Hoorcollege De regering

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Hoorcollege 7 29-10-2012. De regering"

Transcriptie

1 Hoorcollege De regering Koning en koningschap Kenmerken: De koning speelt een betwiste rol in de politiek. - Erfelijk: Het koningschap is erfelijk, wanneer de koning overlijdt, wordt hij automatisch opgevolgd. - Ambtskarakter: De koning vervult een ambt. Veel dingen in de politiek worden in naam des Konings gedaan, als dienaren van de Kroon (landsbelang) en onderworpen aan de constitutie. Ontwikkeling - Constitutionele monarchie: De koning, ministers en Staten-Generaal vormden de drie politieke instellingen. In de 19e eeuw ontstond er een strijd wie het voor het zeggen had. Tot 1848 had de koning de macht, daarna ging deze macht van koning de naar de ministers. Door de vertrouwensregel hebben de ministers het voor het zeggen. - Er ontstond ministeriële verantwoordelijkheid, onschendbaarheid en homogeniteit. Ministeriële verantwoordelijkheid in strafrechtelijke zin: Ministers moesten controleren of de minister het goed deed : De koning is onschendbaar (politiek niet aanspreekbaar, maar ministeriële verantwoordelijkheid), men spreekt daarom niet meer over koning maar over Kroon : de Koning en de ministers (regering). Ministeriële verantwoordelijkheid houdt in onschendbaarheid van de koning, handtekeningen plaatsen onder Koninklijke Besluit en homogeniteit: ministers en koning maken één front tegenover de Tweede Kamer. - Afgeleide ministeriële verantwoordelijkheid: TENTAMEN Koninklijk huis: Leden Koninklijke Familie die in de Grondwet zijn vastgelegd (Koningin, Maxima, Alexander, Constantijn, Laurentien, Margriet, Pieter). Koninklijke familie: Familie van de Koningin, officieel minister niet verantwoordelijk. Betekenis - Magistraatfunctie: Wat doet de koning? Er moet altijd een regering zijn. - Symboolfunctie: Het symbool van de eenheid van het Nederlandse volk. Oranjegevoel. Rechten - Troonopvolging: le roi est mort, vive le roi. Wanneer er geen opvolger is, wordt deze gezocht door de Staten-Generaal. - Onbekwaamheid koning: Minderjarig (regent regeert), buiten staat verklaring (tijdelijk geen koning zijn). Dit wordt met twee-derde van de verenigde vergadering besloten. - Persoonlijke rechten: De koning mag zijn eigen hofhouding inrichten (in het openbaar belang), en ontvangt salaris. Dit wordt met twee-derde van beide kamers besloten. Minister en ministerraad Ministeriële verantwoordelijkheid: Draaipunt van constitutionele monarchie naar parlementair stelsel. (art. 42 GW) Staatssecretarissen behoren niet tot de regering. Kenmerken: 1. Iedereen medeverantwoordelijk voor koninklijk handelen, 2. Iedereen verantwoordelijk voor eigen handelen als hoofd van ministerie, 3. Individueel verantwoordelijk voor het feit dat zij actief zijn in de ministerraad. - Aard en omvang: De Tweede Kamer bepaalt of een minister ergens verantwoordelijk voor is. - Koninklijke onschendbaarheid - Homogeniteitsbeginsel: De ministers spreken uit één mond. - Fictie? De omvang van de ministeriële verantwoordelijkheid is heel groot (ambtenaren, belastingdienst) risicoaansprakelijkheid: Soms kan een minister er zelf niets aan doen, maar is hij wel verantwoordelijk voor fouten van ambtenaren. Benoeming/ ontslag (kabinetsformatie): Ondanks dat er bijna niets over in de Grondwet staat, speelt het wel een grote rol. Benoeming en ontslag vindt plaats bij Koninklijk Besluit. Kabinetsformatie: - Politieke procedureregels - Art. 139a en 139b RvOTK: Regie van de kabinetsformatie ligt bij de Tweede Kamer. Na 8 dagen komt de Tweede Kamer bijeen, en wijst een formateur aan. - Regeerakkoord: Een politieke overeenkomst tussen fracties in de Tweede Kamer. Wordt meer geregeld door burgerlijk recht, dan door staatsrecht. Juridisch gezien bestaat dit akkoord niet, dus het kan niet rechtens afgedwongen worden. Demissionaire status: - Landsbelang - Controversieel

2 Ministerie Art. 44 GW - Hoofd ministerie (lid 1): Een ministerie staat onder leiding van een minister. - Minister zonder portefeuille (lid 2): Zij hebben wel een taak, maar dit vormt een onderdeel van een ministerie. Bijv. asiel en immigratie bij binnenlandse zaken. - Staatssecretaris (art. 46 GW): Soort onderminister, treedt op als minister wanneer een minister dit nodig vindt. Woont ook in een ministerie, geen lid ministerraad. Wanneer de minister demissionair wordt, stelt hij zijn portefeuille/ ambt ter beschikking, en moet de staatssecretaris zijn ambt ook ter beschikking stellen. De minister is verantwoordelijk voor de staatssecretaris. Bij ziekte of vakantie neemt een andere minister de minister waar tijdens de ministerraad, en dus niet de staatssecretaris. TENTAMENVRAAG Ministerraad Art. 45 GW - Homogeniteit: Ze komen als één stem naar buiten toe. - Samenstelling: Ministers - Taken en bevoegdheden: Komen één keer per week o.l.v. de minister-president bijeen. Ze besluiten over het algemeen regeringsbeleid. - Algemeen regeringsbeleid: Zij hebben een aantal verplichtingen, maar verder bepalen zij het zelf. Vaak door wat er is opgenomen in het regeringsakkoord. - Onderraden: Vergaderingen met ministers die direct betrokken zijn bij een onderwerp. Eenheid van ministerraad. Voorportalen : Men overlegt in ministeries voordat het naar de ministerraad gaat. Non-interventiebeginsel: Men moet zich vooral bemoeien met zijn eigen ministerie. Vijfhoek: Economie, Sociale zaken, binnenlandse zaken, buitenlandse zaken, financiën Minister-president - Staatsrechtelijke positie (primus inter pares): De minister-president heeft niet meer bevoegdheden dan ander ministers. - Politieke betekenis (regeringsleider): De minister-president is geen regeringsleider. Hoorcollege Regeringsstelsel Verhouding tussen hoge overheidsorganen/ staatsorganen: 1. Monarchie met parlementair stelsel (NL): Het koningschap is gehandhaafd, maar deze heeft geen macht meer. De koning mag niets alleen, hoewel alles wel gebaseerd is op zijn gezag. 2. Republiek met parlementair stelsel (DU): President en staatshoofd (alleen linten knippen en knopen doorhakken). 3.Presidentieel stelsel (VS): President wordt rechtstreeks gekozen door het volk. Heeft het gezag van een koning. Nederland heeft zich ontwikkeld van een absolute monarchie naar een parlementaire monarchie. De koning was onschendbaar. Tegenwoordig heeft het parlement de macht naar zich toegetrokken. De koning heeft altijd een minister nodig om een wet te ondertekenen. Sinds 1848 hebben we een parlementaire monarchie. Het constitutionele speelveld is daarmee veranderd. De parlementaire invloed is wel veranderd. In 1848 zijn er volgens Thorbecke twee machten: - Koning onder ministeriële verantwoordelijkheid (regering) samengesteld orgaan. Tot 1983 benoemt de Koning de ministers naar welgevallen (is in praktijk niet zo). Binnen dit orgaan is er homogeniteit. Ongeschreven staatsrecht: Zonder deze regel zou het systeem niet zo kunnen werken. De Grondwet spreekt van het opperbestuur van de Koning (leger, enz.). Kenmerkend voor parlementair stelsel is dat de Koning het recht van ontbinding heeft. - Staten-Generaal: Sinds 1848 is er een inlichtingenplicht voor de regering. Daarnaast hadden ze recht van enquête. Ook moest er jaarlijks een begroting gemaakt worden. Het parlement moet hier toestemming voor geven. Zo ontstaat er een dualistische verhouding: De regering regeert, het parlement regeert. Wat betekent het systeem sinds 1848 voor: - De benoeming van ministers?

