Recente ontwikkelingen rondom het pleitbare standpunt

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Recente ontwikkelingen rondom het pleitbare standpunt"

Transcriptie

1 Recente ontwikkelingen rondom het pleitbare standpunt Mr. R.W.J. Kerckhoffs Hertoghs advocaten-belastingkundigen 1. Inleiding Het voldoen aan fiscale verplichtingen is niet eenvoudig. De belastingwetgeving is behoorlijk ingewikkeld. Los van het feit dat belastingplichtigen deze wetten niet eens zelf zullen kennen, is daarin het antwoord op een fiscale vraag zelden exact terug te vinden. Het is dan ook niet voor niets dat Nederland een grote dichtheid aan belastingadviseurs heeft, die de belastingplichtigen helpt bij het voldoen aan hun fiscale verplichtingen. Indien een belastingplichtige het aangiftebiljet verkeerd invult, kunnen daaraan voor hem of haar zeer negatieve gevolgen zijn verbonden. Zeker indien de belastinginspecteur aannemelijk acht dat sprake is van grove schuld of opzet, kunnen zeer hoge boeten volgen of zelfs een strafvervolging. De vraag of sprake is van grove schuld of opzet is evenmin gemakkelijk te beantwoorden. De invulling van deze begrippen is in belangrijke mate afhankelijk van de feiten van het individuele geval. Het op de koop toe nemen van een risico zal al snel als een te bestraffen vorm van verwijtbaarheid worden gezien. Echter deze risico s worden als het ware beperkt door het uitgangspunt dat geen straf volgt indien de belastingplichtige een pleitbaar standpunt inneemt. Indien de belastingplichtige op basis van verdedigbare of pleitbare standpunten redelijkerwijs kon menen correct te hebben gehandeld, zal geen straf volgen indien later blijkt dat dit standpunt onjuist is. Daarmee is dit pleitbare standpunt een belangrijke bescherming tegen de risico s die verbonden zijn aan het feit dat de wetgever ons op fiscaal terrein heeft geconfronteerd met complexe en moeilijk te doorgronden wetten. Fouten in een belastingaangifte komen dus niet per definitie voor risico van de belastingplichtige. In deze beschouwing zal ik aandacht schenken aan een aantal nieuwe ontwikkelingen op het terrein van het pleitbare standpunt. Deze illustreren dat dit leerstuk in de loop van de tijd aan verandering of nuancering onderhevig is. Bovendien zal dit artikel duidelijk maken dat het pleitbare standpunt bedreigingen kent. 2. Objectief of subjectief? De vraag is vanuit welk perspectief het pleitbare standpunt moet worden beoordeeld. Kan de belastingplichtige alleen maar een beroep doen op een pleitbaar standpunt indien hij dit zelf heeft ontwikkeld en ten grondslag heeft gelegd aan de belastingaangifte (subjectieve benadering)? Of is het voldoende dat de belastingplichtige bij de dreiging met een boete navraag doet bij een adviseur of studie doet in literatuur en rechtspraak om vervolgens aan de inspecteur een pleitbaar standpunt te presenteren (objectieve benadering)? Tevens hangt met deze vragen nauw samen of de belastingplichtige het pleitbare standpunt al moet hebben bij het opstellen en indienen van de aangifte. Of kan hij nog met een pleitbaar standpunt op de proppen komen zodra een straf(vervolging) dreigt? En is dat nog mogelijk nadat de boete reeds is opgelegd dan wel de strafvervolging al is aangevangen?

2 Fiscalisten hebben steeds de objectieve leer verdedigd. De daaraan ten grondslag liggende gedachte is dat een belastingplichtige geen boete verdient indien het door hem in de aangifte ingenomen standpunt pleitbaar is. Het moet niet uitmaken of de belastingplichtige slim is of een goede adviseur kan betalen. Als de inspecteur dan wel de belastingrechter van mening is dat sprake is van een pleitbaar standpunt, dan mag de belastingplichtige geen boete krijgen. Die objectieve leer is ook door de Staatssecretaris van financiën verankerd in het Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst (BBBB). In paragraaf 4, lid 2 van het BBBB staat: In geval van een pleitbaar standpunt of bij afwezigheid van alle schuld (hierna te noemen: avas) legt de inspecteur geen boete op. Indien bij bezwaar blijkt dat sprake is van een pleitbaar standpunt of avas, vernietigt de inspecteur de boete. Bij avas wordt geacht dat belanghebbende niet in verzuim is geweest. Deze formulering is duidelijk geënt op een objectieve toets. Althans zo mag dit onderdeel van het BBBB worden opgevat. Op geen enkele wijze wordt een toespeling gemaakt op een voorwaarde dat de belastingplichtige dit standpunt bij het doen van de aangifte moet hebben ingenomen. Het BBBB is geen wet. Het is een beleidsregel waaraan de inspecteur is gebonden. Dat geldt niet voor de rechter die daarvan mag afwijken. Niettemin kan de belastingplichtige in een procedure een beroep doen op het BBBB via het beginsel van het opgewekte vertrouwen. Indien de belastingplichtige voordeel heeft bij toepassing van een beleidsregel zoals het BBBB kan hij de rechter vragen de inspecteur daaraan te houden. Ten aanzien van het pleitbare standpunt kan de belastingplichtige een dergelijk belang hebben. Mocht met de inspecteur een discussie ontstaan over de objectieve of subjectieve benadering, dan kan de belastingplichtige bij de rechter een beroep doen op een redelijke interpretatie van het BBBB. Een redelijke interpretatie leidt mijns inziens tot een objectieve uitleg. Derhalve kan de belastingplichtige langs die weg een voor hem gunstig resultaat bereiken. Overigens volgt ook uit de fiscale literatuur dat het fiscale recht een objectieve uitleg van het pleitbare standpunt kent. Een beroep op een in het BBBB verankerde objectieve benadering kan dus zo nodig worden ondersteund met de nodige visies van gezaghebbende schrijvers. Recente jurisprudentie met betrekking tot het fiscale strafrecht heeft echter duidelijk gemaakt dat de objectieve benadering op dat rechtsgebied allesbehalve vanzelfsprekend is. Daarbij doel ik op het arrest van 6 maart 2012, LJN BQ In de aan dat arrest ten grondslag liggende casus was door de belastingplichtige en zijn belastingadviseur een pleitbaar standpunt naar voren gebracht nadat de inspecteur de aangifte ter discussie had gesteld en nadat naar aanleiding daarvan een strafvervolging was gestart. De Hoge Raad overwoog in dit arrest: (..) de rechter dient te beoordelen of hij redelijkerwijs kon en mocht menen dat de wijze waarop hij de aangifte heeft gedaan, toelaatbaar was. Indien de rechter evenwel vaststelt dat de verdachte, toen hij deze aangifte deed niet in de veronderstelling verkeerde dat de wijze waarop de aangifte is gedaan toelaatbaar was, stuit het verweer op die vaststelling af. In deze overweging refereert de Hoge Raad onmiskenbaar aan een pleitbaar standpunt op het moment dat de belastingplichtige de aangifte deed. De vraag die vervolgens rijst is of de strafkamer van de Hoge Raad hiermee een duidelijke keuze heeft gemaakt voor een subjectieve benadering. Om die vraag goed te kunnen beantwoorden is een nadere beschouwing van het fiscale strafrecht van belang. Pagina 2

