststelling van de hoogte van de bijzondere bijstand zijn dus de volgende twee componenten van belang: welke middelen in aanmerking worden genomen (= in aanmerking te nemen inkomen en vermogen) en welke deel van deze in aanmerking te nemen middelen ingezet kan worden ter voldoening van de bijzondere kosten (= draagkracht). 2

3 In aanmerking te nemen inkomen Het inkomen is gelijk aan (de som van) alle netto (artikel 31 lid 3 WWB) inkomensbestanddelen waarover de alleenstaande of het gezin beschikt of redelijkerwijs kan beschikken (artikel 31 lid 1 WWB), voor zover deze meer bedragen dan de bijstandsnorm. De bijstandsnorm is geen inkomensbestanddeel als bedoeld in artikel 32 WWB, hetgeen ook blijkt uit artikel 35 lid 1 WWB waar pas sprake is van een inkomen voorzover dit meer bedraagt dan de bijstandsnorm. Het college bepaalt zelf welk deel van de middelen bij de vaststelling van de draagkracht in aanmerking wordt genomen. De wetgever heeft hiermee het college de vrijheid gegeven om te beoordelen in hoeverre belanghebbende op grond van artikel 31 lid 2 WWB en artikel 34 lid 2 WWB vrijgelaten inkomen of vermogen kan aanwenden, om de kosten waarvoor bijstand is aangevraagd te voldoen. Het beleid van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Stede Broec is dat het in aanmerking te nemen inkomen op dezelfde manier wordt vastgesteld als voor de algemene bijstand. De particuliere oudedagsvoorziening wordt derhalve gedeeltelijk vrijgelaten als inkomensbestanddeel, eveneens conform de berekening van algemene bijstand. Een toegekende langdurigheidstoeslag wordt op grond van artikel 36 WWB niet aangemerkt als inkomen. Tevens houdt vorenstaande in dat bij de berekening van de draagkracht, de bestanddelen genoemd in artikel 31, lid 2 WWB niet tot het inkomen wordt gerekend, behoudens het gestelde in artikel 31, lid 2 onder h WWB. Namelijk als de verlening van de bijzondere bijstand betrekking heeft op een minderjarige kind met inkomsten uit arbeid, dan tellen deze inkomsten uit arbeid van het ten laste komende kind, alsmede door hen ontvangen werkloosheids- en arbeidsongeschiktheidsuitkeringen, mee in de berekening van de draagkracht. Bij de vaststelling van het netto-inkomen wordt rekening gehouden met het recht op vakantietoeslag over dat inkomen. Het inkomen inclusief vakantiegeld wordt afgezet tegen de bijstandsnorm inclusief vakantietoeslag In aanmerking te nemen vermogen Het vermogen is gelijk aan (de som van) alle netto (artikel 31 lid 3 WWB) vermogensbestanddelen waarover de alleenstaande of het gezin beschikt of redelijkerwijs kan beschikken (artikel 31 lid 1 WWB). In afwijking van de vermogensbepaling voor de algemene bijstand, wordt het op grond van artikel 34, lid 2 en lid 4 WWB vrijgelaten vermogen voor de bijzondere bijstand wel als vermogen van belanghebbende in aanmerking genomen. Het beleid van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Stede Broec met betrekking tot het in aanmerking te nemen vermogen is dat het vermogen boven het bescheiden vermogen geheel (100 %) wordt meegenomen in de draagkrachtberekening, behoudens de bestanddelen van artikel 34, lid 2 en 4 WWB. Dit houdt in dat geen gebruik wordt gemaakt van de mogelijkheid om bij verlening van bijzondere bijstand over te gaan tot verlening van bijstand onder verband van krediethypotheek (en daarom ook geen extra vrijlating in verband met eigen woning).zie paragraaf

4 1.6. Draagkracht Draagkracht wordt uitgedrukt in een percentage van het voor de bijzondere bijstand in aanmerking te nemen inkomen en vermogen. Er wordt in dit verband gesproken van draagkrachtpercentage. Het beleid van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Stede Broec is dat de draagkracht 35% van het draagkrachtinkomen bedraagt voorzover de bijzondere bijstand betrekking heeft op incidentele bijzondere bijstand 100% van het draagkrachtinkomen bedraagt voorzover de bijzondere bijstand betrekking heeft op periodieke bijzondere bijstand (woonkostentoeslag, budgetkosten, bewindvoeringskosten). 100% van het draagkrachtvermogen bedraagt voor zover dat boven het vrij te laten bescheiden vermogen komt. 100% van het draagkrachtvermogen bedraagt voor zover het meer bedraagt dan 35% van het voor de belanghebbende van toepassing zijnde vrij te laten vermogen als het gaat om (her)inrichtingskosten (zie paragraaf 13.3) Draagkrachtperiode Op grond van de laatste volzin van artikel 35 lid 1 WWB bepaalt het college het begin en de duur van de periode waarover het vermogen en het inkomen in aanmerking wordt genomen. Het beleid van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Stede Broec is dat de periode waarover de draagkracht geldt, de draagkrachtperiode, begint op de eerste dag van de maand waarin de bijstandsaanvraag wordt ingediend en wordt vastgesteld voor een periode van een jaar. Na dat jaar dient de draagkracht opnieuw vastgesteld te worden. De draagkracht wordt zoveel mogelijk met de eerste kosten successievelijk in mindering gebracht op de te verlenen bijzondere bijstand.gedurende de draagkrachtperiode wordt de vastgestelde draagkracht in mindering gebracht op de voor bijzondere bijstand in aanmerking komende kosten Wijzigingen draagkracht tijdens de draagkrachtperiode In het belang van de rechtszekerheid en de uitvoeringspraktijk geldt als uitgangspunt dat de draagkracht binnen de vastgestelde draagkrachtperiode in beginsel voor die periode definitief is. Het beleid van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Stede Broec is dat een eenmaal vastgestelde draagkracht in beginsel niet meer wordt aangepast. Dit is echter alleen van toepassing op incidentele bijzondere bijstand. Bij periodieke bijzondere bijstand dient de verplichting van een maandelijks rechtmatigheidsonderzoeksformulier te worden opgelegd, zodat per maand de draagkracht kan worden vastgesteld. 4

5 1.8. Drempelbedrag Op grond van artikel 35 lid 2 WWB kan het college de bijzondere bijstand weigeren, indien de bijzondere kosten binnen twaalf maanden een bepaald bedrag niet te boven gaat. Deze bevoegdheid, die aan een wettelijk gemaximeerd bedrag is gebonden, biedt het college de mogelijkheid om bijzondere bijstandsverlening in kruimelvoorzieningen tegen te gaan. Het in aanmerking nemen van een drempelbedrag betekent dat, voordat er sprake kan zijn van verlening van bijzondere bijstand, de betreffende kosten meer moeten bedragen dan het drempelbedrag. Zolang de totale kosten lager zijn, blijven deze voor rekening van belanghebbende. De gemeente Stede Broec hanteert met ingang van 1 januari 1997 geen drempelbedrag meer bij de Het beleid van het college van burgemeester en wethouders van de Gemeente Stede Broec blijft in verstrekking van bijzondere bijstand. deze gehandhaafd. Dat betekent dat er geen drempelbedrag gehanteerd wordt, echter om aanvragen voor "kruimelbedragen" tegen te gaan wordt een administratieve drempel gehanteerd van 25. In de praktijk betekent dit dat pas een aanvraag kan worden ingediend wanneer de kosten minimaal 25 bedragen. Hierbij geldt dan gelijk een uitzondering voor het indienen van een aanvraag met terugwerkende kracht, zoals omschreven in paragraaf Zijn de kosten lager dan 25,00 dan kan eens per jaar een aanvraag worden ingediend. Het tijdstip hiervoor is vastgesteld op 31 december van het jaar waarin de kosten zijn gemaakt Beoordeling aanvraag bijzondere bijstand De Centrale Raad van Beroep (CRvB) leidde met name uit artikel 39 lid 1 Abw, de voorloper van artikel 35 lid 1 WWB, een dwingende volgorde af waarin het college de diverse aspecten van het recht op bijzondere bijstand diende te beoordelen. Bij de beoordeling van het recht op bijzondere bijstand is het van belang dat de onderstaande volgorde wordt aangehouden. a. Betreft het (aantoonbare) noodzakelijke kosten van het bestaan? Zo ja, beoordeel dan de volgende vraag. Zo nee, wijs de aanvraag af. b. Betreft het kosten waarin wordt voorzien? Zo nee, beoordeel dan de volgende vraag. Zo ja, wijs de aanvraag af. c. Is er sprake van bijzondere omstandigheden in het individuele geval? Zo ja, beoordeel dan laatste vraag, zo nee wijs de aanvraag af. d. Kunnen de kosten worden voldaan uit de aanwezige middelen? Zo nee, wijs de aanvraag toe. Zo ja, wijs de aanvraag af Berekening hoogte bijzondere bijstand Indien het recht op bijzondere bijstand vaststaat, wordt de hoogte van de te verlenen bijzondere bijstand berekend aan de hand van de hoogte van de voor bijzondere bijstandsverlening in aanmerking komende kosten op basis van nota s e.d. waarop (het resterende deel van) de draagkracht van belanghebbende in mindering wordt gebracht. Daarbij geldt als uitgangspunt dat, wanneer ter zake van bepaalde kosten meerdere (adequate) voorzieningen mogelijk zijn, voor de goedkoopste voorziening moet worden gekozen Bestedingsverplichting Aan rechten zijn meestal ook verplichtingen verbonden; zo ook aan het recht op bijzondere bijstand. Naast de verplichtingen die ingevolge hoofdstuk II WWB in elk geval aan de bijstand verbonden zijn, dan wel daaraan door het college verbonden worden, kan het college vanaf de dag van melding als bedoeld in artikel 44 lid 2 WWB verplichtingen opleggen die verband houden met aard en doel van een bepaalde vorm van bijstand (zie artikel 55 WWB). 5

6 Het belangrijkste voorbeeld van deze individuele verplichting is de bestedingsverplichting. Dit houdt in dat de bijstand moet worden aangewend voor het doel waarvoor zij wordt verstrekt. De bestedingsverplichting is vooral van belang bij bijzondere bijstand, die verstrekt wordt voor specifieke kosten, en als de bijstand niet rechtstreeks aan een leverancier of instelling wordt uitbetaald of in natura wordt verstrekt Moment van indiening van de aanvraag om bijzondere bijstand In beginsel verbiedt artikel 44 lid 1 WWB bijstandsverlening vanaf een eerdere datum dan de datum waarop belanghebbende zich heeft gemeld voor de aanvraag. Daarnaast is in gevolge artikel 11 lid 1 WWB geen plaats voor bijstandsverlening voor kosten waarin ten tijde van de aanvraag reeds is voorzien. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Stede Broec hanteert als beleidsregel dat een aanvraag om bijzondere bijstand ingediend moet worden vóór het moment waarop de kosten worden gemaakt. Het college is dan in staat om zijn eigen onderzoek naar de (medische) noodzaak in te stellen zonder voor een voldongen feit te worden gesteld. Een belanghebbende dient te wachten op een beschikking van het college (besluit op de aanvraag) omtrent het al dan niet vergoeden van de kosten. Het op eigen initiatief kosten maken, zonder dat er een beslissing van het college van burgemeester en wethouders aan ten grondslag ligt, wordt gezien als de eigen verantwoordelijkheid van de belanghebbende. Een uitzondering wordt gemaakt als de te maken kosten onder de 25,00 blijven. De aanvraag kan dan eens per jaar worden ingediend en wel uiterlijk op 31 december van het jaar waarin de kosten zijn gemaakt. Voor sommige kosten is het niet mogelijk om vooraf een aanvraag in te dienen. Een voorbeeld hiervan is de eigen bijdrage thuiszorg die een belanghebbende dient te betalen aan het CAK of een eigen bijdrage ziektekosten. Deze kosten kunnen tot een jaar voor de datum van de aanvraag meegenomen worden in de berekening van de bijzondere bijstand. 6