3 - De werkwijze van het kabinet? - Het ontslag van het kabinet? In 1848 had je twee kampen: De liberalen en de conservatieven. Er waren nog geen partijen. De Staten-Generaal bestond uit afgevaardigden van districten. De Kamer werd partieel gekozen. De koning bepaalt wie er minister wordt. Hij kiest voor degene die het beleid het beste kan uitleggen aan de kamer. Ministers worden benoemd voor onbepaalde termijn. In 1853 is de koning verplicht om Thorbecke te kiezen als minister, omdat de liberalen hadden gewonnen. Dit was voor de koning nadelig, omdat Thorbecke niet koningsgezind was. Er ontstond een scheiding van kerk en staat in De Rooms-Katholieke kerk herstelde de hiërarchie. De Aprilbeweging stuurde een petitie naar de koning. De koning gaf een proclamatie uit, waarmee hij de Rooms- Katholieken steunde. Zo vormt deze beweging de eerste test van ministeriële verantwoordelijkheid. Doordat de koning voor zijn beurt sprak, moest de minister de consequenties aanvaarden. Kwestie Meyer: In 1861 was meneer Meyer een getrouwe van de koning. Hij was benoemd tot minister van de koloniën. De koning besluit om de minister te benoemen tot gouverneur (onderkoning) van Indië. De Kamer was hier ontevreden over. Het kabinet Heemskerck werd hier op aangesproken. Omdat er in de wet staat dat de koning hiervoor verantwoordelijk is, (prerogatieve bevoegdheid), voelde de regering zich niet verantwoordelijk. Er werd een motie ingediend om de benoeming van minister Meyer af te keuren. Dit was uniek. Daarop maakte de koning gebruik van het recht van ontbinding, waardoor het parlement door de regering naar huis gestuurd werd. De koning riep daarop het volk op om voor zijn medestanders te stemmen tijdens de verkiezing. Bij de nieuwe Kamer bleef de samenstelling hetzelfde. Lessen zijn: - Acceptatie dat er geen koninklijke prerogatieven zijn. De kamer kan een minister altijd aanspreken over de koning. - Het ontbindingsrecht zorgde ervoor dat conflicten opgelost worden. - Noodzaak van homogeniteit binnen de regering. Luxemburgse kwestie: Bevestiging van de vertrouwensregel. Van Zuiden- Van Nijenveld werd geconfronteerd met het feit dat wij in een personele unie (één staatshoofd) waren verenigd met Luxemburg o.l.v. Willem III. In 1870 brak de Frans-Duitse oorlog uit. Willem III wilde van Luxemburg af. Frankrijk had een machtsstrijd met de Pruisen (Duitsland). Willem III wilde Luxemburg aan Frankrijk verkopen. Men sloot een traktaat (verdrag) in Londen om de neutraliteit van Luxemburg te waarborgen. Dus moesten Nederlandse militairen in Luxemburg gaan vechten. De begroting van buitenlandse zaken werd verworpen. De koning greep naar het recht van ontbinding, waardoor de Kamer weer naar huis werd gestuurd. De uitslag van nieuwe verkiezingen bleef ongeveer hetzelfde, maar liet het er niet bij zitten. De Kamer verwierp de begroting opnieuw. De Koning dreigde het kabinet opnieuw te ontbinden, maar de ministers zijn geweken Vertrouwensregel. Regel: Men mag niet twee keer ontbinden in hetzelfde conflict. Positieve vertrouwensregel: Minister moet uitdrukkelijk het vertrouwen krijgen van het parlement (FR). Negatieve vertrouwensregel: Minister krijgt automatische het vertrouwen (NL). Als het vertrouwen er niet is, moeten ministers wijken. Na 1887 verandert het speelveld in de politiek door politieke partijen: Het speelveld wordt overzichtelijker. Bovendien wordt de Kamer vanaf dan in zijn geheel opnieuw gekozen. Door de werking van het kiesstelsel, koos men indirect de regering, aangezien er maar twee partijen waren. Daarom noemde men deze periode ook wel La belle epoque. 1917: Evenredige vertegenwoordiging Conventie: Ministers stellen hun portefeuilles ter beschikking aan de vooravond van de verkiezingen. Ze worden demissionair. Na de verkiezingen ontstaat er dus altijd een nieuw kabinet. De koningin benoemt bij verkiezingen een informateur. De koning had de regie. Nu heeft de Kamer besloten om zelf de regie te houden. Het regeerakkoord wordt gemaakt door fractievoorzitters. Ontwikkelingen: - Geen tussentijdse kleurwisselingen van het kabinet zonder verkiezingen. - Demissionaire kabinetten mogen overgaan tot ontbinding. Hiervoor werd voor Lubbers II een nieuw tijdelijk kabinet aangesteld. Binnen de ministerraad is vaak een conflict. Dit gebeurt veel vaker dan dat er een conflict is tussen de kamer en de ministers. De vertrouwensregel is subjectief: De ene minister maakt veel fouten, en blijft zitten, de ander moet na één fout weg. De vertrouwensregel is de kern van ons parlementaire stelsel.

4 Hoorcollege De overheid heeft als enige de mogelijkheid om regels te maken. Waarom en hoe worden er regels gemaakt? De overheid stelt regels omdat: 1. we ons gedrag moeten reguleren, monificatie. (Sturingsfunctie) - Wetgeving is het stellen van algemeen verbindende voorschriften. Ze gelden voor iedereen. - De regels zijn uit zichzelf bindend. Je bent verplicht om ze te volgen. 2. dit willekeur voorkomt. Rechtszekerheidsfunctie 3. de gelijkheid tussen burgers wordt bevorderd. (Gelijkheidsfunctie) 4. de overheid zichzelf bindt. Legaliteitsbeginsel (Rechtmatigheidsfunctie) Een algemeen verbindend voorschrift (wet in materiële zin) is een: - Algemene regeling - Die uit zichzelf bindt - Gegeven door een orgaan dat door die regelstelling bevoegd is. De grondwetgever maakt deze voorschriften. Art GW: Totstandkoming wetten. Hierin staat dat er een wetgever is, namelijk de regering en Staten- Generaal gezamenlijk. Doordat het parlement en de Staten-Generaal elkaar naar huis kunnen sturen, werken ze samen. Met betrekking tot het maken van wetten moest men altijd al samenwerken. De Nederlandse wetgever mag alles regelen wat hij wil, zolang dit niet in strijd is met de grondwet. De wetgever moet zelf wetten toetsen aan de grondwet, dit mag de rechter niet doen. Het product van de wetgever heet altijd een wet in formele zin, dus ook een begroting. Het product van de regering heet een AMvB. Wet in formele zin is een product van de regering en Staten-Generaal, waarover de Raad van State moet worden gehoord, en wat moet worden geplaatst in het staatsblad. Op grond van delegatie kan een wetgever een minister verantwoordelijk maken voor het stellen van regels: ministeriële regeling. Hierover hoeft de Raad van State niet te worden gehoord. Dit verschijnt in de Staatscourant. De procedure van wetgeving Regering en parlement mogen wetsvoorstellen indienen. Dit recht is sinds 1815 ingeperkt: Alleen de Tweede Kamer heeft het recht van initiatief. Bijna alle wetsvoorstellen worden ingediend door de regering. Regeringsvoorstel Maatschappelijk probleem: Ambtenaar maakt een tekst. Dit wordt besproken door een minister. Dit wetsvoorstel moet naar de ministerraad. Hierna gaat het voor advies naar de Raad van State: Dit is een orgaan in Den Haag die over wetgeving adviseren of over rechtspraak. Dit bestaat uit staatsraden. Het advies van de Raad van State gaat over de inhoud van het voorstel, vooral over de juridische aspecten. Dit advies eindigt met een dictum: een uitspraak. Dit is echter niet bindend. Uitzondering: Staatscommissie die gespecialiseerd is in een bepaald onderwerp. Wanneer het voorstel terugkomt bij de ministerraad, kan de ministerraad besluiten om het voorstel in te laten dienen door de Staten-Generaal. Een wetsvoorstel: 1. Koninklijke Boodschap 2. Wetsvoorstel: Considerans (overwegingen), Wetsvoorstel. 3. Memorie van toelichting: Wat de regering beoogt. Bestaat uit een algemene en artikelsgewijze toelichting. Het wetsvoorstel gaat in Nederland altijd eerst naar de Tweede Kamer, daarna naar de Eerste Kamer. Bij de Tweede Kamer komt het in handen van de voorzitter. Het wetsvoorstel gaat dan naar een Kamercommissie. Zij stellen schriftelijk vragen (meestal nr. 4). De minister geeft antwoorden: nota naar aanleiding van het verslag (meestal nr. 5). De commissie kan de minister uitnodigen om te gaan praten: een wetgevingsoverleg. Een minister kan een nota van wijziging indienen: Een directe wijziging in het wetsvoorstel. De kamer kan amendementen indienen. Hierover wordt later pas gestemd. Uiteindelijk wordt het voorstel behandeld tijdens een plenaire vergadering op grond van de presentielijst. Deze beraadslaging gaat in twee termijnen: - Eerst spreken de Kamerleden. De grootste fracties eerst. - Dan antwoordt de regering: repliek. In de Tweede Termijn gebeurt dit nog een keer. Het antwoord van de regering heet dan dupliek. Over een eventuele derde termijn moet eerst gestemd worden. Daarna wordt er gestemd bij een feitelijke meerderheid. Wanneer het wordt verworpen, bestaat het niet meer.

5 Wanneer het wetsvoorstel wordt aangenomen, gaat het naar de Eerste Kamer. Deze kan alleen maar instemmen of verwerpen. Ook de regering kan het nu niet meer wijzigen! Ook in de Eerste Kamer wordt er een verslag gemaakt, en een reactie van de minister. Dit gaat alleen over de hoofdlijnen, waardoor het veel sneller gaat. De Eerste Kamer probeert een novelle in te stellen: Zij nemen een wet aan, op voorwaarde dat er een nieuw wetje komt. Dit lost een probleem uit het wetje op. De regering heeft, ook in de Eerste Kamer, de mogelijkheid om een voorstel in te trekken. Wanneer een wetsvoorstel wel aangenomen wordt door de Eerste Kamer, geldt het nog niet. De regering moet dit bekrachtigen. Hierna wordt het voorstel een wet. Hij moet dan bekend gemaakt worden in het Staatsblad. Ook moet men bepalen wanneer de wet in werking gaat. Wetsvoorstel van de Kamer Een individueel Kamerlid neemt initiatief. Voor het opstellen van een voorstel maakt hij vaak gebruik van ambtenaren. Hij maakt het aanhangig bij de Tweede Kamer. Het prescilium (voorzitter) brengt het voorstel naar de Raad van State. Het komt terug naar de Tweede Kamer. Er wordt overlegd met de ministers. Bij nota van wijziging, kan degene die een voorstel heeft gedaan het intrekken. De Tweede Kamer dient het voorstel in bij de Eerste Kamer. Een wetsvoorstel kan niet ingetrokken worden, dit kan alleen de Eerste Kamer. De Koning moet dit bekrachtigen. Dit is de enige manier voor ministers om zich te bemoeien met het voorstel. Grondwetsherziening; Hetzelfde traject, maar dan twee keer. Bij een Tweede Lezing moet er twee/derde meerderheid zijn en mag er geen recht van amendement ingediend worden. Hoorcollege Wie is bevoegd om regels te stellen in een staat? En mogen zij deze regels doorgeven? Attributie: De toedeling tot bevoegdheid tot wetgeving. Delegatie: Het doorgeven van een bevoegdheid die in zelfstandigheid uitgevoerd worden. Wanneer mag de regering zelfstandig een AMvB maken (zelfstandige AMvB), en wanneer mag dit alleen op basis van een onderliggende wet (onzelfstandige AMvB)? Een zelfstandige AMvB is een regeling die wordt vastgesteld zonder wettelijke regeling, maar wel wordt gehoord door de Raad van State en gepubliceerd wordt in het Staatsblad. Geschiedenis Fransen verjaagd. Ondanks dat de koning alle macht wilde, kwam er een grondwet met drie hoofdstukken: - van de wetgevende macht: De koning kon alleen wetten maken in samenwerking met de Staten-Generaal. Hier maakte de koning weinig gebruik van. - van de uitvoerende macht: De koning was bevoegd om Algemene Maatregelen van Bestuur (AMvB) maken. - van de rechtsprekende macht. Probleem 1 Na 1815 werden er bijna alleen maar zelfstandige AMvB s uitgevaardigd. In Nederland zijn heel veel regels van de Fransen overgenomen. Zo was er ook een Frans wetboek van Strafvordering: de code d instruction criminelle. Hierin stond dat een straf van een overtreding altijd in de wet moet staan. In 1818 is er een wet tot stand gekomen die wet ingediend door de koning, de Blanquetwet: Deze wet stelde een straf op AMvB s, ook al is er geen andere wet voor. Hierdoor werd de koning wetgever. Dit is heel ondemocratisch. Thorbecke schreef boeken in 1848 waarin hij oordeelde dat een koning alleen een AMvB mocht maken als de wet hem daartoe de mogelijkheid gaf (op basis van delegatie). De wet is van hogere orde dan een AMvB. Meerenberg-arrest (1879): Meerenberg was een krankzinnigenstichting. De koning had bij AMvB bepaald dat het bestuur van dergelijke inrichtingen verplicht waren om een register bij te houden over de personen die daar werden verpleegd. Het bestuur van Meerenberg had dit niet goed gedaan. Het Openbaar Ministerie stelde deze kwestie aan de orde. Er werd een straf geëist op grond van de Blanquetwet. Het bestuur huurde een advocaat in, die verdedigde: Je kunt alleen maar strafbaar zijn als je een wettelijke regeling overtreedt. Dat is hier niet het geval, aangezien het om een AMvB gaat. Daarmee zei hij dus eigenlijk dat de koning niet bevoegd was tot het stellen van dergelijke