3 Voorop gesteld moet worden dat het fiscale strafrecht geen BBBB kent. Er is geen beleidsregel die de officier van justitie verplicht om bij de ontdekking of presentatie van een pleitbaar standpunt de vervolging te stoppen. Bovendien is een strafrechtelijke procedure na het aanvangen van het onderzoek ter zitting onder de rechter. Zelfs indien betoogd zou kunnen worden dat de officier van justitie als een afgeleide van de belastinginspecteur gebonden is aan het BBBB, dan nog is de rechter daaraan niet gebonden. Zelfs indien de officier van justitie vrijspraak zou eisen, dan nog kan de strafrechter daarvan afwijken en een veroordeling uitspreken. Indien na het constateren van een fout in de belastingaangifte een strafrechtelijk onderzoek wordt gestart, zal dat onderzoek zich richten op de vraag of er bewijs is voor de verdenking dat de belastingplichtige artikel 69 AWR heeft overtreden (althans in de meeste gevallen). In dat artikel staat in relatie tot de belastingaangifte dat strafbaar is degene die opzettelijk een bij de belastingwet voorziene aangifte onjuist of onvolledig doet, indien het feit ertoe strekt dat te weinig belasting wordt geheven. Het strafrechtelijk systeem werkt dan aldus dat de strafrechter moet beoordelen of er voldoende wettig bewijs is dat hem ervan overtuigt dat de verdachte het strafbare feit heeft begaan. Die overtuiging moet dan betrekking hebben op alle bestanddelen van het strafbare feit. Die bestanddelen zijn: het opzet, de onjuistheid of onvolledigheid van de aangifte en de strekking dat te weinig belasting wordt geheven. In veel fiscale strafzaken wordt het pleitbare standpunt als een opzetverweer gevoerd. Gelet op de wettekst van artikel 69 AWR is de opzet gekoppeld aan het moment van het doen van de aangifte. Immers daarin staat hij die opzettelijk een onjuiste aangifte doet. In het merendeel van de gevallen zal een beroep op het pleitbare standpunt dan ook langs die weg tot resultaat leiden. Die weg betekent dus dat het pleitbare standpunt op een subjectieve manier wordt benaderd. Indien deze benaderingswijze in het strafrecht de enige mogelijke zou zijn, dan zou een van het fiscale boeterecht afwijkende situatie ontstaan. Een dergelijk verschil zou naar mijn mening onwenselijk zijn. Zeker nu de keuze tussen een bestraffing via een fiscale boete dan wel via een strafvervolging een betrekkelijk arbitraire is. De AAFD-richtlijnen (voorheen: ATVrichtlijnen) bieden weliswaar handvatten voor de keuze voor een bestuurlijke boete of een strafvervolging, doch daarin is geen duidelijke richting verankerd. Alleen al het feit dat de capaciteit van het Openbaar Ministerie behoorlijk beperkt is betekent dat het overgrote deel van de fiscale delicten via een bestuurlijke boete wordt afgedaan. Het strafrecht is gereserveerd voor de uitzonderingen. Voor de gevallen die het meest in het oog springen. Het zou dan erg onrechtvaardig zijn indien de mogelijkheden om een pleitbaar standpunt in te roepen in het strafrecht beperkter zouden zijn dan in het bestuurlijke boeterecht. Mijn stelling is dat die mogelijkheden binnen het strafrecht inderdaad niet beperkter hoeven zijn. Niettemin kunnen de mogelijkheden van het pleitbare standpunt binnen het strafrecht alleen optimaal benut worden, indien dat verweer op de juiste manier wordt gepresenteerd. Zoals het hiervoor genoemde arrest van 6 maart 2012 illustreert, leidt het pleitbare standpunt als opzetverweer tot een subjectieve benadering. Alleen indien het pleitbare standpunt bekend was ten tijde van het voor opzet relevante tijdstip het doen van de aangifte kan de strafrechter daaraan voor de verdachte gunstige gevolgen verbinden. Pagina 3

4 Indien het pleitbare standpunt pas later bekend wordt, is het zinloos dat in een opzetverweer te verpakken. Een meer objectieve benadering kan worden gevonden in een verweer tegen het bestanddeel onjuist of onvolledige aangifte. Ook al was de verdachte ten tijde van het doen van de aangifte van mening dat hij een onjuiste aangifte deed, bijvoorbeeld vanwege een negatief advies van een belastingadviseur, dan is het natuurlijk goed mogelijk dat de belastingplichtige later tegen een fiscaal deskundige aanloopt die hem vertelt dat het in de aangifte ingenomen standpunt wel degelijk verdedigbaar is. Die later opgekomen verdediging kan te maken hebben met een andere opvatting over het recht of met nieuwe ontwikkelingen in literatuur en jurisprudentie. Zolang de belastingrechter nog geen definitief standpunt over de aangifte heeft ingenomen, is de strafrechter volledig vrij in de beoordeling van de fiscale merites van de ten laste gelegde aangifte. Dat betekent dat de presentatie van een pleitbaar standpunt als een verweer tegen de onjuistheid of onvolledigheid van de aangifte voor de strafrechter een grond kan zijn om dit onderdeel niet bewezen te verklaren. De strafrechter moet immers bij twijfel vrijspreken. Naar mijn mening kan een pleitbaar standpunt leiden tot die twijfel bij de strafrechter, tot een situatie waarin de strafrechter niet meer de overtuiging heeft dat de aangifte onjuist is. Een veroordeling voor een fiscaal delict is alleen aan de orde indien de strafrechter alle bestanddelen bewezen kan verklaren. Dus in het hiervoor genoemde geval kan de strafrechter weliswaar de opzet bewezen verklaren maar niet de onjuistheid of onvolledigheid van de aangifte. De consequentie daarvan is dat de strafrechter vrij moet spreken. Een andere objectieve vorm van pleitbaar standpunt is een verweer tegen het strekkingsbestanddeel. Dit is een geobjectiveerd bestanddeel van het fiscale delict. De strafrechter moet vaststellen dat de onjuistheid of onvolledigheid van de aangifte ertoe strekte dat te weinig belasting zou worden betaald. Nu laat zich een situatie voorstellen waarin de belastingplichtige bewust een onjuiste aangifte laat opstellen, dat bovendien vastgesteld kan worden dat de wijze waarop de aangifte is opgesteld onjuist is, doch dat er pleitbare gronden zouden zijn geweest om de aangifte aldus in te vullen dat als gevolg daarvan hetzelfde bedrag aan belasting verschuldigd zou zijn geweest als voortvloeit uit de ingediende onjuiste aangifte. In dat geval is weer sprake van een pleitbaar standpunt, zij het nog verder geobjectiveerd. Het thans gedefinieerde pleitbare standpunt heeft geen betrekking op de intentie bij het doen van de aangifte en geen betrekking op de wijze waarop de aangifte daadwerkelijk is ingevuld, maar op een andere wijze waarop de aangifte wel op verdedigbare gronden had kunnen worden ingevuld met eenzelfde resultaat. Mijn stelling is dat een dergelijke pleitbaar standpunt in de weg staat aan een bewezenverklaring van het strekkingsbestanddeel. Ook dat dient vervolgens weer tot integrale vrijspraak te leiden. In de strafrechtelijke jurisprudentie zijn deze objectieve vormen van een pleitbaar standpunt nog nauwelijks tot niet aan de orde geweest. Naar mijn mening is de reden daarvoor niet dat de strafrechter deze varianten niet zal honoreren, maar dat deze vormen van verweer nog niet aldus in de praktijk worden vormgegeven. Het is aan de verdediging in fiscale strafzaken om ook voor deze objectieve varianten oog te hebben en daarop verweer te voeren. Alleen dan kan de strafrechter daarop ook expliciet responderen en kan de rechtsbescherming in fiscale strafzaken ten aanzien van het pleitbare standpunt gelijk getrokken worden met die op het terrein van het fiscale boeterecht. Pagina 4

