Vruchtbaarheid. Gynaecologie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Vruchtbaarheid. Gynaecologie"

Transcriptie

1 Vruchtbaarheid Gynaecologie

2

3 Inhoudsopgave Wanneer bent u vruchtbaar? 5 Lichamelijke verschijnselen 5 Temperatuurcurve 5 Ovulatietesten 7 Bloedonderzoek 7 Vaginale echografie 8 Oorzaken vruchtbaarheidsproblemen 9 Anovulatie 9 Problemen rond de eileiders 9 Endometriose 10 Overgewicht 10 Roken 12 Informatieve sites over vruchtbaarheid 13 3

4 4

5 Wanneer bent u vruchtbaar? Als u graag zwanger wilt worden, is het natuurlijk belangrijk te weten wat uw vruchtbare dagen zijn. De meest vruchtbare dagen zijn de drie dagen rondom de ovulatie, oftewel de twee dagen ervoor en de dag zelf. Voorbeelden: Bij een regelmatige cyclus van 28 dagen is de eisprong op de 14e dag en zijn dag 12, 13 en 14 de meest vruchtbare dagen. Bij een cyclus van 32 dagen is de eisprong pas de 18e dag en zijn dag 16, 17 en 18 de meest vruchtbare dagen Lichamelijke verschijnselen Sommige vrouwen merken zelf goed aan de hoeveelheid helder slijmverlies wanneer de vruchtbare periode is. De hoeveelheid neemt toe en de afscheiding wordt dunner. In die periode is het voor de beste kansen verstandig om elke dag of minimaal om de dag geslachtsgemeenschap te hebben. Temperatuurcurve Als u gedurende een periode, waarin twee tot drie menstruaties plaatsvinden, een temperatuurcurve bijhoudt, kunt u mogelijk het moment van eisprong in uw cyclus vaststellen. 5

6 Korte uitleg: Begin met het meten van de temperatuur op de eerst dag van de menstruatie, de eerste cyclusdag. U meet s ochtends zodra u wakker bent, na minimaal vijf uur bedrust, direct via de anus uw temperatuur en noteert deze in een basaal temperatuurcurve (onder andere te downloaden via www. freya.nl). Doe dit dagelijks op min of meer hetzelfde tijdstip en op dezelfde manier. Eerst naar het toilet gaan, eten of drinken beïnvloedt de temperatuur en maakt de waarde onbetrouwbaar! Zo n uur na de eisprong, maar soms pas later, vindt er (onder invloed van progesteron) een temperatuurstijging plaats van 0.3 tot 0.5 graden Celsius. De temperatuur blijft vervolgens hoog en daalt vlak voor de volgende menstruatie weer naar het niveau van de eerste cyclusdag. De temperatuur stijgt pas geruime tijd na de eisprong. Een temperatuurcurve is dus niet geschikt om in die cyclus het meest geschikte moment van de geslachtsgemeenschap te bepalen. Wel om achteraf bevestigd te krijgen òf en wanneer er een eisprong is geweest. 6

7 Ovulatietesten Vooraf is niet exact te zeggen wanneer u een eisprong zult hebben. U kunt door middel van een urinetest (ovulatietest) wel een redelijk nauwkeurige voorspelling doen. Ongeveer 24 tot 30 uur voor de eisprong maakt een kleine klier onder de hersenen (de hypofyse) gedurende een korte periode het luteïniserend hormoon (LH) aan. Dit hormoon komt ook terecht in de urine. Een ovulatietest reageert op het LH-hormoon in de urine en geeft dus aan wanneer de eisprong in aantocht is. Wanneer de test positief is, is het raadzaam die dag en/of de volgende dag geslachtsgemeenschap te hebben. Er zijn diverse merken ovulatietesten op de markt. Ze zijn verschillend van prijs en de zorgverzekeraar vergoedt ze helaas niet. Wij raden u aan om u bij de apotheek of drogist te oriënteren op de kosten en het gebruiksgemak van de ovulatietesten. Bestellen via internet is ook mogelijk en wellicht goedkoper. Bij elke test zit een gebruiksaanwijzing die u nauwkeurig moet opvolgen. Bloedonderzoek Een week na de verwachte ovulatie kan bloedonderzoek bevestigen of er een eisprong heeft plaatsgevonden. Progesteron wordt na een eisprong geproduceerd door het corpus luteum, dat in de eierstok achterblijft. Zonder eisprong (geen corpus luteum) is er geen stijging van het progesteron. 7

8 Naast het progesteron wordt rond cyclusdag drie ook bloed afgenomen. In het bloed wordt de hoeveelheid FSH (follikel stimulerend hormoon) bepaald. De waarde van het FSH zegt iets over de reservecapaciteit van de eierstokcellen. Als u een onregelmatige cyclus of maar zelden een menstruatie heeft, kunnen eventueel ook andere hormonen worden onderzocht, zoals oestrogeen, thyroïdstimulerend hormoon (TSH), prolactine (melkklierstimulerend hormoon), LH (luteïniserend hormoon) of testosteron. Vaginale echografie Een inwendige echo kan informatie geven over de eierstokken en inzicht geven in een cyclus. 8

