RAADSVOORSTEL Agendanummer 8.2

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "RAADSVOORSTEL Agendanummer 8.2"

Transcriptie

1 RAADSVOORSTEL Agendanummer 8.2 Raadsvergadering van 12 maart 2009 Onderwerp: Verordeningen Wet Werk en Bijstand Verantwoordelijke portefeuillehouder: W.J.M. Vissers SAMENVATTING In onder meer de reïntegratie-, handhavings-, de afstemmingsverordening en de verordening toeslagen en verlagingen en de daarbij behorende toelichtingen, ligt het WWB-beleid van de Gemeente Moerdijk verankerd. De verordeningen zijn vanaf 2008 van kracht. Onlangs heeft een evaluatie plaatsgevonden met de afdeling Front Office als uitvoerder van de regeling. De uitkomst hiervan is het merendeel van de verordeningen in tact te houden. In de reïntegratie-, afstemmings-, handhavings- en de toeslagenverordening dienen echter wel een aantal aanpassingen doorgevoerd te worden. WAT WILLEN WE BEREIKEN? Aanleiding In onder meer de reïntegratie-, handhavings-, afstemmingsverordening en de verordening toeslagen en verlagingen inclusief de daarbij behorende toelichtingen, ligt het WWB-beleid van de Gemeente Moerdijk verankerd. De huidige verordeningen zijn vanaf 2007 van kracht. Onlangs heeft een evaluatie plaatsgevonden met de afdeling Front Office als uitvoerder van de regeling. De uitkomst hiervan is: het merendeel van de verordeningen in tact te houden. In de bovenstaande verordeningen dienen echter wel een aantal aanpassingen doorgevoerd te worden. Deze aanpassingen worden hieronder kort toegelicht. Handhavingsverordening: Indien er sprake is van het ontstaan van een vordering door fraude, wordt door het college aangifte gedaan bij het openbaar Ministerie. Dit benadelingbedrag is jaren gesteld op 6000,00 bruto, maar wordt vanaf 1 januari 2009 opgehoogd naar ,00 bruto.deze aanpassing heeft plaatsgevonden in de toelichting van artikel 9. Reïntegratieverordening De verordening sluit nu aan bij de regelgeving aangaande het participatiebudget In de toelichting op de verordening is geaccentueerd dat maatwerk als belangrijk wordt beschouwd Enkele tekstuele wijzingen zijn in de verordening doorgevoerd Afstemmingsverordening: In de verordening is aangegeven dat er niet met terugwerkende kracht een maatregel op kan worden gelegd. Dit nav uitspraak van de rechtbank/ commissie bezwaar en beroep gemeente Moerdijk. (artikel 2) Net zoals bij de handhavingverordening is het benadelingbedrag om aangifte te doen bij het Openbaar Ministerie opgehoogd van 6000,00 naar ,00.(artikel 11 en 13) Vanaf 1 januari 2009 voert de Sociale Verzekeringsbank voor de gemeente Moerdijk de aanvullende bijstand 65+ uit. Voor deze personen geldt het maatregelenbeleid van de Sociale verzekeringsbank. Dit komt voor het grootste gedeelte overeen met het afstemmingsverordening van de gemeente Moerdijk. (artikel 15)

2 Verordening toeslagen en verlagingen: Artikel 1 lid f en artikel 5 spreken beide over woonlasten. In deze artikelen werd dit begrip op verschillende wijze ingevuld. Tijdens gerechtelijke bijeenkomsten bleek de noodzaak voor het op elkaar afstemmen van deze begrippen cruciaal. De verordening cliëntenparticipatie blijft ongewijzigd van kracht. Doelstellingen Het aanscherpen van het inkomensbeleid op alle fronten. Beleidsmarges De Wet Werk en Bijstand en de Gemeentewet. Uitgangspunten en randvoorwaarden Niet van toepassing. Betrokken partijen Stichting Cliëntenraad Moerdijk, Frontoffice. Relaties met andere beleidsvelden Stichting Cliëntenraad Moerdijk. WAT GAAN WE DAARVOOR DOEN? Toetsingskader Wet Werk en Bijstand en de Gemeentewet. Alternatieven Het is mogelijk om de aanpassingen niet door te voeren. Let wel: op sommige punten is dit dan wel in strijd met de beleidsuitgangspunten zoals vastgelegd in het beleidsplan werk en inkomen Evaluatie Ieder jaar zullen de verordeningen geëvalueerd worden en, indien nodig, worden aangepast. WAT MAG HET KOSTEN? Personeel Niet van toepassing. Organisatie Niet van toepassing. Financiën Niet van toepassing. Risico s Niet van toepassing. OVERIG Juridische consequenties De wijzigingen zijn juridisch beoordeeld en akkoord bevonden. Met de uitvoerende afdeling is overleg gevoerd en overeenstemming bereikt. 2

3 Communicatie Moerdijkse Bode en internet ICT Niet van toepassing. Planning De verordeningen kunnen ingaan om het moment dat de gemeenteraad de verordeningen heeft vastgesteld. In het vierde kwartaal van 2009 zullen de verordeningen geëvalueerd worden en indien noodzakelijk, worden aangepast. VOORSTEL 1. De volgende verordeningen vast te stellen: o Handhavingverordening wet werk en bijstand gemeente Moerdijk o Afstemmingsverordening wet werk en bijstand gemeente Moerdijk o Verordening toeslagen en verlagingen wet werk en bijstand gemeente Moerdijk o Reïntegratieverordening Wet Werk en Bijstand 2. Na vaststelling door de gemeenteraad dienen de volgende verordeningen te worden ingetrokken: o Handhavingverordening wet werk en bijstand gemeente Moerdijk, vastgesteld dd 6 maart 2008 o Afstemmingsverordening wet werk en bijstand gemeente Moerdijk, vastgesteld 6 maart 2008 o Verordening toeslagen en verlagingen wet werk en bijstand gemeente Moerdijk, vastgesteld 6 maart 2008 a. Reïntegratieverordening Wet Werk en Bijstand 3. De verordening cliëntenparticipatie kan gehandhaafd blijven. BIJLAGEN Handhavingverordening wet werk en bijstand gemeente Moerdijk Afstemmingsverordening wet werk en bijstand gemeente Moerdijk Verordening toeslagen en verlagingen wet werk en bijstand gemeente Moerdijk Reïntegratieverordening Wet Werk en Bijstand Mocht u vragen hebben over dit voorstel, kunt u contact opnemen met de opstellers: J.Schoenmakers (WWB-inkomen) of B. van Straten (WWB-Werk), via tel.nr Burgemeester en wethouders van de gemeente Moerdijk d.d. 27 januari 2009, de gemeentesecretaris, de burgemeester, drs. A.E.B. Kandel drs. W.M.J. Denie 3

4 De raad van de gemeente Moerdijk, in zijn vergadering van 12 maart 2009, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 27 januari 2009, gelet op artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet en overwegende dat de Gemeenteraad op grond van het bepaalde in artikel 8a van de Wet werk en bijstand verplicht is bij verordening regels te stellen over de wijze waarop de handhaving is geregeld, BESLUIT vast te stellen de volgende verordening: HANDHAVINGSVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND GEMEENTE MOERDIJK 2009 HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1. Begripsbepalingen In deze verordening wordt verstaan onder: a. de wet: de Wet werk en bijstand; b. het College: het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Moerdijk c. bijstand: de uitkering als bedoeld in hoofdstuk 3 van de wet; d. belanghebbende: persoon die bijstand heeft aangevraagd dan wel ontvangt of heeft ontvangen; indien het een gehuwde betreft, wordt onder belanghebbende elk van de echtgenoten verstaan; e. Hoogwaardige Handhaving: een stelsel van preventieve en repressieve maatregelen gericht op het voorkomen of ontmoedigen van misbruik of oneigenlijk gebruik van bijstand; f. risicoprofielen: het vaststellen van kenmerken van plegers van misbruik of oneigenlijk gebruik van bijstand in objectieve profielen om risico's van misbruik of oneigenlijk gebruik van bijstand vroegtijdig te herkennen; g. risicosturing: het gericht inzetten van dienstcapaciteit bij het handhavingsbeleid op basis van risicoprofielen; 2. Voorzover niet anders is bepaald, worden begrippen in deze verordening gebruikt in dezelfde betekenis als in de wet. HOOFDSTUK 2. FRAUDEPREVENTIE Artikel 2. Handhavingsbeleid 1. Het College stelt 4-jaarlijks het WWB-beleidsplan en jaarlijks het beleidsverslag vast. Een onderdeel hiervan is het handhavingsbeleid van het cluster Werk en Inkomen. Afhankelijk van de evaluatiecriteria van het voorgaande jaar cq de noodzakelijkheid kunnen de volgende zaken opgenomen worden: maatregelen gericht op voorkoming en bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet, regels over de voorlichting betreffende rechten en plichten van belanghebbenden en over de consequenties bij misbruik en oneigenlijk gebruik van bijstand. Verder kan de wijze van controle bij de aanvraag en de voortzetting van de bijstand en het gebruik van risicoprofielen en risicosturing als bedoeld in artikel 5 beschreven worden.

5 Artikel 3. Dienstverlening Het College stelt zich tot doel de dienstverlening, waaronder begrepen communicatie en voorlichting, aan belanghebbenden op een duidelijke, deskundige en efficiënte wijze te organiseren. Artikel 4. Validering van gegevens en inlichtingenplicht 1. Het College voert bij de aanvraag van bijstand bestandsvergelijkingen uit waarbij actuele gegevens worden gecontroleerd. Bijstandsuitkeringen kunnen op basis hiervan na verificatie aan veranderde omstandigheden worden aangepast. 2. De belanghebbende die geen, onjuiste of onvolledige inlichtingen verstrekt of handelingen verricht dan wel nalaat met als doel het verkrijgen of behouden van bijstand maakt zich schuldig aan misbruik of oneigenlijk gebruik van bijstand op grond van artikel 17 van de wet en de artikelen 28, tweede lid en 29,eerste lid Suwi. Artikel 5. Risicoprofielen en risicogestuurd werken 1. Het College stelt risicoprofielen vast en bevordert bij het cluster Werk en Inkomen en het Centrum van Werk en Inkomen te Etten-Leur op basis van deze risicoprofielen een risicogestuurde werkwijze. 2. Risicoprofielen bevatten geen stigmatiserende of discriminerende kenmerken voor een of meerdere bevolkingsgroepen. 3. Het College toetst jaarlijks of de gehanteerde risicoprofielen en het daarop gebaseerde risicogestuurd werken voldoen aan eisen van zorgvuldigheid en effectiviteit. HOOFDSTUK 3. CONTROLE Artikel 6. (Her-)onderzoek 1. Het College voert regelmatige (her-)onderzoeken uit om de rechtmatigheid van de uitkering te controleren. 2. In een onderzoeksplan beschrijft het College de toe te passen onderzoekmethoden, inclusief huisbezoeken en specifieke op thema's gerichte controles, en de onderzoeksfrequentie hiervan. Artikel 7. Fraudesignalen 1. Het College draagt zorg voor het op efficiënte wijze verkrijgen en onderzoeken van relevante informatie van de belanghebbende en derden met betrekking tot de bijstandsaanvraag of de voortzetting van de bijstandsverlening. 2. Alle informatie over vermoedelijke misbruik of oneigenlijk gebruik van bijstand, waaronder begrepen informatie van dienstmedewerkers en tips, wordt centraal binnen de dienst geregistreerd en onderhouden. HOOFDSTUK 4. OPSPORING Artikel 8. Opsporing en regionale samenwerking 1. Indien daartoe concrete aanleiding bestaat krijgt de sociale recherche van het hoofd van de cluster Werk en Inkomen opdracht tot het starten van een onderzoek naar misbruik of oneigenlijk gebruik van bijstand. 2. Het College zal de regionale samenwerking bij handhaving en opsporing verstevigen. 2

