Il presente di avere ed essere, il nome (I) e gli articoli
|
|
- Christel Smets
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1
2 17 Capitolo 1 Il presente di avere ed essere, il nome (I) e gli articoli 1 De tegenwoordige tijd van hebben en zijn 1.1 De werkwoorden esserci en averci 2 Het zelfstandig naamwoord (I) 2.1 Het enkelvoud 2.2 Het meervoud 2.3 Enkele speciale meervoudgevallen 2.4 Onveranderlijk in het meervoud 3 De lidwoorden:samenvatting 1 De tegenwoordige tijd van hebben en zijn De werkwoorden hebben (avere) en zijn (essere) behoren tot de meest gebruikte werkwoorden in het Italiaans. Zij kunnen niet alleen zelfstandig als werkwoord in een zin gebruikt worden, maar ze zijn ook zeer belangrijk als hulpwerkwoorden in de samengestelde tijden van andere werkwoorden. In dit hoofdstuk behandelen we van avere en essere alleen de tegenwoordige tijd (il presente), die onregelmatig is. Enkelvoud (io) ho ik heb (tu) hai je hebt (lui) ha hij heeft (lei) ha zij heeft (Lei) ha u hebt, u heeft Meervoud (noi) abbiamo we hebben (voi) avete jullie hebben, u hebt, u heeft (loro) hanno ze hebben Enkelvoud (io) sono ik ben (tu) sei je bent (lui) è hij is (lei) è zij is (Lei) è u bent, (u is) Meervoud (noi) siamo we zijn (voi) siete jullie zijn, u bent (loro) sono ze zijn
3 18 CONOSCI IL TUO ITALIANO (i) Kanttekeningen De persoonlijke voornaamwoorden die als onderwerp dienen worden in het Italiaans normaliter niet gebruikt, aangezien de werkwoordsvorm op zich meestal reeds voldoende aanduiding is of het om de eerste (io), tweede (tu) of derde (lui/lei/lei) persoon enkelvoud gaat. Hetzelfde geldt voor de persoonlijke voornaamwoorden in het meervoud: ook deze (noi, voi en loro) worden meestal weggelaten. De persoonlijke voornaamwoorden worden alleen gebruikt als men deze wil benadrukken óf als weglating van het persoonlijk voornaamwoord tot misverstanden kan leiden. noi siamo anziani; voi siete giovani lei è olandese, ma lui è italiano wij zijn oud, jullie zijn jong zij is Nederlandse, maar hij is Italiaan (ii) De ontkennende zin wordt gevormd door vóór het werkwoord non in te lassen: quel ragazzo non è olandese, è italiano oggi non abbiamo la macchina die jongen is geen Nederlander, hij is Italiaan vandaag hebben we de auto niet (iii) De vragende zin kan eenvoudig verkregen worden door de intonatie omhoog te laten gaan, waarbij de volgorde van de bevestigende zin niet verandert, óf door het onderwerp naar het eind van de zin te verplaatsen: i bambini di Antonella sono buoni i bambini di Antonella sono buoni? sono buoni i bambini di Antonella? de kinderen van Antonella zijn braaf (bevestigende zin) zijn de kinderen van Antonella braaf? zijn de kinderen van Antonella braaf? (iv) In tegenstelling tot Nederlanders tutoyeren Italianen elkaar minder: het gebruik van de tweede persoon enkelvoud (tu) wordt normaliter beperkt tot het aanspreken van (jonge) kinderen, naaste familieleden onderling (ook wanneer kinderen hun ouders aanspreken) of goede vrienden onder elkaar. Bij volwassenen die men niet, of niet goed kent, wordt de voorkeur gegeven aan de beleefdheidsvorm: Lei als het om één persoon gaat, voi (of Voi) in het meervoud. (v) Essere di wordt gebruikt om aan te geven uit welke stad men oorspronkelijk afkomstig is, of om de eigenaar van iets aan te geven: Signora, di dov è? di dove sei? sono di Roma, ma abito a Milano il libro è di Maria? mevrouw, waar komt u vandaan? waar kom je vandaan? ik ben afkomstig uit Rome, maar woon in Milaan is het boek van Maria? (vi) In de hiernavolgende twee tabellen zijn enkele veel gebruikte uitdrukkingen met avere respectievelijk essere weergegeven. avere bisogno di avere caldo avere fame avere freddo avere (l )intenzione di avere sete avere voglia di nodig hebben het warm hebben honger hebben het koud hebben de bedoeling hebben om dorst hebben zin hebben om
4 CAPITOLO 1 19 essere a letto essere a metà essere a pezzi essere a tavola essere al sicuro essere al verde essere di troppo essere giù essere in dubbio essere in fiore essere in ritardo essere nei guai essere se stessi essere sopra qualcuno essere su in bed liggen halverwege zijn stuk zijn aan tafel zitten veilig zijn blut zijn overbodig zijn down zijn twijfelen, in twijfel verkeren in bloei staan te laat zijn in de problemen zitten zichzelf zijn boven iemand staan gaan over 1.1 De werkwoorden esserci en averci Naast het werkwoord essere komt ook het werkwoord esserci ( er zijn ) voor; dit wordt op dezelfde wijze vervoegd als essere, maar het gebruik ervan wordt beperkt tot de derde persoon enkelvoud en meervoud: c è ci sono er is er zijn la signora Bianchi non c è? ci sono molti studenti a Bologna is mevrouw Bianchi er niet? er zijn veel studenten in Bologna! In het Italiaans is het gebruik van c è en ci sono ook verplicht als de zin met een plaats- of tijdsbepaling begint (in het Nederlands wordt er in dat geval vaak weggelaten): qui vicino non c è nessun ristorante in classe ci sono molti studenti oggi ci sono pochi turisti in città hier in de buurt is geen restaurant in de klas zijn veel studenten vandaag zijn (er) weinig toeristen in de stad Het werkwoord averci ( bij zich hebben ) wordt ook gebruikt: ce l hai la penna? sì, ce l ho ce li avete i passaporti? sì, ce li abbiamo heb je de pen bij je? ja, ik heb hem bij me hebben jullie de paspoorten bij je? ja, we hebben ze bij ons In het antwoord is het gebruik van averci in deze situaties verplicht; in de vraag kan ook avere gebruikt worden. 2 Het zelfstandig naamwoord (I) Het Italiaanse zelfstandige naamwoord (il nome) kan ofwel mannelijk (maschile) ofwel vrouwelijk (femminile) zijn; onzijdige zelfstandige naamwoorden kent het Italiaans niet.