5 3. Pleitbare standpunt en horizontaal toezicht. Het leerstuk van het pleitbare standpunt is gebaseerd op de gedachte dat van een belastingplichtige niet verlangd kan worden dat hij of zij absolute zekerheid heeft over de juistheid van de aangifte. Voldoende is dat er een pleitbaar standpunt in de aangifte wordt ingenomen. Mocht dan later blijken dat de aangifte onjuist is, dan zal de belastingplichtige daarvoor niet gestraft worden. Het leerstuk van het pleitbare standpunt impliceert mijns inziens niet dat de belastingplichtige bij een vraag steeds verplicht is vooraf advies bij een deskundige te vragen dan wel om eerst vooraf het standpunt van de inspecteur in te winnen. Niettemin zijn er wel tendensen die erop wijzen dat met name strafrechters behoorlijk streng zijn bij het beoordelen van een pleitbaar standpunt. Zeker indien blijkt dat de belastingplichtige zich bewust is van een risico, zal de strafrechter in veel gevallen van de belastingplichtige vragen uit te leggen waarom hij dan toch dat standpunt in de aangifte heeft ingenomen. Indien de belastingplichtige zelf niet over fiscale expertise beschikte, zal de strafrechter voor een beroep op een pleitbaar standpunt al vrij snel verlangen dat de belastingplichtige advies heeft ingewonnen bij een deskundige. Daarbij zal de rechter van de belastingplichtige al naar gelang de situatie verlangen dat een adviseur wordt gezocht die op het specifieke terrein ook deskundig is. Het raadplegen van een adviseur op de hoek van de straat voor een complex vraagstuk over de beoordeling van de kwalificatie van een hybride lening ad ,- aan een deelneming zal door de strafrechter vermoedelijk al snel worden gediskwalificeerd. Zo gemakkelijk wordt een dergelijk adviesje niet als verzekering tegen een boete of straf geaccepteerd. Bovendien zal van de belastingplichtige worden verlangd dat hij de adviseur ook volledig informeert over alle relevante feiten en omstandigheden. Een advies met een pleitbaar standpunt kan alleen bescherming bieden indien de adviseur ook van alle feiten en omstandigheden op de hoogte was. Indien de belastingplichtige die advies vraagt over een fiscale woonplaats voor zijn adviseur verzwijgt dat hij in Nederland een grote villa blijft huren en aldaar regelmatig verblijft met zijn maîtresse, kan later het advies dat hij buiten Nederland fiscale woonplaats kon claimen niet gebruiken als bescherming tegen een boete of strafvervolging. In het fiscale boeterecht heeft de Hoge Raad reeds expliciet geaccepteerd dat een belastingplichtige die vaart op het advies van zijn adviseur die hij zorgvuldig heeft geselecteerd en met wie hij correct heeft samengewerkt geen opzet heeft gehad en dus geen boete oploopt. Mijn standpunt is dat de strafrechter niet anders zal oordelen. Recent is dit ook gebleken in een arrest van het Hof Amsterdam, waarin deze opvatting uitdrukkelijk is opgenomen in de beslissing. In deze stelling is geïncorporeerd dat het vragen van een advies voldoende is om een pleitbaar standpunt te kunnen innemen. Het vooraf informeren van de inspecteur is daarvoor niet nodig. Waarom zou de belastingplichtige vooraf de inspecteur moeten informeren indien hij twijfelt over de exacte duiding van het fiscale vraagstuk? Nog los van het feit dat de inspecteur lang niet in alle gevallen bereid is direct antwoord op de vraag te geven, wordt het vaak ook gezien als de kat op het spek binden. Een inspecteur die op een mogelijk probleem wordt gewezen gaat daar toch vaak klinkende munt uit proberen te slaan, zo zullen veel belastingplichtigen redeneren. Van equality of arms is geen sprake. Pagina 5

6 De belastingplichtige moet eerst een pleitbaar standpunt innemen. De inspecteur kan vervolgens vrijelijk daarop gaan schieten, zonder dat hij zich daarvoor persoonlijk behoeft te verantwoorden. Gechargeerd gezegd kan de inspecteur de meest grote onzin stellen en concluderen en daardoor de belastingplichtige op hoge kosten jagen. Natuurlijk kan de belastingplichtige de zaak aan de rechter voorleggen. Doch die route duurt vaak erg lang en is heel kostbaar. En als de belastingplichtige die procedure dan wint, kan hij slechts een minimaal deel van de kosten op de Staat verhalen. Er is met andere woorden een weinig aantrekkelijk perspectief voor de belastingplichtige die een fiscale onzekerheid aan de inspecteur voorlegt. Bovendien is het toch het recht van elke belastingplichtige om op pleitbare gronden te proberen zo weinig mogelijk belasting te betalen. Op grond van welke wettelijke bepaling is de belastingplichtige gehouden om naast de plicht om aangifte te doen ook nog eens een pleitbaar standpunt vooraf voor te leggen? Geen. Vanuit dit perspectief heeft de belastingplichtige het volste recht om te volstaan met een goed advies inhoudende een pleitbaar standpunt. Het op eigen initiatief wijzen van de inspecteur op het probleem is niet nodig om een boete of bestraffing te vermijden. Echter de vraag is of de ontwikkelingen op het terrein van het horizontale toezicht geen roet in dit eten gooien. Binnen het horizontale toezicht staat centraal dat de belastingplichtige en diens adviseur fiscale risico s signaleren voor het indienen van de aangifte en vooraf voorleggen aan de inspecteur. In het met de Belastingdienst te sluiten convenant is de intentie daartoe opgenomen. De vraag is vervolgens of dit betekent dat het nalaten van het vooraf signaleren van een fiscaal risico ertoe leidt dat bewust het risico op het invullen van een onjuiste aangifte op koop wordt toegenomen. Of is ook onder het regime van het horizontale toezicht voldoende dat de belastingplichtige een pleitbaar standpunt inneemt, al dan niet ondersteund door een advies van zijn adviseur. Deze vraag is niet gemakkelijk te beantwoorden. Uit de praktijk heb ik geluiden opgevangen dat gesprekspartners van de Belastingdienst bij het sluiten van conventanten het standpunt innemen dat een convenantspartner bij het signaleren van een risico de inspecteur moet informeren. Doet de betreffende belastingplichtige dat niet, dan handelt hij verwijtbaar. Kennelijk heeft de belastingplichtige dan wat te verbergen, zo is de redenering, en dat impliceert dat hij bewust het risico aanvaardt dat het standpunt in de aangifte niet juist is. Naar mijn mening is een dergelijke standpunt voor betwisting vatbaar. Het sluiten van een convenant is een onverplichte rechtshandeling. Beide partijen spreken naar elkaar de intentie uit dat zij op een transparante wijze met elkaar zullen omgaan en dat problemen zo veel mogelijk vooraf in alle openheid besproken zullen worden. Die wijze van handelen is niet gebaseerd op een wettelijke verplichting, maar is een wederkerige afspraak, die ook altijd weer opzegbaar is. Een boete of straf is pas im frage indien de belastingplichtige bewust de wet overtreedt. Indien de belastingplichtige aannemelijk kan maken dat hij de intentie had om binnen de wettelijke kaders te blijven door een pleitbaar standpunt in te nemen, verdient die belastingplichtige geen straf. Het overtreden van een convenant is geen schending van een wettelijke verplichting. Hooguit moet de civiele rechter eraan te pas komen, indien partijen menen dat het convenant geschonden wordt. Het legaliteitsprincipe brengt naar mijn mening met zich dat een dergelijke schending niet bestraft moet worden. Pagina 6

