Nieuwe Interventies voor Kinderen met ADHD: Moderatoren en Mediatoren van Dieetinterventies, Neurofeedbacktraining en Werkgeheugentraining

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Nieuwe Interventies voor Kinderen met ADHD: Moderatoren en Mediatoren van Dieetinterventies, Neurofeedbacktraining en Werkgeheugentraining"

Transcriptie

1 Nieuwe Interventies voor Kinderen met ADHD: Moderatoren en Mediatoren van Dieetinterventies, Neurofeedbacktraining en Werkgeheugentraining Annelieke Hagen Studentnummer: Begeleid door: P. Prins Universiteit van Amsterdam Datum:

2 Inhoudsopgave Abstract 3 1. Inleiding 4 2. Dieetinterventies 6 Effectiviteit van dieetinterventies op ADHD bij kinderen 7 Moderatoren van dieetinterventies bij kinderen met ADHD 8 Mediatoren van dieetinterventies bij kinderen met ADHD 9 Conclusie dieetinterventies Neurofeedbacktraining 11 Effectiviteit van neurofeedbacktraining op ADHD bij kinderen 12 Moderatoren van neurofeedbacktraining bij kinderen met ADHD 14 Mediatoren van neurofeedbacktraining bij kinderen met ADHD 15 Conclusie neurofeedbacktraining Werkgeheugentraining 16 Effectiviteit van werkgeheugentraining op ADHD bij kinderen 16 Moderatoren van werkgeheugentraining voor ADHD bij kinderen 19 Mediatoren van werkgeheugentraining voor ADHD bij kinderen 19 Conclusie werkgeheugentraining Conclusie & Discussie 21 Literatuurlijst 23 2

3 Abstract In deze these worden recente ontwikkelingen rondom interventies voor ADHD bij kinderen in kaart gebracht en geëvalueerd. Dieetinterventies, neurofeedbacktraining en werkgeheugentraining worden toegelicht en onderzocht op effectiviteit, mogelijke moderatoren en mediatoren. Vastgesteld wordt dat een bepaald restrictief eliminatie dieet effectief is. Daarnaast zijn er aanwijzingen dat het weglaten van kleurstoffen of het toevoegen van omega-3 en of omega-6 aan het dieet een positieve invloed heeft op het verminderen van ADHD symptomen. Ook voor neurofeedbacktraining en werkgeheugentraining komen er uit interventieonderzoeken positieve resultaten naar voren. Bij werkgeheugentraining is er ook gekeken naar een training met spelelementen. Ook hier zijn positieve resultaten gevonden. Wellicht zou een verhoogde motivatie in deze training een positieve invloed op de uitkomsten hebben. Geconcludeerd wordt dat er nog zeer weinig onderzoek naar moderatoren en mediatoren is uitgevoerd waar in vervolgonderzoek aandacht aan zal moeten worden besteed. 3

4 1. Inleiding In dit literatuuronderzoek zal een overzicht worden geschetst van recente ontwikkelingen op het gebied van interventies voor ADHD problematiek. ADHD is een stoornis waarbij kinderen in extreme mate, meer dan leeftijdsadequaat is, overbeweeglijkheid, aandachtsproblemen en impulsiviteit laten zien wat het dagelijks leven van deze kinderen aanzienlijk kan verstoren (Prins & van der Oord, 2008). Momenteel zijn psycho-educatie, medicatie, gedragstherapie en de combinatie medicatie met gedragstherapie de meest gebruikelijke interventies voor ADHD. Mede door bevindingen uit de bekende MTA studie waarbij intensieve behandeling met medicatie of met een combinatie van gedragstherapie en medicatie, effectiever bleek dan intensieve gedragstherapie alleen is er in richtlijnen voor de behandeling van ADHD een nadruk op medicatie komen te liggen (Jensen et al., 2007; Foolen, 2013). Er is echter uit de follow-up na 36 maanden van de MTA gebleken dat er na die tijd geen voordeel meer te zien was van medicatie boven gedragstherapie (Jensen et al., 2007). Daarnaast kan medicatie voor ADHD, met name langdurig gebruik van methylphenidaat (Ritalin), ook ongewenste effecten veroorzaken zoals groeiproblemen, cardiologische problemen en verstoorde slaap (Graham, Banaschewski, Buitelaar, Coghill, Danckaerts, Ditmann et al., 2011). Er zijn recent nieuwe interventievormen ontwikkeld die wellicht werkzaam zijn bij het behandelen van ADHD bij kinderen en die mogelijk kunnen dienen als alternatief voor medicatie. Daarbij is het belangrijk om na te gaan welke interventie voor welk kind in welke omgeving het beste werkt met de minste onaangename bijwerkingen. Daarnaast is het van belang te onderzoeken hoe een interventie werkt. Wanneer men weet wat de belangrijke, werkzame componenten van een interventie zijn kan men die gebruiken bij het ontwikkelen van nieuwe interventies. Ook kan men dan interventies beperken tot de werkzame componenten en veel tijd, geld en energie besparen door onnodige componenten weg te laten. In deze studie zal gekeken worden naar drie soorten nieuwe interventies: dieetinterventies, neurofeedbacktraining en werkgeheugentraining. Voor deze drie interventies zullen de volgende drie vragen beantwoord worden: Is deze 4

5 interventie effectief?, Wat zijn mogelijke moderatoren van deze interventie? en Wat zijn mogelijke mediatoren? Een moderator is een variabele die de richting en of sterkte van een verband tussen een predictor en een uitkomst beïnvloedt. Een moderator zegt dus iets over de voorwaarden waaronder of voor wie een predictor leidt tot een bepaalde uitkomst (Frazier, Tix & Barron, 2004). In het geval van interventieonderzoek is dat bijvoorbeeld dat interventie A voor jongens leidt tot uitkomst X maar voor meisjes tot uitkomst Y. In dit geval is sekse een moderator van het behandeleffect. Wanneer de relatie tussen een predictor, bijvoorbeeld een interventie conditie, en een behandeluitkomst, bijvoorbeeld vooruitgang op ADHD symptomen, zwakker is dan je zou verwachten kan het verstandig zijn te testen op moderatie effecten. Voor een bepaalde groep werkt de interventie wellicht beter dan voor een andere groep. Om een moderator effect te onderzoeken bepaalt men eerst op basis van theorie een mogelijke moderator. Men kan bijvoorbeeld verwachten dat een bepaalde behandeling beter werkt voor mensen met een hogere intelligentie. Intelligentie is in dit geval een moderator van het behandeleffect. Vervolgens kan men met behulp van een hiërarchische multipele regressie analyse, of bij categorische variabelen een ANOVA, nagaan of er daadwerkelijk sprake is van een, significant, moderatie effect (Frazier, Tix & Barron, 2004). Een mediator is een variabele die de relatie tussen een predictor en een uitkomst verklaart. Een mediator zegt iets over hoe of waarom een predictor leidt tot een bepaalde uitkomst. Een mediator is in het geval van interventies dus ook wel een werkzaam component van de interventie. Een bepaalde behandeling voor ADHD kan er bijvoorbeeld voor zorgen dat kinderen een beter werkgeheugen ontwikkelen. Dit kan ten gevolge hebben dat deze kinderen minder ADHD symptomen vertonen en dat de behandeling dus effect heeft. Het verbeteren van het werkgeheugen kan gezien worden als een mediator van de behandeling. De component werkgeheugentraining uit deze behandeling blijkt hier een effectieve component te zijn en het is dus zinvol deze in de behandeling te laten. Om een mediator effect te onderzoeken bepaalt men eerst op basis van theorie een mogelijke mediator. In een bepaalde behandeling voor depressie zou men bijvoorbeeld aandacht kunnen besteden aan het vergroten van het sociale 5

6 netwerk. Een groter sociaal netwerk zou kunnen bijdragen aan een positieve behandeluitkomst. Hier wordt verwacht dat het vergroten van het sociale netwerk een mediator van de behandeling is. Vervolgens gaat men in drie stappen na, met een multipele regressie, of er daadwerkelijk sprake is van een mediatie effect. De eerste stap is het vaststellen van een significante relatie tussen predictor en uitkomst, de relatie tussen de behandeling en de vermindering van depressiesymptomen. De tweede stap is het vaststellen dat de predictor gerelateerd is aan de mediator. Is de behandeling gerelateerd aan een groter sociaal netwerk. De derde stap is het vaststellen dat de mediator gerelateerd is aan de uitkomst waarbij gecontroleerd word voor de effecten van de predictor op de uitkomst (Frazier, Tix & Barron, 2004). Hier gaat men dus na of een groter sociaal netwerk gerelateerd is aan de vermindering van depressiesymptomen waarbij men controleert voor de bij stap één vastgestelde relatie tussen behandeling en vermindering op depressiesymptomen. 2. Dieetinterventies Er zijn verschillende soorten dieetinterventies bekend. Zo zijn er restrictie diëten welke slechts een aantal hypoallergene voedingsmiddelen bevatten, zoals kalkoen, rijst, een aantal groentes en peer. Bij eliminatie diëten begint men in eerste instantie met meer verschillende voedingsmiddelen dan in een restrictie dieet en wanneer er geen effect optreedt worden er meer voedingsmiddelen geëlimineerd. Er wordt in studies ook wel gesproken van een restrictief eliminatie dieet waarbij men begint met een al vrij restrictief dieet wat eventueel, wanneer het niet effectief genoeg is, nog verder wordt geëlimineerd (Pelsser et al., 2011). Daarnaast zijn er dieet interventies waarbij kunstmatige kleurstoffen uit het dieet worden weggelaten. Tenslotte zijn er de dieet interventies waarbij er supplementen met vetzuren aan het dieet worden toegevoegd (Sonuga-Barke et al., 2013). Van bepaalde onverzadigde vetzuren zoals omega-3 en omega-6, die relatief weinig voorkomen in het Westerse dieet, is al bekend dat ze een grote rol spelen bij aspecten van de fysieke gezondheid zoals het functioneren van het cardiovasculair- en het immuunsysteem. Gedacht wordt dat deze vetzuren wellicht ook een belangrijke rol spelen bij verschillende neurologische en psychische aandoeningen, waaronder ADHD. Deze vetzuren 6

7 hebben een invloed op de signaaltransductie in het brein en zijn cruciaal voor de normale ontwikkeling van het brein (Richardson & Puri, 2002). Aanwijzingen uit bloedonderzoek suggereren dat er een verband is tussen tekorten van deze vetzuren en een aantal van de gedrag- en leerproblemen die centraal staan bij ADHD (Stevens et al., 1996, aangehaald in Richardson & Puri, 2002). Op het gebied van dieetinterventies is er door Sonuga-Barke et al. (2013) een belangrijke meta-analyse uitgevoerd. Hierbij zijn analyses gedaan voor verschillende type dieet en psychologische interventies. Inclusiecriteria voor deze studie waren dat de onderzoeken gedaan waren bij kinderen met ADHD tussen de drie en achttien jaar. Dat de studies gerandomiseerd waren en een geschikte controleconditie hadden. Een placebo, actieve, treatment as usual of wachtlijstconditie werden gezien als een geschikte controleconditie. Bovendien moesten de studies gepubliceerd zijn in een peer reviewed tijdschrift. Studies waarbij deelnemers geselecteerd waren op een zeldzame comorbide stoornis, zoals fragiele x syndroom, waren geëxcludeerd. Effectiviteit van dieetinterventies op ADHD bij kinderen Voor een restrictief dieet lijkt de bewijskracht vrij groot. Er is in de studie van Sonuga-Barke et al. (2013) een meta-analyse gedaan over zeven restrictieve eliminatie dieet studies met in totaal 407 deelnemers. Uit deze analyse kwamen grote significante effecten van vooruitgang op ADHD symptomen naar voren. Deze bevindingen gingen echter omlaag tot net niet meer significant wanneer men alleen de studies waarbij de beoordelaar van het ADHD gedrag blind was voor de conditie waarin het kind zat meenam. Een andere recente meta-analyse werd uitgevoerd over zes gecontroleerde trials met in totaal 195 kinderen door Nigg, Lewis Edinger & Falk (2012). Deze meta-analyse betrof studies die tussen 1976 en 2011 gedaan zijn en die dubbelblind en gecontroleerd waren. Uit deze analyse kwam naar voren dat 41.5% van de deelnemers (95% CI 22%-64%) responsief was bij een restrictief eliminatie dieet. Dat betekende in dit geval een afname van ADHD symptomen van minimaal 25%. Hierbij is een effectgrootte van 0.27 gevonden. Een andere vorm van een dieet interventie is het elimineren van kunstmatige kleurstoffen uit het dieet. In de studie van Sonuga-Barke et al. 7

