Ontwikkeling van het kind
|
|
- Nelly de Coninck
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Ontwikkeling van het kind Zilkerbinnenweg 72 A 2191 AE De Zilk info@kindercath.nl Kamer van Koophandel Amsterdam Landelijk Register Kinderopvang
2 Inhoudsopgave Inleiding 3 Ontwikkeling 0-4 jaar 0-1 jaar Lichamelijke ontwikkeling... 4 Cognitieve ontwikkeling jaar Lichamelijke ontwikkeling... 6 Cognitieve ontwikkeling jaar Lichamelijke ontwikkeling... 8 Cognitieve ontwikkeling jaar Lichamelijke ontwikkeling Cognitieve ontwikkeling Ontwikkeling 4-13 jaar 4-6 jaar Lichamelijke ontwikkeling Cognitieve ontwikkeling Sociaal-emotionele ontwikkeling jaar Lichamelijke ontwikkeling Cognitieve ontwikkeling Sociaal-emotionele ontwikkeling jaar... Lichamelijke ontwikkeling Cognitieve ontwikkeling Sociaal-emotionele ontwikkeling Bron: Nederlands Jeugd Instituut i.s.m. Kohnstamm Instituut Pagina 2
3 Inleiding Kinderen doorlopen een aantal ontwikkelingsfasen. Het tempo waarmee dit gebeurt, is voor ieder kind verschillend. Het is dus heel normaal als een kind al eerder of pas later toe is aan bepaalde activiteiten. Elk kind is uniek en daarom is elke ontwikkeling ook uniek. Daarnaast heeft ieder kind zijn eigen voorkeur: de een is dol zijn op zijn blokken, maar zal nooit een puzzel aanraken en een ander kind zal veel in boeken bladeren, maar bijvoorbeeld niet van zingen houden. Je kunt de ontwikkeling van het kind stimuleren door hem de mogelijkheid te bieden zich te ontwikkelen. Bied leuk speelgoed aan, maak de speelomgeving kindvriendelijk, zodat hij lekker zijn gang kan gaan. Stimuleer het kind positief bij wat hij onderneemt, maar geef ook de grenzen aan. Kinderen in de basisschoolleeftijd hebben andere behoeften. De wereld om hen heen gaat een steeds belangrijker rol spelen, vriendschappen worden gesloten en ze ontwikkelen zich tot meer zelfstandigheid. Zij willen dingen zelf uitproberen en ontdekkingen doen en gaan een eigen identiteit ontwikkelen. Praten, luisteren en beredeneren gaat vooral bij de oudere kinderen een grotere rol spelen. Bied meer uitdaging op spelgebied, stimuleer sociale vaardigheden en geef duidelijk en consequent aan wat wel en niet kan. Voor een goed overzicht zijn de ontwikkelingsfasen uitgesplitst in twee hoofdgroepen. De leeftijdsgroep 0-4 jaar is onderverdeeld in drie leeftijdsgroepen omdat elke leeftijdsfase zijn eigen specifieke kenmerken en behoeften heeft. Per fase wordt onderscheid gemaakt tussen lichamelijke ontwikkeling en cognitieve ontwikkeling. De leeftijdsgroep 4-13 jaar is eveneens onderverdeeld in leeftijdsgroepen. Ook hier worden drie leeftijdsfasen onderscheiden, waarbij de ontwikkelingsgebieden worden uitgesplitst in lichamelijke ontwikkeling, cognitieve ontwikkeling en sociaal-emotionele ontwikkeling. Bron: Nederlands Jeugd Instituut i.s.m. Kohnstamm Instituut Pagina 3
4 Ontwikkeling 0-4 jaar 0-1 jaar Lichamelijke ontwikkeling 3 maanden De baby kan nu zijn hoofdje ononderbroken rechtop houden en is druk bezig de bewegingen van zijn handjes te bestuderen. Hij ontdekt dat hij die roze dingen die af en toe zijn gezichtsveld kruisen, zelf kan laten bewegen! Dit is van belang om de oog-hand coördinatie te ontwikkelen. Betrek de baby bij het dagelijks leven door hem af en toe in een wipstoeltje te laten zitten. De rugleuning mag al wat omhoog, maar nog niet helemaal. Hij krijgt zo veel nieuwe indrukken. Hij begint te slaan naar speeltjes in de buurt. Voorwerpen vastpakken kan pas als de grijpreflex helemaal verdwenen is. 4-5 maanden Met behulp van jouw steun kan het kind op je schoot zitten en het hoofdje van links naar rechts draaien. Vanaf vier maanden kunnen de meeste baby's goed diepte zien. De baby zal tussen de 3 en de 6 maanden flink kwijlen. Dit hoeft niet te betekenen dat er al een tandje gaat komen (kan wel). Dit kwijlen heeft te maken met het ontwikkelen van de speekselklieren en de mondspieren. De baby gaat gerichter naar allerlei speeltjes slaan en probeert misschien zelfs al wat te pakken. Beide handjes beginnen steeds meer samen te werken. Alles gaat onmiddellijk naar het mondje. Hiermee voelt en ontdekt de baby het voorwerp. Ook kun je rond deze tijd de eerste echte traantjes zien. Hiervoor huilde de baby nog alleen met geluid. 6-8 maanden De meeste baby's kunnen nu met een licht steuntje een tijdje rechtop zitten. Op zijn buik liggend kan de baby zijn gewicht dragen door op zijn onderarmen te steunen en als je hem vasthoudt kan hij zich rechtop houden met gestrekte heupen en knieën. De meeste baby's kunnen nu gericht dingetjes pakken. Alles gaat onmiddellijk naar het mondje. Hiermee voelt en ontdekt de baby het voorwerp. De baby begint nu rammelaars te pakken en er bewegingen mee te maken of zijn eigen flesje vast te houden. Als de baby een speeltje vasthoudt en je biedt hem een tweede speeltje aan, zal hij het eerste laten vallen. Hij zal nu aanstalten gaan maken om te gaan rollen: eerst op zijn zij en na een paar weekjes oefenen ook helemaal van rug naar buik en weer terug. 9 maanden Als de baby zit, schommelt hij met zijn lijfje voor- en achterwaarts. Dit doet hij om zijn evenwicht te ontwikkelen. Ook gaat het kindje steeds meer spelen; hij kan met beide handen tegelijk een speeltje vasthouden en het van de ene hand naar de andere brengen. Ook kan hij bijvoorbeeld een autootje vasthouden en met het andere handje aan het wieltje draaien. Als de baby goed stevig rechtop zit, kan hij in een winkelwagentje of fietsstoeltje zitten. Bouw het langzaam op, want het is in het begin erg vermoeiend. Als het kindje eenmaal kan zitten, zal hij niets liever willen dan dat. Het is verstandig om het kind toch regelmatig op de buik te laten spelen om de verdere motorische ontwikkeling te stimuleren. Help de baby bij het leren kruipen door hem aan te moedigen in zijn pogingen. Zo vergeet hij sneller zijn frustraties. Bij de meeste baby s heeft eerste tandje zich ook al laten zien. Bron: Nederlands Jeugd Instituut i.s.m. Kohnstamm Instituut Pagina 4
5 10-12 maanden Aan het eind van het eerste jaar kan de baby goed zitten. Ook zal hij in deze periode gaan kruipen. Aanvankelijk nog schuivend op de buik (eerst achteruit), maar later ook op handen en knieën. Sommige baby's doen dit niet op de klassieke manier, maar hebben een andere variant ontwikkeld. Bijvoorbeeld met een voetje opgetrokken onder zich of schuivend op de billen. Ook begint de baby zich in de box of met behulp van een tafeltje zich optrekken tot staan. Eerst tot op zijn knietjes en later helemaal tot staan. Met behulp van deze steun zullen straks de eerste voorzichtige stapjes komen. De motoriek wordt steeds verfijnder: heel precies kan de baby met zijn wijsvingertje en zijn duimpje een koekkruimeltje oppakken, om dat vervolgens gelijk in zijn mondje te stoppen. Datzelfde wijsvingertje gaat nu naar alles wijzen (inclusief stopcontact gaten!). Let daarom op veiligheid. 0-1 jaar Cognitieve ontwikkeling 4-8 maanden Na 4 maanden kan de baby meer zien, horen en bewegen. Hij weet dat er objecten buiten hem zijn. Omdat hij zich meer kan bewegen, begint hij op te letten op wat hij doet. Hij beweegt zich en kijkt naar zijn bewegingen. Na 6 maanden let hij ook op wat de buitenwereld van zijn bewegingen vindt, maar hij heeft nog geen inzicht. Hij zwaait bijvoorbeeld met een speelgoedje, waardoor er een geluid uitkomt. Door herhaling snapt hij dat hij zelf dat geluidje kan maken. De baby heeft iets geleerd! Stap voor stap verkent hij op deze manier de buitenwereld. Je kunt de baby helpen door een rijke, stimulerende omgeving te creëren, waarin hij zoveel mogelijk indrukken kan op doen. Let er wel op dat de omgeving niet te druk wordt en breng slechts minimaal veranderingen aan, zodat de kindje altijd in een vertrouwde omgeving vertoeft maanden De baby begint nu echt onderscheid te maken tussen zijn bewegingen en de gevolgen daarvan. Hij weet bijvoorbeeld dat als hij geluid wil horen, hij op en neer moet zwaaien met dat speelgoed. Een andere ontwikkeling die zich nu voordoet, is de objectpermanentie. Dat wil zeggen dat de baby weet dat de dingen om hem heen blijven bestaan, als hij ze niet meer kan zien. Hij kan dus in zijn hoofd eventjes de beelden vasthouden, van dat wat hij niet meer kan zien. Rond deze tijd is daarom 'kiekeboe spelen' goed om veel te doen. De baby begrijpt dan dat als jij weg bent, je nog steeds blijft bestaan en altijd weer terugkomt. Bron: Nederlands Jeugd Instituut i.s.m. Kohnstamm Instituut Pagina 5
