Advies voor het toezicht op het veiligheidsprogramma voor ziekenhuizen Wetenschappelijke Adviesraad Meten (WAM), 15 augustus 2008

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Advies voor het toezicht op het veiligheidsprogramma voor ziekenhuizen Wetenschappelijke Adviesraad Meten (WAM), 15 augustus 2008"

Transcriptie

1 Advies voor het toezicht op het veiligheidsprogramma voor ziekenhuizen Wetenschappelijke Adviesraad Meten (WAM), 15 augustus 2008 Inhoudsopgave 1. Inleiding Het veiligheidsprogramma, de rol van overheid en inspectie De wetenschappelijke adviesraad meten (WAM) Algemeen advies WAM Overzicht metingen Metingen uitgewerkt Ziekenhuissterfte Vermijdbare schade VMS De eerste interventie-thema s Thema 1: Postoperatieve wondinfecties (POWI) Thema 2: Sepsis Thema 3: Bedreigde vitale functies Thema 4, Medicatie bij overdracht Concept metingen voor de latere interventiethema s Thema 9: Verwisseling bij en tussen patiënten Thema 4, 8 en 10:, high-risk medicatie en bijwerkingen contrastmiddelen Thema 5: De oudere patiënt Thema 6: Sterfte bij Acuut Myocard Infarct (AMI) Thema 7: Voorkomen van onnodig lijden van patiënten door pijn Onderzoek, onderwijs en opleiding (OOO)...25 Bijlage 1 Leden WAM...26

2 1. Inleiding 1.1. Het veiligheidsprogramma, de rol van overheid en inspectie Ziekenhuizen, medisch specialisten en verpleegkundigen hebben op 12 juni 2007 het veiligheidsprogramma Voorkom schade, werk veilig gepresenteerd en aan de Minister aangeboden. Doel van het programma is het verbeteren van patiëntveiligheid in ziekenhuizen op korte termijn, waardoor binnen 5 ar het aantal vermijdbare sterfgevallen en andere vermijdbare schade met 50% zal verminderen. Het programma omvat drie verbetertrajecten: het implementeren van een veiligheidsmanagementsysteem (VMS) in alle ziekenhuizen, het reduceren van vermijdbare sterfte en schade op tien inhoudelijke thema s en het invoegen van patiëntveiligheid in onderwijs, onderzoek en opleiding. Orde, NVZ en LEVV hebben met tien pilotziekenhuizen de basis gelegd voor een VMS in ziekenhuizen. Dit heeft geresulteerd in de NTA 8009:2007 (Nederlands Technische Afspraak, verder NTA ) die kwaliteitseisen voor de basiselementen van het VMS bevat. Ziekenhuizen hebben in de tweede helft van 2007 een zelfevaluatie gedaan om de stand van zaken op dit vlak in hun ziekenhuis te bepalen en een plan van aanpak voor implementatie van het VMS opgesteld. De inhoudelijke invulling van de interventies op de tien speerpunten is gestart in nuari De Minister heeft de doelstelling van het veiligheidsprogramma, een reductie van vermijdbare sterfte en schade van 50%, overgenomen en biedt financiële ondersteuning aan de opzet en uitwerking van het veiligheidsprogramma. Mede op verzoek van de initiatiefnemers houdt IGZ toezicht op de invoering van het programma en het behalen van de beloofde resultaten. Dit toezicht kent twee aspecten, enerzijds het ten behoeve van de Minister en Tweede Kamer monitoren van voortgang en resultaat van het veiligheidsprogramma op landelijke schaal, anderzijds toezicht op de invoering en het resultaat in individuele ziekenhuizen. Bij de handhaving kan de gebruikelijke aanpak van stapsgewijze intensivering worden gehanteerd De wetenschappelijke adviesraad meten (WAM) De Inspecteur Generaal (IG) heeft een adviesraad met externe deskundigen, de wetenschappelijke adviesraad meten (WAM), ingesteld om hem te adviseren over de wijze van monitoren van en toezicht op het veiligheidsprogramma. Deelnemers van de WAM (bijlage 1) zijn door de IG op persoonlijke titel gevraagd op basis van hun deskundigheid. De IGZ is zelf verantwoordelijk voor de invulling van het advies in haar toezicht. Zonodig adviseert de WAM de IGZ tijdens het meetproces over de uitgevoerde activiteiten. Dit kan onder andere betrekking hebben op noodzakelijk geacht aanvullend onderzoek bij voorgestelde meetmethoden of wenselijkheid van wijzigingen (bijvoorbeeld bij een andere gekozen invulling door de IGZ). 2

3 2. Algemeen advies WAM De WAM adviseert een combinatie van metingen: Uitkomstindicatoren om het resultaat van het programma landelijk te monitoren en vast te stellen in hoeverre individuele ziekenhuizen slagen om resultaat te behalen. Procesindicatoren om vast te stellen in hoeverre ziekenhuizen het VMS en de voorgesteld interventies uitvoeren. Audits of inspectiebezoeken om in ziekenhuizen toe te zien op de wijze van invoering van programmaonderdelen. Patiëntenervaring om te onderzoeken in hoeverre patiënten (on)veiligheid ervaren. Bij ieder meetadvies is aangegeven of het is gericht op het monitoren van voortgang en resultaat van het veiligheidsprogramma op landelijke schaal, of op de voortgang, de uitvoering en het resultaat in individuele ziekenhuizen. Voor het landelijke resultaat ten aanzien van sterfte en schade geeft de WAM aan dat het goed is zich te realiseren dat een aantoonbare extra daling door invoering van het veiligheidsprogramma niet waarschijnlijk is. Dit is enerzijds omdat slechts een klein deel van de ziekenhuissterfte samenhangt met vermijdbare gebeurtenissen 1 en anderzijds omdat de ziekenhuissterfte al ren daalt door medischtechnische vooruitgang en door een verschuiving van de plaats van overlijden. 2 Dit laatste is te ondervangen door te vragen naar de sterfte na 30 dagen, hetgeen met de toepassing van het burger service nummer (BSN) in de gezondheidszorg mogelijk is. Voor een aantal indicatoren, zoals sterfte of postoperatieve infecties, is dan ook de afname van de spreiding tussen ziekenhuizen en binnen ziekenhuizen, naast de voortzetting van de daling, een belangrijker resultaat dan de daling op zich. Bij een voortgezette daling van de ongewenste uitkomst duidt een afname van de spreiding er op dat verschillen tussen ziekenhuizen afnemen omdat er minder underperformers zijn. Ook een presentatie van de gegevens die zich niet richt op ranking, maar laat zien hoeveel ziekenhuizen een extreme score hebben, zoals dat kan met funnelplots, helpt om landelijk aan te tonen dat door invoering van het veiligheidsprogramma het aantal ziekenhuizen met een extreme score afneemt (zie voorbeeld figuur 1). 1 de Bruijne MC, Zegers M, Loonhout LHF, Wagner C. Onbedoelde schade in Nederlandse ziekenhuizen. Dossieronderzoek van ziekenhuisopnames in EMGO instituut, Nivel 2007, ISBN Slobbe LCJ, Arah OA, de Bruin A, Westert GP. Mortality in Dutch hospitals: Trends in time, place and cause of death after admission for myocardial infarction and stroke. An observational study. BMC Health Services Research, 2008, 8:52 3

4 Figuur 1 Gebruik funnelplots bij uitkomstindicator HSMR = baseline risk HSMR Expected deaths Voor het monitoren van het effect van het veiligheidsprogramma is het noodzakelijk dat de uitgangssituatie bekend is. De uitkomstindicatoren zijn zo gekozen dat waar mogelijk een 0- meting kan plaatsvinden op basis van beschikbare data. Openbaarheid van indicatoren op ziekenhuisniveau kan gewenste en ongewenste effecten meebrengen. Openbaarheid van procesindicatoren biedt in de praktijk vaak een stimulans voor het implementeren van de gewenste interventie, maar kan bij ook leiden tot registratielast en papieren werkelijkheden zonder daadwerkelijke impact op uitkomsten. Openbaarheid van uitkomstindicatoren, idealiter de meest gewenste situatie, kan leiden tot onterechte reputatieschade als de indicator is gebaseerd op weinig frequent voorkomende gebeurtenissen, waardoor verschillen tussen individuele ziekenhuizen deels het gevolg zijn van toevallige fluctuaties. Dit klemt nog meer als er verschillen in registratie zijn of de correctie voor kenmerken van de patiënt niet volledig is. Openbaarheid van uitkomstindicatoren brengt, zeker als het belang van ziekenhuizen groot is en de noodzakelijke vergelijkbaarheid geen 100%, ook een groter risico van niet op de realiteit gebaseerde verfraaiing van de cijfers mee ( gaming ). Omdat voor surveillance, monitoren met als doel verbetering van de kwaliteit, een correcte registratie van groot belang is, adviseert de WAM bij indicatoren de registratie van dergelijke (gecorrigeerde) uitkomstindicatoren 3 gebruik te maken van een onafhankelijke derde partij (Trusted Third Party, TTP), die ze als vertrouwelijke, interne indicatoren behandelt, maar die ook validiteitschecks uitvoert. Dergelijke uitkomstindicatoren geven, als zij betrouwbaar worden ingevuld, na aggregatie een goed beeld van het behaalde resultaat op landelijk niveau. Het verzamelen van deze gegevens bij één TTP garandeert dat er één uniforme uitslag voor de landelijke gegevens beschikbaar is. Bij niet openbare indicatoren heeft de TTP ook een rol bij het signaleren van extreem afwijkende waarden. De TTP kan bij (dreigende) overschrijding van vooraf bepaalde grenswaardes die een indicator niet mag overschrijden het ziekenhuis hiervoor waarschuwen. De WAM adviseert de inspectie om met veldpartijen te overleggen dat zij overschrijding van een gestelde limiet aan de inspectie melden en de inspectie op de hoogte houden van het 3 Dit advies geldt voor de HSMR, SMR, postoperatieve wondinfecties en sepsis 4

5 onderzoek naar de oorzaak en het instellen van eventueel noodzakelijke verbeteracties. Een herhaalde overschrijding waarvoor geen afdoende oorzaak is aan te wijzen dient het ziekenhuis als een calamiteit te beschouwen die zij aan de inspectie meldt. Het is van belang dat de meetadviezen wetenschappelijk zijn te onderbouwen. Daarom dienen de rekenmethodes voor gecorrigeerde indicatoren openbaar te zijn. Bovendien mag het gebruik van methodes geen monopoliepositie creëren voor één commerciële partij. Audits of inspectiebezoeken geven een beeld van hoe in het ziekenhuis werkelijk gewerkt wordt aan patiëntveiligheid en in hoeverre ook de Raad van Bestuur hierin is geïnvolveerd. Hiervoor kunnen inspecteurs inzage vragen in de cijfers die op ziekenhuisniveau niet openbaar zijn en bespreken welke positie het ziekenhuis inneemt ten opzichte van andere ziekenhuizen en eventuele veranderingen hierin in de tijd. Het verslag van een inspectiebezoek bevat niet de cijfers die de inspecteur heeft gezien, maar wel het oordeel of het ziekenhuis al dan niet voldoet aan de eisen voor verantwoorde zorg door het instellen van afdoende verbeteracties. Voor een goede interpretatie van de cijfers en de verbeteracties die het ziekenhuis heeft ondernomen, is het van belang dat de auditoren ervaring hebben met de uitkomstindicatoren en de achterliggende processen die tot die uitkomst leiden. De inspectie dient een keuze te maken of zij voor het uitvoeren van de audits alle inspecteur-accounthouders van de ziekenhuizen wil scholen of dat zij deze audits in beginsel opdraagt aan een kleine speciaal opgeleide groep auditoren/inspecteurs. Voor het meten van patiëntervaring ten aanzien van het veiligheidsprogramma is (nog) geen evidence based methode voorhanden. De WAM acht het ontwikkelen van patiëntervaring vragen wel een goede oplossing voor gebeurtenissen waarover de inspectie lastig complete en betrouwbare informatie kan verkrijgen door zelfrapportage van ziekenhuizen, zoals bijvoorbeeld bij verwisseling bij en tussen patiënten. Het advies is nog niet compleet. De uiteindelijke invulling van procesmetingen en doorlooptijd is afhankelijk van de gekozen interventies, die nog niet zijn vastgesteld in de expertgroepen van het veiligheidsprogramma. Met het oog op de gewenste voortgang is gekozen waar mogelijk nu met een voorstel voor de effectmeting (uitkomsten en 0-meting) te komen en het voorstel voor de procesmeting hier later op te laten volgen. In paragraaf 3 is een overzicht opgenomen die van alle onderdelen van het veiligheidsprogramma een meting voorstelt. Hierbij is aangegeven of het doel is monitoren van het effect op landelijk niveau of toezicht op het individuele ziekenhuis, of het een openbare of niet openbare meting betreft en voor welke ren een 0-meting beschikbaar is. Paragraaf 4 geeft per onderdeel van het veiligheidsprogramma een uitwerking van de meting en de overwegingen voor de gekozen meting weer. Daarbij is verwisseling bij en tussen patiënten verplaatst naar de eerste vier interventies. Vanuit patiëntorganisaties, VWS en de inspectie is aangegeven dat dit niet kan wachten. Bovendien vindt voor medicatie-overdracht momenteel de implementatie van de richtlijn plaats, waardoor daar nog geen duidelijkheid bestaat over het meten en monitoren van interventies. 5

