THEMA Zorg voor omgeving en welzijn van de doelgroep 10 weken (BBL) Inhoudsopgave

Transcriptie

1 THEMA Zorg voor omgeving en welzijn van de doelgroep 10 weken (BBL) Inhoudsopgave Opdracht: Soorten plannen Opdracht: Mijn werkplan Opdracht: Kleurrijk STER-opdracht: HHK Welke Workshop OMG / NED OMG Voorbereiden School Uitvoeren en afronden BPV HHK School School STER-opdracht: Ondersteuning bij de ADL Opdracht: Een goede nachtrust Opdracht: Verhalen vertellen met attributen Opdracht: Crea persoonlijk Opdracht: Observeren zelfredzaamheid Opdracht: Maak een levensboek Opdracht: Rapporteren goed en vlot Opdracht: Deelnemen aan een overleg Opdracht: Beroepscode Opdracht: Werken aan mijn competenties POP-gesprek Opdracht: Zorg en Welzijn in de politiek BPV BPV VP / NED DRAMA School BPV CREA School BPV OMG School / BPV BPV OMG / NED OMG / NED School / BPV BPV OMG OMG School School Afspraak SLB School School / BPV OMG / NED School School 1

2 2

3 Werkproces 1.1 Maakt een werkplanning op basis van het zorg-, leef -, begeleidings- of activiteitenplan Opdracht Soorten plannen Wat ga je laten zien? Je gaat onderzoek doen naar de manier waarop op jouw werkplek planmatig wordt gewerkt. Ga als volgt te werk: 1. Zoek antwoord op de volgende vragen: 2. Wat wordt er bedoeld met de 6 W s als het gaat om een plan maken? 3. Welke plannen worden gebruikt? (bijvoorbeeld zorgplan, begeleidingsplan, inwerkplan) 4. Welke informatie vind ik in deze plannen? 5. Hoe wordt de privacy van de kinderen/ zorgvragers bewaakt? 6. Wat is mijn taak met betrekking tot het plan? 7. Zijn de stappen van het methodisch werken terug te vinden in het plan? 8. Vraag aan je begeleider of je een kopie mag meenemen van het plan (of de plannen). 9. Vraag eventueel uitleg aan je BPV-begeleider en/of workshop omgangskunde. Werk de antwoorden uit op 1 A4. Voor de Nederlandse taal let je op het volgende: - Heb ik de woorden zo goed mogelijk gespeld? - Beginnen de zinnen met een hoofdletter? - Staat aan het eind van elke zin een punt? - Heb ik de werkwoorden zo goed mogelijk vervoegd? - Schrijf ik namen van personen en instellingen met een hoofdletter? - Heb ik de zinnen niet te lang gemaakt? - Is de woordvolgorde in mijn zinnen zo goed mogelijk? Je vraagt hulp bij de docent Nederlands op de leervloer. Hoe ga je evalueren? Bespreek de opdracht na met je BPV-begeleider aan de hand van het beoordelingsformulier. Laat de opdracht beoordelen door een vakdocent Nederlands. 3

4 Werkproces 1.1 Maakt een werkplanning op basis van het zorg-, leef -, begeleidings- of activiteitenplan Dit stop je in je portfolio: Het beoordelingsformulier Kerntaak Werkproces Doelgroep Werkveld Uitvoeren in Verplicht/keuze Alle Praktijk en opdr. 7 Alle werkvelden Verplicht doelgroepen school A C D E F G H J K L M N O P Q R S T V W J Q T formuleren en rapporteren plannen en organiseren instructies en procedures opvolgen Begeleidingsmagazijn Wat is beschikbaar? Informatie over methodisch werken Waar vind ik dat? Boek : Helpende Zorg en welzijn (Angerenstein) Thema 5 en 6. Traject Welzijn helpende: Werken volgens werkplan (201) Informatie over soorten plannen Traject: Methodisch werken (201) Boek : helpende Zorg en welzijn (Angerenstein) Methodisch werken/ soorten plannen Toets je kennis Workshop vakdocent klik op HZW, klik op diagnostische kennistoetsen, klik op thema 5 en 6. 4

5 Werkproces 1.1 Maakt een werkplanning op basis van het zorg-, leef -, begeleidings- of activiteitenplan Planning wanneer wat meenemen/voorbereiden Informatie zoeken Opdracht uitwerken Workshop methodisch werken Boek helpende zorg en welzijn Toetsen van mijn kennis 5

6 Werkproces 1.1 Maakt een werkplanning op basis van het zorg-, leef -, begeleidings- of activiteitenplan Dit is de omgeving waar ik de opdracht uit ga voeren: Wat kan en weet ik al? Kennis van het begrip methodisch werken [Q] De stappen van methodisch werken toelichten [Q] Soorten plannen benoemen [Q] Het doel van de verschillende plannen kunnen uitleggen [Q] Gegevens schriftelijk vastleggen [J] Uitleggen hoe de privacy van zorgvragers wordt bewaakt met betrekking tot zorg- en begeleidingsplannen [T] 6

7 Werkproces 1.1 Maakt een werkplanning op basis van het zorg-, leef -, begeleidings- of activiteitenplan Beoordeling Student: Soorten plannen Beoordeeld door: Datum: Werkveld: Doelgroep: - - Alle items moeten voldoende beoordeeld zijn. Bij een onvoldoende beoordeling wordt de opdracht bijgesteld competentie Kwaliteitseis Q De student heeft beschreven welke informatie in het zorgplan staat T De student heeft beschreven hoe de privacy van de zorgvragers wordt bewaakt T De student heeft de eigen taak m.b.t. het zorgplan benoemd Q De student herkent de stappen van het methodisch werken in het zorgplan Q De student heeft beschreven van welke plannen nog meer gebruik wordt gemaakt Q De student heeft aangegeven wat het doel is van deze plannen Q De student heeft aangegeven wat de taken van de helpende zijn bij deze plannen J De student heeft de informatie beknopt en duidelijk weergegeven Ne - De woorden zijn meestal goed gespeld. - Zinnen beginnen met een hoofdletter. - Aan het eind van elke zin staat een punt. - De werkwoorden zijn zo goed mogelijk vervoegd. - Namen van personen en instellingen zijn met een hoofdletter geschreven. - De zinnen zijn niet te lang. - De woordvolgorde in de zinnen is meestal goed. Niet van toepassing Onvoldoende Voldoende Beoordeling: Opmerkingen: 7

8 Werkproces 1.1 Maakt een werkplanning op basis van het zorg-, leef -, begeleidings- of activiteitenplan Handtekening BPV-begeleider: Handtekening vakdocent Nederlands: 8

9 Werkproces 1.2 Ondersteunt bij huishouden en de woon- of verblijfsomgeving of opvangsituatie Opdracht Mijn werkplan Wat ga je laten zien? Deze opdracht voer je uit in de praktijk: Je gaat een werkplanning maken, uitvoeren en evalueren van alle werkzaamheden van één dagdeel. 1. Je schrijft al jouw werkzaamheden van een dag op in een logische volgorde en volgens de 6 W s; 2. Bespreek vooraf je werkplan met je BPV-begeleider. 3. Vervolgens ga je je plan uitvoeren. 4. Na afloop ga je terugkijken: heb je volgens plan gewerkt, en hoe is het verlopen? Hoe ga je evalueren? Bespreek je plan na met je BPV-begeleider met behulp van het beoordelingsformulier. Dit stop je in je portfolio: Het werkplan Beoordelingsformulier Kerntaak Werkproces Doelgroep Werkveld Uitvoeren in Verplicht/keuze Alle opdr. 8 Alle werkvelden Praktijk Verplicht doelgroepen A C D E F G H J K L M N O P Q R S T V W E J Q T samenwerken en overleggen formuleren en rapporteren plannen en organiseren instructies en procedures opvolgen 9

