10 jaar puntig denken + betere getallen: ons puntteljubileum
|
|
- Ludo Smets
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 NIEUWSBRIEF STICHTING WERKGROEP GRAUWE KIEKENDIEF jaargang 10, nummer 1 Ontstaan MAS Punttellingen Natuurbank Nederland Met MAS meer MAnS De waarde van MAS SBP Vlaanderen Tom van Noort Arnout Posthumus Patrijzentelling 10 jaar puntig denken + betere getallen: ons puntteljubileum Ben Koks In deze Nieuwsbrief ligt de nadruk op onze punttellingen. In 2006 zijn we begonnen met het organiseren van punttellingen. De slimme en hardwerkende student Christian Oskamp Wageningen UR heeft ons destijds een enorm geholpen met het op poten zetten van ons punttelmeetnet. Met het bedenken van strakke regeltjes voor het systematisch tellen (gebaseerd op het Biologisch Meetnet van de provincie Groningen) en door het houden van telproefjes met vrijwilligers werd de basis gelegd voor de huidige systematiek van punttellingen ( MAS ). Een nieuwe loot aan ons veldwerk was ontsproten. Kees van Scharenburg was destijds het meesterbrein achter onze inspanningen. Dankzij zijn directe bemoeienis werden de punttellingen in de grootschalige akkerbouwgebieden in Drenthe, Flevoland, Friesland en Groningen al gauw een betrouwbaarder meetnet dan de methode met proefvlakken ( BMP ). In 2009 haakten Sovon en het Centraal Bureau voor Statistiek (CBS) aan. De inzet was om onze punttellingen methodologisch zo goed uit te werken dat het kon worden geformaliseerd als tweede broedvogelmeetnet in Nederland. Naast het Broedvogel Monitoring Project (BMP) was er nu dus ook het Meetnet Agrarische Soorten (MAS). In 2015 schreven we samen met Sovon een advies voor de provincie-overkoepelende beleidsorganisatie BIJ12 waarin Stichting Werkgroep Grauwe Kiekendief Postbus ZG Scheemda Bezoekadres: Plattelandshuis Oost-Groningen Nassaustraat BW Winschoten Facebook: Werkgroep Grauwe Kiekendief
2 Pagina 2 de voors en tegens van BMP en MAS op een rij zijn gezet. Inmiddels is duidelijk dat onze investering van tien jaar terug een prachtige en op veel vlakken nettere monitoring mogelijk maakt voor soorten die voorkomen in open en halfopen landschappen. In de jaren werd dankzij grote inspanning van vrijwilligers en studenten het habitatgebruik van Grauwe Kiekendieven in kaart gebracht. Overigens was het ons er in 2006 niet te doen om een verbeterde versie van een akkervogelmeetnet te ontwerpen. In die jaren waren we vooral druk bezig om met radiozendertjes het habitatgebruik van Grauwe Kiekendieven in Oost-Groningen en Zuidelijk Flevoland in kaart te brengen. We hielden ons sinds 1992 al bezig met het monitoren van Veldmuizen, en wisten uit ons braakballenonderzoek dat prooisoorten als juveniele Haas, Gele Kwikstaart en Veldleeuwerik een belangrijk fundament vormden in het dieet van Nederlandse Grauwe Kiekendieven. Het was Rob Bijlsma die steeds hamerde op het netjes meten van het voedselaanbod in roofvogelonderzoek, en wie Rob een beetje kent weet dat hameren dan ook bijna letterlijk opgevat kan worden. Kees van Scharenburg Rob Bijlsma Het moge duidelijk zijn dat wij onze inspiratoren Kees van Scharenburg en Rob Bijlsma dankbaar zijn dat ze ons destijds zo geweldig hebben gestimuleerd om verschrikkelijk veel vrije tijd te stoppen in het opzetten van een degelijk broedvogelmeetnet. Het is aardig om eens bij deze start stil te staan. We zijn dan ook enorm trots dat dit illustere duo een stukje heeft willen schrijven in deze weer goed gevulde nieuwsbrief.
3 Pagina 3 Het weidevogelmeetnet van de provincie Groningen, een voorloper van het MAS Kees van Scharenburg Daar sta je dan. We schrijven 1985 en zojuist zijn door provincie Groningen de klassieke natuurkarteringen wegbezuinigd. Die moeten vervangen worden door een monitoringsysteem voor vogels, vegetatie en landschap. Leuk, maar het probleem is dat ik er voor de vogelmonitoring alleen voor sta. Niet alleen voor de monitoring zelf, maar ook voor alle bijkomende werkzaamheden als rapportages, adviezen en (helaas) vele vergaderingen. Dat heeft natuurlijk consequenties voor de vraagstelling en de uitvoering van de monitoring. Welke biotopen met bijbehorende soorten ga je monitoren en vooral hoe ga je dat op een zo efficiënt mogelijke wijze doen? Bij het provinciale natuurbeleid lag het accent op bijzondere natuurgebieden en de open graslanden. Dat laatste omdat de weidevogelgemeenschap van groot belang werd gevonden. Informatie over de natuurgebieden was in beperkte mate te vinden bij de terreinbeheerders en via Sovon. Van de graslanden was alleen bekend waar min of meer waardevolle gebieden lagen. Kortom het lag voor de hand bij de monitoring voor de open graslanden te kiezen. In 1990 werd de personele situatie wat beter en is er toen ook een akkervogelmeetnet opgezet. De totale oppervlakte grasland bedroeg ruwweg ha. Deze zou op de één of andere manier jaarlijks gemonitord moeten worden, want er werd iedere vier jaar een rapportage verwacht. Daarin zou informatie moeten staan over aantalsontwikkelingen, en trendverschillen tussen gebieden met zwaar natuurbeheer, licht (agrarisch) natuurbeheer en reguliere landbouw. Ook was inzicht in de ruimtelijke verdeling van de weidevogelpopulaties gewenst. Omdat het voor één persoon onmogelijk is een dergelijke oppervlakte jaarlijks te monitoren, is voor een steekproefaanpak gekozen. Gezien de vragen zou de steekproef zo groot mogelijk moeten zijn. Met de arbeidsintensieve BMP-methode zou maar een beperkt aantal meetpunten haalbaar zijn. Dit had als consequentie dat naar een efficiëntere methode is gezocht. Na rijp beraad is gekozen voor een punttelmethode. Deze is in 1986 in het veld getest en zag er in grote lijnen als volgt uit: een meetpunt heeft een straal van 300 meter (dus een oppervlakte van 28,3 ha). Er worden in de loop van het seizoen (april t/m half juni) vijf bezoeken gebracht. Elk bezoek wordt tien minuten geteld. Daarbij wordt een simpele broedcode gebruikt om broedvogels van nietbroedvogels te onderscheiden. Broedparen werden geturfd. Van de niet-broedvogels werden de individuen geturfd. Alle soorten werden geteld. Er werd een extra nachtbezoek gebracht voor Kwartel en Kwartelkoning. Daarnaast wordt extra informatie opgenomen over zicht, verstoring, beweiding, maaitoestand, vee etc. Een MAS-teller zal hierin de contouren van het MAS herkennen.
4 Pagina 4 De meetpunten werden aselect gekozen en verdeeld over zes gebiedstypen, te weten: de drie genoemde natuurcategorieën, die gekruist zijn met de bodemtypen klei en veen. Aan iedere categorie werden vijftien meetpunten toebedeeld. Daarnaast werd een aantal extra meetpunten gevolgd om meer specifieke beleidsvragen te beantwoorden. In totaal ging het om meer dan 100 meetpunten. Het voordeel van een groot aantal ruimtelijk verspreide meetpunten was in dit geval dat niet alleen informatie kon worden verzameld over de meetpunten zelf, maar ook enig zicht werd verkregen op de ornithologische betekenis van de ertussen gelegen gebieden. Dit was een belangrijke reden om alle verplaatsingen per fiets of te voet te doen. Zo hoor en zie je nog eens wat extra s, niet alleen clusters met broedende Grutto s, maar ook bijzondere soorten als Patrijs, Paapje, Grauwe Gors en Velduil. De methode is vanaf 1987 tot en met 2011 gebruikt bij het provinciale weidevogelmeetnet. Daarna is ze omgezet in het welbekende MAS. Het meetnet is daarmee samen met het weidevogelmeetnet van Noord-Holland één van de langstlopende provinciale weidevogelmeetnetten. Het is in de loop der tijd ook onderdeel geworden van het landelijk weidevogelmeetnet van Sovon. Wat leverde het meetnet op? Inzicht in de aantalsontwikkelingen van weidevogels in Groningen. De resultaten zijn om de vier jaar gepubliceerd in de provinciale Toestand van Natuur en Landschap in de provincie Groningen. Naar aanleiding van de huidige commotie over de afname van de wilde eend is het aardig om te zien dat deze al geruime tijd in het meetnet zichtbaar was. Het meetnet leverde voor het provinciale beleid belangrijke informatie over aantalsontwikkelingen en de effecten van het ruimtelijke ordenings- en natuurbeleid. Door de relatief grote steekproef en de ruimtelijke verspreiding daarvan, gaf het meetnet een goede kijk op de ruimtelijke veranderingen van de weidevogelpopulaties in Groningen. Niet onbelangrijk waren daarbij de waarnemingen in de gebieden tussen de meetpunten. Grauwe Gors ontdekt tijdens MAS-telling in Ben Koks Een minpuntje is het tien minuten tellen op punten waar bijna niets (meer) zat. Daar ligt verveling op de loer. Maar als je alert blijft is er altijd wel wat te zien: overvliegende soorten, foeragerende Rosse Grutto s, meeuwen etc. en last but not least Hazen, Reeën en vlinders. Vanaf 2006 werd de punttelmethode in licht gewijzigde vorm door Werkgroep Grauwe Kiekendief ook in de akkergebieden toegepast. In samenwerking met de provincie werd rond 2008 onderzoek gedaan naar de zeggingskracht van de methode, onder meer ten opzichte van het BMP. Dit leidde tot enkele verbeteringen in de methode en resulteerde na overleg tussen provincies, WGK en Sovon in het MAS zoals we dat nu kennen. Al met al is de punttelmehode een efficiënte manier om tegen geringe kosten veel bruikbare informatie boven tafel te krijgen.
