Visiedocument Brede school 2012

Transcriptie

1 Visiedocument Brede school 2012 juni 2012: sector Inwonerszaken, Willemien Werner-Gerth Visiedocument Brede school 2012

2 INDEX Pagina Hoofdstuk 1 Inleiding Aanleiding Achtergrond Probleemstelling Doel 4 Hoofdstuk 2 Definitie Brede school Definitie en algemene uitleg brede school Gebruik en huur van schoolgebouwen Relevante ontwikkelingen 7 Hoofdstuk 3 Situatie gemeente Westvoorne Relevante ontwikkelingen in Westvoorne In gebruik genomen onderwijsruimten Financiën 9 Hoofdstuk 4 Visie Kaders brede school Westvoorne Visie brede school Westvoorne 10 2

3 Hoofdstuk 1: Inleiding 1.1 Aanleiding Eind 2010 heeft de gemeente Westvoorne het rapport Onderwijshuisvesting Gemeente Westvoorne laten opstellen door BMC. In dit rapport worden vijf scenario s geschetst om onder andere de forse daling van het leerlingenaantal en de daaruit voortvloeiende leegstand van schoolaccommodaties in de toekomst het hoofd te bieden. Op 5 april 2011 heeft de gemeenteraad een unanieme keuze gemaakt voor scenario 3. Dit scenario betreft het voeren van pro-actief en integraal lokaal onderwijs(huisvestings)- beleid en omvat onder andere de volgende kernpunten: De gemeente houdt de regie over de onderwijshuisvesting. De gemeente maakt afspraken met schoolbesturen en overige maatschappelijke partners over de wijze waarop medegebruik en verhuur wordt geregeld. De gemeente ontwikkelt beleid op het terrein van onderwijshuisvesting. Het coalitieprogramma voor de raadsperiode Samen werken aan verbetering vermeldt onder Onderwijs dat deze periode wordt benut om een brede discussie te voeren over de toekomst van het onderwijs. Daarbij zal aan het fenomeen Brede School aandacht geschonken worden. Er zal hiertoe een ambtelijke werkgroep in het leven worden geroepen. De discussie zal uitmonden in een nota die heldere conclusies bevat die leidraad zullen zijn voor te ondernemen acties in deze en een verdere periode. Onder de strategische keuze in de toekomstvisie van Westvoorne staat onder andere dat behoud en waar mogelijk verbreding van maatschappelijke- en commerciële voorzieningen een uitgangspunt is. In de uitwerking van de toekomstvisie wordt aangegeven dat er een visie moet komen voor de onderwijshuisvesting in de periode De Brede school staat ook als beleidsthema opgenomen in de Lokale Educatieve Agenda. Westvoorne wil een aantrekkelijke gemeente zijn voor (nieuwe) bewoners en aan kinderen onderwijs bieden op een plek waar zij centraal staan en hun ontwikkelingskansen optimaal zijn. De gemeente kan de multifunctionaliteit van de (school)gebouwen optimaliseren en daardoor efficiënter gebruikmaken van de aanwezige voorzieningen en netwerken in de kernen. 1.2 Achtergrond Eind jaren negentig van de vorige eeuw zijn de eerste brede scholen in Nederland opgericht. Sinds die tijd is de samenwerking tussen onderwijs, zorg en welzijn in de zogenaamde brede school in ontwikkeling en in uitvoering. De verwachting van het CBS is dat het totale aantal inwoners in Nederland vanaf 2040 licht zal dalen. Wel onderscheiden zich op de korte termijn een aantal trends die ook voor Westvoorne belangrijk zijn: - de vergrijzing - de ontgroening - het migratiesaldo - de afname van de beroepsbevolking - de dalende groei van het aantal huishoudens Het CBS verwacht tussen 2011 en 2018 een landelijke daling van 7% van het aantal basisschoolleerlingen. 3

