Jeugdboekenweek 2006 Mijn familie Yo Van Kerckhove en Ine Vandenabeele. Lestips voor het tweede en derde leerjaar

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Jeugdboekenweek 2006 Mijn familie Yo Van Kerckhove en Ine Vandenabeele. Lestips voor het tweede en derde leerjaar"

Transcriptie

1 Jeugdboekenweek 2006 Mijn familie Yo Van Kerckhove en Ine Vandenabeele Lestips voor het tweede en derde leerjaar

2 woord vooraf Mijn boeken zijn mijn tweede familie. Ze waren er al voor ik er was, hopelijk bestaan ze nog lang nadat ik er niet meer ben. Maar niet zonder dat ik hen heb leren kennen, een deel van hen ben geworden. En mijn stempel heb kunnen achterlaten. Ik heb familieleden die me troosten, ontroeren, die me kwaad maken, me verwarren, me de weg wijzen. Er zijn er die me aan het lachen maken, met wie ik gewoon een goed gesprek kan voeren. Er zijn er stokoude bij, die wijs en geduldig wachten tot ik klaar voor hen ben. Natuurlijk heb ik ook verre neven en nichten, die ik alleen op vaste momenten in het jaar zie. En er zijn de heel bijzondere, die ik in mijn hart heb gesloten, omdat ik zonder hen niet was wie ik nu ben. Ik kan me mijn leven niet voorstellen zonder hen. 1 Echte boeken in de klas, daar staat Jeugdboekenweek 2006 voor. Omdat boeken onmisbaar zijn in uw school. Boeken als familie, boeken die over familie gaan, het thema van dit jaar. We inspireren u graag met deze lestips, ze helpen u met de boeken aan de slag te gaan. De principes bij elke lestip verwijzen naar de basisbrochure Leesbevordering, hoe doe je dat? die u bij Stichting Lezen kunt bestellen. In negen stellingen doen we uit de doeken hoe u leesplezier in de klas en de bibliotheek kunt doorgeven. Om het verband met uw werk in de klas te versterken, hebben we voor het basisonderwijs, en dat is ook nieuw, de eindtermen toegevoegd die u met elke lestip realiseert. Leesbevordering is geen luxe, je doet het niet alleen als je wat tijd over hebt. Handig, toch? Dat maakt het makkelijker om boeken en leesplezier een vaste plaats in uw lessenpakket te geven. De eindtermen zijn specifiek voor elke tip beschreven, maar voor werken met de boeken in de klas gelden hoe dan ook deze doelstellingen: - De leerlingen kunnen de informatie ordenen die voorkomt in: voor hen bestemde verhalen, kinderromans, dialogen, gedichten, kindertijdschriften en jeugdencyclopedie. (Nederlands - Lezen 3.5) - De leerlingen ontwikkelen bij het realiseren van de eindtermen voor spreken, luisteren, lezen en schrijven de volgende attitudes: plezier in luisteren, spreken, lezen en schrijven. (Nederlands - Schrijven 4.8)

3 - De leerlingen ontwikkelen bij het realiseren van de eindtermen voor spreken, luisteren, lezen en schrijven de volgende attitudes: plezier in luisteren, spreken, lezen en schrijven; bereidheid tot nadenken over het eigen luistergedrag, spreekgedrag, leesgedrag en schrijfgedrag. (Nederlands - Vaardigheden) - De leerlingen kunnen genieten van een gevarieerd aanbod van voor hen bestemde culturele activiteiten. (Muzische vorming - Drama 3.1) De website waarop u de eindtermen vindt is Voor meer info over Jeugdboekenweek kunt u terecht op We hopen dat u deze nieuwe familie van boeken een warm welkom geeft. En dat ze snel een bijzonder plekje krijgen in de tweede thuis van uw leerlingen, de klas. Namens Stichting Lezen, Gerrit Janssens 2

4 Samen met mijn familie Lees- en lestips voor het tweede en derde leerjaar Yo Van Kerckhove en Ine Vandenabeele Lezen is meer dan lezen alleen. Het is je overgeven aan een boek. Je laten onderdompelen in een verhaal en pas weer boven water komen wanneer de laatste bladzijde, het laatste woord gelezen is en het doek valt. We willen je geen rad voor ogen draaien. Dit is wat lezen zou kunnen zijn. Niet iedereen ervaart de passie van het lezen, niet iedereen geeft zich over aan een boek, verslindt hoofdstukken alsof het pannenkoeken met aardbeien en slagroom zijn. Niet iedereen krijgt de kans om van heerlijke verhalen te proeven. Daarom is er Jeugdboekenweek. Het is een onderdompeling, zelfs voor halsstarrige lees weigeraars en lectuuranalfabeten. Dit is onze oproep aan alle juffen en meesters die bereid zijn met deze lessuggesties te werken. Gebruik jullie enthousiasme en laat anderen ervan genieten. Familie is een breed thema voor de Jeugdboekenweek We dachten aan nieuw samengestelde gezinnen, knotsgekke opa s en oma s, adoptie, verlies... Vreugdevolle en gezellige familieromannetjes, maar ook familie met hardere kantjes. Bij het uitkiezen van de boeken, viel het ons op dat de verhalen over families over het algemeen zwaar zijn. Dit hield ons niet tegen toch een aantal van die zwaardere boeken in onze lijst op te nemen. We kozen bewust voor een luchtige benadering in onze suggesties. Er is voor ieder wat wils, ideeën om uit te proberen of bij te schaven, verder uit te werken of te bewaren voor later Leesvoer voor méér dan twee weken Jeugdboekenweek. Niets houdt jullie tegen, de bal ligt nu in jullie kamp, veel plezier! Verdriet Michael Rosen, Quentin Blake (ill.) Hillen, Principe 1: Wie woorden zaait Principe 2: Boekrijk Principe 4: Leesland is geen eiland Principe 6: De taalspeeltuin Principe 7: De boekenbabbel Principe 8: Leesbevordering, geen tijdverlies Principe 9: Van lezen ga je doen Eindtermen De leerlingen kunnen (verwerkingsniveau = beoordelen) het gepaste taalregister hanteren als ze op basis van vergelijking, hetzij met de eigen mening, hetzij met andere bronnen, in een gesprek kritisch reageren op de vragen en opmerkingen van bekende volwassenen. (Nederlands - Spreken 2.9) De leerlingen kunnen het gepaste taalregister hanteren als ze van een behandeld onderwerp of een beleefd voorval een verbale interpretatie brengen, die begrepen wordt door leeftijdsgenoten. (Nederlands - Spreken 2.6) De leerlingen kunnen op basis van, hetzij de eigen mening, hetzij informatie uit andere bronnen, de informatie beoordelen die voorkomt in een gesprek met bekende leeftijdsgenoten. (Nederlands - Luisteren 1.9) De leerlingen ontwikkelen bij het realiseren van de eindtermen voor spreken, luisteren, lezen en schrijven de volgende attitudes: plezier in luisteren, spreken, lezen en schrijven; bereidheid tot nadenken over het eigen luistergedrag, spreekgedrag, leesgedrag en schrijfgedrag. (Nederlands - Vaardigheden) 3 De leerlingen zijn bereid te reflecteren over gebruikte luister-, spreek-, lees- en schrijfstrategieën. (Nederlands - Taalbeschouwing 6.2) De leerlingen kunnen genieten van een gevarieerd aanbod van voor hen bestemde culturele activiteiten. (Muzische vorming - Drama 3.1)

5 4 De leerlingen kunnen vertrouwen op hun eigen expressiemogelijkheden en durven hun creatieve uitingen tonen. (Muzische vorming - Attitudes 6.4) Over de auteur Michael Rosen (Londen, 1946) studeerde Letteren en schreef verschillende poëziebundels voor kinderen. Daarnaast werkt hij als radiopresentator voor verschillende poëzieprogramma s van de BBC. Voor zijn bijdrage aan de kinderliteratuur ontving hij in 1997 de Eleanor Farjeon Award. Over de illustrator Quentin Blake (Sidcup, 1932) is de alombekende illustrator van de boeken van Roald Dahl. Quentin Blake had zelf al een reeks succesvolle boeken geschreven en geïllustreerd voor hij ging samenwerken met Dahl. En hoewel hij zich in de eerste plaats illustrator voelt, heeft hij toch al heel wat kinderboeken op zijn naam staan. Zoals hij zelf zegt: hij tekent zoals hij schrijft. Schijnbaar nonchalant, los, snel en met dwalende lijnen. Meestal met de pen getrokken, zonder veel details. Die laat hij liever aan de verbeelding van de lezer over. Vaak beeldt hij met zachte humor en heel spontaan gewone situaties uit zodat je meteen het grappige ervan inziet. (Villakakelbont.be) Over het boek Verdriet is een mooi prentenboek over een vader die vertelt hoe hij omgaat met het verdriet om zijn overleden zoon. Taal en kleur zijn enorm belangrijk in dit boek. Korte zinnen en duidelijke taal schetsen een realistisch beeld. Quentin Blake slaagt erin om de gevoelens met kleur te beschrijven. Grijs als hoofdkleur voor verdriet. Michael Rosen, de auteur, is ook de vader in het boek. Door de duidelijke taal kunnen de kinderen dit verhaal zelf lezen. Het moeilijke thema daarentegen laat zich het beste eerst klassikaal behandelen. Nadien kan het gewoon in de klasbibliotheek zodat de kinderen de kans krijgen om dit boek later te verwerken. Dit is een boek om los van Jeugdboekenweek in je achterhoofd te houden als je met je klas geconfronteerd wordt met rouwverwerking. Verdriet leent zich er ideaal toe om rond verlies te werken, net zoals het boek Lieve Waterprins, dat ook in deze suggesties wordt besproken. Aan de slag Voor het lezen a. Werken met twee prenten Voor we het boek aan de kinderen laten zien, benaderen we eerst twee prenten uit het boek: de eerste twee. Maak van deze illustraties een kleurenkopie. Zo kun je nog even uitstellen het boek aan de kinderen te laten zien. Een andere oplossing is een gewone kopie te nemen die je met waterverf of ecoline van de juiste kleurentinten voorziet. De eerste prent die we tonen is de tweede prent uit het boek. Vader op stap met de handen in zijn zakken. Alles tegen een grijze achtergrond. Laat de kinderen beschrijven wat ze zien. De tweede prent die je toont is de eerste prent uit het boek. Grijnzende vader in vrolijke kleuren. Wat roept deze prent bij je kinderen op? Zou dit dezelfde man zijn? Waarom denk je dat? Nu kun je de tekst bij de prenten aanhalen. Deze keer kun je wel de volgorde van het boek respecteren: toon eerst de eerste en daarna de tweede prent. Dit ben ik. Ik heb verdriet. Als je deze tekening ziet, denk je misschien dat ik vrolijk ben. Maar dat is niet zo. Ik heb verdriet en ik doe alsof ik vrolijk ben. Omdat ik denk dat mensen mij niet aardig vinden als ik laat zien dat ik verdriet heb. Soms is verdriet heel groot. Het is overal in me en om me heen. Laat de kinderen spontaan reageren op deze tekst. Indien ze niet zelf op zoek gaan naar de mogelijke oorzaken van het verdriet, kun je hen vragen waarom deze man zich zo zou voelen. Zelf zullen ze ook de kleurbetekenissen benoemen. Vrolijke kleuren - vrolijk gezicht en grijze, sombere kleuren - verdriet. b. Filosoferen over verdriet Na eerst de twee losse tekeningen te hebben getoond en besproken, ga je met het boek aan de slag. Nu maken de kinderen kennis met de titel: Verdriet. We weten nog steeds niet waarom deze man verdrietig is. Dat is voorlopig ook niet nodig. Op de achterzijde staat de tekst:

6 Wie is verdriet? Verdriet is iedereen. Het komt je vanzelf tegen. Het is nog niet nodig om de korte inhoud op de achterflap van dit boek aan je kinderen te brengen. Start een gesprek over deze uitspraak van de auteur Michael Rosen. - Wie is verdriet? - Verdriet is iedereen? Wat zou Michael Rosen bedoelen? - Verdriet, is dat een mens? De auteur schrijft: Wie is verdriet? Niet: Wat is verdriet. - Hebben alleen mensen verdriet? Of kunnen dieren ook verdrietig zijn? - Het komt je vanzelf tegen. Is dat zo? Komt verdriet je vanzelf tegen? Geef hen de tijd om over dit alles na te denken en dit in een intieme en rustige sfeer aan elkaar te verwoorden. Als afronding van dit filosoferende moment kun je een teken- of schrijfsessie houden. Kopieer hiervoor het kader op de achterzijde van het boek, dus de tekening van Quentin Blake en de drie zinnen waarover je gefilosofeerd hebt. Elk kind krijgt zo n blad. Laat hen op de achterzijde schrijven of tekenen wat hen verdrietig maakt. Of verdrietig gemaakt heeft. Voorlopig doen we hier verder niets mee. Op het einde, na het bespreken van het volledige boek, komen we hierop terug. c. Over de auteur en de illustrator Sommige van je kinderen zullen vast en zeker de link leggen tussen Quentin Blake en Roald Dahl. Je kunt de kinderen meer vertellen over Michael Rosen en Quentin Blake. Ook vertel je erbij dat Michael Rosen over zichzelf schrijft. Hij is de man in het boek die verdriet heeft. (De kinderen weten nog steeds niet waarom.) Tijdens het lezen Tijd nu voor het boek. Er kan bij elke prent en tekst veel verteld worden, maar het is beter om dit even te laten en het verhaal in zijn geheel aan te bieden. Geef nadien de kinderen tijd om over het verhaal te vertellen, na te denken. Daarna lees je het verhaal nog een tweede keer en kun je in verschillende fasen werken. Je stopt geregeld om de kinderen en jezelf de kans te geven om iets over de tekst of de tekeningen te zeggen. Kleur en taalgebruik zijn heel sprekend. Na het lezen a. Geluk als tegenpool van verdriet Bij zo n zwaarbeladen thema is het goed erop te letten dat je de kinderen niet overlaadt. Een waardig alternatief is om het boek verdriet volledig om te zetten in een boek over geluk. Hoe pak je dit aan? Sta vooraf stil bij de tegenpool van verdriet. Laat de kinderen woorden voor het tegengestelde van verdriet zoeken. Vinden ze alleen geluk als tegenpool? Haal er het woordenboek bij. Het boek Verdriet is een vertaling uit het Engels. Laat de kinderen de Engelse titel Michael Rosen s sad book opzoeken. Wat zou de letterlijke vertaling zijn van deze titel? Associeer met je kinderen rond geluk en verdriet. Schrijf twee woordvelden op het bord: Geluk doet me denken aan Verdriet doet me denken aan Dit wordt een klasopdracht. Samen een nieuw boek maken voor de klasbibliotheek. Probeer de illustratiestijl van Quentin Blake aan te houden. Gebruik je ook zijn kleurbetekenissen? (Meer vind je verder bij illustratietechnieken van Quentin Blake.) Hou vast aan de structuur van de tekst van Michael Rosen. Maar bedenk samen waar het hoofdpersonage het meest gelukkig om zou kunnen zijn. Wat doet hij allemaal om te laten zien dat hij gelukkig is? Probeer bij de tiende bladzijde de vier kadertjes, over een zonnige dag die steeds grijzer wordt, aan te houden. Ga ook op deze manier met kleur en beeld werken maar dan net omgekeerd. Bijvoorbeeld: de zon gaat telkens meer schijnen. Bloempjes, vogeltjes en vlindertjes komen te voorschijn Vergeet niet de namen van de auteurs en illustratoren te vermelden. Wat wordt de naam van jullie uitgeverij? Wanneer verschijnt de eerste editie? b. Spelen met taal In het midden van het boek vind je schrijfsels van Michael Rosen. Dit is één van zijn manieren om om te gaan met zijn gevoelens. Waar is verdriet? Verdriet is overal. Het komt je vanzelf tegen. Wanneer is verdriet? 5

7 6 Verdriet is altijd. Het komt je vanzelf tegen. Wie is verdriet? Verdriet is iedereen. Het komt je vanzelf tegen. Laat de kinderen uitzoeken welk soort tekst dit is. Moeten gedichten rijmen? Begrijp je altijd precies wat er bedoeld wordt? Naar aanleiding van de vorige suggestie - geluk als tegenpool van verdriet - kunnen we dit gedicht opnieuw schrijven maar dan gelukkig in plaats van verdrietig. Het gedicht wordt daarna op een mooie poster geschreven en geïllustreerd. Zo heb je meteen een eigengemaakte poëzieposter in je klas. (Surf ook eens naar de website van Plint op of Hetzelfde kun je doen met het gedicht op de volgende bladzijde in het boek. Verdriet is donker diep en donker zoals de onzichtbare ruimte onder mijn bed verdriet is licht hoog en licht zoals de lucht waar geen einde aan komt als verdriet diep en donker is durf ik niet naar binnen als verdriet hoog en licht is wil ik lucht zijn met dat laatste bedoel ik dat ik er het liefst niet zou zijn. Dat ik het liefst zou verdwijnen. c. Filosoferen: omgaan met verdriet Voer een gesprek over hoe wij omgaan met verdriet. Je grijpt terug naar een onderdeel van het boek dat je nog eens voorleest. Het begint bij bladzijde zes: Soms wil ik er met iemand over praten. Met mijn moeder bijvoorbeeld. Maar die is er ook niet meer, dus dat kan niet. Dan praat ik met iemand anders. En dan vertel ik alles. Soms wil ik niet praten. Met niemand. Echt helemaal niemand. Ik wil alleen zijn met mijn verdriet. Want het is van mij. En van niemand anders. Soms doe ik van verdriet vreemde dingen - schreeuwen onder de douche Met een lepel op tafel slaan Of mijn kaken laten knakken, knak, knak, knak. Soms doe ik van verdriet slechte dingen. Wat voor dingen zeg ik niet. Daar zijn ze te slecht voor. En de poes kon er tenslotte ook niets aan doen. Je eindigt hier dit fragment. Een aantal richtvragen voor dit gesprek kunnen de volgende zijn: - Hoe zie je dat iemand verdrietig is? - Toont iedereen zijn verdriet? - Op welke manieren kun je verdrietig zijn? Is iedereen op dezelfde manier verdrietig? - Hebben grote mensen anders verdriet dan kinderen? - Hebben grote mensen meer verdriet dan kinderen? Komt er altijd meer verdriet bij? Gaat verdriet ook weer over of blijft het altijd een beetje bij je? d. Beelden die herinneringen oproepen De laatste bladzijden in het boek gaan over beelden die herinneringen aan Eddy oproepen. Herinneringen kunnen vanalles zijn: foto s, kleren, muziek zelfs geuren. Misschien zijn er in jouw klas wel kinderen die zulke herinneringsvoorwerpen hebben. Laat hen het meebrengen en erover vertellen. Je kunt voorstellen om dat voorwerp eventjes een mooi plekje te geven in de klas, gedurende het project. Natuurlijk alleen als de leerling dat ook wil. Misschien heb je zelf wel zo n herinnering aan iets of iemand? Breng het mee, vertel erover. Let ook hier op het mogelijke effect op de kinderen. Dit kan zwaar, maar ook mooi zijn. Probeer toch steeds de luchtige benadering. Als het gaat over iemand missen die er niet meer is, probeer dan de kracht eruit te halen. Wat vond ik leuk aan die persoon? Wat zijn mijn mooiste herinneringen? Wat is het fijnste dat ik met hem of haar gedaan heb? Deze beelden die herinneringen oproepen, komen ook nog terug in de lessuggestie bij het boek De lieve waterprins.

8 e. Illustratietechnieken van Quentin Blake De pentekeningen in dit boek zijn typische illustraties van Quentin Blake. De kinderen zullen er zeker de illustraties van de boeken van Roald Dahl in herkennen. Neem er een paar van zijn boeken bij om te tonen. Belangrijk voor we zelf aan de slag gaan met pen en papier is dat we eerst eens goed het werk van Blake onder de loep nemen. Hoe tekent hij? Welk soort lijnen zet hij? Laat de kinderen zelf proberen. Handig is om eerst zachtjes in potlood een schets te maken van wat je gaat tekenen. Daarna ga je er met zwarte pen of een fijn zwart stiftje over. Laat hen dit verschillende keren proberen tot ze het lijnwerk min of meer onder de knie hebben. Nu komt het erop aan om zelf een illustratie te maken in de stijl van Quentin Blake. Het maakt niet uit of je een eigen ontwerp creëert bij een zelfgeschreven tekst of dat je een prent uit het boek kiest om over te tekenen. Wat steeds terugkomt in het boek zijn de kadertjes rond de tekeningen. Laat hen dit ook oefenen en daarna toepassen bij hun tekening. 7 De volgende stap zijn de kleuren. We werken met waterverf of ecoline. Uitproberen op de kladversie is eveneens aan te raden. Een handige tip: kopieer eerst de tekeningen op hard papier vóór de kinderen met de waterverf aan de slag gaan. Dit om te voorkomen dat de inkt van de zwarte lijnen gaat uitlopen. Quentin Blake heeft zelf ook een fantastisch boek gemaakt om te leren tekenen: Drawing for the artistically undiscovered. Quentin Blake, John Cassidy. Klutz, 1999 (ISBN ). Hoewel het alleen in het Engels bestaat, zijn de oefeningen en tips heel toegankelijk voor alle leeftijden.

9 8 Lieve Waterprins Johanna Kruit, Kris Nauwelaerts (ill.) Leopold, Principe 1: Wie woorden zaait Principe 2: Boekrijk Principe 4: Leesland is geen eiland Principe 5: Voor elk kind is er wat te lezen Principe 7: De boekenbabbel Principe 8: Leesbevordering, geen tijdverlies Principe 9: Van lezen ga je doen Eindtermen De leerlingen kunnen voor een bekend persoon een verslag schrijven van een verhaal, een gebeurtenis, een informatieve tekst. (Nederlands - Schrijven 4.4) De leerlingen ontwikkelen bij het realiseren van de eindtermen voor spreken, luisteren, lezen en schrijven de volgende attitudes: plezier in luisteren, spreken, lezen en schrijven ( Nederlands - Schrijven 4.8) De leerlingen kunnen (verwerkingsniveau = beoordelen) het gepaste taalregister hanteren als ze op basis van vergelijking, hetzij met de eigen mening, hetzij met andere bronnen, in een gesprek kritisch reageren op de vragen en opmerkingen van bekende volwassenen. (Nederlands - Spreken 2.9) De leerlingen kunnen het gepaste taalregister hanteren als ze van een behandeld onderwerp of een beleefd voorval een verbale interpretatie brengen, die begrepen wordt door leeftijdsgenoten. (Nederlands - Spreken 2.6) De leerlingen kunnen op basis van, hetzij de eigen mening, hetzij informatie uit andere bronnen, de informatie beoordelen die voorkomt in een gesprek met bekende leeftijdsgenoten. (Nederlands - Luisteren 1.9) Over de auteur Johanna Kruit werd op 14 december 1940 geboren in Zouteland op het eiland Walcheren en woont daar nog steeds. Ze komt uit een gezin van elf kinderen. Zelf kreeg ze twee kinderen voor wie ze verhalen schreef en liedjes verzon. Ze houdt van contacten met kinderen. Ze bezoekt vaak scholen en bibliotheken waar ze voorleest uit eigen werk en met de kinderen praat. In 1976 verscheen haar eerste dichtbundel voor volwassenen. Haar eerste dichtbundel met gedichten voor jonge mensen publiceerde ze in 1989 in de Zonnewijzer-reeks. Naast poëzie schrijft ze ook verhalen. De zee is vaak terug te vinden in haar werk. In de loop der jaren zien we een verschuiving van gedichten die tamelijk los van vorm zijn naar poëzie met meer aandacht voor het rijm. Ze vindt het belangrijk dat kinderen bij het lezen van haar gedichten het gevoel hebben dat iemand hen begrijpt. Over de illustrator Kris Nauwelaerts is geboren in Kolwezi, Kongo op 23 november Hij studeerde grafiek aan Sint-Lucas in Hasselt. Daarna volgde hij nog cursussen schilderen en aquarel. Toen hij een aanbod kreeg om te tekenen voor Zonnekind ging hij zich meer en meer bezighouden met het illustreren van kinderboeken. Zijn illustraties worden gekenmerkt door een poëtische sfeer en een weloverwogen compositie. Het liefst gebruikt hij figuren en hun houdingen en uitdrukkingen om een emotionele meerwaarde te creëren. Over het boek De vader van Lin is al heel lang weg. Ze weet nu dat hij dood is en nooit meer terugkomt. Ze schrijft hem elke dag een brief. Die brieven verdeelt ze over zes flessen die ze laat wegzeilen. Ze vindt het leuk om al haar geheimen en belevenissen op te schrijven, ook aan iemand die dood is. Aan de slag De leerlingen ontwikkelen bij het realiseren van de eindtermen voor spreken, luisteren, lezen en schrijven de volgende attitudes: plezier in luisteren, spreken, lezen en schrijven; bereidheid tot nadenken over het eigen luistergedrag, spreekgedrag, leesgedrag en schrijfgedrag. (Nederlands - Vaardigheden) Voor het lezen Naar aanleiding van het boek kun je een schrijfopdracht geven. Brieven schrijven is praten op papier en is een ideale taaloefening. Met al onze moderne en vernieuwde communicatie raakt het echte schrijven een beetje op de achtergrond. Deze keer zou je beter niet te veel nadruk leggen op vorm en inhoud van de brief. Het is vooral