6 Artikel 9. Aangifte misbruik of oneigenlijk gebruik van bijstand 1. Bij vastgesteld misbruik of oneigenlijk gebruik van bijstand doet het College aangifte bij het Openbaar Ministerie, in overeenstemming met de door het Openbaar Ministerie op dit punt gehanteerde uitgangspunten. 2. Bij recidive van misbruik of oneigenlijk gebruik van bijstand binnen vijf jaar doet het College altijd aangifte bij het Openbaar Ministerie conform de in lid 1 genoemde uitgangspunten. Artikel 10. Terugvordering en maatregelen 1. Bij misbruik of oneigenlijk gebruik van bijstand vordert het College de ten onrechte ontvangen bijstand terug op grond van de gemeentelijke beleidsregels over terugvordering. Tevens past het College op de eventueel verder te verstrekken bijstandsuitkering een verlaging toe op grond van de Afstemmingsverordening. 2. Het College draagt zorg voor toepassing van het in vorig lid bepaalde op het kortst mogelijke tijdstip na de vaststelling van de misbruik of oneigenlijk gebruik van bijstand, onverkort het gestelde in artikelen 58, 59 en 60 van de wet. HOOFDSTUK 5. COMMUNICATIE EN HANDHAVINGSBELEID Artikel 11. Communicatie Het College stelt zich tot doel een effectieve communicatie met en over belanghebbenden te realiseren, waaronder benutting van de locale media, om daarmee een zo groot mogelijke preventieve werking te bevorderen. Artikel 12. Evaluatie handhavingsbeleid Het College evalueert in het WWB-beleidsverslag jaarlijks de fraudedoelstellingen en de daarbij gehanteerde methoden en risicoprofielen. Indien nodig worden wijzigingen hierin in het in artikel 2 bedoelde beleidsplan opgenomen. HOOFDSTUK 6. SLOTBEPALINGEN Artikel 13.Onvoorziene omstandigheden en hardheidsclausule 1. In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het College; 2. Het College kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen in deze verordening als toepassing daarvan tot onbillijkheden van overwegende aard zou leiden. Artikel 14.Inwerkingtreding verordening 1. Deze verordening treedt in werking na haar eerste dag van bekendmaking. 2. De handhavingsverordening wet werk en bijstand gemeente Moerdijk vastgesteld dd 6 maart 2008 wordt ingetrokken Artikel 15.Citeertitel 1. Deze verordening wordt aangehaald als: Handhavingsverordening Wet werk en bijstand gemeente Moerdijk. 2. De verordening wordt met inachtneming van de bepalingen in de Gemeentewet bekendgemaakt in huis aan huis blad de Moerdijkse Bode. Vastgesteld in de vergadering van de raad d.d. 12 maart 2009 de Griffier, de Voorzitter, J.A.M. Hereijgers Drs. W.M.J. Denie 3

7 Handhavingsverordening artikelsgewijze toelichting HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 Begripsbepalingen Geen toelichting HOOFDSTUK 2 FRAUDEPREVENTIE Artikel 2 Handhavingsbeleid Het handhavingsbeleid maakt onderdeel uit van het WWB-beleidsplan. Afhankelijk van de evaluatiecriteria van de voorgaande jaren cq de noodzakelijkheid kunnen onder andere de volgende zaken opgenomen worden: opstellen van preventief beleid,maatregelen gericht op voorkoming en bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet, regels over de voorlichting betreffende rechten en plichten van belanghebbenden en risicoprofielen cq risicosturing. Het concept 'Hoogwaardige Handhaving' en de gemeentelijke visie op Handhaving zijn daarbij het richtinggevende fraudebestrijdingbeleid. De maatregelen en doelen in het plan zullen waar mogelijk meetbaar gemaakt zijn. Voorlichting is nodig om de preventieve kant van het handhavingsbeleid optimaal te benutten. Een cliënt die vanaf de aanvang van een bijstandverstrekking weet wat er van hem verlangd wordt en waar hij zich aan moet houden, maar ook waar hij recht op heeft en wat hij mag verwachten, houdt zich mogelijk vanzelfsprekender aan de regels. De consequenties bij fraude moeten daarbij glashelder zijn. Om een zo effectief mogelijk voorlichtingsbeleid te kunnen realiseren is jaarlijkse evaluatie en bijstelling noodzakelijk. Bij risicosturing op basis van geformuleerde risicoprofielen zal de controle op de rechtmatigheid van (voortzetting van) een bijstandsuitkering niet voor iedere bijstandsgerechtigde gelijk zijn, maar zich richten op het frauderisico dat deze vertegenwoordigt. Het cluster Werk en Inkomen zal haar werkwijzen niet uitsluitend baseren op risicosturing en risicoprofielen. Ook specifieke, thematische controles zullen worden ontwikkeld en toegepast. In het plan zullen de jaarlijkse doelen ten aanzien van het verkrijgen en onderhouden van relevante klantinformatie worden betrokken. Artikel 3 Dienstverlening Dit artikel legt vast dat de gemeente ook verplichtingen heeft naar de klant. Dit betreft vooral de kwaliteit van de dienstverlening. Inkomstenverrekeningen moeten snel, efficiënt en op een transparante wijze verrekend worden. Daar heeft een klant recht op en het werkt vooral ook fraudevoorkomend. Als de dienst vertragingen veroorzaakt of fouten maakt bij verrekeningen zou de klant in een voorkomende situatie kunnen besluiten geen inkomsten meer op te geven vanwege de last die hij heeft ondervonden. Waar mogelijk zal de informatievoorziening maatwerk moeten worden, dus op het individu gericht omdat ook hier een sterk preventieve werking van uit gaat. De gemeentelijke verplichtingen zijn niet vrijblijvend. De cliëntenraad binnen de WWB zal hierin een duidelijke signalerende en adviserende rol hebben. Artikel 4 Validering van gegevens en inlichtingenplicht lid 1: Met dit lid wordt aangegeven dat de controle van gegevens in een zo vroeg mogelijk stadium van het bijstandsproces moet plaatsvinden op een zo betrouwbaar mogelijke wijze. Daarmee wordt voorkomen dat er ten onrechte teveel bijstandsgeld wordt uitgekeerd, zodat er geen vorderingen ontstaan. lid 2: Door in dit lid ook artikel 29.1 Suwi bij de inlichtingenverplichting op grond van de WWB te betrekken, is het voor belanghebbenden duidelijk vanaf welk moment misbruik of oneigenlijk gebruik van bijstand kan ontstaan. Artikel 5 Risicoprofielen en risicogestuurd werken lid 1 Bij Hoogwaardige Handhaving hoort een werkwijze die in ieder geval uitgaat van risicosturing. Dit kan alleen als er risicoprofielen zijn. Het geeft voorts aan dat de gemeente hier niet vrijblijvend mee om zal gaan, maar dat het onderdeel uit moet maken van de bedrijfsvoering van het cluster Werk en Inkomen. 4

8 lid 2 Door dit vereiste in de verordening op te nemen wordt onderstreept dat risicoprofielen zorgvuldig tot stand moeten komen en geformuleerd zijn om ongewenste situaties te voorkomen. lid 3 De werking van bestaande risicoprofielen is tijdgebonden. Telkens moet nagegaan worden of de gebruikte risicoprofielen nog voldoen aan de gewenste effectiviteit van de handhaving. Daarbij worden onder meer bereikte resultaten en landelijke ontwikkelingen betrokken. Voorkomen moet worden dat bestaande risicoprofielen onbedoeld uiteindelijk toch een stigmatiserende of discriminerende uitwerking kunnen gaan krijgen. HOOFDSTUK 3 CONTROLE Artikel 6 (Her-)onderzoek lid 1 Met de komst van de WWB moet de gemeente eigen onderzoeksregels stellen. De controle op de rechtmatigheid van te verstrekken en verstrekte bijstand zal periodiek plaatsvinden. Daarbij wordt een flexibele (her-)onderzoeksmethodiek geïntroduceerd, gebaseerd op risicogestuurd werken (zie ook artikel 5). lid 2 In het plan (zie artikel 2.1) worden de wijze en methoden van bijstandscontrole beschreven. In dit lid gaat het meer om de vaststelling van de frequentie van de (her-)onderzoeken voor bepaalde doelgroepen en risicogroepen. Voorts wordt hierin vastgesteld welke heronderzoeksmethoden daarbij worden toegepast. Dit kunnen, naast de bekende methoden, ook specifieke onderzoeken en eventuele experimenten zijn. Het onderzoeksplan kan zowel apart als geïntegreerd in het handhavingsplan staan opgenomen Artikel 7 Fraudesignalen lid 1 Dit lid ziet toe op de organisatie en vergaring van informatie over bijstandgerechtigden. Het betreft onder meer informatie van vorige bijstandssituaties, bestaande (oude) fraudesignalen, regionale bijstandsinformatie, informatie van het inlichtingenbureau over werk, inkomen, de GBA, wegendienst e.a.. Deze informatie moet voor daartoe gemachtigde werknemers van de dienst gemakkelijk georganiseerd, inventariseerbaar en opvraagbaar zijn. De bedoelde informatie kan in bepaalde situaties ook aan met name de in artikel 66 en 67 van de wet bedoelde derden verstrekt worden indien de relevantie hiervan vaststaat. lid 2 Met de term 'informatie' worden, naast informatie uit officiële en officieuze bronnen, ook klikbrieven, eigen waarnemingen of waarnemingen van derden bedoeld. Deze informatie omvat zowel bewijsstukken als vermoedens van fraude. Het beheer vindt plaats op een centraal punt binnen de dienst bij een eenduidige verantwoordelijkheid. Daar wordt beslist welke onderzoeksacties worden ondernomen. Dit zal vooral in overleg plaatsvinden met de medewerker die het primaire contact met de bijstandsgerechtigde onderhoudt. Met betrekking tot de bescherming van persoonlijke gegevens worden protocollen opgesteld met inachtneming van het gestelde in de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp). HOOFDSTUK 4 OPSPORING Artikel 8 Opsporing en controle lid 1 Vage fraudesignalen zijn doorgaans ongeschikt om een sociale rechercheonderzoek te rechtvaardigen. Een rechercheonderzoek betekent meestal een grote ingreep in iemands' privacy. Het besluit tot een dergelijk onderzoek moet daarom op reële gronden worden genomen. Daar hoort bij dat de sociale recherche zo effectief mogelijk ingezet moet worden vanwege de beschikbare capaciteit. Bij het risicogestuurd werken zal de sociale recherche sneller worden ingeschakeld als het gaat om personen 5

9 behorend tot risicoprofielen. In principe wordt daarbij geen ondergrens ten aanzien van het (vermoedelijke) schadebedrag gehanteerd. In dit lid is expliciet de bevoegdheid van het clusterhoofd Werk en Inkomen aangegeven voor het starten van onderzoeken. lid 2 De samenwerking van de sociale recherche binnen de regio is voor een effectief handhavingsbeleid heel belangrijk. Het College wil aan deze samenwerking helder gestalte te geven, zodat fraudesignalen sneller worden opgepakt en capaciteit gerichter wordt ingezet. Artikel 9 Aangifte misbruik of oneigenlijk gebruik van bijstand lid 1 De hier bedoelde uitgangspunten betreffen in ieder geval de minimale hoogte van het bruto schadebedrag alvorens het Openbaar Ministerie tot strafvervolging overgaat. Dit bedrag is vanaf 1 januari 2009 gesteld op ,00. lid 2 Bij een herhaling van misbruik of oneigenlijk gebruik van bijstand door dezelfde persoon geldt volgens de richtlijnen van het OM thans een ondergrens van 3.000,00. Het College zal in deze situaties ook altijd overgaan tot het doen van aangifte. Als het onterecht verkregen bedrag lager ligt, kan er niet worden overgegaan tot aangifte. De termijn waarbij recidive nog als zodanig wordt beschouwd is gesteld op vijf jaar, ongeacht of de bijstandsverlening heeft voortgeduurd. Artikel 10 Terugvordering en maatregelen lid 1 Om een preventieve werking te bewerkstelligen zal het plegen van misbruik of oneigenlijk gebruik van bijstand in ieder geval niet het gevoel bij de pleger moeten opleveren dat het lonend is. Vandaar dat naast terugvordering van het schadebedrag ook altijd een maatregel aan de orde is op de lopende bijstandsuitkering. De hoogte van de verlaging wordt bepaald door het gestelde in de Afstemmingsverordening. Een verlaging kan slechts worden toegepast als de bijstandsuitkering wordt gecontinueerd of binnen 1 maand na vaststelling van de misbruik of oneigenlijk gebruik van bijstand wordt hervat. lid 2 Om uitdrukking te geven aan het 'lik-op-stuk' aspect van het Hoogwaardig Handhavingsbeleid zal er zo snel als mogelijk uitvoering moeten worden gegeven aan zowel het terugvorderen van de ten onrechte genoten bijstand als het toepassen van een maatregel. Voor de betrokken bijstandgerechtigde kan dit als hard overkomen, het primaire doel is echter het bevorderen van de nalevingsbereidheid door bijstandsgerechtigden en zodoende de preventieve werking van het beleid te stimuleren. De terugvordering van bijstand vindt in alle gevallen plaats en bij iedereen op wie op grond van de artikelen 58, 59 en 60 van de wet terugvordering mogelijk is. HOOFDSTUK 5 COMMUNICATIE EN HANDHAVINGSBELEID Artikel 11 Communicatie Er wordt een communicatiebeleid gerealiseerd met als doel misbruik of oneigenlijk gebruik van bijstand te ontmoedigen. Als de pakkans bij misbruik of oneigenlijk gebruik van bijstand als 'zeer hoog' ervaren wordt door potentiële plegers, is de verwachting dat zij minder geneigd zullen zijn hiertoe over te gaan. Ook interviews over (mislukt) misbruik of oneigenlijk gebruik van bijstand zullen moeten bijdragen aan het bereiken van dit doel. Artikel 12 Evaluatie handhavingsbeleid Door jaarlijkse evaluaties op de genoemde handhavingsprocessen, de communicatie over en naar klanten, de werking van de risicoprofielen en (her-) onderzoeken, kan de effectiviteit van handhaving verder worden versterkt. De evaluatie van het handhavingsbeleid is verplicht en de daaruit voortkomende aanbevelingen zijn niet vrijblijvend. 6