5 20 CONOSCI IL TUO ITALIANO 2.1 Het enkelvoud De meest karakteristieke uitgang van mannelijke Italiaanse woorden in het enkelvoud (il singolare) is -o, terwijl die van vrouwelijke woorden in het enkelvoud -a is: Mannelijk Vrouwelijk il fratello de broer la sorella de zus il vaso de vaas la terra de aarde il muro de muur la pianta de plant il quaderno het schrift la frutta het fruit l albergo het hotel l anatra de eend lo zio de oom la zia de tante lo specchio de spiegel la bicicletta de fiets Daarnaast kunnen zowel mannelijke als vrouwelijke woorden eindigen op -e. Mannelijk Vrouwelijk il padre de vader la madre de moeder il ponte de brug la notte de nacht il dente de tand la fame de honger il rumore het rumoer la stazione het station lo studente de student la fine het einde l atlante de atlas l arte de kunst (i) Kanttekeningen Niet alle mannelijke woorden eindigen op -o of -e. Er zijn ook nog, tamelijk grote, groepen mannelijke woorden die eindigen op de uitgangen -ta, -ma, -ca, -ga, -ista en -cida óf die op een medeklinker eindigen. Het betreft hier meestal woorden die oorspronkelijk afkomstig zijn uit andere talen: il poeta de dichter l analista de analist il pianeta de planeet il flautista de fluitist l astronauta de astronaut il protagonista de hoofdrolspeler il tema het thema l omicida de moordenaar lo schema het schema il suicida de zelfmoordenaar l enigma het enigma il duca de hertog il film de film il monarca de monarch il tunnel de tunnel il collega de collega il tram de tram lo stratega de strateeg lo sport de sport (ii) Vrouwelijke woorden die eindigen op -o komen vrij zelden voor; enkele veel voorkomende uitzonderingen zijn: la mano de hand la foto de foto la biro de balpen la moto de motor la radio de radio l auto de auto la dinamo de dynamo
6
7 22 CONOSCI IL TUO ITALIANO Het lidwoord in het enkelvoud Evenals het Nederlands kent het Italiaans zowel het bepaald of bepalend lidwoord (l articolo determinativo) als het onbepaald lidwoord (l articolo indeterminativo). Zoals uit de voorbeelden in paragraaf 2.1 afgeleid kan worden, kennen mannelijke woorden in het enkelvoud twee bepalende lidwoorden: il en lo. Voor een woord dat met een klinker (vocale) begint, verandert lo in l. Het bepalend lidwoord lo dient men te gebruiken als het mannelijke zelfstandig naamwoord waar het lidwoord direct voor staat, begint met een z (bijvoorbeeld lo zio), met een s impura (een s die gevolgd wordt door een tweede medeklinker, bijvoorbeeld lo specchio of lo studente), of met een klinker (lo albero l albero). In vrijwel alle andere gevallen wordt voor mannelijke woorden die met een medeklinker (consonante) beginnen het lidwoord il gebruikt (il padre, il vaso enzovoort). Het bepalend lidwoord voor vrouwelijke woorden in het enkelvoud is altijd la, dat alleen wordt veranderd in l als het zelfstandig naamwoord begint met een klinker (bijvoorbeeld l anatra, l arte). Het onbepaald lidwoord voor mannelijke woorden in het enkelvoud is altijd un, tenzij het woord begint met een s impura of z. In dat geval verandert un in uno. Voor vrouwelijke woorden is het una of, als het woord begint met een klinker, un : un fratello een broer una sorella een zus un amico een vriend un amica een vriendin un dente een tand una notte een nacht uno zio een oom una zia een tante uno sbaglio een vergissing un insegnante een docente Let op het verschil tussen bijvoorbeeld un insegnante en un insegnante! 2.2 Het meervoud De algemene regel is dat mannelijke zelfstandige naamwoorden, of ze nu in het enkelvoud op -o, -e, of -a eindigen, in het meervoud (il plurale) de uitgang -i krijgen. Alle vrouwelijke zelfstandige naamwoorden die in het enkelvoud op -a eindigen, krijgen in het meervoud de uitgang -e; vrouwelijke zelfstandige naamwoorden die in het enkelvoud op -e eindigen, krijgen in het meervoud de uitgang -i: Mannelijk Vrouwelijk Enkelvoud Meervoud Enkelvoud Meervoud il libro ilibri la casa le case il padre ipadri la madre le madri il poeta ipoeti l anatra le anatre lo zio gli zii l arte le arti l albero gli alberi Het lidwoord in het meervoud Zoals uit voorgaande voorbeelden blijkt, verandert het mannelijke bepaalde lidwoord il in het meervoud in i; het mannelijke bepaalde lidwoord lo of l wordt in het meervoud gli,en het vrouwelijke bepaalde lidwoord la of l wordt in het meervoud le.
8 CAPITOLO Enkele speciale meervoudgevallen (i) Vrouwelijke woorden die in het enkelvoud eindigen op -ca of -ga hebben in het meervoud de uitgang -che respectievelijk -ghe om de keelklank te behouden: la mosca de vlieg le mosche de vliegen l ipoteca de hypotheek le ipoteche de hypotheken la paga het loon le paghe de lonen la belga de Belgische le belghe de Belgischen (ii) Mannelijke woorden die in het enkelvoud eindigen op -ca of -ga krijgen in het meervoud de uitgang -chi respectievelijk -ghi, ook om de keelklank te behouden: il patriarca de patriarch i patriarchi de patriarchen il collega de collega (m) i colleghi de collega s lo stratega de strateeg gli strateghi de strategen l arciduca de aartshertog gli arciduchi de aartshertogen! il belga de Belg i belgi de Belgen (iii) Mannelijke woorden die in het enkelvoud op -co of -go eindigen, krijgen in het meervoud de uitgangen -chi of -ghi (behouden dus de keelklank) als de klemtoon op de voorlaatste lettergreep valt, bijvoorbeeld il tacco de hak i tacchi de hakken il cuoco de kok i cuochi de koks il turco de Turk i turchi de Turken l albergo hotel gli alberghi de hotels! Er zijn echter wel uitzonderingen op deze regel, belangrijke voorbeelden zijn: l amico de vriend gli amici de vrienden il nemico de vijand i nemici de vijanden il greco de Griek i greci de Grieken Mannelijke woorden op -co en -go waar de klemtoon op de twee na laatste lettergreep valt, hebben in het meervoud meestal de uitgang -ci en -gi, bijvoorbeeld il biochimico de biochemicus i biochimici de biochemici il medico de arts i medici de artsen il sindaco de burgemeester i sindaci de burgemeesters l austriaco de Oostenrijker gli austriaci de Oostenrijkers l astrologo de astroloog gli astrologi de astrologen il biologo de bioloog i biologi de biologen! Op deze regel zijn helaas vele uitzonderingen, die men door praktijkgebruik moet leren. Enkele bekende voorbeelden:
