Compulsief Overeten: Een Verslaving?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Compulsief Overeten: Een Verslaving?"

Transcriptie

1 Compulsief Overeten: Een Verslaving? De Rol van Dopamine in Compulsief Overeten Maayke Dost Abstract Compulsief overeten wordt steeds vaker beschouwd als verslaving. Aangezien dopamine (DA) een van de belangrijkste neurotransmitters is die betrokken zijn bij (drugs)verslaving, werd onderzocht wat de rol van DA is in compulsief overeten. In de eerste paragraaf zijn de DSM-IV criteria voor middelenafhankelijkheid toegepast op compulsief overeten. Vervolgens is in de tweede paragraaf beschreven welke rol DA speelt in middelenafhankelijkheid. Tot slot werd de rol van DA in compulsief overeten onderzocht in de derde paragraaf. Het bleek dat DA op vergelijkbare manieren verstoord is in middelenafhankelijkheid en compulsief overeten: er is sprake van een lagere dichtheid van DA D 2 receptoren, welke samenhangt met een gedesensitiseerd beloningssysteem. Daarnaast heeft een lage dichtheid van DA D 2 receptoren afwijkende activiteit in de OFC en CG tot gevolg, wat leidt tot compulsiviteit en slechte inhibitie van middelengebruik respectievelijk overeten. Bachelorthese Klinische Psychologie, Universiteit van Amsterdam Studentnr.: Supervisor: L. Vervoort Aantal woorden abstract: 135 Aantal woorden scriptie: 6172

2 Datum: Inhoudsopgave Een Verslavingsmodel voor Compulsief Overeten 2 Overeenkomsten Tussen Compulsief Overeten en Drugsverslaving: De DSM-IV 4 De Rol van Dopamine in Drugsverslaving 9 De Rol van Dopamine in Compulsief Overeten 12 Conclusie & Discussie 15 Literatuur 17 1

3 Compulsief Overeten: Een Verslaving? Een Verslavingsmodel voor Compulsief Overeten De prevalentie van obesitas (Body Mass Index (BMI) > 30) is de afgelopen jaren sterk toegenomen. Waar in Nederland in 1981 bijvoorbeeld 4% van de mannen en 6% van de vrouwen aan obesitas leed, waren deze cijfers in 2004 reeds opgelopen tot respectievelijk 10% en 12% (Schokker et al., 2006). Obesitas brengt ernstige consequenties met zich mee, waaronder een vergrote kans op hart- en vaatziekten, diabetes, hypertensie en bepaalde vormen van kanker (Bray, 2004). Bovendien kost het veel geld: de zorgkosten voor mensen met obesitas zijn 36% hoger dan voor mensen met een normaal gewicht, en de kosten voor medicatie nemen zelfs met 77% toe indien sprake is van obesitas (Sturm, 2002). Logischerwijs zorgt de stijgende prevalentie van obesitas dan ook voor een toename in bezorgdheid over de impact die obesitas heeft op de algemene volksgezondheid. Aangezien obesitas het resultaat is van overmatige inname van voedsel en ondermaatse verbranding van energie die uit voedsel wordt gehaald (Bray, 2002), is het niet verrassend dat chronische overconsumptie van voedsel een fundamentele rol speelt in de etiologie van obesitas. Tegenwoordig wordt dit zogenaamde overeten, wanneer dit ongecontroleerd en compulsief wordt, steeds vaker bestempeld als eetverslaving (Taylor et al., 2010). Verscheidene aspecten van compulsief drugsgebruik blijken immers ook terug te vinden bij compulsief overeten, zoals slechte decision-making en impulsiviteit. Dit zijn typische kenmerken van middelenafhankelijkheid (Davis & Carter, 2009), die ook aanwezig zijn bij mensen met eet- en gewichtsproblemen. Uit neuropsychologisch onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat zowel patiënten met Boulimia Nervosa als vrouwen met obesitas, net als drugsverslaafden, keuzes maken die onmiddellijke beloning bieden ongeacht de negatieve consequenties (Davis & Carter, 2009). Een hoge mate van impulsiviteit blijkt daarnaast sterke links te hebben met zowel compulsief overeten als met drugsmisbruik (Davis & Carter, 2009). Er is bijvoorbeeld sprake van een positieve samenhang tussen de mate van impulsiviteit en de hoeveelheid voedsel die wordt geconsumeerd bij mensen met Binge Eating Disorder, een eetstoornis die gekenmerkt wordt door compulsieve eetbuien (Galanti et al., 2007). Vergelijkbaar hiermee blijkt dat een hoge mate van impulsief gedrag ook samenhangt met meer drugsgebruik (De Wit, 2008). Tot slot bestaat er nog een fenomeen dat sterk aanwezig is bij zowel compulsief overeten als drugsmisbruik: het intense, onweerstaanbare verlangen naar het voedsel dan wel de drug of choice, dat uiteindelijk kan leiden tot een eetbui dan wel drugsgebruik. De symptomatologie van compulsief overeten lijkt dus enigszins parallel te lopen aan de symptomatologie van middelenafhankelijkheid. Indien meerdere noodzakelijke criteria voor middelenafhankelijkheid, zoals vastgesteld in de DSM-IV, aanwezig blijken te zijn bij compulsief 2

4 overeten, zou dan ook kunnen worden beargumenteerd dat compulsief overeten eveneens een vorm van afhankelijkheid is. De term verslaving was oorspronkelijk enkel van toepassing op het misbruik van psychostimulante middelen die het mesolimbisch beloningssysteem in de hersenen activeren (Taylor et al., 2010), een systeem dat van fundamenteel belang is voor het initiëren en in stand houden van gedrag dat nodig is om te overleven (o.a. seksuele activiteit; eten). Vele neurotransmitters, waaronder noradrenaline en serotonine, zijn betrokken bij de modulatie van dit beloningssysteem. Dopamine (DA) speelt hierin echter de meest prominente rol. DA neuronen in het ventraal tegmentaal gebied (VTA) zenden subcorticale projecties naar striatale regio's van de basale ganglia (met name de nucleus accumbens) en naar verscheidene limbische structuren, zoals de amygdala. Vervolgens reguleert dit door DA gemoduleerde mesolimbische neurale netwerk zo alle emotionele, motivationele, en cognitieve processen die betrokken zijn bij beloning. Zo heeft een verhoogde DAconcentratie een toegenomen welzijnsgevoel tot gevolg(davis & Carter, 2009). Dit reflecteert de bekrachtigende effecten van DA, en wordt ook wel het liking van beloning genoemd. Daarnaast speelt DA een belangrijke rol in het coderen van stimuli die geassocieerd worden met beloning. Bovendien triggert DA bij blootstelling aan belonings-geassocieerde stimuli de drive of motivatie om de beloning te verkrijgen (Berridge, 2009); een fenomeen dat bekend staat als het wanting van beloning. Gebruik van (psycho-)stimulante middelen heeft veranderingen in de DA-huishouding tot gevolg, wat zowel de effecten van als de motivatie voor de bekrachtigende effecten van de drug verstoort. Dit kan uiteindelijk resulteren in middelenafhankelijkheid (i.e. Volkow et al., 2004; Davis & Carter, 2009). Hoewel de neurobiologische studie van overeten zich oorspronkelijk niet uitgesproken bezighield met de rol van het mesolimbisch beloningssysteem en de rol van DA in compulsief overeten, is het echter wel interessant om hier ook in dit onderzoeksgebied meer aandacht aan te besteden. Tenslotte beïnvloeden zowel kunstmatige- als natuurlijke beloningen (i.e. eten) de DA concentratie door het mesolimbisch beloningssysteem te activeren (Barry, 2004). Op basis van de gegevens dat (1) afwijkingen in het DA-systeem een prominente rol spelen in middelenafhankelijkheid d.i. compulsief drugsgebruik en (2) het liking en wanting van voedsel en drugs via hetzelfde systeem wordt gemoduleerd, kan dan worden verondersteld dat er bij compulsief overeten eveneens sprake is van een afwijkende DA-huishouding. In deze scriptie wordt daarom onderzocht wat de rol van DA inhoudt in compulsief overeten. Naar verwachting speelt DA in de etiologie en symptomatologie van compulsief overeten en middelenafhankelijkheid een vergelijkbare rol, wat het aannemelijk maakt dat er tevens sprake is van vergelijkbare afwijkingen of verstoringen in het dopaminerge systeem. Het klinisch belang van het onderzoeken van deze hypothese moge derhalve duidelijk zijn. Ten eerste biedt een verslavingsmodel van compulsief overeten immers mogelijke implicaties voor psychofarmacologische 3

5 behandelingen bijvoorbeeld dopamine-agonisten voor compulsief overeten. Ten tweede heeft de vondst van individuele, biologische verschillen in kwetsbaarheid voor middelenmisbruik sterk bijgedragen aan kennis over drugsverslaving, hetgeen een verslavingsmodel voor compulsief overeten mogelijk bruikbaar maakt bij het onderzoeken van de ontwikkeling van obesitas. In de eerste paragraaf wordt een aantal DSM-IV criteria voor middelenafhankelijkheid toegepast op compulsief overeten, om na te gaan of de symptomatologie van compulsief overeten voldoende overeenkomt met de symptomen van middelenafhankelijkheid om bestempeld te worden als een verslaving. Vervolgens wordt de rol die DA speelt in middelenafhankelijkheid uiteengezet in de tweede paragraaf. Hierna wordt, in de derde paragraaf, onderzocht of de rol die DA speelt in compulsief overeten overeenkomt met de rol van DA in middelenafhankelijkheid. Concluderend zal worden beargumenteerd of en in hoeverre compulsief overeten kan worden beschouwd als verslaving, gebaseerd op overeenkomsten in de (dis)functionaliteit van DA tussen middelenafhankelijkheid en compulsief overeten. Overeenkomsten Tussen Compulsief Overeten en Drugsverslaving: De DSM-IV Compulsief overeten resulteert in veel gevallen in obesitas (Ziauddeen et al., 2012). Obesitas wordt vooralsnog echter niet erkend als psychische stoornis, ondanks de ernstige medische en psychologische consequenties ervan. Dit is opmerkelijk, aangezien de aard van de compulsieve eetbuien die kenmerkend zijn voor sommige vormen van obesitas opvallend veel overeenkomsten vertoont met de DSM-IV criteria voor middelenmisbruik en afhankelijkheid (Volkow & O Brien, 2007). Indien compulsief overeten daadwerkelijk classificeert als verslaving volgens de DSM-IV, heeft dit belangrijke klinische implicaties: niet alleen voor de behandeling van obesitas door compulsief overeten vanuit een verslavingsmodel, maar ook voor de eventuele opname van obesitas als zijnde een psychische stoornis in toekomstige classificatiesystemen. In deze paragraaf zal daarom worden onderzocht in welke mate de symptomen van compulsief overeten overeenkomen met de symptomatologie van middelenafhankelijkheid, aan de hand van de DSM-IV criteria voor middelenafhankelijkheid. Compulsief overeten wordt, door een grote meerderheid, in ieder geval ervaren als een verslaving (Cassin & Von Ranson, 2007). Dit is geconcludeerd op basis van de resultaten van een aangepaste versie van de DSM-IV criteria voor middelenafhankelijkheid, die telefonisch is afgenomen bij vrouwen met Binge Eating Disorder. Binge Eating Disorder (BED) is een door de DSM-IV erkende eetstoornis waarbij zich gemiddeld 2 keer per week periodes van compulsief overeten voordoen, gedurende minimaal 6 maanden. Het bleek dat compulsief overeten door 94% van de deelnemers 4