7 Niettemin is het oppassen geblazen. Er is op dit terrein nog geen jurisprudentie. Hoe de belasting- of de strafrechter in dergelijke gevallen zal gaan oordelen, is dan ook nog niet duidelijk. Derhalve meen ik dat een belastingplichtige of adviseur die het pad van het horizontale toezicht opgaat rekening moet houden met de mogelijkheid dat het voeren van een pleitbaar standpunt verweer wel eens minder gemakkelijk zal zijn. Het overtreden van een convenantsbelofte zou de belastingplichtige en zijn adviseur wel eens duur kunnen komen te staan. 4. Conclusies Het pleitbare standpunt is al vele jaren een belangrijke thema binnen het fiscale boete- en strafrecht. Recente ontwikkelingen illustreren dat het geen statisch begrip is. De criteria voor een beroep op het pleitbare standpunt zijn nog steeds aan veranderingen onderhevig. Bovendien is het een leerstuk waarvoor nog steeds geknokt moet worden. En dat is meer dan de moeite waard! Breda, 27 juni 2012 Pagina 7

Bestuurlijke boete voor accountant en belastingadviseur

Bestuurlijke boete voor accountant en belastingadviseur Bestuurlijke boete voor accountant en belastingadviseur Sinds 1 juli 2009 kan de Belastingdienst ook een bestuurlijke boete opleggen aan de accountant en belastingadviseur. Een belangrijke uitbreiding

Nadere informatie

Deelnemen aan boete-/strafrechtelijke feiten door de adviseur. 8 december G.J.M.E. de Bont Vereniging voor Belastingwetenschap 2016

Deelnemen aan boete-/strafrechtelijke feiten door de adviseur. 8 december G.J.M.E. de Bont Vereniging voor Belastingwetenschap 2016 Deelnemen aan boete-/strafrechtelijke feiten door de adviseur 8 december 2016 G.J.M.E. de Bont Vereniging voor Belastingwetenschap 2016 BIJZONDERE POSITIE VAN DE ADVISEUR: AANGIFTE Veel commune delicten

Nadere informatie

KWADE TROUW VAN DE BELASTINGADVISEUR IN DE ZIN VAN ARTIKEL 16 AWR

KWADE TROUW VAN DE BELASTINGADVISEUR IN DE ZIN VAN ARTIKEL 16 AWR KWADE TROUW VAN DE BELASTINGADVISEUR IN DE ZIN VAN ARTIKEL 16 AWR Inleiding In artikel 16 AWR is bepaald dat een feit dat de inspecteur bekend was of redelijke wijs bekend had kunnen zijn geen grond voor

Nadere informatie

Het pleitbaar standpunt in het Boete- en Strafrecht

Het pleitbaar standpunt in het Boete- en Strafrecht Het pleitbaar standpunt in het Boete- en Strafrecht Naam: Max van Riet Studierichting: Fiscale Economie ANR: 855695 SNR: 1265609 Afsluiting thesis: 1-06-2017 Begeleider: M.B.A. van Hout 2 e begeleider:

Nadere informatie

Het opmerkelijke zit hem hierin dat de belastingkamer. kruisbestuiving? Het pleitbaar standpunt:

Het opmerkelijke zit hem hierin dat de belastingkamer. kruisbestuiving? Het pleitbaar standpunt: Het pleitbaar standpunt: kruisbestuiving? Binnen het fiscale boeterecht neemt het pleitbaar standpunt een belangrijke plaats in. Een geslaagd beroep hierop heeft tot gevolg dat er, ondanks een fout in

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2001:AD4466

ECLI:NL:HR:2001:AD4466 ECLI:NL:HR:2001:AD4466 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 13-11-2001 Datum publicatie 21-03-2002 Zaaknummer 03391/00 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2001:AD4466

Nadere informatie

Uitspraken CRvB inzake boetes en overgangsrecht (in kader Wet aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW-wetgeving)

Uitspraken CRvB inzake boetes en overgangsrecht (in kader Wet aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW-wetgeving) Uitspraken CRvB inzake boetes en overgangsrecht (in kader Wet aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW-wetgeving) Inleiding Op 24 november 2014 heeft de CRvB de eerste uitspraak gedaan over boetes

Nadere informatie

GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken

GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken parketnummer : 20.001938.96 uitspraakdatum : 29 april 1997 verstek dip GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken A R R E S T gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis

Nadere informatie

MOTIVERING CASSATIEBEROEPSCHRIFT

MOTIVERING CASSATIEBEROEPSCHRIFT MOTIVERING CASSATIEBEROEPSCHRIFT Cassatiemiddelen Schending van het recht, in het bijzonder doel en strekking van artikel 16 lid 2 letter c van de Algemene Wet Rijksbelastingen (hierna ook: I6,2,c AWR),

Nadere informatie

Dispuut in de praktijk: leidt belastingfraude altijd tot (een vervolging voor) witwassen?

Dispuut in de praktijk: leidt belastingfraude altijd tot (een vervolging voor) witwassen? Dispuut in de praktijk: leidt belastingfraude altijd tot (een vervolging voor) witwassen? De Hoge Raad oordeelde op 7 oktober jl. dat gelden die door belastingontduiking zijn verkregen, kunnen worden aangemerkt

Nadere informatie

2. Is er daadwerkelijk sprake van een convergentie? ii. Objectieve of subjectieve leer?

2. Is er daadwerkelijk sprake van een convergentie? ii. Objectieve of subjectieve leer? Maandblad Belasting Beschouwingen 2018/3-3 PDF versie Trefwoorden Auteur inhoud pleitbaar standpunt volgens belastingkamer en strafkamer van de Hoge Raad Bont, Prof.mr. G.J.M.E. De Jaargang 87 Publicatiedatum

Nadere informatie

HOOFDSTUK 8 De strafkamer en de belastingkamer van de Hoge Raad; in de pas, uit de pas

HOOFDSTUK 8 De strafkamer en de belastingkamer van de Hoge Raad; in de pas, uit de pas HOOFDSTUK 8 De strafkamer en de belastingkamer van de Hoge Raad; in de pas, uit de pas Tijdschrift Formeel Belastingrecht 2015/08 Belastingjaar/tijdvak Trefwoorden Feteris, reikwijdte, opzet, grove schuld,

Nadere informatie

Actualiteitenseminar Wilt u getuige zijn?

Actualiteitenseminar Wilt u getuige zijn? Actualiteitenseminar Wilt u getuige zijn? 20 maart 2017 Anke Feenstra Roel Kerckhoffs Programma Deel I: Pauze met buffet Deel II: Borrel Buitenlands vermogen Eenvoudig witwassen Medeplegersboetes/feitelijk

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 070.00 ingediend door: hierna te noemen klager`, tegen: hierna te noemen 'verzekeraar. De Raad van Toezicht Verzekeringen heeft

Nadere informatie

Beleidsregels WWB/IOAW/IOAZschriftelijke. verminderde verwijtbaarheid gemeente Tholen 2013

Beleidsregels WWB/IOAW/IOAZschriftelijke. verminderde verwijtbaarheid gemeente Tholen 2013 Beleidsregels WWB/IOAW/IOAZschriftelijke waarschuwing en verminderde verwijtbaarheid gemeente Tholen 2013 Burgemeester en wethouders van de gemeente Tholen; Gelet op artikel 18a van de Wet werk en bijstand

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ8341

ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ8341 ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ8341 Instantie Datum uitspraak 24-04-2013 Datum publicatie 24-04-2013 Zaaknummer 20-000702-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2016:1480. Datum uitspraak: Datum publicatie: Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg - meervoudig.

