Proefverslag nr maart 2012

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Proefverslag nr. 1174. maart 2012"

Transcriptie

1 Bepaling van de invloed van basisrantsoen, type vetzuren en antioxidanten bij twee en drie maal daags melken op de zuurtegraad van melkvet, stabiliteit van vetbolletjes en voeropname en melkproductieparameters bij melkkoeien Proefverslag nr maart 2012 auteurs: Drs. A.I. Koopmans Dr. Ir. R. Ruijschop (NIZO) Dr. Ir W.M van Straalen Dr. R.C. Sprong (NIZO) Dr. Ir. T. Huppertz (NIZO) Dr. Ir. B. Tas

2 Alle rechten voorbehouden. o.a. auteurs- en databankrecht 2012 Schothorst Feed Research B.V. Niets uit deze publicatie mag worden overgenomen zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Schothorst Feed Research B.V.

3 Proefverslag: nr Bepaling van de invloed van basisrantsoen, type vetzuren en antioxidanten bij twee en drie maal daags melken op de zuurtegraad van melkvet, stabiliteit van vetbolletjes en voeropname en productieparameters bij melkkoeien (proef RMB-51, projectcode RM10-24) Opdrachtgever: Productschap Zuivel Trefwoorden: zuurtegraad melkvet, stabiliteit melkvetbol, melkfrequentie, basisrantsoen, vetzuren, antioxidanten auteurs: Drs. A.I. Koopmans Dr. Ir. R. Ruijschop Dr.ir. W.M. van Straalen Dr.R.C. Sprong PhD Dr. Ir. T. Huppertz Dr. Ir. B. Tas

4 INHOUDSOPGAVE Inleiding... 4 Proefdoel... 6 Materialen en methoden... 7 Proefbehandelingen... 7 Proefuitvoering... 7 Waarnemingen... 9 Laboratoriumanalyses Statistische analyse Resultaten en discussie Proefverloop Samenstelling en voederwaarde van de rantsoencomponenten Voer- en nutriëntenopname Melkproductie en samenstelling Zuurtegraad melkvet en melkvetzuurpatroon Lipase-activiteit en vetbolgrootte Samenstelling fosfolipidensamenstelling van de vetbolmembranen Conclusies en samenvatting Bijlagen Schothorst Feed Research B.V.

5 Inleiding Sinds de invoering van automatische melksystemen (AMS) in de melkveehouderij en de intensievere controle op kwaliteitskenmerken van melk wordt vaker een verhoogde zuurtegraad van melkvet aangetroffen. Toename van de problematiek met betrekking tot zuurtegraad van melkvet heeft deels te maken met de invoering van AMS. Dit gaat samen met een verhoogde melkfrequentie en een gewijzigde verwerking en afvoer van melk tot aan de melktank. Daarnaast is de controle op vrije vetzuren (zuurtegraad melkvet) in de melk geïntensiveerd tot een analyse bij iedere melkaflevering. De zuurtegraad mag niet stijgen boven 0,8 of 1,0 mmol/100 g melkvet (afhankelijk van de melkfabriek). Hierbij is het maandgemiddelde bepalend voor kortingen en bonussen. Reden voor een strenge controle op de zuurtegraad van het melkvet is dat een verhoogde zuurtegraad resulteert in een hoger risico voor een ranzige smaak van de melk en deze daardoor minder geschikt is voor de verwerking tot kaas en andere zuivelproducten. De aanwezigheid van vrije vetzuren in rauwe melk is het resultaat van de activiteit van het enzym lipoproteine-lipase, dat van nature in melk voorkomt. De activiteit van het enzym veroorzaakt een hydrolyse van triglyceriden. Normaal heeft lipase geen toegang tot triglyceriden, omdat deze verpakt zijn in het vetbolletje dat omgeven is door het melkvetbolmembraan. Na fysische beschadiging van dit membraan kan lipase in contact komen met triglyceriden, waarna geïnduceerde lipolyse optreedt. Ook het koelen van de rauwe melk kan lipolyse initiëren. Factoren die geïnduceerde lipolyse veroorzaken zijn voornamelijk mechanisch gerelateerd, bijv. de bevriezing van melk in de melktank en het aanzuigen van lucht tijdens het melken. Er kan ook spontane lipolyse optreden in melk, welke gerelateerd is aan een balans tussen activerende en remmende factoren in melk. Activerende factoren, voornamelijk lipoproteïnen, vinden hun weg naar de melk via lekkage uit de bloedbaan. Spontane lipolyse wordt beïnvloed door managementfactoren: vaker melken (zoals bij AMS, waardoor kleinere hoeveelheden melk per melkbeurt geproduceerd worden en de grootte van de melkvetbolletjes toeneemt), mastitis, dracht, lactatiestadium van de koe en als laatste, maar zeker niet onbelangrijkste factor de rantsoensamenstelling. Er is maar weinig bekend over de invloed van voedingsfactoren op de zuurtegraad van melkvet: - Verzadigd vs. onverzadigd vet. De afmeting van de vetbolletjes in de melk en de stevigheid van de vetbolmembranen (getest door mechanische behandeling bij verschillende temperaturen) bleek beïnvloed te worden door toevoeging van verzadigde of onverzadigde vetten aan het rantsoen (Wiking et al., 2003, 2005). Bij toevoeging van verzadigde vetzuren aan het voer vond men reeds voor mechanische behandeling een significant hoger gehalte aan vrije vetzuren ten opzichte van de controlegroep. Daarnaast was de gevoeligheid van de melkvetbolletjes van met verzadigd vet gevoerde dieren voor mechanische behandeling bij 20º C hoger dan die van de vetbolletjes van de controle- en met onverzadigd vet gevoerde dieren. Toevoeging van onverzadigde vetten resulteerde bij dezelfde bewerking in een onveranderde of iets lagere hoeveelheid vrije vetzuren en een iets lagere gevoeligheid van de vetbolmembranen. Ook in Schothorst Feed Research B.V. 4

6 onderzoek van Chilliard (2003) is de positieve invloed van toevoeging van onverzadigde vetzuren aan rantsoenen op vrije vetzuren in melk beschreven. Het voeren van gras in vergelijking met maïssilage resulteerde in een groter aandeel onverzadigde vetzuren en in kleinere vetbolletjes in de melk (Couvreur et al., 2007). Dit betekent dat de samenstelling van het basisrantsoen (grassilage vs. maïssilage) en de toevoeging van verzadigd of onverzadigd vet aan het rantsoen van invloed kan zijn op de zuurtegraad van melkvet. - Mineralen en toevoegmiddelen. Diverse mineralen en toevoegmiddelen hebben invloed op de stabiliteit van membranen en/of het tegengaan van oxidatie van vetzuren. Hermansen et al. (1995) vond een vermindering van de hoeveelheid vrije vetzuren van 0,68 naar 0,51 mmol/100 g melkvet na toevoeging van een zinksupplement bij een bewaartijd van de melk van 3 dagen. Ook van choline wordt, via de synthese van fosfatidylcholine, een positieve invloed op membranen en ook vetabsorptie en transport beschreven (Florida Ruminant Nutrition Symposium, 2009). Antioxidanten gaan oxidatie van onverzadigde vetzuren tegen. - Energiebalans. Dieren in negatieve energiebalans mobiliseren lichaamsvet dat leidt tot een hoger aandeel verzadigde langketen vetzuren in de melk, wat een verhogende invloed heeft op het melkvetgehalte en de grootte van de vetbolletjes in de melk en zo op de zuurtegraad van melkvet. Doel van het project waarvan dit verslag deel uitmaakt is om inzicht te krijgen in het effect van de rantsoensamenstellingen en melkfrequentie op de zuurtegraad van melkvet. Het totale project omvat twee fasen. In de eerste fase is een methode ontwikkeld waarmee vetbolbeschadiging onder experimentele omstandigheden kan worden opgewekt en daarnaast is onderzoek gedaan naar individuele verschillen in zuurtegraad van melkvet tussen koeien (Koopmans et al., 2011). De resultaten van fase 1 zijn gebruikt om te komen tot een goed onderbouwde opzet van het experiment in fase 2 die in dit verslag beschreven is. Hierin is de invloed van rantsoensamenstelling in samenhang met melkfrequentie (2 vs. 3 keer per dag) op de zuurtegraad van melkvet onderzocht. De zuurtegraad van melkvet wordt van oudsher met de BDI methode bepaald. Dit is een titratiemethode nadat het melkvet wordt geëxtraheerd. Tegenwoordig wordt door QLIP een IR methode gebruikt voor het bepalen van zuurtegraad melk op tankmelk niveau. Voor de bepalingen bij individuele monsters is op basis van resultaten uit fase 1 gekozen voor de BDI methode. Schothorst Feed Research B.V. 5

7 Proefdoel Het doel van dit onderzoek was de bepaling van de invloed van melkfrequentie (2x vs 3x) en voedingsfactoren op de zuurtegraad van melkvet, de stabiliteit van melkvetbolletjes, voeropname, melkproductie en samenstelling. De volgende voedingsfactoren zijn onderzocht: - Type basisrantsoen (snijmaïssilagerijk vs. grassilagerijk). - Type vetzuren in het krachtvoer (verzadigd vs. onverzadigd). - Toevoeging van antioxidanten (geen vs. wel). Schothorst Feed Research B.V. 6

8 Materialen en methoden Proefbehandelingen Het experiment is opgezet als een multifactoriële proef met 2 x 2 x 2 x 2 behandelingen. Binnen de proef werden de volgende hoofdeffecten getest: - Melkfrequentie: 2 vs. 3 x daags melken. - Basisrantsoenen: snijmaïssilagerijk (65% in basis) vs. grassilagerijk (75% in basis). - Type vetzuren in krachtvoeder: verzadigd vs. onverzadigd. - Antioxidanten: geen vs. wel toevoeging. Tabel 1 Proefopzet Behandeling Melkfrequentie Basisrantsoen Type vet Antioxidant Aantal koeien Voorperiode 2x Maïs/gras 1:1 Verz/onverz: 1:1 Geen 64 Hoofdperiode 1 2x Maïsrijk Verzadigd Geen 4 2 2x Maïsrijk Verzadigd Wel 4 3 2x Maïsrijk Onverzadigd Geen 4 4 2x Maïsrijk Onverzadigd Wel 4 5 2x Grasrijk Verzadigd Geen 4 6 2x Grasrijk Verzadigd Wel 4 7 2x Grasrijk Onverzadigd Geen 4 8 2x Grasrijk Onverzadigd Wel 4 9 3x Maïsrijk Verzadigd Geen x Maïsrijk Verzadigd Wel x Maïsrijk Onverzadigd Geen x Maïsrijk Onverzadigd Wel x Grasrijk Verzadigd Geen x Grasrijk Verzadigd Wel x Grasrijk Onverzadigd Geen x Grasrijk Onverzadigd Wel 4 Proefuitvoering De proef werd uitgevoerd gedurende 9 weken: een voorperiode van 3 weken en een hoofdperiode van 6 weken. Gedurende de voorperiode kregen alle dieren hetzelfde rantsoen en werden ze 2 keer per dag gemolken. De waarnemingen tijdens deze periode dienden als covariabele bij de analyse van de proef. In de eerste week van de hoofdperiode werden de rantsoenen aangepast volgens behandeling en werd de helft van de dieren 3 keer per dag gemolken. Melktijden waren voor tweemaal daags melken: 6:30 uur en 16:00 uur en voor drie maal daags melken: 5:00 uur, 14:00 uur en 22:00 uur. Het melken geschiedde in een zij aan zij rapid exit melkstal (Westfalia Surge). De dieren werden gehuisvest in een ligboxenstal voorzien van Calanvoerbakken voor individuele voeropname metingen. In totaal werden 64 koeien ingezet (vaarzen, 2e kalfs en oudere koeien gelijk verdeeld over de behandelingen). De dieren zijn ingedeeld op basis van pariteit, gewicht en melkproductie. Bij de start van het experiment waren de ingezette dieren gemiddeld 137 dagen in lactatie. Schothorst Feed Research B.V. 7

9 Het basisrantsoen, zoals weergegeven in tabel 2, is ad libitum gevoerd met een voermengwagen. Daarnaast werd krachtvoer verstrekt volgens een schema op basis van melkproductie (zie bijlage 1). Tabel 2: Samenstelling van het basisrantsoen voor de behandelingen met maissilagerijke en grassilagerijke rantsoenen (% van de DS) Maissilagerijk Grassilagerijk Voedermiddel Voorperiode Behandelingen 1 t/m 4 en 9 t/m 12 Behandelingen 5 t/m 8 en 13 t/m 16 Maïssilage 47% 65,4% 24,6% Grassilage 47% 21,8% 73,8% Sojaschroot 6% 10,9% - Koolzaadstro - 1,36% 1,54% Ureum - 0,54% - In tabel 3 is de grondstoffensamenstelling van de gevoerde krachtvoeders weergegeven. De samenstelling van het voormengsel dat gebruikt is voor de toevoeging van mineralen en vitamines in de krachtvoeders is weergegeven in tabel 4. De krachtvoeders bevatten een dosering aan mineralen en vitamines waarmee op totaal rantsoen basis een mineralenvoorziening van circa 90% van de adviesnormen (COMV, 2005) wordt bereikt. Aan de helft van de dieren is hiernaast een mengsel verstrekt met zowel organisch gebonden als synthetische antioxidanten. De samenstelling van dit mengsel is weergegeven in tabel 5. In dit mengsel is naast mineralen en de vitamines A, D en E ook cholinechloride opgenomen. De dieren die de extra antioxidantenaanvulling verstrekt kregen, werden voor wat betreft de toegevoegde sporenelementen en vitamine E op circa 150% van de behoefte gevoerd. Vitamine A werd volgens de norm gevoerd en choline-chloride volgens advies van de fabrikant. Tabel 3 Grondstoffensamenstelling van de krachtvoeders (in %) Grondstof Krachtvoer A (verzadigd vet) Krachtvoer B (onverzadigd vet) Tarwegries 15,00 15,00 Raapzaadschroot W-E 00 15,00 15,00 Maïs 10,43 10,43 Erwten <22% RE 10,00 10,00 Maïsglutenvoer <20% RE 9,53 9,53 Raapzaadschroot Mervobest (korr) 8,55 8,55 Sojaschroot Mervobest 7,76 7,76 Melasseriet >47.5% Su 6,00 6,00 Palmpitschilfers <20% RC 3,85 0,30 Gerst 3,45 3,45 Palmolie 3,00 -,-- Sojaolie -,-- 3,00 Luzerne 16-19% RE 2,54 2,54 Megalac 2,19 -,-- Lijnzaad -,-- 5,71 Zout 1,14 1,14 Krijt 1,06 1,09 R I 0.5% W/Z (2031) 0,50 0,50 Schothorst Feed Research B.V. 8

