Arbeidsomstandigheden in de verblijfsrecreatie en zweminrichtingen
|
|
- Johan van Loon
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Arbeidsomstandigheden in de verblijfsrecreatie en zweminrichtingen Nulmeting arboplusconvenant Eindrapport Een onderzoek in opdracht van het Sociaal Fonds Verblijfsrecreatie Lilian van der Linden Mirjam Engelen B2888 Leiden, 5 oktober 2004
2 2
3 Voorwoord Op 20 oktober 2003 hebben de sociale partners en de overheid een intentieverklaring ondertekend om te komen tot een arboplusconvenant in de sectoren verblijfsrecreatie en zweminrichtingen. De sociale partners hebben hierin aangegeven dat zij afspraken wensen te maken op het gebied van fysieke belasting, agressie en geweld en fysische werkomstandigheden. In de intentieverklaring is tevens voorzien in een nulmeting van de arbeidsomstandigheden in beide sectoren. Dit onderzoek is nodig om kwantitatieve afspraken te kunnen maken over het terugdringen van de arbeidsrisico s en om de voortgang van het arboplusconvenant te bewaken. Onderhavig rapport geeft de resultaten weer van deze nulmeting en daarmee een beschrijving van de uitgangspositie in de sectoren verblijfsrecreatie en zweminrichtingen. Voor het onderzoek is gebruik gemaakt van de Monitor Arboconvenanten. Een vragenlijst is verstuurd aan werknemers in de sectoren verblijfsrecreatie en zweminrichtingen. Voor de selectie van de werknemers en de verzending van de vragenlijsten is zorggedragen door het UWV. De nulmeting vond plaats in de periode mei tot en met juli 2004 en is begeleid door de Branche Begeleidings Commissie (BBC) Arboplusconvenant voor de Verblijfsrecreatie en Zweminrichtingen. De BBC is samengesteld uit vertegenwoordigers van de werkgeversorganisatie (RECRON), de werknemersorganisaties (FNV Horecabond en CNV Bedrijvenbond) en het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Het Centrum voor Paritaire Dienstverlening (CPD) was als procesondersteuner bij het gehele onderzoekstraject betrokken. Het onderzoeksteam bedankt de leden van BBC en het CPD voor de prettige manier waarop is samengewerkt. Mirjam Engelen Projectleider 3
4 4
5 Inhoudsopgave Samenvatting en conclusies 7 1 Achtergrond en opzet onderzoek Aanleiding onderzoek Doelstelling en onderzoeksvragen Opzet onderzoek Monitor arboconvenanten Steekproef werknemers Uitvoering schriftelijke enquête Respons Leeswijzer 15 2 Ziekteverzuimgegevens Inleiding Verzuimgegevens Klachten en oorzaken ziekteverzuim Conclusies 22 3 Fysieke belasting Tillen Houding en beweging Klachten bewegingsapparaat Conclusies 28 4 Agressie en geweld Lichamelijke agressie Serieuze bedreiging Lastig gedrag Gevolgen agressie en geweld Maatregelen Conclusies 36 5 Fysische werkomstandigheden zweminrichtingen Temperatuur Overlast geluid en chloor Maatregelen werkgever Conclusies 42 Bijlage 1 Achtergrondkenmerken respondenten 45 Bijlage 2 Verzuimgegevens 49 Bijlage 3 Fysieke belasting 61 Bijlage 4 Agressie en geweld 81 Bijlage 5 Fysische werkomstandigheden 89 Bijlage 6 Vragenlijst 103 5
6 6
7 Samenvatting en conclusies Aanleiding en doelstelling onderzoek Op 20 oktober 2003 is een intentieverklaring ondertekend in de branche verblijfsrecreatie en zweminrichtingen om te komen tot een zogenaamd arboplusconvenant 1. In deze intentieverklaring hebben sociale partners en de overheid aangegeven dat zij afspraken wensen te maken over het ziekteverzuim en de arbeidsomstandigheden in de branche, zoals de fysieke belasting, agressie en geweld en mogelijk belastende fysische werkomstandigheden. Ter voorbereiding op het arboplusconvenant voorziet de intentieverklaring in een nulmeting. De nulmeting biedt inzicht in de huidige stand van zaken omtrent de arbeidsomstandigheden en het ziekteverzuim. De doelstelling van het onderzoek bestaat uit drie verschillende elementen: Inzicht geven in de huidige arbeidsomstandigheden in beide sectoren - met betrekking tot fysieke belasting, agressie en geweld en fysische werkomstandigheden - en het ziekteverzuim op dit moment; Inzicht bieden in de oorzaken van ziekteverzuim en fysieke belasting; Inzicht geven in de relatie tussen het ziekteverzuim en de arbeidsrisico s fysieke belasting, agressie en geweld en fysische werkomstandigheden. Opzet onderzoek nulmeting In deze nulmeting van de arbeidsomstandigheden in de verblijfsrecreatie en zweminrichtingen is (grotendeels) gebruik gemaakt van de standaardmodules van de Monitor Arboconvenanten. Voor de nulmeting in de sectoren verblijfsrecreatie en zweminrichtingen is gebruik gemaakt van de modules bewegingsapparaat, fysieke belasting, verzuimgegevens en agressie en geweld. Hieraan is nog een module over fysische werkomstandigheden toegevoegd. In overleg met de BBC is gekozen voor de adressen van de werknemers en het verzenden van de vragenlijsten gebruik te maken van het UWV (uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen). Het UWV bezit namelijk de adresgegevens van alle werknemers in Nederland. Op basis van het bestand met aansluitnummers van de werkgevers heeft het UWV een steekproef getrokken uit het bestand met alle werknemers van die bedrijven in de sectoren verblijfsrecreatie en zweminrichtingen. Begin juni 2004 is een schriftelijke vragenlijst gestuurd naar medewerkers in zweminrichtingen en werknemers in de verblijfsrecreatie. Daarvan zijn uiteindelijk in totaal exemplaren geretourneerd. De ingevulde vragenlijsten zijn door Research voor Beleid gescand en vervolgens geanalyseerd. Om na te gaan of de respons representatief is voor de gehele sector zijn de populatiegegevens opgevraagd bij het UWV. De verdeling van de respondenten naar leeftijd en geslacht zijn vergeleken met de verdeling onder alle werknemers in beide sectoren. Geconcludeerd kan worden dat de verdeling naar geslacht is de steekproef vrijwel overeenkomt met de verdeling in de populatie. De verdeling naar leeftijd in de steekproef wijkt in lichte mate af van die in het totale werknemersbestand: in vergelijking hebben iets meer oudere werknemers gereageerd. De respons wordt desalniettemin voldoende representatief geacht voor de totale branche. 1 In een zogenaamd arboplusconvenant worden afspraken gemaakt over het verzuim- en reïntegratiebeleid, naast algemene maatregelen om de arbeidsomstandigheden te verbeteren en het ziekteverzuim te verminderen. 7
8 Omvang, frequentie en duur ziekteverzuim Wanneer wordt gekeken naar het ziekteverzuim blijkt dat 48% van alle ondervraagde werknemers in de sectoren verblijfsrecreatie en zweminrichtingen de afgelopen 12 maanden het werk heeft verzuimd vanwege ziekte, ongeval of andere gezondheidsklachten. De omvang van het verzuim is in de zweminrichtingen iets hoger dan in de verblijfsrecreatie. Medewerkers van grotere organisaties (10 of meer werknemers) hebben het afgelopen jaar vaker verzuimd dan werknemers van kleinere organisaties. Het ziekteverzuim in de sectoren verblijfsrecreatie en zweminrichtingen is vooral kortdurend. Van de werknemers die verzuimd hebben, duurde het verzuim in 55% van de gevallen minder dan 1 week. Ook de meldingsfrequentie ligt niet erg hoog: gemiddeld 0,9 keer. Op basis van de antwoorden van werknemers over de afgelopen 12 maanden blijkt een gemiddeld ziekteverzuimpercentage (exclusief zwangerschapsverlof) in de totale branche van 3,9%. Per sector ligt het ziekteverzuimpercentage op 4,0% in de verblijfsrecreatie en 3,8% in de zweminrichtingen. Volgens het CBS lag het landelijk gemiddelde ziekteverzuimpercentage in 2003 op 4,7% (eveneens exclusief zwangerschapsverlof). Oorzaken en achtergronden van het ziekteverzuim Griep en verkoudheid zijn de belangrijkste oorzaken voor het ziekteverzuim. Op de tweede plaats zijn het de rugklachten en klachten aan de nek en schouders die het verzuim veroorzaken. Volgens ongeveer 60% van de werknemers die de afgelopen 12 maanden hun werk hebben verzuimd, is hun gezondheidsklacht niet veroorzaakt door het werk. Van de werknemers in de verblijfsrecreatie is 26% van mening dat de klachten die het ziekteverzuim hebben veroorzaakt (deels of volledig) werk gerelateerd zijn. In de zweminrichtingen is dat percentage 38%. Drie groepen werknemers schrijven hun klachten relatief vaak toe aan het werk, namelijk: techniek en groen, schoonmaak en logistiek en zwembadpersoneel. De meest genoemde oorzaken van de werk gerelateerde klachten in de verblijfsrecreatie zijn werkdruk/werkstress en de lichamelijke belasting. In zweminrichtingen gaat het vooral om de fysische werkomstandigheden, zoals problemen met het klimaat en geluid. Werknemers in de verblijfsrecreatie - die hun gezondheidsklachten aan het werk toeschrijven - geven vaker aan last te hebben gehad van de rug, schouders of nek dan medewerkers in zweminrichtingen. Ook psychische klachten (overspannen, burn-out) worden vaker ervaren door werknemers in de verblijfsrecreatie. De gezondheidsklachten van werknemers in zweminrichtingen betreffen relatief vaak klachten aan de luchtwegen of huid- en/of allergie. Blootstelling aan fysieke belasting De meerderheid van de werknemers in de verblijfsrecreatie en zweminrichtingen is in hun werk lichamelijk in beweging en moet vaak langdurig staan en lopen. Dit geldt in het bijzonder voor de functiegroepen horecamedewerkers en zwembadpersoneel. In het onderzoek is ingegaan op het tillen van (zeer) zware lasten. Gebleken is dat 45% van de werknemers in de verblijfsrecreatie - tegenover 33% van de medewerkers in zweminrichtingen - regelmatig lasten van meer dan 5 kilo moet tillen dragen, duwen of trekken. Vooral mannelijke medewerkers in de techniek en groen moeten in hun werk regelmatig (zeer) zware lasten tillen. Het percentage werknemers dat een verhoogd risico loopt op uitval door het tillen, dragen, duwen of trekken van zeer zware lasten (van 25 kilo of meer) ligt in de verblijfsrecreatie en zweminrich- 8
