WERKMODEL: BELEID BIJ GRIEPPANDEMIE

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "WERKMODEL: BELEID BIJ GRIEPPANDEMIE"

Transcriptie

1 WERKMODEL: BELEID BIJ GRIEPPANDEMIE Versie voor oplevering FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen, en Leefmilieu; Directoraat-generaal Basisgezondheidszorg en Crisisbeheer. Datum oplevering: 28 juni 2009 Auteurs: Nathalie Van de Vyver, Barbara Michiels, Peter Leysen Werkmodel Beleid bij Grieppandemie Pagina 1

2 INHOUD 1. Inleiding Motivatie Doel Definities en begrippen Achtergronden en epidemiologie Klinische vragen Preventie Niet-medicamenteuze maatregelen Medicamenteuze maatregelen Diagnostiek Behandeling Surveillance Organisatie van de zorgverstrekking Werkmodel Preventie Niet-medicamenteuze maatregelen Medicamenteuze preventieve maatregelen door de huisarts Diagnostiek Behandeling Surveillance Organisatie van de eerste lijn in geval van grieppandemie WHO FASE WHO FASE (4)-5 en kleine clusters in België WHO FASE 6 en veralgemening van de verspreiding in België Conclusie en kernboodschappen Randvoorwaarden Researchagenda Totstandkoming Bijlagen Noten Werkmodel Beleid bij Grieppandemie Pagina 2

3 1. Inleiding 1.1. Motivatie Algemeen wordt aangenomen dat de kans op een grieppandemie reëel is. In aanloop naar en tijdens een pandemie is de huisarts van cruciaal belang. Hij kan de eerste zorgverlener zijn die in contact komt met een geval van griep veroorzaakt door een nieuw influenzavirustype met pandemisch potentieel. Tijdens een grieppandemie zijn de huisartsen uiteraard het eerste aanspreekpunt. Naast de klassieke opvolging van seizoensepidemieën wordt met de surveillance van het influenzavirus ook gestreefd naar de vroegtijdige opsporing van overdracht van een nieuw virus op de mens en vervolgens naar de vaststelling van een mogelijke overdracht van mens op mens, wat zou kunnen wijzen op het begin van een nieuwe grieppandemie. De epidemie van vogelgriep die sinds 2003 bij wilde vogels woedt, heeft de vrees voor een nakende pandemie aangewakkerd. Wanneer en waar een dergelijk virus zich ontwikkelt, is onvoorspelbaar (cfr Mexicaanse griep). Ook welk klinisch beeld het veroorzaakt, welke groepen van de bevolking het meest getroffen worden en wie het meest getroffen wordt door complicaties, zal pas zeker zijn wanneer we met een pandemie worden geconfronteerd. Veel blijft dus hypothetisch, hetgeen zich in dit werkmodel reflecteert. Gezien de actualiteit zal er in dit werkmodel extra aandacht worden geschonken aan de nieuwe variant van het griepvirus, n. het A/H1N1-virus. De ervaring die zal worden opgedaan met dit nieuwe virus kan oplossingen aanreiken voor de vele onbeantwoorde vragen. Daarom zal dit werkmodel nadien worden herwerkt volgens de nieuwe inzichten Doel Dit werkmodel beschrijft in een eerste luik de achtergronden van een grieppandemie en de maatregelen die kunnen getroffen worden om de impact van een pandemie op het aantal zieken te minimaliseren. Waar mogelijk wordt rekening gehouden met de informatie die bekomen werd sinds het circuleren van een nieuw influenzavirusvariant met pandemisch potentieel A/H1N1. De nadruk ligt uiteraard op de taak die de huisartsen hierin kunnen opnemen. Een pandemie zal mogelijk gepaard gaan met een sterk toegenomen morbiditeit en mortaliteit en met een uitgesproken overbelasting en ontwrichting van de normale gezondheidssystemen. Om deze ontwrichting zo beperkt mogelijk te houden zullen ook de huisartsen zich op een gegeven moment anders moeten gaan organiseren. Daarom belicht dit werkmodel in een tweede luik ook enkele aspecten van reorganisatie tijdens een pandemie en beschrijft beknopt welke ondersteunende maatregelen de overheid dan voorziet. Welk scenario van reorganisatie van de eerste lijn uiteindelijk als haalbaar wordt beschouwd door de huisartsen maakt geen deel uit van dit werkmodel, maar zal het doel zijn van een draaiboek dat in een tweede fase zal worden ontwikkeld. Werkmodel Beleid bij Grieppandemie Pagina 3

4 1.3. Definities en begrippen Vogelgriep Aviaire influenza (AI) of vogelgriep is een zeer besmettelijke virusziekte waar het merendeel van alle vogelsoorten gevoelig voor zijn. De ziekte is in ieder geval reeds vastgesteld bij verschillende pluimveesoorten (eenden, ganzen, kippen, kalkoenen, fazanten, parelhoenders, kwartels en patrijzen). Sommige van deze soorten vertonen duidelijke symptomen (kalkoenen), bij andere is een besmetting nauwelijks te herkennen (eenden en andere watervogels). De aard van de symptomen en het verloop van de ziekte hangen af van de pathogeniciteit van de virusstam, de leeftijd van het getroffen dier, de omgeving en eventuele andere infecties 1. Pandemisch influenzavirus Pandemische influenza wordt veroorzaakt door pandemische influenzavirussen die zich onderscheiden van de reguliere influenzavirussen doordat ze oppervlakte-eiwitten het hemagglutinine (HA) en het neuraminidase (NA) dragen van een subtype dat nieuw is voor de mens en waartegen geen immuniteit (op basis van antilichamen) bestaat 2. Influenzapandemie Een pandemie is een epidemie op continentale of wereldschaal, waarbij een groot deel van de bevolking besmet wordt, met een groot aantal zieken en doden tot gevolg. Seizoensgriep De seizoensgriep is een jaarlijks terugkerende acute luchtwegeninfectie die veroorzaakt wordt door meerdere griepvirussen zoals influenza A/H3N2, maar ook B-virussen. De meest voorkomende symptomen van ongecompliceerde griep zijn: een plots begin met koorts, koude rillingen, hoofdpijn, spierpijn, neussymptomen en hoest. De hoest kan lang aanhouden, de overige klachten verdwijnen meestal na 2 à 7 dagen. Mexicaanse griep A/H1N1 Het gaat om een nieuw menselijk virus dat samengesteld is uit een combinatie van genen van verschillende afkomst: gedeeltelijk van varkensvirussen, van een vogelvirus en van een menselijk virus. Dit virus werd voor het eerst vastgesteld in Mexico op 18 maart De eerste analyses tonen een verband met virussen die bij varkens voorkomen in Noord-Amerika en Europa/Azië. Primaire profylaxe Profylactische behandeling met antivirale middelen van personen die geen ziektetekenen vertonen en nog geen aanwijsbare nauwe contacten met een patiënt of een dier met influenza hebben gehad. Post-exposure profylaxe Profylactische behandeling met antivirale middelen van personen die waarschijnlijk in contact zijn geweest met een virologisch bevestigd geval van influenza maar geen symptomen vertonen, met als doel de aandoening bij deze persoon te voorkomen of indien dit niet kan, te milderen. Werkmodel Beleid bij Grieppandemie Pagina 4

5 Antigene drift/ antigene shift De jaarlijks terugkerende griepepidemieën worden veroorzaakt door influenzavirussen die van jaar tot jaar kleine veranderingen ondergaan als gevolg van selectieve druk door immuniteit in de bevolking. Als gevolg van deze veranderingen, ook wel 'antigene drift' genoemd, kunnen influenzavirussen langzaam ontsnappen aan de herkenning door neutraliserende antilichamen en dient het influenzavaccin bijna jaarlijks te worden aangepast. Soms treden grote veranderingen in de virussen op wanneer nieuwe oppervlakte-eiwitten worden verkregen. Dit fenomeen treedt sporadisch op (in de afgelopen eeuw driemaal), wordt ook wel 'antigene shift' genoemd en kan een nieuwe pandemie tot gevolg hebben. Genetische reassortering (reassortment) Uitwisseling van RNA tussen twee of meer virussen in dezelfde gastcel. Contacten (definitie voor nieuwe virusvariant A/H1N1) Contacten zijn personen die een welbepaalde leefruimte deelden (gezin, familie, ziekenhuis of andere residentiële instelling, legerkazernes of vakantiekampen) met een persoon bij wie de diagnose influenza A/H1N1 nieuwe variant overwogen werd en dit tijdens de periode dat deze persoon besmettelijk was (vanaf 1 dag vóór tot 7 dagen na de start van de symptomen). Dit zijn 3 : Personen die hetzelfde risico hebben gelopen (reisgenoten). Nauwe contacten: Personen die in hetzelfde huis wonen (gezin); In instellingen (internaat, ziekenhuis, kazerne, ): personen die dezelfde slaapkamer delen; In scholen, crèche en kleuterklas: kinderen in dezelfde klas, slaapzaal; Rechtstreeks contact, onder vier ogen, op een afstand van minder dan één meter van de patiënt wanneer deze hoestte, niesde of sprak; vriendje of vriendinnetje, collega in hetzelfde bureau, persoon ernaast in het vliegtuig, in de trein, in de bus, persoon die dezelfde groepssport beoefent (zeker in geval van lichamelijk contact). Gezondheidspersoneel dat, zonder beschermingsmaatregelen te treffen, in direct contact kwam met de patiënt of zijn secreties (tijdens verzorging, ziekenvervoer, in het laboratorium, tijdens staalname, onderzoek,...) Andere contacten Collega s op het werk (behalve deze die hetzelfde bureau/lokaal langdurig delen); Uitgebreide familie; Schoolgenoten (behalve deze die in dezelfde klas zitten). Clusters Ten minste twee personen die beantwoorden aan de gevalsdefinitie van influenza A/HxNy (inbegrepen personen die overleden zijn aan onverklaarde acute luchtwegeninfectie), met in dezelfde periode van twee weken het begin van symptomen, en dit binnen een specifieke setting zoals gezin, uitgebreide familie, ziekenhuis, ander residentieel instituut of recreatiekamp, enzovoort 4. Werkmodel Beleid bij Grieppandemie Pagina 5

6 Interpandemisch vaccin Dit is het gewone seizoensgriepvaccin. Prepandemisch vaccin Een prepandemisch vaccin wordt gemaakt op basis van een reeds geïdentificeerde animaal influenzavariant die nog zeer moeilijk overdraagbaar is op mensen, maar waarvan men verwacht dat dit toch kan gebeuren die dankzij zogenaamde kruisreactiviteit ook bescherming kan bieden tegen een nieuw influenzavirustype met pandemisch potentieel. Pandemisch vaccin Een pandemisch vaccin is een vaccin dat ontwikkeld wordt tegen een nieuw influenzavirustype met pandemisch potentieel. Eens een nieuw griepvirus geïdentificeerd is, wordt dit voorbereid om er een vaccin mee te ontwikkelen. Als dit proces afgerond is, krijgen de fabrikanten van griepvaccins dit virus zodat zij het vaccin kunnen gaan produceren 5. Lokaal zorgmeldpunt Een lokaal zorgmeldpunt (LZMP) is een coördinatiecentrum in de gemeente dat geopend wordt in geval van een grieppandemie (zie ook verder blz. 26). Opschaling Opschalen is een term die ontstaan is bij uniformering van incident- en rampenbestrijding. Het gaat zowel om opschaling op operationeel niveau als opschaling op bestuurlijk niveau. Voor de huisartsen in geval van een grieppandemie betekent dit zowel efficiënter/sneller en langer werken als het inschakelen van huisartsen die normaal niet of weinig in de praktijk werken. WHO-stadia van pandemisch alert Interpandemische periode o Fase 1: niet bij mensen, geen dreiging Er werden geen nieuwe influenzavirussubtypes gedetecteerd in mensen. Een influenzavirussubtype dat infectie bij de mens heeft veroorzaakt, kan aanwezig zijn bij dieren. Als het aanwezig is bij dieren, dan wordt het risico op infectie of ziekte bij de mens als laag beschouwd. o Fase 2: niet bij mensen, mogelijke dreiging Er werden geen nieuwe influenzavirussubtypes gedetecteerd in mensen. Toch veroorzaakt een circulerend dierlijk influenzavirussubtype een substantieel risico op ziekte bij de mens. Pandemische alertfase o Fase 3: mensen besmet, geen verspreiding Menselijke infectie(s) met een nieuw subtype, maar geen mens-opmensverspreiding, of in uitzonderlijke gevallen overdracht op personen met wie er een nauw contact bestaat. Werkmodel Beleid bij Grieppandemie Pagina 6