10 Tabel 4 Samenstelling voormengsel krachtvoer (Mervit Rundvee 2031). Dragerstoffen: Magnesiumoxide. Calciumcarbonaat Analytische bestanddelen Aandeel Ruw as 98% Calcium 11% Magnesium 38.5% Nutritionele toevoegingsmiddelen per kg Koper(II)sulfaat pentahydraat 1670 mg Mangaan(II)oxide 1340 mg Zinksulfaat monohydraat 2670 mg Kobalthydroxidecarbonaat monohydraat 133 mg Calciumjodaat watervrij 133 mg Natriumseleniet 54 mg Vitamine A IE Vitamine D IE Tabel 5 Samenstelling van het antioxidantenmengsel Bestanddeel Vorm Specificatie Aandeel (mg/kg ) Mn-aminozuur chelaat Organisch Mangaan Aminozuur chelaat: Mn: 150 mg/kg (Balchem) 3000 Mn-oxide Anorganisch 4000 Zn-aminozuur chelaat Organisch Zink aminozuur chelaat: Zn: 150 mg/kg (Balchem) 2000 Zn-sulfaat monohydraat Anorganisch 2500 Cu-aminozuur chelaat Organisch Koper aminozuur chelaat: Cu: 150 mg/kg (Balchem) 1750 Cu-sulfaat heptahydraat Anorganisch 2250 Selplex Organisch Selplex 50 Na-seleniet 1% Anorganisch 50 Choline Cholinechloride Cholinechloride (minimum Choline: 25% : Reashure van Balchem) 300 (g) Vitamine A 1000 IE/mg (IE) Vitamine D3 500 IE/mg (IE) Vitamine E 50% (mg) Waarnemingen Tijdens alle weken van de proef zijn de volgende waarnemingen verricht: - Individuele melkproductie (2 of 3 x per dag). - Melkbemonstering (4 of 6 x per week). - Individuele voer opname (basisrantsoen en krachtvoer): dagelijks. - Lichaamsgewicht (2 of 3 x per dag). - Conditie score (week 1, 4 en 9). - Tijdens week 2 en 3 van de voorperiode en week 8 en 9 van de hoofdperiode zijn op 1 dag per week bij alle melkmalen extra bemonsteringen van de melk verricht. De monsters werden in de melkstal genomen in opvangbekers. Schothorst Feed Research B.V. 9

11 Laboratoriumanalyses - Ruwvoer: vocht, as, RE, RVET, RC, NDF, ADL, ADF, suiker zetmeel, VC-OS (via NIRS) mineralen (Blgg AgroXpertus, Wageningen). - Krachtvoer: DS, as, RVET, RE, RC, NDF, ADF, NDF, ADL, suiker, zetmeel, mineralen (Schothorst Feed Research, Lelystad). - Antioxidantenmengsel: Mn, Zn, Cu (Blgg AgroXertus, Wageningen), Se, vitamine A, D, E, cholinechloride (Masterlab, Putten). - Melk: 4 of 6 x per week: vet %, eiwit %, lactose %, ureum, celgetal (Qlip, Zutphen). Extra analyses op monsters week 2, 3, 8 en 9: - Vetzuursamenstelling (Qlip, Zutphen) o CLA o onverzadigde vetzuren o verzadigde vetzuren o ω-3 vetzuren o ω-6 vetzuren - Zuurtegraad melkvet via BDI methode (Qlip, Zutphen) - Zuurtegraad melkvet na voorbehandeling van de melk via BDI methode: (Qlip, Zutphen): voorbehandeling zie schema 1. bijlage 2. - Fosfolipidengehalte (NIZO food research, Ede, voor details zie bijlage 3): o Fosfolipiden (totaal) o Fosfatidylethanolamine o Lysofosfatidyl-ethanolamine o Fosfatidylcholine o Sfingomyeline o Fosfatidylserine o Fosfatidylinositol - Lipase activiteit (64 monsters in totaal gedurende de ochtendmelking van week 9 van de hoofdperiode) (NIZO food research, Ede, voor details zie bijlage 3). - Grootte van de melkvetbollen met behulp van lichtverstrooiing en microsopie (alleen tijdens de ochtendbemonsteringen) (NIZO food research, Ede, voor details zie bijlage 3): volumegewogen mediane diameter, d 0.5 (µm). Schothorst Feed Research B.V. 10

12 Statistische analyse De invloed van hoofdeffect (melkfrequentie, basisrantsoen, type vetzuren en antioxidanten) en de interactie tussen deze hoofdeffecten op de voeropname en productiekenmerken en zuurtegraad van melkvet stabiliteit van melkvetbolletjes is getest met behulp van variantieanalyse (ANOVA) met het volgende model: Y = µ+vp+ gewicht + R i + F j + V k + A l + R i xf j + R i xv k + R i xa l + F j xv k + F j xa l + V k xa l + ε Waarin: Y = responsvariabele in hoofdperiode VP = gemiddelde van responsvariabele in voorperiode (covariabele) Gew = gemiddelde gewicht gedurende voorperiode (covariabele) µ = gemiddelde R i = basisrantsoen-effect (i = ) F j = melkfrequentie (j= 1 2) V k = type vetzuren in krachtvoer (k = 1 2) A l = antioxidant (l = 1 2) ε = error-term. Voeropname, melkproductie en samenstelling, resultaten van de analyses van fosfolipiden en lipaseactiviteit werden geanalyseerd met Genstat Significanties worden weergegeven met p< 0,05. Schothorst Feed Research B.V. 11

13 Resultaten en discussie Proefverloop Het experiment is uitgevoerd in de periode van 10 maart t/m 11 mei, In totaal zijn er 64 dieren ingezet voor het experiment. Twee koeien zijn uit de proef genomen wegens gedragsproblemen (stelen van voer bij andere koeien). De eerste koe is een koe uit behandeling 4 en de tweede uit behandeling 6. In behandeling 4 heeft één koe (J376) in de laatste week van de hoofdperiode niet genoeg voer opgenomen en weinig melk geproduceerd. Van deze koe is niet voldoende monster verzameld in week 9 voor alle bepalingen. De voorperiode liep van 10 maart t/m 31 maart, Op 21 maart en 28 maart hebben de extra bemonsteringen van de voorperiode plaatsgevonden. De hoofdperiode liep van 1 april t/m 11 mei, Er is in de hoofdperiode een probleem geweest met de logistiek van de melkmonsters van week 8 (2 mei ochtendbemonstering). Een deel van deze monsters is verloren gegaan. Ter vervanging van deze monsters is op 10 mei een extra ochtendbemonstering uitgevoerd. Samenstelling en voederwaarde van de rantsoencomponenten In tabel 6 wordt de geanalyseerde samenstelling van de ruwvoeders weergegeven. De ruwvoeders zijn voor de start van het experiment (aan het begin van de stalperiode) geanalyseerd en na afloop van de proef. Eén soort grassilage en één soort maïssilage werden tijdens het experiment gevoerd. Zowel grassilage als maïssilage waren goed van kwaliteit en smakelijk. Het eiwitgehalte in de grassilage bleek bij analyse achteraf iets lager dan verwacht. De maïssilage was achteraf energierijker dan verwacht. Schothorst Feed Research B.V. 12

14 Tabel 6 Samenstelling en berekende voederwaarde van gebruikte ruwvoeders (in g/kg DS, tenzij anders aangegeven) Grassilage Maïssilage Vooraf Achteraf Vooraf Achteraf DS (g/kg)* As RE excl. NH NH 3 (% van tot. N) RE incl. NH RVET RC NDF ADF ADL Zetmeel Suiker <12 <12 VC-OS (%) 79,4 79,8 76,1 79,9 VC-NDF (%) 76,9 76,7 56,0 53,9 VEM (/kg DM) DVE OEB WDVE FEB SUSAZ BZET PSW SFKH WFKH SFRE WFRE WDVMet (%) 1,73 1,17 WDVLys (%) 4,93 4,78 Natrium 1,5 1,0 0,1 <0,1 Kalium Magnesium 1,3 1,4 1,0 1,1 Calcium 5,7 5,5 1,9 2,1 Fosfor 3,7 3,9 2,1 2,0 Zwavel 2,5 2,8 0,9 Mangaan (mg) Zink (mg) IJzer (mg) Koper (mg) 6,0 7,1-4,7 Molybdeen (mg) 1,3 1,2-0,7 Seleen (µg) *Voor de afkortingen zie bijlage 2 In tabel 7 wordt de geanalyseerde samenstelling van de krachtvoeders weergegeven. Aan de helft van de dieren is een krachtvoeder gevoerd met verzadigde vetzuren en aan de andere helft is een krachtvoer verstrekt met onverzadigde vetzuren. De geanalyseerde gehalten van de krachtvoeders kwamen goed overeen met de berekende waarden op basis van de tabelwaarde van de grondstoffen. De voederwaarden kunnen alleen worden berekend op basis van tabelwaarden. Schothorst Feed Research B.V. 13

15 Tabel 7 Vooraf berekende en geanalyseerde chemische samenstelling van de krachtvoeders met berekende voederwaardekenmerken (in g/kg, tenzij anders aangegeven) Nutriënten Krachtvoer A Krachtvoer B Vooraf Analyse Vooraf Analyse Chemische samenstelling DS* As RE RVET RC NDF ADF ADL Zetmeel Suiker Voederwaardekenmerken VEM DVE OEB WDVE FEB SUSAZ BZET PSW SFKH WFKH SFRE WFRE WDVLys 7,01 7,10 WDVMet 2,50 2,53 Mineralen en spoorelementen Mg 4,63 4,63 4,73 4,74 K 12,14 12,15 12,35 12,36 P 6,38 6,25 6,51 6,39 Na 5,00 5,13 5,01 5,14 Ca 9,70 9,72 7,90 7,93 Mn (mg/kg) Zn (mg/kg) Cu (mg/kg) Vetzuren <C10 0,13 0,14 0,01 0,01 C12:0 1,10 1,10 0,09 0,09 C14:0 0,49 0,50 0,13 0,14 C16:0 13,60 13,64 6,62 6,62 C16:1 0,07 0,08 0,12 0,13 C18:0 1,72 1,74 2,25 2,27 C18:1 17,13 17,44 15,44 15,76 C18:2 11,03 11,20 26,44 26,61 C18:3 1,09 1,14 13,72 13,77 >C20 0,53 0,55 0,46 0,49 *Voor de afkortingen zie bijlage 2 Schothorst Feed Research B.V. 14

16 In tabel 8 wordt de geanalyseerde samenstelling van het gebruikte mineralenmengsel weergegeven. De gehalten aan spoorelementen was hoger en die van de vitaminen die lager bij analyse dan vooraf berekend. De afwijkingen vallen binnen de doseer- en analyse nauwkeurigheid. Tabel 8 Vooraf berekende en geanalyseerde samenstelling antioxidantenmengsel Antioxidant Organisch gebonden variant Aandeel organisch gebonden Totaal vooraf berekend Totaal geanalyseerd Eenheid Mangaan Mn-aminozuurchelaat 43% mg/kg Zink Zn-aminozuurchelaat 44% mg/kg Koper Cu-aminozuurchelaat 44% mg/kg Selenium Selplex 50% mg/kg Choline-chloride g/kg Vit. A IE/kg Vit. D IE/kg Vit E mg/kg Voer- en nutriëntenopname In tabel 9 is de invloed van de verschillende hoofdeffecten weergegeven op voeropname tijdens de meetweken van de hoofdperiode (week 8 en 9). De resultaten over de hele hoofdperiode worden gegeven in bijlage 5. Er is een significante verhoging van de drogestof opname vanuit het basisrantsoen waargenomen bij de groep koeien die een maïssilagerijk basisrantsoen gevoerd kregen (tabel 9). Dit was niet verwacht, aangezien de basisrantsoenen van zowel het grasrijke als van het maïsrijke rantsoen smakelijk en goed van kwaliteit waren. Door de hogere voeropname en de hogere energiedichtheid van het snijmaïsrijke basisrantsoen was de VEM-balans hoger in deze groep. De WDVE-balans was hoger bij het grasrijke rantsoen. Tabel 9 Invloed van de verschillende hoofdfactoren op voeropnamekenmerken in week 8 en 9 Melkfrequentie Basisrantsoen Type vet Antioxidant 2x 3x Maïsrijk Grasrijk Verz. Onverz. Geen Wel Ksv Basisrantsoen (kg/ds/d) 16,6 17,0 17,5 b 16,0 a 16,9 16,6 16,7 16,9 0,85 Krachtvoer (kg/ds/d) 6,4 6,5 6,4 6,4 6,4 6,4 6,5 6,4 0,19 Totaal (kg DS/d) 22,9 23,5 23,9 b 22,5 a 23,3 23,0 23,1 23,2 0,88 VEM (/d) b VEM balans (%) 104,1 b 99,8 a 105,0 b 99,0 a 99,0 a 104,9 b 101,7 102,2 3,0 WDVE (g/d) b 2088 a ,1 WDVE balans (%) 103,7 b 98,3 a 98,1 a 104,0 b 101,4 100,6 101,3 100,8 3,7 a,b Getallen met verschillende superscript binnen eenzelfde hoofdeffect verschillen significant (p < 0,05) Schothorst Feed Research B.V. 15

