RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES"

Transcriptie

1 RVV 318 RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES Over het voorstel van richtlijn van het Europees parlement en van de Raad betreffende oneerlijke business-to-consumer handelspraktijken op de interne markt en tot wijziging van de richtlijnen 84/450/EEG, 97/7/EG en 98/27/EG (richtlijn oneerlijke handelspraktijken) Brussel, 28 april 2004

2 De Raad voor het Verbruik, die op eigen initiatief een advies uitbrengt over het voorstel voor een richtlijn van het Europees parlement en de Raad betreffende oneerlijke "business-to-consumer"- handelspraktijken op de interne markt en tot wijziging van de richtlijnen 84/450/EEG, 97/7/EG en 98/27/EG (richtlijn oneerlijke handelspraktijken), is op 28 april 2004 in plenaire vergadering bijeengekomen, onder het voorzitterschap van de heer Robert Geurts en heeft het volgend advies goedgekeurd. De Raad voor het Verbruik heeft de Voorzitter verzocht om dit advies over te maken aan de Minister van Consumentenzaken, aan de Minister van Economie en aan de DG SANCO van de Europese Commissie. ADVIES De Raad voor het Verbruik, Gelet op het eigen initiatief van de Raad om een advies uit te brengen over het voorstel van richtlijn van het Europees parlement en de Raad betreffende oneerlijke "business-to-consumer" - handelspraktijken op de interne markt en tot wijziging van de richtlijnen 84/450/EEG, 97/7/EG en 98/27/EG (richtlijn oneerlijke handelspraktijken); Gelet op het advies van de Raad voor het Verbruik nr 266 van 28 maart 2002 over het Groenboek over de consumentenbescherming in de Europese Unie; Gelet op het advies van de Raad voor het Verbruik nr 287 van 4 december 2002 over de follow-up van het Groenboek over de consumentenbescherming in de Europese Unie; Gelet op de werkzaamheden van de Commissie "Interne Markt" tijdens de vergaderingen van 20 oktober 2003, 6 en 24 november 2003 en 11 februari 2004; Gelet op de deelname aan de werkzaamheden van de volgende deskundigen : de dames Rouveure (Europese Commissie- DG SANCO), Ghysels (CEC), Giroul (AD Controle en Bemiddeling), Lemaigre (AD Regulering en Organisatie van de Markt) en Van den Broeck (OIVO), de heren De Smedt (Fedichem), Meirsman (OIVO), Thibaut (Test-Aankoop), Van Bulck (BVB) en Verhamme (Unizo); Gelet op de uitwerking van het advies door de heer Dubois (VBO) en Mevr. Van den Broeck (OIVO); BRENGT HET VOLGENDE ADVIES UIT 2

3 1. Inleiding De bedoeling van dit voorstel van kaderrichtlijn is om een algemeen verbod voor te schrijven met betrekking tot de oneerlijke handelspraktijken, teneinde de harmonisatie te bewerkstelligen die nodig is om de hindernissen voor de interne markt weg te nemen en de consument van een hoog gemeenschappelijk niveau van bescherming te verzekeren. Ze is uitsluitend van toepassing op B2C. 2. Discussie Zoals hij reeds onderstreept heeft in zijn advies over het Groene Boek, is de Raad voorstander van een grondige harmonisatie op Europees vlak van de relaties tussen de ondernemingen en de consumenten teneinde het vertrouwen van de consumenten in de interne markt te versterken. I. ALGEMENE OPMERKINGEN De vertegenwoordigers van de productie, van de distributie en van de middenstand delen de doelstellingen van de Europese Commissie (harmonisatie en vereenvoudiging). Zij hebben echter ernstige twijfels over de mogelijkheid om deze doelstellingen te verwezenlijken via de voorgestelde richtlijn. De veel te vage termen die in deze tekst worden gebruikt en de nationale interpretaties die eraan zouden kunnen worden gegeven, maken immers dat de gewenste harmonisatie vergeefse moeite dreigt te zijn. Zo riskeren begrippen of concepten zoals wezenlijke verstoring van het economische gedrag van de consumenten, professionele toewijding of nog ongepaste beïnvloeding - wat overigens nieuwe juridische concepten zijn, niet op dezelfde manier te worden geïnterpreteerd in de verschillende lidstaten. Deze veel te vage bepalingen kunnen geen rechtszekerheid ter zake garanderen. Over het geheel genomen, zijn de vertegenwoordigers van de consumentenorganisaties positief ten aanzien van dit ontwerp van kaderrichtlijn. Zij menen immers dat een horizontale wetgeving essentieel is om komaf te maken met oneerlijke handelspraktijken in de Europese Unie. Zij menen dat die kaderrichtlijn, mits enkele preciseringen, wijzigingen en versterkingen, in aanvulling met de andere bestaande verticale reglementeringen, de consumenten op Europees vlak een hoog niveau van bescherming kan garanderen en een correcte werking van de interne markt. kan het nagestreefde harmonisatiedoeleinde slechts worden bereikt door het afschaffen van de zogenaamde minimumbedingen in de richtlijnen, die de consumenten moeten beschermen. De vertegenwoordigers van de consumentenorganisaties verzetten zich tegen elke afschaffing van de minimumbedingen in de Europese richtlijnen. Zij menen inderdaad dat de lidstaten, voor het reglementeren van gevoelige domeinen of van maatregelen ten gunste van een bepaalde doelgroep, de mogelijkheid moeten behouden om in meer beschermende bepalingen te voorzien of ze te handhaven als de beschermingsgraad die op Europees niveau wordt geboden onvoldoende blijkt te zijn. 3

4 Een integrale Europese harmonisatie waarbij geen rekening zou worden gehouden met die beschermingsgraad zou immers impliceren dat sommige lidstaten bepaalde consumentenrechten weer zouden moeten intrekken en dat hun vrijheid om weerwoord te bieden aan de nieuwe verplichtingen zou beperkt zijn. De Raad heeft het grootste voorbehoud bij het naast elkaar bestaan van een kaderrichtlijn en de bestaande initiatieven of initiatieven die in voorbereiding zijn (vb. over het consumentenkrediet of de verkoopbevorderingen). Volgens de vertegenwoordigers van de productie, van de distributie en van de middenstand creëert dergelijk naast elkaar bestaan duidelijke overlappingen, die de competitiviteit van de Europese ondernemingen ernstig dreigt te schaden. Er kan immers geen sprake van zijn wetgevend arsenaal nog ingewikkelder te maken dan het nu al is. II. BIJZONDERE OPMERKINGEN Artikel 2: Definities De vertegenwoordigers van de consumentenorganisaties betreuren dat het criterium dat gehanteerd wordt de gemiddelde consument is en niet de minst geïnformeerd of de meest kwetsbare consument zoals het Belgische Hof van Cassatie hem heeft omschreven in het kader van de toepassing van artikel 94 van de WHP (Cass., 12 oktober 2000, zaak C990158F St Brice/Belgische staat). moeten sommige definities worden verbeterd zoals de definities gemiddelde consument, uitnodiging tot kopen, professionele toewijding, ongepaste beïnvloeding, of nog wezenlijke verstoring in het economische gedrag van de consumenten. Wat de definitie gemiddelde consument betreft, wordt in considerans nr. 13 bepaald dat "overeenkomstig de jurisprudentie van het Hof van Justitie moeten de nationale rechtbanken bij de toepassing van dit criterium rekening houden met sociale, culturele of taalkundige factoren (zie in het bijzonder het arrest C-220/98, Estée Lauder tegen Lancaster). Voor deze vertegenwoordigers moet de toepassing van die factoren gebruikt door de CJE die niet van aard is om bij te dragen tot een echte harmonisatie een mogelijkheid blijven voor de hoven en rechtbanken (en geen verplichting). Wat de definitie gedragscode betreft, stellen deze vertegenwoordigers voor om de kwalificatie vrijwillig toe te voegen aan het woord akkoord om te wijzen op het feit dat het aangaan van of de toetreding tot een code een vrijwillig initiatief moet zijn, wat deel uitmaakt van de vrijheid van de partijen. Trouwens, in punt 68 van de memorie van toelichting wordt dit standpunt bevestigd. Diezelfde vertegenwoordigers zijn tevens zeer bekommerd over de manier waarop het begrip wezenlijke verstoring van het economisch gedrag van de consumenten in de verschillende lidstaten zal worden geïnterpreteerd. Rechtszekerheid vergt het gebruik van precieze definities. 4