7 Hoofdstuk 2 Vormen van bijstand Ondanks dat dit hoofdstuk niet specifiek over bijzondere bijstand gaat, is het van belang om het een en ander over de diverse vormen van bijstand te vermelden voor een eenduidige uitvoering van de Wet werk en bijstand. De bijstand, dus ook de bijzondere bijstand, wordt in beginsel om niet verleend (artikel 48 lid 1 WWB). Dat wil zeggen dat de bijstand in beginsel niet terugbetaald hoeft te worden. In plaats van bijstand om niet werd in het verleden ook wel gesproken over 'bijstand à fonds perdu'. Wanneer bijstand om niet wordt verstrekt, wil dat echter nog niet zeggen dat die bijstand nooit terugbetaald hoeft te worden. Er zijn omstandigheden denkbaar dat eenmaal om niet verstrekte bijstand toch moet worden teruggevorderd of verhaald. De WWB kent echter ook andere vormen van bijstandsverlening, te weten bijstand in natura en bijstand in de vorm van een geldlening of borgtocht. De keuze voor de ene of de andere vorm is soms dwingend voorgeschreven en dan weer vrij Verstrekking in natura In bepaalde gevallen kan het in de rede liggen om eigen verantwoordelijkheid en zelfstandigheid met betrekking tot de besteding van de uitkering tijdelijk los te laten en een op de persoon toegesneden pakket van voorzieningen aan te bieden. Oogmerk daarbij is het zo spoedig mogelijk hervinden van de zelfstandigheid. Artikel 57 WWB biedt het college daartoe de mogelijkheid in de vorm van het opleggen van de verplichting tot budgetbeheer en verlening van bijstand in natura. Indien en zolang er naar het oordeel van het college gegronde redenen zijn om aan te nemen dat de belanghebbende zonder hulp niet in staat is tot een verantwoorde besteding van zijn bestaansmiddelen, kan het college: aan de bijstand de verplichting verbinden dat de belanghebbende er aan meewerkt dat het college in zijn naam noodzakelijke betalingen uit de toegekende bijstand verricht (artikel 57 onderdeel a WWB). de bijstand in natura verstrekken (artikel 57 onderdeel b WWB). Bovenstaande maatregelen gelden in algemene zin voor personen die aantoonbaar niet in staat zijn om zelf te voorzien in de algemene levensbehoeften. De redenen waarom het college voor toepassing van artikel 57 WWB kan besluiten, kunnen gelegen zijn in: het feit dat de belanghebbende zich in een problematische schuldsituatie bevindt, of daarin dreigt te geraken. het feit dat de belanghebbende beschermd moet worden tegen het afglijden in de maatschappij en tekort schiet in zijn zelfredzaamheid - zoals dakloosheid, psychosociale problemen, verslaving en schulden. Bijstand in natura is een vorm waarbij de uitkering geheel of gedeeltelijk niet in de vorm van geld, maar rechtstreeks in de vorm van goederen en/of diensten wordt verstrekt. De met de naturaverstrekkingen gemoeide kosten kunnen, zowel feitelijk als forfaitair, worden verrekend met de uitkering. Een afgeleide vorm van bijstand in natura is die waarbij de bijstand zelf in de vorm van een geldbedrag wordt toegekend en aan dat geldbedrag een bepaalde bestedingsverplichting wordt verbonden. 7

8 2.2. Geldlening en borgtocht Het verlenen van bijstand in de vorm van een geldlening en borgtocht is alleen mogelijk in de gevallen waarin de wet dat toelaat. Als de WWB in een bepaald geval niet de mogelijkheid biedt (of voorschrijft) om de bijstand in de vorm van een geldlening of borgtocht te verlenen, dan moet het college de bijstand om niet verstrekken (hoofdregel artikel 48 lid 1 WWB). Bij borgtocht verplicht de gemeente zich om een lening aan een kredietverlenende instantie terug te betalen wanneer de bijstandscliënt/schuldenaar in gebreke blijft. Borgtocht kost de gemeente in eerste instantie dus niets. Pas wanneer de belanghebbende niet meer aan zijn (rente- en) aflossingsverplichtingen voldoet, moet de gemeente betalen. Kosten van bijstand als zodanig voortvloeiende uit gestelde borgtocht worden van de belanghebbende teruggevorderd (artikel 58 lid 1 onderdeel c WWB). Door het voldoen van de schuld treedt de gemeente als het ware in de plaats van de oorspronkelijke schuldeiser. Bij bijstand in de vorm van een geldlening of borgtocht geldt dat het college pas kan overgaan tot bijstandsverlening wanneer de belanghebbende geen beroep kan doen op een voorliggende voorziening (artikel 15 WWB). Van belang hierbij is dat ook kredietverlening door de normale kredietverlenende instanties (waaronder een GKB) als een voorliggende voorziening moet worden aangemerkt. Echter, indien de belanghebbende ondanks een afgesloten krediet toch nog om bijstand vraagt, zal het college moeten onderzoeken of het krediet toereikend en passend is om in de betreffende noodzakelijke bestaanskosten te voorzien. Het nalaten van een dergelijk onderzoek in zo'n situatie is in strijd met artikel 3:2 Awb. In de volgende situaties is bijstand in de vorm van een geldlening of borgtocht mogelijk. Er is dus geen plicht om de bijstand in een van deze vormen te verstrekken, maar een bevoegdheid. Wanneer bijzondere bijstand wordt verstrekt voor de kosten van noodzakelijke duurzame gebruiksgoederen (artikel 51 WWB). Wanneer bijstand wordt verstrekt in een situatie waarin redelijkerwijs kan worden aangenomen dat de belanghebbende op korte termijn over voldoende middelen zal beschikken om over de betreffende periode (zelf) in de noodzakelijke kosten van het bestaan te voorzien (artikel 48 lid 2 onderdeel a WWB); Wanneer de noodzaak tot bijstandsverlening het gevolg is van een tekortschietend besef van verantwoordelijkheid voor de voorziening in het bestaan (artikel 48 lid 2 onderdeel b WWB); Wanneer de aanvraag een door de belanghebbende te betalen waarborgsom betreft (artikel 48 lid 2 onderdeel c WWB); Wanneer het bijstand ter gedeeltelijke of volledige aflossing van een schuldenlast betreft (artikel 48 lid 2 onderdeel d WWB). Bijstandsverlening in de vorm van een (renteloze) geldlening is verplicht voorgeschreven bij voorschotten tijdens de aanvraag van algemene bijstand (artikel 52 lid 1 WWB). Tijdens de bijstandsverlening is het niet mogelijk om een voorschot in de vorm van een geldlening te verstrekken. Bijstandsverlening is tevens verplicht in de vorm van geldlening voorgeschreven wanneer algemene bijstand wordt verleend aan een eigenaar van een door hemzelf of zijn gezin bewoonde woning (met bijbehorend erf), woonwagen of woonschip en tegeldemaking, bezwaring of verdere bezwaring van het in de woning (met bijbehorend erf), de woonwagen of het woonschip gebonden vermogen in redelijkheid niet verlangd kan worden, en: de te verstrekken algemene bijstand over een periode van een jaar, te rekenen vanaf de eerste dag waarover bijstand wordt verleend, bedraagt naar verwachting meer dan het netto minimumloon per maand (inclusief vakantiebijslag), én het vermogen verbonden in de woning is hoger dan het vermogen genoemd in artikel 34 lid 2 onderdeel d WWB. 8

9 Wordt aan deze laatste twee voorwaarden niet voldaan dan wordt de algemene bijstand om niet verstrekt (artikel 50 WWB). Het feit dat algemene bijstand voor woningeigenaren, indien voldaan is aan bovenstaande voorwaarden, in de vorm van een geldlening moet worden verstrekt, betekent niet dat er tevens een hypotheek moet worden gevestigd. Het al dan niet verlangen van een dergelijke zekerheid is een bevoegdheid van het college. Het beleid van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Stede Broec is dat bij verlening van bijzondere bijstand geen gebruik wordt gemaakt van de mogelijkheid om over te gaan tot verlening van bijstand onder verband van krediethypotheek. Het vermogen wordt namelijk voor de verlening van bijzondere bijstand voor 100% meegenomen voorzover dat meer bedraagt dan het vrij te laten bescheiden vermogen zoals genoemd in artikel 34, lid 3 WWB. Er wordt geen rekening gehouden met een extra vrijlating in verband met eigen woning als het gaat om bijzondere bijstand Noodzakelijke duurzame gebruiksgoederen Op grond van artikel 51 lid 1 WWB kan bijzondere bijstand voor de kosten van noodzakelijke duurzame gebruiksgoederen worden verleend in de vorm van een geldlening of borgtocht, dan wel in de vorm van een bedrag om niet. Het gaat daarbij om de kosten van aanschaf, vervanging of reparatie van gebruiksgoederen met een duurzaam karakter. Dergelijk kosten behoren tot de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan. Indien de belanghebbende ten minste beschikt over een inkomen op het niveau van het sociaal minimum, dus ook indien hij een uitkering algemene bijstand ontvangt, wordt in principe voldoende ruimte in het inkomen aanwezig geacht om voor de kosten van noodzakelijke duurzame gebruiksgoederen te reserveren. Via de algemene normbijstand wordt dus tevens bijstand verstrekt voor duurzame gebruiksgoederen. Doet zich evenwel de bijzondere situatie voor dat een dergelijk goed bijvoorbeeld aan vervanging toe is, terwijl betrokkene nog niet voldoende heeft gereserveerd, dan ligt het voor de hand dat de alsdan te verstrekken bijzondere bijstand, mede gezien het duurzame karakter van het goed, de vorm van een geldlening heeft. Alvorens bijstand voor duurzame gebruiksgoederen kan worden verstrekt, dient vast te staan dat de belanghebbende de benodigde geldlening niet kan verkrijgen via de normale kredietverlenende instanties (waaronder de GKB) waarmee belanghebbende het goed via gespreide betaling achteraf voldoet. Borgtocht is alleen dan mogelijk als vaststaat dat zonder borgstelling van de gemeente de kredietverlenende instantie geen lening verstrekt. Voorkomen moet worden dat de kredietverlener zijn bedrijfsrisico door borgtocht standaard op de gemeente afwentelt. Slechts indien sprake is van bijzondere omstandigheden zal het college de bijzondere bijstand voor duurzame gebruiksgoederen moeten verstrekken. De beoordeling van de vraag of aanleiding bestaat om de bijstand voor duurzame gebruiksgoederen geheel of gedeeltelijk om niet te verlenen, dient plaats te vinden aan de hand van de omstandigheden, middelen en mogelijkheden van de belanghebbende Op korte termijn beschikken over voldoende middelen Op grond van artikel 48 lid 2 onderdeel a WWB kan het college de bijstand in de vorm van een geldlening of borgtocht verstrekken indien redelijkerwijs kan worden aangenomen (bijvoorbeeld vanwege het bestaan van een aanspraak) dat de belanghebbende op korte termijn ten aanzien van de periode waarover hij bijstand vraagt alsnog voldoende middelen tot zijn beschikking krijgt. 9

