Dit werkboekje maakt onderdeel uit van en en

Transcriptie

1

2 it werkboekje maakt onderdeel uit van en en allo, Je hebt hier het werkboekje dat hoort bij een website die je ook hier boven ziet staan: p deze website kun je antwoorden vinden op de vragen en opdrachten die in dit boekje staan. o, ho, eerst verder lezen en niet meteen naar een computer rennen! Voor sommige vragen kun je het best een site bezoeken. ie vind je onder websites. aar staan ook handige afbeeldingen. oms is het slimmer om misschien een filmpje te bekijken. ie vind je natuurlijk onder... filmpjes. Verder vind je op de website nog allerlei andere handige tips. ebruik ze! isschien heb je voor sommige vragen niet eens een computer nodig. ok in allerlei informatieboeken kun je antwoorden vinden. n dit werkboekje staan behalve vragen en opdrachten ook nog verschillende puzzels en kleuropdrachten. ees wel altijd eerst goed door wat nou eigenlijk de opdracht is. erst kijken... dan pas doen! et is zonde als je het fout doet en je werkboekje wordt direct zo n rommeltje. at wil je vast niet. as op met kleuren en viltstiften. oms drukken ze door op de achterkant. et kleurpotloden gaat het vaak het beste en mooiste. Wist je trouwens dat je kleurpotloden ook prachtig kunt mengen? robeer het maar eens! ls het goed is heeft jouw meester of juf ook een nakijkblad. isschien mag je zelf wel nakijken om te zien wat je goed of fout hebt gedaan. We wensen je veel (leer)plezier met dit werkboekje. aak er wat moois van! eester ipke eester Jack 2

3 it werkboekje gaat over amfibieën en reptielen. igenlijk raar, want het zijn twee totaal verschillen groepen dieren. Bekijk op de website de 3 links die staan bij 01 (websites). Ze gaan over het verschil tussen amfibieën en reptielen. (1-2-3) ieronder zie je een aantal zinnen staan. ls de zin bij de amfibieën hoort, zet je een grote in het hokje achter de zin. oort de zin bij reptielen, dan een. oort de zin bij allebei, zet dan een en een. Zoek de juiste schaduw. robeer de zeeschildpad hieronder zo precies mogelijk na te tekenen. 3

4 n ons land komen 16 soorten amfibieën voor, die je kunt indelen in 3 hoofdgroepen: kikkers, padden en salamanders. Bekijk link 2 (nformatie over amfibieën voor kinderen) en bekijk bij de foto s en afbeeldingen de meest bekende amfibieën in ederland. f gebruik een boek. ieronder vind je weer een aantal zinnen, nu over kikkers, padden salamanders. ls de zin bij de kikker hoort, zet je er een achter. oort de zin bij de pad, zet dan een, hoort de zin bij de salamander, zet dan een. en zin kan ook bij meerdere soorten horen, zet dan 2 of 3 letters. 4

5 Zoals je al in diverse informatie hebt kunnen lezen en zien, hebben amfibieën een aparte levenscyclus. Uit een eitje komt niet direct het volwassen dier in het klein. r zitten wat stapjes tussen. Zet in de hokjes de nummers 1 t/m 8. Begin bij de eitjes. n de woordzoeker hieronder staan de 16 amfibieën die we in ederland kunnen aantreffen. un je ze allemaal vinden? 5

6 e kikker is op zoek naar de vliegjes. elp jij hem op weg? Woorden die je moet zoeken: dikkopje eitjes kieuwen kikker - kikkerdril kikkervisje koudbloedig larve pad - paddensnoer salamander springen - wratten Van 1 naar 61. aarna mooi inkleuren. 6