10 Werkproces 1.2 Ondersteunt bij huishouden en de woon- of verblijfsomgeving of opvangsituatie Begeleidingsmagazijn Wat is beschikbaar? Waar vind ik dat? Een werkplan maken Boek : helpende Zorg en welzijn thema 6 Traject Welzijn helpende: werken volgens werkplan (201) Traject: Methodisch werken (201) Planning wanneer wat meenemen/voorbereiden Informatie zoeken en bestuderen Werkplan maken Werkplan uitvoeren en evalueren Dit is de omgeving waar ik de opdracht uit ga voeren: 10

11 Werkproces 1.2 Ondersteunt bij huishouden en de woon- of verblijfsomgeving of opvangsituatie Wat kan en weet ik al? Een planning maken met behulp van de 5 W s [T] Werkzaamheden indelen [Q] Gebruikmaken van gegevens uit het begeleidings-/ zorgplan [Q] Een tijdsindeling maken [Q] Prioriteiten (= volgorde in belangrijkheid) aangeven [Q] Werkzaamheden afstemmen op mijn collega s [E] Een werkplan schriftelijk vastleggen [J] Een werkplan evalueren [J] 11

12 Werkproces 1.2 Ondersteunt bij huishouden en de woon- of verblijfsomgeving of opvangsituatie 12

13 Werkproces 1.2 Ondersteunt bij huishouden en de woon- of verblijfsomgeving of opvangsituatie Beoordeling Student: Beoordeeld door: Datum: Werkveld: Doelgroep: Mijn werkplan - - Alle items moeten voldoende beoordeeld zijn, stel zo nodig je uitwerking bij competentie Kwaliteitseis Onderdeel 1 E De student heeft de werkzaamheden afgestemd op collega s T De student heeft de 5 W s gebruikt bij het samenstellen van het werkplan Q De student heeft de werkzaamheden in een logische volgorde ingepland Q De student heeft een logische tijdsindeling gemaakt J De student heeft het werkplan kort en bondig geformuleerd Q De student heeft het werkplan uitgevoerd Q De student geeft bij de evaluatie aan wat er eventueel bijgesteld kan worden in het werkplan Beoordeling Opmerkingen: Niet van toepassing Onvoldoende Voldoende Handtekening BPV-begeleider: 13

14 Werkproces 1.2 Ondersteunt bij huishouden en de woon- of verblijfsomgeving of opvangsituatie 14

15 Werkproces 1.2 Ondersteunt bij huishouden en de woon- of verblijfsomgeving of opvangsituatie Werkproces 1.1 Maakt een werkplanning op basis van het zorg-, leef -, begeleidings- of activiteitenplan Opdracht Kleurrijk met elkaar Wat ga je laten zien? Je gaat met je studieloopbaangroep een maaltijd bereiden met elkaar. De maaltijd bestaat uit drie gangen, met zowel koude als warme gerechten. Het budget is 2.50 per persoon. Op het beoordelingsformulier kun je zien welke eisen worden gesteld aan deze opdracht. Gebruik het logboek bij deze opdracht. Hoe ga je evalueren? De opdracht wordt na afloop besproken met de vakdocent huishoudkunde aan de hand van het beoordelingsformulier. De vakdocent vult het formulier in voor de hele groep, en geeft een eindcijfer. Dit stop je in je portfolio: Het logboek Beoordelingsformulier Kerntaak Werkproces Doelgroep Werkveld Uitvoeren in Verplicht/keuze opdr. 7 School Verplicht A C D E F G H J K L M N O P Q R S T V W E samenwerken en overleggen F ethisch en integer handelen K vakdeskundigheid toepassen L materialen en middelen inzetten Q plannen en organiseren T instructies en procedures opvolgen 15

16 Werkproces 1.2 Ondersteunt bij huishouden en de woon- of verblijfsomgeving of opvangsituatie Werkproces 1.1 Maakt een werkplanning op basis van het zorg-, leef -, begeleidings- of activiteitenplan Begeleidingsmagazijn Wat is beschikbaar? Waar vind ik dat? Informatie over verzorgen van Boeken: maaltijden Helpende Zorg en welzijn, thema 10 Zorg voor de huishouding voor helpenden deel 2 (serie Traject) Ondersteunen bij verzorging en huishouding (Dimensie) Werken met een stappenplan Boek: Werken volgens werkplan (Traject) Multiculturele voeding Helpende Zorg en welzijn, thema 19 Observatielijsten: gebruik van een magnetron, afwassen, gebruik van de afwasmachine, gebruik van de grill, gebruik van de snelkookpan, gasfornuis, electrisch fornuis, tafeldekken warme maaltijd, gebruik van de keukenmachine klik op: helpende zorg welzijn, begeleidingsmagazijn, kerntaak 2, werkproces 1.2 Informatie over voeding: hygiene, gezonde voeding, recepten Toets je kennis Begeleiding gedurende de uitvoering van de opdracht klik op HZW, klik op diagnostische kennistoetsen, klik op thema 10 en 19 Docent huishoudkunde 16

17 Werkproces 1.2 Ondersteunt bij huishouden en de woon- of verblijfsomgeving of opvangsituatie Werkproces 1.1 Maakt een werkplanning op basis van het zorg-, leef -, begeleidings- of activiteitenplan Wat kan en weet ik al? Planmatig werken [Q] Omgaan met een budget; prijsbewust zijn [L] Kennis over keukenhygiëne [T] Omgaan met keukenapparaten [L] Koude en warme gerechten klaarmaken [K] Tafel dekken met het juiste bestek en servies [K] Uitserveren en tafel afruimen [K] Een bijdrage leveren aan de sfeer: aankleding van de tafel, aandacht besteden aan elkaar tijdens de maaltijd [D] Veiligheidsvoorschriften toepassen bij het bereiden van maaltijden [T] Taken verdelen [E] Op de hoogte zijn van culturele voedingsgewoonten [F] 17

18 Werkproces 1.2 Ondersteunt bij huishouden en de woon- of verblijfsomgeving of opvangsituatie Werkproces 1.1 Maakt een werkplanning op basis van het zorg-, leef -, begeleidings- of activiteitenplan 18

19 Werkproces 1.2 Ondersteunt bij huishouden en de woon- of verblijfsomgeving of opvangsituatie Werkproces 1.1 Maakt een werkplanning op basis van het zorg-, leef -, begeleidings- of activiteitenplan Logboek Deelnemer: Kleurrijk met elkaar Datum: - - Voorbereiding Voor wie gaan we een maaltijd bereiden? Waarom gaan we deze opdracht doen, wat is het doel? Wat moet er allemaal gebeuren, wat hebben we nodig? Hoe verdelen we de taken? Op welke manier gaan we de opdracht uitvoeren, welke middelen hebben we daarbij nodig? Waar gaan we dit doen, op welke plek? Wanneer gaan we dit doen, welk tijdstip? 19