9 tingen op 9%. Het landelijk gemiddelde uit de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden ligt op 11,7% 1. Als de werknemers werken met een last van meer dan 5 kilo, dan moeten ze deze last vooral tillen. Bij lasten van meer dan 25 kilo wordt vaker geduwd of getrokken. Een op de vijf medewerkers blijkt regelmatig te moeten tillen onder verzwarende omstandigheden, zoals tillen in een ongemakkelijke houding, met één hand, in een gedraaide houding of met een last ver van het lichaam. Indien wordt gekeken naar de werkhouding van de werknemers dan blijkt dat ongeveer een kwart van de werknemers regelmatig lang achtereen in een gebogen of gedraaide houding met het bovenlichaam moet werken. Vooral vrouwelijke werknemers in de schoonmaak en zwembaden zeggen regelmatig lang achtereen te moeten werken in een gebogen of gedraaide houding met hun bovenlichaam. Blootstelling aan agressie en geweld Tabel A geeft een overzicht van het percentage werknemers dat heeft aangegeven het afgelopen jaar te zijn blootgesteld aan de drie onderscheiden soorten agressie en geweld. Tabel A Blootstelling aan agressie en geweld verblijfsrecreatie zweminrichtingen totaal lichamelijke agressie 7% 11% 9% serieuze bedreiging 10% 17% 13% lastig gedrag 42% 53% 47% Iets minder dan de helft van de werknemers in de verblijfsrecreatie en zweminrichtingen zegt het afgelopen jaar een of meerdere keren te maken te hebben gehad van lastig gedrag. Het deel van de werknemers dat tot de risicogroep behoort (dat wil zeggen één of meerdere keren een incident met lichamelijke agressie en/of serieuze bedreiging heeft meegemaakt) is 16%. Werknemers in zweminrichtingen zijn vaker blootgesteld aan alle drie soorten incidenten met agressie en geweld dan medewerkers in de verblijfsrecreatie. Medewerkers van zweminrichtingen geven eveneens vaker aan dat de werkgever maatregelen heeft getroffen om agressie en geweld te voorkomen of terug te dringen. In tabel B is samengevat welk deel van de werknemers, die het afgelopen jaar één of meerdere incidenten met lichamelijke agressie en/of serieuze bedreiging hebben meegemaakt, als gevolg van deze incidenten een of meerdere beperkingen heeft ervaren in het werk of op dit moment nog twee of meer posttraumatische klachten heeft. Tabel B Gevolgen agressie en geweld verblijfsrecreatie zweminrichtingen totaal beperkingen in werk 19% 34% 27% psychische klachten 12% 15% 14% Met name in de zweminrichtingen is het percentage werknemers dat beperkingen heeft ervaren als gevolge van een incident met agressie en geweld aanzienlijk. Ongeveer eenderde van de 1 Bron: De Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden 2003, TNO Arbeid, 2004, pagina 72. 9
10 werknemers in deze sector die een incident hebben meegemaakt, geeft aan als gevolg hiervan wel eens minder goed te hebben gefunctioneerd in het werk (en/of te hebben verzuimd). Meer dan 10% van de werknemers die slachtoffer zijn geweest van lichamelijke agressie en/of serieuze bedreiging geeft aan ten gevolge hiervan nog steeds traumatische klachten te hebben, zoals bijvoorbeeld last van beelden of herinneringen die hij of zij niet van zich af kan zetten of het mijden van bepaalde plaatsen of personen. Blootstelling aan belastende fysische werkomstandigheden in zweminrichtingen Driekwart van de werknemers in de zweminrichtingen geeft aan dat de temperatuur op de werkplek soms of nooit goed is. Van de medewerkers heeft 60% vaak of altijd last van een te warme werkomgeving. Meer dan de helft van de werknemers vindt dat de temperatuur op de werkplek niet goed is te regelen en eenderde van de medewerkers zegt dat de werkgever niet voldoende doet om een prettig binnenklimaat te realiseren. Problemen met de temperatuur op de werkplek worden vaker ervaren door werknemers van grotere organisaties dan die van kleinere zwembaden. Werknemers van grotere zweminrichtingen zijn tevens vaker van mening dat het bedrijf onvoldoende doet om een prettig binnenklimaat te realiseren dan medewerkers van kleinere zweminrichtingen. Regelmatige overlast door een hinderlijke galm van geluid of het lawaai van machines of apparaten wordt door ongeveer een kwart respectievelijk 10% van de werknemers ervaren. Een op de vijf werknemers heeft vaak of altijd last van te veel chloor of andere chemische stoffen in de lucht. De klimatologische werkomstandigheden lijken een beduidend grotere belasting voor werknemers te vormen dan eventuele problemen met geluid of chloor. Werknemers die al 10 jaar of langer in de sector werken, ervaren vaker problemen met de fysische werkomstandigheden dan medewerkers die nog niet zo lang in de sector werken. Relatie tussen ziekteverzuim en arbeidsrisico s Om te verifiëren of een verband aanwezig is tussen de blootstelling aan de arbeidsrisico s (fysieke belasting, agressie en geweld en belastende fysische werkomstandigheden) en het ziekteverzuim, is voor drie aspecten van het verzuim onderzocht of het ziekteverzuim onder de werknemers uit de risicogroepen hoger is dan onder de overige medewerkers. De drie vragen betroffen het zich al of niet ziek hebben gemeld het afgelopen jaar, het aantal keren dat men zich ziek heeft gemeld en de duur van het verzuim. Uit deze analyse blijkt dat een relatie bestaat tussen het ziekteverzuim en de arbeidsrisico s tillen van lasten van 5 kilo of meer en blootstelling aan belastende fysische werkomstandigheden. Werknemers uit deze risicogroepen hebben zich het afgelopen jaar significant 1 vaker en ook met een hogere frequentie ziek gemeld dan de personen die niet tot deze risicogroep behoren. Er bestaat echter geen relatie tussen de arbeidsrisico s en de duur van het ziekteverzuim. Er is tevens geen aantoonbare relatie tussen de blootstelling aan lichamelijke agressie en/of serieuze bedreiging en het ziekteverzuim. De groepen werknemers in de verblijfsrecreatie en zweminrichtingen met de grootste arbeidsrisico s zijn zwembadmedewerkers (werkhouding, fysische werkomstandigheden en agressie en geweld), mannelijke werknemers in de techniek en groen (tillen) en oudere, vrouwelijke werknemers in de schoonmaak en logistiek (werkhouding). 1 Bij een significantieniveau van 5%. 10
11 1 Achtergrond en opzet onderzoek 1.1 Aanleiding onderzoek Arboplusconvenant Sinds 1999 sluit de overheid in verschillende sectoren arboconvenanten met de sociale partners. Arboconvenanten hebben tot doel de arbeidsomstandigheden te verbeteren en het ziekteverzuim en de WAO-instroom te verminderen. Arboconvenanten worden gesloten door drie partijen: werkgevers, werknemers en de overheid (het Ministerie van SZW). Op 20 oktober 2003 is een intentieverklaring ondertekend in de branche verblijfsrecreatie en zweminrichtingen om te komen tot een zogenaamd arboplusconvenant 1. In deze intentieverklaring hebben sociale partners aangegeven dat zij afspraken wensen te maken over het ziekteverzuim en de arbeidsomstandigheden in de branche. Het Arboplusconvenant bevat kwantitatieve doelstellingen over verlaging van het ziekteverzuim en de WAO-instroom, reductie van de risicopopulatie inzake fysieke belasting, agressie en geweld en een vermindering van nader te inventariseren mogelijk belastende fysische werkomstandigheden in de zwembaden. Daarnaast bevat het convenant maatregelen om bovenstaande doelstellingen te kunnen realiseren. De betrokken partners streven ernaar om in het najaar van 2004 het Arboplusconvenant en het daarbij behorende Plan van Aanpak te ondertekenen. Ter voorbereiding hierop voorziet de intentieverklaring in een nulmeting. De nulmeting biedt inzicht in de huidige stand van zaken omtrent de arbeidsomstandigheden en het ziekteverzuim. Research voor Beleid is gevraagd dit onderzoek uit te voeren. Het onderhavige rapport bevat de resultaten van de nulmeting, waarin de uitgangssituatie in de branche verblijfsrecreatie en zweminrichtingen is vastgelegd. De branche verblijfsrecreatie en zweminrichtingen De branche verblijfsrecreatie en zweminrichtingen bestaat uit twee verschillende sectoren: de verblijfsrecreatie (campings, bungalowparken en groepsaccommodaties) en de zweminrichtingen 2. Bij de circa bedrijven in deze beide sectoren zijn ongeveer mensen werkzaam. Deze werknemers hebben te maken met fysieke belasting van hun lichaam, welke deels wordt veroorzaakt door hun werkhouding en -activiteiten. Zo moeten sommige medewerkers bijvoorbeeld langdurig staan bij hun werkzaamheden. Uit eerder onderzoek blijkt dat klachten aan het bewegingsapparaat (zoals de rug, schouders en knieën) belangrijke oorzaken zijn van het ziekteverzuim. Daarnaast is gebleken dat incidenten met agressie en geweld op het werk de laatste jaren toenemen. Fysieke belasting en agressie en geweld zijn twee voorbeelden van mogelijke arbeidsrisico s voor ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid. 1 In een zogenaamd arboplusconvenant worden afspraken gemaakt over het verzuim- en reintegratiebeleid, naast algemene maatregelen om de arbeidsomstandigheden te verbeteren en het ziekteverzuim te verminderen. 2 Onder zweminrichtingen vallen de overdekte en openlucht zwembaden, niet zijnde gemeentelijke zwembaden. 11
12 1.2 Doelstelling en onderzoeksvragen De doelstelling van het onderzoek bestaat uit drie verschillende elementen: Inzicht geven in de huidige arbeidsomstandigheden in beide sectoren - met betrekking tot fysieke belasting, agressie en geweld en fysische werkomstandigheden - en het ziekteverzuim op dit moment; Inzicht bieden in de oorzaken van ziekteverzuim en fysieke belasting; Inzicht geven in de relatie tussen het ziekteverzuim en de arbeidsrisico s fysieke belasting, agressie en geweld en fysische werkomstandigheden. Uit bovenstaande doelstelling komen de volgende onderzoeksvragen voort: 1. Wat is het ziekteverzuim in de sectoren verblijfsrecreatie en zweminrichtingen? Wat is de omvang, frequentie en duur van het ziekteverzuim? Zijn verschillen zichtbaar in het ziekteverzuim tussen verschillende typen bedrijven en functies? 2. Wat zijn de achtergronden van het ziekteverzuim? Welk type klachten komt voor in de sectoren verblijfsrecreatie en zweminrichtingen? Wat zijn de achterliggende oorzaken van het ziekteverzuim? Zijn verschillen zichtbaar in het type klachten en oorzaken naar persoonskenmerken of aard van de functie? 3. In hoeverre worden werknemers blootgesteld aan fysieke belasting, agressie en geweld en fysische werkomstandigheden? Hoeveel werknemers zijn blootgesteld aan fysieke belasting, agressie en geweld en fysische werkomstandigheden? In welke mate worden zij hieraan blootgesteld? 4. Is er een relatie tussen het ziekteverzuim en de arbeidsrisico s fysieke belasting, agressie en geweld en fysische werkomstandigheden? Paragraaf 1.3 gaat in op de opzet die binnen het onderzoek is gebruikt om antwoord te krijgen op de bovenstaande onderzoeksvragen. 1.3 Opzet onderzoek Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van het Sociaal Fonds Verblijfsrecreatie en is begeleid door de Branche Begeleidings Commissie (BBC) Arboplusconvenant Verblijfsrecreatie en Zweminrichtingen Monitor arboconvenanten Overeenkomstig met de afspraken met het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) is in deze nulmeting van de arbeidsomstandigheden in de verblijfsrecreatie en zweminrichtingen (grotendeels) gebruik gemaakt van de standaardmodules van de Monitor Arboconvenanten. Het ministerie heeft de Monitor Arboconvenanten laten ontwikkelen met als doel een instrument te hebben om arbeidsrisico s in verschillende sectoren in beeld te brengen. De Monitor Arboconvenanten is een modulair opgebouwde schriftelijke vragenlijst, bestemd voor werknemers. 12