8 (2013) is er een meta-analyse uitgevoerd over acht gecontroleerde studies met in totaal 294 kinderen. Uit deze analyse kwamen kleine maar significante positieve effecten naar voren voor het elimineren van kunstmatige kleurstoffen op ADHD symptomen. Een andere meta-analyse is uitgevoerd door Nigg et al. (2012) over 23 dubbelblinde, placebo gecontroleerde, crossover design studies gepubliceerd tussen 1978 en 2007 met in totaal 870 deelnemers. In deze studies werd over het algemeen eerst een restrictiedieet gevolgd waarin onder andere alle kunstmatige kleurstoffen uit het dieet waren geëlimineerd. Vervolgens werd een koekje, capsule of drankje met één of meerdere kunstmatige kleurstoffen aangeboden om zo een samenhang tussen, bepaalde, kleurstoffen en ADHD symptomen indien aanwezig vast te kunnen stellen. Uit deze meta-analyse is naar voren gekomen dat een aantal kleurstoffen significant samenhangen met een verhoging in ADHD symptomen zoals gerapporteerd door de ouders. Een derde dieet interventie is het geven van supplementen met de vetzuren omega-3 en of omega-6. Er is in de studie van Sonuga-Barke et al. (2013) een meta-analyse uitgevoerd over elf studies met in totaal 827 deelnemers. Uit deze analyse is een zeer klein maar significant positief effect naar voren gekomen van deze supplementen op vermindering van ADHD symptomen. Moderatoren van dieetinterventies bij kinderen met ADHD Een mogelijke moderator van dieetinterventies is sensitiviteit voor bepaalde soorten voeding. Dit zou betekenen dat deze interventies dus beter werken voor kinderen die sensitief zijn voor bepaalde voedingsmiddelen dan voor kinderen die dat niet zijn. Uit de meta-analyse van Sonuga-Barke et al. (2013) is gebleken dat de positieve effecten van dieetinterventies stukken kleiner zijn wanneer studies met een op sensitiviteit voorgeselecteerde proefpersonen groep worden weggelaten uit de analyses. Dit kan duiden op sensitiviteit voor specifieke voeding als moderator voor deze interventie. Daarnaast zouden bepaalde ouderkenmerken ook een modererende rol kunnen spelen bij dieetinterventies. Er is gebleken dat oudertrainingen voor kinderen met ADHD minder effectief zijn als de ouders zelf ook ADHD 8

9 symptomen vertonen (Sonuga-Barke, Thompson, Abikoff, Klein & Brotman, 2006). Bij dieetinterventies spelen de ouders ook een belangrijke rol aangezien zij grotendeels beslissen over wat het kind eet. Discipline bij de ouders om het dieet goed vol te houden en niet te smokkelen zouden kunnen bijdragen aan een betere uitkomst van de interventie. Ouders die zelf ADHD symptomen hebben, hebben hier wellicht meer moeite mee. Daarnaast kan het zijn dat ouders die meedoen met het dieet van het kind, die enthousiast en motiverend zijn, zorgen voor verhoogde motivatie en doorzettingsvermogen van het kind wat wellicht weer tot een betere uitkomst van de interventie leidt. ADHD bij de ouders, motivatie bij de ouders en dieettrouw zouden moderatoren van dieetinterventies kunnen zijn. Hier is echter nog geen onderzoek over gepubliceerd. Mediatoren van dieetinterventies bij kinderen met ADHD Voor het weglaten van kunstmatige kleurstoffen als interventie voor ADHD is geen overtuigend bewijs gevonden. Wel kan gesteld worden dat een aantal kleurstoffen een negatieve invloed zouden kunnen hebben op ADHD symptomen en dat het elimineren hiervan wellicht een werkzame component, een mediator, van restrictie en eliminatie diëten is (Nigg, Lewis, Edinger & Falk, 2012). Immunoglobuline E (IgE) is betrokken bij typische voedselallergie. In reacties op eten, die niet gemedieerd worden door IgE zou de beoordeling van Immunoglobuline G (IgG) waardes bruikbaar kunnen zijn bij het samenstellen van een dieet voor kinderen met ADHD. Gedacht wordt dat het eten van voedsel dat leidt tot hoge IgG waarde zorgt voor een terugval in gedrag bij ADHD nadat er positieve resultaten zijn bereikt met een restrictie eliminatie dieet. Pellsser et al. (2011) hebben een mediatie toets uitgevoerd om dit te onderzoeken. Exclusie criteria voor dit onderzoek waren het reeds volgen van een dieet, therapie of gebruik van medicijnen. Ook kinderen met familieomstandigheden die de kans vergrootte dat ze de studie niet af zouden maken werden uitgesloten van deelname. De 50 deelnemende kinderen, tussen de vier en acht jaar, volgden eerst een restrictief eliminatie dieet. De 30 kinderen die responsief waren voor dit dieet kwamen daarna in een crossover design challenge fase. Hierbij werden 9

10 ofwel voedingsmiddelen die leiden tot hoge IgG waardes aan het dieet toegevoegd, ofwel voedingsmiddelen die leiden tot lage IgG waardes. Bij 19 van de 30 kinderen vond een terugval op ADHD symptomen plaats, onafhankelijk van IgG waardes. IgG waardes lijken geen mediator van deze dieetinterventie te zijn. Het voorschrijven van diëten op basis van IgG waardes lijkt daarom afgeraden te moeten worden. Conclusie dieetinterventies Het restrictief eliminatie dieet zoals beschreven in Pelsser et al. (2011) kan volgens de APA regels geclassificeerd worden als bewezen effectief aangezien meer dan twee onafhankelijke, gecontroleerde studies positieve significante resultaten vinden. Deze behandeling is dan ook door het Nederlands Jeugdinstituut ( geclassificeerd als bewezen effectief. Het is echter belangrijk dat men zich realiseert dat uit de studies naar voren komt dat ongeveer 60% van de kinderen profijt heeft van deze behandeling. Om optimaal adviezen te kunnen geven met betrekking tot het al dan niet implementeren van een dergelijke interventie zal moeten worden uitgezocht voor wie deze behandeling werkzaam is en voor wie niet of minder. Een restrictief dieet is namelijk zwaar om te volgen en moet daarom alleen ingezet worden als interventie bij kinderen die er ook daadwerkelijk profijt van zullen hebben. Daarnaast is het belangrijk te onderzoeken wat de werkzame mechanismen van een dergelijk dieet zijn. Zo kan men ervoor zorgen dat alleen die componenten worden opgenomen in een interventie zodat de interventie optimaal en doelgericht kan zijn. Voor het weglaten van kunstmatige kleurstoffen als interventie voor ADHD is geen overtuigend bewijs. Wel kan gesteld worden dat een aantal kleurstoffen een negatieve invloed zouden kunnen hebben op ADHD symptomen en dat het zinvol is om bij kinderen met ADHD te kijken of ze profijt hebben van het weglaten van deze kleurstoffen. Voor het toevoegen van supplementen met vetzuren als omega-3 en omega-6 aan het dieet als interventie voor kinderen met ADHD is op dit moment weinig bewijs. De kleine positieve resultaten laten wel zien dat het toevoegen van dergelijke supplementen de moeite waard is om verder te onderzoeken. 10

11 3. Neurofeedbacktraining In neurofeedbacktraining leren deelnemers specifieke aspecten van neurale activiteit bewust te moduleren. Neurofeedbacktraining is een procedure van operant leren: feedback van neurale activiteit wordt gegeven via visuele en of auditieve informatie en veranderingen in de juiste richting worden positief bekrachtigd. Neurofeedbacktraining leidt tot neuronale veranderingen veroorzaakt door de hersenactiviteit van de cliënt (Gevensleben et al., 2013). Bij kinderen met ADHD zijn de zogenaamde theta/beta training en de training van Slow Cortical Potentials (SCPs) de meest gebruikte vormen van neurofeedbacktraining. Bevindingen van EEG studies geven de beweegreden voor het toepassen van deze trainingen bij ADHD. In het EEG in rust (wakker, ontspannen en meestal met de ogen dicht) is een verhoogde theta en/of een verlaagde alpha en beta activiteit, voornamelijk in de centrale en frontale regio s geassocieerd met ADHD. Dit wijst op corticale onderprikkeling. Hierdoor lijkt het plausibel dat het verlagen van activiteit in de theta band en het verhogen van activiteit in de beta band en de alpha band een positieve invloed zou kunnen hebben op ADHD symptomen. Dit is dan ook wat men beoogt te bewerkstelligen in neurofeedbacktrainingen zoals theta/beta training en SCP training. Ook andere neurofeedbacktrainingen werken op een soortgelijke manier (Bakhshayesh et al., 2011). Een kind zit bij een dergelijke training voor een computerscherm en moet een taakje uitvoeren. Het moet bijvoorbeeld een smiley laten lachen of een aapje in een boom laten klimmen. Het kind heeft elektroden opgeplakt gekregen en neurale activiteit in de juiste richting (lagere theta activiteit of hogere beta/alpha activiteit) wordt beloond doordat de smiley gaat lachen of het aapje gaat klimmen. Vaak wordt gewerkt met een token systeem waarbij het kind chocolade of een speeltje kan verdienen wanneer het aapje een bepaalde hoogte heeft geklommen of de smiley een bepaalde tijd heeft gelachen. Meestal bestaan neurofeedbacktrainingen uit ongeveer 40 sessies van 50 minuten (Bakhshayesh et al., 2011). Effectiviteit van neurofeedbacktraining op ADHD bij kinderen 11

12 Een Randomised Controlled Trial (RCT) is uitgevoerd door Gevensleben et al. (2010) met 100 kinderen. Een aandachtstraining op de computer werd gebruikt als controle conditie. De kinderen in de neurofeedback conditie kregen 18 blokken van 50 minuten verdeeld over 9 sessies theta/beta training en 18 blokken van 50 minuten verdeeld over 9 sessies SCP training. Bij de theta/beta training was er op het scherm een balk voor theta en een balk voor beta activiteit te zien. De kinderen moesten zelf strategieën verzinnen om de ene balk kleiner en de andere balk groter te krijgen. Bij de SCP training moesten ze een balletje omhoog of omlaag zien te krijgen wat ook hier weer lukte door verandering van neurale activiteit in de juiste richting. Kinderen kunnen hier bewust strategieën voor ontwikkelen waarbij ontspanning en alertheid een rol spelen. In de controle conditie kreeg men 36 blokken van 50 minuten aandachtstraining. Bij de aandachtstraining deden de kinderen oefeningen in visuele en auditieve perceptie, vastgehouden aandacht, waakzaamheid en reactiviteit op de computer. Ouder beoordelingen op de ADHD beoordelingsschaal en andere vragenlijsten die ADHD symptomen en moeilijk gedrag meten werden voor de training, na de eerste 18 blokken, op het einde van de training en bij een 6 maanden follow-up gemeten. Neurofeedbacktraining bleek superieur in vergelijking met de aandachtstraining met een medium effectsize van 0.6. Dit effect was nog steeds zichtbaar bij een 6 maanden follow-up. De theta/beta training en de SCP training leidde tot een vergelijkbare vooruitgang. Ouders van de kinderen in de twee condities verschilden niet in verwachtingen of tevredenheid met de training. In een andere RCT van Bakshayesh et al. (2011) werd neurofeedbacktraining, theta/beta training, vergeleken met een EMG biofeedback controle groep. Aan dit onderzoek namen 35 kinderen tussen de zes en 14 jaar deel. Bij EMG biofeedback deden de kinderen dezelfde taakjes als in de neurofeedback conditie (een smiley laten lachen, een aapje laten klimmen, of een balletje balanceren). Hierbij waren de elektrodes echter anders geplaatst. Nu konden de kinderen de taakjes uitvoeren doormiddel van ontspanning, in plaats van door veranderingen in neurale activiteit. EMG biofeedback werkt ook met bekrachtiging waarvoor dus gecontroleerd werd. Er werd een groot effect gevonden op aandachtssymptomen en een klein tot matig effect op 12