10 HOOFDSTUK 6. SLOTBEPALINGEN Artikel 13 Onvoorziene omstandigheden en hardheidsclausule Behoeft geen toelichting Artikel 14.Inwerkingtreding verordening Behoeft geen toelichting Artikel 15.Citeertitel Behoeft geen toelichting 7

11 De raad van de gemeente Moerdijk, in zijn vergadering van 12 maart 2009; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 27 januari 2009; gelet op artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet en gelet op artikel 8, eerste lid, onderdeel b, artikel 8a en artikel 18 van de Wet werk en bijstand; BESLUIT vast te stellen de volgende verordening: AFSTEMMINGSVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND GEMEENTE MOERDIJK 2009 Hoofdstuk 1 ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 Begripsomschrijving In deze verordening wordt verstaan onder: a. de wet: de Wet werk en bijstand (WWB); b. algemene bijstand: de bijstand bedoeld in artikel 5, onderdeel b, van de wet; c. bijzondere bijstand: de bijstand bedoeld in artikel 5, onderdeel d, van de wet; d. bijstand: algemene en bijzondere bijstand; e. bijstandsnorm: de bijstandsnorm bedoeld in artikel 5, onderdeel c, van de wet; f. verlaging: het verlagen van de bijstand op grond van artikel 18, tweede lid, van de wet; g. belanghebbende: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken, waaronder mede het gezin wordt verstaan; h. het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Moerdijk Artikel 2 Het opleggen van een verlaging 1. Als de belanghebbende naar het oordeel van het college tekortschietend besef van verantwoordelijkheid betoont voor de voorziening in het bestaan dan wel de uit de wet of de artikelen 28, tweede lid, of artikel 29, eerste lid, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen voortvloeiende verplichtingen niet of onvoldoende nakomt, waaronder begrepen het zich jegens het college zeer ernstig misdragen. 2. Een verlaging wordt afgestemd op de ernst van de gedraging, de mate waarin de belanghebbende de gedraging kan worden verweten en de omstandigheden waarin hij verkeert. 3. Voordat een verlaging wordt opgelegd, wordt de belanghebbende in de gelegenheid gesteld zijn/haar zienswijze naar voren te brengen. Het horen van belanghebbende kan achterwege worden gelaten indien: a. De vereiste spoed zich daartegen verzet, b. De belanghebbende reeds eerder in de gelegenheid is gesteld zijn/haar zienswijze naar voren te brengen en zich sindsdien geen nieuwe feiten of omstandigheden hebben voorgedaan; c. Belanghebbende te kennen heeft gegeven geen prijs te stellen op het geven van zijn/haar zienswijze 4. Van het opleggen van de verlaging bedoeld in artikel 18 WWB kan worden afgezien als de verwijtbaarheid van de gedraging volledig ontbreekt. Als binnen een periode van twee jaar, te rekenen vanaf de datum waarop de beschikking waarin van het afzien van het opleggen van een verlaging vanwege een ernstige misdraging mededeling wordt gedaan, opnieuw sprake is van een zeer ernstige misdraging, wordt een verlaging opgelegd. 5. Het is niet mogelijk een maatregel op te leggen, indien de uitkering al betaald is of als blijkt dat er geen recht is op een uitkering.

12 Artikel 3 Berekeningsgrondslag 1. De verlaging wordt toegepast op de geldende bijstandsnorm. 2. In afwijking van het eerste lid kan de verlaging ook worden toegepast op de bijzondere bijstand als aan belanghebbende bijzondere bijstand wordt verleend met toepassing van artikel 12 van de wet. Artikel 4 Het besluit tot opleggen van een verlaging In het besluit tot opleggen van een verlaging worden in ieder geval vermeld: de reden van de verlaging, de duur van de verlaging, het bedrag waarmee de bijstand wordt verlaagd uitgaande van de uitkeringsnorm en, als dit van toepassing is, de reden om af te wijken van een standaardverlaging. Artikel 5 Afzien van het opleggen van een verlaging 1. Het college ziet af van het opleggen van een verlaging als: a. elke vorm van verwijtbaarheid ontbreekt; of b. de gedraging meer dan één jaar vóór constatering van die gedraging door het college heeft plaatsgevonden, tenzij de gedraging een schending van de inlichtingenplicht inhoudt en als gevolg van die gedraging ten onrechte of teveel bijstand is verleend. Een verlaging wegens schending van de inlichtingenplicht wordt niet opgelegd na verloop van vijf jaren nadat de betreffende gedraging heeft plaatsgevonden. 2. Als het college afziet van het opleggen van een verlaging wordt de belanghebbende daarvan schriftelijk mededeling gedaan. Artikel 6 Ingangsdatum en tijdvak 1. De verlaging wordt opgelegd met ingang van de eerst volgende kalendermaand volgend op de datum waarop het besluit tot het opleggen van de verlaging aan de belanghebbende is bekendgemaakt. Daarbij wordt uitgegaan van de voor die maand geldende bijstandsnorm. 2. In afwijking van het eerste lid kan de verlaging met terugwerkende kracht worden toegepast als de bijstandnorm over een periode in het verleden nog niet is uitbetaald, dan wel het opleggen van een verlaging in de toekomst niet of niet geheel mogelijk is omdat de uitkering vóór de effectuering van de (volledige) verlaging wordt beëindigd. 3. Een verlaging wordt voor bepaalde tijd opgelegd. Een verlaging die voor een periode van meer dan drie maanden wordt opgelegd, wordt uiterlijk binnen drie maanden nadat deze ten uitvoer is gelegd heroverwogen. Artikel 7 Samenloop van gedragingen Als een belanghebbende zich schuldig maakt aan verschillende gedragingen van gelijke aard die het niet nakomen van een verplichting als genoemd in artikel 2, eerste lid, inhouden, wordt voor het bepalen van de hoogte en duur van de verlaging uitgegaan van de gedraging waarop de zwaarste verlaging is gesteld. Hoofdstuk 2 GEEN OF ONVOLDOENDE MEDEWERKING VERLENEN AAN HET VERKRIJGEN OF BEHOUDEN VAN ALGEMEEN GEACCEPTEERDE ARBEID Artikel 8 Indeling in categorieën Gedragingen van belanghebbenden waardoor de verplichting op grond van artikel 9 van de wet niet of onvoldoende is nagekomen, worden onderscheiden in de volgende categorieën: 1. Eerste categorie: het zich niet tijdig laten registreren als werkzoekende bij de Centrale organisatie werk en inkomen of het niet tijdig laten verlengen van de registratie en het niet tijdig of onvolledig voldoen aan administratieve verplichtingen in verband met het recht op bijstand en daaraan verbonden plicht tot arbeidsinschakeling. 2

13 2. Tweede categorie: a. het in de periode voorafgaand aan de bijstandsverlening en/of de periode gedurende de bijstandsverlening niet naar vermogen trachten algemeen geaccepteerde arbeid te verkrijgen of te aanvaarden; b. het niet verschijnen op een oproep of het niet of in onvoldoende mate meewerken aan een onderzoek naar de mogelijkheden tot arbeidsinschakeling. 3. Derde categorie: a. gedragingen die de inschakeling in algemeen geaccepteerde arbeid belemmeren; b. het niet of in onvoldoende mate gebruikmaken van een door het college aangeboden voorziening gericht op arbeidsinschakeling als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onderdeel b en artikel 10, eerste lid van de wet, waaronder begrepen zorgtrajecten en sociale activering. 4. Vierde categorie: a. het niet aanvaarden van algemeen geaccepteerde arbeid; b. het door eigen toedoen niet behouden van algemeen geaccepteerde arbeid. Artikel 9 De hoogte en duur van de verlaging 1. Onverminderd artikel 2, tweede lid, wordt de verlaging vastgesteld op: a. tien procent van de bijstandsnorm, uitgedrukt in een bedrag, gedurende een maand bij gedragingen van de eerste categorie; b. twintig procent van de bijstandsnorm, uitgedrukt in een bedrag, gedurende een maand bij gedragingen van de tweede categorie; c. vijftig procent van de bijstandsnorm, uitgedrukt in een bedrag, gedurende een maand bij gedragingen van de derde categorie d. honderd procent van de bijstandsnorm, uitgedrukt in een bedrag, gedurende een maand bij gedragingen van de vierde categorie. 2. De hoogte van de verlaging als bedoeld in het eerste lid wordt verdubbeld, als de belanghebbende zich binnen twaalf maanden na bekendmaking van een besluit waarbij een verlaging is opgelegd, opnieuw schuldig maakt aan een verwijtbare gedraging van dezelfde of hogere categorie. De termijn blijft echter gelijk aan de termijnen vermeld in artikel 9 lid 1 sub a tot en met d. 3. Als door toepassing van het bepaalde in het eerste of tweede lid een verlaging van honderd procent, uitgedrukt in een bedrag, is opgelegd, wordt de duur van de verlaging steeds met één maand verhoogd, als de belanghebbende zich binnen twaalf maanden na bekendmaking van een besluit, waarbij een zodanige verlaging is opgelegd, opnieuw schuldig maakt aan een verwijtbare gedraging van dezelfde of hogere categorie. Hoofdstuk 3 NIET NAKOMEN VAN DE INLICHTINGENPLICHT Artikel 10 Te laat verstrekken van gegevens 1. Als een belanghebbende de verplichting op grond van artikel 17 van de wet niet is nagekomen door informatie die van belang is voor de verlening van bijstand of de voortzetting daarvan niet binnen de door het college daartoe gestelde termijn te verstrekken, wordt met toepassing van artikel 54 van de wet en onverminderd artikel 2, tweede lid, een verlaging opgelegd van tien procent van de bijstandsnorm, uitgedrukt in een bedrag, gedurende één maand, 2. De hoogte van de verlaging wordt verdubbeld, als de belanghebbende zich binnen twaalf maanden na bekendmaking van een besluit waarbij een verlaging wordt opgelegd opnieuw schuldig maakt aan dezelfde als verwijtbare aan te merken gedraging. 3