10 belangrijk dat kinderen een fijne brief schrijven naar een vriend of vriendin. Een leuke tekening, eventueel een detail uit de brief zoals in het boek, kan er ook bij. In de klas kun je een brievenbus zetten vlug gemaakt van een kartonnen doos met gleuf erin. Op het einde van de week kun je de brievenbus laten openen door een verantwoordelijke van de klas. Ook ouders en leerkrachten kunnen brieven schrijven. Maak de kinderen er wel op attent de enveloppen de naam van de geadresseerde te schrijven en op de achterkant de naam van de briefschrijver. Zelf prentbriefkaarten maken is ook prachtig. Niet alleen om de creativiteit van de kinderen te stimuleren, maar ook om de kinderen die het moeilijk hebben met schrijven een kans te geven. Na het lezen a. Filosoferen over geheimen Het is leuk om je te schrijven, ook als je dood bent. Ik kan je dan geheimen vertellen die niemand anders weten mag. Net als in een dagboek. (p. 9 en 10) Je zou ervan uit kunnen gaan dat iedereen geheimen heeft: jijzelf, ouders, vriendjes, familie, de klas Mogelijke vragen kunnen zijn: - Wat is een geheim? - Is het goed alle geheimen voor jezelf te houden? - Moet je een geheim altijd voor jezelf houden? - Zijn er geheimen die je echt moet vertellen? - Moet iemand aan wie je een geheim vertelt altijd echt bestaan? - Kun je een geheim ook aan een dier vertellen? Tijdens het lezen Nadat het brieven schrijven op gang is gekomen, kun je het boek aanbieden. Leid het wel in. De vader van Lin is dood, maar ze schrijft hem elke dag brieven om hem over haar belevenissen te vertellen. Misschien zou het niet slecht zijn om eventjes de personages te situeren: - mama en Marius, die werken in de bibliotheek en zijn verliefd - oma woonde een tijdje bij Lin, maar is verhuisd naar de stad - Daniël, de buurjongen - Mamalien, de moeder van de buurjongen - Buuf, buurvrouw Marit - Henk, Lins leraar. Omdat het steeds korte briefjes zijn, kan het boek afwisselend door jezelf en de kinderen worden voorgelezen. Je kunt elke brief afzonderlijk kopiëren. Kinderen kunnen zo hun leesbeurt voorbereiden. Je kunt steeds een vast moment kiezen om voor te lezen. Kinderen kijken er dan echt naar uit. Om het nog gezelliger te maken, kun je in de klas samen met de kinderen een knus voorleesplekje maken. Je kunt ook regelmatig de kleine, fijne detailtekeningen tonen die elke brief illustreren. Je kunt aan de kinderen vragen om een geheim dat ze kwijt willen op te schrijven of te tekenen. Als je ze in een doos stopt of verzamelt kunnen ze misschien met de toestemming van de schrijver voorgelezen of getoond worden. b. Filosoferen over de dood Wellicht kun je toch niet om de dood van Lins vader heen. Een gesprek daarover kan een aanleiding zijn om bepaalde emoties waar kinderen mee worstelen toch te uiten. Mogelijke vragen: - Hoe weet je dat Lins vader dood is? - Wat doen we wanneer iemand dood is? - Als we aan iemand denken die dood is of tegen hem of haar praten, is die persoon dan nog dood? - Denk je dat wanneer je dood bent alles afgelopen is? - Waarom zijn mensen verdrietig als iemand dood is? - Denk je dat dieren ook treuren? - Denk je dat planten treuren? Kinderen die het moeilijk hebben om erover te praten, kun je ook vragen om een tekening te maken over hoe het is om dood te zijn. Misschien kun je de kinderen laten vertellen wat ze zien. c. Spelen met taal - rijmwoorden zoeken Omdat Johanna Kruit ook nog heel wat gedichten schreef voor kinderen en er in het boek ook gedichten voorkomen kun je dit aangrijpen om rond rijm te werken. 9

11 10 - Je kunt een klein gedichtje voorlezen met eindrijm, bijvoorbeeld Ben je boos? Pluk een roos Zet hem op je hoed, Dan ben je morgen weer goed. - Je kunt enkele voorwerpen verzamelen in de zithoek. Iemand toont een voorwerp en kinderen zoeken rijmwoorden. - Je kunt als leerkracht twee woorden zeggen. De opdracht voor de kinderen is hun hand op te steken als de woorden niet rijmen. - Je kunt een woordenlijst maken met zeven woorden waarvan één woord niet rijmt. Kinderen zoeken het woord. - Partnerwerk: met twee een lijstje maken waarvan er één woord niet rijmt. Klasgenootjes laten zoeken. - Rijmdomino maken: per twee een dominospel maken. Op elke dominokaart staan twee afbeeldingen of twee woorden (bijvoorbeeld kussen - hond ). Op een ander kaartje staat er tussen. Op nog een ander kaartje staat er rond. Kinderen kunnen op zoek gaan naar dominokaartjes bij hun klasgenootjes om het spel zo lang mogelijk te maken. d. Muzische verwerking: knutseltip - cadeautjestip Het zou leuk zijn indien door het werken met dit boek er een schoolcorrespondentie op gang kwam. Misschien willen de kinderen wel op zoek gaan naar een correspondentie klas buiten de school. Om dit leuker te maken kun je de kinderen zelf postzegels laten ontwerpen (miniatuurtekenen). De randjes kunnen geknipt worden met een kartelschaar. Om het nog gekker te maken kunnen de kinderen hun eigen briefpapier maken, bijvoorbeeld met marmertechniek. Om het nog echter te maken kun je briefpapier maken met een watermerk. Je kunt de kinderen tekeningen laten maken met grijs potlood of houtskool. Die kun je licht kopiëren of scannen.

12 Als ik niet toevallig de hond van tante Doris verwisseld had Ingelin Angerborn Lannoo, De leerlingen kunnen het gepaste taalregister hanteren als ze van een behandeld onderwerp een verbale interpretatie brengen, die begrepen wordt door leeftijdsgenoten. (Nederlands - Spreken 2.7) Principe 1: Wie woorden zaait Principe 2: Boekrijk Principe 3: Bib en school gaan boek in hand Principe 4: Leesland is geen eiland Principe 5: Voor elk kind is er wat te lezen Principe 6: De taalspeeltuin Principe 7: De boekenbabbel Principe 8: Leesbevordering, geen tijdverlies Principe 9: Van lezen ga je doen De leerlingen drukken in een niet-conflictgebonden situatie, eigen indrukken, gevoelens, verlangens, gedachten en waarderingen spontaan uit. (Wereldoriëntatie - Mens 3.1) Over de auteur Over Ingelin Angerborn is niet veel informatie beschikbaar. Wel dat ze Zweedse is en dat Als ik niet toevallig de hond van tante Doris verwisseld had haar tweede boek is. Eindtermen De leerlingen kunnen de informatie ordenen die voorkomt in: voor hen bestemde verhalen, kinderromans, dialogen, gedichten, kindertijdschriften en jeugdencyclopedie. (Nederlands - Lezen 3.5) De leerlingen ontwikkelen bij het realiseren van de eindtermen voor spreken, luisteren, lezen en schrijven de volgende attitudes: plezier in luisteren, spreken, lezen en schrijven (Nederlands - Schrijven 4.8) Over het boek Tilda is een meid uit de derde klas. Ze is pas met haar mam voor de zoveelste keer verhuisd. Nu wonen ze in een appartement net onder tante Doris, de tante van Tilda s mama. Haar vader is circusartiest, beweert ze, en daarom ziet ze hem nooit. Dit leuke boek vertelt een reeks grappige toevalligheden die ervoor zorgen dat dit gekke meisje vrienden maakt in een nieuwe buurt. Het begint allemaal met het toevallig verwisselen van de hond van tante Doris. 11 De leerlingen kunnen vertrouwen op hun eigen expressiemogelijkheden en durven hun creatieve uitingen tonen. (Muzische vorming - Attitudes 6.4) De leerlingen kunnen ervaringen, gevoelens, ideeën, fantasieën uiten in spel. (Muzische vorming - Drama 3.5) De leerlingen kunnen een aan de speelsituatie aangepaste spreektechniek ontwikkelen (articulatie, adembeheersing, tempo, toonhoogte) en verschillende verbale en non-verbale spelvormen improviseren. (Muzische vorming - Drama 3.6) Aan de slag Door het snelle tempo wordt het verhaal over Tilda een vlot boek. Daarom is het misschien wel leuk om het verhaal in afzonderlijke stukken voor te lezen, of de kinderen bepaalde hoofdstukken zelf te laten lezen. Het is wel belangrijk dat dit in een korte tijdspanne gebeurt. Er zijn elf hoofdstukken; het is haalbaar om het boek in drie dagen uit te lezen. Lees bijvoorbeeld elke keer als je de klas binnenkomt een hoofdstuk voor. De kinderen zullen gegarandeerd aan je lippen hangen. De leerlingen kunnen (verwerkingsniveau = beoordelen) het gepaste taalregister hanteren als ze op basis van vergelijking, hetzij met de eigen mening, hetzij met andere bronnen, in een gesprek kritisch reageren op de vragen en opmerkingen van bekende volwassenen. (Nederlands - Spreken 2.9) Tijdens het lezen a. Als dan Bijna elk hoofdstuk begint met een toevalligheid. - Als ik niet toevallig de hond van tante Doris verwisseld had (p. 17) - Als mama geen aanval van allergie had gekregen (p. 22) - Als mijn fiets niet gestolen was (p. 31) - Als ik niet verdwaald was (p. 36)

13 12 - Als ik Sara en haar oma niet had ontmoet (p. 43) - Als ik niet door de politie was opgepakt (p. 48) - Als we niet naar McDonald s waren geweest (p.51) - Als we mijn fiets niet gevonden hadden (p. 58) - Als ik mijn voet niet had verzwikt en er geen gaten in mijn nieuwe spijkerbroek hadden gezeten (p. 64) Maak negen stroken met bovenstaande zinnen erop. Vanaf hoofdstuk drie begint elk hoofdstuk met één van deze zinnen. Hang de eerste strook op. Laat de kinderen fantaseren Wat zou er gebeuren moest ik de hond van tante Doris verwisseld hebben? Nu kun je de eerste drie hoofdstukken voorlezen. Je klas maakt kennis met Tilda, het hoofdpersonage. Laat hen als slot na hoofdstuk drie de acht overige stroken zien. Bied ze door elkaar aan. Nodig je kinderen uit om verder te fantaseren. Laat hen een volgorde kiezen voor de stroken en hang die zo op. Telkens als je een nieuw hoofdstuk start, worden de stroken opnieuw aangepast. b. Hoe gaat het verder? Na om het even welk hoofdstuk kun je een schrijfopdracht geven. Laat de kinderen zelf verzinnen hoe het verder loopt. De enige voorwaarde is dat de teksten beginnen met Als ik niet toevallig Voor ze aan het schrijven gaan is het handig om nog eens de personages te overlopen. Wie was wie ook al weer? Benadruk ook dat de tekst geschreven wordt in de ik-vorm. Tilda vertelt over zichzelf. Je kunt ook de eerste zin van het volgende hoofdstuk aanbieden als start. Zo begint iedereen op dezelfde manier. Laat je de teksten door alle kinderen voorlezen in de klas, of alleen wie wil? Je kunt hen ook in kleine groepjes laten samenzitten, zo kunnen ze hun teksten aan elkaar voorlezen. c. De echo van mijn hartslag Na het lezen van hoofdstuk vijf, lees je nog eens het volgende fragment voor: Ik rende verder tot ik niet meer kon en toen liet ik me met mijn rug tegen een boom zakken. Ik hoorde de echo van mijn hartslag in mijn hoofd en ik hijgde als een sint-bernardshond op een warme zomerdag. (p. 33) Dit is een mooi fragment, ideaal voor een taalonderzoekje en een bespreking. Wie hoorde al eens de echo van zijn hartslag in zijn hoofd? Wanneer was dat? Wat had je toen gedaan? Hoe kun je het nog anders zeggen, dat je hart zo te keer gaat? Je hart bonst. Je kunt je hier met je kinderen afvragen of bonst nu met een s of een z wordt geschreven. Hoe wordt het dan in het meervoud? Een uitgelezen moment om via boeken en verhalen het woordenboek te gebruiken Zo zijn er tal van situaties die je op deze manier los van handleidingen en werkbundels kunt aanwenden. Ik hijgde als een sint-bernardshond op een warme zomerdag. (p.33) Dit is een leuke vergelijking. Waarom vergelijkt de auteur Tilda met een sint-bernardshond op een warme zomerdag? Ga samen op zoek naar andere leuke en passende dierenvergelijkingen. d. Liegen: een klasgesprek en een drama-moment Tilda maakt regelmatig gebruik van een leugentje. Zo heeft ze een verhaal over haar hond opgehangen voor Axel. (p. 13) Sara vraagt of ze nog eventjes kan blijven, nadat ze Lina heeft teruggebracht: Nee, ik moet weg. Ik moet nog naar de apotheek en die gaat bijna dicht. Mijn moeder is aller- al een tijdje erg ziek. (p. 23) Ze belooft niet meer te liegen: Tilda had zichzelf beloofd dat ze nooit meer zou liegen. Ik rende het hele eind naar de winkel. Stel dat Loppan er niet meer zat? Stel dat iemand haar had meegenomen, of dat ze zich losgerukt had omdat ze zich eenzaam en verlaten voelde? Ik zou het mezelf nooit vergeven. En tante Doris vast ook niet. Wat zou Tante Doris eenzaam zijn. Misschien ging ze wel dood van verdriet. Dan zou dat mijn schuld zijn! Shit, wat heb ik spijt dat ik Loppan daar zo lang alleen heb gelaten. Als ze er nog stond, zou ik nooit meer liegen. Promise! (p. 19) Langzaam liep ik de trappen op. Het voelde net alsof ik mijn verdwenen fiets op mijn rug droeg. Wat zou ik tegen mama zeggen? Wat er echt gebeurd was of dat ik mijn fiets had uitgeleend (en hopen dat ik hem snel terug zou vinden)? Maar toen herinnerde ik me mijn belofte om niet meer te