7 o Fase 4: mensen besmet, amper verspreiding Kleine cluster(s) met beperkte mens-op-mensoverdracht, maar de verspreiding is erg gelokaliseerd mogelijk doordat het virus niet goed aangepast is aan de mens of ontstaan in de beginfase vanuit individuele gevallen. o Fase 5: mensen besmet, verspreiding neemt toe 6 Grotere cluster(s) maar de mens-op-mensoverdracht is nog steeds gelokaliseerd mogelijk door verdere aanpassing van de virusoverdracht of door een verdere verspreiding vanuit kleinere clusters. Pandemische periode o Fase 6 mensen besmet, wereldwijde verspreiding 7 Pandemie: toegenomen en duurzame overdracht in de algemene bevolking Achtergronden en epidemiologie In tegenstelling tot de seizoensinfluenzavirussen zijn influenzavirussen met pandemisch potentieel nieuw voor de mens, waardoor er geen immuniteit (op basis van antilichamen) bestaat. Wanneer deze virussen efficiënt van mens op mens overgaan heeft de bevolking hiertegen dus geen afweer en kunnen ze aanleiding geven tot een wereldwijde pandemie, die gepaard kan gaan met hoge morbiditeit en mortaliteit. Een voorbeeld hiervan is de Spaanse griep van Er bestaan meerdere influenzavirussen. Ze komen zowel voor bij mensen als bij vogels en zoogdieren. Een influenzavirusvariant met pandemisch potentieel komt waarschijnlijk tot stand door uitwisseling (reassortering) van gensegmenten afkomstig van aviaire en/of varkens én humane influenza-a-virussen (figuur 1) 8. In april 2009 werd een nieuw A/H1N1-virus geïdentificeerd. Het virus is een mix van vogelgriep-, varkensgriep- en menselijke griepvirussen. Het virus werd eerst in Mexico en in de Verenigde Staten opgemerkt, waarna het zich heeft verspreid via het internationale reisverkeer. De overdracht van dit nieuwe virus van mens op mens is nu zeker geworden. Het risico dat dit virus aan de oorsprong ligt van een nieuwe menselijke grieppandemie is een feit. Werkmodel Beleid bij Grieppandemie Pagina 7

8 Figuur 1: Mogelijke interspeciestransmissies van influenza-a-virussen. Dichte en onderbroken pijlen geven respectievelijk bevestigde en onbekende transmissieroutes aan. De epidemiologische eigenschappen van een grieppandemie (tabel 1) zijn niet goed gekend en daarom gebaseerd op de bevindingen uit 3 grieppandemieën van vorige eeuw. Ter vergelijking worden ook de eigenschappen van een epidemie met de seizoensgriepvariant vermeld. Gegevens beschikbaar voor de Mexicaanse griep zijn nog zeer onvolledig. Tabel 1: Eigenschappen van een griepepidemie 9. Seizoensgriep Grieppandemie Mexicaanse griep Tijdstip Jaarlijks in de winter o niet te voorspellen Maart 2009 in Mexico o historisch elke 10 tot 50 jaar o onafhankelijk van de seizoenen Duur Ongeveer 10 weken o 1 of meerdere vlagen Nog onvoldoende gekend o duur van elke vlaag: 8 tot 12 weken Risicogroepen 10 o kinderen jonger dan 2 jaar. Ongekend (vooral jongvolwassenen in 1918) Vooral jongvolwassenen worden getroffen o Leeftijd >65 jaar (gemiddelde leeftijd <30 o Comorbiditeit: diabetes, chronische long- en hartaandoeningen, leveren nierstoornissen, immuunstoornissen jaar) 11 Risicogroepen op complicaties: vergelijkbaar met de risicogroepen van o Zwangeren seizoensgriep 12 o Kinderen tussen 6 maanden en 18 jaar op langdurige aspirinetherapie o Alle personen in een instelling Attack rate 2-5% van de bevolking Tot 25% van de bevolking Hoge attack rate in bepaalde groepen (schoolkinderen tot 33%) Mortaliteit 100 per inwoners 0,16% 13 Genoomveranderingen Antigene drift Antigene shift/ genetische uitwisseling Genetische uitwisseling Werkmodel Beleid bij Grieppandemie Pagina 8

9 2. Klinische vragen 2.1. Preventie Niet-medicamenteuze maatregelen Welke maatregelen moeten het medisch korps (ambulant) en patiënten zelf toepassen om infectieoverdracht te voorkomen? o Wanneer start men met deze maatregelen? o Welke informatie hebben we nodig om deze maatregelen te kunnen implementeren? o Welke logistiek hebben we nodig om deze maatregelen te kunnen implementeren? o Wat is nog onzeker? Wat is haalbaar? Medicamenteuze maatregelen Wat is de optimale medicamenteuze strategie (antivirale middelen, vaccins) om impact van een pandemie op de bevolking en op het medisch corps tot een minimum te beperken? o Antivirale middelen: - Welke antivirale middelen kunnen preventief worden gebruikt? - Aan wie en wanneer worden deze antivirale geneesmiddelen preventief toegediend? - Aan welke dosis en hoe lang moeten deze antivirale geneesmiddelen worden toegediend? - Welke informatie hebben we nodig om deze antivirale geneesmiddelen te kunnen toedienen? - Welke logistiek hebben we nodig om deze antivirale geneesmiddelen te kunnen toedienen? o Vaccins: - Welke vaccins kunnen preventief gebruikt worden? - Aan wie, in hoeveel dosissen en wanneer worden deze vaccins gegeven? - Welke informatie hebben we nodig om vaccinatie te kunnen implementeren? - Welke logistiek hebben we nodig om vaccinatie te kunnen implementeren? 2.2. Diagnostiek Wanneer moeten we aan de diagnose van humaan geval van influenza met pandemisch potentieel denken? Welke complicaties zijn er te verwachten? Wat zijn de risicogroepen voor complicaties? 2.3. Behandeling Kunnen antivirale middelen ingezet worden bij de behandeling? Werkmodel Beleid bij Grieppandemie Pagina 9

10 Wanneer en bij wie? Is andere medicatie aangewezen: koortscontrole complicaties? Welke logistiek hebben we nodig om deze medicamenteuze behandeling te kunnen implementeren? Wat is nog onzeker? Wat is haalbaar? Wanneer is verwijzing noodzakelijk? 2.4. Surveillance 2.5. Organisatie van de zorgverstrekking Vanaf welk pandemiestadium moet de aanpak van influenzagevallen anders georganiseerd worden? o Wat betekent dit in de belasting van de hulpverlener? Wanneer alleen huisbezoeken? Wanneer wachtsysteem? Vanaf welk teveel aan hulpvragen gaat de normale praktijkvoering van de artsen verstoord worden? o Hoe de artsen logistiek steunen (bijvoorbeeld praktijkhulp, hulp van verpleegkundige)in de opvang van een groot aantal influenzagevallen? o Welke informatie is er nodig om op het gepaste moment de eerste lijn extra te ondersteunen? o Wat is nog onzeker? Wat is haalbaar? 3. Werkmodel 3.1. Preventie Niet-medicamenteuze maatregelen WELKE MAATREGELEN MOETEN HET MEDISCH KORPS (AMBULANT) EN PATIËNTEN ZELF TOEPASSEN OM INFECTIEOVERDRACHT TE VOORKOMEN? Kernboodschappen 1. Voor artsen Fase 1-2 => algemene hygiënemaatregelen blijven van toepassing: o Reinig handen met water en zeep voor en na klinisch onderzoek; met handalcohol op huisbezoek. o Draag handschoenen bij contact met mogelijk infectieuze lichaamsvochten. o Reinig medisch materiaal en ontsmet ze indien in contact gekomen met mogelijk besmette lichaamsvochten. o Maak meubilair zoals onderzoekstafel, bureau, deurklinken dagelijks schoon met gewone allesreiniger. Fase 3-5 => extra maatregelen in aanloop naar pandemie: o Draag chirurgisch masker (als de patiënt geen chirurgisch masker draagt) of ademhalingsmasker FFP2 (bij afname van neus en keelwissers) bij alle directe contacten met de influenzapatiënt. o Doe bij voorkeur huisbezoeken. Werkmodel Beleid bij Grieppandemie Pagina 10

11 Fase 6 => extra maatregelen tijdens pandemie 14 : o Draag chirurgisch masker voor routineverzorging op <1 meter (huisartspraktijk en ziekenhuis), en een FFP2- masker voor handelingen en behandelingen met aerosolvorming 15. o Herorganiseer de praktijkvoering: aparte griepraadplegingen, huisbezoeken enkel indien noodzakelijk. o Voer herinrichting van de wachtzaal door: speelgoed en tijdschriften verwijderen, stoelen verder uit elkaar zetten (>1 meter), aanbieden van masker bij binnenkomen wachtzaal. 2. Voor influenzapatiënten en hun omgeving Fase 1-2 => algemene hygiënemaatregelen blijven van toepassing: o Voor hoest en handhygiëne: gebruik papieren zakdoeken slechts één keer, houd hierbij hand voor de mond, en was de handen frequent met water en zeep. o Er zijn geen specifieke maatregelen voor de omgeving van de patiënt. Fase 3-5 => extra maatregelen in aanloop naar pandemie: o De patiënt draagt het chirurgisch masker als hij zijn woonst verlaat of zich thuis in aanwezigheid van anderen bevindt («gezin»). o Ook de omgeving van de patiënt draagt een chirurgisch masker indien in de nabijheid van patiënt (<1 meter) en alleen als patiënt zelf geen masker verdraagt. Fase 6 => extra maatregelen tijdens pandemie 16 : o De influenzapatiënt draagt het chirurgisch masker als hij zijn woonst verlaat of zich thuis in aanwezigheid van anderen bevindt («gezin»). o Ook de omgeving van de patiënt draagt een chirurgisch masker indien in nabijheid van een influenzapatiënt (<1 meter) maar alleen als patiënt zelf geen masker verdraagt en de omgeving nog geen immuniteit heeft verworven. Toelichting Algemene preventiemaatregelen toegepast in de normale praktijkvoering blijven van kracht in de aanloop naar en tijdens een grieppandemie (alle WHO-fasen van pandemisch alert): Handhygiëne: handen wassen met water en zeep en afdrogen met papieren wegwerphanddoek voor en na contact met patiënten en/of voor en na gebruik van handschoenen; alcoholgel (met isopropanol) op huisbezoek 17,18. Draag geen ringen en kunstnagels, houd de nagels kort 19. Gebruik van handschoenen: dragen van handschoenen bij contact met potentieel infectieuze lichaamsvochten 20. Reinigen en ontsmetten van medisch materiaal na contact met potentieel infectieuze lichaamsvochten. Onderhoud van meubilair en lokalen wachtzaal, toiletten: vooral aandacht voor plaatsen waarmee patiënten handcontact hebben: wc-bril, kranen, deurklinken, bureauoppervlakten. Werkmodel Beleid bij Grieppandemie Pagina 11

12 In aanloop naar en tijdens pandemie wordt aanbevolen om een aantal extra beschermingsmaatregelen te nemen, zoals het dragen van een masker 21 : Ademhalingsmasker 22 (Europese norm EN149 type FFP2 of FFP3) beschermt de drager tegen risico s verbonden aan inademing van met polluenten (gassen, stoom, stof, aerosolen) belaste lucht. Dit biedt bescherming bij blootstelling aan microbiële aerosolen. Dit is een gespecialiseerd type masker dat in de dagelijkse huisartspraktijk niet gebruikt wordt. Een chirurgisch masker, gekend van het dagelijkse gebruik bij heelkundige ingrepen 23, zorgt voor afsluiting en vangt bij uitademing door de persoon die verzorgd wordt, uitgestoten druppeltjes op. Gedragen door een besmette patiënt biedt het bescherming voor de verzorgende en de onmiddellijke omgeving van de patiënt. Gedragen door de verzorgende biedt het masker hem/haar bescherming tegen vochtspatten, droplets van een patiënt die zelf geen masker kan dragen (geen bescherming tegen aerosoltransmissie). Er kunnen ook organisatorische maatregelen overwogen worden 24 zoals alleen op afspraak werken, alleen huisbezoeken verrichten, het herinrichten van de wachtzaal (verwijderen van tijdschriften, speelgoed, afstand tussen de stoelen vergroten tot meer dan 1 meter, aanbieden van maskers aan de patiënten bij het binnenkomen (zie hoofdstuk Reorganisatie, blz. 24). In de prepandemische fases worden deze extra maatregelen vooral om twee redenen aanbevolen: ze dienen bescherming te geven aan de arts en aan gezonde contacten van de patiënt, maar ze hebben ook tot doel de transmissie van het virus te vertragen. Dit is noodzakelijk zodat de maatschappij zich zo goed mogelijk kan voorbereiden op de evolutie naar een pandemie. Tijdens een pandemie (fase 6) is het effect van deze maatregelen op de verspreiding van het virus in de bevolking zeer miniem of afwezig. Het virus heeft zich dan dermate verspreid onder de algemene bevolking dat beschermingsmaatregelen tijdens consultaties geen invloed meer hebben op bevolkingsniveau. De zinvolheid van deze extra maatregelen is dan beperkt tot het beschermen van de zorgverstrekker en de gezonde contacten van de patiënt. WANNEER START MEN MET DEZE MAATREGELEN? De toepassing van de extra maatregelen is afhankelijk van het soort virus en de hoogte van het pandemische alarmpeil. Tevens moet er rekening gehouden worden met de haalbaarheid van sommige interventies. Hierna worden de maatregelen per WHO-fase voorgesteld uitgaande van een ernstig pathogeen influenzavirus ( worst case scenario ). 1. GEBRUIK VAN MASKERS In tabel 2 wordt het gebruik van maskers beschreven volgens doelgroep en volgens de WHO-fasen van pandemisch alert. Voor de huisarts worden enkel de maatregelen voor de ambulante situatie weergegeven. De maatregelen die genomen dienen te worden in ziekenhuizen worden hier niet besproken. Werkmodel Beleid bij Grieppandemie Pagina 12