13 De Monitor Arboconvenanten bestaat uit een aantal modules: Persoonsgegevens Werkdruk en werkstress Fysieke belasting Beeldschermwerk Bewegingsapparaat Agressie en geweld Verzuim Reïntegratie. De modules zijn verdeeld in thema s, waarbij elk thema uit enkele vragen bestaat. De structuur en opzet van de vragenlijst liggen vast en ook de wijze van gegevensverwerking en analyses is voorgeschreven. Daarmee vormt de Monitor Arboconvenanten een instrument waarmee in verschillende branches op een uniforme wijze de ontwikkelingen in arbeidsrisico s kan worden gemeten. Voor de nulmeting in de sectoren verblijfsrecreatie en zweminrichtingen is gebruik gemaakt van de volgende modules: Persoonsgegevens Bewegingsapparaat Fysieke belasting Verzuimgegevens Agressie en geweld. Hieraan is nog een module over fysische werkomstandigheden toegevoegd, die door Research voor Beleid zelf is ontwikkeld, in overleg met de BBC. Bij de module persoonsgegevens zijn, eveneens in overleg met de BBC, een aantal sectorspecifieke aanpassingen gedaan. Ten eerste zijn twee vragen toegevoegd over het type bedrijf en het type werkzaamheden van de werknemer. Ten tweede zijn de antwoordcategorieën bij de vraag over het type dienstverband aangepast aan de in de CAO gehanteerde begrippen. In bijlage zes is een exemplaar van de gehanteerde vragenlijst opgenomen Steekproef werknemers Om de vragenlijst te kunnen verspreiden, moeten namen en adressen van werknemers in de sectoren verblijfsrecreatie en zweminrichtingen beschikbaar zijn. Research voor Beleid heeft diverse opties overwogen. Een eerste mogelijkheid was het verkrijgen van de adresgegevens via de vakbonden. Dit heeft echter als nadeel dat wellicht geen representatief beeld wordt verkregen van de populatie, aangezien niet alle werknemers lid zijn van een vakbond. Een andere mogelijkheid was het verspreiden van de vragenlijsten via werkgevers. Een belangrijk nadeel van deze methode is de afhankelijkheid van de medewerking van de werkgevers, waardoor mogelijk een deel van de doelgroep niet wordt bereikt. In overleg met de BBC is daarom gekozen om gebruik te maken van het UWV (uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen) voor het verzenden van de vragenlijsten. Het UWV bezit namelijk de adresgegevens van alle werknemers in Nederland. De BBC heeft Research voor Beleid voorzien van een overzicht van de UWV aansluitnummers van de bedrijven in de sectoren verblijfsre- 13
14 creatie en zweminrichtingen. Op basis van deze aansluitnummers heeft het UWV een steekproef getrokken uit het bestand met alle werknemers van de bedrijven in beide sectoren Uitvoering schriftelijke enquête De schriftelijke vragenlijst is verzonden op 3 juni De werknemers hadden tot en met 30 juni de tijd om de vragenlijst in te vullen en te retourneren. De vragenlijst is gestuurd naar medewerkers in zweminrichtingen en werknemers in de verblijfsrecreatie. Om de respons te verhogen hebben de werknemers twee weken na de verzending van de vragenlijsten een herinneringskaartje ontvangen waarin zij nogmaals werden gevraagd deel te nemen aan het onderzoek. De geretourneerde vragenlijsten zijn gescand. De gegevens zijn door de onderzoeker in samenwerking met het Analysebureau van Research voor Beleid opgeschoond, bewerkt en geanalyseerd. 1.4 Respons In totaal zijn vragenlijsten verstuurd naar werknemers in de verblijfsrecreatie en zweminrichtingen. Daarvan zijn exemplaren geretourneerd. Tabel 1.1 geeft de respons per sector weer. Tabel 1.1 Responsoverzicht aantal verstuurd aantal ingevuld retour responspercentage verblijfsrecreatie % zweminrichtingen % totaal % Om na te gaan of de behaalde respons representatief is voor de gehele branche zijn de beschikbare gegevens over de totale onderzoekspopulatie opgevraagd bij het UWV. Het UWV heeft Research voor Beleid - na de totstandkoming van het conceptrapport - voorzien van een overzicht van de werknemers naar geslacht en leeftijd. Geconcludeerd kan worden dat de verdeling naar geslacht in de steekproef goed overeenkomt met de verdeling in de populatie. De respons wordt voldoende representatief geacht voor de gehele branche. Wel wijkt de verdeling naar leeftijd in de steekproef in lichte mate af van die in het totale werknemersbestand. Er hebben iets meer oudere werknemers gereageerd. De verschillen zijn echter niet der mate groot dat een weging wezenlijk andere resultaten tot gevolg heeft. In de bijlagen met tabellen zijn de resultaten zoveel mogelijk uitgesplitst naar verschillende achtergrondkenmerken, om een indruk te krijgen van de resultaten per subgroep. In bijlage 1 is een overzicht opgenomen van de achtergrondkenmerken van de respondenten, zoals de leeftijd, het geslacht, opleidingsniveau en soort werkzaamheden. 14
15 1.5 Leeswijzer Hoofdstuk 2 van dit rapport beschrijft de ziekteverzuimgegevens in de verblijfsrecreatie en zweminrichtingen. Daarna wordt in de hoofdstukken 3, 4 en 5 ingegaan op de mate waarin werknemers in deze sectoren blootstaan aan arbeidsrisico s: fysieke belasting agressie en geweld belastende fysische werkomstandigheden. Hoofdstuk 3 behandelt de lichamelijke belasting van werknemers in de verblijfsrecreatie en zweminrichtingen. Hierin wordt beschreven in hoeverre de werknemers moeten tillen, repeterende bewegingen maken of in een belastende houding hun werk verrichten. Hoofdstuk 4 beschrijft in welke mate werknemers te maken hebben gehad met incidenten met agressie en geweld op het werk. Hoofdstuk 5 gaat in op de fysische werkomstandigheden in de sector zweminrichtingen. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om eventuele problemen met geluid, temperatuur, luchtvochtigheid of chloor. 15
16 16
17 2 Ziekteverzuimgegevens 2.1 Inleiding Een van de doelstellingen van het arboplusconvenant verblijfsrecreatie en zweminrichtingen is het terugdringen van het ziekteverzuim en het reduceren van de WAO-instroom. Om hier in het convenant afspraken over te kunnen maken, is het van belang de huidige stand van zaken met betrekking tot het ziekteverzuim in kaart te brengen. Aan de werknemers in de verblijfsrecreatie en zweminrichtingen is de module ziekteverzuimgegevens uit de Monitor Arboconvenanten voorgelegd, met vragen over het verzuim in de afgelopen 12 maanden, vanwege ziekte, ongeval of andere gezondheidsredenen van zichzelf. Behalve in de omvang en frequentie van het ziekteverzuim, geeft dit hoofdstuk tevens inzicht in de achterliggende oorzaken en de klachten waarmee medewerkers zich ziek melden. De volgende paragraaf gaat in op de ziekteverzuimgegevens zoals de omvang, frequentie en duur. De derde paragraaf gaat in op de achtergronden van het ziekteverzuim, zoals de klachten waarmee men zich ziek heeft gemeld en achterliggende oorzaken. 2.2 Verzuimgegevens In bijlage 2 staan de complete onderzoeksresultaten weergegeven met betrekking tot het ziekteverzuim. De belangrijkste resultaten - om de onderzoeksvragen te kunnen beantwoorden - worden in deze paragraaf gepresenteerd. Aan de werknemers is gevraagd naar zowel de frequentie als de duur van het ziekteverzuim over de afgelopen 12 maanden wegens ziekte, ongeval of andere gezondheidsredenen van zichzelf. De Monitor Arboconvenanten verstaat naast volledig verzuim van het werk ook minder uren of dagen werken dan normaal onder ziekteverzuim. Een normaal zwangerschapsverlof wordt niet als ziekteverzuim opgevat. Omvang en duur verzuim Allereerst staan we stil bij de mate waarin werknemers zich ziek hebben gemeld. In figuur 2.1 valt af te lezen hoe lang werknemers in de verblijfsrecreatie en zweminrichtingen het afgelopen jaar (in totaal) hebben verzuimd. Figuur 2.1 Duur ziekteverzuim afgelopen 12 maanden 4% 5% 13% 52% helemaal niet (0 dagen) minder dan 1 week 1 t/m 4 weken 5 t/m 10 weken 11 weken of langer 26% 17
18 Meer dan de helft van de werknemers in de verblijfsrecreatie en zweminrichtingen zegt het afgelopen jaar helemaal niet te hebben verzuimd. Ruim een kwart van de medewerkers heeft minder dan een week van het werk verzuimd vanwege gezondheidsredenen van zichzelf. Ongeveer een op de tien werknemers heeft in totaal een tot en met vier weken van het werk verzuimd. Minder dan 10% van de werknemers in de branche heeft het afgelopen jaar 5 weken of langer van het werk verzuimd. Indien de verzuimgegevens naar achtergrondkenmerken van de werknemer worden bekeken dan vallen de volgende aspecten op: Medewerkers in de verblijfsrecreatie hebben het afgelopen jaar vaker helemaal niet verzuimd dan medewerkers in de zweminrichtingen (50% tegenover 53%). Medewerkers van kleinere organisaties (minder dan 10 werknemers) hebben de afgelopen 12 maanden vaker helemaal niet verzuimd dan werknemers van grotere bedrijven. Mannen hebben het afgelopen jaar vaker helemaal niet verzuimd van het werk dan vrouwen (57% tegenover 49%). Frequentie verzuim Van de personen die zich het afgelopen jaar hebben ziek gemeld, zegt meer dan de helft dat dit slechts eenmalig was. Uit tabel 2.1 blijkt dat werknemers in de verblijfsrecreatie zich vaker slechts eenmalig hebben ziek gemeld dan werknemers in zweminrichtingen. Tabel 2.1 Frequentie verzuim naar sector verblijfsrecreatie zweminrichtingen totaal 1 keer 57% 50% 54% 2 keer 26% 31% 28% 3 keer of vaker 17% 19% 18% totaal aantal respondenten De gemiddelde meldingsfrequentie van het verzuim onder werknemers in de verblijfsrecreatie en zweminrichtingen die de afgelopen 12 maanden hebben verzuimd van het werk wegens ziekte is 0,9 keer. De meldingsfrequentie is het hoogst bij de volgende twee functiecategorieën: ontvangst/veiligheid (1,1) en horeca/recreatie/vermaak of winkel (1,1). Verzuimpercentage Om een beeld te krijgen in het verzuimpercentage in de branche is getracht het percentage te berekenen op basis van de antwoorden over de duur van het verzuim in de afgelopen 12 maanden en het geschatte aantal werkdagen 1. Hieruit volgt een gemiddeld ziekte verzuimpercentage (exclusief zwangerschapsverlof) van 3,9%. Per sector ligt het ziekteverzuimpercentage op 4,0% in de verblijfsrecreatie en 3,8% in de zweminrichtingen. Het ziekteverzuimpercentage onder vrouwelijke medewerkers ligt gemiddeld hoger dan onder de mannelijke werknemers (4,1% tegenover 3,3%). 1 In de nulmeting in de verblijfsrecreatie en zweminrichtingen is niet gevraagd naar het aantal dagen dat men werkzaam is. Op basis van de omvang van het contract (het aantal uren in de week) is hiervan een schatting gemaakt. 18