20 Werkproces 1.2 Ondersteunt bij huishouden en de woon- of verblijfsomgeving of opvangsituatie Werkproces 1.1 Maakt een werkplanning op basis van het zorg-, leef -, begeleidings- of activiteitenplan Terugkijken Hoe tevreden zijn we over het resultaat? Beschrijf dit in 3 volledige zinnen. Waar zijn we tevreden over, waar zijn we niet tevreden over? Beschrijf dit in 3 volledige zinnen. Hoe hebben we samengewerkt? Was de inbreng van iedereen evenveel? Beschrijf dit in 3 volledige zinnen. Wat was mijn eigen aandeel? Wat kan ik nog verbeteren in de samenwerking voor een volgende keer? Beschrijf dit in 3 volledige zinnen. Hoe was de sfeer tijdens deze opdracht? Noem 3 verbeterpunten. 20

21 Werkproces 1.2 Ondersteunt bij huishouden en de woon- of verblijfsomgeving of opvangsituatie Werkproces 1.1 Maakt een werkplanning op basis van het zorg-, leef -, begeleidings- of activiteitenplan Beoordeling Kleurrijk met elkaar Studieloopbaangroep Deelnemer: Beoordeeld door: Datum: - - competentie Kwaliteitseis Q Er is een tijdsplanning gemaakt van alle activiteiten E De taken zijn evenredig verdeeld E Er is overleg gevoerd over de taakverdeling L Het budget is niet overschreden L De juiste materialen en middelen zijn ingezet L Er wordt op de juiste manier omgegaan met de materialen en middelen K De samenstelling van de maaltijd is op basis van de schijf van 5 K De maaltijd is voldoende gevarieerd (warme en koude gerechten) K De gerechten zijn op de juiste manier bereid F Er is rekening gehouden met de culturele voedingsgewoonten en/of dieetvoorschriften van alle groepsleden K De tafel is op de juiste manier gedekt K Er wordt geserveerd en afgehaald volgens de etiquetteregels T Er is hygiënisch gewerkt T Er wordt volgens de veiligheidsvoorschriften gewerkt K De keuken is na afloop schoon en opgeruimd D Er is een bijdrage geleverd aan de sfeer: aankleding van de tafel, aandacht besteden aan elkaar tijdens de maaltijd Sterke punten: Onvoldoende Voldoende Goed Zwakkere punten: Eindcijfer: 21

22 Werkproces 1.2 Ondersteunt bij huishouden en de woon- of verblijfsomgeving of opvangsituatie Werkproces 1.1 Maakt een werkplanning op basis van het zorg-, leef -, begeleidings- of activiteitenplan 22

23 Werkproces 1.2 Ondersteunt bij huishouden en de woon- of verblijfsomgeving of opvangsituatie STER opdracht huishoudkunde Als je in zorg of welzijn werkt, zul je veel te maken krijgen met zorgvragers die ondersteund moeten worden in het huishouden. In de eerste 10 weken van je opleiding ben je gestart met het verwerven van competenties die je nodig hebt bij het uitvoeren van huishoudelijke vaardigheden. In je stage ga je deze opdrachten uitvoeren. Wat ga je laten zien? Je gaat onderstaande opdrachten uitvoeren op je stage. Een deel van de opdrachten zal je niet op de stage kunnen uitvoeren, deze voer je dan uit in een gesimuleerde situatie op school. Hiervoor maak je zelf een afspraak met de docent huishoudkunde. Op school krijg je aan de hand van workshops de vaardigheden en de theorie aangeboden. Als je een onderdeel op school hebt uitgevoerd dan mag je in de praktijk afspraken maken voor het voorbereiden en uitvoeren van de opdracht in je stage. Dit doe je door middel van het invullen van het planningformulier in deze opdracht. Je hoeft het planningsformulier niet in een keer voor alle activiteiten te plannen, je vult het planningsschema aan. Tijdens het uitvoeren van de handeling wordt er extra gelet op je beroepshouding. De beroepshouding wordt aan het einde van de opdracht beoordeeld. De opdrachten zijn: 1. Dagelijks onderhoud verrichten: woonkamer keuken badkamer/toilet slaapkamer 2. Wekelijks onderhoud verrichten: bed verschonen koelkast controleren boodschappen doen voorraad controle 3. Periodiek onderhoud: ramen zemen koelkast schoonmaken 4. Een handwas uitvoeren. 5. Een machinewas volgens voorschrift uitvoeren. 6. De machinewas drogen volgens voorschrift: gebruik van droger gebruik van wasrek 23

24 Werkproces 1.2 Ondersteunt bij huishouden en de woon- of verblijfsomgeving of opvangsituatie 7. Het wasgoed verzamelen, sorteren en opbergen volgens afspraak van de instelling. 8. Een waslijst invullen. 9. Schoenen poetsen. 10. Een knoop aanzetten. 11. Boodschappen doen voor of/en met de zorgvrager of instelling. 12. Hoofdmaaltijden volgens voorschrift bereiden. ontbijt lunch 13. Dranken en tussenmaaltijden bereiden volgens voorschrift. koffie/ thee en uurtje 14. Baby en kindervoeding klaarmaken: flesvoeding fruithapje boterhammen (lunch) 15. De zorgvrager ondersteunen bij de menukeuze. Tijdens deze opdrachten zal je begeleider letten of je: De juiste materialen en middelen gebruikt Kostenbewust werkt Veilig werkt Ergonomisch werkt Milieubewust werkt Hygiënisch werkt Hoe je de zorgvrager bij je werkzaamheden betrekt Beroepshouding voldoende is (zie beroepshudingenlijst) In het logboek beschrijf je deze punten. Hoe ga je evalueren? Bij deze opdracht horen twee beoordelingsformulieren. Op een formulier worden de huishoudelijke vaardigheden afgetekend die in de BPV of in simulatie worden uitgevoerd, op het tweede formulier wordt de beroepshouding met de hierbij behorende competenties afgetekend. Bespreek met je BPV-begeleider de opdracht na met gebruik van deze formulieren. Als je activiteiten van deze opdracht op school uitvoert, wordt de opdracht door de docent huishoudkunde beoordeeld. Dit stop je in je portfolio: De twee beoordelingsformulieren Het planningsformulier Het logboek 24

25 Werkproces 1.2 Ondersteunt bij huishouden en de woon- of verblijfsomgeving of opvangsituatie Planning voor de opdrachten Welke opdracht ga ik doen Wanneer ga ik hem doen Wie met wie ga ik hem doen Wat heb ik hiervoor nodig Waar ga ik deze doen Waarom doe ik deze opdracht 25

26 Werkproces 1.2 Ondersteunt bij huishouden en de woon- of verblijfsomgeving of opvangsituatie 26

27 Werkproces 1.2 Ondersteunt bij huishouden en de woon- of verblijfsomgeving of opvangsituatie Logboek Deelnemer: Beoordeeld door STER opdracht huishoudkunde Doelgroep Datum Terugkijken Waaruit blijkt dat je de juiste materialen en middelen gebruikt? Waaruit blijkt dat je kosten bewust werkt? Waaruit blijkt dat je veilig werkt? Waaruit blijkt dat je ergonomisch werkt? Waaruit blijkt dat je milieu bewust werk? Waaruit blijkt dat je hygiënisch werkt? Hoe betrek je de zorgvrager bij je werkzaamheden? 27