13 De huisarts draagt in de fasen 1-6 enkel maskers van het type FFP2-3 bij neus- en keelonderzoek en/of indien aerosolverspreiding mogelijk is (bijvoorbeeld bij nauw contact (<1 meter) met kinderen die geen masker kunnen dragen). Men raadt de huisarts aan het chirurgisch masker te gebruiken in de fasen 5-6 bij de routineverzorging van grieppatiënten. Deze maatregel is mogelijk haalbaar in een ziekenhuissetting, maar dit lijkt veel minder het geval in een huisartssetting, en is zeker niet meer aangewezen als de huisarts de ziekte heeft doorgemaakt. Hoe strikt deze maatregelen worden toegepast, zal ook afhankelijk zijn van de ernst van het klinisch beeld. De zieke zelf draagt tijdens alle fasen van pandemisch alert een chirurgisch masker in aanwezigheid van anderen, dus ook in de wachtzaal. Als de zieke geen masker kan dragen en de contactpersonen zelf nog geen griep hebben doorgemaakt, gebruiken contactpersonen (huisgenoten, verzorgenden) een chirurgisch masker (fasen 4-6). Tabel 2: Gebruik van type maskers volgens fase en doelgroep. Doelgroep Fase 3 25 Fase 4 26 Fase 5 27 Fase 6 28 (aanloop epidemie) Huisarts FFP2-3 FFP2-3 Chirurgisch Chirurgisch masker masker + + FFP2-3 FFP2-3 Zieken Chirurgisch Chirurgisch Chirurgisch Chirurgisch masker Huisgenoten en verzorgers masker Nvt 30 masker Chirurgisch masker masker Chirurgisch masker Chirurgisch masker Fase 6 29 (piek epidemie) Chirurgisch masker + FFP2-3 Chirurgisch masker Chirurgisch masker 2. GEBRUIK VAN HANDSCHOENEN, BRIL EN SCHORT, ONTSMETTEN VAN MEDISCHE INSTRUMENTEN, ONDERHOUD CONSULTATIERUIMTE Fase 3-4: Gebruik van niet-steriele handschoenen bij neus- en keelafnames of bij contact met lichaamsvochten 31 (nota: handen dienen gewassen te worden met water en zeep vóór en na het gebruik van handschoenen 32 ). Gebruik van bril en schort is aangewezen bij contact met sporadische gevallen geïnfecteerd met een extreem pathogeen virus 33. Ontsmetten van medische instrumenten: telkens na contact met influenzapatiënt; wegwerppapier van de onderzoekstafel vervangen na iedere patiënt 34. Onderhoud consultatieruimte, wachtzaal, toiletten: vooral aandacht voor plaatsen waarmee patiënten handcontact hebben: wc-bril, kranen, deurklinken, bureauoppervlakten (intensiever in de aanloop naar epidemie (fase 3-6), dan in fase 6 (piek van de epidemie)) 35. Fase 5-6: Het gebruik van handschoenen wordt niet routinematig aanbevolen, een goede handhygiëne zou moeten volstaan 36. Ontsmetten van medische instrumenten: telkens na contact met influenzapatiënt; wegwerppapier van de onderzoekstafel vervangen na iedere patiënt 37. Onderhoud consultatieruimte, wachtzaal, toiletten: vooral aandacht voor plaatsen waarmee patiënten handcontact hebben: wc-bril, kranen, deurklinken, Werkmodel Beleid bij Grieppandemie Pagina 13

14 bureauoppervlakten (intensiever in de aanloop naar epidemie (fase 3-6), dan in fase 6 (top epidemie)). 3. ORGANISATORISCHE MAATREGELEN In fase 3-5, en eventueel in de aanloopfase naar fase 6, genieten huisbezoeken de voorkeur. In volle fase 6 wordt aanbevolen te werken na afspraak (en/of met specifieke griepconsultaties en een aparte wachtkamer). Maatregelen zoals stoelen in de wachtzaal meer dan 1 meter uit elkaar zetten, speelgoed en tijdschriften uit de wachtzaal verwijderen 38 kunnen de transmissie tussen grieppatiënten en andere patiënten theoretisch kunnen verminderen. WELKE INFORMATIE HEBBEN WE NODIG OM DEZE MAATREGELEN TE KUNNEN IMPLEMENTEREN? Van zodra een nieuw type virus overdraagbaar is van mens tot mens zal de ernst van het klinisch beeld en de besmettelijkheid van het virus bepalend zijn voor het invoeren van de maatregelen. Het is vooral in fase 4-5 en de aanloopperiode van fase 6 dat het rigoureus toepassen van sommige maatregelen de epidemie kan tegenhouden ( containment ) of wat kan vertragen. Tevens moet er ook op tijd aangegeven worden wanneer bepaalde maatregelen geen zin meer hebben. Een nauwe samenwerking met het Commissariaat Influenza is aangewezen. WELKE LOGISTIEK HEBBEN WE NODIG OM DEZE MAATREGELEN TE KUNNEN IMPLEMENTEREN? Huisartsen moeten snel over voldoende materiaal (zoals handschoenen, maskers 39 ) kunnen beschikken, nadat hun beperkte eigen voorraad opgebruikt is. WAT IS NOG ONZEKER? WAT IS HAALBAAR? De toepassing van sommige extra maatregelen heeft enkel zin in de aanloopfase naar een pandemie waarbij er slechts enkele infectieclusters zijn en de werkbelasting van de artsen niet verhoogd is. De extra tijd die nodig is om de voorgestelde maatregelen te implementeren is nog niet in kaart gebracht? Nochtans is dit van cruciaal belang om de haalbaarheid te kunnen inschatten. Bovendien is het nut en de noodzaak van sommige maatregelen, zoals het dragen van maskers en handschoenen, nog onvoldoende aangetoond. Het risico bestaat dat het slecht toepassen van sommige preventiemaatregelen meer nadelen heeft dan ze helemaal niet toe te passen. Er moet ook gezorgd worden voor een adequate afvalbehandeling van de gebruikte handschoenen, maskers en papieren wegwerpdoekjes die gewoon bij het restafval mogen. Werkmodel Beleid bij Grieppandemie Pagina 14

15 Medicamenteuze preventieve maatregelen door de huisarts WAT IS DE OPTIMALE MEDICAMENTEUZE STRATEGIE (ANTIVIRALE MIDDELEN, VACCINS) OM DE IMPACT VAN EEN PANDEMIE OP DE BEVOLKING EN OP HET MEDISCH KORPS TOT EEN MINIMUM TE BEPERKEN? ANTIVIRALE MIDDELEN Kernboodschappen Twee antivirale middelen komen in aanmerking voor preventie, namelijk oseltamivir (Tamiflu ) en zanamivir (Relenza ). Beide behoren tot de groep van de neuraminidase-inhibitoren. Gebruik van deze middelen in primaire preventie (zonder contact met een geval) wordt in geen enkele fase aanbevolen. Post-exposure profylaxe met oseltamivir is aanbevolen bij nauwe contacten van bewezen gevallen van griep met een pandemisch potentieel in fase 3 tot 5. De antivirale middelen zullen via de gezondheidsinspecteur worden verdeeld. Post-exposure profylaxe is niet aanbevolen in fase 6. WELKE ANTIVIRALE MIDDELEN KUNNEN PREVENTIEF WORDEN GEBRUIKT? Van de antivirale middelen zijn oseltamivir en zanamivir geregistreerd ter preventie van infectie door influenza A- en B-virussen. Om profylactisch actief te zijn, dienen ze gedurende de hele duur van het contact met influenza genomen te worden en tot 10 dagen na het laatste contact met een bevestigd geval. Resistentievorming tegen oseltamivir wordt almaar meer beschreven 40, maar lijkt voor het huidige type A/H1N1 nog geen probleem te vormen. Resistentieontwikkeling tegen zanamivir werd tot op heden nog niet gerapporteerd 41. AAN WIE EN WANNEER WORDEN DEZE ANTIVIRALE MIDDELEN PREVENTIEF TOEGEDIEND? In fase 3 tot 5 worden antivirale middelen enkel aanbevolen voor nauwe contacten 42 van een waarschijnlijk of bewezen geval van griep met pandemisch potentieel, bijvoorbeeld A/H1N1 (post-exposure profylaxe). Op dat moment moeten immers alle middelen aangewend worden om een dreigende uitbraak in te dijken of te vertragen ( containment ). Een snelle preventieve behandeling van nauwe contacten is hierin essentieel. De mogelijkheid bestaat dat bij een progressieve toename van het aantal influenzagevallen, de post-exposure profylaxe uiteindelijk zal beperkt worden tot bepaalde risicogroepen en dit afhankelijk van de ernst van het klinisch beeld en de kans op complicaties 43. In België wordt in fase 6 niet gekozen om antivirale middelen preventief te gebruiken (geen primaire en geen post-exposure profylaxe) omdat dit aanleiding kan geven tot tekorten 44. Ook voor huisartsen is preventief gebruik niet voorzien. In geval van A/H1N1 (Mexicaanse griep) is dit zeker verdedigbaar, gezien het milde klinische beeld 45. Werkmodel Beleid bij Grieppandemie Pagina 15

16 AAN WELKE DOSIS EN HOE LANG MOETEN DEZE ANTIVIRALE GENEESMIDDELEN WORDEN TOEGEDIEND? Oseltamivir wordt toegediend aan 75 mg per dag en zanamivir aan 10 mg per dag, beide gedurende 10 dagen na het laatste onbeschermde contact 46. Dosissen dienen aangepast te worden aan de leeftijd en nierfunctie (tabel 3). In het kader van de A/H1N1-pandemie zijn de leeftijdsgrens en de contra-indicaties voor het gebruik van oseltamivir aangepast. Zo mag oseltamivir bij kinderen jonger dan 1 jaar gebruikt worden gedurende maximaal 10 dagen en kan het gebruik van oseltamivir of zanamivir in geval van zwangerschap en lactatie worden verdedigd 47. Deze aanpassingen gelden niet voor de seizoensgriep. Tabel 3: Preventief gebruik van neuraminidase-inhibitoren (post-exposure profylaxe). Middel Oseltamivir tot 10 dagen na het laatste onbeschermde contact Zanamivir tot 7 dagen na het laatste onbeschermde contact Dosering leeftijd < 1 jaar 1-13 jaar Gewicht Profylaxe Bijwerkingen Contra-indicaties < 15 kg kg kg > 40 kg 1 dd 2-3 mg/kg 1 dd 30 mg 1 dd 45 mg 1 dd 60 mg 1 dd 75 mg > 13 jaar - 1 dd 75 mg bij creatinineklaring ml/min: dosisaanpassing => 1 dd 75 mg of 2 dd 30 mg, bij gebruik >10 dagen: halveren > 5 jaar - 1 dd 2 inhalaties van 5 mg meest voorkomend: o misselijkheid; o braken; o buikpijn. meest voorkomend: o neus- en keelklachten, o hoofdpijn zelden: acute bronchospasmen en/of afname longfunctie relatieve contraindicaties: o borstvoeding; o zwangerschap; absolute contraindicaties: nierinsufficiëntie (bij creatinineklaring < 10 ml/min en dialysepatiënten: niet toedienen). relatieve contraindicaties: o borstvoeding; o onvoldoende gegevens over mogelijke schadelijkheid tijdens zwangerschap; o voorzichtigheid geboden bij chronische luchtwegaandoeni ngen WELKE INFORMATIE HEBBEN WE NODIG OM DEZE ANTIVIRALE MIDDELEN TE KUNNEN TOEDIEDEN? De huisarts wordt bijgestaan door de gezondheidsinspecteur van de provincie bij het opmaken van een lijst van contacten van een bevestigd geval. Deze contactpersonen krijgen oseltamivir toegediend gedurende 10 dagen. Werkmodel Beleid bij Grieppandemie Pagina 16