6 regels. De Hoge Raad gaat in dit arrest om. De Hoge Raad oordeelde dat de koning wel AMvB s mag maken, maar niet wanneer precies. De Hoge Raad keek naar het stelsel van de wet. Hierin was een onderscheid tussen de wetgevende en uitgevende macht. Op basis van het stelsel van de grondwet is de wetgever bevoegd tot regelstelling. De koning is dit dus eigenlijk niet, want hij hoort bij de uitvoerende macht. Het gaat er dus om dat de koning zijn macht moet krijgen via attributie. Dit is niet terug te vinden in de grondwet. De bestuurders van Meerenberg kregen ontslag van rechtsvervolging, omdat de koning de Blanquetwet nooit had mogen maken. De landsadvocaat, die de regering verdedigde dat de Blanquetwet een bevoegdheid aan de koning gaf. Dit is volgens de Hoge Raad niet waar: het geeft alleen maar een bevoegdheid tot straffen. Deze redenering sluit aan op het standpunt van Thorbecke. Het standpunt van de Hoge Raad werd bekritiseerd door dhr. Buijs. Hij vond dat de macht van de regering te veel beperkt werd door de benodigde attributie. Hij vond dat er een onderscheid gemaakt moest worden. Als het gaat om regelingen die de burgers treffen, moet de Staten-Generaal meebeslissen, als het daar niet om gaat, hoeft dit niet. Hij kijkt dus naar de inhoud (materie) van de regel, en had daarmee een materiële benadering. In 1887 was er een belangrijke grondwetsvoorziening. Deze sloot aan bij de opvatting van Buijs, maar dan formeler: (art. 89 lid 2 GW) Voorschriften door straffen te handhaven worden daarin alleen gegeven krachtens de wet. Geboden en verboden (de burgers bindende bepalingen) kunnen dus alleen gegeven worden wanneer de koning zijn bevoegdheid daaraan kan ontlenen door de wet. In Nederland is de wetgever dus bevoegd om te regelen wat hij wil, zolang de wetgever niet handelt in strijd met de Grondwet. De rechter mag deze wetten niet toetsen met de Grondwet. De wetgever kan de wetgevende bevoegdheid overdragen aan de regering. Wanneer het gaat om bepalingen die niet door straffen worden gehandhaafd, mag de regering zelfstandig handelen (zelfstandige AMvB s). In de praktijk komt dit bijna niet voor. Probleem 2 In 1983 wilde men ten aanzien van andere voorschriften regelingen treffen. Ministers mogen niet zelfstandig regels stellen, dit mag hij alleen op grond van attributies. Dit in tegenstelling met wat in de Grondwet staat. De wet bepaalt de op te leggen straffen (art. 89 lid 2 GW) code d institution. Een straf staat altijd in een wet, nooit in een AMvB of ministeriële regeling. Dus een minister mag op grond van delegatie een besluit nemen, maar de strafmaatregel moet bij wet worden vastgesteld. Het probleem is dat een wetsvoorstel nooit alles bevat, de wetgever geeft alleen een kader. De minister zorgt voor de invulling hiervan. Wanneer er in een wet bij of krachtens staat, is delegatie toegestaan. Subdelegatie is alleen toegestaan als de wetgever die de opdracht geeft in zijn opdracht weer bij of krachtens gebruikt. Met betrekking tot de Grondwet is delegatie niet toegestaan wanneer er staat de wet bepaalt. Wanneer er staat regelen, regels stellen, regels mag er wel gedelegeerd worden. Bij wet betekent dat er niet gedelegeerd mag worden. Soms wordt er ook gedelegeerd onder een bepaalde voorwaarde, bijvoorbeeld dat er een parlementaire controle plaats moet vinden: voorwaardelijke delegatie of voorhangprocedure. Deze delegatie gaat mis bij het Jamin-arrest. Fluoriseringsarrest: Er was een waterleidingwet die regels gaf over het leveren van deugdelijk water aan burgers. De waterleidingwet kent veel delegatie. In het waterleidingbesluit stond dat het toegestaan was om stoffen toe te voegen aan het water. In Amsterdam werd besloten dat er fluoride werd toegevoegd aan het water. Sommige burgers wilden dit niet. Is de bevoegdheid terecht verleend? De Hoge Raad sprak uit dat het toevoegen van fluor niets te maken heeft met het doel, namelijk het leveren van deugdelijk drinkwater. Deze maatregel heeft zo n ingrijpende aard, dat er een wettelijke grondslag nodig is. De regering mag dus niet zelfstandig besluiten om waterleidingbedrijven toestemming te geven, zonder wettelijke grondslag. De uitspraak sluit aan bij de gedachten van Buijs. Het probleem is hetzelfde als in het Meerenberg-arrest. Parlementaire enquêtes gaan vaak over de controle van wetgeving. Over sommige KB s is de Raad van State niet gehoord, terwijl hij wel algemeen geldig is en in het Staatsblad is geplaatst. Dit is een KB van algemene strekking. Probleem 3 Bestuursorganen maken de manier waarop zij opereren van tevoren bekend. Het gaat hier niet om wetgeving, omdat hij niet uit zichzelf werkt. Bovendien wordt het gegeven door een uitvoerende bevoegdheid, en niet door een wetgevende bevoegdheid. Het gaat hier om beleidsregels. De Algemene Wet bestuursrecht geeft regels over beleidsregels. Wanneer een bestuursorgaan afwijkt van de regels waaraan hij zichzelf heeft gebonden, is er sprake van een schending van algemeen behoorlijk bestuur. Beleidsregels worden niet gemaakt in samenwerking met de Staten-Generaal.

7 Conclusie: Wetgeving en bestuur lopen door elkaar. Sommige bestuurshandelingen worden ook bij wet gemaakt. Een voorbeeld hiervan is de begroting. Ook gebeurt het wel eens dat de regering (bij bijv. verdragen) als uitvoerende macht toestemming moet hebben van de Staten-Generaal als wetgevende macht. Hoorcollege De Rechter Welke ontwikkelingen zetten druk op de prestige van de rechterlijke macht? - De wetgever moet steeds vaker actief optreden. Doordat er meer van de rechter wordt gevraagd, is het lastiger voor de rechter om het recht toe te passen. - Rechters krijgen het verwijt dat ze softer straffen. - Men gaat steeds sneller naar de rechter. - De rechtspraak wordt gepolitiseerd: Kamerleden mengen zich steeds vaker in procedures die nog bij de rechter lopen. Via wetgeving wil men het functioneren van de rechters beïnvloeden (camera s, ontslagversoepeling, strafmaten). De rechter brengt de wetgevende en bestuurlijke macht in evenwicht. Macht : - Institutioneel: wetgever, bestuurder, rechter. - Functie: Wet geven, besturen, rechtspreken. Theorie van de Rechtspraak (Beginselen) 1. Grondwet/ constitutie: Hoofdprincipes en hoofdbeginselen over de wetgeving van de staat. 2. Machtenscheiding: democratische wetgeving, heerschappij van de wet (rule of law, legaliteitsbeginsel) en een onafhankelijke rechtspraak. 3. Grondrechten Het uitgangspunt van democratie is volkssoevereiniteit. Grondrechten zijn niet democratisch, maar rechtstatelijk. Onafhankelijkheid van de rechterlijke macht Dit wil niet zeggen dat de rechter buiten het openbaar bestuur valt: De rechtspraak is een overheidsfunctie. Zij zijn onafhankelijk binnen de rechtstaat. Het bestuur en de rechter staan onder de wetgever, omdat het bestuur de wetten nodig heeft, en de rechter zijn oordeel baseert op de wetten van de rechter. De wetgever heeft echter niet een absolute macht. Grondrechtelijk gezien is de rechter onpartijdig, zelfstandig en eerlijk. Wanneer de wetgever en het bestuur terugtreden (doordat er bijvoorbeeld onenigheid is in de politiek), wordt de macht van de rechter groter. Rechters zijn afhankelijk van de wet, maar moeten zich niet laten beïnvloeden door het bestuur. Constitutioneel is er sprake van een machtenscheiding, en dus niet van een hiërarchie. Is er een beginsel van behoorlijke rechtspraak? Deze zijn er niet, hoogstens via art. 6 EVRM. Rechterlijke macht Uit de grondwet is niet te halen welke rechters onder de rechterlijke macht vallen. De belangrijkste bepaling op dit punt is art. 112 GW. Er is sprake van een orgaancomplex: De grondwet heeft een poging gedaan om het begrip rechterlijke macht te duiden, maar dit is niet duidelijk. De wetgever trekt nadere grenzen over de taak en functie van de rechter (Sr, Sv, enz). In art. 112 lid 1 GW gaat het over de burgerlijk rechter. Er zijn rechters die wel en rechters die niet tot de rechterlijke macht behoren. In het tweede lid wordt aangegeven dat er ook andere geschillen zijn, namelijk publiekrechtelijke geschillen. In art. 116 GW staat dat de wet bepaalt welke gerechten tot de rechterlijke macht behoren. Deze staan in de wet RO. In art. 117 GW staat dat een aantal functies in de rechtspraak voor het leven zijn (tot 70 jaar). Een rechter wordt bij Koninklijk Besluit benoemd, maar de regering kan de rechter niet ontslaan. Binnen de rechterlijke macht vindt uitzetting van het ambt plaats. Men krijgt wel een Koninklijk Besluit bij ontslag, maar de wetgever en het bestuur kunnen hier geen initiatief toe nemen. Bevoegdheid van de rechter Art. 112 GW: De rechter beslist over zijn eigen bevoegdheid, waarbij hij gebonden is aan de Grondwet en de wet. Vroeger had de Koning de bevoegdheid om zelf te oordelen. De rol van de rechter was toen kleiner. In 1844 is dit besluit ingetrokken. De rol van de rechter werd daardoor groter. Voor de burger is er altijd een rechter beschikbaar, zowel bij publiekrechtelijke als privaatrechtelijke geschillen. Zelfs wanneer er niets is op het gebied van publiekrecht, is de burgerlijk rechter bevoegd.