5 Artikel 3: Toepassingsgebied De vertegenwoordigers van de consumentenorganisaties keuren het feit af dat de aspecten gezondheid en veiligheid van producten en diensten uit het bereik van de richtlijn worden gesloten en dit ondanks het feit dat er reeds een specifieke wetgeving bestaat voor deze aspecten. Zij menen immers dat het mogelijk zou moeten blijven om de oneerlijke praktijken op die gebieden een halt toe te roepen via deze kaderrichtlijn. De vertegenwoordigers van de productie en van de distributie nemen met tevredenheid nota van het feit dat het toepassingsgebied van het voorstel van richtlijn beperkt is tot de relaties met de consumenten waarbij de relaties tussen professionals worden uitgesloten. De vertegenwoordigers van de middenstand zijn voorstander van een algemene norm oneerlijke handelspraktijken in hoofde van de verkoper in geval de beroepsbelangen geschaad worden door een andere verkoper naast een algemene norm oneerlijke handelspraktijken in hoofde van de consument, zoals de huidige wet op de handelspraktijken dit reeds voorziet. De vertegenwoordigers van de productie, van de distributie en van de middenstand stellen weliswaar vast dat bepaalde verbeteringen werden aangebracht aan de tekst, doch zij wensen dat de Europese Commissie de specifieke communautaire regels, die in botsing zouden kunnen komen met het voorstel van richtlijn, nog meer preciseert. Bovendien mag niet uit het oog worden verloren dat de huidige fragmentering onder andere het gevolg is van het minimumkarakter van de bestaande richtlijnen inzake consumentenbescherming. Vandaar de noodzaak om nog meer precisering te vragen betreffende de relaties tussen de kaderichtlijn en de bestaande specifieke richtlijnen of die welke in voorbereiding zijn en om te herinneren aan haar bezwaar tegen de zogenaamde minimumbedingen die de harmonisatiedoelstelling slechts gedeeltelijk vervullen. Bovendien moet meer precisering worden gevraagd over de interactie tussen de voorgestelde kaderrichtlijn en andere rechtsdomeinen zoals het contractrecht. Bepaalde praktijken die, in overeenstemming met het voorstel van richtlijn als oneerlijk zouden kunnen worden bestempeld, zouden immers de vorming van een contract of de instemming van de partijen kunnen beïnvloeden en dientengevolge de annulering van het contract met zich kunnen meebrengen. Sommige bestaande richtlijnen zullen eveneens moeten worden gewijzigd. Deze vertegenwoordigers wijzen er opnieuw op dat de invoering van een kaderrichtlijn gepaard moet gaan met een gelijktijdige herziening in de zin van een vereenvoudiging van de specifieke richtlijnen inzake consumptie en de afschaffing van de zogenaamde minimumbedingen. Zonder de afschaffing van deze bedingen die de Lidstaten in staat stellen om maatregelen te nemen die verder gaan dan wat op Europees vlak is voorgeschreven, zal de harmonisatiedoelstelling nagestreefd door de Commissie nooit kunnen worden bereikt. Deze vertegenwoordigers menen dat in alle geval de volgende richtlijnen waarbij deze opsomming niet beperkend is, door het herzieningsproces moeten worden beoogd: 5

6 - richtlijn 85/577/EEG van de Raad van 20 december 1985 betreffende de bescherming van de consumenten bij buiten verkoopruimten gesloten overeenkomsten (PB, L 372 van 31 december 1985); - richtlijn 93/13/EEG van de Raad van 5 april 1993 betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten (PB, L 95 van 21 april 1993); - richtlijn 97/7/EG van het Europees Parlement en van de Raad van 20 mei 1997 betreffende de bescherming van de consument bij op afstand gesloten overeenkomsten (PB, L 144 van 4 juni 1997); - richtlijn 2002/65/EG van het Europees Parlement en van de Raad van 23 september 2002 inzake de verkoop op afstand van financiële diensten aan consumenten (PB, L 271 van 9 oktober 2002). Artikel 4: Interne markt De vertegenwoordigers van de consumentenorganisaties verzetten zich tegen de toepassing van het principe van wederzijdse erkenning op zulk een gebied, dat niet geharmoniseerd is. Aangezien er inderdaad geen eenvormig concept of akkoord is over de principes van het land van oorsprong, zal de toepassing van een dergelijk principe de nodige juridische bescherming beslist niet kunnen garanderen en zal het vertrouwen van de consument in de interne markt niet kunnen opwekken. Uiteindelijk zou de consument kunnen worden geconfronteerd met bepaalde praktijken die wettelijk zijn in het buitenland doch illegaal in België. En op basis van dit principe van wederzijdse erkenning zou België zich op zijn gebied niet kunnen verzetten tegen het feit dat een operator uit een andere staat van de Gemeenschap oneerlijke handelspraktijken toepast. maakt de bevestiging van het principe van wederzijdse erkenning het slechts mogelijk om gedeeltelijk te beantwoorden aan de zorg voor harmonisatie. Het is dus van primordiaal belang om de mogelijke verschillen in interpretatie die zouden kunnen voortvloeien uit de kaderrichtlijn te elimineren. Artikel 5: Verbod van oneerlijke handelspraktijken De vertegenwoordigers van de consumentenorganisaties stellen met veel tevredenheid vast dat het een autonome en onafhankelijke clausule betreft waarbij nieuwe oneerlijke handelspraktijken kunnen worden beoogd die momenteel nog onbekend zijn. Ze zijn opgelucht te kunnen vaststelle n dat kan verwezen worden naar de gewone consument van een groep als een praktijk specifiek gericht is op een welbepaalde consumentengroep. Niettemin betreuren zij dat geen enkel specifiek criterium werd weerhouden waarbij kan worden bepaald wat eerlijkheid is ten aanzien van de meest kwetsbare consumenten zoals kinderen, bejaarden, gehandicapten ; Deze vertegenwoordigers menen overigens dat het toepassingsgebied van de algemene clausule in de huidige formulering ervan te beperkt is omdat het expliciet sle chts de precontractuele fase van de relatie tussen de handelaar en de consument beoogt. Dezelfde opmerking geldt voor de definitie van handelspraktijken gegeven in artikel 2 e). De oneerlijke na-verkooppraktijken zouden eveneens moeten omvat zijn in dat algemeen beding, zoals aangegeven in punt 59 van de memorie van toelichting van dit voorstel. Zij zijn erg bekommerd met de vaststelling dat als dit algemene beding in de huidige staat wordt aangenomen, dit een achteruitgang zou betekenen in de bescherming die aan de Belgische consument wordt verleend. 6

7 Artikel 94 van de WHPC waarbij elke handeling, die in strijd is met de eerlijke handelsgebruiken in de relatie tussen professionals en consumenten, wordt verboden, is immers toepasselijk op de hele handelsrelatie met inbegrip van de postcontractuele fase. Zij menen dat het recht van de consument op een eerlijke behandeling gedurende de hele handelsrelatie expliciet moet worden bekrachtigd. blijkt niet duidelijk uit de tekst of er in theorie handelspraktijken kunnen bestaan die als oneerlijk worden beschouwd, die noch bedrieglijke handelspraktijken zijn noch agressieve handelspraktijken. Dit moet worden gepreciseerd. Het feit dat het algemene beding te vaag is en het ontbreken van rechtspraak kan afwijkende interpretaties in de verschillende lidstaten doen ontstaan en dit ten koste van de harmonisatiedoelstelling en van de rechtszekerheid. Artikel 6: Misleidende praktijken De Raad wil wijzen op de moeilijkheid waarvoor de Algemene Directie Controle en Bemiddeling staat binnen de federale overheidsdienst economie voor wat betreft de controle van de naleving van artikel 6.2. moet worden gewezen op het element bedrog, wat onontbeerlijk is wil er sprake zijn van inbreuk. Te dien aanzien dient te worden genoteerd dat de Nederlandse terminologie in het voorstel van richtlijn restrictiever is (het werkwoord bedriegen impliceert dat het bedrog veel intenser is). Tevens dient erop gewezen te worden dat deze bepaling tal van subjectieve elementen bevat (vb. in de feitelijke context ervan, door de algemene presentatie ervan, kan de gewone consument misleiden ) die verschillend kunnen worden geïnterpreteerd in de lidstaten. Bovendien werd in de Nederlandse versie van het voorstel het woord gewone weggelaten ( gewone consument ). De verplichting om de consument te informeren over zijn rechten en over de risico s die hij kan lopen, is zeer delicaat en wellicht niet realiseerbaar. Er moet op zijn minst voor worden gezorgd naar het voorbeeld van de Belgische wet betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en de bescherming van de consument dat de informatie die aan de consument wordt verstrekt, geëvalueerd wordt in overeenstemming met de behoefte van de consument aan informatie of normaal te verwachten informatie is. Deze vertegenwoordigers menen dat het niet nodig is om in een reglementering te vermelden wat de gevolgen zijn van het aangaan van of toetreding tot een gedragscode. De doelstelling van een code is in principe om de ondernemingen die de code aangaan ertoe aan te zetten zich bovenop de wettelijke en reglementaire verplichtingen passend te gedragen ten aanzien van de consumenten. Zij moedigen de ondernemingen aan zich verantwoordelijk te gedragen. Zij worden aangegaan op vrijwillige basis net als de beloftes ter zake. Bijgevolg kan er geen sprake van zijn dat er in reglementeringen juridische gevolgen aan worden gekoppeld met het risico dat ondernemingen worden afgeschrikt om codes aan te gaan of zich ertoe aan te sluiten. Zij menen evenwel dat het niet respecteren van verbintenissen, die kunnen worden beschouwd als erkende gebruiken, kan worden bestraft door de hoven en rechtbanken. 7