19 Opgemerkt wordt dat het slechts gaat om een indicatie van het werkelijke ziekteverzuimpercentage in de branche. In de eerste plaats is het vermelde ziekteverzuimpercentage gebaseerd op antwoorden van de werknemers zelf. Onze ervaring met andere onderzoeken leert dat de inschatting van de werknemers van de duur van hun eigen ziekteverzuim over het algemeen aan de lage kant is. Het geconstateerde ziekteverzuimpercentage in deze nulmeting is bovendien omgeven door nauwkeurigheidsmarges. Deze marges komen voort uit het karakter van de meting van deze cijfers, namelijk door middel van een steekproef uit een grotere populatie. Geconludeerd kan worden dat het ziekteverzuimpercentage - volgens de werknemers - in de populatie in elk geval ligt tussen de 3,2% en 4,7%. Het landelijk gemiddelde ziekteverzuimpercentage (exclusief zwangerschapsverlof) lag volgens cijfers van het CBS in 2003 op 4,7%. Het ziekteverzuim in de branche horeca, waar ook de sector verblijfsrecreatie onder valt, lag in 2003 volgens het CBS op 2,6% (bron: Statline, 2003). Voor de branche gezondheidszorg en welzijn, waarin ook de zweminrichtingen zijn vertegenwoordigd, meldt het CBS een gemiddeld ziekteverzuimpercentage (exclusief zwangerschapsverlof) van 5,8% in Huidige situatie Van de werknemers die zich het afgelopen jaar hebben ziek gemeld, geeft 17% aan dat het ziekteverzuim verband houdt met een langdurige aandoening, ziekte of handicap. Van de werknemers die zich het afgelopen jaar hebben ziek gemeld is 9% op dit moment helemaal niet aan het werk en 4% werkt minder uren dan normaal. 2.3 Klachten en oorzaken ziekteverzuim Werkgerelateerd Aan alle respondenten die het afgelopen jaar ziek zijn geweest is gevraagd in hoeverre de gezondheidsklachten waarmee zij zich hebben ziek gemeld werkgerelateerd zijn. Tabel 2.2 Gezondheidsklachten werkgerelateerd, naar sector verblijfsrecreatie zweminrichtingen totaal ja, hoofdzakelijk het gevolg van mijn werk 8% 13% 10% ja, voor een deel gevolg van mijn werk 18% 25% 21% nee, geen gevolg van mijn werk 68% 55% 62% weet niet 6% 7% 6% totaal aantal respondenten Ruim 60% van de werknemers is van mening dat de klachten waarmee zij zich hebben ziek gemeld geen gevolg waren van het werk. Ongeveer 30% denkt dat de klachten hoofdzakelijk of deels het gevolg waren van het werk. Werknemers in de zweminrichtingen schrijven hun klachten aanzienlijk vaker toe aan hun werk dan werknemers in de verblijfsrecreatie (38% tegenover 26%). Tabel 2.3 laat zien welk percentage van bepaalde groepen werknemers - van diegenen die zich het afgelopen jaar hebben ziek gemeld - de klachten hoofdzakelijk of gedeeltelijk toeschrijft aan het werk. Hierbij is een uitsplitsing gemaakt naar achtergrondkenmerken. 19
20 Tabel 2.3 Percentage werknemers dat hun klachten toeschrijft aan het werk 1, op het aantal personen dat zich het afgelopen jaar heeft ziek gemeld, naar achtergrondkenmerken percentage n = geslacht vrouw 33% 358 man 29% 172 leeftijd jonger dan 25 jaar 20% t/m 34 jaar 34% t/m 44 jaar 25% t/m 54 jaar 43% jaar of ouder 39% 59 opleidingsniveau lagere school/basisonderwijs 25% 28 vmbo/lbo/mavo 33% 173 havo/vwo 25% 76 mbo 36% 199 hbo/wo 25% 62 aantal jaren in sector korter dan 2 jaar 17% 53 2 tot en met 5 jaar 31% tot en met 10 jaar 33% tot en met 15 jaar 32% jaar of langer 44% 90 functie techniek en groen 40% 47 ontvangst en veiligheid 25% 71 schoonmaak en logistiek 39% 49 zwembad 44% 135 horeca, winkel of recreatie/vermaak 21% 146 leidinggevend/staf/administratie 26% 90 omvang dienstverband minder dan 12 uur 19% tot 20 uur 37% tot 32 uur 35% tot en met 40 uur 37% 183 soort contract fulltime 37% 163 flexitime 22% 82 parttime, vast 38% 236 hulpkracht 2% 54 Vrouwen schrijven hun klachten iets vaker toe aan het werk dan mannen. Werknemers van 45 jaar en ouder zeggen vaker dat hun gezondheidsklachten (mede) door het werk worden veroorzaakt dan jongere werknemers. Vooral personen die al 16 jaar of langer in de sector werkzaam zijn, geven aan dat hun klachten volledig of gedeeltelijk door het werk worden veroorzaakt. In drie functiegroepen schrijven werknemers hun klachten relatief vaak toe aan het werk, namelijk: techniek en groen, schoonmaak en logistiek en zwembadpersoneel. 1 Hierin zijn de respondenten meegenomen die hun klachten volledig of gedeeltelijk aan het werk toeschrijven. 20
21 Klachten Aan de personen die hebben aangegeven dat zij zich het afgelopen jaar hebben ziek gemeld, is gevraagd wat voor soort klachten zij hebben en aan welke omstandigheden op het werk zij deze klachten toeschrijven. Tabel 2.4 geeft aan welk percentage van de werknemers, die het afgelopen jaar ziek zijn geweest en dit deels of volledig aan het werk toeschrijven, bepaalde klachten heeft genoemd. Tabel 2.4 Gezondheidsklachten genoemd door percentage werknemers 1 verblijfsrecreatie zweminrichtingen totaal griep, verkoudheid 33% 55% 44% rugklachten 34% 24% 29% klachten nek, schouders, handen, polsen 28% 13% 20% klachten heup, benen, voeten, knieën 21% 19% 19% klachten luchtwegen 7% 30% 19% psychische klachten, overspannen, burn-out 28% 10% 18% huidklachten, allergie 5% 10% 7% conflict op het werk 6% 7% 6% klachten maag of darmen 10% 3% 6% klachten oren, ogen 1% 8% 5% klachten hart en vaatstelsel 2% 1% 2% overige klachten 2 18% 13% 15% Griep en verkoudheid wordt het meest genoemd als klacht door werknemers in de verblijfsrecreatie en zweminrichtingen. Dit is op het eerste gezicht geen klacht die wordt veroorzaakt door het werk. Dat respondenten deze klacht toch noemen als werkgerelateerd heeft vooral te maken met de vraagstelling. Indien een respondent zich tweemaal ziek heeft gemeld, eenmaal met griep en eenmaal door een werkgerelateerde klacht, kan men in de vragenlijst beide klachten aankruisen. Als vervolgens wordt gevraagd of de klachten werkgerelateerd zijn, zal het antwoord waarschijnlijk zijn: ja gedeeltelijk. Indien beide sectoren onderling worden vergeleken dan valt op dat werknemers in de verblijfsrecreatie vaker aangegeven last te hebben gehad van de rug, schouders of nek dan medewerkers in zweminrichtingen. Ook psychische klachten (overspannen, burn-out) worden vaker ervaren door werknemers in de verblijfsrecreatie dan door medewerkers van zweminrichtingen. Vooral klachten aan de luchtwegen en huid- of allergische klachten worden door werknemers van zweminrichtingen vaker genoemd dan door medewerkers in de verblijfsrecreatie. Ook het percentage werknemers dat last heeft gehad van griep en verkoudheid ligt hoger in de sector zweminrichtingen. Mogelijk wordt dit hoge percentage griep en verkoudheid onder werknemers van zweminrichtingen mede veroorzaakt doordat, zoals in de toelichting soms is aangegeven, medewerkers bij het zwemles geven veel in contact komen met kleine kinderen, waardoor zij een groter risico hebben een virus op te lopen. 1 Hierbij gaat het om werknemers die het afgelopen jaar ziek zijn geweest in verband met werkgerelateerde klachten. 2 Als overige klacht wordt vooral migraine (en/of hoofdpijn) veel genoemd. 21
22 Werkomstandigheden Tabel 2.5 geeft weer aan welke werkomstandigheden de medewerkers in de verblijfsrecreatie en zweminrichtingen hun werkgerelateerde klachten toeschrijven. Tabel 2.5 Omstandigheden die volgens werknemers hun klachten (mede) veroorzaken verblijfsrecreatie zweminrichtingen totaal problemen met geluid of klimaat 14% 58% 37% werkdruk, werkstress 46% 21% 33% lichamelijk te zwaar (tillen, lang staan, etc) 43% 24% 33% langdurig dezelfde handelingen verrichten (computer) 16% 12% 14% problemen met leiding, werkgever 14% 12% 13% emotioneel te zwaar (door omgaan met gasten, etc) 4% 6% 5% problemen met collega's of ondergeschikten 8% 2% 5% bedrijfsongeval 7% 3% 5% problemen met gasten, klanten 1% 2% 2% geweld, seksuele intimidatie 1% 1% 1% overige omstandigheden 16% 16% 16% totaal Drie soorten werkomstandigheden worden het meest genoemd. Het gaat om problemen met geluid of klimaat, de lichamelijke belasting en werkdruk/werkstress. De werkomstandigheden waaraan de werknemers hun klachten toeschrijven verschillen per sector. Problemen met geluid, temperatuur of luchtvochtigheid worden het vaakst genoemd door werknemers van zweminrichtingen. Werknemers van de verblijfsrecreatie noemen relatief vaker de werkdruk of werkstress en ook de lichamelijke belasting als veroorzakers van hun klachten. Problemen met leidinggevenden of collega s komen eveneens vaker voor in de verblijfsrecreatie dan in de zweminrichtingen. 2.4 Conclusies In de voorgaande paragrafen zijn alle resultaten met betrekking tot ziekteverzuimgegevens aan de orde gekomen. In deze slotparagraaf wordt antwoord gegeven op de twee onderzoeksvragen ten aanzien van ziekteverzuim. Wat is de omvang, frequentie en duur van het ziekteverzuim in de sectoren verblijfsrecreatie en zweminrichtingen? 48% van alle werknemers in de sectoren verblijfsrecreatie en zweminrichtingen heeft de afgelopen 12 maanden het werk verzuimd vanwege ziekte, ongeval of andere gezondheidsklachten. De omvang van het verzuim is in de zweminrichtingen iets hoger dan in de verblijfsrecreatie. Medewerkers van grotere organisaties (10 of meer werknemers) hebben het afgelopen jaar vaker van het werk verzuimd dan werknemers van kleinere organisaties. Het ziekteverzuim in de sectoren verblijfsrecreatie en zweminrichtingen is vooral kortdurend. Van de werknemers die verzuimd hebben, duurde het verzuim in 55% van de gevallen minder dan 1 week. Ook de frequentie waarmee werknemers zich hebben ziek gemeld ligt niet erg hoog: gemiddeld 1,9 keer. 22
23 Op basis van de antwoorden van werknemers over de afgelopen 12 maanden blijkt een gemiddeld ziekteverzuimpercentage in de totale branche van 3,9%. Per sector ligt het ziekteverzuimpercentage op 4,0% in de verblijfsrecreatie en 3,8% in de zweminrichtingen. Het CBS meldt voor de totale branche cultuur, recreatie en overige dienstverlening een gemiddeld ziekteverzuimpercentage (exclusief zwangerschapsverlof) van 4,1% in Wat zijn de oorzaken en achtergronden van het ziekteverzuim? Griep en verkoudheid zijn de belangrijkste oorzaak voor het ziekteverzuim. Op de tweede plaats zijn het met name rugklachten en klachten aan de nek en schouders die het verzuim veroorzaken. Volgens ongeveer 60% van de werknemers die de afgelopen 12 maanden hun werk hebben verzuimd, is hun gezondheidsklacht niet veroorzaakt door het werk. Van de werknemers in de verblijfsrecreatie is 26% van mening dat de klachten die het ziekteverzuim hebben veroorzaakt (deels of volledig) werk gerelateerd zijn. In de zweminrichtingen is dat percentage 38%. Drie groepen werknemers schrijven hun klachten relatief vaak toe aan het werk, namelijk: techniek en groen, schoonmaak en logistiek en zwembadpersoneel. De meest genoemde oorzaken van de werk gerelateerde klachten in de verblijfsrecreatie zijn werkdruk/werkstress en de lichamelijke belasting. In zweminrichtingen gaat het vooral om de fysische werkomstandigheden, zoals problemen met het klimaat en geluid. Werknemers in de verblijfsrecreatie - die hun gezondheidsklachten aan het werk toeschrijven - geven vaker aan last te hebben gehad van de rug, schouders of nek dan medewerkers in zweminrichtingen. Ook psychische klachten (overspannen, burn-out) worden vaker ervaren door werknemers in de verblijfsrecreatie. De gezondheidsklachten van werknemers in zweminrichtingen betreffen relatief vaak klachten aan de luchtwegen of huid- en/of allergie. 23
24 24