9 24 CONOSCI IL TUO ITALIANO il dialogo de dialoog i dialoghi de dialogen il catalogo de catalogus i cataloghi de catalogen il profugo de vluchteling i profughi de vluchtelingen il prologo de proloog i prologhi de prologen l incarico de taak, opdracht gli incarichi de taken, opdrachten (iv) Mannelijke woorden die in het enkelvoud op -io eindigen, verliezen in het meervoud de i als deze niet beklemtoond is: il foglio het blad i fogli de bladen il figlio de zoon i figli de zoons il picchio de tik, de specht i picchi de tikken, de spechten l esercizio de oefening gli esercizi de oefeningen lo studio de studeerkamer gli studi de studeerkamers Als daarentegen de i van -io beklemtoond is, blijft deze in het meervoud behouden: lo zio de oom gli zii de ooms il leggio de lessenaar i leggii de lessenaars (v) Vrouwelijke zelfstandige naamwoorden die in het enkelvoud op -cia of -gia eindigen en waarvan de klemtoon niet op de i in de uitgang valt, verliezen in het meervoud deze i als de uitgang -cia of -gia voorafgegaan wordt door een medeklinker: la faccia het gezicht le facce de gezichten l arancia de sinaasappel le arance de sinaasappels la doccia de douche le docce de douches Als de uitgangen -cia of -gia echter voorafgegaan worden door een klinker, dan blijft de i behouden in het meervoud: la valigia de koffer le valigie de koffers la ciliegia de kers le ciliegie de kersen la camicia de bloes le camicie de bloezen Indien de uitgang -cia of -gia is en de i in de uitgang beklemtoond is, blijft de i natuurlijk ook behouden: la farmacia de apotheek le farmacie de apotheken l allergia de allergie le allergie de allergieën la bugia de leugen le bugie de leugens 2.4 Onveranderlijk in het meervoud Enkele categorieën zelfstandige naamwoorden hebben in het enkelvoud en meervoud dezelfde vorm: (i) Mannelijke zelfstandige naamwoorden (en een enkel vrouwelijk) die op een medeklinker eindigen en die in het algemeen afkomstig zijn uit vreemde talen, bijvoorbeeld:
10 CAPITOLO 1 25 il film de film i film de films lo sport de sport gli sport de sporten il gas het gas i gas de gassen il tram de tram i tram de trams l de le de s (ii) Zelfstandige naamwoorden die op een beklemtoonde klinker eindigen, bijvoorbeeld: la città de stad le città de steden l università de universiteit le università de universiteiten la virtù de deugd le virtù de deugden i caffè de koffie i caffè de koffie(s) (iii) Zelfstandige woorden die in feite verkortingen zijn van langere woorden, zoals l auto (een verkorte vorm van l automobile) veranderen in het meervoud ook niet (le auto: de auto s). Hetzelfde geldt bijvoorbeeld voor de reeds eerder genoemde zelfstandige naamwoorden: la moto, la foto, la biro, la radio, la dinamo (zie 2.1 sub (ii)), en voor il cinema (de bioscoop). (iv) De zelfstandige naamwoorden die op -ie eindigen (en die allemaal vrouwelijk zijn) veranderen in het meervoud ook niet: la serie de serie le serie de series la specie het soort le specie de soorten Uitzonderingen op deze regel vormen: la moglie (de echtgenote) en la superficie (het oppervlak). Het meervoud van deze twee woorden is respectievelijk le mogli en le superfici. (v) De zelfstandige naamwoorden die op -i eindigen, bijvoorbeeld: la crisi de crisis le crisi de crises l analisi de analyse le analisi de analyses la diagnosi de diagnose le diagnosi de diagnoses l ipotesi de hypothese le ipotesi de hypotheses la prognosi de prognose le prognosi de prognoses (vi) De eenlettergrepige woorden, bijvoorbeeld: il re de koning i re de koningen lo sci de ski gli sci de ski s la gru de kraanvogel le gru de kraanvogels (de hijskranen)
11 26 CONOSCI IL TUO ITALIANO 3 De lidwoorden: samenvatting De hiernavolgende tabel geeft een samenvatting van de tot dusver behandelde Italiaanse bepaalde en onbepaalde lidwoorden. Het bepalend lidwoord Enkelvoud Meervoud Voor een zelfstandig naamwoord dat begint met: Mannelijk il i een medeklinker (behalve s impura of z) lo gli een s impura of z l gli een klinker Vrouwelijk la le een medeklinker l le een klinker Het onbepaald lidwoord Enkelvoud Meervoud Voor een zelfstandig naamwoord dat begint met: Mannelijk un een medeklinker (behalve s impura of z) een klinker uno een s impura of z Vrouwelijk una een medeklinker un een klinker (i) Kanttekening Ook de veel zeldzamere categorieën van mannelijke zelfstandige naamwoorden die beginnen met een x, pn, ps, gn en i/y, krijgen net als woorden die met een s impura of z beginnen het bepalend lidwoord lo en het onbepaald lidwoord uno, bijvoorbeeld lo xilofono (de xylofoon), lo pneumatico (de luchtband), lo psichiatra, lo gnomo (de dwerg), lo yogurt. Ook voor aan het Frans ontleende mannelijke woorden die met ch beginnen en die in het Italiaans als sj worden uitgesproken, krijgen het lidwoord lo. Voorbeelden: lo chef, lo champagne, lo chalet. Maak nu in het oefenboek de oefeningen die betrekking hebben op dit hoofdstuk.
12 VARIA 27 L alfabeto telefonico in italiano In het Italiaans gebruikt men het volgende alfabet om namen te spellen: A Ancona H Hotel O Otranto V Venezia Verona Vicenza Varesa B Bari I Imola P Palermo W Walther Bologna Parma Bergamo Piacenza Bolzano Perugia Pisa C Como J Juventus Q Quadro X Xilofono Cagliari Catanzaro D Domodossola K Karate R Roma Y Yogurt E Empoli L Livorno S Sassari Z Zara F Firenze M Milano T Torino Mantova Messina G Genova N Napoli U Udine Voorbeeld: de Nederlandse naam Jansen spelt men als volgt: J di Juventus, poi: A di Ancona, N di Napoli, S di Sassari, E di Empoli, N di Napoli of: Juventus, Ancona, Napoli, Sassari, Empoli, Napoli
13
5 Le città italiane. Vul de namen van de steden op de kaart op de juiste plaats in.*
Land en volk 5 Le città italiane Vul de namen van de steden op de kaart op de juiste plaats in.* Milano Venezia Torino Roma Napoli Bari Genova Catania Trieste Firenze 1. 2. 3. 4 8 5 9 10 6 4. 5. 6. 7.