8 Diezelfde vertegenwoordigers vragen zich ook af wat moet worden verstaan onder nietnaleving van een verbintenis aangegaan ten opzichte van een openbare gezagsdrager om een oneerlijke handelspraktijk te staken. Aangezien dat soort van transactie in principe niet openbaar is, waar is dan het nut om in een dergelijke bepaling te voorzien? Artikel 7: Misleidende omissies De vertegenwoordigers van de consumentenorganisaties die een centrale plaats opeisten in de informatieverplichtingen zijn zeer tevreden met de vaststelling dat een verplichting betreffende de informatieverstrekking werd opgenomen in de kaderrichtlijn. Ze betreuren niettemin dat niet werd verwezen naar de rechtsbasis van het recht van de consumenten op informatie, te weten artikel 153 van het Verdrag. In dit artikel 7 van het voorstel wordt verwezen naar essentiële informatie die de gemiddelde consument, gezien de context, nodig heeft om een geïnformeerd besluit over een transactie te nemen. Deze vertegenwoordigers zouden liever horen spreken over essentiële informatie overeenkomstig de legitieme verwachtingen van de gemiddelde consument. Ze verwerpen in ieder geval de idee dat de informatie voorafgaandelijk door de consument zou moeten worden opgevraagd. zou wat betreft de essentiële informatie die de gemiddelde consument nodig heeft op zijn minst moet worden gevraagd dat de consument zegt welke informatie hij nodig heeft, naar het voorbeeld van hetgeen geldt in de WHPC. De termen uitnodiging tot aankoop zijn zeer ruim. Er dient te worden gepreciseerd wat moet worden verstaan onder deze termen. Reclame (audiovisueel, aanplakking, ) mag hier niet onder vallen. De verplichting om essentiële informatie te verstrekken moet worden beperkt tot het moment waarop de verkoop wordt afgesloten. Artikel 8: Agressieve handelspraktijken Algemeen vestigt de Raad de aandacht op de vaagheid van de volgende uitdrukkingen: veelbetekenend, ongepaste beïnvloeding, transactie. Het feit dat deze begrippen, die uiterst subjectief zijn, niet gepreciseerd zijn, kan leiden tot uiteenlopende interpretaties in de verschillende lidstaten. 8

9 Artikel 9: Gebruik van intimidatie, dwang of ongepaste beïnvloeding is het vaak erg moeilijk voor een handelaar of een onderneming om te weten of een rechtsvordering mogelijk is, bijvoorbeeld in termen van voorwaarden van ontvankelijkheid, verjaring, belang Het houdt dus geen steek om het dreigen met maatregelen die wettelijk niet kunnen worden genomen" om te stellen dat er intimidatie of ongepaste beïnvloeding is geweest. Bovendien hebben zij vragen bij de draagwijdte van het woord persistentie dat bepaalde handelspraktijken kan kwalificeren. Wat moet worden verstaan onder deze term? Vanaf wanneer kan persistentie van een praktijk worden ingeroepen? Zoveel vragen die het subjectieve van deze begrippen bevestigen. Artikel 10: Gedragscodes De vertegenwoordigers van de consumentenorganisaties hebben het grootste voorbehoud bij zelfregulering en co-regulering 1 Het klopt dat de gedragscodes een zekere waarde kunnen hebben, in die zin dat ze een kader bieden binnen hetwelk is bepaald wat mag en wat niet mag. Niettemin rijzen er veel problemen op het vlak van de gedragscodes, zowel wat de doorzichtigheid ervan betreft als het ontbreken van beroepmogelijkheden of van sancties in het algemeen. Het is uitgesloten dat zelfregulering een alternatief zou zijn voor de wettelijke beperking en ze herinneren eraan dat elk initiatief inzake zelfregulering of co-regulering moet worden opgenomen in een dwingend juridisch kader voor wat de uitwerking, de ontwikkeling en de toepassing ervan betreft. Deze vertegenwoordigers stellen met tevredenheid vast dat dit artikel 10 op de achtergrond blijft en dat de commissie er genoegen mee neemt om aan de staten te zeggen dat ze de controle van de oneerlijke praktijken mogen aanmoedigen, zonder ze direct aan te moedigen. De vertegenwoordigers van de productie, van de distributie en van de middenstand vragen, gelet op considerans nr. 14, dat de richtlijn de methode van de codes beter zou steunen door de termen mogen aanmoedigen te vervangen door aanmoedigen. Zij stellen wat de terminologie betreft een verschil vast tussen de Franse versie ( responsable de code ) en de Nederlandse versie ( eigenaar van de code). Bovendien blijkt niet duidelijk uit de definitie of het begrip eigenaar van de code diegene beoogt die de code heeft opgesteld of degene die de controle ervan waarneemt. Het spreekt vanzelf dat deze beide functies in de praktijk kunnen worden vervuld door verschillende personen of organisaties. 1 Zie advies RVV 253 over de collectieve consumentenovereenkomsten 9

10 Artikel 11: Handhaving De vertegenwoordigers van de consumentenorganisaties hebben om een doeltreffende controle en sanctiebevoegdheid gevraagd in geval van vaststelling van oneerlijke praktijken. Niettemin blijft de vordering die de consumentenorganisaties hebben ten aanzien van de ondernemingen, meer bepaald de intracommunautaire vordering tot staking te beperkt. Zij betreuren dat hun volgende wensen niet werden gehoord: De consument een onvoorwaardelijk recht verlenen om zijn contract te ontbinden als dat werd gesloten op grond van een oneerlijke praktijk Aan de individuele consument slachtoffer de mogelijkheid geven om schadevergoeding te vragen. De consumentenorganisaties toelaten om schadevergoeding te vragen d.w.z. van een onderneming die oneerlijke handelspraktijken toepast de winst eisen die zij heeft gehaald uit het gebruik van deze oneerlijke praktijken. Een class action invoeren om verschillende consumenten, die schade hebben geleden omwille van een gemeenschappelijke zaak, de mogelijkheid te geven om te genieten van één enkele door de consumentenorganisaties ingediende vordering. opent deze bepaling de deur voor een rechtsvordering ter verdediging van collectieve belangen ingesteld door de consumentenorganisaties. Deze vertegenwoordigers hebben zich altijd heftig verzet tegen de invoering van een dergelijke vordering in het Belgisch recht en in het Europees recht. In geval van een inbreuk op de kaderrichtlijn zou enkel de vordering tot staking, intracommunautair of nationaal dat maakt niet uit, mogen worden ingesteld, met uitsluiting van eender welk ander autonoom rechtsmiddel of van een rechtsvordering tot herstel. De intracommunautaire vordering tot staking moet echter ook toegankelijk zijn voor ondernemingen en voor hun organisaties, zoals de vertegenwoordigers van de productie, van de distributie en van de middenstand en van andere (inter)professionele organisaties al lang vragen. Zij vestigen de aandacht op het feit dat de vrijwillige initiatieven die met name vorm krijgen via gedragscodes in de praktijk goede resultaten kunnen opleveren voor zover het reglementaire kader adequaat is. Een al te strikt regime ten aanzien van de eigenaars van de code zou deze dynamiek kunnen schaden. Deze vertegenwoordigers wijzen erop dat het absoluut noodzakelijk is dat de bestuursorganen die belast zijn met de controle zo zouden worden samengesteld dat hun onpartijdigheid niet in twijfel wordt gesteld. Artikel 12: Rechterlijke en administratieve instanties. impliceert deze bepaling een omkering van de bewijslast. Het betreft een uitzondering op het principe volgens hetwelk de klager zijn beweringen moet staven. De mogelijkheid toegestaan aan de lidstaten om de bewijslast om te keren moet worden beperkt en moet uitzonderlijk blijven. Er kan absoluut geen sprake zijn van een systematische omkering van de bewijslast. 10