6 1-2 jaar Lichamelijke ontwikkeling Bij een normale ontwikkeling zal het kind zich in het tweede jaar van zijn leven ontwikkelen van een nog niet lopende baby tot een zelfverzekerd lopende, klimmende en rennende peuter. Maak je geen zorgen als het kind de verschillende fasen anders doorloopt dan hieronder staat beschreven. Er zijn hoogbegaafde volwassenen die pas op hun derde leren lopen. Binnen de peutertijd is er een overgang. Het kind beweegt zich niet meer alleen maar om te voelen wat er vervolgens gebeurt. Hij begint zijn hersenen te gebruiken als hij iets wil doen. In eerste instantie waren zijn bewegingen alleen maar reflexmatig. Hij wist niet wat er zou gebeuren als hij op een bepaalde manier zou bewegen. Nadat hij voorgaande fases heeft doorlopen, weet hij ongeveer wat de gevolgen kunnen zijn van zijn bewegingen. Na het eerste jaar groeit het kind niet meer zo spectaculair snel. Tot zijn vierde verjaardag zal je kind nu gemiddeld nog 30 cm langer worden en ongeveer 8 kilogram zwaarder. Ook zul je zien dat de lichaamsverhoudingen veranderen. De mollige baby met verhoudingsgewijs een groot hoofd verandert in een verhoudingsgewijs langere, slankere kleuter. 1-1,5 jaar De baby loopt, terwijl hij zich vasthoudt aan de bank of tafel. De eerste losse stapjes komen er nu aan, met de armpjes omhoog om het evenwicht te bewaren. Geef het kind vertrouwen door achter hem te staan en je beide handen te geven. Langzaam aan kun je hem dan aan één hand laten lopen. Uiteindelijk, als hij zijn evenwicht heeft gevonden, kun je voorzichtig je hand wegtrekken. Een loopkar is ook heel stimulerend om te leren lopen. Dit is een karretje dat het kind kan voortduwen. De zogenaamde loopstoel, waar het kindje in kan zitten en op die manier zich kan voortbewegen, wordt door deskundigen afgeraden. Deze loopstoelen zijn niet goed voor de rug en de heupen van het kindje. Bovendien is een loopstoel onveilig: de wereld van het kind wordt groter dan op dat moment bij zijn ontwikkeling past. Daarnaast leert het kind niet sneller lopen door een loopstoel. Het is beter dat hij dit op eigen kracht leert doen. Rond 15 maanden hebben de meeste baby's het lopen onder de knie. De meeste kindjes van deze leeftijd vinden het erg leuk om dingen ergens in te stoppen en het er weer uit te halen. Ook vindt hij het leuk om dingetjes aan je te geven. Je kunt dan ook allerlei spelletjes doen om zijn fijne motoriek te stimuleren, zoals blokjes bouwen en hem zelf te laten eten met een lepeltje. Rond 1,5 jaar kan het kind de trap opkruipen, hoewel hij nog steun en aandacht nodig heeft. Het kind vindt het heerlijk om overal op onderzoek uit te gaan. Het kindje ziet inmiddels even scherp als een volwassene. 1,5-2 jaar De mobiliteit van het kind ontwikkelt zich nu zeer snel. Hij is erg actief met lopen en perfectioneert zijn evenwichtsgevoel hierdoor. Help hem door balspelletjes te doen en spelletjes waarbij hij moet klimmen. Geef hem ook speelgoed met wieltjes, knopjes en belletjes. Ook kun je het kind laten bouwen met grote, eenvoudige bouwsteentjes, die op elkaar moeten worden gedrukt (duplo). Hierdoor ontwikkelt hij de motoriek. Geef hem ook eens een kleurkrijtje met een papiertje: hij zal het effect van zijn bewegingen met het krijtje prachtig vinden. Vanaf een jaar of twee wil het kind alles nadoen wat jij doet. Betrek hem zoveel mogelijk bij dagelijkse karweitjes. Als je schoonmaakt, geef je hem ook een doekje en bij het wassen, geef je hem zelf een washandje en zijn tandenborstel. Het kind vindt het heerlijk om op muziek te bewegen. Zet regelmatig muziek op en dans samen met het kind. Bron: Nederlands Jeugd Instituut i.s.m. Kohnstamm Instituut Pagina 6
7 Bron: Nederlands Jeugd Instituut i.s.m. Kohnstamm Instituut Pagina 7
8 1-2 jaar Cognitieve ontwikkeling De intellectuele ontwikkeling in het eerste jaar is enorm. Dat doe je je leven lang niet meer na, zoveel leren in zo'n korte periode. Als het kindje één jaar is, gaat deze ontwikkeling nog steeds razendsnel. Maak je niet druk als de ontwikkeling even is 'gestopt', want dit is heel normaal. Ontwikkeling is namelijk geen geleidelijk proces, maar verloopt sprongsgewijs. 1-1,5 jaar Vanaf een jaar begint het kindje de relatie tussen oorzaak en gevolg te begrijpen. Ook zegt hij de eerste woordjes met betekenis en begint hij eenvoudige vragen te begrijpen. Nu het kind iets ouder is, wordt het steeds duidelijker dat zijn geheugen zich ontwikkelt. Je kunt hem daarbij helpen door bijvoorbeeld 'klap eens in je handjes' te zingen en hem daarbij leren welke bewegingen hij moet maken. Voorlezen van babyboekjes en wat later mooie, kleurige prentenboeken is één van de beste manieren om het geheugen te trainen, vooral door eindeloos te herhalen. Op een gegeven moment weet het kindje namelijk precies welk woord je gaat zeggen. 1,5-2 jaar Je kunt de dreumes nu eenvoudige taken opdragen, zoals helpen met afruimen of iets voor je laten halen. Zo stimuleer je het gevoel dat hij iets kan. Bedenk dat het kind het meest stimuleert door hem te laten spelen met wat hij het leukst vindt. Probeer hem uit te dagen door speelgoed aan te bieden waarin hij kan laten zien dat hij iets goed kan, bijvoorbeeld puzzeltjes. Stimuleer altijd positief en zet hem nooit onder druk. Een goede manier om het speelgoedaanbod uit te proberen, is lid te worden van een speel-o-theek. Dit is goedkoop en je kunt je dan laten adviseren over goed speelgoed voor de juiste leeftijd en ontwikkelingsfase. Vaak is het echter zo dat simpele en alledaagse dingen het meest aanslaan: pollepels en bakjes uit de keuken, lapjes, papier etc. Complimenteer het kindje royaal bij al zijn pogingen. Bron: Nederlands Jeugd Instituut i.s.m. Kohnstamm Instituut Pagina 8
9 2-3 jaar Lichamelijke ontwikkeling De lichamelijke ontwikkeling gaat in de overgang van peuter naar kleuter nog steeds razendsnel, hoewel de verschillende fasen nu niet meer zo opvallen en zich duidelijk onderscheiden van elkaar. Het tempo waarin kinderen zich ontwikkelen, verschilt van kind tot kind. Sommige aspecten van de ontwikkeling hebben ook te maken met hoe vaak het kind iets oefent. Een kind dat thuis elke dag meerdere malen de trap op moet, zal dit eerder kunnen dan een kind dat geen trap heeft. Artsen zullen heel uiteenlopende zaken als normaal beschouwen. Toch is er een klein aantal kinderen dat zich in een ander tempo ontwikkelt dan de meeste kindjes. Dat hoeft niet alleen ongewoon langzaam te zijn, maar kan ook buitengewoon snel zijn. Houd dus in je achterhoofd dat het tempo enorm kan verschillen, maar raadpleeg de ouders als je zorgen maakt over de ontwikkeling van het kind. 2-2,5 jaar Het kind kan op zijn eigen manier dansen en daarbij verschillende bewegingen maken. Ook kan hij hurken. Met de bal wordt hij steeds handiger (schoppen en gooien). Het kind kan nu ook goed andere richtingen aannemen bij het rennen. Hij kan de trap op en af lopen met beide voetjes op een tree of op handjes en knietjes. Probeer het kind een veilige manier van traplopen aan te leren en maak de trap zo veilig mogelijk. Neem het kind eens mee naar een speeltuintje voor peuters, daar kan hij prima zijn mogelijkheden verkennen. Het kind leert een paar eenvoudige plaatjes aan te wijzen in een boekje. Soms kan hij zichzelf al een beetje uitkleden. Blokken bouwen doet hij nu met steeds meer blokken. De peuter begint interesse te krijgen in het vormenstoofje (een stoofje met verschillende soorten openingen, waar blokjes van verschillende vormen in gestopt kunnen worden) en komt met proberen vaak al een heel eind. Van 2,5 tot 3 jaar Het kind kan leren fietsen op een driewieler en op één beentje staan. De peuter springt van een kleine verhoging af, dit is het begin van springen. Heeft het kindje het vormenstoofje door, dan is hij toe aan eenvoudige puzzeltjes. Moedig de peuter aan om ingewikkelde bouwwerken van blokken en duplo steentjes te bouwen. Dat is goed voor de handspieren en de oog-hand coördinatie. Betrek het kind nog steeds zoveel mogelijk bij dagelijkse activiteiten, zoals schoonmaken, wassen en traplopen. Bron: Nederlands Jeugd Instituut i.s.m. Kohnstamm Instituut Pagina 9
10 2-3 jaar Cognitieve ontwikkeling In deze fase staat het kind voor de taak zich te ontwikkelen tot een zelfstandig persoon. Hij moet leren zich soepel te gedragen in de omgang met anderen. Eerst oefent de peuter door imitatie van wat hij volwassenen ziet doen. Later kan hij dat bijvoorbeeld naspelen met poppen en beren. Later gaat hij steeds meer vanuit zichzelf oefenen in de regels van het met elkaar omgaan. Hij leert rekening te houden met anderen en zijn gedrag op anderen af te stemmen. Hij weet inmiddels via de lichaamstaal heel duidelijk hoe het humeur van de belangrijke personen uit zijn omgeving is. Ook leert hij zich steeds beter in te leven in de gevoelstoestand van anderen. 2-2,5 jaar Vanaf zijn tweede jaar begrijpt het kind hoe dingen groepen vormen. Dit kun je zien doordat hij dingen gaat sorteren, bijvoorbeeld de blokken apart van de puzzels. Ook begint het kind nu fantasiespelletjes te spelen als je hem daarbij helpt. Hij kan bijvoorbeeld doen alsof een banaan de hoorn is van een telefoon en zo met oma praten. Er kan nog steeds verwarring optreden tussen fantasie en werkelijkheid, want een kind kan in deze fase nog niet logisch en zakelijk met inhouden omgaan. 2,5-3 jaar Het kind kan nu details toevoegen aan algemene concepten. Dit betekent dat hij bijvoorbeeld kan zeggen dat een huis groot is of een boek zwaar. Ook kan hij nu horizontale en verticale lijnen trekken en probeert hij een rondje na te tekenen dat jij hebt getekend. Hij krijgt een idee van getallen en kan misschien al een beetje tellen. Ook kan hij een rijmpje opzeggen en kent hij een paar kleuren. Het kind vindt het prachtig om te helpen met eenvoudige klusjes in het huis, want hij doet nu niets liever dan zijn ouders nadoen. Hij begint het steeds leuker te vinden om met andere kinderen te spelen. Probeer het fantasiespel van je kind te verrijken. Dit kun je doen door bijvoorbeeld eens om een kopje koffie te vragen als het kind steeds kopjes thee voor je zet. Bron: Nederlands Jeugd Instituut i.s.m. Kohnstamm Instituut Pagina 10