4 De laatste leerlingenprognose voor Westvoorne geeft leerlingen aan in 2012, in 2020 en 971 in In de jaren 2016 tot 2018 is een licht stijgende trend waarneembaar welke voortkomt uit de verwachte inwonersgroei als gevolg van woningbouwprojecten. De leerlingenprognose zal periodiek geactualiseerd worden, te beginnen eind Tabel prognose leerlingenaantallen (bron: Pronexus 2010) Tintestein Totaal Tinte: Baron de Vos OBS De Hoeksteen OBS De Zonnebloem Totaal Rockanje: CNS De Nieuwe Weg De Driehoek OBS Mildenburg OBS Het Overbos Totaal Oostvoorne: Totaal Westvoorne: Voor Westvoorne is de daling van het aantal kinderen (ontgroening) nu al merkbaar. Het primair onderwijs in de gemeente ziet zich geconfronteerd met dalende leerlingenaantallen. Een aantal lokalen binnen de schoolgebouwen staat leeg. 1.3 Probleemstelling In Westvoorne is de ontgroening al merkbaar. De leegstand op de basisscholen wordt groter. Ook andere organisaties die zich op kinderen richten merken de daling van het aantal westvoornse kinderen. De gevolgen zijn groot, op kwalitatief en financieel gebied. Peuterspeelzalen bijvoorbeeld zien de gemeentelijke subsidie dalen als gevolg van het dalende aantal peuters. Daarentegen blijven de vaste lasten stijgen, bijvoorbeeld voor personeel en huisvesting en kwaliteitsimpulsen die vanuit het Rijk worden opgelegd. Maar ook kinderopvangorganisaties, sportverenigingen, muziekonderwijs en andere instellingen binnen Westvoorne bemerken een daling van het aantal kinderen. Daarnaast zijn de schoolaccommodaties in Westvoorne in goede conditie. In 2006 zijn de schoolgebouwen gerenoveerd. De kapitaallasten én de staat van de gebouwen zijn nog dusdanig dat een eventuele sloop kapitaalvernietiging zou zijn. Verwachte grondopbrengsten (bij het samenvoegen van twee of meer scholen naar één gebouw) zijn mogelijk onvoldoende om dat verlies te beperken. Geconcludeerd kan worden dat het brede schoolconcept in Westvoorne wordt toegepast in de bestaande accommodaties, in ieder geval tot het jaar Doel Met dit visiedocument wordt beoogd een visie te formuleren wat de gemeente Westvoorne verstaat onder het begrip brede school. Vanuit welke idealen wil Westvoorne brede scholen inrichten? Welke meerwaarde heeft een brede school voor de gemeente, de kinderen, het onderwijs en de maatschappelijke partners? Welke partners willen we hierbij betrekken? Deze visie wordt daarna leidend voor de verdere ontwikkeling en uitwerking van brede scholen in Westvoorne. Alle betrokken partners onderschrijven de visie, leven deze na en dragen haar uit. 4

5 Hoofdstuk 2: Definitie brede school 2.1 Definitie en algemene uitleg brede school De definitie van een brede school volgens het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is een samenhangend netwerk van toegankelijke en goede voorzieningen voor kinderen, ouders en buurt, met de school als middelpunt. 1 De brede school werkt structureel samen met één of meer organisaties voor bijvoorbeeld kinderopvang, peuterspeelzalen, bibliotheken, sportverenigingen en muziekscholen. Kinderen kunnen zich hierdoor op verschillende manieren en gebieden ontwikkelen. Het aanbod van een brede school past bij de behoeften van leerlingen, ouders en de buurt waarin de school staat. Daarom is iedere brede school weer anders. De huisvesting van een brede school kan in één gebouw zijn (een multifunctioneel gebouw ) of gebruik maken van meerdere gebouwen. Het gebouw zelf bepaalt niet of er sprake is van een brede school, dat wordt juist bepaald door de samenwerking die de school heeft met anderen. Het belangrijkste doel van brede scholen in het primair onderwijs is de ontwikkelingskansen van kinderen tot 