5 Pagina 5 Punttellingen (und kein Ende?) Rob Bijlsma Vogels tellen heeft een grote vlucht genomen, en dan druk ik me zwak uit. Het is bijkans een religie. Dat is van betrekkelijk recente datum. Pioniers als Johan Axel Palmén (Finland, ) en Joseph Grinnell (Californië, ) begonnen pas eind 19de en begin 20ste eeuw met kwantitatieve en gestandaardiseerde tellingen. In Nederland liepen we achter, maar hadden we in Luuk Tinbergen ( ) een leermeester die met zijn Vogels in hun domein een inspirerend voorbeeld gaf. Dat boekje is nog steeds overal te krijgen (het is diverse malen herdrukt) en vormde de opmaat voor de methode Bloem (Freek Bloem , Truus Bloem ) en de Handleiding voor het inventariseren van broedvogels in Nederland (uitgebracht door de VWG Grote Rivieren in 1973). Die laatste twee vormden, samen met Tinbergens geschriften, de norm voor vogeltellend Nederland totdat in 1973 Sovon werd opgericht. Vanuit die organisatie werd in de jaren tachtig, na lang beraad, besloten de algemene broedvogels te tellen via de Territoriumkartering, later de Uitgebreide Territoriumkartering. Ik heb er indertijd over meegepraat. Het was de tijd van Praktische Vogelkunde (1974) en van Peter Berthold die in 1976 met zijn Methoden der Bestandserfassung in der Ornithologie: Übersicht und kritische Betrachtung een bom legde onder vogeltellend Duitsland (en Nederland, de rest van de wereld negeerde het stuk en had dus nergens last van). Allemaal hete soep, opgediend zonder pardon, en tot in de kleine uurtjes bediscussieerd. Na uitgebreide papperlepap in commissieverband (ja, echt, dat dééd je toen nog) vonden we de territoriumkartering binnen het beschikbare scala van methoden, binnen de doelstellingen die we voor ogen hadden, de beste manier van inventariseren in een Nederlandse setting. En nog steeds is het voor Nederlandse vogeltellers dé manier om algemene broedvogels te karteren. Maar de tijd staat niet stil. Het zou vreemd zijn als je niet wat bijleert gedurende decennia van veldwerk. Zoals: kies de methode die het beste bij je past, in termen van te bereiken doel(en), mankracht en geld (dat laatste is het minst belangrijk). Of: mocht onverhoopt een gekozen methode niet goed werken of anderszins niet deugen, en er dient zich een betere methode aan, kies dan een andere. Natuurlijk wel beide methoden een paar jaar parallel laten lopen, om te zien hoe ze zich tot elkaar verhouden (zoals de Britten deden). In Groningen hebben ze dat goed begrepen (zie ook het verhaal van Kees van Scharenburg in deze nieuwsbrief, met betrekking tot de weidevogels). Groot gebied, kale bende, naar verhouding weinig mankracht (maar gemotiveerd en goed opgeleid). Met een arbeidsintensieve methode als de Uitgebreide Territoriumkartering kun je dan maar weinig gebiedjes bekijken. De ligging van die gebiedjes is boven verre van willekeurig. Dan is het slimmer te kiezen voor een eenvoudige methode, de punttelling, die minder tijd kost en veel punten oplevert. Dat laatste is belangrijk om de variantie in je waarnemingen naar een aanvaardbaar niveau
6 Pagina 6 terug te brengen. En heel belangrijk: laat de waarnemers niet zelf telpunten kiezen. Ze moeten meedraaien in een strak gerandomiseerde opzet, waarbij de punten willekeurig zijn gekozen (al dan niet gestratificeerd naar bodemsoort of habitat). Dat lijkt misschien vervelend, omdat je óók in troosteloze oorden moet tellen, iets wat een vogelaar doorgaans mijdt als de pest (kijk maar eens hoe de waarnemingen op Waarneming.nl zijn verdeeld over het land, of de BMP-plotjes). De waarde van random punttellingen, zeker vergeleken met niet-willekeurige punten, is evident en goed uit te leggen aan gemotiveerde waarnemers. Daarbij geldt: liever weinig waarnemers, mits gemotiveerd en goed opgeleid, dan grote aantallen waarnemers van wisselvallige kwaliteit (al die hosanna over citizen science is toch vooral PR-babbel). Dat nog los van de problemen die opduiken bij niet-willekeurige steekproeven (maar dat is een ander verhaal), en die je bij gerandomiseerde punttellingen in ieder geval hebt buitengesloten. Uiteraard zijn ook punttellingen niet vrij van methodologisch feilen. Dat geldt voor álle telmethoden, maar speciaal voor die welke zich van relatieve methoden bedienen (inclusief punttellingen). Er zijn handboeken over geschreven, gespecialiseerde en algemene, inmiddels een boekenplank vol. De wetenschappelijke tijdschriften staan stijf van de artikelen die zeggen de oplossing van al uw telproblemen te hebben gevonden. Vaak technocratisch van aard, zelden of nooit echt effectief. Dat komt vooral doordat technische oplossingen zelden iets van doen hebben met de werkelijkheid. Alle typen tellingen, maar die welke gebruikmaken van relatieve methoden in het bijzonder, moeten getoetst worden aan het echte leven. Zo niet, dan ga je vroeg of laat de mist in, zonder het te beseffen. In Groningen is dat deels opgelost door parallel aan de punttellingen óók onderzoek te doen naar absolute dichtheden (Grauwe Kiekendief natuurlijk, maar lokaal ook Veldleeuweriken) en door nesten te zoeken. Zonder validering van telmethoden is zinvol onderzoek onmogelijk. Zelfs bij een absolute telmethode, zoals bedacht door Leo Zwarts en zijn kornuiten in de Sahel, valt aan ijking niet te ontkomen, zij het dat die telmethode eenmaal precies en accuraat bevonden zonder verdere validering kan worden toegepast (wat niet betekent dat je als een zombie een maniertje toepast: altijd op je hoede zijn). Maar ja, absolute telmethoden kosten weer buitensporig veel tijd. Zo is het altijd wat. Ondertussen is het zaak ogen en oren goed open te houden. Wie weet duiken er nóg slimmere en effectievere telmethoden op. Hoe het zij: veldwerk is en blijft cruciaal, permanente ijking aan de werkelijkheid evenzeer. Dat de Groningse akkervogelaars voor punttellingen hebben gekozen, is een slimme zet gebleken. Eigenlijk hadden we dat in de jaren tachtig voor geheel Nederland moeten voorstellen. Maar het is niet te laat: omschakeling is altijd mogelijk (zie de Britten). Het vergt een kleine Umwertung aller Werte onder de vogelaars, maar dat is zo gepiept. En voor de minder algemene soorten nemen we dan specifieke en absolute telmethoden in combinatie met nestonderzoek. Wat zouden we dan opeens veel te weten komen!
7 Pagina 7 Natuurbank Nederland, een nieuwe loot aan de tak Ben Koks Stichting Werkgroep Grauwe Kiekendief is per 1 januari 2016 officieel toegetreden tot Stichting NatuurBank Nederland (NBNL). Namens de werkgroep zijn Ben Koks en bestuurslid Karl Veneman toegetreden tot het stichtingsbestuur van NBNL. De oprichters van NBNL zijn Stichting Natuurinformatie, NatuurBank Limburg onderdeel van het Natuur Historisch Genootschap Limburg en Stichting Staring Advies. Werkgroep Grauwe Kiekendief is nu de vierde partner. Wat hebben wij als Werkgroep met als specialisatie akkervogels, kiekendieven, Velduilen en Veldmuizen en Veldleeuweriken en nogal wat projecten buiten Nederland te zoeken bij NBNL? Dit gaat een paar jaar terug in de tijd en heeft te maken met de altijd prettige, constructieve en vooral benaderbare samenwerking met de mensen achter Waarneming.nl. Ofwel, niet lullen maar poetsen. Tegelijkertijd is Werkgroep Grauwe Kiekendief ervan overtuigd dat de gegevens die een toenemend aantal vrijwilligers binnen en buiten Nederland uit naam van WGK verzamelen op een goede wijze door derden gebruikt moeten kunnen worden. Of het nu de broedbiologische data betreft van Henk Jan Ottens Veldleeuweriken, Gele Kwikstaarten of Graspiepers, de tellingen die Jitty Hakkert op de Vogelakkers verzamelt, de berg aan data uit promotietrajecten, de vele MAS-punten die we samen met vrijwilligers en studenten onder handen nemen, de kiekendieven die Madeleine en Tom dit jaar gaan beschermen, de gegevens die we tijdens onze reizen naar Afrika verzamelden, of de losse waarnemingen die iedereen in binnen- en buitenland in Observado.org of Waarneming.nl intikt: wij zijn van mening dat vrijwilligers, studenten en anderen met niet-commerciële bedoelingen gebruik moet kunnen maken van onze data. Uit principe dus. Om een voorbeeld te geven van wat wij als gebruik van data voor het algemene nut zien, kan de aanstaande vogelatlas Jitty Hakkert en Tom van Noort bezig met een van de vele inventarisaties in de Vogelakker aan de Vogelweg in Flevoland. van Sovon worden genoemd. Onze MAS-data zullen door Sovon ondermeer worden gebruikt om de verspreidingspatronen en aantalsschattingen met behulp van onze gegevens preciezer te maken.