6 geclassificeerd werd als verslaving. Ter verduidelijking is onderstaande tabel van Cassin & Von Ranson (2007), waarin de DSM-IV criteria voor middelenafhankelijkheid zijn toegepast op compulsief overeten, overgenomen. Hoewel het onderzoek van Cassin & Von Ranson (2007) laat zien dat de meerderheid van de vrouwen compulsief overeten ervaart als verslaving, kan op basis van deze resultaten echter nog niet worden geconcludeerd dat compulsief overeten een verslaving is. Het is bijvoorbeeld onbekend welke gevolgen de vervanging van het begrip middelenafhankelijkheid door compulsief overeten heeft voor de psychometrische eigenschappen van de gebruikte vragenlijst. De bruikbaarheid en kwaliteit van de psychometrische eigenschappen van de DSM-IV vragenlijst voor middelenafhankelijkheid wordt daarnaast ook ter discussie gesteld (i.e. Langenbucher et al., 2004; aangehaald in Cassin & Von Ranson, 2007), wat het zonder meer toepassen van deze criteria op compulsief overeten overhaast doet lijken. Zinvoller is om een aantal DSM-IV criteria voor middelenafhankelijkheid apart toe te passen op compulsief overeten. Aangezien er van de DSM-IV criteria voor middelenafhankelijkheid drie van de zeven aanwezig moeten zijn voor een diagnose(cassin & Von Ranson, 2007), worden er nu enkele onderzoeken gericht op drie specifieke DSM-IV criteria van middelenafhankelijkheid toegepast op compulsief overeten besproken. 5

7 Het willen stoppen met drugsgebruik maar hierin falen en derhalve geen controle hebben, is één van de meest kenmerkende eigenschappen van drugsverslaving (Lyvers, 2000). Dit kenmerk is in de DSM-IV vertaald naar een criterium voor middelenafhankelijkheid, namelijk loss of control of controleverlies. Dit uit zich met name in het toenemende compulsieve gebruik van het object van verslaving, ondanks het bewustzijn van de negatieve consequenties voor bijvoorbeeld persoonlijke gezondheid of sociale relaties (Davis & Carter, 2009). Vergelijkbaar met wat drugsverslaafden rapporteren over het gebrek aan controle over drugsgebruik (Lyvers, 2000) hebben mensen met BED eveneens grote moeite met het beheersen van excessief eetgedrag, ondanks de zwaarwegende consequenties ervan. Sterker nog, het blijkt dat loss of control, ofwel het gevoel niet te kunnen stoppen met eten of beheersen wat en/of hoeveel er wordt gegeten, centraal staat in de psychologische lijdensdruk behorend bij BED (Colles et al., 2007). De rol die loss of control (LOC) speelt in de emotionele stress geassociëerd met compulsieve eetbuien werd door Colles et al. (2007) onderzocht bij drie groepen deelnemers, die variëerden in BMI. Compulsief overeten werd gemeten met de Questionnaire on Eating and Weight Patterns (QEWP; Spitzer et al., 1992). Deelnemers met symptomen van compulsief overeten ondergingen vervolgens een semigestructureerd klinisch interview (Colles et al., 2007). Door dit interview werd de rol van vier factoren gerelateerd aan de psychologische lijdensdruk behorend bij compulsief overeten vastgesteld: de hoeveelheid voedsel die wordt geconsumeerd (i), gevoelens van LOC (ii), de mate van stress (iii), en de frequentie van compulsieve eetbuien (iv). De mate van stress geassociëerd met gevoelens van LOC over eten werd tot slot gemeten door de deelnemers dit op een schaal van 1 (geen emotionele stress door LOC) tot 5 (extreme emotionele stress door LOC) aan te laten geven. Psychologische lijdensdruk werd vertaald naar symptomen van depressie, lichaamsontevredenheid en kwaliteit van leven, die werden gemeten met respectievelijk de Beck Depression Inventory (BDI), de Multidimensional Body Self- Relations Questionnaire en de Medical Outcomes Trust Short Form-36 (SF-36). Gevoelens van LOC gerelateerd aan eten was de factor die het sterkst gerelateerd was aan de psychologische lijdensdruk behorend bij compulsief overeten. Deelnemers met veel of extreme emotionele stress gerelateerd aan gevoelens van LOC hadden namelijk significant meer symptomen van depressie, een grotere lichaamsontevredenheid, en een slechtere mentale gezondheids-gerelateerde kwaliteit van leven in vergelijking met deelnemers die weinig of geen emotionele stress gerelateerd aan gevoelens van LOC rapporteerden. Hoewel gesteld kan worden dat schaamte en schuldgevoelens over het verliezen van de controle tijdens een compulsieve eetbui voor grote emotionele stress zorgt, lijken deze negatieve gevoelens geen gevolgen te hebben voor de frequentie van de eetbuien. Dit is opmerkelijk; verwacht zou worden dat het bewustzijn van het feit dat deze gevoelens terugkeren bij een volgende eetbui, de frequentie van de eetbuien doet verminderen. Het controleverlies over eten en de bijbehorende 6

8 compulsieve eetbuien lijken dus een onweerstaanbaar verlangen naar voedsel te reflecteren. Dit verlangen naar voedsel loopt verrassend parallel met het verlangen naar drugs door verslaafden: een onweerstaanbare drang om de drug te gebruiken ( craving ) kan al worden opgewekt door een kleine dosis of door omgevingsstimuli (cues), en staat centraal in de instandhouding van en terugval in drugsverslaving (American Psychiatric Association, 1994). De volledige definitie van craving stelt dat er een intens verlangen naar een specifiek psycho-stimulant middel aanwezig is (Pelchat et al., 2004). Deze definitie lijkt tevens toepasbaar op voedsel-craving ; er is dan sprake van een intens verlangen naar een specifiek soort eten in veel gevallen smakelijk eten, zoals chocola en voedsel dat veel suikers en vetten bevat (Yanovski, 2003). Waar craving naar een bepaald psycho-stimulant middel dus middelenmisbruik bevordert, beïnvloedt craving naar een specifiek soort eten de compulsieve eetbuien die eetverslaving karakteriseren. Het blijkt bovendien dat bij voedsel-craving dezelfde hersengebieden geactiveerd worden als bij drug-craving (Pelchat et al., 2004). Met fmri brachten Pelchat et al. (2004) de hersenactiviteit van 20 gezonde proefpersonen in kaart, om de functionele neuroanatomie van voedsel-craving te onderzoeken. Craving werd opgewekt middels een tweedelige techniek. Eerst werd de kans op craving vergroot in de experimentele groep door deze voor een periode van 36 uur een monotoon (homogeen, voedzaam eten) dieet te laten volgen, terwijl de controlegroep at zoals gebruikelijk. Vervolgens werd craving getriggerd door proefpersonen in beide groepen de sensorische eigenschappen van hun persoonlijke favoriete soorten voedsel te laten inbeelden tijdens fmri. Parallel hieraan rapporteerden de proefpersonen de mate van craving. In de groep met een monotoon dieet bleek, naast zelf-gerapporteerde craving, sprake van craving-specifieke hersenactiviteit in de hippocampus, de insula en de caudate drie hersengebieden die consequent specifieke activiteit vertonen tijdens craving naar drugs. In de controlegroep was er geen sprake van craving-gerelateerde hersenactiviteit. Met de bevinding dat er bij craving naar voedsel en drugs sprake is van eenzelfde craving-specifieke hersenactiviteit, illustreren Pelchat et al. (2004) dus dat niet enkel de symptomatologie, maar ook het neurobiologisch substraat van middelenafhankelijkheid en compulsief overeten overeenkomsten vertoont. Zowel bij craving naar voedsel als bij craving naar psychostimulante middelen is de respons op craving het bevredigen van het verlangen, ofwel door te eten ofwel door het psychostimulante middel te gebruiken. Een onderliggend mechanisme werkt via deze weg de escalatie van drugsgebruik vervolgens verder in de hand. Craving kan namelijk leiden tot herhaaldelijk gebruik van het (psycho-) stimulante middel, wat uiteindelijk een verminderde respons op het (psycho-) stimulante middel tot gevolg heeft (Davis et al., 2009) doordat de DA-regulatie verstoord raakt. Er zijn daarom steeds grotere hoeveelheden nodig om hetzelfde gewenste effect te krijgen, een symptoom dat in de DSM-IV criteria voor middelenafhankelijkheid beschreven wordt als tolerantie. 7

9 Bij compulsief overeten is er met name een intens verlangen naar voedsel dat rijk is aan suiker (Guertin et al., 1999; Pelchat et al., 2004). Aangezien suiker leidt tot een toename in DA en dus bekrachtigend werkt (Avena et al., 2008) is het niet ondenkbaar dat zich bij mensen die lijden aan compulsief overeten ook tolerantie ontwikkelt, in dit geval voor suikerrijk voedsel, en dat dit bijdraagt aan de escalatie van voedselinname. Dier-experimenteel onderzoek heeft bijvoorbeeld uitgewezen dat suikertolerantie kan optreden: bij ratten blijkt een dieet dat rijk is aan suiker de voedselinname te doen toenemen over tijd (Avena et al., 2008). De ratten kregen dagelijks met tussenpozen toegang tot zowel rattenvoer als een suikeroplossing. Er vond een progressieve toename plaats in de consumptie van de suikeroplossing; deze was verdubbeld na 30 dagen. De consumptie van rattenvoer nam af. Deze resultaten illustreren hoe het herhaaldelijk eten van voedsel met sterk bekrachtigende effecten tijdens eetbuien kan leiden tot een verminderde respons op de bekrachtigende effecten van het voedsel (d.i. tolerantie). Om hetzelfde gewenste effect van een eetbui te krijgen zullen er steeds grotere hoeveelheden moeten worden gegeten. Gezien de gelijkenis met de escalatie van drugsgebruik door herhaaldelijk gebruik, kan dus worden verondersteld dat de toegenomen consumptie van suiker door de ratten een tolerantie voor suiker reflecteert: er moet steeds meer suiker worden gegeten voor hetzelfde bekrachtigende effect. In combinatie met studies waaruit blijkt dat het overgrote deel van de soorten voedsel die het object zijn van craving bij mensen rijk zijn aan suiker (i.e. Guertin et al., 1999; Pelchat et al., 2004; Yanovski, 2003) doet het onderzoek van Avena et al. (2008) derhalve vermoeden dat het DSM-IV criterium tolerantie voor middelenafhankelijkheid eveneens aanwezig is bij compulsief overeten. Samengenomen illustreren de besproken onderzoeken een duidelijke overlap tussen de symptomatologie van middelenafhankelijkheid en van eetverslaving. Compulsief overeten wordt door een overgrote meerderheid in ieder geval ervaren als verslaving, als uitgegaan wordt van aangepaste DSM-IV criteria voor middelenafhankelijkheid.. Bovendien is gebleken dat in ieder geval drie criteria van middelenafhankelijkheid ook kunnen worden toegepast op compulsief overeten. Ten eerste blijkt Loss of Control het steeds compulsiever wordende karakter van de verslaving ondanks bewustzijn van de negatieve consequenties centraal te staan in de psychologische lijdensdruk behorend bij compulsief overeten, net als bij middelenafhankelijkheid. Ten tweede is een van de meest kenmerkende eigenschappen van drugsverslaving, namelijk het intense, onweerstaanbare verlangen naar de drug (craving), ook aanwezig bij compulsief overeten. Bovendien zijn bij voedselcraving dezelfde hersengebieden actief als bij drug-craving. Tot slot doet dier-experimenteel onderzoek vermoeden dat mensen, net als voor psychostimulante drugs, voor bepaalde soorten voedsel tolerantie kunnen ontwikkelen, wat bijdraagt aan de escalatie van voedselinname. De symptomatologie van compulsief overeten komt dus voldoende overeen met gedragssymptomen van middelenafhankelijkheid om als verslaving te kunnen worden beschouwd. 8