8 Administratieve rechtspraak Administratief wil zegen dat het gaat om bestuursrecht (ers). Volgens art. 112 lid 2 GW gaat het om publiekrechtelijke geschillen. Volgens art. 1:4 Awb behoort de administratieve rechter niet tot de rechtsmacht. Hiermee hoort een belangrijke categorie rechters niet tot de rechterlijke macht. De administratieve rechtspraak is ontstaan door de machtenscheiding. In de 19 e eeuw vond men dat de overheid geschillen tussen overheid en burger zelf moet oplossen. Wanneer burgers het niet eens waren met de overheid, had het bestuur de bevoegdheid om dit de corrigeren. Uiteindelijk vond men dat de rechter een oordeel mocht geven. Probleem was dat de overheid niet op gelijk niveau met de burger stond. Men wilde een aparte administratieve rechter naast de civiele rechter en strafrechter. Dit ging niet door omdat de opbouw van de bestuurlijke wetten complex had opgesteld. In Nederland is het onduidelijk of de rechtsbescherming plaats moet vinden door de administratie (bestuur) of rechter. Minister Loeff had een poging gedaan om de rechtspraak te vereenvoudigen. Men wilde een aparte administratieve kamer binnen de rechtspraak. Dit is niet gebeurd door dhr. Struiken, die vond dat de burger geen behoefte zou hebben aan rechtspraak buiten de rechter om. 1. De burger zou geen baat hebben bij een rechter die geschillen tussen de overheid oplost. 2. De rechter moet steeds verder buiten zijn taak opschuiven richting het bestuur. Dit is in strijd met de machtenscheiding. De burger kan zijn rechten aanvechten voor besluiten van de overheid via administratief beroep, de burgerlijk rechter of de publiekrechter. Administratief beroep Er zit een verschil tussen overheid en bestuur enerzijds en de rechter en rechtspraak anderzijds. Dit omdat de rechter rechtspreekt, en het bestuur bredere taken heeft. Administratief beroep is geen rechtspraak. Het speelt een rol tussen de geschilbeslechting van burger en overheid. Bij bezwaar gaat men bij hetzelfde in bezwaar. Bij beroep gaat men naar een hogere rechter. Er vindt toetsing plaats via: - Recht- en doelmatigheid: De rechter toetst aan rechtmatigheid. Het bestuur toetst ook aan doelmatigheid (beleid). - Juridisch en politiek-bestuurlijk Op grond van art. 6 EVRM vraagt men zich af of administratief beroep hierbij aansluit. Zo was er het Benthemarrest. Benthem wilde een benzinestation uitbreiden, waarvoor hij geen vergunning kreeg. De Europese rechter oordeelt dat de mate van onpartijdigheid niet volledig is. Herziening en rechterlijke organen Problemen: Het is onoverzichtelijk, rechtseenheid ontbreekt doordat er geen eenheid is over besluiten (cassatie niet mogelijk bij bestuursrechtspraak), er is overbelasting van geschillen die voor de rechter worden voorgelegd. Doelstellingen: Kwaliteit, toegankelijkheid en een evenwichtige structuur. Aanpak: Gefaseerde integratie binnen de rechterlijke macht. Dit zie je terug in de kamer bestuursrecht. Ook zijn er nog andere bestuursrechters, zoals de Raad van Beroep. Hoorcollege Rechtsbescherming tegen de overheid Het overheidsgezag ging van de koning naar verschillende ambten die zich houden aan hun taakomschrijving. Het overheidsgezag is rechtmatig met een parlement en een bestuur (regering, College van B&W).Het overheidsgezag moet begrensd en gelegitimeerd zijn. Hoe zit het met de rechtsbescherming tegen de overheid? Er zijn verschillende soorten rechtsbescherming: Bestuursbesluiten Bestuursrechtelijke rechtsbescherming. Tot het begin van de twintigste eeuw geloofde men dat de overheid geen onrechtmatige daden kon plegen. De aard van het type geschil is anders dan bij een civiele vordering omdat het vaak gaat over de manier waarop de overheid haar bevoegdheden uitoefent. Dit heeft te maken met de doelmatigheidsafwegingen: Beleidsmatige afwegingen, geen juridische afwegingen. Dit is rechtmatigheid: Toetsing aan het recht. Lindenbaum-Cohen: Onrechtmatigheid is meer dan onwetmatig, namelijk ook handelen in strijd met een ongeschreven regel. Veel bestuursbesluiten gaan over de doelmatigheid. Het gaat hier om een precaire kwestie. Voor de rechter is het ingewikkeld omdat hij te maken krijgt met normen die hij nog niet kent. Op grond van art. 81 RO kan men geen rechtsvragen stellen in het belang van de rechtsontwikkeling. Dit komt omdat de rechter overspoeld wordt met rechtsvragen. Op grond van art. 81 Wet RO worden ongeveer de helft van de zaken in de civiele, straf en belastingkamer afgedaan bij de Hoge Raad. Bij de bestuursrechter is de

9 rechtsbescherming recentelijk uitgebouwd. Men vond dat bestuursbesluiten bevecht moesten kunnen worden. Dit kon tot voor kort alleen bij de Kroon. Door Franse invloeden was er een conflictenstelsel: Als het bestuur erachter komt dat er een geschil was tussen een burger en de overheid kon hij een conflict van attributie opwerpen. Hiermee kon hij het geschil bij de rechter weghalen en het bij de Koning neerleggen. Tussen 1822 en 1844 heeft dit ook in Nederland gegolden. De Koning mocht beslissen of hij het zelf afhandelde, of dat het weer terug ging naar de civiele rechter. Dit idee is blijven hangen. Begin 20 e eeuw kwamen er aparte rechters voor speciale kwesties, bijvoorbeeld ambtenarenrechters, Centrale Raad van Beroep, Gerechtshof (Belastingzaken). In 1976 ontstond er pas een algemene bestuursrechter waar je beschikkingen kon aanvechten. Wet Arob (administratieve overheidsbeschikkingen). Naast deze rechter bleef het kroonberoep bestaan. Ook het conflictenstelsel bestond nog gedeeltelijk: Als het College een oordeel had genomen waar de regering het niet mee eens was, kon de regering het besluit vernietigen. Dit is pas in 1994 afgeschaft in de zaak Van den Hurk. In 1885 was kroonberoep niet meer toegestaan volgens het EHRM. Vanaf 1994 ontstond er een algemeen stelsel bij de bestuursrechter: de Awb. Als er een bestuursorgaan is dat een besluit neemt (volgens de Awb) waarbij iemand belanghebbende is, kan men rechtsbescherming krijgen. Men kan niet in beroep gaan tegen de vaststelling van een avv, tenzij anders vermeld (onderwijsrecht). Daarnaast kan men niet in beroep gaan tegen beleidsregels. De bescherming bestaat uit twee fasen: De heroverweging en de rechterlijke toetsing. Bij de heroverweging gaat het vaak over de doelmatigheid, soms over de rechtmatigheid. Tijdens de voorprocedure gaat men in bezwaar bij het bestuursorgaan waarmee men in conflict is. Soms gaat men ook in administratief beroep: Hierbij gebeurt hetzelfde, maar dan bij een ander bestuursorgaan. Bijvoorbeeld in bezwaar gaan bij de officier van justitie in plaats van bij de politie na het ontvangen van een bekeuring van de politie. Wanneer men nog steeds niet tevreden is met het resultaat na de voorprocedure kan men naar de rechter. De bestuursrechter kan de uitspraak wijzigen. Bij de civiele rechter heeft men ook rechtsbescherming. Strafbare feiten De mogelijkheid om de overheid strafrechtelijk te vervolgen buiten de bestaande procedures om is gecompliceerd. Feitelijk gedrag Het instellen van een vordering tegen optreden van de overheid, zoals bijvoorbeeld het kapot maken van je fiets. Hiervoor kan men naar de civiele rechter. Rhedense koe- arrest: De aard van de rechtsverhouding bepaalt of de burgerlijk rechter beslist. Rond het begin van de 20 e eeuw besluit de Hoge Raad dat de burgerlijk rechter mag oordelen over zaken met de overheid. Op grond van het Pikmeerarrest neemt de strafrechter aan dat de overheid niet strafbaar is omdat zij niet vervolgbaar is. Dit bestaat alleen nog maar wanneer de overheid een exclusieve overheidstaak vervult die ook rechtens niet overdraagbaar is aan derden. Guldemond/Noordwijkerhout: Guldemond koopt een stuk grond en heeft een vaarverbinding nodig. Dit gaat dwars door het voetpad heeft. De gemeente Noordwijkerhout besluit om de vaarverbinding te dempen. Guldemond eist dat dit zand uit zijn sloot wordt gehaald, aangezien dit hem belemmert in de toevoer van water voor zijn bloemenkwekerij. De Hoge Raad oordeelt dat het gaat om de aard waar de aanlegger een oordeel over wil, en niet over de aard van het recht waarop de verweerder zijn verweer grondt. Hierdoor kan de burgerlijk rechter bevoegd zijn: Objectum litis. De burgerlijk rechter is bevoegd als iemand voldoende belang heeft. De burgerlijk rechter bepaalt de onrechtmatigheidscriteria. In 1924 werd op grond van het Osterman-arrest bepaald at de onrechtmatige daad criteria ook voor overheden geldt. Op grond van de algemene beginselen van bestuur is de overheid aan strenge eisen gebonden. De criteria gelden tegenwoordig ook voor de bestuursrechter (art. 6:78 Awb). Regelgevend handelen Kan de overheid onrechtmatige regelingen maken? Dat de rechter algemene voorschriften aan elkaar mag toetsen is normaal. Maar kan de ongeldige regeling een onrechtmatige daad zijn? - Pocketboek I arrest: een uitgever verkocht boeken in een supermarkt, wordt hij vervolgd voor het verkopen van boeken zonder vergunning (verbod ministeriële regeling). Hij wordt vrijgesproken op grond van art. 7 GW, vrijheid van drukpers. - Pocketboek II-arrest: De verkoper begint een actie tegen de overheid voor een onrechtmatige daad. De staat handelt namelijk onrechtmatig, dus hij wil een schadevergoeding. Hoge Raad: De staat is schadeplichtig op grond van art BW. Kan men een regeling ook toetsen aan ongeschreven recht? - Landbouwvliegers: In het arrest Landbouwvliegers zegt de Hoge Raad dat avv s (met uitzondering van formele wet) getoetst kunnen worden aan algemene rechtsbeginselen. De rechter wil hiermee de hiërarchie van regelingen vaststellen. De formele wetten kunnen niet getoetst worden door het toetsingsverbod (art. 120 GW). In 1848 is het toetsingsverbod ingevoerd. In 1983 is dit voorschrift