11 3-4 jaar Lichamelijke ontwikkeling 3-3,5 jaar Het kind kan nu zonder hulp een deur openen en sluiten. In het tekenen doet zich rond deze leeftijd meestal een belangrijke ontwikkeling voor. Waar het kind eerst alleen nog wat zat te krassen, ziet hij nu dat het gekras ergens op lijkt. Hij zal zomaar ergens beginnen en dan enthousiast roepen: "Kijk, een auto!". Hij bouwt nu bruggen en torens van acht à negen blokken. In dit jaar heeft het kind al een duidelijk beeld van zijn eigen mogelijkheden en ontdekt hij de grenzen van wat veilig en haalbaar is. Het is belangrijk dat het kindje steeds zekerder wordt van zijn eigen lichamelijke bewegingen. Laat het kind daarom lekker veel buiten spelen (glijbaan, schommelen). 3,5-4 jaar Het kind kan nu met twee voeten tegelijk omhoog springen. Nu zal hij ook toe zijn aan een fiets met twee wieltjes. Ook kan hij al aardig met de step overweg. De kleuter wordt echt handig in bijvoorbeeld tafel dekken, zichzelf wassen en bed opmaken. Ook kan hij nu goed een klimrek opklimmen. Zijn fijne motoriek kun je stimuleren door hem te laten knutselen (knippen, plakken, tekenen), maar bijvoorbeeld ook inkleuren binnen de lijntjes. Meestal tegen zijn vierde verjaardag zal het kind van tevoren bedenken wat het gaat tekenen, vaak een gezichtje. Het plan kan tijdens de uitvoering nog zonder probleem worden bijgesteld als je kind merkt dat zijn tekening meer op iets anders lijkt. Als het kind van tekenen houdt, kunnen ook de eerste 'kopvoet'-tekeningetjes ontstaan. Merk je dat het kind op deze leeftijd zich thuis begint te vervelen en uitgekeken raakt op de glijbaan om de hoek, denk dan eens aan bijvoorbeeld peutergym, (ballet)dansen of zwemmen. Ook een speel-o-theek kan uitkomst bieden. Bron: Nederlands Jeugd Instituut i.s.m. Kohnstamm Instituut Pagina 11
12 3-4 jaar Cognitieve ontwikkeling 3-3,5 jaar De kleuter kan nu steeds ingewikkelder puzzels maken en bijvoorbeeld plaatjes in de goede volgorde leggen of een patroon namaken. Ook eenvoudige spelletjes vind het kind soms al leuk. Denk verder eens aan memory of domino. Deze interesse komt door zijn toenemende begrip van vormen en reeksen. Ook kan hij zichzelf steeds langer bezighouden. Zijn wereld wordt levendiger en fantasierijker, want hij verzint mensen en voorwerpen die hij in steeds ingewikkeldere situaties plaatst. Hij begint te begrijpen dat sommige leuke dingen uitgesteld moeten worden. 3,5-4 jaar Het kind wordt nu steeds zelfstandiger, maar ook meer en meer op zichzelf gericht. Langzamerhand begrijpt hij de concepten 'verleden', 'heden' en 'toekomst', hoewel het belangrijk is om de ervaringen van een kleuter zo tastbaar mogelijk te houden. Zeg bijvoorbeeld niet 'nog 100 meter', maar 'nog drie huizen'. Spelletjes waarmee hij kan winnen en verliezen leert hem om te gaan met teleurstelling. De volgende keer doet hij dan beter zijn best en geniet hij van het succes als hij gewonnen heeft. Let erop dat je niet teveel aandacht besteedt aan winnen; daar kan het kind later agressief en competitief van worden. Vrijwel alle kinderen vinden tekenen en muziek maken leuk, evenals tellen. Help het kind zijn telvaardigheid en wiskundig vermogen te ontwikkelen, door speelgoed en boekjes aan te bieden die deze vaardigheid stimuleren. Het kind zal je nu ook steeds meer vragen stellen. Denk dan aan het oude Chinese spreekwoord: 'ik hoor en vergeet, ik zie en onthoud en ik doe en begrijp'. Geef dus niet gelijk het goede antwoord, maar stel hem een tegenvraag, laat hem goed kijken, ga het samen opzoeken in een boek etc. Dit laat hem het antwoord beter onthouden en stimuleert zijn probleemoplossend en creatief vermogen. Het (rollen)spel begint een belangrijke activiteit te worden. Door middel van spel komt een kind allerlei situaties uit de werkelijkheid tegen met alle begrippen en problemen die daar mee te maken hebben: de winkel, de bus, de raket, etc. Bron: Nederlands Jeugd Instituut i.s.m. Kohnstamm Instituut Pagina 12
13 Ontwikkeling 4-13 jaar 4-6 jaar Lichamelijke ontwikkeling Kleuters hebben een spontane drang tot bewegen en veel plezier en geduld bij het oefenen van allerlei bewegingen. Dat geldt voor grote, grove bewegingen, maar evenzeer voor kleine, verfijnde bewegingen. Bewegen helpt kinderen bij het ontwikkelen van hun waarnemingsvermogen en begrip. Ook leren ze hun eigen lichaam beter kennen. Wat is ver weg en dichtbij? Hoe lang is mijn eigen arm? Wat is hard en zacht? Wat is hoog en laag? Het kind wordt slanker, en het wordt nu duidelijk of een kind rechts- of linkshandig is. Motorische ontwikkeling Bij vierjarigen is de ontwikkeling van de grove motoriek goed op gang. Kleuters kunnen zelfstandig lopen, springen, rennen, soepel gaan zitten en weer opstaan. Ze bewegen graag en veel, maar nog niet altijd zo gecontroleerd; hun hele lichaam doet mee met hun bewegingen. Bij het gooien van een bal vallen ze zelf weleens naar voren. Rond het vijfde jaar krijgen de bewegingen meer verfijning en neemt het coördinatievermogen neemt toe. Hinkelen en huppelen lukt nu ook. Zij ontwikkelen meer spierkracht, een betere balans en coördinatie, ook van de fijnere bewegingen zoals bij tekenen. Seksuele ontwikkeling Vanaf drie jaar weten kinderen of zij een jongen of een meisje zijn. Zij zijn zich er nog niet helemaal van bewust dat dat ook altijd zo zal blijven. Kleutermeisjes kunnen uitspraken doen zoals: Later, als ik een jongen ben. Bij een normale ontwikkeling gaan kleuters heel vanzelfsprekend om met hun eigen lijf en dat van anderen. Ze zijn nieuwsgierig en onderzoekend. Dat kan betekenen dat zij elkaars lijf eens goed bekijken en voelen. Ze zijn bezig met het verkennen van hun eigen lichaam en dat van andere kinderen als ze doktertje spelen. Ze zijn zich daarbij nog niet bewust van wat volgens de volwassenen wel of niet hoort. Voor pedagogisch medewerkers en ouders is dat soms schrikken. Maar onderzoeken hoort bij kleuters; daar hoort ook onderzoek van eigen en andermans lichaam bij. Ook komt het soms voor dat je kinderen in het openbaar ziet masturberen: ze rijen op een stoeltje of ze zitten met hun handje in hun broek op de bank. Verder zijn kleuters vaak heel geïnteresseerd in van alles over de voortplanting. Ze willen bijvoorbeeld weten hoe die baby nu in en uit de buik komt. Niet alle kinderen vragen daar letterlijk naar, maar ze zijn meestal wel nieuwsgierig. Opvoeders kunnen hen rustig op hun eigen niveau informatie geven. Bron: Nederlands Jeugd Instituut i.s.m. Kohnstamm Instituut Pagina 13
14 4-6 jaar Cognitieve ontwikkeling Deze fase kenmerkt zich door een flinke groei van de woordenschat en zinsbouw. Het kind leert sorteren en ordenen, en wordt steeds beter in het herkennen van vormen, kleuren en geluiden. Later gaat het kind ook symbolen zoals letters en cijfers herkennen en leren gebruiken. Eenvoudige liedjes en opdrachten worden steeds beter begrepen en onthouden. Als iets hem interesseert kan een kleuter zich lang en goed concentreren op een activiteit. In deze periode willen kinderen graag zelf alles leren, weten en kunnen. Taalontwikkeling Vierjarige kleuters die van huis uit Nederlands spreken, kennen gemiddeld 3000 woorden. De meeste van die woorden kunnen ze ook zelf gebruiken. Verder maken de meeste kinderen grammaticaal goede zinnen, al doen zij dat nog niet helemaal foutloos. Ook kunnen ze bijna alle klanken goed uitspreken, al is de R nog weleens lastig. Tussen hun vierde en zesde jaar maakt de omvang van hun woordenschat een forse groei door en leren zij ingewikkelder zinnen te maken. In deze periode raken kinderen steeds meer geïnteresseerd in letters, boeken en zelf schrijven. Het kan voorkomen dat zij heel serieus een reeks tekens achter elkaar krabbelen en dan vragen: Wat staat hier?. Om kleuters te helpen bij hun taal- en denkontwikkeling kun je samen kijken naar gebeurtenissen, of samen een boekje lezen en er over praten. Praten met volwassenen is heel belangrijk. Het geeft kinderen de kans om nieuwe woorden en begrippen, nieuwe zinsbouwconstructies te horen en ook zelf eens uit te proberen. Ook voorlezen en fantasiespel helpen het kind om zijn taalvaardigheid verder uit te breiden. 