8 Pagina 8 Een andere voor ons werk belangrijke reden om toe te treden tot NBNL is dat we onze datastroom niet meer zo eenvoudig bij kunnen houden en er dus een aanpak nodig is om via slimme systemen de enorme hoeveelheid data die we samen verzamelen goed te kunnen stroomlijnen. Uit onze samenwerking met Waarneming.nl hebben we geleerd dat we nog veel efficiënter kunnen werken, en één van de belangrijke doelen voor de komende jaren is dan ook om samen met de ICT ers achter Stichting Natuurinformatie applicaties te ontwikkelen die ook voor het algemeen nut aangewend gaan worden. Een beperkt deel van onze gegevens ging altijd via de gangbare kanalen naar de Nationale Databank Flora & Fauna (NDFF). Nu we zelf zitting hebben in het bestuur van NatuurBank NL denken we dat de belangen van Werkgroep Grauwe Kiekendief goed zijn geborgd en dat onze data vanaf heden beter beschikbaar kunnen komen om te fungeren als vinger aan de pols voor het natuurbeleid. Met MAS-gegevens meer te doen dan indexen maken Popko Wiersma Punttellingen behoren sinds 2006 tot het reguliere veldwerk van vrijwilligers en stafmedewerkers van Werkgroep Grauwe Kiekendief. Elders in deze nieuwsbrief is te lezen hoe onze punttellingen zijn geëvolueerd naar het Meetnet Agrarische Soorten (MAS). Met de grote hoeveelheid MAS-gegevens die worden verzameld kunnen interessante analyses worden uitgevoerd. Zo kan bijvoorbeeld een schatting worden gemaakt van de grootte van de broedpopulatie van soorten. Voor de Veldleeuwerik hebben we zo n analyse uitgevoerd voor het akkergebied van provincie Groningen in In dat jaar werden in Groningen 529 telpunten geteld. Van elke van de in totaal 993 ingetekende territoriale Veldleeuwerik is vastgesteld in of boven welk gewas de vogel was waargenomen. Dit is gedaan door met GIS-software (ArcGIS v. 10.3) alle waarnemingen op een kaart met gewassen te projecteren. Zodoende is per gewas een dichtheid aan Veldleeuweriken berekend, wat is geëxtrapoleerd naar de hele provincie. Deze berekening schat een broedpopulatie van 6900 broedparen Veldleeuweriken in het agrarisch gebied van Groningen. Hiervan broeden er circa 1600 in intensief grasland en de rest voornamelijk in akkers (zie het zojuist verschenen rapport: Effect van uitgesteld maaibeheer op broedsucces van Veldleeuweriken). Doordat de getelde vogels kunnen worden gekoppeld aan gewassen en andere habitatkenmerken, kan ook statistisch worden getoetst of natuurmaatregelen in het agrarisch landschap een effect hebben op de aantallen aanwezige vogels. Dergelijke analyses zijn uitgevoerd door Marije Kuiper in Hoofdstuk 2 van haar proefschrift (Kuiper 2015), waar zij op basis van onze MAS-tellingen heeft onderzocht of er een effect op de vogelstand zichtbaar is van de aanwezigheid van faunaranden. Zij kon aantonen dat soortenrijkdom hoger was in aanwezigheid van faunaranden, en dat een aantal soorten er in hoger aantal
9 Pagina 9 voorkwam, zoals Blauwborst en Kwartel. Het zou interessant zijn de analyse te herhalen nu er veel meer data voorhanden is. Piet Munsterman, Saxifrga De Blauwborst, een soort die in een hoger aantal voorkomt in faunaranden. Waarvoor MAS-gegevens bij uitstek geschikt zijn, zijn berekeningen van aantalstrends. Hiervoor is het nodig dat er genoeg jaren zijn geteld. Inmiddels hebben we van zeven jaar gegevens van punttellingen, en daarmee kunnen de eerste trends worden berekend. Een voorbeeld hiervan is het aantalsverloop van Gele Kwikstaarten in Groningen (Figuur 1). De analyse laat zien dat het niet goed gaat met Gele Kwikstaarten in Groningen, de broedpopulatie neemt met dik 6% per jaar af. Een Veldleeuwerik op een kwelder zingt net zo vrolijk als een Veldleeuwerik boven een perceel natuurbraak, een Rietzanger in rietslootje in het Hogeland net zo helder als een collega-rietzanger in een moerasje ergens langs het Schildmeer. Een heimelijk op de kwelder wegsneakende Wulp heeft net zo n lage trefkans als zijn langsnavelige soortgenoot in een maïsveld nabij Nieuwe Pekela. Meetnet Agrarische Soorten is feitelijk een niet erg handig gekozen naam, want wij hebben ervaren dat onze punttelmethode geschikt is voor alle open en halfopen landschappen in Nederland. In 2016 zullen er flink wat punten bijkomen op kwelders, in duinen (Ameland Figuur 1. Aantalsontwikkeling van Gele Kwikstaarten in de akkergebieden en Texel) en in heide- en van provincie Groningen. Afname wordt geïnterpreteerd als sterke hoogveenlandschappen in afname. Berekening uitgevoerd met het programma TRIM (CBS). Drenthe. Met onze partners blijven we op zoek naar optimalisatie van onze punttelmethode, maar het is zeker dat MAS zich voor meer leent dan alleen betrouwbare indexen genereren en het netjes uitrekenen van populatieschattingen. Zo kan ook het effect van de landschappelijke configuratie op vogels er mee worden berekend worden.
10 Pagina 10 De waarde van MAS voor het GPS-loggeronderzoek naar het habitatgebruik van Grauwe Kiekendieven Raymond Klaassen Laat ik eens beginnen met een kleine ontboezeming: ik ben geen teller. Afgezien van een flirt met BMP in de Ooijpolder in de tijd dat ik nog nat achter de oren was, heb ik nooit broedvogels, laat staan een MAS-punt, geteld. Ik zou het wel kunnen denk ik, de soortenkennis is er natuurlijk en met vroeg opstaan heb ik geen problemen, maar het is gewoon niet mijn ding. Desalniettemin kan ik telinspanningen als MAS enorm waarderen. Het aantal punten dat jaarlijks in Groningen en daarbuiten geteld wordt, en daarmee de dichtheid van het netwerk aan telpunten, is een enorme prestatie die wetenschappelijk gezien zeer interessante data oplevert, niet in de laatste plaats voor het GPS-loggeronderzoek aan Grauwe Kiekendieven. Het gebruik van GPS-loggers is de kers op de taart van decennia aan gedegen ecologisch onderzoek naar Grauwe Kiekendieven in het Oost-Groningse akkerland. Door de GPS-loggers kunnen we als het ware door de ogen van de kiekendieven zelf naar het landschap kijken. En dat heeft onze ogen geopend. Voor het eerst konden we namelijk heel precies het habitatgebruik van jagende kiekendieven bepalen. Het arbeidsintensieve radiozenderonderzoek dat vooraf ging aan de GPS-periode had al een eerste meer algemene indruk van het habitatgebruik gegeven (en is achteraf gezien essentieel geweest als wegbereider voor het GPSloggeronderzoek), maar het zijn de inmiddels miljoenen GPS-punten geweest die de details hebben ingekleurd. Harold van der Meer Meint en Maria Woortman Voorbeeld van een GPS-track van een mannetje Grauwe Kiekendief gedurende het broedseizoen.