Nadere informatiezelfstandige naamwoorden
Geslacht 1 Bij vijf van de volgende woorden kunt u het geslacht noch aan het lidwoord noch aan de uitgang herkennen. Kruis deze vijf woorden aan. A la macchina B il divano C l estate D l uva E la notte
Nadere informatieVolare. In deze les leert u
Volare In deze les leert u taalgebruik rond reizen met het vliegtuig: Biglietto, per favore. enkelvoud en meervoud van zelfstandige naamwoorden: biglietto biglietti, uscita uscite tellen tot tien: zero,
Nadere informatieLes 4: Les conversatie + grammatica Nederlands Conversatie Les 2 A-klas
Les 4: Les conversatie + grammatica Nederlands Conversatie Les 2 A-klas Leraar: Dag Jef. Jef: Dag mevrouw. Hoe gaat het met u? Leraar: Goed, dank je. En met jou? Jef: Ook goed. ----------- Mark: Hallo
Nadere informatieSPAANS LES 2 Español
pagina:1 2-1 Inleiding U leert weer veel in deze les. U leert hoe u woorden in het meervoud kunt zetten, u leert weer heel wat over werkwoorden en u leert de telwoorden van 1 t/m 10. Veel succes! 2-2 Zinnetjes
Nadere informatieInhoud. 1 Spelling en uitspraak. 2 Grammatica
Inhoud 1 Spelling en uitspraak 1 spelling 11 Algemene regels 11 Klinkers en medeklinkers 11 Accenttekens 12 Hoofdletters 13 Los of aan elkaar? 13 Afbreken 14 2 uitspraak 14 De letters van het alfabet 15
Nadere informatieWoordsoorten. Nederlands. Aanwijzend voornaamwoord. Onderschikkend voegwoord. Persoonlijk voornaamwoord. Betrekkelijk voornaamwoord
Woordsoorten Nederlands Aanwijzend voornaamwoord Betrekkelijk voornaamwoord Bezittelijk voornaamwoord Bijvoeglijk gebruikt werkwoord Bijvoeglijk naamwoord Bijwoord Bijzin Hoofdzin Hulpwerkwoord Koppelwerkwoord
Nadere informatieDeel I De spelling van werkwoordsvormen Les 1 De persoonsvorm
Deel I De spelling van werkwoordsvormen Les 1 De persoonsvorm Inleiding Veel mensen hebben moeite met de spelling van Nederlandse werkwoordsvormen. Vaak komt dat doordat ze de grammaticale basisregels
Nadere informatie* Mijn vader vindt dat je aan make-up niet te veel geld aan moet uitgeven.
1.8 Nederlands formuleren Als je zuiver Nederlands schrijft, moet je net als een verzorgde spelling een verzorgde zinsbouw gebruiken. Veel voorkomende fouten moet je daarbij vermijden. Deze fouten vind
Nadere informatieWerkwoorden. Hebben en zijn. De twee belangrijkste werkwoorden in het Nederlands zijn hebben en zijn. Ik ben Thomas. Ik heb een fiets.
Werkwoorden Hebben en zijn De twee belangrijkste werkwoorden in het Nederlands zijn hebben en zijn. Ik ben Thomas. Ik heb een fiets. persoon onderwerp hebben zijn 1 enk. ik heb ben 2 enk. jij/u hebt bent
Nadere informatieSYLLABUS ITALIAANS. Figuur 1: Venezia: Acqua alta
SYLLABUS ITALIAANS Figuur 1: Venezia: Acqua alta SYLLABUS ITALIAANS GRAMMATICAAL OVERZICHT SEPTEMBER 2006 ANDREA VAN LEEUWEN Voorwoord Deze syllabus geeft een overzicht van de belangrijkste regels van
Nadere informatieInhoud. 1 Spelling 10
Inhoud 1 Spelling 10 1 geschiedenis van de friese spelling (stavering) in het kort 10 2 spellingregels 12 Hulpmiddelen 12 Klinkers en medeklinkers 12 Lettergrepen 13 Stemhebbend en stemloos 13 Basisregels
Nadere informatieThema 10. We ruilen van plek
Thema 10 We ruilen van plek Les 10.1 1. zakenreis 2. industrieën 3. raketten 4. percentage 5. demonstratie Les 1 gouden, ziekenhuis In het ankerverhaal staat dat de moeder van Gaby Pak kersen geeft in
Nadere informatieOverzicht toetsen en oefeningen Grammatica I. Grammatica I
Overzicht toetsen en oefeningen Grammatica I Grammatica I Rubriek Oefening Type Opgaven Uitleg Alle onderwerpen Totaaltoets Grammatica I (*) 42 1 Klanken/letters Deeltoets 1 (*) Naamwoorden Deeltoets 2
Nadere informatieBEGINNERSCURSUS DAG 2
1 BEGINNERSCURSUS DAG 2 A. FORCING Tekst: Hans en Hilde B. GRAMMATICA Vorming O.T.T. Substantief: de/ het Vraagwoorden Vraagzin (inversie) C. CONVERSATIE Elkaar vragen stellen (cfr. Voorstelling) Een gewone
Nadere informatieSamenvatting Frans Stencil Franse tijden
Samenvatting Frans Stencil Franse tijden Samenvatting door een scholier 2255 woorden 17 juli 2006 5,6 431 keer beoordeeld Vak Frans Présent ( Tegenwoordige tijd ). De présent is de tegenwoordige tijd.
Nadere informatieDe Edukese Taal Edukeser Språkerne. Door Lars
De Edukese Taal Edukeser Språkerne Door Lars Fonologie Letter IPA Letter IPA A ɐ P B b Q C ʃ / k * R D S ʂ / s ** E F G H I J K L M N O T U V W X Y Z Å Æ Þ Ð Ø *= De c wordt in het Edukees soms als ʃ en
Nadere informatieDEN BUIZERD BLOKHUTTEN & TUINHUIZEN
DEN BUIZERD BLOKHUTTEN & TUINHUIZEN geïmpregneerd hout DECOSTYLE met alufix-profiel verbindingen GREENSTYLE traditioneel systeem met hoekprofielen Lange levensduur, weinig onderhoud PRODUCTEIGENSCHAPPEN
Nadere informatie2 Правописание Spelling 11 Hoofdletters en kleine letters 11 Klinkers na de sisklanken ж, ч, ш, щ / г, к, х / ц 12 Interpunctie 12
Inhoudsopgave 1 Русский алфавит Het Russische alfabet 10 2 Правописание Spelling 11 Hoofdletters en kleine letters 11 Klinkers na de sisklanken ж, ч, ш, щ / г, к, х / ц 12 Interpunctie 12 3 Фонетика Fonetiek
Nadere informatieLes 3. Familie, vrienden en buurtgenoten
www.edusom.nl Opstartlessen Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten Wat leert u in deze les? Een gesprek voeren over familie, vrienden en buurtgenoten. Antwoord geven op vragen. Veel succes! Deze les
Nadere informatieInhoud. Over de auteurs... xi. Inleiding... 1
Inhoud Over de auteurs............................................. xi Inleiding.................................................... 1 Hoofdstuk 1: Beginnen met Italiaans........................... 5 Het
Nadere informatieSCHADELOOSSTELLING VAN SLACHTOFFERS VAN MISDRIJVEN ITALIË
1 SCHADELOOSSTELLING VAN SLACHTOFFERS VAN MISDRIJVEN ITALIË 1. Nationale wetgeving... 2 1.1. Omzetting [artikel 18]... 2 1.2. Nationale schadeloosstellingsregelingen [artikel 12, lid 2]... 2 2. Bevoegde
Nadere informatie1 Spelling en uitspraak
Inhoud 1 Spelling en uitspraak 1 de spellingregels 11 Klinkers en medeklinkers 12 Accenttekens 11 Apostrof ( ) en koppelteken (-) 12 Hoofdletters 13 Los of aan elkaar? 13 Afbreken 14 2 uitspraak 14 Medeklinkers
Nadere informatieHoe spel ik een werkwoord?