17 WELKE LOGISTIEK HEBBEN WE NODIG OM DEZE ANTIVIRALE MIDDELEN TE KUNNEN TOEDIENEN? Voor post-exposure profylaxe moeten de antivirale middelen op kleine schaal snel beschikbaar kunnen zijn op de plaats waar een geval/cluster voorkomt. Dit zou voor een klein land als België geen probleem mogen zijn. De gezondheidsinspecteur van de provincie heeft hierin de coördinerende rol. VACCINATIE Kernboodschappen Vaccinatie tegen seizoensgriep blijft sterk aanbevolen 48. Er is nog onvoldoende wetenschappelijk bewijs voor de zinvolheid van pneumokokkenvaccinatie ter preventie van influenzagerelateerde pneumokokkenpneumonie. Als een totaal nieuw virustype zich snel verspreidt, zal er geen prepandemisch vaccin ter beschikking zijn. Een pandemisch vaccin kan pas ontwikkeld worden als het genoom van de nieuwe virusvariant met pandemisch potentieel gekend is. Afhankelijk van de getroffen risicogroepen, zal bepaald worden wie bij voorrang gevaccineerd dient te worden. Deze beslissing zal genomen worden door het Interministerieel Commissariaat Influenza. In de meeste gevallen zullen twee dosissen van het vaccin nodig zijn met een interval van 3 à 4 weken. De Belgische overheid heeft de middelen voorzien om de hele bevolking te vaccineren (niet enkel risicogroepen) en neemt de organisatie hiervan op zich. WELKE VACCINS KUNNEN PREVENTIEF GEBRUIKT WORDEN? In de prepandemische fase (3-5) zijn er waarschijnlijk geen vaccins beschikbaar die enige bescherming kunnen bieden, zeker wanneer een virustype zeer snel aanleiding geeft tot een fase 6-pandemie 49. Het duurt 4 tot 6 maanden alvorens een pandemisch vaccin beschikbaar wordt in voldoende aantal dosissen. Op basis van de beschikbare literatuur kan pneumokokkenvaccinatie ter preventie van influenzagerelateerde pneumokokkenpneumonie nog niet verdedigd worden 50. Anders dan het advies van de Hoge Gezondheidsraad sluit de auteursgroep zich aan bij de meeste internationale plannen om geen pneumokokkenvaccinatie te adviseren. AAN WIE TE GEVEN, IN HOEVEEL DOSISSEN EN WANNEER WORDEN DEZE VACCINS GEGEVEN? Als het pandemisch vaccin beschikbaar is, zal het slechts beperkt getest zijn op vlak van beschermings- en bijwerkingenprofiel. De beschikbare voorraad zal tevens onvoldoende zijn om onmiddellijk aan de volledige bevolking aan te bieden. De identificatie van de doelgroepen en prioritaire groepen zal dus onderwerp zijn van een gedegen afweging van te verwachten voor- en nadelen. Van belang hierin zijn onder andere de ernst van het klinisch beeld, de risicogroepen op complicaties, de hoeveelheid beschikbaar vaccin, de ernst en frequentie van te verwachten nevenwerkingen van het vaccin 51. Werkmodel Beleid bij Grieppandemie Pagina 17

18 Om voldoende bescherming te bieden zijn mogelijk twee dosissen van het vaccin nodig, ten minste voor bepaalde groepen zoals kinderen. WELKE INFORMATIE HEBBEN WE NODIG OM VACCINATIE TE KUNNEN IMPLEMENTEREN? Dit wordt uitgewerkt door een werkgroep van het Interministerieel Commissariaat Influenza. WELKE LOGISTIEK HEBBEN WE NODIG OM VACCINATIE TE KUNNEN IMPLEMENTEREN? Een vaccinatiecampagne op bevolkingsniveau wordt momenteel voorbereid door een aparte werkgroep. Alle burgers die in België verblijven zouden een uitnodigingsbrief ontvangen, waarmee ze zich kunnen aanbieden op twee te organiseren vaccinatiedagen. De organisatie hiervan is deels te vergelijken met deze van de verkiezingen. Waarschijnlijk heeft de huisarts een taak in het bereiken van patiënten die zich niet meer kunnen verplaatsen 52. Meer gegevens hierover zijn momenteel nog niet beschikbaar Diagnostiek WANNEER MOETEN WE AAN DE DIAGNOSE HUMAAN GEVAL VAN INFLUENZA MET PANDEMISCH POTENTIEEL DENKEN? Kernboodschappen PREPANDEMISCH (FASE 3-5) In prepandemische fases wordt de diagnose gesteld door het koppelen van een gevalsdefinitie aan een virologische bevestiging. Denk aan de diagnose humaan geval van influenza met pandemisch potentieel wanneer u een patiënt ziet met koorts (>38 C) én hoest of dyspnee én algemeen onwelzijn en binnen de 7 dagen vóór de start van deze symptomen in het buitenland verbleef in een land met overdracht van de nieuwe variant van influenza A/HxNy OF nauw contact (<1 meter) heeft gehad met een waarschijnlijk of bevestigd symptomatisch geval van A/HxNy. Meld dit geval bij de gezondheidsinspecteur van uw provincie. Zorg ervoor dat u steeds beschikt over zijn telefoonnummer (zie kader). Bij deze patiënten is het steeds noodzakelijk om een virologische bevestiging te krijgen van de diagnose. Volg hiervoor de procedure (zie bijlage 1 voor A/H1N1). Een geval is bevestigd bij positieve PCR voor influenza A/HxNy of isolatie van influenza A/HxNy en sequentiëring van het virus in overeenstemming met het nieuwe virus. PANDEMISCH (FASE 6) Tijdens een manifeste influenzapandemie gebeurt de diagnostiek van influenza op basis van het klinische beeld en is virologische bevestiging niet meer nodig. De gevalsdefinitie wordt ad hoc bepaald en verfijnd op basis van de surveillancegegevens 53. Werkmodel Beleid bij Grieppandemie Pagina 18

19 KADER: GEZONDHEIDSINSPECTEUR IN BELGIË Vlaamse Gemeenschap Oost-Vlaanderen Tel: Fax: Antwerpen Tel: Fax: Vlaams-Brabant Tel: Fax: West-Vlaanderen Tel: Fax: Limburg Tel: Fax: 011/ Permanentie 24/24 u Tel: Brussel Tel: Fax: GSM : Franse en Duitstalige Gemeenschap Luik, Namen, Luxemburg Tel: Fax: GSM: Henegouwen, Waals Brabant Tel: Fax: GSM: WIV 24/24 u GSM: Toelichting FASEN 3-5 Zolang er geen vlotte overdracht is van het virus van mens tot mens (fasen 3 tot 5) spreekt men van een humaan geval van een nieuwe variant van influenza met pandemisch potentieel. Afhankelijk van de variant zal de gevalsdefinitie aangepast worden. Surveillance en gevalsbeschrijvingen vormen hiervan de basis. Een gevalsdefinitie bestaat uit een aantal klinische symptomen gekoppeld aan een contactanamnese (zie tabel 4). Tabel 4: Gevalsdefinitie voor een humaan geval van een nieuwe variant van Influenza A/HxNy met als voorbeeld A/H5N1 en A/H1N1 (Mexicaanse griep). Fase 3 54 A/H5N1 Mogelijk geval Koorts (> 38 ) EN hoesten EN algemeen onwel zijn EN, binnen de zeven dagen vóór het begin van de symptomen: verblijf in een land dat getroffen 3 is door influenza A/HXNY contact (<1 meter) met gevogelte of varkens (wild of tam, levend of dood) of hun uitwerpselen Fase 4 55 A/H5N1 koorts (> 38 ) EN hoesten EN algemeen onwel zijn EN, binnen de zeven dagen vóór het begin van de symptomen: verblijf in een land dat getroffen3 is door influenza A HXNY contact (<1 meter) met gevogelte ( wild of tam, levend of dood) of hun uitwerpselen OF contact met een bevestigd humaan geval van influenza A/HXNY tijdens de besmettelijke periode Fase 5 A/H1N1 Koorts (>38 C) EN hoesten of dyspnee EN algemene malaise EN binnen de zeven dagen vóór het begin van de symptomen: verblijf in een land met overdracht van de nieuwe variant van influenza A/H1N1 a OF nauw contact (<1 m eter) met een waarschijnlijk of bevestigd symptomatisch geval van A/H1N1 Werkmodel Beleid bij Grieppandemie Pagina 19

20 Fase 3 56 A/H5N1 Waarschijnlijk geval mogelijk geval met preliminaire laboratoriumresultat en die aviaire influenza suggereren, maar zonder confirmatie OF mogelijk geval met ademnood of dood zonder aanwijzingen voor een andere etiologie OF mogelijk geval met sterk suggestieve epidemiologische context geëvalueerd door experts (bvb. Bezoek aan een pluimveebedrijf of varkenskwekerij met influenza A/HXNY virusbesmetting) Fase 4 57 A/H5N1 mogelijk geval met preliminaire laboratoriumresultat en die aviaire influenza suggereren, maar zonder confirmatie OF mogelijk geval met ademnood of dood zonder aanwijzingen voor een andere etiologie OF mogelijk geval met sterk suggestieve epidemiologische context geëvalueerd door experts (bvb. een geconfirmeerd humaan geval van influenza A/HXNY verzorgd hebben gedurende de besmettelijke periode) Bevestigd geval positieve PCR voor influenza A/HXNY OF positieve virale cultuur voor influenza A/HXNY OF 4-voudige titerstijging van specifieke Hxantilichamen a Zie lijst op Fase 5 A/H1N1 Positieve PCR voor influenza A/H1N1 nieuwe variant OF Isolatie van influenza A/H1N1 en sequentiëring van het virus in overeenstemming met het nieuwe virus FASE 6 In fase 6 wordt de diagnose van influenza met een nieuwe virusvariant enkel op klinische basis gesteld. Een virologische bevestiging is dan niet meer nodig. Voor de Mexicaanse griep A/H1N1 is de gevalsdefinitie erg gelijkend op die van de gebruikelijke seizoensgriep. Dit is gebaseerd op de ervaringen in de Verenigde Staten waar reeds veralgemeende circulatie is van de nieuwe virusvariant 58. WELKE COMPLICATIES ZIJN ER TE VERWACHTEN? WAT ZIJN DE RISICOGROEPEN VOOR COMPLICATIES De belangrijkste en meest voorkomende complicaties van Influenza A-infecties zijn primaire virale pneumonie 59 en secundaire bacteriële infecties zoals otitis media, pneumonie of bronchitis. Of dit ook het geval is bij een pandemisch influenzavirus is uiteraard niet met zekerheid te voorspellen, maar pneumonie als complicatie is zeker te verwachten. Of de klassieke risicogroepen van seizoensgriep ook bij pandemische influenza het hoogste risico lopen op complicaties, staat niet met zekerheid vast. Tot de klassieke Werkmodel Beleid bij Grieppandemie Pagina 20