17 Slechts enkele significante interacties werden gevonden tussen melkfrequentie en rantsoeneigenschappen op voeropnamekenmerken. Deze zijn weergegeven in tabel 10. Tweemaal daags melken bij een maïsrijk rantsoen geeft de beste dekking van energie. Dit is te verklaren doordat de melkproductie bij tweemaal daags melken lager was dan bij driemaal daags melken, waardoor minder energie nodig is. Aangezien de hoeveelheid opgenomen energie bij het maïsrijke basisrantsoen hoger was dan bij het grasrijke rantsoen is de interactie duidelijk. De interactie m.b.t. de opname van krachtvoer zijn lastig te verklaren, aangezien niet altijd hetzelfde type krachtvoer beter opgenomen werd. De smaak is dus niet de oorzaak van de verschillen. Ook is de toegenomen melkfrequentie niet steeds aanleiding tot hogere dan wel lagere krachtvoeropnames. Tabel 10 Trends en significante tweeweg interacties tussen melkfrequentie en rantsoeneigenschappen op voeropnamekenmerken in week 8 en 9 Behandeling 2x Melken 3x Melken Maïsrijk Grasrijk Maïsrijk Grasrijk Ksv P VEM balans (%) 109,1 b 99,1 a 100,9 a 98,8 a 4,3 <0.05 WDVE balans (%) 103,3 b 104,1 b 92,8 a 103,9 b 5,2 <0.01 Behandeling 2x Melken 3x Melken Verz. vet Onverz. Vet Verz. vet Onverz. Vet Ksv P Krvoer (kg DS/d) 6,47 ab 6,24 a 6,37 ab 6,55 b 0,27 <0.05 Behandeling Verz. Vet Onverz. Vet Geen antiox. Wel antiox Geen antiox Wel antiox Ksv P Krvoer (kg DS/d) 6,39 6,45 6,53 6,25 0,27 <0.1 a,b Getallen met verschillende superscript binnen een rij verschillen significant (p < 0.05) In tabel 11 is de gemiddelde chemische samenstelling van de gevoerde rantsoenen per hoofdeffect weergegeven. De rantsoenen voldeden in het algemeen aan de normen die Schothorst Feed Research heeft gesteld aan rantsoenen voor koeien in de eerste helft van de lactatie. Alleen het gehalte aan fermenteerbaar eiwit was in het grasrijke rantsoen iets lager dan de norm. Dit is waarschijnlijk de oorzaak van het lagere ureumgehalte in de melk bij de koeien die een grasrijk rantsoen gevoerd kregen dan bij de koeien die een snijmaisrijkrantsoen gevoerd kregen. Het ureumgehalte was niet dermate laag dat er problemen verwacht werden bij de koeien op het gebied van gezondheid of productie. De sporenelementen in het basisrantsoen waren krap op de norm, zoals gepland. Na toevoeging van het antioxidantenmengsel voldeden deze rantsoenen voor wat betreft sporenelementen ruim aan de normen. De gehalten aan vitaminen zijn niet vermeld op rantsoenbasis omdat die alleen afkomstig waren uit de toegevoegde krachtvoer en antioxidantenmengsel. Duidelijk is te zien dat snijmaïsrantsoenen een hoger gehalte aan zetmeel en pensbestendig zetmeel bevatten. Tussen de met verzadigd vet en de met onverzadigd vet gevoerde dieren is een duidelijk verschil te zien in vetzuursamenstelling in het rantsoen. Schothorst Feed Research B.V. 16

18 Tabel 11 Invloed van de verschillende hoofdeffecten op nutriënten samenstelling van de rantsoenen (in g/kg DS, tenzij anders aangegeven) in week 8 en 9 Melkfrequentie Basisrantsoen Type vetzuren Antioxidanten 2 x 3 x Maïsrijk Grasrijk Verz. Onverz. Geen Wel As RE RC RVET Zetmeel Suiker NDF ADF ADL VEM WDVE FEB SUSAZ BZET PSW SFKH WFKH SFRE WFRE WDVLys 6,0 6,0 5,7 5,4 5,5 5,6 6,0 6,0 WDVMet 2,0 2,0 2,0 1,9 1,9 2,0 2,0 2,0 GN Ca 5,5 5,5 4,7 6,2 5,8 5,2 5,5 5,5 P 4,3 4,3 4,1 4,4 4,2 4,3 4,3 4,3 K 21,4 21,4 17,4 25,2 21,2 21,3 21,4 21,4 Mg 2,4 2,4 2,4 2,4 2,4 2,4 2,4 2,4 Na 2,2 2,2 1,9 2,5 2,1 2,2 2,2 2,2 S 2,5 2,5 2,3 2,7 2,5 2,5 2,5 2,5 Selenium (µg) 0,13 0,13 0,10 0,15 0,13 0,13 0,13 0,50 Cu (mg) Mn (mg) Zn (mg) <C12:0 0,40 0,40 0,30 0,50 0,59 0,23 0,41 0,40 C14:0 0,16 0,16 0,15 0,20 0,22 0,10 0,16 0,16 C16:0 5,5 5,5 5,5 5,5 6,6 4,4 6,2 5,5 C16:1 0,13 0,13 0,10 0,20 0,12 0,14 0,13 0,11 C18:0 0,93 0,93 1,00 0,90 0,85 1,00 0,93 0,92 C18:1 8,19 8,19 9,40 7,00 8, ,20 8,16 C18:2 12,5 12,5 14,8 10,0 10,0 15,0 12,5 12,5 C18:3 6,6 6,6 4,4 8,8 4,6 8,6 6,6 6,6 C>20:0 0,27 0,27 0,30 0,20 0,28 0,26 0,27 0,27 Schothorst Feed Research B.V. 17

19 Melkproductie en samenstelling De resultaten van de melkproductie en samenstelling van week 8 en 9 staan vermeld in tabel 12. De resultaten over de hele hoofdperiode worden gegeven in bijlage 5. Er is een significante verhoging van de melkproductie bij de koeien die 3 x daags gemolken werden ten opzichte van de tweemaal daags gemolken groep. De mate waarin de melkgift verhoogd was, is vergelijkbaar met het effect dat in de praktijk gezien wordt na overschakeling van tweemaal naar driemaal daags melken. Hierbij daalde het melkeiwitgehalte significant. Dit is te verklaren door het feit dat de melk verdund wordt. Ook het vetgehalte was lager in de groep die vaker gemolken werd, echter dit verschil was niet significant. Door de grotere hoeveelheid geproduceerde melk was de totale eiwitproductie per dag bij de driemaal daags gemolken koeien hoger, evenals de lactoseproductie. Het type basisrantsoen had ook een significante invloed op de productieresultaten. De dieren die het maïsrijke rantsoen verstrekt kregen, hadden een significant hogere melkproductie dan de dieren met een grassilage rijke rantsoen. Het eiwitgehalte in de melk was significant hoger bij het maïsrijke rantsoen (tabel 12). Dit is het gevolg van de verbetering van de energiebalans bij het zetmeelrijke rantsoen (zie ook tabel 9). De verhoging van de DS-opname en het opvoeren van het zetmeelaandeel in het rantsoen leidt onder meer tot een verhoogde propionzuurproductie in de pens en dus een verbetering van de glucogene status van de dieren. Daarnaast komen ook meer glucogene nutriënten op darmniveau beschikbaar. Wanneer het glucosegehalte in het bloed hoog is, wordt het insulinegehalte in de koe hoger ten opzichte van het hormoon glucagon. Hierdoor worden anabole processen in het lichaam gestimuleerd, maar omdat het uier insuline ongevoelig is stijgt evengoed de productie van lactose en eiwit ten behoeve van de melk. Het lactosegehalte in de melk was in dit experiment significant verhoogd bij de groep koeien die een maïsrijk rantsoen gevoerd kreeg. Het vetgehalte was hoger bij het grasrijke rantsoen, wat te verklaren is door de hogere productie van azijnzuur in de pens bij dit type rantsoen. Bij verstrekking van verzadigde vetzuren bleek het vetgehalte in de melk significant te stijgen. De verklaring hiervoor is dat verzadigd vet vanuit het voer rechtstreeks wordt ingebouwd in de melkvetbolletjes. Onverzadigd vet in het krachtvoer leidde tot een lager melkvetgehalte. De verklaring hiervoor is dat onverzadigde vetzuren (CLA s: geconjugeerde isomeren van linolzuur) een remmende werking hebben op de productie van melkvet uit langketenige vetzuren uit het bloed en daarnaast ook de de novo synthese van melkvet remmen. In deze groep koeien bleef de VEM-balans hoger, hetgeen blijkt uit tabel 9. Het is wel opvallend dat het gemiddelde vetgehalte in de melk van alle koeien tijdens het experiment vrij laag was. Dit was ook het geval bij koeien op het bedrijf die niet in het beschreven experiment zaten. Hier is geen verklaring voor gevonden. Het toevoegen van een antioxidantenmengsel had geen invloed op de melkproductie en de samenstelling van de geproduceerde melk. De antioxidanten die gevoerd werden geven normaliter geen aanleiding tot gewijzigde melkproductie en samenstelling. Aan het gebruikte antioxidantenmengsel was echter wel choline- Schothorst Feed Research B.V. 18

20 chloride toegevoegd. In de literatuur wordt in een aantal onderzoeken een verhoogde melkproductie en een verhoogd eiwitgehalte in de melk gevonden bij toevoeging van choline aan het rantsoen. Dit is in het in dit rapport beschreven experiment niet aangetoond. Tabel 12 Invloed van de verschillende hoofdfactoren op melkproductiekenmerken in week 8 en 9 Melkfrequentie Basisrantsoen Type vet Antioxidant 2x 3x Maïsrijk Grasrijk Verz. Onverz. Geen Wel Ksv Melk (kg/d) 36,58 a 40,46 b 40,39 b 36,65 a 38,90 38,14 38,78 38,26 1,30 Vet (%) 3,81 3,65 3,48 a 3,98 b 3,86 b 3,60 a 3,75 3,71 0,21 Eiwit (%) 3,31 b 3,22 a 3,31 b 3,21 a 3,22 a 3,30 b 3,26 3,27 0,07 Lactose (%) 4,60 4,60 4,63 b 4,58 a 4,59 4,61 4,61 4,60 0,03 Celgetal* (x 1000/ml melk) Celgetal (log) 4,27 4,13 4,15 4,26 4,12 4,28 4,12 4,29 0,39 Ureum (mg/dl) 17,86 17,91 19,95 b 15,82 a 18,25 17,53 17,54 18,23 1,27 Vet (g/d) a 1343 b ,5 Eiwit (g/d) 1199 a 1295 b 1328 b 1166 a ,7 Lactose (g/d) 1685 a 1864 b 1872 b 1678 a ,5 FPCM (kg/d) 35,44 a 38,13 b 37,52 b 36,05 a 37,67 b 35,89 a 36,89 36,67 1,27 a,b Getallen met verschillende superscript binnen eenzelfde hoofdeffect verschillen significant (p < 0,05) * niet statistisch getoetst. Er werd slechts één significante interactie gevonden tussen melkfrequentie en rantsoeneigenschappen (basis, krachtvoer en antioxidanten) met betrekking tot melkproductiekenmerken. Deze staat samen met enkele trends in onderstaande tabel. Driemaal daags melken in combinatie met een maïsrijk rantsoen leverde een significant hogere melkproductie op dan driemaal daags melken bij een grasrijk rantsoen of tweemaal daags melken (onafhankelijk van het basisrantsoen). Als gevolg hiervan is er een trend tot een verhoogde totale productie van eiwit en lactose per dag bij het driemaal daags melken bij een maïsrijk rantsoen. Dit kan verklaard worden uit de hogere energieopname op dit rantsoen Tabel 13 Trends en significante tweeweg interacties tussen melkfrequentie en rantsoeneigenschappen en melkproductiekenmerken in week 8 en 9 Behandeling 2x Melken 3x Melken maïsrijk grasrijk Maïsrijk grasrijk Ksv P Melk (kg/d) 37,74 b 35,43 a 43,04 c 37,88 b 1,847 <0.05 Eiwit (g/d) ,52 <0.10 Lactose (g/d) ,80 <0.10 Behandeling 2x Melken 3x Melken geen antiox. wel antiox. geen antiox. wel antiox. Ksv P Eiwit (%) 3,33 3,28 3,18 3,25 0,097 <0.10 a,b Getallen met verschillende superscript binnen een rij verschillen significant (p < 0,05). Schothorst Feed Research B.V. 19

