Integriteit bij het Rijk

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Integriteit bij het Rijk"

Transcriptie

1 Integriteit bij het Rijk een handreiking voor een audit 2 e versie

2 Integriteit bij het Rijk een handreiking voor een audit 2 e versie Werkgroep Integriteits Audit Stuurgroep Integriteits Audit Den Haag, 19 december 2002

3 Inhoudsopgave 1 Inleiding en leeswijzer 1.1 Inleiding Leeswijzer 2 2 De uitgangspunten van de handreiking integriteitsaudit 2.1 De doelstelling van de handreiking De reikwijdte van de handreiking De status van de handreiking 5 3 Integriteit als onderdeel van de bedrijfsvoering 3.1 Definitie integriteit Integriteit als onderdeel van de bedrijfsvoering (VBTB) De rol van de auditor bij integriteit als onderdeel van de bedrijfsvoering 8 4 De ontwikkelingsstadia van het integriteitsbeleid en de rol van de onderscheiden actoren daarin 4.1 Inleiding Het vertrekstadium (uitgangspunten en randvoorwaarden) Het stadium van bewustwording Het stadium van implementatie Het stadium van borging en evaluatie 14 5 De (organisatorische) opzet en uitvoering van de integriteitsaudit 5.1 Inleiding Totstandkoming auditopdracht Samenstelling onderzoeksteam De centrale plaats en de doelstellingen van omgevings- en procesanalyse Omgevingsanalyse Procesanalyse Specifieke vervolgwerkzaamheden 23

4 5.8 Evaluatie bevindingen Uitbrengen auditrapport Documentatie 24 6 Rijksbreed toetsingskader voor de integriteitsaudit 6.1 Vooraf Integriteitsrisico s en maatregelen van de organisatie Risicoanalyse Indeling van het rijksbrede toetsingskader op hoofdlijnen Uitwerking hoofdlijnen toetsingskader in concrete toetspunten (aandachtspunten) Hantering van het toetsingskader als hulpmiddel (referentiekader) Rijksbreed toetsingskader integriteit 37 Bijlagen 1 Begrippenlijst 2 Samenstelling Stuurgroep Integriteits Audit (SIA) en Werkgroep Integriteits Audit (WIA) 3 Geraadpleegde rapporten voor ontwikkeling van de handreiking integriteitsaudit 4 Overzicht van relevante regelgeving over integriteit in Ambtenarenwet en ARAR 5 Overzicht van overige relevante regelgeving en literatuur over integriteit bij het Rijk 6 Via Interne Beheersing naar Corporate Governance (COSO); Achtergronden 7 Vragenlijsten bij het rijksbreed toetsingskader 7.1 Vragenlijst management 7.2 Vragenlijst werknemer 7.3 Vragenlijst cultuur van de organisatie

5 Inleiding en leeswijzer 1. Inleiding en leeswijzer 1.1 Inleiding De overheid is als eerste verantwoordelijk voor het uitdragen en handhaven van de principes van een democratische rechtsstaat. Onder deze principes vallen onder andere integriteit, betrouwbaarheid, transparantie van besluitvorming. Overheidsdiensten verkeren daarnaast vaak in een monopoliepositie en daarom is vertrouwen in de legitimatie van het openbaar bestuur belangrijk voor de burgers. Overheidsmedewerkers treden steeds meer in contact met de samenleving en hebben hierbij meer vrijheden en eigen verantwoordelijkheid. Daarnaast stelt de maatschappij steeds hogere eisen aan de overheid. Integriteit is derhalve niet alleen een interne aangelegenheid, doch is ook belangrijk bij de relaties met actoren in de samenleving. Juist die relaties zijn immers medebepalend voor het imago van de overheid. Integriteit is in de eerste plaats een kwestie van mentaliteit en bewustwording. Het moet tussen de oren zitten. Bewustwording en een juiste mentaliteit alleen zijn echter niet voldoende. Er is ook een systeem nodig van "checks and balances, met heldere regels en afspraken, met een organisatiestructuur die integriteit bevordert en met controlemechanismen, waardoor het gedrag voor elkaar en voor anderen controleerbaar wordt. Het opstellen van gedragsregels met duidelijke normen en waarden vormt daar een belangrijk onderdeel van. De ontwikkelingen in het kader van de regeringsnota Van Beleidsbegroting Tot Beleidsverantwoording (VBTB, 19 mei 1999) zijn in dit verband van belang, omdat die erop gericht zijn dat de overheid op transparante wijze inzicht geeft in de effectiviteit, doelmatigheid en rechtmatigheid van haar beleid, alsmede in de uitvoering daarvan. VBTB betekent ook dat de minister in de jaarlijkse verantwoording via een mededeling over de bedrijfsvoering, verantwoording aflegt over de bedrijfsvoering van zijn ministerie. Aangezien integriteit een kwaliteitsaspect is van de bedrijfsvoering kan dat onderwerp onderdeel zijn van de bedrijfsvoeringsmededeling. De integriteit van de overheid staat sinds de parlementaire enquête bouwnijverheid extra in de belangstelling. In dit kader is begin 2002 de eerste versie van de handreiking integriteitsaudit ontwikkeld. Aan de hand van deze handreiking zijn vervolgens integriteitsaudits bij de betrokken bouwdepartementen uitgevoerd. De handreiking was een eerste proeve, die vanwege de tijdsdruk nog niet was uitgetest. Parallel met de uitvoering van deze audits is de handreiking derhalve voor commentaar voorgelegd aan het psgberaad, IOFEZ, IODAD, ICPR en de IODAD-Kenniskring forensische accountancy en CDI s. 1 De opmerkingen die hieruit zijn voortgekomen en de opgedane ervaringen in de praktijk zijn door een stuur- en werkgroep 2 verwerkt in de voorliggende tweede versie van de handreiking. Daarbij zijn de 1 IOFEZ (Interdepartementaal Overleg Financieel Economische Zaken); IODAD (Interdepartementaal Overleg Departementale Accountantsdiensten); ICPR (Interdepartementaal Contactorgaan Personeelsdiensten Rijksdienst); CDI (Centraal Directeur Inkoop). 2 Voor de samenstelling van de stuurgroep (SIA) en de werkgroep (WIA), zie bijlage

6 Inleiding en leeswijzer rijksbrede ontwikkelingen op het gebied van bedrijfsvoering (VBTB) en auditfunctie (Kwaliteitsplan Auditfunctie) en de mede als gevolg hiervan noodzakelijke herziening van het Handboek Controle DAD s, ook meegenomen in de tweede versie. De onderdelen, die specifiek betrekking hadden op de parlementaire enquête bouwnijverheid, zijn veralgemeniseerd. Met voornoemde aanpassingen is er nu een actuele, rijksbrede handreiking voor de uitvoering van integriteitsaudits bij de departementen en hun organisatieonderdelen. In de hierna volgende leeswijzer wordt in het kort ingegaan op de inhoud en specifieke doelgroepen van de handreiking. 1.2 Leeswijzer Hoofdstuk 2 De uitgangspunten van de handreiking integriteitsaudit Hoofdstuk 2 gaat in op de doelstelling, reikwijdte en status van de handreiking. Het geeft een beeld van de mogelijkheden, maar ook van de beperkingen van deze handreiking voor een integriteitsaudit. Het hoofdstuk is aanbevolen voor hen die de handreiking voor het uitvoeren van een integriteitsaudit willen gebruiken. Hoofdstuk 3 Integriteit als onderdeel van de bedrijfsvoering In hoofdstuk 3 komt de plaatsbepaling van integriteit als onderdeel van de bedrijfsvoering aan de orde. Het schema op blz. 10 geeft hiervan een goede weergave. Het is een achtergrondhoofdstuk voor alle gebruikers van de handreiking. Hoofdstuk 4 De ontwikkelingsstadia van het integriteitsbeleid en de rol van de onderscheiden actoren daarin Hoofdstuk 4 is vooral van belang voor het management dat verantwoordelijk is voor de invulling van het integriteitsbeleid en het verstrekken van de opdracht voor de uitvoering van de integriteitsaudit. Een goed overzicht geeft het schema de ontwikkelingsstadia van het integriteitsbeleid en de rol van de onderscheiden actoren daarin (blz. 16). In dit schema is ook de relatie met hoofdstuk 5 kort beschreven. Hoofdstuk 5 De (organisatorische) opzet en uitvoering van de integriteitsaudit Waar hoofdstuk 4 vooral is gericht op het management, is hoofdstuk 5 vooral gericht op auditors. De (organisatorische) opzet en de uitvoering van de integriteitsaudit komen aan bod. Het schema op blz. 24 geeft een goede weergave hiervan

7 Inleiding en leeswijzer Hoofdstuk 6 Rijksbreed toetsingskader voor de integriteitsaudit Hoofdstuk 6 bevat het rijksbrede toetsingskader voor het integriteitsbeleid en de integriteitsaudit. Het schema van paragraaf 6.7 geeft de meest directe toegang tot dit toetsingskader. In bijlage 7 zijn als voorbeeld vragenlijsten opgenomen, die aansluiten op het in hoofdstuk 6 opgenomen toetsingskader. Het rijksbrede toetsingskader voor de integriteitsaudit is een verdere uitwerking van een aantal rapporten over integriteit. Bijlage 3 geeft een overzicht van deze rapporten

8 Uitgangspunten van de handreiking integriteitsaudit. 2 Uitgangspunten van de handreiking integriteitsaudit 2.1 De doelstelling van de handreiking De doelstelling van de handreiking is een kader te bieden voor zowel het management als de auditor. Deze handreiking kan door het management als vertrekpunt genomen worden voor de concrete opdrachtverlening en door de auditor als vertrekpunt voor het concreet inrichten van de audit. Zowel de opdrachtverlening als de inrichting van de audit dienen echter toegesneden te zijn op de specifieke situatie bij het betrokken departement. Eigen verantwoordelijkheid van de auditor In deze handreiking wordt ervan uitgegaan dat de auditor een integriteitsaudit op speciaal verzoek van het betrokken management uitvoert (d.w.z. op ad hoc -basis). In de nabije toekomst zullen bij alle ministeries periodieke onderzoeken (audits) naar de bedrijfsvoering uitgevoerd gaan worden. Hieronder vallen dan ook periodieke integriteitsaudits, ingebed in een reguliere planning en controlcyclus. De integriteitsaudit zal in die situatie meer vanuit de eigen verantwoordelijkheid van de auditor kunnen geschieden. De invoering van periodieke onderzoeken naar de bedrijfsvoering vindt met name zijn grondslag in het rapport "De auditfunctie in het VBTB-tijdperk" (ook wel genoemd het rapport-kordes, mei 2001), waarin onder meer de aanbeveling is opgenomen om de departementale accountantsdiensten (DAD's) om te vormen tot departementale auditdiensten. Zie voor een nadere uitwerking hiervan het rapport "Kwaliteitsplan audit-functie Rijksoverheid" (februari 2002). Omdat niet alle organisaties hetzelfde zijn, zal de integriteitsaudit voor iedere organisatie op een andere wijze moeten worden ingevuld en uitgewerkt. Afhankelijk van de specifieke integriteitsrisico s binnen de organisatie, risico s uniek voor de organisatie, zal op bepaalde processen meer en op andere minder de nadruk komen te liggen. Naast deze specifieke risico s kan voor de overheid als totaal een vijftal categorieën van algemene integriteitsrisico s worden benoemd. Deze algemene risico s zijn inherent aan het functioneren van de overheid als organisatie. De vijf categorieën zijn: 1) contacten met derden; 2) belangenverstrengeling; 3) toegang tot financiële informatie en geldstromen; 4) gebruik van middelen van de organisatie; 5) (ongewenste) omgangsvormen. Bij de opstelling van het rijksbrede toetsingskader in hoofdstuk 5 van deze handreiking zijn deze categorieën van algemene integriteitsrisico s als uitgangspunt genomen en vertaald naar maatregelen en activiteiten om deze risico s te verminderen. De specifieke aanvulling/verdieping van deze algemene integriteitsrisico s en maatregelen zal door het departement zelf dienen te geschieden