10 Uit neuropsychologisch onderzoek is echter gebleken dat er bij drugsverslaafden ook consistent sprake is van afwijkende hersenactiviteit; meer specifiek verstoringen in de activiteit van dopamine (DA), een neurotransmitter die het beloningssysteem in de hersenen moduleert (o.a. Koob & Bloom, 1988; Volkow et al., 1999). Derhalve zal in de volgende paragrafen uiteen worden gezet hoe DA en drugsverslaving in verhouding staan tot elkaar en of bij compulsief overeten sprake is van een soortgelijke link. De Rol van Dopamine in Drugsverslaving Toediening van psychostimulante drugs heeft een onmiddellijke, sterke toename van DA in het limbisch systeem tot gevolg (Koob & Bloom, 1988). Deze toename in DA wordt door gebruikers ervaren als een subjectief gevoel van plezier, of high. Dit zogenaamde liking van drugs heeft een sterk bekrachtigend effect en vormt een belangrijke factor in de instandhouding van drugsgebruik (Koob & Bloom, 1988). Het bekrachtigende effect van verhoogde DA concentratie is niet alleen bevestigd in dierexperimenteel onderzoek (De Wit & Wise, 1977; Richardson et al., 1994; Self et al., 1996; aangehaald in Volkow et al., 1999), maar ook in onderzoek bij mensen. De subjectieve high die optreedt na toediening van een psychostimulante drug (methylphenidaat, MP) vertoont een sterke samenhang met de toename in DA (Volkow et al.,1999). Niet-verslaafde proefpersonen kregen methylphenidaat (MP) toegediend, waarbij veranderingen in DA-concentratie werden bijgehouden met behulp van PET-scans. Het subjectieve gevoel van liking werd gemeten aan de hand van een vragenlijst waarop deelnemers op een schaal van 1 tot 10 aangaven hoe high ze zich voelden. Het bleek dat, hoe groter de toename in DA, hoe sterker het subjectieve gevoel van liking. DA codeert echter niet alleen voor de bekrachtigende effecten, maar eveneens voor de meer overkoepelende saillantie van een stimulus, ofwel de motivationele waarde ervan. (McClure et al., 2003). De saillantie van een stimulus in dit geval een bepaalde drug wordt bepaald door de noviteit, geconditioneerde verwachtingen behorend bij de drug, en de bekrachtigende effecten van de drug (Berridge, 2009), wat vervolgens de motivationele waarde van deze specifieke drug bepaalt. Doordat het vuren van DA-cellen als respons op drugsgebruik daarnaast eveneens herinneringen gelinkt aan de drug consolideert (Volkow et al., 2009), wordt DA-afgifte in het vervolg getriggerd door cues die geassociëerd worden met de drug (Berridge et al., 2009). Anders gezegd betekent dit dat bepaalde cues die in verband worden gebracht met de drug, zoals bijvoorbeeld de omgeving waarin is gebruikt, DA-afgifte triggeren. Deze toename in DA moduleert vervolgens de motivatie om de beloning te verkrijgen (Volkow et al., 2002). De saillantie van bepaald voedsel werd door Volkow 9

11 et al. (2002) beïnvloed door het al dan niet verhogen van de DA-concentratie door toediening van methylfenidaat (MP), voorafgaand aan de presentatie van voedsel-gerelateerde stimuli. Voedselgedepriveerde proefpersonen werden verdeeld over twee condities. De MP-groep kreeg oraal methylfenidaat toegediend, en de controlegroep kreeg een placebo. Vervolgens kregen beide groepen plaatjes te zien van voedsel. Met PET werden veranderingen in DA-concentratie als respons op de voedselstimulatie gemeten. Parallel hieraan rapporteerden de deelnemers, voor en na toediening van placebo/mp, hun verlangen naar het voedsel. Het bleek dat bij de MP-groep zowel een toename in DA als een toegenomen verlangen naar het voedsel volgde na het zien van de plaatjes, terwijl hiervan geen sprake was in de controlegroep. Bovendien correleerde de toename in DA significant met toegenomen zelf-gerapporteerd verlangen naar het voedsel in de MP-groep. Aangezien het voedsel op de plaatjes niet kon worden geconsumeerd en de plaatjes derhalve geen bekrachtigende effecten hadden (het liking van beloning), concludeerden Volkow et al. (2002) dat DA codeert voor de motivatie een beloning te verkrijgen (het wanting van beloning), los van de bekrachtigende effecten van de beloning. Hoewel uit deze studies blijkt dat een toename in DA tijdens middelengebruik samenhangt met zowel het liking - als het wanting -aspect van drugsgebruik, vormt dit echter nog geen verklaring voor verslaving. Een toename in DA tijdens intoxicatie komt immers niet alleen voor bij verslaafden, maar ook bij niet-verslaafden. Verslaving, d.i. chronisch problematisch gebruik, zou eerder het resultaat kunnen zijn van neurobiologische veranderingen als gevolg van langdurig herhaaldelijk drugsgebruik (Volkow et al., 2004). Chronisch drugsgebruik veroorzaakt namelijk suprafysiologische ontregelingen in het DA-systeem, in de vorm van steeds wisselende toenamen en afnamen in de DA-concentratie. Dit kan vervolgens leiden tot verstoring van door DA-gereguleerde circuits. Een veelvoorkomende verstoring in DA-regulatie bij drugsverslaafden uit zich in een verminderde dichtheid van DA D 2 receptoren, een klasse dopaminereceptoren die de bekrachtigende effecten van zowel drugs als natuurlijke beloningen overbrengt (Volkow et al., 1999). Een lage dichtheid van DA D 2 receptoren is in verband gebracht met een afname in het bekrachtigende effect van drugs (Volkow et al., 2004). Zij toonden een negatieve associatie aan tussen de dichtheid van DA D 2 receptoren in het striatum en de mate waarin de effecten van methylphenidaat (MP) als bekrachtigend werden ervaren, door met PET de baseline-levels van DA D 2 receptoren in het striatum bij niet-verslaafde proefpersonen te meten en vervolgens de respons op toediening van MP te beoordelen middels zelfrapportage. Bij proefpersonen die het effect van MP als plezierig beschreven, was sprake van een significant lagere dichtheid van DA D 2 receptoren op de baseline-meting in vergelijking met proefpersonen die hun respons op MP als onplezierig beschreven. Replicatie van het onderzoek bij een andere groep niet-verslaafde proefpersonen wees eveneens uit dat zelfgerapporteerde liking van MP negatief correleerde met de dichtheid van DA D 2 receptoren. De 10

12 zogenaamde hypodopaminerge staat als gevolg van een lagere dichtheid van DA D 2 receptoren in het striatum, kan dus resulteren in een verminderde gevoeligheid van het beloningssysteem voor zowel natuurlijke bekrachtigers als voor psychostimulante middelen. Dit vergroot het risico op herhaaldelijk drugsgebruik als zelf-medicatie : gebruik van psychostimulante middelen zoals MP leidt tot een tijdelijke toename van de DA-concentratie, wat zowel het subjectieve gevoel van liking als de motivatie om het belonende effect van het middel te verkrijgen (d.i. wanting ) doet toenemen. Door het gebruik van psychostimulantia wordt het gedesensitiseerde beloningssysteem dus tijdelijk weer geactiveerd (Volkow et al., 2004), wat de kans op herhaaldelijk gebruik waarschijnlijk vergroot. Ondanks dat Volkow et al. (2004) aantoonden dat een lage dichtheid van DA D 2 receptoren in het striatum samenhangt met disregulatie van het beloningssysteem en dat daardoor de kans op herhaaldelijk drugsgebruik vergroot, is hiermee nog niet gezegd dat neurobiologische veranderingen door herhaaldelijk drugsgebruik verslaving veroorzaken. Het feit dat niet-verslaafde proefpersonen eenzelfde lage dichtheid van striatale DA D 2 receptoren hadden als drugsverslaafden geeft immers weer dat een gedesensitiseerd beloningssysteem weliswaar een kwetsbaarheidsfactor, maar geen noodzakelijke oorzaak is van verslaving. Naast afwijkingen in het beloningssysteem, wat bovenal een verstoring in het liking -aspect van drugs reflecteert, is het aannemelijk dat ook het wanting -aspect afwijkend functioneert door verstoringen in het DA-systeem. Het wanting van de drug wordt immers gemoduleerd door DA, doordat er een toename plaatsvindt bij drug-gerelateerde cues (Berridge et al., 2009; Volkow et al., 2002). Bij alcoholverslaafden hangt de dichtheid van DA D 2 receptoren bijvoorbeeld sterker samen met een intens verlangen (craving) naar alcohol bij het zien van alcohol-gerelateerde cues dan bij gezonde mannen (Heinz et al., 2002). Met PET en fmri toonden Heinz et al. (2002) aan dat een lage dichtheid van DA D 2 receptoren geassociëerd was met sterkere alcohol-craving. Bovendien bleek een lage dichtheid van DA D 2 receptoren samen te hangen met meer activiteit in de orbitofrontale cortex (OFC) en de cingulate gyrus (CG) bij het zien van alcohol-cues. Vergelijkbaar met wat Heinz et al. (2002) aantoonden bij alcoholverslaafden, is hyperactiviteit van de OFC bij cocaïneverslaafden eveneens positief geassociëerd met zelfgerapporteerde craving (Volkow et al., 1991; aangehaald in Volkow et al., 2004). De OFC is voornamelijk betrokken bij motivatie en drive, het leren van stimulus-beloning associaties en de daarop volgende geconditioneerde responsen (Volkow et al., 2004). Bovendien zijn afwijkingen in de OFC in verband gebracht met obsessief-compulsief gedrag (Saxena et al., 2002, aangehaald in Volkow et al., 2009). De CG is met name betrokken bij de inhibitie van gedrag, dus verstoringen hierin dragen logischerwijs ook bij aan verlies van controle en compulsief gedrag. Samengenomen vormen deze resultaten sterk bewijs voor de hypothese dat een drug-geïnduceerde toename in DA naast 11