4-6 jaar Sociaal-emotionele ontwikkeling Vanaf het vierde jaar hebben kinderen meer contact met anderen: ze sluiten vriendschappen en zijn steeds beter in staat zich te verplaatsen in de ander. Het kind kan de eigen emoties zoals blij, boos of verdrietig, herkennen en (enigszins) beheersen en zich aanpassen aan de situatie als dat nodig is. Hij begrijpt nog niet alles van de wereld om hem heen, en gebruikt fantasie om de ontbrekende kennis aan te vullen tot een logisch geheel: fantasie en werkelijkheid lopen door elkaar. Er is een duidelijk besef van een eigen ik en hieruit ontstaat de wens om dingen zelf te doen en zelf te ontdekken. Straf en beloning maken duidelijk wat nu precies wel en niet mag. Kinderen van vier jaar kunnen zich al in andere kinderen verplaatsen. Ze kunnen bijvoorbeeld een ander kind troosten als het huilt of pijn heeft. Tussen 4 en 6 jaar neemt het vermogen van kinderen om zich in anderen in te leven enorm toe. Dit empathisch vermogen is een belangrijke voorwaarde voor het aangaan van sociale relaties en vriendschappen. Wie zich kan voorstellen hoe een ander zich voelt, is eerder geneigd tot sociaal gedrag zoals samenwerken, voor iemand opkomen, delen, iemand helpen. Naast empathie is zelfcontrole een voorwaarde voor het sluiten van vriendschappen. In de kleuterleeftijd leren kinderen om hun eerste impulsen te beheersen. Die zelfcontrole is vooral van belang om agressief handelen tegen te gaan: speelgoed afpakken, schelden, voor je beurt gaan. Kinderen die regelmatig agressief zijn tegen hun leeftijdgenoten worden meestal niet als vrienden uitgekozen. Deze kinderen hebben baat bij coaching door volwassenen. Je kunt het kind helpen door suggesties voor gedrag te geven ( om de beurt! ) en in de buurt te blijven tijdens de speelcontacten. Zo kun je beter ingrijpen bij agressie en zorgen dat het spelen voor beiden leuk blijft. Bron: Nederlands Jeugd Instituut i.s.m. Kohnstamm Instituut Pagina 14
15 Bron: Nederlands Jeugd Instituut i.s.m. Kohnstamm Instituut Pagina 15
16 7-9 jaar Lichamelijke ontwikkeling Tussen de 7 en 9 jaar neemt de spierkracht, het coördinatievermogen en de balans verder toe. Op deze leeftijd kan een kind bewust bewegingen gaan oefenen en krijgt het belangstelling voor lichamelijke activiteiten zoals sporten. Op deze leeftijd zijn kinderen sterk op elkaar gericht. De groep is uitgangspunt voor wat er gespeeld wordt. Ook gaan kinderen hun vaardigheden met elkaar vergelijken en er ontstaat competitie onderling. Regels worden opgesteld en naar believen veranderd. Jongens en meisjes spelen wel met elkaar maar vaak zoeken ze ook hun eigen seksegenoten op. Motorische ontwikkeling Kinderen van 7 tot 9 jaar zijn vooral bezig met het uitbouwen van de bewegingspatronen die zij al hebben ontwikkeld: ze worden er steeds beter, sneller, soepeler in. Daarnaast gaan ze oefenen om nieuwe bewegingen onder de knie te krijgen, zoals touwtjespringen, skaten, kopje duikelen op het klimrek. Bovendien gaan zij zich vergelijken met anderen. Dat leidt tot nieuwe uitdagingen en competitie in het spel. Ze gaan wedstrijdjes doen in wie het hardst kan rennen of wie het sterkst is. Ze willen ontdekken en uitproberen en graag met echt gereedschap of echte kookspullen bezig zijn. Seksuele ontwikkeling Rond deze leeftijd lijken kinderen niet erg geïnteresseerd in seksualiteit. Op lichamelijk gebied verandert er in dit opzicht ook niet zoveel in deze periode, maar onder de oppervlakte zijn ze er wel degelijk mee bezig. Ze verkennen de grenzen: hoe ver kun je gaan met praten over seksualiteit? Ze maken opmerkingen of vertellen moppen om volwassenen uit te dagen tot een reactie. Verliefdheid vinden ze interessant en er wordt onderling vaak in groepjes over zoenen en zo gepraat. Daarnaast doen ze ook groepsspelletjes met elkaar zoals meidenpakkertje. Kinderen van deze leeftijd zijn zich sterk bewust van het verschil tussen jongens en meisjes. Ze spelen dan ook vaak strikt gescheiden. Verliefd zijn komt wel voor, en bij de jongste kinderen in deze leeftijdsgroep is dat ook heel openlijk: dan ben je op iemand. Kinderen van negen vinden het vaak prettig als hun verliefdheid een beetje geheim blijft. De rol van de opvoeder in deze fase is vooral uitleg en informatie geven. Niet alleen over de technische kanten van seksuele ontwikkeling. Ook leren praten en denken over gevoelens die erbij horen maakt deel uit van seksuele opvoeding. Bron: Nederlands Jeugd Instituut i.s.m. Kohnstamm Instituut Pagina 16
17 7-9 jaar Cognitieve ontwikkeling Rond deze leeftijd wordt begonnen met het ontwikkelen van schoolse vaardigheden als lezen, schrijven, rekenen en later ook wereldoriëntatie. Kinderen beginnen logisch te denken en leren verbanden leggen. Nu worden ook de verschillen in leerstijlen zichtbaar. Je kunt nu onderscheiden of een kind een doener, een denker, een dromer, een uitvinder of een regelaar is. Taalontwikkeling Vanaf het zevende jaar worden kinderen beter in het leggen van logische verbanden en het aanbrengen van systematische ordeningen. Zo weten ze nu bijvoorbeeld dat een mus een soort vogel is, dat vogels dieren zijn (en geen mensen), en dat dieren levende wezens zijn (en geen planten), dat bepaalde dinosauriërs planteneters waren enzovoort. Kinderen leren en gebruiken taal niet meer alleen voor het alledaagse leven, om te kunnen praten met andere kinderen en volwassenen. Taal wordt in deze periode ook een middel om nieuwe kennis te verwerven. Lezen en schrijven geeft hen steeds meer toegang tot de wereld van volwassenen, en de kennis die daar te vinden is. Veel kinderen zijn daarin ook mateloos geïnteresseerd. Het is op deze leeftijd dat sommige kinderen alles blijken te weten over dinosauriërs. Soms is die toegang tot de volwassen wereld wel eens te veel, met name het zien van geweld of seks. Kinderen zien op televisie en internet veel dat zij interessant vinden maar nog niet kunnen begrijpen. Aan opvoeders is de taak om vragen van kinderen daarover te beantwoorden, maar ook vooral ook om grenzen te stellen aan wat zij mogen zien. 7-9 jaar Sociaal-emotionele ontwikkeling Een kind is in deze leeftijdsfase sterk gericht op de omgang met leeftijdgenoten. Rond een jaar of zeven worden vriendschappen enorm belangrijk, ook voor de ontwikkeling van de eigen identiteit. Kinderen willen graag ergens bij horen en zich geaccepteerd voelen. Ze gaan het ook belangrijker vinden om te weten hoe het hoort. Tegelijkertijd vergelijken zij zichzelf juist steeds met anderen om te ontdekken wie ze nu eigenlijk zelf zijn. Dit vergelijken van zichzelf met anderen, draagt bij aan de ontwikkeling van de identiteit. Het bij de groep willen horen, betekent ook dat op deze leeftijd buitensluiting en pesten een rol kunnen gaan spelen. Het is belangrijk alert te zijn op het negeren of afwijzen van kinderen door de groep. Uit onderzoek blijkt dat kinderen die veel zijn gepest, later vaker depressief zijn en meer te maken krijgen met ongewenst gedrag van anderen. Vanaf de leeftijd van ongeveer zeven jaar spelen kinderen vooral met andere kinderen van dezelfde sekse en leeftijd: meisjes spelen met meisjes, jongens met jongens. Dit is de leeftijd waarin echte vriendschappen zich gaan ontwikkelen, gebaseerd op wederzijdse acceptatie en het elkaar bijstaan en steunen. Kinderen zijn nu nog aan het ontdekken met wie ze het best kunnen opschieten en met wie ze het prettigst samen spelen. De combinaties kunnen dus nog weleens wisselen. Bron: Nederlands Jeugd Instituut i.s.m. Kohnstamm Instituut Pagina 17