ECLI:NL:RBOVE:2016:1480. Datum uitspraak: Datum publicatie: Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg - meervoudig. ECLI:NL:RBOVE:2016:1480 Instantie: Rechtbank Overijssel Datum uitspraak: 26-04-2016 Datum publicatie: 26-04-2016 Zaaknummer: 08.910038-15 (P) Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg

Nadere informatie

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van 24 augustus 2016.

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van 24 augustus 2016. ECLI:NL:GHAMS:2016:5663 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 07-09-2016 Datum publicatie 30-12-2016 Zaaknummer 23-000259-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.

Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht. Hof Amsterdam 19 januari 2011, nr. 23-001234-09 VERKORT ARREST VAN HET GERECHTSHOF AMSTERDAM gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Haarlem van 16 december 2008 in de

Nadere informatie

1. Het boeterechtelijke onderzoek

1. Het boeterechtelijke onderzoek NTFR 2009/1352 HetBesluitBestuurlijkeBoetenBelastingdienst en devierdetranche NTFR2009-1352 en prof.mr. G.J.M.E. de Bont Of het nu 1 juli aanstaande zal ingaan, of met ingang van 1 januari 2010, devierdetranche

Nadere informatie

Objectief pleitbaar? SAMENVATTING

Objectief pleitbaar? SAMENVATTING Kijk op NLFiscaal voor online versie NLF 2018/0018 Opzettelijk onjuist doen van aangiften vpb; geen fiscaal pleitbaar standpunt HR, 1 december 2017, 16/03111, ECLI:NL:HR:2017:3056 SAMENVATTING X (bv) is

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 10-11-2016 Datum publicatie 29-12-2016 Zaaknummer 23-000872-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:2024 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 15/00637

ECLI:NL:GHAMS:2016:2024 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 15/00637 ECLI:NL:GHAMS:2016:2024 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 19-05-2016 Datum publicatie 01-06-2016 Zaaknummer 15/00637 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Hoger

Nadere informatie

Het pleitbaar standpunt

Het pleitbaar standpunt Masterscriptie Fiscaal Recht Universiteit van Tilburg Faculteit Rechtsgeleerdheid Departement Fiscaal Recht Het pleitbaar standpunt De fiscale leer versus de strafrechtelijke leer Naam: ANR: Shanna van

Nadere informatie

Zoekresultaat - inzien document. ECLI:NL:RBOBR:2015:5776 Permanente link: Uitspraak. Rechtbank Oost-Brabant

Zoekresultaat - inzien document. ECLI:NL:RBOBR:2015:5776 Permanente link: Uitspraak. Rechtbank Oost-Brabant Zoekresultaat - inzien document ECLI:NL:RBOBR:2015:5776 Permanente link: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ec Instantie Datum uitspraak 07-10-2015 Datum publicatie 07-10-2015 Rechtbank Oost-Brabant

Nadere informatie

HOOGTE VAN DE BOETE Bij inkeer op basis van artikel 65 ALB blijft de oplegging van een vergrijpboete achterwege.

HOOGTE VAN DE BOETE Bij inkeer op basis van artikel 65 ALB blijft de oplegging van een vergrijpboete achterwege. ARUBA Artikel 65 ALB Ingeval een belastingplichtige of inhoudingsplichtige alsnog een juiste en volledige aangifte doet, dan wel juiste en volledige inlichtingen, gegevens of aanwijzingen verstrekt, vóórdat

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4692

ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4692 ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4692 Instantie Datum uitspraak 19-03-2013 Datum publicatie 19-03-2013 Zaaknummer 21-000368-12 Formele relaties Rechtsgebieden Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Eerste aanleg: ECLI:NL:RBGRO:2009:BH3578,

Nadere informatie

Camera-toezicht op de werkplek

Camera-toezicht op de werkplek Camera-toezicht op de werkplek december 2006 mr De auteur heeft grote zorgvuldigheid betracht in het weergeven van delen uit het geldende recht. Evenwel noch de auteur noch kan aansprakelijk worden gesteld

Nadere informatie

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Datum uitspraak: 1 november TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Datum uitspraak: 1 november TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman) ECLI:NL:GHAMS:2016:5673 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 01-11-2016 Datum publicatie 30-12-2016 Zaaknummer 23-003159-15 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

GERECHTSHOF TE s-gravenhage, derde meervoudige belastingkamer. 12 september 1989 Nr. 3701/85-M-3 EP/1 U I T S P R A A K

GERECHTSHOF TE s-gravenhage, derde meervoudige belastingkamer. 12 september 1989 Nr. 3701/85-M-3 EP/1 U I T S P R A A K GERECHTSHOF TE s-gravenhage, derde meervoudige belastingkamer. 12 september 1989 Nr. 3701/85-M-3 EP/1 U I T S P R A A K Naar aanleiding van het arrest van de Hoge Raad der Nederlanden van 27 augustus 1985,

Nadere informatie

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN SINT MAARTEN S T R A F V O N N I S

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN SINT MAARTEN S T R A F V O N N I S GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN SINT MAARTEN S T R A F V O N N I S in de zaak tegen de verdachte: ARWM, geboren te curaçao, wonende te Sint Maarten. 1. Onderzoek van de zaak Het onderzoek ter openbare terechtzitting

Nadere informatie

LJN: BA8945, Rechtbank 's-gravenhage, KG 07/529 Print uitspraak

LJN: BA8945, Rechtbank 's-gravenhage, KG 07/529 Print uitspraak LJN: BA8945, Rechtbank 's-gravenhage, KG 07/529 Print uitspraak Datum uitspraak: 06-07-2007 Datum publicatie: 06-07-2007 Rechtsgebied: Civiel overig Soort procedure: Kort geding Inhoudsindicatie: Eiseres

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2017:2237

ECLI:NL:RBOVE:2017:2237 ECLI:NL:RBOVE:2017:2237 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 26-04-2017 Datum publicatie 31-05-2017 Zaaknummer 08/910083-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Raadkamer

Nadere informatie

Geen plaats voor vergrijpboete bij niet verantwoorde afkoopsom lijfrentepolis

Geen plaats voor vergrijpboete bij niet verantwoorde afkoopsom lijfrentepolis Geen plaats voor vergrijpboete bij niet verantwoorde afkoopsom lijfrentepolis ECLI:NL:GHARL:2014:2897 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 08-04-2014 Datum publicatie 18-04-2014 Zaaknummer

Nadere informatie

tegen de uitspraak van de Rechtbank Breda (hierna: de Rechtbank) van 15 november 2012, nummer AWB 12/4016, in het geding tussen

tegen de uitspraak van de Rechtbank Breda (hierna: de Rechtbank) van 15 november 2012, nummer AWB 12/4016, in het geding tussen Uitspraak GERECHTSHOF VHERTOGENBOSCH Team belastingrecht Meervoudige Belastingkamer Uitspraak op het hoger beroep van * ^ p n i a w a ï i i b.v., gevestigd te > hierna: belanghebbende, tegen de uitspraak

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2017:978

ECLI:NL:GHSHE:2017:978 ECLI:NL:GHSHE:2017:978 Instantie Datum uitspraak 17-02-2017 Datum publicatie 10-03-2017 Gerechtshof 's-hertogenbosch Zaaknummer 20-003836-13 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

Uitspraak. Parketnummer: Datum uitspraak: 17 november 2016 VERSTEK

Uitspraak. Parketnummer: Datum uitspraak: 17 november 2016 VERSTEK ECLI:NL:GHAMS:2016:5593 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 17-11-2016 Datum publicatie 29-12-2016 Zaaknummer 23-001668-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2010:BO9334 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 09/00549