9 Oorzaken vruchtbaarheidsproblemen Ongewenste kinderloosheid kan veel oorzaken hebben. In de meeste gevallen zijn het lichamelijke afwijkingen bij de man of de vrouw, soms een combinatie van beiden. Ook leeftijd kan een rol spelen. Vrouwen moeten er rekening mee houden dat ze ongeveer vanaf hun vijfendertigste minder vruchtbaar worden, soms eerder. Anovulatie Bij vrouwen worden vruchtbaarheidsproblemen vaak veroorzaakt door het niet of slechts af en toe plaatsvinden van een eisprong (anovulatie). Een vrouw menstrueert dan niet of heel onregelmatig. Op de echo kunnen afwijkingen aan de eierstokken worden gevonden en de hormonen in het bloed kunnen afwijkend zijn (zie de folder Polycysteus Ovarium Syndroom ). Ook andere oorzaken kunnen ten grondslag liggen aan anovulatie. De behandelmethode is afhankelijk van welk hormoon of hormonen verantwoordelijk zijn voor het uitblijven van een eisprong. In de meeste gevallen wordt gestart met Clomifeentabletten. Dit is een niet-hormonale kuur van vijf dagen per cyclus. Problemen rond de eileiders Verklevingen in de buikholte na een operatie of ontstekingen, met als gevolg eileiderafsluiting of verminderde transportmogelijkheden van de eicel door de eileiders, zijn nogal eens de oorzaak. 9

10 Indien er een verhoogd risico op verklevingen bestaat als gevolg van doorgemaakte operaties of ontstekingen, zal er een HSG (röntgenfoto van baarmoeder en eileiders) worden gemaakt. Tijdens dit onderzoek wordt contrastvloeistof in de baarmoederholte gespoten. De vloeistof die op een röntgenfoto goed zichtbaar is verspreidt zich vervolgens via de baarmoeder naar de eileiders. Op de foto is vervolgens te zien of er afwijkingen van de eileiders zijn. Eventueel kan het HSG nog aangevuld worden met een laparoscopie waarbij de gynaecoloog via een kijkoperatie een kijkje neemt in de buikholte. Endometriose Het slijmvlies dat de binnenkant van de baarmoeder bekleedt, heet het endometrium. Dit slijmvlies komt bij een aantal vrouwen echter buiten de baarmoeder voor, bijvoorbeeld buiten de eierstokken of in de buikholte. Vandaar de naam endometriose. De stukjes endometrium buiten de baarmoeder kunnen onder invloed van de eierstokhormonen groter worden en gaan bloeden. Dit kan tot littekenvorming leiden. Soms is dit de oorzaak van vruchtbaarheidsproblemen. Kleine stukjes slijmvlies kunnen tijdens een laparoscopie worden weggehaald. Voor grotere stukken is soms een hormoonbehandeling of operatie nodig. Zie folder Endometriose. Overgewicht Uit onderzoeken is gebleken dat overgewicht een negatief effect heeft op de vruchtbaarheid. Overgewicht kan namelijk zorgen voor veranderingen in de hormoonhuishouding. Daardoor raakt de functie van de eierstokken verstoord en 10

11 wordt uw menstruatie onregelmatig of blijft zelfs helemaal weg. Maar ook bij vrouwen die regelmatig menstrueren zorgt overgewicht ervoor dat het langer dan gemiddeld duurt om zwanger te worden. Daarnaast is er bij overgewicht een verhoogd risico op een miskraam en complicaties tijdens de zwangerschap. Er zijn een aantal methodes om te meten of u overgewicht hebt. De meest eenvoudige is het berekenen van de Body Mass Index (BMI). Een oudere benaming hiervoor is Queteletindex. De BMI wordt berekend door uw gewicht (in kilo s) te delen door het kwadraat van uw lengte (in meters). gewicht (in kilo s) = BMI lengte x lengte (in meters) 11

12 Als de uitkomst van deze rekensom hoger is dan 25, dan is er sprake van overgewicht. De Body Mass Index zegt iets over uw gewicht in verhouding tot uw lichaamslengte. De uitslag geeft globaal aan of uw gewicht een risico is voor uw gezondheid en hoe groot dat risico ongeveer is. De BMI-waarde is niet hetzelfde als het percentage lichaamsvet. Maar meestal geldt wel dat hoe hoger de BMI, hoe hoger het percentage lichaamsvet. Het aantal kilo s dat u kwijt moet raken doet er niet echt toe. Zodra u gaat afvallen en voorbij een zekere drempel komt, zult u merken dat een onregelmatige cyclus weer regelmatig wordt. Dit effect treedt meestal op na twee tot vier maanden. Na drie tot zes maanden ontstaan de eerste spontane zwangerschappen. Extreem afvallen is dus vaak niet nodig, wij gaan meestal uit van zo n 10 % van het lichaamsgewicht. Roken Vrouwen die roken zijn gemiddeld één tot vier jaar eerder in de overgang dan niet rokers. Dit is het gevolg van het feit dat roken de kwaliteit van de eicellen aantast. Tevens wordt de rijping van de eicellen gehinderd doordat nicotine de aanmaak van het geslachtshormoon remt. Daarnaast tonen studies aan dat roken een negatieve invloed heeft op vruchtbaarheidsbehandelingen. Tijdens een zwangerschap is er een verhoogde kans op een miskraam, bestaat er meer kans op een verhoogde bloeddruk, is de kans op het loslaten van de placenta groter en kunnen er chromosomale afwijkingen bij de vrucht ontstaan. 12

13 Stoppen met roken kan erg moeilijk zijn. Het beste is om te stoppen voordat u probeert om zwanger te worden. De kans op een zwangerschap en een gezond kind nemen toe als u en uw partner niet meer roken. Deze wetenschap biedt mogelijk een extra stimulans om te stoppen met roken. Informatieve sites over vruchtbaarheid De website van NVOG (Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie): De website van Freya (patiëntenvereninging voor vruchtbaarheidsproblematiek):

14

15 Uitgave: Patiëntencommunicatie Harderwijk, januari 2013 CAZ GY

16 Ziekenhuis St Jansdal Wethouder Jansenlaan DG Harderwijk Postbus AC Harderwijk Telefoon (0341)