18 10-13 jaar Lichamelijke ontwikkeling In deze leeftijdsgroep worden de verschillen tussen jongens en meisjes en kinderen onderling steeds duidelijker. Ook wordt het verschil tussen motorisch sterkere en zwakkere kinderen goed zichtbaar. De prepuberteit (bij de een veel vroeger dan bij de ander)kenmerkt zich door een sterke groei die de coördinatie kan ontregelen en een toenemende belangstelling voor seksualiteit. Na een groeispurt is er veel behoefte aan beweging om het eigen lichaam te leren kennen in de nieuwe verhoudingen. Sporten in teamverband past goed bij de toenemende sociale belangstelling. Motorische ontwikkeling Kinderen van 10 tot 13 jaar verfijnen hun motorische vaardigheden steeds verder: ze kunnen steeds ingewikkelder bewegingen uitvoeren en hebben als ze gezond zijn meer uithoudingsvermogen. Ze spelen graag buiten, en oefenen daar allerlei sporten zoals dans, straatvoetbal of tennis. Op deze leeftijd zie je verschillen ontstaan tussen kinderen die motorisch vaardig of minder vaardig zijn. Sommige kinderen hebben duidelijk belangstelling voor sport en beweging, doen dat ook graag en worden er dus ook steeds beter in. Deze kinderen maken in deze periode dan ook vaak een bewuste keuze voor een sport en worden lid van een club. Andere kinderen zijn minder sterk of behendig, en hebben minder interesse in bewegen. Zij hebben een extra stimulans nodig, om toch voldoende in beweging te komen. Seksuele ontwikkeling Vanaf een jaar of tien krijgen kinderen steeds meer belangstelling voor volwassen vormen van seksualiteit, al is het moment waarop dat gaat spelen enorm verschillend tussen kinderen onderling. Sommigen zijn er nog helemaal niet mee bezig of giechelen alleen wat, anderen kunnen al flink verliefd zijn. De waarden en normen die kinderen op het gebied van seksualiteit van thuis meekrijgen kunnen enorm verschillend zijn. Ook dat speelt mee in de manier waarop kinderen zich gedragen en in hoe zij praten over de veranderingen van hun lijf en hun gevoelens. Meisjes en jongens trekken nog steeds vooral op met kinderen van hun eigen sekse. Deels is dat omdat hun interesses verschillend zijn, maar ook onder de sociale groepsdruk: al gauw wordt gezegd dat je met elkaar gaat als jongens en meisjes samen spelen. Je ziet dat vooral 11- en 12-jarigen elkaar ook lichamelijk wel opzoeken en via spel gaan duwen, trekken en aan elkaar hangen. Uit onderzoek is bekend dat zo n 10 tot 40% van de kinderen vanaf tien jaar (of zelfs al eerder) masturbeert en daarbij ook een orgasme kan hebben. Jongens van acht tot twaalf trekken veel met elkaar op en doen spelletjes met elkaar; ze bekijken wie het verst kan plassen en wie er stijf kan worden. Op die manier doen ze veel informatie op. Meisjes van dezelfde leeftijd lijken wat minder met elkaar te experimenteren maar praten wel samen over seksualiteit en verliefdheid. Als opvoeder is het in deze fase belangrijk om door te gaan op de informatie die de jongere leeftijdsgroepen al hebben. Naast het geven van feitelijke kennis over lichamelijke ontwikkeling gaat het over verwoorden van gevoelens en het bewaken en accepteren van grenzen in de omgang met elkaar. Bron: Nederlands Jeugd Instituut i.s.m. Kohnstamm Instituut Pagina 18
19 10-13 jaar Cognitieve ontwikkeling De wereld van het kind wordt steeds groter. Het kan complexere structuren en relaties begrijpen, zowel in taal als in de werkelijkheid, en leert strategieën toe te passen waarmee het meer en beter kan onthouden. Het kind krijgt een grotere belangstelling voor de wereld om zich heen en zijn eigen plaats daarin. Taalontwikkeling Als kinderen eenmaal voldoende kunnen lezen, schrijven en rekenen, kunnen ze die vaardigheden ook gebruiken om de wereld om hen heen verder te verkennen. Dat gebeurt op school, maar kinderen hebben vooral ook vanuit zichzelf interesse in allerlei onderwerpen. Oudere kinderen stellen veel vragen of het hoe en waarom van dingen en hebben een brede interesse. Ze kunnen belangstelling hebben voor een verscheidenheid aan onderwerpen: ridders en kastelen, dieren, ontdekkingsreizen, het weer en klimaat, techniek, enzovoort. Langzaam maar zeker leren kinderen op deze leeftijd om na te denken over zaken die verder weg liggen en situaties die zij niet zelf hebben ervaren. Zij gaan nadenken over onrecht in de wereld of zich zorgen maken. Ze kunnen gericht vragen stellen over onderwerpen die zij bijvoorbeeld in het Jeugdjournaal zien. Waarom maken mensen zeehondjes dood? Waarom moet Mohamed weg uit Nederland? Komt de oorlog ook hier? jaar Sociaal-emotionele ontwikkeling Rond het tiende jaar gaan kinderen nadenken over wat het betekent om een goed mens te zijn en ontwikkelen een grotere maatschappelijke belangstelling. Ze krijgen meer aandacht voor waarden en normen, en leren gaandeweg begrijpen dat een situatie twee kanten heeft. Kinderen zijn geneigd een standpunt te kiezen waarvan zij weten of vermoeden dat ze erom gewaardeerd zullen worden, vooral door volwassenen en degenen die zij autoriteit toekennen of belangrijk vinden. Tegelijkertijd kunnen ze doordat hun hersenen veranderingen ondergaan, juist weer impulsiever worden. Voor kinderen vanaf tien jaar is de omgang met leeftijdgenoten van groot belang. Kinderen van deze leeftijd zijn erg bezig met hun eigen identiteit: Wie ben ik? Wat kan ik? Het vergelijken met andere kinderen is belangrijk: dit biedt een steun voor zelfbewustzijn en zelfwaardering. De groep is een belangrijke ondersteuning voor de identiteitsvorming omdat het kind zichzelf kan vergelijken met anderen in de groep. Ze willen hetzelfde zijn of juist niet: Ik wil net zulk lang haar of Ik ben sterker dan hij. Enerzijds wil een kind voldoen aan de normen van de groep, anderzijds wil hij zich profileren door zelf iets te ondernemen. Kinderen worden op deze leeftijd echter wel kritischer in hun vergelijkingen en beoordelingen: ze zien ook hoe ze niet willen zijn. Vergelijkingen kunnen het eigen gedrag bepalen of veranderen. In een groep krijgt een kind feedback van leeftijdgenoten. Er wordt gelachen om je grap of je wordt juist uitgelachen. De meisjes uit je groep vinden je nieuwe kleren mooi of juist niet. In groepsverband leren kinderen hoe de sociale wereld in elkaar steekt. Vriendschappen worden nu steeds hechter, en zijn in sterkere mate gebaseerd op vertrouwen en loyaliteit: je vrienden val je niet af! Het erbij horen in een groep geeft een gevoel van veiligheid. Tegelijkertijd kan het zo zijn dat de eigen voorkeuren en interesses die het kind juist op deze leeftijd sterker begint te ontdekken, botsen met de normen van de groep. Dat kan leiden tot lastige keuzes voor een kind: toegeven aan de groepsdruk, of Bron: Nederlands Jeugd Instituut i.s.m. Kohnstamm Instituut Pagina 19
20 kiezen voor eigenheid? Juist omdat erbij horen zo belangrijk is, moeten opvoeders in deze fase alert zijn op pesten, machtspelletjes en onderdrukking in de groep. Kinderen die toegeven aan de groepsdruk doen vaak dingen die zij eigenlijk niet willen: meedoen met het pesten van een ander kind of liegen tegen volwassenen. Bron: Nederlands Jeugd Instituut i.s.m. Kohnstamm Instituut Pagina 20
Ontwikkeling van het kind
Ontwikkeling van het kind Zilkerbinnenweg 72 A 2191 AE De Zilk 0252-528 658 info@kindercath.nl www.kindercath.nl Kamer van Koophandel Amsterdam 34085729 Landelijk Register Kinderopvang 213457398 Inhoudsopgave
Nadere informatieBijlage: Voorbeeldschema van mijlpalen in de verschillende ontwikkelingsgebieden
Bijlage: Voorbeeldschema van mijlpalen in de verschillende sgebieden Ontwikkeling 4-6 jaar 7-9 jaar 10-12 jaar Taal Opbouwen basiswoordenschat. Woordenschat en zinsbouw neemt sterk toe. Redelijk tot goed
Nadere informatieWat is een normale ontwikkeling?
Wat is een normale ontwikkeling? Van een normale ontwikkeling is sprake als een kind alle fasen doorloopt naar de volwassenheid op het gebied van fijne en grove motoriek, groei, sociale emotionele vaardigheden
Nadere informatieSpelen en bewegen met uw peuter www.cjggooienvechtstreek.nl
regio Gooi en Vechtstreek Spelen en bewegen met uw peuter www.cjggooienvechtstreek.nl n Spelen en bewegen met uw peuter In de leeftijd van één tot vier jaar maken kinderen een grote ontwikkeling door op
Nadere informatieSabine Wisman. Uitgeverij Ploegsma Amsterdam
Sabine Wisman Uitgeverij Ploegsma Amsterdam 8, 10, 13 8, 9, 10, 11, 12, 13 10 11 21 18, 19, 20, 21, 22, 23, 24, 25 25 18, 19, 21, 23 30, 31, 32, 36, 39, 41 30, 32, 33, 34, 35, 36, 37, 38, 40, 41 30, 31,
Nadere informatieOuderavond lijf & relaties
Ouderavond lijf & relaties Robert van der Gaag info@one2know.nl 0611003414 Voorstellen Ervaring Gezonde school, genotmiddelen, seksualiteit, voeding, bewegen, mondzorg en mediawijsheid Kinderen Wie heeft
Nadere informatieIk ben een heel klein muisje
Ik ben een heel klein muisje Muzido ANNIE LANGELAAR FONDS Ik ben een heel klein muisje: het lied... 3 De muziekopname... 3 Activiteiten per leeftijd: Baby s... 4 Massagespel... 4 Speelgoed... 4 Muisje
Nadere informatieHANDIG ALS EEN HOND DREIGT
l a n d e l i j k i n f o r m a t i e c e n t r u m g e z e l s c h a p s d i e r e n HANDIG ALS EEN HOND DREIGT OVER HOUDEN VAN HUISDIEREN HIER LEES JE HANDIGE INFORMATIE OVER HONDEN DIE DREIGEN. JE KUNT
Nadere informatieRapport Lotje H. Naam Lotje H. Geboortedatum School/Locatie Boogschutter 0-7. Schooljaar Aanmaakdatum
Naam Geboortedatum 2-5-2012 School/Locatie Boogschutter 0-7 Schooljaar 2017-2018 Aanmaakdatum 9-10-2017 Groep Beren 2 Leraar Lieve van W. Bazalt Basisbehoeften Basiskenmerken Een kind dat lekker in zijn
Nadere informatieLeeswijzer individueel rapport KIJK! 0-4 jaar voor ouders
Het individuele rapport geeft u een beeld van de totale ontwikkeling van uw kind. De vaste pedagogisch medewerkers van uw kind hebben een half jaar observaties bijgehouden. Deze observaties zijn verwerkt
Nadere informatieTussendoelen sociaal - emotionele ontwikkeling - Relatie met andere kinderen
Tussendoelen sociaal - emotionele ontwikkeling - Relatie met andere kinderen 1. Kijkt veel naar andere kinderen. 1. Kan speelgoed met andere kinderen 1. Zoekt contact met andere kinderen 1. Kan een emotionele
Nadere informatieHieronder volgt een beknopte uitleg van de begrippen die u in het rapport zult tegenkomen.