9 Uitgangspunten van de handreiking integriteitsaudit. 2.2 De reikwijdte van de handreiking De reikwijdte van de handreiking wordt bepaald door het ruime integriteitsbegrip zoals dat door BZK in de afgelopen jaren in het kader van het rijksbrede integriteitsbeleid is ontwikkeld. Vanuit de visie dat het departementale integriteitsbeleid een integraal onderdeel is van de bedrijfsvoering, is deze handreiking voor een integriteitsaudit bruikbaar voor alle bedrijfsprocessen. De integriteitsaudit richt zich op alle interne processen binnen een overheidsorganisatie waarin de integriteitsrisico s van de organisatie beheerst zouden moeten worden. Een overheidsorganisatie heeft echter niet alleen met zichzelf te maken, maar ook met zijn omgeving. Die omgeving kan binnen het gehele bestaande spectrum variëren van andere overheidsorganisaties tot commerciële ondernemingen en burgers. Wanneer in de relatie met deze omgeving integriteit een kritische factor is, heeft het management van een overheidsorganisatie de plicht al het mogelijke te doen om na te gaan bijvoorbeeld door screening - of de externe partij ook integer is. Aangezien de handreiking zich richt op de interne organisatie van een departement, wordt de integriteit van de omgeving verder buiten beschouwing gelaten. De handreiking is ontwikkeld tegen de achtergrond van de recente ontwikkelingen rond het Kwaliteitsplan audit-functie Rijksoverheid en kan gebruikt worden voor een audit naar de opzet, het bestaan en de werking van het integriteitsbeleid bij een organisatie. Uitgangspunt hierbij zal zijn de strategische risicoanalyse van het management van de organisatie ervan uitgaande dat deze er is. Voor zover de strategische risicoanalyse ontbreekt dienen in ieder geval de genomen beheersingsmaatregelen als uitgangspunt te worden genomen. Voor wat betreft de werking zal niet specifiek worden onderzocht in hoeverre individuele ambtenaren inbreuk op het integriteitsbeleid hebben gemaakt, maar wel of medewerkers bekend zijn met de regelgeving en beleidslijnen inzake integriteit en (zeggen) zich daaraan (te) houden. Natuurlijk kunnen zich daarbij risico s en signalen voordoen op het niveau van individuen. Deze risico s en signalen kunnen aanleiding geven tot een specifiek intern (vervolg)onderzoek al dan niet aangevuld met een forensisch onderzoek. 2.3 De status van de handreiking: hulpmiddel De status van de handreiking is: een hulpmiddel. De concrete opdrachtverlening voor de audit is de verantwoordelijkheid van het management en de concrete inrichting van de audit is de verantwoordelijkheid van de auditor. Deze handreiking kan als een model, als een vertrekpunt worden genomen voor de concrete opdrachtverlening en inrichting van de audit, maar beiden blijven maatwerk, waarvoor het management respectievelijk de auditor verantwoordelijk is

10 Integriteit als onderdeel van de bedrijfsvoering 3 Integriteit als onderdeel van de bedrijfsvoering 3.1 Definitie integriteit In dit hoofdstuk wordt een nadere begripsbepaling gegeven van het integriteit(sbeleid) en een integriteitsaudit. In de literatuur komen meerdere definities van integriteit voor. In de Handreiking Integriteit van bestuurders bij gemeenten en provincies van de VNG uit 2001 wordt aangegeven dat bestuurlijke integriteit inhoudt dat de verantwoordelijkheid die met de functie samenhangt, wordt aanvaard en dat er de bereidheid is om daarover verantwoording af te leggen. In deze handreiking worden de volgende kernbegrippen van integriteit genoemd: dienstbaarheid, functionaliteit, onafhankelijkheid, openheid, betrouwbaarheid en zorgvuldigheid. In het artikel de integriteitsbarometer van organisatie van dr. M. Kaptein 3 wordt de volgende omschrijving van integriteit gegeven: Integriteit behelst ook de zorgvuldige omgang met andere bedrijfsmiddelen (zoals werktijd, informatieen communicatiemiddelen en bedrijfsinformatie), de wijze waarop medewerkers met elkaar omgaan - zoals de afwezigheid van (seksuele) intimidatie, discriminatie, pesten, vriendjespolitiek en geweld) en de wijze waarop de belangen van externen wordt gerespecteerd. In de inventarisatie van Financiën van februari 2000 naar de rol van de DAD s op het gebied van integriteit is gekozen voor de volgende werkdefinitie: Al het overheidshandelen, zowel van de organisatie als van haar medewerkers, dat gekenmerkt wordt door onkreukbaarheid en betrouwbaarheid en als zodanig de legitimiteit van de openbare dienst bevestigt. Deze definitie, die ook wordt aangehouden in deze handreiking, houdt in dat de bestuurder of de ambtenaar zich zodanig gedraagt dat hij ten opzichte van iedere burger, organisatie en instelling vrij blijft staan en zich zonder verplichtingen voelt. 3.2 Integriteit als onderdeel van de bedrijfsvoering Het management is verantwoordelijk voor de bedrijfsvoering van een ministerie. Onder bedrijfsvoering wordt verstaan de sturing en beheersing van de bedrijfsprocessen binnen een ministerie om de gestelde beleidsdoelstellingen te kunnen realiseren. Het betreft sturing en beheersing van zowel de primaire processen als van de processen die hiervoor faciliterend zijn (de zogenaamde ondersteunende processen). De regeringsnota VBTB geeft als doelstelling aan dat de overheid op een open en transparante wijze inzicht geeft in de effectiviteit, doelmatigheid en rechtmatigheid van haar beleid en de uitvoering 3 Bedrijfskunde, jaargang 73, 2001 nr

11 Integriteit als onderdeel van de bedrijfsvoering ervan. Hierbij is ook een grotere aandacht waar te nemen voor de wijze waarop de overheid haar taken uitvoert. Integer handelen vormt in dit kader een essentieel onderdeel van een goede sturing en beheersing van de bedrijfsvoering van een organisatie. De mate waarin bij een organisatie sprake is van beheerste bedrijfsprocessen kan in ernstige mate worden aangetast als de beheersing van de integriteit niet voldoende is. Het voeren van beleid om eraan bij te dragen dat medewerkers integer handelen is dus noodzakelijk voor de beheersing van de bedrijfsvoering. De ontwikkeling, toepassing en controle op de uitvoering van het integriteitsbeleid is maatwerk. De ministeries zijn zelf verantwoordelijk voor de wijze waarop zij het integriteitsbeleid, binnen hun organisatiecultuur, -structuur en -processen vormgeven, rekening houdend met het rijksbrede kader van het ministerie van BZK. Een effectief integriteitsbeleid is mede van belang vanwege de schade die een integriteitsaantasting teweegbrengt: Een integriteitsaantasting binnen een enkel onderdeel van de overheid kan uitstralen naar de gehele overheid waardoor het vertrouwen van de burger in de gehele overheid verloren kan gaan; Kleinere integriteitsaantastingen leiden tot grotere, indien geen correctiemechanisme in werking treedt; Niet-integer gedrag van medewerkers lokt, indien er geen correctiemechanisme in werking treedt, soortgelijk gedrag op bij anderen. Het management is verantwoordelijk voor de samenhang van het integriteitsbeleid. Doordat op verschillende terreinen maatregelen kunnen worden genomen (personeelsbeleid, organisatie/cultuur, administratieve organisatie/interne controle (AO/IC), beveiliging) bestaat het risico dat het integriteitsbeleid een versnipperd karakter krijgt. Het management zal in het kader van de strategische risicoanalyse per afdeling/proces een inschatting moeten maken van de risico s die de organisatie loopt en welke impact deze risico s hebben, indien inbreuk wordt gemaakt op de integriteit. Deze risicoanalyse leidt dan tot te nemen beheersingsmaatregelen. Afhankelijk van het soort risico wordt (een combinatie van) maatregelen getroffen op het gebied van personeelsbeleid, AO/IC, organisatie/cultuur en/of beveiliging. Bij de uitvoering van de risicoanalyse kan gebruik worden gemaakt van het Handboek Integriteitsonderzoek van de Algemene Inlichtingen en Veiligheidsdienst (AIVD). Dit is een instrument dat zich richt op inventarisatie van kwetsbaarheid, weerbaarheid en weerbaarheidsverhogende maatregelen waarmee organisaties zelfstandig aan de slag kunnen (de AIVD biedt hierbij het benodigde voorbeeldmateriaal en ondersteunende instrumenten aan). Integriteitsbeleid is gericht op de beïnvloeding van het gedrag van de medewerkers. Deze beïnvloeding kan plaatsvinden door waarborgen in de structuur (regelgeving, aanwezigheid vertrouwenspersoon, etc.), in de processen (AO, werving en selectie, rapportage, etc.), maar vooral ook in de cultuur (normen en waarden van de organisatie). Het wel of niet nemen van een beheersingsmaatregel is een afweging tussen de kans dat het risico zich voordoet en de impact - 7 -