6 3. Overzicht metingen Algemeen indicatoreninformatie (monitoring, VWS en IGZ) Vervolgacties obv scores (controle toezicht, instellingen en IGZ) Onderwerp Interventie type ind. Landelijk openbaar Ziekenhuis openbaar Directe acties instellingen Handhavingsstappen Jaar Vermijdbare sterfte Nvt 0-meting uitkomst HSMR-score HSMR (2004) nee Extreme score: aanvullend onderzoek uitvoeren Niet van toepassing 2006 dossieronderzoek geen nvt Niet van toepassing HSMR HSMR nee Extreme score: aanvullend onderzoek, evt melding IGZ. Verandering van percentiel: aanvullend onderzoek Inzage bij argesprek, beoordelen verbeteracties. Bij extreme score of onvoldoende verbeteringen: plan van aanpak nodig. dossieronderzoek dossieronderzoek nee inzage bij argesprek, beoordelen handhaving. Relatief hoge scores omzetten in PvA (relatie verbeteracties. VMS). Zonodig plan van aanpak, zonodig fase 2 deelname HSMR (structuur) geen indien geen deelname: navraag in argesprek # SMR's dat wordt opgevraagd inzage bij argesprek, beoordelen proces geen nvt onderzoek invloed codeerfouten /nee geen verbeteracties. onderzoek casemix invloed /nee Zonodig plan van aanpak, zonodig fase 2 gebruik HSMR voor actieve monitoring sterfte /nee zo, follow-up van monitoring inbedden in organisatie argesprek: beoordelen verbeteracties 2009 ev 2009 ev Vermijdbare schade Nvt 0-meting dossieronderzoek geen nvt Niet van toepassing Niet van toepassing 2004 Relatief hoge scores omzetten in PvA (relatie argesprek: relatief hoge scores omzetten in dossieronderzoek dossieronderzoek nee VMS). PvA. Zonodig PvA en fase 2 handhaving. uitkomst Extreme score: aanvullend onderzoek, evt melding onbekend, hoge score of extreem lage score 2009 ev % opnameduur >2sd verwachte % opnameduur >2sd verwachte IGZ. Verandering van percentiel: aanvullend bespreken in argesprek opnameduur opnameduur onderzoek Zonodig PvA en fase 2 handhaving. level 1 IC en >1 patient > 72 uur: aanvullend level 1 IC en >1 patient > 72 uur; level 2 en onderzoek, bijstellen opnamebeleid; level 2 en % patienten dagen IPPV / totaal % patienten dagen IPPV / totaal level 3: opvallend hoog of laag percentage: level 3: opvallend hoog of laag percentage 2007 ev IPPVdagen IPPVdagen bespreken in argesprek langdurige beademing: aanvullend onderzoek, plan Zonodig PvA en fase 2 handhaving. van aanpak proces gemiddelde beademingsduur gemiddelde beademingsduur deelname aan dossier onderzoek deelname aan dossier onderzoek geen level 1 IC en gemiddelde >48 uur: aanvullend onderzoek, bijstellen opnamebeleid; level 2 en level 3: opvallend hoog gemiddelde: aanvullend onderzoek en plan van aanpak level 1 IC en gemiddelde >48 uur; level 2 en level 3: opvallend hoog of laag gemiddelde: bespreken in argesprek Zonodig PvA en fase 2 handhaving. indien geen deelname: navraag in argesprek mbt werkwijze ev 2009 ev VMS toepassing NTA meting uitkomst afhankelijk van voorstel RIVM (zomer 2008) proces geen nvt PvA geeft inzicht in status en voortgang geen audit per ziekenhuis obv plan van aanpak (toetsen plan, stimulans voortgang) Zonodig aanvullende handhavingsstappen. 2008

7 Algemeen indicatoreninformatie (monitoring, VWS en IGZ) Vervolgacties obv scores (controle toezicht, instellingen en IGZ) Onderwerp Interventie type ind. Landelijk openbaar Ziekenhuis openbaar Directe acties instellingen Handhavingsstappen Jaar 1. POWI 2. Sepsis 3. Vitale functies expert groep preventie centrale lijninfectie reductie nosocomi ale sepsis expertgroep 0-meting uitkomst proces % (diepe) infecties en spreiding per ingreep (n=5x3) % (diepe) infecties en spreiding per ingreep (n=5x3) aantal geincludeerd (met bevestiging validatie deelname van Prezies) % (diepe) infecties en spreiding per ingreep % (diepe) infecties en spreiding per ingreep aantal geincludeerd (met bevestiging validatie deelname van Prezies) 0-meting % lijninfecties / 1000 lijndagen % lijninfecties / 1000 lijndagen nee uitkomst % lijninfecties / 1000 lijndagen % lijninfecties / 1000 lijndagen nee nee nee Bij verificatie Prezies onvoldoende kwaliteit: melden aan IGZ Bij verificatie Prezies onvoldoende kwaliteit: melden aan IGZ. Hoge score: PvA geen Bij verificatie Prezies onvoldoende kwaliteit: melden aan IGZ Bij verificatie Prezies onvoldoende kwaliteit - melden aan IGZ. Relatief hoge scores omzetten in PvA. Extreme scores melden bij IGZ. proces compliance bundel lijnseps. compliance bundel lijnseps. Relatief lage scores omzetten in PvA. 0-meting uitkomst proces 0-meting uitkomst proces afh. Van interventies (NB pervers effect en bij start toename) # oproepen reanimatieteam / verpleegdag (excl IC), % ongeplande IC-opname vanaf verpleegafdeling eigen zkh per verpleegdag of IC-dag # oproepen reanimatieteam / verpleegdag (excl IC), % ongeplande IC-opname vanaf verpleegafdeling eigen zkh per verpleegdag of IC-dag # oproepen reanimatieteam / verpleegdag (excl IC), % ongeplande IC-opname vanaf verpleegafdeling eigen zkh per verpleegdag of IC-dag. # oproepen reanimatieteam / verpleegdag (excl IC), % ongeplande IC-opname vanaf verpleegafdeling eigen zkh per verpleegdag of IC-dag. Relatief hoge scores omzetten in PvA. Relatief hoge scores omzetten in PvA. Extreme scores melden bij IGZ. afh interventies (o.a. ziekenhuisbreed protocol met betrekking tot signaleren en handelen bij bedreigde functies, mogelijk inzet SIT/RRT) inzage in argesprek: opvallend hoog 2008 (?) percentage melden bij IGZ inzage in argesprek: opvallend hoog percentage-> plan van aanpak opvallend laag: bezoek coord. Insp ev Jaar na verbeteractie geen verbetering = sanctie. argesprek geen/onvoldoende deelname -> 2009 ev plan van aanpak, zonodig fase 2 handhaving. inzage in argesprek: opvallend hoog percentage-> plan van aanpak, zonodig fase handhaving. inzage in argesprek: opvallend hoog percentage-> plan van aanpak. Jaar na verbeteractie geen verbetering = sanctie. argesprek geen/onvoldoende deelname -> plan van aanpak, zonodig fase 2 handhaving. argesprek: geen gegevens /opvallend hoog percentage-> plan van aanpak (NB. SIT is niet verplicht. Idealiter wel een SIT/RRT dat nooit hoeft uit te rukken met daarnaast laag aantal reanimaties) argesprek: geen gegevens /opvallend hoog percentage-> plan van aanpak. Jaar na verbeteractie geen verbetering = sanctie ev 2009 ev 9. Verwisseling bij/tussen expertgroep 0-meting uitkomst proces afh. van interventies. Wel aantal suggesies: time-out procedure voor OK en implementatie ervan, event-vrije periode openbaar, opnemen in patientervaringen en elke verwisseling melden bij IGZ. 7

8 Algemeen indicatoreninformatie (monitoring, VWS en IGZ) Vervolgacties obv scores (controle toezicht, instellingen en IGZ) Onderwerp Interventie type ind. Landelijk openbaar Ziekenhuis openbaar Directe acties instellingen Handhavingsstappen Jaar 4. Medicatieoverdracht 8. high risk medicatie 10. Contrastmiddele n en med. 5. Oudere patient 6. AMI 7. Pijn expertgroep expertgroep expertgroep expertgroep expertgroep expertgroep 0-meting uitkomst proces 0-meting uitkomst proces 0-meting uitkomst proces open - % nierfunctie gemeten na mictiecystogram (of nefrologisch/urologisch nierafwijking (absoluut of verslechtering) % voorgeschreven medicatie zonder medicatie-overzicht met ongewenste combinatie als gevolg per (keuze) % situaties waarin medicatie-overzicht leidt tot aanvullende actie % gevallen waarbij er een overzicht beschikbaar is bij opnieuw voorschrijven bij geplande opname % gevallen waarbij er een actueel overzicht beschikbaar is bij opnieuw voorschrijven bij geplande opname % gevallen waarin gesprek met patient heeft plaatsgevonden (verificatie) - % nierfunctie gemeten na mictiecystogram (of nefrologisch/urologisch nierafwijking (absoluut of verslechtering) nee nee Als hoog, PvA en verbeteren (oa informatie SnellerBeter). incidentiemeting obv keuzes veld (valincincidentie, medicatie, etc.) SMR-leeftijdgroep SMR-leeftijdgroep nee 0-meting % opnames oudere patienten langer dan % opnames oudere patienten langer dan Relatief hoge scores omzetten in PvA. Extreme nee verwacht verwacht scores melden bij IGZ. Niet van toepassing 2009 % ongepl. heropname leeftijdgroep % ongepl. heropname leeftijdgroep nee incidentiemeting obv keuzes veld (valincidenten, medicatie, decubitus,delier etc.) bron VIM? SMR-leeftijdgroep SMR-leeftijdgroep nee SMR van categorie 'lange verpleegduur' SMR van categorie 'lange verpleegduur' inzage in argesprek: opvallend hoog nee uitkomst bij patienten boven 75jr bij patienten boven 75jr Relatief hoge scores omzetten in PvA. Extreme percentage-> plan van aanpak % opnames oudere patienten langer dan % opnames oudere patienten langer dan scores melden bij IGZ. Jaar na verbeteractie geen verbetering = nee verwacht verwacht sanctie ev % ongepl. heropname leeftijdgroep % ongepl. heropname leeftijdgroep nee proces afh interventies SMR-leeftijdspecifiek opgevraagd? geen geen deelname: navragen in argesprek 2009 ev 0-meting ongecorr. sterfte (basisset) ongecorr. sterfte Relatief hoge scores omzetten in PvA. Extreme scores melden bij IGZ. Niet van toepassing 2008 uitkomst SMR-AMI ongecorr. sterfte (basisset) klinisch gecorr. sterfte - SMR-AMI - ongecorr. sterfte - klinisch gecorr. Sterfte nee nee Relatief hoge scores omzetten in PvA. Extreme scores melden bij IGZ. inzage in argesprek: opvallend hoog percentage-> plan van aanpak, zonodig fase 2 handhaving. Vergunning PTCA/open hart (structuur) geen proces afh interventies geen 2009 ev SMR AMI opgevraagd? geen deelname: argesprek Relatief hoge scores omzetten in PvA. Extreme inzage in argesprek: opvallend hoog 0-meting pijnscore*tijd per specialisme per patient pijnscore*tijd per specialisme per patient 2008 scores melden bij IGZ. percentage-> plan van aanpak - eisen cijfers per afdeling ontw. Pijnscore*tijd per diagnose-groep ontw. Pijnscore*tijd per diagnose-groep Relatief hoge scores omzetten in PvA. Extreme - audits ter toetsing kwaliteit scores uitkomst (doel: gem. en max. verlagen zonder (doel: gem. en max. verlagen zonder 2009 ev scores melden bij IGZ. - PvA achterblijvers toename complicaties) toename complicaties) zonodig fase 2 handhaving proces open open, afhankelijk van interventies afh. van selectie van medicatiegroepen en overdrachtsmomenten (scope bepaalt ook inclusiecriteria voor de indicatoren) opties: iets breder kijken dan alleen ziekenhuizen, gebruiken informatie uit HARM-onderzoek NB. Aandacht op tijddimensie en selectie patienten (match met expertgroep, geldt ook voor contrastmiddelen) afhankelijk van expertgroep (en aansluiten op high-risk medicatie). Wel al suggestie voor procesmaat (zie hier onder) #/% afdelingen dat registreert #/% afdelingen dat registreert #/% afdelingen dat pijncijfers als trend #/% afdelingen dat pijncijfers als trend kan laten zien kan laten zien #/% complicaties bij pijnbehandeling #/% complicaties bij pijnbehandeling NB. Verstandig om niet (teveel) te variëren tussen sectoren. Medicatie-overdracht gaat nu bij diverse sectoren spelen, waarbij gebruik van zelfde indicatoren en handhaving wenselijk is (nu opgenomen procesmaten). Richten op een beperkte groep risicopatienten en medicaties (iom expertgroep) geen gegevens: argesprek Tweeledig effect (initieel toenames door registratie!) Relatief lage scores omzetten in PvA. argesprek: inzicht in cijfers op afdelingsniveau, opvallendheden: plan van aanpak, zonodig fase 2 handhaving ev 2009 ev 2009 ev 8