12 jaar te vergroten. Van een brede school kan men echt spreken bij: - structurele multidisciplinaire samenwerking - inhoudelijke, organisatorische en financiële verankering in het beleid en de uitvoering van de school en de betrokken instellingen - doelstellingen gericht op het verbeteren van ontwikkelingskansen voor kinderen op cognitief, sociaal-emotioneel en fysiek gebied - een passend aanbod van s ochtends tot s avonds voor kinderen, ouders en buurt - adequate huisvesting Samenwerking tussen onderwijs en andere partijen is essentieel voor een brede school. Partijen hebben elk hun eigen inbreng, maar ook eigen belangen. Bij de keuze van de partijen is het goed om deze te kennen en tegen elkaar af te wegen. De volgende soorten partijen kunnen een rol spelen in brede schoolontwikkeling: Welzijn (club- en buurthuiswerk, jongerenwerk, opbouwwerk) Kinderopvang (dagopvang 0-4, buitenschoolse opvang 4-12, tussenschoolse opvang, dagarrangementen) Peuterspeelzaalwerk (peuterspeelzaalwerk 2-4, voor- en vroegschoolse educatie) Zorg (jeugdgezondheidszorg, GGD, (school)maatschappelijk werk, Bureau Jeugdzorg, Centrum voor Jeugd en Gezin) Cultuur (bibliotheek, centra voor kunst, kunsteducatie, muziekschool, musea, dansen theatergezelschappen, theaterschool) Combinatiefunctionarissen Sport (sportverenigingen) Mogelijke invullingen van de brede school in het primair onderwijs zijn: voorschoolse opvang voor kinderen van 2 tot 4 jaar; schoolmaatschappelijk werk; buitenschoolse opvang voor kinderen van 4 tot 12 jaar; een verlengde schooldag met bijvoorbeeld sportieve, kunstzinnige of culturele activiteiten; samenwerking met bijvoorbeeld de bibliotheek, het buurtcentrum of het centrum voor jeugd en gezin; huiswerkbegeleiding; 1 Bron: Handboek brede school, Oberon en Sardes in opdracht van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

6 opvang van uur (sluitende dagarrangementen) opvoedworkshops voor ouders intergenerationele activiteiten (samenwerking tussen jong en oud) cursusavonden door commerciële instellingen koorrepetities 2.2 Gebruik en huur van schoolgebouwen Artikel 108 van de Wet op het Primair Onderwijs (WPO), artikel 106 van de Wet op de Expertisecentra (WEC) en artikel 76s van de Wet op het Voortgezet Onderwijs (WVO) regelen het in gebruik geven door het schoolbestuur van een gedeelte van het schoolgebouw (en/of het terrein) aan een derde partij. De wet maakt een onderscheid tussen verhuur en medegebruik. Verhuur: Volgens de onderwijswetgeving kan het schoolbestuur (bevoegd gezag) bij leegstand een deel van het gebouw verhuren aan derden. Er is sprake van verhuur bij ruimtelijke leegstand, wanneer door het teruglopen van leerlingaantallen lokalen leegstaan. Met volgtijdelijke leegstand wordt bedoeld de niet gebruikte periodes vóór en ná schooltijd. De wet biedt de mogelijkheid om een gedeelte van het schoolgebouw aan de onderwijsbestemming te onttrekken. Dit gedeelte mag dan, met toestemming van het college van burgemeester en wethouders, worden verhuurd. Deze toestemming geldt voor maximaal drie jaar met een verlengingsmogelijkheid van steeds drie jaar. Zonder toestemming van de gemeente is de huurovereenkomst nietig. De gemeente kan leegstand niet vorderen voor verhuur. Verhuur valt namelijk uitsluitend onder de bevoegdheid van de eigenaar van het gebouw, te weten het schoolbestuur. Verhuur gebeurt tegen een commercieel tarief. Partijen die in aanmerking komen om te huren zijn: - kinderopvangorganisaties - instellingen voor culturele, maatschappelijke en recreatieve