ECLI:NL:GHAMS:2010:BO9334 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 09/00549 ECLI:NL:GHAMS:2010:BO9334 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 09-12-2010 Datum publicatie 05-01-2011 Zaaknummer 09/00549 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht

Nadere informatie

Het pleitbaar standpunt: de objectieve versus de subjectieve benadering

Het pleitbaar standpunt: de objectieve versus de subjectieve benadering 10 nr. 7 oktober 2011 Het pleitbaar standpunt: de objectieve versus de subjectieve benadering Mr. S.F. van Immerseel en mw. mr. D. Liem * The only thing certain in life is death and taxes, aldus een beroemde

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK MigratieWeb ve12000040 201102012/1/V2. Datum uitspraak: 13 december 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger

Nadere informatie

Accountant moet op zijn tellen passen bij begeleiding inkeer van zijn cliënt

Accountant moet op zijn tellen passen bij begeleiding inkeer van zijn cliënt Accountant moet op zijn tellen passen bij begeleiding inkeer van zijn cliënt Het bankgeheim staat onder druk. Diverse staten, waaronder Zwitserland en Liechtenstein, verklaarden zich recent bereid om internationale

Nadere informatie

KONINKLIJK NEDERLANDS INSTITUUT VAN REGISTERACCOUNTANTS

KONINKLIJK NEDERLANDS INSTITUUT VAN REGISTERACCOUNTANTS 0620J KONINKLIJK NEDERLANDS INSTITUUT VAN REGISTERACCOUNTANTS JURISPRUDENTIE TUCHTRECHTSPRAAK JT 2007-118 RAAD VAN TUCHT DEN HAAG Strafrechtelijke veroordeling Betrokken registeraccountant heeft voor de

Nadere informatie

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over het Functioneel Parket te Den Haag. Datum: 4 juni Rapportnummer: 2012/092

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over het Functioneel Parket te Den Haag. Datum: 4 juni Rapportnummer: 2012/092 Rapport Rapport naar aanleiding van een klacht over het Functioneel Parket te Den Haag. Datum: 4 juni 2012 Rapportnummer: 2012/092 2 Feiten Verzoeker was directeur van een stichting. Op 21 mei 2010 heeft

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMAA:2011:BP5002

ECLI:NL:RBMAA:2011:BP5002 ECLI:NL:RBMAA:2011:BP5002 Instantie Rechtbank Maastricht Datum uitspraak 16-02-2011 Datum publicatie 17-02-2011 Zaaknummer 03-702714-08 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 754 Wijziging van enkele wetten met het oog op de bestrijding van fraude in de toeslagen en fiscaliteit (Wet aanpak fraude toeslagen en fiscaliteit)

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2012:BW5999

ECLI:NL:GHSHE:2012:BW5999 ECLI:NL:GHSHE:2012:BW5999 Instantie Datum uitspraak 16-05-2012 Datum publicatie 16-05-2012 Zaaknummer 20-002733-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420

ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420 ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 05-04-2011 Datum publicatie 07-04-2011 Zaaknummer 21-002244-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

DGB 2008-03325 U. Beantwoording vragen van de leden Remkes en Weekers (beiden VVD) over suppletieaangifte

DGB 2008-03325 U. Beantwoording vragen van de leden Remkes en Weekers (beiden VVD) over suppletieaangifte Directoraat-Generaal Belastingdienst De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Datum Uw brief (Kenmerk) Ons kenmerk 25 augustus 2008 17 juni 2008 (2070822910)

Nadere informatie

De belastingadviseur als beboetbare facilitator. 1 juni 2017 Ludwijn Jaeger Vanessa Huygen van Dyck-Jagersma

De belastingadviseur als beboetbare facilitator. 1 juni 2017 Ludwijn Jaeger Vanessa Huygen van Dyck-Jagersma De belastingadviseur als beboetbare facilitator 1 juni 2017 Ludwijn Jaeger Vanessa Huygen van Dyck-Jagersma Programma Aanleiding Intro Artikel 10a AWR Deelnemingsvormen bij vergrijpboeten Toerekening bij

Nadere informatie

Rapport. Datum: 27 augustus 1998 Rapportnummer: 1998/353

Rapport. Datum: 27 augustus 1998 Rapportnummer: 1998/353 Rapport Datum: 27 augustus 1998 Rapportnummer: 1998/353 2 Klacht Op 1 mei 1998 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van mevrouw S. te Zutphen, met een klacht over een gedraging van de Belastingdienst/Ondernemingen

Nadere informatie

ECLI:NL:OGEAA:2016:411

ECLI:NL:OGEAA:2016:411 ECLI:NL:OGEAA:2016:411 Instantie Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba Datum uitspraak 05-02-2016 Datum publicatie 22-06-2016 Zaaknummer 426 van 2015, P-2015/06927 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2016:3968

ECLI:NL:RBAMS:2016:3968 ECLI:NL:RBAMS:2016:3968 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 30-06-2016 Datum publicatie 30-06-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 13/993032-16 (Promis) Strafrecht

Nadere informatie

Meetinstructie. Geen informatie verstrekt over positie van medewerker van makelaarskantoor.

Meetinstructie. Geen informatie verstrekt over positie van medewerker van makelaarskantoor. Meetinstructie. Geen informatie verstrekt over positie van medewerker van makelaarskantoor. Klagers kopen een appartement dat volgens de verkoopbrochure een woonoppervlak heeft van 71 m². De opmeting van

Nadere informatie

ECLI:NL:RBBRE:2009:BH5369

ECLI:NL:RBBRE:2009:BH5369 ECLI:NL:RBBRE:2009:BH5369 Instantie Rechtbank Breda Datum uitspraak 05-03-2009 Datum publicatie 10-03-2009 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 02/628386-08 [P] Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2010:BO2558

ECLI:NL:HR:2010:BO2558 ECLI:NL:HR:2010:BO2558 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 02-11-2010 Datum publicatie 03-11-2010 Zaaknummer 09/00354 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2010:BO2558

Nadere informatie

Geef de ondernemer bij in de afgelopen vijf jaar te veel betaalde btw altijd toegang tot de fiscale rechter! NLFiscaal opinie

Geef de ondernemer bij in de afgelopen vijf jaar te veel betaalde btw altijd toegang tot de fiscale rechter! NLFiscaal opinie Auteurs: Roelof Vos / Ron Jeronimus NLFnummer: NLF Opinie 2018/0039 Geef de ondernemer bij in de afgelopen vijf jaar te veel betaalde btw altijd toegang tot de fiscale rechter! NLFiscaal opinie Als een

Nadere informatie

Informatie aan niet-opdrachtgever. Onjuiste oppervlakte in verkoopdocumentatie.