9 9

10 4. Metingen uitgewerkt 4.1 Ziekenhuissterfte Doel van het veiligheidsprogramma voor ziekenhuizen: reductie vermijdbare sterfte met 50 procent in 5 ar. Meetadvies voor het monitoren van het effect van het veiligheidsprogramma (landelijke meting): 1. HSMR: gebruik arlijkse daling totale HSMR (boven de natuurlijke daling) als maat voor effect van de veiligheidscampagne. Hiervoor is het noodzakelijk dat ziekenhuizen hun gegevens volledig registreren, zodat de landelijke cijfers de HSMR voor álle ziekenhuizen omvat. 2. Dossieronderzoek: gebruik de resultaten van een 2-arlijks uit te voeren gestructureerd dossieronderzoek naar onbedoelde en vermijdbare zorggerelateerde schade bij een steekproef van overleden en ontslagen patiënten om te bepalen of potentieel vermijdbare sterfte na extrapolatie landelijk afneemt en of de doelstelling van 50% reductie gehaald wordt. 3. percentage ziekenhuizen dat HSMR cq dossierstudie actief gebruikt om ziekenhuissterfte te monitoren Meetadvies voor het toezicht door de IGZ: 1. indicator op ziekenhuisniveau a. HSMR: vraag aan ziekenhuizen of hun HSMR opgenomen is in de landelijke cijfers (ziekenhuizen die niet voldoen aan minimale registratie-eisen worden van de landelijke HSMR uitgesloten) en of zij hun HSMR en diagnose specifieke SMR s opvragen of aan te geven op welke andere wijze zij hun ziekenhuissterfte monitoren. Vervolgens vragen of de ziekenhuizen deze informatie gebruiken om op basis van een trend in de tijd en vergelijking tussen verschillende diagnosegroepen zonodig verbeteracties te starten (structuurindicator). Vraag ziekenhuizen extreme resultaten en onverwachte veranderingen in de positie ten opzichte van andere ziekenhuizen te melden aan de inspectie. b. Dossieronderzoek: vraag aan ziekenhuizen of zij deelnemen aan gestructureerd dossieronderzoek naar onbedoelde en vermijdbare zorggerelateerde schade en of/hoe zij de resultaten gebruiken voor gerichte verbeteracties (structuurindicator). 2. audit/inspectiebezoek op ziekenhuisniveau a. HSMR: vraag arlijks tijdens een inspectiebezoek inzage in de HSMR en diagnose specifieke SMR s en bespreek de trend in de tijd, verschillen tussen diagnosegroepen en de positie die het ziekenhuis inneemt ten opzichte van andere ziekenhuizen, de redenen hiervoor en zonodig welke verbeteracties het ziekenhuis heeft ondernomen Achtergrond HSMR Ziekenhuissterfte wordt bepaald door twee groepen factoren: patiëntkenmerken, aard en ernst van de ziekte (tezamen de input ) en de kwaliteit van de verleende zorg. Theoretisch zou een verschil in sterfte een verschil in kwaliteit van zorg reflecteren als voor alle variatie in input gecorrigeerd kan worden. In de praktijk is het niet mogelijk voor alle denkbare factoren

11 te corrigeren. De Hospital Standardized Mortality Ratio (HSMR) is een gedeeltelijk gecorrigeerde maat voor ziekenhuissterfte bij 50 diagnosen die in Nederland verantwoordelijk zijn voor ongeveer 80 procent van de ziekenhuissterfte. De HSMR corrigeert voor een aantal input variabelen (leeftijd, geslacht, hoofddiagnose bij opname, urgentie van opname en verpleegduur) die al standaard worden geregistreerd. De aanname van HSMR is dat een ziekenhuis met een hogere HSMR meer vermijdbare sterfte heeft dan het ziekenhuis met een lagere HSMR. 4 Er is echter nog veel discussie over de validiteit van het gebruik van de HSMR als instrument voor ranking van zorgkwaliteit. 5 Deze discussie spits zich toe op de volgende punten: 1. de HSMR wordt berekend over 50 diagnosegroepen die samen 80% van de ziekenhuissterfte in Nederland vertegenwoordigen. Het is de vraag in hoeverre de vergelijking voldoende opgaat voor ziekenhuizen waar minder dan 80% van de sterfte uit deze diagnosegroepen voort komt. Dit betreft met name de universitaire medische centra (UMC s). 2. De diagnose groepen zijn ruim en houden geen rekening met verschil in ernst van de aandoening binnen de diagnosegroepen 6,7. Deze verschillen beïnvloeden de totale ziekenhuissterfte slechts in geringe mate, maar maken de onderlinge vergelijking tussen ziekenhuizen minder betrouwbaar. 3. de berekening van de HSMR staat of valt met de volledigheid en reële waardes van de registratie van de diagnosegroepen en de correctiefactoren. Deze is niet in alle ziekenhuizen gelijk. De HSMR wordt continu doorontwikkeld. Zo wordt het jongste HSMR model waarin ook de LMR cijfers van 2006 zijn verwerkt bottom-up opgebouwd, dat wil zeggen dat voor iedere diagnosegroep aparte modellen met diagnosespecifieke correctiefactoren zoals comorbiditeit of sociaal-economische status zijn ontwikkeld. Deze methodiek houdt beter rekening met de heterogeniteit in en tussen diagnosegroepen. Het is de verwachting dat een verbeterde HSMR (zeker bij een toenemende standaardisatie en kwaliteit van LMR gegevens) een beeld kan geven over de ontwikkeling van de kwaliteit en veiligheid in de Nederlandse ziekenhuizen. Op verzoek van de inspectie is inmiddels ook nader onderzoek gestart naar de bruikbaarheid van de HSMR voor de UMC s en naar de randvoorwaarden voor een volledige registratie van de benodigde gegevens. De WAM concludeert op grond hiervan dat de HSMR op dit moment de beste beschikbare maat is om de ontwikkeling van de ziekenhuissterfte op landelijk niveau te monitoren, als dit op één unieke wijze op één gezamenlijk gegevensbestand wordt berekend. Voor de HSMR is een nulmeting beschikbaar vanaf De HSMR vertoont een natuurlijke daling door verbetering van de behandeling en door verschuiving van de plaats van overlijden. 2 Bij een afname van de vermijdbare sterfte door betere patiëntveiligheid zal deze daling naar verwachting versnellen, maar het is te betwijfelen of de extra daling werkelijk aantoonbaar is. Een afname van het verschil tussen ziekenhuizen en een afname van het aantal ziekenhuizen 4 Jarman B, Gault S, Alves B, Hider A, Dolan S, Cook A, Hurwitz B, I Iezzon Li: Explaining differences in English hospital death rates using routinely collected data. BMJ 1999;318: Lilford RJ, Brown CA, Nicholl J: Use of process measures to monitor the quality of clinical practice. BMJ 2007;335: Geelkerken RH, Mastboom WJB, Bertelink BP, Palen van der J, Berg M, Kingma JH. Hospital Standard Mortality Rate (HSMR) in huidige opzet niet bruikbaar voor vergelijken kwaliteit van zorg in Nederlandse ziekenhuizen. Medisch Contact 2008:9; Van den Bosch WF, Graafmans WC, Pieter D, Westert GP: Hartcentra en de HSMR; het effect van bijzondere medische verrichtingen op de gestandaardiseerde ziekenhuissterfte. Ned Tijdschr Geneeskd. 2008;152:. 11

12 met een extreem hoge HSMR kan wel het resultaat van het veiligheidsprogramma zichtbaar maken. De WAM beschouwt de HSMR en de kwaliteit van de onderliggende data nog onvoldoende betrouwbaar voor een openbare vergelijking tussen ziekenhuizen. Kennis van de eigen positie van de HSMR in een landelijke spiegel biedt ziekenhuizen met een hogere HSMR, of een HSMR die in de loop van de tijd verandert, wel een signaal om nader onderzoek te doen naar de reden hiervoor om zonodig verbeteracties te starten. Hierbij kan een presentatie in een funnelplot een beter handvat bieden dan de tot nu toe gebruikelijke presentatie met een ranking voorzien van betrouwbaarheidsintervallen. Bij een mortaliteit die significant afwijkt van de op grond van de (H)SMR verwachte sterfte dient het ziekenhuis aan de hand van gericht onderzoek na te gaan: of structurele codeerfouten ten grondslag liggen aan extreme (H)SMR waardes en waar nodig de codering te verbeteren; of de afwijking veroorzaakt kan worden door een bijzondere casemix en dit te rapporteren aan de instantie die de (H)SMR berekent; hoe de sterfte zich in de loop van de tijd ontwikkelt en of de SMR-waardes verschillen tussen diagnosegroepen; of een hogere sterfte dan verwacht aanknopingpunten biedt voor gerichte verbetermaatregelen. Op dezelfde wijze kan het de inspectie een handvat bieden om bij ziekenhuizen met een hogere HSMR gericht onderzoek te doen naar de reden voor een opvallende positie, verschillen tussen diagnosegroepen of een opvallende trend en na te gaan of adequate verbeteracties zijn gestart. Dossieronderzoek Het EMGO/Nivelonderzoek naar onbedoelde schade in Nederlandse ziekenhuizen 1 vond dat ongeveer 10% van de in 2004 in het ziekenhuis overleden patiënten te maken heeft gekregen met onbedoelde schade. Bij ongeveer 4% van de in het ziekenhuis overleden patiënten kon het overlijden gerelateerd worden aan een vermijdbare onbedoelde gebeurtenis tijdens de behandeling. Dit waren in heel Nederland in 2004 naar schatting 1735 patiënten. Omdat inzicht in de ontwikkeling van de ziekenhuissterfte geen direct antwoord geeft op de vraag hoe de vermijdbare sterfte zich ontwikkelt is het uitvoeren van dossieronderzoek gewenst. Door het onderzoek te spreiden over de 5 ar waarin het veiligheidsprogramma effect moet laten zien, biedt het de mogelijkheid de ontwikkeling van vermijdbare sterfte arlijks te volgen, terwijl het na 5 ar een voldoende aantal dossiers omvat om een betrouwbare uitspraak over verandering van vermijdbare sterfte te doen. Daarnaast biedt het de deelnemende ziekenhuizen de mogelijkheid door systematische dossieranalyse de zorgverlening continue te verbeteren en veiliger te maken voor hun patiënten. 4.2 Vermijdbare schade Doel van het veiligheidsprogramma voor ziekenhuizen: reductie vermijdbare schade met 50 procent in 5 ar. Meetadvies voor het monitoren van het effect van het veiligheidsprogramma (landelijke meting): 1. Onverwacht lange opnameduur: monitor landelijk het percentage opnames waarvoor de opnameduur significant langer is dan verwacht 12

13 2. Onverwacht lange beademingsduur: monitor landelijk het percentage patiënten dat gezien het niveau van de IC een onverwacht lange beademingsduur heeft 3. Dossieronderzoek: gebruik de resultaten van een arlijks uit te voeren naar triggers voor vermijdbare zorggerelateerde schade en het hierop volgende (landelijke) gestructureerd dossieronderzoek naar onbedoelde en vermijdbare zorggerelateerde schade om te bepalen of vermijdbare gebeurtenissen afnemen of van karakter veranderen. Meetadvies voor het toezicht door de IGZ: 1. indicator op ziekenhuisniveau a. Percentage opnames met een opnameduur > 2SD (landelijk cijfer) b. Percentage patiënten met een beademingsduur <72 uur, uur en >120 uur gerelateerd aan het niveau van de IC (bestaande indicator in de basisset vanaf 2007) c. Dossieronderzoek: vraag aan ziekenhuizen of zij deelnemen aan het landelijke dossieronderzoek naar vermijdbare zorggerelateerde schade en of zij dit gebruiken voor gerichte verbeteracties (structuurindicator) 2. audit/inspectiebezoek op ziekenhuisniveau a. Indien opnameduur onbekend is en bij een hoge score of extreem lage score bespreken in argesprek (en ook kijken naar groep > 2SD eigen cijfer) b. Bij level 1 IC waar beademing > 72 uur voorkomt en bij level 2 en level 3 IC een opvallend hoog of laag percentage: bespreken in argesprek c. Dossieronderzoek: vraag arlijks tijdens een inspectiebezoek inzage in gevonden triggers en bij dossieronderzoek aangetoonde vermijdbare gebeurtenissen en bespreek welke verbeteracties het ziekenhuis heeft ondernomen Achtergrond: Het EMGO/Nivelonderzoek naar onbedoelde schade in Nederlandse ziekenhuizen 1 vond dat 5-6% van de in 2004 in het ziekenhuis opgenomen patiënten te maken krijgt met onbedoelde schade en ongeveer 2% met vermijdbare schade. Dit waren in heel Nederland in 2004 naar schatting patiënten. Het onderzoek benoemt een aantal triggers in ziekenhuisdossiers die helpen bij het opsporen van onbedoelde en vermijdbare gebeurtenissen die tot schade aan patiënten leiden. Een veel langere opnameduur dan verwacht bleek een goed meetbare en belangrijke trigger, omdat een onverwacht lange opnameduur bijna altijd veroorzaakt wordt door onverwachte complicaties die al dan niet aan de zorgverlening gerelateerd zijn. Omdat opnameduur en verwachte opnameduur al standaard geregistreerd worden in de ziekenhuisregistratie is de onverwacht lange opnameduur (>2SD) een makkelijk meetbare indicator voor het optreden van complicaties. Omdat de onverwacht lange opnameduur niet altijd gerelateerd is aan vermijdbare zorggerelateerde gebeurtenissen is in aanvulling hierop het uitvoeren van dossieronderzoek gewenst. Door het onderzoek te spreiden over de 5 ar waarin het veiligheidsprogramma effect moet laten zien, biedt het de mogelijkheid de ontwikkeling van vermijdbare gebeurtenissen arlijks te volgen, terwijl het na 5 ar een voldoende aantal dossiers omvat om een betrouwbare uitspraak over vermindering dan wel verandering van het karakter hiervan. Daarnaast biedt het de deelnemende ziekenhuizen de mogelijkheid door systematische dossieranalyse de zorgverlening continu te verbeteren en veiliger te maken voor hun patiënten. 4.3 VMS 13