25 3 Fysieke belasting Een van de arbeidsrisico s die de sociale partners in de verblijfsrecreatie en zweminrichtingen willen terugdringen is de fysieke belasting. Op basis van de module fysieke belasting uit de Monitor Arboconvenanten is dit risico geïnventariseerd. Dit hoofdstuk geeft inzicht in de mate waarin werknemers in de verblijfsrecreatie en zweminrichtingen in hun werk hebben te maken met lichamelijke belasting. Hierbij wordt ingegaan op enkele aspecten van fysieke belasting, zoals tillen, houding en de manier van bewegen. We gaan in op de mate waarin werknemers hebben te maken met fysieke belasting tijdens het werk en wat hiervan de belangrijkste oorzaken zijn. In de laatste paragraaf conclusies wordt eveneens ingegaan op de onderzoeksvraag of een relatie bestaat tussen het arbeidsrisico fysieke belasting en het ziekteverzuim. 3.1 Tillen De werknemers in de sectoren verblijfsrecreatie en zweminrichtingen hebben enkele vragen beantwoord over de mate waarin zij in hun werk zware lasten moeten tillen. Zij hebben hierbij aangegeven in welke frequentie dit gebeurt. In tabel B3.4 in bijlage 3 staan alle onderzoeksresultaten over het tillen op een rij. In deze paragraaf worden de belangrijkste uitkomsten gepresenteerd. Eenderde van de werknemers in de verblijfsrecreatie en zweminrichtingen geeft aan vaak of regelmatig lasten van meer dan 5 kilo te moeten tillen 1. 6% van de werknemers tilt vaak of regelmatig zeer zware lasten van meer dan 25 kilo. Werknemers in de verblijfsrecreatie moeten vaker zware lasten tillen, dragen, duwen of trekken dan werknemers in de zweminrichtingen. Vooral mannelijke medewerkers en werknemers in de techniek en groen geven aan zware lasten te moeten te tillen. Als de werknemers werken met een last van meer dan 5 kilo, dan moeten ze de last vaker tillen dan duwen, trekken of dragen. Bij lasten van meer dan 25 kilo wordt vaker geduwd of getrokken dan getild en gedragen. Indien wordt gekeken naar de verzwarende omstandigheden waarin wordt getild, dan blijkt dat het tillen met één hand hierbij het meeste voor komt. Het tillen met de last ver van het lichaam is de minst gebruikelijke manier van tillen. Kengetallen blootstelling aan arbeidsrisico tillen In de Monitor Arboconvenanten worden hulpvariabelen berekend om te bekijken welk deel van de werknemers regelmatig lasten van 5 kilo of meer dan wel 25 kilo of meer moeten tillen en daarmee tot de risicogroep behoort. Een werknemer behoort tot de risicogroep tillen van zeer zware lasten als een of meer van de vragen over het tillen, dragen, duwen of trekken van lasten van 25 kg of meer is beantwoord met heel vaak of regelmatig. Het percentage werknemers dat een verhoogd risico loopt op uitval door bovengenoemd arbeidsrisico ligt in de verblijfsrecreatie en 1 Dit is vrijwel gelijk aan het landelijk gemiddelde dat ligt op 34% (Bron: De Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden 2003, TNO Arbeid, 2004, pagina 57) 25
26 zweminrichtingen op 9%. Het landelijk gemiddelde uit de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden ligt op 11,7% 1. Als het gaat om het tillen (dragen, duwen of trekken) van zware lasten (van 5 kilo of meer) behoort 40% van de werknemers in de verblijfsrecreatie en zweminrichtingen tot de risicogroep. Dat wil zeggen dat een of meer van de vragen over het tillen van zware lasten van 5 kg of meer is beantwoord met heel vaak of regelmatig. Behalve de blootstelling aan het arbeidsrisico tillen kan tevens worden gekeken of sprake is van tillen onder een verzwarende omstandigheid. Dit kengetal is berekend aan de hand van de antwoorden op de vragen over de manier waarop wordt getild. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om het tillen in een ongemakkelijke houding, met één hand, in een gedraaide houding of met een last ver van het lichaam. De werknemer behoort tot de risicogroep tillen onder een verzwarende omstandigheid als een of meerdere van de bovengenoemde vragen over verzwarende omstandigheden met vaak of regelmatig is beantwoord. In tabel 3.1 staan de kengetallen uitgesplitst naar sector vermeld. Tabel 3.1 Kengetallen fysieke belasting naar sector verblijfsrecreatie zweminrichtingen totaal tillen > 5 kg 45% 33% 40% tillen > 25 kg 12% 6% 9% verzwarende omstandigheid 25% 18% 22% In de verblijfsrecreatie is het percentage werknemers dat een verhoogd risico loopt op ziekteverzuim of wao-instroom door het tillen van zware lasten hoger dan in de zweminrichtingen. In de verblijfsrecreatie wordt bovendien ook iets vaker onder verzwarende omstandigheden getild dan in de zweminrichtingen. 3.2 Houding en beweging De werknemers in de verblijfsrecreatie en zweminrichtingen hebben tevens aangegeven in hoeverre zij in een gedraaide houding moeten werken of lang achtereen in eenzelfde houding hun werkzaamheden verrichten. In tabel B3.5 in bijlage 3 staan alle gegevens over de werkhouding weergegeven. In deze paragraaf wordt ingegaan op de belangrijkste uitkomsten. Houding Uit de antwoorden op de vragen over de houding van de werknemers in de verblijfsrecreatie en zweminrichtingen komen de volgende aspecten naar voren: Bijna 65% van de werknemers moet in hun werk vaak of regelmatig lang achtereen staan of lopen. Van de werknemers jonger dan 25 jaar geeft driekwart aan vaak of regelmatig lang achtereen te moeten staan of lopen. Onder deze jonge werknemers bevinden zich relatief veel medewerkers die werkzaam zijn in de horeca (of winkel, recreatie en vermaak). Van de werknemers in zweminrichtingen geeft bijna de helft aan vaak lang achtereen te moeten staan en 1 Bron: De Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden 2003, TNO Arbeid, 2004, pagina
27 bijna 40% zegt vaak lang achtereen te moeten lopen. Indien de resultaten worden bekeken per functie van de werknemer blijkt eveneens dat vooral medewerkers in zwembaden en horecamedewerkers relatief vaker lang achtereen moeten staan of lopen. Uit het onderzoek komt verder naar voren dat ongeveer 60% van de werknemers in de verblijfsrecreatie en zweminrichtingen vaak of regelmatig in het werk moet buigen of draaien met het bovenlichaam, hoofd of nek en polsen of handen. Het - al of niet langdurig - buigen of draaien met het lichaam komt vaker voor in zweminrichtingen dan in de verblijfsrecreatie. Ongeveer een kwart van de werknemers moet vaak of regelmatig lang achtereen in een gedraaide houding met het bovenlichaam werken. Vrouwen geven vaker aan in hun werk lang achtereen in een voorovergebogen of gedraaide houding te moeten werken dan mannen. Tevens blijkt dat medewerkers in de schoonmaak en logistiek en zwembadpersoneel vaker lang achtereen in een voorovergebogen of gedraaide houding werken dan werknemers in andere functies. Geknield of gehurkt werken en ver reiken komt in de verblijfsrecreatie en zweminrichtingen niet met grote regelmaat voor: 18% van de werknemers zegt vaak of regelmatig geknield te werken en 21% zegt vaak of regelmatig ver te moeten reiken. Van de werknemers geeft 51% aan dat zij helemaal niet boven schouderhoogte werken en 53% zegt niet onder kniehoogte te werken. Het gemiddeld aantal minuten per dag dat werknemers boven schouderhoogte werken is bijna 50 minuten. Het gemiddeld aantal minuten per dag dat men beneden kniehoogte werkt is 33 minuten. In de verblijfsrecreatie werken medewerkers relatief vaker boven schouderhoogte of beneden kniehoogte dan in de zweminrichtingen. Medewerkers in de techniek en groen geven vaker aan boven schouderhoogte en beneden kniehoogte te werken dan werknemers in andere functies (zie tabel B3.8). Tevens blijkt dat mannen vaker boven schouderhoogte en beneden kniehoogte werken dan vrouwen (zie tabel B3.9). Kracht, trilling en beweging Ongeveer eenderde van de werknemers zegt vaak of regelmatig kracht te zetten met armen of handen. Werken met trillend gereedschap (7%) of grote kracht uit moeten oefenen op gereedschappen (11%) komt in de verblijfsrecreatie en zweminrichtingen niet met grote regelmaat voor. Werknemers in de verblijfsrecreatie rijden vaker in voertuigen dan medewerkers van zweminrichtingen (zie tabel B3.7). Ongeveer tweederde van de medewerkers geeft aan in het werk vaak of regelmatig lichamelijk actief in beweging te zijn. Ruim 40% van de werknemers zegt dat hij of zij aan het eind van de dag lichamelijk moe is. Bijna 40% is het (helemaal) eens met de stelling dat het werk lichamelijk belastend is. Des te langer men in de sector werkzaam is, des te vaker vindt men het werk lichamelijk belastend. Werknemers van zweminrichtingen zijn vaker van mening dat hun werk lichamelijk belastend is dan medewerkers in de verblijfsrecreatie. Zij geven eveneens vaker aan lichamelijk moe te zijn aan het eind van de dag. 27
Arbeidsomstandigheden in de Ambulancezorg
Arbeidsomstandigheden in de Ambulancezorg Nulmeting Arboconvenant Eindrapport Een onderzoek in opdracht van de Branchebegeleidingscommissie Arboconvenant Ambulancezorg Marieke Vonk Mirjam Engelen B2941
Nadere informatie6 Meervoudige problematiek bij werknemers
6 Meervoudige problematiek bij werknemers Maroesjka Versantvoort (SCP) en Lando Koppes (TNO) 6.1 Inleiding Werknemers met meervoudige problematiek staan centraal in dit hoofdstuk. Uitgangspunt is de definitie
Nadere informatieEFFECTIVITEIT VAN ARBOMAATREGELEN
EFFECTIVITEIT VAN ARBOMAATREGELEN 22 maart 2013 Rapport voor Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid EFFECTIVITEIT VAN ARBOMAATREGELEN Rapport voor Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Nadere informatieHoge werktevredenheid geen garantie voor doorwerken tot pensioen
Hoge werktevredenheid geen garantie voor doorwerken tot pensioen 11 Meeste werknemers tevreden met het werk Acht op de tien werknemers (zeer) tevreden met hun werk Vrouwen vaker tevreden dan mannen Werknemers
Nadere informatieWERKNEMERS EN ARBEIDSONGESCHIKTHEID
WERKNEMERS EN ARBEIDSONGESCHIKTHEID In opdracht van Delta Lloyd Maart 2015 1 Inhoudsopgave 1. Management Summary 2. Onderzoeksresultaten Verzuim Kennis en verzekeringen Communicatie Opmerkingen 3. Onderzoeksverantwoording
Nadere informatieServicecentrum Particuliere Beveiliging
2014 Achtergrondinformatie Beveiligingsbranche Circa 300 bedrijven vallen onder de cao Particuliere Beveiliging. In de branche zijn naar schatting 30.000 beveiligers actief, 80% daarvan is werkzaam bij
Nadere informatieWerkbelevingsonderzoek 2013
Werkbelevingsonderzoek 2013 voorbeeldrapport Den Haag, 17 september 2014 Ipso Facto beleidsonderzoek Raamweg 21, Postbus 82042, 2508EA Den Haag. Telefoon 070-3260456. Reg.K.v.K. Den Haag: 546.221.31. BTW-nummer:
Nadere informatieVerzuim als gevolg van arbeidsrisico s en zelf opgegeven verzuimredenen
Verzuim als gevolg van arbeidsrisico s en zelf opgegeven verzuimredenen Deelresultaten Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden 2003 Nederlandse Organisatie voor toegepastnatuurwetenschappelijk onderzoek
Nadere informatieLangdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking Geeke Waverijn, Mieke Rijken
Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking, G. Waverijn & M. Rijken, NIVEL, januari
Nadere informatieEBB 2007 - Arbeidsgehandicapten (1)
EBB 2007 - Arbeidsgehandicapten (1) CAPI CATI 14-64 jarigen of > 64 en wil werk= ja of > 64 en betwrknu = ja of > 64 en Retro.Ooit12 = ja EINDE MODULE Intro Ik wil u nu iets vragen over uw gezondheid.