10 De wet geeft niet aan wat verstaan moet worden onder "korte termijn". Het college zal de vraag of aan dit criterium is voldaan daarom van geval tot geval moeten beoordelen op basis van de individuele omstandigheden. Om artikel 48 lid 2 onderdeel a WWB te kunnen toepassen moet redelijkerwijs kunnen worden aangenomen dat de belanghebbende de beschikking krijgt over de middelen. Onder middelen dient in dit verband hetzelfde worden verstaan als in artikel 31 WWB. Het college kan artikel 48 lid 2 onderdeel a WWB zowel bij aanspraken op inkomsten als bij aanspraken op vermogen in de zin van de WWB toepassen. De aanspraken moeten zodanig van omvang zijn dat het recht op bijstand hierdoor komt te vervallen. Betreft het loon en periodieke uitkeringen dan moeten deze betrekking hebben op de periode waarover bijstand wordt verstrekt (anders is het vermogen). Gaat het daarentegen om aanspraken op vermogen, zoals eenmalige (hoge) uitkeringen en erfenissen, dan geldt dat deze zodanig moeten zijn dat daardoor de vermogensgrens in aanzienlijke mate wordt overschreden. Artikel 58 lid 1 onderdeel f onder 1 WWB bevat een bepaling die overeenkomt met die van artikel 48 lid 2 onderdeel a WWB. Op grond van artikel 58 lid 1 onderdeel f onder 1 WWB kan het college de kosten van bijstand van de belanghebbende terugvorderen indien hij naderhand met betrekking tot de periode waarover bijstand is verleend over in aanmerking te nemen middelen (inkomen of vermogen) beschikt of kan beschikken. Indien het college bij de toekenning van bijstand geen toepassing heeft gegeven aan artikel 48 lid 2 onderdeel a WWB en de bijstand om niet heeft verleend, dan blijft de mogelijkheid dus bestaan om de verleende bijstand terug te vorderen indien achteraf blijkt dat de belanghebbende wegens voldoende middelen geen recht had op bijstand Tekortschietend besef van verantwoordelijkheid Op grond van artikel 48 lid 2 onderdeel b WWB kan het college de bijstand in de vorm van een geldlening of borgtocht verstrekken indien de noodzaak tot bijstandsverlening het gevolg is van een tekortschietend besef van verantwoordelijkheid voor de voorziening in het bestaan. Hierbij moet gedacht worden aan situaties waarin de betrokkene door eigen toedoen een beroep op de bijstand moet doen. Bijvoorbeeld het te snel interen op een vermogensoverschot. Het omzetten van de vorm van de bijstand in een geldlening of borgtocht met toepassing van artikel 48 lid 2 onderdeel b WWB mag niet eerder plaatsvinden dan het moment waarop de handeling heeft plaatsgevonden waardoor de belanghebbende blijk heeft gegeven van een tekortschietend besef van verantwoordelijkheid. Het beleid van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Stede Broec is dat bij tekortschietend besef van verantwoordelijkheid in combinatie met of als alternatief voor het geheel of gedeeltelijk verlenen van de bijstand in de vorm van een geldlening, de bijstand wordt verlaagd met toepassing van de afstemmingsverordening Waarborgsom Op grond van artikel 48 lid 2 onderdeel c WWB kan het college de bijstand in de vorm van een geldlening of borgtocht verstrekken indien de aanvraag een door de belanghebbende te betalen waarborgsom betreft. Hier is leenbijstand de enige aangewezen vorm, aangezien belanghebbende de waarborgsom op een later moment weer terug ontvangt Schulden Uitgangspunt van de WWB is dat in beginsel geen bijstand wordt verleend voor het betalen van schulden. Hierop bestaan echter wel uitzonderingen. Zo kan het college bijstand in de vorm van een borgtocht verlenen, als deze noodzakelijk is voor het tot stand komen van een schuldsaneringskrediet. Ook kan het college wegens zeer dringende redenen besluiten toch bijstand verlenen. Verwezen wordt naar hoofdstuk 3 die specifiek over schulden gaat. 10

11 2.3. Verplichtingen Wanneer bijstand wordt verleend in de vorm van een geldlening of borgtocht dan dienen hieraan specifieke verplichtingen te worden verbonden (artikel 55 WWB): de verplichting om de geldlening terug te betalen; de verplichting om de lening waarvoor de gemeente borg staat terug te betalen; de verplichting om geen nieuwe schulden te maken gedurende de periode dat de geldlening of de lening waarvoor de gemeente borg staat nog niet is terugbetaald. Het beleid van het college is dat bij het niet nakomen van de verplichtingen: de bijstand met toepassing van de afstemmingsverordening wordt verlaagd (artikel 18 lid 2 WWB); de bijstand wordt teruggevorderd (atikel 58, lid 1 onderdeel b WWB) Aflossing bijstand in de vorm van een geldlening Uitgangspunt is dat bijstand in de vorm van een geldlening op enig moment wordt terugbetaald. De WWB kent geen algemene regels inzake de terugbetaling van bijstand die in de vorm van een geldlening is verstrekt. Wel bepaalt artikel 51 lid 2 WWB dat indien een bijstand in de vorm van een geldlening voor de kosten van noodzakelijke duurzame gebruiksgoederen wordt verstrekt het college de aflossingsbedragen en de duur van de aflossing mede afstemt op de omstandigheden, mogelijkheden en middelen van de belanghebbende Hoogte aflossing De wetgever geeft impliciet aan dat de aflossingsbedragen zodanig moeten worden vastgesteld dat die voor de belanghebbende niet onevenredig bezwarend zijn. Voor de praktijk betekent dit dat de belanghebbende na aflossing in ieder geval moet blijven beschikken over een inkomen gelijk aan de beslagvrije voet (doorgaans 90 procent van de bijstandsnorm). Aangenomen moet worden dat deze regels ook gelden voor andere situaties waarin het college de bijstand in de vorm van een geldlening verstrekt. Het beleid van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Stede Broec is dat bij een inkomen op bijstandsniveau de hoogte van de aflossing van de bijstand in de vorm van een geldlening op 10% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm (norm + toeslag - verlagingen) inclusief vakantietoeslag wordt bepaald. De hoogte van de aflossing van de bijstand in de vorm van een geldlening, bij een inkomen boven bijstandsniveau, is bepaald op 10% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm (norm + toeslag - verlagingen) inclusief vakantietoeslag PLUS 100% van het inkomen boven de van toepassing zijnde bijstandsnorm (norm + toeslag - verlagingen) na aftrek van buitengewone uitgaven. 11

12 Matiging en opschorting aflossing Het college wijzigt in beginsel een eenmaal vastgesteld aflossingsbedrag en duur niet. Op verzoek van belanghebbende kan een vastgesteld aflossingsbedrag lager worden vastgesteld, indien de lening op die wijze uiterlijk binnen 36 maanden kan worden afgelost Aanpassing aflossing Een vastgesteld aflossingbedrag wordt in beginsel niet meer gewijzigd. Aangezien de factoren op grond waarvan de hoogte en duur van de aflossing zijn vastgesteld kunnen veranderen, zal het college, gelet op artikel 51 lid 2 WWB de hoogte en duur van de aflossing moeten aanpassen indien de omstandigheden, mogelijkheden en middelen van de belanghebbende daartoe aanleiding geven. Een tussentijdse aanpassing van het aflossingsbedrag is derhalve mogelijk indien de belanghebbende daar zelf om verzoekt naar aanleiding van een verandering van persoonlijke en financiële omstandigheden zoals wijziging van inkomsten, gezinssamenstelling, etc. Het college dient wijziging van de aflossingsbedragen schriftelijk aan (ex-)cliënten te melden. Het is immers een besluit waartegen bezwaar en beroep open staat Rente In de WWB is in een aantal gevallen sprake van bijstandsverlening in de vorm van een geldlening. Alleen in het geval van bijstandsverlening bij wijze van voorschot als bedoeld in artikel 52 lid 1 WWB is daarbij expliciet bepaald dat de geldlening renteloos is. Hieruit kan men afleiden dat in alle overige gevallen waarin bijstand in de vorm van een geldlening wordt verstrekt het in beginsel mogelijk is om over de openstaande geldlening rente in rekening te brengen Samenloop bijstand in de vorm van een lening met andere schulden Het komt regelmatig voor dat een belanghebbende aan wie bijstand in de vorm van een geldlening wordt verstrekt lopende schulden heeft. Daarbij kan het gaan om samenloop met schulden van derden of eerdere leningen van de gemeente. Het kan voorkomen dat een belanghebbende door de samenloop van de verschillende schulden niet meer (volledig) aan zijn aflossingsverplichtingen zal kunnen voldoen. Indien belanghebbende de verplichtingen welke waren verbonden aan de leenbijstand niet meer nakomt kan het college de kosten van bijstand terugvorderen. Op grond van artikel 60 lid 5 WWB zijn vorderingen van de gemeente inzake terugvordering preferent zijn ten opzichte van de meeste vorderingen van derden. Het gebruikmaken van de mogelijkheid tot terugvordering en de daaraan verbonden preferentie leidt voor de belanghebbende echter soms tot grote problemen, als hij hierdoor zijn overige schulden (helemaal) niet meer kan voldoen. Het is niet goed mogelijk om voor de oplossing van de onderhavige problematiek regels te geven die in alle gevallen toepasbaar zijn. Het college zal daarom per geval moeten bezien hoe het hiermee omgaat Overname bijstand in de vorm van een geldlening en borgtocht Als een belanghebbende verhuist van de ene naar de andere gemeente dan heeft dit als gevolg dat de bijstand in de vertrekgemeente wordt beëindigd en in de ontvangstgemeente wordt opgestart. Het beleid van het college is dat er geen schulden in verband met de verlening van bijstand in de vorm van een geldlening of borgtocht worden overgenomen van een andere gemeente (de zogenaamde vertrekgemeente van de belanghebbende). 12

13 2.8. Fiscale aspecten Een geldlening kan niet worden aangemerkt als inkomen. Over algemene bijstand die is verleend bij wijze van geldlening hoeft de gemeente derhalve geen belastingen en premies af te dragen. Pas vanaf het moment dat de algemene bijstand weer om niet wordt verstrekt, bestaat er de plicht om over de bijstand belastingen en premies af te dragen. Voor bijzondere bijstand die wordt verleend ter voldoening van specifieke kosten (dus niet voor levensonderhoud) geldt dat sowieso geen belastingen en premies verschuldigd zijn. 13

14 Hoofdstuk 3 Schulden Uitgangspunt van de WWB is dat in beginsel geen bijstand wordt verleend voor het betalen van schulden. Hierop bestaan echter wel uitzonderingen, zoals bijstand in de vorm van een borgtocht, als deze noodzakelijk is voor het tot stand komen van een schuldsaneringskrediet. Ook kan het college wegens zeer dringende redenen besluiten toch bijstand verlenen. De vorm van de bijstand is daarbij ter beoordeling van het college Hoofdregel: geen bijstand voor schulden Hoofdregel is dat in beginsel geen bijstand wordt verleend ter gedeeltelijke of volledige aflossing van een schuldenlast. De kosten die de afbetaling van schulden betreffen, kunnen in het algemeen niet worden aangemerkt als noodzakelijke bestaanskosten. De overheid biedt via de WWB iedere burger immers de zekerheid van toereikende middelen om in het noodzakelijke te voorzien en neemt daarmee de noodzaak weg tot het maken van schulden louter om in de noodzakelijke bestaanskosten te kunnen voorzien. Schulden ontstaan dus, uitzonderingen daargelaten, niet uit een gebrek aan het noodzakelijke, doch uit de wijze van besteding van de middelen. Aangezien degene die bijstand vraagt ter gedeeltelijke of volledige aflossing van een schuldenlast bij het ontstaan van de schuldenlast, dan wel nadien, normaal gesproken beschikte of beschikt over de middelen om in de noodzakelijke kosten van het bestaan te voorzien (zie artikel 13 lid 1 onderdeel f WWB) is er geen aanleiding tot het verlenen van bijstand voor schulden. Immers, ook iemand met een bijstandsuitkering of een minimumloon beschikt over voldoende bestaansmiddelen, zelfs als hij daaruit mede schulden moet aflossen Uitzondering 1: borgtocht bij saneringskrediet In afwijking van de hoofdregel dat bijstandsverlening voor schulden niet mogelijk is, kan het college op grond van artikel 49 onderdeel a WWB bijzondere bijstand verlenen in de vorm van borgtocht indien het verzoek van de belanghebbende tot verlening van een saneringskrediet is afgewezen vanwege diens beperkte mogelijkheden tot terugbetaling en de borgtocht noodzakelijk is om de krediettransactie alsnog doorgang te doen vinden. Het verzoek van belanghebbende tot verlening van een saneringskrediet moet zijn afgewezen door: een gemeentelijke kredietbank of, indien de gemeente daarbij niet is aangesloten; een kredietinstelling die is ingeschreven in het register als bedoeld in de Wet toezicht kredietwezen 1992 en die is ingeschreven in het register bedoeld in artikel 52, tweede lid, van de Wet toezicht kredietwezen Het voorgaande impliceert dat de WWB geen uitgebreide rol kan spelen in het kader van schuldsanering. Schuldsanering is een taak die vooral door gemeentelijke kredietbanken wordt vervuld. In de praktijk komt het voor dat een kredietbank niet tot het verstrekken van een saneringskrediet overgaat, aangezien het inkomen van betrokkene te weinig zekerheid biedt dat deze aan de aflossing kan voldoen. Wanneer om die reden de kredietbank tot een afwijzing van de aanvraag voor een saneringskrediet heeft besloten, kan het wenselijk zijn, indien schuldsanering noodzakelijk en urgent is doordat het voortbestaan van de schuld betrokkene in zijn bestaan bedreigt, dat borgstelling op grond van de WWB plaatsvindt, zodat de kredietbank alsnog tot de verstrekking van een saneringskrediet kan besluiten. Artikel 49 onderdeel a WWB biedt daartoe de mogelijkheid. Voor de toepassing van dit lid is vooral de noodzaak en urgentie van de schuldsanering doorslaggevend en niet de aard van de kosten die tot de schuld hebben geleid Uitzondering 2: zeer dringende redenen In afwijking van de hoofdregel dat bijstandsverlening voor schulden niet mogelijk is, kan het college op grond van artikel 49 onderdeel b WWB hiervoor toch bijzondere bijstand verlenen indien daartoe zeer dringende redenen bestaan en een borgstelling voor een saneringskrediet geen uitkomst biedt. Of zich zeer dringende redenen voordoen die een afwijking van de gegeven hoofdregel rechtvaardigen, is ter beoordeling aan het college. 14