11 Pagina 11 Wat zijn nu de belangrijkste resultaten van het GPS-loggeronderzoek tot nu toe? Allereerst het habitatgebruik zelf. Neem een vogel als Morri, een mannetje dat we met veel moeite wisten te vangen in de buurt van Bellingwolde. Omdat er een direct verband lijkt te bestaan tussen de genomen maatregelen (natuurbeheer in agrarisch gebied) en de populatieontwikkeling van de Grauwe Kiekendief, hadden we verwacht dat zo n man een groot deel van de tijd boven braak zou foerageren. Maar dat viel met 18% behoorlijk tegen, de meeste tijd joeg Morri boven wintertarwe (37%) en gras (35%). En dan bleek Morri ook nog eens relatief veel gebruik te maken van braak en andere maatregelen, de meeste vogels jagen nog geen 5% van hun tijd boven braak. Voorbeeld van het dagelijks habitatgebruik van Grauwe Kiekendief Morri. Bij de meeste vogels is het aandeel braak (rood) zelfs nog een stuk lager dan in dit voorbeeld. Wat is hier aan de hand? Zijn we al die jaren voor de gek gehouden door de kiekendieven en zijn de maatregelen feitelijk onbelangrijk voor ze? Nee, de maatregelen zijn wel degelijk belangrijk maar het zit net iets anders in elkaar dan dat we misschien in eerste instantie gedacht hadden. Het blijkt namelijk zo te zijn dat de kiekendieven veel meer jagen in gebieden met maatregelen (kerngebieden) dan in gebieden zonder maatregelen, waarbij ze dan hun prooien niet vangen in de maatregelen zelf maar in de aangrenzende gewassen. Het lijkt erop dat er een soort uitstralingseffect bestaat van braak, oftewel dat braak een positief effect heeft op de aantallen muizen en akkerzangvogels in de buurt van die braak. Onderzoek naar het voorkomen van muizen in relatie tot akkerranden door Marycha Franken, en gedetaileerde observaties aan foerageervluchten van Veldleeuweriken door Marije Kuiper en onze collega Henk Jan bevestigen dit beeld. De reden dat de kiekendieven de prooien niet in de braak zelf vangen is waarschijnlijk dat door de hoge vegetatie en dichte vegetatiestructuur de prooien daar moeilijk te vangen zijn. Dit inzicht is de opmaat geweest om de maatregelen te verbeteren, met als resultaat de Vogelakkers, maar dat is weer een heel ander verhaal Dat de kiekendieven veel op gras foerageren, kunnen we goed begrijpen, daar zijn immers de muizen gemakkelijk te vangen (en vinden ze af en toe een al dan niet uitgemaaid nestje Veldleeuweriken). Maar hoe zit het nu met al dat jagen boven wintertarwe? Dat zal toch vooral een akkerzangvogelverhaal
12 Pagina 12 zijn, bijvoorbeeld kiekendieven op zoek naar (nesten van) Gele Kwikstaarten. Hier komt het MAS om de hoek kijken. Door de MAS-vlekkenkaart te combineren met de GPS-data van de jagende kiekendieven zouden we namelijk antwoord kunnen krijgen op de vraag of de kiekendieven meer in gebieden jagen met hogere dichtheden aan akkerzangvogels. Het zou extra interessant zijn om dit te doen voor muizenrijke jaren, wanneer de kiekendieven vrijwel alleen muizen eten, en muizenarme jaren, wanneer de kiekendieven ook veel akkerzangvogels pakken. Daarnaast zouden we met de MAS-data het geopperde uitstralingseffect van de maatregelen beter kunnen onderbouwen, wat uiteindelijk voor het grote verhaal toch een een essentieel onderdeel is. Kortom, de combinatie van de MASdata met de GPS-loggerdata zal een nieuw hoofdstuk kunnen toevoegen aan het toch al rijk gevulde boek over akkervogels in Groningen. Vlaanderen focust op Grauwe Kiekendief Een nieuw startpunt voor natuurbescherming in landbouwgebied Werkgroep Grauwe Gors Het voortbestaan van heel wat Europees beschermde soorten kan niet verzekerd worden met een beleid dat gericht is op het verwerven en beheren van reservaten. Dat geldt des te meer voor soorten die aan landbouw gebonden zijn, zoals de Grauwe Kiekendief of de Hamster. In hun kielzog gaan ook vroeger zo banale soorten als Veldleeuwerik en Patrijs zienderogen achteruit. In Vlaanderen bestaan al meer dan 10 jaar zogenaamde beheerovereenkomsten met grasstroken en fauna-akkertjes waar met subsidies aan natuurbeheer in agrarisch gebied gedaan wordt. Omdat ze te verspreid liggen en het beheer te weinig doelgericht is, slaagden ze er niet in om een geschikt broedgebied te creëren voor de Grauwe Kiekendief. Het potentieel is nochtans niet min, en dan vooral op het Haspengouws leemplateau tussen Hoegaarden en Riemst. Grauwe Kieken houden er halt tijdens hun voorjaarstocht naar de noordelijke broedgebieden. In 2012 kwam er een koppel beide met wingtags ook tot broeden. Het mannetje was afkomstig uit een nest in de deelstaat Nordrhein-Westfalen en het vrouwtje uit de omgeving van Würzburg. Na jaren van getalm komt in Vlaanderen eindelijk de soortgerichte aanpak op gang. Dankzij het Vlaams Soortenbesluit worden soortenbeschermingsprogramma s (SBP s) opgemaakt: Hamster en Grauwe Kiekendief bijten de spits af. Het SBP Grauwe Kiekendief omvat duidelijke doelen en een actieplan. Cruciaal zijn daarbij de aanstelling van een gebiedscoördinator,
13 Pagina 13 een degelijke monitoring en de inzet van nieuwe - beter aangepaste - terreinmaatregelen. De succesvolle aanpak van Werkgroep Grauwe Kiekendief stond model voor het Vlaamse actieplan. Zo krijgt vrijwilligerswerk een belangrijke plaats in zowel prospectie als monitoring van de soort. Ook de vogelakker kreeg een eigen Vlaamse vertaling, aangepast aan de kleinere en minder éénvormige percelen dan die in het Groningse ontginningslandschap. Op papier ziet het SBP er alvast veelbelovend uit. Het is nu vooral wachten op daadkracht in de velden. Wat zal straks de aanpak zijn van de gebiedscoördinator? Hoe snel worden de vogelakkers als nieuwe beheerovereenkomst uitgerold en hoe enthousiast zullen boeren erop intekenen? Het succes hangt in belangrijk mate af van de goodwill van individuele boeren om vrijblijvend de nieuwe beheeroverkomst voor vogelakkers af te sluiten. Waar die afhankelijkheid door pessimisten als een zwakke plek wordt beschouwd, ziet de Vlaamse Werkgroep Grauwe Gors er vooral kansen in om een sterk en authentiek verhaal van boerenlandnatuur rond te maken. Een verhaal dat gedragen en geschreven wordt door landbouwers en akkernatuurminnende vrijwilligers. Remar Erens Gewingtagd mannetje Grauwe Kiekendief in het Haspengouwse Rutten, Even voorstellen Tom van Noort Het komende veldseizoen help ik als nieuwe medewerker de werkgroep bij het uitvoeren van MAS-tellingen, de kiekendiefbescherming en nog andere klussen waar ik nu nog geen weet van heb. Ik ben 42 jaar, woon samen met mijn vrouw in Amersfoort en heb in Wageningen biologie gestudeerd.
14 Pagina 14 Tom van Noort Een Rode Wouw op een akker in Flevoland. Een van de soorten die Tom tijdens zijn eerste MAS-telling tegenkwam. Na mijn studie heb ik in Zwitserland en Amerika onderzoek naar soortvorming bij bladhaantjes (kevers) en biologische bestrijding gedaan. Terug in Nederland heb WGK ik in Flevoland aan biologische bestrijding in de uienteelt gewerkt. Als freelancer geef ik in Flevoland regelmatig vogelexcursies. In mijn vrije tijd ben ik heel veel buiten, op zoek naar vogels, planten en insecten. ObsMapp en ik zijn vrijwel onafscheidelijk. Als ik geen verrekijker, loep of veldgids in mijn hand heb, zit ik op de racefiets. Het voelt bijzonder om nu ook deel uit te maken van Werkgroep Grauwe Kiekendief. Tegen de stroom in roeiend behaalt de werkgroep aansprekende resultaten en introduceert zij al doende nieuwe onderzoeksmethodes in Nederland. De ontwikkelingen rondom de vogelakker zijn erg spannend en ik hoop dat het lukt om politiek en akkerbouwend Nederland ook snel achter dit concept te krijgen. Even voorstellen Arnout Posthumus Mijn naam is Arnout Posthumus en ik studeer momenteel Diermanagement aan Hogeschool Van Hall Larenstein in Leeuwarden. Dit is mijn tweede jaar en daarin kom ik mijn oriëntatie(meeloop)stage doen bij Stichting Werkgroep Grauwe Kiekendief. Hoewel ik vóór deze opleiding management economie en recht heb gedaan en in de tussentijd met vrienden een eigen bedrijfje in apps, websites en games heb opgericht, wil ik mij nu focussen op de natuur. In mijn vrije tijd kijk ik veel films en volg ik graag de wereldpolitiek. Verder houd ik van karaoke, gamen, dansen en voetbal. Vooral vroeger was ik veel met natuur bezig zoals het vangen van kikkers en salamanders plus het nonstop kijken van Animal Planet, Discovery en National Geographic. Op de middelbare school verwaterde dit wat. Ik weet niet precies waarom, maar ik was niet zo goed in biologie en de banenkans in
15 Pagina 15 de natuur leek mij wat gering. Zo ben ik op de middelbare school in de economiestroom terechtgekomen en na mijn vorige verhaal toch de keuze gemaakt om mijn jongensdroom te verwezenlijken. Wat voor mij inhoudt dat ik een bijdrage lever aan het op de kaart zetten van de natuur. Voor mijn stage bij Werkgroep Grauwe Kiekendief heb ik een dierverzorgingsstage mogen lopen in dierenpark Emmen op de afdeling AmeriCasa en de vliegkooi. Daar heb ik ondanks het vele schoonmaken een superleuke tijd gehad. Verder hebben we op school al wat vogeltellingen gedaan in onder andere De Alde Feanen in Friesland en in het Lauwersmeergebied. Bij deze huidige stage denk ik veel te kunnen leren omdat dit een bijzondere organisatie is die mij vooral aanspreekt vanwege de brede kijk op de bescherming van vogels en de samenwerking tussen boer en natuurbeschermers. Zelf heb ik altijd nog wat met economie, waardoor ik het beschermen van natuur in de akkers erg interessant vind. Eerlijk is eerlijk, vogels zijn niet mijn favoriete dieren. Daarom ga ik ervan uit dat ik met mijn enthousiasme door jullie wordt meegesleept in de pracht van deze diergroep. Hopelijk kan ik de rest van mijn leven dan niet meer zonder. Patrijzentelling zuidoost Groningen 2015 Henk Jan Ottens WGK Het inventariseren van vogels betekent vaak vroeg opstaan. s Ochtends vroeg is namelijk de zangactiviteit het grootst en dus hét moment om vogels in kaart te brengen. Dit geldt echter niet voor Patrijzen. Om deze soort beter in beeld te krijgen is juist de avondschemering het beste moment. WGK Mannetje Patrijs.