13 hyperactiviteit en impulsiviteit. Voor hyperactiviteit en impulsiviteit symptomen kon niet worden vastgesteld dat neurofeedbacktraining beter was dan biofeedback. Bij de aandachtstestjes, bleek neurofeedbacktraining superieur boven EMG biofeedback. Echter de steekproef van deze studie was zo klein dat men eigenlijk geen medium effectsizes kan detecteren met voldoende power. Een derde RCT werd uitgevoerd door Duric (2012) met een steekproef van 91 kinderen waarbij neurofeedbacktraining vergeleken werd met medicatie en met de combinatie neurofeedbacktraining en medicatie. De neurofeedbacktraining bestond uit theta/beta training en medicatie bestond uit methylfenidaat (Ritalin). Aandacht en hyperactiviteit werden geëvalueerd met de Manual for the Assesment of Disruptive Behavior Disorders- Rating Scale for Parents. Deze werd afgenomen voor en na de training. Ouders rapporteerden verbetering in alle drie de behandelgroepen op zowel aandacht als hyperactiviteit. De verandering was vrij sterk voor hyperactiviteit en zwakker voor aandacht, beiden waren significant. Neurofeedbacktraining leidde tot significante verbeteringen in de kernsymptomen van ADHD die vergelijkbaar waren met die van medicatie en de combinatie van neurofeedbacktraining en medicatie. Er is nog geen degelijk placebo gecontroleerd onderzoek gepubliceerd waaruit positieve resultaten naar voren komen voor NF training. Waarschijnlijk komt dit voornamelijk door de kwaliteit van het placebo onderzoek dat er is: zeer kleine steekproeven of er werden geen gestandaardiseerde neurofeedbacktraining protocollen gebruikt. In een placebo gecontroleerd onderzoek van Perreau-Linck, Lessard, Levesque & Beauregard (2010) werden 40 sessie van sensorimotor rythm/ theta training vergeleken met 40 prerecorded sessions van de EEG activiteit van de auteur. Normaal gesproken hebben de hersengolven van de deelnemer effect op de feedback die het kind krijgt. Heeft het veranderingen in de goede richting dan krijgt het kind positieve feedback. In dit geval hadden veranderingen in hersenactiviteit van de deelnemer geen invloed op de feedback die de deelnemer kreeg. De EEG activiteit van de auteur werd namelijk gebruikt (afgespeeld) en het kind had daardoor geen invloed op de taak. Voor en na de trainingen werden de Conner s ouder beoordelingsschaal, neuropsychologische tests, executieve functie tests en een intelligentietest 13

14 afgenomen. De steekproef was zeer klein, negen deelnemers, waardoor het analyseren van de resultaten en trekken van conclusies met grote voorzichtigheid gedaan moet worden. Voor alle deelnemers, behalve één in de placebo groep, was er vooruitgang op ADHD symptomen volgens de ouders. Door de kleine steekproef kunnen specifieke neurofeedbacktraining effecten niet geëvalueerd worden. Het feit dat er in de placebo groep ook vooruitgang was suggereert dat er misschien andere factoren zoals motivatie of verwachtingen kunnen bijdragen aan de uitkomst van neurofeedbacktraining. Tenslotte is er in het eerder beschreven onderzoek van Sonuga-Barke et al. (2011) een meta-analyse gedaan over acht studies met in totaal 273 deelnemers. Uit deze analyse kwamen significante positieve effecten voor neurofeedbacktraining op ADHD symptomen naar voren. Wanneer echter alleen de vier studies met blinde beoordelaars werden meegenomen in de analyse waren de resultaten niet langer significant. Moderatoren van neurofeedbacktraining bij kinderen met ADHD Er is nog weinig onderzoek naar moderatoren van neurofeedbacktraining gedaan. Een toename in cortical negative variation (CNV) kan gezien worden als een neuroplastische verandering ten gevolge van SCP training. Dit is een bepaalde SCP die in kinderen met ADHD vaak verstoord lijkt te zijn. Gebleken is dat een hogere CNV voor de training samenhing met een betere klinische uitkomst van de training. Het is dus mogelijk dat baseline CNV niveau het effect van neurofeedbacktraining, SCP in dit geval, modereert (Gevensleben et al., 2013). Dit effect zal verder onderzocht moeten worden, maar wellicht is het verstandig het CNV niveau vooraf te meten om zo te bepalen of een bepaald kind veel profijt van een SCP interventie zal hebben. Voor theta/beta training bleek theta activiteit, op een EEG in rust, voor de training samen te hangen met klinische verbetering na de training. En voor SCP training bleek alpha activiteit voor de training samen te hangen met klinische vooruitgang na de training (Gevensleben et al., 2013). De theta of alpha activiteit zou dus een moderator kunnen zijn voor respectievelijk theta/beta en SCP training. De drie bovengenoemde moderatoren zijn echter nog niet uitgebreid onderzocht. 14

15 Mediatoren van neurofeedbacktraining bij kinderen met ADHD Het is bekend dat er gedurende het hele leven veranderingen in de neurale circuits in het brein plaatsvinden en er nieuwe neuronen bijkomen. Bij ADHD zien we dat, net als bij veel andere psychologische stoornissen, er in bepaalde delen van het brein (limbisch, frontostriatal en prefrontaal) sprake is van abnormaliteiten in neurale circuits. Succesvolle behandeling van dergelijke psychologische stoornissen gaan vaak samen met plastische veranderingen in het brein. Neurofeedbacktraining zou effectief kunnen zijn door het bevorderen van de kracht van synaptische verbindingen door het herhaaldelijk samen vuren van neuronen (Niv, 2013). Het is dus goed mogelijk dat neuroplasticiteit en het sterker worden van neurale circuits een werkzaam mechanisme van neurofeedbacktrainingen is. Dit is echter nog niet onderzocht. Het Default Mode Network (DMN) is een netwerk in het brein dat actief is gedurende intrinsieke activiteiten, dat wil zeggen tijdens spontane gedachten die onafhankelijk zijn van externe stimuli. DMN abnormaliteiten zijn gevonden bij Alzheimer, schizofrenie, autisme, depressie en ADHD wat suggereert dat dit netwerk bij gezonde personen een regulatieve functie heeft. Een aantal neurofeedbackspecialisten stelt dat neurofeedbacktraining DMN-activiteit reguleert wat de zelfregulerende capaciteiten van het brein zou vergroten en daarmee een positieve invloed zou hebben op symptomen van onder andere ADHD (Niv, 2013). In dit geval zou regulatie van DNM activiteit een mediator van Neurofeedback training zijn. Ook dit is nog niet met een mediatie toets onderzocht. Conclusie neurofeedbacktraining Voor neurofeedbacktraining zijn er al positieve resultaten gevonden in interventiestudies. Een groot voordeel van deze interventie zou zijn dat het een interventie is die invloed heeft op de hersenactiviteit zonder nieuwe elementen zoals medicatie of magnetische activiteit toe te voegen. Het brein leert meer adaptieve activiteit aan in plaats van afhankelijk te zijn van stimuli van buiten af (Niv, 2013). Over moderatoren en mediatoren van neurofeedbacktraining is nog niet veel bekend. Hier zal meer onderzoek naar gedaan moeten worden om de 15

16 interventie te optimaliseren en toe te kunnen passen bij kinderen die er daadwerkelijk profijt van zullen hebben. 4. Werkgeheugentraining Er is een sterke correlatie tussen problemen met het werkgeheugen en ADHD (Donk, Hiemstra-Beernink, Tjeen-Kalff & van der Leij, 2013). Gedacht wordt dat visuospatieel werkgeheugen de meest aangetaste executieve functie is bij ADHD (Martinussen et al., 2005 aangehaald in Dovis, Van der Oord, Wiers & Prins, 2012). Het werkgeheugen is een cognitief systeem dat sterk gerelateerd is aan directe aandacht en aan de mogelijkheden van een persoon om te redeneren met nieuwe informatie. Doordat het werkgeheugen een centrale rol speelt in algehele cognitie is er steeds meer onderzoek naar de mogelijkheden van het trainen van het werkgeheugen om brede cognitieve veranderingen te bewerkstelligen (Shipstead, Redick & Engle, 2012). In de meeste tot nu toe uitgevoerde studies naar werkgeheugentraining is gebruik gemaakt van de Cogmed Working Memory Training software. De Cogmed training bestaat uit een aantal simpele verbale en visuo-spatiele simple span werkgeheugentaakjes die worden aangeboden op de computer. De training duurt vijf weken met daarin vijf trainingsdagen. De training duurt ongeveer 45 minuten per dag. Cogmed is een adaptief programma waarbij de trial-to-trial prestaties bepalen hoe moeilijk de taak word. Zowel forward als backward recall worden geoefend (Shipstead, Redick & Engle, 2012). Cogmed RM is bedoeld voor kinderen tussen de zeven en 17 jaar oud. Daarnaast bestaat er ook een versie voor kinderen van drie tot zeven en een versie voor volwassenen. Effectiviteit van werkgeheugentraining op ADHD bij kinderen Klingberg et al. (2005), hebben Cogmed ontwikkeld om in deze studie de effectiviteit van een intensieve werkgeheugentraining te onderzoeken. Drieënvijftig kinderen tussen de zeven en 12 jaar met een diagnose ADHD namen deel aan de studie. Exclusie criteria waren gebruik van ADHD medicatie, comorbide ODD, ASS of depressie, toevallen, een motorische of perceptuele handicap, opleidingsniveau en sociaaleconomische status die het onwaarschijnlijk maakt dat de deelnemer de procedure zal volgen en afronden en acute medische aandoeningen. De kinderen 16

17 werden willekeurig toegewezen aan de Cogmed conditie of aan de controle conditie. De kinderen in de controle conditie werkten ook met het Cogmed programma, hier waren de oefeningen echter niet adaptief maar op een constant laag niveau. De belangrijkste uitkomstmaat was de span-board taak, een visuospatiele werkgeheugen taak die niet in de training voor kwam. Ook werden beoordelingschalen door ouders en leraren ingevuld en enkele andere executieve functie tests afgenomen. Werkgeheugen ging significant meer vooruit in de Cogmed conditie dan in de controle conditie. Ook verbeterde deze kinderen significant meer op de ouderbeoordelingen wat betreft ADHD symptomen. De groepen verschilden niet significant van elkaar op de leraren beoordeling. Tenslotte verbeterde kinderen uit de Cogmed conditie significant meer op responsinhibitie en complex redeneren. Deze verschillen waren nog steeds significant bij een follow-up na drie maanden. In een studie van Beck, Hanson, Puffenberger, Benninger & Benninger (2010) werd Cogmed RM, vergeleken met een wachtlijst controle conditie. Tweeënvijftig kinderen tussen de zeven en 17jaar met een diagnose ADHD deden mee. Voor de training, na de training en bij een 4 maanden follow-up vulden ouders en leraren vragenlijsten in over werkgeheugen, executief functioneren en ADHD symptomen. Ouderbeoordelingen lieten een significante verbetering in aandacht, aantal ADHD symptomen, initiatie, planning en organisatie en werkgeheugen zien. Leraarbeoordelingen lieten geen significante verbetering zien. In veel studies, zoals de hierboven beschreven studie van Beck et al., wordt vooruitgang slechts gemeten met vragenlijsten en of taakjes. De volgende studie maakt ook gebruik van directe gedragsobservatie om zo vast te kunnen stellen of de in de training geleerde vaardigheden ook generaliseren naar minder off-task gedrag. Aan deze studie van Green et al. (2012) met een gerandomiseerd dubbelblind placebo gecontroleerd design, namen 26 kinderen tussen de zeven en 14 jaar deel. In de experimentele conditie deden de deelnemers 90 trials van het adaptieve Cogmed programma per dag voor 25 dagen. Dit nam ongeveer 40 minuten per dag in beslag. In de placebo controle conditie was het computerprogramma waarmee de kinderen werkten niet adaptief. Met het Restricted Academic Situations Task (RAST) observatiesysteem werd off-task gedrag tijdens een schoolse taak gemeten. Hoe vaak kijkt kind weg van zijn blaadje, raakt het andere dingen die niet met de taak te maken hebben aan en dergelijke. Ook werd de Conner s ouder beoordelingsschaal ingevuld en werden werkgeheugen taakjes afgenomen. De werkgeheugentraining leidde tot een 17