15 Verlening van bijstand voor de betaling van een schuld kan gerechtvaardigd zijn, indien het ontstaan en voortbestaan van die schuld is veroorzaakt doordat de belanghebbende in het verleden slechts beschikte over een inkomen onder het bijstandsniveau en in zijn geval ook overigens van ontoereikende middelen kan worden gesproken. Ook kan als voorbeeld worden genoemd de situatie waarin de betrokkene ten tijde van het ontstaan van de schuldenlast beschikte over een inkomen dat de bijstandsnorm ruim overschreed, en een lening afsloot op basis van dat inkomen. De schuldenlast hoeft dan lang niet altijd voort te vloeien uit een tekortschietend besef van verantwoordelijkheid voor de voorziening in het bestaan: bijvoorbeeld als door onvoorzienbare omstandigheden het inkomen van belanghebbende sterk daalt nadat de lening is afgesloten, waardoor hij niet meer aan de aflossingsverplichtingen kan voldoen. Volgens vaste jurisprudentie kan het bestaan van een grote schuldenlast in beginsel niet worden aangemerkt als een zeer dringende reden. In dit verband is van belang dat de beslagvrije voet als regel volgens de CRvB voldoende waarborgt dat de betrokkene, ook indien er beslag is gelegd op zijn inkomen, in de noodzakelijke bestaanskosten kan blijven voorzien. Ook als belanghebbende een aanvraag heeft ingediend voor een saneringskrediet en deze door de kredietbank is afgewezen, dan is deze afwijzing geen dringende reden als bedoeld in artikel 49 onderdeel b WWB. Het afwijzen van het saneringskrediet kan mogelijk wel een reden zijn om met toepassing van artikel 49 onderdeel a WWB bijstand te verlenen in de vorm van borgtocht. Indien het college van oordeel is, dat in het concrete geval bijstandsverlening voor schulden geboden is, kan het college deze bijstand op grond van artikel 48 lid 2 onderdeel d WWB verlenen in de vorm van een geldlening of borgtocht. Dit is een bevoegdheid van het college. Daarbij wordt het aan het college zelf overgelaten om te bepalen of de bijstand wordt verleend om niet, dan wel in de vorm van een geldlening of borgtocht Uitzondering 3: belastingschulden Een belastingaanslag over een voorgaand kalenderjaar is in zekere zin ook te beschouwen als een schuld. Bijstandsverlening is in beginsel dus niet mogelijk. Hierop bestaat een speciale uitzondering: er kan toch bijstand worden verleend indien de belastingaanslag betrekking heeft op een periode van bijstandsverlening in het verleden waarin: bruto-inkomsten op de bijstand zijn gekort, of; teveel aan heffingskorting is ontvangen die op de bijstand is gekort Aantoonplicht en rapportage Degene die bijzondere bijstand aanvraagt voor de aflossing van schulden zal in ieder geval moeten aantonen dat hij schulden heeft. Slaagt hij daar niet in dan kan het college de aanvraag reeds op die grond afwijzen. Er hoeft dan geen beoordeling plaats te vinden of er sprake is van dringende redenen. Aangezien het verlenen van bijzondere bijstand voor schulden een uitzondering is, zal de rapportage duidelijk moeten aangeven op grond van welke feiten en omstandigheden er toch tot bijstandsverlening wordt overgegaan. In verband hiermee ligt het voor de hand om in de rapportage ondermeer aandacht te besteden aan: de omvang van het totale schuldenpakket; de reden waarom en de wijze waarop de schulden zijn ontstaan; de middelen (inkomen en vermogen) die belanghebbende bij het ontstaan van de schulden en daarna tot zijn beschikking heeft gehad; de pogingen die belanghebbende zelf heeft ondernomen om uit zijn schuldensituatie te komen (zijn er verzoeken om kwijtschelding/vermindering van de schulden gedaan?); wat wordt er aan gedaan om het verder oplopen van bestaande schulden en het ontstaan van nieuwe schulden te voorkomen? is er reeds eerder bijstand voor schulden verleend? (bij bijstand in de vorm van een geldlening:) hoe zal de bijstand worden terugbetaald? 15

16 3.6. Schuldhulpverlening Een belanghebbende die problematische schulden heeft, kan en moet eerst zelf proberen zijn schuldensituatie op te lossen. Hij kan proberen zelf een betalingsregeling te treffen met zijn schuldeisers. Ook kan hij gebruik maken van het zogenaamde minnelijke traject; met ondersteuning van een schuldhulpverlener wordt dan geprobeerd tot een aflossingsregeling met de schuldeisers te komen. Lukt dat niet, dan biedt de Wet schuldsanering natuurlijke personen (WSNP) alsnog een mogelijkheid om een schuldenvrije toekomst te bereiken. Het is vooral een taak van gemeenten om burgers vrijwillige schuldhulpverlening aan te bieden. De meeste gemeenten schakelen hiervoor erkende organisaties in zoals gemeentelijke kredietbanken, gespecialiseerde schuldhulpverleningsbedrijven of maatschappelijk werk Schuldsanering Een schuldenaar die problematische schulden heeft, kan en moet eerst zelf proberen zijn schuldensituatie op te lossen bijvoorbeeld door gebruik te maken van vrijwillige schuldhulpverlening. Met ondersteuning van een schuldhulpverlener wordt dan geprobeerd tot een aflossingsregeling met de schuldeisers te komen, het zogenaamde minnelijke traject. Het minnelijke traject biedt niet altijd uitkomst. Als de schuldenaar niets kan aflossen of de schuldeisers willen meer terug krijgen dan de schuldenaar kan aanbieden, is een minnelijk akkoord onmogelijk. Zijn alle pogingen om tot een vrijwillige overeenkomst te komen mislukt, dan kan via de Wet schuldsanering natuurlijke personen (WSNP) alsnog gewerkt aan een schuldenvrije toekomst. Deze wet behelst de opname van een regeling in de Faillissementswet waardoor voorkomen kan worden, dat een natuurlijk persoon die in een problematische schuldsituatie is terechtgekomen, tot in lengte van dagen met zijn schulden kan worden achtervolgd. Daarbij geldt als uitgangspunt, dat betaling van schuldeisers geen voorwaarde kan zijn voor het bieden van uitzicht aan natuurlijke personen om als het ware weer met een schone lei verder te kunnen. Dit doel wordt onder andere bereikt door het voorkomen van faillissementen van natuurlijke personen Minnelijk traject Via een intakeprocedure beoordeelt de schuldhulpverlener of de schuldenaar in aanmerking komt voor een schuldsanering in het minnelijke traject. In deze fase tracht de schuldhulpverlener via onderhandelingen met de schuldeisers tot een oplossing te komen. Leidraad hierbij is de Gedragscode Schuldregelen van de NVVK. Hierin staat beschreven waaraan de schuldhulpverlener zich dient te houden, dat de schuldenaar zich maximaal dient in te spannen, dat alle schuldeisers moeten meedoen en gelijkberechtigd worden, enzovoort. De schuldhulpverleners gebruiken vaste methodes om afloscapaciteit te berekenen. Tezamen met eventuele vermogensbestanddelen is dan het totaal beschikbaar bedrag voor de aflossing van de schulden bekend. Het bedrag dat de schuldenaar dan nog zelf vrij kan besteden ligt iets onder het bijstandsminimum. Hierbij wordt wel rekening gehouden met bepaalde noodzakelijke kosten. De aflosperiode is doorgaans 36 maanden, en maximaal 60 maanden. Wanneer het totaal beschikbare bedrag onvoldoende is om alle schulden te voldoen, kan een gedeelte worden kwijtgescholden of een saneringskrediet worden afgesloten. De schuldenaar kan na afloop van de aflosperiode dus met een schone lei beginnen Wettelijke traject (WSNP) De Wet schuldsanering natuurlijke personen (WSNP) heeft een complementair karakter en stelt daarom uitdrukkelijk dat een minnelijk akkoord altijd de voorkeur heeft. Dit betekent dat de schuldenaar in alle gevallen eerst bij de schuldhulpverleners binnen de gemeente moet aankloppen Pas als dat niet lukt, kan een beroep op de WSNP worden gedaan. De schuldenaar moet wel voor het mislukken van het tot stand komen van de minnelijke regeling een verklaring aanvragen bij de gemeente. Overigens kan de gemeente deze bevoegdheid overdragen aan een ander orgaan. De Gemeente Stede Broec heeft dit overgedragen aan PlanPraktijk. 16

17 Indien er geen minnelijke regeling wordt getroffen, kan de schuldenaar de rechtbank verzoeken om de WSNP op hem van toepassing te laten zijn. Het verzoekschrift dient vergezeld te gaan van bijlagen waaronder de zogenaamde schuldsaneringsverklaring waarin de gemeente aangeeft waarom geen minnelijk akkoord mogelijk is. Ook bij de WSNP kan het nodig zijn dat gespecialiseerde (schuld) hulpverleners hierbij helpen. Aan de hand van de stukken en eventueel een mondelinge toelichting door belanghebbende zelf beoordeelt de rechtbank of inderdaad geen minnelijk akkoord mogelijk is en hoe de schulden zijn ontstaan. De rechtbank doet op het verzoekschrift direct uitspraak en kan de regeling voorlopig, definitief of niet van toepassing verklaren. De regeling kan niet worden geweigerd, uitsluitend omdat er geen of onvoldoende vooruitzicht bestaat dat de schuldeisers geheel of gedeeltelijke worden betaald. De regeling wordt niet van toepassing verklaard indien bijvoorbeeld: de schuldenaar in staat is om zijn schulden te betalen; er gegronde vrees is dat de schuldenaar tijdens de regeling tracht zijn schuldeisers te benadelen; de schuldenaar niet te goeder trouw is geweest bij het ontstaan van zijn schulden, bijvoorbeeld door onverantwoord koopgedrag of fraude. Dat geldt ook voor eerdere faillissementen of schuldsaneringen. Verder beoordeelt de rechtbank of de schuldenaar de verplichtingen kan nakomen die uit de schuldsanering voortvloeien. Stemt de rechtbank in met het verzoek, dan moet gedurende gemiddeld drie jaar een deel van het inkomen en vermogen van belanghebbende worden aangewend om de schulden af te lossen. Dit lijkt op het minnelijke traject met dit verschil dat de schuldeisers moeten meewerken. Als de WSNP wordt uitgesproken over een schuldenaar dan benoemt de rechtbank een rechtercommissaris en een bewindvoerder.de bewindvoerder is de vereffenaar en beheerder over het vermogen en de inkomsten van de schuldenaar. De bewindvoerder ziet erop toe dat alles volgens afspraak verloopt. Hij onderzoekt de situatie, onderhoudt voorzover nodig contacten met de schuldeisers en neemt een aantal verantwoordelijkheden van belanghebbende over. Zo kan hij een eigen huis of 'bovenmatige' bezittingen zoals een auto of een caravan verkopen om hiermee een gedeelte van de schulden te voldoen.ook de inkomsten van de schuldenaar moeten worden ingezet om de schulden te voldoen. Buiten de boedel blijft de schuldenaar bevoegd. De berekening van de aflossingscapaciteit geschiedt zoals hiervoor is besproken bij het minnelijke traject. Wel wordt in het wettelijke traject, op grond van het Besluit salaris bewindvoerder schuldsanering, kosten voor de bewindvoerder in mindering op de aflossingscapaciteit gebracht. Zie hoofdstuk 4 paragraaf 1 voor het beleid ten aanzien van het verlenen van bijzondere bijstand voor de kosten van bewindvoering. De regeling duurt maximaal 60 maanden en minimaal 12 maanden. Maar voor de meeste regelingen zal een termijn gelden van 36 maanden. Na deze perioden is de schuldenaar van zijn schulden verlost. Hij heeft dus een schone lei. De schuldeisers kunnen de schulden niet opeisen en het is hier ook niet van belang hoeveel de schuldenaar uiteindelijk heeft afgelost. Van de schuldenaar wordt verwacht dat hij zich inspant om zoveel mogelijk geld voor de aflossing beschikbaar te stellen. Belanghebbende moet eventueel verhuizen naar een goedkopere woning, beter betaald werk zoeken en op andere manieren de lasten proberen te drukken en zijn inkomen te verhogen. Als de schuldenaar zich niet aan de afspraken houdt of als hij informatie achterhoudt kan de rechtbank de schuldsanering tussentijds beëindigen. Belanghebbende wordt dan automatisch failliet verklaard waarna de schuldeisers hun vordering weer kunnen opeisen bijvoorbeeld via een beslag op inkomen en/of bezittingen. Verloopt alles wel volgens de regels, dan verstrekt de rechtbank na afloop van de vastgestelde periode belanghebbende een schone lei; het restant van de schulden hoeft hij dan niet meer terug te betalen. Een belangrijk verschil tussen de minnelijke regeling en WSNP is dat schuldeisers verplicht zijn om mee te werken bij de WSNP. Bij de minnelijke regeling gebeurt de medewerking van de schuldeisers op vrijwillige basis. Daarnaast zijn de mogelijkheden om te verrekenen beperkt. 17