doeleinden die niet met overheidsmiddelen worden gefinancierd (gesubsidieerd). Medegebruik: Medegebruik binnen de onderwijshuisvesting is: het gebruik van een schoolgebouw door derden, voor educatieve doeleinden of gebruik ten behoeve van culturele, maatschappelijke of recreatieve doeleinden. Het medegebruik gebeurt tegen een (voor het schoolbestuur) kostendekkend tarief. Voor medegebruik is geen toestemming nodig van het college van burgemeester en wethouders. Belangrijk is dat bij medegebruik de ruimte weer beschikbaar moet zijn voor onderwijs als de gemeente een aanvraag om uitbreiding ontvangt. Het huisvesten van een school gaat vóór medegebruik door een niet-school. Instellingen die in aanmerking komen voor medegebruik: - scholen voor basisonderwijs - speciale scholen voor basisonderwijs / scholen voor speciaal onderwijs - peuterspeelzalen - instellingen voor culturele, maatschappelijke en recreatieve doeleinden die met overheidsmiddelen zijn gefinancierd (gesubsidieerd). Tariefstelling: Op grond van de huidige regelgeving, artikel 11 eerste lid onder b. van de Wet op de Omzetbelasting 1968, is de verhuur van lokalen, aula, gymzalen en sporthallen vrijgesteld van BTW, ongeacht of de huurder wel of niet commercieel is. Voor verhuur dient het schoolbestuur twee tarieven in rekening te brengen: een kostendekkend exploitatiekostentarief (komt ten goede aan het schoolbestuur) en een 6

7 huurtarief (komt ten goede aan de gemeente) voor de dekking van de stichtingskosten. In het tarief voor de dekking van de stichtingskosten kan ook een component worden opgenomen voor het onderhoud buitenzijde gebouw. Er bestaan geen richtlijnen voor een redelijke vergoeding voor de stichtingskosten. Bij verhuur blijft het schoolbestuur verantwoordelijk voor de onderhoudsverplichtingen van het gebouw zoals opgenomen in de onderwijshuisvesting. Voor het medegebruik wordt over het algemeen alleen een exploitatiekostentarief overeengekomen tussen schoolbestuur en medegebruiker. Bij medegebruik van onderwijsruimte is het dus aan het schoolbestuur en de maatschappelijke instelling om samen tot een passend tarief te komen voor het medegebruik van de betreffende ruimte. Voorzieningen die getroffen moeten worden voor verhuur of medegebruik komen niet ten laste van de gemeente, tenzij de gemeente anders bepaalt. In Westvoorne is er over de tariefstelling van de verhuur van schoolgebouwen nog geen systematiek vastgesteld. Voorgesteld wordt om de schoolbesturen de tarieven voor medegebruik zelf te laten bepalen. Bij verhuur aan commerciële organisaties die passen binnen de brede schoolgedachte brengt de gemeente geen huur in rekening. Wanneer een commerciële organisatie die niet past binnen de brede schoolgedachte zich aandient kan de gemeente besluiten om een huurtarief in rekening te brengen waardoor het verschil met commercieel vastgoed wegvalt. Ook kan de gemeente in dat geval besluiten de betreffende ruimte te ontrekken aan de onderwijsbestemming. 2.3 Relevante ontwikkelingen Onderwijs is voortdurend in beweging. Er zijn diverse onderwijskundige, politieke en maatschappelijke ontwikkelingen waar het primair onderwijs mee te maken heeft. Brede scholen kunnen inspelen op deze ontwikkelingen. Een aantal voorbeelden van dergelijke (landelijke) ontwikkelingen zijn: Voor- en vroegschoolse educatie (VVE) Het doel van VVE is het bestrijden van ontwikkelingsachterstanden bij jonge kinderen. Voor de aanpak zijn VVE-programma s ontwikkeld. Doorgaande leerlijn Het doel is het verstevigen van de