10 herformuleerd. Eerst was het: De wetten zijn onschendbaar. Vervolgens: De rechter treedt niet in de beoordeling van de grondwettigheid van rechten. Deze tekst laat ruimte voor het toetsen aan andere wetten, zoals het ongeschreven recht. - Harmonisatiewetarrest: De Harmonisatiewet bepaalt dat HBO ers worden benadeeld ten opzichte van universitair geschoolden. Op grond van de Harmonisatiewet ging het om de vraag of een formele wet in strijd is met het verbod op willekeur (ongeschreven recht). De Hoge Raad bepaalt dat de formele wet niet aan de Grondwet, het Statuut en het ongeschreven recht getoetst mag worden. Formele wetten mogen niet getoetst worden tenzij het gaat om onvoorziene omstandigheden die meebrengen dat er strijd is met het ongeschreven recht. Halsema-voorstel: Toetsing aan de Grondwet is toegestaan. Waarom is het Halsema-voorstel omstreden? Dit heeft te maken met de political question doctrine. Deze doctrine gaat over de aard van de rechtsverhouding bij wetgeving. Wetgeving is vaak een keuze. Beleidsmatige afwegingen worden bepaald door de overheden: Centraal en decentraal. Dit laatste is opvallend omdat verordeningen getoetst mogen worden door de rechter, maar deze doet dit niet. Onrechtmatige rechtspraak De keren dat het fout gaat bij de overheid doordat rechters verkeerd oordelen (vriendjespolitiek). Op grond van de jurisprudentie wil de rechter heel zeldzaam erkennen dat er sprake is van onrechtmatige rechtspraak. Meestal is er sprake van een gesloten systeem van rechtsmiddelen: Achteraf mag men niet meer opnieuw de oordelen van de rechter bekijken, omdat het anders oneindig wordt. Feitelijk gedrag, omdat je onbehoorlijk bent behandeld (geen onrechtmatige daad). Art. 78A GW. De Nationale Ombudsman behandelt klachten over onbehoorlijk bedrag. Volgens het Opt Out systeem mag de lagere overheid de Nationale Ombudsman zelf aanstellen. Wanneer een gemeente niets regelt, is de nationale ombudsman bevoegd. Het oordeel levert geen bevoegdheid op, enkel een advies.

Samenvatting Maatschappijleer Politiek - Democratie en rechtstaat

Samenvatting Maatschappijleer Politiek - Democratie en rechtstaat Samenvatting Maatschappijleer Politiek - Democratie en rechtstaat Samenvatting door een scholier 1047 woorden 16 maart 2008 5,7 7 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Democratie en rechtstaat Hoofdstuk

Nadere informatie

Doe mee en test je kennis. Stuur je antwoorden naar mij en ik informeer je over de scoren.

Doe mee en test je kennis. Stuur je antwoorden naar mij en ik informeer je over de scoren. Quiz over politiek, Europa en staatsrechtelijke spelregels Toelichting In de periode 2008-2010 werkte ik als staatsrechtjurist binnen het projectteam versterking Grondwet bij het Miniserie van BZK. Dit

Nadere informatie

Constitutioneel recht

Constitutioneel recht Constitutioneel recht Prof. mr. C.A.J.M. Kortmann Bewerkt door Prof. mr. P.P.T. Broeksteeg Prof. mr. B.P. Vermeulen Mr. C.N.J. Kortmann Zevende druk Kluwer a Wotters Kluwer business INHOUD AFKORTINGEN

Nadere informatie

Beginselen van het Nederlands Staatsrecht

Beginselen van het Nederlands Staatsrecht Prof.mr. A.D. Belinfante Mr. J.L. de Reede Beginselen van het Nederlands Staatsrecht druk Samsom H.D. Tjeenk Willink Alphen aan den Rijn 1997 VOORWOORD II AFKORTINGEN 13 I INLEIDING 15 1. Benadering van

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Samenvatting Staatsinrichting hoofdstuk 1 VMBO

Samenvatting Geschiedenis Samenvatting Staatsinrichting hoofdstuk 1 VMBO Samenvatting Geschiedenis Samenvatting Staatsinrichting hoofdstuk 1 VMBO Samenvatting door Marieke 1467 woorden 30 april 2015 7,4 34 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Werkplaats Hoofdstuk 1: Het

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2 Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2 Samenvatting door D. 971 woorden 31 mei 2013 5,7 2 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Memo 1848 Censuskiesrecht Grondrechten Ministeriele verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Bestuurslagen in Nederland rijksoverheid provinciale overheid gemeentelijke overheid

Bestuurslagen in Nederland rijksoverheid provinciale overheid gemeentelijke overheid Vak Maatschappijwetenschappen Thema Politieke besluitvorming (katern) Klas Havo 5 Datum november 2012 Hoofdstuk 4 Het landsbestuur (regering en parlement) Het Koninkrijk der Nederlanden bestaat uit vier

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Staatsinrichting H3+4

Samenvatting Geschiedenis Staatsinrichting H3+4 Samenvatting Geschiedenis Staatsinrichting H3+ Samenvatting door een scholier 1611 woorden 26 november 2001 5,5 29 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Geschiedenis stof voor eerste rep (maatschappijleerboek

Nadere informatie

Overzicht van stemmingen in de Tweede Kamer

Overzicht van stemmingen in de Tweede Kamer Overzicht van stemmingen in de Tweede Kamer afdeling Inhoudelijke Ondersteuning aan De leden van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis der Koningin

Nadere informatie

5,8. Par 1: Staat! Par 2: Rechtstaat! Stelling door een scholier 1818 woorden 3 november keer beoordeeld.

5,8. Par 1: Staat! Par 2: Rechtstaat! Stelling door een scholier 1818 woorden 3 november keer beoordeeld. Stelling door een scholier 1818 woorden 3 november 2004 5,8 19 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Maatschappijleer: Hoofdstuk 3! Par 1: Staat! Nederland is een onafhankelijke staat, waarvan we spreken

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1 t/m 4

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1 t/m 4 Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1 t/m 4 Samenvatting door een scholier 1623 woorden 10 december 2007 5,4 53 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Thema's maatschappijleer Hoofdstuk 1: Idee

Nadere informatie

HC 5A, , Het Koninkrijk der Nederlanden en de internationale rechtsorde

HC 5A, , Het Koninkrijk der Nederlanden en de internationale rechtsorde HC 5A, 11-12-2017, Het Koninkrijk der Nederlanden en de internationale rechtsorde In het Koninkrijk der Nederlanden van 1954 is opgenomen dat het Statuut in hiërarchie hoger is dan de Grondwet (art. 5

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming, paragraaf 1 t/m 6

Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming, paragraaf 1 t/m 6 Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming, paragraaf 1 t/m 6 Samenvatting door een scholier 1199 woorden 12 januari 2005 7,9 31 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Maatschappijleer Hoofdstuk

Nadere informatie

Beginselen van de democratische rechtsstaat

Beginselen van de democratische rechtsstaat Beginselen van de democratische rechtsstaat Prof. mr. M.C. Burkens Prof. mr. H.R.B.M. Kummeling Prof. mr. drs. B.P. Vermeulen Prof. mr. R.J.G.M. Widdershoven Inleiding tot de grondslagen van het Nederlandse

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Politieke beluistvorming

Samenvatting Maatschappijleer Politieke beluistvorming Samenvatting Maatschappijleer Politieke beluis Samenvatting door een scholier 1711 woorden 16 februari 2005 4,3 19 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Begrippen politieke beslui Trias politica = Driedeling

Nadere informatie

DE RECHTERS ZIJN GESCHEIDEN

DE RECHTERS ZIJN GESCHEIDEN DE RECHTERS ZIJN GESCHEIDEN www.rechtvoorjou.nl Hoofdstuk 3.0 Wat is een democratische rechtsstaat? Maak de volgende oefeningen met behulp van de informatie op de website. Naam Leerling: Klas:. 3.0 a.

Nadere informatie

Grondwet van de Tweede Republiek der Nederlanden Neerlandiæ

Grondwet van de Tweede Republiek der Nederlanden Neerlandiæ Grondwet van de Tweede Republiek der Nederlanden Neerlandiæ De Republiek der Nederlanden, verenigd in een micronatie sinds de uitroeping van de Unie van Utrecht 2007, beseffend dat een grondige hervorming

Nadere informatie

Wat is een constitutie?

Wat is een constitutie? Wat is een constitutie? Veel landen op de wereld worden op een democratische manier bestuurd. Een democratie staat echter niet op zichzelf. Bij een democratie hoort namelijk een rechtsstaat. Democratie

Nadere informatie

Het koningschap wordt erfelijk vervuld door de wettige opvolgers van Koning Willem I, Prins van Oranje-Nassau.