18 significante afname in off-task gedrag en tot verbetering op de werkgeheugentaakjes. Op de ouderbeoordeling was er geen significant verschil tussen de groepen. Vrijwel alle studies naar werkgeheugentraining maken gebruik van de Cogmed software. Er zijn recentelijk echter ook andere programma s ontwikkeld voor het trainen van het werkgeheugen bij kinderen. Bijvoorbeeld Braingame Brian, dit is een executieve functie training waarbij een van de onderdelen die getraind wordt het werkgeheugen is, naast inhibitie en cognitieve flexibiliteit. Hierbij zijn spelelementen aan de training toegevoegd. Het kind, als hoofdpersoon Brian, lost allerlei problemen op in een spelwereld waarbij hij executieve functie taakjes uitvoert om zijn doel te bereiken (Prins et al., 2010). Er is een studie gedaan naar de effectiviteit van deze executieve functie (EF) training door van der Oord, Ponsioen, Geurts, ten Brink & Prins (2012). In deze studie werden 40 kinderen tussen de acht en 12 jaar met ADHD willekeurig toegewezen aan de EF conditie of een wachtlijst controle conditie. De training bestond uit 25 sessies van ongeveer 40 minuten. Geconcludeerd werd dat kinderen in de EF conditie na de training significant meer vooruitgang lieten zien op ouder- en leraarbeoordelingen van EF en ADHD gedrag dan de kinderen uit de wachtlijstconditie. Gesteld moet worden dat het hier om een executieve functie training gaat met meerdere elementen. Er kan niet zonder meer geconcludeerd worden dat de positieve resultaten (deels) aan de werkgeheugentraining toe te schrijven zijn. Kinderen met ADHD lijken een abnormale sensitiviteit voor beloningen te hebben waardoor sterkere motivatie nodig is om hen optimaal te doen presteren. Wanneer een werkgeheugentraining motivatie verbetert zal dit dus wellicht een positieve invloed op de uitkomst van de training hebben. Prins, Dovis, Ponsioen, ten Brink en van der Oord (2011) bestudeerden de voordelen van het toevoegen van spelelementen aan standaard werkgeheugentraining. Hierbij werd vooral gekeken of spelelementen motivatie en training prestaties zouden verbeteren. In dit onderzoek werden 51 kinderen tussen de zeven en 12 jaar willekeurig toegewezen aan een werkgeheugentraining met spelelementen of aan standaard werkgeheugentraining zonder spelelementen. Beiden groepen deden drie wekelijkse werkgeheugentraining sessies. Kinderen in de spelvorm conditie lieten meer motivatie zien, wat onder andere gemeten werd door de tijd die ze aan trainen besteedden. Ook hadden zij betere prestaties, meer reeksen gemaakt en minder fouten. Bovendien hadden zij op de nameting betere werkgeheugenscores op de werkgeheugen taakjes (Prins et al., 18

19 2011). Het lijkt dus voordelig om spelelementen toe te voegen aan werkgeheugentrainingen. Moderatoren van werkgeheugentraining voor ADHD bij kinderen Een mogelijke moderator bij werkgeheugentraining zou sekse kunnen zijn. Dit vooral in het geval van de werkgeheugentraining met spelelementen. Over het algemeen spelen jongens meer computer spelletjes en lijken hierin meer geïnteresseerd dan meisjes. In het eerder beschreven onderzoek van Prins et al. (2011) is aan de deelnemende kinderen gevraagd hoe leuk ze het vonden en is er gekeken naar hun motivatie. Meisjes leken echter niet minder gemotiveerd voor de training en er evenveel plezier aan te beleven als de jongens. Wel moet gesteld worden dat er in dit onderzoek maar zes meisjes in de spelconditie zaten. Daarom lijkt het verstandig in vervolgonderzoek te kijken of meisjes inderdaad even gemotiveerd zijn als jongens en dus ook evenveel aan de training hebben. Een andere moderator van werkgeheugentraining zou de werkgeheugen capaciteit aan het begin van de training kunnen zijn. Bij kinderen met ADHD die weinig werkgeheugen problemen hebben valt er wellicht ook niet veel verbetering op ADHD symptomen te behalen met een werkgeheugentraining. Dit zal waarschijnlijk een minderheid zijn aangezien de meeste kinderen met ADHD ook problemen met het werkgeheugen hebben (Donk et al., 2013). Wel zou het zo kunnen zijn dat kinderen met een slechter werkgeheugen meer vooruitgang kunnen boeken dan kinderen met een bijna normaal werkgeheugen waar dan sprake zou zijn van plafondeffecten. Dit is echter nog niet onderzocht. Mediatoren van werkgeheugentraining voor ADHD bij kinderen Een mogelijke manier waarop werkgeheugen training werkt is verandering in hersenactiviteit. Werkgeheugen training leidt tot een hogere activiteit in de prefrontale cortex (Olesen, Westerberg & Klingberg, 2003). Bij kinderen met ADHD ontwikkelt de prefrontale cortex later, dit is een gebied wat vaak verlaagde activiteit laat zien bij mensen met ADHD (Shaw et al., 2007). Wellicht is verhoging van activiteit in de prefrontale cortex dus een mediator van werkgeheugentraining. Dit zou onderzocht moeten worden aan de hand van een mediatie toets Verder hebben kinderen met ADHD ook problemen met werkgeheugentaken door motivatie problemen. Kinderen met ADHD hebben sterkere bekrachtiging nodig 19

20 om optimaal te presteren dan kinderen zonder ADHD. Een werkzame component uit de werkgeheugentraining zou verhoogde motivatie kunnen zijn. Vooral in werkgeheugentrainingen in spelvorm, zoals Braingame Brian (Prins et al., 2010), wordt veel aandacht besteed aan het bekrachtigen en motiveren van deelnemers. Wellicht is verhoogde motivatie, door de uitdagende leuke training, een werkzaam mechanisme van de training. Conclusie werkgeheugentraining bij kinderen met ADHD Werkgeheugentraining is een veelbelovende interventie voor kinderen met ADHD. Bij deze training wordt het werkgeheugen verbeterd zonder dat het kind afhankelijk blijft van stimuli van buiten af zoals bij medicatie. De lange termijn effecten van werkgeheugentraining moeten nog goed onderzocht worden. Mochten de effecten ook op langere termijn, een jaar of twee à drie, standhouden is dat nog een groot voordeel tegenover medicatie. Bij medicatie verdwijnen de effecten meteen na het stoppen met de medicatie. Daarnaast lijken de effecten na twee à drie jaar ook vaak te verdwijnen ook al gebruikt men de medicatie nog steeds (Jenssen et al., 2007). Werkgeheugentraining lijkt ook een manier om schoolprestaties bij kinderen met ADHD indirect te verbeteren aangezien de training ook effect heeft op het verminderen van off-task gedrag (Green et al., 2012). Hier zou nog meer onderzoek naar gedaan moeten worden. Schoolprestaties van kinderen met ADHD zijn vaak minder omdat ze veel off-task gedrag vertonen. Dat werkgeheugentraining dit gedrag helpt verminderen pakt dus een belangrijk probleem van ADHD aan. Werkgeheugentraining met spelelementen lijkt een nog positievere invloed te hebben dan standaard werkgeheugentraining. Dit wellicht doordat het helpt de motivatie problemen van kinderen met ADHD te verminderen. Aangezien deze vorm van werkgeheugentraining nog heel recent is, is het verstandig hier meer onderzoek naar te doen. Wellicht blijkt dan dat het effectiever is om trainingen in spelvorm toe te gaan passen. Ook bij werkgeheugentraining is er nog nauwelijks tot geen onderzoek gedaan naar moderatoren en mediatoren. Om goed te kunnen bepalen voor wie deze interventie geschikt is en welke componenten van de training effectief zijn zal hierin vervolgonderzoek aandacht aan moeten worden besteed. 20

21 5. Conclusie & Discussie In deze these zijn drie verschillende nieuwe interventies voor het behandelen van ADHD bekeken. Aangezien het onderzoek naar deze interventies nog vrij recent is zijn er een aantal aandachtspunten waar in het vervolg rekening mee gehouden dient te worden. Bij dieet interventies, neurofeedbacktraining en werkgeheugentraining onderzoek heeft de verwachting van de beoordelaars mogelijk invloed gehad op de gevonden uitkomsten. Wanneer men in de meta-analyse van Sonuga-Barke et al. (2013) alleen de studies met blinde beoordeelaars meenam werden er kleinere effecten gevonden die zelfs net niet meer significant waren voor dieetinterventies en neurofeedbacktraining. Ook bij werkgeheugentraining waren de beoordeelaars vaak niet blind voor de conditie waarin het kind zat. Het is dus verstandig om in vervolgonderzoek te werken met objectieve maten en blinde beoordelaars. Voor alle drie de onderzochte interventies zijn er nog een aantal aandachtspunten. Naar moderatoren en mediatoren voor dieet interventies is nog nauwelijks onderzoek gedaan. Omdat dieet interventies, voornamelijk een restrictie dieet, erg zwaar kunnen zijn om te volgen is het verstandig om in vervolgonderzoek meer aandacht te besteden aan voor welk kind een dergelijke interventie het meest effectief is. Zodat er vooraf beter bepaald kan worden wat voor een interventie voor een kind geschikt is. Men zou kunnen onderzoeken of sensitiviteit voor voeding en bepaalde ouderkenmerken het behandeleffect daadwerkelijk modereren. Daarnaast is het van belang te onderzoeken wat de werkzame mechanismen. Zo kan men alleen die componenten toe passen die daadwerkelijk effectief zijn en de interventie hiermee wellicht minder intensief maken zonder af te doen aan effectiviteit. Bij neurofeedbacktraining zullen de lange termijn effecten goed onderzocht moeten worden. Huidige studies beschrijven wel follow-up resultaten na een aantal maanden maar over de echt lange termijn van bijvoorbeeld een aantal jaar is nog niets bekend. Er is ook nog nauwelijks iets bekend over moderatoren en mediatoren bij neurofeedbacktraining. Aangezien neurofeedbacktraining vrij intensief van aard is, vaak wel 40 sessies. Is het van belang om te onderzoeken voor wie deze interventies vooral geschikt zijn en 21