13 geassociëerd te zijn met de bekrachtigende effecten, eveneens de OFC activeert, wat samenhangt met een sterk verlangen naar de drug en het daaropvolgende compulsieve gebruik. De besproken onderzoeken geven weer hoe belangrijk de rol van DA is bij het moduleren van de bekrachtigende effecten van drugs. Bovendien illustreren de resultaten dat DA een grote rol speelt in motivatie en drive voor het verkrijgen van de drug. Het blijkt daarnaast dat er bij drugsverslaafden sprake is van neurobiologische veranderingen in DA door chronisch drugsgebruik; meer specifiek heeft drugsgebruik een verminderde dichtheid van DA D 2 receptoren tot gevolg. Deze hypodopaminerge staat kan vervolgens leiden tot desensitisatie van het beloningssysteem, wat een risicofactor vormt voor drugsgebruik. Daarnaast hangt een verminderde dichtheid van DA D 2 ook samen met verstoorde activiteit in de OFC en de CG, wat mogelijkerwijs ten grondslag ligt aan de compulsiviteit, respectievelijk slechte inhibitie van het gebruik van drugs. Samenvattend blijkt de rol die DA speelt in drugsverslaving zeer gevarieerd te zijn. DA moduleert immers niet enkel de bekrachtigende effecten van drugs: afwijkingen in het DA-systeem liggen blijkbaar zelfs ten grondslag aan verslaving (i.e. Heinz et al., 2002; Volkow et al., 2004). Het feit dat DA niet enkel de bekrachtigende effecten van drugs, maar ook die van natuurlijke beloningen zoals voedsel moduleert, geeft weer dat er een gemeenschappelijk beloningssysteem is voor de bekrachtigende effecten van drugs en eten. Op basis van deze overlap kan worden verondersteld dat er sprake is van dezelfde afwijkingen in het DA-systeem bij eetverslaafden als bij drugsverslaafden. Daarom zal in de volgende paragraaf worden onderzocht of de neurobiologische afwijkingen behorend bij drugsverslaving, ook aanwezig zijn in het geval van eetverslaving of compulsief overeten. De Rol van Dopamine in Compulsief Overeten Verstoringen in het DA-systeem volgend op het gebruik van psychostimulante drugs spelen een fundamentele rol in drugsverslaving. Een verminderde beloningsgevoeligheid, die zich uit in een lage dichtheid van DA D 2 receptoren en een verminderde afgifte van DA, levert onder andere een grote bijdrage aan compulsief drugsgebruik. Eten activeert echter hetzelfde door DA-gemoduleerde beloningssysteem als psychostimulante drugs (Pelchat et al., 2002). Eten is tenslotte een natuurlijke bekrachtiger; het consumeren van voedsel heeft een toename in extracellulaire DA tot gevolg en creëert zo een subjectief gevoel van plezier (Barry et al., 2009). Uitgaand van een overeenkomend onderliggend DA-systeem voor de bekrachtigende effecten van drugs en eten, wordt in deze paragraaf onderzocht of er bij compulsief overeten sprake is van dezelfde neurobiologische afwijkingen als bij drugsverslaving. 12

14 Aangezien de bekrachtigende effecten van drugs en voedsel worden gemoduleerd door hetzelfde onderliggende systeem, kan verondersteld worden dat de verstoringen in het DA-systeem die een rol spelen in compulsief drugsgebruik, ook aanwezig zijn bij mensen die compulsief overeten. Zo blijken mensen die lijden aan morbide obesitas bijvoorbeeld over een significant lagere dichtheid van DA D 2 receptoren te beschikken dan mensen met een gezond gewicht (Wang et al.,2001). Door Wang et al. (2001) werd, met behulp van PET-scans, de hersenactiviteit van morbide obese proefpersonen (BMI (Body Mass Index) >40) vergeleken met de hersenactiviteit van proefpersonen met een gezond gewicht. Uit exploratieve analyses bleek bovendien dat de dichtheid van DA D 2 receptoren negatief geassociëerd was met BMI: hoe lager de dichtheid van DA D 2 receptoren, hoe hoger de BMI. Aangezien een hoge BMI een groter gewicht reflecteert, wekt de negatieve samenhang tussen DA D 2 receptoren en BMI de suggestie dat DA D 2 receptoren betrokken zijn bij eetgedrag. Mensen met overgewicht hebben immers een ander eetpatroon dan mensen met een gezond gewicht. Bevestiging voor deze suggestie werd geleverd door Volkow et al. (2003), die lieten zien dat de dichtheid van DA D 2 receptoren in het striatum eetgedrag moduleert bij mensen met een gezond gewicht. De baseline dichtheid van DA D 2 receptoren, in kaart gebracht met PET, werd vergeleken met scores op de Dutch Eating Behavior Questionnaire (DEBQ; Van Strien et al., 1986), een zelfinvullijst die de attitude tegenover voedsel meet. In het bijzonder bleek de neiging om te eten als respons op negatieve emoties negatief te correleren met de dichtheid van DA D 2 receptoren: hoe lager de dichtheid van DA D 2 receptoren, hoe groter de neiging om te eten als respons op negatieve emoties. Deze samenhang sluit naadloos aan op het eerdergenoemde verband tussen een lage dichtheid van DA D 2 receptoren en een verminderde gevoeligheid van het beloningssysteem voor (psycho-) stimulante middelen (Volkow et al.,2004): de ontstane hypodopaminerge staat leidt dan in het geval van compulsief overeten tot een grotere neiging om te eten bij negatieve emoties, aangezien het gedesensitiseerde beloningssysteem hierdoor tijdelijk wordt geactiveerd. Bijeen genomen suggereren de resultaten van Wang et al. (2001) en Volkow et al. (2003) dat een lage dichtheid van DA D 2 receptoren een risicofactor vormt voor compulsief overeten. Een lage dichtheid van DA D 2 receptoren is immers in verband gebracht met een gedesensitiseerd beloningssyteem bij drugsverslaafden, wat leidt tot het gebruik van drugs om hiervoor te compenseren (Volkow et al., 2004; Volkow et al., 2009). Voortbouwend op het feit dat de bekrachtigende effecten van eten en drugs beide worden overgebracht door DA (Barry et al., 2009), is overeten daarom mogelijkerwijs een manier om te compenseren voor een minder gevoelig beloningssyteem. Bij drugsverslaafden bleek een lage dichtheid van DA D 2 receptoren echter ook consequent samen te hangen met verstoorde activiteit in de orbitofrontale cortex (OFC) en de cingulate gyrus (CG), prefrontale hersengebieden die sterk betrokken zijn bij o.a. de (dis)inhibitie van gedrag en compulsiviteit (Volkow et al., 2009). Dit is een interessant gegeven, aangezien de door DA 13

15 gemoduleerde OFC en de CG tevens een rol spelen in de regulatie van voedselconsumptie. Eten is immers ook gedrag, dus de inhibitie ervan wordt gereguleerd door deze prefrontale hersengebieden. Derhalve leiden verstoringen in DA niet enkel tot compulsief overeten via een gedesensitiseerd beloningssysteem, maar eveneens via verstoringen in de OFC en de CG. Uit onderzoek bij mensen met ernstige obesitas is bijvoorbeeld gebleken dat de OFC en de CG een prominente rol spelen in de extreme toename van voedselconsumptie (Tataranni et al., 1999, Tataranni & DelParigi, 2003; aangehaald in Volkow et al., 2008). De dichtheid van DA D 2 receptoren blijkt daarnaast geassociëerd te zijn met verstoorde activiteit in prefrontale hersengebieden (Volkow et al., 2008). Uit PET-scans bleek dat, bij proefpersonen met morbide obesitas (BMI >40), een lage dichtheid van DA D 2 receptoren samenhing met minder activiteit in de OFC en CG. Bij gezonde controles was geen sprake van deze correlatie. Feitelijk gezien zijn de afwijkingen in prefrontaal metabolisme van mensen met obesitas niet verrassend. Ten eerste wordt obesitas namelijk, net als verslaving, gekenmerkt door een onvermogen het gedrag te beheersen ongeacht bewustzijn van de negatieve consequenties. Dit uit zich onder andere in compulsieve eetbuien. Mogelijkerwijs heeft een lage dichtheid van DA D 2 receptoren dus invloed op compulsief overeten via de verstoorde modulatie van de CG en de OFC, en de daarop volgende disinhibitie. Ten tweede kan de compulsiviteit van de eetbuien verder worden verklaard vanuit verstoorde activiteit in de OFC, aangezien schade aan de OFC leidt tot een toename in perseveraties van gedrag (Rolls, 2000). Bovendien worden verstoringen in zowel de OFC als de CG bij mensen in verband gebracht met obsessief en compulsief gedrag (Saxena et al., 2002; aangehaald in Volkow et al., 2008), waaronder compulsief drugsgebruik en wellicht ook compulsief overeten. Samenvattend lijkt het erop dat er, met betrekking tot DA, bij mensen die lijden aan compulsief overeten sprake is van dezelfde neurobiologische afwijkingen als bij drugsverslaafden. Bij mensen die compulsief overeten is ten eerste bijvoorbeeld, net als bij mensen die compulsief drugs gebruiken, een verminderde dichtheid van DA D 2 receptoren gevonden. Net als het geval is bij drugsverslaving, heeft dit bij compulsief overeten derhalve ook desensitisatie van het beloningssysteem tot gevolg. Een hypodopaminerge staat vormt op deze manier dus een risicofactor voor zowel compulsief drugsgebruik als compulsief overeten; de door voedsel en drugs gestimuleerde afgifte van DA heeft immers het vermogen om het beloningssysteem tijdelijk te activeren. Tot slot blijkt zelfs dat de verminderde dichtheid van DA D 2 receptoren samenhangt met afwijkingen in het prefrontaal metabolisme: de OFC en de CG. Bij compulsief overeten vormt de afwijkende activiteit in de OFC en de CG door de verstoorde DA-modulatie een verklaring voor zowel de disinhibitie als de compulsiviteit van de eetbuien, gezien de functies van deze hersengebieden. 14

16 Conclusie & Discussie Concluderend kan worden gezegd dat compulsief overeten classificeert als verslaving. Er is immers, naast een grote overlap tussen de DSM-IV criteria voor middelenafhankelijkheid en de symptomatologie van compulsief overeten, zelfs sprake van eenzelfde onderliggend neurobiologisch mechanisme voor drugsverslaving en compulsief overeten: afwijkende DA-activiteit. Ten eerste beschikken zowel drugsverslaafden als mensen die compulsief overeten namelijk over een verminderde dichtheid van DA D 2 receptoren. Ten tweede is de lagere dichtheid van DA D 2 receptoren in beide stoornissen geassocieerd met een gedesensitiseerd beloningssysteem, dus er lijkt sprake van een reward-deficiency syndrome bij drugsverslaving en obesitas door compulsief overeten. Tot slot correleert de verminderde dichtheid van DA D 2 receptoren met afwijkende activiteit in de OFC en de CG, wat de disinhibitie en de compulsiviteit van zowel drugsverslaving als compulsief overeten op vergelijkbare wijze verklaart. Hoewel de rol van DA in compulsief overeten vergelijkbaar is met de rol van DA in drugsverslaving, moet de conclusie dat compulsief overeten een verslaving is echter wel enigszins worden genuanceerd. Om te beginnen komen de DSM-IV criteria van middelenafhankelijkheid weliswaar grotendeels overeen met de symptomen van compulsief overeten, maar is deze overlap niet compleet. De DSM-IV beschrijft zeven symptomen van middelenafhankelijkheid, waarvan er minstens drie aanwezig moeten zijn (Diagnostic and Stastistical Manual of Mental Disorders, Fourth Edition (DSM-IV)). Hoewel bepaalde criteria van middelenafhankelijkheid, zoals controleverlies en een intens verlangen naar voedsel (craving), ook toepasbaar blijken op compulsief overeten, is het criterium besteedt veel tijd aan het verkrijgen van de drug bijvoorbeeld niet toepasbaar. Voedsel is immers noodzakelijk voor overleving en het is, in tegenstelling tot drugs, de norm om bezig te zijn met het vergaren ervan. Overigens hebben Avena et al. (2008) weliswaar aangetoond dat ratten een suikerverslaving kunnen ontwikkelen, maar de omgeving van mensen is veel variabeler dan de sterk gecontroleerde omgeving waarin lab-ratten leven. Zo kregen de ratten bijvoorbeeld een aantal keer per dag, gedurende een periode, toegang tot rattenvoer of een suikeroplossing, waar mensen de hele dag toegang hebben tot voedsel dat rijk ik aan zowel suikers, vetten, als een combinatie van de twee. De mate waarin de resultaten van Avena et al. (2008) kunnen worden gegeneraliseerd naar mensen moet derhalve nog worden ondergezocht. 15