14 Artikel 11 Verstrekken van onjuiste of onvolledige inlichtingen met gevolgen voor de Bijstand 1. Als het niet of niet behoorlijk nakomen van de inlichtingenplicht bedoeld in artikel 17 van de wet heeft geleid tot het ten onrechte of tot een te hoog bedrag verlenen van bijstand, wordt de verlaging afgestemd op de hoogte van het benadelingsbedrag. 2. Onverminderd artikel 2, tweede lid, wordt de verlaging op de volgende wijze vastgesteld: a. bij een benadelingsbedrag tot 1.000,-: een verlaging van 100,-; b. bij een benadelingsbedrag van 1.000,- tot 2.000,-: een verlaging van 200,-; c. bij een benadelingsbedrag van 2.000,- tot 4.000,-: een verlaging van 400,-; d. bij een benadelingsbedrag van 4.000,- tot ,-: een verlaging van 1.000,-. Is de verlaging van 1.000,- genoemd onder d hoger dan de van toepassing zijnde norm, dan wordt de verlaging beperkt tot de van toepassing zijnde norm gedurende één maand. 3. Een verlaging op grond van het eerste lid wordt ook opgelegd voor de in dat lid bedoelde gedragingen die zich geheel of gedeeltelijk hebben voorgedaan in de periode vóór de datum van inwerkingtreding van de verordening, maar die pas ontdekt zijn na de datum van inwerkingtreding daarvan. 4. De hoogte van de verlaging als bedoeld in het tweede lid wordt verdubbeld, als de belanghebbende zich binnen twaalf maanden na bekendmaking van een besluit waarbij een verlaging is opgelegd, opnieuw schuldig maakt aan een verwijtbare gedraging van dezelfde of hogere categorie. Artikel 12 Verstrekken van onjuiste of onvolledige inlichtingen zonder gevolgen voor de bijstand (nulfraude) 1. Als het niet of niet behoorlijk nakomen van de inlichtingenplicht bedoeld in artikel 17 van de wet niet heeft geleid tot het ten onrechte of tot een te hoog bedrag verlenen van bijstand, bedraagt de verlaging, onverminderd artikel 2, tweede lid, tien procent van de geldende bijstandsnorm, uitgedrukt in een bedrag, gedurende één maand. 2. De hoogte van de verlaging als bedoeld in het eerste lid wordt verdubbeld, als de belanghebbende zich binnen twaalf maanden na bekendmaking van een besluit waarbij een verlaging is opgelegd, opnieuw zijn inlichtingenplicht niet of niet behoorlijk nakomt. Hoofdstuk 4 OVERIGE GEDRAGINEN DIE LEIDEN TOT EEN VERLAGING Artikel 13 Tekortschietend besef van verantwoordelijkheid 1. Als een belanghebbende een tekortschietend besef van verantwoordelijkheid voor de voorziening in het bestaan heeft betoond als bedoeld in artikel 18, tweede lid, van de wet, wordt een verlaging opgelegd die wordt afgestemd op de hoogte van het benadelingsbedrag. 2. Onverminderd artikel 2, tweede lid, wordt de verlaging op de volgende wijze vastgesteld: a. bij een benadelingsbedrag tot 1.000,-: een verlaging van 100,-; b. bij een benadelingsbedrag van 1.000,- tot 2.000,-: een verlaging van 200,-; c. bij een benadelingsbedrag van 2.000,- tot 4.000,-: een verlaging van 400,-; d. bij een benadelingsbedrag van 4.000,- tot ,-: een verlaging van 1.000,-. Is de verlaging van 1.000,- genoemd onder d hoger dan de van toepassing zijnde norm, dan wordt de verlaging beperkt tot de van toepassing zijnde norm gedurende één maand. Artikel 14 Zeer ernstige misdragingen Als een belanghebbende zich zeer ernstig misdraagt tegenover het college of zijn ambtenaren, onder omstandigheden die verband houden met de uitvoering van de wet, als bedoeld in artikel 18, tweede lid van de wet, wordt, onverminderd artikel 2, tweede lid, een verlaging opgelegd van minimaal twintig procent van de bijstandsnorm, uitgedrukt in een bedrag, gedurende één maand. Artikel 15 Sociale Verzekeringsbank In afwijking van de vorige artikelen is op de uitkeringsgerechtigden die op grond van een mandaatregeling van de Sociale Verzekeringsbank (SVB) een uitkering ingevolge de WWB ontvangen, het maatregelenbeleid van de SVB (zoals gepubliceerd in de Staatscourant 2006, 121 en 2008, 98) van toepassing. 4

15 Hoofdstuk 5 SLOTBEPALINGEN Artikel 16 De inwerkingtreding 1. Deze verordening treedt in werking na haar eerste dag van bekendmaking. 2. De afstemmingsverordening wet werk en bijstand gemeente Moerdijk vastgesteld dd 22 maart 2008 wordt ingetrokken. Artikel 17 Nadere regels Het college is bevoegd nadere regels te stellen met betrekking tot de uitvoering van deze verordening. Artikel 18 Citeertitel 1. Deze verordening wordt aangehaald als Afstemmingsverordening wet werk en bijstand gemeente Moerdijk. 2. De verordening wordt met inachtneming van de bepalingen in de Gemeentewet bekendgemaakt in huis aan huis blad de Moerdijkse Bode Vastgesteld in de vergadering van de raad d.d. 12 maart 2009, de griffier, de voorzitter, J.A.M. Hereijgers Drs. W.M.J. Denie 5

16 Algemene toelichting De Wet werk en bijstand (WWB) heeft de eigen verantwoordelijkheid van de burger om in zijn levensonderhoud te voorzien als centraal thema. Pas als mensen hiertoe niet in staat blijken te zijn, kunnen zij aanspraak maken op ondersteuning door de overheid. Dit brengt met zich mee, dat er meer nadruk is komen te liggen op de verplichtingen van de bijstandsgerechtigde. Deze moet alles in het werk stellen om zo snel mogelijk weer zelfstandig in zijn levensonderhoud te voorzien. De aan de WWB verbonden verplichtingen zijn dan ook vooral op dit doel afgestemd. De verplichtingen worden zoveel mogelijk afgestemd op de individuele mogelijkheden en omstandigheden van de belanghebbende. Met de inwerkingtreding van de WWB komt het systeem van boeten en verlagingen van de Algemene bijstandswet (de artikelen 14 tot en met 14f Abw, nader uitgewerkt in het Verlagingenbesluit Abw, IOAW en IOAZ en het ]boetebesluit sociale zekerheidswetten) grotendeels te vervallen. In plaats daarvan zullen gemeenten zelf hun sanctiebeleid moeten gaan vormgeven. De WWB kent slechts één soort sanctie: het verlagen van de uitkering. De boete als sanctie voor uitkeringsgerechtigden die hun inlichtingenplicht hebben geschonden verdwijnt. Artikel 18 WWB bevat de opdracht aan de gemeente om een verlagingenbeleid in een verordening vast te leggen. In het eerste lid van artikel 18 WWB is opgenomen het afstemmen van de bijstand en de daaraan verbonden verplichtingen op de omstandigheden, mogelijkheden en middelen van belanghebbende. In deze bepaling wordt benadrukt, dat het vaststellen van de hoogte van de uitkering en de daaraan verbonden verplichtingen voor de uitkeringsgerechtigde maatwerk is. Hiermee wordt recht gedaan aan de individuele situatie en de persoonlijke omstandigheden van de uitkeringsgerechtigde. In het tweede lid wordt een directe koppeling gelegd tussen de rechten en verplichtingen van de uitkeringsgerechtigde. Het recht op een uitkering is altijd verbonden aan de verplichting zich in te zetten om weer onafhankelijk van die uitkering te worden. Dit betekent dat de vaststelling van de hoogte van de uitkering niet alleen afhangt van de van toepassing zijnde uitkeringsnorm en de beschikbare middelen van de belanghebbende, maar ook van de mate waarin de van toepassing zijnde verplichtingen worden nagekomen. Wanneer het college tot het oordeel komt dat een bijstandsgerechtigde zijn verplichtingen niet of in onvoldoende mate nakomt, wordt de uitkering verlaagd. Er is dus geen sprake van een bevoegdheid, maar van een verplichting. Alleen wanneer iedere vorm van verwijtbaarheid ontbreekt, ziet het college af van een dergelijke verlaging. Verlaging van de uitkering moet plaatsvinden overeenkomstig een door de gemeenteraad vast te stellen verordening. Dit is de afstemmingsverordening. Een ten opzichte van de Abw nieuwe mogelijkheid in de WWB is verlaging van de bijstand wanneer een cliënt zich zeer ernstig misdraagt tegenover het college en de in haar opdracht werkende ambtenaren en medewerkers. Daarnaast is in de WWB een plicht tot heroverweging van de verlaging opgenomen binnen een termijn van uiterlijk drie maanden. Een zorgvuldige afweging van het individuele belang van de belanghebbende en het belang van de gemeente bij een zo spoedig mogelijke uitstroom staat bij de toepassing van het afstemmingsbeleid voorop. Dit stelt enerzijds hoge eisen aan de kwaliteit van de besluitvorming (uitvoerige rapportage, zorgvuldige motivering), maar biedt anderzijds ook de mogelijkheid tot het leveren van maatwerk toegespitst op de individuele omstandigheden van de belanghebbende en de ernst van de gedraging. Het verlagen van de bijstand Op grond van artikel 18, tweede lid, van de WWB, kan zowel de bijstand (dat wil zeggen de algemene en bijzondere bijstand) als de langdurigheidstoeslag worden verlaagd. In deze verordening is er voor gekozen alleen de verlaging van de bijstand en bijzondere bijstand te regelen. Verlaging van de langdurigheidstoeslag stuit namelijk op een aantal bezwaren. Deze toeslag wordt eenmaal per jaar op aanvraag toegekend. Het tijdstip van uitbetaling varieert dus per geval. Dat maakt een eventuele verlaging technisch lastig uitvoerbaar. Bovendien heeft het niet nakomen van de arbeidsverplichting consequenties voor het recht op de langdurigheidstoeslag en zou dus in beginsel moeten leiden tot weigering of tot terugvordering als de toeslag al is uitbetaald. Verlaging is dan niet aan de orde. Het ligt ook niet voor de hand om bij niet-bijstandsgerechtigden die in aanmerking komen voor een langdurigheidstoeslag over te gaan tot verlaging van die toeslag. De enige verplichting die zij kunnen 6

17 schenden in verband met die langdurigheidstoeslag is het niet of onvoldoende verstrekken van inlichtingen. Hierdoor kan het college het recht op langdurigheidstoeslag niet vaststellen. De sanctie die hier echter op rust is niet het verlagen van die langdurigheidstoeslag maar het weigeren ervan. De verplichting om die langdurigheidstoeslag te weigeren verhoudt zich niet met een eventuele verplichting die toeslag te verlagen. Relatie met Reïntegratieverordening De Afstemmingsverordening kent een nauwe relatie met de Reïntegratieverordening. In de Reïntegratieverordening is namelijk vastgelegd hoe de gemeente ondersteuning biedt bij de arbeidsinschakeling en hoe de gemeente omgaat met het aanbieden van voorzieningen gericht op arbeidsinschakeling. In de individuele beschikking wordt de wijze uiteengezet waarop de voorzieningen door de gemeente worden ingezet. Indien een cliënt de verplichtingen niet nakomt, leidt dit in beginsel tot een verlaging van de uitkering. De basis voor een dergelijke verlaging is gelegd in deze Afstemmingsverordening. De wetgever heeft dan ook bepaald dat de Afstemmingsverordening gelijktijdig met de Reïntegratieverordening in werking moet treden. Artikelsgewijs toelichting Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsomschrijving De begrippen die in de verordening worden gebruikt hebben een gelijkluidende betekenis als de omschrijving in de WWB. In de verordening wordt het begrip belanghebbende gebruikt. Dit begrip wordt in artikel 1:2 van de Algemene wet bestuursrecht omschreven als degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken. Onder belanghebbende wordt, overeenkomstig het bepaalde in artikel 18, vierde lid WWB, mede het gezin verstaan. Artikel 2 Het opleggen van een verlaging Eerste lid De WWB verbindt aan het recht op een bijstandsuitkering de volgende verplichtingen: 1. Het tonen van voldoende besef van verantwoordelijkheid voor de voorziening in het bestaan (artikel 18, tweede lid). 2. De plicht tot arbeidsinschakeling (artikel 9). Deze plicht bestaat uit 2 soorten verplichtingen: - de plicht om naar vermogen algemeen geaccepteerde arbeid te verkrijgen en deze te aanvaarden; en - de plicht gebruik te maken van een door het college aangeboden voorziening gericht op ondersteuning bij arbeidsinschakeling. Deze verplichtingen zullen nader moeten worden uitgewerkt in specifieke verplichtingen die zijn toegesneden op de situatie en mogelijkheden van de bijstandsgerechtigde. De reïntegratieverordening die elke gemeente moet opstellen, vormt de juridische basis voor opleggen van deze specifieke verplichtingen. Deze verplichtingen zullen in het besluit tot het verlenen van bijstand moeten worden neergelegd. 3. De informatieplicht (artikel 17, eerste lid). Op een uitkeringsgerechtigde rust de verplichting aan het college op verzoek of onverwijld uit eigen beweging mededeling te doen van alle feiten en omstandigheden waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op zijn arbeidsinschakeling of het recht op bijstand. 4. De medewerkingsplicht (artikel 17, tweede lid). Dit is de plicht van uitkeringsgerechtigden om desgevraagd het college de medewerking te verlenen die redelijkerwijs nodig is voor de uitvoering van de wet. De medewerkingsplicht kan uit allerlei concrete verplichtingen bestaan, zoals: - het toestaan van huisbezoek; - het meewerken aan een psychologisch onderzoek en behandeling. Artikel 18, tweede lid, noemt een gedraging die in ieder geval een schending van de medewerkingsplicht inhoudt: het zich jegens het college zeer ernstig misdragen. De Wet SUWI legt ook verplichtingen op aan uitkeringsgerechtigden. Het betreft de verplichting om alle gevraagde gegevens en bewijsstukken aan de Centrale organisatie werk en inkomen te verstrekken die nodig zijn voor de beslissing door het college (artikel 28, tweede lid Wet SUWI) en de verplichting om op verzoek of onverwijld uit eigen beweging alle feiten en omstandigheden mee te 7