21 Zuurtegraad melkvet en melkvetzuurpatroon In tabel 14 is het effect van de verschillende rantsoenfactoren en de melkfrequentie op de kenmerken van de melk in week 8 en 9 van de hoofdperiode weergegeven. Uit de resultaten blijkt dat de zuurtegraad van melkvet na behandeling van de melk hoger werd indien de melkfrequentie hoger was. In tabel 16 is ook te zien dat de lipase-activiteit bij 3 x daags melken hoger was. Hiervoor is geen goede verklaring voorhanden. Deze hogere lipase activiteit kan leiden tot lipolyse van de vetzuren in het melkvet. Hierdoor kunnen vetzuren afgesplitst worden van het glycerolmolecuul, waardoor deze als vrije vetzuren in de melk verschijnen. Dit is de oorzaak van een verhoogde zuurtegraad van het melkvet. Mogelijk geeft 3 x daags melken daarnaast aanleiding tot een verzwakking van de melkvetbolmembraan, waardoor lipoproteine-lipase gemakkelijker aan kon grijpen op de triglyceriden die normaliter, omgeven door een membraan, in de melkvetbolletjes aanwezig zijn. Een verhoogde gevoeligheid voor een hogere zuurtegraad melkvet was ook het geval wanneer de dieren een krachtvoer met een hoger gehalte aan verzadigd vet gevoerd kregen. Er zijn twee mogelijke oorzaken voor deze verhoogde gevoeligheid. De eerste is dat met het toevoegen van verzadigd vet aan het voer de samenstelling van de vetzuursamenstelling van de fosfolipiden in de vetbolmembraan verandert. Hierdoor zou de membraan minder soepel kunnen worden en daardoor gevoeliger voor beschadiging. Er was een significant effect van type vet in het krachtvoer op de samenstelling van de fosfolipiden. Uit tabel 16 blijkt daarnaast dat ook de melkvetbolletjes groter waren bij een rantsoen met verzadigde vetzuren. Mogelijk zijn de grotere melkvetbolletjes gevoeliger voor beschadiging en daardoor ook voor aantasting van de triglyceriden door lipoproteine-lipase. Het toevoegen van antioxidanten aan het voer bleek de melk minder gevoelig te maken voor een verhoging van de zuurtegraad van melkvet. De antioxidanten lijken de melkvetbolmembraan dus stabieler te maken. Voor wat betreft de vetzuursamenstelling van de melk, is gebleken dat een maïsrijk rantsoen aanleiding geeft tot hogere gehalten aan omega-6 vetzuren, terwijl bij een grasrijk basisrantsoen hogere gehaltes aan omega-3 vetzuren te vinden zijn. Dit is een effect dat op basis van de samenstelling van gras en mais verwacht was. Het toevoegen van verzadigde dan wel onverzadigde vetzuren aan het krachtvoer heeft een significante invloed op de samenstelling van de vetzuren in melk. Schothorst Feed Research B.V. 20

22 Tabel 14 Invloed van de verschillende hoofdfactoren op zuurtegraad van melkvet (voor en na behandeling) en het vetzuurpatroon van het melkvet in week 8 en 9 Melkfrequentie Basisrantsoen Type vet Antioxidant 2 x 3 x Maïsrijk Grasrijk Verz. Onverz. Geen Wel Ksv BDI-beh (mmol/100 g) 0,77 a 1,24 b 0,95 1,07 1,18 b 0,84 a 1,12 b 0,89 a 0,22 BDI-ref 0,17 0,19 0,18 0,18 0,18 0,17 0,18 0,18 0,019 BDI-verschil 0,61 a 1,06 b 0,77 0,89 1,00 b 0,67 a 0,94 b 0,72 a 0,21 CLA * 0,54 0,49 0,54 0,49 0,40 a 0,63 b 0,52 0,51 0,070 Omega-3 * 0,70 0,69 0,62 a 0,77 b 0,54 a 0,85 b 0,70 0,69 0,035 Omega-6 * 2,00 1,98 2,18 b 1,80 a 1,66 a 2,33 b 2,02 1,97 0,163 Onverz. VZ * 33,09 33,57 34,26 32,39 31,48 a 35,17 b 34,00 32,65 2,301 Verz. VZ * 66,92 66,43 65,74 67,61 68,52 b 64,83 a 66,00 67,35 2,301 a,b Getallen met verschillende superscript binnen eenzelfde hoofdeffect verschillen significant (p < 0,05) * Percentage van melkvet In tabel 15 zijn de interacties weergegeven tussen melkfrequentie, rantsoeneigenschappen en melkkenmerken. Een combinatie van 3 x daags melken en het voeren van verzadigd vet blijkt een grotere gevoeligheid van de melkvet op te leveren voor een verhoogde zuurtegraad. Wanneer het voeren van verzadigd vet werd gecombineerd met een toevoeging van het antioxidantenmengsel, werd een lagere zuurtegraad melkvet gevonden na behandeling van de melk, dan wanneer geen antioxidanten gevoerd werden. In dit experiment verminderde het toevoegen van antioxidanten het risico op een verhoogde zuurtegraad melkvet. Verder blijkt uit tabel 15 dat veranderingen in het basisrantsoen en in het type vet dat aan het rantsoen toegevoegd wordt een grote invloed hebben op de samenstelling van de melk. Zo leverde een maïsrijk rantsoen in combinatie met een krachtvoer met verzadigd vet minder omega-3 en omega-6 vetzuren in de melk op en meer verzadigde vetzuren, dan een maïsrijk rantsoen in combinatie met onverzadigd vet. Wel werd over het algemeen meer invloed op melkkenmerken gezien van het type vet dat toegevoegd werd dan van het basisrantsoen. Drie keer daags melken in combinatie met het voeren van het antioxidantenmengsel leverde in het experiment een lagere hoeveelheid omega-3 vetzuren in de melk op. Hiervoor is geen verklaring gevonden. Schothorst Feed Research B.V. 21

23 Tabel 15 Significante tweeweg interacties en trends tussen melkfrequentie en rantsoeneigenschappen en melkkenmerken in week 8 en 9 Behandeling 2 x melken 3 x melken Verz. vet Onverz. vet Verz. vet Onverz. vet Ksv P BDI-beh (mmol/100g) 0,849 a 0,698 a 1,507 b 0,979 a 0,313 <0.1 Behandeling 2 x melken 3 x melken Geen antiox. Wel antiox. Geen antiox. Wel antiox. Ksv P Omega-3 * 0,684 ab 0,718 b 0,711 b 0,661 a 0,049 <0.05 Behandeling Verz. Vet Onverz. Vet Geen antiox. Wel antiox. Geen antiox. Wel antiox. Ksv P BDI-beh 1,410 b 0,946 a 0,833 a 0,843 a 0,313 <0.05 (mmol/100g) BDI-ref 0,194 b 0,172 ab 0,164 a 0,177 ab 0,027 <0.10 BDI-verschil 1,216 b 0,774 a 0,669 a 0,666 a 0,300 <0.05 Behandeling Maïsrijk Grasrijk Verz. vet Onverz. vet Verz. vet Onverz. vet Ksv P Omega-3 * 0,44 a 0,80 c 0,64 b 0,90 d 0,049 <0.01 Omega-6 * 1,75 a 2,61 c 1,56 a 2,05 b 0,231 <0.05 Onverz. VZ * 31,17 a 37,36 b 31,79 a 32,99 a 3,254 <0.05 Verz. VZ * 68,84 b 62,64 a 68,21 b 67,01 b 3,254 <0.05 a,b Getallen met verschillende superscript binnen een rij verschillen significant (p < 0,05) * percentage van het melkvet Lipase-activiteit en vetbolgrootte Analyse van de lipase-activiteit is alleen uitgevoerd voor melk die bemonsterd is in week 6 van de hoofdperiode. Daardoor kunnen geen waarden uit de voorperiode als covariabele worden meegenomen. De samenstelling van het rantsoen of krachtvoer en toevoeging van antioxidanten hadden geen effect op de lipase-activiteit van melk (tabel 16). De frequentie van melken had wel een effect op de lipaseactiviteit van melk. Het verhogen van de melkfrequentie van twee- naar driemaal daags verhoogde de lipase-activiteit van melk. Er werden geen interacties tussen de hoofdfactoren op de lipase-activiteit waargenomen. De grootte van de vetbollen werd bepaald m.b.v. lichtverstrooiing. Tevens werd regelmatig het microscopisch beeld vastgelegd ter controle van de gemeten deeltjesgrootteverdelingen van vetbollen. Alle gemeten deeltjesgrootteverdelingen vertoonden de verwachte log-normale verdeling en microscopisch beeld liet in alle gevallen de afwezigheid van clustering van vetbollen zien. De frequentie van melken had geen effect op de vetbolgrootte (tabel 16). Ook had het type basisrantsoen, alsmede de aanwezigheid van antioxidanten geen effect op de vetbolgrootte. Het type vet had echter wel effect op de vetbolgrootte. Deze nam af als onverzadigd vet in het krachtvoer aanwezig was. Er werden geen interacties tussen de hoofdeffecten op vetbolgrootte waargenomen. Schothorst Feed Research B.V. 22

24 Tabel 16 Invloed van voersamenstelling en melkfrequentie op lipase-activiteit en op vetbolgrootte in week 9 Melkfrequentie Basisrantsoen Type vet Antioxidant 2 x 3 x Maïsrijk Grasrijk Verz. Onverz. Geen Wel Ksv Lipase-activiteit (µeq. FFA/ml/h) 39,9 a 47,0 b 44,1 42,7 44,6 42,2 43,8 43,0 5,3 Vetbolgrootte (µm) 3,71 3,61 3,58 3,75 3,78 a 3,54 b 3,59 3,74 0,20 a,b Getallen met verschillende superscript binnen eenzelfde hoofdeffect verschillen significant (p < 0,05). Samenstelling fosfolipidensamenstelling van de vetbolmembranen In tabel 17 is het effect van de verschillende rantsoenfactoren en de melkfrequentie op de fosfolipidensamenstelling in de vetbolmembranen weergegeven. Het melkvetbolmembraan bestaat voor ca % uit fosfolipiden, welke samen met eiwit en triglyceriden zorgen voor een unieke drielaagse structuur die de melkvetbollen beschermt. Verandering in samenstelling van de membranen zal ook veranderingen in de stabiliteit hiervan tot gevolg hebben, en zodoende de zuurtegraad van het melkvet kunnen beïnvloeden. Voor deze markers zijn geen gegevens bekend uit de vijfde week van de hoofdperiode, aangezien alleen ochtendmelk onderzocht is op fosfolipiden. Beide onderzochte monsters zijn genomen in week 9 van het experiment (week 6 van de hoofdperiode). De melkfrequentie heeft geen significant effect op het totale fosfolipidengehalte en op de fosfolipidensamenstelling van de melk (tabel 9). Het basisrantsoen had eveneens geen effect op de hoeveelheid fosfolipiden als mede op de fosfolipidensamenstelling van melk. Het type vet heeft wel en significant effect op het totale fosfolipidegehalte in melk, alsmede op het fosfatidylethanolamine-, sfingomyeline- en fosfatidylserinegehalte. Deze zijn hoger indien het krachtvoer rijk is aan onverzadigd vet. De aanwezigheid van antioxidanten in het voer als hoofdeffect beïnvloedt het gehalte fosfolipiden in de melk niet. Tabel 17. Invloed van voersamenstelling en melkfrequentie op het fosfolipidengehalte van de vetbolletjes van melk (in µg/l) in week 9 Melkfrequentie Basisrantsoen Type vet Antioxidant 2 x 3 x Maïsrijk Grasrijk Verz. Onverz. Geen Wel Ksv Fosfolipiden (totaal) 395,0 393,0 385,0 400,0 376,0 a 409,0 b 399,0 386,0 26,0 Fosfatidylethano lamine 80,8 78,9 78,5 81,2 76,1 a 83,7 b 81,0 78,7 5,4 Lysofosfatidylethanolamine 28,9 31,8 29,4 31,4 29,9 30,8 30,8 29,9 3,0 Fosfatidylcholine 93,3 90,4 90,7 93,1 89,2 94,5 93,7 90,0 7,0 Sfingomyeline 109,0 108,0 106,0 112,0 103,0 a 115,0 b 111,0 107,0 9,2 Fosfatidylserine 50,6 51,4 50,2 51,9 48,4 a 53,7 b 52,4 49,7 3,4 Fosfatidylinositol 31,1 30,1 30,3 30,9 29,7 31,5 31,2 30,0 2,4 Er werd echter wel een interactie met de melkfrequentie waargenomen (tabel 18). Bij het tweemaal daags melken werd een afname van het fosfatidylethanolamine- en het fosfatidyl- Schothorst Feed Research B.V. 23

25 serinegehalte waargenomen indien er antioxidanten in het voer aanwezig waren. Aangezien aan het antioxidantenmengsel cholinechloride toegevoegd was, is dit een onverwachte bevinding. Mogelijk hadden de dieren reeds in het rantsoen zonder antioxidantenmengsel een voldoende hoge voorziening aan fosfatidylcholine, waardoor het toegevoegde fosfatidylcholine niet van invloed was. Choline kan ondermeer worden gemaakt vanuit methionine en betaine. De basisvoorziening aan darmverteerbaar methionine was bij de koeien uit het experiment op of iets onder de norm (1,9 2,0 ten opzichte van 2,0). Na toevoeging van choline (Reashure) zijn de koeien ruim op de norm gevoerd. Overige tweeweg interacties werden niet waargenomen. Tabel 18. Significante tweeweg interacties tussen melkfrequentie en de aanwezigheid van antioxidanten in voer op bepaalde typen fosfolipiden (in µg/l) in week 9 Behandeling 2 x melken 3 x melken geen antiox wel antiox. geen antiox. wel antiox. Ksv P Fosfatidylethanolamine 85,2 b 76,3 a 76,8 a 81,1 ab 7,55 <0.05 Fosfatidylserine 53,9 b 47,4 a 50,9 ab 52,0 ab 4,84 <0.05 Schothorst Feed Research B.V. 24