Nadere informatieInventarisatie behoeften van
Inventarisatie behoeften van werkenden met een chronisch ziekte overzicht behoeften In dit deel van het onderzoek brengen we de behoefte aan praktische ondersteuning in kaart van werkenden met een chronische
Nadere informatieWerkdruk Loopbaan en scholing Pensioen Arbeidsvoorwaarden. Een onderzoek onder werknemers in de recreatie
Werkdruk Loopbaan en scholing Pensioen Arbeidsvoorwaarden Een onderzoek onder werknemers in de recreatie Onderzoeksrapport Maart 2009 Stichting Onderzoek, Horeca, Recreatie en Catering Amstelveen, 15 maart
Nadere informatieBIJLAGEN. Wel of niet aan het werk. Achtergronden van het onbenut arbeidspotentieel onder werkenden, werklozen en arbeidsongeschikten
BIJLAGEN Wel of niet aan het werk Achtergronden van het onbenut arbeidspotentieel onder werkenden, werklozen en arbeidsongeschikten Patricia van Echtelt Stella Hof Bijlage A Multivariate analyses... 2
Nadere informatieArbeidsomstandigheden
t b r o n s e k Arbeidsomstandigheden T Inleiding Wettelijke regels Veiligheid, gezondheid en welzijn Rechten en plichten Uitvoering arbobeleid Inleiding Johan ter Veer, administratief medewerker bij blikfabriek
Nadere informatieTrends in arbeidsomstandigheden
Trends in arbeidsomstandigheden Christianne Hupkens, Ingrid Beckers In 2002 werkten bijna drie op de tien personen in de werkzame onder hoge tijdsdruk. Dat is minder dan eind jaren negentig, toen eenderde
Nadere informatieNotitie. Verzuimrapportage 2e kwartaal 2014 1. AAN : Commissie Sociale Aangelegenheden en Leden van Veneca. VAN : Secretariaat Veneca
Notitie AAN : Commissie Sociale Aangelegenheden en Leden van Veneca VAN : Secretariaat Veneca DATUM : 22 september 2014 ONDERWERP : Verzuimrapportage 2e kwartaal 2014 NUMMER : 20344209 Algemeen Vanaf het
Nadere informatieTaak 1.1.8 Arbo >> Discussietaak Burcu Arslan 3T1A. Ergonomie. Arbozorg in de grafimedia
Taak 1.1.8 Arbo >> Discussietaak Burcu Arslan 3T1A Ergonomie Arbozorg in de grafimedia In de grafische sector zijn de laatste jaren behoorlijke inspanningen gedaan om een gezondere bedrijfstak te worden
Nadere informatieBarometer Gehandicaptenzorg. Samenvattend rapport Kenmerk: December 2016
Barometer Gehandicaptenzorg Samenvattend rapport Kenmerk: 20474 December 2016 1 Inhoudsopgave Geschreven voor Inleiding 3 Danielle van Essen Conclusies 5 Resultaten 7 Steekproef en verantwoording 16 2
Nadere informatieResultaten Monitor agressie en geweld 2007 versus 2004 DJI
Resultaten Monitor agressie en geweld 2007 versus 2004 DJI Werkdocument BBC DJI Orbis BV Bussum, 15 juni 2007 dr. Natacha Borgers mr. drs. Hanneke van Lindert dr. Ivo Kuijpers Bronvermelding verplicht
Nadere informatieNek/schouder en armklachten bij groepsbegeleiders in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking
Aanleiding onderzoek Nek/schouder en armklachten bij groepsbegeleiders in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking Lydi de Lange bedrijfsfysiotherapeut paramedisch team Advisium Ermelo december
Nadere informatieArbocatalogus pkgv-industrie Fysieke belasting
Arbocatalogus pkgv-industrie Fysieke belasting Bijlage 1 Quick Scan formulieren voor risico-inventarisatie (stap 1 t/m 3) Stap 1 Prioritering van afdelingen Beantwoord de onderstaande vragen en benoem
Nadere informatieOnderzoek Arbeidsongeschiktheid. In opdracht van Loyalis. juni 2013
Onderzoek Arbeidsongeschiktheid In opdracht van Loyalis juni 2013 Inleiding» Veldwerkperiode: 27 maart - 4 april 2013.» Doelgroep: werkende Nederlanders» Omdat er specifiek uitspraken gedaan wilden worden
Nadere informatieZiekteverzuim het laagst bij werknemers met een hoge mate van autonomie en veel steun van collega's en leidinggevenden
Ziekteverzuim het laagst bij werknemers met een hoge mate van autonomie en veel steun van collega's en leidinggevenden Martine Mol en Jannes de Vries Een hoge werkdruk onder werknemers komt vooral voor
Nadere informatieAgressie en geweld Onderzoeksresultaten poll
Agressie en geweld Onderzoeksresultaten poll in opdracht van FNV ADV Market Research Willem Arntszlaan 115 C 3734 EE Den Dolder www.adv-mr.com Den Dolder, maart 2010 Wim Woning MSc Index Index... 2 1.
Nadere informatieFysieke belasting in arbocatalogi 25 september 2008
Fysieke belasting in arbocatalogi 25 september 2008 dr Henk F. van der Molen 1,2 dr P. Paul F.M. Kuijer 1 prof dr Monique Frings-Dresen 1 1 voor Arbeid en Gezondheid Nederlands Centrum voor Beroepsziekten
Nadere informatieHiv op de werkvloer 2011
Grote Bickersstraat 74 1013 KS Amsterdam Postbus 247 1000 AE Amsterdam t 020 522 54 44 f 020 522 53 33 e info@tns-nipo.com www.tns-nipo.com Political & Social Samenvatting Hiv op de werkvloer 20 Natascha
Nadere informatieJonge werknemers en werkstress: een beknopte weergave van de feiten
Jonge werknemers en werkstress: een beknopte weergave van de feiten Irene Houtman & Ernest de Vroome (TNO) In het kort: Onderzoek naar de ontwikkeling van burn-outklachten en verzuim door psychosociale
Nadere informatieEen werkgever is ook verplicht zich aan allerlei wetten te houden. Een van die wetten is de Arbeidsomstandighedenwet, kortweg de Arbo-wet.
Arbo Inhoud Arbowet Als werknemer in een winkel heb je samen met de werkgever afspraken genaakt over het werk dat je doet. Dat zijn niet de enige regels waaraan een bedrijf zich moet houden. We gaan het
Nadere informatiePeriodieke Brancherapportage 2014
Periodieke Brancherapportage 2014 Peildatum: 1 januari 2015 Brancheorganisatie: Datum: Februari 2015 Sectormanager: Jaap Tinga Telefoonnummer: Zonder toestemming van de sectormanager mogen de in deze rapportage
Nadere informatieNotitie NOTITIE. Verzuimrapportage 4 e kwartaal AAN : Commissie Sociale Aangelegenheden en Leden van Veneca. VAN : Secretariaat Veneca
Notitie AAN : Commissie Sociale Aangelegenheden en Leden van Veneca VAN : Secretariaat Veneca DATUM : juli 2013 ONDERWERP : Verzuimrapportage 1e 2013 NUMMER : 20216018 Algemeen Vanaf het 2004 verzorgt
Nadere informatieArbeidsgehandicapten in Nederland
Arbeidsgehandicapten in Nederland Ingrid Beckers In 2003 waren er in Nederland ruim 1,7 miljoen arbeidsgehandicapten; 15,8 procent van de 15 64-jarige bevolking. Het aandeel arbeidsgehandicapten is daarmee
Nadere informatieEen effectiviteitsanalyse van de
Verzuimende werknemers Een effectiviteitsanalyse van de verzuimbegeleiding door Top-Care Onderzoek naar de effectiviteit van de verzuimspecifieke aanpak van Top-Care Esther Hilbers 1 In deze rapportage
Nadere informatieLichamelijke belasting op het werk en ziekteverzuim
Lichamelijke belasting op het werk en ziekteverzuim Jannes de Vries Ziekteverzuim is hoger onder werknemers met een hoge lichamelijke arbeidsbelasting en lager onder jongeren, hoogopgeleiden en mannen.