Informatie aan niet-opdrachtgever. Onjuiste oppervlakte in verkoopdocumentatie. Informatie aan niet-opdrachtgever. Onjuiste oppervlakte in verkoopdocumentatie. Klager heeft een woning gekocht die beklaagde in verkoop had. In de verkoopdocumentatie van beklaagde werd vermeld dat de

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2015:738

ECLI:NL:GHSHE:2015:738 ECLI:NL:GHSHE:2015:738 Instantie Datum uitspraak 09-03-2015 Datum publicatie 09-03-2015 Gerechtshof 's-hertogenbosch Zaaknummer 20-003525-14 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBBRE:2003:AN9917

ECLI:NL:RBBRE:2003:AN9917 ECLI:NL:RBBRE:2003:AN9917 Instantie Rechtbank Breda Datum uitspraak 11-12-2003 Datum publicatie 12-12-2003 Zaaknummer 3498-01 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig Inhoudsindicatie

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Ede (Gelderland)

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Ede (Gelderland) Registratienummer Afdeling Ede, 25565 Samenleving en beleid 10 februari Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Ede; gelet op artikel 18a, van de Participatiewet, artikel 20a van de

Nadere informatie

LJN: BM6944, Gerechtshof Leeuwarden, 24-000403-09 Print uitspraak

LJN: BM6944, Gerechtshof Leeuwarden, 24-000403-09 Print uitspraak Het LJN nummer is belangrijk om terug te zoeken voor derden. +++++ LJN: BM6944, Gerechtshof Leeuwarden, 24-000403-09 Print uitspraak Datum uitspraak: 04-06-2010 Datum publicatie: 07-06-2010 Rechtsgebied:

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO7907

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO7907 ECLI:NL:GHLEE:2010:BO7907 Instantie Datum uitspraak 30-11-2010 Gerechtshof Leeuwarden Datum publicatie 20-12-2010 Zaaknummer 24-001016-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

de directeur van het onderdeel Belastingregio Belastingdienst/Limburg van de rijksbelastingdienst, hierna: de Inspecteur,

de directeur van het onderdeel Belastingregio Belastingdienst/Limburg van de rijksbelastingdienst, hierna: de Inspecteur, LJN: BZ5455, Gerechtshof 's-hertogenbosch, 12/00355 Datum uitspraak: 21-02-2013 Datum publicatie: 25-03-2013 Rechtsgebied: Belasting Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Belanghebbende is door

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273

ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273 ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 31-03-2004 Datum publicatie 08-04-2004 Zaaknummer 06/060115-03 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

Bahialaan 100 3065WC Rotterdam

Bahialaan 100 3065WC Rotterdam Bahialaan 100 3065WC Rotterdam T: +31 (0)10-764 0804 F: +31 (0)10 254 0015 M: +31 (0)6 51 99 78 08 E: dehaas@dehaasadvocatuur.nl I: www.dehaasadvocatuur.nl Mevrouw mr. P. (Priscilla) de Haas 11-8-2015

Nadere informatie

LJN: BI0472, Rechtbank Groningen, 18/670051-09 (P) Print uitspraak

LJN: BI0472, Rechtbank Groningen, 18/670051-09 (P) Print uitspraak LJN: BI0472, Rechtbank Groningen, 18/670051-09 (P) Print uitspraak Datum uitspraak: 08-04-2009 Datum publicatie: 08-04-2009 Rechtsgebied: Straf Soort procedure: Eerste aanleg - meervoudig Inhoudsindicatie:

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over het College van procureurs-generaal te Den Haag. Datum: 25 februari 2014. Rapportnummer: 2014/010

Rapport. Rapport over een klacht over het College van procureurs-generaal te Den Haag. Datum: 25 februari 2014. Rapportnummer: 2014/010 Rapport Rapport over een klacht over het College van procureurs-generaal te Den Haag. Datum: 25 februari 2014 Rapportnummer: 2014/010 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het College van procureurs-generaal

Nadere informatie

HOOFDSTUK 2 Het pleitbare standpunt 15

HOOFDSTUK 2 Het pleitbare standpunt 15 INHOUDSOPGAVE Afkortingen XVII HOOFDSTUK 1 Inleiding 1 1.1 Aanleiding voor het onderzoek 1 1.2 Doel en benaderingswijze 5 1.3 Afbakening van het onderzoek 7 1.4 Hoofdstukindeling en vooruitblik 9 1.5 Bronnen

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2013:3385

ECLI:NL:GHSHE:2013:3385 pagina 1 van 5 ECLI:NL:GHSHE:2013:3385 Instantie Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak 23-07-2013 Datum publicatie 16-09-2013 Zaaknummer 12-00310 Rechtsgebieden Belastingrecht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

Embargo tot 18 okt. 2012, 12.30 uur

Embargo tot 18 okt. 2012, 12.30 uur Embargo tot 18 okt. 2012, 12.30 uur Toespraak van de Nationaal rapporteur mensenhandel en seksueel geweld tegen kinderen mr. Corinne Dettmeijer-Vermeulen Ter gelegenheid van de aanbieding van het rapport

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2010:BN7215

ECLI:NL:GHSHE:2010:BN7215 ECLI:NL:GHSHE:2010:BN7215 Gerechtshof s-hertogenbosch Datum uitspraak: 17-09-2010 Datum publicatie: 17-09-2010 Zaaknummer: 20-003936-09 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Uitspraak

Nadere informatie

Artikel 63 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen

Artikel 63 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen Memo Van prof. Mr. Ch.P.A. Geppaart Onderwerp Artikel 63 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen 1. Via het hoofd van de afdeling Directe belastingen van het Ministerie van Financiën ontving ik Uw

Nadere informatie

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 21 d.d. 2 april 2009 (mr. M.M. Mendel, voorzitter, mr. E.M. Dil - Stork en mr. B. Sluijters) 1. Procedure De Commissie beslist met inachtneming

Nadere informatie

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 26 maart 2013 in de zaak tegen: thans gedetineerd in de.

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 26 maart 2013 in de zaak tegen: thans gedetineerd in de. vonnis RECHTBANK NOORD-HOLLAND Afdeling Publiekrecht, Sectie Straf Locatie Schiphol Meervoudige strafkamer Parketnummer: Uitspraakdatum: 8 april 2013 Tegenspraak Strafvonnis Dit vonnis is gewezen naar

Nadere informatie

Edèlhoogachtbare Heer/Vrouwe,

Edèlhoogachtbare Heer/Vrouwe, Edèlhoogachtbare Heer/Vrouwe, X Z (belanghebbende), \ beroep in cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 4 juli 2013. Bij brief van 11 oktober 2013 heeft de griffier mij

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2017:2714

ECLI:NL:RBAMS:2017:2714 ECLI:NL:RBAMS:2017:2714 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 25-04-2017 Datum publicatie 01-05-2017 Zaaknummer RK 16/7321 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Rekestprocedure

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518

ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518 ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518 Instantie Datum uitspraak 17-10-2011 Datum publicatie 25-10-2011 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-003332-09 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

A. Het in het belastbaar inkomen 1998 begrijpen van het voordeel uit het tegen inkoopsprijs aankopen vaneen auto, groot fl 15.000.

A. Het in het belastbaar inkomen 1998 begrijpen van het voordeel uit het tegen inkoopsprijs aankopen vaneen auto, groot fl 15.000. C/& Z^o^jr Edelhoogachtbaar College, y> "2_ Op 17 februari j.l. is door mij namens C igllllllpljp te IHllIll^, hierna belanghebbende, beroep in cassatie aangetekend tegen de uitspraak van het Gerechtshof

Nadere informatie

DE AMBTENAAR BELAST MET DE HEFFING VAN HET HOOGHEEMRAADSCHAP AMSTEL, GOOI EN VECHT

DE AMBTENAAR BELAST MET DE HEFFING VAN HET HOOGHEEMRAADSCHAP AMSTEL, GOOI EN VECHT Besluit fiscale bestuurlijke boeten Amstel, Gooi en Vecht 2011 (AH 10/02) DE AMBTENAAR BELAST MET DE HEFFING VAN HET HOOGHEEMRAADSCHAP AMSTEL, GOOI EN VECHT Overwegende dat het gewenst is beleidsregels

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2017:2188

ECLI:NL:GHARL:2017:2188 ECLI:NL:GHARL:2017:2188 Instantie Datum uitspraak 15-03-2017 Datum publicatie 15-03-2017 Zaaknummer 21-006632-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Strafrecht

Nadere informatie

Kluwer Online Research Buiten bezwaartermijn ingediende suppletieaangifte leidt niet tot teruggaaf

Kluwer Online Research Buiten bezwaartermijn ingediende suppletieaangifte leidt niet tot teruggaaf Buiten bezwaartermijn ingediende suppletieaangifte leidt niet tot teruggaaf Instantie: Hof 's-gravenhage Datum: 30 maart 2012 Magistraten: Tromp, Sanders, Visser Zaaknr: BK-10/00547 Conclusie: - LJN: BW8025

Nadere informatie

Fiscaal strafrecht De invulling van het begrip pleitbaar standpunt in het fiscale strafrecht leidt tot rechtsongelijkheid.