26 Conclusies en samenvatting In een proef met 64 melkkoeien in begin tot mid lactatie werd de invloed van vier hoofdeffecten op voeropname en melkproductiekenmerken onderzocht: melkfrequentie (tweemaal versus driemaal), type basisrantsoen (maisrijk versus grasrijk), type vet (verzadigd versus onverzadigd) versus en het al dan niet toevoegen van een antioxidantenmengsel. De proef liep gedurende 9 weken (waarvan 3 weken voorperiode). De invloed van deze hoofdeffecten op de melksamenstelling werd getest tijdens de laatste twee weken van de hoofdperiode, waarbij de voorperiode is gebruikt als covariabele. Om inzicht te krijgen in de gevoeligheid van de melkvetbolletjes voor beschadiging is een behandeling van de melk toegepast die in fase 1 van het project ontwikkeld is. De conclusies die uit dit experiment getrokken kunnen worden zijn: - Wanneer verzadigd vet gevoerd wordt levert dit grotere melkvetbolletjes en een hogere zuurtegraad melkvet op na behandeling van de melk. - Wanneer naast verzadigd vet in het rantsoen ook antioxidanten gevoerd worden lijken de melkvetbolletjes minder gevoelig te worden voor beschadiging. - Wanneer driemaal daags gemolken wordt in plaats van tweemaal daags, wordt een hogere lipase-activiteit in de melk gevonden en neemt de zuurtegraad melkvet toe na behandeling van de melk. - De fosfolipidengehaltes in de vetbolmembranen kunnen positief worden beïnvloed door toevoeging van onverzadigde vetzuren aan het rantsoen. - De melkproductie van koeien stijgt significant bij driemaal daags melken ten opzichte van 2 maal daags melken. Dit gaat gepaard met een hogere productie van vet en eiwit. - Het snijmaïsrijke rantsoen levert een hogere voeropname en een hogere melkproductie op dan het grasrijke rantsoen. Hierbij wordt ook een hoger eiwit en lactose gehalte in de melk gevonden. De efficiëntie van de melkproductie is het hoogst wanneer 3 x daags gemolken wordt bij een snijmaïsrijk rantsoen. - De vetzuursamenstelling in de melk kan zowel door middel van veranderingen aan het type basisrantsoen als ook door het toevoegen van vet aan het krachtvoer worden beïn - vloed. Samenvattend lijken de nadelige effecten van een hogere melkfrequentie op de zuurtegraad van melkvet, zoals die ook wordt waargenomen bij robotmelken, gedeeltelijk gecompenseerd te worden door het voeren van onverzadigde vetten en het toevoegen van antioxidanten. Schothorst Feed Research B.V. 25

27 Aanbevelingen voor verder onderzoek Uit het beschreven experiment kunnen een paar conclusies getrokken worden die nader onderzoek behoeven. Uit het experiment blijkt dat het toevoegen van verzadigd vet aan het voer een grotere gevoeligheid van de melkvetbolletjes voor beschadiging tot gevolg heeft. Tevens is het gehalte aan fosfolipiden in de melkvetbolmembraan bij deze behandeling lager. Waarschijnlijk verandert daarbij de vetzuursamenstelling van de fosfolipiden van de melkvetbolmembraan bij toevoeging van verzadigd vet. Mogelijk worden hierdoor de melkvetbolmembranen minder flexibel en gevoeliger voor beschadiging. Om dit nader te onderzoeken zou de vetzuursamenstelling van de membraanlipiden zelf gemeten moeten worden. Een tweede conclusie is dat met behulp van een antioxidantenmengsel de gevoeligheid van de melkvetbolmembranen voor beschadiging verlaagd kan worden. In beschreven onderzoek is een mengsel van antioxidanten gebruikt, waardoor niet aan te geven is welk antioxidant het positieve effect veroorzaakt. In vervolgonderzoek zou daarom gericht gezocht kunnen worden naar het supplement dat de melkvetbolmembraan minder gevoelig kan maken voor beschadiging. Schothorst Feed Research B.V. 26

28 Literatuurlijst Chilliard, Y., Ferlay, A., Rouel, J., Lamberet, G., (2003) A Review of Nutrional and Physiological Factors Affecting Goat Milk Lipid Synthesis and Lipolysis. J. Dairy Sci. 86: Couvreur, S., Hurtaud, C., Marnet, P.G., Faverdin, P., Peyraud, J.L., (2007) Composition of Milk Fat from Cows Selected for Milk Fat Globule Size and Offered Either Fresh Pasture or a Corn Silage-Based Diet. J. Dairy Sci. 90: Hermansen, J.E., Larsen, T., Andersen, J.O., (1995) Does Zinc Play a Role in the Resistance of Milk to Spontaneous Lipolysis? Int. Dairy Journal 5: Santos J.E.P, (2009) Feeding Rumen-Protected Choline to Transition Dairy Cows. Florida Ruminant Nutrition Symposium Koopmans, A.I., Ruischop, R., Huppertz, T., Sprong C., van Straalen W.M., (2011) Bepaling van de variatie in vrije vetzuren in melk tussen koeien en het vaststellen van relevante condities om vetbolbeschadiging op te wekken, en de zuurtegraad van het melkvet te beïnvloeden. SFR Wiking, L., Bjorck, L., Nielsen, J.H.(2003) Influence of feed composition on stability of fat globules during pumping of raw milk; International Dairy Journal 13: Wiking, L. (2005) Milk Fat Globule Stability, Lipolysis with Special Reference to Automatic Milking Systems. Doctoral thesis Swedish University of Agricultural Sciences, Uppsala, Sweden. Schothorst Feed Research B.V. 27

De invloed van Bergafat F 100 op melkproductie en samenstelling in tankmelk van melkkoeien in mid-lactatie op een siësta beweidingssysteem

De invloed van Bergafat F 100 op melkproductie en samenstelling in tankmelk van melkkoeien in mid-lactatie op een siësta beweidingssysteem De invloed van Bergafat F 100 op melkproductie en samenstelling in tankmelk van melkkoeien in mid-lactatie op een siësta beweidingssysteem Proefverslag nr. 649 oktober 2004 auteur: dr. ir. W.M. van Straalen

Nadere informatie

De invloed van Diamond V + Nitroshure in combinatie met verlaagd krachtvoeraanbod op voeropname en productieparameters bij melkkoeien in mid lactatie

De invloed van Diamond V + Nitroshure in combinatie met verlaagd krachtvoeraanbod op voeropname en productieparameters bij melkkoeien in mid lactatie De invloed van Diamond V + Nitroshure in combinatie met verlaagd krachtvoeraanbod op voeropname en productieparameters bij melkkoeien in mid lactatie Verslag 995 September 2009 auteurs: Drs. A.I. Koopmans

Nadere informatie

Actief Melken Actieve koeien door passend voer en het beste advies

Actief Melken Actieve koeien door passend voer en het beste advies Actief Melken Actieve koeien door passend voer en het beste advies Actief Melken Actief Melken is dé handleiding voor de voeding van melkgevende koeien. ABZ Diervoeding onderscheidt zich door een rationele

Nadere informatie

INVLOED VAN PENSVERZURING OP DE VOEROPNAME EN MELKPRODUCTIE EN MAATREGELEN OM PENSVERZURING TE VERHELPEN

INVLOED VAN PENSVERZURING OP DE VOEROPNAME EN MELKPRODUCTIE EN MAATREGELEN OM PENSVERZURING TE VERHELPEN SCH-2002-17 INVLOED VAN PENSVERZURING OP DE VOEROPNAME EN MELKPRODUCTIE EN MAATREGELEN OM PENSVERZURING TE VERHELPEN De fermentatie van voedermiddelen in de pens speelt een cruciale rol in de voorziening

Nadere informatie

Voederwaarde-onderzoek Gras ingekuild Kuilkenner Excellent kuil 1

Voederwaarde-onderzoek Gras ingekuild Kuilkenner Excellent kuil 1 Onderzoek Onderzoek-/ordernummer: Datum verslag: 731267/002743994 22-07-2011 Oogstdatum: Datum monstername: Monster genomen door: Contactpersoon monstername: 16-05-2011 07-07-2011 Dick Huiberts: 0652002131

Nadere informatie

Kort verslag oriënterende voerproef hooi

Kort verslag oriënterende voerproef hooi Kort verslag oriënterende voerproef hooi Voerproef naar de invloed van hooi op melkproductie en melksamenstelling Uitgevoerd voor het netwerk Heerlijk, Helder Hooi Locatie proef: proefboerderij Zegveld

Nadere informatie

Quinoa-GPS in het rantsoen voor melkkoeien

Quinoa-GPS in het rantsoen voor melkkoeien Quinoa-GPS in het rantsoen voor melkkoeien Ronald Zom, Herman van Schooten en Ina Pinxterhuis Quinoa is een eenvoudig te telen gewas dat in korte tijd een hoge opbrengst geeft, goed te conserveren is en

Nadere informatie

Fosfor op maat: wat is te bereiken via de voeding?

Fosfor op maat: wat is te bereiken via de voeding? Fosfor op maat: wat is te bereiken via de voeding? Ant Koopmans Wilfried van Straalen Gezonde Melkveehouderij, Zwolle, 15-01-14 Indeling Fosfor huishouding en behoefte Effect van laag P: Korte termijn:

Nadere informatie

Zwavel als oorzaak van problemen? dr. Guillaume Counotte

Zwavel als oorzaak van problemen? dr. Guillaume Counotte Zwavel als oorzaak van problemen? dr. Guillaume Counotte Verslag van onderzoek naar mogelijke relatie tussen het opbrengen van baggerslib op percelen, gehalten van elementen in gras dat groeit op die percelen

Nadere informatie

Ingekuilde mengteelt van witte en rode klaver met gras voor melkvee

Ingekuilde mengteelt van witte en rode klaver met gras voor melkvee Landbouwcentrum voor Voedergewassen vzw Gegevens uit deze publicatie mogen overgenomen worden mits bronvermelding (=vermelding kader onderaan) Ingekuilde mengteelt van witte en rode klaver met gras voor

Nadere informatie

Gezond voeren met een optimale melkproductie. Thomas Schonewille Faculteit Diergeneeskunde Afdeling Voeding

Gezond voeren met een optimale melkproductie. Thomas Schonewille Faculteit Diergeneeskunde Afdeling Voeding Gezond voeren met een optimale melkproductie Thomas Schonewille Faculteit Diergeneeskunde Afdeling Voeding Periodes in en rondom de droogstand-afkalven Droogzetten Afkalven Transitieperiode Einde lactatie

Nadere informatie

Meten van voerefficiëntie voor betere benutting eigen ruwvoer. Meten van voerefficiëntie voor betere benutting eigen ruwvoer

Meten van voerefficiëntie voor betere benutting eigen ruwvoer. Meten van voerefficiëntie voor betere benutting eigen ruwvoer Meten van voerefficiëntie voor betere benutting eigen ruwvoer Januari 2013 Meten van voerefficiëntie voor betere benutting eigen ruwvoer Herman van Schooten (WUR-LR) Hans Dirksen (DMS) Januari 2013 Inleiding

Nadere informatie

Afdeling Nutritie & Innovatie. Bewust natuurlijk luxe en goed afkalven Door Toon van der Heijden

Afdeling Nutritie & Innovatie. Bewust natuurlijk luxe en goed afkalven Door Toon van der Heijden Afdeling Nutritie & Innovatie Bewust natuurlijk luxe en goed afkalven Door Toon van der Heijden maandag 28 november 2016 Geweldig!!! Van Kalf tot Koe tot Kalf enz STELLINGEN OM TE BEGINNEN Makkelijke geboorte

Nadere informatie

1. Waarom hoeven herkauwers niet alle essentiële aminozuren via het voer op te nemen.

1. Waarom hoeven herkauwers niet alle essentiële aminozuren via het voer op te nemen. 2.4: Eiwitten 1. Waarom hoeven herkauwers niet alle essentiële aminozuren via het voer op te nemen. Plantaardige aminozuren worden door de pensmicroben omgezet in dierlijke aminozuren. 2. Hoe wordt het

Nadere informatie

KAN KOOLZAADKOEK INGESCHAKELD WORDEN IN

KAN KOOLZAADKOEK INGESCHAKELD WORDEN IN KAN KOOLZAADKOEK INGESCHAKELD WORDEN IN MELKVEERANTSOENEN? J. De Boever, J. Vanacker, S. De Campeneere en D. De Brabander Vlaamse Overheid, Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek, Eenheid Dier Koolzaadolie

Nadere informatie

Proefverslag 350 VERLAGING VAN HET RUW EIWITGEHALTE IN VOEDER VOOR LACTERENDE ZEUGEN. Inleiding. Proefopzet Proefdieren. Proefbehandelingen lactatie

Proefverslag 350 VERLAGING VAN HET RUW EIWITGEHALTE IN VOEDER VOOR LACTERENDE ZEUGEN. Inleiding. Proefopzet Proefdieren. Proefbehandelingen lactatie Proefverslag 350 VERLAGING VAN HET RUW EIWITGEHALTE IN VOEDER VOOR LACTERENDE ZEUGEN (proef VFB-31; PV-350; Y1992) december 1992 auteurs: ir. C.H.M. Smits dr. ir. P.J. van der Aar Inleiding Het systeem

Nadere informatie

Kuilkenner Grasbalen (afgesloten) balen juli. Uw klantnummer: Eurofins Agro Postbus 170 NL AD Wageningen

Kuilkenner Grasbalen (afgesloten) balen juli. Uw klantnummer: Eurofins Agro Postbus 170 NL AD Wageningen Kuilkenner Grasbalen (afgesloten) Uw klantnummer: 2011239 H. Holman Markewg 17 9307 PC STEENBERGEN DR Eurofins Agro Postbus 170 NL - 6700 AD Wageningen T monstername: Johan de Vries: 0652002171 T klantenservice:

Nadere informatie

Najaarsexcursie LSN - Dennis Klein Koerkamp Donderdag 29 november Vleesveeteam ForFarmers

Najaarsexcursie LSN - Dennis Klein Koerkamp Donderdag 29 november Vleesveeteam ForFarmers Najaarsexcursie LSN - Dennis Klein Koerkamp Donderdag 29 november 2018 Vleesveeteam ForFarmers 2 2 1 Waar gaan we het over hebben? Wat is rendement in vleesveeland? Zoogkoeien en kalveren Afmestfase Waterkwaliteit

Nadere informatie

Voederwaardeonderzoek Grasbalen (afgesloten) Voeding compleet Balen 73 x. Uw klantnummer: Eurofins Agro Postbus 170 NL AD Wageningen

Voederwaardeonderzoek Grasbalen (afgesloten) Voeding compleet Balen 73 x. Uw klantnummer: Eurofins Agro Postbus 170 NL AD Wageningen Voederwaardeonderzoek Grasbalen (afgesloten) Voeding compleet Uw klantnummer: 2704803 D. Oosterhof Het Zuid 53 9203 TC DRACHTEN Eurofins Agro Postbus 170 NL - 6700 AD Wageningen T monstername: Sipke Nijboer:

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting 106 Samenvatting Samenvatting Actieve sportpaarden krijgen vaak vetrijke rantsoenen met vetgehalten tot 130 g/kg droge stof. De toevoeging van vet verhoogt de energiedichtheid van voeders.