14 Het VMS heeft een status aparte in het veiligheidsprogramma. Veel ziekenhuizen zijn hier al mee bezig. De programmaleiding heeft een zelfevaluatie ontwikkeld waarmee de ziekenhuizen hun huidige status op dit vlak kunnen schatten. De IGZ heeft begin 2008 geïnventariseerd in hoeverre alle ziekenhuizen een plan van aanpak hebben opgesteld voor de wijze waarop men verwacht tot een werkend VMS te komen. De IGZ (HI patiëntveiligheid) heeft een kennisvraag gesteld aan het RIVM met betrekking tot het meten van het VMS. De WAM stelt niet parallel hieraan een advies op over toetsing van het VMS. 4.4 De eerste interventie-thema s Thema 1: Postoperatieve wondinfecties (POWI) Doel van het veiligheidsprogramma voor ziekenhuizen: reductie van postoperatieve wondinfecties met 50% en vervolgens een continue verbetering door reductie naar de p25 van het voorgaande ar. Doel benoemd door expertgroep: Meetadvies voor het monitoren van het effect van het veiligheidsprogramma (landelijke meting): a. percentage postoperatieve infecties: gebruik verandering van het landelijk gemiddelde en de spreiding van het percentage postoperatieve infecties per ingreep voor drie ingrepen bij vijf specialismen 8 (uitkomstindicator) b. percentage diepe wondinfecties: gebruik verandering van het landelijk gemiddelde en de spreiding van het percentage diepe wondinfecties per ingreep voor drie ingrepen bij vijf specialismen (uitkomstindicator). c. Aantal modules van Prezies per ziekenhuis; aantal modules per specialisme (procesindicator). Meetadvies voor het toezicht door de IGZ: 1. indicator op ziekenhuisniveau a. POWI: door Prezies als voldoende beoordeelde deelname aan surveillance POWI bij door expertgroep benoemde ingrepen bij 5 specialismen (structuurindicator). b. Aantal ingrepen waarop surveillance betrekking heeft (procesindicator). 2. audit/inspectiebezoek op ziekenhuisniveau a. voor ingrepen waar surveillance plaats vindt: vraag arlijks tijdens een inspectiebezoek inzage in het percentage POWI per ingreep en bespreek de trend in de tijd en de positie die het ziekenhuis inneemt ten opzichte van andere ziekenhuizen, de redenen hiervoor en zonodig welke verbeteracties het ziekenhuis heeft ondernomen b. voor ingrepen waar surveillance plaats vindt, maar validatie door Prezies onvoldoende was: vraag tijdens een inspectiebezoek reden voor onvoldoende deelname en welke acties ziekenhuis hierop heeft ondernomen 8 Te meten infecties zijn afhankelijk van de adviezen van de expertgroep voor interventies maar omvatten tenminste algemene heelkunde, thoraxchirurgie, neurochirurgie, orthopedie en gynaecologie 14

15 c. voor ingrepen waar geen surveillance plaats vindt: vraag arlijks tijdens een inspectiebezoek op welke wijze het ziekenhuis POWI bewaakt en wat hiervan het resultaat is Achtergrond: Postoperatieve wondinfecties leiden tot schade voor de patiënt die kan variëren van enig ongemak tot een langere opnameduur, irreversibele afwijkingen, de noodzaak van intensive care en overlijden. De kans op een postoperatieve wondinfectie varieert per ingreep. Een schone ingreep, zoals een vaatoperatie of een orthopedische ingreep leidt minder vaak tot een wondinfectie dan een niet schone ingreep zoals een darmoperatie. Het is dan ook niet nuttig POWI als één percentage te meten. Het optreden per soort ingreep varieert echter ook sterk per ziekenhuis. Deze spreiding hangt samen met bouwkundige voorzieningen en de mate waarin actief beleid wordt gevoerd om wondinfecties te voorkomen. Uit onderzoek binnen het PREZIES-netwerk blijkt dat surveillance het optreden van ziekenhuisinfecties vermindert 9. De grootste winst is te verwachten bij ingrepen met een relatief hoog percentage postoperatieve wondinfecties, een hoog percentage diepe wondinfecties en een grote spreiding tussen ziekenhuizen. Deze winst is alleen mogelijk wanneer de registratie betrouwbaar is. Dit is het best gewaarborgd bij een vertrouwelijke, interne registratie, omdat het om relatief weinig voorkomende complicaties gaat, waarbij het aantal per ziekenhuis zo klein dat toevalsfluctuaties een belangrijke rol spelen. Evenals bij de HSMR dient ook bij de postoperatieve wondinfecties te worden afgesproken bij welke afwijkende waarden het ziekenhuis een signaal dient te krijgen van (dreigende) overschrijding. Welke ingrepen worden gekozen voor de surveillance is afhankelijk van de door een expertgroep van het veiligheidsprogramma gekozen interventies. Wel is het noodzakelijk alle snijdende specialismen (algemene heelkunde, orthopedie, thorax chirurgie, neurochirurgie en gynaecologie) te betrekken en per specialisme meerdere ingrepen te benoemen. Veel ziekenhuizen nemen deel aan surveillance door Prezies (werkgroep Preventie Ziekenhuisinfecties door Surveillance), waardoor voor veel ingrepen landelijke gegevens over gemiddelde en spreiding als 0-meting beschikbaar zijn. Prezies, ingesteld door het veld en opgericht met steun van de overheid, fungeert als een onafhankelijke partij (TTP) voor ziekenhuisinfecties. Prezies bewaakt door steekproeven dat alle patiënten in de afgesproken periode worden geïncludeerd en dat de juiste definities voor infectie worden gebruikt. Binnen Prezies kunnen ziekenhuizen kiezen aan welke modules zij deelnemen. Stapsgewijze invoering van het veiligheidsprogramma is mogelijk door geleidelijke uitbreiding van surveillance over ingrepen en specialismen (dakpanconstructie, uiteindelijk allemaal) Thema 2: Sepsis Doel van het veiligheidsprogramma voor ziekenhuizen: reductie van de sterfte aan ernstige sepsis van 25 procent en een reductie van lijnsepsis tot nul in vijf ar. Doel benoemd door expertgroep: Meetadvies voor het monitoren van het effect van het veiligheidsprogramma (landelijke meting): a. percentage centrale lijn infecties per 1000 lijndagen: gebruik verandering van het landelijk gemiddelde en de spreiding van het percentage lijninfecties per

16 lijndagen om te monitoren of invoering van de bundel ter preventie van lijnsepsis leidt tot de gewenste afname hiervan en tot afname van de verschillen tussen ziekenhuizen (uitkomstindicator). b. Compliance aan de bundel voor lijnsepsis: percentage ziekenhuizen dat voldoende actie onderneemt om lijnsepsis te voorkomen 10 (procesindicator). Meetadvies voor het toezicht door de IGZ: 1. indicator op ziekenhuisniveau a. centrale lijn infecties per 1000 lijndagen: door Prezies als voldoende beoordeelde deelname aan surveillance van lijnsepsis (structuurindicator). 2. audit/inspectiebezoek op ziekenhuisniveau a. centrale lijn infecties per 1000 lijndagen: vraag arlijks tijdens een inspectiebezoek inzage in het percentage centrale lijn infecties per 1000 lijndagen en bespreek de trend in de tijd en de positie die het ziekenhuis inneemt ten opzichte van andere ziekenhuizen, de redenen hiervoor (zoals compliance aan bundel) en zonodig welke verbeteracties het ziekenhuis heeft ondernomen b. voor centrale lijn infecties surveillance waar validatie door Prezies onvoldoende was: vraag tijdens een inspectiebezoek reden voor onvoldoende deelname en welke acties ziekenhuis hierop heeft ondernomen c. voor centrale lijn infecties waar geen surveillance plaats vindt: vraag arlijks tijdens een inspectiebezoek op welke wijze het ziekenhuis lijnsepsis bewaakt en wat hiervan het resultaat is Achtergrond: Iedere invasieve handeling bij een patiënt gaat gepaard met een kans op het veroorzaken van een infectie. Deze kans is groter als het gaat om een infuus, katheter of beademingstube die langere tijd aanwezig is en om een patiënt die ernstig ziek is. Bij zogenaamde lange lijnen, infusen die (meestal) op de IC worden gebruikt vond Prezies gemiddeld 3,5 lijnsepsis per 1000 lijndagen 11. Lijnsepsis gaat gepaard met een langere opnameduur, (ernstige) ziekteverschijnselen en leidt soms tot het overlijden van de patiënt. Strenge maatregelen om bij het inbrengen van een lijn en het verwisselen van infusen infectie te voorkomen kunnen een lijnsepsis in vrijwel alle gevallen voorkomen. 12 Prezies, ingesteld door het veld en opgericht met steun van de overheid, fungeert als een TTP voor ziekenhuisinfecties. Prezies bewaakt door steekproeven dat alle patiënten in de afgesproken periode worden geïncludeerd en dat de juiste definities voor infectie worden gebruikt. Binnen Prezies kunnen ziekenhuizen kiezen aan welke modules zij deelnemen. Een beperkt aantal ziekenhuizen neemt al deel aan surveillance van lijnsepsis door Prezies, waardoor landelijke gegevens over het voorkomen van lijnsepsis als 0-meting beschikbaar zijn. De huidige basisset prestatie-indicatoren vraagt bij de indicator surveillance van ziekenhuisinfecties al aan welke modules van Prezies een ziekenhuis deelneemt. Omdat eradicatie van lijnsepsis tot de eerst te implementeren thema s van het veiligheidsprogramma behoort, is de verwachting dat de beperkte deelname in het verleden al in 2007 en 2008 toeneemt, waardoor naast een betrouwbaarder landelijk cijfer ook inzicht in de spreiding van voorkomen vast te stellen. 10 te meten procesindicatoren zijn afhankelijk beslissing expertgroep veiligheidsprogramma Pronovost, P., D. Needham, et al. (2006). "An Intervention to Decrease Catheter-Related Bloodstream Infections in the ICU." N Engl J Med 355(26):

17 4.4.3 Thema 3: Bedreigde vitale functies Doel van het veiligheidsprogramma voor ziekenhuizen: reductie sterfte bij patiënten met bedreigde vitale functies met 25 procent door vroegtijdige herkenning. Doel benoemd door expertgroep: Meetadvies voor het monitoren van het effect van het veiligheidsprogramma (landelijke meting): a. Reanimaties bij een cardiac arrest (hartstilstand): gebruik verandering van het aantal keren dat in Nederland een cardiac arrest optreedt tijdens een ziekenhuisopname in verhouding tot het totale aantal verpleegdagen (excl IC-dagen) om te monitoren of snelle signalering van bedreigde vitale functies leidt tot een afname van de noodzaak tot reanimatie Meetadvies voor het toezicht door de IGZ: 1. indicator op ziekenhuisniveau a. percentage cardiac arrest: het aantal keren dat een cardiac arrest optreedt in het registratiear in verhouding tot het totale aantal verpleegdagen (exclusief dagverpleging, excl IC) b. registratie cardiac arrest ziekenhuisbreed aanwezig (structuur indicator) c. Ziekenhuisbreed protocol met betrekking tot het signaleren en handelen bij bedreigde vitale functies (structuur indicator) 2. audit/inspectiebezoek op ziekenhuisniveau d. indien onbekend of een opvallend hoog percentage bespreken in het argesprek, zonodig plan van aanpak vragen Achtergrond: Het overlijden van patiënten die niet primair op de IC zijn opgenomen en bij wie het doel van de opname niet primair palliatief was, is vaak onverwacht. Uit onderzoek naar de omstandigheden rond ziekenhuissterfte in deze patiëntengroep blijkt dat dit vaak volgt op een achteruitgang van de klinische situatie die niet tijdig is opgemerkt of waarop niet tijdig of adequaat is gereageerd. Patiënten laten vaak signalen en symptomen van lichamelijke instabiliteit zien in de uren voorafgaand aan een hartstilstand, zoals veranderende hart- en ademfrequentie, pijn op de borst en een veranderde mentale toestand. Als een bedreiging van de vitale functies wel tijdig wordt onderkend, biedt dit de gelegenheid voor vroege interventie, door in een vroeg stadium de juiste behandeling op de juiste plaats door de juiste persoon te geven. Dit kan leiden tot een vermindering van het aantal reanimaties, post operatieve spoedopnames op de IC en post operatieve mortaliteit. Om de sterfte bij patiënten met bedreigde vitale functies te verminderen, is het belangrijk dat het zorgproces rond deze patiëntengroep is vastgelegd in ziekenhuisprotocollen. Hierin moeten afspraken zijn opgenomen over de bandbreedtes van de vitale functies en het handelen bij achteruitgang van een patiënt. Het instellen van een spoed interventie team (SIT) kan een belangrijke bijdrage leveren aan de tijdige herkenning en behandeling van bedreigde vitale functies, vooral omdat zij laagdrempelig hulp kunnen bieden. Ziekenhuizen die specifieke maatregelen nemen beschikken over het algemeen al over een registratie van opnamedoel (curatie of palliatie) en plaats (IC of verpleegafdeling). Als een achteruitgang in de klinische toestand te laat wordt opgemerkt zijn soms ingrijpende maatregelen zoals een reanimatie of een spoedoverplaatsing naar de IC noodzakelijk die bij 17