14 liegen. Daarstraks, toen ik bang was dat Loppan niet meer bij de lantaarnpaal zou staan. Maar ze stond er. En beloofd is beloofd, vooral als het op dezelfde dag gebeurt! ( p. 28) Laat ook een kind de oorspronkelijke titel zoeken. Leuk is om deze grappig klinkende Zweedse woorden op het bord te laten zetten. Welke woorden herken je? Gesprek met de nieuwsgierige buurman: Zijn ogen glinsterden van nieuwsgierigheid. Ik voelde de spanning stijgen. Beloofd is natuurlijk beloofd, maar een leugentje om bestwil tegen een spionerende buurman telde vast niet mee. Ik heb hem uitgeleend, zei ik. (p. 29) Huilend vertelde ik haar alles precies zoals het gegaan was. Het deel over Buster-Lina liet ik weg en ik zei dat ik een vriendin was tegengekomen en dat ik daardoor bijna te laat bij de apotheek kwam. En dat was niet echt een leugen. Sara was nu eigenlijk bijna mijn vriendin. (p. 30) P.S. Trouwens, wat ik over papa zei, is niet helemaal waar. Ik heb wel mijn trapeze van hem gekregen, maar hij is geen circusartiest. Hij is astronaut en op dit ogenblik zit hij op de maan. Daarom kunnen we elkaar niet zo vaak zien. Maar hij heeft beloofd dat ik hem volgende zomer mag komen bezoeken. (p. 76) Enkele mogelijke vragen om een gesprek rond liegen richting te geven: - Was het haar bedoeling om te liegen tegen Axel? Waarom deed ze dat dan wel? - Wat is een leugentje om bestwil? - Is liegen altijd even erg? - Als je dingen verzwijgt, lieg je dan ook? - Waarom verzint Tilda spannende verhalen over haar papa? Als drama-moment laat je de kinderen zelf originele leugens verzinnen en ze al dan niet geloofwaardig aan de man brengen. Na het lezen a. Zweedse titel Wie heeft het boek geschreven? Ingelin Angerborn, zou dat een Nederlandstalige auteur zijn? Waarom denk je dat? Je kunt een gesprekje houden over naamgeving. Sommige namen komen in bepaalde landen of talen vaker voor. Bestudeer eens de namen van de kinderen van je klas. Je kunt ook een namengids lenen bij de bibliotheek. Hetzelfde kun je doen met de namen van de personages. Waar ligt Zweden? Zoek eens op in de atlas. Hoe ziet het er in Zweden uit? Ga eens met je kinderen op onderzoek op internet. Misschien kun je bij jullie volgende bibliotheek bezoek op zoek gaan naar boeken over Zweden, of geschreven door Zweedse schrijvers? b. Familie Tilda heeft een sterke band met haar moeder. Ze kan bij haar mama terecht. Haar papa is er niet. Dit kan een inleiding zijn voor een gesprekje over ouders. - Vind je dat Tilda een leuke moeder heeft? - Zou je ook graag zo n moeder willen hebben? - Hoe is de band met jouw moeder? - Zou Tilda haar papa erg missen? - Is er iemand die iets wil vertellen over zijn of haar mama of papa missen? Verhuizen. Tilda vindt het maar stom dat ze opnieuw moeten verhuizen. Dat heeft ze wel al vaker in haar leven gedaan. Waarom heeft ze daar zo n hekel aan? Hoe zouden jullie het vinden om te verhuizen? Wat zouden de voordelen kunnen zijn? En de nadelen? c. Museumwandeling Iedereen krijgt een groot blad en tekent een stuk van het boek. Vooraf moet je wel afspreken hoe de personages eruit zullen zien (haarkleur, kledij ). Welke schilders- of illustratietechnieken bied je aan? Nadien moet het stukje verhaal in eigen woorden bij de tekeningen komen te staan. Dit doen we niet gewoon. We gebruiken letterkunst om onze zinnen beeld te geven. Versierde en gestempelde letters geven de vrolijke toon van het boek weer. Alles klaar? Tijd om het museum in te richten. Wie nodig je uit in het museum? Wie leidt de bezoekers rond? Worden er toegangskaartjes gegeven? Het museumbezoek kun je ook groter zien. Jullie turnzaal wordt het museum, elke klas werkt iets van Jeugdboekenweek uit voor het museum. Het kan ook een interactief museum worden, met een goede mix van luisteren, zien en doen Aan de slag dus! En natuurlijk nodigen we uit over wie het al de hele boekenweek gaat: familie! 13

15 14 Cheffie is de baas Kaat Vrancken, Martijn van der Linden (ill.) Querido, Principe 1: Wie woorden zaait Principe 2: Boekrijk Principe 4: Leesland is geen eiland Principe 5: Voor elk kind is er wat te lezen Principe 6: De taalspeeltuin Principe 7: De boekenbabbel Principe 8: Leesbevordering, geen tijdverlies Principe 9: Van lezen ga je doen Eindtermen De leerlingen kunnen de informatie ordenen die voorkomt in: voor hen bestemde verhalen, kinderromans, dialogen, gedichten, kindertijdschriften en jeugdencyclopedie. (Nederlands - Lezen 3.5) De leerlingen ontwikkelen bij het realiseren van de eindtermen voor spreken, luisteren, lezen en schrijven de volgende attitudes: plezier in luisteren, spreken, lezen en schrijven (Nederlands - Schrijven 4.8) De leerlingen kunnen (verwerkingsniveau = beoordelen) het gepaste taalregister hanteren als ze op basis van vergelijking, hetzij met de eigen mening, hetzij met andere bronnen, in een gesprek kritisch reageren op de vragen en opmerkingen van bekende volwassenen. (Nederlands - Spreken 2.9) De leerlingen kunnen het gepaste taalregister hanteren als ze van een behandeld onderwerp een verbale interpretatie brengen, die begrepen wordt door leeftijdsgenoten. (Nederlands - Spreken 2.7) vergeten. Na haar studies communicatiewetenschappen en werk bij een uitgeverij werd ze freelance copywriter. Overdag schrijft ze reclameteksten, s avonds en s nachts werkt ze aan haar boeken. In de Hannah-boeken schrijft ze over thema s zoals dood en seksualiteit op een humoristische, vanzelfsprekende manier. Over de illustrator Martijn van der Linden werd in 1979 in Oostburg geboren. Als kind wilde hij tekenaar worden. In 2001 studeerde hij af aan de Willem de Kooning academie in Rotterdam, waar hij de richting illustratie volgde. Het prinsenkind is zijn eerste prentenboek. Over het boek Kaat Vrancken gaf haar boek niet alleen de titel Cheffie maar maakt Cheffie de teckel ook de baas van de ver telling. Je kruipt als lezer in de huid van de hond en we zien alles door zijn ogen. Dit levert onverwachte en originele scènes op. Emma en haar moeder zijn heel belangrijk voor Cheffie. Vooral omdat ze eten geven, maar ook aandacht en liefde. Emma weet als enige de gevoelige plekjes van Cheffie te vinden. Ze heeft hem als magere, zielige pup gevonden. Na een tijdje komen er nog twee teckels bij, maar dat vindt Cheffie niet erg want hij blijft toch de baas en maakt dat ook duidelijk. Op een dag komt er een knappe, grote herdershond bij. Puf en Bogie zijn onder de indruk. Cheffie is jaloers en besteedt veel meer aandacht en tijd aan de herdershond. Cheffie doet alles om zijn geur uit het huis en de tuin te houden. Hij werpt zich ook letterlijk voor Emma s voeten. Dit heeft verrassende gevolgen. De kleine zwartwitillustraties, die lijken op linosneden, geven een belangrijke meerwaarde aan het verhaal en brengen goed in beeld hoe Cheffie zich voelt. De leerlingen drukken in een niet-conflictgebonden situatie, eigen indrukken, gevoelens, verlangens, gedachten en waarderingen spontaan uit. (Wereldoriëntatie - Mens 3.1) Over de auteur Kaat Vrancken werd geboren in Bree op 27 december Toen ze twaalf werd, was ze vast besloten schrijfster te worden. Na één zin liet de inspiratie haar in de steek, maar de magie van het schrijven is ze sindsdien nooit meer Aan de slag Voor het lezen Kringgesprek. Mogelijke aanpak kan zijn: - Wie heeft er thuis een hond? - Welk ras? - Waar komt hij vandaan? - Hoe heet je hond? - Waarom heb je deze naam gekozen? - Is het een zwerfhond?

16 - Hoe wordt een hond een zwerfhond? - Wat zou je doen wanneer je een zwerfhond vond? - Behoort je hond tot je familie? - Hoe zou je deze familieband omschrijven? - Hebben honden familie? - Leven honden in het wild in een familie? - Zijn er verschillende soorten hondenfamilies? - Hebben honden dezelfde familiebanden als wij (vader, moeder, broer, zus )? - Zijn volwassenen soms ook jaloers? - Je kunt een of meerdere prenten tonen waarop duidelijk te zien is hoe iemand zich voelt als hij jaloers is. Bijvoorbeeld Je gevoelens als je jaloers bent van Brian Moses, Dijkstra 1992, p. 4, 5, 6, 7. - Welk voorbeeld lijkt het best op jouw gevoelens? - Hoe gedragen kinderen zich als ze jaloers zijn? - Je kunt de kinderen zinnen laten maken die beginnen met: Als ik jaloers ben Tijdens het lezen Je kunt een paar keer voor je aan een nieuw hoofdstuk begint de kinderen vragen proberen te voorspellen hoe het boek verder zou kunnen verlopen. Na het lezen a. Kringgesprek. De betekenis van namen - Vind je de naam Cheffie goed gekozen? - Waarom wel, waarom niet? - Elke naam heeft een betekenis; misschien kun je de betekenis van de namen van de kinderen opzoeken. e. Verhalen schrijven - Je kunt de kinderen vragen of ze graag een kort verhaaltje willen schrijven over iets wat met jaloezie te maken heeft. - Misschien kunnen ze verhaaltjes schrijven over dingen die ze zouden kunnen doen om anderen jaloers te maken. f. Muzische verwerking - Je kunt de kinderen maskers laten maken die jaloezie uitbeelden in papier-maché, klei - Je kunt de kinderen laten vertellen waarom ze een bepaalde kleur of vorm gebruikten. 15 b. Hondennamen bekijken - Je kunt foto s van verschillende hondenrassen verzamelen en er een collage mee maken. - Je kunt een lijst maken van de verschillende hondenrassen. - Je kunt een dierenarts uitnodigen die komt vertellen wat er allemaal komt kijken bij het houden van een hond als huisdier. c. Filosoferen Het is duidelijk dat Cheffie niet zo gelukkig is met de komst van de herdershond. Hij is eigenlijk jaloers. Naar aanleiding daarvan kun je een eenvoudig filosofisch gesprek opbouwen. Mogelijke vragen kunnen zijn: - Worden honden of dieren alleen maar voor de gezelligheid gehouden? - Kunnen honden of dieren ongelukkig zijn? - Kunnen dieren met elkaar praten? - Kunnen dieren het onder elkaar over mensen hebben? - Kunnen dieren denken? d. Zinnen maken - Je kunt de kinderen vragen hoe ze zich voelen wanneer ze jaloers zijn.

17 16 Opa zwijgt Katrien Vandewoude, Jan de Kinder (ill.) Clavis, Principe 2: Boekrijk Principe 3: Bib en school gaan boek in hand Principe 4: Leesland is geen eiland Principe 6: De taalspeeltuin Principe 7: De boekenbabbel Principe 8: Leesbevordering, geen tijdverlies Principe 9: Van lezen ga je doen Eindtermen De leerlingen zijn bereid om vanuit een concrete context te reflecteren over de volgende aspecten van taal: - klankniveau - woordniveau - zinsniveau - tekstniveau (Nederlands - Taalbeschouwing 6.3) De leerlingen kunnen de informatie op een persoonlijke en overzichtelijke wijze ordenen bij een voor hen bestemde instructie voor een buitenschoolse situatie. (Nederlands - Luisteren 1.6) De leerlingen kunnen het gepaste taalregister hanteren als ze aan iemand om ontbrekende informatie vragen. (Nederlands - Spreken 2.2) De leerlingen kunnen de informatie ordenen die voorkomt in: voor hen bestemde verhalen, kinderromans, dialogen, gedichten, kindertijdschriften en jeugdencyclopedie. (Nederlands - Lezen 3.5) De leerlingen kunnen hun afstamming aangeven tot twee generaties terug. (Wereld-oriëntatie - Tijd 5.6) Over de auteur Katrien Vandewoude werd geboren in Asse op 20 juni In haar jeugd was ze vaak ziek. Om haar een beetje te troosten, kreeg ze stapels boeken. Op twaalfjarige leeftijd leest ze Blijf lachen van Irmgard Smits over een meisje van twaalf dat tuberculose heeft en in het boek haar levensverhaal vertelt. Katrien was razend jaloers dat iemand op zo n jonge leeftijd kon schrijven en zij niet. Uiteindelijk studeerde ze Letteren en Wijsbegeerte, maar ze was vooral geboeid door geschiedenis omdat ze wilde weten hoe mensen vroeger leefden en werkten, wat ze dachten en voelden. Ze werkte nadien twee jaar in de universiteitsbibliotheek. Ze las zeer graag voor en begeleidde kinderen die lid waren van de Kinder- en Jeugdjury Vlaanderen. Stilletjes aan begon ze te overwegen om zelf een boek te schrijven. Haar verhalen zijn spannend, ernstig en avontuurlijk. Over de illustrator Jan de Kinder werd geboren op 5 november 1964 in Dendermonde. Hij studeerde toegepaste grafiek en illustratie aan Sint-Lukas in Brussel en volgde een opleiding tekenkunst aan de Stedelijke Academie van Leuven. Hij begon met het illustreren van kinderboeken toen zijn oudste dochter Anne haar eerste prentenboekje ontdekte. Nu is hij beeldend kunstenaar en voltijds zelfstandig illustrator van kinderboeken en kindertijdschriften. Hij illustreert vooral boeken van andere auteurs. In 2002 schreef hij een eigen prentenboek: Mathilde. Hij geniet van verhalen vertellen aan kinderen, en met hen fantaseren. Over het boek Opa zwijgt beschrijft hoe een kind omgaat met de aftake- ling van een grootouder. De opa van Emma heeft een beroerte gehad en kan niet meer lopen en spreken. Emma logeert tijdens de vakantie bij opa en oma, maar ditmaal is de vakantie anders. Tegen Wido, de buurjongen, schept ze op over wat opa vroeger allemaal kon. Wido, die niet wil vertellen dat zijn ouders onlangs zijn gescheiden, schept ook op over zijn grootvader. De twee kinderen hebben het moeilijk om de veranderingen te accepteren maar vertellen dit niet aan elkaar. Het is een ik-verhaal met veel dialogen dat mooi wordt verteld, nergens is er sprake van medelijden of geklaag. Aan de slag Voor het lezen a. Gedicht over opa Voor je begint met voorlezen kun je met een gedicht de juiste sfeer scheppen. Probeer het gedicht Opa van Johanna Kruit:

18 Opa is ziek. Het vel van zijn gezicht is veel te wijd. De kamer is stil. Een streepje zonlicht valt langs het gordijn. Het is al bijna lente. Misschien gaat opa dood. De dag zit vol geheimen. Ik word al groot. In een kringgesprek over grootouders kun je de volgende vragen stellen: - Wie heeft er een opa? - Wat vind je van hem? - Hoe zie jij je opa? - Wat denk je over hem? - Zie je je opa veel? - Wat heb je geleerd van je opa? Kinderen kunnen hier eventueel een lijstje maken. b. Interview met opa Je kunt één of meerdere opa s uitnodigen in de klas, eventueel de opa van de leerkracht, of je laat de kinderen een interview afnemen van hun opa thuis. Mogelijke vragen: - Welke spelletjes speelde je? - Hoe ging je naar school? - Speelde je op straat? - Had je een speciale knuffel? - Speelden je ouders met jou? - Heb je kwajongensstreken uitgehaald? - Had je veel huiswerk? - Wat deed je het liefst? - Moest je meehelpen met je ouders? - Hoe was het op school? - Heb je de oorlog meegemaakt? - Waarom lopen sommige opa s met een stok? - Waarom krijgen sommige opa s grijs haar of worden ze kaal? Je kunt ook vragen aan de opa s om foto s mee te brengen of een voorwerp waar ze speciaal aan gehecht zijn. Dit kan aanleiding geven tot het maken van een kleine tentoonstelling. Op een bepaald moment lees je dan het boek voor. Je kunt vertellen dat dit boek vooral gaat over de opa van Emma. Het is vakantie en ze gaat bij opa en oma logeren. Ditmaal is het geen vakantie zoals vorig jaar. Je kunt eventueel de kinderen laten vertellen waarover het boek zou kunnen gaan bij het tonen van de kaft. Tijdens het lezen Je kunt vooraf met de kinderen een vast voorleesmoment afspreken en dit ook duidelijk meedelen in de school zodat jullie niet gestoord worden tijdens het voorlezen. Hang eventueel een bordje Niet storen, wij lezen! aan de deur. a. Helden Ongeveer in het midden van het boek vertellen Emma en Wido, de buurjongen, over hun opa s alsof ze helden zijn. Dit moment kun je misschien aangrijpen om een klein filosofisch gesprekje te houden over helden. Mogelijke vragen: - Wanneer ben je een held? Wat moet een held allemaal kunnen? - Zijn helden anders dan jij of ik? - Kun je bevriend zijn met een held? - Kun je leren om held te worden? - Zou je zelf een held willen zijn en waarom? Na het lezen a. Kringgesprek over het boek Mogelijke vragen: - Wie wil iets zeggen over het verhaal? - Welk gevoel heb je nadat je het hele verhaal hebt gehoord? - Is er iets dat je niet goed begrijpt? - Wat vond je het mooist? - Denk je dat opa en oma verdrietig zijn? - Toont opa zijn verdriet en zo ja, hoe? - Waarom zijn we soms verdrietig? - Wie wil er een verdrietig moment uit zijn leven vertellen? b. Familiealbum maken Per familielid kun je een A4-blad nemen, op elk blad komt telkens ongeveer hetzelfde te staan. Je kunt de kinderen vragen om hun geboortekaartje mee te brengen. Dit plak je bovenaan het blad voor jezelf. 17

19 Daaronder kun je een pasfoto plakken met daarnaast: - voornaam - roepnaam, hoe je thuis wordt genoemd - geboortedatum - kleur van de ogen - hobby s - beste eigenschap - slechtste eigenschap - lievelingsgerecht Vertel in enkele regels over je oudste herinnering. Blad 2: foto van mama als kind. Blad 3: foto van papa als kind. Blad 4 en volgende: foto s van broers en zussen. 18 Op al deze bladen komt dezelfde tekst, die kun je als leerkracht vooraf uitschrijven, kopiëren en op elk blad plakken: - voornaam - hoe spreek jij je mama aan - geboortedatum - haarkleur, kleur ogen - hobby s - werk - beste eigenschap - slechtste eigenschap - lievelingsgerecht Je kunt dan nog twee bladen maken voor de oma s en de opa s, zowel aan moeders als aan vaders kant. Je kunt de kinderen vragen om bovenaan het blad eventueel een trouwfoto van oma en opa te plakken. Op beide bladen komt dezelfde tekst als bij ma, pa, broers, zussen (zie hier boven). c. Stamboom maken Je kunt met de kinderen een stamboom maken. Op grote vellen A3 maak je de stambomen vanaf opa en oma. Kinderen kunnen van hun familie kleine portretjes tekenen en de namen invullen. Leer de kinderen eerst hoe je een stamboom maakt, hoe de lijntjes lopen. Als de stambomen klaar zijn, kun je die zo ophangen aan het plafond in de klas. Zo heb je een soort tentoonstelling. Je kunt de ouders en grootouders uitnodigen om een wandeling te maken door het bos van de stambomen in je eigen klas.

20 Teunis Toon Tellegen, Jan Jutte (ill.) Querido, (3 de druk 2005) Principe 2: Boekrijk Principe 3: Bib en school gaan boek in hand Principe 4: Leesland is geen eiland Principe 7: De boekenbabbel Principe 8: Leesbevordering, geen tijdverlies Principe 9: Van lezen ga je doen Eindtermen De leerlingen kunnen de informatie ordenen die voorkomt in: voor hen bestemde verhalen, kinderromans, dialogen, gedichten, kindertijdschriften en jeugdencyclopedie. (Nederlands - Lezen 3.5) De leerlingen kunnen (verwerkingsniveau = beoordelen) het gepaste taalregister hanteren als ze op basis van vergelijking, hetzij met de eigen mening, hetzij met andere bronnen, in een gesprek kritisch reageren op de vragen en opmerkingen van bekende volwassenen. (Nederlands - Spreken 2.9) De leerlingen kunnen het gepaste taalregister hanteren als ze van een behandeld onderwerp een verbale interpretatie brengen, die begrepen wordt door leeftijdsgenoten. (Nederlands - Spreken 2.7) De leerlingen zijn bereid om vanuit een concrete context te reflecteren over de volgende aspecten van taal: - klankniveau - woordniveau - zinsniveau - tekstniveau (Nederlands - Taalbeschouwing 6.3) Over de auteur Toon Tellegen (Nederland, 1941) is geen schrijver van opleiding, maar chirurg. Hij werkt als huisarts in Amsterdam, waar hij woont. Hij is getrouwd en heeft twee kinderen. Aan zijn dochter vertelde hij elke avond voor het slapengaan verhaaltjes. Die publiceerde hij later. Toon Tellegen is vooral bekend om zijn dichtbundels voor volwassenen en om zijn dierenverhalen. Deze spelen zich af in een wat vreemde wereld. Alle dieren zijn even groot. Ze brengen hun tijd door met feesten, praten, brieven schrijven en mijmeren. Deze verhalen zijn ietwat absurd, verwarrend en meestal filosofisch. Hij heeft ondertussen heel wat grote prijzen met zijn werk in de wacht gesleept. Over de illustrator Jan Jutte (Nederland, 1954) is sinds 1983 werkzaam als freelance illustrator. Hij heeft ondertussen al meer dan honderd kinderboeken geïllustreerd. Bezoek zeker eens zijn website ( Over het boek Teunis is een olifant. Zijn moeder is een olifant, zijn vader ook. Maar die is ook ontdekkingsreiziger. Teunis en zijn moeder zien hem nooit. Ze zijn olifanten in een mensenwereld. Hij gaat gewoon naar school. Natuurlijk is het niet gemakkelijk om zo anders te zijn dan de andere kinderen in de klas. Maar soms is het juist heel handig een olifant te zijn. Aan de slag Voor het lezen Kennismaken met de auteur. Toon Tellegen is een bekende auteur, zowel bij kinderen als bij volwassenen. Wie kent hem? Hebben we één van zijn boeken in onze klasbibliotheek of thuis in onze boekenkast? Misschien opteer je er wel voor om één van zijn korte dierenverhalen voor te lezen als aanknopingspunt met het boek. Je vindt in de bibliotheek of bij de boekhandel vast wel één van volgende mooie titels: Misschien wisten zij alles: alle verhalen over de eekhoorn en de andere dieren (Querido, 2001.) De verjaardag van de eekhoorn (Querido, 1995.) De verjaardag van alle anderen (Querido, 1998.) De genezing van de krekel (Querido, 1999.) Bij het lezen a. Boos zijn (p.8) Zou ze boos kunnen zijn? dacht Teunis. Hoe zou ze er dan uitzien? Hij kon wel boos worden. Heel boos. Maar hij wist niet hoe hij er dan uitzag. Als hij boos was wilde hij altijd iets omver gooien of in volle vaart ergens tegenaan lopen, zodat het omviel of in stukken brak. Daarna was zijn boosheid altijd over. 19

Lestip 'Verdriet' Over het boek. Aan de slag. Voor het lezen. a. Werken met twee prenten

Lestip 'Verdriet' Over het boek. Aan de slag. Voor het lezen. a. Werken met twee prenten Lestip 'Verdriet' Over het boek Je zou het niet meteen zeggen wanneer je hem ziet, maar Michael Rosen heeft verdriet. Zijn zoon Eddie is dood. In dit boek vertelt hij hoe dat voelt, verdrietig zijn. De

Nadere informatie

SOCIALE VAARDIGHEDEN MET AFLATOUN

SOCIALE VAARDIGHEDEN MET AFLATOUN SOCIALE VAARDIGHEDEN MET AFLATOUN Dit thema is opgesplitst in drie delen; gevoelens, ruilen en familie. De kinderen gaan eerst aan de slag met gevoelens. Ze leren omgaan met de gevoelens van anderen. Daarna

Nadere informatie

Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over,

Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over, 3F Wat is vriendschap? 1 Iedereen heeft vrienden, iedereen vindt het hebben van vrienden van groot belang. Maar als we proberen uit te leggen wat vriendschap precies is staan we al snel met de mond vol

Nadere informatie

Het is de familieblues. Je kent dat gevoel vast wel. Je zit aan je familie vast. Voor altijd ben je verbonden met je ouders, je broers, je zussen.

Het is de familieblues. Je kent dat gevoel vast wel. Je zit aan je familie vast. Voor altijd ben je verbonden met je ouders, je broers, je zussen. De familieblues Tot mijn 15e noemde ik mijn ouders papa en mama. Daarna niet meer. Toen noemde ik mijn vader meester. Zo noemde hij zich ook als hij lesgaf. Hij was leraar Engels op een middelbare school.

Nadere informatie

Ben jij een kind van gescheiden ouders? Dit werkboekje is speciaal voor jou!

Ben jij een kind van gescheiden ouders? Dit werkboekje is speciaal voor jou! Hallo Ben jij een kind van gescheiden ouders? Dit werkboekje is speciaal voor jou Als je ouders uit elkaar zijn kan dat lastig en verdrietig zijn. Misschien ben je er boos over of denk je dat het jouw

Nadere informatie

OPA EN OMA DE OMA VAN OMA

OPA EN OMA DE OMA VAN OMA Hotel Hallo - Thema 4 Hallo opdrachten OPA EN OMA 1. Knip de strip. Strip Knip de strip los langs de stippellijntjes. Leg de stukken omgekeerd en door elkaar heen op tafel. Draai de stukken weer om en

Nadere informatie

TITEL ACTIVITEIT + beschrijving: filosofisch gesprek over geloven.

TITEL ACTIVITEIT + beschrijving: filosofisch gesprek over geloven. TITEL ACTIVITEIT + beschrijving: filosofisch gesprek over geloven. Beginsituatie: De lln doen als inleiding op het project rond geloven en de kerkwandeling, een filosofisch gesprek. Er komen verschillende

Nadere informatie

Die nacht draait Cees zich naar me toe. In het donker voel ik heel zachtjes zijn lippen op mijn wang.

Die nacht draait Cees zich naar me toe. In het donker voel ik heel zachtjes zijn lippen op mijn wang. Vanavond ga ik mijn man vertellen dat ik bij hem wegga. Na het eten vertel ik het hem. Ik heb veel tijd besteed aan het maken van deze laatste maaltijd. Met vlaflip toe. Ik hoop dat de klap niet te hard

Nadere informatie

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S 2 Ik en autisme In het vorige hoofdstuk is verteld over sterke kanten die mensen met autisme vaak hebben. In dit hoofdstuk vertellen we over autisme in het algemeen. We beginnen met een stelling. In de

Nadere informatie

VoorleesExpress. Samen met ouders aan de slag. Praktische tips

VoorleesExpress. Samen met ouders aan de slag. Praktische tips VoorleesExpress Samen met ouders aan de slag Praktische tips Samen met ouders aan de slag Ouders betrekken bij het voorlezen Je gaat straks via de VoorleesExpress twintig weken voorlezen bij een of meerdere

Nadere informatie

Tuin van Heden 3 en 4 Werken met kunst in de paasperiode. Kernles 1: Kunstenaar, wat vertel je mij?