11 Noteren we nog dat in de Nederlandse versie sprake is van feitelijke gegevens" in de punten a) en b) terwijl in de Franse versie het woord feitelijke slechts vermeld wordt in punt b). Dat punt b) is overigens helemaal overbodig. Artikel 15: Wijziging van de richtlijn over de verkoop op afstand De vertegenwoordigers van de consumentenorganisaties betreuren het feit dat nu al wijzigingen worden aangebracht aan de richtlijn over de verkoop op afstand. Het zou wenselijk zijn dat de herziening van de bestaande richtlijnen slechts binnen 2 of 3 jaar na de inwerkingtreding van deze kaderrichtlijn zou worden gepland. De Commissie zal ze dan hebben kunnen evalueren in een open procedure waarbij uit deze evaluatie zou kunnen blijken of ze bevredigend werkt. Bijlage 1: Handelspraktijken die onder alle omstandigheden als oneerlijk worden beschouwd Misleidende handelspraktijken De vertegenwoordigers van de consumentenorganisaties onthalen deze bijlage ter aanvulling van de algemene clausule van een indicatieve lijst van praktijken, die in alle gevallen als oneerlijk worden beschouwd, positief. Dit beantwoordt aan een wens die ze reeds hadden geuit 2. Hierdoor kunnen in een markt die voortdurend evolueert, de kaderrichtlijn en de algemene clausule op flexibele wijze worden gekwalificeerd waardoor kan worden opgetreden tegen oneerlijke handelspraktijken. In dat geval dient de kaderrichtlijn als veiligheidsnet voor de handelspraktijken die niet onder het toepassingsgebied van de huidige wet vallen en waarvoor geen gedetailleerde en specifieke maatregelen naar de maatstaven van de Europese Unie kunnen worden genomen. is het van essentieel belang dat de handelaar of de onderneming zich kan verdedigen en het tegenbewijs kan leveren. Insgelijks zouden deze praktijken slechts kunnen worden gesanctioneerd in geval van kwade trouw van de onderneming. Punten 1 en 2: de kwade trouw moet een vereiste zijn. Punt 3 : deze bepaling moet beperkt worden tot de reclames buiten de verkoopplaats. Bovendien moet worden gepreciseerd wat moet worden verstaan onder gelijkwaardig product. Wil men de verkoper verplichten om bij onvoldoende voorraad tijdens een promotie gelijkwaardige producten te verkopen tegen promotieprijzen? Bovendien zou men kunnen verwijzen naar de Belgische wetgeving waarbij rekening wordt gehouden met de omvang van de reclamecampagne. 2 RVV 266 over het Groenboek betreffende de bescherming van de consumenten in de Europese Unie. 11

12 Punt 7: de kwade trouw moet een vereiste zijn. Punt 8 : De formulering van dat punt, in het bijzonder de woorden zonder dat dit duidelijk uit de inhoud blijkt (advertorial), is niet duidelijk. Punt 12: het verbod om de bewoording liquidatie-uitverkoop te gebruiken als de handelaar niet op het punt staat zijn zaak stop te zetten, is overdreven. Zij stellen voor om de woorden niet op het punt staan om zijn zaak stop te zetten te vervangen door de woorden voldoet niet aan de wettelijke voorwaarden om daartoe over te gaan. Volgens het Belgisch recht mag deze bewoording gebruikt worden in vele andere omstandigheden, vb in geval van renovatiewerken. De vertegenwoordigers van de consumentenorganisaties zijn tegen de toevoeging van het begrip kwade trouw. Zij menen immers dat de bewijslast die rust op de consument al zwaar genoeg is zonder deze bijkomende voorwaarde. Agressieve handelspraktijken Punt 1: Voor de vertegenwoordigers van de productie, van de distributie en van de middenstand is de formulering dubbelzinnig. Zijn beoogd de praktijken buy or die (niet weggaan zonder kopen ). Punt 4: De Raad ziet niet in hoe deze bepaling een agressieve handelspraktijk kan zijn die schadelijk is voor de consument, die in dit geval precies nood kan hebben aan informatie over producten en diensten betreffende sterfgevallen. Bovendien zouden hierdoor ook caritatieve organisaties of diensten voor psychologische bijstand onder deze bepaling vallen, terwijl hun activiteiten geenszins afkeurenswaardig zijn. Volgens de Raad moet deze bepaling weggelaten worden. Punt 5 (verzekeringen): De vertegenwoordigers van de productie, van de distributie en van de middenstand hebben geen kennis van concrete feiten die het bestaan van deze clausule rechtvaardigen. Zij is geenszins gerechtvaardigd en moet worden geschrapt. Punt 6: Voor de vertegenwoordigers van de productie, van de distributie en van de middenstand is deze bepaling te vaag en derhalve bron van uiteenlopende interpretaties. Bovendien lijkt het overdreven om het feit dat reclame gemaakt wordt naar kinderen toe, waarbij wordt gesuggereerd dat ze slechts door hun leeftijdsgenoten zullen worden aanvaard als hun ouders een bepaald product kopen, te beschouwen als een agressieve handelspraktijk. De vertegenwoordigers van de consumentenorganisaties zijn eens te meer bezorgd over de moeilijkheid waarmee de consument zal kampen om bewijzen aan te voeren over deze praktijken. 12

13 LEDEN EN DESKUNDIGEN AANWEZIG OP DE PLENAIRE VERGADERING VAN DE RAAD VOOR HET VERBRUIK VAN 28 APRIL 2004 VOORGEZETEN DOOR DE HEER R. GEURTS 1. Leden die de organisaties van de consumenten vertegenwoordigen: Effectieve: Mevrouw DE ROECK-ISEBAERT (De Gezinsbond) De heer MECHELS (Test-Aankoop) De heer VAN DAELE (F.G.T.B.) De heer VAN DE PUTTE (ARCOFIN) Plaatsvervangende: Mevrouw APPELMANS (V.S.Z.) De heer QUINTARD (F.G.T.B.) 2. Leden die de organisaties van de productie vertegenwoordigen: Effectieve: Mevrouw SWEERTS (B.V.B.) De Heer LAMBRECHT (V.B.O.) De heer van OLDENEEL (ASSURALIA) De heer VANDEPLAS (FEDICHEM) Plaatsvervangende: Mevrouw MANNES (B.V.K.) De heer DASTOT (Raad voor de Reclame) De heer DUBOIS (V.B.O.) 3. Leden die de organisaties van de distributie vertegenwoordigen: Effectief: Mevrouw PINT (FEDIS) 4. Leden die de organisaties van de middenstand vertegenwoordigen: Effectieve: Mevrouw VAN CAMPENHOUT (UNIZO) De Heer RIZZO (U.C.M.) 5. Waarnemers: Mevrouw VAN DEN BROECK (O.I.V.O.) De heer MEIRSMAN (O.I.V.O.) De heer VANDERCAMMEN (O.I.V.O.) 13

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES RVV 379 RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES over de uitbreiding van de toepassing van de gedragscode inzake bankmarketing gericht op jongeren tot de verzekeringssector. Brussel, 3 mei 2007 SAMENVATTING De Raad

Nadere informatie

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES. Over het Europees verbintenissenrecht.