18 een tijdiger actie voorkomen hadden kunnen worden. Het gaat hierbij met name om ongeplande IC-opname van chirurgische patiënten en ongeplande IC-opname vanaf een gewone verpleegafdeling van het ziekenhuis. Het percentage reanimaties en het percentage onverwachte IC-opnames van patiënten van een verpleegafdeling van het eigen ziekenhuis zijn daarom een maat voor het falen of slagen van tijdige signalering van achteruitgang Thema 4, Medicatie bij overdracht Doel van het veiligheidsprogramma voor ziekenhuizen is nog niet vastgesteld. Meetadvies voor het monitoren van het effect van het veiligheidsprogramma (landelijke meting): 1. % opnames waarin gesprek met patient heeft plaatsgevonden door een deskundige medewerker (bijv apothekersassistent)/totaal aantal opnames. Meetadvies voor het toezicht door de IGZ: 1. % opnames waarin gesprek met patient heeft plaatsgevonden door een deskundige medewerker (bijv apothekersassistent)/totaal aantal opnames 2. audit/inspectiebezoek: vragen of apothekersassistenten dan wel andere medewerkers met een specifieke deskundigheid zijn ingeschakeld bij het opnamegesprek. Nagaan op hoeveel afdelingen dit is gerealiseerd/ voor welke risicogroep dat het geval is. Achtergrond: De expertgroep die adviseert over de interventies beschouwt het intakegesprek bij opname, wanneer dit wordt gedaan door een ter zake deskundige medewerker (apothekersassistent) als een van de belangrijkste beschermingsmechanismen tegen het optreden van schade door onbedoelde overdosering/interacties van medicatie. Voor ziekenhuizen, waar dit over het algemeen onderdeel is van de verpleegkundige intake betekent dit een grote verandering. Deze indicator Zie verder Concept metingen voor de latere interventiethema s 5.1 Thema 9: Verwisseling bij en tussen patiënten Het uiteindelijke meetadvies voor dit thema is mede afhankelijk van de invulling vanuit de expertgroepen en weergegeven doelstellingen. De WAM adviseert hierbij als uitgangspunt iedere medische handeling bij de verkeerde patiënt, het verkeerde orgaan, links-rechts verwisseling of het verkeerde (bloed)product te hanteren. De WAM heeft op basis van dit uitgangspunten de volgende inhoudelijke suggesties voor onderdelen waarop kan worden gemeten: - time out procedure (en implementatie daarvan) op de OK - de event vrije periode (openbaar) te meten en een ziekenhuisbreed informatieprotocol tbv de Raad van Bestuur te vragen - meldingsplicht naar inspectie te vragen van iedere verwisseling waarbij een patient n.a.v. de medische handeling een klacht kan indienen, ongeacht of deze leidt tot schade aan de patiënt 18

19 - het onderwerp in te voegen in nog te ontwikkelen vragenlijsten naar patiëntervaringen. 5.2 Thema 4, 8 en 10:, high-risk medicatie en bijwerkingen contrastmiddelen Doel van het veiligheidsprogramma voor ziekenhuizen is nog niet vastgesteld. Meetadvies voor het monitoren van het effect van het veiligheidsprogramma (landelijke meting): Afwachten van lopende initiatieven en ontwikkelingen. In september vaststellen. Meetadvies voor het toezicht door de IGZ: Afwachten van lopende initiatieven en ontwikkelingen. In september indicatoren vaststellen. Achtergrond: Deze drie interventies lopen samen op met een aantal andere initiatieven en ontwikkelingen, zoals: 1. implementatie richtlijn medicatieoverdracht. Deze richtlijn is inmiddels definitief en momenteel wordt via een stuurgroep en projectgroep nagedacht over effectieve implementatie. Daarbij worden ook indicatoren benoemd die kunnen worden gehanteerd (zoals ook al in de richtlijn zelf aangegeven). 2. Medicatie en patiëntveiligheid in de eerste lijn. 19 juni vond het IGZ-congres plaats waarbij patiëntveiligheid in de eerste lijn centraal staat. De KNMP (ism. LHV) heeft daar een masterplan patiëntveiligheid gepresenteerd op het gebied van medicatie en vanuit Winap (Peter de Smet), is een presentatie gegeven over winst mogelijkheden op het gebied van medicatie (o.a. gebaseerd op het HARM-rapport en de IPCI-studie). 3. Organisatie van ontwikkeling indicatoren voor medicatie(-overdracht). Eind mei is besloten hier een breed Farmacie-traject voor te starten met de relevante partijen in dit kader (o.a. KNMP en NVZA). Gezien deze ontwikkelingen op korte termijn is het niet wenselijk parallel al een aantal indicatoren te bepalen. Enerzijds omdat dat andere trajecten onnodig onder druk kan zetten en anderzijds om te voorkomen dat in verschillende sectoren ook op een wisselende manier indicatoren worden bepaald. 5.3 Thema 5: De oudere patiënt Doel van het veiligheidsprogramma voor ziekenhuizen is nog niet vastgesteld. Waarschijnlijk wordt gestreefd naar een reductie van schade en sterfte voor enkele specifieke groepen ouderen. Meetadvies voor het monitoren van het effect van het veiligheidsprogramma (landelijke meting): a. SMR-leeftijdsgroep: Gebruik arlijkse afname (boven de natuurlijke afname) van de gecorrigeerde ziekenhuissterfte bij oudere patiënten door het stratificeren van de HSMR naar leeftijdsklasse als maat voor het effect van de interventies gericht op oudere patiënten. 19

20 b. Onverwacht lange opnameduur: monitor landelijk het percentage opnames bij oudere patiënten waarvoor de opnameduur significant langer is dan verwacht. (exclusie patiënten die primair palliatief zijn opgenomen, terminale patiënten) c. ongeplande heropnames: monitor landelijk het percentage ongeplande heropnames in het ar na een indexopname bij oudere patiënten als maat voor het effect van de interventies gericht op oudere patiënten. Meetadvies voor het toezicht door de IGZ: 1. indicator op ziekenhuisniveau: a. SMR-leeftijdsgroep: vraag aan ziekenhuizen of zij de HSMR naar leeftijdsklasse opvragen of aan te geven op welke andere wijze zij de ziekenhuissterfte van oudere patiënten monitoren en gebruiken om (zonodig) verbeteracties te starten. b. Onverwacht lange verpleegduur oudere patiënten: vraag aan ziekenhuizen of zij het percentage onverwacht lange verpleegduur voor oudere patiënten monitoren en gebruiken om (zonodig) verbeteracties te starten. c. Onverwacht heropnames oudere patiënten: vraag aan ziekenhuizen of zij het percentage onverwachte heropnames voor oudere patiënten monitoren en gebruiken om (zonodig) verbeteracties te starten. 2. audit/inspectiebezoek op ziekenhuisniveau b. SMR, opnameduur, heropnames: vraag arlijks tijdens een inspectiebezoek inzage in de leeftijdspecifieke SMR, het percentage lange opnameduur en het percentage heropnames bij oudere patiënten en bespreek de trend in de tijd, verschillen tussen diagnosegroepen en de positie die het ziekenhuis inneemt ten opzichte van andere ziekenhuizen, de redenen hiervoor en zonodig welke verbeteracties het ziekenhuis heeft ondernomen c. indien onbekend of een opvallend hoog percentage bespreken in het argesprek, zonodig plan van aanpak vragen Achtergrond: Het merendeel van de ziekenhuispatiënten is ouder dan 65 ar. Vooral oudere patiënten die door een veelvoud van stoornissen in lichamelijk en/of geestelijk functioneren een complex ziektebeeld vertonen moeten tijdig worden herkend. De praktijk wijst uit dat de vaak atypisch gepresenteerde ziektebeelden in de meeste gevallen samengaan met één of meer geriatrische problemen en syndromen zoals ondervoeding, (poli)farmacie 13, fysieke beperkingen, verhoogd risico op vallen, incontinentie, decubitus en de aanwezigheid van een delirium en/of dementie. Maar ook tot voor kort gezonde ouderen kunnen door een acute ziekte tot de groep kwetsbare ouderen gaan behoren. Ruim een kwart van de acuut opgenomen 65-plussers komt binnen drie maanden vanaf opname te overlijden 14. Door de combinatie van hoge leeftijd en acute ziekte bestaat ook een groter risico op vermijdbare fouten die overlijden tot gevolg hebben. 1 De groep kwetsbare ouderen behoeft daarom extra aandacht als het gaat om patiëntveiligheid. Het is zaak de hoogrisicopatiënten onder hen tijdig te herkennen en maatregelen te nemen om complicaties te voorkomen. Met gegevens uit de DEFENCE-I-studie 15 is een ontslagmatrix opgezet, waarbij per leeftijdsgroep en aandoening het te verwachten aantal opnamedagen kan worden berekend. 13 Uit de HARM-studie en de IPCI-studie komt onder andere naar voren dat bij oudere patienten vaker sprake is van bijwerkingen en verkeerd gebruik van medicijnen 14 De Rooij SEJA, Schuurmans MJ, van Gemert EA, Buurman BM, Smorenburg SM. Dubbel kwetsbaar. Medisch Contact 2007; : FACTSHEET DEFENCE (Develop strategies Enabling Frail Elderly New Complications to Evade) 20

12 Ziekenhuissterfte, dossieronderzoek en onverwacht lange opnameduur

12 Ziekenhuissterfte, dossieronderzoek en onverwacht lange opnameduur 12 Ziekenhuissterfte, dossieronderzoek en onverwacht lange opnameduur De Hospital Standardized Mortality Ratio (HSMR) is een deels gecorrigeerde maat voor ziekenhuissterfte bij 50 diagnosegroepen (de zogenoemde

Nadere informatie

Veiligheidsindicatoren ziekenhuizen t/m Toezicht op het VMS Veiligheidsprogramma Voorkom schade, werk veilig

Veiligheidsindicatoren ziekenhuizen t/m Toezicht op het VMS Veiligheidsprogramma Voorkom schade, werk veilig Veiligheidsindicatoren ziekenhuizen 2010 t/m 2012 Toezicht op het VMS Veiligheidsprogramma Voorkom schade, werk veilig IGZ Inspectie voor de Gezondheidszorg Versie 2, tekstueel gewijzigd Utrecht, maart

Nadere informatie

Op weg naar veilige zorg met de veiligheidsthema s

Op weg naar veilige zorg met de veiligheidsthema s Het Erasmus MC neemt sinds 2008 deel aan het landelijke Veiligheidsprogramma van VMSzorg en wil hiermee een bijdrage leveren aan het terugdringen van onbedoelde vermijdbare schade bij patiënten. Als onderdeel

Nadere informatie

Veiligheidsindicatoren. ziekenhuizen. Toezicht op het Veiligheidsprogramma Voorkom schade, werk veilig. Utrecht, december 2010

Veiligheidsindicatoren. ziekenhuizen. Toezicht op het Veiligheidsprogramma Voorkom schade, werk veilig. Utrecht, december 2010 Veiligheidsindicatoren ziekenhuizen 2010 2012 Toezicht op het Veiligheidsprogramma Voorkom schade, werk veilig Utrecht, december 2010 Algemene informatie over kwaliteitsindicatoren en een digitale set

Nadere informatie

Vitaal bedreigde patiënt: de structuur van het spoed interventie systeem

Vitaal bedreigde patiënt: de structuur van het spoed interventie systeem aan Factsheets indicatoren Vitaal Bedreigde Patiënt Publicatienummer: 2010.1201 (Kijk op www.vmszorg.nl voor updates) Versiebeheer Wijzigingen 2009.1200 (feb 2009) Eerste versie 2010.1201 (mrt 2010) Bevindingen

Nadere informatie

De interventiebundels POWI en Lijnsepsis: toe aan verandering?

De interventiebundels POWI en Lijnsepsis: toe aan verandering? De interventiebundels POWI en Lijnsepsis: toe aan verandering? Jan Wille, coördinator infectiepreventie Titia Hopmans, senior adviseur PREZIES RIVM, Centrum voor Infectieziektebestrijding 1 Patiëntveiligheid

Nadere informatie

Standard Mortality Ratio s (SMR) en de Hospital Standardized Sterftecijfers (HSMR) per specifieke diagnosegroep

Standard Mortality Ratio s (SMR) en de Hospital Standardized Sterftecijfers (HSMR) per specifieke diagnosegroep Standard Mortality Ratio s (SMR) en de Hospital Standardized Sterftecijfers (HSMR) per specifieke diagnosegroep SMR s per specifieke diagnosegroep 2015-2017 De Standard Mortality Ratio s (SMR) geeft per

Nadere informatie

EEN MEERJARIG BELEIDSPLAN MET SMART DOELSTELLINGEN

EEN MEERJARIG BELEIDSPLAN MET SMART DOELSTELLINGEN VOORBEELD VEILIGHEIDSPLAN EEN MEERJARIG BELEIDSPLAN MET SMART DOELSTELLINGEN Hieronder ziet u de hoofdstukken en paragrafen van het veiligheidsplan. Per paragraaf ziet u welke informatie u moet geven.