doorgaande leerlijn. Een soepele overgang van peuteropvang naar primair onderwijs, maar ook van primair onderwijs naar voortgezet onderwijs of van voortgezet onderwijs naar middelbaar onderwijs. In het land worden op dit moment al pilots uitgevoerd in de vorm van voorscholen. Dit zijn peuterspeelzalen, gevestigd in een basisschool, die de peuters voorbereiden op het basisonderwijs. De voorschool maakt deel uit van de basisschool. Kwaliteitseisen kinderopvang Het Rijk hecht belang aan een verbetering van de kwaliteit en de handhaving van de kwaliteit in de kinderopvang. Peuterspeelzalen hebben de afgelopen jaren al kunnen toewerken naar de nieuwe eisen ten aanzien van peuterspeelzaalwerk. In 2012 worden de peuterspeelzalen die voldoen aan de betreffende kwaliteitseisen opgenomen in het Landelijk Register Kinderopvang. Ten aanzien van de handhaving verscherpt de Inspectie van het Onderwijs het toezicht naar de gemeenten. 7

8 Passend onderwijs (Weer Samen Naar School) Voor alle leerlingen met een handicap of gedragsproblemen moet er een passende onderwijsplek zijn. Liefst op een reguliere school waar de leerling dan extra begeleiding krijgt. En als het echt nodig is in het speciaal onderwijs. Scholen krijgen de plicht een passende onderwijsplek en een passend zorgarrangement te bieden aan leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Van de scholen vergt dit een intensieve samenwerking met partners uit de (jeugd)zorgverlening. Het doel van dit alles is ook om de lijnen tussen de verschillende instellingen die een rol spelen in bovengenoemde ontwikkelingen te bekorten en zo, wanneer daar behoefte aan is, de zorg voor kinderen efficiënter te maken. Hoofdstuk 3 Situatie gemeente Westvoorne 3.1 Relevante ontwikkelingen in Westvoorne LEA In Westvoorne wordt met behulp van de Lokale Educatieve Agenda (LEA) actief aan de weg getimmerd om de regisserende rol van de gemeente in het onderwijs vorm te geven. Onderwerpen die tijdens de LEA aan de orde komen zijn bijvoorbeeld: onderwijsbegeleidingsmiddelen, onderwijshuisvesting, onderhoud van de schoolaccommodaties en voor- en vroegschoolse educatie. Combinatiefunctionarissen In 2011 heeft Westvoorne een start gemaakt met twee combinatiefunctionarissen. Deze functionarissen vormen de verbinding tussen onderwijs, sport en cultuur. Bij de totstandkoming van brede scholen in Westvoorne kunnen deze combinatiefunctionarissen een belangrijke rol spelen. Onder andere door het leggen van verbindingen tussen onderwijs en sport/cultuurverenigingen, maar ook in de uitvoering als het gaat om buitenschoolse arrangementen en activiteiten. Kinderopvang Recentelijk heeft Onderwijsgroep PRIMO vpr een contract afgesloten met de Kinderkoepel uit Hellevoetsluis. De Kinderkoepel is een (commerciële) organisatie voor kinderopvang. Zij is in Hellevoetsluis een grote speler in de markt. De Kinderkoepel heeft kinderdagverblijven, buitenschoolse opvanglocaties, voor- en tussenschoolse opvang en peuterspeelzalen onder zich. In Hellevoetsluis werkt de Kinderkoepel al nauw samen met PRIMO wat tot een aantal brede scholen heeft geleid. In Westvoorne is nog niet duidelijk wat de plannen zijn met PRIMO en de Kinderkoepel. Een nieuwe aanbieder voor kinderopvang in de gemeente zal grote veranderingen in de markt teweeg gaan brengen. Op dit moment is Humanitas de enige aanbieder van kinderopvang in de gemeente. Bij de gemeente is niet bekend dat er knelpunten zijn met betrekking tot vraag en aanbod. Peuterspeelzaalwerk Peuterspeelzaal t Pierepotje zal in 2012 andere huisvesting moeten vinden. De gemeente maakt zich nu hard om een goede en passende locatie te vinden voor de peuterspeelzaal. Meerjarenonderhoudsplan De gemeente is bezig om voor de schoolgebouwen een meerjarenonderhoudsplan vast te laten stellen. De bedoeling is dat dit een 10-jarig onderhoudsplan wordt welke jaarlijks waar nodig wordt aangepast en vastgesteld in de begroting. De betreffende schoolbesturen worden in dit proces betrokken. 8