Onderbouwrapport In het onderbouwrapport waarderen wij alle genoemde aspecten ten opzichte van de leeftijd. Een waardering wordt uitgedrukt in een cijfer. U kunt via de beknopte omschrijvingen in het rapport
Nadere informatieMethodieken en werkvormen Module 4: Leeftijdseigen kenmerken - Matrix ontwikkelgebieden
Methodieken en werkvormen Module 4: Leeftijdseigen kenmerken - Matrix ontwikkelgebieden Maker: Trainersteam Regio Rondom de IJssel Functie: Trainer Regio Rondom de IJssel Datum van productie: 20 februari
Nadere informatieAdewiedewanseltje. Muzido ANNIE LANGELAAR FONDS
Adewiedewanseltje Muzido ANNIE LANGELAAR FONDS Adewiedewanseltje: het lied... 3 De muziekopname... 3 Activiteiten per leeftijd: Baby s... 4 Door de ruimte... 4 Dreumesen... 4 Paardje rijden op de knie...
Nadere informatieKIJK! Lijst van: Schooljaar: Groep: Leraar: Datum gesprek 1e rapport: Datum gesprek 2e rapport: KIJK! 1-2 Bazalt Educatieve Uitgaven www.bazalt.
KIJK! Lijst van: Schooljaar: Groep: Leraar: Datum gesprek : Datum gesprek : KIJK! Lijst 1. Basiskenmerken Een kind dat lekker in zijn vel zit, zal zich goed en vlot ontwikkelen. Het is van nature nieuwsgierig
Nadere informatieKinderfysiotherapie Nazorgpoli prematuren
Kinderfysiotherapie Nazorgpoli prematuren Afdeling fysiotherapie Omdat uw kindje prematuur en/of dysmatuur is geboren is er een kans dat de motorische ontwikkeling vertraagd of afwijkend verloopt. Om die
Nadere informatieLeren en ontwikkelen. Hoofdstuk 4
56 Leren en ontwikkelen Morris (9) is met de voetbal op het schoolplein bezig. Hij schopt de bal een eindje omhoog, vangt hem met zijn voet weer op en doet dit opnieuw en opnieuw. Iedere keer valt de bal
Nadere informatiePolka. Muzido ANNIE LANGELAAR FONDS
Polka Muzido ANNIE LANGELAAR FONDS Polka: het lied... 3 De muziekopname... 3 Activiteiten per leeftijd: Baby s... 4 Babydans... 4 Met muziekinstrumenten... 4 Dreumesen... 4 Klinkend materiaal... 4 Trommelen...
Nadere informatieAls opvoeden even lastig is
Als opvoeden even lastig is Hoe pak je dat dan aan? Soms weet ik niet meer wat ik moet doen om hem stil te krijgen. Schattig? Je moest eens weten. Hoezo roze wolk? Mijn dochter kan af en toe het bloed
Nadere informatieInfo. Aanraken, knuffelen en meer... Informatie voor cliënten. Expertisecentrum voor epilepsie en slaapgeneeskunde
Info Aanraken, knuffelen en meer... Informatie voor cliënten Expertisecentrum voor epilepsie en slaapgeneeskunde Inhoud INHOUD 1. Waar gaat het over 3 2. Aanraken 4 3. Hoe noem jij dat? 5 4. Baas over
Nadere informatiePraten leer je niet vanzelf
jeugdgezondheidszorg Praten leer je niet vanzelf... hier ben ik www.icare.nl Over de spraak-taalontwikkeling van kinderen van 0-4 jaar Praten gaat niet vanzelf, praten moet je leren. Een kind leert praten
Nadere informatieTheorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over,
3F Wat is vriendschap? 1 Iedereen heeft vrienden, iedereen vindt het hebben van vrienden van groot belang. Maar als we proberen uit te leggen wat vriendschap precies is staan we al snel met de mond vol
Nadere informatieLEESTIP. Speel- & Leerbrief MEI 2015 1. Marja Baeten. Pedagogisch kader kindercentra 0-4 jaar ZE KOMEN VOOR DE VRIENDJES! MEI 2015.
Pedagogisch werken met plezier s Speel- & Leerbrief MEI 2015 ZE KOMEN VOOR DE VRIENDJES! Als je aan kinderen in de kinderopvang vraagt wat ze er leuk vinden, klinkt het steevast: de andere kinderen. De
Nadere informatieVrij CLB Regio Hasselt. Is mijn kind klaar voor het eerste leerjaar? Een grote stap! Welkom. Wat is schoolrijpheid? Aspecten van schoolrijpheid
Vrij CLB Regio Hasselt Een grote stap! Is mijn kind klaar voor het eerste leerjaar? Wat is schoolrijpheid? Welkom Aspecten van schoolrijpheid Vrij CLB Regio Hasselt VCLB - Multidisciplinair Centrum - Het
Nadere informatieNaam: Locatie: Groep: Groeibericht
Naam: Locatie: Groep: Groeibericht pagina 2 Inleiding Opgroeien, opvoeden en ontwikkelen gaat bij ieder kind met vallen en opstaan. In de moderne kinderopvang nemen we een deel van de opvoeding van uw
Nadere informatietoont enthousiasme (lacht, kirt, trappelt met de beentjes)
1 Omgaan met en uiten van eigen gevoelens en ervaringen toont enthousiasme (lacht, kirt, trappelt met de beentjes) laat non-verbaal zien dat hij/zij iets niet wil (bijv. slaat fles weg, draait hoofd als
Nadere informatieSpelontwikkeling bij kinderen
Spelontwikkeling bij kinderen Informatie voor ouders en speelotheek medewerkers bij de speelgoedschijf Drie visies op spel en speelgoed in relatie tot ontwikkeling Piaget (jaren 50) onderzocht de relatie
Nadere informatieWaarom dit boek? 7. 1 De ik-fabriek, wat is dat? Lichaamsseintjes Je lichaam is net een fabriek 17
Inhoud Waarom dit boek? 7 1 De ik-fabriek, wat is dat? 10 2 Lichaamsseintjes 14 3 Je lichaam is net een fabriek 17 4 De ik-fabriek, hoe ziet die eruit? 18 4.1 De eerste verdieping: voelen 20 4.2 De tweede
Nadere informatieBaby-lichaamstaal. Albert Schweitzer ziekenhuis kinderafdeling december 2003 pavo 0301
Baby-lichaamstaal Albert Schweitzer ziekenhuis kinderafdeling december 2003 pavo 0301 Inleiding Via deze folder vertellen we u wat over de lichaamssignalen die uw baby geeft: baby-lichaamstaal is méér
Nadere informatiePedagogisch Beleidsplan KDV Mathil Rouveen
Pedagogisch Beleidsplan KDV Mathil Rouveen Inhoud: Voorwoord 2 Pedagogisch doel 3 Visie op ontwikkeling en opvoeding 4 Sociaal- emotionele veiligheid 5 Sociale ontwikkeling 5 Emotionele ontwikkeling 6
Nadere informatieSpelen bij jouw thuis
Spelen bij jouw thuis Kinderen hebben letterlijk de ruimte nodig om te kunnen spelen. Als gastouder kun je ervoor zorgen dat jouw huis voor kinderen een plek is om prettig te spelen. Hier krijg je een
Nadere informatieDoelstellingen van PAD
Beste ouders, We kozen er samen voor om voor onze school een aantal afspraken te maken rond weerbaarheid. Aan de hand van 5 pictogrammen willen we de sociaal-emotionele ontwikkeling van onze leerlingen
Nadere informatieWelke voorkeur heb jij?
Pedagogische vaardigheden: Welke voorkeur heb jij? Als pedagogisch medewerker maak je in de omgang met de kinderen in jouw groep gebruik van verschillende pedagogische vaardigheden. Wat zijn jouw voorkeursvaardigheden
Nadere informatieZEG HET MAAR HET PRATEN VAN UW KIND. Leeftijd vanaf 4 jaar
ZEG HET MAAR HET PRATEN VAN UW KIND Leeftijd vanaf 4 jaar Het leren praten van uw kind gaat vaak bijna vanzelf. Toch is er heel wat voor nodig voordat uw kind goed praat. Soms gaat het niet zo vlot met
Nadere informatie1.1. Het creëren van een veilige en vertrouwde omgeving
Pedagogisch Beleidsplan 1.1. Het creëren van een veilige en vertrouwde omgeving Een veilige en vertrouwde omgeving is de basis van waaruit een kind zich kan gaan ontwikkelen. Het is dus belangrijk dat
Nadere informatieHet probleem is dat pesten soms wordt afgedaan als plagerij of als een onschuldig spelletje.
1-1. HET PROBLEEM Pesten en plagen worden vaak door elkaar gehaald! Het probleem is dat pesten soms wordt afgedaan als plagerij of als een onschuldig spelletje. Als je gepest bent, heb je ervaren dat pesten
Nadere informatieDEEL 1. WERKBOEK 5 Eigen keuze. 2015 Monique van Dam YOU: De keuze is aan jou!