22 voor wie niet of minder. Inzicht in de werkzame mechanismen zou helpen bij het verder ontwikkelen en verbeteren van deze interventie. Bij onderzoek naar werkgeheugentraining worden er in de meeste onderzoeken slechts één of enkele werkgeheugentaakjes gebruikt. Dit is erg weinig om een goed beeld van het werkgeheugen van een kind te krijgen. Daarnaast is het belangrijk om uitkomstmaten te gebruiken die niet in de training zijn gebruikt om vast te kunnen stellen of er niet slechts sprake is van taak specifiek leren maar ook van generalisatie (Shipstead, Redick & Engle, 2012). Er zijn in deze these een aantal mogelijke moderatoren en mediatoren van werkgeheugentraining aangedragen zoals sekse en motivatie. Hier zal in vervolgonderzoek nog meer aandacht aan moeten worden besteed om hier inzicht in te krijgen. Dieetinterventies, neurofeedbacktraining en werkgeheugentraining lijken alle veelbelovende interventies voor de behandeling van ADHD. Het lijkt waarschijnlijk dat voor een deel van de kinderen met ADHD één van deze interventies te verkiezen valt boven de nu zo gebruikelijke medicatie interventie. Dit voornamelijk aangezien medicatie geen blijvende, structurele veranderingen teweegbrengt en de positieve effecten van medicatie verdwijnen zodra men stopt met de medicatie. Ook lijkt medicatie op de lange termijn niet effectief. Daarnaast zijn de in de inleiding genoemde bijwerkingen van medicatie serieus waardoor het vermijden van medicatie indien mogelijk verstandig lijkt. Ook al lijken de drie in dit literatuuroverzicht uitgelichte interventies veelbelovend zijn ze nog niet zo goed onderzocht dat er uitsluitsel over hun effectiviteit te geven valt. Er is nog zorgwekkend weinig onderzoek gedaan naar mogelijke moderators en mediators van deze drie interventies. Dergelijk onderzoek is van het hoogste belang om meer inzicht te krijgen in welke interventie het meest geschikt is voor welk kind. Er zal namelijk nooit de ideale interventie gevonden worden voor elk kind met ADHD in plaats daarvan zal gekeken moeten worden welke interventie past bij welk kind in welke situatie. Inzicht in de werkzame mechanismen van deze interventies is van belang om deze interventies verder te ontwikkelen en te verbeteren. Om ze zo in te kunnen zetten dat ze zo tijd en kosten effectief mogelijk zijn. 22

23 Literatuurlijst Bakhshayesh, A. R., Hänsch, S., Wyschkon, A., Rezai, M. J., & Esser, G. (2011). Neurofeedback in ADHD: a single-blind randomized controlled trial. European Child and Adolescent Psychiatry, 20, Beck, S. J., Hanson, C. A., Puffenberger, S. S., Benninger, K. L., & Benninger, W. B. (2010). A controlled trial of working memory training for children and adolescents with ADHD. Journal of Clinical Child and Adolescent Psychology, 39, Donk van der, M. L. A., Hiemstra-Beernink, A. C., Tjeen-Kalff, A. C., Leij van der, A. V., & Lindauer, R. J. L. (2013). Interventions to improve executive functioning and working memory in school-aged children with AD(H)D: a randomized controlled trial and stepped-care approach. BMC Psychiatery, 13, 23. Dovis, S., Oord van der, S., Wiers, R. W., & Prins, P. J. M. (2012). Can motivation normalize working memory and task persistence in children with attentiondeficit/hyperactivity disorder? The effects of money and computer-gaming. Journal of Abnormal Child Psychology, 40, Dovis, S., Oord van der, S., Wiers, R. W., & Prins, P. J. M. (2013). What part of working memory is not working in ADHD? Short-term memory, the central executive and effects of reinforcement. Journal of Abnormal Chils Psychology (published in advance online, opgehaald van op ). Duric, N. S., Assmus, J., Gundersen, D., & Elgen, I. (2012). Neurofeedback for the treatment of children and adolescents with ADHD: a randomized and controlled clinical trial using parental reports. BMC Psychiatery, 12, 107.?? Foolen, N. Wat werkt bij jeugdigen met ADHD. (2013). Opgehaald 2 mei 2013, van Frazier, P. A., Tix, A. P., & Barron, K. E. (2004). Testing moderator and mediator effects in counseling psychology research. Journal of Counseling Psychology, 51, Gevensleben, H., Holl, B., Albrecht, B., Schlamp, D., Kratz, O., Studer, P. et al. 23

24 (2010). Neurofeedback training in children with ADHD: 6-month follow-up of a randomized controlled trial. European Child and Adolescent Psychiatry, 19, Gevensleben, H., Kleemeyer, M., Rothenberger, L. G., Studer, P., Flaig-Röhr, A., Moll, G. H. et al. (2013). Neurofeedback in ADHD: Further pieces of the puzzle. Brain Topography online nog goed naar verwijzen Graham, J., Banaschewski, T., Buitelaar, J., Coghill, D., Danckaerts, M., Dittmann, R. W., et al. (2011). European guidelines on managing adverse effects of medication for ADHD. European Child and Adolescent Psychiatry, 20, Green, C. T., Long, D. L., Green, D., Iosif, A. M., Dixon, J. F., Miller, M. R., et al. (2012). Will working memory training generalize to improve off-task behavior in children with attention-deficit/hyperactivity disorder? Neurotherapeutics, 9, Jensen, P. S., Arnold, E., Swanson, J. M., Vitielo, B., Abikoff, H. B., Greenhill, L. L. et al. (2007). 3-Year follow-up of the NIMH MTA study. Journal of the American Academy of Child & Adolescent Psychiatry, 46, Klingberg, T., Fernell, E., Olesen, P. J., Johnson, M., Gustafsson, P., Dahlström, K., et al. (2005). Computerized training of working memory in children with ADHD: A randomized, controlled trial. Journal of the American Academy of Child & Adolescent Psychiatry, 44(2), Nigg, J. T., Lewis, K., Edinger, T., & Falk, M. (2012). Meta-analysis of attention deficit/hyperactivity disorder or attention deficit/hyperactivity disorder symptoms, restriction diet, and synthetic food color additives. Journal of the American Academy of Child & Adolescent Psychiatry, 5, Niv, S. (2013). Clinical efficacy and potential mechanisms of neurofeedback. Personality and Individual Differences, 54, Olesen, P. J., Westerberg, H., & Klingberg, T. (2003). Increased prefrontal and parietal activity after training of working memory. Nature Neuroscience, 7, Oord van der, S., Ponsioen, A. J. G. B., Geurts, H. M., Brink ten, E. L., & Prins, P. J. M. (2012). A pilot study of the efficacy of computerized executive functioning remediation training with game elements for children with ADHD in an outpatient setting: Outcome on parent- and teacher- rated executive 24

De effectiviteit van Braingame Brian: samenvatting van het evaluatie-onderzoek 2012 2015

De effectiviteit van Braingame Brian: samenvatting van het evaluatie-onderzoek 2012 2015 De effectiviteit van Braingame Brian: samenvatting van het evaluatie-onderzoek 2012 2015 1. Inleiding BB is een gecomputeriseerde cognitieve training voor kinderen met zelfregulatieproblemen (bv. kinderen

Nadere informatie

What Part of Working Memory is not Working in ADHD? The effect of Reinforcement on Short Term Memory and the Central Executive

What Part of Working Memory is not Working in ADHD? The effect of Reinforcement on Short Term Memory and the Central Executive What Part of Working Memory is not Working in ADHD? The effect of Reinforcement on Short Term Memory and the Central Executive Drs. Sebastiaan Dovis Promovendus Klinische Ontwikkelingspsychologie Theorieën

Nadere informatie

Neurofeedback: een geschikte behandeling voor autisme?

Neurofeedback: een geschikte behandeling voor autisme? Neurofeedback: een geschikte behandeling voor autisme? Mirjam Kouijzer, MSc Radboud Universiteit Nijmegen Het programma Controversiële behandelingen Wat is biofeedback? Mijn onderzoek naar de effecten

Nadere informatie

Dr. Barbara van den Hoofdakker, klinisch psycholoog - gedragstherapeut Accare Universitair Centrum Groningen. Lezing GGNet 27 juni 2013 1

Dr. Barbara van den Hoofdakker, klinisch psycholoog - gedragstherapeut Accare Universitair Centrum Groningen. Lezing GGNet 27 juni 2013 1 Dr. Barbara van den Hoofdakker, klinisch psycholoog - gedragstherapeut Accare Universitair Centrum Groningen Lezing GGNet 27 juni 2013 1 Behandelmogelijkheden bij kinderen met ADHD in de basisschoolleeftijd

Nadere informatie

18-4-2013. Werkgeheugen en executieve functies. Opzet presentatie. 1. Executieve functies. 1. Executieve functies. 1. Werkgeheugen. 1.

18-4-2013. Werkgeheugen en executieve functies. Opzet presentatie. 1. Executieve functies. 1. Executieve functies. 1. Werkgeheugen. 1. Opzet presentatie Werkgeheugen en executieve functies Wat moeten we ermee in de klinische praktijk? 1. Werkgeheugen en executieve functies werkgeheugen en executieve functies 12 april 2013 Brigitte Vugs

Nadere informatie

Cogmed Werkgeheugen Training & Transfer & ROI. Cogmed is opgenomen in de Databank Effectieve Jeugdinterventies van het Nederlands Jeugdinstituut.

Cogmed Werkgeheugen Training & Transfer & ROI. Cogmed is opgenomen in de Databank Effectieve Jeugdinterventies van het Nederlands Jeugdinstituut. Cogmed Werkgeheugen Training & Transfer & ROI Cogmed is opgenomen in de Databank Effectieve Jeugdinterventies van het Nederlands Jeugdinstituut. Introductie en inhoud Onderliggende research Voorwaarden

Nadere informatie

WORM WORking Memory training een onderzoek naar de effecten van Werkgeheugentraining bij kinderen met ADHD 19 januari 2009 Martine van Dongen¹², Marieke Lansbergen¹, Sascha Roos², Kina Potze², Nadine Schalk²,

Nadere informatie

- 172 - Prevention of cognitive decline

- 172 - Prevention of cognitive decline Samenvatting - 172 - Prevention of cognitive decline Het percentage ouderen binnen de totale bevolking stijgt, en ook de gemiddelde levensverwachting is toegenomen. Vanwege deze zogenaamde dubbele vergrijzing

Nadere informatie

Bio (EEG) feedback. Reflecties vanuit de klinische praktijk. Kannercyclus 09-05-2011 Dr. EWM (Lisette) Verhoeven

Bio (EEG) feedback. Reflecties vanuit de klinische praktijk. Kannercyclus 09-05-2011 Dr. EWM (Lisette) Verhoeven Bio (EEG) feedback Reflecties vanuit de klinische praktijk Kannercyclus 09-05-2011 Dr. EWM (Lisette) Verhoeven Neurofeedback -Een vraag uit de spreekkamer- Minimaal 1500 Literatuur 2008 literatuur search

Nadere informatie

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals Gedragsproblemen komen veel voor onder kinderen en adolescenten. Als deze problemen ernstig zijn en zich herhaaldelijk voordoen, kunnen ze een negatieve invloed hebben op het dagelijks functioneren van

Nadere informatie

Vroeginterventie via het internet voor depressie en angst

Vroeginterventie via het internet voor depressie en angst Samenvatting 141 Vroeginterventie via het internet voor depressie en angst Hoofdstuk 1 is de inleiding van dit proefschrift. Internetbehandeling voor depressie en angst is bewezen effectief. Dit opent

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het

Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het Samenvatting Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het individu als op populatieniveau. Effectieve

Nadere informatie

Plannen en organiseren bij adolescenten met ADHD. Prof.dr. Saskia van der Oord klinische psychologie

Plannen en organiseren bij adolescenten met ADHD. Prof.dr. Saskia van der Oord klinische psychologie Plannen en organiseren bij adolescenten met ADHD Prof.dr. Saskia van der Oord klinische psychologie Inhoud v Theoretische verklaringen ADHD v Plannen en organiseren bij ADHD v In het dagelijkse leven?

Nadere informatie

Executieve Functies en Werkgeheugen. Dr. Dorine Slaats Klinisch neuropsycholoog

Executieve Functies en Werkgeheugen. Dr. Dorine Slaats Klinisch neuropsycholoog Executieve Functies en Werkgeheugen Dr. Dorine Slaats Klinisch neuropsycholoog U krijgt antwoord op: 1. Wat is het werkgeheugen? 2. Hoe belangrijk is het werkgeheugen? 3. En wat als het werkgeheugen faalt?