21 risicogroepen behoren personen met een chronische long- en hartaandoening, zwangere vrouwen in het tweede en derde trimester, personen met verminderde nierfunctie, maligniteiten, verminderde afweer, hematologische ziekten of leverziekten, kinderen jonger dan 2 jaar en personen vanaf 65 jaar. Er zijn sterke aanwijzingen dat de nieuwe variant A/H1N1 ook bij deze risicogroepen relatief meer complicaties veroorzaakt Behandeling KUNNEN ANTIVIRALE MIDDELEN INGEZET WORDEN BIJ DE BEHANDELING? Kernboodschappen FASE 3-5 Hoewel de effectiviteit van antivirale middelen op het voorkomen van complicaties bij van influenza bij risicogroepen niet is aangetoond 61, wordt aanbevolen om alle patiënten met virologisch bewezen influenza met pandemisch potentieel in fase 3-5 te behandelen met oseltamivir of zanamivir. FASE 6 Oseltamivir en zanamivir kunnen aan patiënten met een klinische diagnose van pandemische influenza worden toegediend op voorwaarde dat dit kan gebeuren binnen de 48 uur na het optreden van de klinische symptomen. Doelgroep voor behandeling met antivirale middelen is afhankelijk van de ernst van het klinisch beeld en de identificatie van risicogroepen bij wie complicaties zich meer lijken voor te doen. Deze afweging is nodig om beperkte middelen doelmatig in te zetten en mogelijke resistentievorming en ernstige nevenwerkingen van de antivirale middelen te voorkomen. De risicogroepen van de Mexicaanse griep lijken sterk overeen te komen met deze van de seizoensgriep nl. <5 jaar, >65 jaar, patiënten met chronische pathologie, zwangere vrouwen, <19 jaar onder langetermijnbehandeling met antiinflammatoire geneesmiddelen en RVT- of rusthuisbewoners). Het curatieve gebruik van antivirale middelen is uiteraard enkel zinvol indien het pandemische virus er gevoelig aan is en blijft. De antivirale middelen zullen niet beschikbaar zijn via het reguliere systeem van apothekers, maar via het lokaal zorgmeldpunt (LZMP) waar de huisartsen zich zullen kunnen bevoorraden. De huisartsen zorgen ervoor dat de middelen aan de zieken worden afgeleverd. WANNEER? De antivirale middelen zijn maximaal effectief indien ze direct na het optreden van de eerste symptomen toegediend worden. Binnen de 48 uur is de regel, maar binnen de 36 uur geniet de voorkeur, omdat men dan de grootste winst ziet op vlak van symptoomverkorting. Men betwijfelt dat het zin heeft de antivirale middelen te starten als er meer dan 48 uur verstreken zijn na de eerste symptomen. Bij relatieve contra- Werkmodel Beleid bij Grieppandemie Pagina 21

22 indicaties voor deze middelen zal men de potentiële voor- en nadelen zorgvuldig tegen elkaar moeten afwegen (tabel 5). Net als bij het profylactisch gebruik zijn in het kader van de A/H1N1-pandemie de leeftijdsgrens en de contra-indicaties voor het gebruik van oseltamivir aangepast. Zo mag oseltamivir bij kinderen jonger dan 1 jaar gebruikt worden en kan het gebruik van oseltamivir of zanamivir in geval van zwangerschap en lactatie verdedigd worden. Deze aanpassingen gelden niet voor de seizoensgriep 62. Tabel 5: Therapeutisch gebruik van de neuraminidase-inhibitoren. Middel Oseltamivir gedurende 5 dagen Dosering leeftijd < 1 jaar 1-13 jaar Gewicht Behandeling Bijwerkingen Contra-indicaties 2 dd 2-3 mg/kg meest relatieve contraindicaties: voorkomend: < 15 kg 2 dd 30 mg o misselijkheid; o borstvoeding; o braken; o zwangerschap; kg 2 dd 45 mg o buikpijn. o leeftijd <1 jaar. Zanamivir gedurende 5 dagen > 13 jaar kg > 40 kg - 2 dd 60 mg 2 dd 75 mg 2 dd 75 mg bij creatinineklaring ml/min: dosisaanpassing => 1 dd 75 mg of 2 dd 30 mg, bij gebruik > 10 dagen: halveren > 5 jaar - 2 dd 2 inhalaties van 5 mg meest voorkomend: o neus- en keelklachten, o hoofdpijn zelden: acute bronchospasmen en/of afname longfunctie absolute contraindicaties: nierinsufficiëntie (bij creatinineklaring < 10 ml/min en dialysepatiënten: niet toedienen). relatieve contraindicaties: o borstvoeding; o onvoldoende gegevens over mogelijke schadelijkheid tijdens zwangerschap; o voorzichtigheid geboden bij chronische luchtwegaando eningen BIJ WIE? In fase 3 tot 5 worden de antivirale middelen aangeboden aan elk waarschijnlijk of bewezen humaan geval van een nieuwe variant van influenza. Doel is naast het voorkomen van complicaties bij de patiënt ook de transmissie naar andere personen in te dijken. De overheid heeft voor fase 6 een behandeling met oseltamivir voorzien voor elke zieke in de bevolking. Het milde klinisch beeld van de huidige nieuwe variant A/H1N1 maakt een herdefiniëring van de doelgroepen voor deze antivirale middelen echter wenselijk. Om de middelen doelmatig aan te wenden is gebruik bij voorkeur beperkt tot risicogroepen. Wie precies tot de risicogroepen behoort, zal duidelijk worden door Werkmodel Beleid bij Grieppandemie Pagina 22

23 voortdurende analyse van de epidemiologische eigenschappen van de epidemie in andere landen. Vooral de gegevens uit de Verenigde Staten en Japan zullen hierbij van belang zijn. Men dient ook rekening te houden met resistentievorming en nevenwerkingen van de antivirale middelen bij onnodig veralgemeend gebruik. Gebruik in fase 6 kan als bijkomend effect hebben dat het de epidemie vertraagt en op die manier een minder zware impact heeft op het functioneren van de maatschappij 63. De beslissingen hierover worden genomen door het Interministerieel Commissariaat Influenza. IS ANDERE MEDICATIE AANGEWEZEN: KOORTSCONTROLE, COMPLICATIES? Als koortswerend en pijnstillend middel is paracetamol de eerste keuze. Zeker bij kinderen en bejaarden is paracetamol te verkiezen boven NSAID s omwille van het mogelijke gevaar op een syndroom van Reye bij de kinderen tot 18 jaar 64 (aspirine) en nierinsufficiëntie of gastritiden bij de ouderen 65. Antibiotica dienen voorbehouden te worden voor een klinisch vermoeden van een pneumonie 66. Zonder comorbiditeit is amoxicilline (3 x 1 g per dag) de eerste keuze. Bij aanwezigheid van comorbiditeit verdient amoxicilline-clavulaanzuur (3 x 500/125 mg of 875/125 mg) de voorkeur. Bij een niet IgE-gemedieerde penicillineallergie kan cefuroximaxetil (3 x 500 mg per dag) gegeven worden, en bij een IgE-gemedieerde penicillineallergie moxifloxacine (1 x 400 mg per dag). De behandelingsduur bedraagt 8 dagen 67. WELKE LOGISTIEK HEBBEN WE NODIG OM DEZE MEDICATIE TE KUNNEN IMPLEMENTEREN? In de prepandemische fase wordt de coördinatie van de aanpak van de patiënt door de gezondheidsinspecteur van de provincie opgenomen. Tijdens de pandemie zal de door de overheid aangekochte voorraad oseltamivir via het lokaal zorgmeldpunt (LZMP) voor de huisartsen beschikbaar worden gemaakt. WAT IS NOG ONZEKER? WAT IS HAALBAAR? Of alle zieken met antivirale middelen moeten behandeld worden of enkel risicogroepen zal nog moeten worden beslist. Hoe de bevoorrading van de huisartsen door het LZMP zal gebeuren, hangt af van de door de kring en gemeente gemaakte afspraken 68. Deze kunnen dus verschillen van kring tot kring. WANNEER IS VERWIJZING NOODZAKELIJK? Zowel een gecompliceerd verloop van de influenza-infectie als een exacerbatie van comorbiditeit kunnen indicaties zijn voor verwijzing of opname. Naargelang de ernst van de pandemie en de epidemiologische karakteristieken zal het al dan niet nodig zijn om over duidelijke criteria te beschikken in verband met verwijzing of opname om de tweede lijn niet te overbelasten. Bij een lageluchtweginfectie (en bij vermoeden van een influenzagerelateerde pneumonie) pleiten volgende argumenten tegen een ambulante behandeling 69 : Werkmodel Beleid bij Grieppandemie Pagina 23

GRIEPVACCINATIE VOOR ZORGVERLENERS Hoe kan griep voorkomen worden?

GRIEPVACCINATIE VOOR ZORGVERLENERS Hoe kan griep voorkomen worden? GRIEPVACCINATIE VOOR ZORGVERLENERS Hoe kan griep voorkomen worden? WAT IS SEIZOENSGRIEP? WAT IS SEIZOENSGRIEP? > Een acute luchtweginfectie: Plots begin met koorts en rillingen Hoofdpijn Spierpijn Keelpijn

Nadere informatie

14u05-14u50 Geef griep geen kans op de werkvloer. Els De Pinnewaert, verpleegkundig ziekenhuishygiënist

14u05-14u50 Geef griep geen kans op de werkvloer. Els De Pinnewaert, verpleegkundig ziekenhuishygiënist 14u05-14u50 Geef griep geen kans op de werkvloer Els De Pinnewaert, verpleegkundig ziekenhuishygiënist GRIEPVACCINATIE VAN ZORGVERLENERS Hoe kan griep voorkomen worden? 1. Griep quiz 2. Wat is seizoensgriep?

Nadere informatie

Advies van het Wetenschappelijk Comité Influenza. Procedure in geval van een vermoeden van influenza A/H5N1 bij. mens gedurende fase 3 van de WGO

Advies van het Wetenschappelijk Comité Influenza. Procedure in geval van een vermoeden van influenza A/H5N1 bij. mens gedurende fase 3 van de WGO DE INTERMINISTERIËLE COMMISSARIS INFLUENZA Advies van het Wetenschappelijk Comité Influenza Datum: 29 maart 2006 Procedure in geval van een vermoeden van influenza A/H5N1 bij mens gedurende fase 3 van

Nadere informatie

Hoesten, niezen en neus snuiten in papieren zakdoekje. Zakdoekje direct weggooien. Handen wassen met water en zeep. ZO HOUDEN WE GRIP OP GRIEP

Hoesten, niezen en neus snuiten in papieren zakdoekje. Zakdoekje direct weggooien. Handen wassen met water en zeep. ZO HOUDEN WE GRIP OP GRIEP Hoesten, niezen en neus snuiten in papieren zakdoekje. Zakdoekje direct weggooien. Handen wassen met water en zeep. ZO HOUDEN WE GRIP OP GRIEP Lees deze brochure aandachtig. In deze brochure staat praktische

Nadere informatie

SEIZOENSGRIEP EN HET GRIEPVACCIN

SEIZOENSGRIEP EN HET GRIEPVACCIN SEIZOENSGRIEP EN HET GRIEPVACCIN Nr. 108 Wat is de klassieke of seizoensgriep In de volksmond wordt er gesproken over de griep, waar het gaat over een zware verkoudheid of een luchtwegeninfectie met enkele

Nadere informatie

Jaap T. van Dissel Afdeling Infectieziekten. Neuraminidaseremmers bij pandemie door Mexicaanse Griep Influenza A(H1N1)

Jaap T. van Dissel Afdeling Infectieziekten. Neuraminidaseremmers bij pandemie door Mexicaanse Griep Influenza A(H1N1) Jaap T. van Dissel Afdeling Infectieziekten Neuraminidaseremmers bij pandemie door Mexicaanse Griep ofwel Nieuwe ofwel Pandemische Influenza A(H1N1) griep (H1N1) 2009 Influenza Mexicaanse griep Wat is

Nadere informatie

Samenvatting. Etiologie. samenvatting

Samenvatting. Etiologie. samenvatting Samenvatting Hoofdstuk 1 is een algemene inleiding op dit proefschrift. Luchtweginfecties zijn veel voorkomende aandoeningen, die door een groot aantal verschillende virussen en bacteriën veroorzaakt kunnen

Nadere informatie

Samenvatting. Griepvaccinatie: wie wel en wie niet?

Samenvatting. Griepvaccinatie: wie wel en wie niet? Samenvatting Griepvaccinatie: wie wel en wie niet? Griep (influenza) wordt veroorzaakt door het influenzavirus. Omdat het virus steeds verandert, bouwen mensen geen weerstand op die hen een leven lang

Nadere informatie

Zwangerschap en vaccinatie tegen Nieuwe Influenza A (H1N1) ZO HOUDEN WE GRIP OP GRIEP

Zwangerschap en vaccinatie tegen Nieuwe Influenza A (H1N1) ZO HOUDEN WE GRIP OP GRIEP Zwangerschap en vaccinatie tegen Nieuwe Influenza A (H1N1) ZO HOUDEN WE GRIP OP GRIEP Zwangerschap en vaccinatie tegen Nieuwe Influenza A (H1N1) Nieuwe Influenza A, ook wel Mexicaanse griep genoemd, geeft

Nadere informatie

Figuur 1: aantal nieuwe gevallen (incidentie) van influenza in functie van de leeftijd.

Figuur 1: aantal nieuwe gevallen (incidentie) van influenza in functie van de leeftijd. Figuur 1: aantal nieuwe gevallen (incidentie) van influenza in functie van de leeftijd. Figuur 2: conceptueel kader voor globalisatie en volksgezondheid. Stilleestekst deel 2 Pagina 1 van 9 Figuur 3A:

Nadere informatie

Patiënteninformatie. Griep of influenza

Patiënteninformatie. Griep of influenza Patiënteninformatie Griep of influenza Inhoud Inleiding... 3 Informatie over griep... 3 Wat is griep?... 3 Is vaccinatie belangrijk?... 3 Voor wie is griepvaccinatie sterk aangeraden?... 3 Wanneer moet

Nadere informatie

Griep, feiten en tips vaccinatie tegen seizoensgriep

Griep, feiten en tips vaccinatie tegen seizoensgriep Griep, feiten en tips vaccinatie tegen seizoensgriep Wat is griep? De wetenschappelijke benaming voor griep is influenza. Griep is een besmettelijke ziekte en wordt veroorzaakt door het influenzavirus.