16 Pagina 16 Vanaf 1 maart tot half april 2015 is door vrijwilligers van Werkgroep Grauwe Kiekendief een mega-inspanning geleverd. In de driehoek Veendam-Bellingwolde-Ter Apel is verdeeld over 86 onderzoeksgebieden in totaal 170 uur geteld en is er een totale afstand van 616 kilometer afgelegd. Zeg maar anderhalf keer het Pieterpad! In elk deelgebied werd in de avondschemering geluisterd naar roepende Patrijzen. Hierbij werd in elk deelgebied lopend een route afgelegd, zodanig dat alle delen bezocht werden. Om aanwezige Patrijzen aan te sporen tot roepen werd om de 300 meter halt gehouden en werd het geluid van Patrijzen afgespeeld. Dit is een beproefde methode die de kans op waarnemingen flink verhoogt. Toch blijft het goed in kaart brengen van de aantallen Patrijzen een lastige klus. Door de huidige lage dichtheden roepen ze minder fanatiek. In totaal kwamen we met deze telwijze 68 roepende Patrijzen op het spoor. Op de kaart vallen twee gebieden op met een hoger aandeel Patrijzen. Dit zijn de veenkoloniale polders ten oosten van Veendam. Vooral in Polder Hoop op Beter werden door Rene Oving nog flink wat Patrijzen gehoord. Ook rond Laudermarke, te noordoosten van Ter Apel, werden aardig wat roepende Patrijzen genoteerd. Opvallend was het ontbreken van een reactie van Patrijzen op het afgespeelde geluid tijdens de telling ten noorden van Musselkanaal. Een veenkoloniaal landschap met op het oog voldoende mogelijkheden voor Patrijzen om een veilige broedlocatie te vinden. Desalniettemin werden er geen waarnemingen gedaan. Figuur 1. Verspreiding van Patrijzen in zuidoost Groningen in De volgende vrijwilligers willen we hartelijk danken voor hun bijdrage aan de patrijzentelling: Danny Gerrets, Jan Loots, Nico de Vries, Marten Drenth, Paul Berghuis, Rene Oving, Rik Wever, Gerard Sterk en Simone van der Sijs. Akkerbouwer Peter Harry Mulder filmde begin april een paartje Patrijzen op zijn akker.
Het Meetnet Agrarisch Soorten van start in de Provincies Drenthe, Flevoland en Groningen.
Het Meetnet Agrarisch Soorten van start in de Provincies Drenthe, Flevoland en Groningen. Beste mensen, Het MAS+ toegelicht en een oproep tot deelname! De Lente begint - al knipperend - te ontwaken. Het
Nadere informatie2013 wordt het jaar van de Patrijs.
2013 wordt het jaar van de Patrijs. 1 Waarom? De soort kwam vroeger in grote aantallen voor in NL; er werd zelfs op gejaagd (en in sommige landen nog steeds) Bijna iedereen heeft de vogel wel eens gezien
Nadere informatieGrauwe kiekendieven houden stand in het intensieve Oost Groningse akkerland
Grauwe kiekendieven houden stand in het intensieve Oost Groningse akkerland Oost-Groningen Populatieontwikkeling Nederland EU-braak Agrarisch Natuurbeheer Vestiging tijdens grootschalige braaklegging EU
Nadere informatieLandelijke klapekstertelling winter 2008/2009 Eindresultaten
Landelijke klapekstertelling winter 2008/2009 Eindresultaten Foto J. Schwiebbe - http://www.birdphoto.nl April 2009, Matthijs Broere (Waarneming.nl) & Fred Hustings (SOVON) 1. Inleiding Afgelopen winter
Nadere informatieVrijwilligers voor flora en fauna inventarisaties: een gouden combinatie
Vrijwilligers voor flora en fauna inventarisaties: een gouden combinatie 19 juni 2017 Theo Verstrael Sovon Vogelonderzoek Nederland Inhoud Vrijwilligers & natuurmonitoring Achtergronden & motivaties Wat
Nadere informatieAantal gevonden legsels in 2008
10 1 Broedpaaraantallen 2. Reproductie Na terugkomst van weidevogels in hun broedgebied vormen zich paren en kiezen de vogels een plek om te gaan broeden: de vestiging. Daarna komen twee belangrijke reproductiefasen:
Nadere informatieWEIDEVOGELS LOPIKERWAARD
WEIDEVOGELS LOPIKERWAARD 214 Er is goed nieuws en er is slecht nieuws WEIDEVOGELS LOPIKERWAARD 214: ER IS GOED NIEUWS EN ER IS SLECHT NIEUWS Sinds 211 telt DNatuur voor ANV Lopikerwaard hoeveel Grutto
Nadere informatieNieuwsbrief Jaar van de Patrijs in Zeeland
Nieuwsbrief Jaar van de Patrijs in Zeeland 2013 is door Vogelbescherming Nederland en Sovon uitgeroepen tot het Jaar van de Patrijs. Deze fraaie vogel is de laatste decennia sterk afgenomen (-95%).Ten
Nadere informatieBescherming Weidevogels Zuid-Holland Versterken, ondersteunen en stimuleren van vrijwilligerswerk in het groen
Bescherming Weidevogels Zuid-Holland 2018 Versterken, ondersteunen en stimuleren van vrijwilligerswerk in het groen Dit jaarverslag is tot stand gekomen in samenwerking met 17 actieve weidevogelgroepen
Nadere informatieNeonicotinoïden: opnieuw een dode lente op het boerenland? Frank Berendse Wageningen University
Neonicotinoïden: opnieuw een dode lente op het boerenland? Frank Berendse Wageningen University Veranderingen in de dichtheid van vogelsoorten van het boerenland in Eemland en Gelderse Vallei tussen
Nadere informatieProvinciaal weidevogelonderzoek in de regio Amstel-, Gooi- en Vechtstreek Uit het Jaarboek Weidevogels 2007
Provinciaal weidevogelonderzoek in de regio Amstel-, Gooi- en Vechtstreek Uit het Jaarboek Weidevogels 2007 Inleiding In 2005 verschenen alarmerende berichten over een snelle teruggang van weidevogels
Nadere informatieExtra stippen in het BMP: meer info, meer mogelijkheden
Extra stippen in het BMP: meer info, meer mogelijkheden Dankzij de komst van autoclustering beschikken we anno 2012 voor meer dan de helft van alle getelde BMP-gebieden over de precieze ligging van de
Nadere informatieKort verslag kleurringen van Nijlganzen en Grote Canadese Ganzen
Kort verslag kleurringen van Nijlganzen en Grote Canadese Ganzen 2011-2015 Frank Majoor & Berend Voslamber Sinds 2011 worden op verschillende plekken in Nederland in opdracht van het Faunafonds Nijlganzen
Nadere informatieOp Europees niveau is de soort in de periode 1980-2011 met 52% afgenomen, en ten opzichte van 1990 met 6%.
1 De spreeuwenstand gaat vanaf eind jaren zeventig achteruit. Over de periode 1984-2012 is de broedpopulatie in Nederland zelfs met gemiddeld 4% per jaar afgenomen. Daardoor resteert momenteel minder dan
Nadere informatieffi SrnTEN '?",iffhorrand ETf,E Lid Gedeputeerde Staten 2,0 MEI 1016 Nulmeting Aan Provinciale Staten
Lid Gedeputeerde Staten SrnTEN Mr. J.F. (Han) Weber Contact 070 441 61 96 jf.weber@pzh.nl '?",iffhorrand Postadres Provinciehuis Postbus 90602 2509 LP Den Haag T 070-441 66 11 www.zuid-holland.nl Aan Provinciale
Nadere informatieMonitoring op natuurboerenerven. Uitleg over de systematiek van het monitoren
Monitoring op natuurboerenerven Uitleg over de systematiek van het monitoren Inleiding Boerenzwaluwen op het erf, korenbloemen in de akkers, fladderende citroenvlinders tussen de schuren. Al dat pracht
Nadere informatieMonitoring bij Natuurboeren. 31 maart 2015
Monitoring bij Natuurboeren 31 maart 2015 problematiek Afname Plant- en dieren leven in het buitengebied Intensivering grondgebruik, verdroging Monitoring bij natuurboeren 2 Monitoring bij natuurboeren
Nadere informatieakkerbouw. Meest verbouwde gewassen zijn granen (vooral wintertarwe), aardappels, suikerbieten en uien. Bij het selecteren van de bedrijven voor deze
Samenvatting Intensivering van de landbouw heeft ertoe geleid dat populaties van boerenlandvogels sterk zijn afgenomen sinds de jaren 60. Ooit veelvoorkomende soorten als patrijs (Perdix perdix) veldleeuwerik
Nadere informatieWeidevogelinventarisatie ANV De Amstel 2009
Weidevogelinventarisatie ANV De Amstel 2009 CONCEPT juli Opdrachtgevers: ANV De Amstel Landschap Noord-Holland Uitvoering: NatuurBeleven bv René Reekers Ton Rewijk Mark Kuiper e.a. Van der Goes en Groot
Nadere informatievoor vaartoeristen, fietsers en wandelaars Tekst:??????
Koning Willem Alexanderkanaal Een beleefroute voor vaartoeristen, fietsers en wandelaars Tekst:?????? Tekst: Bert Dijenborgh - Foto s: Dianne Dijenborgh 12 Drenthe MagazinE 1216-DM31_ ALEXANDERKANAAL.indd
Nadere informatieResultaten van het kleurringen van Nijlganzen en Grote Canadese Ganzen Frank Majoor & Berend Voslamber
Resultaten van het kleurringen van Nijlganzen en Grote Canadese Ganzen Frank Majoor & Berend Voslamber Sovon-rapport 2013/74 Resultaten van het kleurringen van Nijlganzen en Grote Canadese Ganzen Frank
Nadere informatiePlanten en dieren in de duinen. Interactief verhaal
Interactief verhaal Doel: Leerlingen kennen na de les een aantal belangrijke eigenschappen van planten en dieren. Konijnen leven, hazen niet. Konijnen zijn sprinters, hazen zijn lange afstand renners.