18 Het beleid van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Stede Broec met betrekking tot schuldhulpverlening is dat geen bijzondere bijstand wordt verleend voor de kosten die verbonden zijn aan het oplossen van een schuldenprobleem. Burgers kunnen zich voor vrijwillige schuldhulpverlening melden bij het schuldhulpproject van PlanPraktijk, waar de Gemeente Stede Broec een contract voor haar burgers heeft afgesloten. Voor het wettelijke traject is de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (WSNP) van toepassing. Het schuldhulpproject PlanPraktijk en de WSNP worden als een voorliggende voorziening beschouwd voor de bijzondere bijstand. 18

19 Hoofdstuk 4 Bewindvoering, curatele en rechtsbijstand In een aantal situaties komt het voor dat een belanghebbende in of buiten rechte aangewezen is op een persoon die hem vertegenwoordigt of bijstaat. Als deze vertegenwoordiging of juridische bijstand als noodzakelijke kosten van het bestaan zijn aan te merken, dan kunnen de kosten daarvan onder omstandigheden in aanmerking komen voor de verlening van bijzondere bijstand. Voor bewindvoering en curatele geldt dat de noodzaak van de eventuele kosten daarvan als vaststaand moet worden beschouwd, als de rechter belanghebbende onder bewind c.q. curatele geplaatst heeft. Het college kan in deze geen eigen afweging meer maken. Voorzover belanghebbende de kosten niet uit eigen middelen kan betalen, kan bijzondere bijstand worden verleend. Met betrekking tot de kosten van rechtsbijstand is er een belangrijke voorliggende voorziening, namelijk de Wet op de rechtsbijstand. Krachtens deze wet wordt voor personen met een laag inkomen, middels een toevoeging, voorzien in rechtsbijstand. Wel gelden er eigen bijdragen. Voor deze eigen bijdragen kan het college in een voorkomend geval bijzondere bijstand verlenen. Indien aan belanghebbende een toevoeging is verleend, staat de noodzaak van de rechtsbijstand vast. Voor een eigen afweging in deze door het college is dan geen ruimte meer. Andersom geldt dat indien een belanghebbende niet in aanmerking komt voor een toevoeging, de kosten van rechtsbijstand in beginsel niet voor bijstandsverlening in aanmerking kunnen komen, omdat de Wet op de rechtsbijstand geacht wordt als voorliggende voorziening passend en toereikend te zijn. Van belanghebbende mag ook verwacht worden dat hij vraagt om een veroordeling in de proceskosten van de wederpartij. In het geval van bestuursrechtelijke geschillen wordt de hoogte van de vergoedingen geregeld in het Besluit proceskosten bestuursrecht. Verleende bijstand voor de kosten van rechtsbijstand kan worden teruggevorderd van belanghebbende indien hij deze kosten van zijn wederpartij vergoed heeft gekregen Bewindvoering De wettelijke bepalingen inzake bewindvoering zijn opgenomen in de artikelen 431 en volgende van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek. Daarnaast kent de Faillissementswet (Fw) sinds de invoering van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (WSNP) enige bijzondere bepalingen met betrekking tot bewindvoering inzake schuldsanering bij natuurlijke personen. Indien een meerderjarige als gevolg van lichamelijke of geestelijke toestand tijdelijk of duurzaam niet in staat is ten volle zijn vermogensrechtelijke belangen zelf behoorlijk waar te nemen, kunnen zijn goederen door de Kantonrechter geheel of gedeeltelijk onder bewind worden gesteld. Dit gebeurt in beginsel op verzoek van de betrokkene, zijn echtgeno(o)t(e) of partner dan wel zijn naaste familieleden. Bij het instellen van bewindvoering wijst de kantonrechter een bewindvoerder aan. Hiervoor komen zowel particuliere (echtgenoot, partner, familielid) als professionele partijen in aanmerking. Indien een professionele partij als bewindvoerder is benoemd, komt het veelvuldig voor dat de bewindvoerder voor de kosten van de bewindvoering namens de belanghebbende bijzondere bijstand aanvraagt. Tenzij de beloning bij de instelling van het bewind anders is geregeld, komt de bewindvoerder of, wanneer er meer bewindvoerders zijn, hun tezamen vijf procent van de netto-opbrengst van de onder bewind staande goederen toe (artikel 1:447 lid 1 eerste volzin BW). Een periodieke uitkering kan volgens de Hoge Raad niet worden gerekend tot de opbrengst van de onder bewind staande goederen. Hieruit volgt dat de bewindvoerder in beginsel geen recht heeft op een beloning, indien degene wiens goederen onder bewind zijn gesteld een inkomen heeft dat slechts bestaat uit een periodieke uitkering. Op grond van bijzondere omstandigheden kan de kantonrechter echter, hetzij ambtshalve, hetzij op verzoek van de bewindvoerder of van de rechthebbende, voor bepaalde of onbepaalde tijd de beloning anders regelen (artikel 1:447 lid 1 tweede volzin BW). Wanneer de kantonrechter zulks doet, zal de bewindvoerder jegens de kantonrechter wel (kosten-) verantwoording moeten afleggen, waardoor de beloning pas achteraf kan worden vastgesteld. 19

20 Indien de kantonrechter de beloning niet - met toepassing van artikel 1:447 lid 1 tweede volzin BW - afwijkend vaststelt, en de bewindvoerder in gebreke blijft de kosten concreet te onderbouwen, dan is er geen recht op bijzondere bijstand voor bewindvoerderskosten. Indien de kantonrechter de beloning in de hiervoor bedoelde situatie daarentegen wel afwijkend vaststelt, hanteert hij hiervoor in beginsel de zogeheten 'Taken- en tarievenlijst beroepsbewindvoerders' die door het Landelijk Overleg van Coördinerend Kantonrechters (LOK) in overleg met de brancheorganisatie voor bewindvoerders tot stand is gekomen. Op basis van deze lijst worden de vergoedingen voor bewindvoerders als volgt vastgesteld: De niet beroepsmatige bewindvoerder: in beginsel niet meer dan 500,00 per jaar ( 375,00 loon en 125,00 ongespecificeerde kosten). De professionele, niet bij de brancheorganisatie aangesloten bewindvoerder: een jaartarief van 520,00 loon exclusief BTW ( 618,80 inclusief BTW) en 125,00 ongespecificeerde kosten. De professionele en bij de brancheorganisatie aangesloten bewindvoerder: een uniform jaartarief van exclusief BTW (op basis van gemiddeld 15 uur per jaar) ( 1.008,53 inclusief BTW) en eenmalige intakekosten van 339,00 exclusief BTW ( 403,41 inclusief BTW). (Bewindvoerders mogen uiteraard minder declareren.) De bedragen gelden per 1 januari Wanneer bewind wordt uitgesproken over de goederen van een echtpaar/economische eenheid, wordt niet 2 x het tarief gerekend, maar het tarief voor 1 persoon met een opslag van 20% (conform WSNP). Voor extra werkzaamheden, die niet binnen het tarief vallen, dient de bewindvoerder vooraf machtiging te vragen aan de kantonrechter. Deze werkzaamheden worden dan vergoed tegen het uurloon van 56,50 (tarief per 1 januari 2007) exclusief BTW. De kantongerechten beschikken over een actuele lijst van tot de brancheorganisatie toegelaten leden. De vergoeding van kosten van bewindvoering in het kader van de WSNP is apart geregeld. De WSNP-bewindvoerder ontvangt een subsidie op grond van het Besluit subsidie bewindvoerder schuldsanering en een salaris van 38,00 of 45,00 per maand op grond van het Besluit salaris bewindvoerder schuldsanering (bedragen gelden per 1 juli 2006). Het salaris van de bewindvoerder van degene wiens schulden gesaneerd worden, komt ten laste van de onder bewind staande goederen (de boedel) en moet op grond van artikel 320 lid 7 Fw met voorrang daaruit worden betaald. Indien de rechtbank op verzoek van de bewindvoerder het salaris, gedurende of aan het einde van het WSNP-traject hoger vaststelt, kan het zijn dat de boedel ontoereikend is om dit salaris te voldoen. De omstandigheid dat het salaris van de bewindvoerder niet uit de boedel kan worden voldaan, heeft in beginsel niet tot gevolg dat het WSNP-traject wordt afgebroken. Het beleid van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Stede Broec met betrekking tot de kosten van bewindvoering tengevolge van een door de Kantonrechter uitgesproken onder bewindstelling is dat deze kosten voor bijzondere bijstand in aanmerking komen indien de goederen van een meerderjarige door de Kantonrechter onder bewind zijn gesteld én de kosten van bewindvoering door de Kantonrechter afwijkend van de hoofdregel (5% van de netto opbrengst van de onder bewind staande goederen) zijn vastgesteld. Als de bewindvoering geschiedt in het kader van de WSNP, dan geldt het Besluit subsidie bewindvoerder schuldsanering als een voorliggende voorziening. De kosten van bewindvoering in het kader WSNP komen niet voor bijzondere bijstand in aanmerking. 20

I-SZ/2015/1803. Beleidsregels Bijzondere bijstand en Minimabeleid - Algemene bepalingen 2015

I-SZ/2015/1803. Beleidsregels Bijzondere bijstand en Minimabeleid - Algemene bepalingen 2015 I-SZ/2015/1803 Beleidsregels Bijzondere bijstand en Minimabeleid - Algemene bepalingen 2015 Definitieve vaststelling Besluit College d.d. 1 september 2015 . Beleidsregels Bijzondere bijstand en Minimabeleid

Nadere informatie

besluit vast te stellen de Verordening bijzondere bijstand 2015 gemeente Heerde.

besluit vast te stellen de Verordening bijzondere bijstand 2015 gemeente Heerde. Raadsbesluit De raad van de gemeente Heerde; gelezen het voorstel van het college d.d. 11 november 2014; gelet op artikel 35 van de Participatiewet; besluit vast te stellen de Verordening bijzondere bijstand

Nadere informatie

Sint nthonis. Beleidsregels leenbijstand WWB 2Ol4. r-szl2ol4/t7t

Sint nthonis. Beleidsregels leenbijstand WWB 2Ol4. r-szl2ol4/t7t B Sint nthonis Beleidsregels leenbijstand WWB 2Ol4 Boxmeer, januari 2014 r-szl2ol4/t7t Befeidsregels leenbijstand WWB 2fJ14. fnhoudsopgave HOOFDSTUK 1 ALGEMEEN o Begripsbepaling. Bevoegdheid HOOFDSTUK

Nadere informatie

Beleidsregels leenbijstand Participatiewet 2016

Beleidsregels leenbijstand Participatiewet 2016 Beleidsregels leenbijstand Participatiewet 2016 Boxmeer, juli 2016 I-SZ/2016/1924 / RIS 2016-456 (Bijlage) Beleidsregels leenbijstand Participatiewet 2016 Inhoudsopgave HOOFDSTUK 1 ALGEMEEN Begripsbepaling

Nadere informatie

Vast te stellen de gewijzigde invulling van richtlijn B093 - Suppletie GKB-lening

Vast te stellen de gewijzigde invulling van richtlijn B093 - Suppletie GKB-lening Gemeenteblad nr. 93, 19 december 2013 Gelet op artikel 35 WWB Vast te stellen de gewijzigde invulling van richtlijn B093 - Suppletie GKB-lening Richtlijn B093 - Suppletie GKB-lening wordt als volgt ingevuld:

Nadere informatie

Verordening individuele bijzondere bijstand RSDHW 2015

Verordening individuele bijzondere bijstand RSDHW 2015 Verordening individuele bijzondere bijstand RSDHW 2015 Het algemeen bestuur van de Regionale Sociale Dienst Hoeksche Waard (RSDHW); Gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur van de RSDHW d.d. 22 december

Nadere informatie

De gemeente Hulst hanteert geen drempelbedrag als bedoeld in artikel 35 lid 2 WWB.