Tuin van Heden 3 en 4 Werken met kunst in de paasperiode. Kernles 1: Kunstenaar, wat vertel je mij? Tuin van Heden 3 en 4 Werken met kunst in de paasperiode Opmerking vooraf: Voor de uitwerking van deze lessen hebben we doelen gehaald uit verschillende thema s van de betreffende graad. Na elk doel verwijzen

Nadere informatie

Tuin van Heden 5 en 6 Werken met kunst in de paasperiode. Kernles 1: Kunstenaar, wat vertel je mij?

Tuin van Heden 5 en 6 Werken met kunst in de paasperiode. Kernles 1: Kunstenaar, wat vertel je mij? Tuin van Heden 5 en 6 Werken met kunst in de paasperiode Opmerking vooraf: Voor de uitwerking van deze lessen hebben we doelen gehaald uit verschillende thema s van de betreffende graad. Na elk doel verwijzen

Nadere informatie

Jezus vertelt, dat God onze Vader is

Jezus vertelt, dat God onze Vader is Eerste Communieproject 26 Jezus vertelt, dat God onze Vader is Jezus als leraar In les 4 hebben we gezien dat Jezus wordt geboren. De engelen zeggen: Hij is de Redder van de wereld. Maar nu is Jezus groot.

Nadere informatie

Wat is PDD-nos? VOORBEELDPAGINA S. Wat heb je dan? PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen.

Wat is PDD-nos? VOORBEELDPAGINA S. Wat heb je dan? PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen. Wat is PDD-nos? 4 PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen. Eigenlijk vind ik stoornis een heel naar woord. Want zo lijkt het net of er iets niet goed aan me

Nadere informatie

Oplossingsgerichte vragen (Het Spel van Oplossingen IKB & TS)

Oplossingsgerichte vragen (Het Spel van Oplossingen IKB & TS) Oplossingsgerichte vragen (Het Spel van Oplossingen IKB & TS) Stel dat dat (te grote wonder) gebeurt, ik betwijfel of dat zal gebeuren, maar stel je voor dat, wat zou je dan doen dat je nu niet doet? (p36)

Nadere informatie

De olifant die woord hield

De olifant die woord hield De olifant die woord hield Een voorstelling van verhalenverteller Peter Faber www.peterfaber.eu Inleiding Aan het eind van haar leven las Annie MG Schmidt al haar sprookjes nog eens door. Genadeloos streepte

Nadere informatie

lesmateriaal Taalkrant

lesmateriaal Taalkrant lesmateriaal Taalkrant Toelichting Navolgend vindt u een plan van aanpak en 12 werkbladen voor het maken van de Taalkrant in de klas, behorende bij het project Taalplezier van Stichting Wereldleren. De

Nadere informatie

Werkboek Het is mijn leven

Werkboek Het is mijn leven Werkboek Het is mijn leven Het is mijn leven Een werkboek voor jongeren die zelf willen kiezen in hun leven. Vul dit werkboek in met mensen die je vertrouwt, bespreek het met mensen die om je geven. Er

Nadere informatie

O, antwoordde ik. Verder zei ik niets. Ik ging vlug de keuken weer uit en zonder eten naar school.

O, antwoordde ik. Verder zei ik niets. Ik ging vlug de keuken weer uit en zonder eten naar school. Voorwoord Susan schrijft elke dag in haar dagboek. Dat dagboek is geen echt boek. En ook geen schrift. Susans dagboek zit in haar tablet, een tablet van school. In een map die Moeilijke Vragen heet. Susan

Nadere informatie

Liefdesgedichten schrijven

Liefdesgedichten schrijven Deze les hoort bij het boek Wil jij... met mij? geschreven door Rian Visser met tekeningen van Annet Schaap en gepubliceerd door uitgeverij Moon. Doel: leerlingen zelf gedichten laten schrijven Leeftijd:

Nadere informatie

Vraag aan de zee. Vraag aan de tijd. wk 3. wk 2

Vraag aan de zee. Vraag aan de tijd. wk 3. wk 2 Bladzijde negen, Bladzijde tien, Krijg ik het wel ooit te zien? Ander hoofdstuk, Nieuw begin.. Maar niets, Weer dicht, Het heeft geen zin. Dan probeer ik achterin dat dikke boek. Dat ik daar niet vaker

Nadere informatie

Lou en Lena: NEE tegen geweld!

Lou en Lena: NEE tegen geweld! Mijn prentenboek Prentenboek voor leerlingen 1 e en 2 e leerjaar Lou en Lena: NEE tegen geweld! Mijn naam:... Mijn klas:... Mondiale Vorming - Plan België Hallo, ik ben Lou. En dit is mijn zus Lena. We

Nadere informatie

Lucy heeft een ballon

Lucy heeft een ballon Caro Kindercoach & begeleiding Maasdijk 16 4283 GA Giessen 0620380336 info@carokindercoach.nl www.carokindercoach.nl heeft een ballon Handleiding Doelgroep: Kinderen van 3 tot 6 jaar. Doel van het lezen

Nadere informatie

Uitleg boekverslag en boekbespreking

Uitleg boekverslag en boekbespreking Uitleg boekverslag en boekbespreking groep 7 schooljaar 2014-2015 Inhoudsopgave: Blz. 3 Blz. 3 Blz. 3 Blz. 4 Blz. 6 Blz. 7 Blz. 7 Stap 1: Het lezen van je boek Stap 2: Titelpagina Stap 3: Inhoudsopgave

Nadere informatie

Eenzaam. De les. Inhoud. Doel. Materiaal. Belangrijk. les

Eenzaam. De les. Inhoud. Doel. Materiaal. Belangrijk. les 8 Inhoud 1 Eenzaam De Soms ben je alleen en vind je dat fijn. Als alleen zijn niet prettig aanvoelt, als je niet in je eentje wilt zijn, dan voel je je eenzaam. In deze leren de leerlingen het verschil

Nadere informatie

Inhoud. Inleiding 7. Eindverslag 86. Extra opdrachten 90. Tips voor op school 94

Inhoud. Inleiding 7. Eindverslag 86. Extra opdrachten 90. Tips voor op school 94 Inhoud Inleiding 7 deel 1 lees- en kijkbio Hoofdstuk 1 Verhalen vertellen 10 Hoofdstuk 2 Zelf verhalen vertellen 12 Hoofdstuk 3 Voorlezen 16 Hoofdstuk 4 Verhalen lezen 18 Hoofdstuk 5 Verhalen in boeken

Nadere informatie

Wanneer vertel je het de kinderen? Kies een moment uit waarop je zelf en de kinderen niet gestoord kunnen worden.

Wanneer vertel je het de kinderen? Kies een moment uit waarop je zelf en de kinderen niet gestoord kunnen worden. Hoe vertel je het de kinderen? Op een gegeven moment moet je de kinderen vertellen dat jullie gaan scheiden. Belangrijk is hoe en wat je hen vertelt. Houd rekening daarbij rekening met de leeftijd van

Nadere informatie

Ben je slachtoffer? Folder voor jongeren

Ben je slachtoffer? Folder voor jongeren Ben je slachtoffer? Folder voor jongeren Mijn leven veranderde zo n drie jaar geleden. Juist de dag voor mijn mama s verjaardag kreeg ze van mijn vader een kogel door het hoofd. Wonder boven wonder overleefde

Nadere informatie

Lestip 'Die hoed zit goed'

Lestip 'Die hoed zit goed' Lestip 'Die hoed zit goed' Over het boek Die hoed zit goed is een verzameling van raadsels, gedichten en stripverhalen. Het boek is opgedeeld in verschillende hoofdstukken volgens eenzelfde stramien en

Nadere informatie

Lestip 'Mevrouw wit konijn'

Lestip 'Mevrouw wit konijn' Lestip 'Mevrouw wit konijn' Over het boek Ken jij het witte konijn uit Alice in Wonderland? Hij werd beroemd toen hij gehaast weg rende en Alice hem achterna huppelde. Misschien vraag je je af hoe het

Nadere informatie

Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten

Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten www.edusom.nl Opstartlessen Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten Wat leert u in deze les? Een gesprek voeren over familie, vrienden en buurtgenoten. Antwoord geven op vragen. Veel succes! Deze les

Nadere informatie

Tijdschrift Kindermishandeling April 2013 Onderwijsspecial deel 2. 8 tips voor een goed gesprek met je leerling

Tijdschrift Kindermishandeling April 2013 Onderwijsspecial deel 2. 8 tips voor een goed gesprek met je leerling 8 tips voor een goed gesprek met je leerling Edith Geurts voor Tijdschrift Kindermishandeling Het kan zijn dat je als leerkracht vermoedt dat een kind thuis in de knel zit. Bijvoorbeeld doordat je signalen

Nadere informatie

Lesbrief. Introductie

Lesbrief. Introductie Lesbrief Introductie Deze lesbrief hoort bij Lieve Stine, weet jij het? van Stine Jensen en Sverre Fredriksen. Dit boek bestaat uit 20 brieven en antwoorden van filosoof Stine. Deze lesbrief bestaat uit

Nadere informatie

Koningspaard Polle en de magische kamers van paleis Kasagrande

Koningspaard Polle en de magische kamers van paleis Kasagrande Koningspaard Polle en de magische kamers van paleis Kasagrande Eerste druk 2015 R.R. Koning Foto/Afbeelding cover: Antoinette Martens Illustaties door: Antoinette Martens ISBN: 978-94-022-2192-3 Productie

Nadere informatie

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken - 2 - Weer huiswerk? Nee, deze keer geen huiswerk, maar een boekje óver huiswerk! Wij (de meesters en juffrouws) horen jullie wel eens mopperen als je huiswerk opkrijgt.

Nadere informatie

4 Denken. in het park een keer gebeten door een hond. Als Kim een hond ziet wil ze hem graag aaien. Als

4 Denken. in het park een keer gebeten door een hond. Als Kim een hond ziet wil ze hem graag aaien. Als 4 Denken In dit hoofdstuk vertellen we hoe jij om kan gaan met je gedachten. Veel gedachten maak je zelf. Ze bepalen hoe jij je voelt. We geven tips hoe jij jouw gedachten en gevoelens zelf kunt sturen.

Nadere informatie

9 Vader. Vaders kijken anders. Wat doe ik hier vandaag? P Ik leer mijn Vader beter kennen. P Ik weet dat Hij mij geadopteerd

9 Vader. Vaders kijken anders. Wat doe ik hier vandaag? P Ik leer mijn Vader beter kennen. P Ik weet dat Hij mij geadopteerd 53 9 Vader Wat doe ik hier vandaag? P Ik leer mijn Vader beter kennen. P Ik weet dat Hij mij geadopteerd heeft. P Ik begin steeds beter te begrijpen dat het heel bijzonder is dat ik een kind van God, mijn

Nadere informatie

Wielewoelewool, ik ga naar school! Toelichting

Wielewoelewool, ik ga naar school! Toelichting Zwijsen Wielewoelewool, ik ga naar school! Toelichting Inhoud Inleiding 3 Materialen 3 Voor het eerst naar school 4 Doelstelling 4 Opbouw prentenboek en plakboek 4 Werkwijze 5 Ouders 5 2 Inleiding Voor

Nadere informatie

Doel. Doelgroep. Een film in je hoofd

Doel. Doelgroep. Een film in je hoofd Doel Het op gang brengen of houden van leesplezier! Van wat voor soort boeken houden de kinderen en waarom? Zouden ze zelf graag de hoofdpersoon zijn in één van hun lievelingsboeken? Welke omslagen spreken

Nadere informatie

Bijlage interview meisje

Bijlage interview meisje Bijlage interview meisje Wat moet er aan de leerlingen gezegd worden voor het interview begint: Ik ben een student van de Universiteit van Gent. Ik wil met jou praten over schrijven en taken waarbij je

Nadere informatie

Activiteit 01: Je gedachten en gevoelens 7. Activiteit 02: De scheiding van je ouders overleven 11. Activiteit 03: Acting out 16

Activiteit 01: Je gedachten en gevoelens 7. Activiteit 02: De scheiding van je ouders overleven 11. Activiteit 03: Acting out 16 Inhoud Activiteit 01: Je gedachten en gevoelens 7 Activiteit 02: De scheiding van je ouders overleven 11 Activiteit 03: Acting out 16 Activiteit 04: Schuld 22 Activiteit 05: Angst 26 Activiteit 06: Verdriet

Nadere informatie

Als je ouders uit elkaar gaan, zit je met heel wat vragen.

Als je ouders uit elkaar gaan, zit je met heel wat vragen. Als je ouders uit elkaar gaan, zit je met heel wat vragen. Kan ik kiezen bij wie ik ga wonen? Is het mijn schuld? Ben ik verplicht om op bezoek te gaan bij papa of mama? Waarom hebben mijn ouders elk een

Nadere informatie

Lesbrief voor leerlingen: hoe ontwerp je een omslag voor een boek

Lesbrief voor leerlingen: hoe ontwerp je een omslag voor een boek Lesbrief voor leerlingen: hoe ontwerp je een omslag voor een boek KIEZEN Een goed begin is het kiezen van het juiste boek. Er zijn zo veel mooie verhalen waardoor het soms lastig is om een goede keuze

Nadere informatie

Vertel eens - aanpak van Aidan Chambers

Vertel eens - aanpak van Aidan Chambers Vertel eens - aanpak van Aidan Chambers bijlage 6 2 Theorie Aidan Chambers wil met de Vertel eens-aanpak kinderen helpen goed te praten over wat zij hebben gelezen en goed naar elkaar te leren luisteren.