Ik wandel, wandel jij Hij wandelt, jij wandelt Wij wandelen Wandel noemen we de ik-vorm. Daar komt soms wat bij: bjvoorbeeld een t (hij, zij, het, men, jij wandelt) of en (wij, zij, jullie wandelen) Ik
Nadere informatieTurkije-Turks Leer- en werkboek
Turkije-Turks Leer- en werkboek Deel I Tonyukuk Ersoy Petra van Dongen ITS Serie van Turkse Studies Auteurs: Tonyukuk Ersoy en Petra van Dongen Copyright foto s: Petra van Dongen Foto voorblad: Tegelpaneel
Nadere informatieBasisgrammatica Italiaans
Prisma Taalbeheersing Basisgrammatica Italiaans Begrijpelijk voor iedereen drs. Rosanna Colicchia Uitgeverij Unieboek Het Spectrum bv, Houten - Antwerpen Auteur: drs. Rosanna Colicchia Lay-out: Caroline
Nadere informatieHet belang en het gemak van het Spaanse werkwoord
Het belang en het gemak van het Spaanse werkwoord Door: Victor Sánchez Vaak starten Nederlanders heel enthousiast aan een cursus Spaans. Mijn ervaring heeft geleerd dat men vroeg of laat tegen de grammatica
Nadere informatieDe laat gearriveerde koerier drinkt achter een bruin bureau koude koffie. Deze jonge verpleegster huppelt meestal vrolijk door de lange gangen.
Zinsdelen Nederlands Bijvoeglijke bepaling Bijwoordelijke bepaling Lijdend voorwerp Meewerkend voorwerp Naamwoordelijk gezegde Onderwerp Persoonsvorm Voorzetselvoorwerp Werkwoordelijk gezegde Bijvoeglijke
Nadere informatieReizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Om hulp vragen. Vragen of iemand Engels spreekt
- Belangrijkste benodigdheden Può aiutarmi? Om hulp vragen Parla inglese? Vragen of iemand Engels spreekt Parla _[lingua]_? Vragen of iemand een bepaalde taal spreekt Non parlo _[lingua]_. Duidelijk maken
Nadere informatieWat is een zelfstandig naamwoord?
Wat is een zelfstandig naamwoord? 1. Inleiding Zelfstandig naamwoorden zijn woorden die 'een zelfstandigheid' aanduiden: een persoon of dier: vrouw, oom, hond een eigennaam: Sara, Apple een ding: fiets,
Nadere informatieIN DRIE STAPPEN NAAR EEN FOUTLOZE WERKWOORDSPELLING. werkwoordspelling.com M.Kiewit
IN DRIE STAPPEN NAAR EEN FOUTLOZE WERKWOORDSPELLING werkwoordspelling.com M.Kiewit Schematisch overzicht Stap 1: De persoonsvorm De persoonsvorm is het werkwoord dat op de eerste plaats komt te staan als
Nadere informatietalen leren met prisma
talen leren met prisma een Vreemde taal leren Vergroot je wereld Op vakantie wil ik ten minste de menukaart kunnen lezen en de weg kunnen vragen. Ik handel meer en meer met partners in Duitsland en wil
Nadere informatieReizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Om hulp vragen. Vragen of iemand Engels spreekt
- Belangrijkste benodigdheden Può aiutarmi? Om hulp vragen Parla inglese? Vragen of iemand Engels spreekt Parla _[lingua]_? Vragen of iemand een bepaalde taal spreekt Non parlo _[lingua]_. Duidelijk maken
Nadere informatieReizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Om hulp vragen. Vragen of iemand Engels spreekt
- Belangrijkste benodigdheden Kunt u me alstublieft helpen? Om hulp vragen Spreekt u Engels? Vragen of iemand Engels spreekt Spreekt u _[taal]_? Vragen of iemand een bepaalde taal spreekt Ik spreek geen
Nadere informatieZinsontleden en woordbenoemen groep 7/8
Zinsontleden en woordbenoemen groep 7/8 Naam: 1 Inhoudsopgave: 3 - Onderwerp 4 - Persoonsvorm 5 - Gezegde 6 - Lijdend voorwerp 7 - Meewerkend voorwerp 8 - Werkwoorden 8 - Zelfstandig naamwoorden 9 - Bijvoeglijk
Nadere informatie2c nr. 1 zinnen met want en omdat
OPDRACHTKAART www.nt2taalmenu.nl nt2taalmenu is een website voor mensen die Nederlands willen leren én voor docenten NT2. Iedereen die Nederlands wil leren, kan gratis online oefenen. U kunt ook veel oefeningen
Nadere informatieITALIË. 1. Inleiding. Italië 1
ITALIË. Inleiding.. Voor circa, miljoen inwoners telt de republiek Italië universiteiten ( openbare en 9 privéinstellingen). Tot dit aantal behoren eveneens de polytechnische hogescholen. Aan openbare
Nadere informatieLES 3 Ik leer Nederlands. TESTEN TEST 1
12/11/14 1 LES 3 Ik leer Nederlands. TESTEN TEST 1 1. (lezen) Ik.... een lange tekst. 2 Hij.... een moeilijk boek. 3. Zij.... een gemakkelijk tekstje. 4..... jullie veel? Ja, wij.... graag kinderboeken.
Nadere informatieGoedendag! Ik, ik ben. Ben jij? En jij? Jij bent! nee. één. twee. drie. vier. vijf. zes. zeven. acht. negen. tien. Gaat het? Het gaat goed.
Vocabulaire En Action 5 : Nederlans naar Frans Unité 1 Goedendag! Ik ben Ik, ik ben ja Ben jij? En jij? Jij bent! nee één twee drie vier vijf zes zeven acht negen tien Unité 2 Gaat het? Het gaat goed.
Nadere informatieSPAANS LES 1 Español
pagina:1 1.1 Inleiding Deze cursus is bestemd voor hen die willen kennismaken met de Spaanse taal in woord en geschrift. Voor het volgen van deze cursus is geen speciale vooropleiding noodzakelijk. Wel
Nadere informatieDe autostrada is de super highway door Italië. Vrijwel alle autosnelwegen zijn tolwegen.
Tol Italië Algemeen De autostrada is de super highway door Italië. Vrijwel alle autosnelwegen zijn tolwegen. Tariefklassen Klasse 1 Motoren en personenauto's (waarvan de hoogte gemeten vanaf de onderkant
Nadere informatieU leert in deze les "toestemming vragen". Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen.
TOESTEMMING VRAGEN les 1 spreken inleiding en doel U leert in deze les "toestemming vragen". Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen. Bij toestemming vragen is het belangrijk dat je het op een
Nadere informatieBienvenidos - Cuaderno de ejercicios
unidad 1 En el aeropuerto Zoek bij elke vraag het bijpassende antwoord. Luister naar de cd van het tekstboek, Oefening 1 van Unidad 1, en let op de uitspraak van de /k/-klank in de woorden equipaje en
Nadere informatieOntleden. Er zijn twee manieren van ontleden: taalkundig ontleden en redekundig ontleden.