Fiscaal strafrecht De invulling van het begrip pleitbaar standpunt in het fiscale strafrecht leidt tot rechtsongelijkheid. Fiscaal strafrecht De invulling van het begrip pleitbaar standpunt in het fiscale strafrecht leidt tot rechtsongelijkheid. Een zoektocht naar een algemene consensus omtrent het pleitbare standpunt binnen

Nadere informatie

thans uit anderen hoofde gedetineerd in het Huis van Bewaring [locatie] te [plaats 2],

thans uit anderen hoofde gedetineerd in het Huis van Bewaring [locatie] te [plaats 2], ECLI:NL:RBAMS:2013:3850 Uitspraak RECHTBANK AMSTERDAM INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER Parketnummer: 13/737331-13 RK nummer: 13/2646 Datum uitspraak: 28 juni 2013 UITSPRAAK op de vordering ex artikel 23

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2016:5688

ECLI:NL:RBMNE:2016:5688 ECLI:NL:RBMNE:2016:5688 Instantie Datum uitspraak 26-10-2016 Datum publicatie 22-12-2016 Zaaknummer 16/703291-13 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Midden-Nederland Strafrecht

Nadere informatie

HR 17 februari 2009; grondslagleer: overbodig ten laste gelegde exceptie NJ 2009, 275, zaaknummer: 07/12764A, LJN:BG5620. Noot van M.J.

HR 17 februari 2009; grondslagleer: overbodig ten laste gelegde exceptie NJ 2009, 275, zaaknummer: 07/12764A, LJN:BG5620. Noot van M.J. HR 17 februari 2009; grondslagleer: overbodig ten laste gelegde exceptie NJ 2009, 275, zaaknummer: 07/12764A, LJN:BG5620 Noot van M.J. Borgers 1. De tenlastelegging in de hierboven afgedrukte zaak is toegesneden

Nadere informatie

DEEL III. Het bestuursprocesrecht

DEEL III. Het bestuursprocesrecht DEEL III Het bestuursprocesrecht Inleiding op deel III In het voorgaande deel is het regelsysteem van art. 48 (oud) Rv besproken voor zover dit relevant was voor art. 8:69 lid 2 en 3 Awb. In dit deel

Nadere informatie

Rapport. Oordeel. Op basis van het onderzoek vindt de Nationale ombudsman de klacht over het Openbaar Ministerie gegrond.

Rapport. Oordeel. Op basis van het onderzoek vindt de Nationale ombudsman de klacht over het Openbaar Ministerie gegrond. Rapport Een onderzoek naar klachten over het niet eerder seponeren van een strafzaak en over het doorsturen van een verzoek om schadevergoeding naar de rechtbank. Oordeel Op basis van het onderzoek vindt

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2015:10245

ECLI:NL:RBAMS:2015:10245 ECLI:NL:RBAMS:2015:10245 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 25-11-2015 Datum publicatie 23-06-2017 Zaaknummer 13/845106-15 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZWB:2013:5523

ECLI:NL:RBZWB:2013:5523 ECLI:NL:RBZWB:2013:5523 Instantie Datum uitspraak 17-07-2013 Datum publicatie 05-09-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Zeeland-West-Brabant AWB-12_5516 Belastingrecht

Nadere informatie

No.W /III 's-gravenhage, 1 juni 2011

No.W /III 's-gravenhage, 1 juni 2011 ... No.W06.11.0119/III 's-gravenhage, 1 juni 2011 Bij Kabinetsmissive van 12 april 2011, no.11.000950, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Staatssecretaris van Financiën, bij de Afdeling advisering

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2016:1117

ECLI:NL:RBOVE:2016:1117 ECLI:NL:RBOVE:2016:1117 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 04-04-2016 Datum publicatie 04-04-2016 Zaaknummer 08/993061-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2015:2029

ECLI:NL:GHSHE:2015:2029 ECLI:NL:GHSHE:2015:2029 Instantie Datum uitspraak 03-06-2015 Datum publicatie 03-06-2015 Gerechtshof 's-hertogenbosch Zaaknummer 20-000203-14 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag

Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag RAPPORT Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag Een onderzoek naar een afwijzing van het Openbaar Ministerie in Den Haag om kosten na vrijspraak te vergoeden. Oordeel Op basis van het onderzoek

Nadere informatie

Parketnummer: /17 Uitspraak: 2 november 2018 Tegenspraak

Parketnummer: /17 Uitspraak: 2 november 2018 Tegenspraak vonnis GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO Parketnummer: 500.00480/17 Uitspraak: 2 november 2018 Tegenspraak Vonnis van dit Gerecht in de strafzaak tegen de verdachte: R.M.C., geboren op Curaçao, wonende

Nadere informatie

10-02 DE RAAD VAN TOEZICHT GRONINGEN VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM

10-02 DE RAAD VAN TOEZICHT GRONINGEN VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM 10-02 DE RAAD VAN TOEZICHT GRONINGEN VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM Risicodragende projectontwikkeling via echtgenote. Verantwoordelijkheid als leidinggevende. De

Nadere informatie

Besluit: De Beleidsregels bestuurlijke boeten Noordelijk Belastingkantoor vast te stellen.

Besluit: De Beleidsregels bestuurlijke boeten Noordelijk Belastingkantoor vast te stellen. Beleidsregels bestuurlijke boeten Het bestuur van het Noordelijk Belastingkantoor; Gelet op artikel 4:81 en hoofdstuk 5, titel 5.4, van de Algemene wet bestuursrecht en hoofdstuk VIIIA van de Algemene

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Uit de stukken is, voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, het navolgende gebleken.

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Uit de stukken is, voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, het navolgende gebleken. RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 2003.1084 (031.03) ingediend door: hierna te noemen 'klager', tegen: hierna te noemen 'verzekeraar'. De Raad van Toezicht Verzekeringen

Nadere informatie

BELEIDSREGELS BESTUURLIJKE BOETE WWB, IOAW EN IOAZ GEMEENTE ZEEVANG

BELEIDSREGELS BESTUURLIJKE BOETE WWB, IOAW EN IOAZ GEMEENTE ZEEVANG BELEIDSREGELS BESTUURLIJKE BOETE WWB, IOAW EN IOAZ GEMEENTE ZEEVANG Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zeevang, Gelet op artikel 18a van de Wet werk en bijstand, artikel 20a van

Nadere informatie

http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage.aspx

http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage.aspx pagina 1 van 5 LJN: BW5380, Gerechtshof Leeuwarden, BK 11/00154 Inkomstenbelasting Datum 08-05-2012 uitspraak: Datum 10-05-2012 publicatie: Rechtsgebied: Belasting Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie:In

Nadere informatie

Onterecht beroep op financieringsvoorbehoud. Acties van makelaarverkoper. Controle op storten waarborgsom.

Onterecht beroep op financieringsvoorbehoud. Acties van makelaarverkoper. Controle op storten waarborgsom. RAAD VAN TOEZICHT WEST Onterecht beroep op financieringsvoorbehoud. Acties van makelaarverkoper. Controle op storten waarborgsom. Verkopers zijn van mening dat hun makelaar te kort schoot toen de kopers

Nadere informatie