Nadere informatieNieuwsbrief Roofvogelwerkgroep Fruitstreek. Februari 2014
Nieuwsbrief Roofvogelwerkgroep Fruitstreek Februari 2014 Het is begonnen. Misschien iets vroeger dan anders, maar de laatste zonnige dagen levert al baltsgedrag op van buizerds. Het is dan ook deze soort
Nadere informatieNATUURNIEUWS DE FRISSE WIND
NATUURNIEUWS DE FRISSE WIND Gortdroog voorjaar speelt weidevogels parten, enkele deelgebieden nader bekeken, Grutto s en grutto nesten Grutto nest met 5 eieren gevonden door Tinus Mooy. Het gortdroge voorjaar
Nadere informatieValidatie. Beste Atlastellers,
Beste Atlastellers, de eerste periode van het tweede winterseizoen zit er net op en het verheugt me te zien dat er veel tellingen zijn ingevoerd! Het weer in dit seizoen is stukken beter geweest dan vorig
Nadere informatieZicht en Gehoor een onderzoek van seniorenorganisatie ANBO en Specsavers
6-07-2015 Zicht en Gehoor een onderzoek van seniorenorganisatie ANBO en Specsavers Over dit onderzoek Dit onderzoek over zicht en gehoor is uitgevoerd door seniorenorganisatie ANBO. Het betreft een online
Nadere informatieMijn naam is Fons. Ze noemen me een groene jongen. Weet je hoe dat komt?
Beste kinderen, Mijn naam is Fons. Ze noemen me een groene jongen. Weet je hoe dat komt? In mijn vrije tijd ben ik natuurgids. Met mijn verrekijker en vergrootglas trek ik naar allerlei plekjes om de natuur
Nadere informatieAan de Schrans in Leeuwarden is één van de meest opvallende orthodontiepraktijken. van Noord-Nederland gevestigd. Daarin werkt
Aan de Schrans in Leeuwarden is één van de meest opvallende orthodontiepraktijken van Noord-Nederland gevestigd. Daarin werkt orthodontist Daniël van der Meulen samen met veertien assistentes intensief
Nadere informatieAGRARISCH NATUUR- EN LANDSCHAPSCOLLECTIEF MIDDEN-GRONINGEN BEHEERPAKKETTEN AKKERVOGELBEHEER. Versie 24 maart 2015
AGRARISCH NATUUR- EN LANDSCHAPSCOLLECTIEF MIDDEN-GRONINGEN BEHEERPAKKETTEN AKKERVOGELBEHEER Aangepast landelijk pakket 2 Kuikenvelden Veldleeuwerik Naam beheerpakket Kuikenvelden Veldleeuwerik op grasland
Nadere informatieMonitoring van Steenuilen in : een succes!
Monitoring van Steenuilen in 2003-2008: een succes! Monitoring van Steenuilen in 2003-2008: een succes! Arjan Boele Het zou ideaal zijn jaarlijks alle Steenuil-territoria in ons land in kaart te brengen,
Nadere informatieBROEDGEVALLEN VAN DE RAAF IN DE PROVINCIE UTRECHT IN 2009 EN 2010
BROEDGEVALLEN VAN DE RAAF IN DE PROVINCIE UTRECHT IN 2009 EN 2010 André van Kleunen en Gert Ottens Een paar jaar geleden hebben we in de Provinciale Nieuwsbrief van SOVON en in de Kruisbek aangekondigd
Nadere informatieNotitie. 1 Inleiding. Referentienummer Datum Kenmerk PN mei Betreft Roofvogel onderzoek (BMP-R methode)
Notitie Referentienummer Datum Kenmerk 20 mei 2014 Betreft Roofvogel onderzoek (BMP-R methode) 1 Inleiding 1.1 Kader van het onderzoek Projecten of handelingen dienen te worden getoetst aan de wet- en
Nadere informatieMotivatie waarnemers. Waarom tellen waarnemers? Waarneme. Aantallen waarnemers. Nederland is land met hoogste dichtheid aan waarnemers
99 99 99 99 99 995 996 997 998 999 5 6 7 8 9 5 Citizen science in het boerenland en lichtpuntjes Citizen Science (burgerwetenschap) Onderzoek uitgevoerd door burgers, vaak in samenwerking met of onder
Nadere informatieWorkshop Schrijf een artikel(voor Limosa)
Workshop Schrijf een artikel(voor Limosa) waaromzouikin de pen klimmen? niet gepubliceerd is niet gebeurd rechtvaardiging voor onderzoek verdiepingsslag logische afronding van veldwerk motivatie om door
Nadere informatieDe Skiere Hoanskrobber in Friese akkers
De Skiere Hoanskrobber in Friese akkers Een sierlijke grijsblauwe roofvogel jaagt tegen de wind in op zoek naar een prooi. Op twee meter hoogte speurt hij op gehoor akkerranden en kwelders af op veldmuizen.
Nadere informatieBiotoopverbetering voor Patrijs en andere akkervogels. Olivier Dochy Provincie West-Vlaanderen
Biotoopverbetering voor Patrijs en andere akkervogels Olivier Dochy Provincie West-Vlaanderen Wat zijn akkervogels? volledig gebonden aan landbouwgebied = de echte weidevogels = de akker- en weidevogels
Nadere informatieBEHEERPAKKETTEN OPEN AKKER Onderdeel akker COLLECTIEF MIDDEN OVERIJSSEL
BEHEERPAKKETTEN OPEN AKKER Onderdeel akker COLLECTIEF MIDDEN OVERIJSSEL 2018-2019 Overzicht beheerpakketten Binnen het leefgebied Open AKKER zijn er in het werkgebied van Collectief Midden Overijssel enkele
Nadere informatieBroedvogels in het agrarisch gebied van provincie Flevoland in 2015. Agrarische Soorten (MAS)
Broedvogels in het agrarisch gebied van provincie Flevoland in 2015 Resultaten Monitoring Meetnet Agrarische Soorten (MAS) Agrarische Soorten (MAS) Broedvogels in het agrarisch gebied van provincie Flevoland
Nadere informatieMonitoringsnieuwsbrief 1 mei 2016
Monitoringsnieuwsbrief 1 mei 2016 Monitoring akkerranden in Zeeland Afgelopen winter (2015 2016) is er een start gemaakt met het monitoren van akkervogels. Poldernatuur Zeeland was hiermee één van de eerste
Nadere informatie2.2 Beheermonitoring akkervogels: van idee naar uitvoer Workshopspreker: Marjon Schultinga
2.2 Beheermonitoring akkervogels: van idee naar uitvoer Workshopspreker: Marjon Schultinga 7 april 2017 Marjon Schultinga & Sanne Heijting Beheermonitoring akkervogels: van idee naar uitvoering INHOUD
Nadere informatieSelectief maar voortvarend investeren in effectief agrarisch natuurbeheer
Selectief maar voortvarend investeren in effectief agrarisch natuurbeheer De breedte van het speelveld Betaald beheer (SNL): 179.000 ha, 64 mln. (excl. ganzen) 13.500 bedrijven = 27% van grondgebonden
Nadere informatieFig. 4.3a. Dichtheden weidevogels in het reservaatsgebied Giethoorn-Wanneperveen 1987-2010 (229 ha)
Lichte groei weidevogelstand Giethoorn-Wanneperveen in 2010 Obe Brandsma De belangrijkste resultaten samengevat: Het onderzoeksgebied Giethoorn-Wanneperveen (229 ha) is één van de weinige gebieden in Nederland
Nadere informatieLibellenmonitoring in Nederland ervaringen na 16 jaar tellen
Libellenmonitoring in Nederland ervaringen na 16 jaar tellen Tim Termaat Libellenstudiedag Vlaanderen 15 februari 2014 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 Hoe gaat
Nadere informatieMusical De Eendenclub verdwaalt
Pagina 1 van 9 Musical De Eendenclub verdwaalt Normale versie voor 3 typetjes (Otto/Elle/Izzi) Een eigen productie van Recrateam Zang: Leonie van Gent en Martijn Boer Stemmen op de cd-versie: Martijn Boer
Nadere informatieRapportage soortgericht onderzoek Cannerweg 8 & 10
Rapportage soortgericht onderzoek Cannerweg 8 & 10 Aanleiding nader onderzoek Vanwege de herinrichting van het gebied rondom het winkelpand Carré is het noodzakelijk om twee panden in de nabijheid te slopen.
Nadere informatieKraaiachtigen een bedreiging voor weidevogels? Attie F. Bos Pim Vugteveen
Rijksuniversiteit Groningen Wetenschapswinkel Biologie Rapport 67 Kraaiachtigen een bedreiging voor weidevogels? Een literatuuronderzoek naar de rol van kraaiachtigen als predator en de invloed daarvan
Nadere informatieBEHEERPAKKETTEN OPEN AKKER Onderdeel akker COLLECTIEF MIDDEN OVERIJSSEL 2019
BEHEERPAKKETTEN OPEN AKKER Onderdeel akker COLLECTIEF MIDDEN OVERIJSSEL 2019 Overzicht beheerpakketten Binnen het leefgebied Open AKKER zijn er in het werkgebied van Collectief Midden Overijssel enkele
Nadere informatieBijlage: bodemanalyses als nulmeting
Credits for Carbon Care CLM Onderzoek en Advies Alterra Wageningen UR Louis Bolk Instituut Bijlage: bodemanalyses als nulmeting In het project Carbon Credits hadden we oorspronkelijk het idee dat we bij
Nadere informatieWeer naar school. De directeur stapt het toneel op. Goedemorgen allemaal, zegt hij. * In België heet een mentor klastitularis.