Nadere informatie

Fundamenten rekenregels enterisch methaan

Fundamenten rekenregels enterisch methaan Fundamenten rekenregels enterisch methaan ( in de KringLoopWijzer ) André Bannink Wageningen Livestock Research Monitoren BKG emissies On-line meting CH 4 -emissie, onzeker op nationale schaal en op bedrijfsniveau,

Nadere informatie

Variatie in nutriëntenaanbod bij melkvee in relatie tot voeropname en opnamepatronen bij beweiding

Variatie in nutriëntenaanbod bij melkvee in relatie tot voeropname en opnamepatronen bij beweiding Introductie Boerenzoon (www.molenperk.nl) HAS Den Bosch (dier- en veehouderij) MSc Wageningen Universiteit Afstudeervak Provimi in Nieuw-Zeeland PhD Wageningen Universiteit Graslandmanagement Variatie

Nadere informatie

KUNNEN VOEDERBIETEN PERSPULP VERVANGEN IN HET

KUNNEN VOEDERBIETEN PERSPULP VERVANGEN IN HET KUNNEN VOEDERBIETEN PERSPULP VERVANGEN IN HET MELKVEERANTSOEN? Daniël De Brabander en Sam De Campeneere Vlaamse overheid, Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek (ILVO) Eenheid Dier Alex De Vliegher

Nadere informatie

Gebruikershandleiding Mineralencalculator (DEMO)

Gebruikershandleiding Mineralencalculator (DEMO) Gebruikershandleiding Mineralencalculator (DEMO) Inleiding a. Deze Mineralencalculator is gebaseerd op de CVB Publicatie Handleiding Mineralenvoorziening Rundvee, Schapen, Geiten (2005). b. De DEMO van

Nadere informatie

HET EFFECT VAN SEMI-AD LIBITUM TROGVOEDERING EN AD LIBITUM BRIJBAKVOEDERING MET SLACHTVARKENSVOEDER EW 1,10 OF EW 1,03

HET EFFECT VAN SEMI-AD LIBITUM TROGVOEDERING EN AD LIBITUM BRIJBAKVOEDERING MET SLACHTVARKENSVOEDER EW 1,10 OF EW 1,03 Proefverslag 322 HET EFFECT VAN SEMI-AD LIBITUM TROGVOEDERING EN AD LIBITUM BRIJBAKVOEDERING MET SLACHTVARKENSVOEDER EW 1,10 OF EW 1,03 (proef VMC-31; PV-322; Y1992) auteur: ir. C.H.M. Smits februari 1992

Nadere informatie

Premium DOG- & CAT Food

Premium DOG- & CAT Food food Natural food Natural food l Natural food Natural food Natura Premium DOG- & CAT Food Premium DOG- & CAT Food NATURAL FOOD www.basto.nl food Natural food Natural food l Natural food Natural food Natura

Nadere informatie

Kuilkenner Gras ingekuild kuilsilo 2. Uw klantnummer: Eurofins Agro Postbus 170 NL AD Wageningen

Kuilkenner Gras ingekuild kuilsilo 2. Uw klantnummer: Eurofins Agro Postbus 170 NL AD Wageningen Kuilkenner Gras ingekuild kuilsilo 2 Uw klantnummer: 2011239 H. Holman Markewg 17 9307 PC STEENBERGEN DR Eurofins Agro Postbus 170 NL - 6700 AD Wageningen T monstername: Johan de Vries: 0652002171 T klantenservice:

Nadere informatie

N o t i t i e. Lactosebepalingen MPR Datum: Arnhem, 29 augustus 2006 Onze referentie: R&D/06.0108/MH/HWA Bijlage(n): -

N o t i t i e. Lactosebepalingen MPR Datum: Arnhem, 29 augustus 2006 Onze referentie: R&D/06.0108/MH/HWA Bijlage(n): - Auteur: Horneman Betreft: Lactosebepalingen MPR Datum: Arnhem, 29 augustus 2006 Onze referentie: R&D/06.0108/MH/HWA Bijlage(n): - N o t i t i e Sinds begin 2006 worden resultaten van lactosebepalingen

Nadere informatie

de voedingskundige samenstelling + onderbouwing

de voedingskundige samenstelling + onderbouwing de voedingskundige samenstelling + onderbouwing algemene informatie van de drinkvoeding, waarop de hoeveelheden van de ingrediënten zijn gebaseerd: Volledige voeding; drinkvoeding wordt zes keer op een

Nadere informatie

Voederwaardeonderzoek Gras ingekuild Voeding compleet Plaat 2. Uw klantnummer: Eurofins Agro Postbus 170 NL AD Wageningen

Voederwaardeonderzoek Gras ingekuild Voeding compleet Plaat 2. Uw klantnummer: Eurofins Agro Postbus 170 NL AD Wageningen Voederwaardeonderzoek Gras ingekuild Voeding compleet Uw klantnummer: 3105474 R. Logtenberg Vinkegavaartwg 4 8394 TC DE HOEVE Eurofins Agro Postbus 170 NL - 6700 AD Wageningen T monstername: Sipke Nijboer:

Nadere informatie

Kwaliteit snijmais irt methaanemissie

Kwaliteit snijmais irt methaanemissie Kwaliteit snijmais irt methaanemissie Effect van een latere oogst op methaanemissie in melkvee PhD Thesis Bayissa Hatew http://edepot.wur.nl/357155 Rol snijmais / intensiteit voeding op on-farm BKG-emissies

Nadere informatie

Afleiding van de normen voor mineralen en spoorelementen voor paarden en pony s. Dr. A.M. van den Top Adviesbureau VOER-RAAD

Afleiding van de normen voor mineralen en spoorelementen voor paarden en pony s. Dr. A.M. van den Top Adviesbureau VOER-RAAD Afleiding van de normen voor mineralen en spoorelementen voor paarden en pony s Dr. A.M. van den Top Adviesbureau VOER-RAAD Indeling Opzet onderzoek Factoriële methode voor berekening van de mineralenbehoefte

Nadere informatie

Bijvoedering van melkveerantsoenen op basis van gras(klaver)

Bijvoedering van melkveerantsoenen op basis van gras(klaver) Bijvoedering van melkveerantsoenen op basis van gras(klaver) Daniël De Brabander ILVO-studienamiddag Optimale eiwitproductie met grasland voor rundvee 10/11/2011 Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek

Nadere informatie

R.J. van Hoeij, J. Dijkstra, R.M. Bruckmaier, J.J. Gross, T.J.G.M. Lam, G.J. Remmelink, B. Kemp, en A.T.M. van Knegsel

R.J. van Hoeij, J. Dijkstra, R.M. Bruckmaier, J.J. Gross, T.J.G.M. Lam, G.J. Remmelink, B. Kemp, en A.T.M. van Knegsel Effect van droogstandslengte en energieniveau van het rantsoen op de melkproductie, energiebalans en metabolieten in plasma bij melkvee in begin lactatie R.J. van Hoeij, J. Dijkstra, R.M. Bruckmaier, J.J.

Nadere informatie

Invloed voeding op pensfermentatie in melkvee

Invloed voeding op pensfermentatie in melkvee Invloed voeding op pensfermentatie in melkvee André Bannink andre.bannink@wur.nl Animal Sciences Group Wageningen UR in samenwerking met : Jan Dijkstra, Lsg Diervoeding, Wageningen Universiteit Pensfermentatie

Nadere informatie

Voederwaarde-onderzoek Gras ingekuild Kuilkenner Excellent plaat 10

Voederwaarde-onderzoek Gras ingekuild Kuilkenner Excellent plaat 10 Voederwaarde-onderzoek Gras ingekuild Kuilkenner Excellent plaat 10 Uw klantnummer: 2686678 Mts K.J & J.J & J.K van Weperen Jardinga 3 8431 RE OOSTERWOLDE FR Postbus 170 NL - 6700 AD Wageningen T monstername:

Nadere informatie

Grasklaver met kruiden in Vlaanderen, ervaringen uit onderzoek en praktijk. Luk Sobry Wim Govaerts

Grasklaver met kruiden in Vlaanderen, ervaringen uit onderzoek en praktijk. Luk Sobry Wim Govaerts Grasklaver met kruiden in Vlaanderen, ervaringen uit onderzoek en praktijk Luk Sobry Wim Govaerts Motieven voor kruideninzaai Mineralenvoorziening Geneeskrachtige werking Smakelijkheid Melkkwaliteit Mineralenbenutting

Nadere informatie

Voederwaardeonderzoek Grasbalen (afgesloten) Voeding compleet 3e snee. Uw klantnummer: Eurofins Agro Postbus 170 NL AD Wageningen

Voederwaardeonderzoek Grasbalen (afgesloten) Voeding compleet 3e snee. Uw klantnummer: Eurofins Agro Postbus 170 NL AD Wageningen Voederwaardeonderzoek Grasbalen (afgesloten) Voeding compleet Uw klantnummer: 2745984 Mts K. & R. Lieuwes De Wygeast 67 9294 KR OUDWOUDE Eurofins Agro Postbus 170 NL - 6700 AD Wageningen T monstername:

Nadere informatie

Van dit product worden onderstaand allereerst de gehalten van de benodigde componenten weergegeven:

Van dit product worden onderstaand allereerst de gehalten van de benodigde componenten weergegeven: REKENVOORBEELDEN VOEDERWAARDEN HERKAUWERS 1 Energiewaarde herkauwers: VEM en VEVI In het rekenvoorbeeld voor de VEM-en VEVI waarde voor herkauwers wordt uitgegaan van een willekeurige partij palmpitschilfers

Nadere informatie

Doel. Voorlopige activiteiten

Doel. Voorlopige activiteiten Doel Doel: We gaan meer vanuit de bodem denken en bemesten om op die manier op korte termijn en op lange termijn een optimale productie te bereiken. Voorlopige activiteiten 2e Bijeenkomst bespreken bestaande

Nadere informatie

Natvoeding. Gezonde natvoeding voor kleine honden. (volwassen gewicht tot 10kg) GEZONDHEIDS- VOEDING

Natvoeding. Gezonde natvoeding voor kleine honden. (volwassen gewicht tot 10kg) GEZONDHEIDS- VOEDING Natvoeding % % GEZONDHEIDS- VOEDING Gezonde natvoeding voor kleine honden (volwassen gewicht tot 10kg) Royal Canin natvoedingen: CANINE HEALTH NUTRITION - natvoedingen voor kleine honden met een volwassen

Nadere informatie

Graan voeren aan melkvee Effecten op voeropname, productie en diergezondheid

Graan voeren aan melkvee Effecten op voeropname, productie en diergezondheid Graan voeren aan melkvee Effecten op voeropname, productie en diergezondheid Arie Klop Marleen Plomp December 2006 Inhoudsopgave 1 Inleiding...1 2 Proefopzet...2 3 Resultaten...4 3.1 Samenstelling voeders

Nadere informatie

Effect van energieniveau en energiesoort van het rantsoen op de energiebalans en lactatiepersistentie bij melkvee na een verkorte of geen droogstand

Effect van energieniveau en energiesoort van het rantsoen op de energiebalans en lactatiepersistentie bij melkvee na een verkorte of geen droogstand Effect van energieniveau en energiesoort van het rantsoen op de energiebalans en lactatiepersistentie bij melkvee na een verkorte of geen droogstand R.J. van Hoeij, J. Dijkstra, R.M. Bruckmaier, J.J. Gross,

Nadere informatie

Les 3: Vervolg Melksamenstelling. (Onderdeel van IBS Het melken van koeien)

Les 3: Vervolg Melksamenstelling. (Onderdeel van IBS Het melken van koeien) Les 3: Vervolg Melksamenstelling (Onderdeel van IBS Het melken van koeien) Simpel Rekenvoorbeeld melkopbrengsten per jaar Bedrijf A: 45 koeien / 29 kg per dag / 305 dgn 400.000 kg per jaar Vet gehalte

Nadere informatie

Houd SARA buiten de deur. Jan Veling, GD Gezonde Melkveehouderij, 15 januari 2015

Houd SARA buiten de deur. Jan Veling, GD Gezonde Melkveehouderij, 15 januari 2015 Houd SARA buiten de deur Jan Veling, GD Gezonde Melkveehouderij, 15 januari 2015 Opzet presentatie Waarom praten over SARA? Wie of wat is SARA? Hoe herken ik SARA? Hoe houd ik SARA buiten de deur? SARA:

Nadere informatie

Voeding schapen algemeen. Voeding en vertering. Vertering schaap schematisch

Voeding schapen algemeen. Voeding en vertering. Vertering schaap schematisch Voeding schapen algemeen Voeding en vertering Enkele belangrijke aspecten: - verteringsstelsel - herkauwproces - nutriënten Uitgelicht: - mineralen: Cu, - spoorelement: Co Roel de Lange Assortiment Vragen

Nadere informatie

Pensbestendig vet; een energiebron die melkproductie stimuleert en bijdraagt aan een betere vruchtbaarheid

Pensbestendig vet; een energiebron die melkproductie stimuleert en bijdraagt aan een betere vruchtbaarheid Pensbestendig vet; een energiebron die melkproductie stimuleert en bijdraagt aan een betere vruchtbaarheid Meer melk, betere vruchtbaarheid Megalac - meer melk, betere vruchtbaarheid Wat is Megalac? l

Nadere informatie

SPECIAL XXXXX VOEDING. Glure n naar vetzu

SPECIAL XXXXX VOEDING. Glure n naar vetzu SPECIAL XXXXX VOEDING Glure n naar vetzu 32 veeteelt FEBRUARI 2 2018 ren Met het meten van vetzuren in tankmelk krijgen veehouders naast vet-, eiwit-, lactosegehalte en ureum meer informatie over de kwaliteit.