Nadere informatie

Factsheets indicatoren Verwisseling van en bij patiënten

Factsheets indicatoren Verwisseling van en bij patiënten aan Factsheets indicatoren Verwisseling van en bij patiënten Publicatienummer: 2010.1800 (Kijk op www.vmszorg.nl voor updates) Structuurindicatoren. Aanwezigheid, toepassing en registratie identificatie-

Nadere informatie

De afgelopen jaren is er meer aandacht

De afgelopen jaren is er meer aandacht HSMR nog geen betrouwbare maat voor zorgkwaliteit Schommelende sterftecijfers W.F. van den Bosch, kwaliteitsmanager St. Antonius Ziekenhuis, Utrecht/Nieuwegein K.J. Roozendaal, tot voor kort internist

Nadere informatie

HSMR: doorontwikkeling en interpretatie. Agnes de Bruin (CBS), 11 oktober 2016 Themabijeenkomst Van getal naar patiëntveiligheid DHD, Utrecht

HSMR: doorontwikkeling en interpretatie. Agnes de Bruin (CBS), 11 oktober 2016 Themabijeenkomst Van getal naar patiëntveiligheid DHD, Utrecht HSMR: doorontwikkeling en interpretatie Agnes de Bruin (CBS), 11 oktober 2016 Themabijeenkomst Van getal naar patiëntveiligheid DHD, Utrecht Inhoud presentatie Wat is de HSMR? Doorontwikkeling HSMR tot

Nadere informatie

STAPPENPLAN BIJ HET MODEL STUURYSTEEM DECUBITUS (PROJECT DECUBITUSZORG IN DE DAGELIJKSE PRAKTIJK; DOOR STUREN STEEDS BETER)

STAPPENPLAN BIJ HET MODEL STUURYSTEEM DECUBITUS (PROJECT DECUBITUSZORG IN DE DAGELIJKSE PRAKTIJK; DOOR STUREN STEEDS BETER) STAPPENPLAN BIJ HET MODEL STUURYSTEEM DECUBITUS (PROJECT DECUBITUSZORG IN DE DAGELIJKSE PRAKTIJK; DOOR STUREN STEEDS BETER) Juni 2004 INLEIDING Voor u ligt een stappenplan dat gebaseerd is op de CBO-richtlijn

Nadere informatie

Compagnoncursus. Martini Ziekenhuis. Juni 2012 Texel

Compagnoncursus. Martini Ziekenhuis. Juni 2012 Texel Compagnoncursus Martini Ziekenhuis Juni 2012 Texel Intensive Care Martini Ziekenhuis Aantal bedden: 10 IC-bedden, uitbreiding tot 12 bedden verwacht in 2012 4 SDU-bedden 2 IC-BW bedden Personeel IC-verpleging/medewerkers:

Nadere informatie

Het resultaat telt De veiligheid telt veiligheidsindicatoren

Het resultaat telt De veiligheid telt veiligheidsindicatoren Het resultaat telt De veiligheid telt veiligheidsindicatoren 2009-2011 Utrecht, november 2012 IGZ12-46 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 3 Voorwoord 5 Inleiding 6 1 Ziekenhuissterfte 8 2 Vermijdbare sterfte

Nadere informatie

Q&A Kwaliteitsvenster - Communicatie

Q&A Kwaliteitsvenster - Communicatie Q&A Kwaliteitsvenster - Communicatie Q Wat is het Kwaliteitsvenster? A Het Kwaliteitsvenster geeft patiënten op een heldere en eenduidige manier inzicht in de ziekenhuisbrede kwaliteit van zorg. Aan de

Nadere informatie

De ontwikkeling van een heropnamemodel. Corine Penning, Jan van der Laan, Agnes de Bruin (CBS) Landelijke Themabijeenkomst Heropnamen DHD

De ontwikkeling van een heropnamemodel. Corine Penning, Jan van der Laan, Agnes de Bruin (CBS) Landelijke Themabijeenkomst Heropnamen DHD De ontwikkeling van een heropnamemodel Corine Penning, Jan van der Laan, Agnes de Bruin (CBS) Landelijke Themabijeenkomst Heropnamen DHD Aanleiding Heropname kan een indicator zijn voor sub-optimale zorg

Nadere informatie

Implementatie. VMS Veiligheidsprogramma. Evaluatieonderzoek in Nederlandse ziekenhuizen

Implementatie. VMS Veiligheidsprogramma. Evaluatieonderzoek in Nederlandse ziekenhuizen P A T I Ë N T V E I L I G H E I D I N N E D E R L A N D Implementatie VMS Veiligheidsprogramma Evaluatieonderzoek in Nederlandse ziekenhuizen Implementatie VMS Veiligheidsprogramma Evaluatieonderzoek in

Nadere informatie

Tweede evaluatie VMS Veiligheidsprogramma

Tweede evaluatie VMS Veiligheidsprogramma Tweede evaluatie VMS Veiligheidsprogramma Medicatieverificatie High Risk Medicatie EPD Indicator scan Dr. Joanna E. Klopotowska, postdoc onderzoeker Safety 4 patients VUmc/EMGO+ Drs. Bernadette Schutijser,

Nadere informatie

Beperkte invloed gegevensregistratie op gestandaardiseerd ziekenhuissterftecijfer (HSMR)

Beperkte invloed gegevensregistratie op gestandaardiseerd ziekenhuissterftecijfer (HSMR) Onderzoek Beperkte invloed gegevensregistratie op gestandaardiseerd ziekenhuissterftecijfer (HSMR) nevendiagnosen, urgentie van opname en niet-gespecificeerde diagnosen D. (Daniël) Pieter, R.B. (Tijn)

Nadere informatie

De veiligheid telt. Utrecht, maart 2014

De veiligheid telt. Utrecht, maart 2014 De veiligheid telt 2012 Utrecht, maart 2014 IGZ14-13 Inhoudsopgave Voorwoord 5 Inleiding 7 1 Ziekenhuissterfte 9 2 Onverwacht lange opnameduur en dossieronderzoek 11 3 Voorkomen van wondinfecties na een

Nadere informatie

Rapport Maastricht UMC+ HSMR 2016

Rapport Maastricht UMC+ HSMR 2016 Rapport Maastricht UMC+ HSMR 2016 februari 2018 Inleiding Dit rapport is het verslag van het onderzoek van het Maastricht UMC+ naar aanleiding van de HSMR-cijfers in 2016. Deze HSMR-cijfers gaan over de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 31 016 Ziekenhuiszorg Nr. 33 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

HSMR: doorontwikkeling en interpretatie. Agnes de Bruin (CBS), 11 oktober 2016 Themabijeenkomst Van getal naar patiëntveiligheid DHD, Utrecht

HSMR: doorontwikkeling en interpretatie. Agnes de Bruin (CBS), 11 oktober 2016 Themabijeenkomst Van getal naar patiëntveiligheid DHD, Utrecht HSMR: doorontwikkeling en interpretatie Agnes de Bruin (CBS), 11 oktober 2016 Themabijeenkomst Van getal naar patiëntveiligheid DHD, Utrecht Inhoud presentatie Wat is de HSMR? Doorontwikkeling HSMR tot

Nadere informatie

Patiëntveiligheid in ziekenhuizen. 12,5 jaar onderzoek, successen en nieuwe uitdagingen

Patiëntveiligheid in ziekenhuizen. 12,5 jaar onderzoek, successen en nieuwe uitdagingen Patiëntveiligheid in ziekenhuizen 12,5 jaar onderzoek, successen en nieuwe uitdagingen Patiëntveiligheid is een continu proces Ziekenhuizen willen de beste zorg bieden aan hun patiënten. Maar behandelingen

Nadere informatie

Nr Naam Beschrijving Mogelijke waarden of verwijzingen 1 Patiëntidentificatie Een uniek patiëntidentificatienummer Vrije tekst

Nr Naam Beschrijving Mogelijke waarden of verwijzingen 1 Patiëntidentificatie Een uniek patiëntidentificatienummer Vrije tekst Toelichting op het registratieformulier oktober 2014 Optionele variabelen zijn in donkergrijs weergegeven op het registratieformulier en in deze toelichting. Nr Naam Beschrijving Mogelijke waarden of verwijzingen

Nadere informatie

Dossieronderzoek volgens de EMGO+/NIVEL methode

Dossieronderzoek volgens de EMGO+/NIVEL methode Dossieronderzoek volgens de EMGO+/NIVEL methode M. Langelaan Voor een goed begrip Uitkomstmaten in dossieronderzoek Zorggerelateerde schade Let op: vermijdbaar verwijtbaar Niet vermijdbare schade Vermijdbare

Nadere informatie

De kunst van fouten maken

De kunst van fouten maken De kunst van fouten maken Programma De kunde van patiëntveiligheid Kick-off Inleiding patiëntveiligheid Pauze De kunst van het zien en leren van incidenten VIM Human Factor Engineering Video Inleiding

Nadere informatie

Perspectief van de zorgondernemer. Prof. dr. Robert Slappendel, anesthesioloog Manager kwaliteit en Veiligheid Amphia Ziekenhuis

Perspectief van de zorgondernemer. Prof. dr. Robert Slappendel, anesthesioloog Manager kwaliteit en Veiligheid Amphia Ziekenhuis Perspectief van de zorgondernemer Prof. dr. Robert Slappendel, anesthesioloog Manager kwaliteit en Veiligheid Amphia Ziekenhuis Heeft dit zorgstelsel adequate prikkels om kwalitatief goede zorg te leveren?

Nadere informatie

jaarverslag 2008 Ziekenhuis 195 Gemaakt op:

jaarverslag 2008 Ziekenhuis 195 Gemaakt op: Ziekenhuis 195 Gemaakt op: 2009-04-14 2-29 Inleiding De cijfers in dit rapport zijn gebaseerd op de records die opgenomen zijn in de landelijke database. Voor 2008 zijn 2083 aangeleverd, waarvan 5 zonder

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 31 765 Kwaliteit van zorg Nr. 399 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR MEDISCHE ZORG Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag,

Nadere informatie

Jaarverslag Ziekenhuis 195. Gemaakt op:

Jaarverslag Ziekenhuis 195. Gemaakt op: Jaarverslag 2015 Ziekenhuis 195 Gemaakt op: 2016-03-22 Inhoud Inleiding... 4 Minimale Data Set (MDS)... 5 Algemeen... 6 Aantal... 7 Her... 8 Herkomst... 9 Opnametype... 9 Leeftijd en Geslacht... 10 Reanimaties...

Nadere informatie

Samenvatting thema Veilige zorg voor zieke kinderen

Samenvatting thema Veilige zorg voor zieke kinderen aan Samenvatting thema Veilige zorg voor zieke kinderen Voor het thema Veilige zorg voor zieke kinderen heeft het expertteam een praktijkgids ontwikkeld. Het VMS Veiligheidsprogramma bouwt met deze praktijkgids

Nadere informatie

Ranking en toezicht: goed voor de patiënt! Ed Schoemaker Coördinerend/specialistisch senior inspecteur Projectleider Toezicht Operatief Proces

Ranking en toezicht: goed voor de patiënt! Ed Schoemaker Coördinerend/specialistisch senior inspecteur Projectleider Toezicht Operatief Proces Ranking en toezicht: goed voor de patiënt! Ed Schoemaker Coördinerend/specialistisch senior inspecteur Projectleider Toezicht Operatief Proces Ranking en toezicht: goed voor de patiënt! NVLO 25-9-2014

Nadere informatie

Sterftecijfers (HSMR & SMR) 2012 Albert Schweitzer ziekenhuis Dordrecht

Sterftecijfers (HSMR & SMR) 2012 Albert Schweitzer ziekenhuis Dordrecht Sterftecijfers (HSMR & SMR) 2012 Albert Schweitzer ziekenhuis Dordrecht Sterftecijfers Het sterftecijfer (ook wel de mortaliteit genoemd) is één van de middelen (of indicatoren) om onderlinge verschillen

Nadere informatie

Publicatie sterftecijfers 2013 Albert Schweitzer ziekenhuis Dordrecht

Publicatie sterftecijfers 2013 Albert Schweitzer ziekenhuis Dordrecht Toelichting bij - Publicatie sterftecijfers 2013 Albert Schweitzer ziekenhuis Dordrecht W.J.Jansen & F v.d. Elzen Februari 2015 Sterftecijfers Het sterftecijfer (ook wel de mortaliteit genoemd) is één

Nadere informatie

Dossieronderzoek als kwaliteitsinstrument. Prof. Dr. S.A. Danner VU medisch centrum

Dossieronderzoek als kwaliteitsinstrument. Prof. Dr. S.A. Danner VU medisch centrum Dossieronderzoek als kwaliteitsinstrument Prof. Dr. S.A. Danner VU medisch centrum Disclosure belangen spreker (S.A. Danner) (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties

Nadere informatie

NR/CU-267. Regeling verplichte publicatie sterftecijfers instellingen voor medisch specialistische zorg

NR/CU-267. Regeling verplichte publicatie sterftecijfers instellingen voor medisch specialistische zorg Regeling verplichte publicatie sterftecijfers instellingen voor medisch specialistische zorg : Ingevolge artikel 38, vierde juncto zevende lid, en artikel 62, eerste lid, juncto artikel 68 van de Wet marktordening

Nadere informatie

Belangen spreker. Kwaliteitsregistratie: het werkt! 1-11-2013. Marc van Tilburg chirurg 30 oktober 2013

Belangen spreker. Kwaliteitsregistratie: het werkt! 1-11-2013. Marc van Tilburg chirurg 30 oktober 2013 --23 Kwaliteitsregistratie: het werkt! Marc van Tilburg chirurg 3 oktober 23 Belangen spreker (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven Geen Voor bijeenkomst

Nadere informatie

samenvatting PS_REBECCA_def.indd :53

samenvatting PS_REBECCA_def.indd :53 Samenvatting samenvatting 185 In dit proefschrift worden trends in zorggerelateerde schade en vermijdbare zorggerelateerde schade in Nederlandse ziekenhuizen gedurende de jaren 2004, 2008 en 2011/2012

Nadere informatie

Triggertool dossieronderzoek Reflex Toelichting functionaliteit en werkwijze

Triggertool dossieronderzoek Reflex Toelichting functionaliteit en werkwijze Triggertool dossieronderzoek Reflex Toelichting functionaliteit en werkwijze Versie 1.0 17 april 2014 Triggertool voor dossieronderzoek in Reflex Als nieuwe functionaliteit in Reflex hebben we de triggertool

Nadere informatie

Publicatie sterftecijfers 2015 Albert Schweitzer ziekenhuis Dordrecht

Publicatie sterftecijfers 2015 Albert Schweitzer ziekenhuis Dordrecht Toelichting bij - Publicatie sterftecijfers 2015 Albert Schweitzer ziekenhuis Dordrecht W.J. Jansen & F. van den Elsen Februari 2017 Toelichting publicatie HSMR 2015 - Albert Schweitzer ziekenhuis februari

Nadere informatie

Dr. P.L. Batenburg Voorzitter Raad van Bestuur Catharina Ziekenhuis april 2014

Dr. P.L. Batenburg Voorzitter Raad van Bestuur Catharina Ziekenhuis april 2014 Dr. P.L. Batenburg Voorzitter Raad van Bestuur Catharina Ziekenhuis april 2014 Kwaliteitsindicatoren: de definitie Een meetbaar aspect van de zorg dat een aanwijzing geeft over bijvoorbeeld de kwaliteit,

Nadere informatie

Patiëntveiligheidsprogramma

Patiëntveiligheidsprogramma Patiëntveiligheidsprogramma Sector Geestelijke Gezondheidszorg Contouren programma 2008 2011 22 november 2007 Vereniging GGZ Nederland Brancheorganisatie voor geestelijke gezondheids- en verslavingszorg

Nadere informatie

Spoed Interventie Team (SIT): waarom en hoe? Elien Pragt Anesthesioloog-intensivist MUMC+ 22 april 2016

Spoed Interventie Team (SIT): waarom en hoe? Elien Pragt Anesthesioloog-intensivist MUMC+ 22 april 2016 Spoed Interventie Team (SIT): waarom en hoe? Elien Pragt Anesthesioloog-intensivist MUMC+ 22 april 2016 Waarom SIT? Critical care outreach team (CCOT) Medical emergency team (MET) Spoed interventie team

Nadere informatie

Factsheets indicatoren Voorkomen van nierinsufficiëntie bij intravasculair gebruik van jodiumhoudende contrastmiddelen.

Factsheets indicatoren Voorkomen van nierinsufficiëntie bij intravasculair gebruik van jodiumhoudende contrastmiddelen. aan Factsheets indicatoren Voorkomen van nierinsufficiëntie bij intravasculair gebruik van jodiumhoudende contrastmiddelen Publicatienummer: 2009.1901 Versiebeheer Wijzigingen 2009.1900 (okt 2009) Eerste

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 15 mei 2013 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 15 mei 2013 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 2008 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Rijnstraat 50 255 XP DEN HAAG T 070 340 79 F 070 340 78 34

Nadere informatie

BMI en het risico op een Postoperatieve Wondinfecties (POWI)

BMI en het risico op een Postoperatieve Wondinfecties (POWI) BMI en het risico op een Postoperatieve Wondinfecties (POWI) Anouk Meijs Epidemioloog 1 Disclosures (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven Sponsoring

Nadere informatie

Resultaten PREZIES evaluatie

Resultaten PREZIES evaluatie Resultaten PREZIES evaluatie Jan Wille Tjallie van der Kooi 1 Inleiding In 2009 eerste formele PREZIES evaluatie bij diverse stakeholders, d.m.v. interviews Na 7 jaar, waarin diverse veranderingen, nieuwe

Nadere informatie

Infectiepreventie: Maatregelen bij toediening medicatie

Infectiepreventie: Maatregelen bij toediening medicatie preventie: Maatregelen bij toediening medicatie 24 januari 2018 Simone van Rijn, Deskundige preventie Intravasale therapie 1 Disclosure slide (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk

Nadere informatie

Factsheets indicatoren Vroege herkenning en behandeling van pijn. Structuurindicatoren

Factsheets indicatoren Vroege herkenning en behandeling van pijn. Structuurindicatoren aan Factsheets indicatoren Vroege herkenning en behandeling van pijn Publicatienummer: 2010.1600 (jan 2010) (Kijk op www.vmszorg.nl voor updates) Versiebeheer Wijzigingen 2010.1600 (jan 2010) Eerste versie

Nadere informatie

Publicatie sterftecijfers 2014 Albert Schweitzer ziekenhuis Dordrecht

Publicatie sterftecijfers 2014 Albert Schweitzer ziekenhuis Dordrecht Toelichting bij - Publicatie sterftecijfers 2014 Albert Schweitzer ziekenhuis Dordrecht W.J. Jansen & F. van den Elsen November 2015 Toelichting publicatie HSMR 2014 - Albert Schweitzer ziekenhuis november

Nadere informatie

Het Spoed Interventie Team

Het Spoed Interventie Team Het Spoed Interventie Team Peter Tangkau, internist - intensivist Mariska van Scheijndel, IC-verpleegkundige Harriët van Dijk, IC-verpleegkundige/kwaliteitsfunctionaris Werkgroep Educatieve Symposia Het

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 31 016 Ziekenhuiszorg Nr. 59 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

PLAN VAN AANPAK MEDICATIEVERIFICATIE BIJ OPNAME EN ONTSLAG

PLAN VAN AANPAK MEDICATIEVERIFICATIE BIJ OPNAME EN ONTSLAG aan PLAN VAN AANPAK MEDICATIEVERIFICATIE BIJ OPNAME EN ONTSLAG Ziekenhuis Themawerkgroep Titel thema Opdrachtgever Begin- en einddatum Opgesteld op Ingevuld door TEAMSAMENSTELLING 1. Wat is de samenstelling

Nadere informatie

Documentenanalyse Veiligheidsvisitatiebezoek

Documentenanalyse Veiligheidsvisitatiebezoek Ingevuld door: Naam Instelling: Documentenanalyse Veiligheidsvisitatiebezoek In de documentenanalyse wordt gevraagd om verplichte documentatie en registraties vanuit de NTA 8009:2007 en HKZ certificatieschema

Nadere informatie

Effectieve excellentie in de verpleegkunde

Effectieve excellentie in de verpleegkunde Effectieve excellentie in de verpleegkunde MC congres Dewi Stalpers PhD, RN-ICU Wie ben ik? Van 2003-2011: IC-verpleegkundige St. Antonius ZKH September 2016: gepromoveerd aan UU Adviseur & onderzoeker

Nadere informatie

Kwaliteit meetbaar maken en verantwoorden

Kwaliteit meetbaar maken en verantwoorden Kwaliteit meetbaar maken en verantwoorden Inspectie voor de Gezondheidszorg drs. Jenneke van Veen Algemene leden vergadering VGN 27 juni 2006 Hoofdinspecteur Verpleging en chronische zorg www.igz.nl WAT

Nadere informatie

6ATRIUMFIBRILLEREN. Hiërarchie gecombineerd voor Atriumfibrilleren

6ATRIUMFIBRILLEREN. Hiërarchie gecombineerd voor Atriumfibrilleren ATRIUMFIBRILLEREN Atriumfibrilleren is binnen Meetbaar Beter gedefinieerd als een ritmestoornis die gekenmerkt wordt door een irregulair RR interval (zonder de aanwezigheid van een repetitief patroon),

Nadere informatie

5.4 Gastro-intestinaal

5.4 Gastro-intestinaal 5.4 Gastro-intestinaal 5.4.1 Indicator: Deelname aan de Dutch UpperGI Cancer Audit (DUCA) De mortaliteit en morbiditeit van de chirurgische behandeling van slokdarmkanker heeft de laatste jaren veel aandacht

Nadere informatie

Benchmark van complicaties en reïnterventies van pacemaker- of ICD implantaties. Concept / 10 januari 2019 / versie

Benchmark van complicaties en reïnterventies van pacemaker- of ICD implantaties. Concept / 10 januari 2019 / versie Benchmark van complicaties en s van pacemaker- of ICD implantaties Concept / 10 januari 2019 / versie 2018.0.4 Versie: 2018.0.4 Datum: 10 januari 2019 Voor informatie neem contact op met: Nederlandse Hart

Nadere informatie

HSMR en SMRs per diagnosegroep Cijfers 2015 IJsselmeerziekenhuizen

HSMR en SMRs per diagnosegroep Cijfers 2015 IJsselmeerziekenhuizen en SMRs per diagnosegroep Cijfers 2015 IJsselmeerziekenhuizen De Praktijk Index Rembrandtlaan 31 3723 BG Bilthoven 030-244 0326 www.depraktijkindex.nl maart 2016 Introductie In deze rapportage worden de

Nadere informatie

Palliatieve Pijnbestrijding regio s-hertogenbosch /Bommelerwaard. Ambitie Jeroen Bosch Ziekenhuis. Patiëntveiligheid

Palliatieve Pijnbestrijding regio s-hertogenbosch /Bommelerwaard. Ambitie Jeroen Bosch Ziekenhuis. Patiëntveiligheid Palliatieve Pijnbestrijding regio s-hertogenbosch /Bommelerwaard Sylvia Verhage Verpleegkundig specialist oncologie / projectleider Pijn & Palliatieve zorg / consulent Consultatieteam Noord-West Brabant

Nadere informatie

GECOMBINEERD AORTAKLEPLIJDEN EN 5CORONAIRLIJDEN

GECOMBINEERD AORTAKLEPLIJDEN EN 5CORONAIRLIJDEN GECOMBINEERD AORTAKLEPLIJDEN EN CORONAIRLIJDEN Patiënten die de diagnose gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden krijgen, kunnen worden behandeld middels coronaire bypasschirurgie (CABG) en een

Nadere informatie

Op weg naar perfectie: Hoe om te gaan met de informatie? Theo Wiggers Amsterdam, 25 juni 2013

Op weg naar perfectie: Hoe om te gaan met de informatie? Theo Wiggers Amsterdam, 25 juni 2013 Op weg naar perfectie: Hoe om te gaan met de informatie? Theo Wiggers Amsterdam, 25 juni 2013 Perfectie Verschil in kwaliteit onvoldoende klinische data voor vergelijken uitkomsten Perfectie = klassieke

Nadere informatie

Patiëntveiligheid in Nederlandse ziekenhuizen

Patiëntveiligheid in Nederlandse ziekenhuizen Patiëntveiligheid in Nederlandse ziekenhuizen Verleden, heden en trends Cordula Wagner Hoogleraar Patiëntveiligheid NIVEL en EMGO+/VUmc Pa#ëntveiligheid: belangrijke momenten in de #jd Harvard Medical

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting De laatste jaren wordt in steeds meer zorginstellingen aandacht besteed aan infectiepreventie en patiëntveiligheid. Een van de redenen is de toenemende antibiotica resistentie van bacteriën

Nadere informatie

Een slagvaardige start. www.vmszorg.nl. VMS Veiligheidsprogramma Jaarverslag 2008

Een slagvaardige start. www.vmszorg.nl. VMS Veiligheidsprogramma Jaarverslag 2008 Een slagvaardige start www.vmszorg.nl VMS Veiligheidsprogramma Jaarverslag 2008 20 Colofon Een slagvaardige start, Jaarverslag 2008 is een uitgave van het VMS Veiligheidsprogramma. Bezoekadres Oudlaan

Nadere informatie

Nieuwe Influenza A (H1N1)

Nieuwe Influenza A (H1N1) Nieuwe Influenza A (H1N1) Overzicht 6 november 29, week 45 Samenvatting In de afgelopen week is het aantal ziekenhuisopnamen wegens een laboratoriumbevestigde infectie met Nieuwe Influenza A (H1N1) wederom

Nadere informatie

Hartcentra en het effect van bijzondere medische verrichtingen op het gestandaardiseerde ziekenhuissterftecijfer

Hartcentra en het effect van bijzondere medische verrichtingen op het gestandaardiseerde ziekenhuissterftecijfer oorspronkelijke stukken Hartcentra en het effect van bijzondere medische verrichtingen op het gestandaardiseerde ziekenhuissterftecijfer W.F.van den Bosch, W.C.Graafmans, D.Pieter en G.P.Westert Doel.