Het koningschap wordt erfelijk vervuld door de wettige opvolgers van Koning Willem I, Prins van Oranje-Nassau. 1. Koning Artikel 24 Het koningschap wordt erfelijk vervuld door de wettige opvolgers van Koning Willem I, Prins van Oranje-Nassau. Artikel 25 Het koningschap gaat bij overlijden van de Koning krachtens

Nadere informatie

Besluit van 2 maart 1994, houdende vaststelling van een reglement van orde voor de ministerraad*

Besluit van 2 maart 1994, houdende vaststelling van een reglement van orde voor de ministerraad* Besluit van 2 maart 1994, houdende vaststelling van een reglement van orde voor de ministerraad* Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Op

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Staatsinrichting van Nederland

Samenvatting Geschiedenis Staatsinrichting van Nederland Samenvatting Geschiedenis Staatsinrichting van Nederland Samenvatting door M. 1255 woorden 6 mei 2015 5,8 23 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Memo Geschiedenis Staatsinrichting van Nederland Grondwet

Nadere informatie

Samenvatting door M woorden 15 november keer beoordeeld. Maatschappijwetenschappen. H3: De vertegenwoordigende lichamen en Trias Politica

Samenvatting door M woorden 15 november keer beoordeeld. Maatschappijwetenschappen. H3: De vertegenwoordigende lichamen en Trias Politica Samenvatting door M. 1319 woorden 15 november 2012 0 keer beoordeeld Vak Maatschappijwetenschappen H3: De vertegenwoordigende lichamen en Trias Politica 3.1 De structuur van het Nederlandse stelsel van

Nadere informatie

De strijd tussen paus en keizer over wie de bisschop mag benoemen. John Locke. Om vrijheid te bereiken gaat hij uit van de volgende vereisten:

De strijd tussen paus en keizer over wie de bisschop mag benoemen. John Locke. Om vrijheid te bereiken gaat hij uit van de volgende vereisten: Theocratische staatsleer Investituurstrijd Klassiek-liberale rechtsstaat In de middeleeuwen is de vorst soeverein omdat hij in naam van god regeert. De vorst kan de wet nooit schenden omdat hij zelf de

Nadere informatie

Staats- en bestuursrecht

Staats- en bestuursrecht F.C.M.A. Michiels (red.) Staats- en bestuursrecht Tekst en materiaal Met bijdragen van Gio ten Berge Leonard Besselink Henk Kummeling Lex Michiels Rob Widdershoven KLUWER J ^ Deventer - 2003 Thema 1 -

Nadere informatie

Instructie Machtenscheidingsquiz

Instructie Machtenscheidingsquiz Instructie Machtenscheidingsquiz Korte omschrijving werkvorm De leerlingen worden ingedeeld in teams. Elk team strijdt om de meeste punten. Er zijn kennisvragen en blufvragen. Bij kennisvragen kiest elk

Nadere informatie

Hoofdstuk 3.0 Wat is een democratische rechtsstaat?

Hoofdstuk 3.0 Wat is een democratische rechtsstaat? Scheiding der machten De rechters zijn gescheiden www.rechtvoorjou.nl Hoofdstuk 3.0 Wat is een democratische rechtsstaat? Maak de volgende oefeningen met behulp van de informatie op de website*. Naam Leerling:...Klas:...

Nadere informatie

Inhoud. Afkortingen 15

Inhoud. Afkortingen 15 Inhoud Afkortingen 15 1 Introductie en overzicht 19 1.1 Besturen en bestuursrecht 19 1.1.1 Wat doet het bestuur? 22 1.1.2 De ontwikkeling van het openbaar bestuur in vogelvlucht 26 1.1.3 Bevoegdheden en

Nadere informatie

Wet normalisering rechtspositie ambtenaren

Wet normalisering rechtspositie ambtenaren Wet normalisering rechtspositie ambtenaren Naam Citeertitel Wet normalisering rechtspositie ambtenaren Wet normalisering rechtspositie ambtenaren Kamerstuk 32550 Datum indiening 03-11-2010 April 2017 Pagina

Nadere informatie

Wat is een rechtsstaat?

Wat is een rechtsstaat? Wat is een rechtsstaat? Nederlanders hebben veel vrijheid. We hebben bijvoorbeeld vrijheid van meningsuiting: we mogen zeggen en schrijven wat we willen. Toch heeft deze vrijheid grenzen. Zo staat er in

Nadere informatie

3 Onrechtmatige overheidsdaad

3 Onrechtmatige overheidsdaad Monografieen Privaatrecht 3 Onrechtmatige overheidsdaad Rechtsbescherming door de burgerlijke rechter Prof. mr. G.E. van Maanen Prof. mr. R. de Lange Vierde druk Deventer - 2005 Inhoud VERKORT AANGEHAALDE

Nadere informatie

De Eerste Kamer uitgelegd

De Eerste Kamer uitgelegd De Eerste Kamer uitgelegd De rol van de Eerste Kamer In ons land vormen de Eerste Kamer en de Tweede Kamer samen de Staten-Generaal, het Nederlandse parlement. De Eerste Kamer is medewetgever en controleur

Nadere informatie

Onrechtmatige overheidsdaad

Onrechtmatige overheidsdaad s tu diepock et s p r i v a a t r e c h t 28 Onrechtmatige overheidsdaad Rechtsbescherming door de burgerlijke rechter derde druk Prof. mr. G.E. van Maanen Prof. mr. R. de Lange 2000 W.E.J. Tjeenk Willink

Nadere informatie

Materieel: Regels die betrekking hebben op de rechten en plichten/wat mag en niet mag inhoud

Materieel: Regels die betrekking hebben op de rechten en plichten/wat mag en niet mag inhoud Nationaal internationaal Soevereiniteit elke land heeft de macht om te bepalen wat er gebeurt EU-verdrag Europese Unie verdrag EVRM Europese Verdrag Rechten van de Mens Monistisch systeem Formeel materieel

Nadere informatie

Wat is een constitutie?

Wat is een constitutie? Wat is een constitutie? 2 Veel landen op de wereld worden op een democratische manier bestuurd. Een democratie staat echter niet op zichzelf. Bij een democratie hoort namelijk een rechtsstaat. Democratie

Nadere informatie

Het wetgevingsproces bij SZW. Anton Boere

Het wetgevingsproces bij SZW. Anton Boere Het wetgevingsproces bij SZW Anton Boere Agenda Wat is wetgeving? Waar vinden we regels over de totstandkoming van wetgeving? Vindplaatsen van (voornemens tot) wetgeving Vormen van wetgeving Stappen in

Nadere informatie

Eindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl 2009 - I

Eindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl 2009 - I Meerkeuzevragen Schrijf alleen de hoofdletter van het goede antwoord op. Staatsinrichting van Nederland Gebruik bron 1 en 2. 1p 1 De twee bronnen hebben te maken met de constitutionele monarchie. Welke

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Inleiding recht

Samenvatting Maatschappijleer Inleiding recht Samenvatting Maatschappijleer Inleiding recht Samenvatting door M. 714 woorden 27 oktober 2016 0 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Inleiding Recht Wat is recht Recht geheel van overheidsregels Komen

Nadere informatie

Maatschappijleer par. 1!

Maatschappijleer par. 1! Maatschappijleer par. 1 Iets is een maatschappelijk probleem als: 1. Het groepen mensen aangaat 2. Het samenhangt met of het is gevolg is van maatschappelijke verandering 3. Er verschillende meningen zijn

Nadere informatie

Actualiteiten bestuurs(proces)recht

Actualiteiten bestuurs(proces)recht 1 Actualiteiten bestuurs(proces)recht VMR Actualiteitendag 2017 Prof. mr. K.J. (Kars) de Graaf 2 Onderwerpen Organisatie hoogste bestuursrechtspraak Einde ne bis in idem-rechtspraak (art. 4:6 Awb) Inherente

Nadere informatie

Kern van het bestuursrecht

Kern van het bestuursrecht Kern van het bestuursrecht prof. mr. RJ.N. Schlösseis prof. mr. F.A.M. Stroink met medewerking van mr. C.L.G.RH. Albers mr. S. Hillegers Boom Juridische uitgevers Den Haag 2003 Inhoud Afkortingen 13 1

Nadere informatie

GESCHIEDENIS SO3 TV

GESCHIEDENIS SO3 TV GESCHIEDENIS SO3 TV 2 2014-2015 Dit schoolexamen bestaat uit 42 vragen. Bij meerkeuze vragen antwoorden met hoofdletter schrijven. Geef niet meer antwoorden dan er worden gevraagd. Als er bijvoorbeeld

Nadere informatie

In 1813 werden de Fransen verjaagd en de zoon van de laatste stadhouder werd koning

In 1813 werden de Fransen verjaagd en de zoon van de laatste stadhouder werd koning Samenvatting door O. 1153 woorden 25 september 2013 4,4 19 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Werkplaats Hoofdstuk 1 paragraaf 1 In 17 eeuw 18 eeuw (1600-1700)was Nederland een republiek. In een

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Zitting 1979-1980 16 034 (R 1138) Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet van de bepalingen inzake het koningschap

Nadere informatie

Vaak gestelde vragen. over het Hof van Justitie van de Europese Unie

Vaak gestelde vragen. over het Hof van Justitie van de Europese Unie Vaak gestelde vragen over het Hof van Justitie van de Europese Unie WAAROM EEN HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE (HVJ-EU)? Om Europa op te bouwen hebben een aantal staten (thans 28) onderling verdragen

Nadere informatie

Inhoud. Mijn leven. de democratie en ik

Inhoud. Mijn leven. de democratie en ik Inhoud Inleiding...3 Hoofdstuk 1 Koning... 4 Hoofdstuk 2 Regering... 6 Hoofdstuk 3 Democratie... 8 Hoofdstuk 4 Partijen... 10 Hoofdstuk 5 Kiesrecht... 12 Hoofdstuk 6 Gemeente... 14 Hoofdstuk 7 Provincie...

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Staatsinrichting

Samenvatting Maatschappijleer Staatsinrichting Samenvatting Maatschappijleer Staatsinrichting Samenvatting door een scholier 2358 woorden 21 juni 2009 5 6 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Hoofdstuk 1 Staat: een door grenzen afgebakend grondgebied,

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Maatschappijleer voor jou Hoofdstuk 3 Politiek

Samenvatting Maatschappijleer Maatschappijleer voor jou Hoofdstuk 3 Politiek Samenvatting Maatschappijleer Maatschappijleer voor jou Hoofdstuk 3 Politiek Samenvatting door een scholier 1027 woorden 10 augustus 2010 5,3 17 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer 3. Politiek 3.1. Keuzes

Nadere informatie

ALGEMENE WET BESTUURSRECHT

ALGEMENE WET BESTUURSRECHT ALGEMENE WET BESTUURSRECHT Besluitvorming Toezicht Sancties Rechtsgebied bestuursrecht oktober 2011 Rechtsgebied bestuursrecht Verhoudingen tussen bestuursorgaan/belanghebbende - stelt het bestuur is staat

Nadere informatie

MODULE III BESLISSINGEN NEMEN IN EUROPA? BEST LASTIG!!!