12 Integriteit als onderdeel van de bedrijfsvoering daarvan ten opzichte van de kosten en het uiteindelijke effect van de beheersingsmaatregel. Daarbij moet worden gerealiseerd dat de cultuur vooral ook wordt beïnvloed door zogenaamde soft controls. Belangrijk is dat het (top)management duidelijke normen stelt over wat wel en niet kan (het zogenaamde boundary system ). Het management heeft hierbij een belangrijke voorbeeldfunctie voor de medewerkers en zal de medewerkers hierop moeten aanspreken. cultuur integriteit structuur processen Het management is verantwoordelijk voor het opzetten van een sturings - en beheersingssysteem dat met redelijke mate van zekerheid waarborgt dat de bedrijfsvoering beheerst wordt. De maatregelen van sturing en beheersing moeten worden ingebed in het management control systeem. Het geheel ondersteunt het management bij het dragen van zijn verantwoordelijkheden. Het management heeft pas enige zekerheid over de opzet, bestaan en werking van dit systeem als daarin een adequate kwaliteitsborging door middel van monitoring en auditing wordt ondergebracht. Monitoring vindt plaats als onderdeel van de eigen interne controle (IC) en controlfunctie. Met het laten uitvoeren van een onafhankelijke audit kan het management zich zekerheid verschaffen over de toereikendheid van het systeem naar opzet, bestaan en/of werking. In alle gevallen moeten degenen die de audit uitvoeren in een onafhankelijke positie verkeren om de audit onpartijdig en objectief te kunnen uitvoeren. 3.3 De rol van de auditor bij integriteit als onderdeel van de bedrijfsvoering Het management kan de auditor opdracht geven een onderzoek in te stellen naar de door het management getroffen beheersingsmaatregelen in het kader van het integriteitsbeleid. Het gaat hier in feite om een bedrijfsvoeringsonderzoek dat is toegespitst op integriteit. Het beheersingsproces is onderwerp van onderzoek. De belangrijkste uitkomsten van de integriteitsaudit worden vastgelegd in de conclusieparagraaf van het auditorsrapport. De conclusies gaan afhankelijk van de opdracht over de opzet, het bestaan en/of de werking van de geïdentificeerde beheersingsmaatregelen in relatie tot integriteit. De conclusie bevat normaal gesproken een verslag van bevindingen van de audit. De eerste keer dat een integriteitsaudit wordt uitgevoerd kan deze worden gebruikt als nulmeting voor de stand van zaken met betrekking tot het integriteitsbeleid van een departement. Afhankelijk van deze nulmeting kunnen de vervolgaudits worden gepland

13 Integriteit als onderdeel van de bedrijfsvoering In het kader van VBTB zal de verantwoording over de uitvoering van de bedrijfsprocessen als geheel plaatsvinden door het opnemen van een mededeling over de bedrijfsvoering in het departementale jaarverslag door de minister. Op basis van het sturings- en beheersingssysteem van het integriteitsbeleid en de audit die heeft plaatsgevonden naar opzet, bestaan en/of werking van het systeem, is het denkbaar dat in de nabije toekomst de minister in de bedrijfsvoeringsmededeling verantwoording gaat afleggen over het integriteitsbeleid als onderdeel van de bedrijfsvoering. In deze mededeling wordt, onder verwijzing naar het van toepassing zijnde normenkader, ingegaan op: 1) de punten van aandacht die gedurende de uitvoering van bedrijfsprocessen naar voren zijn gekomen, evenals de daarvoor te treffen verbetermaatregelen; 2) (indien gewenst) bijzondere risico s bij bepaalde processen en/of belangrijke kwaliteitsverbeteringen binnen de bedrijfsvoering. De auditdienst dient de financiële informatie in het departementale jaarverslag te certificeren. De auditdienst geeft met de accountantsverklaring géén oordeel over de deugdelijke totstandkoming van niet-financiële informatie (inclusief de mededeling over de bedrijfsvoering). De auditdienst informeert de departementsleiding over de tekortkomingen in het proces van totstandkoming van niet-financiële informatie in het zogenaamde rapport van bevindingen dat gelijktijdig met de accountantsverklaring wordt uitgebracht. In de mededeling over de bedrijfsvoering zal eventueel een passage zijn opgenomen waarin de minister aangeeft in hoeverre bij het departement op het punt van het integriteitsbeleid sprake is van een beheerst bedrijfsproces. Daarbij kan de minister zich overigens mede baseren op de uitkomsten van de uitgevoerde integriteitsaudits

14 Integriteit als onderdeel van de bedrijfsvoering Integriteit als onderdeel van de bedrijfsvoering en de rol van de auditor daarbij Uitgangspunten van sturing en beheersing (bedrijfsvoering) Strategische risicoanalyse door het management Keuze van de beheersingsmaatregelen gericht op integriteit Monitoring van de bedrijfsvoering binnen de P & C cyclus Audit over de kwaliteit van de getroffen beheersmaatregelen dan wel over de kwaliteit van een integriteitsrapportage Verantwoording d.m.v. een mededeling over de bedrijfsvoering van de minister Audit naar ordelijke en controleerbare totstandkoming van de mededeling over de bedrijfsvoering

15 Ontwikkelingsstadia integriteitsbeleid en de rol van de actoren 4 De ontwikkelingsstadia van het integriteitsbeleid en de rol van de onderscheiden actoren daarin 4.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt op hoofdlijnen ingegaan op de verschillende ontwikkelingsstadia van het departementale integriteitsbeleid en de rol van de verschillende actoren in de onderscheiden stadia van deze cyclus. De belangrijkste betrokkenen bij de cyclus zijn het ministerie van BZK, het departementale management en de auditor. Een ministerie kan zich wat betreft het gevoerde integriteitsbeleid in een minder of meer gevorderd stadium bevinden. Daarbij is het vertrekstadium voor ieder departement het rijksbrede integriteitsbeleid en de wet- en regelgeving. Vervolgens worden de volgende stadia doorlopen: het bewustwordingsstadium: bepalen of aanpassen van de departementale integriteitsrisico s en de ontwikkeling of de aanpassing van een departementaal integriteitsbeleid; het implementatiestadium: treffen van departementale integriteitsmaatregelen; het stadium van borging en evaluatie: handhaving van het departementale integriteitsbeleid. De stadia vormen samen een cyclus. Dat houdt in dat er in principe geen formeel begin en geen einde is, met andere woorden er is sprake van een continu proces. Dit komt mede, omdat de interne en externe omgeving (en dus ook het beleid, de wet- en regelgeving) en de inherente integriteitsrisico s voortdurend veranderen. Het is de verantwoordelijkheid van het departementale management zorg te dragen voor een goede waarborging van integriteit. Dit vereist onder andere een geregelde evaluatie van het integriteitsbeleid. 4.2 Het vertrekstadium (uitgangspunten en randvoorwaarden) In de rol van sectorwerkgever voor het Rijk treedt de minister van BZK voor het integriteitsbeleid coördinerend op. Het uitgangspunt hierbij is dat de departementen primair zelf verantwoordelijk zijn voor het zorgdragen voor een integere organisatie. Zij zijn verantwoordelijk voor de uitvoering, het toezicht en de handhaving van het integriteitsbeleid bij hun departement. De coördinerende rol van BZK is te betitelen als kaderstellend en stimulerend. Kaders zijn te vinden in de door BZK geformuleerde wet- en regelgeving die voor de sector Rijk geldt. Binnen deze kaders kunnen de departementen eigen beleidsregels opstellen die zijn toegesneden op specifieke situaties. De stimulerende rol behelst het faciliteren en initiëren van kennisuitwisseling tussen de departementen op het terrein van integriteitsbeleid. Het ministerie van BZK past het rijksbrede integriteitsbeleid aan naar aanleiding van wijzigingen in de interne en externe omgeving van het rijk en bereidt aanpassingen in de wet- en regelgeving betreffende integriteit voor in overleg met de departementen onder andere via het

16 Ontwikkelingsstadia integriteitsbeleid en de rol van de actoren Interdepartementaal Contactorgaan Personeelsdiensten Rijksdienst (ICPR) - en legt dit geheel voor aan het parlement. De wet- en regelgeving en het daarmee samenhangende kabinetsbeleid is het uitgangspunt en de randvoorwaarde voor alle andere onderdelen van de cyclus. Vanuit hun kennis en ervaring met integriteits- (en andere) audits kunnen de auditors in de toekomst (al dan niet via het IODAD) naast de ICPR (zoals nu al gebeurt) BZK adviseren op het punt van controleerbaarheid en uitvoerbaarheid van de rijksbrede wet - en regelgeving. 4.3 Het stadium van bewustwording Uitgaande van de rijksbrede wet- en regelgeving betreffende integriteitsbeleid moet het management transparant maken welke algemene en specifieke integriteitsrisico s de eigen overheidsorganisatie loopt. Deze inventarisatie is nodig om effectief en efficiënt beleid te kunnen ontwikkelen om de risico s op een aanvaardbaar niveau te brengen of te houden. Zo bereikt dan wel behoudt de organisatie een zo groot mogelijke weerbaarheid tegen integriteitsinbreuken. Bij deze inventarisatie kan zoals eerder opgemerkt gebruik worden gemaakt van het Handboek Integriteitsonderzoek van de AIVD. Een auditor moet, gezien de bij zijn overige werkzaamheden opgedane kennis van de organisatie, bij uitstek in staat worden geacht om het management van overheidsorganisaties hierbij te adviseren. Op basis van de geïnventariseerde integriteitsrisico s zal het management beleid gaan formuleren om de integriteitsrisico s te beheersen. Het management kan hierbij aansluiten op de drie W-vragen uit VBTB: 1. Wat willen we bereiken (met het integriteitsbeleid)? 2. Wat gaan we daarvoor doen? 3. Wat gaat het kosten? Conform de VBTB -systematiek zal over deze vragen verantwoording kunnen worden afgelegd in het (sociaal) jaarverslag van het departement en overkoepelend in het sociaal jaarverslag van het Rijk (uitzonderingsrapportage). Niet vaak zal het mogelijk zijn om (tegen aanvaardbare kosten) een integriteitsrisico geheel tot nul te reduceren. Dat betekent dat bij vrijwel alle risico s een afweging moet worden gemaakt. Risico s zullen daar waar mogelijk ook in hun onderlinge samenhang moeten worden bekeken. Het gaat om vragen zoals: 1. Binnen welke marges spreken we nog van een aanvaardbaar restrisico 4? 2. Welke combinatie van maatregelen gebruiken we om dat restrisico te benaderen? Maar minstens zo belangrijk zijn de volgende vragen: 3. Hoe zorgen we voor bewustwording en commitment binnen de organisatie? 4. Hoe zorgen we voor de juiste cultuur binnen de organisatie? 5. Met wat voor maatregelen willen we ervoor gaan zorgen dat de handhaving gewaarborgd is? 4 Het complement van het restrisico is het gewenste integriteitsniveau