28 Werkproces 1.2 Ondersteunt bij huishouden en de woon- of verblijfsomgeving of opvangsituatie 28

29 Werkproces 1.2 Ondersteunt bij huishouden en de woon- of verblijfsomgeving of opvangsituatie Beoordeling Deelnemer: Beoordeeld door: Datum: Werkveld: Doelgroep: STER opdracht huishoudkunde - - De opdracht wordt afgetekend wanneer deze voldoende behaald is. Zet een paraaf in het vak van de beoordeling! Opdracht 1 Dagelijks onderhoud verrichten - woonkamer - keuken - badkamer/ toilet - slaapkamer 2 Wekelijks onderhoud verrichten - bed verschonen - koelkast controleren - voorraad controle - boodschappen doen Datum BPV In simulatie op school Behaald 3 Periodiek onderhoud - ramen zemen - koelkast schoonmaken 4 Wasgoed verzamelen, sorteren en opbergen volgens voorschrift van de instelling 5 Een handwas uitvoeren 6 Een machinewas volgens voorschrift uitvoeren 7 De machinewas volgens voorschrift drogen: - gebruik van een droger - gebruik van een wasrek 8 Een waslijst invullen 9 Schoenen poetsen 10 Een knoop aanzetten 11 Boodschappen doen voor of met de zorgvrager en/ of instelling 12 Hoofdmaaltijden volgens voorschrift bereiden - ontbijt - lunch 29

30 Werkproces 1.2 Ondersteunt bij huishouden en de woon- of verblijfsomgeving of opvangsituatie 13 Dranken en tussenmaaltijden bereiden volgens voorschrift - koffie/thee uurtje 14 Baby en kindervoeding klaarmaken - flesvoeding - fruithapje - lunch 15 De zorgvrager (kind of oudere) ondersteunen bij de menukeuze Beoordeling: Opmerkingen: Handtekening BPV-begeleider: Datum: Handtekening SLBer: Datum: 30

31 Werkproces 1.2 Ondersteunt bij huishouden en de woon- of verblijfsomgeving of opvangsituatie Beroepshouding Beoordeling bij STER opdracht O = Onvoldoende V = Voldoende M = Matig G = Goed Competentie A: Beslissen en activiteiten initiëren O M V G Hoe neem ik beslissingen Hoe neem ik initiatieven Draag ik verantwoordelijkheid Durf ik op tijd om hulp te vragen Competentie D: Aandacht en begrip tonen O M V G Hoe kan ik de zorgvrager steunen Hoe kan ik goed luisteren Hoe kan ik geduldig zijn Hoe kan ik bezorgdheid tonen Hoe kan ik mij inleven in de ander Hoe kan ik interesse tonen Competentie E: Samenwerken en overleggen O M V G Hoe maak ik kennis Hoe houd ik mij aan afspraken anderen raadplegen Hoe kan ik actief informatie geven aan de ander kan ik openhartig en oprecht mijn probleem bespreekbaar maken feedback geven feedback ontvangen Kom ik op tijd kan ik mijn werk op een goede manier met anderen afstemmen zelfstandig werken Hoe neem ik afscheid Competentie J: Formuleren en rapporteren O M V G signalen op de juiste manier doorgeven Hoe kan ik mijn mening of oordeel onderbouwen Competentie L: Materialen en middelen inzetten O M V G Kies ik de juiste materialen Ga ik netjes om met de materialen Weet ik waar ik de materialen voor nodig heb Competentie Q: Plannen en organiseren O M V G Hoe kan ik activiteiten plannen Hoe kan ik het beste aan mijn (leer) doelen werken Hoe kan ik het beste mijn tijd indelen Hoe kan ik op een goede manier mensen en middelen organiseren Competentie R: Op de behoefte en verwachtingen van de klant richten. O M V G Hoe kan ik de beginsituatie van de zorgvrager het beste inschatten Hoe kan ik goed observeren Hoe kan ik inleven in de ander Hoe kan ik de juiste vragen stellen 31

32 Werkproces 1.2 Ondersteunt bij huishouden en de woon- of verblijfsomgeving of opvangsituatie Competentie T: instructiecties en procedures opvolgen O M V G Hoe volg ik instructies op Hoe kan ik de procedures kennen en hanteren Ken ik alle veiligheidsprocedures Houd ik rekening met de regels rondom veiligheid en uiterlijke verzorging Competentie V:Met druk en tegenslag omgaan O M V G Hoe kan ik effectief blijven presteren onder druk Hoe ga ik om met mijn emoties Hoe kan ik duidelijk mijn grenzen stellen Naam BPV begeleider: Handtekening BPV begeleider: 32

33 Werkproces 1.3 Ondersteunt bij persoonlijke zorg/ ADL STER opdracht ADL Als je in zorg of welzijn werkt, krijg je veel te maken met zorgvragers die ondersteunt moeten worden in hun persoonlijke verzorging/adl. In de eerste 10 weken van je opleiding heb je competenties verworven en in simulatie, op school, de ADL activiteiten afgesloten. In je stage ga je deze opdracht uitvoeren. Wat ga je laten zien? Je gaat onderstaande opdrachten uitvoeren op je stage. Een deel van de opdrachten zal je niet op de stage kunnen uitvoeren, deze voor je dan uit in een gesimuleerde situatie op school. Hiervoor maak je zelf een afspraak met een skill docent Op school krijg je aan de hand van workshops de vaardigheden en de theorie aangeboden. Als je een onderdeel op school hebt uitgevoerd dan mag je in de praktijk afspraken maken voor het voorbereiden (oefenen) en uitvoeren van de opdracht in je stage. Dit doe je door middel van het invullen van het planningformulier in deze opdracht. Je hoeft het planningsformulier niet in een keer voor alle activiteiten te plannen, je vult het planningsschema aan. Tijdens het uitvoeren van de handeling wordt er gelet op je beroepshouding. De beroepshouding wordt aan het einde van de opdracht beoordeeld. Wanneer er in de opdracht gesproken wordt over een zorgvrager dan kan dit zowel een oudere persoon zijn als een kind. Op school worden de vaardigheden bij zowel oudere als kinderen geoefend. In de praktijk voer je de opdracht uit bij de doelgroep waarmee je werkt. Je gaat onderstaande opdrachten uitvoeren op je stageafdeling. 1. Handen wassen 2. Bedden/wiegje/ledikantje opmaken 3. De zorgvrager verplaatsen: Zorgvrager die zelf nog kan staan verplaatsen van bed naar stoel Zorgvrager die kan staan verplaatsen van stoel naar bed Zorgvrager verplaatsen (transfer) met actieve tillift Zorgvrager verplaatsen met ( transfer) met passieve tillift Zorgvrager draaien in bed, met en zonder hulpmiddelen 4. De zorgvrager in de rolstoel vervoeren 5. De zorgvrager helpen bij de uiterlijke verzorging: haren wassen nagel verzorging make-up, scheren 6. De zorgvrager helpen bij het wassen en aankleden aan de wastafel 7. De zorgvrager helpen bij het wassen en aankleden in bed 8. De zorgvrager helpen/begeleiden bij de maaltijd 9. De zorgvrager helpen bij de mondverzorging 33

34 Werkproces 1.3 Ondersteunt bij persoonlijke zorg/ ADL 10. De zorgvrager helpen bij toiletbezoek 11. De zorgvrager helpen bij incontinentie 12. Hygiënische verzorging van kinderen 13. Vervoeren van kinderen 14. kinderen helpen bij het zindelijk worden Tijdens deze opdrachten zal je begeleider letten of je: Veilig werken Hygiënisch werken Ergonomisch werken Beroepshouding voldoende is (zie beroepshoudingenlijst) In het logboek beschrijf je deze punten Hoe ga je evalueren? Bij deze opdracht horen twee beoordelingsformulieren. Op een formulier worden de huishoudelijke vaardigheden afgetekend die in de BPV of in simulatie worden uitgevoerd, op het tweede formulier wordt de beroepshouding met de hierbij behorende competenties afgetekend. Bespreek met je BPV-begeleider de opdracht na met gebruik van deze formulieren. Als je activiteiten van deze opdracht op school uitvoert, wordt de opdracht door de skill docent beoordeeld. Dit stop je in je portfolio: De twee beoordelingsformulieren Het planningsformulier Het logboek 34