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES. Over het Europees verbintenissenrecht. R.V.V. 308 RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES Over het Europees verbintenissenrecht. Brussel, 27 januari 2004 De Raad voor het Verbruik, die op eigen initiatief besliste om een advies uit te brengen over de

Nadere informatie

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES RVV 380 RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES over het ontwerp van KB betreffende de fabricage van en de handel in voedingssupplementen die andere stoffen bevatten dan nutriënten en planten of plantenbereidingen

Nadere informatie

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES R.v.V. 282 RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES over een ontwerp van Koninklijk Besluit tot vaststelling van bepaalde reeksen van nominale hoeveelheden en tot regeling van de aanduiding van hoeveelheden voor

Nadere informatie

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES R.v.V. 288 RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES over een ontwerp tot wijziging van de wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en bescherming van de consument, wat betreft het beeld van de vrouw

Nadere informatie

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES. Over het voorontwerp actieplan Maatschappelijk verantwoord ondernemen in België.

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES. Over het voorontwerp actieplan Maatschappelijk verantwoord ondernemen in België. RVV 373 RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES Over het voorontwerp actieplan Maatschappelijk verantwoord ondernemen in België. Brussel, 5 februari 2007 SAMENVATTING Via een brief van 10 juli 2006 heeft de Staatssecretaris

Nadere informatie

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES R.v.V. 273 RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES over het ontwerp van K.B. betreffende reductie van het gehalte aan vluchtige organische stoffen in decoratieve verven en vernissen voor professioneel en niet-professioneel

Nadere informatie

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES. over de behandeling van klachten en geschillen voor de bankdiensten-krediet-beleggingen.

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES. over de behandeling van klachten en geschillen voor de bankdiensten-krediet-beleggingen. RVV 312 RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES over de behandeling van klachten en geschillen voor de bankdiensten-krediet-beleggingen. Brussel 19 juni 2003 De Raad voor het Verbruik die op eigen initiatief beslist

Nadere informatie

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES RVV 402 RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES Over een ontwerp van koninklijk besluit tot omzetting van richtlijn 2007/45/EG tot vaststelling van regels betreffende nominale hoeveelheden voor voorverpakte producten.

Nadere informatie

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES R.V.V. 314 RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES betreffende de bijzondere procedures te voorzien bij de hernieuwing van de mandaten voor de Raad voor het Verbruik en voor de kandidatuur van nieuwe organisaties

Nadere informatie

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES R.v.V. 360 RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES Over een ontwerp van koninklijk besluit betreffende de uitoefening en de organisatie van kermisactiviteiten en ambulante activiteiten in kermisgastronomie Brussel,

Nadere informatie

RVV 317 RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES. Over de bankreclame en -marketing ten aanzien van jongeren

RVV 317 RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES. Over de bankreclame en -marketing ten aanzien van jongeren RVV 317 RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES Over de bankreclame en -marketing ten aanzien van jongeren Brussel, 28 april 2004 SAMENVATTING ADVIES 317 Advies over de problematiek van de reclame en van de bankmarketing

Nadere informatie

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES RvV - 441 RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES Over een wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 6 april 2010 betreffende marktpraktijken en consumentenbescherming (Doc 53-0831/001 tot 004). Brussel, 23 juni

Nadere informatie

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES RvV- 401 RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES Over de bekendmakingmodaliteiten die de Ligue des Familles voorstelt in het kader van het staken van de uitgifte van haar ristorno-zegels. Brussel, 6 november 2008

Nadere informatie

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES RVV 404 RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES over een ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 7 juli 2002 tot regeling van de Centrale voor Kredieten aan particulieren. Brussel,

Nadere informatie

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES. Evaluatie van de aanbevelingen "reclame rond kinderfeesten

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES. Evaluatie van de aanbevelingen reclame rond kinderfeesten R.v.V. 294 RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES Evaluatie van de aanbevelingen "reclame rond kinderfeesten Brussel, 19 juni 2003 Naar aanleiding van het advies van 27 juni 2000 over de opportuniteit van een reglementering

Nadere informatie

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES RvV- 418 RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES Over een ontwerp van K.B. tot beperking van het op de markt brengen van voorwerpen die asbest bevatten. Brussel, 12 november 2009 1 SAMENVATTING De Raad verwelkomt

Nadere informatie

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES R.V.V.344 RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES Inzake het ontwerp van koninklijk besluit betreffende mayonaise, tot afschaffing van het koninklijk besluit van 12 april 1955 betreffende de handel in mayonaise

Nadere informatie

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES RvV 412 RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES over een ontwerp KB tot bepaling van de eisen waaraan houtpellets moeten voldoen om gebruikt te worden als brandstof voor niet-industriële verwarmingstoestellen. Brussel,

Nadere informatie

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES RvV 458 RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES Over drie koninklijke besluiten m.b.t. de benamingen en de kenmerken van respectievelijk de gasolies bestemd voor verwarming en voor gebruik in niet voor de weg bestemde

Nadere informatie

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES RvV 443 RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES Over een ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van verschillende koninklijke besluiten (yoghurt en andere gefermenteerde melk, margarine en voedingsvetten,

Nadere informatie

N HANDELSPR Oneerlijke handelspraktijken A06 Brussel, MH/SL/LC A D V I E S. over een

N HANDELSPR Oneerlijke handelspraktijken A06 Brussel, MH/SL/LC A D V I E S. over een N HANDELSPR Oneerlijke handelspraktijken A06 Brussel, 1.03.2007 MH/SL/LC A D V I E S over een VOORONTWERP VAN WET TOT WIJZIGING VAN DE WET VAN 14 JULI 1991 BETREFFENDE DE HANDELSPRAKTIJKEN EN DE VOORLICHTING

Nadere informatie

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES RvV-473 RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES Over de evaluatie van de gedragscode met betrekking tot elektronische facturatie Brussel, 2 april 2014 1 Samenvatting Op vraag van de Dienst Administratieve Vereenvoudiging

Nadere informatie

Nieuwe wet B2B-Bescherming

Nieuwe wet B2B-Bescherming Nieuwe wet B2B-Bescherming Onrechtmatige bedingen Oneerlijke marktpraktijken Paul Cambie Attaché Dienst Handelsreglementering AD Economische Reglementering Onrechtmatige bedingen B2B Uitgangspunt: balans

Nadere informatie

Hierbij gaat voor de delegaties het voortgangsverslag van het voorzitterschap inzake bovengenoemd onderwerp.

Hierbij gaat voor de delegaties het voortgangsverslag van het voorzitterschap inzake bovengenoemd onderwerp. RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 16 november 2007 (19.11) (OR. en) 15277/07 Interinstitutioneel dossier: 2007/0113 (COD) NOTA van: het secretariaat-generaal van de Raad CONSOM 130 JUSTCIV 307 CODEC 1269

Nadere informatie

INHOUD. Bladzijde A-PUNTEN

INHOUD. Bladzijde A-PUNTEN RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 12 mei 2005 (17.05) (OR. fr) 8136/05 ADD 1 PV/CONS 22 COMPET 72 RECH 81 ADDENDUM BIJ DE ONTWERP-NOTULEN 1 Betreft: 2653e zitting van de Raad van de Europese Unie (CONCURRENTIEVERMOGEN),

Nadere informatie

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES RvV 455 RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES Over een ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 4 augustus 1992 betreffende de kosten, de percentages, de duur en de terugbetalingsmodaliteiten

Nadere informatie

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES R.v.V. 265 RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES over een ontwerp van K.B. houdende de facturatie van Elektriciteit en gas Brussel, 28 maart 2002 De Raad voor het Verbruik, die op 28 november 2001 door de Staatssecretaris

Nadere informatie

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES R.v.V. 260 RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES over het ontwerp van Koninklijk Besluit houdende een verbod op de publiciteit voor elektrische verwarming Brussel, 20 december 2001 De Raad voor het Verbruik, die

Nadere informatie

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES RvV 453 RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES Over een ontwerp van koninklijk besluit betreffende kaas. Brussel, 27 september 2012 SAMENVATTING Dit ontwerp van koninklijk besluit, tot intrekking van het koninklijk

Nadere informatie

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES RvV 447 RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES Over een ontwerp van koninklijk besluit tot vaststelling van de taal op het etiket en op het veiligheidsinformatieblad van stoffen en mengsels, en tot aanwijzing van