Nadere informatie

Fasevoeding met maïsmeel bij biologisch melkvee. Rapport 302. Fasevoeding met maïsmeel bij biologisch

Fasevoeding met maïsmeel bij biologisch melkvee. Rapport 302. Fasevoeding met maïsmeel bij biologisch Fasevoeding met maïsmeel bij biologisch melkvee Rapport 302 Fasevoeding met maïsmeel bij biologisch melkvee Juni 2010 Colofon Uitgever Wageningen UR Livestock Research Postbus 65, 8200 AB Lelystad Telefoon

Nadere informatie

12-11-2012. De fysiologische basis van de melkproductie. De fysiologische basis van de melkproductie. Hormonen tijdens lactatie

12-11-2012. De fysiologische basis van de melkproductie. De fysiologische basis van de melkproductie. Hormonen tijdens lactatie De fysiologische basis van de melkproductie Anita Badart, diëtist / lactatiekundige IBCLC Moedermelk; Aandachtspunten hoe? hoeveel? samenstelling? De fysiologische basis van de melkproductie Lactose Vetten

Nadere informatie

Vaarzenmastitis verbeter de rentabiliteit van de next generation. Sofie Piepers, DVM, PhD. M-team UGent

Vaarzenmastitis verbeter de rentabiliteit van de next generation. Sofie Piepers, DVM, PhD. M-team UGent Vaarzenmastitis verbeter de rentabiliteit van de next generation Sofie Piepers, DVM, PhD Vaarzenmastitis Intramammaire infecties vóór kalven Gevolgen na kalven: Klinische mastitis Subklinische mastitis

Nadere informatie

Optimaal inzetten van ruwvoeders op een melkveebedrijf.

Optimaal inzetten van ruwvoeders op een melkveebedrijf. Optimaal inzetten van ruwvoeders op een melkveebedrijf. Eddy Decaesteker Bedrijfsadvisering Melkveehouderij eddy.decaesteker@inagro.be LCV-avond Poperinge 31 jan 2018 Ruwvoederkostprijzen LCV 2012 Kostprijs

Nadere informatie

Fosforgehalte in koemelk

Fosforgehalte in koemelk Fosforgehalte in koemelk G.G.Brandsma en M.C.Blok CVB documentatierapport nr. 32 Oktober 2005 Centraal Veevoederbureau centraal veevoederbureau 2005 Niets van deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of

Nadere informatie

VOEDERCONVERSIE IN DE MELKVEEHOUDERIJ

VOEDERCONVERSIE IN DE MELKVEEHOUDERIJ VOEDERCONVERSIE IN DE MELKVEEHOUDERIJ Eindrapportage van de metingen door het netwerk 62MV-16 in de winter van 2004 /2005 in het kader van Netwerken in de Veehouderij 2005 Jules Gosselink, Animal Sciences

Nadere informatie

Een vergelijking van vismelen door opname in biggenvoeders op basis van geselecteerde kwaliteitscriteria

Een vergelijking van vismelen door opname in biggenvoeders op basis van geselecteerde kwaliteitscriteria Proefverslag 527 Een vergelijking van vismelen door opname in biggenvoeders op basis van geselecteerde kwaliteitscriteria (proef VOC38; projectcode VO955; PV527; Y1999) auteurs: dr. A. Veldman ir. G.J.

Nadere informatie

Droge stof gehalte (DM, Dry Matter) 100% - vocht. Het d.s. gehalte van deze partij is goed (91,3) Een DE gehalte 2.0 is goed

Droge stof gehalte (DM, Dry Matter) 100% - vocht. Het d.s. gehalte van deze partij is goed (91,3) Een DE gehalte 2.0 is goed Advies Voorbeeld voorbeeld Visueel: Dunne stengels, veel variatie in dikte, voldoende blad, veel variatie in kleur, iets teveel bruin, bloeiwijzen, reukgras, weinig zaadhoofden, Stichting Biomentor URL

Nadere informatie

2 Paard en voeropname Gebit en speeksel Maag en darmorganen Afsluiting 20

2 Paard en voeropname Gebit en speeksel Maag en darmorganen Afsluiting 20 Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 6 1 Samenstelling voedermiddelen 11 1.1 Weenderananlyse 11 1.2 Droge stof en water 13 1.3 Anorganische stoffen 13 1.4 Organische stoffen 14 1.5 Afsluiting 15 2 Paard en voeropname

Nadere informatie

Laag RE-rantsoen bij hoogproductief melkvee: kunnen aminozuren helpen?

Laag RE-rantsoen bij hoogproductief melkvee: kunnen aminozuren helpen? Laag RE-rantsoen bij hoogproductief melkvee: kunnen aminozuren helpen? Leen Vandaele Studiedag Methaan & Ammoniak - 11/12/2018 -2% RE Recent onderzoek Vleesvee en Jongvee => sterke reductie in ammoniakemissie

Nadere informatie

1. Melksamenstelling. taak. Taak 1. Melksamenstelling: plan, do, check & act. plan

1. Melksamenstelling. taak. Taak 1. Melksamenstelling: plan, do, check & act. plan taak 1. Melksamenstelling Taak 1. Melksamenstelling: plan, do, check & act plan resultaat Je kan de verschillende onderdelen van de samenstelling van melk bij naam benoemen. Je kan benoemen in welke verhouding

Nadere informatie

Waarom? Vertering bij de koe. Missie 8/03/2012. Belangrijkste economische parameters. Efficiënt en effectief gebruik van MPR. via rantsoenwijzigingen

Waarom? Vertering bij de koe. Missie 8/03/2012. Belangrijkste economische parameters. Efficiënt en effectief gebruik van MPR. via rantsoenwijzigingen Efficiënt en effectief gebruik van MPR Missie Objectieve data verzamelen Analyse Lokeren, 7 maart 2012 Concreet en bedrijfsspecifiek advies Opvolging Opleiding Er is geen universele waarheid Ieder bedrijf

Nadere informatie

Granen in de Melkveehouderij. Henk Woolderink/ Roy Berentsen 30 mei 2013

Granen in de Melkveehouderij. Henk Woolderink/ Roy Berentsen 30 mei 2013 Granen in de Melkveehouderij Henk Woolderink/ Roy Berentsen 30 mei 2013 Aandachtspunten Ontwikkelingen mestbeleid! Dreigend ruwvoeroverschot? Krachtvoervervangers! Projectmatig! Voedergewassen Eigen eiwit

Nadere informatie

Passagesnelheid (Kp) van deeltjes Gehalten aan verteerbare organische stof (VOS) van geplette tarwe, geplette gerst en tarwevlokken

Passagesnelheid (Kp) van deeltjes Gehalten aan verteerbare organische stof (VOS) van geplette tarwe, geplette gerst en tarwevlokken Voorstel in situ pensafbraakkarakteristieken voor de gemalen voedermiddelen gerst, tarwe, mais, triticale en rogge en voor geplette gerst, geplette tarwe, tarwevlokken en gemalen ontsloten mais, Inleiding

Nadere informatie

MEI Groningen. De Bodem voor Koegezondheid. 6 juni 2014. Gerrit Hegen. Bodem- plant- dier rela>es

MEI Groningen. De Bodem voor Koegezondheid. 6 juni 2014. Gerrit Hegen. Bodem- plant- dier rela>es MEI Groningen Bodem- plant- dier rela>es De Bodem voor Koegezondheid 6 juni 2014 Gerrit Hegen Kringloopwijzer KoeKompas: voorspellende risicoinventarisa:e Koe: 5 basisprocessen 1. Fokkerij: gene>ca nu

Nadere informatie

Waarde van kruidenrijk gras en inpassing in de bedrijfsvoering

Waarde van kruidenrijk gras en inpassing in de bedrijfsvoering Waarde van kruidenrijk gras en inpassing in de bedrijfsvoering Hein Korevaar Slotbijeenkomst Praktijknetwerk Natuurlijk kruidenrijk gras voor de veehouderij; Wageningen 12 maart 2014 Inhoud van presentatie

Nadere informatie

TARWE INGEKUILD IN DRAF VERGELEKEN MET GEPLETTE TARWE EN

TARWE INGEKUILD IN DRAF VERGELEKEN MET GEPLETTE TARWE EN TARWE INGEKUILD IN DRAF VERGELEKEN MET GEPLETTE TARWE EN INGEKUILDE GEMALEN TARWE BIJ MELKVEE S. De Campeneere, J. De Boever, D. De Brabander Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek (ILVO) Eenheid

Nadere informatie

Supplementen. voeding. Steeds vaker zie ik rantsoenen waar een hele serie. supplementen aan is toegevoegd. De reden voor het gebruik

Supplementen. voeding. Steeds vaker zie ik rantsoenen waar een hele serie. supplementen aan is toegevoegd. De reden voor het gebruik Supplementen Steeds vaker zie ik rantsoenen waar een hele serie supplementen aan is toegevoegd. De reden voor het gebruik van supplementen is vaak onvrede over de gezondheid, de conditie of de prestaties

Nadere informatie

Het effect van LG Animal Nutrition-maïs op de voeropname, melkproductie en energiebalans van melkkoeien

Het effect van LG Animal Nutrition-maïs op de voeropname, melkproductie en energiebalans van melkkoeien Het effect van LG Animal Nutrition-maïs op de voeropname, melkproductie en energiebalans van melkkoeien opzet, resultaten en conclusies van de 2 e diervoederproef, wederom uitgevoerd door Schothorst Feed

Nadere informatie

Koeienvoer klas 1. Werkboek: Koeienvoer klas 1

Koeienvoer klas 1. Werkboek: Koeienvoer klas 1 Koeienvoer klas 1 1 Inhoud Hoofdstuk 1: Verteringsstelsel van de koe... 3 1.1: Herkauwen en speeksel... 3 1.2: Magenstelsel... 5 1.3: Darmstelsel... 8 1.4: Verteringsstelsel kalf... 8 Hoofdstuk 2: Voedingsstoffen

Nadere informatie

12 Voeding. 12.1.1 Koolhydraten

12 Voeding. 12.1.1 Koolhydraten 12 Voeding 12.1 Voederwaarde... 171 12.1.1 Koolhydraten... 171 12.1.2 Eiwit... 173 12.1.3 Vet... 174 12.1.4 Mineralen, sporenelementen en vitaminen... 174 12.2 Opname van snijmaïs... 175 12.3 Structuurwaarde

Nadere informatie

Diabetic. Waarschuwing Het Diabetic dieet is niet geschikt voor pups, teven tijdens dracht en lactatie en honden met een verhoogde energie-behoefte.