Nadere informatie

Werkgeheugen - Onderzoek - Praktijk

Werkgeheugen - Onderzoek - Praktijk Het trainen van het werkgeheugen bij ontwikkelingsstoornissen: waarom zou je? Drs. B.J.L.Gerrits, psycholoog-psychotherapeut Presentatie Werkgeheugen wetenswaardigheden Onderzoek naar werkgeheugentrainingen

Nadere informatie

Executieve functies in vogelvlucht (met autisme als voorbeeld)

Executieve functies in vogelvlucht (met autisme als voorbeeld) Executieve functies in vogelvlucht (met autisme als voorbeeld) Hilde M. Geurts Universiteit van Amsterdam Dr. Leo Kannerhuis Boodschap 1. Bij mensen met verschillende diagnoses zien we meer EF problemen

Nadere informatie

Cognitive Training for Children with ADHD. Individual Differences in Training and Transfer Gains M.L.A. van der Donk

Cognitive Training for Children with ADHD. Individual Differences in Training and Transfer Gains M.L.A. van der Donk Cognitive Training for Children with ADHD. Individual Differences in Training and Transfer Gains M.L.A. van der Donk Nederlandse samenvatting De laatste jaren is het aanbod van niet farmacologische behandelingen

Nadere informatie

kun je ze trainen? Executieve Functies: ARTIKELEN

kun je ze trainen? Executieve Functies: ARTIKELEN Executieve Functies: kun je ze trainen? Brigitte Vugs, Pleun Huijbregts en Juliane Cuperus Steeds vaker blijkt dat kinderen met een taalontwikkelingsstoornis problemen hebben op het gebied van executieve

Nadere informatie

Studie type Populatie Patiënten kenmerken Interventie Controle Dataverzameling

Studie type Populatie Patiënten kenmerken Interventie Controle Dataverzameling Evidence tabel bij ADHD in kinderen en adolescenten (studies naar adolescenten met ADHD en ) Auteurs, Gray et al., 2011 Thurstone et al., 2010 Mate van bewijs A2 A2 Studie type Populatie Patiënten kenmerken

Nadere informatie

BEHANDELING VAN ADHD: MEDICATIE OF NIET-MEDICAMENTEUS?

BEHANDELING VAN ADHD: MEDICATIE OF NIET-MEDICAMENTEUS? BEHANDELING VAN ADHD: MEDICATIE OF NIET-MEDICAMENTEUS? Drs. Carlijn Bergwerff & dr. Marleen Bink nr. Het begint met een idee DEEL 1: WETENSCHAPPELIJKE INZICHTEN Voorstellen ADHD Medicatie Alternatieven

Nadere informatie

Behandeling van Executieve Functies bij kinderen met TOS Bevindingen en implicaties van een pilot-studie

Behandeling van Executieve Functies bij kinderen met TOS Bevindingen en implicaties van een pilot-studie Behandeling van Executieve Functies bij kinderen met TOS Bevindingen en implicaties van een pilot-studie Pleun Huijbregts 13 november 2014 Opzet presentatie 1. Executieve functies (EF) 2. EF en TOS 3.

Nadere informatie

Samenvatting. BurcIn Ünlü Ince. Recruiting and treating depression in ethnic minorities: the effects of online and offline psychotherapy

Samenvatting. BurcIn Ünlü Ince. Recruiting and treating depression in ethnic minorities: the effects of online and offline psychotherapy Samenvatting 194 Dit proefschrift start met een algemene inleiding in hoofdstuk 1 om een kader te scheppen voor de besproken artikelen. Migratie is een historisch fenomeen die vaak resulteert in verbeterde

Nadere informatie

Screening en behandeling van psychische problemen via internet. Viola Spek Universiteit van Tilburg

Screening en behandeling van psychische problemen via internet. Viola Spek Universiteit van Tilburg Screening en behandeling van psychische problemen via internet Viola Spek Universiteit van Tilburg Screening en behandeling van psychische problemen via internet Online screening Online behandeling - Effectiviteit

Nadere informatie

rapporteerden. Er werden geen verschillen gevonden in schoolprestaties, spijbelgedrag en middelengebruik tussen de verschillende groepen.

rapporteerden. Er werden geen verschillen gevonden in schoolprestaties, spijbelgedrag en middelengebruik tussen de verschillende groepen. Samenvatting Samenvatting Depressie en angst zijn de meest voorkomende psychische stoornissen in de adolescentie met een enorme impact op het individu. Veel adolescenten rapporteren depressieve en angst

Nadere informatie

Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu

Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu Nederlandse Samenvatting De adolescentie is levensfase waarin de neiging om nieuwe ervaringen op te

Nadere informatie

Executieve functies en emotieregulatie. Annelies Spek Klinisch psycholoog/senior onderzoeker Centrum autisme volwassenen, GGZ Eindhoven

Executieve functies en emotieregulatie. Annelies Spek Klinisch psycholoog/senior onderzoeker Centrum autisme volwassenen, GGZ Eindhoven Executieve functies en emotieregulatie Annelies Spek Klinisch psycholoog/senior onderzoeker Centrum autisme volwassenen, GGZ Eindhoven Inhoud 1. Executieve functies en emotieregulatie 2. Rol van opvoeding

Nadere informatie

Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen

Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen SAMENVATTING Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen klinische populaties, waaronder ook de Aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit (ADHD). Ook al wordt

Nadere informatie

Dieet,supplementen en Cogmed

Dieet,supplementen en Cogmed Dieet,supplementen en Cogmed Arine Vlieger en Anne van Lammeren Wie gaat naar alternatief genezer? Bron CBS NCCAM The National Center for Complementary and Alternative Medicine (NCCAM) Onderdeel van National

Nadere informatie

UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM, FACULTEIT DER MAATSCHAPPIJ EN GEDRAGSWETENSCHAPPEN,

UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM, FACULTEIT DER MAATSCHAPPIJ EN GEDRAGSWETENSCHAPPEN, UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM, FACULTEIT DER MAATSCHAPPIJ EN GEDRAGSWETENSCHAPPEN, PROGRAMMAGROEP KLINISCHE ONTWIKKELINGSPSYCHOLOGIE Executief disfunctioneren bij kinderen met ADHD Een onderzoek naar de effectiviteit

Nadere informatie

MEMANTINE-ADDITIE AAN CLOZAPINE 1. Memantine-additie aan Clozapine bij Therapieresistente Schizofrenie

MEMANTINE-ADDITIE AAN CLOZAPINE 1. Memantine-additie aan Clozapine bij Therapieresistente Schizofrenie MEMANTINE-ADDITIE AAN CLOZAPINE 1 Memantine-additie aan Clozapine bij Therapieresistente Schizofrenie (Memantine Add-On Therapy to Clozapine in Refractory Schizophrenia) David M.H. Buyle David M.H. Buyle

Nadere informatie

Dagelijkse dosis visolie verbetert de prestaties van leerlingen bij nationale examens

Dagelijkse dosis visolie verbetert de prestaties van leerlingen bij nationale examens Onderzoek naar niewe medicijnen duurt jaren en doorloopt een aantal verschillende stadia. Tenslotte worden de medicijnen op mensen getest in klinische trials. Bij stap 1 wordt de veiligheid getest op gezonde

Nadere informatie

Richtlijn kinderen: elke dag minstens 60 minuten matig-intensief bewegen

Richtlijn kinderen: elke dag minstens 60 minuten matig-intensief bewegen SLIM DOOR GYM EEN STUDIE NAAR DE EFFECTEN VAN TWEE TYPEN BEWEGINGSONDERWIJS OP FITHEID, MOTORIEK, COGNITIEVE FUNCTIES, SCHOOLPRESTATIES EN HERSENSTRUCTUUR- EN FUNCTIE Irene van der Fels 1 Namens: A. Meijer

Nadere informatie

Tekst: Anouck Staff en Betty Veenman

Tekst: Anouck Staff en Betty Veenman In elke klas zitten vaak meerdere leerlingen met druk, ongeconcentreerd of opstandig gedrag. Met de invoering van passend onderwijs is de diversiteit binnen klassen toegenomen, en daarmee de vraag van

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Proefschrift_LVerburgh211214.indd 171 21-12-2014 16:46:37 172 Samenvatting ACHTERGROND DEEL A: DE RELATIE TUSSEN BEWEGING EN NEUROCOGNITIEF FUNCTIONEREN Ondanks bewezen gezondheidseffecten

Nadere informatie

Voeding en ADHD. Kleurstof-onderzoek dieet-onderzoek. Acht RED-RCTs. Resultaten Kleurstofonderzoeken. Beperkingen van huidige behandeling

Voeding en ADHD. Kleurstof-onderzoek dieet-onderzoek. Acht RED-RCTs. Resultaten Kleurstofonderzoeken. Beperkingen van huidige behandeling Voeding en ADHD De effecten van een Restricted Elimination Diet (RED) op ADHD Dr Lidy M.J. Pelsser Samen nog Beter, april Beperkingen van huidige behandeling Toename zorgen om bijwerkingen Ondanks gunstige

Nadere informatie

MINDFULNESS EN ACT INTERVENTIES ALS E-HEALTH: EEN META-ANALYSE

MINDFULNESS EN ACT INTERVENTIES ALS E-HEALTH: EEN META-ANALYSE MINDFULNESS EN ACT INTERVENTIES ALS E-HEALTH: EEN META-ANALYSE MARION SPIJKERMAN VGCT CONGRES, 13 NOVEMBER 2015 OVERZICHT Introductie Methode Resultaten Discussie Mindfulness en ACT interventies als ehealth:

Nadere informatie

Dutch summary 1. Dutch summary. Dutch summary

Dutch summary 1. Dutch summary.   Dutch summary http://hdl.handle.net/1765/105797 Dutch summary Dutch summary 1 Dutch summary 2 Erasmus Medical Center Rotterdam Dutch summary 3 Introductie Kinderen die in de neonatale periode zeer ernstig ziek zijn

Nadere informatie

Cognitive Control and Motivation in Children with ADHD: How Reinforcement Interacts with the Assessment and Training of Executive Functioning S.

Cognitive Control and Motivation in Children with ADHD: How Reinforcement Interacts with the Assessment and Training of Executive Functioning S. Cognitive Control and Motivation in Children with ADHD: How Reinforcement Interacts with the Assessment and Training of Executive Functioning S. Dovis Cognitive Control and Motivation in Children with

Nadere informatie

Change Your Mindset! Petra Helmond & Fenneke Verberg Research & Development, Pluryn

Change Your Mindset! Petra Helmond & Fenneke Verberg Research & Development, Pluryn Change Your Mindset! Petra Helmond & Fenneke Verberg Research & Development, Pluryn Doel Change Your Mindset! Korte online interventie om jongeren te leren dat ze de potentie hebben om te veranderen! Theoretische

Nadere informatie

ADHD. Behandelingsstrategieën DSM IV. Diagnostiek. Vragenlijst voor gedragsproblemen bij kinderen (VvGK) ( Attention deficit hyperactivity disorder )

ADHD. Behandelingsstrategieën DSM IV. Diagnostiek. Vragenlijst voor gedragsproblemen bij kinderen (VvGK) ( Attention deficit hyperactivity disorder ) ADHD ( Attention deficit hyperactivity disorder ) Behandelingsstrategieën Evelien Dirks Een ontwikkelingsstoornis Problemen met de concentratieperiode Problemen met de impulsbeheersing Problemen met de

Nadere informatie

On Mindfulness and Autism A. Ridderinkhof

On Mindfulness and Autism A. Ridderinkhof On Mindfulness and Autism A. Ridderinkhof Over Mindfulness en Autisme Kinderen met autismespectrumstoornis (ASS) worden gekenmerkt door problemen in de sociale communicatie en interactie, evenals repetitieve,

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

Beter bij de Les. Marthe van der Donk, Ariane Tjeenk-Kalff, Anne-Claire Hiemstra-Beernink

Beter bij de Les. Marthe van der Donk, Ariane Tjeenk-Kalff, Anne-Claire Hiemstra-Beernink Beter bij de Les Marthe van der Donk, Ariane Tjeenk-Kalff, Anne-Claire Hiemstra-Beernink Drie onderwerpen die aan bod komen 1. Wat zijn executieve functies? 2. Wat is een cognitieve training en wanneer

Nadere informatie

Bedankt voor de interessante website. Ik heb deze vluchtig doorgescand.