18 delen aan de Centrale organisatie werk en inkomen, waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op het recht op bijstand, het geldend maken van het recht bijstand of de hoogte of de duur van de bijstand. Tweede lid In de afstemmingsverordening zijn voor allerlei gedragingen die een schending van een verplichting betekenen, standaardverlagingen vastgesteld in de vorm van een vaste verlaging van de bijstandsnorm. In het tweede lid is de hoofdregel neergelegd: het college dient een op te leggen verlaging af te stemmen op de individuele omstandigheden van de belanghebbende en de mate van verwijtbaarheid. Deze bepaling brengt met zich mee dat het college bij elke op te leggen verlaging zal moeten nagaan of gelet op de individuele omstandigheden van de betrokken uitkeringsgerechtigde afwijking van de hoogte en de duur van de voorgeschreven standaardverlaging geboden is. Afwijking van de standaardverlaging kan zowel een verzwaring als een matiging betekenen. Dit betekent dat het college bij het beoordelen of een verlaging moet worden opgelegd, en zo ja welke, telkens de volgende drie stappen moet doorlopen: - Stap 1: vaststellen van de ernst van de gedraging. - Stap 2: vaststellen van de verwijtbaarheid. - Stap 3: vaststellen van de omstandigheden van de uitkeringsgerechtigde. De ernst van de gedraging komt tot uitdrukking in het standaardbedrag waarmee de bijstand wordt verlaagd. Wat betreft de beoordeling van de mate van verwijtbaarheid wordt verwezen naar de toelichting bij artikel 5. Om op een juiste wijze de mate van verwijtbaarheid te kunnen vaststellen dient in het algemeen de belanghebbende naar aanleiding van de geconstateerde gedraging en de mogelijk in verband hiermee op te leggen verlaging om een (bij voorkeur schriftelijke) reactie te worden gevraagd. De zorgvuldigheid vereist dit. Een weergave van deze reactie moet in de rapportage worden vermeld. Dit opdat zichtbaar is welke activiteiten in het kader van de vastgestelde verlaging zijn ontplooid en hoe de afweging heeft plaatsgevonden. Matiging van de opgelegde verlaging wegens persoonlijke omstandigheden kan bijvoorbeeld in de volgende gevallen aan de orde zijn: - bijzondere financiële omstandigheden van de belanghebbende, zoals bijvoorbeeld hoge woonlasten of andere vaste lasten of uitgaven van bijzondere aard waarvoor geen financiële tegemoetkoming mogelijk is; - sociale omstandigheden; - bij een opeenstapeling van verlagingen: de zwaarte van het geheel van verlagingen is niet evenredig aan de ernst van de gedraging en de mate van verwijtbaarheid. Vierde lid Als tijdens het in artikel 18 WWB bedoelde overleg tussen de medewerker en zijn of haar leidinggevende wordt geconcludeerd, dat in het specifieke geval naast de aangifte en/of het ordegesprek het opleggen van een verlaging, vanwege het volledig ontbreken van de verwijtbaarheid, niet gewenst is, wordt ook hierover gerapporteerd en wordt van het opleggen van een verlaging afgezien. De belanghebbende wordt door middel van een beschikking schriftelijke op de hoogte gesteld van het afzien van het opleggen van de verlaging en de reden daarvoor. Daarbij wordt tevens mededeling gedaan van het feit, dat een verlaging aan de orde kan zijn, als binnen een periode van twee jaar, te rekenen vanaf de datum waarop de beschikking waarin van het afzien van het opleggen van de verlaging mededeling wordt gedaan, opnieuw sprake zal zijn van een zeer ernstige misdraging. Artikel 3 De berekeningsgrondslag Eerste lid In dit lid is het uitgangspunt vastgelegd dat een verlaging wordt opgelegd over de bijstandsnorm. Onder de bijstandsnorm wordt verstaan de wettelijke norm, inclusief gemeentelijke toeslag of verlaging en inclusief vakantietoeslag. Met uitzondering van het bepaalde in het tweede lid van dit artikel, wordt geen gebruik gemaakt van de wettelijke mogelijkheid om een verlaging ook toe te passen op de langdurigheidstoeslag. 8

19 Tweede lid Dit lid heeft betrekking op de 18 tot 21-jarigen. Deze jongeren ontvangen een lage jongerennorm, die als noodzakelijk wordt aangevuld door middel van aanvullende bijzondere bijstand in de kosten van levensonderhoud. In deze gevallen kan de verlaging ook worden toegepast op de bijzondere bijstand voor levensonderhoud. Als de verlaging alleen op de van toepassing zijnde lage jongerennorm wordt opgelegd, zou dit leiden tot rechtsongelijkheid ten opzichte van de 21-jarigen. Artikel 4 Het besluit tot opleggen van een verlaging Het verlagen van de bijstand omdat een verlaging wordt opgelegd, vindt plaats door middel van een besluit. Wanneer de verlaging bij een lopende uitkering wordt opgelegd, wordt een besluit tot vaststelling van de algemene bijstand op grond van artikel 45 WWB genomen. Wordt een verlaging met terugwerkende kracht opgelegd, dan moet een besluit tot herziening van de bijstand worden genomen (artikel 54, derde lid WWB). Tegen beide besluiten kan door de belanghebbende bezwaar en beroep worden aangetekend. In dit artikel wordt aangegeven wat in het besluit in ieder geval moet worden vermeld. Deze eisen vloeien rechtstreeks voort uit de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en dan met het motiveringsbeginsel. Het motiveringsvereiste houdt onder andere in dat een besluit kenbaar is en van een deugdelijke motivering wordt voorzien. Artikel 5 Afzien van het opleggen van een verlaging Eerste lid Het afzien van het opleggen van een verlaging indien elke vorm van verwijtbaarheid ontbreekt, is geregeld in artikel 18, tweede lid, WWB. Het college kan in beleidsregels neerleggen hoe het van plan is om te gaan met de beoordeling van de verwijtbaarheid, door bijvoorbeeld aan te geven welke gedragingen in principe altijd verwijtbaar worden geacht en welke gedragingen in beginsel nooit. Ook kan in beleidsregels worden vastgelegd in welke gevallen sprake is of kan zijn van verzachtende omstandigheden. Een andere reden om af te zien van het opleggen van een verlaging is dat de gedraging te lang geleden heeft plaatsgevonden (verjaring). Omwille van de effectiviteit ( lik op stuk ) is het nodig dat een verlaging spoedig nadat de gedraging heeft plaatsgehad, wordt opgelegd. Om deze reden wordt onder b. geregeld dat het college geen verlagingen oplegt voor gedragingen die langer dan één jaar geleden hebben plaatsgevonden. Voor gedragingen die een schending van de informatieplicht inhouden en als gevolg waarvan ten onrechte bijstand is verleend of een te hoog bedrag aan bijstand is verleend, geldt in de verordening een verjaringstermijn van vijf jaar. Met deze termijn wordt aangesloten bij de termijn die staat in artikel 14e van de Algemene bijstandswet in verband met het opleggen van een boete wegens nietnakoming van de informatieplicht. Een termijn van vijf jaar ligt voor de hand gelet op de ernst van de gedraging (fraude) en gelet op het feit dat de gemeente vaak tijd nodig zal hebben om de omvang van de fraude (het benadelingsbedrag) vast te stellen. Tweede lid Het doen van een schriftelijke mededeling dat het college afziet van het opleggen van een verlaging is van belang in verband met eventuele recidive (herhaling van een misdraging). Artikel 6 Ingangsdatum en tijdvak Eerste lid Het opleggen van een verlaging vindt plaats door het verlagen van de uitkering. Verlaging van de uitkering kan in beginsel op twee manieren: 1. met terugwerkende kracht, door middel van een herziening van de uitkering; of 2. door middel van verlaging van het uitkeringsbedrag in de eerstvolgende maand(en). Het verlagen van de uitkering die in de nabij toekomst wordt verstrekt, is de gemakkelijkste methode. Gemeenten hoeven in dat geval niet over te gaan tot herziening van de bijstand en het te veel betaalde bedrag aan bijstand terug te vorderen. Om die reden is in dit lid vastgelegd dat een verlaging wordt opgelegd met ingang van de eerstvolgende kalendermaand na bekendmaking daarvan, waarbij wordt uitgegaan van de voor die maand geldende bijstandsnorm. 9

20 Tweede lid Wanneer een uitkeringsbedrag nog niet (volledig) aan de bijstandsgerechtigde is uitbetaald, kan het praktisch zijn om de verlaging van de uitkering te verrekenen met het bijstandsbedrag dat nog moet worden uitbetaald. In dat geval kan de bijstand wel worden herzien en kan de verlaging met de nog niet uitbetaald bijstandsnorm worden verrekend. Dit lid is ook van toepassing op die gevallen waarbij de opgelegde verlaging niet of niet geheel kan worden uitgevoerd omdat de bijstand wordt beëindigd. In dat geval wordt het nog niet uitgevoerde deel van de verlaging alsnog gerealiseerd door herziening van eerder verstrekte uitkering en wordt de bijstand (tot een bedrag van de niet geëffectueerd verlaging) teruggevorderd. Er kan verlaging worden toegepast in het verleden, wanneer de gedraging niet in die periode heeft plaatsgevonden. Derde lid Dit lid regelt dat een verlaging voor bepaalde tijd wordt opgelegd. Door een verlaging voor een bepaalde periode op te leggen, weet de uitkeringsgerechtigde die met een verlaging wordt geconfronteerd waar hij aan toe is. Het college kan na afloop van de periode waarvoor de verlaging is getroffen opnieuw een verlaging opleggen. Hiervoor is dan wel weer een apart besluit nodig. Wordt een verlaging voor een langere duur dan drie maanden opgelegd, dan zal het college de verlaging aan een herbeoordeling moeten onderwerpen. Dit is geregeld in artikel 18, derde lid WWB. Gemeenten mogen zelf bepalen wanneer die herbeoordeling plaatsvindt, als dat maar gebeurt binnen drie maanden nadat het besluit is genomen. Bij zo n herbeoordeling hoeft niet opnieuw een besluit te worden genomen, waarbij alle relevante feiten en omstandigheden opnieuw tegen het licht worden gehouden. Een marginale beoordeling volstaat: het college moet beoordelen of het redelijk is dat de opgelegde verlaging wordt gecontinueerd. Daarbij kan worden gekeken naar de omstandigheden waarin betrokkene verkeert, maar bijvoorbeeld ook of de betreffende persoon nu wel aan zijn verplichtingen voldoet. Artikel 7 Samenloop van gedragingen De regeling voor de samenloop van gedragingen heeft alleen betrekking op gedragingen van gelijke aard van een bijstandsgerechtigde die (min of meer) gelijktijdig plaatsvinden. Onder gedragingen van gelijke aard moet worden verstaan die gedragingen die in deze verordening in één hoofdstuk zijn vermeld. Bijvoorbeeld het niet verlenen van medewerking aan het verkrijgen of behouden van algemeen geaccepteerde arbeid van tweede én die van derde categorie. Voor het toepassen van de verlaging moet dan worden uitgegaan van de gedraging waarop de zwaarste verlaging van toepassing is. De samenloopregeling geldt niet voor (min of meer) gelijktijdig geconstateerde gedragingen van verschillende aard (bijvoorbeeld niet voldoen aan de arbeidsverplichtingen én inlichtingenfraude). In dat geval kunnen twee verlagingen worden opgelegd. Als twee of meer verlagingen te samen op maandbasis minder dan 100% van de bijstandsnorm vertegenwoordigen worden ze in dezelfde maand toegepast. Vertegenwoordigen beide verlagingen te samen meer dan 100% van de bijstandsnorm, dan wordt de ene verlaging toegepast in de eerste maand volgende op die waarin het besluit bekend gemaakt is en wordt de tweede verlaging toegepast in de daaropvolgende maand. Hoofdstuk 2 Geen of onvoldoende medewerking verlenen aan het verkrijgen of behouden van algemeen geaccepteerde arbeid Artikel 8 Indeling in categorieën In dit artikel worden de gedragingen die verband houden met het geen of onvoldoende medewerking verlenen aan het verkrijgen of behouden van algemeen geaccepteerde arbeid in drie categorieën onderscheiden. Hierbij is de ernst van de gedraging het onderscheidend criterium. Een gedraging wordt ernstiger geacht naarmate de gedraging concretere gevolgen heeft voor het niet verkrijgen of behouden van betaalde arbeid. De verlagingen in verband met het verstrekken van onjuiste of onvolledige inlichtingen met gevolgen voor de bijstand is afzonderlijk geregeld in artikel 12. Verlagingen in verband met het te laat verstrekken van informatie zijn benoemd in artikel