7 eptielen zijn dus totaal verschillend van amfibieën, al zijn er ook overeenkomsten. Ze zijn beiden koudbloedig en houden ook een winterslaap. et als de amfibieën leggen de meeste reptielen eieren, waar ze verder niet meer naar omkijken. e eieren van reptielen hebben echter een leerachtige schaal en worden op het land gelegd. Bekijk eens bij foto s en afbeeldingen eens de foto over de reptielen. Welke 6 grote groepen zie je daar: n de woordzoeker hieronder staan heel veel verschillende soorten reptielen. Woorden die je moet zoeken: adder agaam alligator anolis boa cobra gaviaal gekko hagedis hazelworm kaaiman kameleon krokodil leguaan mamba python ratelslang ringslang schildpad skink teju varaan wormhagedis zeeschildpad 7

8 Bekijk het filmpje over slangen. Vul daarna de woorden hieronder in op de goede plaats in het verhaaltje over de slang. reptielen kronkelende gedood - ogen ruiken - poten omgeving - schubben giftanden - voortbewegen groter wurgen - gespleten neus - oren wekenlang - omgeving energie - buikschubben opwarmen koudbloedig langen zijn. Ze hebben geen en de huid is bedekt met. eptielen zijn. at betekent dat de temperatuur van het lichaam hetzelfde is als de temperatuur van de. m goed te kunnen bewegen moeten slangen zich eerst met de warmte van de zon. langen zonnebaden dan ook graag. langen kunnen zich op verschillende manieren. ierbij maken ze geen enkel geluid. eestal bewegen slangen recht vooruit. it doen ze door de achter oneffenheden te haken en zich dan vooruit te trekken. ok kunnen ze bewegingen maken. ierbij zetten slangen zich dan af tegen stenen of takken. langen hebben wel, maar ze zien bijna niets. langen hebben geen en kunnen het geluid in de lucht niet horen. Ze voelen wel de trillingen in de grond. langen kunnen zeer goed en proeven. at doen ze met hun tong. e tong gaat hierbij steeds in en uit de bek. Zo maken slangen een soort geur-foto van de. ommige slangen kunnen ook iets bijzonders, ze kunnen warmte zien met hun. Bijvoorbeeld een rat. Ze eten de prooi in een keer op. oms is de prooi dan de slang. e prooi wordt altijd eerst met de kop opgegeten. ommige slangen eten grote of gevaarlijke dieren. eze dieren worden eerst. at doen ze door de prooi te of te vergiftigen met speciale. langen eten vlees. mdat vlees veel bevat hoeven ze niet zo vaak te eten. a de maaltijd kunnen ze soms slapen, totdat ze weer honger krijgen. 8

9 Bekijk de twee links (06 en 06B) bij de websites. e lokhuisaflevering is ook leuk om te bekijken (staat bij filmpjes), maar je hebt hem niet nodig om de puzzels (zoekzinnen) hieronder op te lossen. Welke zinnen staan er? 2. 9

10 eze groep reptielen bestaat al zo'n 200 miljoen jaar en is al die tijd weinig veranderd. Ze waren er dus al, toen de dinosauriërs op aarde leefden. et als de krokodillen. Wat bij een schildpad het meest opvalt zijn natuurlijk de schilden aan rug- en buikzijde. childpadden hebben geen tanden, maar wel harde, scherpe kaakranden. aar kunnen ze ook heel hard mee bijten! r zijn landschildpadden, zoetwaterschildpadden en zeeschildpadden, die allemaal eieren leggen die zich op het land (vaak ingegraven) moeten ontwikkelen. Vooral de zeeschildpadden hebben het erg moeilijk. Ze zijn beschermd door het Wereld atuur Fonds. n de woordzoeker hieronder vind je 23 namen van de meest bedreigde soorten schildpadden. e namen staan op alfabetische volgorde. et dus op. 10