Nadere informatie

BCOU PROTOCOL NIEUWE INFLUENZA A H1N1, DE ZOGENAAMDE MEXICAANSE GRIEP, VERSIE 26 AUGUSTUS 2009 / IVK

BCOU PROTOCOL NIEUWE INFLUENZA A H1N1, DE ZOGENAAMDE MEXICAANSE GRIEP, VERSIE 26 AUGUSTUS 2009 / IVK BCOU PROTOCOL NIEUWE INFLUENZA A H1N1, DE ZOGENAAMDE MEXICAANSE GRIEP, VERSIE 26 AUGUSTUS 2009 / IVK MEDE OP BASIS VAN NOTITIE NUOVO Teksten voor website PCOU en Willibrord Het H1N1-influenzavirus (de

Nadere informatie

GRIEPVACCINATIE 2012. Waardoor komt het? Wat zijn de verschijnselen? Adviezen

GRIEPVACCINATIE 2012. Waardoor komt het? Wat zijn de verschijnselen? Adviezen GRIEPVACCINATIE 2012 De griepprik zal dit jaar op woensdag 14 november worden gegeven, tussen 15 en 18 uur. Mensen die ervoor in aanmerking komen krijgen ongeveer 2 weken van tevoren een uitnodiging toegestuurd.

Nadere informatie

Griep: Aanbevelingen voor de zieken en hun omgeving. Voor meer informatie : www.influenza.be. info@influenza.be

Griep: Aanbevelingen voor de zieken en hun omgeving. Voor meer informatie : www.influenza.be. info@influenza.be 0800/99.777 Griep: Interministerieel Commissariaat Influenza Eurostation II Victor Hortaplein 40 Bus 10 1060 Brussel Voor meer informatie : Aanbevelingen voor de zieken en hun omgeving www.influenza.be

Nadere informatie

LAAT GRIEP DEZE WINTER IN DE KOU STAAN

LAAT GRIEP DEZE WINTER IN DE KOU STAAN LAAT GRIEP DEZE WINTER IN DE KOU STAAN 10 vragen over griepvaccinatie GRIEPVACCINATIE.BE AGENTSCHAP ZORG & GEZONDHEID 1. Waarom vaccinatie tegen griep? Vaccinatie is de enige manier om je tegen griep en

Nadere informatie

Grieppandemie: Hoe pakt u dit aan als arts?

Grieppandemie: Hoe pakt u dit aan als arts? 0800/99.777 Grieppandemie: Hoe pakt u dit aan als arts? www.influenza.be - info@influenza.be Inleiding In maart 2009 werd een nieuw griepvirus van het type A/H1N1 (Mexicaanse griep) geïdentificeerd. Het

Nadere informatie

Griep en griepvaccinatie 1/5

Griep en griepvaccinatie 1/5 Griep en griepvaccinatie 1/5 E-info Griep en griepvaccinatie 1 Wat is griep? Griep wordt veroorzaakt door het influenzavirus en wordt daarom ook wel influenza genoemd. Het influenzavirus veroorzaakt een

Nadere informatie

Nieuwe Influenza A (H1N1)

Nieuwe Influenza A (H1N1) Nieuwe Influenza A (H1N1) Overzicht 23 oktober 29, week 43 Samenvatting In de afgelopen week is het aantal ziekenhuisopnamen wegens een laboratoriumbevestigde infectie met Nieuwe Influenza A (H1N1) verdubbeld

Nadere informatie

Antivirale middelen tijdens een grieppandemie

Antivirale middelen tijdens een grieppandemie Antivirale middelen tijdens een grieppandemie Standpunt van de overheid over het gebruik ter voorkoming van ziekte 1. Samenvatting Bedrijven en organisaties die een vitale rol spelen bij het zo goed mogelijk

Nadere informatie

Grieppandemie. Wat moet u weten over een grieppandemie (wereldgriep)?

Grieppandemie. Wat moet u weten over een grieppandemie (wereldgriep)? Grieppandemie Wat moet u weten over een grieppandemie (wereldgriep)? Grieppandemie 2 Wat leest u in deze folder? Deze folder gaat over een grieppandemie (wereldgriep). U leest de antwoorden op 10 belangrijke

Nadere informatie

Influenza A(H1N1) Overzicht Week 1 (t/m 12 januari 2011)

Influenza A(H1N1) Overzicht Week 1 (t/m 12 januari 2011) Influenza A(H1N1) 2009 Overzicht Week 1 (t/m 12 januari 2011) kldk Samenvatting Vanaf 4 oktober 2010 zijn in totaal 148 ziekenhuisopnames gemeld wegens een laboratoriumbevestigde infectie met Influenza

Nadere informatie

Ik laat me vaccineren tegen seizoensgriep! U toch ook?

Ik laat me vaccineren tegen seizoensgriep! U toch ook? vzw AZ Alma campus sijsele Gentse Steenweg 132 B-8340 Sijsele-Damme tel. 050 72 81 11 campus eeklo (Maatschappelijke Zetel) Moeie 18 B-9900 Eeklo tel. 09 376 04 11 www.azalma.be PERSBERICHT AZ Alma promoot

Nadere informatie

Informatie voor zorgpersoneel. Vaccinatie tegen Nieuwe Influenza A (H1N1) Bescherming tegen de Mexicaanse Griep ZO HOUDEN WE GRIP OP GRIEP

Informatie voor zorgpersoneel. Vaccinatie tegen Nieuwe Influenza A (H1N1) Bescherming tegen de Mexicaanse Griep ZO HOUDEN WE GRIP OP GRIEP Informatie voor zorgpersoneel Vaccinatie tegen Nieuwe Influenza A (H1N1) Bescherming tegen de Mexicaanse Griep 1 ZO HOUDEN WE GRIP OP GRIEP U ontvangt deze folder omdat u in aanmerking komt voor een vaccinatie

Nadere informatie

@rboinfect alertsysteem

@rboinfect alertsysteem Samenvatting: Nieuwe website van VWS Arboprofessionals werkzaam de gemeente Arboprofessionals o.a. werkzaam in het onderwijs Griep Check Nederlands Huisartsen genootschap Niet zorg: wanneer mag ik weer

Nadere informatie

Griep en griepvaccinatie. Infodocument

Griep en griepvaccinatie. Infodocument Griep en griepvaccinatie Infodocument Griep en griepvaccinatie 1 Wat is griep? Griep wordt veroorzaakt door het influenzavirus en wordt daarom ook wel influenza genoemd. Het influenzavirus veroorzaakt

Nadere informatie

Bronchiolitis bij kinderen

Bronchiolitis bij kinderen Kindergeneeskunde Bronchiolitis bij kinderen i Patiënteninformatie Slingeland Ziekenhuis Algemeen Uw kind is opgenomen in het ziekenhuis omdat het een ontsteking van de kleine luchtwegen heeft. Lang niet

Nadere informatie

Infectiepreventie. De jaarlijkse griepprik

Infectiepreventie. De jaarlijkse griepprik Infectiepreventie De jaarlijkse griepprik 1 De jaarlijkse griepprik Deze folder informeert u over de vaccinatie tegen de seizoensgriep. U krijgt deze folder omdat u, net als uw collega s, ook dit jaar

Nadere informatie

ELIMINATIE VAN RUBELLA IN BELGIË

ELIMINATIE VAN RUBELLA IN BELGIË Amendement van het eliminatieplan voor mazelen in België ELIMINATIE VAN RUBELLA IN BELGIË Oktober 2006 Comité voor de eliminatie van mazelen en rubella in België INLEIDING In het nieuw `Strategisch plan

Nadere informatie

Veel gestelde vragen (seizoens)griepvaccinatie

Veel gestelde vragen (seizoens)griepvaccinatie Veel gestelde vragen (seizoens)griepvaccinatie Griep of griepje? De symptomen van verkoudheid lijken soms wel wat op die van griep waardoor men al snel denkt met een griepje te maken te hebben. Maar in

Nadere informatie

VERKOUDHEID OF GRIEP?

VERKOUDHEID OF GRIEP? VERKOUDHEID OF GRIEP? Een verkoudheid wordt meestal veroorzaakt door besmetting met een virus. Die kan via speekseldruppeltjes maar meestal besmetten we ons zelf nadat we met onze handen in contact zijn

Nadere informatie

Rituximab (Mabthera )

Rituximab (Mabthera ) Rituximab (Mabthera ) Maatschap reumatologie Kennemerland RITUXIMAB (MABTHERA ) Uw behandelend arts heeft aangegeven u met het geneesmiddel Rituximab te behandelen. Deze folder geeft informatie over dit

Nadere informatie

Informatie voor zorgpersoneel. Vaccinatie tegen Nieuwe Infl uenza A (H1N1) Bescherming tegen de Mexicaanse Griep ZO HOUDEN WE GRIP OP GRIEP

Informatie voor zorgpersoneel. Vaccinatie tegen Nieuwe Infl uenza A (H1N1) Bescherming tegen de Mexicaanse Griep ZO HOUDEN WE GRIP OP GRIEP Informatie voor zorgpersoneel Vaccinatie tegen Nieuwe Infl uenza A (H1N1) Bescherming tegen de Mexicaanse Griep ZO HOUDEN WE GRIP OP GRIEP 032 Folder vac. zorgpers A5_NL.indd 1 16-10-2009 14:44:29 Wat

Nadere informatie

Nieuwe Influenza A (H1N1)

Nieuwe Influenza A (H1N1) Nieuwe Influenza A (H1N1) Overzicht 6 november 29, week 45 Samenvatting In de afgelopen week is het aantal ziekenhuisopnamen wegens een laboratoriumbevestigde infectie met Nieuwe Influenza A (H1N1) wederom

Nadere informatie

Griep (influenza) Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs mee!

Griep (influenza) Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs mee! Griep (influenza) De arts vermoedt dat u een griepvirus heeft. U wordt hiervoor op de Spoedeisende Hulp of polikliniek al onderzocht. Om te voorkomen dat u andere personen besmet met het griepvirus wordt

Nadere informatie

Nieuwe Influenza A (H1N1)

Nieuwe Influenza A (H1N1) Nieuwe Influenza A (H1N1) Overzicht 11 december 29, week 5 Samenvatting In de afgelopen week is het aantal ziekenhuisopnamen wegens een laboratoriumbevestigde infectie met Nieuwe Influenza A (H1N1) afgenomen

Nadere informatie

Rituximab (Mab Thera ) bij reumatische aandoeningen

Rituximab (Mab Thera ) bij reumatische aandoeningen Rituximab (Mab Thera ) bij reumatische aandoeningen Uw behandelend arts heeft aangegeven u met het geneesmiddel rituximab te willen gaan behandelen. Deze folder geeft informatie over dit geneesmiddel.

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 3 maart 2015 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 3 maart 2015 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 2008 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Rijnstraat 50 255 XP DEN HAAG T 070 340 79 F 070 340 78 34

Nadere informatie

Influenza... Informatie van de FOD Volksgezondheid. Wat is een grieppandemie?

Influenza... Informatie van de FOD Volksgezondheid. Wat is een grieppandemie? Influenza... Informatie van de FOD Volksgezondheid. Wat is een grieppandemie? Een nieuwe griep die zich heel snel verspreidt in bijna alle landen van de wereld. Grieppandemieën worden veroorzaakt door

Nadere informatie

Rechtspositionele aspecten bij grieppandemie

Rechtspositionele aspecten bij grieppandemie Rechtspositionele aspecten bij grieppandemie 1. Ik heb symptomen van (Mexicaanse) griep; wat nu? Meld je ziek bij je leidinggevende. Geef bij ziekmeldingen aan dat je denkt het griep te hebben. De symptomen

Nadere informatie

Adalimumab (Humira) bij de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa Maag-Darm-Levercentrum. Beter voor elkaar

Adalimumab (Humira) bij de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa Maag-Darm-Levercentrum. Beter voor elkaar Adalimumab (Humira) bij de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa Maag-Darm-Levercentrum Beter voor elkaar 2 Inleiding Uw behandelend arts heeft met u gesproken over het gebruik van Adalimumab (Humira).