Nadere informatieNotitie. Verzuimrapportage 3e en 4e kwartaal AAN : Commissie Sociale Aangelegenheden en Leden van Veneca. VAN : Secretariaat Veneca
Notitie AAN : Commissie Sociale Aangelegenheden en Leden van Veneca VAN : Secretariaat Veneca DATUM : 2 april 2014 ONDERWERP : Verzuimrapportage 3e en 4e kwartaal 2013 NUMMER : 20299224 Algemeen Vanaf
Nadere informatieArbocatalogus Tuincentra
Arbocatalogus Tuincentra Arbocatalogus Tuincentra Voorwoord Voor u ligt de Arbocatalogus Tuincentra, het oplossingenboek voor arborisico s in tuincentra. In de tuincentra denken we bij veiligheid automatisch
Nadere informatieDé VCA-specialist van Zuid-Nederland
Toolbox: Fysieke belasting Het doel van een toolboxmeeting is om de aandacht en motivatie voor veiligheid en gezondheid binnen het bedrijf te verbeteren. Wat verstaan we onder fysieke belasting? De door
Nadere informatieAan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA Den Haag AV/RV/2001/45402
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA Den Haag Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon
Nadere informatiePeriodieke Brancherapportage 2013-2014
Periodieke Brancherapportage 2013-2014 Peildatum: 1 juli 2014 Brancheorganisatie: Datum: oktober 2014 Sectormanager: Telefoonnummer: Zonder toestemming van de sectormanager mogen de in deze rapportage
Nadere informatieRapport Onderzoek Lerarentekort
Rapport Onderzoek Lerarentekort In opdracht van: PO-Raad Utrecht, juli 2019 Postbus 681 3500 AR Utrecht Telefoon: 030 263 10 80 e-mail: info@duo-onderwijsonderzoek.nl website: www.duo-onderwijsonderzoek.nl
Nadere informatieTinnitus en arbeid. Een onderzoek naar de invloed van stressoren op tinnitus en de mogelijkheid tot werken
Rijksuniversiteit Groningen Wetenschapswinkel Geneeskunde en Volksgezondheid Universitair Medisch Centrum Groningen Tinnitus en arbeid Een onderzoek naar de invloed van stressoren op tinnitus en de mogelijkheid
Nadere informatieWelkom. Presentatie 100 Present Verzuimmanagement. #meetingeptp
Welkom Presentatie 100 Present Verzuimmanagement Even voorstellen! Start 1 januari 2016 Eigenrisicodragerschap (ERD) Ziektewet voor alle verzuimmeldingen van de flexibele medewerkers op de loonlijst van
Nadere informatieIntentieverklaring Arbeidsomstandigheden Schoonmaak- en reinigingssector
Intentieverklaring Arbeidsomstandigheden Schoonmaak- en reinigingssector Ondergetekenden, De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de heer drs. J.F. Hoogervorst, hierna te noemen: de overheid
Nadere informatieKeep it cool! Eindmeting en evaluatie van het Arboplusconvenant Recreatie. Eindrapport
Keep it cool! Eindmeting en evaluatie van het Arboplusconvenant Recreatie Eindrapport Een onderzoek in opdracht van het Sociaal Fonds Recreatie namens de BBC Recreatie Lennart de Ruig Projectnummer: B3307
Nadere informatiePeriodieke Brancherapportage 2013-2014
Periodieke Brancherapportage 2013-2014 Peildatum: 1 juli 2014 Brancheorganisatie: Datum: september 2014 Sectormanager: Telefoonnummer: Zonder toestemming van de sectormanager mogen de in deze rapportage
Nadere informatieMOTIVATIE-ONDEZOEK MEDEWERKERS
MOTIVATIE-ONDEZOEK MEDEWERKERS Instructie voor het invullen van de vragenlijst: Deze vragenlijst bestaat uit vijf modules: Module 1: De samenwerking tussen medewerkers en collega s binnen het eigen team
Nadere informatieInhoud. deel i het domein arbeid en gezondheid 31. Voorwoord 1 0
Voorwoord 1 0 1 Inleiding 1 2 1.1 Aanleiding en doelstelling 1 5 1.2 Doelstelling 2 4 1.3 Leeswijzer 2 6 deel i het domein arbeid en gezondheid 31 2 Wat is arbeid, wat is gezondheid? 3 3 2.1 Wat is arbeid?
Nadere informatieHoe staat het met de balans tussen werk en privé in de woonbranche? Nieuwegein, augustus 2010 Jeroen Kleingeld
Hoe staat het met de balans tussen werk en privé in de woonbranche? Nieuwegein, augustus 2010 Jeroen Kleingeld Inhoud 1. Inleiding... 3 1.1 Aanleiding... 3 1.2 Doelstelling... 3 1.3 Respons... 3 1.4 Representativiteit...
Nadere informatieVerzuimanalyse MBO-sector
Verzuimanalyse MBO-sector 3 e kwartaal 2011 t/m 2 e kwartaal 2012 MBO Raad Woerden, November 2012 2 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Het genereren van de verzuimgegevens... 4 3. Van registratie naar
Nadere informatieeen onderzoek naar arbeidssatisfactie in Nederland
een onderzoek naar arbeidssatisfactie in Nederland 1 februari 2009 Ausems en Kerkvliet, arbeidsmedisch adviseurs Hof van Twente www.aenk.nl Onderzoeksrapport JobMeter 2009 Inleiding Ausems en Kerkvliet,
Nadere informatieNulmeting Arboplusconvenant Kinderopvang
Nulmeting Arboplusconvenant Kinderopvang Eindrapport Een onderzoek in opdracht van het FCB Dienstverlenen in Arbeidsmarktvraagstukken Eline Nievers Felicie van Vree B3044 Leiden, 29 september 2005 Voorwoord
Nadere informatieAfwijkende werktijden
Afwijkende werktijden Deelresultaten van de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden en de TNO Arbeidssituatie Survey M.L.M. van Hooff S.N.J. van den Bossche Afwijkende werktijden Deelresultaten van de
Nadere informatieWerkdruk in het onderwijs
Rapportage Werkdruk in het primair en voortgezet onderwijs DUO ONDERWIJSONDERZOEK drs. Vincent van Grinsven dr. Eric Elphick drs. Liesbeth van der Woud Maart 2012 tel: 030-2631080 fax: 030-2616944 email:
Nadere informatieMEDEWERKERS VRAGENLIJST BRANCHE-RIE TECHNISCHE GROOTHANDEL
1 Betrekken medewerkers bij de uitvoering van de RI&E. Medewerkers zijn een belangrijke bron van informatie over veiligheid en gezondheid op het werk. Zij hebben belang bij veilige en gezonde werkomstandigheden.
Nadere informatieBEHOEFTEPEILING WERKENDEN MET EEN CHRONISCHE ZIEKTE
BEHOEFTEPEILING WERKENDEN MET EEN CHRONISCHE ZIEKTE Bijlage 1 Inventarisatie behoeften van werkenden met een chronisch ziekte: Resultaten van de vragenlijststudie November 2014 BEHOEFTEPEILING CHRONISCH
Nadere informatieZiekteverzuimanalyse van O2A5
Ziekteverzuimanalyse van O2A5 1 Ziekteverzuimanalyse van O2A5 Kalenderjaar 2007: het gehele jaar Kalenderjaar 2008: van januari 2008 tot half augustus 2008 Om een volledig beeld te kunnen vormen van de
Nadere informatieRapportage Onderzoek cao VVT
Rapportage Onderzoek cao VVT Versie 1.0 Aan Robien Hali, CNV Publieke Zaak Door Tjerk Eilander, MWM2 Datum 08-06-2012 Inhoudsopgave Inleiding & samenvatting 03 Houding ten aanzien van cao-akkoord 06 Houding
Nadere informatieWERKNEMERS ZELF AAN DE SLAG MET HUN DUURZAME INZETBAARHEID
HEALTH WEALTH CAREER MERCER WERKNEMERS- ONDERZOEK SERIES WERKNEMERS ZELF AAN DE SLAG MET HUN DUURZAME INZETBAARHEID DUURZAME INZETBAARHEID PRODUCTIEVE, GEMOTIVEERDE EN GEZONDE WERKNEMERS DIE IN STAAT ZIJN
Nadere informatieTabellenboek 'Bekendheid van verzekerden met de polisvoorwaarden en de inhoud van de zorgverzekering
Dit rapport is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding. Tabellenboek 'Bekendheid van verzekerden met de polisvoorwaarden en de inhoud van de zorgverzekering Behorende
Nadere informatieToelichting Arbochecklist Algemeen
1 2 Gegevens in te vullen door inlenende partij Let hierbij op, dat voor iedere functie en aparte checklist wordt ingevuld! Als het vak je Ja is aangekruist Voeg de kopie toe aan het dossier en zorg voor
Nadere informatieMate van tevredenheid van deelnemers aan de training in de cursuskalender
Mate van tevredenheid van deelnemers aan de training in de cursuskalender Digitaal Cursisten - Panelonderzoek 1 WoonWerk Jonna Stasse Woerden, mei 2007 In geval van overname van het datamateriaal is bronvermelding
Nadere informatieVakantiewerk onderzoek 2016 FNV Jong. Hans de Jong & Anouk Vermeulen Juni/juli 2016
Vakantiewerk onderzoek 2016 FNV Jong Hans de Jong & Anouk Vermeulen Juni/juli 2016 Achtergrond Achtergrond 2 Achtergrond SAMPLE 410 Respondenten SAMPLE CRITERIA WEging De data is gewogen op geslacht, leeftijd
Nadere informatieBedrijfsGezondheidsIndex 2006
BedrijfsGezondheidsIndex 2006 Op het werk zijn mannen vitaler dan vrouwen Mannen zijn vitaler en beter inzetbaar dan vrouwen. Dit komt mede doordat mannen beter omgaan met stress. Dit blijkt uit de jaarlijkse
Nadere informatieOnderzoek Passend Onderwijs
Rapportage Onderzoek passend onderwijs In samenwerking met: Algemeen Dagblad Contactpersoon: Ellen van Gaalen Utrecht, augustus 2015 DUO Onderwijsonderzoek drs. Liesbeth van der Woud drs. Tanya Beliaeva
Nadere informatieVragenlijst: Omgaan met agressie en geweld in het werk
Vragenlijst: mgaan met agressie en geweld in het werk Als. willen wij graag meer inzicht krijgen in de mate waarin onze medewerkers met agressie en geweld in aanraking komen en de manier waarop hiermee
Nadere informatieUITKOMSTEN MARKTONDERZOEK OMGANG MET PSYCHISCHE PROBLEMEN OP HET WERK
UITKOMSTEN MARKTONDERZOEK OMGANG MET PSYCHISCHE PROBLEMEN OP HET WERK Bron: TNS NIPO Drs. R. Hoffius Drs. I.N. Hento november 2004 Bureau AStri Stationsweg 26 2312 AV Leiden Tel.: 071 512 49 03 Fax: 071
Nadere informatievinger aan de pols van werkend Nederland
Innovaties voor Gezond en Veilig Werken IMPLEMENTATION AND EVALUATION OSH POLICIES NEA: vinger aan de pols van werkend Nederland De NEA Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden is het grootste iodieke onderzoek
Nadere informatieMeting tevredenheid werkgevers AANSLUITING MBO-ARBEIDSMARKT [ ]
Meting tevredenheid werkgevers AANSLUITING MBO-ARBEIDSMARKT [12-3-2018 ] 1. Inleiding Op 14 oktober 2015 heeft Tweede Kamerlid Straus een motie ingediend om een indicator voor de tevredenheid van werkgevers
Nadere informatieOnderzoek arbeidsongeschiktheid (samenvatting) In opdracht van Loyalis. juni 2013
Onderzoek arbeidsongeschiktheid (samenvatting) In opdracht van Loyalis juni 2013 Samenvatting Een derde ervaart vaker stress dan 3 jaar geleden» Een derde van de werkende bevolking geeft aan dat ze regelmatig
Nadere informatieOR en ziekteverzuim Wie is Maurice Buskens? Wat is ziekteverzuim?