17 Een derde noot heeft betrekking op de veronderstelde gedeelde diathese van drugsverslaving en compulsief drugsgebruik: het reward-deficiency syndrome. Bij drugsverslaafden is aangetoond dat een verminderde dichtheid van DA D 2 receptoren samenhangt met een minder sterke respons op de drug, wat een directe weergave is van verminderde beloningsgevoeligheid. De relatie tussen de dichtheid van DA D 2 receptoren en beloningsgevoeligheid bij compulsief overeten daarentegen, is niet zo eenduidig. Uit de studie van Wang et al. (2001) bleek weliswaar dat de dichtheid van DA D 2 receptoren negatief samenhangt met BMI, maar BMI is in tegenstelling tot de respons op een drug geen directe maat van beloningsgevoeligheid. De hypothese dat compulsief overeten wellicht een manier is om te compenseren voor een minder gevoelig beloningssysteem, blijft derhalve controversieel. Het allerbelangrijkste overziend is een verslavingsmodel voor compulsief overeten weliswaar aannemelijk, mits de focus ligt op de verstoorde DA-huishouding. Ondanks de fundamentele en vergelijkbare rol die DA speelt in drugsverslaving en compulsief overeten, kan enkel op basis hiervan echter niet geconcludeerd worden dat de etiologie van compulsief overeten hetzelfde is als de etiologie van drugsverslaving. Compulsief overeten is namelijk een unieke vorm van verslaving: het zijn immers niet alleen de neurobiologische effecten van eten die bekrachtigend zijn, ook de activiteit zelf is bekrachtigend, net als shoppen of gokken. Compulsief overeten heeft daarom behalve overlap met drugsverslaving, ook kenmerken van gedragsverslavingen. Vervolgens is het belangrijk om de onderzoeken waarom sommige mensen verslaafd raken aan gokken, andere aan drugs, en weer andere aan eten. De inzichten met betrekking tot de rol die DA speelt in compulsief overeten en het nieuwe verslavingsperspectief bieden in ieder geval wel interessante implicaties voor behandeling. Zowel op psycho-farmacologisch- als op psycho-educatief vlak is het immers interessant om te onderzoeken in hoeverre succesvolle behandelingen voor drugsverslaving ook toepasbaar zijn op de behandeling van eetverslaving. 16

18 Literatuur Avena, N. M., Rada, P., & Hoebel, B. G. (2008). Evidence For Sugar Addiction: Behavioral and Neurochemical Effects of Intermittent, Excessive Sugar Intake. Neuroscience and Biobehavioral Reviews, 32, Barry, D., Clarke, M., & Petry, N.M. (2009). Obesity and its Relationship to Addictions: Is Overeating a Form of Addictive Behavior? The American Journal on Addictions, 18, Berridge, K. C. (2009). Liking and Wanting Food Rewards: Brain Substrates and Roles in Eating Disorders. Physiology & Behavior, 97(5), Blum, K., Gardner, E., & Oscar-Berman, M. (2012). Liking and Wanting Linked to Reward Deficiency Syndrome (RDS): Hypothesizing Differential Responsivity in Brain Reward Circuitry. Current Pharmaceutical Design, 18, Cassin, S.E., & Von Ranson, M. (2007). Is Binge Eating Experienced as an Addiction? Appetite, 49, Colles, S. L., Dixon, J. B., & O Brien, P. E. (2008). Loss of control is central to psychological disturbance associated with binge eating disorder. Obesity, 16, Davis, C., Levitan, R.D., Kaplan, A.S., Carter, J., & Reid, C. (2008). Reward Sensitivity and the D2 Dopamine Receptor Gene: A Case-Control Study of Binge Eating Disorder. Progress in Neuro- Psychopharmacology & Biological Psychiatry, 32, Davis, C., Strachan, S., & Berkson, M. (2004). Sensitivity to Reward: Implications for Overeating and Overweight. Appetite, 42, Goodman, (1990). Addiction: Definition and Implications. British Journal of Addiction, 85, Heinz, A., Siessmeier, T., Wrase, J., Hermann, D., Klein, S., Grusser, S.M., Flor, H., Braus, D.F., 17

19 Buchholz, H.G., Grunder, G., Schreckenberger, M., Smolka, M.N., Rosch, F., Mann, K., Bartenstein, P. (2004). Correlation Between Dopamine D(2) Receptors in the Ventral Striatum and Central Processing of Alcohol Cues and Craving. American Journal of Psychiatry, 10, Ogden C.L., Yanovski S.Z., Carroll M.D., & Flegal K.M. (2007). The epidemiology of obesity. Gastroenterology, 132, Pelchat, M.L. (2002). Of Human Bondage: Food Craving, Obsession, Compulsion, and Addiction. Physiology & Behavior, 76, Pelchat, M.L., Johnson, A., Chan, R., Valdez, J., Ragland, J.D. (2004). Images of Desire: Food Craving Activation During fmri. Neuroimage, 23, Small, D.M., Jones-Gotman, M., & Dagher, A. (2003). Feeding-Induced Dopamine Release in Dorsal Striatum Correlates with Meal Pleasantness Ratings in Healthy Human Volunteers. Neuroimage, 19, Spitzer, R.L., Devlin, M., Walsh, B.T., Hasin, D., Wing, R., Marcus, M., Stunkard, A., Wadden, T., Yanovski, S., Agras, S., Mitchell, J., & Nonas, C. (1992). Binge Eating Disorder: A Multi-Site Field Trial of the Diagnostic Criteria. International Journal of Eating Disorders, 11, Stice, E., Yokum, S., Burger, K.S., Epstein, L.H., & Small, D.M. (2011). Youth at Risk for Obesity Show Greater Activation of Striatal and Somatosensory Regions to Food. The Journal of Neuroscience, 31, Strien, van, T., Frijters, J. E. R., Bergers, G. P. A., & Defares, P. B. (1986). The Dutch Eating Behaviour Questionnaire (DEBQ) for Assessment of Restrained, Emotional, and External Eating Behaviour. International Journal of Eating Disorders, 5, Verbeken, S., Braet, C., Lammertyn, J., Goossens, L., & Moens, E. (2012). How is Reward Sensitivity Related to Bodyweight in Children? Appetite, 58, Volkow, N.D., Fowler, J.S., Wang, G-J., & Goldstein, R. (2002). Role of Dopamine, the Frontal 18

20 Cortex and Memory Circuits in Drug Addiction: Insight from Imaging Studies. Neurobiology of Learning and Memory, 78, Volkow, N.D., Fowler, J.S., Wang, G-J, Hitzemann, R., Logan, J., Schlyer, D., Dewey, S., Wolf, A.P. (1993). Decreased Dopamine D 2 Receptor Availability is Associated With Reduced Frontal Metabolism in Cocaine Abusers. Synapse, 14, Volkow, N.D., Fowler, J.S., Wang, G.J., and Swanson, J.M. (2004). Dopamine in Drug Abuse and Addiction: Results from Imaging Studies and Treatment Implications. Molecular Psychiatry, 9, Volkow, N.D., Wang, G-J., Fowler, J.S., Logan, J., Gatley, S.J., & Hitzemann, R. (1997). Decreased Striatal Dopaminergic Responsivity in Detoxified Cocaine Abusers. Nature, 386, Volkow, N.D., Wang, G.-J., Fowler, J.S., Logan, J., Gatley, J., Wong, C., Hitzemann, R., & Pappas, N.R. (1999). Reinforcing Effects of Psychostimulants in Humans Are Associated with Increases in Brain Dopamine and Occupancy of D2 Receptors. The Journal of Pharmacology and Experimental Therapeutics, 291, Volkow N.D., Wang G.J., Fowler J.S., Logan J., Jayne M., Franceschi D. (2002). Nonhedonic Food Motivation in Humans Involves Dopamine in the Dorsal Striatum and Methylphenidate Amplifies This Effect. Synapse, 44, Volkow, N.D., Wang, G.J., Telang, F., Fowler, J.S., Thanos, P.K., Logan, J., Alexoff, D., Ding, Y-S, Wong, C., Ma, Y., & Pradhan, K. (2008). Low Dopamine Striatal D2 Receptors are Associated with Prefrontal Metabolism in Obese Subjects: Possible Contributing Factors. Neuroimage, 42, Volkow, N., Wang, G-J., Maynard, L., Jayne, M., Fowler, J.S., Zhu, W., Logan, J., Gatley, J., Ding, Y-S., Wang, G-J, Geliebter, A., Volkow, N., Telang, F.W., Logan, J., Millard, C.J., Galanti, K., Selig, P.A., Han, H., Zhu, W., Wong, C.T., & Fowler, J.S. (2011). Enhanced Striatal Dopamine Release During Food Stimulation in Binge Eating Disorder. Obesity, 19, Wang, G.J., Volkow, N.D., Logan, J., Pappas, N.R., Wong, C.T., Netusll, N., & Fowler, J.S. (2001). Brain Dopamine and Obesity. The Lancet, 357, Wong, C, & Pappas, N. (2003). Brain Dopamine is Associated with Eating Behaviors in Humans. 19

Chapter 9. Dutch Summary

Chapter 9. Dutch Summary Chapter 9 Dutch Summary Samenvatting van het proefschrift GLP-1 en de neuroendocriene regulatie van voedsel inname in obesitas en type 2 diabetes: stof tot nadenken Chapter 9 Obesitas en type 2 diabetes

Nadere informatie

het dopaminerge beloningssysteem

het dopaminerge beloningssysteem het dopaminerge beloningssysteem 27/05/2016 51 mesolimbic DA system lekker eten zorgt voor DA afgifte 27/05/2016 52 Bassareo and Di Chiara, 1997 palatable food and dopamine why would some people overeat

Nadere informatie

Overgewicht en obesitas: een psychologisch perspectief

Overgewicht en obesitas: een psychologisch perspectief Overgewicht en obesitas: een psychologisch perspectief dr. Leentje Vervoort Leentje.Vervoort@UGent.be Overgewicht en obesitas Diagnose ~ % lichaamsvet BMI als proxy van lichaamsvet BMI: volwassenen bijkomende

Nadere informatie

In de zoektocht naar een verklaring

In de zoektocht naar een verklaring Waarom Daarom Shutterstock HET BEGRIP VOEDSELVERSLAVING IS BETWISTBAAR. WAAROM? In de zoektocht naar een verklaring voor de wereldwijd toegenomen prevalentie van overgewicht en obesitas, krijgt de idee

Nadere informatie

Baclofen, (How) Does It Work? The Efficacy and Working Mechanism of High- Dose Baclofen in the Treatment of Alcohol Dependence E. M.