Weer naar school Kim en Pieter lopen het schoolplein op. Het is de eerste schooldag na de zomervakantie. Ik ben benieuwd wie onze mentor * is, zegt Pieter. Kim knikt. Ik hoop een man, zegt ze. Pieter kijkt
Nadere informatieBruine kiekendieven in 2005
Bruine kiekendieven in 2005 Het goede muizenjaar 2004 kreeg in 2005 een vervolg waardoor het ook voor de bruine kiekendief een uitstekend jaar werd. Dit zien we onmiddellijk aan het aantal broedgevallen.
Nadere informatieKarin de Galan. Karin de Galan (1967) is sinds 1991 trainer en coach.
Karin de Galan Karin de Galan (1967) is sinds 1991 trainer en coach. Ze heeft zich gespecialiseerd in het trainen van trainers en richtte in 2007 de galan school voor training op. Eerder werkte ze als
Nadere informatieNieuwsbrief Gerdien Jansen Kindcoaching. Jaargang 4: Nieuwsbrief 1 (januari 2015) In deze nieuwsbrief aandacht voor:
Nieuwsbrief Gerdien Jansen Kindcoaching Jaargang 4: Nieuwsbrief 1 (januari 2015) In deze nieuwsbrief aandacht voor: Terugblik Kinderyoga Rots & Water De Sterrenplukmachine Theaterweek Thema avond (hoog)gevoeligheid
Nadere informatieEvaluatie project webshop 2.0
Evaluatie project webshop 2.0 Kim Krijt MM2A Kim Ik vind dat de productie erg goed is verlopen, wij hebben onderling geen problemen gehad. Ik vind dat er erg goed werk is geleverd. Als ik het vergelijk
Nadere informatieN a d e r o n d e r z o e k s t e e n u i l D e G o r s e n E l s h o u t
N a d e r o n d e r z o e k s t e e n u i l D e G o r s e n E l s h o u t Opdrachtgever: Gemeente Heusden projectnummer: 099.00.29.00.00.00 Van: dhr. H. Kloen en dhr. B. Omon Onderwerp: Nader onderzoek
Nadere informatieActuele verspreiding, trends en broedsucces van Steenuilen in Nederland
Actuele verspreiding, trends en broedsucces van Steenuilen in Nederland Chris van Turnhout (Sovon) Ronald van Harxen, Pascal Stroeken en Theo Boudewijn (STONE) foto: Pete Whieldon Inleiding - Effectieve
Nadere informatieSpeech van commissaris van de koningin Max van den Berg, opening vmbo-schooljaar , Grootegast, 31 augustus 2010
Speech van commissaris van de koningin Max van den Berg, opening vmbo-schooljaar 2010-2011, Grootegast, 31 augustus 2010 Er was eens een boerin die twee emmers verse, romige melk buiten zette. Vlakbij
Nadere informatieKortom: Een schaatsvereniging is er dóór leden en vóór leden. De vereniging is intern gericht, waarbij de leden bepalen wat er gebeurt.
Vrijwilligersbeleid binnen de schaatsvereniging Van beleid tot uitvoering in de praktijk Schaatsverenigingen en de vrijwilligersproblematiek De doorsnee schaatsvereniging in Nederland is een vrijwilligersorganisatie:
Nadere informatieLibellen van de Habitatrichtlijn,
Indicator 19 september 2018 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Er staan negen soorten Nederlandse
Nadere informatieInhoud. Woord vooraf 7. Het allereerste begin 9. Oervaders 19. Israël als moeder 57. Wijsheid voor ouders en kinderen 83. Koninklijke vaders 113
Inhoud Woord vooraf 7 Het allereerste begin 9 Oervaders 19 Israël als moeder 57 Wijsheid voor ouders en kinderen 83 Koninklijke vaders 113 Profetische opvoedkunde 145 Kinderen in zijn koninkrijk 177 Leerling
Nadere informatieMededeling. Onderwerp Resultaten agrarisch natuurbeheer. Registratienummer Datum 9 september 2013 Auteur ing. A.B. de Graaf Afdeling/Bureau RM
PROVINCIE FLEVOLAND Mededeling Onderwerp Resultaten agrarisch natuurbeheer Doel van deze mededeling: In opinieronde 3 van 15 mei 2013 heeft de portefeuillehouder u een overzicht toegezegd van de resultaten
Nadere informatieEr was eens een heel groot bos. Met bomen en bloemen. En heel veel verschillende dieren. Aan de rand van dat bos woonde, in een grot, een draakje. Dat draakje had de mooiste grot van iedereen. Lekker vochtig
Nadere informatieEindrapport HUISMUSSEN TER PLAATSE VAN EN DIRECT ROND JACOBA VAN BEIERENWEG TE VOORHOUT
Eindrapport HUISMUSSEN TER PLAATSE VAN EN DIRECT ROND JACOBA VAN BEIERENWEG 75-77 TE VOORHOUT Eindrapport HUISMUSSEN TER PLAATSE VAN EN DIRECT ROND JACOBA VAN BEIERENWEG 75-77 TE VOORHOUT rapportnr. 2017.2529
Nadere informatieDe kern ligt bij plasdras
7-3-2014 Inleiding presentatie Weidevogelbeheer Vereniging Noardlike Fryske Wâlden Weidevogelaantallen 2009-2012 Plasdras voor meer weidevogels Netwerken voor vitale populaties De kern ligt bij plasdras
Nadere informatieMeerjarenvisie 2010-2013. Samenvatting. SOVON Vogelonderzoek Nederland. Meerjarenvisie
Meerjarenvisie 2010-2013 Samenvatting SOVON Vogelonderzoek Nederland Meerjarenvisie Meerjarenvisie 2010-2013 Colofon Samenstelling: SOVON Vogelonderzoek Nederland Eindredactie: Fred Hustings Lay-out: Peter
Nadere informatieWat zijn occupancy modellen?
Wat zijn occupancy modellen? en hoe helpen ze om orde uit chaos te halen? Arco van Strien & Leo Soldaat CBS Natuurstatistieken Minisymposium Orde uit Chaos 14 maart 213 Natuurmonitoring Gestandaardiseerde
Nadere informatieNader onderzoek naar vleermuizen Nieuw Graswijk te Assen
Nader onderzoek naar vleermuizen Nieuw Graswijk te Assen Nader onderzoek naar vleermuizen Nieuw Graswijk te Assen Inhoud Rapport en bijlagen 21 juli 2010 Projectnummer 015.36.02.71.00 I n h o u d s o
Nadere informatieIk ben David de Graaf
Ik ben David de Graaf geboren in 1984. met Downsyndroom Surprise! Ook voor mijzelf Ik heb het niet alleen, maar... ik ben ook in vaste dienst van de Stichting Downsyndroom Kort: de SDS www.downsyndroom.nl
Nadere informatieHier zien jullie alweer de een uitgave van ons jeugdblad. Nieuwsgierig wat de Oele nu weer heeft te vertellen. Lees maar gauw.
Hier zien jullie alweer de een uitgave van ons jeugdblad. Nieuwsgierig wat de Oele nu weer heeft te vertellen. Lees maar gauw. De Specht Er zijn verschillende soorten spechten: de groene, de zwarte en
Nadere informatieCursus Roofvogelnestkartering. Werkgroep Roofvogels Zeeland
Cursus Roofvogelnestkartering Werkgroep Roofvogels Zeeland Wat is nestkartering? Elke (roof)vogel heeft in het broedseizoen een territorium. Tijdens een aantal bezoeken worden alle waarnemingen van (roof)vogels
Nadere informatieMonitoring en inventarisatie reptielen en amfibieën Loonse en Drunense Duinen / Huis ter Heide
Monitoring en inventarisatie reptielen en amfibieën Loonse en Drunense Duinen / Huis ter Heide 2010 Mark Klerks November 2010 Inleiding: Het jaar 2010 kwam maar langzaam op gang. Vooral het voorjaar was
Nadere informatieLeeswijzer internationale doelen binnen het gebiedsproces van agrarisch natuurbeheer Versie 0.1 16 mei 2014
Leeswijzer internationale doelen binnen het gebiedsproces van agrarisch natuurbeheer Versie 0.1 16 mei 2014 Inleiding In deze leeswijzer vindt u een uitgebreidere uitleg over de het gebruik en interpretatie
Nadere informatieBroedvogelinventarisatierapport. Heseveld, Nijmegen. Marc de Bont Nijmegen, september 2010
Broedvogelinventarisatierapport Heseveld, Nijmegen 2010 Marc de Bont Nijmegen, september 2010 Inleiding Methode In maart 2010 heb ik besloten om in de omgeving van het complex Berkenoord de broedvogels
Nadere informatieBMP Reuzenhoekse Kreek Zaamslag 2011
BMP Reuzenhoekse Kreek Zaamslag 2011 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 Luchtfoto van het gebied... 3 Algemene Informatie.... 4 Gebiedsbeschrijving... 5 Gebiedsindeling... 6 Info over de telronden... 7 Territoria
Nadere informatie16 februari Betreft: Instructie voorjaarstelling PARTRIDGE. Beste teller,
16 februari 2017 Betreft: Instructie voorjaarstelling PARTRIDGE Beste teller, Hierbij een brief waarin we alvast wat praktische dingen op een rij zetten voor de voorjaarstelling, zodat jullie niet helemaal
Nadere informatieWaterlanders : op weg met Sam de salamander. Poelenproject Herzele ter uitbreiding van de amfibieënpopulatie met als kernsoort de kamsalamander.