35 Werkproces 1.3 Ondersteunt bij persoonlijke zorg/ ADL Planning voor de opdrachten Welke opdracht ga ik doen Wanneer ga ik hem doen Wie met wie ga ik hem doen Wat heb ik hiervoor nodig Waar ga ik deze doen Waarom doe ik deze opdracht 35

36 Werkproces 1.3 Ondersteunt bij persoonlijke zorg/ ADL 36

37 Werkproces 1.3 Ondersteunt bij persoonlijke zorg/ ADL Logboek Deelnemer: Beoordeeld door STER opdracht ADL Doelgroep Datum Terugkijken Waaruit blijkt dat je veilig werkt? Waaruit blijkt dat je Hygiënisch werkt? Waaruit blijkt dat je ergonomisch werkt?? 37

38 Werkproces 1.3 Ondersteunt bij persoonlijke zorg/ ADL 38

39 Werkproces 1.3 Ondersteunt bij persoonlijke zorg/ ADL Beoordeling Deelnemer: Beoordeeld door: Datum: Werkveld: Doelgroep: STER opdracht ADL - - De opdracht wordt afgetekend wanneer deze voldoende behaald is. Zet een paraaf in het vak van de beoordeling! Kwaliteitseis 1 Handen wassen 2 Bedden/wiegje/ledikantje opmaken 3 De zorgvrager verplaatsen: Zorgvrager die zelf nog kan staan verplaatsen van bed naar stoel Zorgvrager die kan staan verplaatsen van stoel naar bed Zorgvrager verplaatsen (transfer) met actieve tillift Zorgvrager verplaatsen met ( transfer) met passieve tillift Zorgvrager draaien in bed, met en zonder hulpmiddelen 4 De zorgvrager in de rolstoel vervoeren 5 De zorgvrager helpen bij de uiterlijke verzorging: haren wassen nagel verzorging make-up, scheren 6 De zorgvrager helpen bij het wassen en aankleden aan de wastafel 7 De zorgvrager helpen bij het wassen en aankleden in bed 8 De zorgvrager helpen/begeleiden bij de maaltijd 9 De zorgvrager helpen bij de mondverzorging 10 De zorgvrager helpen bij toiletbezoek 11 De zorgvrager helpen bij incontinentie 12 Hygiënische verzorging van kinderen 13 Vervoeren van kinderen 14 kinderen helpen bij het zindelijk worden Beoordeling: Datum BPV In simulatie op school Behaald 39

40 Werkproces 1.3 Ondersteunt bij persoonlijke zorg/ ADL Opmerkingen: Handtekening BPV-begeleider: Datum: Handtekening SLBer: Datum: 40

41 Werkproces 1.3 Ondersteunt bij persoonlijke zorg/ ADL Beroepshouding Beoordeling bij STER opdracht O = Onvoldoende V = Voldoende M = Matig G = Goed Competentie A: Beslissen en activiteiten initiëren O M V G Hoe neem ik beslissingen Hoe neem ik initiatieven Draag ik verantwoordelijkheid Durf ik op tijd om hulp te vragen Competentie C: Begeleiden O M V G Hoe motiveer ik Hoe stimuleer ik Hoe toon ik interesse? Hoe kan ik op een respectvolle manier met de zorgvrager omgaan Houd ik rekening met de privacy Competentie D: Aandacht en begrip tonen O M V G Hoe kan ik de zorgvrager steunen Hoe kan ik goed luisteren Hoe kan ik geduldig zijn Hoe kan ik bezorgdheid tonen Hoe kan ik mij inleven in de ander Hoe kan ik interesse tonen Competentie E: Samenwerken en overleggen O M V G Hoe maak ik kennis Hoe houd ik mij aan afspraken anderen raadplegen Hoe kan ik actief informatie geven aan de ander kan ik openhartig en oprecht mijn probleem bespreekbaar maken feedback geven feedback ontvangen Kom ik op tijd kan ik mijn werk op een goede manier met anderen afstemmen zelfstandig werken Hoe neem ik afscheid Competentie F:Ethisch en integer handelen O M V G Ben ik beleefd op de goede manier met iedereen contact leggen verschillen tussen mensen respecteren Houd ik mij aan de beroepscode Competentie J: Formuleren en rapporteren O M V G signalen op de juiste manier doorgeven Hoe kan ik mijn mening of oordeel onderbouwen Competentie K: Vakdeskundigheid toepassen O M V G Hoe kan ik mijn vakkennis zo goed mogelijk toepassen Pas ik mijn geleerde kennis toe op mij stage Werk ik aan mijn (stage) opdrachten 41

42 Werkproces 1.3 Ondersteunt bij persoonlijke zorg/ ADL Competentie Q: Plannen en organiseren O M V G Hoe kan ik activiteiten plannen Hoe kan ik het beste aan mijn (leer) doelen werken Hoe kan ik het beste mijn tijd indelen Hoe kan ik op een goede manier mensen en middelen organiseren Competentie R: Op de behoefte en verwachtingen van de klant richten. O M V G Hoe kan ik de beginsituatie van de zorgvrager het beste inschatten Hoe kan ik goed observeren Hoe kan ik inleven in de ander Hoe kan ik de juiste vragen stellen Competentie T: instructiecties en procedures opvolgen O M V G Hoe volg ik instructies op Hoe kan ik de procedures kennen en hanteren Ken ik alle veiligheidsprocedures Houd ik rekening met de regels rondom veiligheid en uiterlijke verzorging 42

43 Werkproces 1.3 Ondersteunt bij persoonlijke zorg/ ADL Als helpende kun je een belangrijke rol spelen bij het slaapwaakritme van je doelgroep. Je kunt bijvoorbeeld een slaaptekort signaleren bij je doelgroep. Als je in een kinderdagverblijf werkt of in de zorg zul je regelmatig kinderen/ zorgvragers naar bed moeten helpen en moet je ervoor zorgen dat zij goed kunnen slapen. Opdracht Een goede nachtrust Wat ga je laten zien? Je gaat met minimaal vier personen een werkstuk maken over alles wat te maken heeft met een goede nachtrust. iedereen werkt een onderdeel uit. Van alle informatie wordt één werkstuk gemaakt. De volgende onerwerpen moeten worden uitgewerkt in het werkstuk: Slaapwaakritme: Doel van slapen Fasen in de slaap De biologische klok Slaapbehoefte per leeftijdsfase Slaapcomfort: Soorten bedden, matrassen, dekbedden, dekens en kussens Omgevingsfactoren: licht, ventilatie, temperatuur Slaaprituelen: Slaaprituelen bij kinderen? Slaaprituelen en gewoonten bij volwassenen Slapen en veiligheid: Veiligheidseisen bij kinderledikantjes Baby s veilig in bed leggen Inbakeren: wat is het doel, wat zijn veiligheidsvoorschriften? Risico s bij het slapen met een speentje, speeltjes of knuffeltjes. Het gebruik van kruiken in bed Het fixeren van zorgvragers en de veiligheidseisen hierbij Slaapproblemen: Oorzaken van slaapproblemen bij kinderen Oorzaken van slaapproblemen bij zorgvragers Wat kun je doen aan slaapproblemen? Slaapmedicatie: wat doet het met je, wat zijn de risico s? 43