Baclofen, (How) Does It Work? The Efficacy and Working Mechanism of High- Dose Baclofen in the Treatment of Alcohol Dependence E. M. Baclofen, (How) Does It Work? The Efficacy and Working Mechanism of High- Dose Baclofen in the Treatment of Alcohol Dependence E. M. Beraha Menahem SAMENVATTING Alcoholverslaving is een chronische psychiatrische

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING

NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING CHAPTER X 188 INLEIDING Wereldwijd neemt het aantal mensen met overgewicht steeds verder toe. In Nederland heeft ruim de helft van de huidige bevolking overgewicht, en 14% heeft

Nadere informatie

Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu

Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu Nederlandse Samenvatting De adolescentie is levensfase waarin de neiging om nieuwe ervaringen op te

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Controle over je verlangens. Diepe hersenstimulatie in impulscontrole en heroïne verslaving: een translationele benadering Verslaving wordt beschouwd als een chronische aandoening

Nadere informatie

CHAPTER 11 SAMENVATTING

CHAPTER 11 SAMENVATTING CHAPTER 11 SAMENVATTING Chapter 11 Drugsverslaving Drugsverslaving is een wereldwijd gezondheidsprobleem dat gekarakteriseerd wordt door dwangmatig drugsgebruik en een hoge mate van terugval na afkicken.

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/22544 holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/22544 holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/22544 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Speksnijder, Niels Title: Determinants of psychosis vulnerability : focus on MEF2

Nadere informatie

Neurobiologie van verslaving. R. Schipper Arts in opleiding tot psychiater GGNet

Neurobiologie van verslaving. R. Schipper Arts in opleiding tot psychiater GGNet Neurobiologie van verslaving R. Schipper Arts in opleiding tot psychiater GGNet Inhoud Inleiding Neuropsychologische concepten Neurobiologische concepten Genen en verslaving EPA en verslaving Inleiding

Nadere informatie

BIS en BAS bij kinderen van 0 6 jaar: de constructie van een observatiemaat

BIS en BAS bij kinderen van 0 6 jaar: de constructie van een observatiemaat BIS en BAS bij kinderen van 0 6 jaar: de constructie van een observatiemaat *, Sandra Verbeken, Ellen Moens, & Caroline Braet pag. 1 Obesitas epidemie Appetitieve motivatie (Lowe & Brutyn, 2007) Motivatie

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4. Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4. Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Samenvatting SAMENVATTING 189 Depressie is een veelvoorkomende psychische stoornis die een hoge ziektelast veroorzaakt voor zowel de samenleving als het individu. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO)

Nadere informatie

de Rol van Persoonlijkheid Eating: the Role of Personality

de Rol van Persoonlijkheid Eating: the Role of Personality De Relatie tussen Dagelijkse Stress en Emotioneel Eten: de Rol van Persoonlijkheid The Relationship between Daily Stress and Emotional Eating: the Role of Personality Arlette Nierich Open Universiteit

Nadere informatie

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5 SAMENVATTING 117 Pas kortgeleden is aangetoond dat ADHD niet uitdooft, maar ook bij ouderen voorkomt en nadelige gevolgen kan hebben voor de patiënt en zijn omgeving. Er is echter weinig bekend over de

Nadere informatie

Block 1: Basic emotions, Brain structures and Stress.

Block 1: Basic emotions, Brain structures and Stress. Block 1: Basic emotions, Brain structures and Stress. Vraag 1 (10 punten) A. Wat is het Circuit van Papez en welke hersenstructuren maken hier deel van uit? (5 punten) B. Welke extra hersenstructuren zijn

Nadere informatie

namens Jellinek dank voor uw uitnodiging

namens Jellinek dank voor uw uitnodiging namens Jellinek dank voor uw uitnodiging Bani da Lima - Ahrendt Manager Behandelzaken JellinekMinnesota Franca Hasenbos Manager Bedrijfsvoering Jellinek Gooi- en Vechtstreek & JellinekMinnesota Onderwerpen

Nadere informatie

Linking Depression. Longitudinal and neuroimaging genetic studies in major depressive disorder. Esther Opmeer

Linking Depression. Longitudinal and neuroimaging genetic studies in major depressive disorder. Esther Opmeer Linking Depression Longitudinal and neuroimaging genetic studies in major depressive disorder Esther Opmeer Nederlandse Samenvatting Depressie staat in de top 3 van ziekten die de meeste ziektelast geven

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Addendum A 173 Nederlandse samenvatting Het doel van het onderzoek beschreven in dit proefschrift was om de rol van twee belangrijke risicofactoren voor psychotische stoornissen te onderzoeken in de Ultra

Nadere informatie

6 e Nieuwsbrief EPISCA onderzoek maart 2015

6 e Nieuwsbrief EPISCA onderzoek maart 2015 6 e Nieuwsbrief EPISCA onderzoek maart 2015 Het is al weer lang geleden dat jullie iets van ons hebben gehoord en dat komt omdat er veel is gebeurd. We hebben namelijk heel veel analyses kunnen doen op

Nadere informatie

Chapter 9. Nederlandse samenvatting (Dutch summary)

Chapter 9. Nederlandse samenvatting (Dutch summary) Chapter 9 Nederlandse samenvatting (Dutch summary) Samenvatting Samenvatting Depressie en angst klachten bij Nederlandse patiënten met een chronische nierziekte Het onderwerp van dit proefschrift is depressieve

Nadere informatie

Studie type Populatie Patiënten kenmerken Interventie Controle Dataverzameling

Studie type Populatie Patiënten kenmerken Interventie Controle Dataverzameling Evidence tabel bij ADHD in kinderen en adolescenten (studies naar adolescenten met ADHD en ) Auteurs, Gray et al., 2011 Thurstone et al., 2010 Mate van bewijs A2 A2 Studie type Populatie Patiënten kenmerken

Nadere informatie

Het verlichte brein. Overzicht. Overzicht. Epidemiologie. Cannabis als veelbelovend antipsychoticum? Matthijs Bossong

Het verlichte brein. Overzicht. Overzicht. Epidemiologie. Cannabis als veelbelovend antipsychoticum? Matthijs Bossong Het verlichte brein als veelbelovend antipsychoticum? Matthijs Bossong Postdoctoral Research Fellow Institute of Psychiatry King s College London De grootte van het risico hangt samen met de mate van gebruik,

Nadere informatie

De grens tussen obesitas en eetbuistoornis. Werken met de REO

De grens tussen obesitas en eetbuistoornis. Werken met de REO De grens tussen obesitas en eetbuistoornis Werken met de REO Programma cursusdag 9:00 ontvangst 9:30 kennismaking, in kaart brengen van de problematiek waar de cursisten in de praktijk tegenaan lopen met

Nadere informatie

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte. Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van

Nadere informatie

Waarom kijkt iedereen boos? Vergelijkend onderzoek van de hersenen van mensen met een depressie

Waarom kijkt iedereen boos? Vergelijkend onderzoek van de hersenen van mensen met een depressie Waarom kijkt iedereen boos? Vergelijkend onderzoek van de hersenen van mensen met een depressie Jojanneke is een studente van 24 jaar en kampt al een tijdje met depressieve klachten. Het valt haar huis-

Nadere informatie

Anatomische correlaties van neuropsychiatrische symptomen bij dementie

Anatomische correlaties van neuropsychiatrische symptomen bij dementie Anatomische correlaties van neuropsychiatrische symptomen bij dementie K.J. Kaland, AIOS klinische geriatrie, Parnassia Groot Haags Geriatrie Referaat 6 februari 2017 Gedragsproblemen bij dementie Behavioral

Nadere informatie

INTRODUCTIE STRESSHORMONEN

INTRODUCTIE STRESSHORMONEN 8 Samenvatting INTRODUCTIE Cocaïne behoort tot de stimulerende middelen; stoffen die energie en alertheid verhogen en een kortstondig goed gevoel of zelfs euforie geven. Herhaaldelijk gebruik van cocaïne

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nicotine en alcohol kunnen de placenta passeren en zo het risico op nadelige uitkomsten voor het ongeboren kind verhogen. Stoppen met roken en alcoholgebruik tijdens de zwangerschap lijkt vanzelfsprekend,

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Pouw, Lucinda Title: Emotion regulation in children with Autism Spectrum Disorder

Nadere informatie

) amarum ( DGT vs CGT behandeling bij BED - II

) amarum ( DGT vs CGT behandeling bij BED - II DGT vs CGT behandeling bij BED - II Het weglaten van verstoorde lichaamsbeleving is een omissie in de DSM-V criteria voor eetbuistoornissen. Elke Wezenberg VGCT 2015 Stelling voor de zaal: Het is toch

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Titel: Cognitieve Kwetsbaarheid voor Depressie: Genetische en Omgevingsinvloeden Het onderwerp van dit proefschrift is cognitieve kwetsbaarheid voor depressie en de wisselwerking

Nadere informatie

Chapter 9. Nederlandse samenvatting

Chapter 9. Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Slaap heeft een fundamentele en complexe rol in ons dagelijks functioneren. Zo draagt deze bij aan het verminderen van de intensiteit van een onaangename emotionele ervaring tot

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) SAMENVATTING Jaarlijks wordt 8% van alle kinderen in Nederland prematuur geboren. Ernstige prematuriteit heeft consequenties voor zowel het kind als de ouder. Premature

Nadere informatie

Zijn obese mensen eetverslaafd?