17 Ontwikkelingsstadia integriteitsbeleid en de rol van de actoren In het bewustwordingsstadium staat de vraag centraal wat integriteit nu eigenlijk betekent en op welke wijze hieraan invulling kan worden gegeven binnen de organisatie. Het signaleren van integriteitsrisico s en het treffen van maatregelen om integriteitsinbreuken te voorkomen is zoals gezegd primair een verantwoordelijkheid van het management. Bij het definiëren en inschatten van integriteitsrisico s zal de auditor nagaan of de organisatie zelf een inschatting heeft gemaakt van de integriteitsrisico s, daarbij passende beheersingsmaatregelen heeft getroffen en ter zake een (geschreven) integriteitsbeleid heeft. De auditor zal dus moeten bezien welke activi teiten het management op dit punt heeft verricht en wat de uitkomsten daarvan zijn. De activiteiten van de auditor zullen hierbij primair zijn gericht op ondersteuning van het management, door het in kaart brengen van mogelijke opties voor het bepalen van een integriteitsbeleid, door te wijzen op handhavingsaspecten en door te beoordelen of het beoogde integriteitsbeleid leidt tot de door het management geformuleerde doelstellingen et cetera. 4.4 Het stadium van implementatie Het volgende stadium in de ontwikkelingscyclus van het integriteitsbeleid is dat het door het management geformuleerde beleid wordt geïmplementeerd. Alle maatregelen zullen uitgewerkt moeten worden. Een voorbeeld hiervan is een gedragscode die uitgeschreven moet worden en zijn plaats moet krijgen in de interne voorschriften, bijv. doorvertaald in het personeelsbeleid (bij aanname, functieomschrijvingen, beoordelingsgesprekken, etc.) en in het handhavingsbeleid (toezicht op naleving, sancties bij niet-naleving, etc.). Maar bij uitwerken alleen kan het natuurlijk niet blijven. De maatregelen moeten een levend en vanzelfsprekend geheel binnen de organisatie zijn. Integriteit is zowel een kwestie van cultuur als een kwestie van maatregelen. Zoals eerder is aangegeven speelt het (top)management van de organisatie hierbij een belangrijke rol. Iedere individuele medewerker moet de tijd en ruimte krijgen om zich af te vragen wat hij of zij moet veranderen en wat in zijn of haar omgeving dient te veranderen om de organisatie op het gewenste integriteitsniveau te brengen. Bij de invulling en uitwerking van de handhavingsmaatregelen zal wederom bekeken worden in hoeverre aangesloten kan en moet worden op de P&C-cyclus van het departement. Indien de organisatie van het bewustwordingsstadium is overgegaan naar het implementatiestadium, verandert ook de functie van de audit. In concreto gaat het dan om beoordeling van en advisering over het geïmplementeerde integriteitsbeleid en de getroffen beheersingsmaatregelen. Hierbij zullen de sterke en zwakke punten in de inbedding en de werking van het integriteitsbeleid in organisatie worden beoordeeld. In dit verband is het belangrijk er ook rekening mee te houden dat cultuur wat anders is dan alleen het nemen van maatregelen. Dit betekent dat passende maatregelen alleen geen zekerheid geeft dat alles onder controle is. De werking van de maatregelen kan vrijwel alleen op indirecte wijze worden gemeten door middel van observatie, vergelijking en gebruik van vragenlijsten

18 Ontwikkelingsstadia integriteitsbeleid en de rol van de actoren Daarom ook is het van belang dat de audit wordt uitgevoerd door een multidisciplinair team met aandacht voor de cultuurelementen. 4.5 Het stadium van borging en evaluatie Het laatste stadium van de cyclus omvat de borging en evaluatie (handhaving) van het gewenste integriteitsniveau. In het stadium van borging en evaluatie heeft het integriteitsbeleid zich ontwikkeld tot een volwaardig element in de P&C-cyclus en is ingebed in het management control systeem. Het management wordt met behulp van een monitoringsysteem periodiek geïnformeerd over de voortgang en de effecten van de maatregelen die het heeft laten treffen. Bovendien wordt het management geïnformeerd of, gegeven veranderingen in de interne en/of externe omgeving, nieuwe risico s ontstaan dan wel oude risico s verdwijnen (en de daarop van toepassing zijnde maatregelen wellicht overbodig zijn geworden). Het management zal vanzelfsprekend alleen betekenis kunnen ontlenen aan de rapportages, wanneer de informatie die daar in staat de werkelijkheid deugdelijk weer geeft. Een beoordeling door een auditor verschaft hem de gewenste zekerheid (assurance). Indien de audit uitwijst dat de getroffen beheersingsmaatregelen in opzet van voldoende kwaliteit zijn, zal ten behoeve van het testen van de juiste en volledige werking van deze maatregelen een testplan worden opgesteld en uitgevoerd. De test op de werking zal in ieder geval gericht moeten zijn op de beheersingsmaatregelen die in belangrijke mate (worden geacht) bij (te) dragen aan de reductie van het integriteitsrisico en/of aan te merken zijn als maatregelen die het karakter hebben van (c.q. vergelijkbaar zijn met) onvervangbare maatregelen van interne controle. Ook hierbij moet, net als in het stadium van implementatie, de kanttekening worden gemaakt dat cultuur anders is dan alleen het nemen van maatregelen. In dit stadium kan de auditor zijn aandacht richten op de wijze van borging en evaluatie van het integriteitsbeleid en de wijze van verslaglegging daarover. Aan de uitvoerder van de audit kan door het management worden gevraagd daarover assurance te verlenen via een specifiek (bedrijfsvoerings)onderzoek ten aanzien van de naleving het integriteitsbeleid. Verder komt in dit stadium ook de beoordeling van informatieprocessen (uitkomsten van het integriteitsbeleid) meer pregnant naar voren als onderdeel van de werkzaamheden van de auditor. Wanneer de uitkomst van zo n beoordeling leidt tot het signaleren van een of meerdere knelpunten, kan de auditor ook adviseren hoe deze knelpunten kunnen worden opgelost (waarmee de hiervoor beschreven cyclus van de ontwikkelingsstadia opnieuw aanvangt: bewustwording, implementatie, borging en evaluatie)

19 Ontwikkelingsstadia integriteitsbeleid en de rol van de actoren ONTWIKKELINGSSTADIA INTEGRITEITSBELEID CYCLUS Vertrekpunt Bewustwording Implementatie Borging Evaluatie knelpunt geen knelpunt In de P&C-cyclus zal binnen het ministerie aandacht worden besteed aan de uitkomsten van deze integriteitsaudits. Het management zal vervolgens nagaan of het behoefte heeft aan aanvullende audits dan wel een uitbreiding van de opdracht. Ook behoort in het geval van specifieke signalen van inbreuk op de integriteit een intern (vervolg)onderzoek al dan niet aangevuld met een forensisch onderzoek tot de mogelijkheden. Het voorgaande is in het volgende schema weergeven. Dit schema bevat de verschillende ontwikkelingsstadia van het departementale integriteitsbeleid en de rol van de verschillende actoren in de onderscheiden stadia van deze cyclus. De actoren zijn in dit geval het departementale management en de auditors

20 Schema van de ontwikkelingsstadia van het integriteitsbeleid en de rol van de onderscheiden actoren daarin de actoren stadia van de cyclus 1. Vertrekpunt (basis): Rijksbreed integriteitsbeleid; wet- en regelgeving op het gebied van integriteit 1. Bewustwording: Integriteitsrisico s Integriteitsbeleid (opzet) 2. Implementatie: Maatregelen (bestaan) 3. Borging en evaluatie: Handhaving (werking) Rol management (beslissen) Ministerie van BZK is verantwoordelijk voor de totstandkoming van het rijksbrede integriteitsbeleid en de rijksbrede wet- en regelgeving. inventariseren en vastleggen van de integriteitsrisico s mede o.b.v. rijksbreed integriteitsbeleid, wet- en regelgeving (zie ook Handboek Integriteitsonderzoek van de AIVD); bepalen welke integriteitsrisico s het departement op welke wijze wil afdekken; handhavingsbeleid bepalen; vaststellen en onder de aandacht van alle betrokkenen brengen (bewustwording en commitment). Auditbeleid invullen binnen de kaders die het audit committee voor het departement heeft vastgesteld. opstellen van (interne) regelgeving (o.b.v. wetgeving); opstellen van gedragscodes; doorvertalen van regels en gedragscodes in werkinstructies; doorvertalen van regels en gedragscodes in het personeelsbeleid (bij aanname, in functieomschrijvingen en in beoordelingsgesprekken; aanwijzen wie in de organisatie verantwoordelijk is/zijn voor de handhaving; instructies opstellen voor degenen die op uitvoerend niveau voor de handhaving zorgen. opstellen van de planning en control van de uitvoering van het integriteitsbeleid (incl. een goed werkend monitorsysteem); opdrachtverlening voor de integriteitsaudit; bepalen vorm van de uitkomst van de integriteitsaudit (verslag van bevindingen of een beoordeling); bepalen structuur voor de rapportagecyclus (frequentie, vorm, afstemming, geadresseerden, opdrachtgever, etc.); bewaken van de follow up van de bevindingen voor zover noodzakelijk. mogelijke rol auditor (adviseren en beoordelen) in IODAD-verband adviseren (van BZK) over uitvoerbaarheid en controleerbaarheid van deze wet- en regelgeving. het management ondersteunen bij het inventariseren en vastleggen van integriteitsrisico s; adviseren over de verschillende opties voor het bepalen van een integriteitsbeleid; adviseren over de verschillende opties bij het bepalen van het handhavingsbeleid; beoordelen of het beoogde integriteitsbeleid leidt tot het door het management beoogde doel (beoordeling van de opzet). adviseren over de inhoud en het samenstel van de te treffen maatregelen; aanbieden van best practices; beoordelen of het voorgenomen pakket van maatregelen, wanneer het deugdelijk wordt ingevoerd, kan leiden tot het door het management beoogde doel (beoordeling van opzet en bestaan). uitvoering van een integrale integriteitsaudit in opdracht van het management (beoordeling van opzet, bestaan en werking)

Leren uit het buitenland Risicomanagement en interne audit bij de Nederlandse Rijksoverheid.

Leren uit het buitenland Risicomanagement en interne audit bij de Nederlandse Rijksoverheid. Leren uit het buitenland Risicomanagement en interne audit bij de Nederlandse Rijksoverheid. SBOV workshop Mark Vandersmissen, manager-auditor Interne Audit 31 januari 2005 1 Opbouw presentatie Situering

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 27 127 Financiële verantwoordingen over het jaar 1999 Nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Bestuurlijke integriteit

Bestuurlijke integriteit Bestuurlijke integriteit Onderzoek Bestuurlijke Integriteit Onderzoeksopzet Rekenkamercommissie De Wolden Maart 2014 Status: definitief Versie: 4 Rekenkamercommissie De Wolden 1 A. Wat willen wij bereiken?