44 Werkproces 1.3 Ondersteunt bij persoonlijke zorg/ ADL Hoe ga je evalueren? Alle onderdelen worden gepresenteerd en nabesproken in de workshop VP. Het werkstuk wordt beoordeeld door de vakdocent VP. Iedere student krijgt een kopie van de beoordeling. Op het beoordelingsformulier kun je zien welke eisen worden gesteld aan de uitwerking van de opdracht. Dit stop je in je portfolio: Het werkstuk Het beoordelingsformulier Kerntaak Werkproces Doelgroep Werkveld Uitvoeren in Verplicht/keuze opdr.25 Alle doelgroepen Alle werkvelden School Verplicht A C D E F G H J K L M N O P Q R S T V W D K R T Aandacht en begrip tonen Vakdeskundigheid toepassen Op de behoeften en verwachtingen van de klant richten Instructies en procedures opvolgen 44

45 Werkproces 1.3 Ondersteunt bij persoonlijke zorg/ ADL Begeleidingsmagazijn Wat is beschikbaar? Informatie over slapen Slaapliedjes Informatie over veiligheid bij baby s Informatie over het vastzetten van zorgvragers Waar vind ik dat? Boek : helpende Zorg en welzijn (Angerenstein) Ondersteuning ADL voor helpenden 1 hoofdstuk klik op babytijd/ dreumestijd, klik op veilig slapen (0-4 jaar) Informatie over slaapproblemen Informatie over slaappillen Verschillende soorten kinderbedjes toets in bij zoeken: slaapproblemen toets in slaappillen 45

46 Werkproces 1.3 Ondersteunt bij persoonlijke zorg/ ADL Wat kan en weet ik al? Uitleggen wat een slaap-waakritme is [K] Uitleggen wat het betekent om een ochtendmens of een avondmens te zijn [D] Oorzaken aangeven van slaapproblemen [K] Gevolgen aangeven van slecht slapen [K] Uitleggen wat inslaap- en doorslaapproblemen zijn [K] De fasen van slaap uitleggen [K] Nagaan wat slaaprituelen zijn bij mijn doelgroep [D] Rekening houden met slaapgewoonten en slaaprituelen van mijn doelgroep [R] Uitleggen wat de verschillen in slaapbehoefte zijn per levensfase [R] Uitleggen wat de eisen zijn voor veilig slapen per doelgroep [T] Zorgen voor slaapcomfort [K] 46

47 Werkproces 1.3 Ondersteunt bij persoonlijke zorg/ ADL Beoordeling Deelnemer: Een goede nachtrust Beoordeeld door: Datum: - - Alle items moeten voldoende beoordeeld zijn, bij een onvoldoende wordt de opdracht bijgesteld Competenties D K R T Kwaliteitseis In het werkstuk zijn de volgende onderdelen verwerkt: Slaapwaakritme Slaapcomfort Slaaprituelen Slapen en veiligheid Slaapproblemen Het werkstuk is overzichtelijk en goed leesbaar De tekst wordt afgewisseld met plaatjes, foto s of tekeningen Elke groepje heeft het eigen onderdeel duidelijk toegelicht Elke student heeft een actief aandeel gehad in de uitwerking en presentatie van de opdracht Beoordeling Niet van toepassing Onvoldoende Voldoende Handtekening vakdocent VP: 47

48 Werkproces 1.3 Ondersteunt bij persoonlijke zorg/ ADL 48

49 Werkproces 1.5 Ondersteunt bij (sociale) activiteiten Opdracht Verhaal vertellen met behulp van attributen, Je gaat op je stage een verhaal vertellen met behulp van attributen. Je leert in verschillende workshops te werken met poppenkastpoppen en maskers. Ook leer je verhalen vertellen aan verschillende doelgroepen. Bij crea gaan jullie de poppen en maskers maken en bij drama gaan jullie die gebruiken. Wat ga je laten zien: Stap 1. Je kiest een prentenboek uit en je gaat het verhaal voor jezelf oefenen. Let op moeilijke woorden, verschillende stemmen, duidelijke uitspraak en contact met de doelgroep. Of Je zoekt een passend verhaal voor de doelgroep en je bereidt dit goed voor. Let op moeilijke woorden, verschillende stemmen, duidelijke uitspraak en contact met de doelgroep. Stap 2 Tijdens de dramales neem je het gekozen boek of verhaal mee. Je hebt dit goed voorbereid. Je krijgt een workshop in voorlezen en vertellen en het gebruiken van attributen tijdens het verhaal. Stap 3 Je presenteert je verhaal met behulp van attributen (denk aan maskers, poppenspel ) aan de groep en aan de dramadocent. De docent geeft een go of no go om deze activiteit op je stage uit te voeren. Stap 4. Je gaat op je stage een verhaal vertellen met behulp van attributen die je bij crea hebt gemaakt. Je BPV begeleider vult het beoordelingsformulier in. Hoe ga je evalueren? tussenevaluatie Als de dramadocent een go of no go heeft gegeven, dan pas wordt er een afspraak gemaakt voor de uitvoering. Eindevaluatie De dramadocent vult het beoordelingslijst in(go of no go) De BPV begeleider vult het beoordelinglijst in. 49

50 Werkproces 1.5 Ondersteunt bij (sociale) activiteiten Dit stop je in je portfolio: Beoordelingsformulieren A C D E F G H J K L M N O P Q R S T V W M analyseren N onderzoeken Begeleidingsmagazijn Wat is beschikbaar? Prentenboeken en voorleesboeken Workshop prenteboeken voorlezen Workshop verhalen vertellen Workshop gebruik van atributten tijdens het vertellen of voorlezen van een verhaal Nog meer informatie zoeken Waar vind ik dat? Leervloer Dramadocent Gebruik de zoekmachine 50

51 Werkproces 1.5 Ondersteunt bij (sociale) activiteiten Wat kan en weet ik al? Een verhaal vertellen,voorlezen Een introductie verzinnen De doelgroep boeien en erbij betrekken Het kunnen gebruiken van attributen Planning wanneer wat meenemen/voorbereiden Een passend verhaal zoeken Workshop volgen bij de dramadocent Verhaal vertellen Verhaal laten beoordelen 51

52 Werkproces 1.5 Ondersteunt bij (sociale) activiteiten 52

53 Werkproces 1.5 Ondersteunt bij (sociale) activiteiten beoordelingsformulier. Deelnemer: Datum: Werkveld: Doelgroep: - - competentie N m Je hebt een verhaal gekozen wat bij de doelgroep past Ja/Nee Toelichting: Je hebt een passende introductie gegeven Toelichting: Ja/Nee Je betrekt de doelgroep bij het verhaal Toelichting: Ja/Nee Je articuleert duidelijk Toelichting: Ja/Nee Je maakt gebruik van verschillende stemmetjes Toelichting: Ja/Nee Je maakt gebruik van stiltes Toelichting: Ja/Nee Je probeert spanning in het verhaal te bouwen Ja/Nee Toelichting: 53