Bedankt voor de interessante website. Ik heb deze vluchtig doorgescand. Neurofeedback De laatste tijd komen er steeds vragen over de neurofeedbackmethode. Degenen die belangstelling hebben kunnen hiervoor de volgende site raadplegen op internet; bij de bibliotheek, eventueel.

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Addendum A 173 Nederlandse samenvatting Het doel van het onderzoek beschreven in dit proefschrift was om de rol van twee belangrijke risicofactoren voor psychotische stoornissen te onderzoeken in de Ultra

Nadere informatie

Farmacotherapie bij ontwikkelingsstoornissen ADHD medicatie: te snel en te lang?

Farmacotherapie bij ontwikkelingsstoornissen ADHD medicatie: te snel en te lang? Farmacotherapie bij ontwikkelingsstoornissen ADHD medicatie: te snel en te lang? Pieter Hoekstra Kinder- en jeugdpsychiatrie Accare, Universitair Centrum voor Kinder- en Jeugdpsychiatrie Groningen Relaties

Nadere informatie

AD(H)D. een meetbare hersenfunctiestoornis. A.Haagen, kinderartskinderneuroloog 1

AD(H)D. een meetbare hersenfunctiestoornis. A.Haagen, kinderartskinderneuroloog 1 AD(H)D een meetbare hersenfunctiestoornis 1 Inleiding Wanneer spreken we van ADHD? Hoe stellen we de diagnose? Wat gebeurt er in de hersenen? 2 BEGRIPPEN Attention Deficit Hyperactivity Disorder = Aandachtsstoornis

Nadere informatie

Mathilde Descheemaeker Adriaan Spruyt Dirk Hermans

Mathilde Descheemaeker Adriaan Spruyt Dirk Hermans Mathilde Descheemaeker Adriaan Spruyt Dirk Hermans Experimentele psychopathologie Op zoek naar de psychologische processen die een rol spelen bij het ontstaan, in stand houden en terugval van psychopathologie

Nadere informatie

Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken)

Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken) Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken) 101 102 Hoofdstuk 1. Algemene introductie Het belangrijkste doel van dit proefschrift was het ontwikkelen van de Interactieve Tekentest (IDT), een nieuwe test

Nadere informatie

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5 SAMENVATTING 117 Pas kortgeleden is aangetoond dat ADHD niet uitdooft, maar ook bij ouderen voorkomt en nadelige gevolgen kan hebben voor de patiënt en zijn omgeving. Er is echter weinig bekend over de

Nadere informatie

Melatonin Treatment and Light Therapy for Chronic Sleep Onset Insomnia in Children A. van Maanen

Melatonin Treatment and Light Therapy for Chronic Sleep Onset Insomnia in Children A. van Maanen Melatonin Treatment and Light Therapy for Chronic Sleep Onset Insomnia in Children A. van Maanen Samenvatting Inslaapproblemen komen veel voor bij kinderen en hebben negatieve gevolgen voor gezondheid,

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) * 132 Baby s die te vroeg geboren worden (bij een zwangerschapsduur korter dan 37 weken) hebben een verhoogd risico op zowel ernstige ontwikkelingproblemen (zoals mentale

Nadere informatie

Marijn Nijboer Orthopedagoog i.o.t. GZ-psycholoog Accare UCKJP

Marijn Nijboer Orthopedagoog i.o.t. GZ-psycholoog Accare UCKJP Marijn Nijboer Orthopedagoog i.o.t. GZ-psycholoog Accare UCKJP INHOUD Impulsief en agressief gedrag; normaal op jonge leeftijd? Alarmsignalen Verwijzen? Werkwijze team jonge kinderen zorglijn ADHD en gedragsstoornissen

Nadere informatie

Het voorkomen van geneesmiddel gerelateerde problemen bij oudere patiënten met polyfarmacie ontslagen uit het ziekenhuis

Het voorkomen van geneesmiddel gerelateerde problemen bij oudere patiënten met polyfarmacie ontslagen uit het ziekenhuis Samenvatting Het voorkomen van geneesmiddel gerelateerde problemen bij oudere patiënten met polyfarmacie ontslagen uit het ziekenhuis Hoofdstuk 1 bevat de algemene inleiding van dit proefschrift. Dit hoofdstuk

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

Het begrijpen van heterogeniteit binnen de ziekte van Alzheimer: een neurofysiologisch

Het begrijpen van heterogeniteit binnen de ziekte van Alzheimer: een neurofysiologisch Het begrijpen van heterogeniteit binnen de ziekte van Alzheimer: een neurofysiologisch perspectief Inleiding De ziekte van Alzheimer wordt gezien als een typische ziekte van de oudere leeftijd, echter

Nadere informatie

Braingame Brian Een Executieve Functietraining met game elementen voor kinderen met ADHD

Braingame Brian Een Executieve Functietraining met game elementen voor kinderen met ADHD Braingame Brian Een Executieve Functietraining met game elementen voor kinderen met ADHD Pier J.M. Prins Ontwikkelingspsychologie, Universiteit van Amsterdam Congres Werkgeheugen Utrecht. 1 april 2014

Nadere informatie

EXECUTIEVE FUNCTIES TRAINEN MET

EXECUTIEVE FUNCTIES TRAINEN MET BRAINGAME BRIAN Achtergrond, evaluatie en implementatie van een Executieve Functietraining met gameelementen voor kinderen met cognitieve controleproblemen Esther ten Brink, Albert Ponsioen, Saskia van

Nadere informatie

Wat gaan we doen? Hoe komt leren tot stand?

Wat gaan we doen? Hoe komt leren tot stand? Voeding en schoolprestatie: Hoofdzaak of kopzorg? Dr. Renate H.M. de Groot Welten Institute Research, Centre for Learning, Teaching and Technology, Open University of the Netherlands Wat gaan we doen?

Nadere informatie

Dia 1. Dia 2. Dia 3. Aspecten van cognitief functioneren in Autisme Spectrum Stoornissen. Executieve functies en autisme (Hill, 2004)

Dia 1. Dia 2. Dia 3. Aspecten van cognitief functioneren in Autisme Spectrum Stoornissen. Executieve functies en autisme (Hill, 2004) Dia 1 Aspecten van cognitief functioneren in Autisme Spectrum Stoornissen Een reactie van Bibi Huskens Dia 2 Executieve functies en autisme (Hill, 2004) Problemen in: Planning Inhibitie Schakelvaardigheid

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nicotine en alcohol kunnen de placenta passeren en zo het risico op nadelige uitkomsten voor het ongeboren kind verhogen. Stoppen met roken en alcoholgebruik tijdens de zwangerschap lijkt vanzelfsprekend,

Nadere informatie

BETER BIJ DE LES INFORMATIE

BETER BIJ DE LES INFORMATIE BETER BIJ DE LES INFORMATIE Training in executieve functies BROCHURE Beter bij de les is bedoeld voor kinderen op de basisschool vanaf 8 jaar en bestaat uit een Werkboek, een Handleiding en Trainingsmateriaal

Nadere informatie

waardoor een beroerte kan worden gezien als een chronische aandoening.

waardoor een beroerte kan worden gezien als een chronische aandoening. amenvatting Elk jaar krijgen in Nederland zo n 45.000 mensen een beroerte, ook wel CVA (Cerebro Vasculair Accident) genoemd. Ongeveer 60% van hen keert na opname in het ziekenhuis of revalidatiecentrum

Nadere informatie

Een nieuwe interventie voor het stimuleren van zelfcontrolevaardigheden bij obese kinderen: executieve functietraining met spelelementen

Een nieuwe interventie voor het stimuleren van zelfcontrolevaardigheden bij obese kinderen: executieve functietraining met spelelementen Een nieuwe interventie voor het stimuleren van zelfcontrolevaardigheden bij obese kinderen: executieve functietraining met spelelementen Sandra Verbeken, Caroline Braet en Saskia van der Oord (2013) Executive

Nadere informatie

Psychologische behandeling voor SOLK-patiënten door de POH-GGZ: resultaten van een rct

Psychologische behandeling voor SOLK-patiënten door de POH-GGZ: resultaten van een rct Psychologische behandeling voor SOLK-patiënten door de POH-GGZ: resultaten van een rct Kate Sitnikova 8 november 2018 Amsterdam UMC Locatie VUmc Afdeling Huisartsgeneeskunde & Ouderengeneeskunde Sheet

Nadere informatie

TRACE. Treatment of ADHD with Care as usual versus an Elimination diet

TRACE. Treatment of ADHD with Care as usual versus an Elimination diet TRACE Treatment of ADHD with Care as usual versus an Elimination diet Behandeling van ADHD met de gebruikelijke zorg in vergelijking met een dieetbehandeling 1 Wat is het TRACE-onderzoek? Uit eerder onderzoek

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Dutch summary)

Nederlandse samenvatting (Dutch summary) Nederlandse samenvatting (Dutch summary) Educatieve computer spellen (edutainment spellen) zijn veelbelovende methoden om kinderen spelenderwijs specifieke vaardigheden aan te leren. Echter, niet alleen

Nadere informatie

Wat gaan we doen? Voeding en schoolprestatie: Stelling. Definities. Conclusie. Hoe komt leren tot stand?

Wat gaan we doen? Voeding en schoolprestatie: Stelling. Definities. Conclusie. Hoe komt leren tot stand? Voeding en schoolprestatie: Hoofdzaak of kopzorg? Dr. Renate H.M. de Groot Wat gaan we doen? Definities" Hoe komt leren tot stand?" Wat gebeurt er met leren tijdens de adolescentie?" Rol van omgevingsfactoren:

Nadere informatie

Cognitive behavioral therapy for treatment of anxiety and depressive symptoms in pregnancy: a randomized controlled trial

Cognitive behavioral therapy for treatment of anxiety and depressive symptoms in pregnancy: a randomized controlled trial Cognitive behavioral therapy for treatment of anxiety and depressive symptoms in pregnancy: a randomized controlled trial dr. T. Verbeek arts-epidemioloog Afd. Huisartsgeneeskunde en Epidemiologie 22 januari

Nadere informatie

Samenvatting (Dutch summary)

Samenvatting (Dutch summary) Parenting Support in Community Settings: Parental needs and effectiveness of the Home-Start program J.J. Asscher Samenvatting (Dutch summary) Ouders spelen een belangrijke rol in de ontwikkeling van kinderen.

Nadere informatie

De Groeifabriek. Denken met een groeimindset!

De Groeifabriek. Denken met een groeimindset! De Groeifabriek Denken met een groeimindset! Dr. Petra Helmond & Fenneke Verberg, MSc: Pluryn Research & Development & Universiteit van Amsterdam Prof. Dr. Geertjan Overbeek: Universiteit van Amsterdam

Nadere informatie

Cognitive Bias Modification (CBM): "Computerspelletjes" tegen Angst, Depressie en Verslaving

Cognitive Bias Modification (CBM): Computerspelletjes tegen Angst, Depressie en Verslaving Cognitive Bias Modification (CBM): "Computerspelletjes" tegen Angst, Depressie en Verslaving Mike Rinck Radboud Universiteit Nijmegen Cognitieve Vertekeningen bij Stoornissen "Cognitive Biases" Patiënten

Nadere informatie

Samenvatting. Grip Op Je Dip

Samenvatting. Grip Op Je Dip Samenvatting Grip Op Je Dip Online depressie-interventie voor adolescenten en jongvolwassenen: effectiviteit, veranderingsmechanismen, en taalgebruik als psychologische marker 163 Hoofdstuk 1 is de algemene

Nadere informatie

SAMENVATTING. MVW_proefschrift_170x240_17042013.indd 172

SAMENVATTING. MVW_proefschrift_170x240_17042013.indd 172 SAMENVATTING MVW_proefschrift_170x240_17042013.indd 172 ALIFE@WORK DE EFFECTEN VAN EEN LEEFSTIJLPROGRAMMA MET BEGELEIDING OP AFSTAND VOOR GEWICHTSCONTROLE BIJ WERKNEMERS ACHTERGROND Overgewicht, waarvan

Nadere informatie

Is de therapeutische relatie in CGT voor CVS van belang voor het behandelresultaat?