Diabetic. Waarschuwing Het Diabetic dieet is niet geschikt voor pups, teven tijdens dracht en lactatie en honden met een verhoogde energie-behoefte. DIABETIC DIET VOOR DE HOND Voeding speelt een belangrijke rol bij de behandeling van diabetes mellitus. Daarom zal uw dierenarts uw hond meestal een speciale dieetvoeding voorschrijven zoals Royal Canin

Nadere informatie

HEPATIC DIET VOOR DE KAT

HEPATIC DIET VOOR DE KAT Bij de behandeling van leveraandoeningen zal uw dierenarts uw kat meestal een speciale dieetvoeding voorschrijven. Hepatic Diet van Royal Canin is speciaal ontwikkeld ter ondersteuning van de behandeling

Nadere informatie

Het effect van LG Animal Nutrition-maïs op de voeropname, melkproductie en energiebalans van melkkoeien

Het effect van LG Animal Nutrition-maïs op de voeropname, melkproductie en energiebalans van melkkoeien Het effect van LG Animal Nutrition-maïs op de voeropname, melkproductie en energiebalans van melkkoeien opzet, resultaten en conclusies van de diervoederproef uitgevoerd door Schothorst Feed Research in

Nadere informatie

wat is de kwaliteit van het weidegras

wat is de kwaliteit van het weidegras 8 Veevoeding en beweiding VERTEERBAARHEID NDF / ADF / ADL Hemicellulose gemakkelijk verteerbaar Cellulose Lignine Wat moet ik weten van veevoeding en vers gras? moeilijk verteerbaar niet verteerbaar 3

Nadere informatie

Voeding van zeugen voor vitale biggen mogelijkheden en beperkingen

Voeding van zeugen voor vitale biggen mogelijkheden en beperkingen Inleiding Achtergrond, ontwikkeling biggenproductie Voeding van zeugen voor vitale biggen mogelijkheden en beperkingen SFR themadag 24 januari 8 aul Bikker en Godelieve Kranendonk Invloed voeding (energievoorziening)

Nadere informatie

Maxi maal melk uit gras

Maxi maal melk uit gras Maxi maal melk uit gras Over het project Doel: Met pilots Maximaal melk uit weidegras bevorderen. Insteek project - Efficiënt beweiden, - Bevordering biodiversiteit (kruidenrijk grasland ) - Productkwaliteit

Nadere informatie

Magnesium in drinkwater voor weidende droge koeien

Magnesium in drinkwater voor weidende droge koeien Magnesium in drinkwater voor weidende droge koeien J. Zonderland (ROC Bosma Zathe) K. Kalis (Gezondheidsdienst voor Dieren in Noord-Nederland) Als weidende koeien krachtvoer krijgen of als koeien op stal

Nadere informatie

Effecten van LG Animal Nutrition-weidevernieuwing op de graslandopbrengst en -kwaliteit per hectare, en de melkproductie van melkkoeien

Effecten van LG Animal Nutrition-weidevernieuwing op de graslandopbrengst en -kwaliteit per hectare, en de melkproductie van melkkoeien Effecten van LG Animal Nutrition-weidevernieuwing op de graslandopbrengst en -kwaliteit per hectare, en de melkproductie van melkkoeien Samenvatting van de opzet, resultaten en conclusies van de opbrengst-,

Nadere informatie

SKIN CARE DIET VOOR DE HOND

SKIN CARE DIET VOOR DE HOND SKIN CARE DIET VOOR DE HOND Voeding speelt een belangrijke rol bij de behandeling van huidaandoeningen. Vaak zal uw dierenarts daarom een speciale dieetvoeding voorschrijven, zoals Skin Care Diet van Royal

Nadere informatie

Droogvoeding Verpakking van 1,5kg en 3,5kg

Droogvoeding Verpakking van 1,5kg en 3,5kg Voeding speelt een belangrijke rol bij de behandeling van diabetes mellitus. Daarom zal uw dierenarts uw kat meestal een speciale dieetvoeding voorschrijven zoals Royal Canin Diabetic Diet. Diabetic Diet

Nadere informatie

Livestock Research Kwaliteit gras gedurende het jaar. Kwaliteit gras groeiperiode. 7 Graskwaliteit door het jaar Verloop voederwaarde

Livestock Research Kwaliteit gras gedurende het jaar. Kwaliteit gras groeiperiode. 7 Graskwaliteit door het jaar Verloop voederwaarde 7 Graskwaliteit door het jaar Verloop voederwaarde Kwaliteit gras gedurende het jaar 1050 1040 1030 1020 1010 1000 990 980 970 960 950 apr mei jun juni aug sept 85,0 84,0 83,0 82,0 81,0 80,0 79,0 VEM VC-os

Nadere informatie

Resultaten & Voedings Supplement. vleeskuiken. cobb-vantress.com

Resultaten & Voedings Supplement. vleeskuiken. cobb-vantress.com Vleeskuiken Resultaten & Voedings Supplement vleeskuiken cobb-vantress.com Introductie Deze uitgave bevat zowel de technische als de slachterij doelstellingen voor uw Cobb5 vleeskuikens samen met de nutritionele

Nadere informatie

Stikstofretentie en -excretie door varkens; verschillen tussen beren en borgen

Stikstofretentie en -excretie door varkens; verschillen tussen beren en borgen Stikstofretentie en -excretie door varkens; verschillen tussen beren en borgen Commissie Deskundigen Meststoffenwet. Notitie opgesteld door Dr. P. Bikker, Livestock Research, Wageningen University Goedgekeurd

Nadere informatie

Soja en sesam zijn te vervangen door regionale eiwitrijke grondstoffen in 100% biologisch leghennenvoer

Soja en sesam zijn te vervangen door regionale eiwitrijke grondstoffen in 100% biologisch leghennenvoer Soja en sesam zijn te vervangen door regionale eiwitrijke grondstoffen in 100% biologisch leghennenvoer Berry Reuvekamp en Thea Fiks - van Niekerk Thea en Berry zijn onderzoekers bij Wageningen Livestock

Nadere informatie

Praktisch aan de slag met duurzaamheid! Koeien voeren! Doel = meer melk uit eigen ruwvoer. Sojaprijzen stijgen. Voerprijzen stijgen

Praktisch aan de slag met duurzaamheid! Koeien voeren! Doel = meer melk uit eigen ruwvoer. Sojaprijzen stijgen. Voerprijzen stijgen Koeien voeren! Doel = meer melk uit eigen ruwvoer Praktisch aan de slag met duurzaamheid! ir. Frank Verhoeven Boerenverstand Consultancy Voerprijzen stijgen Sojaprijzen stijgen A-brok 1992-2013 600 Soja

Nadere informatie

Voorbeeld. Stichting Biomentor. Advies Voorbeeld

Voorbeeld. Stichting Biomentor. Advies Voorbeeld Voorbeeld Advies Voorbeeld Stichting Biomentor Visueel: Stengelig met veel wel variatie, veel tinten groen, (rondvormige) bloemhoofden, kruiden, lekkere (reukgras) geur, goede stengel/blad verhouding Vochtgehalte:

Nadere informatie

Uw veestapel in beeld. Sensoren beschikbaar op de Merlin melkrobot. CrystaLab maakt dagelijks sturen op basis van gehalten mogelijk!

Uw veestapel in beeld.  Sensoren beschikbaar op de Merlin melkrobot. CrystaLab maakt dagelijks sturen op basis van gehalten mogelijk! Sensoren beschikbaar op de Merlin melkrobot Crystal software Crystal management software observeert, analyseert, controleert en rapporteert. Dit alles op basis van management by exception. U wordt alléén

Nadere informatie

Eiwitbehoeftes van zwarte soldatenvlieg larven

Eiwitbehoeftes van zwarte soldatenvlieg larven Eiwitbehoeftes van zwarte soldatenvlieg larven Larven van de zwarte soldatenvlieg zijn in staat om heel wat verschillende reststromen om te zetten tot nutritionele biomassa. In het kader van de projecten

Nadere informatie

Voeding. Voeding = eten

Voeding. Voeding = eten Voeding Voeding = eten Alle dieren en mensen moeten eten om in leven te blijven!! Goed voer is belangrijk voor een goede conditie Voeding Vitaminen Vit. A Vit. B 1-12 Vit. C Waar wordt het voer /eten voor

Nadere informatie

productbrochure CaroCroc, sinds 1932 Gewoon Goed Wat geef ik mijn kat De breuken Productinformatie Caro Croc

productbrochure CaroCroc, sinds 1932 Gewoon Goed Wat geef ik mijn kat De breuken Productinformatie Caro Croc , sinds 1932 Gewoon Goed De breuken Productinformatie Wat geef ik mijn kat productbrochure 2 Oer Hollands, zonder poespas ofwel Gewoon Goed Uw kat is uw vriend en huisgenoot. Daarom is alleen het beste

Nadere informatie

Aflamperiode. goed voor dieren Schapenvoer

Aflamperiode. goed voor dieren Schapenvoer Aflamperiode De aflamperiode kost voor zowel de schapenhouder als het schaap veel energie, het is belangrijk dat de schapen genoeg mineralen, vitamines en energierijke stoffen binnen krijgen in deze tijd.

Nadere informatie

3.5a: Verzadigingswaarde en voeropnamecapaciteit

3.5a: Verzadigingswaarde en voeropnamecapaciteit 3.5a: Verzadigingswaarde en voeropnamecapaciteit Voor meer info zie ook; Voeding basis melkvee, blz 58 t/m 60 Tabellenboek veevoeding 2016, blz. 12 en 13 Handboek Melkveehouderij 15/16, blz. 6-10 en 6-11

Nadere informatie

voor uw kat Caro Croc Gewoon goed Productbrochure Bepaal eenvoudig welk voer het beste bij uw kat past

voor uw kat Caro Croc Gewoon goed Productbrochure Bepaal eenvoudig welk voer het beste bij uw kat past voor uw kat Gewoon goed Productbrochure Bepaal eenvoudig welk voer het beste bij uw kat past Oer Hollands, zonder poespas ofwel Gewoon Goed Uw kat is uw vriend en huisgenoot. Daarom is alleen het beste

Nadere informatie

WELLNESS CATFOOD DOG & CAT WELLNESS DOGFOOD HI-TEC BALANCED NUTRITION

WELLNESS CATFOOD DOG & CAT WELLNESS DOGFOOD HI-TEC BALANCED NUTRITION WELLNESS CATFOOD DOG & CAT WELLNESS DOGFOOD HI-TEC BALANCED NUTRITION NL 2 WELLNESS CATFOOD Wellness WELLNESS KITTEN WELLNESS ADULT WELLNESS SENSITIVE King Qualifood is een divisie van de firma Natural

Nadere informatie

X C D X C D. landbouw en natuurlijke omgeving 2009 dierhouderij en -verzorging gezelschapsdieren CSPE KB. minitoets bij opdracht 1

X C D X C D. landbouw en natuurlijke omgeving 2009 dierhouderij en -verzorging gezelschapsdieren CSPE KB. minitoets bij opdracht 1 landbouw en natuurlijke omgeving 2009 dierhouderij en -verzorging gezelschapsdieren CSPE KB minitoets bij opdracht 1 variant c Naam kandidaat Kandidaatnummer Meerkeuzevragen - Omcirkel het goede antwoord

Nadere informatie

Speciaal voor actieve stadshonden URBAN LIFE LIFESTYLE HEALTH NUTRITION. Gezondheidsvoeding voor iedere levensstijl LIFESTYLE HEALTH NUTRITION

Speciaal voor actieve stadshonden URBAN LIFE LIFESTYLE HEALTH NUTRITION. Gezondheidsvoeding voor iedere levensstijl LIFESTYLE HEALTH NUTRITION Speciaal voor actieve stadshonden URBAN LIFE LIFESTYLE HEALTH NUTRITION Gezondheidsvoeding voor iedere levensstijl LIFESTYLE HEALTH NUTRITION 2 Is mijn hond een echte stadshond? Mijn hond gaat met me mee:

Nadere informatie

Kwantificeren CH 4 reductie voerspoor: Rekenregels KringloopWijzer. André Bannink Wageningen UR Livestock Research

Kwantificeren CH 4 reductie voerspoor: Rekenregels KringloopWijzer. André Bannink Wageningen UR Livestock Research Kwantificeren CH 4 reductie voerspoor: Rekenregels KringloopWijzer André Bannink Wageningen UR Livestock Research Bestaande rekenregel : IPCC Tier 2 IPCC-Tier 2 : Volwassen herkauwers (geen feedlot) 6.5%

Nadere informatie

2.2 De Weende-analyse bij veevoeding

2.2 De Weende-analyse bij veevoeding 2.2 De Weende-analyse bij veevoeding Scheikunde voor VE31-VE41, 2018-2019 Auteur: E. Held; bewerkt door H. Hermans : Hoofdstuk 2 De Weende-analyse (presentatie) 1 Bij het oprispen boeren komt methaan (CH4)

Nadere informatie

KNZ. VRIJE KEUZE ZOUT- EN MINERAALLIKSTENEN VERHOOG UW OMZET HOOGWAARDIGE LIKSTENEN, HOGE TOEGEVOEGDE WAARDE

KNZ. VRIJE KEUZE ZOUT- EN MINERAALLIKSTENEN VERHOOG UW OMZET HOOGWAARDIGE LIKSTENEN, HOGE TOEGEVOEGDE WAARDE KNZ. VRIJE KEUZE ZOUT- EN MINERAALLIKSTENEN VERHOOG UW OMZET HOOGWAARDIGE LIKSTENEN, HOGE TOEGEVOEGDE WAARDE HOOGWAARDIGE LIKSTENEN, HOGE TOEGEVOEGDE WAARDE Iedere veehouder is begaan met het welzijn van

Nadere informatie

Machiel C. Blok Veevoederbureau Productschap Diervoeder. Achtergronden van het CVB DVE/OEB 2007 systeem voor melkvee

Machiel C. Blok Veevoederbureau Productschap Diervoeder. Achtergronden van het CVB DVE/OEB 2007 systeem voor melkvee Machiel C. Blok Veevoederbureau Productschap Diervoeder Achtergronden van het CVB DVE/OEB 2007 systeem voor melkvee Inleiding Opzet van de presentatie Opbouw DVE Chemische componenten en fracties in situ

Nadere informatie

Kengetallen. E-5 MPR-Kwaliteit. Inleiding. MPR 24 uur. 4 Betekenis van MPR 24 uur

Kengetallen. E-5 MPR-Kwaliteit. Inleiding. MPR 24 uur. 4 Betekenis van MPR 24 uur Kengetallen E-5 MPR-Kwaliteit Inleiding Via Melkproductieregistratie (MPR) worden gegevens over de melk-, vet en eiwitproductie van de veestapel verzameld. Deze gegevens zijn de basis van managementinformatie

Nadere informatie