Nadere informatie

II. VOORSTELLEN VOOR HERZIENING

II. VOORSTELLEN VOOR HERZIENING II. VOORSTELLEN VOOR HERZIENING 2. VERSTEVIGING VAN RISICOMANAGEMENT Van belang is een goed samenspel tussen het bestuur, de raad van commissarissen en de auditcommissie, evenals goede communicatie met

Nadere informatie

Informatiebeveiligingsbeleid

Informatiebeveiligingsbeleid Stichting Werken in Gelderland Versiebeheer Eigenaar: Review: Bestuur juni 2019 Versie Status Aangepast Datum Door 0.1 Concept Versiebeheer 31-5-2018 Privacyzaken, Michel Rijnders 1.0 Vastgesteld Vastgesteld

Nadere informatie

Handleiding uitvoering ICT-beveiligingsassessment

Handleiding uitvoering ICT-beveiligingsassessment Handleiding uitvoering ICT-beveiligingsassessment Versie 2.1 Datum : 1 januari 2013 Status : Definitief Colofon Projectnaam : DigiD Versienummer : 2.0 Contactpersoon : Servicecentrum Logius Postbus 96810

Nadere informatie

Basisnormen integriteitsbeleid openbaar bestuur en politie

Basisnormen integriteitsbeleid openbaar bestuur en politie Basisnormen integriteitsbeleid openbaar bestuur en politie 1. Inleiding De Vereniging van Nederlandse Gemeenten, het Interprovinciaal Overleg, de Unie van Waterschappen, de Raad van Hoofdcommissarissen,

Nadere informatie

NOTA WEERSTANDSVERMOGEN RECREATIESCHAP VOORNE-PUTTEN-ROZENBURG

NOTA WEERSTANDSVERMOGEN RECREATIESCHAP VOORNE-PUTTEN-ROZENBURG NOTA WEERSTANDSVERMOGEN RECREATIESCHAP VOORNE-PUTTEN-ROZENBURG Opgesteld door: G.Z-H In opdracht van: Recreatieschap Voorne-Putten-Rozenburg Postbus 341 3100 AH Schiedam Tel.: 010-2981010 Fax: 010-2981020

Nadere informatie

INTERNATIONALE CONTROLESTANDAARD 610 HET IN AANMERKING NEMEN VAN DE INTERNE AUDITWERKZAAMHEDEN

INTERNATIONALE CONTROLESTANDAARD 610 HET IN AANMERKING NEMEN VAN DE INTERNE AUDITWERKZAAMHEDEN INTERNATIONALE CONTROLESTANDAARD 610 HET IN AANMERKING NEMEN VAN DE INTERNE AUDITWERKZAAMHEDEN INHOUDSOPGAVE Paragrafen Inleiding... 1-4 Reikwijdte en doelstellingen van de interne audit... 5 Verhouding

Nadere informatie

SiSa cursus 2013. Gemeente en accountant. 21 november 2013

SiSa cursus 2013. Gemeente en accountant. 21 november 2013 SiSa cursus 2013 Gemeente en Welkom Even voorstellen EY: Stefan Tetteroo RA Page 1 Agenda Doelstelling Accountant en gemeente Onze visie inzake de betrokken actoren Coördinatie- en controlefunctie binnen

Nadere informatie

KWETSBARE HANDELINGEN BINNEN HET WATERSCHAP. Handreiking

KWETSBARE HANDELINGEN BINNEN HET WATERSCHAP. Handreiking KWETSBARE HANDELINGEN BINNEN HET WATERSCHAP Handreiking Versie maart 2013 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding/leeswijzer... 3 2. Criteria: wat maakt een handeling kwetsbaar... 4 2.1 Definities en integriteitscriteria...

Nadere informatie

undert Zundertse Regelgeving Wetstechnische informatie 2013/17314 Rubriek: Naam regeling: Verordening auditcommissie gemeente Zundert

undert Zundertse Regelgeving Wetstechnische informatie 2013/17314 Rubriek: Naam regeling: Verordening auditcommissie gemeente Zundert undert Zundertse Regelgeving Wetstechnische informatie 2013/17314 Rubriek: 1 Naam regeling: Verordening auditcommissie gemeente Zundert Citeertitel: Geen citeertitel 1 Wettelijke grondslag Artikel 82 Gemeentewet

Nadere informatie

Wie bewaakt mijn geld? Financiële controle en risicobeheersing binnen de gemeente Nuth

Wie bewaakt mijn geld? Financiële controle en risicobeheersing binnen de gemeente Nuth Wie bewaakt mijn geld? Financiële controle en risicobeheersing binnen de gemeente Nuth De taak van de raad onder het dualisme Kaders stellen (WMO, Jeugdwet, handhaving) Budgetteren (begroting) Lokale wetgeving

Nadere informatie

Compliance charter Stichting Pensioenfonds van de ABN AMRO Bank N.V.

Compliance charter Stichting Pensioenfonds van de ABN AMRO Bank N.V. Compliance charter Stichting Pensioenfonds van de ABN AMRO Bank N.V. [geldend vanaf 26 september 2018, PF18-177] Artikel 1 Definities De definities welke in dit compliance charter worden gebruikt, worden

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds Ecolab. Compliance Charter. Voorwoord

Stichting Pensioenfonds Ecolab. Compliance Charter. Voorwoord Stichting Pensioenfonds Ecolab Compliance Charter Voorwoord Het Compliance Charter beschrijft de definitie, doelstellingen, scope, en taken en verantwoordelijkheden van de betrokkenen in het kader van

Nadere informatie

INTERNATIONALE CONTROLESTANDAARD 260 COMMUNICATIE OVER CONTROLE-AANGELEGENHEDEN MET HET TOEZICHTHOUDEND ORGAAN

INTERNATIONALE CONTROLESTANDAARD 260 COMMUNICATIE OVER CONTROLE-AANGELEGENHEDEN MET HET TOEZICHTHOUDEND ORGAAN INTERNATIONALE CONTROLESTANDAARD 260 COMMUNICATIE OVER CONTROLE-AANGELEGENHEDEN MET HET TOEZICHTHOUDEND ORGAAN INHOUDSOPGAVE Paragrafen Inleiding... 1-4 Relevant orgaan... 5-10 Te communiceren controle-aangelegenheden

Nadere informatie

REGLEMENT RISK- EN AUDITCOMMISSIE N.V. NEDERLANDSE SPOORWEGEN

REGLEMENT RISK- EN AUDITCOMMISSIE N.V. NEDERLANDSE SPOORWEGEN REGLEMENT RISK- EN AUDITCOMMISSIE N.V. NEDERLANDSE SPOORWEGEN 24 november 2017 INHOUD HOOFDSTUK 1: Rol en status van het Reglement 1 HOOFDSTUK 2: Samenstelling RAC 1 HOOFDSTUK 3: Taken RAC 2 HOOFDSTUK

Nadere informatie

Geachte leden van de rekeningencommissie,

Geachte leden van de rekeningencommissie, Postbus 202 1000 AE Amsterdam Gemeente Amsterdam T.a.v. de Rekeningencommissie Postbus 202 1000AE Amsterdam datum 9 juni 2016 ons kenmerk RA_16_122 behandeld door A. Kok onderwerp Toezicht op ACAM bijlage

Nadere informatie

Verordening 217 Concept aangeboden aan de Provinciale Staten

Verordening 217 Concept aangeboden aan de Provinciale Staten Verordening 217 Concept aangeboden aan de Provinciale Staten Controleverordening Randstedelijke Rekenkamer De Randstedelijke Rekenkamer besluit: overwegende dat: op grond van de wet van 2 juli 2003, Stb.

Nadere informatie

De notitie verantwoording Wet Werk en Bijstand 2004 geeft hiervoor de kaders weer.

De notitie verantwoording Wet Werk en Bijstand 2004 geeft hiervoor de kaders weer. Voorstel aan de Raad Datum raadsvergadering / Nummer raadsvoorstel 9 juni 2004 / 102/2004 Onderwerp Notitie verantwoording Wet Werk en Bijstand 2004 Programma / Programmanummer Inkomen / 3230 Portefeuillehouder

Nadere informatie

Hoofdlijnen Corporate Governance Structuur

Hoofdlijnen Corporate Governance Structuur Hoofdlijnen Corporate Governance Structuur 1. Algemeen Deugdelijk ondernemingsbestuur is waar corporate governance over gaat. Binnen de bedrijfskunde wordt de term gebruikt voor het aanduiden van hoe een

Nadere informatie

Rekenkamercommissie Wijdemeren

Rekenkamercommissie Wijdemeren Rekenkamercommissie Wijdemeren Protocol voor het uitvoeren van onderzoek 1. Opstellen onderzoeksopdracht De in het werkprogramma beschreven onderzoeksonderwerpen worden verder uitgewerkt in de vorm van

Nadere informatie

BIJLAGE STRATEGISCH KADER FRAUDE

BIJLAGE STRATEGISCH KADER FRAUDE BIJLAGE STRATEGISCH KADER FRAUDE Deze kadernotitie bestaat uit twee delen. In het eerste deel wordt het theoretisch kader van fraude beschreven en wordt ingegaan op de vraag wat fraude is, welke relatie

Nadere informatie

Toets uw eigen continuïteitsplan

Toets uw eigen continuïteitsplan Inspectiebericht Inspectie Openbare Orde en Veiligheid Jaargang 6, nummer 1 (maart 2010) 9 Toets uw eigen continuïteitsplan Deze vragenlijst is een gecomprimeerde en op onderdelen aangepaste versie van

Nadere informatie

VOORWOORD. 1 Code voor informatiebeveiliging, Nederlands Normalisatie Instituut, Delft, 2007 : NEN-ISO.IEC 27002.

VOORWOORD. 1 Code voor informatiebeveiliging, Nederlands Normalisatie Instituut, Delft, 2007 : NEN-ISO.IEC 27002. Gesloten openheid Beleid informatiebeveiliging gemeente Leeuwarden 2014-2015 VOORWOORD In januari 2003 is het eerste informatiebeveiligingsbeleid vastgesteld voor de gemeente Leeuwarden in de nota Gesloten

Nadere informatie

Reglement Bestuur HOOFDSTUK 1 ALGEMEEN

Reglement Bestuur HOOFDSTUK 1 ALGEMEEN Reglement Bestuur HOOFDSTUK 1 ALGEMEEN Artikel 1 - begrippen Bestuur : bestuur van de RPO zoals bedoeld in artikel 2.60b van de Mediawet; Bestuurder : lid en tevens voorzitter van het Bestuur; Raad van

Nadere informatie

Voorschrift Informatiebeveilging Rijksdienst (VIR) 2007. Presentatie CIOP seminar - 12 juni 2007 Frank Heijligers (BZK)

Voorschrift Informatiebeveilging Rijksdienst (VIR) 2007. Presentatie CIOP seminar - 12 juni 2007 Frank Heijligers (BZK) Voorschrift Informatiebeveilging Rijksdienst (VIR) 2007 Presentatie CIOP seminar - 12 juni 2007 Frank Heijligers (BZK) Inhoud Aanleiding en Historie VIR 2007 Invoeringsaspecten 2 Aanleiding en historie

Nadere informatie

Iedereen denkt bij informatieveiligheid dat het alleen over ICT en bedrijfsvoering gaat, maar het is veel meer dan dat. Ook bij provincies.