Ontleden Er zijn twee manieren van ontleden: taalkundig ontleden en redekundig ontleden. Bij het redekundig ontleden verdeel je de zin in zinsdelen en geef je elk zinsdeel een redekundige naam. Deze zinsdelen
Nadere informatieThema 4. Straatmuzikanten
Thema 4 Straatmuzikanten Les 4.1 tinnen ideeën pakketten resultaat passage Les 1 de, jarig Een man met korte, grijze haren, een snor en een aktetas stootte met zijn voet tegen het geldbakje. Waar hoor
Nadere informatieSECTION 7. LES PRONOMS PERSONNELS de persoonlijke voornaamwoorden
SECTION 7. LES PRONOMS PERSONNELS de persoonlijke voornaamwoorden INTRODUCTION Alle persoonlijke voornaamwoorden vormen tezamen een groot en essentieel deel van de Franse taal en dan met name op het gebied
Nadere informatieCVO Tweedekansonderwijs Antwerpen NIVEAUBEPALING NEDERLANDS ASO 3
CVO Tweedekansonderwijs Antwerpen NIVEAUBEPALING NEDERLANDS ASO 3 Voor Nederlands zijn er 3 modules van elk 4 uur per week. De uren worden aansluitend gegeven, het gaat dus om een volledige namiddag. De
Nadere informatieWat is een zelfstandig naamwoord?
Wat is een zelfstandig naamwoord? 1. Inleiding Een zelfstandig naamwoord geeft aan: een persoon of dier: vrouw, oom, hond een eigennaam: Sara, Apple een ding: fiets, berg een gebeurtenis: feest, botsing
Nadere informatieTaalbeschouwelijke termen bao so 2010
1 Bijlage: Vergelijking taalbeschouwelijke termen leerplannen basisonderwijs en secundair onderwijs In deze lijst vindt u in de linkerkolom een overzicht van de taalbeschouwelijke termen uit het leerplan
Nadere informatieSPAANS HERHALINGLES 1 Español
pagina:1 H1-1 Inleiding De eerste herhalingsles. Lees de lessen 1 t/m 5 nog eens rustig door. Niet allemaal achter elkaar! Maak daarna deze herhalingsles. Veel succes! H1-2 Vertaal: Yo soy el pan = Yo
Nadere informatieIs het zelfstandig naamwoord vrouwelijk enkelvoud, dan krijgt het bijvoeglijk naamwoord het suffix h '. Voorbeeld: vp,n<å hr"m'
LES 8 BIJVOEGLIJKE NAAMWOORDEN Kelley lesson VIII: 20 Adjectives: Gender and Number, p. 43 21 Adjectives: Attributive Usage, p. 45 22 Adjectives: Predicative Usage, p. 46 Een bijvoeglijk naamwoord dient
Nadere informatie1 Werkwoord. (wonen, werken, lopen,...) 8 Grammatica is niet moeilijk. wonen, werken, lopen,... noemen we werkwoorden.
1 Werkwoord (wonen, werken, lopen,...) wonen, werken, lopen,... noemen we werkwoorden. 8 Grammatica is niet moeilijk 1.1 woon, woont, wonen Ik woon nu in Nederland. Jij woont nu in Nederland. U woont nu
Nadere informatieInhoudsopgave. Luisterteksten en instructies bij de oefen-cd 201. Grammaticaoverzicht 233. Correctiesymbolen schrijfvaardigheid 269.
Inhoudsopgave Thema 1 Wie is dat? 7 Thema 2 Hoe spel je dat? 33 Thema 3 Hoeveel? 47 Thema 4 Hoe laat is het? 55 Thema 5 Wanneer ben jij jarig? 67 Thema 6 Wanneer zijn de winkels open? 75 Thema 7 Kun je
Nadere informatieReizen Uit Eten. Uit Eten - Bij de ingang. Uit Eten - Eten bestellen
- Bij de ingang Vorrei prenotare un tavolo per _[numero di persone]_ per le _[ora]_. Een reservering doen Un tavolo per _[numero di persone]_. Om een tafel vragen Accettate carte di credito? Vragen of
Nadere informatieLeergrammatica Arabisch 41. Les 5a. Ook adjectieven worden op deze wijze vrouwelijk gemaakt. groot (mannelijk) doappleó
Ò Ò Leergrammatica Arabisch 41 Les 5a 8. De vorming van de vrouwelijke vorm a Alle woorden die eindigen op een ta marbu a zijn vrouwelijk. De woorden W d en du zijn dus vrouwelijk. Men kan ook andere zelfstandige
Nadere informatieINHOUD INHOUD INLEIDING 7. LES 8 A) Un intervista 77 B) L intervista continua (I) 80 C) L intervista continua (II) 83
INHOUD INLEIDING 7 VERKLARING AFKORTINGEN EN KLEMTOONAANDUIDING 8 LES 1 A) Alla fermata del tram / Bij de tramhalte 9 B) In treno / In de trein 12 C) Al bar dell università (I) / In de kantine van de universiteit
Nadere informatieHandboek NT2 in het volwassenenonderwijs
Handboek NT2 in het volwassenenonderwijs Lesmateriaal hoofdstuk 4 Spreken Oefeningen uit Voorbereiding op Werk De volgende tien oefeningen zijn afkomstig van de website behorende bij: Verboog, M. & Adèr,
Nadere informatieProgramma Nederlands Praten
Nederlands Praten 1 / Basisvaardigheden, hoofdstuk 3 Oefeningen werkwoorden hebben en zijn Oefening 1: Wat is het juiste werkwoord? (zijn) Jij ben/bent een leerling (zijn) Hij is/bent een man (zijn) Zij
Nadere informatieCollege Taalvaardigheid I
College Taalvaardigheid I Extra oefenmateriaal livello 1, Nummer 4 1. Er waren niet veel mensen meer. 2. Ze zullen zeker komen. 3. We hebben niets gezegd. 4. Ik zal je niet gauw vergeten. 5. Het is fijn
Nadere informatieLuisteren: muziek (B1 nr. 4)
OPDRACHTEN LUISTEREN: MUZIEK www.nt2taalmenu.nl nt2taalmenu is een website voor mensen die Nederlands willen leren én voor docenten NT2. Iedereen die Nederlands wil leren, kan gratis online oefenen. Kijk
Nadere informatie4 Имена существительные Zelfstandige naamwoorden
4 Имена существительные Zelfstandige naamwoorden Zelfstandige naamwoorden hebben geen lidwoord Russische zelfstandige naamwoorden hebben geen lidwoord. Of een zelfstandig naamwoord bepaald of onbepaald
Nadere informatie15 et qui paie le loyer?
g r a m m at i c a 15 et qui paie le loyer? Maak de zinnen af met de juiste vorm van payer en het voorwerp op de foto* 1 2 3 4 5 6 1 Paul le 2 Moi, je la 3 Mon frère et moi, nous 4 Les cousins la le 5
Nadere informatieWie is dat? thema. Hoe heet jij? Ik weet het niet! Beatriz. Marco. Hallo, ik heet Jürgen. Dag mevrouw. Dag meneer. Hoi! Ik heet Bushra. En jij?