Nadere informatie

Als je ouders uit elkaar gaan, zit je met heel wat vragen.

Als je ouders uit elkaar gaan, zit je met heel wat vragen. Als je ouders uit elkaar gaan, zit je met heel wat vragen. Kan ik kiezen bij wie ik ga wonen? Is het mijn schuld? Ben ik verplicht om op bezoek te gaan bij papa of mama? Waarom hebben mijn ouders elk een

Nadere informatie

150 Tips om kinderen te laten zien dat je om ze geeft!

150 Tips om kinderen te laten zien dat je om ze geeft! 150 Tips om kinderen te laten zien dat je om ze geeft! Scott de Jong http://www.positiefleren.nl - 1 - Je leest op dit moment versie 2.0 van het Ebook: 150 Tips om kinderen te laten zien dat je om ze geeft.

Nadere informatie

Begrijpend luisteren. Annemarieke Kool. CPS Onderwijsontwikkeling en advies WWW.CPS.NL

Begrijpend luisteren. Annemarieke Kool. CPS Onderwijsontwikkeling en advies WWW.CPS.NL Begrijpend luisteren Annemarieke Kool CPS Onderwijsontwikkeling en advies WWW.CPS.NL Programma 1. Welkom 2. Doelen van workshop 3. Strategieën en voorbeelden 4. Differentiëren mbv taxonomie 5. Oefening

Nadere informatie

Lestip 'Jacques naar de stad'

Lestip 'Jacques naar de stad' Lestip 'Jacques naar de stad' Over het boek Jacques is een klein, mollig hondje met een trui aan. Samen met zijn vriend meneer Wiebelsok trekken ze de stad in. Ze drinken een kopje thee in een café en

Nadere informatie

Soms is er thuis ruzie Dan is mama boos en roept soms omdat ik mijn speelgoed niet opruim Maar ik heb daar helemaal niet mee gespeeld Dat was Bram,

Soms is er thuis ruzie Dan is mama boos en roept soms omdat ik mijn speelgoed niet opruim Maar ik heb daar helemaal niet mee gespeeld Dat was Bram, Soms is er thuis ruzie Dan is mama boos en roept soms omdat ik mijn speelgoed niet opruim Maar ik heb daar helemaal niet mee gespeeld Dat was Bram, mijn kleine broer Dat is niet van mij mama Dan zegt ze

Nadere informatie

Lesbrief bij Ouders in het wild. Liesbeth Groenhuijsen

Lesbrief bij Ouders in het wild. Liesbeth Groenhuijsen Lesbrief bij Ouders in het wild Liesbeth Groenhuijsen Voor groep 7 en 8 Inhoud van deze lesbrief - Thema s in het boek - Lesopzet - Doel van de les - Uitwerking - Bijlage: opdrachtenblad Thema s in het

Nadere informatie

Vragen bij het prentenboek 'De tovenaar die vergat te toveren'

Vragen bij het prentenboek 'De tovenaar die vergat te toveren' De tovenaar tovert De verhalenvertelster vertelt Wat zou een tovenaar allemaal kunnen toveren? Hoe zouden de kinderen zich voelen? Waar zie je dat aan? Is de tovenaar blij/ boos/ verdrietig of bang? Hoe

Nadere informatie

TIPS VOOR DOCENTEN. Kim Koelewijn. Nu met nog meer tranen! HUIL! Het lucht op Vergroot je woordenschat rondom emoties, en laat je lekker gaan

TIPS VOOR DOCENTEN. Kim Koelewijn. Nu met nog meer tranen! HUIL! Het lucht op Vergroot je woordenschat rondom emoties, en laat je lekker gaan TIPS VOOR DOCENTEN HUIL! Het lucht op Nu met nog meer tranen! Kim Koelewijn Vergroot je woordenschat rondom emoties, en laat je lekker gaan 9-99 TIPS VOOR DOCENTEN Dichtbij en verder weg Wanneer je met

Nadere informatie

Op weg met Jezus. eerste communieproject. Hoofdstuk 5 Bidden. H. Theobaldusparochie, Overloon

Op weg met Jezus. eerste communieproject. Hoofdstuk 5 Bidden. H. Theobaldusparochie, Overloon Op weg met Jezus eerste communieproject H. Theobaldusparochie, Overloon Hoofdstuk 5 Bidden Eerste communieproject "Op weg met Jezus" hoofdstuk 5 blz. 1 Joris is vader aan het helpen in de tuin. Ze zijn

Nadere informatie

Zoveel heb ik jou lief

Zoveel heb ik jou lief Langreuter, Jutta Stefanie Dahle ISBN-13: 9789059241046 NUR 273 D/2014/6186/19 Suggesties: Emy Geyskens Korte inhoud 1 Jij en ik! Victor Haas heeft een fikse ruzie met mama Haas: Hij moet mee opruimen,

Nadere informatie

Lesbrief. Voetstappen Kader Abdolah

Lesbrief. Voetstappen Kader Abdolah Lesbrief Voetstappen Kader Abdolah Doe meer met Leeslicht! Bij een aantal boeken in de serie Leeslicht kunt u een gratis lesbrief downloaden van www.eenvoudigcommuniceren.nl. In deze lesbrief staan vragen,

Nadere informatie

Fictiedossier Op blote voeten Maren Stoffels

Fictiedossier Op blote voeten Maren Stoffels Fictiedossier Op blote voeten Maren Stoffels Mariska Wijlens Klas 3T2 Docent: Mevrouw Scholten 1. Zakelijke gegevens Titel: Op blote voeten Auteur: Maren Stoffels Uitgever: Leopold Jaar van verschijnen:

Nadere informatie

Dit boek heeft het keurmerk Makkelijk Lezen gekregen. Wilt u meer weten over dit keurmerk kijk dan op de website: www.stichtingmakkelijklezen.nl.

Dit boek heeft het keurmerk Makkelijk Lezen gekregen. Wilt u meer weten over dit keurmerk kijk dan op de website: www.stichtingmakkelijklezen.nl. Chatten Dit boek heeft het keurmerk Makkelijk Lezen gekregen. Wilt u meer weten over dit keurmerk kijk dan op de website: www.stichtingmakkelijklezen.nl. Colofon Een uitgave van Eenvoudig Communiceren

Nadere informatie

Druk de A, B en C vragen op hetzelfde kleur papier af (v.b. op geel papier) Druk de P-vragen op een afwijkende kleur papier af en de D vragen ook.

Druk de A, B en C vragen op hetzelfde kleur papier af (v.b. op geel papier) Druk de P-vragen op een afwijkende kleur papier af en de D vragen ook. Praten over boeken Kaartjes van iden hambers Handleiding bij onderstaande kaartjes: llereerst treft u een aantal pagina s aan met kaartjes met vragen. Deze zijn per categorie ingedeeld. -vragen: Eerste

Nadere informatie

MOMOTARO. Beste, Barbara Beel en Sarah Beel www.casablancavzw.be

MOMOTARO. Beste, Barbara Beel en Sarah Beel www.casablancavzw.be Beste, Momotaro is een eeuwenoud Japans verhaal. Het vertelt over een kleine perzikjongen en over groot geluk, over vrienden en vijanden en over hoe je samen sterk, moedig en wijs kan zijn. Het verhaal

Nadere informatie

Mijn digitale leesrugzak

Mijn digitale leesrugzak Het hele schooljaar heb ik hard gewerkt op school. Een heerlijke lange zomervakantie heb ik zeker verdiend. Ik ben een lezer geworden en wil een lezer blijven. In mijn digitale leesrugzak zitten heel veel

Nadere informatie

Hoe maak ik... Naam: Groep:

Hoe maak ik... Naam: Groep: Hoe maak ik... Naam: Groep: Inleiding Een spreekbeurt houden is niet niets! Je moet daar heel wat voor kunnen. Wat dacht je van: Goed kunnen lezen Goed kunnen begrijpen wat je leest Goed dingen kunnen

Nadere informatie

- ontdekken dat stilte en rust helpen om een gepaste uitdrukking te vinden voor gevoelens.

- ontdekken dat stilte en rust helpen om een gepaste uitdrukking te vinden voor gevoelens. Tuin van Heden 1 Werken met kunst in de paasperiode Opmerking vooraf: Voor de uitwerking van deze lessen hebben we doelen gehaald uit verschillende thema s van de betreffende graad. Na elk doel verwijzen

Nadere informatie

Nationaal congres Taal en Lezen. 15 oktober 2015 Begrijpend luisteren WWW.CPS.NL

Nationaal congres Taal en Lezen. 15 oktober 2015 Begrijpend luisteren WWW.CPS.NL Nationaal congres Taal en Lezen 15 oktober 2015 Begrijpend luisteren WWW.CPS.NL Contactgegevens Annemarieke Kool a.kool@cps.nl 06 55 81 87 65 Programma 1. Welkom 2. Doelen van workshop 3. Theorie strategieën

Nadere informatie

Mirjams mama en moekie

Mirjams mama en moekie Seksuele diversiteit graad 1 Mirjams mama en moekie Lesvoorbereiding Bij lesmateriaal, bij deze les op de site, vind je het nodige lesmateriaal voor deze les: Print 2 lege gedragspatroongrafieken af voor

Nadere informatie

Lestip 'De avonturen van Kapitein Onderbroek'

Lestip 'De avonturen van Kapitein Onderbroek' Lestip 'De avonturen van Kapitein Onderbroek' Over het boek 'Mijn wraak zal zoet zijn!', dacht meneer Krupp, de gemeenste en knorrigste directeur van de Toon Hermans basisschool. Hij is de grappen en streken

Nadere informatie

Lesbrief Ezel en Beer. Beste kleuters,

Lesbrief Ezel en Beer. Beste kleuters, Lesbrief Beste kleuters, Binnenkort speelt de voorstelling op jullie school of in een theater in de buurt. De voorstelling is gebaseerd op de boeken Pas op voor de ezel en de beer en Dansen met de ezel

Nadere informatie

Echte helden. Alice Pantermüller Christiane Hansen GEGEVENS BOEK: KORTE INHOUD: ISBN 978 90 5924 106 0 13,99. Uitgeverij Bakermat

Echte helden. Alice Pantermüller Christiane Hansen GEGEVENS BOEK: KORTE INHOUD: ISBN 978 90 5924 106 0 13,99. Uitgeverij Bakermat Echte helden Alice Pantermüller Christiane Hansen GEGEVENS BOEK: ISBN 978 90 5924 106 0 13,99 Uitgeverij Bakermat Suggesties: Emy Geyskens Vanaf 3 jaar Thema s: moed, lente, vijver, talenten, liefde KORTE

Nadere informatie

Papa en mama hebben ruzie. Ton en Toya vinden dat niet leuk. Papa wil graag dat Ton en Toya bij hem op bezoek komen, maar van mama mag dat niet.

Papa en mama hebben ruzie. Ton en Toya vinden dat niet leuk. Papa wil graag dat Ton en Toya bij hem op bezoek komen, maar van mama mag dat niet. Bezoek op kantoor Papa en mama hebben ruzie. Ton en Toya vinden dat niet leuk. Papa wil graag dat Ton en Toya bij hem op bezoek komen, maar van mama mag dat niet. Ton en Toya hebben wat problemen thuis.

Nadere informatie

SOCIALE VAARDIGHEDEN EN CREATIVITEIT

SOCIALE VAARDIGHEDEN EN CREATIVITEIT Prof. Rumen Stamatov PhD Assoc. Prof. Svetlana Sariyska Maria Goranova Petya Grudeva SOCIALE VAARDIGHEDEN EN CREATIVITEIT Handboek met illustraties Uitgeverij Blakom Plovdiv, 2015 1 Prof. Rumen Stamatov,

Nadere informatie

december 2012 vanaf 4 jaar tekst: Marian van Gog muziek: Paul Natte Kerstkaart

december 2012 vanaf 4 jaar tekst: Marian van Gog muziek: Paul Natte Kerstkaart december 2012 vanaf 4 jaar tekst: Marian van Gog muziek: Paul Natte Kerstkaart Kerstkaart Refrein: Ik stuur een kerstkaart naar oom Rob en één naar tante Fee. Zeg postbezorger, breng je ook voor mij een

Nadere informatie

Lestip 'Meester Frank en de draak'

Lestip 'Meester Frank en de draak' Lestip 'Meester Frank en de draak' Over het boek Senne heeft een draak in z n hoofd. Die rommelt als hij sommen moet maken en zorgt ervoor dat het goede antwoord dat in Senne s hoofd zit, niet uit z n

Nadere informatie

Soms ben ik eens boos, en soms wel eens verdrietig, af en toe eens bang, en heel vaak ook wel blij.

Soms ben ik eens boos, en soms wel eens verdrietig, af en toe eens bang, en heel vaak ook wel blij. Lied: Ik ben ik (bij thema 1: ik ben mezelf) (nr. 1 en 2 op de CD) : Weet ik wie ik ben? Ja, ik weet wie ik ben. Weet ik wie ik ben? Ja, ik weet wie ik ben. Ik heb een mooie naam, van achter en vooraan.