9 Naast deze ontwikkeling heeft het ministerie en de VNG een commissie de opdracht gegeven te bekijken in hoeverre het doordecentraliseren van het volledige onderhoud van de schoolgebouwen (landelijk) mogelijk is. Dit zou betekenen dat de verantwoordelijkheid voor de schoolgebouwen volledig bij de schoolbesturen komt te liggen. 3.2 In gebruik genomen onderwijsruimten Bij een aantal scholen in Westvoorne zijn al ruimten in medegebruik gegeven aan derden. Het betreft de volgende scholen en gebruikers. Overzicht van huidige verhuur / medegebruik van onderwijsruimten: Schoolgebouw Medegebruik door Bijzonderheden Tintestein (VCO De Kring) Medegebruik lokaal aan Stichting Push ten bate van Peuterspeelzaal Overeenkomst niet bekend bij gemeente De Driehoek (Onderwijsgroep PRIMO vpr) CNS De Nieuwe Weg (VCO De Kring) De Snatertjes Verhuur lokaal aan Stichting Kinderopvang Humanitas ten bate van BSO Driehoek 8+ Verhuur lokaal aan Stichting Kinderopvang Humanitas ten bate van BSO Amigo Overeenkomst niet bekend bij gemeente, contract is beëindigd door PRIMO begin Overeenkomst niet bekend bij gemeente 3.3 Financiën Wanneer een niet-commerciële organisatie een overeenkomst tot medegebruik aangaat met een schoolbestuur, is het reëel dat er aanpassingen aan het schoolgebouw gedaan moeten worden. In overleg en waar mogelijk zal de gemeente bekijken in hoeverre zij de initiatieven financieel kan ondersteunen. Dekking kan gevonden worden in de voorziening onderwijshuisvesting. Op dit moment is de financiële ruimte na afboeking van de opgevoerde kapitaallasten voor onderhoud minimaal. Afronding van het meerjarenonderhoudsplan voor het onderhoud van de schoolgebouwen geeft duidelijkheid over hoe de voorziening zich verhoudt tot het verloop van de opgevoerde kapitaallasten en de nog te verwachten onderhoudslasten over de komende 10 jaar. Ook ontstaat vanaf 2020 meer ruimte in de voorziening vanwege de vrijval van (een aantal) opgevoerde kapitaallasten uit de periode dat de scholen zijn gerenoveerd. Eén en ander geeft dan eveneens inzicht in de mogelijke financiële ruimte tot nieuwbouw na Hoofdstuk 4 Visie 4.1 Kaders brede school Westvoorne De ontwikkeling van brede scholen in Westvoorne draagt bij aan het bereiken van de doelstellingen en plannen uit het Coalitieprogramma , de Toekomstvisie van Westvoorne en de Lokale Educatieve Agenda Westvoorne. Ambitie coalitieprogramma Samen werken aan verbetering : Deze periode wordt benut om een brede discussie te voeren over de toekomst van het onderwijs. Daarbij zal aan het fenomeen Brede School aandacht geschonken worden. Er zal hiertoe een ambtelijke werkgroep in het leven worden geroepen. 9