54 Werkproces 1.5 Ondersteunt bij (sociale) activiteiten Je maakt op de juiste wijze gebruik van attributen tijdens Je maakt op de juiste wijze gebruik van attributen tijdens het verhaal Ja/Nee Toelichting: Go of no go om het uit te voeren op de stage Ja/Nee Handtekening dramadocent: 54

55 Werkproces 1.5 Ondersteunt bij (sociale) activiteiten Crea persoonlijk Je gaat dit blok aan je eigen ontwikkeling werken binnen crea. Je kunt bijvoorbeeld denken aan een masker, een pop. Dit doe je door de volgende stappen te volgen. Stap 1. volg de workshops bij crea waaronder maskers maken en poppenkastpop/ snoezelpop en het maken van een voelsteen/ hanger van speksteen en maak van deze werkstukken foto s voor in je scrapbook Stap 2. Bij drama ga je aan de slag met een verhaal. Je vertelt met 1 pop of masker een verhaal bij drama. De dramadocent geeft een go of no go om dit vervolgens op je stage uit te voeren en je BPV begeleider vult het beoordelingsformulier in. Eindevaluatie Eindevaluatie. De crea docent vult het beoordelingsformulier in. Dit stop je in je portfolio: Beoordelingsformulier en je scrapbook A C D E F G H J K L M N O P Q R S T V W 55

56 Werkproces 1.5 Ondersteunt bij (sociale) activiteiten Wat kan en weet ik al? Een Plan maken voor de pop/masker Pop/ Masker maken 56

57 Werkproces 1.5 Ondersteunt bij (sociale) activiteiten Planning wanneer wat meenemen/voorbereiden Een plan maken Info verzamelen over een pop masker Pop/ Masker maken Bij drama verhaal presenteren mbv pop/masker en laten beoordelen Begeleidingsmagazijn Wat is beschikbaar? Leervloerbegeleider Les :Pop/masker maken Creadocent Waar vind ik dat? Gebruik de zoekmachine 57

58 Werkproces 1.5 Ondersteunt bij (sociale) activiteiten 58

59 Werkproces 1.5 Ondersteunt bij (sociale) activiteiten Beoordeling Student: Crea persoonlijk Beoordeeld door: Datum: Doelgroep: - - Alle items moeten met een voldoende zijn beoordeeld. Zo niet, dan wordt de opdracht overgedaan competentie Kwaliteitseis R Gewerkt met verschillende materialen R 1 workshop gevolgd bij crea, pop/masker maken L Goed gebruik gemaakt van de materialen R De deelnemer stopt al zijn opdrachten in zijn portfolio T speelt met 1 pop of masker een spel bij drama. Beoordeling Opmerkingen: Niet van toepassing Onvoldoende Voldoende 59

60 Werkproces 1.5 Ondersteunt bij (sociale) activiteiten 60

61 Kerntaak 2 Ondersteunen bij het zelfstandig functioneren Werkproces 2.2 Ondersteunt een cliënt/ zorgvrager bij de zelfredzaamheid Opdracht Zelfredzaamheid observeren Wat ga je laten zien? Je gaat op je werk- of stageplaats twee kinderen of twee zorgvragers observeren met betrekking tot de zelfredzaamheid met betrekking tot: persoonlijke hygiëne mobiliteit naar de toilet gaan eten en drinken Gebruik voor je uitwerking observatieschema 1 of 2 bij deze opdracht. Hoe ga je evalueren? Bespreek je observaties na met je BPV-begeleider met behulp van het beoordelingsformulier Dit stop je in je portfolio: Het uitgewerkte observatieschema 1 of 2 Beoordelingsformulier Kerntaak Werkproces Doelgroep Werkveld Uitvoeren in Verplicht/keuze Peuters of Ouderen Kinderopvang of BPV opdr.1 Chronisch Zorginstelling Verplicht zieken Thuiszorg Gehandicapten A C D E F G H J K L M N O P Q R S T V W R op de behoeften en verwachtingen van de klant richten 61

62 Kerntaak 2 Ondersteunen bij het zelfstandig functioneren Werkproces 2.2 Ondersteunt een cliënt/ zorgvrager bij de zelfredzaamheid Begeleidingsmagazijn Wat is beschikbaar? Informatie over zelfredzaamheid \ Zelfredzaamheidheid observeren zelfzorg/ mantelzorg zelfredzaamheid en levensfasen Informatie over alle ontwikkelingsfasen Informatie over alle ontwikkelingsfasen Ontwikkelingsfasen van kinderen Waar vind ik dat? Boek : helpende Zorg en welzijn, thema 28 Workshop door vakdocent serie Traject: Welzijn- Helpende: Werken volgens werkplan (201) serie Traject V&V: interactie in beroepssituaties deel 1 (204) klik op HZW, klik op Naslag, en op ontwikkelingspsychologie Planning wanneer wat meenemen/voorbereiden Informatie zoeken en bestuderen: Workshop over zelfredzaamheid Opdracht uitwerken 62

63 Kerntaak 2 Ondersteunen bij het zelfstandig functioneren Werkproces 2.2 Ondersteunt een cliënt/ zorgvrager bij de zelfredzaamheid Wat kan en weet ik al? Uitleggen wat zelfredzaamheid is en wat het voor iemand betekent [R] Zelfredzaamheid observeren van kinderen vanaf de peuterleeftijd [R] Zelfredzaamheid observeren van een zorgvrager [R] Vertellen of de mate van zelfredzaamheid past bij de levensfase van de doelgroep [R] 63

64 Kerntaak 2 Ondersteunen bij het zelfstandig functioneren Werkproces 2.2 Ondersteunt een cliënt/ zorgvrager bij de zelfredzaamheid 64

65 Kerntaak 2 Ondersteunen bij het zelfstandig functioneren Werkproces 2.2 Ondersteunt een cliënt/ zorgvrager bij de zelfredzaamheid Observatieschema 1: Zelfredzaamheid observeren bij kinderen Student: Werkveld Datum: - - Kind 1 Leeftijd: Kind 2 Leeftijd: Wat kan het kind zelf met betrekking tot de persoonlijke hygiëne? Is het kind zindelijk? Plassen. plassen. Poepen.. Poepen. Wat kan het kind zelf bij het naar de w.c. gaan? Wat kan het kind zelf met betrekking tot de mobiliteit? 65

66 Kerntaak 2 Ondersteunen bij het zelfstandig functioneren Werkproces 2.2 Ondersteunt een cliënt/ zorgvrager bij de zelfredzaamheid Wat kan het kind zelf met betrekking tot eten en drinken? Worden er hulpmiddelen gebruikt die de zelfredzaamheid kunnen vergroten? Zo ja, welke zijn dat? Als je kijkt naar wat je hebt geobserveerd: klopt de mate van zelfredzaamheid met de levensfase van het kind? 66

67 Kerntaak 2 Ondersteunen bij het zelfstandig functioneren Werkproces 2.2 Ondersteunt een cliënt/ zorgvrager bij de zelfredzaamheid Observatieschema 2: Zelfredzaamheid observeren bij een zorgvrager Student: Werkveld Datum: - - Zorgvrager 1 Zorgvrager 2 Wat kan de zorgvrager zelf met betrekking tot de persoonlijke hygiëne? Wat kan de zorgvrager zelf bij het naar de w.c. gaan? Wat kan de zorgvrager zelf met betrekking tot de mobiliteit? 67