Is de therapeutische relatie in CGT voor CVS van belang voor het behandelresultaat? Is de therapeutische relatie in CGT voor CVS van belang voor het behandelresultaat? Hans Knoop Marianne Heins Gijs Bleijenberg CGT leidt tot een afname van klachten % patienten dat geen of duidelijk minder

Nadere informatie

Spelen in het groen. Agnes van den Berg Roderik Koenis Magdalena van den Berg

Spelen in het groen. Agnes van den Berg Roderik Koenis Magdalena van den Berg Spelen in het groen Effecten van een bezoek aan een natuurspeeltuin op het speelgedrag, de lichamelijke activiteit, de concentratie en de stemming van kinderen Agnes van den Berg Roderik Koenis Magdalena

Nadere informatie

De inzet van robots in de behandeling van autisme. Bibi Huskens en Rianne Verschuur

De inzet van robots in de behandeling van autisme. Bibi Huskens en Rianne Verschuur De inzet van robots in de behandeling van autisme Bibi Huskens en Rianne Verschuur In samenwerking met: Emilia Barakova TU/e Jan Gillesen TU/e Tino Lourens TiViPe Met dank aan: Agentschap NL Deelnemende

Nadere informatie

Integratie van functionele en moleculaire beeldvorming bij de ziekte van Alzheimer

Integratie van functionele en moleculaire beeldvorming bij de ziekte van Alzheimer Integratie van functionele en moleculaire beeldvorming bij de ziekte van Alzheimer Achtergrond De ziekte van Alzheimer De ziekte van Alzheimer (Alzheimer s disease - AD) is een neurodegeneratieve ziekte

Nadere informatie

Verminderen van de impact van geriatrische aandoeningen door fysieke activiteit

Verminderen van de impact van geriatrische aandoeningen door fysieke activiteit Verminderen van de impact van geriatrische aandoeningen door fysieke activiteit Eén van de belangrijkste gevolgen van veroudering en geriatrische aandoeningen is het ontstaan van beperkingen. De weg van

Nadere informatie

De Groeifabriek! 3-11-2015. Korte online interventie om jongeren te leren dat ze de potentie hebben om te veranderen!

De Groeifabriek! 3-11-2015. Korte online interventie om jongeren te leren dat ze de potentie hebben om te veranderen! De Groeifabriek! Het ontwikkelen van een groeimindset Dr. Petra Helmond, UvA & Pluryn Fenneke Verberg, MSc, Pluryn Doel De Groeifabriek! Korte online interventie om jongeren te leren dat ze de potentie

Nadere informatie

Aantrekkelijke interventies: Gaming voor mentale gezondheid (2) Marlou Poppelaars, promovenda

Aantrekkelijke interventies: Gaming voor mentale gezondheid (2) Marlou Poppelaars, promovenda Aantrekkelijke interventies: Gaming voor mentale gezondheid (2) Marlou Poppelaars, promovenda Waarom video games? Nadelen van huidige interventies Effectiviteit Toegankelijkheid Stigmatisering Didactische

Nadere informatie

Implementatie van een effectief CGt programma voor gedragsproblemen op school Spelen leerkrachten een rol?

Implementatie van een effectief CGt programma voor gedragsproblemen op school Spelen leerkrachten een rol? Implementatie van een effectief CGt programma voor gedragsproblemen op school Spelen leerkrachten een rol? Juliette M.Liber, Gerly M. De Boo & Pier J.M. Prins VGCt 2011, Veldhoven Training is effectief,

Nadere informatie

Executive functioning bij kinderen met een ontwikkelings- of gedragsstoornis

Executive functioning bij kinderen met een ontwikkelings- of gedragsstoornis Executive functioning bij kinderen met een ontwikkelings- of gedragsstoornis Sylvie Verté INLEIDING Reeds geruime tijd worden pogingen ondernomen om te bepalen welke aspecten van diverse ontwikkelings-

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 119 120 Samenvatting 121 Inleiding Vermoeidheid is een veel voorkomende klacht bij de ziekte sarcoïdose en is geassocieerd met een verminderde kwaliteit van leven. In de literatuur

Nadere informatie

Perseverative cognition: The impact of worry on health. Nederlandse samenvatting

Perseverative cognition: The impact of worry on health. Nederlandse samenvatting Perseverative cognition: The impact of worry on health Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Perseveratieve cognitie: de invloed van piekeren op gezondheid Iedereen maakt zich wel eens zorgen.

Nadere informatie

Mindset: Onderwijsmythe of niet? Onderzoek naar de rol van mindset in het basisonderwijs

Mindset: Onderwijsmythe of niet? Onderzoek naar de rol van mindset in het basisonderwijs Mindset: Onderwijsmythe of niet? Onderzoek naar de rol van mindset in het basisonderwijs Door: Joshi Verschuren, Universiteit Utrecht Vele basisscholen besteden tegenwoordig aandacht aan de mindset van

Nadere informatie

WERKT DE WEBCARE INTERVENTIE?

WERKT DE WEBCARE INTERVENTIE? WERKT DE WEBCARE INTERVENTIE? Onderwerp: Hoe lees ik een wetenschappelijk artikel? Marjolein Snaterse, docent/onderzoeker Faculteit Gezondheid, Hogeschool van Amsterdam TOCH MAAR WEER: EVIDENCE BASED PRACTICE

Nadere informatie

AANDACHT VOOR EMOTIEREGULATIE BIJ KINDEREN EN JONGEREN MET ADHD

AANDACHT VOOR EMOTIEREGULATIE BIJ KINDEREN EN JONGEREN MET ADHD AANDACHT VOOR EMOTIEREGULATIE BIJ KINDEREN EN JONGEREN MET ADHD Prof. dr. Roeljan Wiersema Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Onderzoeksgroep Ontwikkelingsstoornissen

Nadere informatie

het psychisch functioneren van de ouder, de tevredenheid van de ouders met de (huwelijks)relatie en de gezinscommunicatie. Een beter functioneren van

het psychisch functioneren van de ouder, de tevredenheid van de ouders met de (huwelijks)relatie en de gezinscommunicatie. Een beter functioneren van 9 Samenvatting 173 174 9 Samenvatting Kanker is een veel voorkomende ziekte. In 2003 werd in Nederland bij meer dan 72.000 mensen kanker vastgesteld. Geschat wordt dat het hier in 9.000 gevallen om mensen

Nadere informatie

samenvatting Opzet van het onderzoek

samenvatting Opzet van het onderzoek 167 Angst en depressie komen vaak voor bij kinderen. Angst en depressie beïnvloeden niet alleen het huidige welbevinden van kinderen, maar kunnen ook een negatieve invloed hebben op hun verdere leven.

Nadere informatie

De behandeling van lage rugpijn met ruggordels en medicatie

De behandeling van lage rugpijn met ruggordels en medicatie Samenvatting 163 De behandeling van lage rugpijn met ruggordels en medicatie Lage rugpijn is een veelvuldig voorkomend probleem in geïndustrialiseerde landen. De kans dat iemand gedurende zijn leven een

Nadere informatie

ADHD Centrum & behandelvormen

ADHD Centrum & behandelvormen ADHD Centrum & behandelvormen Hanneke van Aalst GZ-psycholoog/Orthopedagoog- Generalist 21 oktober 2016 Symposium ADHD 1 Psychologische theorie Genetisch Biologisch (Medicatie) Omgeving (Ouder/leerkracht

Nadere informatie

Train uw Brein: Cognitieve Training als een behandeling voor depressie. Marie-Anne Vanderhasselt

Train uw Brein: Cognitieve Training als een behandeling voor depressie. Marie-Anne Vanderhasselt Train uw Brein: Cognitieve Training als een behandeling voor depressie Marie-Anne Vanderhasselt Vanderhasselt, M.A., De Raedt, R., Namur, V., Lotufo, P.A., Bensenor, Vanderhasselt, M.A., De Raedt, R.,

Nadere informatie

Werkgeheugen bij kinderen met SLI. Indeling presentatie. 1. Inleiding. Brigitte Vugs, 19 maart 2009. 1. Inleiding 2. Theoretische achtergrond

Werkgeheugen bij kinderen met SLI. Indeling presentatie. 1. Inleiding. Brigitte Vugs, 19 maart 2009. 1. Inleiding 2. Theoretische achtergrond Werkgeheugen bij kinderen met SLI Brigitte Vugs, 19 maart 2009 Indeling presentatie 1. Inleiding 2. Theoretische achtergrond SLI, Geheugen, Werkgeheugen 3. Ontwikkeling werkgeheugen 4. Relatie werkgeheugen

Nadere informatie

Vandaag. Achtergrond NAH - oorzaken. Cognitive revalidatie Definitie. Achtergrond NAH - gevolgen

Vandaag. Achtergrond NAH - oorzaken. Cognitive revalidatie Definitie. Achtergrond NAH - gevolgen Disclosure belangen sprekers C5 Train je brein met strategietraining voor kinderen en jongeren met NAH Christine Resch onderzoeker/neuropsycholoog, Maastricht University Roeli Wierenga GZ-psycholoog/neuropsycholoog

Nadere informatie

Effectiveness of a self-regulated remedial program for handwriting difficulties

Effectiveness of a self-regulated remedial program for handwriting difficulties Effectiveness of a self-regulated remedial program for handwriting difficulties Van Waelvelde, De Roubaix A, Steppe L, et al. (2017) Effectiveness of a self-regulated remedial program for handwriting difficulties.

Nadere informatie

COGMED / NA HERSENLETSEL. Hoe zorg ik ervoor dat mijn brein ook weer meedoet?

COGMED / NA HERSENLETSEL. Hoe zorg ik ervoor dat mijn brein ook weer meedoet? COGMED / NA HERSENLETSEL Hoe zorg ik ervoor dat mijn brein ook weer meedoet? Na traumatisch hersenletsel, een hersenbloeding of een herseninfarct hebben sommige patiënten naast de lichamelijke gevolgen

Nadere informatie

Fysieke activiteit en de cognitieve ontwikkeling van kinderen in het basisonderwijs

Fysieke activiteit en de cognitieve ontwikkeling van kinderen in het basisonderwijs Fysieke activiteit en de cognitieve ontwikkeling van kinderen in het basisonderwijs Wat is de relatie tussen fysieke activiteit en hersenfuncties, cognitieve functies en leerprestaties? Dagelijkse voldoende

Nadere informatie

Mindfulness binnen de (psycho) oncologie. Else Bisseling, 16 mei 2014

Mindfulness binnen de (psycho) oncologie. Else Bisseling, 16 mei 2014 Mindfulness binnen de (psycho) oncologie Else Bisseling, 16 mei 2014 (Online) Mindfulness-Based Cognitieve Therapie voor kankerpatiënten. (Cost)effectiveness of Mindfulness-Based Cognitive Therapy (MBCT)

Nadere informatie

weken na het ontstaan van het hersenletsel niet zinvol is. Geheugen Het is aangetoond dat compensatietraining (het aanleren van

weken na het ontstaan van het hersenletsel niet zinvol is. Geheugen Het is aangetoond dat compensatietraining (het aanleren van Richtlijn Cognitieve revalidatie Niveau A (1) Het is aangetoond dat.. Aandacht Het is aangetoond dat aandachtstraining gedurende de eerste 6 weken na het ontstaan van het hersenletsel niet zinvol is. Geheugen

Nadere informatie