DEEL 1 1 WERKBOEK 5 Eigen keuze Inhoud 2 1. Hoe zit het met je keuzes? 3 2. Hoe stap je uit je automatische piloot? 7 3. Juiste keuzes maken doe je met 3 vragen 9 4. Vervolg & afronding 11 1. Hoe zit het
Nadere informatieEten, slapen & zindelijk worden
Eten, slapen & zindelijk worden Informatie voor ouders Het Centrum voor Jeugd en Gezin ondersteunt met deskundig advies, tips en begeleiding. Een centraal punt voor al je vragen over opvoeden en opgroeien,
Nadere informatieZEG HET MAAR HET PRATEN VAN UW KIND. Leeftijd 0 tot 4 jaar
ZEG HET MAAR HET PRATEN VAN UW KIND Leeftijd 0 tot 4 jaar Het leren praten van uw kind gaat vaak bijna vanzelf. Toch is er heel wat voor nodig voordat uw kind goed praat. Soms gaat het niet zo vlot met
Nadere informatieKijk eens wat ik al kan!
Kijk eens wat ik al kan! De talenten van in beeld De juf kleurt de eilanden waar je graag op vertoeft. De dingen die je daar allemaal doet kunnen je mama en papa hieronder lezen en bekijken. Dit doe jij
Nadere informatieOPVOEDTIPS VOOR JONGE OUDERS. 10 handige tips voor ouders van baby s en peuters
OPVOEDTIPS VOOR JONGE OUDERS 10 handige tips voor ouders van baby s en peuters Leuk dat je ons e-book hebt gedownload! In dit e-book vertellen we je graag meer over opvoeden. Want het opvoeden van je kind(eren)
Nadere informatie2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S
2 Ik en autisme In het vorige hoofdstuk is verteld over sterke kanten die mensen met autisme vaak hebben. In dit hoofdstuk vertellen we over autisme in het algemeen. We beginnen met een stelling. In de
Nadere informatieleerlingbrochure nld Door: Jolanthe Jansen
leerlingbrochure nld Door: Jolanthe Jansen Dit is een brochure, gemaakt voor leerlingen met NLD. Naast deze brochure is er ook: - een brochure met informatie voor ouders van kinderen met NLD en - een brochure
Nadere informatieD O EN P R A T EN B E W EGEN
D O EN P R A T EN B E W EGEN Het gelijktijdig gebruik van de observatielijsten bij Zo Doe Ik, Zo Beweeg Ik, en Zo Praat Ik M. Tjallema, M. Vermeulen 00, CED-Groep www.cedgroep.nl Inleiding Met de drie
Nadere informatieGoed toegerust op ontdekkingsreis
PE DAGO G I S C H B E L E I D S PL A N Goed toegerust op ontdekkingsreis Inhoudsopgave INLEIDING Voor alle duidelijkheid 5 Colofon SAMENVATTING Goed toegerust op ontdekkingsreis 7 TEKST Vlietkinderen UITGANGSPUNTEN
Nadere informatieOp stap naar het 1 e leerjaar
Op stap naar het 1 e leerjaar Schoolrijpheid? Ook de ouders doen er toe! Zwevegem, 26 november 2009 Lieven Coppens Inleiding Uit de kindermond Ik wil niet naar het eerste leerjaar want daar mag ik niet
Nadere informatieTussendoelen domein SOCIAAL EMOTIONELE ontwikkeling. Zelfbeeld. *bron: SLO ;6 4 4;6 5 5;6 6 6,6 7
1 Tussendoelen domein SOCIAAL EMOTIONELE ontwikkeling Zelfbeeld 1. Gebruikt en begrijpt het woord wij. 2. Ontdekt verschillen en overeenkomsten tussen zichzelf en de anderen in de groep. 3. Toont non-verbaal
Nadere informatieWerkstuk door een scholier 1934 woorden 26 april keer beoordeeld. Maatschappijleer
Werkstuk door een scholier 1934 woorden 26 april 2006 7 517 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Ontwikkeling van een kleuter 4 t/m 6 jaar. Cognitieve ontwikkeling. Als het kind naar een basisschool gaat
Nadere informatieKIJK IN JE BREIN LESMODULE BASISSCHOOL LEERLING
LESMODULE BASISSCHOOL LEERLING 1. DE HERSENEN 1.1 HOE ZIEN HERSENEN ERUIT? VRAAG WIE KAN VERTELLEN WAT HERSENEN ZIJN? VRAAG HEBBEN KINDEREN KLEINERE HERSENEN DAN GROTE MENSEN? 1.2 WANNEER GEBRUIK JE ZE?
Nadere informatiePedagogisch kader kindercentra 4 13 jaar. Over kinderen en hun seksuele ontwikkeling. Interview met Channah Zwiep
Pedagogisch kader kindercentra 4 13 jaar Over kinderen en hun seksuele ontwikkeling Interview met Channah Zwiep 25 november 2009, door Marianne Boogaard Channah Zwiep (1962) is pedagoge. Zij promoveerde
Nadere informatieTips voor Taal Hoe stimuleer je de taalontwikkeling van je kind?
Tips voor Taal Hoe stimuleer je de taalontwikkeling van je kind? Tips voor Taal Hoe stimuleer je de taalontwikkeling van je kind? Ga op ooghoogte met je kind zitten Door op ooghoogte te gaan zitten tijdens
Nadere informatieMEE Nederland. Raad en daad voor iedereen met een beperking. Moeilijk lerend. Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind
MEE Nederland Raad en daad voor iedereen met een beperking Moeilijk lerend Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind Moeilijk lerend Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind Inhoudsopgave
Nadere informatieGastouderbureau MijnGastouderopvang
Hoe gaat het met mijn gast- of oppaskind? Gastouderbureau MijnGastouderopvang Observatielijst voor de ontwikkeling van kinderen in de gastouderopvang Iedere gastouder kent 'haar' gastkind na tijdje behoorlijk
Nadere informatieSpeel met je kindje zijn voeten.
Speel met je kindje zijn voeten. Bewegen is kinderspel Ja, speel gerust met je kind zijn voeten, want bewegen is belangrijk. Denk bij bewegen niet onmiddellijk aan sporten. Rollen, springen, kruipen,
Nadere informatieADHD: je kunt t niet zien
➂ ADHD: je kunt t niet zien Je ziet het niet aan de buitenkant. Je kunt niet gelijk naar iemand kijken en zeggen: die heeft ADHD. Dat kan een voordeel zijn. Als iemand niet weet dat jij het hebt, dan kunnen
Nadere informatiePubers opvoeden. Veranderingen in de puberteit
Pubers opvoeden Pubers opvoeden De puberteit is de ontwikkelingsfase tussen 10 en 18 jaar. Maar die puberteit is er natuurlijk niet opeens. Vanaf ongeveer 9 jaar kan je al merken dat kinderen beginnen
Nadere informatieSchoolkind Tips voor ouders
Schoolkind voor ouders Inleiding In de basisschoolperiode verandert een kind van een afhankelijke kleuter in een zelfstandige 12-jarige aan het begin van de puberteit. Ouders merken dat hun kind zich steeds
Nadere informatieBaby s houden van boeken! voorlezen leuk, gezellig én leerzaam!
Baby s houden van boeken! voorlezen leuk, gezellig én leerzaam! Waarom zo vroeg beginnen? Baby s kunnen veel meer dan je denkt. Luisteren Vanaf de eerste dag luistert je baby naar jouw stem. Al begrijpt
Nadere informatieDirect aan de slag met Baby- en kindergebaren
Direct aan de slag met Baby- en kindergebaren Inhoudsopgave Welkom Blz. 3 Wat zijn baby- en kindergebaren? Blz. 4 Voordat je begint Blz. 5 De eerste gebaren Blz. 6 & 7 Gebaren- tips Blz. 8 Veel gestelde
Nadere informatieVisie (Pedagogisch werkplan)
Visie (Pedagogisch werkplan) Gastouderopvang De Krummeltjes stelt zich tot doel om een omgeving te bieden waarin kinderen kunnen opgroeien tot zelfstandige en evenwichtige mensen met respect voor anderen
Nadere informatiePeuters: lief maar ook wel eens lastig
Peuters: lief maar ook wel eens lastig Informatie voor ouders Het Centrum voor Jeugd en Gezin ondersteunt met deskundig advies, tips en begeleiding. Een centraal punt voor al je vragen over opvoeden en
Nadere informatie6.5. Cognitieve ontwikkeling. Lichamelijke ontwikkeling. Sociale/emotionele ontwikkeling. Seksuele ontwikkeling
Boekverslag door J. 1624 woorden 26 februari 2008 6.5 259 keer beoordeeld Vak Verzorging De verschillende soorten ontwikkelingen - cognitieve ontwikkeling - lichamelijke ontwikkeling - emotionele ontwikkeling
Nadere informatieLeren praten. Praten gaat niet vanzelf, praten moet je leren. Een kind leert praten door horen, zien en doen.
Leren praten Leren praten Praten gaat niet vanzelf, praten moet je leren. Een kind leert praten door horen, zien en doen. De rol van de ouders is heel belangrijk. Zij geven het goede voorbeeld, zij reageren
Nadere informatieDE TALENTENARCHIPEL. Basisschool Pastoor Dergent /NIX ism CEGO
DE TALENTENARCHIPEL Basisschool Pastoor Dergent /NIX ism CEGO Toelichting voor de ouders bij de verschillende eilanden. Muziekeiland Genieten van muziek en manieren zoeken om zelf muziek te maken, om te
Nadere informatiePedagogisch beleidsplan Buitenschoolse Opvang Mathil Rouveen
Pedagogisch beleidsplan Buitenschoolse Opvang Mathil Rouveen Inhoud: Voorwoord 2 Pedagogisch doel 3 Visie op ontwikkeling en opvoeding 4 Sociaal- emotionele veiligheid 5 Sociale ontwikkeling 5 Emotionele
Nadere informatie3 Hoogbegaafdheid op school
3 Hoogbegaafdheid op school Ik laat op school zien wat ik kan ja soms nee Ik vind de lessen op school interessant meestal soms nooit Veel hoogbegaafde kinderen laten niet altijd zien wat ze kunnen. Dit
Nadere informatieBijlage 4: Leidraad taxatie ontwikkelingsproblemen kleuters: Motorische ontwikkeling
Bijlage 4: Leidraad taxatie ontwikkelingsproblemen kleuters: Motorische ontwikkeling Syntheseblad Zijn er op vlak van de motorische ontwikkeling aanwijzingen voor o Leeftijdsadequaat functioneren o Een
Nadere informatieAanmeldformulier voor basisschool, Sint Franciscus, Weiteveen.