Iedereen denkt bij informatieveiligheid dat het alleen over ICT en bedrijfsvoering gaat, maar het is veel meer dan dat. Ook bij provincies. Iedereen denkt bij informatieveiligheid dat het alleen over ICT en bedrijfsvoering gaat, maar het is veel meer dan dat. Ook bij provincies. Gea van Craaikamp, algemeen directeur en provinciesecretaris

Nadere informatie

Audit Assurance bij het Applicatiepakket Interne Modellen Solvency II

Audit Assurance bij het Applicatiepakket Interne Modellen Solvency II Confidentieel 1 Audit Assurance bij het Applicatiepakket Interne Modellen Solvency II 1 Inleiding Instellingen die op grond van art. 112, 230 of 231 van de Solvency II richtlijn (richtlijn 2009/139/EC)

Nadere informatie

Datum 27 november 2009 Betreft Oordeelsbrief Geacht bestuur,

Datum 27 november 2009 Betreft Oordeelsbrief Geacht bestuur, L1875 Stichting Woningcorporaties Het Gooi en Omstreken t.a.v. het bestuur Postbus 329 1200 AH HILVERSUM Rijnstraat 8 Postbus 30941 2500 GX Den Haag www.vrom.nl Datum 27 november 2009 Betreft Oordeelsbrief

Nadere informatie

Onderzoek Inkoop en aanbestedingen Onderzoeksopzet. Rekenkamercommissie De Wolden September 2016 Status: definitief Versie: 1.0

Onderzoek Inkoop en aanbestedingen Onderzoeksopzet. Rekenkamercommissie De Wolden September 2016 Status: definitief Versie: 1.0 Onderzoek Inkoop en aanbestedingen Onderzoeksopzet Rekenkamercommissie De Wolden September 2016 Status: definitief Versie: 1.0 Rekenkamercommissie De Wolden 1 A. Wat willen wij bereiken? 1. Aanleiding

Nadere informatie

Datum 27 november 2009 Betreft Oordeelsbrief 2009. Geacht bestuur,

Datum 27 november 2009 Betreft Oordeelsbrief 2009. Geacht bestuur, L0705 Veenendaalse Woningstichting t.a.v. het bestuur Postbus 168 3900 AD VEENENDAAL Rijnstraat 8 Postbus 30941 2500 GX Den Haag www.vrom.nl Datum 27 november 2009 Betreft Oordeelsbrief 2009 Geacht bestuur,

Nadere informatie

Informatiebeveiligingsbeleid

Informatiebeveiligingsbeleid 2-Control B.V. +31 (0)76 50 194 70 Haagse Markt 1 www.2-control.nl 4813 BA Breda info@2-control.nl The Netherlands Informatiebeveiligingsbeleid Concept Datum Versiebeheer Versie Datum Status Naam Toelichting

Nadere informatie

Besluit tot wijziging van de Nadere voorschriften controleen overige standaarden Vastgesteld 18 december 2008

Besluit tot wijziging van de Nadere voorschriften controleen overige standaarden Vastgesteld 18 december 2008 Besluit tot wijziging van de Nadere voorschriften controleen overige standaarden Vastgesteld 18 december 2008 1 Besluit tot wijziging van de Nadere voorschriften controle- en overige standaarden Vastgesteld

Nadere informatie

Inspiratiedag. Workshop 1: Risicogestuurde interne controle. 15 september 2016

Inspiratiedag. Workshop 1: Risicogestuurde interne controle. 15 september 2016 Inspiratiedag Workshop 1: Risicogestuurde interne controle 15 september 2016 Programma Inleiding Risicomanagement Interne beheersing Relatie met de externe accountant Van interne controle naar beheersing

Nadere informatie

Verordening controle op het financieel beheer en op de inrichting van de financiële organisatie van Wetterskip Fryslân.

Verordening controle op het financieel beheer en op de inrichting van de financiële organisatie van Wetterskip Fryslân. Verordening controle op het financieel beheer en op de inrichting van de financiële organisatie van Wetterskip Fryslân. Het algemeen bestuur van Wetterskip Fryslân besluit, gelet op artikel 109 van de

Nadere informatie

HOEBERT HULSHOF & ROEST

HOEBERT HULSHOF & ROEST Inleiding Artikel 1 Deze standaard voor aan assurance verwante opdrachten heeft ten doel grondslagen en werkzaamheden vast te stellen en aanwijzingen te geven omtrent de vaktechnische verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Rekeningcommissie. : Middelen/CC&A Nummer commissiestuk : RC-0219 Datum : 9 november 2010 Bijlagen : -

Rekeningcommissie. : Middelen/CC&A Nummer commissiestuk : RC-0219 Datum : 9 november 2010 Bijlagen : - Griffie Rekeningcommissie Datum commissievergadering : - DIS-stuknummer : 2355849 Behandelend ambtenaar : N. Sluiter Directie/bureau : Middelen/CC&A Nummer commissiestuk : RC-0219 Datum : 9 november 2010

Nadere informatie

Concretere eisen om te (kunnen) voldoen aan relevante wet- en regelgeving zijn specifiek benoemd

Concretere eisen om te (kunnen) voldoen aan relevante wet- en regelgeving zijn specifiek benoemd >>> Overgang Maatstaf 2016 Onderstaand overzicht bevat de selectie van de geheel nieuwe eisen uit de Maatstaf 2016 en de eisen waarbij extra of andere accenten zijn gelegd, inclusief een korte toelichting.

Nadere informatie

Beleidsnota Misbruik en Oneigenlijk gebruik. Gemeente Velsen

Beleidsnota Misbruik en Oneigenlijk gebruik. Gemeente Velsen Beleidsnota Misbruik en Oneigenlijk gebruik Gemeente Velsen 2 Inhoudsopgave Inleiding blz. 4 Definities blz. 5 Kader gemeente Velsen blz. 7 Beleidsuitgangspunten blz. 7 Aandachtspunten voor de uitvoering

Nadere informatie

Nota Risicomanagement en weerstandsvermogen BghU 2018

Nota Risicomanagement en weerstandsvermogen BghU 2018 Nota Risicomanagement en weerstandsvermogen BghU 2018 *** Onbekende risico s zijn een bedreiging, bekende risico s een management issue *** Samenvatting en besluit Risicomanagement is een groeiproces waarbij

Nadere informatie

Beheersing beheerst. Over risicogestuurde interne controle in het sociale domein

Beheersing beheerst. Over risicogestuurde interne controle in het sociale domein Beheersing beheerst Over risicogestuurde interne controle in het sociale domein Beheersing beheerst Over risicogestuurde interne controle in het sociale domein Hoe draagt interne controle bij aan het efficiënt

Nadere informatie

IT-audit in vogelvlucht. Jeanot de Boer 24 april 2012

IT-audit in vogelvlucht. Jeanot de Boer 24 april 2012 IT-audit in vogelvlucht Jeanot de Boer 24 april 2012 Agenda Introductie Wat is IT-audit Hoe is IT-audit in Nederland geregeld? Het IT-audit proces Wat is de toegevoegde waarde van IT-audit Enkele praktijkvoorbeelden

Nadere informatie

CONTROLEPROTOCOL voor de accountantscontrole op de jaarrekening 2013 van de gemeente Hengelo

CONTROLEPROTOCOL voor de accountantscontrole op de jaarrekening 2013 van de gemeente Hengelo CONTROLEPROTOCOL voor de accountantscontrole op de jaarrekening 2013 van de gemeente Hengelo 0 Inleiding De Gemeentewet(GW), art. 213, schrijft voor dat de gemeenteraad één of meer accountants aanwijst

Nadere informatie

Doelmatigheidsonderzoek Externe geldstromen

Doelmatigheidsonderzoek Externe geldstromen Doelmatigheidsonderzoek Externe geldstromen Projectdocument april 2000 Werkgroep onderzoek externe geldstromen Inhoud: 1. Aanleiding voor het onderzoek en achtergrond 2. Organisatie 3. Doelstelling 4.

Nadere informatie

Compliance Charter. Voor pensioenfondsen die pensioenadministratie en/of vermogensbeheer geheel of gedeeltelijk hebben uitbesteed

Compliance Charter. Voor pensioenfondsen die pensioenadministratie en/of vermogensbeheer geheel of gedeeltelijk hebben uitbesteed Compliance Charter Voor pensioenfondsen die pensioenadministratie en/of vermogensbeheer geheel of gedeeltelijk hebben uitbesteed September 2008 Inhoudsopgave 1 Voorwoord 1 2 Definitie en reikwijdte 2 3

Nadere informatie

4204 REGELING INCIDENTEN KREDIETINSTELLINGEN EN VERZEKERAARS NEDERLANDSE STAATSCOURANT VAN 23 DECEMBER 2003 NR 248

4204 REGELING INCIDENTEN KREDIETINSTELLINGEN EN VERZEKERAARS NEDERLANDSE STAATSCOURANT VAN 23 DECEMBER 2003 NR 248 4204 REGELING INCIDENTEN KREDIETINSTELLINGEN EN VERZEKERAARS NEDERLANDSE STAATSCOURANT VAN 23 DECEMBER 2003 NR 248 Regeling van De Nederlandsche Bank N.V. en de Pensioen- & Verzekeringskamer ingevolge

Nadere informatie

Onderzoeksplan doeltreffendheid en doelmatigheid 2018

Onderzoeksplan doeltreffendheid en doelmatigheid 2018 splan doeltreffendheid en doelmatigheid 2018 Gemeente Groningen Oktober 2017-1 - 1. Algemeen Op grond van artikel 213a Gemeentewet moet ons college periodiek onderzoek doen naar de doelmatigheid en doeltreffendheid

Nadere informatie

Datum 27 november 2009 Betreft Oordeelsbrief Geacht bestuur,

Datum 27 november 2009 Betreft Oordeelsbrief Geacht bestuur, L0884 Woningstichting Goed Wonen Koedijk Sint-Pancras t.a.v. het bestuur Bovenweg 180 A 1834 CJ SINT PANCRAS Rijnstraat 8 Postbus 30941 2500 GX Den Haag www.vrom.nl Datum 27 november 2009 Betreft Oordeelsbrief