Nadere informatie

Mijn lichaam is goed! Doe-opdrachten rond lichaamsbeeld voor 5-6 BaO

Mijn lichaam is goed! Doe-opdrachten rond lichaamsbeeld voor 5-6 BaO Mijn lichaam is goed! Doe-opdrachten rond lichaamsbeeld voor 5-6 BaO Hieronder vind je een lesvoorbereiding voor twee lesuren rond lichaamsbeeld bij kinderen van 10 tot 12 jaar. Het bevat verschillende

Nadere informatie

Echte helden. ALICE PANTERMULLER, Christiane Hansen ISBN 9789059241060 NUR 273 D/2014/6186/20. Uitgeverij Bakermat. Suggesties: Emy Geyskens

Echte helden. ALICE PANTERMULLER, Christiane Hansen ISBN 9789059241060 NUR 273 D/2014/6186/20. Uitgeverij Bakermat. Suggesties: Emy Geyskens ALICE PANTERMULLER, Christiane Hansen ISBN 9789059241060 NUR 273 D/2014/6186/20 Suggesties: Emy Geyskens Korte inhoud 1 Grappig, spannend, heldhaftig: de avonturen van Frederik Kikker! Frederik Kikker

Nadere informatie

Lesdoelen: Werkvormen: Benodigdheden: Prentenboeken: Les 10: Hoe zeg ik nee. Lesoverzicht. Basis

Lesdoelen: Werkvormen: Benodigdheden: Prentenboeken: Les 10: Hoe zeg ik nee. Lesoverzicht. Basis Les 10: Hoe zeg ik nee Lesoverzicht Lesdoelen: Kinderen weten het verschil tussen prettige en onprettige situaties en kunnen deze herkennen. Kinderen weten dat ze onprettige aanrakingen mogen weigeren.

Nadere informatie

JEUGDIGEN. Hulp na seksueel misbruik. vooruitkomen +

JEUGDIGEN. Hulp na seksueel misbruik. vooruitkomen + > vooruitkomen + Hulp na seksueel misbruik JEUGDIGEN Heb jij seksueel misbruik meegemaakt of iemand in jouw gezin, dan kan daarover praten helpen. Het kan voor jou erg verwarrend zijn hierover te praten,

Nadere informatie

hoe we onszelf zien, hoe we dingen doen, hoe we tegen de toekomst aankijken. Mijn vader en moeder luisteren nooit naar wat ik te zeggen heb

hoe we onszelf zien, hoe we dingen doen, hoe we tegen de toekomst aankijken. Mijn vader en moeder luisteren nooit naar wat ik te zeggen heb hoofdstuk 8 Kernovertuigingen Kernovertuigingen zijn vaste gedachten en ideeën die we over onszelf hebben. Ze helpen ons te voorspellen wat er gaat gebeuren en te begrijpen hoe de wereld in elkaar zit.

Nadere informatie

Voorlezen is leuk en nuttig. Maar hoe doe je dat eigenlijk, goed voorlezen? Hieronder vindt u de belangrijkste tips en trucs.

Voorlezen is leuk en nuttig. Maar hoe doe je dat eigenlijk, goed voorlezen? Hieronder vindt u de belangrijkste tips en trucs. R.K. Basisschool Anselderlaan 10 6471 GL Eygelshoven Tel: 045-5351434 De fijne kneepjes van het voorlezen Voorlezen is leuk en nuttig. Maar hoe doe je dat eigenlijk, goed voorlezen? Hieronder vindt u de

Nadere informatie

DEEL 1. WERKBOEK 5 Eigen keuze. 2015 Monique van Dam YOU: De keuze is aan jou!

DEEL 1. WERKBOEK 5 Eigen keuze. 2015 Monique van Dam YOU: De keuze is aan jou! DEEL 1 1 WERKBOEK 5 Eigen keuze Inhoud 2 1. Hoe zit het met je keuzes? 3 2. Hoe stap je uit je automatische piloot? 7 3. Juiste keuzes maken doe je met 3 vragen 9 4. Vervolg & afronding 11 1. Hoe zit het

Nadere informatie

Al heel snel hadden ze ruzie met elkaar. Het spelen was niet leuk meer.

Al heel snel hadden ze ruzie met elkaar. Het spelen was niet leuk meer. Beertje Anders en Beertje Bruin gingen bij oma spelen. Al heel snel hadden ze ruzie met elkaar. Het spelen was niet leuk meer. Oma hoorde: Ik wil de bal, Ik wil de blokken, Ik ga kleuren, Ik wil de kleurpotloden

Nadere informatie

LES 3 Ik leer Nederlands. TESTEN TEST 1

LES 3 Ik leer Nederlands. TESTEN TEST 1 12/11/14 1 LES 3 Ik leer Nederlands. TESTEN TEST 1 1. (lezen) Ik.... een lange tekst. 2 Hij.... een moeilijk boek. 3. Zij.... een gemakkelijk tekstje. 4..... jullie veel? Ja, wij.... graag kinderboeken.

Nadere informatie

Document vertellen en presenteren voor de groepen 1, 2, 3 en 4. Doelen van vertellen en presenteren in groep 1 en 2:

Document vertellen en presenteren voor de groepen 1, 2, 3 en 4. Doelen van vertellen en presenteren in groep 1 en 2: Document vertellen en presenteren voor de groepen 1, 2, 3 en 4 Doelen van vertellen en presenteren in groep 1 en 2: Leerlingen raken vertrouwd met het presenteren voor een groep Leerlingen raken vertrouwd

Nadere informatie

Niet veel mensen krijgen deze ziekte en sommige volwassenen hebben er vaak nog nooit van gehoord of weten er weinig vanaf.

Niet veel mensen krijgen deze ziekte en sommige volwassenen hebben er vaak nog nooit van gehoord of weten er weinig vanaf. Je leest waarschijnlijk dit boekje omdat je mama of papa of iemand anders speciaal in je familie Amyotrofische Lateraal Sclerose heeft. Het is een lang woord en het wordt vaak afgekort tot ALS. Niet veel

Nadere informatie

WORD GROTER DAN DAT WAT JOU KLEIN HOUDT. Ann Weiser Cornell en Egbert Monsuur

WORD GROTER DAN DAT WAT JOU KLEIN HOUDT. Ann Weiser Cornell en Egbert Monsuur WORD GROTER DAN DAT WAT JOU KLEIN HOUDT Ann Weiser Cornell en Egbert Monsuur 1 Les één Welkom bij deze e-cursus waarin we je zullen laten zien hoe jij groter kunt worden en je problemen kleiner! Zijn er

Nadere informatie

Projectlijn A Meelopen met de Meute? Hellig Hart

Projectlijn A Meelopen met de Meute? Hellig Hart Les 4A Titel Thema Benodigdheden Doelstelling Net even iets anders Betrouwbaarheid: geloofwaardigheid Computer, printer, DVD fragment 2 en 3, werkblad 4A.1 en informatieblad 4A.1, achtergrondinformatie

Nadere informatie

Inhoud. Aan jou de keuze 7. Niet alleen maar een boek 187. Auteurs 191. Dankwoord 197

Inhoud. Aan jou de keuze 7. Niet alleen maar een boek 187. Auteurs 191. Dankwoord 197 Inhoud Aan jou de keuze 7 D/2012/45/239 - isbn 978 94 014 0183 8 - nur 248 Tweede druk Vormgeving omslag en binnenwerk: Nanja Toebak, s-hertogenbosch Illustraties omslag en binnenwerk: Marcel Jurriëns,

Nadere informatie

Ik ga een grote uitdaging niet uit de weg. Taken die moeilijk zijn, vind ik veel leuker dan eenvoudige taken.

Ik ga een grote uitdaging niet uit de weg. Taken die moeilijk zijn, vind ik veel leuker dan eenvoudige taken. Ik ga een grote uitdaging niet uit de weg. Taken die moeilijk zijn, vind ik veel leuker dan eenvoudige taken. 2 5 Ik hoef niet aangespoord te worden om mijn taken te maken. Niemand hoeft mij te zeggen

Nadere informatie

Stel: je wordt op een ochtend wakker en je merkt dat je onzichtbaar bent geworden. Wat ga je doen? Hoe voel je je? Schrijf er een verhaaltje over.

Stel: je wordt op een ochtend wakker en je merkt dat je onzichtbaar bent geworden. Wat ga je doen? Hoe voel je je? Schrijf er een verhaaltje over. Stel: je komt een fee tegen en je mag één wens doen. Wat zou je wensen? Wat zou er daarna gebeuren? Hoe zou je je voelen? Schrijf hier een kort verhaaltje over. Stel: je wordt op een ochtend wakker en

Nadere informatie

Lieve broer! Je liefste zus!!! Camille Vandenbussche. 12-19 oktober

Lieve broer! Je liefste zus!!! Camille Vandenbussche. 12-19 oktober Lieve broer! 12-19 oktober Je bent nog maar 1 week weg, en ik mis je al! Hopelijk zie ik je nog terug! Ik heb gehoord dat er al heel wat mannen zijn gestorven! Jij nog niet,gelukkig! En,papa, alles goed

Nadere informatie

LEERKRACHTGEDEELTE ACTIVITEIT HOE-FILE: HOE MAAK IK HET UIT? VAN LIEF NAAR EX.

LEERKRACHTGEDEELTE ACTIVITEIT HOE-FILE: HOE MAAK IK HET UIT? VAN LIEF NAAR EX. LEERKRACHTGEDEELTE ACTIVITEIT HOE-FILE: HOE MAAK IK HET UIT? VAN LIEF NAAR EX. Omschrijving van de activiteit De leerlingen lezen tips over correct handelen als je het uitmaakt met je lief. Ze bespreken

Nadere informatie

Boekverslag Nederlands Ik mail je door Yvonne Kroonenberg

Boekverslag Nederlands Ik mail je door Yvonne Kroonenberg Boekverslag Nederlands Ik mail je door Yvonne Kroonenberg Boekverslag door een scholier 1665 woorden 24 april 2006 6,4 82 keer beoordeeld Auteur Genre Yvonne Kroonenberg Jeugdboek Eerste uitgave 2004 Vak

Nadere informatie

Er zijn mensen nodig met nieuwe fantasie

Er zijn mensen nodig met nieuwe fantasie Er zijn mensen nodig met nieuwe fantasie Ervaringen, belevenissen, vragen in woorden gevangen om die woorden weer vrij te laten in nieuwe ervaringen, belevenissen, vragen. Marcel Zagers www.meerstemmig.nl

Nadere informatie

De Drakendokter: Gideon

De Drakendokter: Gideon De Drakendokter: Gideon Om hulp vragen Vervolgverhalen Groep 5 en 6 (SO en SBO) Overzicht De opdrachten zijn het leukst om te doen, als het hele boek in de klas is voorgelezen. Dit kan door elke dag in

Nadere informatie

Vertel de kinderen, of praat met hen over het verschil tussen film, tv kijken of naar het theater gaan.

Vertel de kinderen, of praat met hen over het verschil tussen film, tv kijken of naar het theater gaan. LESBRIEF Binnenkort gaan jullie met jullie groep naar de voorstelling Biggels en Tuiten Hieronder een aantal tips over hoe je de groep goed kan voorbereiden op de voorstelling. VOOR DE VOORSTELLING Vertel

Nadere informatie

HUISWERKGIDS SCHOOLJAAR 2011-2012

HUISWERKGIDS SCHOOLJAAR 2011-2012 HUISWERKGIDS SCHOOLJAAR 2011-2012 1 INHOUDSOPGAVE Hoofdstuk bladzijde 1. Inleiding De huiswerkgids 3 2. Hoe maak en leer je huiswerk? 4 3. Het leren van woorden (spelling/engels) 5 4. Het leren van topografie

Nadere informatie

Beertje Anders. Lief zijn voor elkaar. Afspraak 2

Beertje Anders. Lief zijn voor elkaar. Afspraak 2 Beertje Anders Lief zijn voor elkaar. Afspraak 2 H. Vos Beertje Anders Wat zonlicht is voor bloemen, is een glimlach voor een beer. Beertje Anders en Beertje Bruin gaan bij oma spelen. Het was maar even

Nadere informatie

Het koninkrijk van God vlakbij

Het koninkrijk van God vlakbij Het koninkrijk van God vlakbij Dit werkboek is van : Cellessen voor kinderen van 8-12 jaar Serie lessen voor kleine groepen; leeftijd 8-12 jaar Lessen zijn geschreven op basis van het boek Natuurlijk BOVENnatuurlijk

Nadere informatie

lesprogramma PO activerende lessen over respect voor het primair onderwijs

lesprogramma PO activerende lessen over respect voor het primair onderwijs lesprogramma PO activerende lessen over respect voor het primair onderwijs Wordle van respect Duur Materialen een computer met internetverbinding Introductie Op 8 november is het de Dag van Respect. Deze

Nadere informatie

FOUT VRIENDJE? PAS OP! Hulp. Internet. Heb je vragen? Bel dan naar Meldpunt Jeugdprostitutie, tel.: 0900 044 33 22.

FOUT VRIENDJE? PAS OP! Hulp. Internet. Heb je vragen? Bel dan naar Meldpunt Jeugdprostitutie, tel.: 0900 044 33 22. PAS OP! Hulp Heb je vragen? Bel dan naar Meldpunt Jeugdprostitutie, tel.: 0900 044 33 22. Internet Wil je meer lezen? Kijk op www.jipdenhaag.nl/loverboys En test jezelf op www.loverboytest.nl Dit is een

Nadere informatie