11 e hagedissen zijn reptielen. en 'normale' hagedis heeft een duidelijke kop, goed ontwikkelde poten die aan de zijkant van het lichaam staan en een lange, smal toelopende staart. aar onder de 4500 verschillende soorten hagedissen zijn allerlei variaties op deze bouw. r bestaan zelfs hagedissen zonder poten. ie lijken daardoor erg op slangen. e hagedissen zijn ook heel erg verwant met de slangen. e meeste hagedissen leggen eieren, maar er zijn ook levendbarende soorten: de eieren komen dan in het moederlichaam uit. Veel van de prehistorische dinosauriërs waren hagedis-achtige. mdat er zoveel verschillende soorten zijn, gaan we een bekend soort hagedis wat beter bekijken: de kameleon. Bekijk de 2 Beeldbank-clips op de website (staan bij clips en filmpjes) en de site (nr. 11) en kijk dan of je de vragen hieronder kunt beantwoorden. J of 11

12 n dit boekje ben je heel veel woorden tegen gekomen die met amfibieën en reptielen te maken hebben. n deze legwoord-puzzel kun je er veel nog eens terugvinden. Ze staan naast en onder de puzzel. ip: 1. Werk met potlood, dan kun je nog gummen. ip: 2. Begin met de enkele woorden en de woorden met een streepje. ip: 3. e ij staat in 1 hokje clipserossword.com 12

13 Blz. 3 - Verschillen tussen amfibieën en reptielen. Blz. 3 - atching: Blz. 4 ikker, padden en salamanders. Blz. 5 evenscyclus van de kikker Blz. 6 oeveel kikkers? 26 kikkers. Blz. 7 oofdgroepen reptielen 1. krokodillen 2. slangen 3. hagedissen 4. schildpadden 5. brughagedissen 6. wormhagedissen 13

14 Blz. 8 - slangen langen zijn reptielen. Ze hebben geen poten en de huid is bedekt met schubben. eptielen zijn koudbloedig. at betekent dat de temperatuur van het lichaam hetzelfde is als de temperatuur van de omgeving. m goed te kunnen bewegen moeten slangen zich eerst opwarmen met de warmte van de zon. langen zonnebaden dan ook graag. langen kunnen zich op verschillende manieren voortbewegen. ierbij maken ze geen enkel geluid. eestal bewegen slangen recht vooruit. it doen ze door de buikschubben achter oneffenheden te haken en zich dan vooruit te trekken. ok kunnen ze kronkelende bewegingen maken. ierbij zetten slangen zich dan af tegen stenen of takken. langen hebben wel ogen, maar ze zien bijna niets. langen hebben geen oren en kunnen het geluid in de lucht niet horen. Ze voelen wel de trillingen in de grond. langen kunnen zeer goed ruiken en proeven. at doen ze met hun gespleten tong. e tong gaat hierbij steeds in en uit de bek. Zo maken slangen een soort geur-foto van de omgeving. ommige slangen kunnen ook iets bijzonders, ze kunnen warmte zien met hun neus. Bijvoorbeeld een rat. Ze eten de prooi in een keer op. oms is de prooi groter dan de slang. e prooi wordt altijd eerst met de kop opgegeten. ommige slangen eten grote of gevaarlijke dieren. eze dieren worden eerst gedood. at doen ze door de prooi te wurgen of te vergiftigen met speciale giftanden. langen eten vlees. mdat vlees veel energie bevat hoeven ze niet zo vaak te eten. a de maaltijd kunnen ze soms wekenlang slapen, totdat ze weer honger krijgen. Blz. 9 krokodillen 1. rokodillen horen tot de grootste reptielen en leefden al in de tijd van de dinosauriërs. 2. r zijn 3 families: krokodillen, gavialen, kaaimannen en alligators. 3. rokodillen leggen eieren op het land: vaak in een hoop rottende planten of onder het zand. Blz. 11 ameleon 14

15 15 Blz legwoord it werkboekje maakt onderdeel uit van en et dank aan: clipserossword.com Z W Z W V B W U B J W U U B W V J U U U B B B Y V F B V Z J V Y U F