Nadere informatie

Pneumonie Rubriekhouder: Mw. Dr. R. van Gageldonk, RIVM ( , )

Pneumonie Rubriekhouder: Mw. Dr. R. van Gageldonk, RIVM ( , ) Pneumonie Rubriekhouder: Mw. Dr. R. van Gageldonk, RIVM (2007-2010, 2012-2014) Inleiding Dankzij de peilstations bestaat er al vele jaren een goed inzicht in het vóórkomen van influenza-achtig ziektebeeld

Nadere informatie

Griep (influenza) Maatregelen bij besmetting

Griep (influenza) Maatregelen bij besmetting Griep (influenza) Maatregelen bij besmetting Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op www.asz.nl/brmo. Inleiding U bent opgenomen in ons ziekenhuis en heeft van uw arts gehoord dat u (mogelijk)

Nadere informatie

Kinkhoest en zwangerschap

Kinkhoest en zwangerschap Kinkhoest en zwangerschap www.jijwij.nl Kinkhoest is een besmettelijke ziekte van de luchtwegen die vooral gevaarlijk is voor niet of onvolledig gevaccineerde baby s. Daarom maakt kinkhoestvaccinatie al

Nadere informatie

Informatie over het norovirus

Informatie over het norovirus Informatie over het norovirus 2 Net als in andere Nederlandse ziekenhuizen en zorginstellingen komt er in het Ommelander Ziekenhuis Groningen af en toe buikgriep onder patiënten voor. Vaak is het norovirus

Nadere informatie

Standpunt NVOG. Nieuwe Influenza A (H1N1) en zwangerschap / lactatie

Standpunt NVOG. Nieuwe Influenza A (H1N1) en zwangerschap / lactatie Standpunt NVOG Nieuwe Influenza A (H1N1) en zwangerschap / lactatie Oorspronkelijke versie: 10 augustus 2009 Toevoegingen aangaande vaccinatie en wijzigingen in tekst naar aanleiding van voortschrijdend

Nadere informatie

BUIKGRIEP. en infectiepreventie

BUIKGRIEP. en infectiepreventie BUIKGRIEP en infectiepreventie BUIKGRIEP en infectiepreventie Wat is buikgriep? Buikgriep of gastro-enteritis is een ontsteking van de darmen die vaak veroorzaakt wordt door virussen en gepaard gaat met

Nadere informatie

Procedure voor het opvolgen van contacten van een patie nt met virale hemorragische koorts

Procedure voor het opvolgen van contacten van een patie nt met virale hemorragische koorts Procedure voor het opvolgen van contacten van een patie nt met virale hemorragische koorts Gevalideerd door de RMG op 18 / 12 / 2014 Inhoud Inhoud... 2 Doelstelling... 3 Opstellen van een contactlijst...

Nadere informatie

Influenza surveillance

Influenza surveillance Influenza surveillance Tijdens de pandemie Hoe het begon in 2009 Begin april eerste infecties Verenigde Staten/Mexico In Nederland 1 e infectie 30 april 11 juni : WHO pandemie Interpandemische fase Laag

Nadere informatie

Rubella Synoniemen: rodehond, German measles, Röteln

Rubella Synoniemen: rodehond, German measles, Röteln Rubella Synoniemen: rodehond, German measles, Röteln B06 Bijlage I Rubella en zwangerschap, richtlijnen voor de praktijk Beleid naar aanleiding van een (mogelijk) contact (zie toelichting 1) Inventariseer

Nadere informatie

Dr. B. BROCHIER WIV - Virologie J. Wytsmanstraat, 14 1050 Brussel Tel. : 02/642.55.98 Fax : 02/642.56.92

Dr. B. BROCHIER WIV - Virologie J. Wytsmanstraat, 14 1050 Brussel Tel. : 02/642.55.98 Fax : 02/642.56.92 1. Gegevens van het referentielaboratorium Dr. B. BROCHIER WIV - Virologie J. Wytsmanstraat, 14 1050 Brussel Tel. : 02/642.55.98 Fax : 02/642.56.92 2. Programmaverantwoordelijke contactpersoon Dr Isabelle

Nadere informatie

Dr. B. BROCHIER WIV - Virologie J. Wytsmanstraat Brussel Tel. : 02/ Fax : 02/

Dr. B. BROCHIER WIV - Virologie J. Wytsmanstraat Brussel Tel. : 02/ Fax : 02/ 1. Gegevens van het referentielaboratorium Dr. B. BROCHIER WIV - Virologie J. Wytsmanstraat 14 Brussel Tel. : 2/642..98 Fax : 2/642.6.92 E-mail : b.brochier@iph.fgov.be 2. Programmaverantwoordelijken contactpersonen

Nadere informatie

PRAKTISCH Hondsdolheid (rabiës)

PRAKTISCH Hondsdolheid (rabiës) PRAKTISCH Hondsdolheid (rabiës) l a n d e l i j k i n f o r m a t i e c e n t r u m g e z e l s c h a p s d i e r e n over houden van huisdieren Rabiës oftewel hondsdolheid is één van de bekendste zoönosen

Nadere informatie

Abatacept (Orencia ) bij reumatische aandoeningen

Abatacept (Orencia ) bij reumatische aandoeningen Abatacept (Orencia ) bij reumatische aandoeningen Uw behandelend arts heeft aangegeven u met het geneesmiddel abatacept te willen gaan behandelen. Deze folder geeft informatie over dit geneesmiddel. Heeft

Nadere informatie

RBPi INFLUENZA BIJLAGEN Vaccinatie strategie pandemie

RBPi INFLUENZA BIJLAGEN Vaccinatie strategie pandemie 9.5 Inleiding Tijdens de jaarlijkse influenza-epidemie overlijden gemiddeld 233 personen, wat neerkomt op 0,15 sterfgevallen per 10.000 inwoners per jaar (bron Nationaal Kompas Volksgezondheid Influenzasterfte

Nadere informatie

Ons kenmerk Inlichtingen bij Doorkiesnummer Den Haag PG/ZP jun. 08

Ons kenmerk Inlichtingen bij Doorkiesnummer Den Haag PG/ZP jun. 08 De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Ons kenmerk Inlichtingen bij Doorkiesnummer Den Haag 26 jun. 08 Onderwerp Bijlage(n) Uw brief Antivirale middelen en

Nadere informatie

Hieronder vindt u een kort overzicht van de nieuwe producten en/of de promoties die we momenteel aanbieden in de apotheek.

Hieronder vindt u een kort overzicht van de nieuwe producten en/of de promoties die we momenteel aanbieden in de apotheek. Beste klant, Hieronder vindt u een kort overzicht van de nieuwe producten en/of de promoties die we momenteel aanbieden in de apotheek. Voor vragen kan u ons gerust contacteren op het telefoonnummer 052/30.94.14

Nadere informatie

VRAGEN EN ANTWOORDEN IN VERBAND MET DE ZIEKTE VAN NEWCASTLE EN VOGELGRIEP

VRAGEN EN ANTWOORDEN IN VERBAND MET DE ZIEKTE VAN NEWCASTLE EN VOGELGRIEP Ziekte van Newcastle en vogelgriep: F.A.Q. versie 8 VRAGEN EN ANTWOORDEN IN VERBAND MET DE ZIEKTE VAN NEWCASTLE EN VOGELGRIEP 1. Wat wordt verstaan onder hobbypluimvee? 2. Wanneer moet ik mijn beslag met

Nadere informatie

Kinkhoest. Kinkhoest of pertussis is een acute bacteriële infectie van de luchtwegen.

Kinkhoest. Kinkhoest of pertussis is een acute bacteriële infectie van de luchtwegen. Kinkhoest Ziektebeeld Kinkhoest of pertussis is een acute bacteriële infectie van de luchtwegen. Het ziektebeeld kan variëren van een milde hoest tot ernstige ziekte. Klassiek wordt kinkhoest gekenmerkt

Nadere informatie

IMPLEMENTATIE VAN ASTMA EN COPD IN DE HUISARTSENPRAKTIJK

IMPLEMENTATIE VAN ASTMA EN COPD IN DE HUISARTSENPRAKTIJK IMPLEMENTATIE VAN ASTMA EN COPD IN DE HUISARTSENPRAKTIJK 29 januari + 30 januari 2015 KADERHUISARTS SCHAKEL TUSSEN WETENSCHAP EN PRAKTIJK DISCLOSURE BELANGEN SPREKERS: GEEN BELANGENVERSTRENGELING KADERHUISARTS

Nadere informatie

Werkdocument 31-08-2009. Hygiëneprotocol Grieppandemie Zuidwester

Werkdocument 31-08-2009. Hygiëneprotocol Grieppandemie Zuidwester Werkdocument 31-08-2009 Hygiëneprotocol Grieppandemie Zuidwester Betreft : Opgesteld door: Hygiëneprotocol Grieppandemie Zuidwester Werkgroep Grieppandemie Datum: 31 augustus 2009 Hygiëneprotocol Nieuwe

Nadere informatie

Veterinaire volksgezondheid en vogelinfluenza

Veterinaire volksgezondheid en vogelinfluenza Veterinaire volksgezondheid en vogelinfluenza NVAG themamiddag d.d. 02-03 2006, Utrecht Prof.dr. Frans van Knapen influenza virus typeringen: H-antigeen N-antigeen Permanente veranderingen in influenza

Nadere informatie

Is den rooden loop terug in het land?*

Is den rooden loop terug in het land?* Is den rooden loop terug in het land?* Transmissiedag 14/9/2010 Anouk Vanlander CLB-arts * Observatie bij een dysenterie-epidemie van 1779. Geschiedenis der geneeskunde 2008;4(12):208-14 Melding door school

Nadere informatie

Vragen en antwoorden Nieuwe Influenza A (H1N1) 15 juli 2009

Vragen en antwoorden Nieuwe Influenza A (H1N1) 15 juli 2009 Vragen en antwoorden Nieuwe Influenza A (H1N1) 15 juli 2009 Het overzicht met vragen en antwoorden wordt regelmatig aangepast. De datum van de laatste versie wordt vermeld. Algemene vragen Waarom is de

Nadere informatie

De Vlaams Ouderenraad in gesprek met Marc Van Ranst, commissaris Mexicaanse griep

De Vlaams Ouderenraad in gesprek met Marc Van Ranst, commissaris Mexicaanse griep De Vlaams Ouderenraad in gesprek met Marc Van Ranst, commissaris Mexicaanse griep Naar aanleiding van alle berichten en doemscenario s rijzen er wel wat vraagtekens over de Mexicaanse griep bij de ouderen.

Nadere informatie

Infectieziektebestrijding en de rol van arboprofessionals

Infectieziektebestrijding en de rol van arboprofessionals Infectieziektebestrijding en de rol van arboprofessionals Karin Heimeriks, Arbeidshygiënist, Centrum Infectieziektebestrijding, RIVM 1 14 april 2011 Wat kunnen jullie verwachten? Infectieziektebestrijding

Nadere informatie

Wat levert het vaccineren tegen griep op?

Wat levert het vaccineren tegen griep op? Wat levert het vaccineren tegen griep op? Door Drs. Maurice de Hond (Peil.nl) Website RIVM: Elke winter krijgt gemiddeld ongeveer één op de tien mensen griep. Als u de jaarlijkse griepprik heeft gehad,

Nadere informatie

Complicaties bij griep. Nicole Kraaijvanger, SEH-arts KNMG Rijnstate

Complicaties bij griep. Nicole Kraaijvanger, SEH-arts KNMG Rijnstate Complicaties bij griep Nicole Kraaijvanger, SEH-arts KNMG Rijnstate (Potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven Sponsoring of onderzoeksgeld Honorarium

Nadere informatie

Additions appear in italics and underlined deletions in italics and strikethrough

Additions appear in italics and underlined deletions in italics and strikethrough BIJLAGE III 1 AMENDMENTS TO BE INCLUDED IN THE RELEVANT SECTIONS OF THE SUMMARY OF PRODUCT CHARACTERISTICS OF NIMESULIDE CONTAINING MEDICINAL PRODUCTS (SYSTEMIC FORMULATIONS) Additions appear in italics

Nadere informatie

Grieppandemieplan, richtlijnen voor de apothekers GRIEPVACCINS A/H1N1 GRIEPVACCINS A/H1N1

Grieppandemieplan, richtlijnen voor de apothekers GRIEPVACCINS A/H1N1 GRIEPVACCINS A/H1N1 Grieppandemieplan, richtlijnen voor de apothekers Zoals reeds eerder aangekondigd worden de apotheken officieel ingeschakeld in het pandemieplan en dus ook in de verdeling van de vaccins en de benodigdheden.

Nadere informatie

Aan alle medewerkers, stagiairs, vrijwilligers, ouders van MPC Sint-Franciscus.