Zijn obese mensen eetverslaafd? Zijn obese mensen eetverslaafd? Ilse Nijs en Ingmar Franken * Hedendaagse eetverslavingstheorieën veronderstellen dat met name vet- en suikerrijk voedsel zich kan gedragen als een drug en dat, net als

Nadere informatie

Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131. chapter 10 samenvatting

Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131. chapter 10 samenvatting Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131 chapter 10 samenvatting Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 132 Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 133 Zaadbalkanker wordt voornamelijk bij jonge mannen vastgesteld

Nadere informatie

Het verband tussen alledaagse stress en negatief affect bij mensen met een depressie en de rol van zelfwaardering daarbij

Het verband tussen alledaagse stress en negatief affect bij mensen met een depressie en de rol van zelfwaardering daarbij Het verband tussen alledaagse stress en negatief affect bij mensen met een depressie en de rol van zelfwaardering daarbij Een vergelijking van een depressieve en een niet-depressieve groep met Experience-Sampling-Method

Nadere informatie

Temperamentsprofielen bij verslaving

Temperamentsprofielen bij verslaving 17 februari 2017 Temperamentsprofielen bij verslaving Dr Els Santens Psychiater Team Verslavingszorg Inhoud Kader doctoraatsonderzoek Verslaving Gray s Reinforcement Sensitivity Theory (RST) Temperamentsprofielen

Nadere informatie

SAMENVATTING. Inleiding. Black box? Signaalstoffen in de hersenen

SAMENVATTING. Inleiding. Black box? Signaalstoffen in de hersenen SAMENVATTING Inleiding Black box? Lange tijd werd het brein beschouwd als een zogenaamde black box waar processen plaatsvinden die we niet kunnen zien of meten. In de loop van de vorige eeuw kwam daar

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Bij de ontwikkeling van metabole ziekten zoals overgewicht, type 2 diabetes en Anorexia Nervosa spelen omgevingsfactoren zoals dieet en fysieke activiteit een belangrijke rol. Er zijn echter grote individuele

Nadere informatie

GLP-1 and the neuroendocrine control of feeding in obesity andtype 2 diabetes. Food for thought

GLP-1 and the neuroendocrine control of feeding in obesity andtype 2 diabetes. Food for thought GLP-1 and the neuroendocrine control of feeding in obesity andtype 2 diabetes Food for thought Liselotte van Bloemendaal, AIOS interne Ziekenhuis Amstelland / VUmc Overgewicht en obesitas Wereldwijd heeft

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting. Samenvatting

Nederlandse Samenvatting. Samenvatting Samenvatting Toenaderen of vermijden. Neurobiologische mechanismen in sociale angst Het doel van dit proefschrift was om meer inzicht te krijgen in de psychobiologische mechanismen die een rol spelen bij

Nadere informatie

Samenvatting Dankwoord About the author

Samenvatting Dankwoord About the author Samenvatting Dankwoord About the author Samenvatting 177 Samenvatting Overgewicht en obesitas worden gedefinieerd op basis van de body mass index (BMI) (hoofdstuk 1). Deze index wordt berekend door het

Nadere informatie

SAMENVATTING bijlage Hoofdstuk 1 104

SAMENVATTING bijlage Hoofdstuk 1 104 Samenvatting 103 De bipolaire stoornis, ook wel manisch depressieve stoornis genoemd, is gekenmerkt door extreme stemmingswisselingen, waarbij recidiverende episoden van depressie, manie en hypomanie,

Nadere informatie

(gevangenis en heropvoeding) (volledig verbod) (persoonlijkheid) (behandeling gericht op abstinentie) (CGT, o.a. cue-exposure) (gecombineerde T)

(gevangenis en heropvoeding) (volledig verbod) (persoonlijkheid) (behandeling gericht op abstinentie) (CGT, o.a. cue-exposure) (gecombineerde T) (gevangenis en heropvoeding) (volledig verbod) (persoonlijkheid) (behandeling gericht op abstinentie) (CGT, o.a. cue-exposure) (gecombineerde T) (biologische naar combinatie ) 4 1 Dierexperimentele studies

Nadere informatie

Motivatie om te gaan bewegen

Motivatie om te gaan bewegen Motivatie om te gaan bewegen Onderzoek 5 Welke cognities zijn van invloed op de motivatie om te starten met een bewegingsprogramma? Motivatie Beweging: om te motivatie gaan bewegen Onderzoek 5 Angst voor

Nadere informatie

De ziekte van Parkinson is een neurologische ziekte waarbij zenuwcellen in een specifiek deel van de

De ziekte van Parkinson is een neurologische ziekte waarbij zenuwcellen in een specifiek deel van de Rick Helmich Cerebral Reorganization in Parkinson s disease (proefschrift) Nederlandse Samenvatting De ziekte van Parkinson is een neurologische ziekte waarbij zenuwcellen in een specifiek deel van de

Nadere informatie

NeDerLANDse samenvatting

NeDerLANDse samenvatting CHAPTER 10 259 NEDERLANDSE SAMENVATTING Benzodiazepines zijn psychotrope middelen met anxiolytische, sederende, spierverslappende en hypnotische effecten. In de praktijk worden zij voornamelijk ingezet

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting Neuroplasticiteit ten grondslag aan heroïne verslaving

Nederlandse samenvatting Neuroplasticiteit ten grondslag aan heroïne verslaving Nederlandse samenvatting Neuroplasticiteit ten grondslag aan heroïne verslaving Foto: Tycho Jonker Drugsverslaving is een psychiatrische stoornis met grote gezondheidsrisico s voor de verslaafde en heeft

Nadere informatie

Fetal Origins of Socioeconomic Inequalities. in Early Childhood Health. The Generation R Study. Lindsay Marisia Silva SAMENVATTING

Fetal Origins of Socioeconomic Inequalities. in Early Childhood Health. The Generation R Study. Lindsay Marisia Silva SAMENVATTING Fetal Origins of Socioeconomic Inequalities in Early Childhood Health The Generation R Study Lindsay Marisia Silva SAMENVATTING Sociaal-economische gezondheidsverschillen vormen een groot maatschappelijk

Nadere informatie

Wetenschappelijke Samenvatting. 1. Kwetsbaarheid en emotionele verwerking bij depressie

Wetenschappelijke Samenvatting. 1. Kwetsbaarheid en emotionele verwerking bij depressie Wetenschappelijke Samenvatting 1. Kwetsbaarheid en emotionele verwerking bij depressie In dit proefschrift wordt onderzocht wat spaak loopt in de hersenen van iemand met een depressie. Er wordt ook onderzocht

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting HET BEGRIJPEN VAN COGNITIEVE ACHTERUITGANG BIJ MULTIPLE SCLEROSE Met focus op de thalamus, de hippocampus en de dorsolaterale prefrontale cortex Wereldwijd lijden ongeveer 2.3

Nadere informatie

Samenvatting. Gezond zijn of je gezond voelen: veranderingen in het oordeel van ouderen over de eigen gezondheid Samenvatting

Samenvatting. Gezond zijn of je gezond voelen: veranderingen in het oordeel van ouderen over de eigen gezondheid Samenvatting Samenvatting Gezond zijn of je gezond voelen: veranderingen in het oordeel van ouderen over de eigen gezondheid 2 2 3 4 5 6 7 8 Samenvatting 161 162 In de meeste Westerse landen neemt de levensverwachting

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse Introductie Nicotine is een van de meest gebruikte verslavende middelen en levert, door het roken van sigaretten, een grote bijdrage aan morbiditeit (ziekte) en mortaliteit (sterfte). Wereldwijd

Nadere informatie

Samenvatting. Chapter 8

Samenvatting. Chapter 8 Samenvatting Chapter 8 154 Het dopaminerge systeem is betrokken bij de controle over een heel scala aan fysiologische functies, variërend van motorische activiteit tot de productie van hormonen en het

Nadere informatie

Verslaving apart? Dubbele diagnostiek als standaardbehandeling. dr. C.A. Loth

Verslaving apart? Dubbele diagnostiek als standaardbehandeling. dr. C.A. Loth Verslaving apart? Dubbele diagnostiek als standaardbehandeling in de GGz dr. C.A. Loth Cijfers 1,2 miljoen alcoholisten/problematische drinkers 1,8 miljoen dagelijkse gebruikers benzo s, 22 % gebruikt

Nadere informatie

Chapter 9. Nederlandse samenvatting References Appendices Publications Curriculum vitae

Chapter 9. Nederlandse samenvatting References Appendices Publications Curriculum vitae Chapter 9 Nederlandse samenvatting References Appendices Publications Curriculum vitae Nederlandse samenvatting Genetische factoren bij eetstoornissen Het is nog onvoldoende bekend waarom mensen eetstoornissen

Nadere informatie

P FWE =.042. Nederlandse Samenvatting (Dutch Summary)

P FWE =.042. Nederlandse Samenvatting (Dutch Summary) Chapter Nine Nederlandse Samenvatting (Dutch Summary) x=51 P FWE =.015 x=-57 P FWE =.011 x=-33 P FWE =.042 Nine Nederlandse Samenvatting (Dutch Summary) 165 (Dis)inhibitie hersenscanonderzoek van neuropsychiatrische

Nadere informatie

Moving the brain: Neuroimaging motivational changes of deep brain stimulation in obsessive-compulsive disorder Figee, M.

Moving the brain: Neuroimaging motivational changes of deep brain stimulation in obsessive-compulsive disorder Figee, M. UvA-DARE (Digital Academic Repository) Moving the brain: Neuroimaging motivational changes of deep brain stimulation in obsessive-compulsive disorder Figee, M. Link to publication Citation for published

Nadere informatie

INLEIDING (7 pp.) Katelijne Van Hoeck, VWVJ

INLEIDING (7 pp.) Katelijne Van Hoeck, VWVJ INLEIDING (7 pp.) Katelijne Van Hoeck, VWVJ & BASISTEKST VAN SIGNAAL NAAR ZORG : EEN AANBEVELING VOOR DE DETECTIE VAN EET- EN GEWICHTSPROBLEMEN (19 pp.) VWVJ en vzw Eetexpert Schematisch traject van signaal

Nadere informatie

Neuro-imaging bij bipolaire stoornissen: een overzicht

Neuro-imaging bij bipolaire stoornissen: een overzicht Neuro-imaging bij bipolaire stoornissen: een overzicht Max de Leeuw, psychiater en senior onderzoeker GGZ Rivierduinen/LUMC KenBiS, 17 juni 2016 Leiden Inhoud Emotieverwerking Werkgeheugen Beloning Eerstegraads

Nadere informatie

Integratie van functionele en moleculaire beeldvorming bij de ziekte van Alzheimer

Integratie van functionele en moleculaire beeldvorming bij de ziekte van Alzheimer Integratie van functionele en moleculaire beeldvorming bij de ziekte van Alzheimer Achtergrond De ziekte van Alzheimer De ziekte van Alzheimer (Alzheimer s disease - AD) is een neurodegeneratieve ziekte

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING

NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING Nederlandse samenvatting Wereldwijd zijn er miljoenen mensen met diabetes mellitus, hetgeen resulteert in aanzienlijke morbiditeit en mortaliteit. Bekende oogheelkundige complicaties

Nadere informatie

Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić

Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić Rode wangen, zweethanden en coy-smiles: De rol van emotionele en socio-cognitieve

Nadere informatie

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten?

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten? De Modererende rol van Persoonlijkheid op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten 1 Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve

Nadere informatie

Genetische factoren bij eetstoornissen. Het is nog onvoldoende bekend waarom mensen eetstoornissen ontwikkelen. Wel is

Genetische factoren bij eetstoornissen. Het is nog onvoldoende bekend waarom mensen eetstoornissen ontwikkelen. Wel is Genetische factoren bij eetstoornissen Het is nog onvoldoende bekend waarom mensen eetstoornissen ontwikkelen. Wel is gebleken dat er niet één oorzaak is, maar dat verschillende factoren een rol spelen

Nadere informatie

C H A P T E R Dutch Summary Nederlandse samenvatting van het proefschrift: De darm-hersenen as en de regulatie van voedselinname.

C H A P T E R Dutch Summary Nederlandse samenvatting van het proefschrift: De darm-hersenen as en de regulatie van voedselinname. CHAPTER Dutch Summary Nederlandse samenvatting van het proefschrift: De darm-hersenen as en de regulatie van voedselinname. De rol van GLP-1, van fysiologie tot farmacotherapie DUTCH SUMMARY Het aantal

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/20126 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Dumas, Eve Marie Title: Huntington s disease : functional and structural biomarkers

Nadere informatie

Cannabis & psychosen: alleen risico s of ook kansen?