MODULE III BESLISSINGEN NEMEN IN EUROPA? BEST LASTIG!!! MODULE III BESLISSINGEN NEMEN IN EUROPA? BEST LASTIG!!! De Europese Unie bestaat uit 27 lidstaten. Deze lidstaten hebben allemaal op dezelfde gebieden een aantal taken en macht overgedragen aan de Europese

Nadere informatie

Nederland is helemaal geen representatieve democratie

Nederland is helemaal geen representatieve democratie 8 sept 2013 Nederland is helemaal geen representatieve democratie Politici in Nederland zeggen dat Nederland een representatieve democratie is. Dat roept een paar vragen op. Allereerst wat een representatieve

Nadere informatie

DE GEWONE RECHTER EN DE BESTUURSRECHTSPRAAK. mr. J.A.M. van Angeren. Tweede druk

DE GEWONE RECHTER EN DE BESTUURSRECHTSPRAAK. mr. J.A.M. van Angeren. Tweede druk DE GEWONE RECHTER EN DE BESTUURSRECHTSPRAAK mr. J.A.M. van Angeren Tweede druk Kluwer - Deventer - 2008 DEEL I DE RECHTSMACHT 1 1 De Grondwet 3 1. Waarborg 3 2. Exclusiviteit 4 3. Doorbreking bij de wet

Nadere informatie

ProDemos Huis voor democratie en rechtsstaat

ProDemos Huis voor democratie en rechtsstaat Wat is rechtspraak? Nederland is een rechtsstaat. Een belangrijk onderdeel van een rechtsstaat is onafhankelijke rechtspraak. Iedereen heeft wel eens ruzie met een ander. Stel je hebt een conflict met

Nadere informatie

Inleiding tot Recht. Uit Praktisch Burgerlijk Recht

Inleiding tot Recht. Uit Praktisch Burgerlijk Recht Inleiding tot Recht Uit Praktisch Burgerlijk Recht 1. Wat is recht? Een exacte definitie is niet te geven. Elke klassieke definitie bevat vier elementen: Gedragsregels, normen Doel = maatschappelijk leven

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2017 51 Wet van 10 februari 2017, houdende tijdelijke regels inzake het opleggen van vrijheidsbeperkende maatregelen aan personen die een gevaar vormen

Nadere informatie

DE DEMOCRATIE-INDEX GROEP 1: 1815-1848. 3. Hebben alle partijen min of meer gelijke kansen in de campagneperiode?

DE DEMOCRATIE-INDEX GROEP 1: 1815-1848. 3. Hebben alle partijen min of meer gelijke kansen in de campagneperiode? DE DEMOCRATIE-INDEX GROEP 1: 1815-1848 ACHTERGRONDINFORMATIE PERIODE 1815-1848 DE EERSTE JAREN VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN Tussen 1795 en 1813 was Nederland overheerst geweest door de Fransen. In

Nadere informatie

1Nederland als democratie

1Nederland als democratie Thema 1Nederland als democratie en rechtsstaat 1.1 Inleiding Nederland is een democratie. Wij kiezen bepaalde mensen - de volksvertegenwoordigers - die namens ons regeren. Zij nemen besluiten en besturen

Nadere informatie

CONSTITUTIONELE TOETSING: RECHTER & TRIAS

CONSTITUTIONELE TOETSING: RECHTER & TRIAS Conferentie de responsieve rechtsstaat 22.09.2016 CONSTITUTIONELE TOETSING: RECHTER & TRIAS Mr. Paul van Sasse van Ysselt BA Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Directie Constitutionele

Nadere informatie

Verklarende woordenlijst

Verklarende woordenlijst Bijlage 4 Verklarende woordenlijst Ambtenaar persoon die een baan heeft bij de overheid Amendement de Tweede Kamer wil iets aan een voorstel voor een wet veranderen B en W de burgemeester en de wethouders

Nadere informatie

Opdrachten & docentenhandleiding www.rechtvoorjou.nl

Opdrachten & docentenhandleiding www.rechtvoorjou.nl Opdrachten & docentenhandleiding www.rechtvoorjou.nl Opdrachten & docentenhandleiding www.rechtvoorjou.nl pagina 2 van 14 Inhoudsopgave 1 Opdracht 1: Kennisvragen bij www.rechtvoorjou.nl 3 Werkblad 1:

Nadere informatie

Bijlage. Antwoorden op de vragen Wetsartikelenregister Jurisprudentieregister

Bijlage. Antwoorden op de vragen Wetsartikelenregister Jurisprudentieregister Bijlage Antwoorden op de vragen Wetsartikelenregister Jurisprudentieregister Versie 2016/2017 1 Inleiding recht Antwoorden Hoofdstuk 1 Antwoord 1: B Antwoord 2: B Antwoord 3: wetten (regelgeving), verdragen,

Nadere informatie

LB Project 2 Politiek-Juridische dimensie. 2 e schooljaar periode 8 voor AA en DA. LB 2 e jaar periode 8 cohort 2013 voor AA, DA maart 2015 / 1 van 8

LB Project 2 Politiek-Juridische dimensie. 2 e schooljaar periode 8 voor AA en DA. LB 2 e jaar periode 8 cohort 2013 voor AA, DA maart 2015 / 1 van 8 LB Project 2 Politiek-Juridische dimensie 2 e schooljaar periode 8 voor AA en DA LB 2 e jaar periode 8 cohort 2013 voor AA, DA maart 2015 / 1 van 8 LB 2 e jaar periode 8 cohort 2013 voor AA, DA maart 2015

Nadere informatie

7,2. Samenvatting door een scholier 1410 woorden 9 april keer beoordeeld. Maatschappijleer. Hoofdstuk 1

7,2. Samenvatting door een scholier 1410 woorden 9 april keer beoordeeld. Maatschappijleer. Hoofdstuk 1 Samenvatting door een scholier 1410 woorden 9 april 2005 7,2 36 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Hoofdstuk 1 Het Nederlands recht kent een driedeling: * Burgerlijk recht (civiel recht, privaatrecht):

Nadere informatie

Voorwoord 5. Leeswijzer 13. Afkortingenlijst 17 ALGEMEEN DEEL 19

Voorwoord 5. Leeswijzer 13. Afkortingenlijst 17 ALGEMEEN DEEL 19 In houdsopgave Voorwoord 5 Leeswijzer 13 Afkortingenlijst 17 ALGEMEEN DEEL 19 1 Beoefening van het Caribische staatsrecht 21 1.1 Caribisch staatsrecht 21 1.2 Systematiek van het Caribische staatsrecht

Nadere informatie

vanstate /1/V2. Datum uitspraak: 27 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

vanstate /1/V2. Datum uitspraak: 27 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201104354/1/V2. Datum uitspraak: 27 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

Examen VMBO-GL en TL 2006

Examen VMBO-GL en TL 2006 Examen VMBO-GL en TL 2006 tijdvak 1 woensdag 31 mei 9.00 11.00 uur GESCHIEDENIS EN STAATSINRICHTING CSE GL EN TL Gebruik het bronnenboekje. Dit examen bestaat uit 37 vragen. Voor dit examen zijn maximaal

Nadere informatie

Adviseren. Rechtspreken. over wetgeving en bestuur. in bestuursrechtelijke geschillen

Adviseren. Rechtspreken. over wetgeving en bestuur. in bestuursrechtelijke geschillen Adviseren over wetgeving en bestuur Rechtspreken in bestuursrechtelijke geschillen Raad van State wetgevingsadviseur en bestuursrechter De Raad van State heeft twee taken. Deze taken worden binnen de

Nadere informatie

DE BRIEVENBRIGADE HET VERHAAL VAN DE EUROPESE UNIE

DE BRIEVENBRIGADE HET VERHAAL VAN DE EUROPESE UNIE DE BRIEVENBRIGADE HET VERHAAL VAN DE EUROPESE UNIE DE INSTELLINGEN: WIE DOET WAT? INTRO VOOR DE LEERKRACHT Op de volgende pagina s vindt u materiaal waarmee u de belangrijkste Europese instellingen op

Nadere informatie

Bezwaar en beroep Jeugdwet Betekenis voor gemeenten

Bezwaar en beroep Jeugdwet Betekenis voor gemeenten Bezwaar en beroep Jeugdwet Betekenis voor gemeenten versie 1.0 K2 Brabants Kenniscentrum Jeugd Jos Janssen, Mei 2014 1 Bezwaar en Beroep Jeugdwet Van recht op zorg naar jeugdhulpplicht In het wetsvoorstel

Nadere informatie

Antwoorden Maatschappijleer Hoofdstuk 2

Antwoorden Maatschappijleer Hoofdstuk 2 Antwoorden Maatschappijleer Hoofdstuk 2 Antwoorden door een scholier 587 woorden 14 januari 2004 3,8 76 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Delphi Maatschappijleer H2 1. a) Bron2 in bron 1 wordt

Nadere informatie

Inleiding. 1 Strafrecht

Inleiding. 1 Strafrecht Inleiding 1 Strafrecht Plaats van het strafrecht Het strafrecht is, net als bijvoorbeeld het staatsrecht en het bestuursrecht, onderdeel van het publiekrecht. Het publiekrecht regelt de betrekkingen tussen

Nadere informatie

Uitgebreide inhoudsopgave

Uitgebreide inhoudsopgave Uitgebreide inhoudsopgave Woord vooraf 5 Verkorte inhoudsopgave 7 Uitgebreide inhoudsopgave 9 Lijst van afkortingen 17 1 Plaatsbepaling rechtsbescherming 21 1.1 Inleiding 21 1.2 Bestuursrechtelijke geschillen

Nadere informatie

Maatschappijleer Parlementaire Democratie 10 VWO 2014-2015

Maatschappijleer Parlementaire Democratie 10 VWO 2014-2015 Maatschappijleer Parlementaire Democratie 10 VWO 2014-2015 Mensbeelden, ideologieën, politieke partijen Politieke partijen Welke politieke partijen zijn er eigenlijk in Nederland en wat willen ze? Om antwoord