Nadere informatie

Functieprofiel Beleidsadviseur Functieprofiel titel Functiecode 00

Functieprofiel Beleidsadviseur Functieprofiel titel Functiecode 00 1 Functieprofiel Beleidsadviseur Functieprofiel titel Functiecode 00 Doel Ontwikkelen, implementeren en evalueren van beleid en adviseren op één of meerdere aandachtsgebieden/beleidsterreinen ten behoeve

Nadere informatie

Richtlijn 4401 Opdrachten tot het verrichten van overeengekomen specifieke werkzaamheden met betrekking tot informatietechnologie

Richtlijn 4401 Opdrachten tot het verrichten van overeengekomen specifieke werkzaamheden met betrekking tot informatietechnologie Richtlijn 4401 Opdrachten tot het verrichten van overeengekomen specifieke werkzaamheden met betrekking tot informatietechnologie Inleiding 1-3 Doel van de opdracht tot het verrichten van overeengekomen

Nadere informatie

Uitbestedingsbeleid 2015

Uitbestedingsbeleid 2015 Uitbestedingsbeleid 2015 versie 16 juni 2015 1 1. Inleiding Stichting Bedrijfstakpensioenfonds TrueBlue (verder: TrueBlue) heeft uit strategische overwegingen delen van haar bedrijfsprocessen en activiteiten

Nadere informatie

BNG Compliance Charter

BNG Compliance Charter BNG Compliance Charter Koninginnegracht 2 2514 AA Den Haag T 070 3750 750 www.bng.nl Contactpersoon Compliance, Integriteit en Veiligheidszaken T 070 3750 677 N.V. Bank Nederlandse Gemeenten, statutair

Nadere informatie

Met veel belangstelling heeft SRA-Bureau Vaktechniek kennisgenomen van het consultatiedocument NBA Handreiking 1141 Data-analyse bij de controle.

Met veel belangstelling heeft SRA-Bureau Vaktechniek kennisgenomen van het consultatiedocument NBA Handreiking 1141 Data-analyse bij de controle. NBA Het Bestuur Postbus 7984 1008 AD Amsterdam Consultatie-wet-en-regelgeving@nba.nl Betreft: Reactie op Consultatie Handreiking 1141 Nieuwegein, 14 september 2018 Geachte collegae, Met veel belangstelling

Nadere informatie

Uitbestedingsbeleid Stichting Pensioenfonds van de ABN AMRO Bank N.V.

Uitbestedingsbeleid Stichting Pensioenfonds van de ABN AMRO Bank N.V. Uitbestedingsbeleid Stichting Pensioenfonds van de ABN AMRO Bank N.V. [geldend vanaf 1 juni 2015, PB15-220] Artikel 1 Definities De definities welke in dit uitbestedingsbeleid worden gebruikt zijn nader

Nadere informatie

REGLEMENT AUDITCOMMISSIE TELEGRAAF MEDIA GROEP N.V.

REGLEMENT AUDITCOMMISSIE TELEGRAAF MEDIA GROEP N.V. REGLEMENT AUDITCOMMISSIE TELEGRAAF MEDIA GROEP N.V. Dit Reglement is goedgekeurd door de Raad van Commissarissen van Telegraaf Media Groep N.V. op 17 september 2013. 1. Inleiding De Auditcommissie is een

Nadere informatie

Gemeente Veenendaal. ICT-beveiligingsassessment. Suwinet Inkijk Ten behoeve van gemeenten Rhenen en Renswoude. Audit Services

Gemeente Veenendaal. ICT-beveiligingsassessment. Suwinet Inkijk Ten behoeve van gemeenten Rhenen en Renswoude. Audit Services Gemeente Veenendaal ICT-beveiligingsassessment Suwinet Inkijk Ten behoeve van gemeenten Rhenen en Renswoude Datum rapport: 6 april 2018 Rapportnummer: AAS2018-254 Dit rapport heeft 13 pagina s Inhoudsopgave

Nadere informatie

Financiële verordening VRU

Financiële verordening VRU Financiële verordening VRU Versie 2018-1 Vastgesteld door het algemeen bestuur d.d. 19 februari 2018. Het algemeen bestuur van de Veiligheidsregio Utrecht, gelet op: - artikel 212 van de Gemeentewet, -

Nadere informatie

Rechtmatigheidsverantwoording Annemarie Kros RA (PWC) & Marieke Wagemakers RA (gemeente Uden)

Rechtmatigheidsverantwoording Annemarie Kros RA (PWC) & Marieke Wagemakers RA (gemeente Uden) Rechtmatigheidsverantwoording Annemarie Kros RA (PWC) & Marieke Wagemakers RA (gemeente Uden) Planning & control Samenwerken Verbinder Adviseren sportief Pro-actief Register- Accountant ruim 10 jaar ervaring

Nadere informatie

Directiereglement Voorgesteld door de directie op: 14 juni 2011 Vastgesteld door de raad van toezicht op: 14 juni 2011

Directiereglement Voorgesteld door de directie op: 14 juni 2011 Vastgesteld door de raad van toezicht op: 14 juni 2011 Directiereglement Voorgesteld door de directie op: 14 juni 2011 Vastgesteld door de raad van toezicht op: 14 juni 2011 HOOFDSTUK I. ALGEMEEN Artikel 1. Begrippen en terminologie Dit Reglement is opgesteld

Nadere informatie

Medewerker administratieve processen en systemen

Medewerker administratieve processen en systemen processen en systemen Doel Voorbereiden, analyseren, ontwerpen, ontwikkelen, beheren en evalueren van procedures en inrichting van het administratieve proces en interne controles, rekening houdend met

Nadere informatie

5. Beschrijving van het onderzoek

5. Beschrijving van het onderzoek 5. Beschrijving van het onderzoek 5.1 Doel van het onderzoek Het toezicht van de AFM op accountantsorganisaties is erop gericht de kwaliteit van wettelijke controles te verbeteren en duurzaam te waarborgen.

Nadere informatie

Uitbesteding in de pensioensector:

Uitbesteding in de pensioensector: Uitbesteding in de pensioensector: Bevindingen vanuit de toezichtspraktijk Prof. Dr. O.C.H.M. Sleijpen EYe on Pensions 14 januari 2014 Uitbesteding in de Pensioensector Topics: A. Wettelijke bepalingen

Nadere informatie

Compliance Charter. Pensioenfonds NIBC

Compliance Charter. Pensioenfonds NIBC Compliance Charter Pensioenfonds NIBC Vastgesteld in bestuursvergadering 9 december 2016 Inleiding Pensioenfonds NIBC voert de pensioenregeling van NIBC Bank N.V. uit. Het pensioenfonds is een stichting

Nadere informatie

Voortgangsrapportage

Voortgangsrapportage Rechtmatigheid Wat hebben we bereikt? Voortgangsrapportage Rechtmatigheid Stand van zaken per 1 juli Behoort bij brief met kenmerk - 50651 Voortgangsrapportage Rechtmatigheid, juli 1 FASE 1 WET EN REGELGEVING

Nadere informatie

Implementatie Code Banken

Implementatie Code Banken Implementatie Code Banken Koninginnegracht 2 2514 AA Den Haag T 070 3750 750 www.bngbank.nl BNG Bank is een handelsnaam van N.V. Bank Nederlandse Gemeenten, statutair gevestigd te Den Haag, KvK-nummer

Nadere informatie

Informatiemanager. Doel. Context

Informatiemanager. Doel. Context Informatiemanager Doel Ontwikkelen, in stand houden, evalueren, aanpassen en regisseren van het informatiemanagement, de digitale informatievoorziening en de ICT-facilitering van de instelling en/of de

Nadere informatie

Overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten van de Gouverneurs (IIB)

Overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten van de Gouverneurs (IIB) Resultaten verantwoordingsonderzoek 2016 Overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten van de Gouverneurs (IIB) Rapport bij het jaarverslag 2017 Resultaten verantwoordingsonderzoek 2016 Overige Hoge Colleges

Nadere informatie

DNB BEOORDELINGSKADER VOOR DE AUDITFUNCTIE BIJ TRUSTKANTOREN INGEVOLGE DE RIB WTT 2014

DNB BEOORDELINGSKADER VOOR DE AUDITFUNCTIE BIJ TRUSTKANTOREN INGEVOLGE DE RIB WTT 2014 DNB BEOORDELINGSKADER VOOR DE AUDITFUNCTIE BIJ TRUSTKANTOREN INGEVOLGE DE RIB WTT 2014 In het kader van de integere bedrijfsvoering is een trustkantoor met ingang van 1 januari 2015 verplicht om zorg te

Nadere informatie

Reglement van de auditcommissie van Stadgenoot

Reglement van de auditcommissie van Stadgenoot Reglement van de auditcommissie van Stadgenoot Dit reglement is vastgesteld door de Raad van Commissarissen op 27 januari 2015. Artikel 1. Preambule a. Ter verduidelijking van en in aanvulling op statutair

Nadere informatie

Onderzoeksrapport. Definitieve Vaststelling vn de. Risicovereveningsbijdrage 2011 van. Zorginstituut Nederland

Onderzoeksrapport. Definitieve Vaststelling vn de. Risicovereveningsbijdrage 2011 van. Zorginstituut Nederland Risicovereveningsbijdrage 2011 van Definitieve Vaststelling vn de Onderzoeksrapport Zorginstituut Nederland Auditdienst Rijk Ministerie van Financiën Colofon Titel Uitgebracht aan Definitieve Vaststelling

Nadere informatie

verbonden stichtingen

verbonden stichtingen verbonden stichtingen 1 inleiding aanleiding Capelle aan den IJssel werkt sinds enkele jaren met verbonden stichtingen. Zo bestaat sinds 2011 de stichting CapelleWerkt, is in 2014 de stichting Centrum

Nadere informatie

Inrichting sector Concernstaf en unit Concern Controlling

Inrichting sector Concernstaf en unit Concern Controlling Bijlage bij Brief PS reg. nr. 2007-62976 Inrichting sector Concernstaf en unit Concern Controlling Inleiding Per half februari 2006 is het hoofd concern-controlling benoemd op de functie van Directiecontroller

Nadere informatie

Nota risicomanagement 2014

Nota risicomanagement 2014 Nota risicomanagement 2014 Opgesteld door: Afdeling concerncontrol D.d.: Februari 2014 2 Inhoud 1 Inleiding... 5 2 Wettelijk kader en doelstellingen... 6 2.1 BBV... 6 2.2 Doelstellingen... 6 3 Risicomanagement...