Aan alle medewerkers, stagiairs, vrijwilligers, ouders van MPC Sint-Franciscus. Roosdaal, 27 augustus 2009 Belangrijke informatie over de Mexicaanse griep Aan alle medewerkers, stagiairs, vrijwilligers, ouders van MPC Sint-Franciscus. Beste medewerkers, Geachte mevrouw, geachte heer,

Nadere informatie

Ustekinumab Stelara. Ziekenhuis Gelderse Vallei

Ustekinumab Stelara. Ziekenhuis Gelderse Vallei Ustekinumab Stelara Ziekenhuis Gelderse Vallei Het doel van deze folder is u praktische informatie te geven over het nieuwe medicijn dat u gaat gebruiken: ustekinumab. Hoe werkt ustekinumab? Bij patiënten

Nadere informatie

Handleiding/samenvatting voor VNP-bedrijven. Nieuwe Influenza A (H1N1) Mexicaanse griep

Handleiding/samenvatting voor VNP-bedrijven. Nieuwe Influenza A (H1N1) Mexicaanse griep Handleiding/samenvatting voor VNP-bedrijven Nieuwe Influenza A (H1N1) Mexicaanse griep 1 Inleiding De Wereld Gezondheids Organisatie (WHO) heeft sinds juni de hoogste alarmfase van de Mexicaanse griep

Nadere informatie

Periodieke Koorts met Afteuze Faryngitis en Adenitis (PFAPA)

Periodieke Koorts met Afteuze Faryngitis en Adenitis (PFAPA) www.printo.it/pediatric-rheumatology/be_fm/intro Periodieke Koorts met Afteuze Faryngitis en Adenitis (PFAPA) Versie 2016 1. WAT IS PFAPA 1.1 Wat is het? PFAPA staat voor Periodic Fever Adenitis Pharyngitis

Nadere informatie

1. Hygiëne/Preventie en Beheersing van de Infectie

1. Hygiëne/Preventie en Beheersing van de Infectie 1. Hygiëne/Preventie en Beheersing van de Infectie Inleiding De virulentie van een pandemievirus en dus de klinische gevolgen in geval van nosocomiale overdracht verschillen van de ene pandemie tot de

Nadere informatie

Vaccinatie van ouderen tegen pneumokokken. Nr. 2018/05. Samenvatting

Vaccinatie van ouderen tegen pneumokokken. Nr. 2018/05. Samenvatting Vaccinatie van ouderen tegen pneumokokken Nr. 2018/05 Vaccinatie van ouderen tegen pneumokokken pagina 2 van 6 Veel mensen dragen pneumokokken bij zich zonder ziek te worden. De pneumokok kan echter ernstige

Nadere informatie

NRLP-12 Gerelateerde Terugkerende Koorts

NRLP-12 Gerelateerde Terugkerende Koorts www.printo.it/pediatric-rheumatology/be_fm/intro NRLP-12 Gerelateerde Terugkerende Koorts Versie 2016 1. WAT IS NRLP-12 GERELATEERDE TERUGKERENDE KOORTS 1.1 Wat is het? NRLP-12 gerelateerde terugkerende

Nadere informatie

RESPIRATOIR SYNCYTIEEL VIRUS BIJ KINDEREN

RESPIRATOIR SYNCYTIEEL VIRUS BIJ KINDEREN RESPIRATOIR SYNCYTIEEL VIRUS BIJ KINDEREN 17241 Wat is het RS virus? Respiratoir Syncytieel Virus, kortweg RS virus genoemd, is een virus dat infecties veroorzaakt aan de luchtwegen (neus, oren, keel,

Nadere informatie

Verkoudheid en griep

Verkoudheid en griep 400038 Verkoudheid en griep_400038 Verkoudheid en griep 17-08-11 15:19 Pagina Verkoudheid en griep WAT IS VERKOUDHEID EN WAT IS GRIEP WAT KUNT U ZELF DOEN WAT KAN UW APOTHEKER VOOR U DOEN WANNEER KUNT

Nadere informatie

NLRP-12 Gerelateerde Terugkerende Koorts

NLRP-12 Gerelateerde Terugkerende Koorts www.printo.it/pediatric-rheumatology/nl/intro NLRP-12 Gerelateerde Terugkerende Koorts Versie 2016 1. WAT IS NLRP12 GERELATEERDE TERUGKERENDE KOORTS 1.1 Wat is het? NLRP12 gerelateerde terugkerende koorts

Nadere informatie

VERKORTE DOCUMENTATIEFICHE EBOLA

VERKORTE DOCUMENTATIEFICHE EBOLA Li / documentatiefiche VERKORTE DOCUMENTATIEFICHE EBOLA Verkorte versie van de operationele procedure van 7 oktober 2014 van de Risk Management Group Belgium over ebola voor gezondheidswerkers/ 10.10.2014

Nadere informatie

Aanwezigheid van MRSA-stam in Belgische varkenshouderij aangetoond in studie

Aanwezigheid van MRSA-stam in Belgische varkenshouderij aangetoond in studie Folia veterinaria ACTUALITEIT Uw vragen: Binnen het cascadesysteem bestaat de mogelijkheid om geneesmiddelen voor humaan gebruik toe te dienen aan dieren. Wanneer er een diergeneesmiddel en een humaan

Nadere informatie

Het griepvirus bijvoorbeeld vertoont zich steeds weer in een nieuwe gedaante waardoor vaccinatie moeilijk is.

Het griepvirus bijvoorbeeld vertoont zich steeds weer in een nieuwe gedaante waardoor vaccinatie moeilijk is. Norovirus Inleiding Net als in andere Nederlandse ziekenhuizen en zorginstellingen komt er in de OZG af en toe een buikgriepepidemie voor, die wordt veroorzaakt door het norovirus. Bij een uitbraak van

Nadere informatie

Het norovirus wordt gemakkelijk overgedragen en er zijn maar weinig virusdeeltjes nodig om besmet te raken.

Het norovirus wordt gemakkelijk overgedragen en er zijn maar weinig virusdeeltjes nodig om besmet te raken. Norovirus Inleiding Net als in andere Nederlandse ziekenhuizen en zorginstellingen komt er in de OZG af en toe een buikgriepuitbraakje voor, die wordt veroorzaakt door het norovirus. Bij een uitbraak van

Nadere informatie

Nieuwe Influenza A (H1N1)

Nieuwe Influenza A (H1N1) Nieuwe Influenza A (H1N1) Overzicht 4 december 29, week 49 Samenvatting In de afgelopen week is het aantal ziekenhuisopnamen wegens een laboratoriumbevestigde infectie met Nieuwe Influenza A (H1N1) afgenomen

Nadere informatie

Adalimumab (Humira) bij de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa Maag-Darm-Levercentrum. Beter voor elkaar

Adalimumab (Humira) bij de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa Maag-Darm-Levercentrum. Beter voor elkaar Adalimumab (Humira) bij de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa Maag-Darm-Levercentrum Beter voor elkaar 2 Inleiding Uw behandelend arts heeft met u gesproken over het gebruik van Adalimumab (Humira).

Nadere informatie

Ustekinumab. Stelara

Ustekinumab. Stelara Ustekinumab Stelara Inhoud Hoe werkt ustekinumab? 3 Voor welke aandoeningen wordt ustekinumab gebruikt? 3 Hoe moet ik het gebruiken? 3 Hoe moet ik het bewaren? 4 Wat zijn mogelijke bijwerkingen? 4 Zijn

Nadere informatie

Website Informatie Aviaire Influenza. Gelderland Midden en Gelderland Zuid

Website Informatie Aviaire Influenza. Gelderland Midden en Gelderland Zuid Website Informatie Aviaire Influenza Gelderland Midden en Gelderland Zuid INHOUDSOPGAVE Inleiding...3 1 Samenvatting deeldraaiboek 1 Aviaire Influenza...4 1.1 Alarmering... 4 1.2 Maatregelen Aviaire influenza

Nadere informatie

AFSPRAKEN KETENPARTNERS OVER WATERPOKKEN EN RODEHOND BIJ ASIELZOEKERS I. ACHTERGROND

AFSPRAKEN KETENPARTNERS OVER WATERPOKKEN EN RODEHOND BIJ ASIELZOEKERS I. ACHTERGROND AFSPRAKEN KETENPARTNERS OVER WATERPOKKEN EN RODEHOND BIJ ASIELZOEKERS Onderstaande ketenafspraken zijn tot stand gekomen in samenwerking met COA, GC A, GGD GHOR Nederland, KNOV, NVOG en LCI, en zijn bedoeld

Nadere informatie

ZA5222. Flash Eurobarometer 287 (Influenza H1N1) Country Specific Questionnaire Belgium (Flemish)

ZA5222. Flash Eurobarometer 287 (Influenza H1N1) Country Specific Questionnaire Belgium (Flemish) ZA5222 Flash Eurobarometer 287 (Influenza H1N1) Country Specific Questionnaire Belgium (Flemish) FLASH 287 INFLUENZA Q1. Bent u van plan zich te laten vaccineren tegen de seizoensgriep dit jaar? Ja, ik

Nadere informatie

Adalimumab (Humira ) bij reumatische aandoeningen

Adalimumab (Humira ) bij reumatische aandoeningen Adalimumab (Humira ) bij reumatische aandoeningen Uw behandelend arts heeft aangegeven u met het geneesmiddel adalimumab te willen gaan behandelen. Deze folder geeft informatie over dit geneesmiddel.

Nadere informatie

TBC (OF TUBERCULOSE)

TBC (OF TUBERCULOSE) TBC (OF TUBERCULOSE) Wat is TBC of tuberculose? TBC of tuberculose is een besmettelijke ziekte die wordt veroorzaakt door de tuberkelbacterie of de bacil van Koch. De meest voorkomende vorm is longtuberculose.

Nadere informatie

Vragen en antwoorden over ebola

Vragen en antwoorden over ebola Vragen en antwoorden over ebola 2 oktober 2014 Wat is ebola? Het ebolavirus veroorzaakt een zeldzame maar zeer ernstige infectieziekte die in Afrika voorkomt. De ziekteverschijnselen zijn: hoge koorts,

Nadere informatie

Hepatitis B Inleiding Hepatitis A Preventie hepatitis B Preventie hepatitis A

Hepatitis B Inleiding Hepatitis A Preventie hepatitis B Preventie hepatitis A Naast deze infokaart over hepatitis zijn er ook infokaarten beschikbaar over: infectieziekten algemeen, tuberculose, seksueel overdraagbare aandoeningen, jeugd en onveilig vrijen en jeugd en vaccinatie.

Nadere informatie

Griep. Cindy Postma; Cindy Postma; Meijer; D van Oort. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Griep. Cindy Postma; Cindy Postma; Meijer; D van Oort. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. Auteurs Laatst gewijzigd Licentie Webadres Cindy Postma; Cindy Postma; Meijer; D van Oort 19 february 2015 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/26217 Dit lesmateriaal is

Nadere informatie

VERKOUDHEID, GRIEP EN HOEST

VERKOUDHEID, GRIEP EN HOEST VERKOUDHEID, GRIEP EN HOEST www.benuapotheek.nl VERKOUDHEID, GRIEP EN HOEST PLOTSELING EEN RILLERIG GEVOEL, SPIERPIJN, KEELPIJN, LAST VAN HOESTEN EN KOORTS MISSCHIEN IS DIT HET BEGIN VAN EEN FORSE GRIEP

Nadere informatie

Richtlijn INFLUENZA. Oktober 2012. Richtlijn Influenza oktober 2012 1

Richtlijn INFLUENZA. Oktober 2012. Richtlijn Influenza oktober 2012 1 Richtlijn INFLUENZA Deze richtlijn is tot stand gekomen via een intercollegiale discussie tussen de leden van de NVAVG commissie Infectieziekten en preventie met terugkoppeling ter evaluatie naar een regionale

Nadere informatie

Klaar voor een grieppandemie. Continuïteitsplan

Klaar voor een grieppandemie. Continuïteitsplan Klaar voor een grieppandemie Continuïteitsplan Inleiding Tijdens een grieppandemie (zie bijlage 1) kan de continuïteit van het onderwijs ern de bedrijfsvoering van MOVARE * onder druk komen te staan. Mogelijk

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 22 894 Preventiebeleid voor de volksgezondheid Nr. 130 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

Allereerst wensen wij iedereen natuurlijk een beestachtig en gelukkig 2014 toe!

Allereerst wensen wij iedereen natuurlijk een beestachtig en gelukkig 2014 toe! Nieuwsbrief Januari 2014 Allereerst wensen wij iedereen natuurlijk een beestachtig en gelukkig 2014 toe! Wij staan in het nieuwe jaar weer voor u en uw huisdieren klaar! Ik wilde het over het nut en het

Nadere informatie