Nadere informatie

Reduceert de interventiebundel het risico op lijnsepsis?

Reduceert de interventiebundel het risico op lijnsepsis? Reduceert de interventiebundel het risico op lijnsepsis? 1 Emma Smid epidemioloog PREZIES Inhoud Achtergrond module Lijnsepsis Achtergrond VMS Veiligheidsprogramma Gegevens module Lijnsepsis Methode Resultaten

Nadere informatie

Factsheet Indicatoren Geïnstrumenteerde Lage Rug Chirurgie (DSSR) 2016

Factsheet Indicatoren Geïnstrumenteerde Lage Rug Chirurgie (DSSR) 2016 Factsheet en Geïnstrumenteerde Lage Rug Chirurgie (DSSR) 2016 Registratie gestart: 2014 Inclusie en exclusie criteria Inclusie Alle patienten met een degeneratieve lumbale wervelkolomaandoening die een

Nadere informatie

Praktische toepassingen in het vergroten van medicatieveiligheid:

Praktische toepassingen in het vergroten van medicatieveiligheid: Praktische toepassingen in het vergroten van medicatieveiligheid: Medicatiemanagers als vaste waarde in het verpleegkundig team ter verbetering van de medicatieveiligheid. Rolf Toornvliet, ziekenhuisapotheker

Nadere informatie

Het voorkomen van geneesmiddel gerelateerde problemen bij oudere patiënten met polyfarmacie ontslagen uit het ziekenhuis

Het voorkomen van geneesmiddel gerelateerde problemen bij oudere patiënten met polyfarmacie ontslagen uit het ziekenhuis Samenvatting Het voorkomen van geneesmiddel gerelateerde problemen bij oudere patiënten met polyfarmacie ontslagen uit het ziekenhuis Hoofdstuk 1 bevat de algemene inleiding van dit proefschrift. Dit hoofdstuk

Nadere informatie

Uitvoering dossieronderzoek in Rijnland Ziekenhuis 16 juni 2014 Coördinatorenbijeenkomst VMS

Uitvoering dossieronderzoek in Rijnland Ziekenhuis 16 juni 2014 Coördinatorenbijeenkomst VMS Dossieronderzoek Uitvoering dossieronderzoek in Rijnland Ziekenhuis 16 juni 2014 Coördinatorenbijeenkomst VMS Carolien Lucas medisch specialist Cardiologie Esther Baars adviseur Kwaliteit, Zorginnovatie

Nadere informatie

HSMR en SMR s per diagnosegroep Cijfers eerste helft 2014 Ziekenhuisgroep Twente

HSMR en SMR s per diagnosegroep Cijfers eerste helft 2014 Ziekenhuisgroep Twente HSMR en SMR s per diagnosegroep Cijfers eerste helft 2014 Ziekenhuisgroep Twente 20 maart 2015 Ziekenhuisgroep Twente T.a.v. mw. Eggert en dhr. Gorgels Postbus 7600 7600 SZ Almelo Introductie In deze rapportage

Nadere informatie

Implementatieplan Indicatoren ambulancezorg

Implementatieplan Indicatoren ambulancezorg Implementatieplan Indicatoren ambulancezorg definitieve versie maart 2015 1 1. Inleiding In oktober 2014 heeft het bestuur van Ambulancezorg Nederland de indicatorenset ambulancezorg vastgesteld. Hiermee

Nadere informatie

Toezichtproject naar implementatie Convenant medische technologie

Toezichtproject naar implementatie Convenant medische technologie Toezichtproject naar implementatie Convenant medische technologie ir. Fred J. Benning coördinerend/specialistisch senior inspecteur IGZ/Programma Medische Technologie Veilig gebruik van medische technologie

Nadere informatie

Uniforme Rapportage en Indicatoren voor de kwaliteit van de huisartsenzorg

Uniforme Rapportage en Indicatoren voor de kwaliteit van de huisartsenzorg Uniforme Rapportage en Indicatoren voor de kwaliteit van de huisartsenzorg vrijdag 31 oktober 2008 Uniforme Rapportage en Indicatoren voor de kwaliteit van de huisartsenzorg Versie 1.0 TR. van Althuis,

Nadere informatie

Indicatoren basisveiligheid voor de verpleeghuiszorg in 2018

Indicatoren basisveiligheid voor de verpleeghuiszorg in 2018 Home no. 2 April 2018 Eerdere edities Verenso.nl Indicatoren basisveiligheid voor de verpleeghuiszorg in 2018 Sandra van Beek, Marie-Julie van Hoof svanbeek@verenso.nl Sandra van Beek, Marie-Julie van

Nadere informatie

IGJ rapport: Het resultaat Telt - Particuliere Klinieken Hoe scoren de ZKN-keurmerk klinieken?

IGJ rapport: Het resultaat Telt - Particuliere Klinieken Hoe scoren de ZKN-keurmerk klinieken? IGJ rapport: Het resultaat Telt - Particuliere Klinieken Hoe scoren de? Inleiding De Inspectie voor de Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) publiceert arlijks een rapport over particuliere. De minister voor

Nadere informatie

Leren van onverwacht ernstige gebeurtenissen in de zorg

Leren van onverwacht ernstige gebeurtenissen in de zorg Leren van onverwacht ernstige gebeurtenissen in de zorg Openbaar maken van (mogelijke) calamiteiten in de patiëntenzorg Alle zorgverleners van het Jeroen Bosch Ziekenhuis doen hun uiterste best om er voor

Nadere informatie

Goede gegevensvastlegging voor een betrouwbare HSMR

Goede gegevensvastlegging voor een betrouwbare HSMR Goede gegevensvastlegging voor een betrouwbare HSMR Een betrouwbare HSMR berekening is alleen mogelijk als ziekenhuizen volgens dezelfde regels, dus op uniforme wijze hun opnamen in de LMR (en diens opvolger

Nadere informatie

7 jaar dossieronderzoek

7 jaar dossieronderzoek 7 jaar dossieronderzoek 19 november 2015 Sezgin Cihangir, Teammanager E&O Karin Hekkert, Informatieanalist E&O Disclosure belangen spreker (Potentiële) belangenverstrengeling Geen Voor bijeenkomst mogelijk

Nadere informatie

Dossieronderzoek naar zorggerelateerde schade

Dossieronderzoek naar zorggerelateerde schade Dossieronderzoek naar zorggerelateerde schade EEN KRACHTIG INSTRUMENT VOOR RETROSPECTIEVE ANALYSE TER VERBETERING VAN DE PATIËNT IN ZIEKENHUIZEN De veiligheid en kwaliteit van de gezondheidszorg kunnen

Nadere informatie

Nieuwe Influenza A (H1N1)

Nieuwe Influenza A (H1N1) Nieuwe Influenza A (H1N1) Overzicht 23 oktober 29, week 43 Samenvatting In de afgelopen week is het aantal ziekenhuisopnamen wegens een laboratoriumbevestigde infectie met Nieuwe Influenza A (H1N1) verdubbeld

Nadere informatie

Overzicht Documentatie Operatief Proces

Overzicht Documentatie Operatief Proces Overzicht Documentatie Operatief Proces Februari 2016 Marijn Lamers Manager Kwaliteit en Veiligheid Inhoudsopgave Inleiding... 3 Achtergrond... 3 Waarom een overzicht?... 3 Documentatie... 4 Relevante

Nadere informatie

Afdeling Sociale Geneeskunde Patiëntveiligheid en verantwoordelijkheid in de zorg

Afdeling Sociale Geneeskunde Patiëntveiligheid en verantwoordelijkheid in de zorg Patiëntveiligheid en verantwoordelijkheid in de zorg Prof. dr. Cordula Wagner 1 Inhoud Wat weten we van veiligheidsrisico s? Wat zijn ontwikkelingen? Wie is verantwoordelijk? 2 Ziekenhuizen Hoog complex

Nadere informatie

Kwaliteitsnormen. Blaascarcinoom

Kwaliteitsnormen. Blaascarcinoom Kwaliteitsnormen Blaascarcinoom Versie 6 September 2018 Achtergrond herziening 2017 De NVU heeft eind 2010 de eerste kwaliteitsnormen blaascarcinoom openbaar gemaakt en deze in 2012 en 2014 herzien. Sinds

Nadere informatie

Screening en behandeling van ondervoeding: een MUST voor verpleegkundigen

Screening en behandeling van ondervoeding: een MUST voor verpleegkundigen Screening en behandeling van ondervoeding: een MUST voor verpleegkundigen Renaldo Secchi 3 juni 2010 Inhoud Introductie Wat is ondervoeding? Gevolgen van ondervoeding? Prevalentie van ondervoeding Voeding

Nadere informatie

HANDLEIDING INDICATORENONTWIKKELING

HANDLEIDING INDICATORENONTWIKKELING HANDLEIDING INDICATORENONTWIKKELING VERSIE VOOR WERKGROEPLEDEN Versie juni 2013 VERANTWOORDING De handleiding indicatorenontwikkeling voor werkgroepleden is gemaakt door medewerkers van het Kennisinstituut

Nadere informatie

Kwaliteitszorg verzilverd?

Kwaliteitszorg verzilverd? Kwaliteitszorg verzilverd? Een selectieve steekproef! En hoe betrouwbaar zijn alle data? Hein Muller Symposium 9 oktober 2018 Wie bent u? Afdeling verkoop: 40 Kwaliteit: 8 F en C : 3 IT : 4 Apotheek: 1

Nadere informatie

Vastgesteld verslag thema antistolling Amphia Ziekenhuis locaties Langendijk en Molengracht 25 oktober 2016, 9: uur Breda

Vastgesteld verslag thema antistolling Amphia Ziekenhuis locaties Langendijk en Molengracht 25 oktober 2016, 9: uur Breda Stadsplateau 1 3521 AZ Utrecht Postbus 2518 6401 DA Heerlen T 088 120 50 00 F 088 120 50 01 www.igz.nl Omschrijving Instelling Datum/tijd Plaats Vastgesteld verslag thema antistolling Amphia Ziekenhuis

Nadere informatie

De hematologie patiënt op de IC. Mirelle Koeman, internist-intensivist

De hematologie patiënt op de IC. Mirelle Koeman, internist-intensivist De hematologie patiënt op de IC. Mirelle Koeman, internist-intensivist 3 juli 2013 Inhoud. Hoe het was. En nu? Complicaties Klinisch vraagstuk Wat gebeurt er? Rol van vroege NIV Hoe doen wij het? Conclusie

Nadere informatie

11 april Annemarie Haverhals Leider programma

11 april Annemarie Haverhals Leider programma 11 april 2017 VBHC@Santeon Annemarie Haverhals Leider VBHC@Santeon programma Santeon: zeven topklinische ziekenhuizen 2 Samen circa 13% van nationale zorg 2,56 miljard omzet 26.600 werknemers 1580 medisch

Nadere informatie

Factsheets indicatoren High Risk Medicatie: klaarmaken en toedienen van parenterale geneesmiddelen

Factsheets indicatoren High Risk Medicatie: klaarmaken en toedienen van parenterale geneesmiddelen aan Factsheets indicatoren High Risk Medicatie: klaarmaken en toedienen van parenterale geneesmiddelen Publicatienummer: 2010.1700 (Kijk op www.vmszorg.nl voor updates) Versiebeheer Wijzigingen 2009.1700

Nadere informatie

TP Indicatorenrapportage 2016 Ziekenhuis: Rijnstate Ziekenhuis Jaar: 2016

TP Indicatorenrapportage 2016 Ziekenhuis: Rijnstate Ziekenhuis Jaar: 2016 De nummering van de indicatoren is gebaseerd op de documenten te vinden op: DICA/Transparantieportaal TP Indicatorenrapportage 2016 Ziekenhuis: Rijnstate Ziekenhuis Jaar: 2016 Structuurindicatoren 1. patiënten

Nadere informatie

Addendum bij Tijd voor verbinding De volgende stap voor patiëntveiligheid in ziekenhuizen.

Addendum bij Tijd voor verbinding De volgende stap voor patiëntveiligheid in ziekenhuizen. Addendum bij Tijd voor verbinding De volgende stap voor patiëntveiligheid in ziekenhuizen. Inleiding In het overleg van 10 oktober 2018 tussen minister Bruins, IGJ en de veldpartijen NVZ, NFU, FMS, V&VN

Nadere informatie

Betrouwbaarheid dataregistratie van complexe patiënten

Betrouwbaarheid dataregistratie van complexe patiënten Onderzoek Betrouwbaarheid dataregistratie van complexe patiënten Invloed op het gestandaardiseerde ziekenhuissterftecijfer (HSMR) Johanna A.M.G. Tol, Mariëtte C. Broekman, Marcel A.L. Brauers, Thomas M.

Nadere informatie

32 Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen

32 Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen VOOR- PUBLICATIE Brancherapport algemene ziekenhuizen 2016 Het aantal DBC s is in 2015 gestegen met bijna 10%. Deze stijging hangt voor een belangrijk deel samen met de verkorting van de DBC-doorlooptijd

Nadere informatie