De gemeente Hulst hanteert geen drempelbedrag als bedoeld in artikel 35 lid 2 WWB. Burgemeester en wethouders van de gemeente Hulst, overwegende, dat het van belang is in het kader van de uitvoering van artikel 35 van de Wet Werk en Bijstand (WWB) beleidsregels te hanteren; gelet op

Nadere informatie

Beleidsregel krediethypotheek en pandrecht

Beleidsregel krediethypotheek en pandrecht Beleidsregel krediethypotheek en pandrecht Vaststelling: College van B&W 3 november 2008 Bekendmaking: De Trompetter 11 november 2008 Inwerkingtreding: 1 januari 2009 Beleidsregel krediethypotheek en pandrecht

Nadere informatie

B e s l u i t: Vast te stellen de Beleidsregels bijzondere bijstand zorg en minimabeleid gemeente Aalten.

B e s l u i t: Vast te stellen de Beleidsregels bijzondere bijstand zorg en minimabeleid gemeente Aalten. Beleidsregels bijzondere bijstand zorg en minimabeleid Het college van burgemeester en wethouders, Gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht: B e s l u i t: Vast te stellen de Beleidsregels

Nadere informatie

B&W-nr.:06.0700 d.d. 06-06-2006. Wijziging Beleidsregels Bijzondere Bijstand

B&W-nr.:06.0700 d.d. 06-06-2006. Wijziging Beleidsregels Bijzondere Bijstand Raadsaanbiedingsformulier Rv nr. Opsteller Naam: Piet Minderhoud B&W.nr.: 06.0700 Dienst: SOZA Telefoon: 516 7393 Verantwoordelijk portef.houder: Sociale Zaken B&W-besluit d.d: 6 juni 2006 en Cultuur Meningsvormend

Nadere informatie

Beleidsregels bijzondere bijstand WIHW 2016

Beleidsregels bijzondere bijstand WIHW 2016 Beleidsregels bijzondere bijstand WIHW 2016 Het dagelijks bestuur van WIHW; Gelezen het advies van de Regionale Cliëntenraad WIHW; Gelet op de artikel 35 van de Participatiewet; Besluit vast te stellen

Nadere informatie

De beleidsregel treedt in werking, de dag na publicatie, 21 februari 2013.

De beleidsregel treedt in werking, de dag na publicatie, 21 februari 2013. Gemeenteblad Nijmegen Jaartal / nummer 2013 / 036 Naam Beleidsregels Terug- en Invordering Wet werk en bijstand 2013 Publicatiedatum 20 februari 2013 Opmerkingen - Besluit van Burgemeester en Wethouders

Nadere informatie

Beleidsregels Terug- en Invordering Participatiewet (2015) Het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Nijmegen,

Beleidsregels Terug- en Invordering Participatiewet (2015) Het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Nijmegen, GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Nijmegen. Nr. 57658 29 juni 2015 Beleidsregels Terug- en Invordering Participatiewet (2015) Het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Nijmegen,

Nadere informatie

Beleidsregel krediethypotheek en pandrecht 2015

Beleidsregel krediethypotheek en pandrecht 2015 Beleidsregel krediethypotheek en pandrecht 2015 Artikel 1 Begripsomschrijving 1. In deze beleidsregel wordt verstaan onder: a. (Krediet)hypotheek: een te vestigen recht ter meerdere zekerheid op registergoeden;

Nadere informatie

Afdeling Samenleving Richtlijn 565 Ingangsdatum: 01-11-2012 DRAAGKRACHTBEREKENING

Afdeling Samenleving Richtlijn 565 Ingangsdatum: 01-11-2012 DRAAGKRACHTBEREKENING Afdeling Samenleving Richtlijn 565 Ingangsdatum: 01-11-2012 DRAAGKRACHTBEREKENING Algemeen Op grond van artikel 35 WWB heeft men recht op bijzondere bijstand voor zover men niet beschikt over de middelen

Nadere informatie

Beleidsregels terugvordering & verhaal WWB

Beleidsregels terugvordering & verhaal WWB Beleidsregels terugvordering & verhaal WWB Afdeling Samenleving, november 2009 HOOFDSTUK 1 TERUGVORDERING ALGEMENE BEPALINGEN 1 Algemeen Alle begripsbepalingen die in deze beleidsregels worden gebruikt

Nadere informatie

GEMEENTELIJK BESLUIT BIJZONDERE BIJSTAND WWB

GEMEENTELIJK BESLUIT BIJZONDERE BIJSTAND WWB CVDR Officiële uitgave van Smallingerland. Nr. CVDR58228_1 21 november 2018 GEMEENTELIJK BESLUIT BIJZONDERE BIJSTAND WWB Burgemeester en wethouders van de gemeente Smallingerland besluiten; gelet op het

Nadere informatie

Gemeente Krimpen aan den IJssel

Gemeente Krimpen aan den IJssel pagina 1 van 5 Versie per 1 januari 2006 430 KREDIETHYPOTHEEK 1) ALGEMEEN 1.1. Algemene vermogensvrijlating De WWB kent, net als de Abw, een algemene vrijlatingsregeling voor vermogen. Alleen wanneer de

Nadere informatie

Beleidsregels terugvordering & verhaal WWB, IOAW, IOAZ

Beleidsregels terugvordering & verhaal WWB, IOAW, IOAZ Beleidsregels terugvordering & verhaal WWB, IOAW, IOAZ Afdeling Samenleving, mei 2010 HOOFDSTUK 1 TERUGVORDERING ALGEMENE BEPALINGEN 1 Algemeen Alle begripsbepalingen die in deze beleidsregels worden gebruikt

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Wijk bij Duurstede (Utrecht)

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Wijk bij Duurstede (Utrecht) Verordening Individuele inkomenstoeslag Participatiewet Regionale Dienst Werk en Inkomen Kromme Rijn Heuvelrug Het Algemeen Bestuur van de Regionale Dienst Werk en Inkomen Kromme rijn Heuvelrug; gezien

Nadere informatie

Zundertse Regelgeving Wetstechnische informatie

Zundertse Regelgeving Wetstechnische informatie Zundertse Regelgeving Wetstechnische informatie Rubriek: Maatschappelijke zorg en welzijn Naam regeling: Beleidsregels terugvordering Participatiewet, Ioaw en Ioaz 2015 Citeertitel: Beleidsregels terugvordering

Nadere informatie

op voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 13 november 2014, no.za. 14-30185/DV.14-415, afdeling Samenleving;

op voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 13 november 2014, no.za. 14-30185/DV.14-415, afdeling Samenleving; No. 19. De raad van de gemeente Vlagtwedde; op voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 13 november 2014, no.za. 14-30185/DV.14-415, afdeling Samenleving; gelet op artikel 8, eerste lid, aanhef en

Nadere informatie

De beleidsregels treden in werking op het tijdstip waarop de verordening bestuursrechterlijke geldschulden in werking treedt: 4 december 2012.

De beleidsregels treden in werking op het tijdstip waarop de verordening bestuursrechterlijke geldschulden in werking treedt: 4 december 2012. Gemeenteblad Nijmegen Jaartal / nummer 2012 / 108 Naam Beleidsregels Terug- en invordering Wet werk en bijstand (2012) Publicatiedatum 3 december 2012 Opmerkingen - Besluit van Burgemeester en Wethouders

Nadere informatie

Beleidsregels opschorting, intrekking en terug- en invordering Participatiewet, IOAW en IOAZ Rotterdam 2016

Beleidsregels opschorting, intrekking en terug- en invordering Participatiewet, IOAW en IOAZ Rotterdam 2016 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Rotterdam. Nr. 130982 31 december 2015 Beleidsregels opschorting, intrekking en terug- en invordering Participatiewet, IOAW en IOAZ Rotterdam 2016 De concerndirecteur

Nadere informatie

Gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 2012;

Gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 2012; RAADSBESLUIT De raad van de gemeente Hilversum, Gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 2012; Gelet op: - artikel 147 van de Gemeentewet en; - artikel 36 en artikel 8, eerste

Nadere informatie

Collegevoorstel Advies: Openbaar. Onderwerp aanpassing beleidsregel bijstand en eigen woning. Programma / Programmanummer Inkomen / 3230.

Collegevoorstel Advies: Openbaar. Onderwerp aanpassing beleidsregel bijstand en eigen woning. Programma / Programmanummer Inkomen / 3230. Collegevoorstel Advies: Openbaar Onderwerp aanpassing beleidsregel bijstand en eigen woning Programma / Programmanummer Inkomen / 3230 Portefeuillehouder L. Scholten Samenvatting Voorgesteld wordt om in

Nadere informatie

*Z0386B5DD05* B&W-vergadering : Registratienummer : Z -14-27454 / 29858. Onderwerp

*Z0386B5DD05* B&W-vergadering : Registratienummer : Z -14-27454 / 29858. Onderwerp *Z0386B5DD05* B&W-vergadering : Registratienummer : Z -14-27454 / 29858 Onderwerp : Beleidsregel krediethypotheek en pandrecht Participatiewet Goeree- Overflakkee 2015 Burgemeester en wethouders van Goeree-Overflakkee,

Nadere informatie

Zundertse Regelgeving Wetstechnische informatie

Zundertse Regelgeving Wetstechnische informatie Zundertse Regelgeving Wetstechnische informatie Rubriek: Maatschappelijke zorg en welzijn Naam regeling: Beleidsregels verhaal Participatiewet 2015 Citeertitel: Beleidsregels verhaal Pw 2015 gemeente Zundert

Nadere informatie

VERORDENING LANGDURIGHEIDSTOESLAG WWB 2013 GEMEENTE NOORD-BEVELAND

VERORDENING LANGDURIGHEIDSTOESLAG WWB 2013 GEMEENTE NOORD-BEVELAND VERORDENING LANGDURIGHEIDSTOESLAG WWB 2013 GEMEENTE NOORD-BEVELAND Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen Artikel 1. Begrippen. 1 Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden

Nadere informatie

Als u als (ex-)ondernemer. problematische schulden heeft. Informatie over de Wsnp voor (ex-)ondernemers

Als u als (ex-)ondernemer. problematische schulden heeft. Informatie over de Wsnp voor (ex-)ondernemers Als u als (ex-)ondernemer problematische schulden heeft Informatie over de Wsnp voor (ex-)ondernemers Inhoudsopgave Problematische schulden herkenbaar? 3 Wat is de Wsnp? 4 Hoe komt u in de Wsnp? 6 Wat

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 november 2015;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 november 2015; De raad van de gemeente Purmerend; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 november 2015; gelet op artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel b, en tweede lid, van de Participatiewet;

Nadere informatie

Beleidsregels aanvraagtermijn, drempel en draagkracht bijzondere bijstand

Beleidsregels aanvraagtermijn, drempel en draagkracht bijzondere bijstand GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Capelle aan den IJssel Nr. 32351 15 februari 2018 Beleidsregels aanvraagtermijn, drempel en draagkracht bijzondere bijstand 2018 Het college van burgemeester

Nadere informatie

De Raad van de gemeente Ede,

De Raad van de gemeente Ede, De Raad van de gemeente Ede, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Ede d.d. 11 november 2014; gelet op artikel 8, eerste lid, onderdeel b, en tweede lid, van de Participatiewet; overwegende

Nadere informatie

BELEIDSREGELS TERUGVORDERING PARTICIPATIEWET GEMEENTE HELLEVOETSLUIS

BELEIDSREGELS TERUGVORDERING PARTICIPATIEWET GEMEENTE HELLEVOETSLUIS BELEIDSREGELS TERUGVORDERING PARTICIPATIEWET GEMEENTE HELLEVOETSLUIS Het college van de gemeente Hellevoetsluis B E S L U I T : Vast te stellen: De volgende beleidsregels terugvordering Participatiewet

Nadere informatie

Beleidsregels Draagkracht Minimaregelingen Gemeente Boxtel en Gemeente Haaren Participatiewet

Beleidsregels Draagkracht Minimaregelingen Gemeente Boxtel en Gemeente Haaren Participatiewet GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Haaren. Nr. 124649 23 december 2015 Beleidsregels Draagkracht Minimaregelingen Gemeente Boxtel en Gemeente Haaren Participatiewet 1 Begrippen In deze draagkrachtrichtlijnen

Nadere informatie

Vast te stellen de gewijzigde invulling van richtlijn nr. B123 Aflossingsregels terugvorderingsschulden