68 Kerntaak 2 Ondersteunen bij het zelfstandig functioneren Werkproces 2.2 Ondersteunt een cliënt/ zorgvrager bij de zelfredzaamheid Wat kan de zorgvrager zelf met betrekking tot eten en drinken? Worden er hulpmiddelen gebruikt die de zelfredzaamheid kunnen vergroten? Zo ja, welke zijn dat? 68

69 Kerntaak 2 Ondersteunen bij het zelfstandig functioneren Werkproces 2.2 Ondersteunt een cliënt/ zorgvrager bij de zelfredzaamheid Beoordeling Student: Zelfredzaamheid observeren Beoordeeld door: Datum: Werkveld Doelgroep - - Alle items moeten met een voldoende zijn beoordeeld. Bij een onvoldoende wordt de opdracht overgedaan competenties Kwaliteitseisen Niet van toepassing Onvoldoende Voldoende R R R R R R De student heeft de zelfredzaamheid juist geobserveerd met betrekking tot de persoonlijke hygiëne De student heeft de zelfredzaamheid juist geobserveerd met betrekking tot de mobiliteit De student heeft de zelfredzaamheid juist geobserveerd met betrekking tot naar de toilet gaan De student heeft de zelfredzaamheid juist geobserveerd met betrekking tot eten en drinken De student heeft juist ingeschat of de mate van zelfredzaamheid klopt met de levensfase (alleen bij kinderen invullen) De student heeft aangegeven welke hulpmiddelen worden gebruikt ter ondersteuning van de zelfredzaamheid Beoordeling Opmerkingen: Handtekening BPV-begeleider : 69

70 Kerntaak 2 Ondersteunen bij het zelfstandig functioneren Werkproces 2.2 Ondersteunt een cliënt/ zorgvrager bij de zelfredzaamheid 70

71 Kerntaak 2 Ondersteunen bij het zelfstandig functioneren Werkproces 2.2 Ondersteunt een cliënt/ zorgvrager bij de zelfredzaamheid Opdracht Maak een levensboek Wat ga je laten zien? Je gaat de levensfasen uitwerken van: De baby, de peuter, de kleuter, het schoolkind, de puber,de jong volwassene, de volwassene, de oudere. 1. Bij elke fase geef je uitleg over de lichamelijke en motorische ontwikkeling, de verstandelijke of cognitieve ontwikkeling, en de sociaal-emotionele en seksuele ontwikkeling, 2. Je voert een gesprek met een oudere(70+) over interesses, normen (bijvoorbeeld: eerlijkheid, respect) en waarden (bijvoorbeeld werk, geld, geloof). Hiervan maak je een kort verslag. 3. Je observeert de zelfredzaamheid bij een peuter, kleuter of schoolkind (uit werk- of privé-situatie) en je legt deze observaties vast. 4. Je voegt een kindertekening erbij waarin je in het kort beschrijft wat je opvalt aan deze tekening. Hoe moet jouw levensboek eruit zien? Getypt In eigen woorden geschreven Voorzien van een voorkant met je eigen babyfoto Voorzien van een inhoudsopgave en hoofdstukindeling Voorzien van beeldmateriaal bij elke fase (foto s, plaatjes) Voorzien van een evaluatie. Voor de Nederlandse taal let je op het volgende: Heb ik de woorden zo goed mogelijk gespeld? Beginnen de zinnen met een hoofdletter? Staat aan het eind van elke zin een punt? Heb ik de werkwoorden zo goed mogelijk vervoegd? Schrijf ik namen van personen met een hoofdletter? Hoe ga je evalueren? Het levensboek wordt nagekeken door de vakdocent omgangskunde of SV met behulp van het beoordelingsformulier. Alle punten moeten met een voldoende zijn beoordeeld. Stel je levensboek bij als er punten met een onvoldoende zijn beoordeeld. 71

72 Kerntaak 2 Ondersteunen bij het zelfstandig functioneren Werkproces 2.2 Ondersteunt een cliënt/ zorgvrager bij de zelfredzaamheid Dit stop je in je portfolio: Het levensboek Het beoordelingsformulier Kerntaak Werkproces Doelgroep Werkveld 1 (2.2) 2.1 opdr.1 Uitvoeren in Verplicht/keuze Alle Alle School Verplicht A C D E F G H J K L M N O P Q R S T V W Wat kan en weet ik al? Kennis over de lichamelijke en motorische ontwikkeling van: de baby, de peuter, de kleuter, het schoolkind, de puber, de jong volwassene, de volwassene, de oudere. [R] Kennis over de verstandelijke of cognitieve ontwikkeling van: de baby, de peuter, de kleuter, het schoolkind, de puber, de jong volwassene, de volwassene, de oudere. [R] Kennis over de sociaal-emotionele en seksuele ontwikkeling van: de baby, de peuter, de kleuter, het schoolkind, de puber, de jong volwassene, de volwassene, de oudere. [R] Aandacht hebben voor interessen, normen en waarden van ouderen in de samenleving [D] Een kind observeren met betrekking tot zelfredzaamheid [D] D R aandacht en begrip tonen plannen en organiseren op de behoeften en verwachtingen van de klant richten 72

73 Kerntaak 2 Ondersteunen bij het zelfstandig functioneren Werkproces 2.2 Ondersteunt een cliënt/ zorgvrager bij de zelfredzaamheid Planning wanneer wat meenemen/voorbereiden Informatie zoeken: Observatie: - voorbereiden, - uitvoeren - uitwerken Gesprek met een oudere: - voorbereiden, - uitvoeren - uitwerken Opdracht uitwerken 73

74 Kerntaak 2 Ondersteunen bij het zelfstandig functioneren Werkproces 2.2 Ondersteunt een cliënt/ zorgvrager bij de zelfredzaamheid Begeleidingsmagazijn Wat is beschikbaar? Informatie over alle ontwikkelingsfasen Informatie over alle ontwikkelingsfasen Wat zijn waarden en normen Ontwikkelingsfasen van kinderen Informatie over de de ontwikkelingsfasen Meer informatie Meer informatie Ontwikkeling van baby tot peuter, de eerste drie jaar Waar vind ik dat? serie Traject: Welzijn- Helpende: Werken volgens werkplan (201) serie Traject V&V: interactie in beroepssituaties deel 1 (204) klik op HZW, klik op Naslag, en op ontwikkelingspsychologie Een extra theorieles; op aanvraag bij de studieloopbaanbegeleider Zoeken bij: ad lib publiekscatalogus Zoek met behulp van Videoband: baby it s you 74

75 Kerntaak 2 Ondersteunen bij het zelfstandig functioneren Werkproces 2.2 Ondersteunt een cliënt/ zorgvrager bij de zelfredzaamheid 75

76 Kerntaak 2 Ondersteunen bij het zelfstandig functioneren Werkproces 2.2 Ondersteunt een cliënt/ zorgvrager bij de zelfredzaamheid Observatie zelfredzaamheid Deelnemer: Voornaam kind Jongen / meisje Leeftijd kind Plaats waar ik mijn observatie heb uitgevoerd Datum: - - Wat kan... al zelf? Jas aan- en uitdoen Helemaal zelfstandig Nog niet zelfstandig Welke hulp heeft....nog nodig? Handen wassen Naar de w.c. gaan Schoenen aan en uitdoen Veters strikken Eten Drinken 76

77 Kerntaak 2 Ondersteunen bij het zelfstandig functioneren Werkproces 2.2 Ondersteunt een cliënt/ zorgvrager bij de zelfredzaamheid Kloppen mijn observaties met de ontwikkelingsfase van? Ja, omdat Nee, omdat: 77