Nadere informatie

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES RvV 407 RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES over het voorontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 18 november 2002 houdende uitsluiting van sommige overeenkomsten op afstand

Nadere informatie

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES RvV 466 RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES Over een ontwerp van koninklijk besluit tot opheffing van het koninklijk besluit van 2 maart 1992 betreffende de prijsaanduidingen van kappersdiensten. Brussel, 10

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 10 mei 2001 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 10 mei 2001 * ARREST VAN 10. 5. 2001 ZAAK C-144/99 ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 10 mei 2001 * In zaak C-144/99, Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door P. van Nuffel als gemachtigde, bijgestaan

Nadere informatie

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES RVV 389 RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES over het verzoekschrift met het oog op het bekomen van de bescherming van de beroepstitel van "conservatorrestaurateur van kunstvoorwerpen en cultureel erfgoed" Brussel,

Nadere informatie

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO N HANDELSPRAT - Fitness A04 Brussel, 29 september 2010 MH/SL/AS A D V I E S over EEN ONTWERP VAN KONINKLIJK BESLUIT BETREFFENDE DE FITNESS- EN WELLNESSCONTRACTEN

Nadere informatie

Commissie interne markt en consumentenbescherming ONTWERPVERSLAG

Commissie interne markt en consumentenbescherming ONTWERPVERSLAG EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie interne markt en consumentenbescherming 24.9.2013 2013/2116(INI) ONTWERPVERSLAG over de toepassing van Richtlijn 2005/29/EG over oneerlijke handelspraktijken (2013/2116(INI))

Nadere informatie

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES RvV 503 RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES betreffende de problematiek van de herinneringskosten, de kosten van ingebrekestelling en de nalatigheidsinteresten in geval van laattijdige betaling. Brussel, 26

Nadere informatie

De toepassing van de Verordening betreffende wederzijdse erkenning op procedures van voorafgaande machtiging

De toepassing van de Verordening betreffende wederzijdse erkenning op procedures van voorafgaande machtiging EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL ONDERNEMINGEN EN INDUSTRIE Leidraad 1 Brussel, 1.2.2010 - De toepassing van de Verordening betreffende wederzijdse erkenning op procedures van voorafgaande machtiging

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 17.6.2003 COM(2003) 348 definitief 2003/0127 (CNS) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD waarbij de lidstaten worden gemachtigd in het belang van de Europese

Nadere informatie

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES RvV-513 RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES Over een voorontwerp van Koninklijk Besluit tot wijziging van het Koninklijk Besluit van 23 oktober 2015 betreffende de uitvoering, wat de sociale kredietgevers en

Nadere informatie

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES RvV 497 RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES Over een ontwerp van koninklijk besluit tot opheffing van het koninklijk besluit van 15 juni 1988 betreffende de prijsaanduiding in de horecasector. Brussel, 4 oktober

Nadere informatie

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES RVV 520 RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES inzake etikettering van schoenen. Brussel, 7 december 2017 SAMENVATTING De Raad voor het Verbruik werd op 5 september 2017 door de Minister van Economie en Consumenten

Nadere informatie

EUROPEES PARLEME T EUROPESE U IE COD 96/0117 PE-CO S 3633/98

EUROPEES PARLEME T EUROPESE U IE COD 96/0117 PE-CO S 3633/98 EUROPEES PARLEME T DE RAAD EUROPESE U IE Brussel, 8 januari 1999 (OR.f) COD 96/0117 PE-CO S 3633/98 DE LEG 77 CODEC 686 RICHTLIJ 99/ /EG VA HET EUROPEES PARLEME T E DE RAAD I ZAKE EXTRACTE VA KOFFIE E

Nadere informatie

Oneerlijke handelspraktijken jegens consumenten

Oneerlijke handelspraktijken jegens consumenten Monografieen BW B49a Oneerlijke handelspraktijken jegens consumenten Mr. D.W.F. Verkade Advocaat-generaal bij de Hoge Raad der Nederlanden Kluwer - Deventer - 2009 Inhoud WOORD VOORAF V ENIGE AFKORTINGEN

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 september 2001 (06.09) (OR. fr) 11580/01 Interinstitutioneel dossier: 2001/0186 (COD)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 september 2001 (06.09) (OR. fr) 11580/01 Interinstitutioneel dossier: 2001/0186 (COD) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 4 september 2001 (06.09) (OR. fr) 11580/01 Interinstitutioneel dossier: 2001/0186 (COD) ENT 175 EEE 60 SAN 99 CODEC 831 INGEKOMEN DOCUMENT van: de heer Bernhard ZEPTER,

Nadere informatie

PUBLIC RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 9 juli 2004 (14.07) (OR. en) 11091/04 Interinstitutioneel dossier: 2004/001 (COD) LIMITE

PUBLIC RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 9 juli 2004 (14.07) (OR. en) 11091/04 Interinstitutioneel dossier: 2004/001 (COD) LIMITE Conseil UE RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 9 juli 2004 (4.07) (OR. en) PUBLIC 09/04 Interinstitutioneel dossier: 2004/00 (COD) LIMITE JUSTCIV 99 COMPET 3 SOC 337 CODEC 874 OTA van: het voorzitterschap

Nadere informatie

13740/1/00 REV 1 ADD 1 die/jel/nj 1 DG J

13740/1/00 REV 1 ADD 1 die/jel/nj 1 DG J RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 12 februari 2001 (OR. fr) Interinstitutioneel dossier: 2000/0157 (COD) 13740/1/00 REV 1 ADD 1 LIMITE SOC 455 FIN 492 CODEC 915 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN

Nadere informatie

S A M E N V A T T I N G

S A M E N V A T T I N G 5 6 Samenvatting De Verordening en de adviesaanvraag In juli 2003 heeft de Europese Commissie een voorstel ingediend voor een Verordening over de samenwerking tussen de nationale instanties die verantwoordelijk

Nadere informatie

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO N Handelspraktijken Voorv. Prod. A03 Brussel, 23.09.2008 MH/AB/LC A D V I E S over EEN ONTWERP VAN KONINKLIJK BESLUIT TOT OMZETTING VAN DE RICHTLIJN 2007/45/EG

Nadere informatie

RAAD VOOR HET VERBRUIK

RAAD VOOR HET VERBRUIK RvV 489 RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES over een ontwerp van Koninklijk Besluit tot opheffing van het Koninklijk Besluit van 18 juli 1972 betreffende de aanduiding van de prijs van juwelen, uurwerken, goud-

Nadere informatie

N HANDELSPR Fin. diensten A 03 Brussel, MH/SL/LC A D V I E S. betreffende

N HANDELSPR Fin. diensten A 03 Brussel, MH/SL/LC A D V I E S. betreffende N HANDELSPR Fin. diensten A 03 Brussel, 18.05.2005 MH/SL/LC A D V I E S betreffende DE OMZETTING IN BELGISCH RECHT VAN TWEE EUROPESE RICHTLIJNEN INZAKE FINANCIËLE DIENSTEN OP AFSTAND (bekrachtigd door

Nadere informatie

N Financiële planners A2 Brussel, 27 maart 2014 MH/SL-EDJ/AS 717-2014 ADVIES. over

N Financiële planners A2 Brussel, 27 maart 2014 MH/SL-EDJ/AS 717-2014 ADVIES. over N Financiële planners A2 Brussel, 27 maart 2014 MH/SL-EDJ/AS 717-2014 ADVIES over EEN ONTWERP VAN WET INZAKE HET STATUUT VAN EN HET TOEZICHT OP DE ONAFHANKELIJK FINANCIËLE PLANNERS EN INZAKE HET VERSTREKKEN

Nadere informatie

No.W /II 's-gravenhage, 5 november 2012

No.W /II 's-gravenhage, 5 november 2012 ... No.W03.12.0390/II 's-gravenhage, 5 november 2012 Bij Kabinetsmissive van 28 september 2012, no.12.002275, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Veiligheid en Justitie, mede namens

Nadere informatie

RVV 377 RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

RVV 377 RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES RVV 377 RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES over het verzoekschrift met het oog op het bekomen van de bescherming van de beroepstitel van interieurarchitect. Brussel, 10 april 2007 SAMENVATTING A. Algemene opmerkingen

Nadere informatie

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES RVV- 504 RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES Over de wetgeving inzake de perioden van de solden en de sperperiode Brussel, 26 januari 2017 1 SAMENVATTING Per brief van 9 november 2016 heeft de Minister van Middenstand,

Nadere informatie

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES RVV- 509 RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES Over het ontwerp van koninklijk besluit houdende oprichting van de bijzondere raadgevende commissie Verbruik binnen de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven en tot

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT WERKDOCUMENT. Commissie juridische zaken betreffende consumentenrechten. Commissie juridische zaken

EUROPEES PARLEMENT WERKDOCUMENT. Commissie juridische zaken betreffende consumentenrechten. Commissie juridische zaken EUROPEES PARLEMENT 2004 Commissie juridische zaken 2009 15.4.2009 WERKDOCUMENT betreffende consumentenrechten Commissie juridische zaken Rapporteur: Diana Wallis DT\780948.doc PE423.804v01-00 Inleiding

Nadere informatie

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES. Over het verzoek tot bescherming van de beroepstitel van interieurarchitect van de Unie van Designers van België (UDB).