Vast te stellen de gewijzigde invulling van richtlijn nr. B123 Aflossingsregels terugvorderingsschulden 49 Jaar: 2007 Nummer: Besluit: B&W 28 augustus 2007 Gemeenteblad RICHTLIJN nr. B123 Aflossingsregels terugvorderingsschulden Het college van burgemeester en wethouders, Gelet op artikelen 17, 52, 54 en

Nadere informatie

Beleidsregel draagkracht bijzondere bijstand, gemeente Amersfoort

Beleidsregel draagkracht bijzondere bijstand, gemeente Amersfoort GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Amersfoort. Nr. 34084 6 maart 2017 Beleidsregel draagkracht bijzondere, gemeente Amersfoort Burgemeester en wethouders van de gemeente Amersfoort; gelezen de

Nadere informatie

Beleidsregels terug- en invordering WWB, IOAW en IOAZ per 1 januari 2013

Beleidsregels terug- en invordering WWB, IOAW en IOAZ per 1 januari 2013 Beleidsregels terug- en invordering WWB, IOAW en IOAZ per 1 januari 2013 HOOFDSTUK 1 ALGEMEEN Artikel 1. Begripsbepalingen 1. Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader

Nadere informatie

Zundertse Regelgeving

Zundertse Regelgeving *ZD17044734* Zundertse Regelgeving Zaaknummer: Z17-006503 Documentnummer: ZD17044734 Rubriek: Maatschappelijke zorg en welzijn Naam regeling: Beleidsregels bijzondere bijstand gemeente Zundert 2018 Citeertitel:

Nadere informatie

gelet op het bepaalde in artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel b en tweede lid van de Participatiewet;

gelet op het bepaalde in artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel b en tweede lid van de Participatiewet; De raad van de gemeente Ooststellingwerf; nr. 12 gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 11 november 2014; gelet op het bepaalde in artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel b en tweede

Nadere informatie

besluit BenW Burgemeester en wethouders van L a n d g r a a f ; b e s l u i t e n :

besluit BenW Burgemeester en wethouders van L a n d g r a a f ; b e s l u i t e n : besluit BenW Behandeld door : M.P.P. van Ginneken Organisatieonderdeel : Maatschappelijke Ontwikkeling B.15.2283 Onderwerp : Uitvoeringsregels Individuele Bijzondere bijstand ISD BOL 2016 Burgemeester

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van (datum);

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van (datum); Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Leeuwarden 2015-2 De raad van de gemeente Leeuwarden; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van (datum); gelet op artikel

Nadere informatie

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Smallingerland gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 november 2014;

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Smallingerland gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 november 2014; GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Smallingerland. Nr. 79151 24 december 2014 Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Smallingerland 2015 De raad van de gemeente Smallingerland ; gelezen

Nadere informatie

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Krimpen aan den IJssel 2015

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Krimpen aan den IJssel 2015 Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Krimpen aan den IJssel 2015 De raad van de gemeente Krimpen aan den IJssel; Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van

Nadere informatie

Het college van de gemeente Geldermalsen;

Het college van de gemeente Geldermalsen; Het college van de gemeente Geldermalsen; gelet op de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening, het raadsbesluit van 27 juni 2017 waarbij het Beleidsplan Schuldhulpverlening is vastgesteld en artikel 4:81

Nadere informatie

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive 2015

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive 2015 Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive 2015 Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen Artikel 1. Begrippen In deze verordening wordt verstaan onder a. belanghebbende: degene die een rechtstreeks

Nadere informatie

Beleidsregels terug- en invordering in het kader van WWB, IOAW, IOAZ en WIJ Hoofdstuk I Algemeen Artikel 1 Begripsbepalingen

Beleidsregels terug- en invordering in het kader van WWB, IOAW, IOAZ en WIJ Hoofdstuk I Algemeen Artikel 1 Begripsbepalingen Beleidsregels terug- en invordering in het kader van WWB, IOAW, IOAZ en WIJ vastgesteld bij besluit van burgemeester en wethouders van de gemeente Zoeterwoude op 22 maart 2011, nummer Hoofdstuk I Algemeen

Nadere informatie

Beleidsregel terug- en invordering PW, IOAW en IOAZ 2018

Beleidsregel terug- en invordering PW, IOAW en IOAZ 2018 Beleidsregel terug- en invordering PW, IOAW en IOAZ 2018 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie gemeente Lelystad Officiële naam regeling Beleidsregel terug- en invordering

Nadere informatie

Beleidsregels Compensatieregeling Schoonmaakondersteuning WMO

Beleidsregels Compensatieregeling Schoonmaakondersteuning WMO Beleidsregels Compensatieregeling Schoonmaakondersteuning WMO Inleiding Door omstandigheden kan zich de situatie voordoen dat het inkomen van een belanghebbende niet (volledig) toereikend is ter voorziening

Nadere informatie

Onderwerp Beleidsregels bijzondere bijstand: lening duurzame gebruiksgoederen en drempelbedrag.

Onderwerp Beleidsregels bijzondere bijstand: lening duurzame gebruiksgoederen en drempelbedrag. Informatienota Vergadering : 27 september 2011 Voorstelnummer : Registratienummer : Portefeuillehouder : J.E. Brand Afdeling : Beleid Bijlage(n) : collegebesluit 2 augustus 2011 nr 1 B&W-datum/nummer :

Nadere informatie

Beleidsregels terug- en invordering WWB, IOAW en IOAZ gemeente Geldermalsen 2013

Beleidsregels terug- en invordering WWB, IOAW en IOAZ gemeente Geldermalsen 2013 Beleidsregels terug- en invordering WWB, IOAW en IOAZ gemeente Geldermalsen 2013 het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Geldermalsen, gelezen het voorstel van 21 mei 2013, gelet op

Nadere informatie

Beleidsregels terugvordering & verhaal WIJ

Beleidsregels terugvordering & verhaal WIJ Beleidsregels terugvordering & verhaal WIJ Afdeling Samenleving, januari 2010 HOOFDSTUK 1 TERUGVORDERING ALGEMENE BEPALINGEN 1 Algemeen Alle begripsbepalingen die in deze beleidsregels worden gebruikt

Nadere informatie

Hoofdstuk 2. Bescherming beslagvrije voet bij verrekening wegens recidive

Hoofdstuk 2. Bescherming beslagvrije voet bij verrekening wegens recidive Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive 2015 ( Leusden De raad van de gemeente Leusden; heeft het voorstel van burgemeester en wethouders gelezen van 11 november 2014. overwegende dat het

Nadere informatie

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive gemeente Hoogeveen 2015

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive gemeente Hoogeveen 2015 Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive gemeente Hoogeveen 2015 De raad van de gemeente Hoogeveen; gelezen het voorstel van het College van Burgemeester en Wethouders; gelet op de artikelen

Nadere informatie

Beleidsregels schuldhulpverlening gemeente Velsen 2013

Beleidsregels schuldhulpverlening gemeente Velsen 2013 Beleidsregels schuldhulpverlening gemeente Velsen 2013 Artikel 1 Begripsbepalingen In deze beleidsregels wordt verstaan onder: a. college: college van burgemeester en wethouders van Velsen; b. inwoner:

Nadere informatie

onderwerp Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Participatiewet

onderwerp Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Participatiewet raadsbesluit gemeente werkendam zaaknummer 59874 onderwerp Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Participatiewet gemeente Werkendam 2015 De raad van de gemeente Werkendam, gezien het

Nadere informatie

Algemene uitgangspunten bijzondere bijstandsbeleid ISD Bollenstreek

Algemene uitgangspunten bijzondere bijstandsbeleid ISD Bollenstreek Algemene uitgangspunten bijzondere bijstandsbeleid ISD Bollenstreek Artikel 1 Uitgangspunten Bij het tot stand komen van het bijzondere bijstandsbeleid spelen de volgende uitgangspunten een rol: 1. Geen

Nadere informatie

B&W 30 maart 2010 Gemeenteblad. Vast te stellen de gewijzigde invulling van richtlijn nr. B078 Kosten rechtsbijstand

B&W 30 maart 2010 Gemeenteblad. Vast te stellen de gewijzigde invulling van richtlijn nr. B078 Kosten rechtsbijstand Jaar: 2010 Nummer: 31 Besluit: B&W 30 maart 2010 Gemeenteblad RICHTLIJN NR. B078 KOSTEN RECHTSBIJSTAND Het college van burgemeester en wethouders, Gelet op artikel 35 eerste lid Wet werk en bijstand (WWB)

Nadere informatie

Als u als (ex-)ondernemer. problematische schulden heeft. Informatie over de Wsnp voor (ex-)ondernemers

Als u als (ex-)ondernemer. problematische schulden heeft. Informatie over de Wsnp voor (ex-)ondernemers Als u als (ex-)ondernemer problematische schulden heeft Informatie over de Wsnp voor (ex-)ondernemers Inhoudsopgave Problematische schulden herkenbaar? 3 Wat is de Wsnp? 4 Hoe komt u in de Wsnp? 6 Wat

Nadere informatie

B&W 30 maart 2010 Gemeenteblad

B&W 30 maart 2010 Gemeenteblad Jaar: 2010 Nummer: 33 Besluit: B&W 30 maart 2010 Gemeenteblad RICHTLIJN NR. B084 BABY-UITZET Het college van burgemeester en wethouders, Gelet op artikel 35 eerste lid Wet werk en bijstand (WWB) Besluit:

Nadere informatie

BOETE BIJ RECIDIVE GEMEENTE MARUM 2015

BOETE BIJ RECIDIVE GEMEENTE MARUM 2015 Nr. De raad van de gemeenten Marum; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. ; gelet op artikel 8 eerste lid onderdeel d, van de Participatiewet; besluit vast te stellen de VERORDENING

Nadere informatie

B&W 30 maart 2010 Gemeenteblad RICHTLIJN NR. B101 DUURZAME GEBRUIKSGOEDEREN EN INRICHTINGSKOSTEN

B&W 30 maart 2010 Gemeenteblad RICHTLIJN NR. B101 DUURZAME GEBRUIKSGOEDEREN EN INRICHTINGSKOSTEN Jaar: 2010 Nummer: 30 Besluit: B&W 30 maart 2010 Gemeenteblad RICHTLIJN NR. B101 DUURZAME GEBRUIKSGOEDEREN EN INRICHTINGSKOSTEN Het college van burgemeester en wethouders, Gelet op artikel 35 eerste lid

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 mei 2005;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 mei 2005; De raad van de gemeente Schouwen-Duiveland; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 mei 2005; gelet op de Wet werk en bijstand, Staatsblad 2003, nummer 375; gelet op

Nadere informatie

Betreft: Vaststellen Verordening Individuele Inkomenstoeslag gemeente Tynaarlo 2015

Betreft: Vaststellen Verordening Individuele Inkomenstoeslag gemeente Tynaarlo 2015 Raadsbesluit nr. 7.c Betreft: Vaststellen Verordening Individuele Inkomenstoeslag gemeente Tynaarlo 2015 De raad van de gemeente; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van

Nadere informatie

Overzicht (belangrijke) inhoudelijke wijzigingen beleid Terugvordering naar aanleiding van nieuwe beleidsregels Terug- en invordering 2017

Overzicht (belangrijke) inhoudelijke wijzigingen beleid Terugvordering naar aanleiding van nieuwe beleidsregels Terug- en invordering 2017 Overzicht (belangrijke) inhoudelijke wijzigingen beleid Terugvordering naar aanleiding van nieuwe beleidsregels Terug- en invordering 2017 Het is lastig per onderdeel verschillen en wijzigingen van beleid

Nadere informatie

BELEIDSREGELS TERUGVORDERING UITKERINGEN WET WERK EN BIJSTAND 2013

BELEIDSREGELS TERUGVORDERING UITKERINGEN WET WERK EN BIJSTAND 2013 CVDR Officiële uitgave van Ooststellingwerf. Nr. CVDR320430_1 12 juni 2018 BELEIDSREGELS TERUGVORDERING UITKERINGEN WET WERK EN BIJSTAND 2013 Burgemeester en wethouders van Ooststellingwerf; nr. 13 gelet

Nadere informatie

gemeenteäó Ja) Heemskerk Beiëidsregeis kreäieihypoiheek en pandovereenkomst bijstand 1 november 2015

gemeenteäó Ja) Heemskerk Beiëidsregeis kreäieihypoiheek en pandovereenkomst bijstand 1 november 2015 Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 1 van 8 L9 gemeenteäó Ja) Heemskerk Beiëidsregeis kreäieihypoiheek en pandovereenkomst bijstand 1 november 2015 BIVO/2015/30158! lli l lllllllllin!!lll l!h l Hl ll!hll!