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 november 2008, voorstelnummer 180;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 november 2008, voorstelnummer 180; CVDR Officiële uitgave van Leek. Nr. CVDR57328_2 1 juni 2016 Maatregelenverordening Wet werk en bijstand De raad van de gemeente Leek; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 november

Nadere informatie

Verordening maatregelen Wet Werk en Bijstand 2005

Verordening maatregelen Wet Werk en Bijstand 2005 Verordening maatregelen Wet Werk en Bijstand 2005 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie gemeente Lelystad Officiële naam regeling Verordening maatregelen Wet Werk en Bijstand

Nadere informatie

vast te stellen: de volgende Maatregelenverordening WWB, IOAW en IOAZ 2012-A gemeente Heerde.

vast te stellen: de volgende Maatregelenverordening WWB, IOAW en IOAZ 2012-A gemeente Heerde. Raadsbesluit De raad van de gemeente Heerde; gelezen het voorstel van het college d.d. 14 augustus 2012; gelet op artikel 8, lid 1 onderdelen b en h, artikel 9a, lid 12 en artikel 18, lid 1, 2 en 3 van

Nadere informatie

RAADSBESLUIT. Raadsvergadering van 17 maart Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen. De raad van de gemeente Moerdijk,

RAADSBESLUIT. Raadsvergadering van 17 maart Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen. De raad van de gemeente Moerdijk, RAADSBESLUIT Raadsvergadering van 17 maart 2011 De raad van de gemeente Moerdijk, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 4 januari 2011; gelet op artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet

Nadere informatie

Afstemmingsverordening WWB

Afstemmingsverordening WWB Afstemmingsverordening WWB Midden-Delfland, juli 2004 1 De Raad van de gemeente Midden-Delfland, Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 15 oktober 2004, nr 2004-10-11;

Nadere informatie

RAADSBESLUIT. Maatregelenverordening IOAW en IOAZ Asten februari

RAADSBESLUIT. Maatregelenverordening IOAW en IOAZ Asten februari RAADSBESLUIT Onderwerp: Dagtekening: nummer: Maatregelenverordening IOAW en IOAZ Asten 2010 1 februari 2011.. De raad van de gemeente Asten; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

Maatregelenverordening Wet werk en bijstand.

Maatregelenverordening Wet werk en bijstand. Nr. XIII / 6 De raad van de gemeente DE WOLDEN; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 28 mei 2004, nr. 4B, inzake vaststelling van de Reïntegratieverordening en de Maatregelenverordening;

Nadere informatie

MAATREGELENVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND 2010

MAATREGELENVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND 2010 MAATREGELENVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND 2010 Pag.i/5 HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 Definities 1. In deze verordening wordt verstaan onder: a. de wet: de Wet werk en bijstand (WWB); b. belanghebbende:

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL Agendanummer 9.1

RAADSVOORSTEL Agendanummer 9.1 RAADSVOORSTEL Agendanummer 9.1 Raadsvergadering van 6 maart 2008 Onderwerp: Verordeningen Wet Werk en Bijstand (WWB) Verantwoordelijke portefeuillehouder: W.J.M. Vissers SAMENVATTING In onder meer de reïntegratie,

Nadere informatie

Maatregelenverordening WWB Dantumadiel 2009 e.v (*)

Maatregelenverordening WWB Dantumadiel 2009 e.v (*) CVDR Officiële uitgave van Dantumadiel. Nr. CVDR75602_1 12 juni 2018 Maatregelenverordening WWB Dantumadiel 2009 e.v (*) HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsomschrijving 1. In deze verordening

Nadere informatie

MAATREGELENVERORDENING IOAW EN IOAZ 2010

MAATREGELENVERORDENING IOAW EN IOAZ 2010 Pag.1/5 HOOFDSTUK 1ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 Definities 1. In deze verordening wordt verstaan onder: a. IOAW: de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 26 augustus 2013;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 26 augustus 2013; DE RAAD VAN DE GEMEENTE HAREN, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 26 augustus 2013; gelet op artikel 8, eerste lid, onderdelen b en h, en artikel 18 eerste, tweede en derde lid van

Nadere informatie

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Deurne houdende regels omtrent afstemming Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Deurne 2018

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Deurne houdende regels omtrent afstemming Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Deurne 2018 CVDR Officiële uitgave van Deurne. Nr. CVDR612889_1 28 september 2018 Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Deurne houdende regels omtrent afstemming Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Deurne

Nadere informatie

DE RAAD DER GEMEENTE DEURNE BESLUIT

DE RAAD DER GEMEENTE DEURNE BESLUIT Gemeenteblad nr. 170, 11 december 2014 Nr..a DE RAAD DER GEMEENTE DEURNE gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 28 oktober 2014, nr. ; gehoord de commissie Samenleving d.d. 26 november

Nadere informatie

Afstemmingsverordening gemeente Arnhem 2015

Afstemmingsverordening gemeente Arnhem 2015 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Arnhem. Nr. 19431 22 februari 2016 Afstemmingsverordening gemeente Arnhem 2015 Op 15 december 2014 heeft de gemeenteraad de 'Afstemmingsverordening gemeente

Nadere informatie

Afstemmingverordening WWB, IOAW en IOAZ 2013

Afstemmingverordening WWB, IOAW en IOAZ 2013 T De raad van de gemeente Noordenveld gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 21 mei 2013; gelet op artikel 8 eerste lid onder b en h, artikel 9a lid 12 en artikel 18 van de Wet werk en

Nadere informatie

Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand

Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen 1 Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde

Nadere informatie

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. CVDR Officiële uitgave van Losser. Nr. CVDR352018_2 8 november 2016 Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015 De raad van de gemeente Losser, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

Maatregelenverordening Wet Investeren in Jongeren gemeente Aa en Hunze

Maatregelenverordening Wet Investeren in Jongeren gemeente Aa en Hunze No.: 03 De raad der gemeente Aa en Hunze; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van de gemeente Aa en Hunze, d.d. 11 januari 2010, nummer 2010/03; gelet op artikel 147, eerste lid Gemeentewet,

Nadere informatie

Maatregelverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Doesburg 2015.

Maatregelverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Doesburg 2015. CVDR Officiële uitgave van Doesburg. Nr. CVDR346217_1 13 maart 2018 Maatregelverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Doesburg 2015 9 De raad van de gemeente Doesburg gelezen het voorstel van burgemeester

Nadere informatie

gelet op artikel 147, eerste lid Gemeentewet, en de artikelen 12, eerste lid, onderdeel b en 41, eerste lid, van de Wet investeren in jongeren;

gelet op artikel 147, eerste lid Gemeentewet, en de artikelen 12, eerste lid, onderdeel b en 41, eerste lid, van de Wet investeren in jongeren; De Raad van de gemeente Tiel; gezien het advies van de Commissie Samenleving; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Tiel d.d....; gelet op artikel 147, eerste lid Gemeentewet, en de artikelen

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 november 2014; HANDHAVINGSVERORDENING PARTICIPATIEWET, IOAW EN IOAZ 2015

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 november 2014; HANDHAVINGSVERORDENING PARTICIPATIEWET, IOAW EN IOAZ 2015 De raad van de gemeente Ooststellingwerf; nr. 15 gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 november 2014; gelet op artikel 147, eerste lid, van de Gemeentewet, artikel 8b, van de Participatiewet

Nadere informatie

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen AFSTEMMINGSVERORDENING PARTICIPATIEWET, IOAW EN IOAZ GEMEENTE HEERENVEEN 2017 De raad van de gemeente Heerenveen; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van. 2017; gelet op

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Maatregelenverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Oldebroek Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1. Begrippen 1. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader

Nadere informatie

Maatregelenverordening Wet werk en bijstand 2004

Maatregelenverordening Wet werk en bijstand 2004 CVDR Officiële uitgave van Hendrik-Ido-Ambacht. Nr. CVDR114026_1 14 november 2017 Maatregelenverordening Wet werk en bijstand 2004 De raad der gemeente Hendrik-Ido-Ambacht; gezien het voorstel van burgemeester

Nadere informatie

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ 2017

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ 2017 Opmerking [SJ1]: Jaartal aangepast Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen Artikel 1. Begripsbepalingen 1. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 december 2014, nr. 12A;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 december 2014, nr. 12A; Gemeenteblad van de gemeente Tubbergen Jaargang: 2014 Nummer: 85 Uitgifte: 29 december 2014 Bekendmaking van het besluit de gemeenteraad d.d. 15 december 2014, nr. 12C, tot vaststelling van Verordening

Nadere informatie

besluit: vast te stellen de Maatregelenverordening Participatiewet, Ioaw en Ioaz 2015 gemeente Heerde.

besluit: vast te stellen de Maatregelenverordening Participatiewet, Ioaw en Ioaz 2015 gemeente Heerde. Raadsbesluit De raad van de gemeente Heerde; gelezen het voorstel van het college d.d. 11 november 2014; gelet op artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel a van de Participatiewet, artikel 35 van de

Nadere informatie

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Gemeenteblad 543 Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Gemeente Voorst November 2014-1 - Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ De raad van de gemeente Voorst; gelezen het

Nadere informatie

Verordening afstemming Participatiewet, IOAW en IOAZ BMWE 2016

Verordening afstemming Participatiewet, IOAW en IOAZ BMWE 2016 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Bedum. Nr. 123039 18 december 2015 Verordening afstemming Participatiewet, IOAW en IOAZ BMWE 2016 De raad van de gemeente Bedum; gelezen het voorstel van burgemeester

Nadere informatie

Maatregelverordening WWB, IOAW en IOAZ gemeente Renkum 2012

Maatregelverordening WWB, IOAW en IOAZ gemeente Renkum 2012 CVDR Officiële uitgave van Renkum. Nr. CVDR131167_2 5 december 2017 Maatregelverordening WWB, IOAW en IOAZ gemeente Renkum 2012 De raad van de gemeente Renkum, Gelezen het voorstel van het college van

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 21 januari 2010, bijlagenr. 696; BESLUIT

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 21 januari 2010, bijlagenr. 696; BESLUIT No. 2010/696 De raad van de gemeente Coevorden; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 21 januari 2010, bijlagenr. 696; BESLUIT gelet op de artikelen 7 en 8 en 10, tweede lid, van de

Nadere informatie

Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren

Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren CVDR Officiële uitgave van Nijkerk. Nr. CVDR31752_3 22 mei 2018 Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren De raad van de gemeente Nijkerk; gelezen het collegevoorstel van

Nadere informatie

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Schouwen- Duiveland 2015

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Schouwen- Duiveland 2015 Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Schouwen- Duiveland 2015 De raad van de gemeente Schouwen-Duiveland; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 16 september 2014;

Nadere informatie

Zaaknummer. Documentnummer

Zaaknummer. Documentnummer Raadsvergadering 4 december 2014 Zaaknummer 368186 Agendapunt 12 Documentnummer *368195* De raad der gemeente Putten; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 19 november 2014, nr. 368189;

Nadere informatie

Handhavingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ

Handhavingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Appingedam. Nr. 0 1 januari 1900 Handhavingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ De raad van de gemeente Appingedam; gelezen het voorstel van het college

Nadere informatie

Maatregelverordening Wet werk en bijstand gemeente Gennep 2013

Maatregelverordening Wet werk en bijstand gemeente Gennep 2013 CVDR Officiële uitgave van Gennep. Nr. CVDR305167_1 21 maart 2017 Maatregelverordening Wet werk en bijstand gemeente Gennep 2013 Maatregelen verordening Wet werk en bijstand gemeente Gennep 2013 De Raad

Nadere informatie

Officiële uitgave van de gemeente Bergeijk Nummer 9 22 december 2014

Officiële uitgave van de gemeente Bergeijk Nummer 9 22 december 2014 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Bergeijk Nummer 9 22 december 2014 Verordening Participatiewet 2015 De raad der gemeente Bergeijk; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.