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES. Over het verzoek tot bescherming van de beroepstitel van interieurarchitect van de Unie van Designers van België (UDB). RVV 383 RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES Over het verzoek tot bescherming van de beroepstitel van interieurarchitect van de Unie van Designers van België (UDB). Brussel, 2 juli 2007 1 De Raad voor het Verbruik

Nadere informatie

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 24.6.2010 COM(2010)331 definitief 2010/0179 (CNS) C7-0173/10 Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EEG betreffende het gemeenschappelijk

Nadere informatie

9317/17 pro/gra/sl 1 D 2A

9317/17 pro/gra/sl 1 D 2A Raad van de Europese Unie Brussel, 19 mei 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0190 (CNS) 9317/17 JUSTCIV 113 NOTA van: aan: het voorzitterschap nr. vorig doc.: WK 5263/17 Nr. Comdoc.: 10767/16

Nadere informatie

Noot onder Vzr. Rb. Amsterdam 25 november 2010, B (Nestlé/Mars)

Noot onder Vzr. Rb. Amsterdam 25 november 2010, B (Nestlé/Mars) De art. 6:193a e.v. BW, art. 6:194 BW en art. 6:194a BW Paul Geerts, Rijksuniversiteit Groningen Noot onder Vzr. Rb. Amsterdam 25 november 2010, B9 9243 (Nestlé/Mars) 1. In Vzr. Rb. Amsterdam 25 november

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 maart 2018 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 maart 2018 (OR. en) Conseil UE Raad van de Europese Unie Brussel, 9 maart 2018 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0399 (COD) 6932/18 LIMITE NOTA I/A-PUNT van: aan: het voorzitterschap INST 96 JUR 109 CODEC 343 JUSTCIV

Nadere informatie

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES RvV 482 RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES Over een ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 maart 2004 betreffende honing. Brussel, 23 april 2015 SAMENVATTING Dit voorstel

Nadere informatie

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO N EU - Contractenrecht A03 Brussel, 9 december 2010 MH/SL/AS A D V I E S over DE CONSULTATIE VAN DE EUROPESE COMMISSIE OVER HET EUROPEES CONTRACTENRECHT VOOR CONSUMENTEN

Nadere informatie

PUBLIC RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 24 april 2009 (30.04) (OR. fr) 6094/1/09 REV 1 LIMITE JUSTCIV 32 CO SOM 21

PUBLIC RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 24 april 2009 (30.04) (OR. fr) 6094/1/09 REV 1 LIMITE JUSTCIV 32 CO SOM 21 Conseil UE RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 24 april 2009 (30.04) (OR. fr) PUBLIC 6094//09 REV LIMITE JUSTCIV 32 CO SOM 2 OTA van: aan: Betreft: het voorzitterschap het Comité burgerlijk recht (overeenkomsten)

Nadere informatie

N Limosa2018 A2 Brussel, 10 oktober 2018 MH/JC/AS ADVIES. betreffende

N Limosa2018 A2 Brussel, 10 oktober 2018 MH/JC/AS ADVIES. betreffende N Limosa2018 A2 Brussel, 10 oktober 2018 MH/JC/AS 788-2018 ADVIES betreffende DE AFBAKENING VAN DE RISICOSECTOREN VOOR DE VERPLICHTE LIMOSA-AANGIFTE VOOR ZELFSTANDIGEN (goedgekeurd door het bureau op 19

Nadere informatie

15445/1/06 REV 1 wat/hor/mg 1 DG H 2B

15445/1/06 REV 1 wat/hor/mg 1 DG H 2B RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 24 november 2006 (01.12) (OR. en) 15445/1/06 REV 1 COPEN 119 NOTA van: het voorzitterschap aan: de Raad nr. vorig doc.: 15115/06 COPEN 114 nr. Comv.: COM(2005) 91 def.

Nadere informatie

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL JUSTITIE EN CONSUMENTENZAKEN DIRECTORAAT-GENERAAL MOBILITEIT EN VERVOER

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL JUSTITIE EN CONSUMENTENZAKEN DIRECTORAAT-GENERAAL MOBILITEIT EN VERVOER EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL JUSTITIE EN CONSUMENTENZAKEN DIRECTORAAT-GENERAAL MOBILITEIT EN VERVOER Brussel, 27 februari 2018 Rev1 KENNISGEVING AAN BELANGHEBBENDEN TERUGTREKKING VAN HET VERENIGD

Nadere informatie

15201/17 gar/oms/dp 1 DG D 2A

15201/17 gar/oms/dp 1 DG D 2A Raad van de Europese Unie Brussel, 30 november 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0359 (COD) 15201/17 NOTA van: aan: het voorzitterschap de Raad nr. vorig doc.: 9316/17 Nr. Comdoc.: 14875/16

Nadere informatie

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES. over de hypothese van het verbod of van nieuwe maatregelen ter beperking van de huis-aan-huis verkoop.

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES. over de hypothese van het verbod of van nieuwe maatregelen ter beperking van de huis-aan-huis verkoop. R.v.V. 200 RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES over de hypothese van het verbod of van nieuwe maatregelen ter beperking van de huis-aan-huis verkoop. Brussel, 5 maart 1999 De Raad voor het Verbruik, die op 5

Nadere informatie

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES R.v.V. 235 RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES over het wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument, met het oog

Nadere informatie

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 7.8.2013 COM(2013) 577 final 2013/0280 (CNS) C7-0268/13 Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD tot wijziging van de Richtlijnen 2006/112/EG en 2008/118/EG wat betreft de Franse

Nadere informatie

14722/16 eer/rts/sl 1 DG G 2B

14722/16 eer/rts/sl 1 DG G 2B Raad van de Europese Unie Brussel, 24 november 2016 (OR. en) 14722/16 FISC 200 ECOFIN 1088 NOTA I/A-PUNT van: aan: Betreft: het secretariaat-generaal van de Raad het Comité van permanente vertegenwoordigers

Nadere informatie

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES RvV 419 RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES Over een ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 28 november 1969 en een ontwerp van ministerieel besluit genomen in uitvoering

Nadere informatie

8537/15 dau/pw/sm 1 DG G 3 A

8537/15 dau/pw/sm 1 DG G 3 A Raad van de Europese Unie Brussel, 19 mei 2015 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2013/0246 (COD) 8537/15 NOTA van: aan: het secretariaat-generaal van de Raad CONSOM 74 MI 286 TOUR 5 JUSTCIV 95 CODEC

Nadere informatie

Ook de Memorie van Toelichting moet in die richting worden aangepast.