thema 1 Ik weet het niet! 1 Hoe heet jij? Beatriz Hoe heet jij? Ik heet Jürgen. Dag meneer. Dag mevrouw. Hallo, ik heet Jürgen. Hoi! Ik heet Bushra. En jij? Jürgen, dit is Lei San. Leuk met je kennis te
Nadere informatieinstapkaarten taal verkennen
instapkaarten inhoud instapkaarten Taal verkennen thema 1 les 2 1 thema 1 les 4 2 thema 1 les 7 3 thema 1 les 9 4 thema 2 les 2 5 thema 2 les 4 6 thema 2 les 7 7 thema 2 les 9 8 thema 3 les 2 9 thema 3
Nadere informatieGRAMMAIRE DE BASE FRANS VOOR DE LAGERE SCHOOL
GRAMMAIRE DE BASE FRANS VOOR DE LAGERE SCHOOL Leen Van Craesbeek Acco Leuven / Den Haag INHOUD Voorwoord 7 PREMIÈRE PARTIE 9 01/ L article Het lidwoord 11 a L article indéfini het onbepaald lidwoord 12
Nadere informatieZ I N S O N T L E D I N G
- 1 - Z I N S O N T L E D I N G Waarom is zinsontleding zo belangrijk? Elke scholier op de middelbare school maar ook de kinderen op de lagere school, komen veelvuldig met zinsontleding in aanraking, eigenlijk
Nadere informatieHerhalingsoefeningen. Thema 3 Familie en relaties. 1 Woorden. Familie
Herhalingsoefeningen Thema 3 Familie en relaties 1 Woorden Familie Lees de zinnen over de familie van Simon en Els. Schrijf de volgende namen in de stamboom: Hans, Helena, Hester, Joke, Mark, Michiel,
Nadere informatieLes 2 Uit welk land kom jij? TESTEN TEST 1
15/10/14 1 Les 2 Uit welk land kom jij? TESTEN TEST 1 1. (komen) Waar.... jij vandaan? 2. Uit welk land.... u? 3. Brenda.... vandaag uit Engeland. 4. Wij.... uit België. 5. Wanneer.... zij thee drinken?
Nadere informatieIMMI Montjoie Montjoielaan, Ukkel
IMMI Montjoie Montjoielaan, 93-95 1180 Ukkel Opgelet: Voor de grammatica: Herhaal de theorie in je leerboek en doeboek Denk goed na bij iedere oefening Voor het schrijven Denk aan je grammatica! Varieer
Nadere informatieWerkwoorden zijn woorden die aangeven wat iets of iemand doet, is of wordt.
DEEL 1: werkwoorden 1. Werkwoorden Werkwoorden zijn woorden die aangeven wat iets of iemand doet, is of wordt. Voorbeelden: komen, gaan, zwemmen, lopen, zijn enz. 1.1 Vormen van het werkwoord Werkwoorden
Nadere informatieKernwoord Uitleg Voorbeeld
Aanhalingstekens Accenttekens Achtervoegsel Afbreekteken Gebruik je voor een citaat of als iets niet letterlijk is bedoeld. Gebruik je om iets nadruk te geven of om dubbelzinnigheid te voorkomen. Een nietzelfstandig
Nadere informatieKijk op: www.nt2taalmenu.nl. nt2taalmenu wordt gemaakt door: Frans Snik, Ed Kniesmeijer en René den Nijs. Brieven schrijven
OPDRACHTKAART www.nt2taalmenu.nl nt2taalmenu is een website voor mensen die Nederlands willen leren én voor docenten NT2. Iedereen die Nederlands wil leren, kan gratis online oefenen. U kunt ook veel oefeningen
Nadere informatieBIJLAGEN LESPAKKET 1.2
BIJLAGEN LESPAKKET 1.2 BIJLAGE 1 A4 BLADEN THEMA S BIJLAGE 2 DOMINO EMOTIES BIJLAGE 3 MATCHING OEFENING GEVOELENS BIJLAGE 4 VRAGENLIJST FILM BIJLAGE 5 VRAGENSTROOKJES HOEKENWERK BIJLAGE 6 ANTWOORDENBLAD
Nadere informatieSpellingchecker .?. Voor de juiste spelling. Nicole Neels. hoorwoorden. net als woorden. weetwoorden. regelwoorden
Spellingchecker Voor de juiste spelling hoorwoorden.?. net als woorden weetwoorden regelwoorden Eduforce Nicole Neels 1 Inhoudsopgave Goed spellen, hoe doe je dat? 7-8 Stap voor stap goed spellen (denkkaart)
Nadere informatietalen leren met Prisma
talen leren met Prisma Als je een taal wilt leren, kun je met de op elkaar afgestemde uitgaven van Prisma je eigen leerprogramma samenstellen. Afhankelijk van je leerdoel kun je verschillende taalvaardigheden
Nadere informatiepagina 1 van 5 VAN IN
Éventail-junior En action 6 21 1 Luisteren: basistekst Éventail-junior En action 6 21 2 Luisteren: woordenschat Éventail-junior En action 6 21 3 Luisteren: venir Éventail-junior En action 6 21 4 Woordenschat
Nadere informatieErasmusbestemming: BOLOGNA... Academiejaar: 2014-2015 Één semester Universiteit Waar is de universiteit ergens gelegen (in het centrum/ ver uit het
Erasmusbestemming: BOLOGNA... Academiejaar: 2014-2015 Één semester Universiteit Waar is de universiteit ergens gelegen (in het centrum/ ver uit het centrum)? De rechtenfaculteit ligt in via Zamboni, in
Nadere informatieNederlands voor Arabisch taligen A0 A1/A2
Auteur boek: مو لف الكتاب: Vera Lukassen Titel boek: Nederlands voor Arabisch taligen كتاب : الھولندي للناطقین باللغة العربیة المستوى Niveau A0 A2, A0 A2 2015, Serasta Uitgegeven in eigen beheer info@serasta.nl
Nadere informatieO vreemde talen. deel 4 Italiaans Antwoordenboek. Auteur drs. Bibian de Vries
O T Pkl vreemde talen deel Italiaans Antwoordenboek Auteur drs. Bibian de Vries ssers Inleiding voor de leerkracht Illustraties Kre-add/Marcel Westervoorde, Alphen a/d Rijn Topklassers Vreemde talen wil
Nadere informatieReizen 6 7 32 33 58 59 84 85. Wonen 8 9 34 35 60 61 86 87. Koken & genieten 10 11 36 37 62 63 88 89. Cultuur & vermaak 12 13 38 39 64 65 90 91
inhoud lente zomer herfst winter Reizen 6 7 32 33 58 59 84 85 Wonen 8 9 34 35 60 61 86 87 Koken & genieten 10 11 36 37 62 63 88 89 Cultuur & vermaak 12 13 38 39 64 65 90 91 Mode & schoonheid 14 15 40 41
Nadere informatieLeerlijn Spreken & luisteren groep 5
Leerlijn Spreken & luisteren groep 5 Spreken (individueel / gesprekken voeren): Luisteren: Een monoloog houden in een kleine groep, duidelijk verwoorden wat ze bedoelen. Een gesprek (overleg) voeren in
Nadere informatie2b nr. 1 Zinnen met verschillende volgorde
OPDRACHTKAART www.nt2taalmenu.nl nt2taalmenu is een website voor mensen die Nederlands willen leren én voor docenten NT2. Iedereen die Nederlands wil leren, kan gratis online oefenen. U kunt ook veel oefeningen
Nadere informatieAls je ergens heel erg bang voor bent, dan heb je angst. Je hebt bijvoorbeeld angst voor de tandarts.