Nadere informatie

Actieplan naar aanleiding van BDO-onderzoek. Raad van Commissarissen GVB Holding N.V. Woensdag 13 juni 2012

Actieplan naar aanleiding van BDO-onderzoek. Raad van Commissarissen GVB Holding N.V. Woensdag 13 juni 2012 Actieplan naar aanleiding van BDO-onderzoek Raad van Commissarissen GVB Holding N.V. Woensdag 13 juni 2012 Inhoudsopgave - Actieplan GVB Raad van Commissarissen GVB Holding N.V. n.a.v. BDO-rapportage 13

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds KAS BANK

Stichting Pensioenfonds KAS BANK Stichting Pensioenfonds KAS BANK Compliance Charter Januari 2017 Inhoudsopgave 1 Voorwoord... 2 2 Definitie en reikwijdte... 2 3 Missie van compliance... 2 Integriteit van het bestuur... 3 Integere bedrijfsvoering...

Nadere informatie

Assurancerapport van de onafhankelijke IT-auditor

Assurancerapport van de onafhankelijke IT-auditor Assurancerapport van de onafhankelijke IT-auditor Aan: College van burgemeester en wethouders van gemeente Renswoude Ons oordeel Wij hebben de bijgevoegde Collegeverklaring ENSIA 2017 inzake informatiebeveiliging

Nadere informatie

RAPPORT AD/2005/ Inzake de negende voortgangsrapportage Structuur Uitvoering Werk en Inkomen. Auditdienst

RAPPORT AD/2005/ Inzake de negende voortgangsrapportage Structuur Uitvoering Werk en Inkomen. Auditdienst RAPPORT AD/2005/35556 Inzake de negende voortgangsrapportage Structuur Uitvoering Werk en Inkomen AD-rapport bij de negende voortgangsrapportage SUWI Den Haag, 17 mei 2005 Auditdienst van het Ministerie

Nadere informatie

Compliance Program. Voor pensioenfondsen die pensioenadministratie en/of vermogensbeheer geheel of gedeeltelijk hebben uitbesteed

Compliance Program. Voor pensioenfondsen die pensioenadministratie en/of vermogensbeheer geheel of gedeeltelijk hebben uitbesteed Compliance Program Voor pensioenfondsen die pensioenadministratie en/of vermogensbeheer geheel of gedeeltelijk hebben uitbesteed September 2008 Inhoudsopgave 1 Inleiding 1 1.1 Voorwoord 1 1.2 Definitie

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGSNIVEAU. Nova College te Haarlem. Februari 2014

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGSNIVEAU. Nova College te Haarlem. Februari 2014 ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGSNIVEAU Nova College te Haarlem Februari 2014 vastgesteld 29/11/2013 Plaats: Haarlem BRIN: 25PX Onderzoeksnummer: Kenmerk: 259730 4223674 Onderzoek

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 200 VIII Jaarverslag en slotwet Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 2014 Nr. 11 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN

Nadere informatie

Ministerie van Algemene Zaken (III)

Ministerie van Algemene Zaken (III) Resultaten verantwoordingsonderzoek 2016 Ministerie van Algemene Zaken (III) Rapport bij het jaarverslag 2017 Resultaten verantwoordingsonderzoek 2016 Ministerie van Algemene Zaken (III) Rapport bij het

Nadere informatie

B2 Reglement Beroepsbeoefening IT-auditors

B2 Reglement Beroepsbeoefening IT-auditors B2 Reglement Beroepsbeoefening IT-auditors INHOUDSOPGAVE Artikel Inleiding 1 t/m 4 Vereisten 5 Onderwerpen 6 t/m 7 Richtlijnen 8 t/m 12 Handreikingen 13 t/m 17 Studies 18 TOEPASSINGSGERICHTE EN OVERIGE

Nadere informatie

Planning & control cyclus

Planning & control cyclus Bijlage 2 behorende bij de kaderbrief 2015 Planning & control cyclus Spoorboek 1 2 Inleiding Dit spoorboek Planning & Control-cyclus dient als handvat en achtergrondinformatie voor de organisatie bij de

Nadere informatie

Mandaat van het Auditcomité

Mandaat van het Auditcomité ECB-OPENBAAR November 201 7 Mandaat van het Auditcomité Een Auditcomité op hoog niveau dat door de Raad van Bestuur is opgericht krachtens artikel 9b van het Reglement van orde van de ECB versterkt de

Nadere informatie

Onderzoek naar de Dienst Bewaken en Beveiligen. Hoe worden mogelijke integriteitsschendingen bij de DBB voorkomen en/of bestreden?

Onderzoek naar de Dienst Bewaken en Beveiligen. Hoe worden mogelijke integriteitsschendingen bij de DBB voorkomen en/of bestreden? Onderzoek naar de Dienst Bewaken en Beveiligen Hoe worden mogelijke integriteitsschendingen bij de DBB voorkomen en/of bestreden? 1 Aanleiding 3 2 Afbakening 4 3 Doel- en probleemstelling 5 3.1 Doelstelling

Nadere informatie

Corporate governance code Caparis NV

Corporate governance code Caparis NV Corporate governance code Caparis NV De brancheorganisatie sociale werkgelegenheid en arbeidsintegratie Cedris heeft in het voorjaar van 2010 een branchecode aangenomen. In de inleiding van deze branchecode

Nadere informatie

Matrix Comply-or-Explain Code Banken 2017

Matrix Comply-or-Explain Code Banken 2017 Matrix Comply-or-Explain Code Banken 2017 In oktober 2014 heeft de Nederlandse Vereniging van Banken de herziene Code Banken (de "Code Banken"), onderdeel van een pakket met de naam "Future Oriented Banking"

Nadere informatie

HANDHAVINGSVERORDENING WWB en WIJ gemeente Lelystad

HANDHAVINGSVERORDENING WWB en WIJ gemeente Lelystad HANDHAVINGSVERORDENING WWB en WIJ Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Besloten door Deze versie is geldig tot (als de vervaldatum is vastgesteld)

Nadere informatie

2014 VERBINDINGENSTATUUT

2014 VERBINDINGENSTATUUT 2014 VERBINDINGENSTATUUT 1. Inleiding 1.1 Algemeen 1.1.1. In het verbindingenstatuut is het toetsingskader vastgelegd dat door Woningstichting St. Joseph (hierna: de woningstichting) wordt gehanteerd bij

Nadere informatie

Aan de raad van de gemeente Lingewaard

Aan de raad van de gemeente Lingewaard 6 Aan de raad van de gemeente Lingewaard *14RDS00194* 14RDS00194 Onderwerp Nota Risicomanagement & Weerstandsvermogen 2014-2017 1 Samenvatting In deze nieuwe Nota Risicomanagement & Weerstandsvermogen

Nadere informatie

Aan uw raad is het volgende toegezegd: Toezeggingen college van B&W in Commissies en Raad (september 2015) TCM 09 21 mei 2015

Aan uw raad is het volgende toegezegd: Toezeggingen college van B&W in Commissies en Raad (september 2015) TCM 09 21 mei 2015 Bedrijfsvoering De gemeenteraad van Bloemendaal Datum : 19 augustus 2015 Uw kenmerk : Ons kenmerk : 2015056815 Behandeld door : J. van der Hulst Doorkiesnummer : 023-522 5592 Onderwerp : Rapportage informatiebeveiliging

Nadere informatie

Ons kenmerk C100/05.0016522. Aantal bijlagen 1

Ons kenmerk C100/05.0016522. Aantal bijlagen 1 Directie Bestuur & Organisatie Directie Algemeen Aan de Commissie AB Korte Nieuwstraat 6 65 PP Nijmegen Telefoon (024) 329 9 Telefax (024) 329 22 92 E-mail gemeente@nijmegen.nl Postadres Postbus 905 6500

Nadere informatie

van onderwijs en onderwijsondersteuning binnen Directeur onderwijsinstituut

van onderwijs en onderwijsondersteuning binnen Directeur onderwijsinstituut Opleidingsmanager Doel Ontwikkelen van programma( s) van wetenschappenlijk onderwijs en (laten) uitvoeren en organiseren van onderwijs en onderwijsondersteuning binnen de faculteit, uitgaande van een faculteitsplan

Nadere informatie

Samenvattend auditrapport

Samenvattend auditrapport r?' m Auditdienst Rijk Ministerie van Financiën Samenvattend auditrapport I u fonds (A) IM xi' ".r r' rri Samenvattend auditrapport 2016 Infrastructuurfonds (A) 15 maart 2017 Kenmerk 2017-0000036092 Inlichtingen

Nadere informatie

NOTITIE. Zorg voor integriteit, een nulmeting naar integriteitszorg in 2004 INHOUD. Bevindingenraster 2. Reactie minister 5

NOTITIE. Zorg voor integriteit, een nulmeting naar integriteitszorg in 2004 INHOUD. Bevindingenraster 2. Reactie minister 5 Zorg voor integriteit, een nulmeting naar integriteitszorg in 2004 INHOUD Bevindingenraster 2 Reactie minister 5 Nawoord Algemene Rekenkamer 5 NOTITIE 1 Integriteitsbeleid / gedragscodes 1.1 Integriteitsbeleid

Nadere informatie

Preview. Voorwoord. adviesbureaus op het gebied van managementsystemen en auditing;

Preview. Voorwoord. adviesbureaus op het gebied van managementsystemen en auditing; Voorwoord In 2003 verscheen de eerste druk van deze praktijkgids. Het doel was om organisaties te voorzien van een praktische toelichting op de nieuwe ISO 19011 Richtlijnen voor het uitvoeren van kwaliteits-

Nadere informatie

REGLEMENT DIRECTIE - De directie van de stichting: Stichting SOS-Kinderdorpen Nederland, statutair gevestigd te Amsterdam (hierna: "de stichting");

REGLEMENT DIRECTIE - De directie van de stichting: Stichting SOS-Kinderdorpen Nederland, statutair gevestigd te Amsterdam (hierna: de stichting); REGLEMENT DIRECTIE - De directie van de stichting: Stichting SOS-Kinderdorpen Nederland, statutair gevestigd te Amsterdam (hierna: "de stichting"); in aanmerking genomen het volgende: A) de statutaire

Nadere informatie

Notitie inzake integriteit van bestuur Nederlandse Antillen t.b.v. het ministerieel overleg inzake integriteit d.d. 3-11-03.

Notitie inzake integriteit van bestuur Nederlandse Antillen t.b.v. het ministerieel overleg inzake integriteit d.d. 3-11-03. Notitie inzake integriteit van bestuur Nederlandse Antillen t.b.v. het ministerieel overleg inzake integriteit d.d. 3-11-03. Algemeen Deze notitie is bedoeld om inzicht te verschaffen in de stand van zaken

Nadere informatie