Ook de Memorie van Toelichting moet in die richting worden aangepast. ADVIES NR 44 VAN 22 MEI 2001 VAN DE VASTE COMMISSIE ARBEID VAN DE RAAD VAN DE GELIJKE KANSEN VOOR MANNEN EN VROUWEN OMTRENT HET VOORONTWERP VAN WET BETREFFENDE DE BESCHERMING VAN DE WERKNEMERS TEGEN GEWELD,

Nadere informatie

Betreft: Ontwerp van koninklijk besluit betreffende de mededeling van informaties in het wachtregister. (A/2009/034)

Betreft: Ontwerp van koninklijk besluit betreffende de mededeling van informaties in het wachtregister. (A/2009/034) 1/6 Advies nr 05/2010 van 3 februari 2010 Betreft: Ontwerp van koninklijk besluit betreffende de mededeling van informaties in het wachtregister. (A/2009/034) De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802 NOTA van: aan: Betreft: het voorzitterschap het Comité van permanente vertegenwoordigers Initiatief

Nadere informatie

2. In het arrest van 20 september 2001 heeft het Hof uitspraak gedaan over twee prejudiciële vragen die respectievelijk betrekking hadden op:

2. In het arrest van 20 september 2001 heeft het Hof uitspraak gedaan over twee prejudiciële vragen die respectievelijk betrekking hadden op: Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 11 juni 2002 (26.06) (OR. fr) PUBLIC 9893/02 Interinstitutioneel dossier: 2001/0111 (COD) LIMITE 211 MI 108 JAI 133 SOC 309 CODEC 752 BIJDRAGE VAN DE IDISCHE

Nadere informatie

bron : Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB C 177 E van 27/06/2000

bron : Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB C 177 E van 27/06/2000 bron : http://www.emis.vito.be Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen dd. 27-06-2000 Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB C 177 E van 27/06/2000 Gewijzigd voorstel voor een beschikking

Nadere informatie

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES RVV- 472 RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES Over een ontwerp van wet tot wijziging van het Wetboek van economisch recht, met betrekking tot de afronding van betalingen in euro. Brussel, 20 maart 2014 1 SAMENVATTING

Nadere informatie

Voorstel voor een. VERORDENING (EU) Nr. VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een. VERORDENING (EU) Nr. VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Voorstel voor een Brussel, 6.10.2010 COM(2010) 544 definitief 2010/0272 (COD) C7-0316/10 VERORDENING (EU) Nr. VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot intrekking van Verordening (EG)

Nadere informatie

Richtlijn 85/577/EEG van de Raad van 20 december 1985 betreffende de bescherming van de consument bij buiten verkoopruimten gesloten overeenkomsten

Richtlijn 85/577/EEG van de Raad van 20 december 1985 betreffende de bescherming van de consument bij buiten verkoopruimten gesloten overeenkomsten Richtlijn 85/577/EEG van de Raad van 20 december 1985 betreffende de bescherming van de consument bij buiten verkoopruimten gesloten overeenkomsten Publicatieblad Nr. L 372 van 31/12/1985 blz. 0031-0033

Nadere informatie

Arbitragecommissie. Wet van 19 december 2005 betreffende de precontractuele informatie bij commerciële samenwerkingsovereenkomsten

Arbitragecommissie. Wet van 19 december 2005 betreffende de precontractuele informatie bij commerciële samenwerkingsovereenkomsten Advies nr. 2009/03 van 29 juni 2009 Arbitragecommissie Wet van 19 december 2005 betreffende de precontractuele informatie bij commerciële samenwerkingsovereenkomsten Advies over de eventuele verplichting

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 september 2006 (OR. en) 12758/06 Interinstitutioneel dossier: 2005/0204 (CNS) ASIM 63 OC 655

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 september 2006 (OR. en) 12758/06 Interinstitutioneel dossier: 2005/0204 (CNS) ASIM 63 OC 655 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 26 september 2006 (OR. en) 12758/06 Interinstitutioneel dossier: 2005/0204 (CNS) ASIM 63 OC 655 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESCHIKKING VAN DE

Nadere informatie

9901/17 dau/dau/fb 1 DG D 2A

9901/17 dau/dau/fb 1 DG D 2A Raad van de Europese Unie Brussel, 1 juni 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2015/0287 (COD) 9901/17 NOTA van: aan: het voorzitterschap Raad nr. vorig doc.: 9641/17 + ADD 1 Nr. Comdoc.: 15251/15

Nadere informatie

De verhouding tussen Richtlijn 98/34/EG en de Verordening betreffende wederzijdse erkenning

De verhouding tussen Richtlijn 98/34/EG en de Verordening betreffende wederzijdse erkenning EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL ONDERNEMINGEN EN INDUSTRIE Leidraad 1 Brussel, 1.2.2010 - De verhouding tussen Richtlijn 98/34/EG en de Verordening betreffende wederzijdse erkenning 1. IEIDING

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 14.12.2016 COM(2016) 798 final 2016/0399 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot aanpassing van een aantal rechtshandelingen op het gebied

Nadere informatie

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES R.v.V. 193 RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES over de uitbreiding, tot het geheel van munten, van de regel van de afzonderlijke aanduiding van commissielonen, van toepassing op de omzetverrichtingen van biljetten

Nadere informatie

Wet van 19/12/05 betreffende precontractuele informatie bij commerciële samenwerkingsovereenkomsten

Wet van 19/12/05 betreffende precontractuele informatie bij commerciële samenwerkingsovereenkomsten Wet van 19/12/05 betreffende precontractuele informatie bij commerciële samenwerkingsovereenkomsten Op 18.01.2006 verscheen in het Belgisch Staatsblad de Wet betreffende de precontractuele informatie bij

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 411 Regels omtrent instanties die verantwoordelijk zijn voor handhaving van de wetgeving inzake consumentenbescherming (Wet handhaving consumentenbescherming)

Nadere informatie

TOELICHTING WIJZIGING VAN DE STATUTEN EN VAN HET

TOELICHTING WIJZIGING VAN DE STATUTEN EN VAN HET 1 TOELICHTING WIJZIGING VAN DE STATUTEN EN VAN HET HUISHOUDELIJK REGLEMENT - BGWF RvB april 2015 De inwerkingtreding van de wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen vereist een aanpassing van

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 17.9.2018 COM(2018) 642 final 2018/0333 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in het Europees

Nadere informatie

De tekst zoals die er nu uitziet, staat in document 12932/99 CONSOM 70 ECOFIN 238 CODEC 684.

De tekst zoals die er nu uitziet, staat in document 12932/99 CONSOM 70 ECOFIN 238 CODEC 684. RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 19 november 1999 (21.12) (OR. en) 12931/99 Interinstitutioneel dossier: 98/0245 (COD) LIMITE CONSOM 69 ECOFIN 237 CODEC 683 INLEIDENDE NOTA van: het secretariaat-generaal

Nadere informatie

Versoepeling van het formalisme op het gebied van precontractuele informatie in het kader van een commerciële samenwerkingsovereenkomst?

Versoepeling van het formalisme op het gebied van precontractuele informatie in het kader van een commerciële samenwerkingsovereenkomst? Versoepeling van het formalisme op het gebied van precontractuele informatie in het kader van een commerciële samenwerkingsovereenkomst? Mrs. Annick Mottet Haugaard Partner annick.mottet@lydian.be Mr.

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 10 januari 2000 (18.01) (OR.en) 5168/00 Interinstitutioneel dossier: 97/0359 (COD) LIMITE PI 3 CULTURE 2 CODEC 12

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 10 januari 2000 (18.01) (OR.en) 5168/00 Interinstitutioneel dossier: 97/0359 (COD) LIMITE PI 3 CULTURE 2 CODEC 12 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 10 januari 2000 (18.01) (OR.en) 5168/00 Interinstitutioneel dossier: 97/0359 (COD) LIMITE PI 3 CULTURE 2 CODEC 12 SAMENVATTING BESPREKINGEN van: de groep Intellectuele

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 28.10.2016 COM(2016) 694 final 2016/0343 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD inzake de sluiting, namens de Europese Unie, van een overeenkomst tot wijziging van de Overeenkomst

Nadere informatie

Deontologische code - Commissie Projectsourcing

Deontologische code - Commissie Projectsourcing Deontologische code - Commissie Projectsourcing 1. Algemene bepalingen 1.1. Doel van deze gedragscode is het bepalen van de regels waartoe de leden zich verbinden ze na te leven. Ze moet bijdragen tot

Nadere informatie

C.O.B.A. 4 COMMISSIE VOOR ONRECHTMATIGE BEDINGEN

C.O.B.A. 4 COMMISSIE VOOR ONRECHTMATIGE BEDINGEN C.O.B.A. 4 COMMISSIE VOOR ONRECHTMATIGE BEDINGEN Aanbeveling betreffende strafbedingen Brussel, 21 oktober 1997 1 Gelet op de artikelen 35, par. 3, lid 2, en 36 van de wet van 14 juli 1991 betreffende

Nadere informatie