Inleveren bij de directeur: uiterlijk. Aanmeldformulier voor basisschool, Sint Franciscus, Weiteveen. ndergetekenden melden hun kind aan bij Basisschool, Sint Franciscus, Zuidersloot 61 te Weiteveen Gegevens
Nadere informatieWiekslag Speciaal. Vanuit het kamertje
Wiekslag Speciaal Vanuit het kamertje Uw dochter van vijf vraagt hoe baby's in een buik komen. Uw zoontje van vier laat trots zijn stijve piemeltje zien. Uw 9-jarige moet er ineens niet meer aan denken
Nadere informatieDit document hoort bij de training voor mentoren blok 4 coachingsinstrumenten, leerstijlen.
Dit document hoort bij de training voor mentoren blok 4 coachingsinstrumenten, leerstijlen. Leerstijlentest van David Kolb Mensen, scholieren dus ook, verschillen nogal in de wijze waarop ze leren. Voor
Nadere informatieReader voor pedagogisch medewerkers
Reader voor pedagogisch medewerkers Module 1: Taalaanbod Wat zeg je en hoe zeg je het Rijk taalaanbod Er is veel verschil in taalaanbod: rijke of arme taal en alles daar tussenin. Het is van belang te
Nadere informatieGeen tijd om elke dag te sporten? Kom thuis in actie met 1-minuut oefeningen!
Geen tijd om elke dag te sporten? Kom thuis in actie met 1-minuut oefeningen! Astrid Witte zomer 2014 Even vooraf: - Deze oefeningen zijn bedoeld voor gezonde volwassenen - Heb je klachten, overleg dan
Nadere informatieBeste ouders/verzorgers,
INTAKEFORMULIER Parel 9 t/m 12 School Alex Beste ouders/verzorgers, Dit intakeformulier is bedoeld om die informatie te verkrijgen die wij nodig hebben om nieuwe kleuters zo goed mogelijk op te vangen
Nadere informatie(naam/plaats school) Achternaam : Roepnaam : Geboortedatum: :. Nationaliteit : Adres (straat/nr) :. Postcode:. Spreektaal thuis: :.
Dit aanmeldformulier is opgesteld ten behoeve van de zorgvuldige aanmelding van uw kind bij één van de basisscholen van het Samenwerkingsverband Kampen Aanmeldformulier voor basisschool ndergetekenden
Nadere informatieToolkit. Mijn kind wil een kind. Kinderen, waar kies ik voor?
Toolkit Kinderen, waar kies ik voor? Mijn kind wil een kind Informatiefolder voor ouders van mensen met een verstandelijke beperking en een kinderwens 2 Vraag een willekeurige persoon wat voor hem belangrijk
Nadere informatieZindelijk worden. De hele dag droog blijven. Positief opvoeden Drenthe
Zindelijk worden De hele dag droog blijven Positief opvoeden Drenthe Zindelijk worden De hele dag droog blijven Elke ouder is blij als er geen luiers meer op het boodschappenlijstje staan. Het betekent
Nadere informatie3. Wat betekent dat voor de manier waarop lesgegeven zou moeten worden in de - voor jou - moeilijke vakken?
Werkblad: 1. Wat is je leerstijl? Om uit te vinden welke van de vier leerstijlen het meest lijkt op jouw leerstijl, kun je dit simpele testje doen. Stel je eens voor dat je zojuist een nieuwe apparaat
Nadere informatieWat is PDD-nos? VOORBEELDPAGINA S. Wat heb je dan? PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen.
Wat is PDD-nos? 4 PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen. Eigenlijk vind ik stoornis een heel naar woord. Want zo lijkt het net of er iets niet goed aan me
Nadere informatieBijlage 7.3 Praten over gedachten en gevoelens
Bijlage 7.3 Praten over gedachten en gevoelens bussum 2010 Als kinderen goed over hun gevoelens kunnen praten, zal dit zijn uitwerking hebben op hun verdere ontwikkeling. Kinderen die hun gevoelens niet
Nadere informatieDe knapzak voor de kleuterschool/1 ste graad
Beste ouders, De knapzak voor de kleuterschool/1 ste graad Dit is het knapzakje van de tweede kleuterklas. Waar is uw kleuter knap in? Wat zijn zijn/haar talenten? Uw kind is volop bezig die te ontdekken,
Nadere informatiePeuters. Lief maar ook wel eens lastig
1 Peuters Lief maar ook wel eens lastig 2 Peuters: Lief maar ook wel eens lastig Peuters zijn ondernemend en nieuwsgierig. Ze willen alles weten en ze willen alles zelf doen. En als ze iets niet willen,
Nadere informatieCambriana online hulpprogramma
Dit is deel 1 van het online hulpprogramma van Cambriana. Verwerking van een scheiding 'Breaking up is hard to do' Neil Sedaka Een scheiding is een van de pijnlijkste ervaringen die je kunt meemaken in
Nadere informatieOp stap naar het 1 e leerjaar Wat is schoolrijpheid? Ook de ouders doen er toe!
Op stap naar het 1 e leerjaar Wat is schoolrijpheid? Ook de ouders doen er toe! Lieven Coppens Vooraf De ontwikkeling van een kind verloopt op verschillende domeinen. Elk kind ontwikkelt op zijn eigen
Nadere informatieWeekprogramma: 1 jaar Zichzelf in de spiegel bekijken en gezichtsuitdrukkingen nadoen
Dit ben ik! Weekprogramma: Week 1; 0 jaar Zichzelf in de spiegel bekijken. 1 jaar Zichzelf in de spiegel bekijken en gezichtsuitdrukkingen nadoen 2 jaar Aanwijzen en benoemen delen van het gezicht. 3 jaar
Nadere informatieIk-Wijzer Ik ben wie ik ben
Ik ben wie ik ben Naam: Johan Vosbergen Inhoudsopgave Inleiding... 3 De uitslag van Johan Vosbergen... 7 Toelichting aandachtspunten en leerdoelen... 8 Tot slot... 9 Pagina 2 van 9 Inleiding Hallo Johan,
Nadere informatieOmgaan & Trainen met je hond Door: Jan van den Brand. (3 e druk) 2015, Jan van den Brand www.hondentraining adviescentrum.nl
Door: Jan van den Brand Inleiding Ik krijg veel vragen van hondeneigenaren. Veel van die vragen gaan over de omgang met en de training van de hond. Deze vragen spitsen zich dan vooral toe op: Watt is belangrijk
Nadere informatiePedagogische Visie en Beleid
Pedagogische Visie en Beleid Inleiding Voor ouders, medewerkers en alle anderen die betrokken zijn bij, en geïnteresseerd zijn in onze kinderopvang. Voor verantwoorde kinderopvang is veel nodig, om te
Nadere informatieAchtergrondinformatie
Achtergrondinformatie opdracht 1, module 2, les 7 Vriendschappen Vriendjes spelen een belangrijke rol in het leven van een kind. Kinderen spelen met elkaar en maken plezier. En vriendjes leren van elkaar.
Nadere informatieTAAL IS LEUK. Adviezen om de taalontwikkeling te stimuleren
TAAL IS LEUK Adviezen om de taalontwikkeling te stimuleren 1 Inhoudsopgave Pagina Besteed extra aandacht aan de taal van uw kind 4 Adviezen die u kunt toepassen tijdens een gesprekje met uw kind 5 Maak
Nadere informatiePedagogisch beleid van De Veenborg
Pedagogisch beleid van De Veenborg 1. Het bieden van veiligheid In dit kader bedoelen we met het bieden van veiligheid het bieden van emotionele veiligheid. Dit vormt de basis van elke ontwikkeling. Als
Nadere informatieBen jij een kind van gescheiden ouders? Dit werkboekje is speciaal voor jou!
Hallo Ben jij een kind van gescheiden ouders? Dit werkboekje is speciaal voor jou Als je ouders uit elkaar zijn kan dat lastig en verdrietig zijn. Misschien ben je er boos over of denk je dat het jouw
Nadere informatieWat vertel ik mijn kind als ik opgenomen word? Praten helpt. Verslavingspreventie Mondriaan
Wat vertel ik mijn kind als ik opgenomen word? Praten helpt Verslavingspreventie Mondriaan Wat vertel ik mijn kind als ik opgenomen word? Alle ouders hebben het beste voor met hun kinderen. Ouders vragen
Nadere informatiePedagogisch beleidsplan
Pedagogisch beleidsplan Inhoudsopgave Inleiding... 3 Pedagogische visie... 4 o Mijn doelstelling... 4 Emotionele veiligheid... 4 Persoonlijke competentie... 5 Sociale competentie... 6 Overdracht van normen
Nadere informatiePeuters Groep 1 Groep 2 Groep 3 BP MP EP M1 E1 M2 E2 M3
1. Omgaan met jezelf, met en met volwassenen Peuters Groep 1 Groep 2 Groep 3 BP MP EP M1 E1 M2 E2 M3 Zelfbeeld Sociaal gedrag belangstelling voor andere kinderen, maar houden weinig rekening met de ander
Nadere informatieHuisregels. voor. kinderen
Huisregels voor. kinderen Versie september 2014 Inhoudsopgave Huisregels Dreumesen HD pagina 3 Huisregels Peuters HP.pagina 4 2 Huisregels Dreumesen We willen kinderen zoveel mogelijk op positieve wijze
Nadere informatieMijn baby heeft een voorkeurshouding... Wat nu?
Mijn baby heeft een voorkeurshouding... Wat nu? Adviezen voor de hantering van uw baby Als uw baby in de eerste levensmaanden altijd met z n hoofd op dezelfde kant ligt, kan hij een afgeplat hoofd krijgen.
Nadere informatieWeek van de Lentekriebels
Ouderbijeenkomst Week van de Lentekriebels Relationele en seksuele opvoeding, op school en thuis Anja Sijbranda GGD Hart voor Brabant Programma Waarom relationele en seksuele vorming? Wat doet school?
Nadere informatie