Nadere informatie

Afstemmingsverordening WWB, IOAW, IOAZ en Bbz gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 12 maart 2013;

Afstemmingsverordening WWB, IOAW, IOAZ en Bbz gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 12 maart 2013; CVDR Officiële uitgave van Gemert-Bakel. Nr. CVDR309242_1 1 mei 2018 Afstemmingsverordening WWB, IOAW, IOAZ en Bbz 2013 De raad van de gemeente Gemert-Bakel; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

: Voorstel tot vaststelling van de Handhavingsverordening Participatiewet,

: Voorstel tot vaststelling van de Handhavingsverordening Participatiewet, Raadsbesluit Raadsvergadering d.d. : 20 oktober 2014 Besluit nummer Onderwerp IOAW en IOAZ : RB14.0119 : Voorstel tot vaststelling van de Handhavingsverordening Participatiewet, De raad van de gemeente

Nadere informatie

Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand Nijkerk

Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand Nijkerk CVDR Officiële uitgave van Nijkerk. Nr. CVDR2613_2 22 mei 2018 Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand Nijkerk De raad van de gemeente Nijkerk; gelezen het collegevoorstel van 9 maart 2004; gelet op

Nadere informatie

MAATREGELENVERORDENING inkomensvoorzieningen Lelystad 2012

MAATREGELENVERORDENING inkomensvoorzieningen Lelystad 2012 MAATREGELENVERORDENING inkomensvoorzieningen Lelystad 2012 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie gemeente Lelystad Officiële naam regeling MAATREGELENVERORDENING inkomensvoorzieningen

Nadere informatie

: Voorstel tot het vaststellen van de Handhavingsverordening WWB, IOAW en IOAZ 2013

: Voorstel tot het vaststellen van de Handhavingsverordening WWB, IOAW en IOAZ 2013 gemeente Den Helder Raadsbesluit Raadsvergadering d.d. 17 december 2012 Besluit nummer : RB 12.0222 Onderwerp : Voorstel tot het vaststellen van de Handhavingsverordening WWB, IOAW en IOAZ 2013 De raad

Nadere informatie

Hoofdstuk 1:Algemene bepalingen.

Hoofdstuk 1:Algemene bepalingen. Raadsbesluit De raad van de gemeente Noord-Beveland; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van gelet op artikel 8, eerste lid, onderdeel b, en artikel 18 van de Wet werk en bijstand (WWB);

Nadere informatie

DE RAAD VAN DE GEMEENTE GRAVE;

DE RAAD VAN DE GEMEENTE GRAVE; Gemeente Grave DE RAAD VAN DE GEMEENTE GRAVE; Overwegende dat met betrekking tot bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand, alsmede van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet, in het

Nadere informatie

MAATREGELENVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND. Algemene toelichting

MAATREGELENVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND. Algemene toelichting MAATREGELENVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND Algemene toelichting 1. Inleiding In de Wet werk en bijstand (WWB) wordt de gemeenteraad opgedragen een aantal verordeningen vast te stellen. Dit zijn een reïntegratieverordening,

Nadere informatie

Handhavingsverordening Wwb en WIJ gemeente Borger-Odoorn. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 1 december 2009

Handhavingsverordening Wwb en WIJ gemeente Borger-Odoorn. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 1 december 2009 Gemeenteraad Onderwerp: Handhavingsverordening Wwb en WIJ gemeente Borger-Odoorn Registratienummer: 09.13039 De raad van de gemeente Borger-Odoorn; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.

Nadere informatie

HANDHAVINGSVERORDENING WWB en WIJ gemeente Lelystad

HANDHAVINGSVERORDENING WWB en WIJ gemeente Lelystad HANDHAVINGSVERORDENING WWB en WIJ Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Besloten door Deze versie is geldig tot (als de vervaldatum is vastgesteld)

Nadere informatie

131 Raadsvoorstel Reg. nr : Ag. nr : 14 Datum :

131 Raadsvoorstel Reg. nr : Ag. nr : 14 Datum : 131 Raadsvoorstel Reg. nr : 0610023 Ag. nr : 14 Onderwerp Vaststelling van de nieuwe Afstemmingsverordening 2006 in het kader van de Wet werk en bijstand. Samenvatting De wijzigingen zijn nodig in verband

Nadere informatie

Handhavingsverordening WerkSaam Westfriesland 2015

Handhavingsverordening WerkSaam Westfriesland 2015 Handhavingsverordening WerkSaam Westfriesland 2015 Het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling WerkSaam Westfriesland, gevestigd te Hoorn; Gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur van

Nadere informatie

Gemeenteraad 29 mei 2012 Gemeenteblad

Gemeenteraad 29 mei 2012 Gemeenteblad Jaar: 2012 Nummer: 39 Besluit: Gemeenteraad 29 mei 2012 Gemeenteblad 6 E WIJZIGING MAATREGELENVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND GEMEENTE HELMOND De raad van de gemeente Helmond; gezien het voorstel van

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 12-10-2010;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 12-10-2010; GEMEENTERAAD Onderwerp: Maatregelenverordening IOAW en IOAZ Registratienummer: 10.17785 De raad van de gemeente Borger-Odoorn; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 12-10-2010;

Nadere informatie

Gemeente Nissewaard - Verordening handhaving, maatregelen en boeten Nissewaard 2016

Gemeente Nissewaard - Verordening handhaving, maatregelen en boeten Nissewaard 2016 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Nissewaard. Nr. 160462 17 november 2016 Gemeente Nissewaard - Verordening handhaving, maatregelen en boeten Nissewaard 2016 De raad van de gemeente Nissewaard;

Nadere informatie

Toelichting. Algemeen

Toelichting. Algemeen Toelichting Algemeen Op 1 januari 2013 zijn de Wet aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW-wetgeving en de Wet verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd in werking getreden. Hierdoor wijzigt o.a. de

Nadere informatie

Maatregelenverordening IOAW / IOAZ

Maatregelenverordening IOAW / IOAZ Maatregelenverordening IOAW / IOAZ Het Algemeen Bestuur van het Intergemeentelijk Samenwerkingsverband Werk en Inkomen (ISWI); gelezen het voorstel van het Dagelijks Bestuur van 30 september 2010, inzake

Nadere informatie

Raadsvoorstel Handhavingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Weststellingwerf 2015.

Raadsvoorstel Handhavingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Weststellingwerf 2015. - 1 - Raadsvoorstel ALGEMENE GEGEVENS Agendapunt Registratienummer 2014-000985/r Portefeuillehouder CT Griffier 0561-691201 BIJLAGEN (in te vullen door griffier) Voorstel nee ja, Concept besluit Begrotingswijziging

Nadere informatie

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen No. 2010/696 De raad van de gemeente Coevorden; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 21 januari 2010, bijlagenr. 696; gelet op artikel 8, lid 1 en artikel 18 van de Wet werk en bijstand;

Nadere informatie

vast te stellen: de Verordening handhaving Wet werk en bijstand. het college van burgemeester en wethouders van de gemeente

vast te stellen: de Verordening handhaving Wet werk en bijstand. het college van burgemeester en wethouders van de gemeente De raad van de gemeente Sint Anthonis; overwegende dat met betrekking tot bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand, alsmede van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet, in het kader van

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het College van burgemeester en wethouders van 10 april 2012;

gelezen het voorstel van het College van burgemeester en wethouders van 10 april 2012; De Raad van de gemeente Sint Anthonis; gelezen het voorstel van het College van burgemeester en wethouders van 10 april 2012; gelet op artikel 147 van de Gemeentewet en de bepalingen van de algemene wet

Nadere informatie

B&W 21 december 2010 Gemeenteblad GEWIJZIGDE INVULLING VAN RICHTLIJN NR B044 OVERZICHT HOOGTE VERLAGINGEN

B&W 21 december 2010 Gemeenteblad GEWIJZIGDE INVULLING VAN RICHTLIJN NR B044 OVERZICHT HOOGTE VERLAGINGEN Jaar: 2010 Nummer: 118 Besluit: B&W 21 december 2010 Gemeenteblad GEWIJZIGDE INVULLING VAN RICHTLIJN NR B044 OVERZICHT HOOGTE VERLAGINGEN Het college van burgemeester en wethouders, Gelet op artikel 8,

Nadere informatie

Registratienr.: 1804/620 Handhavingverordening WWB, IOAW/Z 2012

Registratienr.: 1804/620 Handhavingverordening WWB, IOAW/Z 2012 Registratienr.: 1804/620 Handhavingverordening WWB, IOAW/Z 2012 Handhaving verordening Gemeente Culemborg ex artikel 18 WWB en artikel 35 IOAW/Z Handhavingverordening Wet werk en bijstand (WWB), Inkomensvoorziening

Nadere informatie

gelet op de Wet werk en bijstand, de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht;

gelet op de Wet werk en bijstand, de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht; Nummer: Onderwerp: Handhavingsverordening Wet werk en bijstand (Wwb). De Gemeenteraad van Haaksbergen; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Haaksbergen; gelet op de Wet werk en bijstand,

Nadere informatie

Toelichting Afstemmingsverordening

Toelichting Afstemmingsverordening Toelichting Afstemmingsverordening Algemene toelichting Rechten en plichten zijn twee kanten van één medaille. Het recht op een uitkering is altijd verbonden aan de plicht zich in te zetten om weer onafhankelijk

Nadere informatie

Afstemmingsverordening WWB Sluis 2013

Afstemmingsverordening WWB Sluis 2013 Verordening Pag. 1/8 Afstemmingsverordening WWB Sluis 2013 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1: Begripsomschrijving In deze verordening wordt verstaan onder: a. de wet: de Wet werk en bijstand (WWB);

Nadere informatie

: 23 augustus 2011 : 5 september 2011. : J.L.M. Vlaar : E.M. de Rijke

: 23 augustus 2011 : 5 september 2011. : J.L.M. Vlaar : E.M. de Rijke RAADSVOORSTEL ter besluitvorming in de raad Datum Forum vergadering Datum Raad vergadering : 23 augustus 2011 : 5 september 2011 Documentnr. Zaaknummer : 598 : Portefeuillehouder Verantwoordelijk MT-lid

Nadere informatie

Fraudeverordening Wet Werk en Bijstand. en Wet Investeren in Jongeren (WIJ) gemeente Kapelle

Fraudeverordening Wet Werk en Bijstand. en Wet Investeren in Jongeren (WIJ) gemeente Kapelle Fraudeverordening Wet Werk en Bijstand en Wet Investeren in Jongeren (WIJ) gemeente Kapelle Ingaande 1 juli 2010 HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN... 3 Artikel 1. Begripsomschrijving... 3 HOOFDSTUK 2. FRAUDEBESTRIJDING...