Nadere informatie

5,9. Samenvatting door een scholier 1292 woorden 15 februari keer beoordeeld. Maatschappijleer

5,9. Samenvatting door een scholier 1292 woorden 15 februari keer beoordeeld. Maatschappijleer Samenvatting door een scholier 1292 woorden 15 februari 2005 5,9 76 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Samenvatting Hoofdstuk 2 Politieke Besluitvorming Democratie bestaat uit 2 basisprincipes: Vrijheid

Nadere informatie

A26a Overheidsprivaatrecht

A26a Overheidsprivaatrecht MONOGRAFIEËN BW A26a Overheidsprivaatrecht Algemeen deel Mr. G. Snijders Raadsheer in de Hoge Raad, Staatsraad in buitengewone dienst Tweede druk Kluwer a Wolters Kluwer business Deventer - 2011 INHOUD

Nadere informatie

Krachtenveld Europese Unie

Krachtenveld Europese Unie Krachtenveld Europese Unie Korte omschrijving De leerlingen plaatsen de begrippen op de juiste plek in de puzzel, waardoor ze een overzicht krijgen van de belangrijkste instellingen binnen de Europese

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de wet van 22 april 1855, houdende regeling der verantwoordelijkheid van de Hoofden der Ministeriële Departementen (Stb. 1855, 33) en aanpassing van daarmee verband houdende bepalingen in

Nadere informatie

4.5. Samenvatting door een scholier 1791 woorden 6 april keer beoordeeld. Geschiedenis

4.5. Samenvatting door een scholier 1791 woorden 6 april keer beoordeeld. Geschiedenis Samenvatting door een scholier 1791 woorden 6 april 2004 4.5 17 keer beoordeeld Vak Geschiedenis 4e eeuw voor Christus: Aristoteles -> heeft staatsinrichting gemaakt (Athene) drie hoofdvormen: - monarchie:

Nadere informatie

Handboek Politiek 2. Derde Kamer der Staten-Generaal

Handboek Politiek 2. Derde Kamer der Staten-Generaal Handboek Politiek 2 Derde Kamer der Staten-Generaal Plak hier je pasfoto Derde Kamerlid Dit Handboek Politiek is van: Naam Klas Leeftijd Fractie Fotografie & cartoons: - Hans Kouwenhoven - RVD: p. 17 -

Nadere informatie

2.3.3 Overeenkomst is in strijd met de wet, goede zeden of openbare orde 58

2.3.3 Overeenkomst is in strijd met de wet, goede zeden of openbare orde 58 Inleiding 12 1 Terreinverkenning 15 1.1 Is recht saai? 15 1.2 Waarom recht? 16 1.3 Waar vinden we het recht? 17 1.3.1 Wet 18 1.3.2 Verdrag 27 1.3.3 Jurisprudentie 27 1.3.4 Gewoonte 33 1.4 Enkele onderscheidingen

Nadere informatie

INHOUD. Verkort aangehaalde literatuur. Afkortingen EERSTE BOEK INLEIDING De aanvang van de westerse staatsleer 3

INHOUD. Verkort aangehaalde literatuur. Afkortingen EERSTE BOEK INLEIDING De aanvang van de westerse staatsleer 3 Verkort aangehaalde literatuur Afkortingen XV XIX EERSTE BOEK INLEIDING 1 Afdeling I Van staatsleer tot staatstheorie 3 1. De aanvang van de westerse staatsleer 3 2. De onafhankelijke en soevereine staat

Nadere informatie

Derde Kamer Handboek Politiek 2

Derde Kamer Handboek Politiek 2 Derde Kamer Handboek Politiek 2 Derde Kamer der Staten-Generaal Hallo Kamerlid, Jij bent lid van de Derde Kamer der Staten-Generaal. Als politicus moet je natuurlijk wel verstand hebben van politiek. Samen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 449 Voorstel van wet de leden Wilders en Bosma tot intrekking van de goedkeuringswet inzake de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie

Nadere informatie

ADVIES. Inleiding. Voorstel. Commentaar. inzake

ADVIES. Inleiding. Voorstel. Commentaar. inzake ADVIES inzake Voorstel van wet van het Tweede-Kamerlid Halsema, houdende verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot invoering van

Nadere informatie

Algemene Wet Bestuursrecht Wettekstenbundel voor het openbaar bestuur INKIJKEXEMPLAAR

Algemene Wet Bestuursrecht Wettekstenbundel voor het openbaar bestuur INKIJKEXEMPLAAR Algemene Wet Bestuursrecht 2017-2018 Wettekstenbundel voor het openbaar bestuur Deze wettenbundel is bijgewerkt tot en met 3 juli 2017 Meer informatie over deze en andere uitgaven kunt u verkrijgen bij:

Nadere informatie

Inhoud. Voorwoord XI. 3 Staatshoofd en ministers 46 3.1 De liefde van een crimineel 46 3.2 De Grondwet 47 3.3 Het Statuut 50

Inhoud. Voorwoord XI. 3 Staatshoofd en ministers 46 3.1 De liefde van een crimineel 46 3.2 De Grondwet 47 3.3 Het Statuut 50 Inhoud Voorwoord XI 1 Nederland vergeleken 1 1.1 Bestaat Nederland nog? 1 1.2 De Staat der Nederlanden 3 1.3 Nederland en de wereld 6 1.4 Vragen en perspectieven 8 1.5 Nederland vergeleken 12 Internetadressen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 871 Wijziging van de wet van 22 april 1855, houdende regeling der verantwoordelijkheid van de Hoofden der Ministeriële Departementen (Stb. 1855,

Nadere informatie

A. Het bestuur: het materiële bestuursrecht

A. Het bestuur: het materiële bestuursrecht A. Het bestuur: het materiële bestuursrecht Dit hoofdstuk gaat over het materiële bestuursrecht en de plek van het bestuur in dit recht. Inleiding Het bestuursrecht heeft bestuursactiviteiten van de overheid

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag. Datum 5 oktober 2018

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag. Datum 5 oktober 2018 > Retouradres Postbus 20001 2500 EA Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Binnenhof 19 2513 AA Den Haag Postbus 20001 2500 EA Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Puzzel Historische ontwikkelingen parlementair stelsel

Puzzel Historische ontwikkelingen parlementair stelsel Puzzel Historische ontwikkelingen parlementair stelsel Korte omschrijving Tijdens deze werkvorm spelen leerlingen kwartet, waarbij de kaarten over historische ontwikkelingen en veranderingen van ons parlementaire

Nadere informatie

Petra Vries Trainingen. Het Nieuwe Procederen bij de bestuursrechter. de wijzigingen in de Awb

Petra Vries Trainingen. Het Nieuwe Procederen bij de bestuursrechter. de wijzigingen in de Awb Het Nieuwe Procederen bij de bestuursrechter & de wijzigingen in de Awb Introductie Dit document is een bijlage bij de presentatie over Het Nieuwe Procederen bij de bestuursrechter. Hierin bespreek ik

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht betreffende het Ministerie van Defensie uit Den Haag. Datum: 20 november Rapportnummer: 2011/341

Rapport. Rapport over een klacht betreffende het Ministerie van Defensie uit Den Haag. Datum: 20 november Rapportnummer: 2011/341 Rapport Rapport over een klacht betreffende het Ministerie van Defensie uit Den Haag. Datum: 20 november 2011 Rapportnummer: 2011/341 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat: Het Ministerie van Defensie zijn

Nadere informatie

Krachtenveld Europese Unie

Krachtenveld Europese Unie Krachtenveld Europese Unie Korte omschrijving De leerlingen plaatsen de begrippen op de juiste plek in de puzzel, waardoor ze een overzicht krijgen van de belangrijkste instellingen binnen de Europese

Nadere informatie

Introductie in het recht

Introductie in het recht Introductie in het recht mr. A.J. Wierenga Introductie in het recht Hoofdstuk 1 Recht in het algemeen Programma Actualiteiten Rechtsbronnen Rechtsgebieden Indelingen 1 Wortels in de maatschappij Acties

Nadere informatie

Brief van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Brief van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal 32 550 Voorstel van wet van de leden Van Weyenberg en Keijzer tot wijziging van de Ambtenarenwet en enige andere wetten in verband met het in overeenstemming brengen van de rechtspositie van ambtenaren

Nadere informatie

Er zijn tal van landen waar burgers nauwelijks rechten hebben, of waar die rechten door machtshebbers worden genegeerd.

Er zijn tal van landen waar burgers nauwelijks rechten hebben, of waar die rechten door machtshebbers worden genegeerd. Samenvatting door een scholier 2631 woorden 4 november 2002 5,7 21 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Pw Staatsinrichting H1 Rechtsstaat: Kern v. Nederlandse staatsinrichting. Staatsinrichting: Manier waarop

Nadere informatie

Wie bestuurt de Europese Unie?

Wie bestuurt de Europese Unie? Wie bestuurt de Europese Unie? De Europese Unie (EU) is een organisatie waarin 28 landen in Europa samenwerken. Eén ervan is Nederland. Een aantal landen werkt al meer dan vijftig jaar samen. Andere landen

Nadere informatie

Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 teneinde te voorzien in aanpassing van de geldigheidsduur van de verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd

Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 teneinde te voorzien in aanpassing van de geldigheidsduur van de verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 teneinde te voorzien in aanpassing van de geldigheidsduur van de verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der

Nadere informatie

Ieder hoofdstuk wordt afgesloten met een aantal vragen om de kennis te toetsen. Het betreft steeds drie multiplechoicevragen en drie open vragen.

Ieder hoofdstuk wordt afgesloten met een aantal vragen om de kennis te toetsen. Het betreft steeds drie multiplechoicevragen en drie open vragen. 1 Inleiding In wetten worden veel zaken geregeld: studiefinanciering, de huur van een studentenkamer, de koop van studieboeken en kleding, maar ook verkeersregels en belastingheffing. Hiermee en met vele

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 19 637 Vreemdelingenbeleid Nr. 1389 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR IMMIGRATIE EN ASIEL Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den

Nadere informatie

2 keer beoordeeld 20 februari 2016

2 keer beoordeeld 20 februari 2016 5,4 Samenvatting door een scholier 1315 woorden 2 keer beoordeeld 20 februari 2016 Vak Maatschappijleer Methode Thema's maatschappijleer Maatschappijleer hoofdstuk 3 Parlementaire democratie Par. 1 wat

Nadere informatie