Nadere informatie

Beleidsregel overbruggingsuitkering Wet werk en bijstand

Beleidsregel overbruggingsuitkering Wet werk en bijstand Beleidsregel overbruggingsuitkering Wet werk en bijstand De inhoud van de beleidsregel De beleidsregel overbruggingsuitkering op grond van de Wet werk en bijstand geeft aan in welke situatie een overbruggingsuitkering

Nadere informatie

Gemeente Achtkarspelen. Verordening Langdurigheidstoeslag WWB. Dienst Werk en Inkomen De Wâlden

Gemeente Achtkarspelen. Verordening Langdurigheidstoeslag WWB. Dienst Werk en Inkomen De Wâlden Gemeente Achtkarspelen Verordening Langdurigheidstoeslag WWB Dienst Werk en Inkomen De Wâlden November 2011 1 Gemeente Achtkarspelen de Raad van de gemeente Achtkarspelen; gelet op het bepaalde in artikel

Nadere informatie

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 20 maart 2012;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 20 maart 2012; raadsbesluit Agendanummer: Afdeling: Maatschappelijke Zorg De raad van de gemeente Dinkelland; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 20 maart 2012; gelet op de artikelen 8 en 36 van de

Nadere informatie

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Maassluis houdende regels omtrent schuldhulpverlening

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Maassluis houdende regels omtrent schuldhulpverlening CVDR Officiële uitgave van Maassluis. Nr. CVDR613378_1 18 oktober 2018 Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Maassluis houdende regels omtrent schuldhulpverlening

Nadere informatie

Beleidsregels terugvordering, invordering, leenbijstand en verhaal PARTICIPATIEWET, IOAW en IOAZGR Ferm Werk

Beleidsregels terugvordering, invordering, leenbijstand en verhaal PARTICIPATIEWET, IOAW en IOAZGR Ferm Werk CVDR Officiële uitgave van Ferm Werk. Nr. CVDR395149_2 26 februari 2018 Beleidsregels terugvordering, invordering, leenbijstand en verhaal PARTICIPATIEWET, IOAW en IOAZGR Ferm Werk Het dagelijks bestuur

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 - Algemeen

Hoofdstuk 1 - Algemeen Beleidsregels verhaal WWB 2014 Hoofdstuk 1 - Algemeen Artikel 1. Begripsbepalingen 1. Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis

Nadere informatie

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Participatiewet 2015 Neerijnen

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Participatiewet 2015 Neerijnen GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Neerijnen. Nr. 84056 31 december 2014 Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Participatiewet 2015 Neerijnen De raad van de gemeente Neerijnen,

Nadere informatie

Beleidsregel Krediethypotheek en pandovereenkomst 2014

Beleidsregel Krediethypotheek en pandovereenkomst 2014 Beleidsregel Krediethypotheek en pandovereenkomst 2014 De wettelijke grondslag van de beleidsregel Gelet op artikel 34 en artikel 50 van de Wet werk en bijstand is het verstrekken van een krediethypotheek

Nadere informatie

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive De raad van de gemeente [naam gemeente]; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van [datum], nr. ; gelet op artikel 8, eerste lid, onderdeel

Nadere informatie

Terugvorderingsbeleid Midden-Drenthe

Terugvorderingsbeleid Midden-Drenthe Terugvorderingsbeleid Midden-Drenthe TERUGVORDERINGSBELEID MIDDEN-DRENTHE 2016 Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Midden-Drenthe; gelet op paragraaf 6.4 Participatiewet, de artikelen

Nadere informatie

Begrippenlijst - schulden

Begrippenlijst - schulden Begrippenlijst - schulden Uitleg van veelgebruikte begrippen in de schuldhulpverlening op alfabetische volgorde. Aanzegging Afloscapaciteit Akte van Cessie Bankbeslag Beslagvrije voet (BVV) Bestuursrechtelijke

Nadere informatie

Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet gemeente Beesel 2015

Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet gemeente Beesel 2015 Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet gemeente Beesel 2015 De Raad van de Gemeente Beesel; Gelet op artikel 8 eerste lid, aanhef en onderdeel b, en tweede lid, van de Participatiewet;

Nadere informatie

Beleidsregels Integrale Schuldhulpverlening

Beleidsregels Integrale Schuldhulpverlening Beleidsregels Integrale Schuldhulpverlening Artikel 1. Begripsbepalingen In deze regeling wordt verstaan onder: college:college van burgemeester en wethouders van de gemeente Staphorst waarmee de GKB een

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van: 11 november 2014;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van: 11 november 2014; Verordening individuele inkomenstoeslag Westerveld 2015 De raad van de gemeente Westerveld; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van: 11 november 2014; gelet op artikel 147, eerste lid,

Nadere informatie

Beleidsregels terugvordering WWB, IOAW, IOAZ en verhaal WWB

Beleidsregels terugvordering WWB, IOAW, IOAZ en verhaal WWB CVDR Officiële uitgave van Bronckhorst. Nr. CVDR79396_1 1 mei 2018 Beleidsregels terugvordering WWB, IOAW, IOAZ en verhaal WWB BELEIDSREGELS TERUGVORDERING WWB, IOAW, IOAZ EN VERHAAL WWB GEMEENTE BRONCK-

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1. Algemene bepalingen

HOOFDSTUK 1. Algemene bepalingen Verordening individuele inkomenstoeslag 2015 Kenmerk: 184268 De raad van de gemeente Oldebroek; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 oktober 2014; gelet op artikel 8, eerste lid,

Nadere informatie

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Enschede 2015

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Enschede 2015 Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Enschede 2015 De raad van de gemeente Enschede; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 18 november 2014; gelet op artikel 8, eerste lid,

Nadere informatie

Beleidsregels van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Helder houdende Krediethypotheek en Pandrecht Participatiewet

Beleidsregels van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Helder houdende Krediethypotheek en Pandrecht Participatiewet CVDR Officiële uitgave van Den Helder. Nr. CVDR621807_1 27 februari 2019 Beleidsregels van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Helder houdende Krediethypotheek en Pandrecht Participatiewet

Nadere informatie

Besluit College van BenW

Besluit College van BenW Besluit College van BenW Titel: Vaststellen beleidsregels Schulddienstverlening Peel 6.1. 2015-2018 Zaaknummer: SOM/2015/021181 Documentnummer: SOM/2015/021185 Datum besluit: Het college van burgemeester

Nadere informatie

VERORDENING VERREKENING BESTUURLIJKE BOETE BIJ RECIDIVE GEMEENTE ASSEN 2015.

VERORDENING VERREKENING BESTUURLIJKE BOETE BIJ RECIDIVE GEMEENTE ASSEN 2015. VERORDENING VERREKENING BESTUURLIJKE BOETE BIJ RECIDIVE GEMEENTE ASSEN 2015. Wetstechnische informatie 1. Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie gemeente Assen Officiële naam regeling Verordening

Nadere informatie

gelet op artikel 147 van de Gemeentewet en de artikel 8 van de Wet werk en bijstand;

gelet op artikel 147 van de Gemeentewet en de artikel 8 van de Wet werk en bijstand; Nr De raad van de gemeente Barneveld; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr; gelet op artikel 147 van de Gemeentewet en de artikel 8 van de Wet werk en bijstand; Overwegende dat de gemeenteraad

Nadere informatie

Foto: ANP/ Lex van Lieshout

Foto: ANP/ Lex van Lieshout Hulp bij schulden Foto: ANP/ Lex van Lieshout Hulp bij schulden In Nederland hebben veel huishoudens te kampen met problematische schulden. Behoort ook ú daartoe en vindt u het vervelend om hulp te vragen

Nadere informatie

Toelichting. Bestuurlijke boete

Toelichting. Bestuurlijke boete Registratienummer BSW/ 2016.256 RIS295785 Voorstel van het college tot vaststelling van de Verordening tot wijziging van de Verordening maatregelen, fraude en verrekenen bestuurlijke boete inkomensvoorzieningen

Nadere informatie

Beleidsregels verhaal Wet werk en bijstand ( WWB) en Wet investeren in Jongeren (WIJ), gemeente Súdwest Fryslân.

Beleidsregels verhaal Wet werk en bijstand ( WWB) en Wet investeren in Jongeren (WIJ), gemeente Súdwest Fryslân. Beleidsregels verhaal Wet werk en bijstand ( WWB) en Wet investeren in Jongeren (WIJ), gemeente Súdwest Fryslân. Artikel 1: Begripsbepalingen 1. Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt

Nadere informatie

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive gemeente Leidschendam-Voorburg 2015

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive gemeente Leidschendam-Voorburg 2015 Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive gemeente Leidschendam-Voorburg 2015 De raad van de gemeente Leidschendam-Voorburg; - gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 16 september

Nadere informatie

Nadere uitleg is opgenomen in de implementatiehandleiding, onderdeel van de bij deze modelverordening behorende ledenbrief.

Nadere uitleg is opgenomen in de implementatiehandleiding, onderdeel van de bij deze modelverordening behorende ledenbrief. Modelverordening individuele inkomenstoeslag Leeswijzer modelbepalingen - [...] of [iets] = door gemeente in te vullen, zie bijvoorbeeld artikel 4, eerste lid. - [iets] = facultatief, zie de considerans.

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Gelet op artikel 12, tweede lid, van de Wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Gelet op artikel 12, tweede lid, van de Wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers; STAATSCOURANT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. 850 24 november 2008 Regeling van de Staatssecretaris van Justitie van 12 november 2008, nr. 5557004/08, houdende bepalingen

Nadere informatie

Beleidsregels opschorting, intrekking en terug- en invordering Participatiewet, IOAW en IOAZ Rotterdam 2017

Beleidsregels opschorting, intrekking en terug- en invordering Participatiewet, IOAW en IOAZ Rotterdam 2017 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Rotterdam. Nr. 181606 21 december 2016 Beleidsregels opschorting, intrekking en terug- en invordering Participatiewet, IOAW en IOAZ Rotterdam 2017 De concerndirecteur

Nadere informatie

B&W 04 maart 2008 Gemeenteblad. B e s l u i t Vast te stellen de gewijzigde invulling van richtlijn nr. B125 Beleidsregels invordering

B&W 04 maart 2008 Gemeenteblad. B e s l u i t Vast te stellen de gewijzigde invulling van richtlijn nr. B125 Beleidsregels invordering Jaar: 2008 Nummer: 11 Besluit: B&W 04 maart 2008 Gemeenteblad RICHTLIJN NR. B125 BELEIDSREGELS INVORDERING Het college van burgemeester en wethouders, Gelet op artikel 60, eerste lid, Wet werk en bijstand

Nadere informatie

25 juni 2013 Gemeenteblad

25 juni 2013 Gemeenteblad Jaar: 2013 Nummer: 53 Besluit: 25 juni 2013 Gemeenteblad BELEIDSREGEL SCHULDDIENSTVERLENING HELMOND 2013 Burgemeester en wethouders van de gemeente Helmond, gelet op het bepaalde in de artikelen 2 en 3

Nadere informatie

Beleidsregels terugvordering, invordering en verhaal WWB/IOAW/IOAZ gemeente Vught.

Beleidsregels terugvordering, invordering en verhaal WWB/IOAW/IOAZ gemeente Vught. CVDR Officiële uitgave van Vught. Nr. CVDR320167_1 6 februari 2018 Beleidsregels terugvordering, invordering en verhaal WWB/IOAW/IOAZ gemeente Vught. HOOFDSTUK 1 ALGEMEEN Artikel 1 Begripsbepalingen 1.

Nadere informatie

Bijlage behorende bij ontwerpbesluit nr. 13Rb050 d.d. 30 oktober 2013 VERORDENING LANGDURIGHEIDSTOESLAG WWB 2013

Bijlage behorende bij ontwerpbesluit nr. 13Rb050 d.d. 30 oktober 2013 VERORDENING LANGDURIGHEIDSTOESLAG WWB 2013 Bijlage behorende bij ontwerpbesluit nr. 13Rb050 d.d. 30 oktober 2013 VERORDENING LANGDURIGHEIDSTOESLAG WWB 2013 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1. Begrippen 1. In deze verordening wordt verstaan

Nadere informatie

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van Heeze-Leende van 4 november 2014

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van Heeze-Leende van 4 november 2014 . De Raad van de gemeente Heeze-Leende; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van Heeze-Leende van 4 november 2014 gelet op Artikel 149 Gemeentewet besluit vast te stellen:.

Nadere informatie