Nadere informatie

TOELICHTING MAATREGELVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND 2011 GEMEENTE DOETINCHEM.

TOELICHTING MAATREGELVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND 2011 GEMEENTE DOETINCHEM. TOELICHTING MAATREGELVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND 2011 GEMEENTE DOETINCHEM. HOOFDSTUK 1: ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1: Begrippen Dit artikel bevat de verschillende begripsomschrijvingen. De begrippen

Nadere informatie

Gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur van de Intergemeentelijke Sociale Dienst Bollenstreek van.;

Gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur van de Intergemeentelijke Sociale Dienst Bollenstreek van.; De raad van de gemeente.; Gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur van de Intergemeentelijke Sociale Dienst Bollenstreek van.; Gelet op de Gemeenschappelijke Regeling van de Intergemeentelijke Sociale

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders nr. 13.04353;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders nr. 13.04353; GEMEENTERAAD Onderwerp: Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand 2013 Registratienummer: 13.01891 De raad van de gemeente Borger-Odoorn; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

Gemeenteblad Officiële uitgave van de gemeente Huizen Week: 51 Datum: nr. 31

Gemeenteblad Officiële uitgave van de gemeente Huizen Week: 51 Datum: nr. 31 Gemeenteblad Officiële uitgave van de gemeente Huizen Week: 51 Datum: 18-12-2014 nr. 31 Burgemeester en wethouders maken bekend dat de gemeenteraad van Huizen in zijn vergadering van 11 december 2014 besloten

Nadere informatie

VERORDENING HANDHAVING WWB, Bbz, IOAW, IOAZ GEMEENTE BUREN

VERORDENING HANDHAVING WWB, Bbz, IOAW, IOAZ GEMEENTE BUREN VERORDENING HANDHAVING WWB, Bbz, IOAW, IOAZ GEMEENTE BUREN De raad van de gemeente Buren, gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 15 mei 2012, gelet op artikel 8a van de

Nadere informatie

Handhavingsverordening WWB

Handhavingsverordening WWB Handhavingsverordening WWB Midden-Delfland, juli 2004 1 De Raad van de gemeente Midden-Delfland, Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 15 oktober 2004, nr 2004-10-12;

Nadere informatie

Maatregelenverordening Wet werk en bijstand gemeente Borger- Odoorn

Maatregelenverordening Wet werk en bijstand gemeente Borger- Odoorn GEMEENTERAAD Onderwerp: Maatregelenverordening Wet werk en bijstand gemeente Borger- Odoorn Registratienummer: 10.17758 De raad van de gemeente Borger-Odoorn; gelezen het voorstel van het college van burgemeester

Nadere informatie

Maatregelen- en handhavingsverordening Wet werk en bijstand gemeente Woensdrecht. Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Maatregelen- en handhavingsverordening Wet werk en bijstand gemeente Woensdrecht. Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen De raad van de gemeente Woensdrecht; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 14 juni 2004, nr. 2004.06.15, inzake het vaststellen van een maatregelen- en handhavingsverordening,

Nadere informatie

TOELICHTING OP DE MAATREGELENVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND HAARLEMMERMEER

TOELICHTING OP DE MAATREGELENVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND HAARLEMMERMEER TOELICHTING OP DE MAATREGELENVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND HAARLEMMERMEER ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING Artikel 1. Begripsomschrijving De begrippen die in de verordening worden gebruikt hebben een gelijkluidende

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 mei 2005;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 mei 2005; De raad van de gemeente Schouwen-Duiveland; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 mei 2005; gelet op de Wet werk en bijstand, Staatsblad 2003, nummer 375; gelet op

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 14 mei 2013;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 14 mei 2013; V E R G A D E R I N G G E M E E N T E R A A D 2013 B E S L U I T Registratienummer: 216/3 D E R A A D V A N D E G E M E E N T E B E E M S T E R ; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.

Nadere informatie

Datum 2 januari 2018 collegevergadering : raadsvergadering : Portefeuillehouder : Volgnummer :

Datum 2 januari 2018 collegevergadering : raadsvergadering : Portefeuillehouder : Volgnummer : *ZEAC988F0C2* RAADSVOORSTEL Datum Stuurgroep Datum 2 januari 2018 collegevergadering : raadsvergadering : Portefeuillehouder : Volgnummer : 13.09. Omschrijving bijlagen: Onderwerp Handhavingsverordening

Nadere informatie

Maatregelenverordening IAOW en IAOZ

Maatregelenverordening IAOW en IAOZ Maatregelenverordening IAOW en IAOZ Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Besloten door Deze versie is geldig tot (als de vervaldatum

Nadere informatie

Toelichting op de Maatregelenverordening WWB, BBZ 2004, IOAW, IOAZ 2013

Toelichting op de Maatregelenverordening WWB, BBZ 2004, IOAW, IOAZ 2013 Toelichting op de Maatregelenverordening WWB, BBZ 2004, IOAW, IOAZ 2013 Paragraaf 1. Algemene bepalingen Artikel 1. Begripsomschrijvingen Hierbij wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de begripsbepalingen

Nadere informatie

Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand

Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand Bijlage bij nr. 2007-044 (gewijzigd) De raad van de gemeente Houten; Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 22 mei 2007; Gezien het advies van

Nadere informatie

AFSTEMMINGSVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND 2012

AFSTEMMINGSVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND 2012 CVDR Officiële uitgave van Losser. Nr. CVDR212568_2 8 november 2016 AFSTEMMINGSVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND 2012 De raad van de gemeente Losser; - gelezen het voorstel van het college van burgemeester

Nadere informatie

Maatregelenverordening IOAW en IOAZ 2013 gemeente Velsen

Maatregelenverordening IOAW en IOAZ 2013 gemeente Velsen Maatregelenverordening IOAW en IOAZ 2013 gemeente Velsen Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begrippen 1.In deze verordening wordt verstaan onder: a. IOAW: de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk

Nadere informatie

Maatregelenverordening gemeente Dantumadeel

Maatregelenverordening gemeente Dantumadeel - 2 - Class.nr.: -1.848 Nr.: 12 f. De raad der gemeente DANTUMADEEL; gelet op artikel 8, eerste lid, onderdeel b en artikel 18 van de Wet werk en bijstand; de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht

Nadere informatie

BBM gemeente Steenbergen

BBM gemeente Steenbergen De raad van de gemeente Steenbergen; BBM1400783 gemeente Steenbergen overwegende dat de Handhavings- en maatregelenverordening inkomensvoorzieningen 2013 aanpassing behoeft; gezien het voorstel van het

Nadere informatie

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Werk en Inkomen Nieuwegein 2018

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Werk en Inkomen Nieuwegein 2018 CVDR Officiële uitgave van Nieuwegein. Nr. CVDR486442_1 22 mei 2018 Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Werk en Inkomen Nieuwegein 2018 De gemeenteraad van Nieuwegein heeft op 22 februari

Nadere informatie

Handhavingsverordening. Wet werk en Bijstand (Wwb) en Wet investeren in jongeren (WIJ) gemeente Pekela

Handhavingsverordening. Wet werk en Bijstand (Wwb) en Wet investeren in jongeren (WIJ) gemeente Pekela Handhavingsverordening Wet werk en Bijstand (Wwb) en Wet investeren in jongeren (WIJ) gemeente Pekela Doel: Deze verordening heeft als doel nadere regels te stellen betreffende de handhaving met betrekking

Nadere informatie

DE RAAD VAN DE GEMEENTE SINT-OEDENRODE;

DE RAAD VAN DE GEMEENTE SINT-OEDENRODE; DE RAAD VAN DE GEMEENTE SINT-OEDENRODE; GEZIEN HET VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS D.D. 7 DECEMBER 2009, NR. -- /2009; GELET OP DE ARTIKEL 147, EERSTE LID VAN DE GEMEENTEWET, ARTIKEL 8, EERSTE

Nadere informatie

Handhavingsverordening Participatiewet 2015 Documentnummer INT

Handhavingsverordening Participatiewet 2015 Documentnummer INT Handhavingsverordening Participatiewet 2015 Documentnummer INT-14-13315 HANDHAVINGSVERORDENING PARTICIPATIEWET, IOAW EN IOAZ 2015 GEMEENTE BEVERWIJK De raad van de gemeente Beverwijk ; Gelet op artikel

Nadere informatie

Maatregelenverordening WWB, Bbz, Ioaw, Ioaz 2013

Maatregelenverordening WWB, Bbz, Ioaw, Ioaz 2013 Maatregelenverordening WWB, Bbz, Ioaw, Ioaz 2013 Paragraaf 1. Algemene bepalingen Artikel 1. Begripsomschrijvingen De begrippen die in deze verordening worden gebruikt en niet nader worden omschreven hebben

Nadere informatie

Artikel 1 Begripsomschrijving

Artikel 1 Begripsomschrijving Bijlage 3: Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand 2005' De raad van de gemeente Brunssum; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 16 november 2005 (Gemeenteblad nr. 2005/ 97 ), gelet

Nadere informatie

Maatregelenverordening Wet werk en bijstand ISWI

Maatregelenverordening Wet werk en bijstand ISWI Maatregelenverordening Wet werk en bijstand ISWI Het Algemeen Bestuur van het Intergemeentelijk Samenwerkingsverband Werk en Inkomen (ISWI); gelezen het voorstel van het Dagelijks Bestuur van 3 maart 2009,

Nadere informatie

: Boeteverordening Wet Inburgering Nieuwkomers 2005

: Boeteverordening Wet Inburgering Nieuwkomers 2005 Gemeente n Eergen op Zoom Datum raadsvergadering Nummer Onderwerp : 2 8 APR, 2005 : SMD/05/04 : Boeteverordening Wet Inburgering Nieuwkomers 2005 Aan de gemeenteraad, Voorstel De boeteverordening Wet inburgering

Nadere informatie

Handhavingsverordening PARTICIPATIEWET, IOAW, IOAZ en Bbz gemeente Groesbeek gemeente Groesbeek 2015

Handhavingsverordening PARTICIPATIEWET, IOAW, IOAZ en Bbz gemeente Groesbeek gemeente Groesbeek 2015 Handhavingsverordening PARTICIPATIEWET, IOAW, IOAZ en Bbz gemeente Groesbeek 2015 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Besloten door

Nadere informatie

Wetstechnische informatie

Wetstechnische informatie Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie gemeente Heemskerk Officiële naam regeling Maatregelenverordening Wet werk en bijstand 2008 Citeertitel Maatregelenverordening Wet

Nadere informatie

TOELICHTING. Artikelsgewijze toelichting

TOELICHTING. Artikelsgewijze toelichting TOELICHTING T Artikelsgewijze toelichting Artikel 1. Begripsomschrijving De begrippen die in de verordening worden gebruikt hebben een gelijkluidende betekenis als de omschrijving in de WWB, IOAW, IOAZ,

Nadere informatie

VERORDENING HANDHAVING WWB/WIJ

VERORDENING HANDHAVING WWB/WIJ VERORDENING HANDHAVING WWB/WIJ Artikel 1. Begripsbepalingen 1. Deze verordening verstaat onder: a. de wet: de Wet werk en bijstand (WWB), de Wet investeren in jongeren (WIJ), de Wet inkomensvoorziening

Nadere informatie

Onderwerp : Handhavingsverordening WWB, IOAW en IOAZ 2013 gemeente Beverwijk

Onderwerp : Handhavingsverordening WWB, IOAW en IOAZ 2013 gemeente Beverwijk Raadsvoorstel *Z00439FA3CD* Aan de raad Documentnummer : INT-13-02777 Afdeling : Samenleving Onderwerp : Handhavingsverordening WWB, IOAW en IOAZ 2013 gemeente Beverwijk Inleiding In de Wet werk en bijstand

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL. Onderwerp. : StadThuis

RAADSVOORSTEL. Onderwerp. : StadThuis RAADSVOORSTEL Onderwerp : Wijziging Afstemmingsverordening WWB in verband met de Wet tot bundeling van uitkeringen inkomensvoorziening aan gemeenten (BUIG) Raadsvergadering : 7 juli 2010 Politieke markt

Nadere informatie

Verordening maatregelen Lelystad

Verordening maatregelen Lelystad Verordening maatregelen Lelystad Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Besloten door Deze versie is geldig tot (als de vervaldatum

Nadere informatie