Waterlanders : op weg met Sam de salamander Poelenproject Herzele ter uitbreiding van de amfibieënpopulatie met als kernsoort de kamsalamander. 1 De kamsalamander... Hallo, Ik ben Sam, de salamander met
Nadere informatieWat is PDD-nos? VOORBEELDPAGINA S. Wat heb je dan? PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen.
Wat is PDD-nos? 4 PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen. Eigenlijk vind ik stoornis een heel naar woord. Want zo lijkt het net of er iets niet goed aan me
Nadere informatieVeldwerkplaats Kwartelkoning 20 juni 2017, Zwolle Ecologie van - en maatregelen voor- de Kwartelkoning
Veldwerkplaats Kwartelkoning 20 juni 2017, Zwolle Ecologie van - en maatregelen voor- de Kwartelkoning Kees Koffijberg & Jan Schoppers (Sovon Vogelonderzoek Nederland) VWP Kwartelkoning 20 jun. 2017 2/22
Nadere informatieBijzondere Vogels Strabrechtse Heide 2011
Bijzondere Vogels Strabrechtse Heide 2011 Dit overzicht bevat bijzondere vogelwaarnemingen die gemaakt zijn op de Strabrechtse Heide. Hieronder vallen fenologische waarnemingen, opmerkelijke trekvogels,
Nadere informatieMeerjarenvisie 2014-2017. In het kort
In het kort Colofon Samenstelling: Sovon Vogelonderzoek Nederland Eindredactie: Fred Hustings Lay-out: Peter Eekelder Foto s: Theo Baas, Koos Dansen. Peter Eekelder, Frans Martens, Gerben Mensink & Johan
Nadere informatieOnderzoek steltlopers op slaapplaatsen in Noord-Holland Eerste resultaten
Onderzoek steltlopers op slaapplaatsen in Noord-Holland Eerste resultaten Het Kenniscentrum Weidevogels 1 heeft in 2008 het initiatief genomen in Noord-Holland het gehele weidevogelseizoen onderzoek te
Nadere informatieWorkshop Eenden in de wei. Frank Majoor
Workshop Eenden in de wei Frank Majoor Inhoud workshop Eenden als weidevogels BTS versus BMP Waar moet je op letten in het veld bij het tellen van eenden? kievit grutto tureluur wulp watersnip kemphaan
Nadere informatieVerslag telling aalscholvers en blauwe reigers in het Kippenest in De Wieden op 9 mei 2009
Verslag telling aalscholvers en blauwe reigers in het Kippenest in De Wieden op 9 mei 2009 Ronnie Veldkamp Om 9.00 uur had ik afgesproken met mijn vriend Pieter van den Hooven om weer de jaarlijkse telling
Nadere informatieHet provinciaal weidevogelmeetnet in 2007 Uit het Jaarboek Weidevogels 2007
Het provinciaal weidevogelmeetnet in 7 Uit het Jaarboek Weidevogels 7 Al 21 jaar meetnetwerk Het weidevogelmeetnet Noord-Holland is één van de oudste in ons land. Vanaf 1987 zijn in 51 proefvlakken elk
Nadere informatieBeeld Hoofdstuk 5. Uitgeschreven tekst. NL test
Beeld Hoofdstuk 5 Uitgeschreven tekst NL test www.ncrv.nl/ncrvgemist/8-1-2011/nl-test-2011-afl-1 (fragment tot 8:53 min.) NL test (NCRV) Duur fragment: 8:53 min. Duur uitzending: 24:49 min. Datum uitzending:
Nadere informatieHandleiding vogeltellingen camerabeelden mosselwad
Handleiding vogeltellingen camerabeelden mosselwad Colofon Samenstelling: Ernstjan Penninkhof Lay-out: Peter Eekelder Foto s omslag: Harvey van Diek Druk: PDF Eerste druk Sovon Vogelonderzoek Nederland,
Nadere informatieOndersteuningsproject bij de uitvoering van de reemonitoring in het Zoniënwoud
Ondersteuningsproject bij de uitvoering van de reemonitoring in het Zoniënwoud Periode 2008-2013 Céline Malengreaux, Jan Vercammen, Alain Licoppe, Frank Huysentruyt, Jim Casaer Dankwoord Het uitvoeren
Nadere informatieHET BELANGRIJKSTE OM TE WETEN OM MEER ZELFVERTROUWEN TE KRIJGEN
HET BELANGRIJKSTE OM TE WETEN OM MEER ZELFVERTROUWEN TE KRIJGEN Gratis PDF Beschikbaar gesteld door vlewa.nl Geschreven door Bram van Leeuwen Versie 1.0 INTRODUCTIE Welkom bij deze gratis PDF! In dit PDF
Nadere informatieMethodehandleiding bij het project Algemene Broedvogelmonitoring Vlaanderen (ABV)
Methodehandleiding bij het project Algemene Broedvogelmonitoring Vlaanderen (ABV) Glenn Vermeersch, Hannes Ledegen, Simon Feys 1. Inleiding Voor je ligt de herziene handleiding bij het project Algemene
Nadere informatieAlmelo, 8 juli 2015. En dat is niet zo makkelijk voor iedereen want de meeste kinderen zijn gewend aan school, vrienden, azc, enz, enz.
Almelo, 8 juli 2015 Onderwerp: Moeilijk verhuizen! Beste heer/mevrouw Ik ben (...) Ik ben 14 jaar oud. Ik woon met mijn ouders en mijn 2 kleine broertjes in azc Almelo. In deze vakantie moeten er ongeveer
Nadere informatieBroedvogelonderzoek De Liede. De gemeente Haarlemmermeer
Broedvogelonderzoek De Liede De gemeente Haarlemmermeer Broedvogelonderzoek De Liede Opdrachtgever: Uitvoering: Samenstelling: Veldwerk: Status Gemeente Haarlemmermeer Adviesbureau E.C.O. Logisch ing.
Nadere informatieMonitoring met vrijwilligers
Monitoring met vrijwilligers Samen voor meer biodiversiteit Michel Brands Bert Lemmens Aanleiding Bestuurlijk de behoefte om effecten van natuur- en landschapsbeleid meetbaar te maken. Middelen hiervoor
Nadere informatieVragen gesteld in het evaluatieformulier + Antwoorden
Verslag Studenten Evaluatie Videoproject Door Tonny Mulder, a.b.mulder@uva.nl, 26 sept 213 De studenten van de opleidingen Biologie, Biomedische Wetenschappen en Psychobiologie krijgen in het 1 ste jaar
Nadere informatieGemeente Amstelveen Afdeling RO & Projecten T.a.v.: P.J.M. van den Bergh Postbus BA AMSTELVEEN
Gemeente Amstelveen Afdeling RO & Projecten T.a.v.: P.J.M. van den Bergh Postbus 4 1180 BA AMSTELVEEN Uw kenmerk: ****** Ons kenmerk: AMNA1004 Datum: 18-11-2010 Plaats: Zaandam Projectgebied: Kostverlorenweg
Nadere informatieFoeragerende kiekendieven nabij de Lage Knarsluis in 2015 A&W-rapport 2156
Foeragerende kiekendieven nabij de Lage Knarsluis in 2015 A&W-rapport 2156 in opdracht van Foeragerende kiekendieven nabij de Lage Knarsluis in 2015 A&W-rapport 2156 N. Beemster Foto Voorplaat Het optimale
Nadere informatiemini BMP-cursus VWG Zutphen 2017 Frank Majoor
mini BMP-cursus VWG Zutphen 2017 Frank Majoor Hoe zit het Sovon broedvogel-telwerk in elkaar? Aantalsverandering alle broedvogels Totaalaantal Kolonievogels (17 soorten) Zeldzame soorten (160) Steekproef
Nadere informatieIndexen en trends van een aantal weidevogelsoorten uit het Weidevogelmeetnet. Periode
Indexen en trends van een aantal weidevogelsoorten uit het Weidevogelmeetnet. Periode 1990-2004 a SOVON Vogelonderzoek Nederland b Centraal Bureau voor de Statistiek Wolf Teunissen a & Leo Soldaat b Inleiding
Nadere informatieMONITORING AGRARISCH NATUURBEHEER
MONITORING AGRARISCH NATUURBEHEER ASTRID MANHOUDT SCAN / BOERENNATUUR.NL ONDERWERPEN PRESENTATIE Huidige stand van zaken ANLb vanaf 2016 Beleid- en beheermonitoring Beheermonitoring Vervolgstappen voor
Nadere informatieNIEUWSBRIEF Juli 2018
NIEUWSBRIEF Juli 2018 Inhoud Akkerrandmengsel verkoop kantoor Inzaaien akkerranden en evaluatie Verslag ledenexcursie Voorintekening 2019 Foto: Henk Krajenbrink Akkerrandmengsel verkoop kantoor Voor het
Nadere informatieJaarverslag steenuilen 2013. uitgebreide versie
Jaarverslag steenuilen 2013 uitgebreide versie Jaarverslag steenuilen 2013 uitgebreid Broedseizoen 2013 zit er weer op. Tijd om de balans op te maken en dit met jullie te delen. We hebben qua aantallen
Nadere informatieColofon: Inge Bramsen, Kees Willemse, Chris Kuiper & Mieke Cardol, Kenniscentrum Zorginnovatie van Hogeschool Rotterdam, 2015.
Colofon: Mijn Pad is gemaakt door Inge Bramsen, Kees Willemse, Chris Kuiper & Mieke Cardol (2015), Lectoraat Disability Studies; Diversiteit in Participatie, Kenniscentrum Zorginnovatie van Hogeschool
Nadere informatie