OR en ziekteverzuim Help, het ziekteverzuim loopt uit de hand! Maurice Buskens Wie is Maurice Buskens? Ruim 13 jaar ervaring in advisering en training OR-en Ervaring als HR manager met o.a. ziekteverzuim
Nadere informatieINFORMATIEVOORZIENING URENAFTREK DOOR ZELFSTANDIGEN VANUIT WW
INFORMATIEVOORZIENING URENAFTREK DOOR ZELFSTANDIGEN VANUIT WW INFORMATIEVOORZIENING URENAFTREK DOOR ZELFSTANDIGEN VANUIT WW - eindrapport - drs. L.F. Heuts drs. R.C. van Waveren Amsterdam, december 2009
Nadere informatieAnalyse WMO thuiszorg
2017 Analyse WMO thuiszorg DAT 6-3-2018 Pagina 1 van 8 Inhoud 1. Inleiding... 3 2. Uitkomsten van de PMO... 4 3. Conclusies... 9 Bijlage(n)... 10 Pagina 2 van 8 1. Inleiding Één keer in de twee jaar zijn
Nadere informatieAnalyse Ziekteverzuim
Analyse Ziekteverzuim Jaaroverzicht 2013 In het Agrarisch en Groen Bedrijf pagina 1 SAZAS HELPT U VERDER! SAZAS HELPT U VERDER! pagina 2 1. INLEIDING Voor u ligt de analyse ziekteverzuim over het kalenderjaar
Nadere informatieRapportage Onderzoek Lerarentekort
Rapportage Onderzoek Lerarentekort In opdracht van: Contactpersoon: PO-Raad Onika Pinkus Utrecht, juli 2018 Postbus 681 3500 AR Utrecht Telefoon: 0302631080 e-mail: info@duo-onderwijsonderzoek.nl website:
Nadere informatieGEBASEERD OP DE VERZUIMGEGEVENS OVER 2018
arbeidsmarkt- en opleidingsfonds hbo PAPER ZIEKTEVERZUIM HBO 2019 GEBASEERD OP DE VERZUIMGEGEVENS OVER 2018 ZIEKTEVERZUIM HBO 2019 GEBASEERD OP DE VERZUIMGEGEVENS OVER 2018 Jaarlijks brengt Zestor, op
Nadere informatieBranchetoetsdocument: Arbo en veiligheid
pagina van 5 Branchetoetsdocument: Arbo en veiligheid Versie 4. VERVALLEN - Vervangen door RI&E en Preventiemedewerker (alle branche) Deelbranche(s) Camper en Caravan Algemene beschrijving & doelstelling
Nadere informatieRapportage tevredenheidsonderzoek onder cliënten en opdrachtgevers van. Renga B.V.
Rapportage tevredenheidsonderzoek onder cliënten en opdrachtgevers van Renga B.V. Juni 2008 1 Bedrijfsnaam: Renga B.V. Inleiding Voor u ligt het rapport van het tevredenheidsonderzoek van Blik op Werk
Nadere informatieVragenlijst Samen Werken
TNO Arbeid TNO-vragenlijst 01830254 V0312563.v2 Vragenlijst Samen Werken Polarisavenue 151 Postbus 718 2130 AS Hoofddorp www.arbeid.tno.nl T 023 554 93 93 F 023 554 93 94 Datum Februari 2003 Auteurs Aukje
Nadere informatieRapportage tevredenheidsonderzoek onder cliënten en opdrachtgevers van. InterLuceo
Rapportage tevredenheidsonderzoek onder cliënten en opdrachtgevers van InterLuceo Juni 2008 1 Bedrijfsnaam: InterLuceo Inleiding Voor u ligt de definitieve rapportage van het tevredenheidsonderzoek van
Nadere informatieCompensatie eigen risico is nog onbekend
Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (M. Reitsma-van Rooijen, J. de Jong. Compensatie eigen risico is nog onbekend Utrecht: NIVEL, 2009) worden gebruikt. U
Nadere informatieTOTAAL GESLACHT LEEFTIJD SECTOR. Landbouw Vrouw Man. Industrie
60 N: 42.613 22.416 20.197 6.411 28.237 7.222 743 495 5.188 1.895 7.334 2.241 1.932 1.402 1.728 5.743 3.063 2.999 7.216 1.378 %: 100% 53% 47% 15% 66% 17% 1,7% 1,2% 12% 4,4% 17% 5,3% 4,5% 3,3% 4,1% 13%
Nadere informatie1.2 BENCHMARK PUBLIEKSAGRESSIE GEMEENTEN
1.2 BENCHMARK PUBLIEKSAGRESSIE GEMEENTEN Onderdeel van de Arbocatalogus Agressie en Geweld 2.0, sector Gemeenten Doelgroep Inhoud Coördinatoren agressie en geweld, P&O, management, OR Instrument om gemeentespecifieke
Nadere informatieDe 50-plus cliché-poll
De 50-plus cliché-poll Open voor 50 plus? 1 De 50-plus cliché-poll Over 50 plussers op de werkvloer bestaan veel vooroordelen; zo zouden ze vaker ziek zijn en minder handig met computers. Hoe zit het met
Nadere informatieHet betrekken van medewerkers bij de uitvoering van de RI&E
Het betrekken van medewerkers bij de uitvoering van de RI&E Medewerkers zijn een belangrijke bron van informatie over veiligheid en gezondheid op het werk. Zij hebben belang bij veilige en gezonde werkomstandigheden.
Nadere informatieVGZ Bedrijfszorgpakket Optimaal
VGZ Bedrijfszorgpakket Optimaal U kunt nu gebruikmaken van VGZ Bedrijfszorg, om gezond en plezierig te blijven werken! Uw werkgever maakt gebruik van VGZ Bedrijfszorg van Zorgverzekeraar VGZ. VGZ Bedrijfszorg
Nadere informatieLoopbanen in het onderwijs? Analyse van de loopbaanontwikkeling van onderwijspersoneel
Loopbanen in het onderwijs? Analyse van de loopbaanontwikkeling van onderwijs 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Resultaten Karin Jettinghoff en Jo Scheeren, SBO Januari 2010 2 1. Inleiding Tot voor kort
Nadere informatieDe Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 15 augustus 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,
> Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340
Nadere informatieARBO CONVENANT. Eindevaluatie Arboconvenant bitumineuze en kunststofdakbedekkingsbranche
ARBOCONVENANT Eindevaluatie Arboconvenant bitumineuze en kunststofdakbedekkingsbranche ARBO CONVENANT drs. E. van Doorn drs. C. van Rij drs. J. Soethout Eindevaluatie Arboconvenant bitumineuze en kunststofdakbedekkingsbranche
Nadere informatieOnderzoek financieel fitte werknemers
Onderzoek financieel fitte werknemers Een onderzoek naar de wensen en behoeften rondom hulp van de werkgever bij financiële vragen 1 Inhoudsopgave Samenvatting 4 Inleiding 7 Resultaten Financiële gevolgen
Nadere informatieBranchedata fysieke belasting. Cijfers per sector over arbeidsrisico nummer 2 in Nederland
data fysieke belasting Cijfers per sector over arbeidsrisico nummer 2 in Nederland Februari 2017 Voorwoord handig om te benchmarken De stratenmaker met knieklachten, de vrachtwagenchauffeur en verpleegkundige
Nadere informatieARBOBALANS 2018 Kwaliteit van de arbeid, effecten en maatregelen in Nederland
Kwaliteit van de arbeid, effecten en maatregelen in Nederland Samenvatting Aan de hand van recente monitors en onderzoeken schetst de Arbobalans een actueel beeld van de arbeidsomstandigheden en werkgerelateerde
Nadere informatieAGR formulier 4: Functieprofiel
AGR formulier 4: Functieprofiel Deze lijst geeft een overzicht van de activiteiten die tot een werksituatie kunnen behoren 1. Wanneer een activiteit wordt genoemd heeft deze betrekking op, in het algemeen,
Nadere informatieArboconvenant ambulancezorg inzake psychische en fysieke belasting en terugdringing van ziekteverzuim
SZW Arboconvenant ambulancezorg inzake psychische en fysieke belasting en terugdringing van ziekteverzuim Ondergetekenden, de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de heer drs. M. Rutte,
Nadere informatiePreventief Medisch Onderzoek. vragenlijstonderzoek
Preventief Medisch Onderzoek vragenlijstonderzoek 1. Inleiding De vragenlijst Preventief Medisch Onderzoek (PMO) is ontwikkeld voor een snelle en betrouwbare analyse naar gezondheidsaspecten in relatie
Nadere informatieAchtergrond scores bedrijfsrapport mijnvolandis
Achtergrond scores bedrijfsrapport mijnvolandis Inhoud pagina Uitgangspunten 3 1 Werk veilig 4 1.1 Lichamelijke en geestelijke gezondheid 4 1.2 Lichamelijke en geestelijke eisen 4 1.3 Vermoeidheid en herstel
Nadere informatieToegankelijkheid van fysiotherapie
Toegankelijkheid van fysiotherapie Representatief onderzoek onder reumapatiënten Uitgevoerd door GfK Nederland in opdracht van het Reumafonds Juni 2014 Inhoud Achtergrond Resultaten Onderzoeksverantwoording
Nadere informatieRapportage Ervaringsonderzoek WOT's
Rapportage Ervaringsonderzoek WOT's Versie 5.0.0 Drs. J.J. Laninga December 2015 www.triqs.nl Voorwoord Met genoegen bieden wij u hierbij de rapportage aan over het uitgevoerde ervaringsonderzoek naar
Nadere informatieMeetinstrument Samen Werken
TNO Arbeid TNO-vragenlijst 01830254/V0210190 Meetinstrument Samen Werken Polarisavenue 151 Postbus 718 2130 AS Hoofddorp www.arbeid.tno.nl T 023 554 93 93 F 023 554 93 94 Datum December 2002 Auteurs Geertje
Nadere informatieSummery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers
ummery amenvatting Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers 207 Algemene introductie Werkgerelateerde arm-, schouder- en nekklachten zijn al eeuwen
Nadere informatieBurgerpanel Horst aan de Maas - Meting 3
Rapportage Burgerpanel meting 3: Juni 2013 In opdracht van: Contactpersoon: Gemeente Horst aan de Maas Dhr. F. Geurts Utrecht, juli 2013 DUO Market Research drs. Aart van Grootheest drs. Marjan den Ouden
Nadere informatieRapportage tevredenheidsonderzoek onder cliënten en opdrachtgevers van. Artemis Coaching
Rapportage tevredenheidsonderzoek onder cliënten en opdrachtgevers van Artemis Coaching Juni 2008 1 Bedrijfsnaam: Artemis Coaching Inleiding Voor u ligt het rapport van het tevredenheidsonderzoek van Blik
Nadere informatie