Thema 5 Les 1: De angst: Als je ergens heel erg bang voor bent, dan heb je angst. Je hebt bijvoorbeeld angst voor de tandarts. De schrik: Als iemand ineens achter je staat, dan schrik je. Je bent dan ineens
Nadere informatieLuister naar het alfabet en de voorbeelden. Kijk ook naar de afbeeldingen. voorbeeld letter. b bee [b] bus [ə] een. hemd
Het alfabet Van A tot Z Het Nederlandse alfabet heeft 26 letters. Deze letters zijn klinkers en medeklinkers. Er zijn 6 klinkers: a, e, i, o, u, y. Er zijn 20 medeklinkers: b, c, d, f, g, h, j, k, l, m,
Nadere informatiePrisma Taalbeheersing. Basisgrammatica. Spaans. Begrijpelijk voor iedereen. drs. E. Slager dr. Y. Rodríguez Pérez
Prisma Taalbeheersing Basisgrammatica Spaans Begrijpelijk voor iedereen drs. E. Slager dr. Y. Rodríguez Pérez Prisma maakt deel uit van Uitgeverij Unieboek Het Spectrum bv Postbus 97 3990 DB Houten Auteurs:
Nadere informatieOpstartles 10. EXTRA Oefenen met woorden bij de lessen
www.edusom.nl Opstartles 10. EXTRA Oefenen met woorden bij de lessen Het is belangrijk om veel woorden te leren. In deze extra les vindt u extra woorden bij de Opstartlessen 1 t/m 5. Kijk ook eens naar
Nadere informatieItaliaans voor Dummies op reis. Francesca Romana Onofri en Karen Antje Möller
Italiaans voor Dummies op reis Francesca Romana Onofri en Karen Antje Möller Amersfoort, 2016 Inhoud Over de auteurs............................................. xi Inleiding....................................................
Nadere informatieALFABET UITSPRAAK GRAMMATICALE SAMENVATTING. klank letters voorbeelden. Lettere straniere J (i lunga) K (cappa) W (doppia vu) X (ics) Y (ipsilon)
ALFABET UITSPRAAK A (a) B (bi) C (ci) D (di) E (e) F (effe) G (gi) H (acca) I (i) L (elle) M (emme) N (enne) O (o) P (pi) Q (cu) R (erre) S (esse) T (ti) U (u) V (vu, vi) Z (zeta) Lettere straniere J (i
Nadere informatieAls je woorden goed uit wilt spreken, is het belangrijk dat je weet waar een lettergreep begint en waar hij eindigt.
Lettergrepen Als je woorden goed uit wilt spreken, is het belangrijk dat je weet waar een lettergreep begint en waar hij eindigt. Om een woord in lettergrepen te verdelen, kijken we naar de klinkers. Als
Nadere informatiedag, goedendag Ik ben (Ellen) Ik, ik ben (Achmed) ja Ben jij (Camille)? En jij? Jij bent (Manon)! nee
dag, goedendag Ik ben (Ellen) Ik, ik ben (Achmed) ja Ben jij (Camille)? En jij? Jij bent (Manon)! nee 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Gaat het? Het gaat goed. Dat is tof. Vanwaar ben je? goed dank je, dank u vanwaar?
Nadere informatieDoelen taalbeschouwing die verworven moeten zijn in het vierde leerjaar
Doelen taalbeschouwing die verworven moeten zijn in het vierde leerjaar Hieronder vindt u de leerplandoelen taalbeschouwing die we met onze evaluatie in kaart willen brengen. Ze staan in dezelfde volgorde
Nadere informatieAANWIJZEND VOORNAAMWOORD. A) Welk woord past in de zin? Kies uit die of dat. 1. Heb je het huiswerk gemaakt? 7. Ga je naar één van onze feestjes?
A) Welk woord past in de zin? Kies uit die of dat. 1. Heb je het huiswerk gemaakt? Ja, heb ik gedaan. 2. Komt Willem dit weekend? Nee, moet helaas werken. 3. Ga je met het vliegtuig naar Hamburg? Nee,
Nadere informatieEen Tengwar-mode voor het Nederlands
1 of 5 20/09/2006 14:05 Een Tengwar-mode voor het Nederlands Let op: Om dit document te kunnen lezen, moet tenminste een van de volgende lettertypen geïnstalleerd zijn: Tengwar Sindarin, Tengwar Quenya
Nadere informatieVOORWOORD. René van Royen
VOORWOORD Priscianus was een knappe man. Toen Rome lang geleden nog een rijk was, leerde hij de kinderen in zijn klas Latijn. Hij gaf dus les, maar wat hij in de klas vertelde schreef hij ook op. Zo ontstond
Nadere informatieInhoud. Inleiding... 9
Inhoud Inleiding.............................................................. 9 Hoofdstuk 1: Beginnen met Italiaans.................................... 15 Je kent al een beetje Italiaans...................................15
Nadere informatie1.2.3 Trappen van vergelijking 20
INHOUD DEEL I Woord voor woord 13 1.1 Zelfstandig naamwoord (substantief) 16 1.1.1 Definitie 16 1.1.2 Soorten 16 1.1.2.1 Soortnaam of eigennaam 16 1.1.2.2 Concrete of abstracte zelfstandige naamwoorden
Nadere informatie1.1 De vorm van het personaal pronomen: subject, object en na prepositie. 1 ik me mij. 2 je jij je jou. 3 hij hem ( m) hem.
Hoe gaat het? Uitleg 1 Het personaal pronomen In tekst 1 en 2 is het personaal pronomen vetgedrukt. Tekst 1 (het personaal pronomen is subject van de zin) Mira en Bert wonen in Utrecht. Ze kennen elkaar
Nadere informatieTegenovergestelde: Draaien Ongeveer hetzelfde:
Code 1 Woordenschrift Kaart nr. 2 Opdracht Kies een woord uit je woordenschrift. Schrijf het midden op een blaadje. Schrijf rechts van het woord, andere woorden die ongeveer hetzelfde betekenen. Schrijf
Nadere informatie8. Afasie [1/2] Bedenk tenminste drie verschillende problemen die je met taal zou kunnen hebben (drie soorten afasie).
8. Afasie [1/] 1 Afasie De term afasie wordt gebruikt om problemen met taal te beschrijven die het gevolg zijn van een hersenbeschadiging. Meestal is de oorzaak van afasie een beroerte. Het woord afasie
Nadere informatieAantekening Frans les pronoms personnels
Aantekening Frans pronoms personnels Aantekening door een scholier 648 woorden 16 februari 2016 0 keer beoordeeld Vak Frans Pronoms personnels Plaats in de zin: Voor alle persoonlijke voornaamwoorden die
Nadere informatie