Cannabis & psychosen: alleen risico s of ook kansen? Universitair Docent Hersencentrum Rudolf Magnus Afdeling Psychiatrie Universitair Medisch Centrum Utrecht Cannabis & psychosen: alleen risico s of ook kansen? Matthijs Bossong Overzicht Psychotische stoornis

Nadere informatie

Diabetes & Eetstoornissen Een uiterst gevaarlijke combinatie. Prof. Dr. M. Vervaet - Universiteit Gent - Centrum voor Eetstoornissen

Diabetes & Eetstoornissen Een uiterst gevaarlijke combinatie. Prof. Dr. M. Vervaet - Universiteit Gent - Centrum voor Eetstoornissen Diabetes & Eetstoornissen Een uiterst gevaarlijke combinatie Prof. Dr. M. Vervaet - Universiteit Gent - Centrum voor Eetstoornissen GEZOND EN ZIEK Lichamelijke Gezondheid Diabetes: somatische aandoening

Nadere informatie

Achtergrond van het onderzoek

Achtergrond van het onderzoek Samenvatting 138 Samenvatting Achtergrond van het onderzoek Verenpikken bij leghennen vormt een groot welzijnsprobleem in de huidige (commerciële) leghennenhouderij. Hennen pikken en trekken aan elkaars

Nadere informatie

Train uw Brein: Cognitieve Training als een behandeling voor depressie. Marie-Anne Vanderhasselt

Train uw Brein: Cognitieve Training als een behandeling voor depressie. Marie-Anne Vanderhasselt Train uw Brein: Cognitieve Training als een behandeling voor depressie Marie-Anne Vanderhasselt Vanderhasselt, M.A., De Raedt, R., Namur, V., Lotufo, P.A., Bensenor, Vanderhasselt, M.A., De Raedt, R.,

Nadere informatie

Anhedonie bij verslaving

Anhedonie bij verslaving Anhedonie bij verslaving A.J. bij de Vaate Studente Klinische & Gezondheidspsychologie Erasmus Universiteit Rotterdam 28 juni 2006 Begeleider: Dr. I. Franken Voorwoord In september 2002 begon ik, uit interesse

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Achtergrond Het risico op het ontwikkelen van een psychiatrische ziekte, zoals attention deficit hyperactivity disorder (ADHD), schizofrenie of verslaving, wordt voor een aanzienlijk deel bepaald door

Nadere informatie

Dutch summary/ Samenvatting

Dutch summary/ Samenvatting Dutch summary/ Samenvatting Het manipuleren van de serotonine functie bij depressies Een depressie is een van de meest invaliderende stoornissen ter wereld. Ongeveer een op de zes mensen in Amerika krijgt

Nadere informatie

Samenvatting in het Nederlands

Samenvatting in het Nederlands 18335_Peter Remijnse binnenwerk.indd 201 03-01-2011 14:43:11 18335_Peter Remijnse binnenwerk.indd 202 03-01-2011 14:43:11 Cognitieve flexibiliteit in patiënten met een obsessieve-compulsieve stoornis en

Nadere informatie

Verslaving en impulsiviteit

Verslaving en impulsiviteit 22 oktober 2015 Verslaving en impulsiviteit Verschillende invalshoeken Dr Els Santens Verslaving als Chronische stoornis Duale procespathologie Verlies van controle = kernsymptoom Impulsiviteit: een veelzijdig

Nadere informatie

Summary in Dutch / Nederlandse Samenvattting

Summary in Dutch / Nederlandse Samenvattting Summary in Dutch / Nederlandse Samenvattting De invloed van de cannabinoïd en opioïd neurotransmitter systemen op impulsief gedrag en drugsverslaving Zo nu en dan overkomt (doet) iedereen het wel eens:

Nadere informatie

B-vitaminen ter preventie van fracturen en de vermindering van het fysiek functioneren

B-vitaminen ter preventie van fracturen en de vermindering van het fysiek functioneren SAMENVATTING Samenvatting B-vitaminen ter preventie van fracturen en de vermindering van het fysiek functioneren Door de stijgende levensverwachting zal het aantal osteoporotische fracturen toenemen. Osteoporotische

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Dutch summary)

Nederlandse samenvatting (Dutch summary) Nederlandse samenvatting (Dutch summary) 125 Angststoornissen zijn veel voorkomende psychiatrische aandoeningen (ongeveer 1 op de 5 Nederlanders heeft, op enig moment in het leven een angststoornis). Onder

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 137 138 Het ontrafelen van de klinische fenotypen van dementie op jonge leeftijd In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, komt dementie ook op jonge leeftijd voor. De diagnose

Nadere informatie

Eetstoornissen DSM-5. Leonieke Terpstra & Maartje Snoek

Eetstoornissen DSM-5. Leonieke Terpstra & Maartje Snoek Eetstoornissen DSM-5 Leonieke Terpstra & Maartje Snoek VOXVOTE Voelt u zichzelf te dik? Probeert u daar (soms) wat aan te doen (lijnen)? Heeft u een eetstoornis (gehad)? 2/3 van de vrouwen wil afvallen

Nadere informatie

MIDDELENMISBRUIK + angststoornissen depressie

MIDDELENMISBRUIK + angststoornissen depressie MIDDELENMISBRUIK + angststoornissen depressie Enkele cijfers 17,9 % van de patiënten met een angststoornis lijdt aan een alcoholverslaving 19,4% van de alcoholverslaafden heeft een angststoornis (Addiction

Nadere informatie

Summary in Dutch. Samenvatting

Summary in Dutch. Samenvatting Samenvatting In de theorie van het menselijk kapitaal zijn kennis en gezondheid uitkomsten van bewuste investeringsbeslissingen. Veel van de keuzes hieromtrent lijken in de praktijk echter niet weldoordacht.

Nadere informatie

rapporteerden. Er werden geen verschillen gevonden in schoolprestaties, spijbelgedrag en middelengebruik tussen de verschillende groepen.

rapporteerden. Er werden geen verschillen gevonden in schoolprestaties, spijbelgedrag en middelengebruik tussen de verschillende groepen. Samenvatting Samenvatting Depressie en angst zijn de meest voorkomende psychische stoornissen in de adolescentie met een enorme impact op het individu. Veel adolescenten rapporteren depressieve en angst

Nadere informatie

Individuele gevoeligheid voor riskant middelengebruik in de adolescentie. Anja Huizink

Individuele gevoeligheid voor riskant middelengebruik in de adolescentie. Anja Huizink Individuele gevoeligheid voor riskant middelengebruik in de adolescentie Anja Huizink Adolescentie = grenzen verkennen Op zoek naar prikkels Brein in ontwikkeling Nucleus accumbens (basale ganglia): -

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/39582 holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/39582 holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/39582 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Hegeman, Annette Title: Appearance of depression in later life Issue Date: 2016-05-18

Nadere informatie

Chapter 10. Samenvatting

Chapter 10. Samenvatting Chapter 10 Samenvatting 1 Hoofdstuk 1 beschrijft de achtergrondinformatie van de relatie tussen intrauteriene groeivertraging, waarvan het lage geboortegewicht een uiting kan zijn, en de gevolgen in de

Nadere informatie

Chapter 10. Samenvatting (Summary in Dutch)

Chapter 10. Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) 157 Depressie is een psychiatrische aandoening waar bijna 1 op de 5 Nederlanders op enig moment in hun leven mee te kampen heeft (Weissman, Bland et al. 1999). De ziekte

Nadere informatie

Impact van de ingebruikname van de DSM-5

Impact van de ingebruikname van de DSM-5 Impact van de ingebruikname van de DSM-5 Eetstoornissen als casus Frédérique Smink Daphne van Hoeken H. Wijbrand Hoek Lunchbijeenkomst NIVEL 18 maart 2014 Disclosure belangen (potentiële) belangenverstrengeling

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Dit proefschrift bestaat uit een aantal studies waarin onderzocht is waar individuele verschillen vandaan komen in welbevinden (WB) en gerelateerde menselijke eigenschappen, zoals

Nadere informatie

HERSENZIEKTEN, AUTONOMIE EN GEDRAG. Werkbezoek OM Dordrecht 6-10-2009

HERSENZIEKTEN, AUTONOMIE EN GEDRAG. Werkbezoek OM Dordrecht 6-10-2009 HERSENZIEKTEN, AUTONOMIE EN GEDRAG Werkbezoek OM Dordrecht 6-10-2009 Co-morbiditeit is de norm (gegevens uit intern onderzoek Bouman GGZ) HEROÏNE (VAAK POLYDRUGGE BRUIK) ALCOHOL STIMULAN- TIA CANNABIS

Nadere informatie

Chapter 8. Nederlandse Samenvatting

Chapter 8. Nederlandse Samenvatting 134 Chapter Nederlandse Samenvatting 135 ALCOHOLVERSLAVING IN HET BREIN: VAN KWETSBAARHEID TOT COMPULSIEF DRINKEN Hoewel het merendeel van de mensen in de westerse wereld wel eens een alcoholische versnapering

Nadere informatie

Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017)

Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017) Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017) 2. Introductie slaapproblemen Deze introductie beschrijft de definitie van slaapproblemen en slaapstoornissen, de prevalentie en de gevolgen

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING

NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING Wat verandert er in het zenuwstelsel als een dier iets leert? Hoe worden herinneringen opgeslagen in de hersenen? Hieraan ten grondslag ligt het vermogen van het zenuwstelsel om

Nadere informatie

Binge or Control? Assessment of the validity, treatment and underlying mechanisms of Binge Eating Disorder

Binge or Control? Assessment of the validity, treatment and underlying mechanisms of Binge Eating Disorder Binge or Control? Assessment of the validity, treatment and underlying mechanisms of Binge Eating Disorder Alexandra Dingemans Nederlandse samenvatting Eetbuien of controle? Onderzoek naar de validiteit,

Nadere informatie

Het begrijpen van heterogeniteit binnen de ziekte van Alzheimer: een neurofysiologisch

Het begrijpen van heterogeniteit binnen de ziekte van Alzheimer: een neurofysiologisch Het begrijpen van heterogeniteit binnen de ziekte van Alzheimer: een neurofysiologisch perspectief Inleiding De ziekte van Alzheimer wordt gezien als een typische ziekte van de oudere leeftijd, echter

Nadere informatie

Hersenstichting Nederland. Hersenen en verslaving

Hersenstichting Nederland. Hersenen en verslaving Hersenstichting Nederland Hersenen en verslaving 1 Hersenen en verslaving Veel mensen gebruiken wel één of meer verslavende stoffen zoals alcohol, tabak of koffie. Maar wanneer is iemand nu verslaafd?

Nadere informatie

Growing into a different brain

Growing into a different brain 221 Nederlandse samenvatting 221 Nederlandse samenvatting Groeiend in een ander brein: de uitkomsten van vroeggeboorte op schoolleeftijd De doelen van dit proefschrift waren om 1) het inzicht te vergroten

Nadere informatie

Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen

Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen SAMENVATTING Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen klinische populaties, waaronder ook de Aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit (ADHD). Ook al wordt

Nadere informatie