10 De discussie zal uitmonden in een nota die heldere conclusies bevat die leidraad zullen zijn voor te ondernemen acties in deze en een verdere periode. Doelstelling Toekomstvisie van Westvoorne: Behoud en waar mogelijk verbreding van maatschappelijke- en commerciële voorzieningen is een uitgangspunt. In de uitwerking van de toekomstvisie staat dat er een visie moet komen voor de onderwijshuisvesting in de periode Beleidsthema s Lokale Educatieve Agenda: De Brede school staat ook als beleidsthema opgenomen in de Lokale Educatieve Agenda. 4.2 Visie brede school Westvoorne Op basis van de genoemde ontwikkelingen en het kader brede school zoals weergegeven in de algemene uitleg (hoofdstuk 2 paragraaf 2.1) kan specifiek voor Westvoorne een visie worden geformuleerd. Visie: Het creëren van een stimulerende leer- en leefomgeving voor kinderen door samenwerking van gemeente, onderwijs en maatschappelijke partners in en rond de Westvoornse scholen zodat kinderen zich optimaal kunnen ontwikkelen en ontplooien en waarbij de beschikbare gebouwen zo efficiënt mogelijk worden ingezet. Ontwikkelingskansen en samenwerking zijn de sleutelwoorden. Iedere brede school in de gemeente Westvoorne zal maatwerk zijn. Het concept kan per school verschillen. Daardoor blijft er ruimte voor verschillende identiteiten en profielen. De gemeente wil op een slimme manier onderwijs en maatschappelijke partners bij elkaar brengen om met elkaar de kwaliteit van de geboden dienst optimaal te houden en de gevolgen van krimp op een effectieve manier om te buigen naar kansen. Het ontwikkelen van brede scholen kan een antwoord zijn op de ontwikkelingen op het gebied van ontgroening in Westvoorne. Door partijen bij elkaar te brengen versterken zij elkaar en kunnen de ontwikkelingskansen van kinderen geoptimaliseerd worden, zij kunnen (dag)arrangementen aan de ouders bieden en de sociale cohesie in de buurt versterken. De samenwerking tussen de scholen en de maatschappelijke organisaties die deel uitmaken van de brede scholen gaat verder dan het wonen onder één dak. Partners delen een heldere visie op pedagogisch en didactisch gebied en bieden een samenhangend (dag)programma aan met een doorgaande leerlijn. Belangrijk is dat de verantwoordelijkheid voor het tot stand komen van brede scholen vooral bij de scholen en de schoolbesturen ligt. De gemeente ziet haar rol als een regisserende. De gemeente brengt onderwijs en maatschappelijke partners bij elkaar, maar scholen zijn ook vrij om zelf in gesprek te gaan met instellingen. Van alle partijen (onderwijs, maatschappelijke partners én gemeente) wordt verwacht dat zij met elkaar streven naar het verwezenlijken van de visie van Westvoorne en dat zij het gezamenlijke belang laten prevaleren boven het eigen belang. De LEA wordt gebruikt om de partijen te informeren en om met elkaar afspraken vast te leggen. 10

11 Concreet zijn de doelen voor de gemeente Westvoorne: - Het vergroten van de ontwikkelingskansen voor kinderen binnen school, opvang en naschoolse activiteiten; - Intensivering van de samenwerking tussen onderwijs, instellingen en de gemeente - De kinderen van Westvoorne een gevarieerd aanbod te bieden van voorzieningen en activiteiten; - Het efficiënt inzetten van de schoolgebouwen zodat de risico s van leegstand worden omgebogen naar kansen; - In ieder geval tot 2020 gebruik maken van de bestaande schoolaccommodaties. Geen grote investeringen plegen in de bestaande schoolgebouwen die effect hebben op de periode na Kleine aanpassingen kunnen worden gedekt uit de voorziening onderwijshuisvesting. Voor het uitwerken van de doelen en de totstandkoming van brede scholen wordt, na vaststelling van dit visiedocument, een werkgroep geformeerd met deelnemers uit gemeente, scholen, schoolbesturen, kinderopvang en betrokken partner(s). Besluitvorming vindt plaats binnen het bestuurlijk overleg van de LEA. Nadere informatiegaring wordt tot stand gebracht vanuit de werkgroep LEA. 11